VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 37 NUMMER 5 23 maart 2012
Concurrentie remt zorginnovatie
Foto: Flip Franssen
Afgelopen week verzamelden onderzoekers en bedrijfsleven zich in de Nijmeegse Vereeniging voor het vierde Health Valley Event. Hoe kunnen we innovaties in de zorg sneller in praktijk brengen, luidde de hamvraag. Over de spanning tussen samen- en marktwerking. Paul van Laere
Zorgmikado
Met gezwinde spoed snelt UMC-neuroloog Bas Bloem op het openingsfilmpje van het Health Valley Event naar zijn afspraak met minister Edith Schippers. Aan zijn schoeisel zal het niet liggen. Een paar flitsende sportschoenen onderstrepen het centrale thema van de dag in de Vereeniging: (innovatie) snelheid is geboden. Innoveren is het hedendaagse panacee dat ook Schippers voor in de mond ligt. Succesvol vernieuwen kan echter alleen wanneer wetenschappers, bedrijfsleven en overheid de handen ineenslaan, zegt ze via de camera tegen het publiek in de Vereeniging. ‘Health Valley heeft alles in zich om die slag te maken’, complimenteert Schippers het Oost-Nederlandse platform op het terrein van de life sciences. Na die Haagse boodschap steekt hoogleraar zorgtechnologie Guus van Montfort in zijn lezing de toehoorders een extra hart onder de riem. Sinds 1968 is het gemiddeld aantal ligdagen met een factor 3 gedaald en
Pagina 5 Interview met kunstcoördinator Daan Van Speybroeck
de productie van ziekenhuizen verdrievoudigd. ‘Zonder al die medischtechnologische innovaties van de afgelopen veertig jaar hadden we 90.000 bedden extra nodig, bovenop de huidige 37.000. Er heeft een stille revolutie plaatsgevonden.’ Toch, Nederland is geen walhalla voor innovators. Hans Kortlever, vice-president van Merck Sharp & Dohme, windt er tijdens het ochtendprogramma, dat wordt geleid door UMC-bestuursraadslid Cathy van Beek, geen doekjes om: op innovatieranglijsten is Nederland een grauwe middenmotor.
Pagina 6 Nieuw in Nijmegen: stereotactische radiotherapie
En dan duikt andermaal Bas Bloem op. Nog steeds op sportschoenen komt hij de zaal binnenhollen en werpt meteen de hamvraag op: waarom gaat innovatie zo stroef? Zijn antwoord: iedereen vindt innoveren leuk, maar niemand wil zijn gedrag veranderen. ‘Dokters, bestuurders, zorgverzekeraars, ze zitten in een hopeloze omstrengeling. Ze spelen wat ik noem zorgmikado. Wie het eerste beweegt is af.’ Wat innovaties eveneens remt is de concurrentie in zorgland. ‘Verzekeraars willen zich profileren ten opzichte van elkaar. Dat maakt het lastig een succesvolle innovatie landelijk te implementeren.’ Ook concurrentie tussen instellingen werkt belemmerend, meent Bloem. ‘Met ParkinsonNet bijvoorbeeld werken we in de regio juist samen met andere ziekenhuizen en de eerste lijn, om gezamenlijk optimale Parkinsonzorg te geven. En om te voorkomen dat we later tegen de NMA (Nederlandse Mededingingsautoriteit) aanlopen, betrekken we die er nu al bij.’ Minister Schippers heeft haar steun voor het initiatief reeds toegezegd. Vervolg op pagina 3
Pagina 9 Kwaliteitssysteem praktijkonderwijs enthousiast ontvangen
Pagina 12 Take a seat
r a db o d e 0 5 - 2 0 1 2
Verbeterd
En verder...
Gezamenlijke casusbesprekingen Artsen en verpleegkundigen lijken verschillende talen te spreken, maar staan wel aan hetzelfde bed. Hoe laat je ze beter met elkaar communiceren? Afdeling Orthopedie organiseert gezamenlijke casusbesprekingen.
artsen en verpleegkundigen leren van elkaars aanpak. Dat komt de patiëntveiligheid ten goede. Communicatie. ‘De theatervoorstelling Dag & Nacht was voor ons aanleiding om stil te staan bij de communicatieverschillen tussen artsen en verpleegkundigen’, vertelt Jacco van Hulst, hoofdverpleegkundige op verpleegafdeling D10. ‘Artsen gaan uit van de aandoening van de patiënt. Ze doen een differentiaaldiagnose en zetten de behandeling in. Hun focus ligt op medische signalen en complicaties tijdens de behandeling. Verpleegkundigen spreken meer vanuit de patiënt en richten hun aandacht op hoe de patiënt zich voelt. Hun DIM-meldingen gaan vaak over communicatieproblemen.’
Zorgverleners bespreken een casus van de DIM-commissie.
Foto: Marc van Teeffelen
Incidenten. Bijna elke afdeling heeft een DIM-commissie, waar incidenten en bijna-fouten op de afdeling gemeld kunnen worden. Tegelijkertijd organiseren veel afdelingen met hetzelfde doel (patiëntgerelateerde) complicatiebesprekingen. Binnen afdeling Orthopedie is de ervaring dat verpleegkundigen met name “DIMmen”, terwijl artsen vooral complicatiebesprekingen houden. Met een gezamenlijke bijeenkomst kunnen
Begrip. De beweegredenen mogen anders zijn, het doel van alle zorgverleners is hetzelfde, namelijk het welzijn van de patiënt. ‘Door een aantal keer per jaar de DIM- en complicatiebesprekingen samen te voegen, leren artsen en verpleegkundigen elkaar beter begrijpen’, legt Jacco van Hulst uit. Tijdens de bijeenkomst bespreken artsen, arts-assistenten, verpleegkundigen en verpleegassistenten gezamenlijk een casus. Alle deelnemers kunnen hun gedachten inbrengen. De gezamenlijke bespreking leidt tot meer begrip en het doorbreken van de bestaande hiërarchie. Jacco van Hulst: ‘Als je doorvraagt wordt duidelijk dat iedereen hetzelfde doel heeft. En dat je niet zonder elkaar kunt als het om het welzijn van de patiënt gaat.’ MW “Iedere patiënt altijd veilig” is de doelstelling van het Patiëntveiligheidsprogramma van het Radboud. Meer informatie over patiëntveiligheid is te vinden op intranet ➞organisatie ➞ projecten.
kunst
Verbeterd, kunst, colofon, agenda 2 Nieuwsladder 3 De kracht van de schakels, Project Bas, Personalized medicin, HRM-info 4 Wetenswaardig 9 Mensen, IM ir. Van der Venne 10 Het moment, Het betoog 11 Ethiek 12
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Femke van den Berg, Wim Dekkers, Marten Dooper, Flip Franssen, Paul van Laere, Evert van Leeuwen, Frank Muller, Daan Van Speybroeck en Marc van Teeffelen. E-mail: radbode@ sb.umcn.nl, telefoon: 024-3617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023 5714745, e-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 6 april 2012
AGENDA Algemeen 29 maart: filmvertoning ‘Tot altijd’ Lux, 19.15 – 22.00 uur. Aangrijpende film & debat over vrijwillig levenseinde, gebaseerd op het levensverhaal van MS-patiënt Mario Verstraete. 29 maart: Business Meets Science. Thema Participeren in starters; een kwestie van durven en doen. Spreker: Ron Willems, adjunct directeur PPM Oost. Grote vergaderzaal Valorisatie (route 199) van 17.00 - 17.45 (inloop 16.45 uur). 30 maart: Bingo-borrel Alpe d’HuZes café Aesculaaf Studiecentrum 17.00-19.00 uur. Opbrengst geheel ten goede voor stichting Alpe d’HuZes. Iedereen is welkom. www.umcn.nl/alpedhuzes.
Oecumenische vieringen In de tijd rond Pasen past het – in het katholieke UMC St Radboud – aandacht aan Christus te besteden. Daar kunst, godsdienst en gasthuizen van oorsprong nauwe en vruchtbare banden onderhielden, met daarbij Christus en zijn lijden centraal, is in ‘The French Connection’ een kruisiging opgenomen. Lukt het de kunstenaar nog om in onze geseculariseerde tijd dit thema artistiek vorm te geven? Is zo’n onderneming niet gedoemd om in kwezelarij of religieuze kitsch te vervallen?
Elke zondag om 10.00 uur in het personeelsrestaurant. Zondag 1 april, voorganger Mies Singendonk; Witte Donderdag 5 april, Stiltecentrum, 19.00 uur, voorgangers Mies Singendonk en Jocelyn van Nieuwenhuijzen; Goede Vrijdag 6 april, 19.00 uur, meditatieve viering in het personeelsrestaurant, voorgangers Mies Singendonk en Marianne Merkx. Zondag 8 april, 1ste Paasdag, 10.00 uur in het personeelsrestaurant, voorgangers Ans Bertens en Richart Huijzer.
Jean-Michel Alberola probeert het tegen de achtergrond van de ontwrichte mens die leeft ná de ervaring van de concentratiekampen. Met zijn Christus, eveneens jood, poogt hij een gaaf, gezond en volledig lichaam te schilderen. Of is het eerder een tekening: Christus zweeft los van het kruis – dat er zelfs helemaal niet meer is. Ook is Hij tot op zekere hoogte dubbel vormgegeven, het loskomen van het kruis accentuerend. Zo wordt Hij in zijn opstanding getoond, aan zijn lichaam ontstijgend. Lijden en dood komen in een hoopvol perspectief te staan. Wanneer we beter kijken, constateren we dat we de tekening aan de achterkant zien. Omdat de kunstenaar met olie heeft gewerkt, is de figuur door het papier heen zichtbaar. We staan voor een bladzijde die is omgedraaid. Dat kunnen vele bladzijden zijn. Bijvoorbeeld: wij die leven terwijl Hij dood is. Of: het leven als de andere zijde van de dood, maar waar in dit kunstwerk wel voeling mee gehouden wordt. En: Hij die uit de geseculariseerde wereld verdween. Of hoopvoller: Zijn dood voor ons als hoop op leven. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
Masterclasses Patiëntveiligheid 17 april: Infecties (Masterclass 1) Hippocrates Zaal, 16.00 – 18.00 uur 19 juni: Medicatieveiligheid (Masterclass 2) Lammerszaal, 16.00 – 18.00 uur
AZO-scholing
Jean-Michel Alberola, Zonder titel [genoemd Zwarte Christus met schaal], 1989, olie en houtskool op beige papier, 180 x 130 cm, collectie Musée Hiéron (Paray-le-Monial, Frankrijk) opgenomen in ‘The French Connection’ – kunstcollectie UMC St Radboud in Museum Het Valkhof. Deze tentoonstelling is gratis te bezoeken door UMC-medewerkers op vertoon van hun personeelsbadge.
2
Voor informatie over scholingsavonden: www.azo. nl onder ➞ Actueel-Agenda en Opleiding-Scholingsavonden. Deelname is gratis, echter wel graag aanmelden via de website. 11 april: ‘Prehospitale samenwerking tussen MKA – RAV – MMT’. Onderwerpen: inzet en cancelling van het MMT, casusbespreking, effect van helikopterinzet en initiatieven voor terugkoppeling van MMT-inzetten.
P AO - H e y e n d a e l Programma en info: www.paoheyendael.nl
b e l e id
r a db o d e 5 - 2 0 1 2
‘Patiënten moeten researchagenda mee bepalen’
nieuwsladder U i t s l a g v e r k i e z i n g e n UM C - R a a d De UMC-Raad organiseerde tussentijdse verkiezingen in verband met aflopende zittingstermijnen en vacante zetels in drie kiesgroepen. Bij de kiesgroepen A2 en A4 kwamen reglementair zetels vrij. Hiervoor heeft zich slechts 1 persoon kandidaat gesteld per kiesgroep. Dit betekent dat Yvonne Engels en Nel Roeleveld zitting hebben in de UMCRaad per 1 maart. Voor die groepen zijn géén verkiezingen gehouden. Rob de Waal heeft Ruud Bekkers opgevolgd en is per 1 maart gestart. In kiesgroep B2 vonden verkiezingen plaats. 41% van de kiesgerechtigden heeft zijn stem uitgebracht. De verkozen personen zijn: Dubby Ballak, Stanleyson Hato en Amelieke Cremers.
Reference Manager loopt af! Iedereen die publiceert weet dat software voor ‘intekst-verwijzingen’ en referentielijsten onmisbaar is. Wie hiervoor Reference Manager gebruikt, moet vóór 1 september overstappen naar EndNote, want de UMCN-licentie voor Reference Manager loopt eind augustus af. Zet ruim op tijd uw bestanden over problemen te voorkomen. De Medische Bibliotheek kan u helpen bij de overstap naar EndNote, met workshops, handleidingen en advies op maat. Meer informatie: www.ru.nl/ubn/mb.
Amref Flying doctors Foto: Flip Franssen
Afdeling Valorisatie brengt onderzoekers en bedrijfsleven bij elkaar.
Vervolg van de voorpagina Wat is het geheim van succesvol innoveren? Bloem baseert zijn antwoord op de eigen ervaring met de geslaagde invoering van ParkinsonNet, dat zorgverleners en patiënten verbindt via internet. Inmiddels is er een landelijk netwerk van 65 regio’s. ‘Je moet een punt aan de horizon hebben. Maar begin met kleine stapjes’, adviseert Bloem. ‘Dat houdt het beheersbaar en geeft vertrouwen. Houd echter wel de vaart er in’, voegt hij er aan toe. En wijzend naar zijn snelle schoenen: ‘Bij innovaties moet je hard doorlopen.’ Cruciaal is om vanuit het perspectief van de klant te denken. ‘Er is veel verspilling in het onderzoek omdat researchers niet gedreven zijn door de wensen van de patiënt. Ze verzuimen dat te vragen. Onze inzet is daarom om patiënten mede de researchagenda te laten bepalen. Bloem constateert nog een weeffout. Onderzoekers moeten niet automatisch verantwoordelijk zijn voor het implementatieproces, meent hij. ‘Dat zit nu wel ingebakken in bijvoorbeeld de ZonMw-subsidies. Maar veel onderzoekers willen veel liever nieuwe vondsten doen. Ze moeten dus het estafettestokje overdragen. Je hebt daarom een dating site nodig die onderzoekers aan implementators koppelt. Health Valley speelt bij dit verbindingswerk een hele belangrijke rol, en evenzo de afdeling Valorisatie binnen het UMC.’ Tot slot: op heel veel plaatsen in Nederland wachten innovaties op bredere invoering. ‘Natuurlijk moeten we doorgaan met innoveren. Maar laten we ook energie stoppen in de implementatie van wat er is, en niet alleen in paniek achter nieuwe vondsten aanjagen.’
Pecha Kucha’s En dan waaiert het publiek uit over de zalen en wandelgangen van de Vereeniging, waar duidelijk wordt dat er inderdaad veel fraais in het verschiet ligt. In diverse parallelsessies vertellen bedrijven en onderzoekers over hun producten en vondsten. Zo verhaalt UMCradioloog Dennis Bosboom over de robot die de afdeling Radiologie samen met de TU Twente heeft ontwikkeld om biopten uit de prostaat te nemen bij verdenking van prostaatkanker. ‘Dat doen we op geleide van MRI. Op deze manier kunnen we snel en nauwkeurig verdacht weefsel uit de prostaat wegnemen. De gebruikelijke
handmatige methode met behulp van echo is belastender en de kans dat het kankerweefsel wordt gemist is veel groter. Het komt voor dat mannen tientallen malen vruchteloos in de prostaat geprikt worden. Dat is met onze nieuwe techniek uitgesloten.’ In de middag staan Pecha Kucha’s geprogrammeerd, waarin kort en krachtig uiteenlopende wetenschappelijke ontwikkelingen worden gepresenteerd. Terwijl Health Valley gedomineerd wordt door mannen, houden hier de seksen elkaar mooi in balans; van de twaalf praatjes zijn er zes door een vrouwelijke onderzoeker. Een van hen is universitair hoofddocent Maroeska Rovers, die haar verhaal de prikkelende titel “No more toys for boys” meegeeft. Ofwel, nieuwe snufjes moeten de patiënt ten dienste staan en geen hobby van de dokter zijn. Rovers leidt een omvangrijk UMC-programma dat erop gericht is behandeling én nabehandeling van oncologische ingrepen - een traject dat bijvoorbeeld bij borstkanker nu zes tot acht weken in beslag neemt terug te brengen tot slechts één dag. ‘Technisch gezien kan dat. Direct na de operatie wordt dan bestraald. Maar we willen weten of dit echt beter is voor de patiënt. Dat gaan we voor vier kankersoorten onderzoeken op speciale OK’s die we hier samen met de universiteiten van Twente en Eindhoven gaan inrichten.’
Vertragen Van heel andere aard is het “Expertise Centrum LATER”, dat in 2011 in het UMC is opgericht om de zorg voor de late effecten van kanker te verbeteren. ‘Er zijn inmiddels tienduizend mensen die als kind kanker hadden’, vertelt kinderoncoloog Jacqueline Loonen. Met LATER bundelen we de kennis over de late effecten, en zorgen we ook voor optimale (online) communicatie tussen patiënt en artsen, en ook tussen patiënten en de diverse specialisten onderling. We vormen nu één groot team.’ Innovaties versnellen? Dan is het verstandig eerst te vertragen, luidt de boodschap van Marielle Ouwens van IQ healthcare. De implementatie van zorginnovaties verloopt moeizaam omdat er te weinig aandacht is voor factoren die meespelen bij zo’n implementatie, betoogt ze. ‘Er moet aandacht zijn voor knelpunten, en daarop moeten gerichte verbeteracties volgen. Uiteindelijk zal dat de invoering versnellen.’ n
3
Een fietstocht van zes dagen aan de voet van de Kilimanjaro in Kenia. 350 kilometer over hete, zanderige Afrikaanse savannes, samen met 118 andere idealisten. Huisarts-in-opleiding Berthien BoodeMarkvoort gaat in oktober deze uitdaging samen met haar man aan om sponsorgeld binnen te halen voor Amref Flying doctors. Deze gezondheidsorganisatie in Afrika vliegt medische hulp naar afgelegen gebieden en zorgt voor voorlichting, opleiding en onderzoek. Sponsoren? Aanmelden kan via www.teamboode.nl of www.kenyaclassic.com.
Routenummers vinden Het Radboudterrein is erg groot. Wie snel een gebouw of routenummer zoekt, kan terecht op intranet: portal.umcn.nl/routenummers. Hier is een digitale plattegrond te vinden met alle routenummers van het Radboud. U kunt sorteren op routenummer of de naam van de afdeling die u zoekt.
ZonMw Doelmatigheidsonderzoek Onderzoekers kunnen hun projectvoorstellen aanmelden bij ZonMw voor het Doelmatigheidsonderzoek 2013. Er gaat een interne beoordelingsronde aan vooraf. De deadline is maandag 2 april, 12.00 uur. Indienen kan met behulp van het ZonMw formulier ‘Projectidee’ in 8-voud bij het NCEBPsecretariaat, route 148. Let op: het nieuwe programma is ten opzichte van voorgaande jaren aangepast. Meer informatie over de relevantiecriteria en het ‘Projectidee’ op www.zonmw.nl ➞ subsidies. U kunt zich hier ook aanmelden voor een informatiesessie op 26 maart.
Zorg en zorgeloos genieten Nijmegen heeft een rijke historie als het gaat om ziekenhuizen, verpleeginstellingen, medisch onderzoek en opleidingen. De stichting Nijmegen Blijft in Beeld toont op 16 april filmbeelden van patiënten en personeel van het UMC St Radboud, de St. Maartenskliniek en Kalorama in een jaarlijkse voorstelling in de Vereeniging. De stichting verzamelde in de loop der jaren beelden van patiënten, medische praktijken en zusters die vertellen over hun roeping.
in b e d r ijf
r a db o d e 5 - 2 0 1 2 Medewerkers voelen zich betrokken bij het verbeteren van de afvalscheiding. Hierdoor levert het UMC nu al een betere prestatie op het gebied van milieu en kostenbesparing. En dat past bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid die het UMC St Radboud hoog in het vaandel heeft staan. Bas geeft graag advies aan afdelingen over de verbetermogelijkheden van het afvalscheidingsproces. Ook verzorgt hij voorlichting aan de Preventiemedewerkers Arbo en Milieu. Belangstelling of vragen? Mail dan naar
[email protected].
Afval
Bas hard aan de slag “Hallo, ik ben Bas! De letters van mijn naam staan voor Bewust Afval Scheiden.” Begin dit jaar startte het Radboud een campagne over afvalscheiding. Het doel van de campagne is om alle medewerkers te motiveren hier bewuster mee om te gaan. Onderdeel van de campagne is het uitreiken van de maandelijkse Bas-taart voor een afdeling die hard werkt aan het scheiden van afval. Cateringmedewerkers van Logistiek & Services hebben uit handen van logistiek medewerker René van Houts de tweede Bas-taart gekregen, voor het in korte tijd flink verbeteren van de afvalscheiding. Eerder overhandigde Cathy van Beek de eerste Bas-taart aan afdeling Medische Oncologie. Het project Bas is één van de projecten die concreet invulling geeft aan duurzame bedrijfsvoering, speerpunt binnen Duurzame Zorg in het UMC. Vanaf de start van het project heeft Bas al veel werk verzet. Zo is de afvalstoffenregeling in KWINT vernieuwd en heeft een grootschalig afvalonderzoek plaatsgevonden. Bas heeft dertig afvalcontainers uitgeplozen om te zien wat daarin werd weggegooid. Deze en andere afvalmaatregelen staan in het nieuwe Afvalpreventieplan.
Leukemiesymposium
De kracht van schakels Kindergeneeskunde van het UMC St Radboud organiseert in samenwerking met het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) voor de vierde maal het symposium De kracht van schakels. Dit jaar staan kinderen met leukemie centraal. De ochtend bestaat uit plenaire sessies. In de middag kunnen deelnemers kiezen uit vijf workshops om hun kennis en vaardigheden te vergroten. Er is een apart programma voor medici. Hier presenteren specialisten de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van leukemie bij kinderen en zal prof.dr. Peter Hoogerbrugge het ALL11-protocol toelichten. Ook wordt de Student Stageprijs uitgereikt aan een van de getalenteerde studenten. De sprekers zijn afkomstig uit diverse disciplines, betrokken bij het kind met kanker. Het symposium is voor (para)medici, verpleegkundigen en pedagogisch medewerkers, werkzaam in de kinderoncologische zorgsetting. Ook andere belangstellenden zijn welkom op 12 april van 9.00 - 16.15 uur (inloop vanaf 8.30 uur). Locatie: Holthurnsche Hof, Zevenheuvelenweg 48A, 6571 CK Berg en Dal FvdB
De ultieme vorm van personalized medicine Het UMC St Radboud zet de komende tijd in op personalized medicine. Steeds meer mensen beginnen zich te realiseren dat een one-size-fits-all benadering in de geneeskunde vaak niet toereikend is. Om de kwaliteit en de doelmatigheid te verhogen, moet de zorg zich op veel meer specifieke kenmerken van de individuele patiënt toespitsen. Er zijn verschillende manieren om dat te bereiken. Eén daarvan is een n=1 trial. Daarbij krijgt de patiënt in willekeurige volgorde een (mogelijk) werkzame behandeling of een placebo. Zowel patiënt als behandelaar weten niet of een actieve behandeling wordt gegeven of een placebo. Na een aantal behandelingen moet duidelijk worden of er een verschil is, en of de patiënt merkbaar en aantoonbaar meer baat heeft bij actieve behandeling dan bij placebo.
Gea Drost van Neurologie en Gert Jan van der Wilt (Epidemiologie, Biostatistiek en HTA) kregen van ZonMw een subsidie om dit concept toe te passen bij patiënten met spierziekten. ‘Het is ideaal voor patiënten met zeldzame aandoeningen’, legt Drost uit. ‘Dan kun je niet een grootschalig, gerandomiseerd onderzoek opzetten. Daar zijn domweg niet genoeg patiënten voor. En toch wil je als behandelend arts en als patiënt weten of een middel werkt, zeker als er ook bijwerkingen kunnen optreden. Ook zorgverzekeraars en het College voor Zorgverzekeringen vragen om dergelijke informatie.’ Ze gaan het toepassen bij patiënten met een nietdystrofische myotonie. Dat is een zeldzame spierziekte, waarbij patiënten met name last hebben van ernstige spierstijfheid, maar ook van pijn en vermoeidheid. Dit heeft een forse impact op hun dagelijks leven. In het onderzoek wordt mexiletine vergeleken met placebo. Mexiletine is een middel dat de spieren minder prikkelbaar maakt. Drost: ‘De apotheek heeft ons geweldig geholpen met het aanmaken van de pillen. Het is natuurlijk belangrijk dat pillen met de werkzame stof niet te onderscheiden zijn van de placebo.’ Patiënten zijn enthousiast en gemotiveerd. ‘Het geeft direct duidelijkheid: ik weet in relatief korte tijd waar ik aan toe ben. Ik ben dus ook dubbel gemotiveerd hieraan mee te werken’, aldus één van de patiënten die mee zal doen aan het onderzoek. Drost: ‘Je zou kunnen zeggen dat het de ultieme vorm van personalized medicine is. Je bepaalt op deze manier of behandeling met mexiletine een meerwaarde heeft voor de individuele patiënt.’ Volgende maand wordt ermee gestart. ‘We verwachten dat we op deze manier patiënten optimaal kunnen behandelen, en dat we ook zorgverzekeraars van belangrijke informatie kunnen voorzien. Die kunnen op basis van de resultaten van het onderzoek beslissen of zij de kosten van de behandeling zullen vergoeden.’ n
Foto: Flip Franssen
4
HRM-info Uitbetaling declaraties PB van bedrijfsfitness bij USC in maart Voor sommige sporten bij het Universitair sportcentrum (USC) mag een belastingvrije vergoeding worden verstrekt. Vanaf juli 2011 heeft het USC nieuwe contractvormen. Uit het abonnement blijkt niet aan welke sporten je deelneemt. Daardoor kon de salarisadministratie de ingediende declaraties persoonlijk budget van bedrijfssport bij het USC niet (onbelast) uitbetalen. Dat is nu opgelost! Het USC geeft het UMC St Radboud nu de informatie die nodig is om de vergoeding te mogen uitkeren. Alle eerder ingediende declaraties met de nieuwe contractvorm worden in maart uitbetaald. Heb je gewacht met indienen van de declaratie, stuur die nu dan door. Overigens moet je net als bij andere declaraties vanuit je PB wel een factuur (of kopie contract) en betalingsbewijs bij het declaratieformulier inleveren. Bij deelname aan een van de volgende sporten bij het USC krijg je een belastingvrije vergoeding vanuit je PB: Aquabom, Body Workout, Bootcamp Workout, BOSU, Conditietraining en Spel, Dance Workout, Fitness, 50+ fitness, Game2move, Groepsfitness, 50+ gym, Kickfit, Krachttraining basis, Krachttraining sportspecifiek, Omgaan met nek- schouder- en rugklachten, Pilates, 50+ pilates, Power Workout, Spinning, 50+ spinning, Starten met sporten, Steps, Total Workout, Zumba.
ABP-premies per 1 april gewijzigd Het bestuur van ABP heeft besloten de tijdelijke herstelopslag op de pensioenpremie in 2012 en 2013 te verhogen. Deze gaat (van de huidige 1%) naar 3%. Net als veel andere pensioenfondsen moet het ABP de financiële positie verbeteren. De verhoging gaat per 1 april 2012 in. De voor de twee kalenderjaren benodigde stijging van de premie wordt over resterende 21 maanden van 2012 en 2013 verdeeld. De extra premie komt voor ongeveer 70% ten laste van de werkgever, voor ongeveer 30% voor rekening van de medewerker.
VIP Card nog tot 1 mei geldig Was je bij de start van het Vitaliteitsplaza in dienst, dan heb je een VIP Card ontvangen met een starttegoed. Over enkele maanden gaat het nieuwe Vitaliteitsplaza online, waar je digitaal je Persoonlijk Budget kunt besteden. Heb je nog (een deel van) je tegoed op de VIP Card, dan kun je tot 1 mei een keuze maken op de huidige site van het Vitaliteitsplaza. Stoelmassage kan helaas niet. Na 1 mei vervalt de VIP Card en dus ook het eventuele tegoed dat daar nog op staat. Overigens, regel je vóór 1 mei een besteding, die na die datum wordt uitgevoerd, dan is dat uiteraard geen probleem! HRM INFO is van Servicebedrijf, productgroep HRM
int e r vi e w
r a db o d e 5 - 2 0 1 2
Radboudkunst heeft museale waarde
Frank van de Schoor en Daan van Speybroeck leggen de laatste hand aan de tentoonstelling in Museum Het Valkhof.
Vorige week opende de tentoonstelling “The French Connection” in Museum Het Valkhof. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator UMC St Radboud & Radboud Universiteit, en Frank van de Schoor, conservator moderne kunst Museum Het Valkhof, over de museale waarde van de Radboudcollectie. Marten Dooper
Waarom nu deze tentoonstelling? Van Speybroeck: ‘De kunstcollectie van het UMC omvat meer dan tweeduizend werken. De meeste mensen komen in het ziekenhuis maar met een klein deel van de collectie in contact. Met mijn afscheid in het zicht - ik stop eind dit jaar na twaalf jaar als kunstcoördinator leek het me mooi om een deel van de collectie eens in één ruimte bij elkaar te brengen.’ Frank van de Schoor: ‘Van onze kant speelt daarbij mee dat het spannend is om na te gaan hoe deze werken overkomen in een museum. De collectie is tot stand gekomen met het ziekenhuis als de achtergrond waartegen ze te zien is. Dat geeft een andere dimensie aan de werken dan een museum. Zo’n gebruikerscollectie, zoals we dat in jargon noemen, is primair aangekocht ter verfraaiing, ter afleiding of, in het geval van een ziekenhuisomgeving, om troost te bieden. In een museum ligt de nadruk vooral op de kunsthistorische waarde van de werken. In onze ogen heeft een deel van de UMC-collectie zoveel museale waarde dat Museum Het Valkhof graag gastheer wil zijn voor de tentoonstelling.’ Vanwaar de titel ‘The French Connection’? Van Speybroeck: ‘Die verwijst naar het stempel dat Franse kunstenaars drukken op zowel de tentoonstelling als op de hele Radboudcollectie. Mijn Vlaamse achtergrond en het feit dat ik filosoof ben, hebben er aan bijgedragen dat ik wat betreft kunst nogal Frans
georiënteerd ben. Ik vind de Franse kunstenaars in het algemeen wat intellectueler dan hun Angelsaksische collega’s. Ga een gesprek aan met een Franse kunstenaar en binnen de kortste keren komen Camus en Sartre of de psychoanalyse ter sprake. Die intellectuele houding vind je terug in de Franse kunst. Je moet er vaak wat moeite voor doen. Zeker in een universitaire omgeving moet je de intellectuele kant van kunst niet schuwen.’ Van de Schoor: ‘Die Franse kant van de Radboudcollectie maakt de tentoonstelling voor ons ook extra interessant. Franse kunst is in de Nederlandse musea ondervertegenwoordigd.’ Hoe ziet u de relatie tussen kunst en de medische wereld? Van Speybroeck: ‘Een modern ziekenhuis doet in eerste instantie niet meer aan ziekte denken. Je wandelt als het ware een dorp binnen met winkeltjes en restaurants. Maar uiteindelijk zit de patiënt wel met ellende wegens ziekte. Kunst kan dan troost bieden, maar ook een klankbord zijn bij vragen rondom ziekte. Of prikkelen om onszelf hierover te bevragen. Hoe gaan we om met ziekte en gezondheid? Hoe stellen we ons op tegenover de medische wereld?’ Kunt u daar een concreet voorbeeld van geven? Van Speybroeck: ‘Neem het werk Vrouwen en kinderen eerst op het poliplein van Vrouw en Kind. Dit werk heeft de Franse kunstenaar Alain Séchas in opdracht van het UMC gemaakt. Ik zie hierin een vrouw die zich met haar gesloten ogen hoog boven alles verheven voelt. Niets of niemand kan haar deren. Haar hondje laat echter
5
Foto: Flip Franssen
zijn tanden zien. Het kind neemt met grote verwonderde ogen de omgeving in zich op. Wat gebeurt hier allemaal? Wat is hier allemaal mogelijk? De zich schrap zettende hond maant het kind tot voorzichtigheid. Je hoeft dit er natuurlijk niet in te zien. Het is, zo blijkt uit de praktijk, vooral een mooi kunstwerk dat zowel volwassenen als kinderen erg aanspreekt. Maar kunst kan ook commentaar leveren op de ontwikkelingen in de medische wetenschap. Vincent Corpet heeft een aantal schilderijen gemaakt met als thema ‘het verbrokkeld lichaam’. In deze werken koppelt hij losse lichaamsdelen op een willekeurige manier aan elkaar. Je kunt dit zien als een commentaar op de zich steeds verder subspecialiserende geneeskunde. De patiënt bestaat uit losse onderdelen met voor ieder onderdeel een andere arts. Hoe ver kunnen we daarbij gaan?’ Zijn er grenzen aan de kunst die u kunt tonen in een ziekenhuis? Van Speybroeck: ‘Anders dan bij een bezoek aan een museum, kiezen mensen er niet bewust voor deze collectie te zien. Je moet dus oppassen. Het kunstwerk Het Geval, door Piet Hein Eek vervaardigd uit afgedankte obductietafels, is bijvoorbeeld hoogstwaarschijnlijk te confronterend voor het brede publiek in het ziekenhuis. Maar op de afdeling Pathologie kan het wel. Daar mag je verwachten dat met deze dimensies professioneel wordt omgegaan.’ Moet en kan een gezondheidsinstelling anno 2012 nog geld besteden aan kunst? Van Speybroeck: ‘De Commissie Beeldende Kunst weet nog niet of ik volgend jaar een opvolger krijg en wat diens budget zal zijn. Ik merk in ieder geval bij de huidige Raad van Bestuur wel veel belangstelling en waardering voor het werk van de commissie.’ n De tentoonstelling “The French Connection”- kunstcollectie UMC St Radboud in Museum Het Valkhof is tot 22 juli op vertoon van de UMC-personeelsbadge gratis te bezichtigen in Museum Het Valkhof.
r eportage
Nieuw in Nijmegen: stereotactisch
Sinds mei 2011 kunnen inoperabele patiënten met een primaire longtumor in het UMC St Radboud behandeld worden met stereotactische radiotherapie. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de modernste scan- en bestralingstechnieken. Een groot voordeel van deze aanpak: er zijn nauwelijks bijwerkingen. ‘Na de bestraling ga ik lekker een eindje wandelen.’
Radiotherapeutisch laboranten Stefan Mulders en Leontien Abbenhuis zorgen ervoor dat de groene “lijntjes” van het best van de heer Bongarts.
Femke van den Berg
Maandagmorgen, 9.20 uur. De heer Gerrit Bongarts (77) uit Boxmeer zit samen met zijn vrouw en dochter in de wachtkamer van de afdeling Radiotherapie. Hij oogt ontspannen. En dat is hij ook, vertelt hij even later. ‘Vandaag word ik voor de derde keer bestraald. De twee vorige keren deed de behandeling geen centje pijn. Je moet wel ruim een half uur heel rustig blijven liggen met je armen omhoog. Maar daar sla ik me wel
doorheen. Dus ja, ik ben tamelijk positief gestemd.’ Hoe anders voelde hij zich afgelopen januari. Toen kreeg hij, volkomen onverwacht, het bericht dat hij een longtumor had. ‘Ik was in het ziekenhuis van Boxmeer voor een CT-scan, omdat ik kort daarvoor een herseninfarct had gehad’, vertelt hij. ‘Bij toeval werd toen ontdekt dat ik een vlekje op de longen had. Dat was een fikse tegenvaller! Zeker toen duidelijk werd dat het om een kwaadaardige tumor ging. Ik werd doorverwezen naar het Radboud voor nader onderzoek. Gelukkig bleek dat er geen uitzaaiingen waren in de lymfeklieren.’
4 D - C T- s c a n Omdat de heer Bongarts net was geholpen aan een verstopping in zijn halsslagader, was het niet verantwoord om de tumor chirurgisch te verwijderen. Daarom werd er gekozen voor een intensieve bestralingsbehandeling: stereotactische radiotherapie. En dus gaat de heer Bongarts om 9.35 uur met ontbloot bovenlijf de bestralingsruimte in, waar hij plaatsneemt op de bestralingstafel. Radiotherapeutisch laboranten Stefan Mulders en Leontien Abbenhuis controleren of hij goed ligt. Een dag of tien eerder is de juiste plaats van behandeling namelijk al exact bepaald tijdens een simulatie met behulp van een CT-scan. De heer Bongarts heeft toen op de bestralingstafel gelegen met een speciale band om zijn buik. ‘Tijdens het ademhalen beweegt de long. Met een 4D-CT-scan konden we precies vastleggen hoe de tumor van de heer Bongarts bewoog met de ademhaling’, legt radiotherapeutisch laborant Mieke van Rooij uit. ‘Op de huid van meneer Bongarts hebben we tijdens de simulatie met speciale inkt lijnen aangegeven, zodat hij bij elke behandeling weer in de juiste positie kan gaan liggen.’
Hoge dosis
Op afstand kijken de laboranten op het beeldscherm van hun computer mee of de behandeling goed verloopt.
6
Vandaag is het de taak van Mulders en Abbenhuis om ervoor te zorgen dat de groene “laserlijntjes” van het bestralingstoestel precies gelijk lopen met de inktlijnen op de huid. Het “in de juiste positie brengen” van de patiënt luistert nauw, omdat er bij stereotactische radiotherapie in korte tijd een hele hoge dosis straling wordt gegeven. Het is essentieel dat de bestraling de juiste plek raakt: de tumor en niet de omliggende gezonde weefsels. De radiotherapeutisch laboranten maken daarom nogmaals een CT-scan om te checken of de heer Bongarts goed ligt. Vervolgens verplaatsen zij de bestralingstafel een klein beetje, zodat het bestralingsveld precies over de tumor ligt. ‘Als de afwijking groter is dan twee millimeter moeten we corrigeren’, licht van Rooij toe. Na de verplaatsing maken de laboranten opnieuw een scan. Nu blijkt dat de heer Bongarts perfect ligt en kan de bestraling daadwerkelijk van start gaan. Deze duurt maar een paar minuten. De gantry, het bestralingstoestel, beweegt in een boog rondom de heer Bongarts. Hij blijft heel kalm liggen;
r a db o d e 0 5 - 2 0 1 2
ctische radiotherapie
Prima alternatief voor opereren Dankzij nieuwe technieken kunnen patiënten met een inoperabele longtumor nu ook behandeld worden in het UMC St Radboud. ‘Het is geweldig dat we nu deze curatieve optie kunnen bieden’, vindt radiotherapeut-oncoloog dr. Pètra Braam. De standaardbehandeling voor patiënten met een primaire longtumor stadium I (een niet-kleincellige longtumor die niet is uitgezaaid) is chirurgie. ‘Maar voor sommige patiënten is dat niet de beste optie’, zegt Braam. ‘Het gaat veelal om patiënten van ouder dan zeventig, die een verhoogd operatierisico hebben door bijvoorbeeld comorbiditeit: het tegelijkertijd voorkomen van meerdere aandoeningen. Als je hen opereert, is het risico op blijvende invaliditeit of overlijden soms te groot. Voor deze patiënten is stereotactische radiotherapie een goed alternatief.’
V MA T
tralingstoestel precies aansluiten op de inktlijntjes op de huid Foto’s: Frank Muller
het is niet nodig hem via de intercom gerust te stellen. Op afstand kijken de laboranten op het beeldscherm van hun computer hoe de hele behandeling verloopt. Welk gebiedje wordt er bestraald en hoe vergaat het de patiënt? Na afloop van de behandeling maken ze tot besluit nogmaals een controlescan. En dan mag de heer Bongarts zich weer aankleden. Rond 10.10 uur voegt hij zich weer opgewekt bij zijn familieleden. ‘Nou, dat ging prima’, vindt hij. ‘Laten we maar naar huis gaan. Dan kan ik vanmiddag nog even eropuit; het is zulk mooi wandelweer.’ Later in dezelfde week wordt de heer Bongarts nog tweemaal voor bestralingen in het ziekenhuis verwacht. Daarna zit de behandeling erop. In totaal is hij dan vijf keer bestraald. De behandeling is succesvol als de tumor is vernietigd of inactief gemaakt.
Tot voor kort moesten patiënten voor stereotactische radiotherapie naar een ander ziekenhuis. Sinds het voorjaar van 2011 kunnen ze in het Radboud terecht. ‘De behandeling is op zich niet nieuw. Maar de manier waarop we deze in Nijmegen uitvoeren- met een 4D-CTscan en VMAT-bestraling - is dat wel’, zegt Braam. ‘Dankzij de 4D-CT-scan kunnen we het bewegen van de tumor met de ademhaling nauwkeurig vaststellen. En de computergestuurde VMAT-techniek, waarbij de bestraling wordt uitgevoerd middels intensiteitsgestuurde rotatiebestralingen, maakt het mogelijk om de tumor vanuit verschillende richtingen heel gericht te raken. Deze twee technieken zorgen ervoor dat we per keer meer straling kunnen geven, zodat er minder behandelingen nodig zijn dan bij conventionele radiotherapie: drie tot acht in plaats van dertig. Bij stereotactische radiotherapie is het aantal bestralingen vooral afhankelijk van de plaats van de tumor. Ligt deze dichtbij andere kwetsbare organen, dan kan er minder straling ineens worden gegeven en zijn iets meer behandelingen noodzakelijk.’
Na drie jaar is bij 85-90 procent van de patiënten de tumor niet teruggekomen op dezelfde plaats. En de overlevingskan s is net zo hoog als bij een chirurgische ingreep: na drie jaar leeft nog 60-70 procent van de patiënten.
Hecht team Het team dat de behandeling uitvoert, bestaat uit: arts, fysicus, planningslaborant en radiotherapeutisch laboranten. Het eerste consult heeft de patiënt bij de radiotherapeut-oncoloog die de anamnese doet, de procedure uitlegt en het aantal bestralingen bepaalt. De tweede keer komt de patiënt voor de 4D-CT-scan. Vervolgens wordt het bestralingsplan, waarin wordt vastgelegd vanuit welke kanten de bestraling moet komen, opgesteld door het team. Tijdens de bestralingen zijn arts, fysicus en minimaal drie radiotherapeutisch laboranten aanwezig. Twee van hen volgen het proces op de computer (samen met de fysicus), eentje ondersteunt de patiënt. ‘We hebben elkaar als teamleden echt nodig’, aldus Braam.
Breder toepassen? In de periode van mei 2011 tot en met februari 2012 zijn er veertig stereotactische bestralingen uitgevoerd door het team. Per jaar verwacht de afdeling Radiotherapie zo’n zestig behandelingen uit te voeren, maar Braam hoopt dat de behandeling op termijn voor meer mensen beschikbaar komt. ‘Op dit moment zetten we deze nog niet in voor mensen met een tumor dichtbij de bronchus. Samen met enkele andere ziekenhuizen in Europa willen we echter onderzoeken of het mogelijk is om ook deze patiënten stereotactische radiotherapie te geven. Eind 2012 wordt duidelijk of dat onderzoek doorgaat.’ n
Opluchting De heer Kees Marcelis (82) heeft de behandeling inmiddels achter de rug. Tussen 16 augustus en 2 september 2011 werd hij acht keer bestraald. Minder vaak ging niet, vanwege de ligging van de tumor bij kwetsbare organen. Terugblikkend vindt hij dat de behandeling meeviel: ‘Het was intensief, maar niet pijnlijk’, zegt hij. ‘We werden ook goed begeleid door de artsen en verpleegkundigen. Wel ben ik sinds de bestralingen eerder moe dan voorheen. Het heeft mijn lichaam waarschijnlijk veel energie gekost.’ Radiotherapeut-oncoloog dr. Pètra Braam: ‘Stereotactische radiotherapie kent weinig bijwerkingen, maar sommige patiënten hebben inderdaad last van vermoeidheid. Ook kriebelhoest, kortademigheid of een pijnlijke rib komen voor.’ Na een succesvolle behandeling blijven patiënten nog vijf jaar onder controle van de longarts en de radiotherapeut-oncoloog. Dan wordt gecontroleerd of de tumor niet terugkomt, of er nog bijwerkingen van de bestraling zijn opgetreden en of er geen uitzaaiingen zijn ontstaan in de lymfeklieren of elders in de longen. De heer Marcelis: ‘Op de longfoto die in januari 2012 is gemaakt, zagen de artsen bij mij slechts wat littekenweefsel. Wat een opluchting! ’s Avonds hebben we met de kinderen een lekker borreltje genomen om het goede nieuws te vieren!’ n
Mieke van Rooij en Pètra Braam: ‘We zijn blij dat patiënten nu ook in het Radboud terechtkunnen voor stereotactische radiotherapie.’
7
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Kantoorruimte Snelliusstraat 6 Nijmegen te huur per 1 mei
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Te huur representatieve kantoorruimte (45m2) met zeer ruime parkeergelegenheid. Vlakbij Universiteit en Radboud Ziekenhuis en dichtbij in- en uitvalswegen van Nijmegen. Mooi gelegen in het groen en voorzien van alle moderne faciliteiten.
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
Taal- en communicatietrainingen • • • •
Engels: Cambridge-cursussen Dagcursussen NT2 Social Dutch for international students Workshops Social Media
Informatie: 024-3501050 Prijs: e 425,00 exclusief gas, water enz.
Start vanaf 4 april o.a. acne- en oedeemtherapie
Duurzaam ontharen
Voor professionals in de gezondheidszorg, welzijn, onderwijs en management Het Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bieden de postacademische opleiding tot mindfulnesstrainer aan.
Drs. Flip Kolthoff, psychiater, meditatieinstructeur en leraar boeddhisme
alle erkende methodes; elos, diodelaser, IPL, elektrisch
Kijk voor meer informatie over deze of andere trainingen op onze website. e:
[email protected] t: (024) 361 21 59
Een 2-jarige postacademische opleiding tot mindfulnesstrainer
Hoofddocenten: Prof. dr. Anne Speckens, psychiater en supervisor cognitieve gedragstherapie
Huidtherapie
In’to Summer School (NIEUW) Intensieve zomercursussen Engels, Frans, Italiaans of Spaans Van 20 t/m 31 augustus
Mindfulness
Anti-Aging behandelingen
Ton Backus, trainer en coach, opgeleid in boeddhistische psychotherapie
oudere huid, rimpels, verkleuringen met o.a. fractional laser en eMatrix,.
Microdermabrasie, peeling
Nicole Schoonbrood, supervisor, trainer en coach
onregelmatigheden als comedonen, (acne)littekens, vergrote poriën
Lichaamsbehandelingen
Ervaring met mindfulness en/of meditatie in een relevante andere traditie is een vereiste. Verder strekt ervaring met cognitieve gedragstherapie en met groepen tot aanbeveling.
cellulite, slappe huid, vetophopingen o.a; VelaShape, LipoMassage, LPG
PRAKTIJK VOOR HUIDBEHANDELINGEN
Kijk op www.mediderm.nl of bel 0318 505065 voor een gratis consult Hoogwaardige huidbehandelingen en huidtherapie. Nijmegen - Arnhem - Ede - Veenendaal
maakt deel uit van de radboud universiteit nijmegen
Te Koop:
Nadere informatie: www.radboudcentrumvoormindfulness.nl T: 024 – 36 68 456 E: R.vanStuyvenberg-Monfi
[email protected]
Berg en Dal | Nijmegen (024) 684 2000 www.goldentulipvalmonte.nl
Te Velp - bij Arnhem met makkelijke aansluiting op de N785 - direct aan de
Wij hebben het gouden Greenkey keurmerk!
bosrand - Beekhuizense Bossen - gelegen goed onderhouden vrijstaande villa (bouwjaar 1936) met mooi aangelegde tuin, grondoppervlak 523 m2. Apart staande Hobby/Werkruimte met veel mogelijkheden. Foto’s etc. op www.toplocaties.nl, adres Beekhuizenseweg 35, 6881 AC Velp.
il! n. p 19 apr parkere posium o & gratis m i y iF S e W s s s Grati ecretare ns het S aag tijde
n u gr
Vraagprijs Euro 749.000,-
oete Wij ontm
(actieve) vergaderingen | trainingen | congressen feesten | jubilea | lunches | diners | overnachtingen
Voor informatie kunt U contact opnemen met P.H. Mulder, tel. mobiel 06-53794722, tel. 026-3612022.
Veerdam 20 Lent Vraagprijs: € 695.000,- k.k. Op het mooiste plekje van Nijmegen, aan de Waal gelegen, uitstekend onderhouden hoekappartement met balkon en dakterras. Deze woning moet u van binnen gezien hebben. Inhoud ca. 350 m3, woonopp. 160 m2, 3 slaapkamers. Zaterdag 31 maart van 11.00-15.00 uur Open Huis
...door uw gift op giro 6640
Kolmeijer ERA Makelaars Nijmegen, 024-3609552 /
[email protected]
cliniclowns.nl
8
o nd e r z o e k
r a db o d e 5 - 2 0 1 2
wetenswaardig Posterprijs Tineke Meijer afdeling Radiotherapie Tineke Meijer, junioronderzoeker Radiotherapie, heeft op de International Conference on Translational Research in Radio-Oncology and Physics for Health in Europe 2012 in Geneve de posteraward gewonnen voor haar werk: “Differences in metabolism between adeno- and squamous cell nonsmall cell lung carcinomas according to GLUT1 and MCT4 expression”.
Foto: Marc van Teeffelen
Negatieve emoties bij jeuk
In de basisnorm zijn diverse kwaliteitsvoorwaarden vastgelegd, waaronder: de aanwezigheid van kundige begeleiding.
Kwaliteit praktijkonderwijs Drie afdelingen hebben onder leiding van de Radboud Zorgacademie geëxperimenteerd met een kwaliteitssysteem voor praktijkonderwijs. Het resultaat? Gedetailleerde inzichten in de kwaliteit van het praktijkonderwijs, veel enthousiasme en plannen op maat om het praktijkonderwijs verder te verbeteren.
Marten Dooper
Verpleegkundigen zullen in de toekomst schaars worden. Laat staan heel goede verpleegkundigen. ‘Goede ervaringen opgedaan tijdens de opleiding kunnen voor verpleegkundigen reden zijn om te kiezen voor een baan bij het UMC St Radboud’, stelt Nina Aalfs, senioropleider bij de Radboud Zorgacademie. ‘Boeien en binden, noemen we dat ook wel. Daarvoor is het nodig dat afdelingen goede condities scheppen voor hun praktijkonderwijs. Studenten moeten niet alleen opgeleid worden tot hoogwaardige verpleegkundigen, dit moet ook gebeuren binnen een leeromgeving die boeit en uitdaagt.’
Basisnorm Maar wat zijn precies goede condities voor praktijkonderwijs? En hoe weet je (of meet je) wat de kwaliteit is van het praktijkonderwijs van een afdeling? ‘Om hierin inzicht te krijgen, hebben we afgelopen jaar de pilot “Excellent praktijkonderwijs” uitgevoerd’, vertelt Aalfs. ‘Drie verpleegafdelingen deden mee: Neurologie, Maag-, Darm- en Leverziekten en Hoofd, Hals, Huid. Met deze afdelingen hebben we een kwaliteitssysteem voor het praktijkonderwijs ontwikkeld en getest.’ De vertegenwoordigers van de betrokken afdelingen hebben samen met de onderwijsinstellingen (HAN, Roc Nijmegen) en de Radboud Zorgacademie een basisnorm geformuleerd, waaraan het praktijkonderwijs moet voldoen. Aalfs: ‘Dat is nog nergens eerder gedaan. In de basisnorm zijn onder andere voorwaarden vastgelegd als de aanwezigheid van kundige begeleiding, voldoende leermogelijkheden en een veilig leerklimaat.’
Sterke en zwakke punten Vervolgens zijn op de drie afdelingen sessies gehouden waarbij opleiders, werkbegeleiders, seniorverpleegkundigen én studenten de kwaliteit van het praktijkonderwijs op de afdeling samen bespraken. ‘Studenten konden zelf aangeven wat zij goed vonden aan het
praktijkonderwijs en op welke punten zij nog ruimte zagen voor verbetering of uitbreiding. Dat leverde afdelingen inzicht in zowel hun sterke als zwakke punten ten aanzien van het praktijkonderwijs.’ ‘De studenten waren zeer gemotiveerd om mee te doen aan deze sessies’, is de ervaring van seniorverpleegkundige Inge Arts. Zij was vanuit Neurologie (multiprofessionele opleidingsafdeling N10) betrokken bij de pilot. ‘Ze brachten ook interessante verbeterpunten naar voren, zoals meer aandacht voor de digitale werkomgeving, meer aandacht voor verschillen in leerstijlen en voor situationeel begeleiden.’
Unieke enquête Na deze sessies konden de afdelingen het kwaliteitsonderzoek verder op maat maken. Aalfs: ‘Zij kozen welke aspecten van het praktijkonderwijs zij nader wilden onderzoeken. Bijvoorbeeld de begeleiding of juist de leer- en informatieomgeving. Hiervoor konden ze specifieke enquêtevragen kiezen uit een “itembank”. Samen met vragen over de basisnorm leverde dat per afdeling een unieke enquête op, die door alle betrokkenen op de afdeling digitaal werd ingevuld. De Radboud Zorgacademie heeft de ingevulde enquêtes vervolgens verwerkt tot een rapport. Op basis daarvan kozen de afdelingen zelf met welke onderwerpen zij concreet aan de slag wilden gaan om het praktijkonderwijs verder te verbeteren.’ ‘Het was best nog lastig de keuze daarbij beperkt te houden’, vertelt Ilse Schutte, seniorverpleegkundige bij Hoofd, Hals, Huid. ‘Je hebt neiging alle punten tegelijk aan te pakken. Echter, door te kiezen voor een beperkt aantal doelen, lukt het beter stapje voor stapje concrete verbeteringen door te voeren.’
Enthousiasme De manier van werken bij dit kwaliteitssysteem levert, naast gedetailleerd inzicht en concrete verbeterpunten, ook veel enthousiasme op. Schutte: ‘Het project wordt door de afdeling gedragen; opleiders, werkbegeleiders, seniorverpleegkundigen en studenten voelen zich samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de actiepunten die zijn vastgesteld.’ Arts: ‘Je ziet in het rapport precies wat er goed gaat en wat er nog beter kan. Dat maakt dat het werken aan de kwaliteit van het praktijkonderwijs meteen te vertalen is naar de dagelijkse praktijk.’ Schutte: ‘Bijvoorbeeld een verzoek van studenten om ook feedback te geven op zaken die zij goed doen.’ In april verzorgen de Radboud Zorgacademie en de drie pilotafdelingen een themabijeenkomst over het kwaliteitssysteem. ‘Dat moet de opmaat vormen voor het ziekenhuisbreed uitrollen van dit systeem, zodat we overal kunnen werken aan excellent praktijkonderwijs’, stelt Aalfs. n
9
Onderzoek van Antoinette van Laarhoven laat zien dat psychofysiologische factoren van invloed kunnen zijn op de jeuk die iemand ervaart. Er zijn aanwijzingen dat de verwerking van jeuksignalen in het lichaam anders is bij mensen met chronische jeukklachten dan bij mensen zonder jeukklachten. Daarnaast blijkt dat negatieve verwachtingen, aandacht voor lichamelijke sensaties en negatieve emoties een rol spelen bij de gevoeligheid voor jeuk(prikkels). Science agenda, www.umcn.nl (ingang Research), 30 maart.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie Anna Sanecka-Duin, vrijdag 23 maart om 10.30 uur. Titel: Titel proefschrift: The role of DC-stamp and its interacting partners LUMAN and OS9 in dendritic cell immunobiology, STAMPing the way to Golgi • Promotie drs. Karlien Coene, dinsdag 27 maart om 10.30 uur. Titel: Molecular mechanisms of cilium dysfunction • Promotie drs. Jochem Verstappen, donderdag 29 maart om 10.30 uur. Titel: Bone marrowderived cells in oral and dermal wound healing • Promotie drs. Antoinette van Laarhoven, vrijdag 30 maart om 10.30 uur. Titel: Itch and pain: common and distinct psychophysiological factors • Promotie drs. Mark van den Boogaard, maandag 2 april om 10.30 uur. Titel: Delirium intensive care patients; detection, impact, prediction, prevention and biomarkers • Promotie ir. Daan Waanders, dinsdag 3 april om 15.30 uur. Titel: Micro and macro level damage mechanics of the cement-bone interface in total hip arthroplasty • Promotie drs. Theo Plantinga, woensdag 4 april om 13.30 uur. Titel: Modulation of inflammation by genetic variation in innate immunity • Promotie X. Chen, woensdag 4 april om 15.30 uur. Titel: The effectiveness of a one-time sealant application of different materials in Chinese children • Promotie drs. Lori Cron, donderdag 5 april om 10.30 uur. Titel: Streptococcus pneumoniae: novel aspects of molecular pathogenesis, immune protection and diagnosis • Promotie drs. Sascha Vermeer, donderdag 5 april om 13.30 uur. Titel: Clinical and genetic characterisation of autosomal recessive cerebellar ataxias • Promotie drs. Lieke Gerrits, donderdag 5 april om 15.30 uur. Titel: DMPK E and Lats2 in the cell division cycle: study of two AGC kinases * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2. Meer informatie: www. umcn.nl, Research, Science Agenda.
m e ns e n
r a db o d e 5 - 2 0 1 2
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar
[email protected], separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Jacques Driessen
Op 1 april is Jacques Driessen hier 25 jaar in dienst. Na zijn studie geneeskunde in Leuven (1967-1974) en zijn specialisatie tot anesthesioloog kwam hij in 1979 als jong staflid naar Nijmegen. Hij promoveerde in 1985. Even daarna vertrok hij met zijn gezin naar Vlaanderen om in 1995 definitief terug te komen. Hij is zich in toenemende mate gaan inzetten voor de kinderanesthesiologie. Onder zijn inspirerende leiding, inmiddels als universitair hoofddocent, is de kinderanesthesiologie in ons ziekenhuis volwassen geworden. Wij als kinderanesthesiologen waarderen het enorm dat we bij lastige klussen van zijn expertise gebruik mogen en kunnen maken. Ook buiten ons UMC St Radboud is Jacques een actief betrokken en gewaardeerd collega. Als afdeling danken wij hem voor zijn inzet. Namens de afdeling Anesthesiologie, Pijn- en Palliatieve Geneeskunde, Prof.dr. Gert Jan Scheffer en mw.drs. Sandra Lako
Uitstekende resultaten bij heupoperaties in UMC St Radboud Het UMC St Radboud heeft nooit zogenoemde sportprotheses of metaal-op-metaal heupprotheses geplaatst. Patiënten maken zich ongerust over de ophef die onlangs rond deze protheses is ontstaan. Slijppartikels Bij sportprotheses en metaal-op-metaal heupprotheses komen slijppartikels vrij in de vorm van metaaldeeltjes, waaronder kobalt en chroom. Die kunnen zwellingen en ontstekingen rondom de geopereerde heup veroorzaken. Daardoor ontstaan opnieuw klachten in de heupregio. Kobalt en chroom kunnen in het lichaam ook
Annemarie van Diepen-Hovingh
Sinds 1987 is Annemarie van DiepenHovingh hier werkzaam. Annemarie is als analist gestart op het laboratorium Obstetrie en Gynaecologie, en via het laboratorium Endocrinologie & Voortplanting en het CKCL is zij in maart 2010 bij ons terechtgekomen: het laboratorium farmaceutische analyse van de Apotheek. In de nog relatief korte tijd dat ik met Annemarie samenwerk, heb ik haar leren kennen als een betrokken collega met een positieve instelling, met wie het zeer prettig samenwerken is. Namens de hele afdeling wil ik Annemarie feliciteren met haar 25 jarig jubileum en haar nog fijne jaren binnen onze afdeling toewensen. Marion Dekker, Operationeel Manager Apotheek
Op woensdag 7 maart is onze collega René van der Venne geheel plotseling overleden. Hij was pas 54 jaar oud. René werkte sinds 1985 op ons Orthopaedic Research Laboratorium (afdeling Orthopedie) en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de internationale status van ons lab. Hij was de spil van het lab op het gebied van computersimulaties en beeldverwerking. Hij blonk uit in het vervaardigen van gebruikersvriendelijke software met zeer geavanceerde algoritmes. Voor een twintigtal onderzoekers die in de loop van de jaren zijn gepromoveerd was zijn inbreng onmisbaar. Wij zullen zijn heldere, analytische geest en collegialiteit enorm missen en wensen zijn familie veel sterkte om dit plotselinge verlies te verwerken. Namens alle collega’s van de afdeling orthopedie, prof. dr. A. van Kampen en prof. dr. Pieter Buma
Jonge mensen Het UMC St Radboud behandelt vooral jonge mensen die een kunstheup nodig hebben. Omdat zij nog een lang leven voor zich hebben, is het voor hen van groot belang dat de nieuwe heup ook op termijn geen complicaties geeft. Daarom doet het Radboud al jarenlang vervolgonderzoek bij de patiënten met een nieuwe heup. Daaruit blijkt dat bij deze groep negen van de tien patiënten zelfs na tien jaar en langer nog klachtenvrij zijn.
Expertisecentrum Ook behandelt het UMC St Radboud patiënten van alle leeftijden, die klachten hebben over hun huidige heupprothese, zoals ontstekingen en pijn. Zij worden door andere ziekenhuizen doorverwezen, omdat het Radboud expertisecentrum is voor patiënten, die opnieuw een heupoperatie moeten ondergaan. Ook deze patiënten blijven na de hersteloperatie in het Radboud jarenlang klachtenvrij.
Botsnippers Het Radboud gebruikt bij heupoperaties een speciale techniek, waarbij gebruikt wordt gemaakt van snippers van overtollig bot van de patiënt zelf, of van donorbot. Dit wordt in de heupkom van de patiënt aangebracht, voordat de kom van de prothese in het bekken wordt geplaatst. Aangetoond is, dat dit verdere slijtage van de heup voorkomt en het bot van de ontvanger aanzet tot nieuwe groei. Deze werkwijze vraagt extra operatietijd en expertise van de orthopedisch chirurg. Ook het revalidatieproces vergt wat meer tijd en aandacht. Daar staat een duidelijke meerwaarde op de lange termijn tegenover. n
In memoriam I r. R e n é v a n d e r V e n n e
andere klachten veroorzaken. Deze protheses zijn in het Radboud nooit gebruikt.
Foto: Frank Muller
Grote subsidie voor de ontwikkeling van darmplakband Onderzoekers van het UMC St Radboud hebben met enkele partners anderhalf miljoen subsidie ontvangen voor de ontwikkeling van een ‘darmpleister’. Het gaat om een kleefkrachtige, oplosbare tape die het aantal ernstige darmlekkages sterk moet reduceren. Naadlekkage is een gevreesde complicatie bij darmoperaties. De darmuiteinden blijven na het hechten niet goed aan elkaar zitten, waardoor de darminhoud naar buiten vloeit. In de buik kunnen dan ernstige, soms levensbedreigende infecties ontstaan. Harry van Goor, chirurg op de afdeling Heelkunde van het UMC St Radboud: ‘Wanneer zo’n naadlekkage optreedt vindt vrijwel altijd een spoedoperatie plaats. Meestal wordt dan ook een stoma aangelegd en helaas zijn sommige stoma’s blijvend.’
Nijpend probleem De kans op een naadlekkage is deels afhankelijk van de plaats waar de operatie heeft plaatsgevonden. Van Goor: ‘Bij operaties aan de endeldarm is het risico het grootst. Van deze patiënten krijgt een op de tien een naadlekkage. Dat is een groot probleem in de chirurgie en als arts wil je dat risico het liefst zo klein mogelijk maken. Bovendien speelt ook nog mee dat de symptomen van een naadlekkage niet altijd meteen goed te herkennen zijn. Dat maakt het probleem alleen maar nijpender.’ De oorzaak van een naadlekkage is niet altijd duidelijk, maar er zijn wel een aantal factoren aan te wijzen die zeker meespelen. Van Goor: ‘Meestal gebruiken we nietjes of hechtingen om darmnaden te dichten. Soms
10
doen we een ‘fietsbandproef’ om te zien of de naad waterdicht is. Maar ook zo’n proef geeft geen honderd procent zekerheid voor de dagen erna, want darmen bewegen voortdurend waardoor er steeds wisselende krachten op de gehechte wond komen te staan. Dat kan leiden tot zo’n hoge puntbelasting op de hechtplaatsen, dat de darmen daar inscheuren. Met de huidige technieken is dat dus niet altijd te voorkomen.’
Krachtige darmklever Van Goor kent de problematiek van binnenuit. Over mogelijke oplossingen denkt hij regelmatig na met mensen uit het bedrijfsleven, zoals apotheker Johan Bender. Zo’n combinatie leidt vaak tot onverwachte invalshoeken. Van Goor: ‘Op een gegeven moment kwamen we terecht in de bouwwereld. Daar wordt een polymeer gebruikt dat keramiek extra stevig aan elkaar plakt. Deze polymeer staat aan de basis van het plakband dat we nu ontwikkelen. Met dit nieuwe plakband willen we het aantal naadlekkages fors terugdringen omdat het sterk kleeft, goed afdicht, flexibel blijft en ook gemakkelijk is toe te passen.’ De chirurgische tape die aan deze hoge eisen moet gaan voldoen, wordt ontwikkeld in het project General Adhesive Tissue Tape (GATT). Van Goor: ‘Het eerste gepatenteerde prototype zag er zo veelbelovend uit, dat het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de provincie Gelderland en de landelijke overheid de verdere ontwikkeling tot een concreet product met ruim anderhalf miljoen euro ondersteunen. Het UMC St Radboud investeert met enkele participerende bedrijven eenzelfde bedrag. In 2015 moet er een sterk, afbreekbaar, betaalbaar plakband beschikbaar komen waarmee chirurgen de kans op naadlekkages en hersteloperaties aanzienlijk kunnen terugdringen.’ n
r a db o d e 5 - 2 0 1 2
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van senior verpleegkundige Gerda Dekker.
‘Ongeveer 25 jaar geleden lag op onze afdeling een patiënt die directeur was van een bedrijf. Na de operatie was hij erg druk met zijn werk. Hij zat constant te bellen met medewerkers, met bedrijven in binnen- en buitenland. Hij gaf orders. Zijn collega’s liepen af en aan.’s Middags kwamen ze met flessen wijn en zalm. Als ik binnenkwam en hij zat te bellen dan joeg hij me de kamer uit met een afwerend gebaar. De verzorging en het oefenprogramma kwamen in het gedrang en veel verpleegkundigen konden er moeilijk mee omgaan. We hadden ook andere patiënten te verzorgen en waren niet zomaar à la minute beschikbaar. Dat verwachtte hij wel. Hij knipte met zijn vingers en floot om ons op te trommelen. Op een dag zei ik: het valt me op dat u veel met uw werk bezig bent. Dat is belangrijk voor u. Misschien komt deze operatie u helemaal niet goed uit. Wellicht kunnen we hier rekening mee houden in ons behandelplan. “Dat gaat jou niks aan”, zei hij, “waar bemoei jij je mee.” Bedden verschonen, het oefenprogramma: hij had gewoon geen tijd voor die flauwekul, zei hij. Zelfs het wassen, was hem teveel. Collega’s vroegen of ik hem wilde verzorgen, omdat ik meer geduld had, zeiden ze. Ik vond het goed en ging opnieuw het gesprek aan. Ik zie dat u uzelf tekort doet, zei ik. Een oefenschema behoedt u voor latere bewegingsbeperkingen. U hebt het erg druk. Het lijkt me goed om samen een oplossing te vinden. Dan kunt u uw werk kunt doen en wij het onze. Hij werd kwáád. Waar ik de arrogantie vandaan haalde om op die manier met hem te spreken. Ik was nog maar een snotneus en had nog nooit iets meegemaakt. Dat raakte mij. Behalve dat ik in de privésfeer heftige ervaringen achter de rug had, was het zo kwetsend en respectloos. Hij wilde per se de professor spreken die uiteindelijk met hem een programma opstelde.
‘Ik was nog maar een snotneus’
Foto: Flip Franssen
Bizar
Evert van Leeuwen: 'Ethici zijn wel afgeschilderd als lastige lieden die de wetenschap in haar ontwikkeling wilden beknotten.'
Technologie: meer dan één gezicht Innovatie is een toverwoord in het huidige maatschappelijke bestel. Vernieuwing door het gebruik van wetenschappelijke kennis en technologie zou mensen beter kunnen maken die nu nog verstoken zijn van een goede behandeling. Maar dat is geen vanzelfsprekendheid. Bovendien roept innovatie ook nieuwe vragen op. Moet je moderne stamceltechnieken bijvoorbeeld ook inzetten om de menselijke levensduur te verlengen?
HET BETOOG
Ik hoorde ’s middags via een collega dat hij zijn excuus wilde aanbieden. Voor het eerst zei ik: dat komt mij niet uit, mijn dienst zit erop. De volgende dag boodt hij zijn excuus aan en gaf hij mij een envelop. Daar zit een mooi kaartje in, dacht ik. Ik maakte de envelop open, normaal doe je dat niet, maar het leek me leuk het kaartje te lezen waar hij bij was. Tot mijn grote verbazing zat daar duizend gulden in. Mijn mond viel open. Ik gaf hem terug en zei: ik mag niets aannemen van patiënten, maar u moet ook niet denken dat u mij op deze manier voor het karretje kunt spannen. Het gemak waarmee hij die duizend gulden gaf, vond ik ontluisterend. Bizar. Er zat geen greintje gevoel bij dat excuus. Het liefst had ik die envelop verscheurd. Ik bleef hem verzorgen. We hadden een afstandelijke zakelijke relatie, dat ging tegen mijn beroepsgevoel in. Toen ik de opleiding begon, vroegen ze mij: wie wil je zijn als verpleegkundige? Ik zei: ik wil met elke patiënt kunnen communiceren: of het nu anderstaligen zijn, blinden, doven of mensen die in coma liggen, met iedereen! Met deze patiënt was er geen contact. Dat was akelig, maar hij wilde het zo.’
Op het eerste gezicht zijn technologieën niet meer dan hulpmiddelen om een doel te bereiken. De uitvinding van het wiel en het vuur hebben de mensheid veel baat gebracht. Schrijven, bouwen, vervoer en slapen zijn ondenkbaar zonder hulpmiddelen als een pen, een hamer, een kar of een bed. Op het tweede gezicht hebben ook die eenvoudige hulpmiddelen al een verder reikende betekenis voor het menselijk bestaan. Dorpen en steden, de opslag van gegevens en verhalen, ritme van dag en nacht zijn mogelijk gemaakt door de uitvinding van die hulpmiddelen. Behalve het bereiken van het directe doel realiseren hulpmiddelen nieuwe samenlevings- en gedragsvormen. Zij hebben met andere woorden ook een waarde op het vlak van de omgang met elkaar. De moderne technologie die met de computer en de televisie zijn intrede deed, levert nog een derde gezichtspunt op. Die technologie organiseert het gebruik op zo’n wijze dat mensen zich daarnaar gaan voegen. Zij creëren zelf waarden die door mensen in het gebruik nader moeten worden uitgewerkt. De bekendste voorbeelden daarvan zijn het internet en de mobiele telefoon. Zij hebben de samenleving de afgelopen decennia ingrijpend veranderd voor jong en oud. Zonder dat daarom werd gevraagd, zonder dat daarvoor een hulpvraag of een doel bekend was. Maar ook zonder dat iemand besefte welke veranderingen facebook, twitter en dergelijke teweeg zouden brengen.
Nelleke Dinnissen
Ethiek en technologie Lange tijd is volgehouden dat ethiek en technologie los van elkaar staan. Ethici zijn wel afgeschilderd als lastige
11
lieden die de wetenschap in haar ontwikkeling wilden beknotten. Nu is het echter tijd om daarin verandering te brengen. Al vroeg in de ontwikkeling van technologieën kan worden gestudeerd op de mogelijke gevolgen die de uitvoering kan hebben voor de samenleving en de waarden die daarin centraal staan. Bijvoorbeeld wanneer nieuwe diagnostische methoden of behandelingen voor het eerst op patiënten worden getest. Ethiek en technologische ontwikkeling vergen kortom integratie. Daarbij levert de ethiek geen dogma’s van een ideale samenleving aan, of visies over hoe de wereld aan de technologische ontwikkelingen zal bezwijken. Het gaat om concrete debatten waarin de ontwikkelingen van meer dan één kant worden belicht.
Twee voorbeelden Neem het onderzoek met genetische technologie en dat met stamcellen. Dat kan naast de bescherming tegen ziekten ook op andere terreinen worden ontwikkeld. Eén daarvan heeft te maken met het verlengen van de menselijke levensduur. In de afgelopen eeuw is die levensduur al fors toegenomen door allerlei sociale veranderingen. Door technologie in te zetten, kan de gemiddelde levensduur wellicht verder omhoog. Is dat een wenselijke ontwikkeling waarbij geen vragen hoeven of kunnen worden gesteld? Een tweede voorbeeld betreft de mens zoals wij die nu kennen. Met zijn beperkingen als vandalisme, gebruik van genotsmiddelen, geweldadigheden en ongetemde emoties. Moeten wij niet streven naar een volgende stap. Naar een transhumane samenleving waarin de mens geïntegreerd wordt met de technologische mogelijkheden die in de komende jaren worden ontwikkeld? Door met kunstmatige verbeteringen de huidige problemen van het mensdom het hoofd te bieden? Binnen de beweging van het transhumanisme wordt daarover uitgebreid gediscussieerd.
Conclusie De mogelijkheden die de technologie in de biomedische wetenschap biedt zijn talrijk en complex. De ontwikkeling daarvan vereist integrale discussie van de ethische dimensie die de uitvoering kent. Dat kan niet langer worden overgelaten aan zogenaamde trendwatchers en mediaprogramma’s. Evert van Leeuwen, hoogleraar medische ethiek Van Leeuwen organiseert samen met Simone van der Burg de cursus Humane genetica en medische technologie.
a ct u e e l
r a db o d e 5 - 2 0 1 2
Broedplaats voor nieuwe ideeën Op 2 april vindt de tweede editie van TEDxMaastricht plaats, een bijzondere conferentie over de toekomst van gezondheid en zorg. Zorgprofessionals komen hier bijeen om waardevolle ideeën te delen. Vorig jaar mochten de winnaars van een Radbode-prijsvraag over de toekomst van de zorg naar TEDx. Hoe hebben zij het evenement beleefd? En wat zijn de verwachtingen van de bezoekers dit jaar? Radbode vroeg het een aantal medewerkers. M a r j a n W a ss e n a a r Erik Aarntzen, internist-in-opleiding ‘Door de filmpjes op www.ted.com verwachtte ik van een spektakel: niet zomaar bevlogen presentaties rondom een “hip” thema. Mijn verwachtingen zijn ver overtroffen. Niet eerder heb ik zoveel enthousiasme en staande ovaties meegemaakt. Belangrijker nog, eenmaal thuis kon ik me alle presentaties haarfijn herinneren. De kernboodschappen van de voordrachten komen nog wekelijks bovendrijven: het belang van vertrouwen en eensgezindheid, opgeven is geen optie, grote veranderingen beginnen klein. Nog steeds geeft de gedachte aan TEDxMaastricht mij enorm veel energie om mijn professionele en
Judith van Kol, IC-verpleegkundige kinderen ‘Al mijn verwachtingen werden waargemaakt. Sprekers vertelden hun verhaal op meeslepende wijze. Geïnspireerd keerde ik terug. Ik zag kansen, ideeën borrelden op en plannen werden gemaakt. De realiteit blijkt echter weerbarstig. Als verpleegkundige heb je niet altijd voldoende invloed om beleidszaken te veranderen. Maar ik heb wel mijn eigen gedrag veranderd. Zo benader ik kind en ouders nu meer als partners in zorg. De kinderintensive care heeft, na dertien jaar discussie, de “aanbelregel” voor ouders afgeschaft. Zeer klantvriendelijk. Dan is er nog de ontwikkeling van de communicatieapp, bedoeld voor IC-patiënten die soms tijdelijk niet kunnen praten, bijvoorbeeld door een tracheacanule. Dat is de droom waarmee ik vorig jaar de prijs won. Die lijkt werkelijkheid te worden.’
persoonlijke doelen ook echt te gaan halen, keuzes te maken en nooit op te geven.’ Esther Meijer-van den Bergh, klinisch psycholoog ‘Vorig jaar kwam ik heel gemotiveerd terug, dankzij inspirerende, geëngageerde sprekers, prikkelende ideeën en out-of-the-box denken. Ik hield aan TEDx ook concrete plannen over, bijvoorbeeld het inzetten van social media in het onderwijs. Maar bovenal kwam ik terug met het gevoel dat je werd meegenomen in een beweging om de zorg van binnenuit te veranderen en de patiënt een centrale rol te geven. TEDx gaf zo ook een boost aan de ontwikkeling van “Mijn Radboud Thuis”, dat ik samen met collega’s in de kinderoncologie aan het implementeren ben. Als je de kans krijgt: maak het mee!’
David de Louw, bedrijfsleider FarmacologieToxicologie en Cognitieve Neuroscience ‘In 2011 heb ik de overstap gemaakt naar het Radboud omdat ik me nadrukkelijker met de zorg wilde bezighouden. Hervorming in de zorg is noodzakelijk. Samen kunnen we nieuwe manieren van werken vinden, die leiden tot betere kwaliteit van zorg, empowerment van patiënten, fijne werkplekken én doelmatiger gebruik van middelen. Dit vraagt om inbreng en creativiteit van allerlei disciplines. Dankzij een zorginhoudelijke/ bedrijfskundige achtergrond en ervaring met leidinggeven aan veranderprocessen denk ik hieraan een steentje te kunnen bijdragen. TEDxMaastricht is voor mij een unieke broedplaats waar ik in één dag een geweldige variëteit aan inspirerende ideeën krijg voorgeschoteld. Ik hoop dat ik er ideeën tref die we in het Radboud kunnen gebruiken. Ik ben er overigens trots op dat dr. Judith Homberg van de afdeling Cognitive Neuroscience een van de sprekers is. Ik kijk uit naar haar verhaal.’
Take a seat in het personeelsrestaurant Wie op 2 april niet in de gelegenheid is om naar Maastricht te gaan, kan op elk gewenst moment het evenement volgen via beeldschermen in het personeelsrestaurant. Speciaal voor die dag is er een live verbinding met TEDxMaastricht, zodat medewerkers, al dan niet samen met collega’s, de TEDtalks mee kunnen beleven. Laat je inspireren!
ethiek
interessant filosofisch begrip. De praktische relevantie ervan drong niet tot ons door. Intussen ben ik wijzer geworden. Deze omslag heeft te maken met de wortels van de medische ethiek. Ik vraag studenten wel eens welke van de vier gangbare gezond-
Patiëntveiligheid Toen ik in de jaren zeventig van de vorige eeuw geneeskunde studeerde, kregen wij niets te horen over kwaliteit van zorg en veiligheid. Ik had echter niet het gevoel dat ik iets miste in de opleiding. Deze ‘zorgeloosheid’ beschouw ik, achteraf gezien, als een gevolg van twee factoren. Dat medische zorg veilig moest zijn leek me zo vanzelfsprekend, dat daaraan niet expliciet aandacht hoefde te worden besteed. Bovendien had ik als medisch student geen enkel benul van wat er allemaal fout kan gaan in de zorg. We lazen wel over Ivan Illich’s opvattingen over klinische iatrogenese, maar dat was vooral een
heidsethische principes - te weten: goed doen, niet schaden, respect voor de autonomie en rechtvaardigheid - zij het belangrijkst vinden. Ik ben zelf geneigd te kiezen voor ‘goed doen’. Als je ‘niet schaden’ voorop zou stellen, kun je beter geen dokter worden. Door de
12
Simon Kasper, coassistent ‘Mijn verwachtingen van TEDxMaastricht 2012 zijn hooggespannen! Ik denk er vooral veel persoonlijke drive te zien. Dat mensen spreken over wat ze na aan het hart ligt, motiveert om daadwerkelijk iets te doen. Ik hoop naar huis te gaan met voorbeelden van en inspiratie voor praktijkvoering. Maar ik hoop ook te horen over innovaties die zorgen voor een goede beleving van het ziekenhuis – door patiënten en bezoekers. Idealiter krijg ik ideeën voor hoe ik zelf een bijdrage kan leveren. Het liefst al de komende maanden, tijdens mijn coschappen. Daarin denk ik met mijn enthousiasme voor Compassion4care en mijn ervaring als studentbestuurder overigens wel een gedegen bijdrage te kunnen leveren. Met deze achtergrond hoop ik ook op boeiende gesprekken in de pauzes van TEDxMaastricht!’ Lisette Baltussen, verpleegkundig specialist hartfalen ‘Ik hoop inspiratie op te doen over hoe patiënten nóg meer te betrekken, zodat we de term “partners in de zorg” werkelijk gestalte kunnen geven. Wij vinden het belangrijk dat patiënten op onze hartfalenpoli grip krijgen op hun ernstige chronische aandoening. Deze uitdaging willen we samen met de patiënt aangaan. We leren patiënten over: ziektebeeld, therapietrouw, signaleren van ontregelingen én tijdig inschakelen van hulp. We helpen hen zelf verantwoording te nemen en afwegingen te maken over verschillende behandelopties: ze vinden informatie in onze digitale poli en hebben toegang tot hun EPD. Met een digitale medicijnkaart stimuleren we veilig medicatiegebruik. Via een patiëntendagboek met thuismonitoring bewaken we patiënten op afstand. We organiseren nu met patiënten een workshop waaruit twee doelen voor 2012 komen die leiden tot nog betere zorg.’ n
huidige aandacht voor patiëntveiligheid heb ik echter meer oog gekregen voor de keerzijde van het Hippocratische ‘goed doen’, te weten niet schaden. ‘Patient safety is the foundation of good patient care’, zo begint Charles Vincent de tweede editie van zijn boek The Essentials of Patient Safety (2010). Hij vervolgt: ‘When a member of your family goes into hospital or receives other healthcare then above all you want them to be safe … in an environment of care and trust.’ Dit is precies wat ik in mijn studietijd vanzelfsprekend vond. Maar dat iets vanzelfsprekend is, betekent niet dat er geen aandacht aan hoeft te worden besteed. Patiëntveiligheid, door Vincent omschreven als ‘the avoidance, prevention and amelioration of harm from healthcare’, heeft Hippocratische wortels. ‘Patient safety first’ is gewoon een moderne vertaling van ‘primum non nocere.’ Deze overweging hielp me het enorme belang van onderzoek naar patiëntveiligheid in te zien. Wim Dekkers