Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stepping Stones 1 vmbo kgt Stonesvertalingen
Vierde editie Noordhoff Uitgevers, Groningen
auteurs Paul van Dijk Annette Lether Myriam Meinsma Nico Postma Judith van Ringen Thea Zwarteveen
© Noordhoff Uitgevers bv
eindredactie Hans Mes
1
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 1 Stone 1 Zo stel je jezelf en anderen voor Hello! I am Anita. Good morning. I'm Nick. Hello! My name is Laura. This is Mark. He is our friend. This is Mr Jones. He is my husband. This is Laura. She's my classmate. This is Mrs Jones. She's his aunt. These are Mr and Mrs Brown. They are my parents. These are Herman and Natasha. They are my brother and sister.
Hallo! Ik ben Anita. Goedemorgen. Ik ben Nick. Hallo! Mijn naam is Laura. Dit is Mark. Hij is onze vriend. Dit is meneer Jones. Hij is mijn man. Dit is Laura. Zij is mijn klasgenoot. Dit is mevrouw Jones. Zij is zijn tante. Dit zijn meneer en mevrouw Brown. Zij zijn mijn ouders. Dit zijn Herman en Natasha. Zij zijn mijn broer en zus.
Stone 2 Zo vertel je over jezelf en anderen I'm twelve years old. He's Dutch. We are from India. I live in Friesland. We come from the Netherlands. They live in London. Erica and Lindsay live in London. He lives in a town. She comes from a small village. I have nine cousins. Maria and Alex have four grandsons. She has a new car. My teacher has a great hobby.
Ik ben twaalf jaar oud. Hij is Nederlands. Wij komen uit India. Ik woon in Friesland. Wij komen uit Nederland. Zij wonen in Londen. Erica en Lindsay wonen in Londen. Hij woont in een stad. Zij komt uit een klein dorpje. Ik heb negen neven en nichten. Maria en Alex hebben vier kleinzonen. Zij heeft een nieuwe auto. Mijn leraar heeft een geweldige hobby.
Stone 3 Zo zeg je wat iemand leuk vindt I like playing games. We love reading books. Michael and Simone like chatting on the Internet. He likes music. Mrs O'Donnell loves watching films. I'm fond of singing. She's into baking cakes. We're interested in singing. My hobbies are horse riding and cooking.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik vind spelletjes spelen leuk. Wij houden van boeken lezen. Michael en Simone vinden chatten op het internet leuk. Hij houdt van muziek. Mevrouw O'Donnell houdt van films kijken. Ik ben dol op zingen. Zij is gek op cake bakken. Wij zijn geïnteresseerd in zingen. Mijn hobby's zijn paardrijden en koken.
2
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 4 Zo zeg je wat iemand niet leuk vindt I don't like sports. We hate doing the dishes. My parents don't like watching DVDs. Tom doesn't like playing the piano. She hates pets. I'm not fond of watching TV. She's not into reading comics. We're not interested in judo.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik houd niet van sport. Wij hebben een hekel aan afwassen. Mijn ouders vinden dvd's kijken niet leuk. Tom vindt pianospelen niet leuk. Zij heeft een hekel aan huisdieren. Ik ben niet dol op tv-kijken. Zij is niet gek op strips lezen. Wij zijn niet geïnteresseerd in judo.
3
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 2 Stone 5 Zo stel je vragen over dieren… en zo geef je antwoord Is a tiger dangerous? Yes, it is. Is a mouse terrifying? No, it isn't. Is your pet sweet? Yes, it is. Are sheep hairy? Yes, they are. Are they tame? No, they aren't. Can a snake bite you? Yes, it can. Can a shark eat you? No, it can't. Can you stroke it? Yes, you can. Can you stroke it? No, you can't. Can they live in water? No, they can't. Can horses lie down? Yes, they can.
Is een tijger gevaarlijk? Ja, dat is hij wel. Is een muis angstaanjagend? Nee, dat is hij niet. Is jouw huisdier lief? Ja, dat is hij wel. Zijn schapen harig? Ja, dat zijn ze wel. Zijn ze tam? Nee, dat zijn ze niet. Kan een slang je bijten? Ja, dat kan hij wel. Kan een haai je opeten? Nee, dat kan hij niet. Kun je hem aaien? Ja, dat kan je wel. Kun je hem aaien? Nee, dat kan je niet. Kunnen ze in water leven? Nee, dat kunnen ze niet. Kunnen paarden gaan liggen? Ja, dat kunnen ze wel.
Stone 6 Zo vertel je over dieren It is dangerous. My pet isn't sweet. A spider is scary. Guinea pigs are hairy. They aren't big. It has got wings. A bird hasn't got feathers. Cats have got whiskers. They haven't got claws. It lives in a zoo. The pony lives in a barn. They live outside. Sheep sleep on a farm. It eats leaves. A cow eats grass.
© Noordhoff Uitgevers bv
Hij is gevaarlijk. Mijn huisdier is niet lief. Een spin is eng. Cavia's zijn harig. Ze zijn niet groot. Hij heeft vleugels. Een vogel heeft geen veren. Katten hebben snorharen. Ze hebben geen klauwen. Hij leeft in een dierentuin. De pony leeft in een schuur. Zij leven buiten. Schapen slapen op een boerderij. Hij eet bladeren. Een koe eet gras.
4
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 7 Zo vertel je hoe dieren eruitzien Our cat is grey and white. Its fur isn't red. His skin is hairy. Her paw isn't brown. Her dog's tail is long. Boxer's front leg isn't short. My rabbit's eyes are big. Our cat's ears are small. A mouse's teeth are sharp. A mouse's teeth are clean. It has soft skin. My pet has wings.
Onze kat is grijs met wit. Zijn vacht is niet rood. Zijn huid is harig. Haar poot is niet bruin. De staart van haar hond is lang. De voorpoot van Boxer is niet kort. De ogen van mijn konijn zijn groot. De oren van onze kat zijn klein. De tanden van een muis zijn scherp. De tanden van een muis zijn schoon. Hij heeft een zachte huid. Mijn huisdier heeft vleugels.
Stone 8 Zo zeg je wat je ergens van vindt I'm for animal experiments. He’s against wearing fur. I think a goldfish is boring. I don't think dogs are smelly. I like elephants. Tarzan and Jane don't like monkeys. She doesn't like crocodiles. My dad hates sharks.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik ben voor dierproeven. Hij is tegen het dragen van bont. Ik vind een goudvis saai. Ik vind niet dat honden vies ruiken. Ik houd van olifanten. Tarzan en Jane houden niet van apen. Zij houdt niet van krokodillen. Mijn vader haat haaien.
5
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 3 Stone 9 Zo neem je de telefoon op Hello, Mel speaking. Hello, this is Susan.
Hallo, met Mel. Hallo, met Susan.
Zo begin je een telefoongesprek Hi, how are you? Hello? Hi Mel, it's me. Hello! Is that you, Mrs Forester? Yes, it is. Is Tom in? No, he's out at the moment. Can I speak to Tom, please? Yes, wait a minute.
Hoi, hoe is het met je? Hallo? Hoi Mel, met mij. Hallo! Bent u dat, mevrouw Forester? Ja, ik ben het. Is Tom thuis? Nee, hij is er op dit moment niet. Kan ik Tom spreken alstublieft? Ja, een ogenblik.
Zo sluit je een telefoongesprek af See you. See you later. Bye. Goodbye.
Doei, doeg, dag. Doei, doeg, dag. Doei, doeg, dag. Tot ziens.
Stone 10 Zo vraag je om verduidelijking Excuse me, who is this? Excuse me, who am I chatting to? Sorry, I don't understand. Sorry, I don't know what you mean. Sorry, I don't know what 'LOL' means. Can you spell it for me, please? Could you repeat that, please? Can you explain that to me, please? Could you say that again, please? Can you speak more slowly, please? What does this word mean? What is this in English? What is 'an egg' in Dutch?
© Noordhoff Uitgevers bv
Pardon, met wie spreek ik? Pardon, met wie spreek ik? Sorry, ik begrijp het niet. Het spijt me, ik weet niet wat je bedoelt. Sorry, ik weet niet wat 'LOL' betekent. Kunt u dat voor me spellen, alstublieft? Kunt u dat herhalen, alstublieft? Kunt u mij dat uitleggen, alstublieft? Kunt u dat nog een keer zeggen, alstublieft? Kunt u langzamer praten, alstublieft? Wat betekent dit woord? Hoe zeg je dit in het Engels? Wat is 'an egg' in het Nederlands?
6
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 11 Zo vraag je om persoonlijke informatie What is your first name? What is your surname? What is your address? What is your (mobile) phone number? What is your email address? What is your nationality? What is your date of birth? How old are you? Where do you live? Where were you born?
Wat is je voornaam? Wat is je achternaam? Wat is je adres? Wat is je (mobiele) telefoonnummer? Wat is je e-mailadres? Wat is je nationaliteit? Wat is je geboortedatum? Hoe oud ben je? Waar woon je? Waar ben je geboren?
Stone 12 Zo geef je persoonlijke informatie My first name is William. My surname is Slaney. My address is: 16 Hawkesworth Drive. My phone number is 0979 6243. My email address is:
[email protected]. I'm 13 years old. I'm British. I'm Dutch. I live in Manchester. I was born in Great Yarmouth.
© Noordhoff Uitgevers bv
Mijn voornaam is William. Mijn achternaam is Slaney. Mijn adres is: Hawkesworth Drive 16. Mijn telefoonnummer is 0979 6243. Mijn e-mailadres is:
[email protected]. Ik ben 13 jaar oud. Ik ben Engels. Ik ben Nederlands. Ik woon in Manchester. Ik ben geboren in Great Yarmouth.
7
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 4 Stone 13 Zo vraag je hoe iemand eruitziet ... Is Eric short? Is she attractive? Is she beautiful? Are you lovely? Are they heavy? Are you slim?
Is Eric klein? Is zij knap? Is zij mooi? Ben jij lief? Zijn zij zwaar? Ben jij slank?
... en zo zeg je hoe iemand eruitziet I am short. I am not strong. I am pretty. Alice is tall. He isn't good-looking. He isn't fat. We are beautiful. They aren't fat. I have got fair hair. John and Annie haven't got long legs. John and Annie have got braces. Alicia has got brown eyes. Jack hasn't got straight hair.
Ik ben klein. Ik ben niet sterk. Ik ben knap. Alice is lang. Hij is niet knap. Hij is niet dik. Wij zijn mooi. Zij zijn niet dik. Ik heb blond haar. John en Annie hebben geen lange benen. John en Annie hebben een beugel. Alicia heeft bruine ogen. Jack heeft geen steil haar.
Stone 14 Zo zeg je wat je ergens van vindt I think you look lovely. We don't think these shoes are ugly. I think you're right. Susan thinks the holidays are too long. He doesn't think she dresses well. Susan thinks school is boring. I agree with you. I don't agree with them. It's great. She is terrible. He looks wonderful. It's awful. She is cool. He looks all right.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik vind dat je er lief uitziet. Wij vinden deze schoenen niet lelijk. Ik denk dat je gelijk hebt. Susan vindt de vakantie te lang. Hij vindt niet dat ze zich goed kleedt. Susan vindt school saai. Ik ben het met je eens. Ik ben het niet met hen eens. Het is geweldig. Zij is verschrikkelijk. Hij ziet er prachtig uit. Het is verschrikkelijk. Zij is cool. Hij ziet er wel goed uit.
8
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 15 Zo stel je vragen over iemands leven Are you interested in James Bond? Is she good at sports? Are you a good dancer? Can Andy sing? Can they play the guitar? Do you go to a regular school? Does Lara like to practise? Do you live in a circus?
Ben jij geïnteresseerd in James Bond? Is zij goed in sport? Ben jij een goede danser? Kan Andy zingen? Kan hij gitaar spelen? Ga je naar een gewone school? Vindt Lara het leuk om te oefenen? Woon jij in een circus?
Stone 16 Zo vertel je over iemands leven I am interested in football. He is a good dancer. We are crazy about hockey. They are wonderful singers. I don't go to parties. Peter doesn't like to work hard. We don't live in a big house. I can play the saxophone. Ellie can't play the piano. They can practise every week.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik ben geïnteresseerd in voetbal. Hij is een goede danser. Wij zijn gek op hockey. Zij zijn geweldige zangers. Ik ga niet naar feestjes. Peter houdt niet van hard werken. Wij wonen niet in een groot huis. Ik kan saxofoon spelen. Ellie kan niet pianospelen. Zij kunnen iedere week oefenen.
9
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 5 Stone 17 Zo stel je vragen over het rooster … When do we have science? Where do you have history? When does he have geography? Where does Shira have biology? Who is our maths teacher? What is your next lesson? What time is the next break?
Wanneer hebben we scheikunde/natuurkunde? Waar heb jij geschiedenis? Wanneer heeft hij aardrijkskunde? Waar heeft Shira biologie? Wie is onze wiskundeleraar? Wat is jouw volgende les? Hoe laat is de volgende pauze?
… en zo reageer je I have English on Tuesdays. We have computing on Fridays. They have biology at eleven o'clock. We have maths in classroom ten. Patrick has PE in the gym. She has French in the school hall. Our class has geography in classroom ten. Our maths teacher is Mr Bracket. My next lesson is English. The next break is at twelve o'clock. Days of the week: Sunday, Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday, Saturday
Ik heb Engels op dinsdag. Wij hebben informatica op vrijdag. Zij hebben biologie om elf uur. Wij hebben wiskunde in klaslokaal tien. Patrick heeft gym in de gymzaal. Zij heeft Frans in de aula. Onze klas heeft aardrijkskunde in klaslokaal tien. Onze wiskundeleraar is meneer Bracket. Mijn volgende les is Engels. De volgende pauze is om twaalf uur. Dagen van de week: zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag
Stone 18 Zo vraag je of iemand iets heeft Have they got good marks for maths? Have you got all the right books? Have they got lunch money? Has Danny got a school diary? Has she got a new schoolbag? Do they have any friends at school? Do you have a pencil for me? Does he have a school uniform? Does Jenny have good report card marks?
Hebben zij goede cijfers voor wiskunde? Heb je alle juiste boeken? Hebben zij geld om te lunchen? Heeft Danny een schoolagenda? Heeft zij een nieuwe schooltas? Hebben zij vrienden op school? Heb jij een potlood voor mij? Heeft hij een schooluniform? Heeft Jenny goede rapportcijfers?
Zo zeg je dat iemand iets (niet) heeft I have got a school uniform. You haven't got a computer. We have lots of school supplies. Mike and Kyrian don't have bad marks for geography. Jeffrey has got good report card marks.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik heb een schooluniform. Jij hebt geen computer. Wij hebben veel schoolspullen. Mike en Kyrian hebben geen slechte cijfers voor aardrijkskunde. Jeffrey heeft goede rapportcijfers.
1 0
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
She hasn't got a great future. Jeffrey has a busy week. She doesn't have time to do homework.
Zij heeft geen beste toekomst. Jeffrey heeft een drukke week. Zij heeft geen tijd om haar huiswerk te doen.
Stone 19 Zo vraag je wat iets kost ... How How How How
much much much much
is this ruler? is that backpack? are these notebooks? are those markers?
Hoeveel Hoeveel Hoeveel Hoeveel
kost deze liniaal? kost die rugzak? kosten deze schriften? kosten die markeerstiften?
... en zo geef je antwoord This ruler is thirty-five pence (35p). That backpack is twenty-nine ninety-five (₤ 29.95). These notebooks are one pound sixty-nine (₤ 1.69). Those trainers are forty-nine ninety-five (₤ 49.95).
Deze liniaal kost vijfendertig cent. Die rugzak kost negenentwintig pond vijfennegentig. Deze schriften kosten één pond negenenzestig. Die sportschoenen kosten negenenveertig pond vijfennegentig.
one two three four five six seven eight nine ten eleven twelve thirteen fourteen fifteen sixteen seventeen eighteen nineteen twenty twenty-one twenty-two thirty-three forty-four fifty-five sixty-six seventy-seven eighty-eight ninety-nine one hundred
één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien elf twaalf dertien veertien vijftien zestien zeventien achttien negentien twintig eenentwintig tweeëntwintig drieëndertig vierenveertig vijfenvijftig zesenzestig zevenenzeventig achtentachtig negenennegentig honderd
© Noordhoff Uitgevers bv
1 1
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 20 Zo bestel je dingen I would like a bowl of cereal, please. We'd like two pizza slices, please. I would like a bar of chocolate, please. Can I have a bag of crisps, please? Could we have three glasses of orange juice, please? Can I have today's menu, please?
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik wil graag een schaaltje ontbijtgranen alstublieft. Wij willen graag twee pizzapunten alstublieft. Ik wil graag een reep chocola alstublieft. Mag ik een zak chips alstublieft? Mogen wij drie glazen sinaasappelsap alstublieft? Mag ik het dagmenu alstublieft?
1 2
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 6 Stone 21 Zo doe je een voorstel ... Let's go to a museum. Let's go to the swimming pool. Why don't we go to the cinema? Why don't we go to the zoo? Why don't we go to the disco? How about this? How about listening to some music? How about travelling by tube? How about doing something together? I would like to go shopping. Sue would love to buy new clothes. My classmates would like to go on a school trip.
Laten we naar een museum gaan. Laten we naar het zwembad gaan. Waarom gaan we niet naar de bioscoop? Waarom gaan we niet naar de dierentuin? Waarom gaan we niet naar de discotheek? Wat vind je hiervan? Wat zou je ervan vinden om naar wat muziek te luisteren? Wat zou je ervan vinden om met de metro te gaan? Wat zou je ervan vinden om iets samen te doen? Ik zou graag willen gaan winkelen. Sue zou heel graag nieuwe kleren willen kopen. Mijn klasgenoten zouden graag op schoolreisje willen gaan.
... en zo reageer je That's a wonderful idea! Let's go! It sounds wonderful. It sounds great to me. I don't want to do that. I don't want to go there. I don't think that's a good idea. I don't like your suggestion. I would like to do something else.
Dat is een geweldig idee! Laten we gaan! Het klinkt geweldig. Ik vind het geweldig klinken. Ik wil dat niet doen. Ik wil daar niet heengaan. Ik vind dat geen goed idee. Ik vind je voorstel niet leuk. Ik zou iets anders willen doen.
Stone 22 Zo zeg je wat je wel en niet moet doen Open the window, please. Tidy your room. Be careful! Please become a member. Keep away from the animals. Listen to me. Take litter home. Write these sentences in your notebook. Don't leave any rubbish. Don't feed the ponies. Don't smoke in the park. Don't disturb the animals. Don't write on the walls. Don't forget to call me.
© Noordhoff Uitgevers bv
Open het raam alsjeblieft. Ruim je kamer op. Wees voorzichtig! Word alsjeblieft lid. Blijf uit de buurt van de dieren. Luister naar me. Neem afval mee naar huis. Schrijf deze zinnen in je schrift. Laat geen afval achter. Voer de pony's niet. Rook niet in het park. Val de dieren niet lastig. Schrijf niet op de muren. Vergeet me niet te bellen.
1 3
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 23 Zo vraag je iemand de weg Excuse me, can you tell me the way to the city centre? Excuse me, how do I get to the railway station? Excuse me, where can I find Big Ben? Excuse me, is this the right way to the tourist information office? Excuse me, do you know where the cinema is? Excuse me, do you know where I can find Baker Street?
Pardon, kunt u mij zeggen hoe ik in het centrum van de stad kom? Pardon, hoe kom ik op het station? Pardon, waar kan ik de Big Ben vinden? Pardon, is dit de juiste weg naar het VVVkantoor? Pardon, weet u waar de bioscoop is? Pardon, weet u waar ik Baker Street kan vinden?
Stone 24 Zo wijs je iemand de weg Turn right at the station. Turn left into Park Lane. Turn right at the roundabout. Take the first street on your left. Take the third street on your right. Cross the bridge. Cross the railway. Go straight on. Walk straight ahead. Pass the church. Pass the red postbox. It's across the street. His office is on the left.
© Noordhoff Uitgevers bv
Sla rechtsaf bij het station. Sla linksaf Park Lane in. Sla rechtsaf bij de rotonde. Neem de eerste straat aan de linkerkant. Neem de derde straat aan de rechterkant. Steek de brug over. Steek het spoor over. Ga rechtdoor. Loop rechtdoor. Ga de kerk voorbij. Ga de rode brievenbus voorbij. Het is aan de andere kant van de weg. Zijn kantoor is aan de linkerkant.
1 4
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 7 Stone 25 Zo vraag je hoe iemand eruitziet What does he look like? What does she look like? What do they look like? Is Sam strong? Is Ellen nice? Are you cool? Are your parents trendy? Are you moody? Does he look angry? Does she look sad? Do they look tired? What is the teacher wearing? What is my aunt wearing? What are you wearing? What are your sisters wearing? Is Sam wearing trainers? Is Ellen wearing jeans? Are you wearing a clown suit? Is Ellen wearing special clothes?
Hoe ziet hij eruit? Hoe ziet zij eruit? Hoe zien zij eruit? Is Sam sterk? Is Ellen aardig? Ben jij cool? Zijn jouw ouders modieus? Ben jij chagrijnig? Ziet hij er boos uit? Ziet zij er verdrietig uit? Zien zij er moe uit? Wat heeft de leraar aan? Wat heeft mijn tante aan? Wat heb jij aan? Wat hebben jouw zussen aan? Draagt Sam sportschoenen? Draagt Ellen een spijkerbroek? Draag jij een clownspak? Draagt Ellen speciale kleding?
Stone 26 Zo zeg je hoe iemand eruitziet He looks angry. She looks afraid. You look strong. They look cool. Sam is strong. Ellen is serious. I am tired. You are well-dressed. Your parents are cool. You are fairly nice. I am wearing blue jeans. You are wearing sporty clothes. The athlete is wearing a football shirt. She is wearing a helmet. We are wearing tracksuits. Your sisters are wearing trainers.
© Noordhoff Uitgevers bv
Hij ziet er boos uit. Zij ziet er angstig uit. Jij ziet er sterk uit. Zij zien er gaaf uit. Sam is sterk. Ellen is serieus. Ik ben moe. Jij bent goed gekleed. Jouw ouders zijn gaaf. Jij bent best aardig. Ik draag een blauwe spijkerbroek. Jij draagt sportieve kleding. De sportman/sportvrouw draagt een voetbalshirt. Zij draagt een helm. Wij dragen trainingspakken. Jouw zussen hebben sportschoenen aan.
1 5
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 27 Zo vraag je wat iemand aan het doen is What What What What
is Hans doing? is Myriam doing? are you doing? are they doing?
Wat Wat Wat Wat
is Hans aan het doen? is Myriam aan het doen? ben jij aan het doen? zijn zij aan het doen?
Stone 28 Zo zeg je wat iemand aan het doen is I am climbing a rock. Ben is sliding down. Cathy is playing football. We are looking for a sponsor. You are organising a match. My mates are counting money.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik ben een rots aan het beklimmen. Ben is naar beneden aan het glijden. Cathy is aan het voetballen. Wij zijn op zoek naar een sponsor. Jij bent een wedstrijd aan het organiseren. Mijn kameraden zijn geld aan het tellen.
1 6
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Chapter 8 Stone 29 Zo stel je vragen over een held... en zo geef je kort antwoord Is David a superhero? Yes, he is. Is Daredevil strong? No, he isn't. Are Batman and Robin real people? Yes, they are. Are The Fantastic Four afraid of Lara Croft? No, they aren't. Can Catwoman fly? Yes, she can. Can Catwoman protect people? No, she can't. Can The Incredibles climb mountains? Yes, they can. Can The Incredibles save the world? No, they can't. Do superheroes have superpowers? Yes, they do. Do Martin and Jake own special cars? No, they don't. Does Batman live in a cave? Yes, he does. Does Batman live on a planet? No, he doesn't. Has The Red Bee got a secret identity? Yes, he has. Has The Red Bee got a sidekick? No, he hasn't. What does Robin look like? What does Spiderman think of using weapons? What are Wonder Woman's superpowers?
© Noordhoff Uitgevers bv
Is David een superheld? Ja, dat is hij wel. Is Daredevil sterk? Nee, dat is hij niet. Zijn Batman en Robin echte mensen? Ja, dat zijn ze wel. Zijn The Fantastic Four bang voor Lara Croft? Nee, dat zijn ze niet. Kan Catwoman vliegen? Ja, dat kan ze wel. Kan Catwoman mensen beschermen? Nee, dat kan ze niet. Kunnen The Incredibles bergen beklimmen? Ja, dat kunnen ze wel. Kunnen The Incredibles de wereld redden? Nee, dat kunnen ze niet. Hebben superhelden superkrachten? Ja, dat hebben ze wel. Hebben Martin en Jake bijzondere auto's? Nee, die hebben ze niet. Woont Batman in een grot? Ja, daar woont hij. Woont Batman op een planeet? Nee, daar woont hij niet. Heeft The Red Bee een geheime persoonlijkheid? Ja, dat heeft hij wel. Heeft The Red Bee een hulpje? Nee, die heeft hij niet. Hoe ziet Robin eruit? Hoe denkt Spiderman over het gebruik van wapens? Wat zijn de superkrachten van Wonder Woman?
1 7
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
Stone 30 Zo vertel je over een held Randy is very strong. Randy isn't clever. Eric and Joan can fight. Eric and Joan can't carry people to safety. Eric and Joan can run very fast. She has got a great costume. Mike hasn't got a sidekick. They have got superpowers. They haven't got real weapons. Marcia believes in a world of peace. Marcia doesn't believe everyone can be a hero. Marcia believes that superheroes exist. Marcia doesn't believe she can climb a mountain. They look like cartoon heroes. They don't look like great swimmers. She is my hero because she is an Olympic champion. John and Anthony are my heroes because they protect people.
Randy is erg sterk. Randy is niet slim. Eric en Joan kunnen vechten. Eric en Joan kunnen geen mensen in veiligheid brengen. Eric en Joan kunnen erg snel rennen. Zij heeft een prachtig kostuum. Mike heeft geen hulpje. Zij hebben superkrachten. Zij hebben geen echte wapens. Marcia gelooft in vrede op aarde. Marcia gelooft niet dat iedereen een held kan zijn. Marcia gelooft dat superhelden bestaan. Marcia gelooft niet dat ze een berg kan beklimmen. Zij zien eruit als striphelden. Zij zien er niet uit als geweldige zwemmers. Zij is mijn heldin omdat ze een Olympisch kampioene is. John en Anthony zijn mijn helden omdat ze mensen beschermen.
Stone 31 Zo zeg je hoe laat iets begint en eindigt The The The The
show starts at half past nine. film begins at a quarter past eight. show ends at eleven. film finishes in three minutes.
De De De De
voorstelling begint om half tien. film begint om kwart over acht. voorstelling is om elf uur afgelopen. film is over drie minuten afgelopen.
Stone 32 Zo geef je je mening I think it's a great idea. We don't think he's a real superhero. They think they look common. I don't think it is bad for our health. He thinks they can survive. She doesn't think they can save the world. He thinks she can trust strangers. Sean likes superhero costumes. Sean doesn't like climbing mountains. I like to fight. I don't like the way they look. He's against using violence. He's against killing spiders.
© Noordhoff Uitgevers bv
Ik vind het een geweldig idee. Wij denken niet dat hij een echte superheld is. Zij vinden dat ze er gewoon uitzien. Ik denk niet dat het slecht is voor onze gezondheid. Hij denkt dat zij kunnen overleven. Zij denkt niet dat ze de wereld kunnen redden. Hij denkt dat zij vreemden kan vertrouwen. Sean vindt superheldpakken leuk. Sean vindt bergbeklimmen niet leuk. Ik vind vechten leuk. Ik vind het niet leuk hoe ze eruitzien. Hij is tegen het gebruik van geweld. Hij is tegen het doden van spinnen.
1 8
Stepping Stones 4e editie, 1 vmbo kgt, Stonesvertalingen
They are for watching TV. They are for having a superhero party.
© Noordhoff Uitgevers bv
Zij zijn voor tv-kijken. Zij zijn voor het houden van een superheldenfeest.
1 9