Stepping Stones 2 (t) havo vwo
Docentenhandleiding
Derde editie Wolters-Noordhoff Groningen
Auteurs Nina Blom-Poldrugač Sicco Gjaltema Rob Groeneveld Natascha Sewnandan Sanne Wielenga
Stepping Stones 2 (t) havo vwo bestaat uit: 1 textbook = bronnenboek 2 workbook 2a (t) havo 3 workbook 2b (t) havo 4 workbook 2c (t) havo 5 workbook 2d (t) havo 6 workbook 2a havo vwo 7 workbook 2b havo vwo 8 workbook 2c havo vwo 9 workbook 2d havo vwo 10 uitwerkingenboek 11 leerling-cd 12 online leerlingenmateriaal: 2thv.steppingstones.wolters.nl 13 toetsen-cd-rom 14 online docentenmateriaal: www.steppingstones.wolters.nl
0 1 2 3 4 / 08 07 06 05 04 © 2004 Wolters-Noordhoff bv Groningen, The Netherlands Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigerlei vorm of op enige wijze, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b en 17 Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp. Voor het overnemen van één of enkele gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers of andere compilatiewerken dient men zich tot de uitgever te wenden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior written permission of the publisher. ISBN 90 01 74285 8
2
Inhoudsopgave 1 Algemene introductie 1.1 Inleiding 1.2 Didactisch concept 1.3 Onderdelen van de methode 1.4 Werkvormen 2 Hoe werkt Stepping Stones? 2.1 Sturing 2.2 Werken met Textbook en Workbook 2.3 Workplanner, Leerdoelen en Checks 2.4 Soorten opdrachten 2.5 Grammatica 2.6 Vocabulaire 2.7 Summar, Test Yourself en Toetsing 2.8 IT M@tters 2.9 Yellow Pages 2.10 Reading Matters 2.11 Talking Matters 3 Planning 3.1 Kerncurriculum 3.2 Kerndoelenoverzicht 3.3 Extra material 4 Didactische tips 4.1 Didactische tips 2 (t) havo 4.1.1 Chapter 1 (t) havo 4.1.2 Chapter 2 (t) havo 4.1.3 Chapter 3 (t) havo 4.1.4 Chapter 4 (t) havo 4.1.5 Chapter 5 (t) havo 4.1.6 Chapter 6 (t) havo 4.1.7 Chapter 7 (t) havo 4.1.8 Chapter 8 (t) havo 4.1.9 Chapter 9 (t) havo 4.2 Didactische tips 2 havo vwo 4.2.1 Chapter 1 havo vwo 4.2.2 Chapter 2 havo vwo 4.2.3 Chapter 3 havo vwo 4.2.4 Chapter 4 havo vwo 4.2.5 Chapter 5 havo vwo 4.2.6 Chapter 6 havo vwo 4.2.7 Chapter 7 havo vwo 4.2.8 Chapter 8 havo vwo 4.2.9 Chapter 9 havo vwo 5 Tapescripts 5.1 Chapter 1 5.2 Chapter 2 5.3 Chapter 3 5.4 Chapter 4 5.5 Chapter 5 5.6 Chapter 6 5.7 Chapter 7 5.8 Chapter 8 5.9 Chapter 9 5.10 Chapter 10
4 4 5 8 12 19 19 19 19 19 20 20 21 21 22 22 23 24 24 24 24 25 25 25 29 33 37 41 44 47 50 53 57 58 61 65 69 72 75 79 82 86 89 89 93 97 100 102 107 110 113 117 120
3
1. Algemene introductie 1.1. Inleiding Stepping Stones is een methode Engels bestemd voor de onderbouw havo en vwo en de onder- en bovenbouw vmbo. De methode traint alle kerndoelen en eindtermen zoals die zijn geformuleerd in het kerndoelen programma voor de basisvorming en het examenprogramma vmbo voor de moderne vreemde talen. Deze herziene editie beoogt: • u als docent zoveel mogelijk te ondersteunen bij uw lesgevende en begeleidende taak • zoveel mogelijk maatwerk te leveren voor iedere doelgroep • tools aan te reiken om het zelfstandig werken nog beter mogelijk te maken • uw leerlingen handvatten aan te reiken om de (eind)doelen te bereiken • uw leerlingen op inspirerende wijze voor te bereiden op de Tweede Fase of het eindexamen vmbo. In deze derde editie van Stepping Stones zijn de ontwikkelingen in het onderwijs en uw wensen vertaald naar een aantrekkelijke en actuele versie, waar u weer jaren met plezier mee kunt werken. Het basisconcept van Stepping Stones blijft gehandhaafd, gezien de hoge mate van tevredenheid met de methode. Dit basisconcept bestaat uit: • een communicatieve, leerlinggerichte aanpak • een thematische opzet (elk hoofdstuk heeft een hoofdthema) • het trainen van alle vaardigheden in elk hoofdstuk • een gebalanceerde verdeling van de kerndoelen en eindtermen Wat is er nieuw? • de lees- en luisterteksten zijn grotendeels nieuw. • de ICT-component is volledig geïntegreerd. • de boeken zijn beter afgestemd op de gangbare verdeling van lesuren (u krijgt het boek uit). • er wordt meer maatwerk geleverd doordat de boeken in meer niveaus zijn opgesplitst: per leerjaar 3 tekstboeken en 5 werkboeken. • tips, samenvatting, diagnostische toets, Yellow Pages enz. zijn allemaal handvatten om het zelfstandig werken te bevorderen. • de toetsen: de lees- en luisterteksten, alle toetsopdrachten voor idioom, grammatica, Stones, spreektoetsen via speech cards, lezen en luisteren, de keys, tapescripts en voorbeeldselecties zijn allemaal verzameld in een toetsenboek met een toetsen cd-rom. In deze docentenhandleiding en op de docentensite www.steppingstones.wolters.nl vindt u een uitleg van het didactisch concept, een overzicht en uitvoerige beschrijving van alle onderdelen, suggesties voor werkvormen in en buiten de klas, uitleg van IT M@tters dossierformulieren, extra materiaal en nog veel meer. Bij elk boek worden tips en lessuggesties aangereikt, en zijn tapescripts beschikbaar.
4
1.2. Didactisch concept 1.2.1 Thematische opbouw Het trainen van de vaardigheden is thematisch bepaald. Dat betekent dat elk hoofdstuk een thema heeft, dat vanuit verschillende invalshoeken via lees- en luisterteksten en via taalmiddelen (Stones) wordt belicht. De concrete leerdoelen voor elk hoofdstuk zijn gerelateerd aan de kerndoelen (eerste delen) en aan de eindtermen vmbo in de jaren 3 en 4. Tevens is vanaf klas 1 tijd ingeruimd voor het opzetten van het leesdossier en het ontwikkelen van leesplezier (de Reading Matters). Kenniscomponenten als grammatica en vocabulaire worden zowel impliciet (d.m.v. de Stones) als expliciet getraind (d.m.v. grammaticaregels en extra grammaticaopdrachten en vocabulaire oefeningen). De aangeboden taalmiddelen in de Stones worden getraind d.m.v. een stapsgewijze opbouw in de opdrachten. Elke eerste opdracht is een reproductie van letterlijk uit de Stone te halen zinnen, de tweede opdracht biedt combinaties aan (de leerling moet er over nadenken), de derde opdracht is nog steeds geleid maar hierbij wordt verwacht dat de leerling bijvoorbeeld ook eerder geleerd vocabulaire kan gebruiken, en de laatste opdracht mondt uit in een vrijere toepassingsopdracht voor spreken of schrijven. Alle opdrachten hebben een communicatieve setting, waarbij de nadruk ligt op het kunnen overbrengen van de boodschap. Deze opbouw is ontleend aan de oefentypologie van Neuner. Tegelijkertijd, of naderhand, kan aandacht besteed worden aan het correct gebruik van de bijbehorende grammaticaregel, die ook nog expliciet met bijbehorende opdrachten (in het boek of via ICT) getraind kan worden. Het ICT concept bestaat uit flexibel inzetbare vervangingsstof, herhalingsstof en extra materiaal als videofragmenten enz. (zie IT M@tters ). Het C-onderdeel bij elk hoofdstuk kunt u overslaan in het boek, en vervangend op de computer laten uitvoeren. Dat dit een meerwaarde biedt door directe feedback en tevens motivatie-verhogend is, behoeft geen nadere toelichting. 1.2.2 Vaardigheden De vaardigheden Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken worden in elk hoofdstuk in het Textbook en Workbook getraind. Er is een min of meer vaste opbouw per hoofdstuk. In de kgt delen geldt dat onderdeel A t/m C + Grammar het verplichte curriculum bevat; daarna volgt een optioneel en moeilijker onderdeel D, waarin de receptieve vaardigheden (lezen en luisteren) extra getraind worden. Bij de (t)hv delen bestaat het verplichte curriculum uit onderdelen A tot en met D en een onderdeel E met extra training van receptieve vaardigheden; voornamelijk lezen. Lezen
Luisteren:
Spreken:
In de onderdelen B en D worden leesteksten aangeboden waarmee leesstrategieën worden getraind zoals die in de kerndoelen en/of eindtermen vermeld staan. Hierin zit een gebalanceerde opbouw vanaf hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 9. De teksten zijn actueel en gericht op de interesses van de leerlingen, en geven tevens veel informatie over de Engelse cultuur. Reading Matters Aan het eind van het Textbook wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van het lezen, met de nadruk op leesplezier. Hierin staan gedichten, korte verhalen of fragmenten, met in het Workbook de bijbehorende opdrachten. Dit materiaal kunt u gebruiken voor het opzetten van het leesdossier. Uw leerlingen kunnen genieten van literatuur vanaf klas 1, waarbij de prachtig voorgelezen teksten op de cd een toegevoegde waarde bieden. U kunt dit materiaal gebruiken voor individueel gebruik voor leerlingen die wat extra’s aankunnen of voor wat extra variatie in uw lessen. Op de site wordt aandacht besteed aan zowel het lees- als het kijk- en luisterdossier; u vindt hier extra lees- en videofragmenten en dossierformulieren. Het A en C-onderdeel van elk hoofdstuk begint steeds met luisteren. Hierdoor kunt u een klassikale start maken aan het begin van het hoofdstuk en halverwege. Ook de luisterstrategieën zijn evenwichtig verdeeld over de hoofdstukken. Het luistermateriaal is vrijwel allemaal nieuw en zeer gevarieerd, en er is meer luistermateriaal dan in de vorige editie. In de onderdelen A, B en C worden taalmiddelenblokjes (Stones) aangeboden. Deze
5
Schrijven:
taalmiddelen zijn de communicatiemiddelen waarmee de leerling op speelse wijze gespreksvaardigheid en schrijfvaardigheid oefent. In de Stones worden grammaticale constructies aangeboden, die in eerste instantie niet worden uitgelegd, maar die door de opdrachten worden ingeslepen. De Stones-opdrachten bestaan uit een serie, die van directe reproductie van Stones-zinnen via meer geleide opdrachten uitmonden in een vrije productie of toepassingsopdracht. Talking Matters: De speech cards uit het hele boek zijn in dit onderdeel verzameld, en staan at random achterin het Workbook. Het betreft information-gap opdrachten die vanuit de opdrachten worden aangestuurd, met verwijzing naar het betreffende kaartnummer en en situatiebeschrijving. De leerling kiest een rol, en volgt de instructies. Meestal zijn dit laatste (toepassings)opdrachten van een serie Stones-opdrachten. Bij zowel Stones als leesteksten kunnen schrijfvaardigheidsopdrachten zitten. Hierbij zijn de strategieën die de leerlingen moeten beheersen ook weer verdeeld over de hoofdstukken en hebben ze een oplopende moeilijkheidsgraad.
Aan al deze onderdelen zijn IT M@tter-opdrachten gekoppeld voor verdere training in vocabulaire en Stones en herhaling on-line. 1.2.3 Grammatica De in het hoofdstuk behandelde grammatica is gekoppeld aan de (constructies in de) Stones. Na onderdeel D wordt een overzicht van de regels met voorbeelden gegeven. In het onderdeel Hoe werkt Stepping Stones wordt nader ingegaan op hoe u met de grammatica kunt omgaan. De Grammar Survey, een totaaloverzicht van alle in het boek behandelde grammatica, vindt u achter in het Textbook. 1.2.4 Vocabulaire Aan het eind van elk hoofdstuk vindt u een woordenlijst met de te leren woorden uit het hoofdstuk. Deze woorden staan in contextzinnen die de betekenis verduidelijken. De leerling kan zichzelf overhoren door middel van het bijgesloten rode plastic vel. In de woordenlijst zijn woorden opgenomen die leerlingen productief leren beheersen en woorden die leerlingen receptief leren (alleen de betekenis kennen). Een alfabetische woordenlijst staat achter in het Textbook. Hierin zijn alle woorden die voorkomen in de vocabulary bij de hoofdstukken opgenomen. De Words to help onder de leesteksten zijn bedoeld om de leerling een handvat te bieden om de tekst beter te begrijpen. Deze woorden hoeven de leerlingen niet te leren. 1.2.5 Differentiatie De externe differentiatie zit in de uitsplitsing van de boeken: voor 1 (t) hv zijn de werkboeken uitgesplitst in een werkboek voor 1 th en een werkboek voor 1 hv. Bij het vmbo-deel kgt is er een werkboek voor kader en een werkboek voor de gemengde en theoretische leerweg. De interne differentiatie zit in de eerste plaats in de optionele teksten en opdrachten die worden aangeduid met een <> (moeilijker opdrachten). Verder vindt u ook opdrachten die met een O worden aangeduid (makkelijker, opstap- of tussenstap-opdrachten). E-opdrachten zijn altijd voorzien van het <> symbool, dus optioneel, en verder kunnen gedifferentieerde opdrachten bij alle onderdelen voorkomen. Differentiatie tussen werkboeken De interne differentiatie in de opdrachten bij de werkboeken waarbij één tekstboek hoort is als volgt: • luisteropdrachten: geen onderscheid bij A, zodat u klassikaal kunt beginnen. Bij C is echter een niveau-onderscheid gemaakt waarbij verschillende uitwerkingen zijn gebruikt. Open opdrachten zijn bijvoorbeeld uitdagender dan true/false opdrachten, en bij multiple choice vragen kan het onderscheid bijvoorbeeld liggen in drie of twee keuzemogelijkheden. • leesopdrachten: hier is gedifferentieerd door verschil in vraagvorm aan te brengen, zo kan er in het hv-deel naar gemotiveerde antwoorden worden gevraagd terwijl de th leerlingen gesloten vragen te beantwoorden krijgen. • spreek- en schrijfopdrachten bij de Stones: de eerste opdracht is gedifferentieerd door in het hvdeel consequent de indirecte rede te gebruiken, terwijl in het th-deel de directe rede (gemakkelijker) wordt gebruikt. Vervolgopdrachten verschillen in de mate waarin ze de leerlingen ondersteunen. Zo is het mogelijk dat de th leerling een communicatieve context bij de opdracht
6
krijgt aangeboden terwijl de hv leerling de opdracht meer vanuit het eigen voorstellingsvermogen zal moeten oplossen. U kunt bij een heterogene klas werken met beide werkboeken, waarbij u gedeeltelijk klassikaal kunt werken en gedeeltelijk de leerlingen zelfstandig of in groepjes de gedifferentieerde opdrachten laat maken.
7
1.3. Onderdelen van de methode 1.3.1 Arrangement 1 (t) havo vwo leerlingmateriaal: Textbook 1 (t)hv Workbook 1 th Workbook 1 hv leerling-cd uitwerkingen IT M@tters (on-line ICT)
1 vmbo kgt leerlingmateriaal: Textbook 1 vmbo kgt Workbook 1 k Workbook 1 gt leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
1 vmbo basic (k) leerlingmateriaal: Textbook 1 vmbo basic (k) Workbook 1 vmbo basic (k) leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
docentenmateriaal: • docentensite (verantwoording, uitleg, tips, tapescripts on-line) • toetsen-cd-rom (1 (t) hv, 1 vmbo kgt, 1 vmbo basic (k)) 2 (t) havo vwo leerlingmateriaal: Textbook 2 (t)hv Workbook 2 th Workbook 2 hv leerling-cd uitwerkingen IT M@tters (on-line ICT)
2 vmbo kgt leerlingmateriaal: Textbook 2 vmbo kgt Workbook 2 k Workbook 2 gt leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
2 vmbo basic (k) leerlingmateriaal: Textbook 2 vmbo basic (k) Workbook 2 vmbo basic (k) leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
docentenmateriaal: • docentensite (verantwoording, uitleg, tips, tapescripts on-line) • toetsen-cd-rom (2 (t) hv, 2 vmbo kgt, 2 vmbo basic (k)) 3 havo vwo leerlingmateriaal: Textbook 3 hv Workbook 3 hv leerling-cd uitwerkingen IT M@tters (on-line ICT)
3 vmbo kgt leerlingmateriaal: Textbook 3 vmbo kgt Workbook 3 vmbo kgt leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
3 vmbo basic leerlingmateriaal: Textbook 3 vmbo basic Workbook 3 vmbo basic leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
docentenmateriaal: • docentensite (verantwoording, uitleg, tips, tapescripts on-line) • toetsen-cd-rom (3 hv, 3 vmbo kgt, 3 vmbo basic) 4 vmbo kgt leerlingmateriaal: Textbook 4 vmbo kgt Workbook 4 vmbo kgt leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
4 vmbo basic leerlingmateriaal: Textbook 4 vmbo basic Workbook 4 vmbo basic leerling-cd uitwerkingen IT M@tters
docentenmateriaal: • docentensite (verantwoording, uitleg, tips, tapescripts on-line) • toetsen-cd-rom (4 vmbo kgt, 4 vmbo basic) 1.3.2 Textbook en Workbook Het Textbook is een bronnenboek, waarin alle teksten en theorie zijn opgenomen. De merendeels autenthieke en zeer gevarieerde teksten zijn thematisch geordend in negen hoofdstukken. Daarnaast vindt u in het Textbook de woordenlijsten en de grammatica, beide zowel per hoofdstuk als in een totaaloverzicht.
8
Het Workbook stuurt de leerling via duidelijke instructieteksten. Hierin wordt de leerlingen bijvoorbeeld verteld welke tekst in het Textbook ze moeten lezen en welke Stone ze moeten bestuderen. Nadat de instructie is opgevolgd gaan de leerlingen terug naar het Workbook om de bijbehorende opdrachten te doen. 1.3.2.1 De inhoud van deel 2 (t) havo vwo The first lesson Hierin komen de leerlingen er, door het maken van een quiz, achter wat ze nog weten van Stepping Stones 1 (t) havo vwo en wordt Stepping Stones 2 (t) havo vwo op speelse wijze geïntroduceerd. Chapter 1 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica: Chapter 2 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica: Chapter 3 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: vocabulaire: grammatica:
Chapter 4 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica:
Time of your life scannen, bepalen of een tekst relevante informatie bevat en, zo ja, welke (havo vwo), de hoofdzaak van een tekst begrijpen gebruik maken van niet-talige informatie, hoofdzaken begrijpen uit een interview informatie uitwisselen over vakantie, vertellen over data en jaartallen formulier invullen (havo vwo) woorden die met vakantie te maken hebben, werkwoorden in de verleden tijd past simple en vragen en ontkenningen met de past simple, rangtelwoorden Doctor’s orders scannen, de hoofdzaak begrijpen van een artikel relevante informatie selecteren, gedetailleerd luisteren, gebruik maken van de context advies geven, informatie uitwisselen een e-mail schrijven, een verslagje schrijven woorden over ziekte en gezondheid, woorden om advies mee te geven en om te vragen hoe het met iemand gaat present en past continuous, must(n)’t, (don’t) have to en should(n)’t What’s on? scannen, relevante informatie selecteren uit een tv gids, de hoofdzaak begrijpen van een informatief artikel, verschillende informatie uit een artikel met elkaar vergelijken relevante informatie selecteren, relevante informatie selecteren uit een radio aankondiging de tijd zeggen en vragen, een interview afnemen, informatie uitwisselen over tv programma’s, persoonlijke informatie uitwisselen woorden die je nodig hebt om de tijd te geven, woorden die met televisie te maken hebben voorzetsels van tijd, (resultative) present perfect, het gebruik van het onbepaald lidwoord voor beroep of functie It must be love... scannen, gebruik maken van voorkennis, betekenis van woorden afleiden uit de context, informatie over een tekst met een klasgenoot vergelijken en daar conclusies uittrekken gebruik maken van voorkennis, relevante informatie selecteren, de hoofdzaak van een interview begrijpen een afspraak maken, iemand beschrijven een e-mail schrijven om contact te arrangeren en persoonlijke informatie te verstrekken woorden die met afspraakjes en verliefd zijn te maken hebben, woorden die je gebruikt om iemand te omschrijven en woorden die je gebruikt om je voor te stellen present simple en present continuous, past simple en past continuous, Nederlands enkelvoud Engels meervoud
9
Chapter 5 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica:
Chapter 6 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica: Chapter 7 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica: Chapter 8 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire: grammatica:
Chapter 9 Leerdoelen lezen: luisteren: spreken: schrijven: vocabulaire:
Going extreme de hoofdzaak van een tekst begrijpen, gebruik maken van niet-talige informatie ((t) havo), een samenvatting schrijven (havo vwo), bepalen of een tekst relevante informatie bevat en, zo ja, welke (havo vwo) gebruik maken van niet-talige informatie, de hoofdzaak van een gesprek begrijpen, aantekeningen maken tijdens het luisteren (havo vwo), gedetailleerd luisteren informatie uitwisselen over het weer, informatie vragen en geven een briefje schrijven over je plannen woorden over het weer en over avontuur de future met will, to be going to, de present continuous en de present simple, bepalingen van plaats en tijd A matter of taste scannen, de betekenis van woorden afleiden uit de context, de hoofdzaak van een artikel begrijpen, relevante informatie zoeken gebruik maken van voorkennis, de hoofdzaak begrijpen, informatie uit een luistertekst verwerken tot een stripverhaal iets bestellen, informatie vragen en geven, meningen / oordelen uitwisselen, iemand beschrijven excuus brief schrijven (havo vwo) woorden over eten, woorden om spijt uit te drukken hulpwerkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden Fame and fortune samenvatting maken (havo vwo), gebruik maken van voorkennis, de hoofdzaak van een artikel begrijpen aantekeningen maken tijdens het luisteren, gebruik maken van voorkennis, de hoofdzaak van een interview begrijpen, gedetailleerd luisteren in een interview positieve of negative gevoelens uiten, informatie uitwisselen op een briefkaart een korte, persoonlijke mededeling doen woorden om iemand gerust te stellen, woorden over film, toneel en beroemd zijn present perfect, trappen van vergelijking, bezittelijke voornaamwoorden, possessive Make a difference scannen, samenvatting schrijven (havo vwo) gebruik maken van voorkennis, hoofdzaken uit een gesprek begrijpen, de betekenis van woorden raden uit de context, gedetailleerd luisteren hulp aanbieden en vragen, iets beschrijven een formulier invullen (havo vwo), een briefkaart schrijven woorden over liefdadigheid, woorden waarmee je iemand kunt feliciteren, het beste kunt wensen of de groeten kunt laten doen aanwijzende voornaamwoorden, betrekkelijke voornaamwoorden, a lot of, lots of, much, many, little en few, korte ja / nee antwoorden Scrapbook GB gebruik maken van voorkennis, synoniemen zoeken in een tekst, de hoofdzaak van een informatieve tekst begrijpen, gebruik maken van niet-talige informatie, relevante informatie uit een tekst verwerken in een reflectie opdracht aantekeningen maken tijdens het luisteren, hoofdzaken van een gesprek begrijpen, relevante informatie selecteren, gebruik maken van niet-talige informatie, informatie uitwisselen over Groot-Brittannië een misdaadverhaaltje schrijven woorden die met Groot-Brittannië te maken hebben, woorden om mensen te beschrijven, woorden die met misdaad te maken hebben
10
grammatica:
present simple en present continuous, past simple en present perfect, future, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Reading Matters Yellow Pages Grammar Survey 1.3.3 Docentenhandleiding De docentenhandleiding is onderdeel van de digitale docentenomgeving. Per deel en per hoofdstuk kunt u didactische tips en de tapescripts downloaden op de site www.steppingstones.wolters.nl. Desgewenst ontvangt u een geprinte versie van de docentenhandleiding. 1.3.4 Uitwerkingenboeken De antwoorden, tips en voorbeelduitwerkingen voor de leerlingen zijn gebundeld in een uitwerkingenboek per deel. U kunt dit boek door de leerling laten aanschaffen, of bijvoorbeeld een set in de klas leggen, afhankelijk van de mate van zelfstandig werken die u binnen de sectie hebt afgesproken. 1.3.5 Leerling-cd’s Het luistermateriaal behorend bij de opdrachten staat op de leerling cd. Deze cd kunt u uiteraard ook klassikaal gebruiken, al naar gelang u de luistervaardigheid klassikaal of individueel laat trainen. Het materiaal is zeer gevarieerd: interviews, dialogen, songs, enzovoort. Alle kerndoelen en eindtermen kunnen hiermee in voldoende mate getraind worden. 1.3.6 Toetsen-cd-rom De toetsen bij Stepping Stones bestaan uit een toetsenbank, waaruit u voor elke toets een selectie kunt maken. U moet voor de bovenbouw vmbo in het PTA vastleggen welk onderdeel of welke vaardigheid op welk moment getoetst zal worden. De toetsenbank van Stepping Stones biedt u hiervoor alle toetsmiddelen. Op de toetsen cd-rom staan luister- en leesteksten met opdrachten, schrijf- en spreekopdrachten, grammatica-opdrachten en alle antwoorden bij de toetsopdrachten. Ook worden hier voorbeeldselecties gegeven bij de hoofdstukken. De antwoorden van de toetsen staan eveneens op de cd-rom. U kunt de opdrachten selecteren, wijzigen en uitprinten. Indien u het luisteren klassikaal wilt toetsen, dan kunt u de recordings afspelen op uw cd-speler. De toetsenbank per hoofdstuk bestaat uit: • Listening: - vier tot zes luisteropdrachten bij twee nieuwe bronnen • Speaking/Writing: - vier geleide schrijf/invul opdrachten - een open schrijfopdracht - een open spreekopdracht • Vocabulary: - twee vocabulary-opdrachten • Grammar: - drie tot zeven grammar-opdrachten • Reading: - vier tot zes leesopdrachten bij tenminste twee nieuwe bronnen
11
1.4. Werkvormen 1.4.1 Zelfstandig werken / Werkvormen In Stepping Stones komen vaak opdrachten voor die zich goed lenen voor samenwerking in kleine of grotere groepen. Een uitleg van het belang en de mogelijkheden van samenwerkend leren vindt u hieronder. Er worden enkele mogelijke werkvormen besproken met definities en voorbeelden van werkvormen. Inleiding Door ontwikkelingen in het onderwijs is er meer nadruk komen te liggen op activerende didactiek: van groepswerk naar actief en zelfstandig leren, van zelfverantwoordelijk leren naar samenwerkend leren. Docentgestuurd onderwijs lijkt hoe langer hoe meer te worden vervangen door leerlinggestuurd, probleemgestuurd en taakgericht onderwijs. Het volstaat dan ook niet om uitsluitend een suggestie als groepswerk of werken in tweetallen in een docentenboek van een leergang te vermelden. Ook de suggesties voor leerlingen zoals Work with a partner en Work in groups of four behoeven enige uitleg, wil deze werkwijze kans van slagen hebben. In hoeverre al in de onderbouw met enige vorm van activerende didactiek wordt begonnen is natuurlijk de vraag. Toch is het goed om vanaf klas 1 hier al enkele stappen in te zetten, zodat de aansluiting met de bovenbouw(didactiek) een soepele overgang kent. Hieronder volgen de voornaamste samenwerkingsstructuren van samenwerkend leren. Voor een vollediger overzicht wordt u verwezen naar de bibliografie aan het eind van dit hoofdstuk. Als u als sectie geschoold wilt worden in het toepassen van de didactiek die bij samenwerkend leren hoort, kunt u contact opnemen met instituten die zich in deze didactiek hebben gespecialiseerd, zoals het APS en het CPS1. Wat is Samenwerkend Leren? Het werken in groepen leverde (en levert) in de praktijk veel problemen op. Leerlingen hebben niet altijd baat bij het ‘bij elkaar zitten’. Groepswerk kan gemakkelijk verworden tot nietsdoen en kletsen over alles behalve over de opdrachten. Pas wanneer leerstof door leerlingen zelf wordt geoefend en toegepast, kan er sprake zijn van effectief leren. De vijf sleutelbegrippen die leiden tot succes bij samenwerkend leren2 zijn: 1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid Leerlingen moeten elkaar nodig hebben om een opdracht uit te voeren. Dit houdt bijvoorbeeld in dat opdrachten in delen worden opgesplitst, die elk door een groepslid worden uitgevoerd. 2. Individuele aansprakelijkheid Iedere leerling is verantwoordelijk voor haar of zijn deel van de opdracht, maar ook voor de gehele opdracht zoals deze door de groep dient te worden uitgevoerd. 3. Directe interactie Leerlingen moeten elkaar goed kunnen zien en moeten goed met elkaar kunnen overleggen. 4. Aandacht voor sociale vaardigheden Leerlingen moeten leren om samen te werken. Dit betekent dat elk groepslid leert om uit leggen, maar ook om uitleg te vragen, en dat elk groepslid leert om ruimte te geven en te vragen aan de andere groepsleden. 5. Aandacht voor groepsprocessen De docent zal regelmatig moeten toezien – tijdens de les en evaluerend na de opdracht – op de voortgang van het groepsproces. Daarbij moeten groepen hun eigen functioneren met elkaar en met de docent aan de orde stellen. Samenwerkend Leren bij Engels Een bijkomend probleem – maar ook een enorme uitdaging – voor een taal zoals Engels is het gebruik van de doeltaal als voertaal. Ook over dat onderwerp is veel geschreven3. Het blijkt in de praktijk moeilijk en vaak demotiverend voor veel docenten om de les Engels geheel in het Engels te
1
APS, Utrecht, www.aps.nl, en CPS, Amersfoort, www.cps.nl. Zoals geformuleerd door Sebo Ebbens, c.s. in Effectief Leren in de Les, hoofdstuk 3. 3 Zie bijvoorbeeld het Tijdschrift voor de Vereniging van Leraren in Levende Talen. Een aantal nummers die aan de doeltaal-voertaal-problematiek aandacht besteedden: oktober 2000 (87/7), juni 1999 (541), en een geheel themanummer in mei 1998 (530) 2
12
laten plaatsvinden. Als er dan ook nog door leerlingen in groepen aan opdrachten wordt gewerkt is het risico nog groter dat leerlingen terugvallen in het gebruik van de moedertaal. Een hulpmiddel bij het gebruik van de doeltaal als voertaal is het aanbieden van een lijst met classroom management-taal: leerlingen hebben dan de mogelijkheid om useful phrases te herkennen als de docent deze gebruikt en om ze zelf te gebruiken. Voor een suggestie van useful phrases, zie Kopieerbaar materiaal. Rollen bij Samenwerkend Leren Om samenwerkend leren te doen slagen, is het noodzakelijk dat er rollen en taken worden verdeeld. Het nummeren van leerlingen (nummers 1 tot en met 4, of de letters A tot en met D) is de meest simpele, maar noodzakelijke afspraak die de docent met groepen kan maken: leerlingen zijn immers individueel aansprakelijk. Zodra een docent een antwoord vraagt aan een nummer of letter per groep, kan een leerling zich niet meer achter de anonimiteit van de groep verschuilen. Het is tijdbesparend, helder en overzichtelijk wanneer de groepen en nummers een langere periode – bijvoorbeeld een maand – in dezelfde samenstelling blijven. Leerlingen wennen dan aan elkaar en aan de taakverdeling binnen de groep. Om leerlingen de kans te geven te kunnen blijven leren van elkaar is het noodzakelijk dat er na een maand nieuwe groepen worden geformeerd. De groepen en de rollen kunnen het best door de docent worden ingedeeld, met name in het begin. De docent weet vaak welke leerlingen groepen kunnen stimuleren en welke leerlingen dat minder zullen doen. Daarom zal een docent vaak kiezen voor een evenwicht in groepen, waarbij zwakke, luie, intelligente en ijverige leerlingen, jongens en meisjes in één groep terechtkomen. Docenten kennen allemaal het fenomeen van de vriendjes en vriendinnetjes bij elkaar in één groep, die – bij voorkeur achter in een klaslokaal – gezellig bij elkaar zitten en alles doen behalve aan hun opdrachten werken. Een aantal geschikte rollen bij samenwerkend leren: – Voorzitter: zorgt er voor dat alles in de groep gaat zoals het zou moeten gaan – Secretaris: verwerkt resultaten uit de groep schriftelijk (bijvoorbeeld in verslagen) – Vragensteller: mag – als enige – vragen aan de docent stellen – Tijdbewaker: is verantwoordelijk voor het bewaken van de tijd – Informant: mag naar andere groepen gaan om overleg te hebben – Opzoeker: haalt en raadpleegt naslagwerken (bijvoorbeeld in de mediatheek) – Uitvoerder: voert opdrachten uit namens de groep – Presentator: presenteert groepsresultaten aan de rest van de klas – Checker: controleert of iedereen in de groep de opdrachten kan doen De docent kan binnen de groepen uiteraard vaker de leerlingen van rollen laten wisselen. Dit kan gemakkelijk wanneer leerlingen allemaal een nummer (of letter) hebben: ‘The numbers 1 are chairmen today, numbers 2 are secretaries, numbers 3 are fact-finders (of googles of iets dergelijks) and numbers 4 are presenters (of showhosts of iets dergelijks).’ Samenwerkingsstructuren bij Samenwerkend Leren Hieronder worden 12 van de meest voorkomende vormen van samenwerkend leren genoemd. Er zijn er nog veel meer, maar voor de onderbouw houden we het liever beperkt. In de hoofdstukken van het Docentenboek worden ze uitsluitend met een nummer en een term aangeduid (1 Check-in-duo’s). De samenwerkingsstructuren zijn globaal ingedeeld van eenvoudig naar meer gecompliceerd, en de meesten zijn afgeleiden of uitwerkingen van de basisstructuur. U kunt een samenwerkingsstructuur naar wens aanpassen aan de cultuur van uw sectie of school. Een aantal bruikbare samenwerkingsstructuren voor Stepping Stones: 1. Check-in-duo’s 2. Denken-delen-uitwisselen 3. Sta op en wissel uit 4. Duo’s vergelijken 5. Genummerde hoofden 6. Binnen-buitencirkel 7. Team-interview 8. Rondje 9. Brainstormen 10. Placemat 11. Groepsreis 12. Drie-stappen interview
13
1
Check-in-duo's
Definitie: Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen: 2
Denken-delen-uitwisselen
Definitie: Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen: 3
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen:
Het geven van een mening of het verwoorden van een standpunt. - Docent stelt een vraag aan de gehele klas. - Leerlingen denken individueel na over het antwoord. - Alle leerlingen gaan staan. - Docent vraagt één leerling het antwoord te geven. - Leerling geeft het antwoord en gaat zitten. - Elke leerling die (vrijwel) hetzelfde antwoord heeft gaat ook zitten. - Docent vraagt opnieuw een leerling. - Herhaling van de voorgaande stappen. Opdracht waarbij meer dan één antwoord of standpunt mogelijk is. gehele klas Docent leidt de vragen en antwoorden. Deze rol kan overigens ook door een leerling worden overgenomen: voorzitter.
Duo’s vergelijken
Definitie: Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen: 5
Antwoorden worden individueel geformuleerd, overlegd in tweetallen, en daarna gegeven. - Docent stelt dezelfde vraag aan iedereen. - Leerlingen denken na in stilte en formuleren een antwoord. - Leerlingen overleggen in tweetallen hun antwoorden. - Leerlingen stellen eventueel hun antwoorden bij. - Docent vraagt leerling antwoord te geven. - Leerling antwoordt: docent reageert later. Korte opdrachten, waarbij wellicht meer dan één antwoord mogelijk is. 2 vragensteller - presentator
Sta op en wissel uit
Definitie: Werkwijze:
4
Antwoorden worden nagekeken in tweetallen. - De docent geeft de opdracht. - De tweetallen mogen niet overleggen. - De tweetallen krijgen de antwoorden en kijken ze na. Als er maar één antwoord mogelijk is (bijvoorbeeld bij gesloten en meerkeuzevragen). 2 secretaris / opzoeker
Tweetallen maken een opdracht en vergelijken hun oplossing met een ander tweetal. - Docent geeft een opdracht aan de groepen. - Leerlingen hebben 2 tweetallen geformeerd. - Leerlingen maken dezelfde opdracht in tweetallen. - Daarna worden antwoorden met een ander tweetal vergeleken. Door overleg, eerst in tweetallen, daarna in viertallen, komen tot de oplossing: ‘Think of a good title for this newspaper article.’ 4 secretaris – tijdbewaker - presentator
Genummerde hoofden
Definitie:
Werkwijze:
Groepsleden krijgen een nummer van de docent en zijn vanaf dat moment verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de resultaten van de groepsopdracht. - Docent stelt groepen samen.
14
Docent geeft elk groepslid een nummer. Docent vertelt dat elk groepslid verantwoordelijk en aanspreekbaar is voor elk antwoord van de groep. - Groep werkt de opdracht uit. - Docent noemt van elke groep een nummer. Deze persoon vertelt wat het resultaat van het groepswerk is. Elke groep werkt aan een (deel)opdracht: ‘Answer the questions about the poem.’ 4 tot 6 voorzitter – vragensteller – opzoeker – uitvoerder – presentator – checker
-
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen: 6
Binnen-buiten cirkel
Definitie: Werkwijze:
Situatie:
Aantal personen: Mogelijke rollen: 7
Team-interview
Definitie: Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen: 8
Leerlingen wisselen informatie met elkaar uit. - Docent verdeelt de klas in 2 groepen. De eerste groep vormt een cirkel met het gezicht naar buiten. De tweede groep staat daartegenover met het gezicht naar de eerste groep. In een lokaal waar de tafeltjes in twee hoefijzers staan hoeven de leerlingen in het binnenste hoefijzer alleen maar hun stoeltjes om te draaien om de anderen in het buitenste hoefijzer te kunnen zien. - Docent geeft aan hoeveel tijd er per uitwisseling is (bijvoorbeeld 1 minuut). - De leerlingen wisselen informatie uit met de partner tegenover wie ze staan. - De leerlingen in de buitenste cirkel schuiven een plaats op (met de klok mee). - Informatie-uitwisseling als hierboven beschreven. Het uitwisselen van persoonlijke informatie, bijvoorbeeld over gezinssamenstelling, woonplaats, hobby, sport. Uitermate geschikt voor het oefenen van gespreksvaardigheid. gehele klas De docent verdeelt de klas en geeft de tijd aan.
Leerlingen bevragen als groep 1 groepslid, daarna wordt het volgende groepslid ondervraagd. - Docent geeft een opdracht. Bijvoorbeeld: ‘Write down what your favourite film / music / subject at school / holiday job is.’ - Nummer 1 van elke groep wordt ondervraagd door de rest van de groep. Nummer 1 kijkt naar zijn (summiere) informatie en antwoordt op de vragen van de groepsleden. - Na 2 minuten geeft de docent een teken. De ondervraagde wordt nummer 2. - Zie hierboven Het uitwisselen van persoonlijk informatie, geschikt voor kennismaking in (nieuwe) groepen. 4 tot 6 voorzitter – tijdbewaker – vragensteller – uitvoerder – presentator – checker
Rondje
Definitie: Werkwijze:
Situatie:
Het geven van een mening, of het uitwerken van een idee. - Docent stelt een vraag aan elke groep (dezelfde of een andere vraag). - Leerlingen krijgen individuele bedenktijd. - Elke leerling legt een voorwerp in het midden van de groep (pen, gommetje). Leerling geeft het antwoord op de vraag. - Leerling neemt zijn eigen voorwerp terug als hij is uitgesproken. - Het antwoorden gaat door tot alle voorwerpen terug bij de eigenaar zijn. Opdracht, waarbij een uitgebreid antwoord mogelijk is.
15
Aantal personen: Mogelijke rollen: 9
Brainstormen
Definitie: Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen:
10
Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen:
Leerlingen bepalen in de groep hun gezamenlijke mening over een onderwerp. - Docent geeft een opdracht. - Leerlingen schrijven individueel hun antwoord op en overleggen niet met elkaar. - Leerlingen geven om beurten hun antwoord aan de rest van de groep. Deze antwoorden kunnen op de buitenste rand van een papier (de placemat) worden geschreven. - De groep bepaalt welk gezamenlijk antwoord als groepsantwoord wordt gekozen en schrijft dit op de placemat in het midden. Docent geeft een opdracht waar meerdere antwoorden op mogelijk zijn: ‘What would your group do if you found a wallet with €250.-?’ 4 voorzitter – secretaris – vragensteller – tijdbewaker – presentator
Groepsreis
Definitie: Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen: 12
Ideeën, argumenten bedenken, associëren. - Leerlingen zitten in groepjes. - Docent geeft een stelling en een beperkte tijd om met argumenten te komen. - Leerlingen noemen in het groepje zo veel mogelijk argumenten voor en tegen. - Leerlingen beoordelen elkaars argumenten niet. - Docent vraagt leerlingen de twee beste argumenten voor en de twee beste argumenten tegen te kiezen. Docent laat argumenten voor en tegen bij een stelling bedenken: ‘The use of any kind of stimulant is permitted if that will improve sport achievements.’ 3 of 4 personen voorzitter – secretaris – vragensteller – tijdbewaker
Placemat
Definitie:
11
4 tot 8 per groep. voorzitter – vragensteller – informant – tijdbewaker – presentator – checker
Leerlingen geven en vragen informatie aan andere groepen. - Docent heeft elke groep een verschillende deelopdracht gegeven. - Docent heeft elke groep de volledige opdracht gegeven, die door de gehele groep niet op te lossen is (bij gebrek aan informatie). - De groep rondt de deelopdracht af. - Ieder groepslid beheerst alle informatie van de groep. - De groepsleden verlaten hun groep, nummer 1 schuift 1 plaats op, nummer 2 2 plaatsen, nummer 3 3 plaatsen, nummer 4 blijft zitten. - De groepsleden geven hun informatie in de nieuwe groep en verzamelen de informatie die de andere groep heeft. - De groepsleden gaan terug naar hun eigen groep en wisselen de informatie uit. - De groepsleden maken hun volledige opdracht af. Een opdracht die in deelopdrachten te verdelen is: elke groep krijgt een deel van een detectiveverhaal, van een brief, van filmscript, of iets dergelijks. 4 voorzitter – vragensteller – tijdbewaker – opzoeker – checker
Drie-stappen-interview
Definitie:
Elkaar bevragen en anderen vertellen over een groepslid.
16
Werkwijze:
Situatie: Aantal personen: Mogelijke rollen:
Docent stelt groepen samen en nummert de groepsleden. De nummers 1 ondervragen de nummers 2, de nummers 3 ondervragen de nummers 4. - De nummers 2 ondervragen de nummers 1, de nummers 4 ondervragen de nummers 3. - In de groep vertellen de nummers 1 over 2, 2 over 1, 3 over 4 en 4 over 3. Met elkaar kennismaken: ‘Tell me about your favourite holiday.’ 4 voorzitter – secretaris – tijdbewaker – presentator -
Ebbens, Sebo, Ettekoven, Simon en Rooijen, Jos van, Effectief Leren in de Les, Basisvaardigheden voor Docenten, Groningen: Wolters Noordhoff, 1996. ISBN 90-01-30751-5. Ebbens, Sebo, Ettekoven, Simon en Rooijen, Jos van, Samenwerkend Leren, Praktijkboek, Groningen: Wolters Noordhoff, 1997. ISBN 90-01-30750-7. Ellis, Gail and Sinclair, Barbara, Learning to Learn English, Teacher’s Book, Cambridge: Cambridge University Press, 1989/1996. ISBN 0-521-33817-4. Ellis, Gail and Sinclair, Barbara, Learning to Learn English, A Course in Learner Training, Cambridge: Cambridge University Press, 1989/1996. ISBN 0-521-33816-6. Johnson, D.W., Johnson, R.T. & Holubec, E.J., Cooperation in the Classroom, Minnesota: Interaction Book Company, 1991. Kagan, S., Cooperative Learning, Resources for Teachers, Capistrano: Resources for Teachers, 1990.
1.4.2 Lesorganisatie Hoe u de lessen het beste kunt inrichten hangt van veel factoren af. Wij geven hier enkele suggesties voor zowel docentgestuurde lessen en lessen waarbij de leerlingen zelf hun tijd indelen. Omdat gespreksvaardigheid en het werken met de computer de lastigste onderdelen zijn om organisatorisch in te passen in de lessen, geven wij hieronder ook daarvoor enkele suggesties. Het complete hoofdstuk 1. U gaat lineair door de stof en stuurt de leerlingen klassikaal aan. U slaat hier en daar een opdracht over en na elke serie kijkt u samen met de leerlingen het werk na. 2. U gaat lineair door de stof waarbij u van tevoren vaststelt welke opdrachten u wilt overslaan. U wisselt individueel en zelfstandig werken in tweetallen met elkaar af. Het nakijken gebeurt klassikaal. 3. U geeft twee lessen per week en stelt van tevoren vast welke stof u in ieder geval wilt behandelen. U kijkt of u uit de voeten kunt met de schrapsuggesties in de handleiding. U maakt een studieplanner. Bij elke les besteedt u tien minuten aan uitleg, de rest van de tijd zijn de leerlingen in tweetallen aan het werk met de door u aangegeven opdrachten. 4. U bekijkt onder zelfstandig werken / werkvormen de mogelijkheden voor activerende didactiek en maakt een planning per hoofdstuk welke vorm u bij welk onderdeel wilt gebruiken. U besteedt per les ten minste 10 minuten aan enige vorm van samenwerkend leren. 5. U bespreekt met de leerlingen aan het begin van een hoofdstuk de Workplanner. U vult deze gezamenlijk in, of u vertelt hen wanneer ze welk onderdeel af moeten hebben, en wanneer de toets is. Een andere mogelijkheid is dat u aan de hand van de Workplanner van tevoren een studiewijzer maakt en het hele hoofdstuk inroostert. 6. U maakt een studiewijzer en de leerlingen volgen zelfstandig de door u aangegeven route. Waar mogelijk werken ze in tweetallen of groepjes; ze hebben een leerling-cd en uitwerkingenboek, en kunnen het luisteren en nakijken tijdens de les of thuis doen. Elke les start met een kort overleg/uitleg, waarna iedereen aan het werk kan. 7. U maakt een planning, studiewijzer en vormt vaste groepen met een mix van goede en zwakke leerlingen. Per groep is een leerling-cd en uitwerkingenboek beschikbaar. U begeleidt de groepen waar nodig, stuurt aan en laat zo nu en dan een groep voor de klas een gespreksvaardigheidsopdracht uitvoeren of andere groepsopdracht presenteren. Spreekvaardigheid 8. U doet alle spreekopdrachten en dat kan omdat de leerlingen altijd in tweetallen of groepjes van vier zitten. U neemt wat extra rumoer op de koop toe en laat Play the role- opdrachten door enkele aan te wijzen groepjes uitvoeren voor de klas. U neemt dit altijd op een cassette op en evalueert naderhand. 9. Aan het begin van de les kiest u enkele groepjes uit en laat deze buiten de klas hun rollen voorbereiden. Ondertussen maakt de rest enkele opdrachten in het werkboek. Na 10 minuten voorbereiding spelen de betreffende leerlingen de opdracht en u laat de rest aantekeningen maken, via een observation sheet. Bespreking volgt.
17
10. U slaat in eerste instantie de (grotere) spreekopdrachten over. Tegen het einde van het hoofdstuk, als alle stones-opdrachten zijn gedaan, verdeelt u de verschillende spreekopdrachten onder onder 4 groepjes of tweetallen. De leerlingen bereiden de opdrachten thuis voor, en voeren deze uit in een volgende les gespreksvaardigheid. Bij het volgende hoofdstuk doet u hetzelfde, maar nu is de andere helft van de klas aan de beurt. De leerlingen die niet hoeven te spreken geeft u een observatie-opdracht. IT M@tters 11. U bekijkt van tevoren welke onderdelen er in IT M@tters bij het betreffende hoofdstuk zitten. U wilt in ieder geval 1 les in het computerlokaal geven. U reserveert het lokaal. U laat de leerlingen onderdeel C doen, en spreekt met ze af dat ze het thuis afmaken en de uitgeprinte resultaten inleveren. U slaat onderdeel C in het boek over. Mocht achteraf blijken dat enkele leerlingen het er niet goed van hebben afgebracht, laat u hen alsnog enkele opdrachten van onderdeel C uit het boek maken. 12. U hebt gemerkt dat enkele leerlingen veel moeite hebben met een bepaalde constructie of het idioom niet beheersen. U geeft hen de herhalingsstof in IT M@tters op om thuis te maken. 13. U hebt het hoofdstuk min of meer af en u laat alle leerlingen de Test yourself in het computerlokaal, de mediatheek of thuis maken als voorbereiding op het proefwerk. Als dit onvoldoende gemaakt is, worden ze verwezen naar herhalingsstof, of ze kunnen de Test yourself in het boek alsnog maken. 14. U beloont de leerlingen door ze spelletjes in IT M@tters te laten spelen. 15. U geeft snelle leerlingen de mogelijkheid om extra oefenstof in IT M@tters te doen, eventueel tijdens de les. Daarmee kunt u voorkomen dat goede leerlingen zich vervelen, en u hebt meer tijd en aandacht voor zwakkere leerlingen. 16. U laat leerlingen thuis het leesdossier in IT M@tters bijhouden, en vraagt op afgesproken tijdstippen het uitgeprinte dossier te laten zien. 17. U gaat met de hele klas de Internetopdracht bij het hoofdstuk maken. Hiervoor hebt u het computerlokaal gereserveerd. 18. U raadt zwakke leerlingen aan de naslaggrammatica, uitleg en herhalingsstof in IT M@tters goed te bestuderen en te oefenen voor de toets. 19. In het beste geval hebt u ca. 4 computers in uw lokaal. De leerlingen kunnen dan individueel of met z’n tweeën de computeropdrachten maken, volgens verwijzing in het werkboek. U kunt dan de lessen zo indelen dat ieder groepje 10 minuten op de computer mag. Dat zijn dan 8 leerlingen per les. Bij drie lessen lessen per week komen dan misschien niet alle leerlingen aan de beurt, maar na vier lessen is dat wel het geval. 20. U kunt IT M@tters ook goed gebruiken voor leerlingen die absent zijn geweest. U kunt hen thuis of op school de herhalingsstof laten maken in IT M@tters, waarbij ze directe feedback krijgen, en aan de hand van het resultaat kunt u inschatten of het noodzakelijk is deze leerlingen extra uitleg te geven of hen stof te laten inhalen. In het eerste jaar zult u waarschijnlijk ervaren dat sommige dingen minder, andere meer tijd kosten dan was ingeschat. Op basis van uw ervaringen zal het programma waarschijnlijk worden bijgesteld. 1.4.3 Het maken van keuzes Deel 2 (t)hv omvat lesstof per hoofdstuk voor ca. 8 lesuren inclusief toets. Met de bijbehorende ICT kunt u meerdere lesuren vullen, maar hieruit kunt u uw eigen keuzes maken. Keuzes De organisatie in de klas is vaak een punt van aandacht bij de opdrachten. Hoewel de hoofdstukken een logische, lineaire opbouw hebben, betekent dat niet dat u (of de leerling) geen keuzes kunt maken. U zult soms klassikaal opdrachten willen overslaan, of sommige opdrachten zijn niet voor alle leerlingen even noodzakelijk of wenselijk. De interne differentiatie biedt u hiertoe de mogelijkheid, maar er worden tevens mogelijke planningsvoorbeelden gegeven bij de hoofdstukken. Via de Workplanner kunt u bekijken welke onderdelen u klassikaal of zelfstandig wilt laten doen, en wat u wilt overslaan. Als u wilt controleren of u alle kerndoelen c.q. eindtermen hebt behandeld, kunt u op de site www.steppingstones.wolters.nl een overzicht van de kerndoelen en eindtermen raadplegen. Bij elk hoofdstuk worden twee voorbeeldplanningen gegeven. Er is een planning voor klassen die twee lesuren per week beschikbaar hebben en een planning voor klassen met drie lesuren.
18
2. Hoe werkt Stepping Stones? 2.1 Sturing Het werkboek is het sturende boek. Dat heeft de leerling altijd voor zich, en van daaruit wordt de leerling ‘gestuurd’ naar bijvoorbeeld een leestekst, een stone, een onderdeel van de grammatica in het tekstboek, naar de leerling-cd om een fragment of song te beluisteren, naar het uitwerkingenboek om een opdracht te controleren, of naar IT M@tters om opdrachten op de computer te gaan doen. In het tekstboek staan bronnen, evenals op de leerling-cd en in IT M@tters. Deze bronnen zijn heel gevarieerd, van leesteksten en taalmiddelen tot naslag en video. 2.2 Werken met Textbook en Workbook Het werken met tekstboek en werkboek kan planmatig worden opgezet, want er is een vaste structuur in elk hoofdstuk. In het vervolg worden de diverse onderdelen uitgelegd. 2.3 Workplanner, Leerdoelen en Checks Elk hoofdstuk begint met een Workplanner. Hierin staat een inhoudsopgave van het hoofdstuk, en dit biedt u de mogelijkheid om een snel overzicht te krijgen van alle onderdelen. Vervolgens kunt u aan de hand hiervan een studieplanner of PTA maken, maar u kunt ook bijvoorbeeld de leerlingen bepaalde zaken laten invullen: huiswerk, deadlines, toetsdatum enzovoort. Bovendien ziet u in een oogopslag bij welke onderdelen verder on-line geoefend kan worden. Alle genoemde onderdelen in de Workplanner worden hieronder toegelicht • De inhoudsopgave geeft bij de vaste onderdelen A, B, C, D, Grammar en E-xtra aan hoeveel werkboekopdrachten er zijn, bij welke oefeningen luistermateriaal of ICT-materiaal is en bij welke oefeningen er samen gewerkt kan worden. Leerlingen kunnen deze onderdelen in dit overzicht per opdracht afvinken nadat ze het gemaakt hebben. • De kalender maakt het mogelijk voor de klas of de individuele leerling om de verschillende onderdelen per les in te delen. • Bij het blok Toetsing kan worden ingevuld wanneer de toets zal zijn en wat er zal worden getoetst. 2.4 Soorten opdrachten De soorten opdrachten zijn gevarieerd en bevatten vaak een speels element, maar tevens zit hier structuur en opbouw in. Bij de Stones-opdrachten is er een enerzijds een opbouw van vocabulaire en grammaticale constructies, en anderzijds zijn deze opdrachten sterk gericht op het bevorderen en stimuleren van communicatie, zowel mondeling als schriftelijk. Bij lezen en luisteren zijn het vooral de lees- en luisterstrategieën die via een gevarieerd aanbod aan opdrachten worden getraind. Er zijn: - Spreken en schrijven-gerelateerde opdrachten waaronder: • pure reproductie-opdrachten (Say it in English) waarbij letterlijk zinnen uit de Stone worden gehaald • geleide open en gesloten spreek- en schrijfopdrachten bij een Stone • vocabulaire-opdrachten • grammatica-opdrachten • vrije productie of toepassingsopdrachten: speech card-opdrachten (Talking Matters), het schrijven van een brief, het houden van een spreekbeurt • interactieve IT M@tter-opdrachten die herhaling en extra training on-line bieden • optionele opdrachten, voor leerlingen die net iets meer aankunnen ( <> ), of voor de zwakkere leerlingen die een extra tussenstap nodig hebben ( O ) • gesloten toetsopdrachten in de diagnostische toets in het werkboek • interactieve toetsopdrachten in de diagnostische toets in IT M@tters • toepassingsopdrachten waarin alle getrainde vaardigheden/strategieën samenkomen - Lezen- en luisteren-gerelateerde opdrachten, waaronder: • open en gesloten strategie-trainingsopdrachten • vocabulaire-opdrachten • IT M@tter-teksten en opdrachten
19
• •
IT M@tter-video en opdrachten IT M@tter uitspraak-opdrachten
2.5 Grammatica Alle benodigde grammatica-onderdelen worden getraind en regelmatig herhaald. De criteria die aan de plek en volgorde van bepaalde onderdelen ten grondslag liggen zijn: • grammatica-onderdelen worden aangeboden in logische en wenselijke volgorde; bijvoorbeeld is goed gekeken wanneer welke tijden behandeld worden. • de grammatica wordt goed gedoseerd aangeboden: er is een gebalanceerde verdeling gemaakt voor elk deel. • de (communicatieve, impliciete) training van grammatica is ingebed in het hoofdstuk en gerelateerd aan de Stones (zie onder). De setting van de opdracht is communicatief. • de (expliciete) grammatica met regels en opdrachten zit achter het D-deel. (zie onder) • leerlingen worden verwezen naar de Grammar Survey voor het raadplegen en bestuderen van de regel indien de constructie al in een eerder hoofdstuk is behandeld. • leerlingen worden aan het eind van een onderdeel verwezen naar IT M@tters voor herhaling van het betreffende onderdeel. Toelichting: De in het hoofdstuk behandelde grammatica is gekoppeld aan de (constructies in de) Stones. Achter onderdeel D wordt een overzicht van de regels met voorbeelden gegeven. De grammatica kan op twee manieren worden getraind: impliciet door middel van de Stonesopdrachten, waarbij het vooral gaat om het overbrengen van de boodschap (de communicatie) en expliciet met behulp van de grammaticaregels en voorbeelden en de daaraan gekoppelde opdrachten. Bij deze laatste soort gaat het dus vooral om het correct toepassen van de regels. U kunt de grammatica-regel direct bij het behandelen van de Stone uitleggen, of u kunt ervoor kiezen om de leerling eerst onbewust de regel te laten toepassen als ze de Stones-opdrachten maken, en pas daarna de link te leggen met de betreffende regel. In beide gevallen moet u een keuze maken wanneer en of u alle leerlingen ook nog de grammaticaopdrachten laat maken. De Grammar Survey, een totaaloverzicht van alle in het boek behandelde grammatica vindt u achterin het Textbook. 2.6 Vocabulaire Aan het eind van elk hoofdstuk vindt u een woordenlijst met de te leren woorden uit het hoofdstuk. Deze woorden staan in contextzinnen die de betekenis verduidelijken. De leerling kan zichzelf overhoren door middel van het bijgesloten rode plastic vel. De lijst bestaat uit: productief te leren woorden 1. alle woorden uit de Stones die nog niet eerder zijn voorgekomen 2. woorden die de leerling nodig heeft om de opdrachten te kunnen maken 3. relevante woorden uit de leesteksten. 4. receptief aangeboden woorden (*) 5. woorden die op dit moment alleen passief hoeven te worden gekend, maar wellicht in een later stadium productief zullen worden aangeboden. Werkwijze: • De woorden staan per onderdeel in alfabetische volgorde. U kunt de leerlingen het beste per onderdeel het betreffende blokje laten leren. • Ook kunnen ze dit verder oefenen in.IT M@tters • U kunt er ook voor kiezen de leerlingen een eigen Word File te laten aanleggen. Hiervoor worden verschillende aanzetten gegeven bij opdrachten. • Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden is uiteraard ook mogelijk. Een alfabetische woordenlijst staat achterin het Textbook. Hierin zijn alle woorden die voorkomen in de vocabulary bij de hoofdstukken opgenomen. Onder de leesteksten is vaak een blokje Words to help opgenomen. Deze woorden zijn niet bedoeld om te leren, maar om de leerling een handvat te bieden om de tekst beter te begrijpen en de opdrachten te kunnen maken.
20
2.7 Summary, Test Yourself en Toetsing In de samenvatting wordt aangegeven welke onderdelen, vaardigheden en strategieën in het hoofdstuk getraind zijn. U kunt deze samenvatting samen met de leerlingen bespreken, en aangeven welke onderdelen voor de eindtoets aan de orde zullen komen en geleerd moeten worden. Ter voorbereiding kan de leerling vervolgens de Test Yourself maken. De diagnostische toets is bedoeld om te bepalen of een leerling zich middels de training de kennis en kunde eigen heeft gemaakt om de eindtoets of onderdelen daarvan op de goede wijze af te sluiten. Indien nodig kan hij/zij extra onderdelen on-line nogmaals oefenen. Een andere mogelijkheid is om de diagnostische toets in IT M@tters te maken. Hierbij krijgt de leerling directe feedback zodat hij of zij weet welke onderdelen nog onvoldoende beheerst worden. Dit kan ook bijvoorbeeld in tweetallen in het computerlokaal. Het is niet altijd mogelijk om alle vaardigheden (b.v. gespreksvaardigheid) te ‘vertalen’ in vergelijkbare diagnostische toetsen. In voorkomende gevallen is een oplossing gekozen die zo dicht mogelijk bij het betreffende onderdeel staat. De eindtoets zal meestal een combinatie zijn van enkele vaardigheden. U zult deze naar eigen inzicht samenstellen uit de toetsenbank, of de selectie op de cd-rom gebruiken. Een toets voor gespreksvaardigheid is echter moeilijker op efficiënte en effectieve wijze af te nemen. Daarom volgen hier enkele suggesties. Het afnemen van een gespreksvaardigheidstoets • Organisatie: • regelmatig toetsen: vijf tot tien minuten informeel toetsen van een beperkt aantal leerlingen tijdens de les, eens per week of per twee weken. • in groepjes, tweetallen of individueel: inhoud: recente spreekopdrachten, voorbereiden van een aantal vragen, een spreekbeurt, of ter keuze van de leerling. • voorbereiding buiten de klas, individueel of in tweetallen. • voor de klas of terwijl de klas met iets anders bezig is. • opnemen op cassette • Beoordeling: • indrukcijfer met behulp van beoordelingsschema, b.v. ++ goed; + voldoende; ? twijfelachtig; onvoldoende. • cijfers geven terwijl u door de klas loopt. • extra vragen stellen bij ‘teveel uit het hoofd opzeggen’ • eindcijfer kan gebaseerd worden op de resultaten van de indrukcijfers. • criteria: laat leerlingen weten waarop ze beoordeeld worden, b.v. taalmiddelen uit de Stones, spontaan taalgebruik of beide. 2.8 IT M@tters De DLO (Digitale Leerlingen Omgeving) hebben we IT M@tters genoemd. Deze i-module is direct gekoppeld aan (opdrachten in) de methode. Het adres is: 2thv.steppingstones.wolters.nl. Deze leerlingensite bevat een gevarieerd aanbod aan materiaal en interactieve opdrachten. De aansturing gebeurt vanuit het werkboek. Hierin staat steeds aangegeven wanneer er verder geoefend kan worden op de computer. De leerlingen gaan dan naar de site en volgen de gewenste route. Het aangeboden materiaal kan worden onderverdeeld in vervangend materiaal, aanvullend materiaal en herhalingsstof. Voor een aantal leerlingen is de herhalingsstof zeer wezenlijk om grammatica, idioom en strategieën goed in te slijpen. De meerwaarde van deze interactieve opdrachten is de directe feedback en de opvraagbare leerhulp en uitleg. Voor de betere leerlingen is deze oefenstof minder noodzakelijk, maar ook zij vinden voldoende uitdaging met het aanvullende materiaal: strategie-training, internet-opdrachten, lees, luister en videomateriaal, en de oefentoets. Het C-onderdeel van elk hoofdstuk kan vervangend op de computer worden gemaakt. U kunt dat gedeelte in het boek dan overslaan. Het C-onderdeel online heeft een absolute meerwaarde door de directe feedback, de combinatie van lezen, luisteren en kijken, en de motiverende werking die dit op de leerling heeft. Er kunnen dus keuzes gemaakt worden, zowel door u als door de leerling, al naar gelang de behoefte. De i-Module is flexibel inzetbaar, en kan minimaal of maximaal worden benut. Verder biedt IT M@tters:
21
• • • • • • •
Herhalingsopdrachten: aan het eind van onderdelen in het boek worden de leerlingen verwezen naar deze interactieve stones- en grammatica-opdrachten met uitleg en voorbeelden. Diagnostische toets on-line: Dit onderdeel heet Test Yourself en bestaat uit oefeningen met Stones, Grammatica en Vocabulaire. Reading Matters: Onder dit kopje worden extra leesteksten aangeboden die tevens kunnen worden beluisterd, met opdrachten. Internetopdrachten: Bij elk hoofdstuk hoort een internetopdracht, die opzoekvaardigheden traint. Video: speciaal voor het kijk- en luisterdossier zijn video’s met opdrachten opgenomen bij het vervangende C-onderdeel in IT M@tters in een aantal hoofdstukken. Dit geeft een duidelijke meerwaarde t.o.v. het C-onderdeel in het boek. Naslag: De Grammar Survey en de Yellow Pages, Vocabulary, Stones-zinnen (met geluid) en links en een woordenlijst kunnen geraadpleegd worden tijdens de oefeningen. Newsticker: dagelijks worden vijf actuele, korte krantenartikelen op de site gezet. Deze kunt u gebruiken voor extensief lezen, of ter afwisseling van het overige lesmateriaal.
De herhalingsopdrachten staan tevens als platte opdrachten (zonder feedback) als kopieerbaar materiaal op deze site en kunnen worden uitgeprint, zodat u de mogelijkheid hebt om deze opdrachten op papier te laten maken, als de gelegenheid ontbreekt om de leerlingen op de computer te laten oefenen. Overal in de hoofdstuk waar on-line verder geoefend kan worden, is dit aangegeven aan het eind van het betreffende onderdeel, en op de Workplanner. Bij de Summary is een totaaloverzicht gevoegd van alle IT M@tters-opdrachten bij het hoofdstuk. Organisatie U bepaalt zelf of de ICT-opdrachten aansluitend bij de opdrachten gedaan worden, of deze thuis of individueel in het computerlokaal gedaan worden, of dat u regelmatig een (klassikale) les inroostert voor aanvullende training, voor de diagnostische toets of de herhalingsopdrachten. Hierdoor is een flexibele inpassing in het programma mogelijk, en blijft ICT optioneel. Digitale Docentenomgeving (DDO) De DDO voor de docenten (www.steppingstones.wolters.nl) en de DLO voor de leerlingen (2thv.steppingstones.wolters.nl), zijn gelinkt. U kunt vanuit de eerste site rechtstreeks doorlinken naar de leerlingensite, en andersom. Op de docentensite vindt u alle informatie betreffende de methode, gebruikersdagen, startcursussen, demo’s en service. Deze site wordt regelmatig ge-update met de nieuwste ontwikkelingen en wetenswaardigheden. 2.9 Yellow Pages De Yellow pages bevatten stappenplannen voor alle vaardigheden, en de studievaardigheden. De leerlingen worden naar onderdelen hiervan verwezen bij opdrachten waarbij dat wenselijk is. De Yellow pages geven de leerling concrete aanwijzingen bij elk van de vier vaardigheden. Bij luisteren worden een aantal luisterstrategiën toegelicht en het bijhouden van een Listening log wordt uitgelegd. Evenzo worden er bij lezen de leesstrategiën uit de doeken gedaan en ziet de leerling hoe een leesdossier kan worden bijgehouden. De hulp bij spreekvaardigheid is gegeven in de vorm van adviezen voor het uitvoeren van spreekopdrachten en het geven van spreekbeurten. Het onderdeel schrijfvaardigheid geeft tips voor het schrijven van brieven, briefconventies en een voorbeeldbrief. De adviezen met betrekking tot de studievaardigheden behandelen het leren, informatie verzamelen en samenwerken. 2.10 Reading Matters Achterin het tekstboek wordt aandacht besteed aan extensief lezen. Dit gedeelte bevat gedichten, korte verhalen en fragmenten om de extensieve leesvaardigheid te oefenen en het leesplezier te ontwikkelen. Hierbij worden in het werkboek een aantal verwerkingsopdrachten gegeven. U kunt er ook voor kiezen om de leerlingen via een formulier hun leeservaringen laten opschrijven, waardoor al een begin wordt gemaakt met het aanleggen van een leesdossier. In het eerste jaar zal dat waarschijnlijk nog zeer summier gebeuren, maar toewerkend naar de bovenbouw is het goed om hier vroegtijdig mee te beginnen.
22
Alle Reading Matters worden tevens voorgelezen op de leerling-cd. U kunt dus lezen en luisteren combineren, iets wat de leerlingen erg motiveert. Op de leerlingensite 2thv.steppingstones.wolters.nl worden meerdere extra fragmenten gegeven, evenals een (voorbeeld) dossierschema. 2.11 Talking Matters De speech cards uit het hele boek zijn in dit onderdeel achterin het werkboek verzameld, en staan at random op de pagina’s. Het betreft informatie-gap rollenkaarten die vanuit de opdrachten worden aangestuurd, met verwijzing naar het betreffende kaartnummer en een situatiebeschrijving. In het eerste deel zijn de de speech cards nog behoorlijk geleid, en naarmate het niveau toeneemt zal er een vrijere invulling aan worden gegeven. Organisatie van de gespreksvaardigheid is nog altijd een punt van discussie, en hangt bovendien af van de inrichting van uw lessen en faciliteiten. Afhankelijk van uw mogelijkheden zou u enkele van de volgende suggesties kunnen proberen: • U doet alle spreekopdrachten en dat kan omdat de leerlingen altijd in tweetallen of groepjes van vier zitten. U neemt wat extra rumoer op de koop toe en laat Play the role- opdrachten door enkele aan te wijzen groepjes uitvoeren voor de klas. U neemt dit altijd op een bandje op en evalueert naderhand. • Aan het begin van de les kiest u enkele groepjes uit en laat deze buiten de klas hun rollen voorbereiden. Ondertussen maakt de rest enkele opdrachten in het werkboek. Na 10 minuten voorbereiding spelen de betreffende leerlingen de opdracht en u laat de rest aantekeningen maken, via een observation sheet. Bespreking volgt. • U slaat in eerste instantie de (grotere) spreekopdrachten over. Tegen het einde van het hoofdstuk, als alle stones-opdrachten zijn gedaan, verdeelt u de verschillende spreekopdrachten onder onder 4 groepjes of tweetallen. De leerlingen bereiden de opdrachten thuis voor, en voeren deze uit in een volgende les gespreksvaardigheid. Bij het volgende hoofdstuk doet u hetzelfde, maar nu is de andere helft van de klas aan de beurt. De leerlingen die niet hoeven te spreken geeft u een observatie opdracht. • U besteedt een vast gedeelte van de les aan spreekopdrachten en maakt een schema wie wanneer aan de beurt zijn. • U besteedt een (vaste) les per 2 of 3 weken aan gespreksvaardigheid en slaat de opdrachten tot zolang over. • De beoordeling kunt u het beste ook eens door leerlingen laten doen, aan de hand van een Observation Sheet. U geeft daarin een aantal criteria die de leerlingen kunnen aankruisen. Daarna kunt u uw eigen oordeel en dat van de leerlingen samen afwegen. Vaak blijkt dit goed te werken. Het is raadzaam om bij spreekopdrachten een tijdlimiet van één tot vijf minuten vast te stellen, afhankelijk van het soort opdracht. Een ander punt is dat u niet vaak genoeg kunt benadrukken dat leerlingen niet op de kaarten van de ander mogen kijken, omdat de opdracht het doel voorbijschiet als er geen information gap is.
23
3. Planning Hoe u de lessen het beste kunt plannen hangt van veel factoren af. Wij geven hier enkele suggesties: U dient de volgende dingen vooraf te bepalen: • Wat is haalbaar met het aantal lessen in een bepaalde klas (2 of 3 uur) • Wat wilt u schrappen als de stof meer is dan in uw lessen behandeld kan worden (zie voorbeeldselecties) • Wat wilt u wanneer toetsen? • mate van zelfstandig en/of klassikaal werken (wel/geen uitwerkingenboeken, leerling-cd’s) • Welke activiteiten buiten de methode om wilt u doen, en hoeveel tijd kost dat? • Gaan de leerlingen de IT M@tters thuis doen, of individueel op school tijdens studie-uren, of besteedt u hieraan klassikale uren in de mediatheek of het computerlokaal? • Wilt u al iets doen aan het leesdossier/luister- en kijkdossier? Vervolgens maakt u een globaal lesprogramma. In het eerste jaar zult u waarschijnlijk ervaren dat sommige dingen minder, andere meer tijd kosten dan was ingeschat. Op basis van uw ervaringen zal het programma waarschijnlijk worden bijgesteld. Voorbeeldplanningen kunt u vinden in de docentenhandleiding op de site bij het betreffende hoofdstuk van deel 2 (t) havo vwo. 3.1 Kerncurriculum Het kerncurriculum in de methode is gebaseerd op een advieslessentabel, waarbinnen het mogelijk zou moeten zijn om de kerndoelen binnen twee of drie jaren af te ronden. De stof is zodanig over de delen gespreid dat u zowel met 2 als 3 lessen per week de gestelde doelen kunt halen. Er is zorgvuldig gekeken naar leerlijnen, verantwoorde opbouw, en herhaling waar nodig en zinvol. Voor zowel twee als drie lessen per week worden voorbeelden gegeven van de mogelijkheden om bepaalde onderdelen c.q. opdrachten over te slaan, zonder dat u bang hoeft te zijn dat de kerndoelen onvoldoende getraind worden, of dat u wezenlijke zaken mist. Er is zoveel herhaling ingebouwd, zowel in het boek als op de computer, dat ook bij minder lessen de leerlingen alle benodigde training kunnen krijgen. 3.2 Kerndoelenoverzicht Op de site www.steppingstones.wolters.nl bij de docentenhandleiding van deel 2 (t) havo vwo vindt u het kerndoelenoverzicht waarin is aangegeven in welk hoofdstuk de kerndoelen of eindtermen behandeld worden. 3.3 Extra materiaal Op de site www.steppingstones.wolters.nl vindt u tevens bij de docentenhandleiding op deelniveau deel 2 (t) havo vwo studiewijzers, kopieerbaar materiaal zoals Reading Log, Listening Log en de Observation Sheet Speaking. Per hoofdstuk vindt u in de docentenhandleiding op de site nog de Transcripts, Stonesvertalingen, voorbeeldplanningen voor twee en drie uur per week, herhalingsopdrachten en links.
24
4 Didactische tips 4.1 Didactische tips 2 (t) havo 4.1.1 The First Lesson (t) havo THE FIRST LESSON Nadat uw leerlingen in het Textbook de ‘waarin-zin’ hebben gelezen en de bijbehorende foto hebben bekeken, kunt u in een klassengesprek met uw leerlingen ingaan op het thema vakantie door bijvoorbeeld ervaringen uit te wisselen. Aangezien op de foto Mr Bean te zien is, zou u ook nog iets met (de vakantie van) dit personage kunnen doen door hen te vragen of hen iets geks op vakantie is overkomen of dat ze een blunder hebben geslagen. 1
Door het doen van deze quiz over enkele Stones, woorden, grammaticale en culturele aspecten uit Stepping Stones 1 (t) havo vwo gaan de leerlingen zelf na hoeveel ze daar nog van weten. Als blijkt dat bepaalde kennis is weggezakt kunt u hier bij de bespreking van de opdracht even bij stilstaan zonder er een grammaticales van te maken. De quiz is niet al te moeilijk gemaakt en is ook goed te maken door leerlingen op dit niveau die voor het eerst met Stepping Stones gaan werken. Over deze les De First lesson stelt uw leerlingen in staat hun geheugen wat op te frissen met betrekking tot een aantal onderwerpen die in Stepping Stones 1 (t)havo vwo aan de orde zijn gekomen. Tevens vormt deze les de overgang tussen Stepping Stones 1 en 2 (t)havo vwo door hier alvast de past simple aan te stippen. Deze werkwoordstijd is aan het eind van Stepping Stones 1 (t)havo vwo behandeld en zal gelijk aan het begin van Stepping Stones 2 (t)havo vwo worden herhaald en uitgebreid. Deze les biedt verder zowel leerlingen die al eerder met Stepping Stones gewerkt hebben als leerlingen die hier voor het eerst mee gaan werken de kans (weer) aan de verschillende onderdelen te wennen. Hiernaast staat het thema vakantie centraal. U kunt benadrukken dat uw leerlingen veel, zo niet alles, in het Workbook en Textbook zelfstandig kunnen verwerken. Wijs hen in dat geval ook op het uitwerkingenboek, de leerling-cd en het extra online leerlingenmateriaal (2thv.steppingstones.wolters.nl) Voordat uw leerlingen Exercise 2 gaan maken, bekijken ze het voor hen nieuwe Text– en Workbook.
2
In deze opdracht moeten uw leerlingen open vragen beantwoorden om zo (opnieuw) kennis te maken met de opbouw van Stepping Stones. In verband met de zelfwerkzaamheid is het van belang dat uw leerlingen een goed inzicht hebben in de structuur. U kunt uw leerlingen hier (wederom) op wijzen. Uw leerlingen lezen eerst de ansichtkaarten in hun Textbook. Daarna maken ze Exercise 3 t/m 6.
3
Hier moeten uw leerlingen de past simple vormen van de gegeven werkwoorden in een puzzel invullen. Deze vormen zijn ze bij het lezen van de ansichtkaarten al tegengekomen. Als u (in Stepping Stones 1 (t) havo vwo) nog niet bent toegekomen aan de past simple, is deze opdracht ook voor uw leerlingen daarom goed te doen. Ze doen zo alvast wat passieve kennis over dit onderwerp op, waar in het eerste hoofdstuk verder op in wordt gegaan. Als u met uw leerlingen in Stepping Stones 1 (t) havo vwo de past simple al heeft behandeld, kunt u ervoor kiezen om deze opdracht te doen voordat de leerlingen de ansichtkaarten in het Textbook bekijken. Zo kunt u controleren of deze kennis niet is weggezakt en wellicht weer kort ingaan op begrippen als regelmatige– en onregelmatige werkwoorden. U kunt hen dan ook wijzen op de lijst met onregelmatige werkwoorden op bladzijde 152–153 van het Textbook.
4
Bij opdracht 4 gaan uw leerlingen open vragen beantwoorden die te maken hebben met de ansichtkaarten en met de landen waar Engels als eerste taal gesproken wordt. U kunt daarom ook tevens het onderwerp Engels als wereldtaal aansnijden en bijvoorbeeld ook iets vertellen over landen waar Engels als tweede taal wordt gesproken en hoe dat komt.
5
Opdracht 5 is een spelopdracht waarbij de leerlingen in tweetallen samenwerken. Elk schrijven ze informatie op over twee vakantielanden waar ze ooit zijn geweest of nog eens heen willen gaan. Op
25
basis van deze informatie beschrijven ze deze landen aan hun klasgenoot die moet raden welk land ze beschrijven. Hiermee verdienen ze punten. Het vragen naar meer informatie kost punten. U kunt deze opdracht ook in een andere, klassikale variant doen, door de klas in groepen te verdelen en hen een door u gekozen land te laten beschrijven. 4.1.2 Chapter 1 (t) havo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt de leerlingen vragen naar wat ze wel leuk en niet leuk vinden. U zou tevens een woordspin met als thema ‘Time of your life’ op het bord kunnen tekenen en deze samen met de klas kunnen invullen. 1
In deze opdracht gaan de leerlingen hun meningen geven door de beschreven activiteiten op volgorde te zetten. Bij de eerste acht gaat het om dingen die leuk zijn, bij de andere acht gaat het om dingen die over het algemeen niet als plezierig worden ervaren. Het doel hiervan is dat de leerlingen alvast gaan nadenken over dingen die wel leuk en niet leuk zijn. U zou op het bord kunnen turven welke activiteit het leukst gevonden wordt en welke het minst. Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk heeft als thema vrije tijd. Net na de vakantie hebben leerlingen elkaar van alles te vertellen over wat ze meegemaakt hebben. Daarom gaan de leerlingen in hoofdstuk 1 onder andere terugkijken op hun vakantie en daarover vertellen. Ook de luisterteksten gaan over vakantie en vrije tijd en worden onder anderen gebruikt om luister– en kijkvaardigheid mee te oefenen. De leesteksten, die ook op het thema aansluiten, lenen zich uitstekend voor scanopdrachten. Verder wordt er in de grammatica past simple en de rangtelwoorden behandeld.
A
Back to school Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2 [00]
De leerlingen moeten bij deze opdracht de juiste stellingen aankruisen. Het is belangrijk dat de leerlingen voor het luisteren de stellingen doorlezen. Zo weten ze waar ze op moeten letten. Maak de leerlingen erop attent dat er geen pauzes zijn. Karen’s summer vacation De leerlingen bekijken de tekening in het Textbook en lezen de bijbehorende tekst om erachter te komen waar ze naar gaan luisteren.
3 [00]
Bij deze opdracht gaan de leerlingen oefenen met kijk– en luistervaardigheid. Tijdens het luisteren moeten de leerlingen de hokjes aankruisen van de illustraties die corresponderen met het geluidsfragment. U kunt de leerlingen er op wijzen dat het bij dit soort opdrachten belangrijk is om de tekeningen voor het luisteren nauwkeurig te bekijken. Maak de leerlingen erop attent dat er geen pauzes zijn. Stone 1 U neemt de Stone met de leerlingen door. De zinnen staan ook op de cd. Na elke zin kunnen de leerlingen de zin nazeggen. U kunt er voor kiezen om Grammar 1 te behandelen, omdat die ingaat op de Past Simple. Mocht u besluiten om Grammar 1 te behandelen, wijs de leerlingen dan ook op de lijst met onregelmatige werkwoorden op bladzijde 152–153 van het Textbook. U kunt de leerlingen alvast laten vertellen waar ze geweest zijn op basis van de Stone. Dit zal ze ook alvast voorbereiden op opdracht 7.
4
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 1 vermeld staan.
26
5
Bij deze opdracht moeten de leerlingen zinnen maken aan de hand van de tekeningen. Het zijn in principe dezelfde zinnen als bij opdracht 4, alleen zijn er nu andere personen en bestemmingen. Doel van deze opdracht is het inslijpen van de Stone.
6
Opdracht 6 is een vrijere variant van de vorige opdrachten. Opdracht 6 is bedoeld om de leerling kennis te laten maken met andere mogelijkheden. U kunt de leerlingen een dialoogje laten oefenen met hun eigen vakantie.
7
Dit is een spreekopdracht waarbij de leerlingen elkaar over hun zomervakantie vertellen. Om de leerlingen een stuk op weg te helpen staan er 6 vragen die ze moeten beantwoorden. U kunt u zelf het goede voorbeeld geven door eerst zelf over uw eigen vakantie te vertellen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Specialty Camp De leerlingen bekijken de leesinput in het Textbook, maar lezen deze nog niet. Daarna gaan ze verder met Exercises 8 en 9.
8
Bij opdracht 8 gaan de leerlingen het juiste zomerkamp bij de juiste stelling zetten. Hiervoor hoeven ze niet de tekst eerst te lezen. Bij deze opdracht is het belangrijk dat de leerlingen eerst in de Yellow Pages lezen over scannen. Aangezien dit het eerste hoofdstuk is en scannen ook in latere hoofdstukken aan bod komt, is het verstandig de gegeven bladzijden in de Yellow Pages samen door te lezen.
9
In opdracht 9 moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Hiervoor moeten ze intensief lezen. U kunt even klassikaal stilstaan bij vragen 4 en 5 waar ze hun eigen mening moeten geven. Stones 2 en 3 Deze Stones gaan over vragen en antwoorden in de verleden tijd. Het is verstandig om bij deze Stones Grammar 2 en 3 te behandelen, omdat deze op elkaar aansluiten.
10
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stones 2 en 3 vermeld staan.
11
Deze opdracht dient als inslijpoefening en is minder gestuurd dan opdracht 9.
12
Bij deze opdracht moeten de leerlingen zinnen kunnen maken zoals ze in de Stone staan. Ze maken daarbij gebruik van de informatie die in de kantlijn staat. U kunt hen er ook op wijzen dat ze uit de context al goed kunnen opmaken wat ze moeten invullen. Stones 1 t/m 3 De leerlingen kijken nogmaals naar Stones 1 t/m 3 en doen vervolgens Exercise 13. Het is wel belangrijk dat ze alle Stones nog eens bekijken.
13
Bij deze spreekopdracht moeten de leerlingen er aan de hand van vragen achter zien te komen waar hun klasgenoot is geweest. Ze mogen alleen vragen stellen over de activiteiten (bijv. Did you go to a campsite?). Door meerdere vragen te stellen blijft er op een gegeven moment nog maar een mogelijkheid over. Wanneer ze de stad geraden hebben, vragen de leerlingen hoe hun klasgenoot gegaan is. Daarna kunnen ze van rol wisselen. Let u er wel op dat de leerlingen niet als eerste vraag naar de stad vragen. (Bijvoorbeeld: Did you go to Amsterdam?) Dit zou het spelelement eruit halen. Het is belangrijk dat de leerlingen alleen hun eigen spreekkaart lezen en zich goed op hun rol voorbereiden. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
27
C
Skateboarding Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 14.
14 [00]
De leerlingen moeten hier tijdens het luisteren aangeven of de gegeven beweringen over de tekst juist of onjuist zijn. Het is daarom belangrijk dat ze deze beweringen voor het luisteren goed doorlezen.Als u in een klas zowel de HV als de TH methode gebruikt, kunt u deze opdracht het beste zelfstandig op de computer laten maken, omdat er bij de havo vwo versie pauzes zijn en bij de (t) havo versie niet. Stones 4 en 5 U kunt uw leerlingen deze Stone zelfstandig laten bestuderen om vervolgens de bijbehorende opdrachten te maken. Het is wel verstandig om de leerlingen te wijzen op het verschil tussen spreektaal en schrijftaal bij data.
15
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in de Stone staan.
16
Dit is een iets vrijere opdracht waarbij de leerlingen naast hun eigen gegevens ook een aantal data in moeten vullen.
17
Dit is een opdracht waarbij uw leerlingen elkaar naar hun geboortedatum gaan vragen. Wijst u hen op de tip die in het werkboek vermeld staat.
D
Spare time De leerlingen bekijken Spare time, maar lezen de tekst nog niet. Daarna gaan de leerlingen verder met Exercises 18 en 19.
18
Bij opdracht 18 gaan de leerlingen de juiste persoon bij de juiste stelling zetten. Hiervoor hoeven ze de tekst niet eerst te lezen. Bij deze opdracht is het belangrijk dat de leerlingen eerst in de Yellow Pages lezen over scannen. Aangezien dit het eerste hoofdstuk is en scannen ook in latere hoofdstukken aan bod komt, is het verstandig om er even bij stil te staan.
19
De leerlingen beantwoorden opeb vragen over de tekst. U kunt na het maken van deze opdrachtenreeks bij Spare time ook eens informeren naar hoe uw leerlingen hun vrije tijd doorbrengen. Wie heeft er bijvoorbeeld een vakantiebaantje? En wie kijkt veel tv? Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Een veel gemaakte fout bij de past simple is dat leerlingen bij vragen en ontkenningen twee keer een verleden tijd gebruiken. (Bijvoorbeeld: I didn’t went …) Wellicht kunt u dat extra onder de aandacht brengen. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
28
Omdat dit het eerste hoofdstuk is, bespreekt u met de leerlingen het doel van de Test Yourself. De Test Yourself is een beknopte samenvatting van de Stones, Grammar en Vocabulary van het hoofdstuk en een middel tot zelfcontrole bij het leren van een hoofdstuk. De leerlingen kunnen m.b.v. het uitwerkingenboek zelf zien welke onderdelen uit Test Yourself ‘Voldoende’ en welke ‘Nog niet voldoende’ zijn. Daarna bestuderen de leerlingen de geadviseerde onderdelen en doen de bijbehorende opdrachten uit IT Herhaling op de computer. U kunt de leerlingen erop attent maken dat er voor u nu nog een mogelijkheid is om dingen die ze niet begrepen hebben nog eens extra uit te leggen. Het is daarom van belang dat ze de Test Yourself serieus maken en nakijken. Het is raadzaam toch wel enige controle uit te oefenen op het maken en nakijken van de Test Yourself en op hoeveel fouten de leerlingen gemaakt hebben. E
A day on the James Bond set Elk hoofdstuk bevat een E-xtra tekst. Deze teksten zijn meestal moeilijker dan de andere teksten in het hoofdstuk. Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3.
<1> Het is de bedoeling dat de leerlingen de zinnen in de volgorde zetten zoals ze in de tekst voorkomen. De zinnen staan in de opdracht echter in het Nederlands. Uw leerlingen zullen eerst een kleine vertaalslag moeten maken om zo de juiste zinnen te vinden. Wanneer een leerling dit een moeilijke opdracht vindt, kunt u hem / haar adviseren om bij elke zin een trefwoord (in het Engels) uit te zoeken en deze proberen terug te vinden in de tekst. U kunt de leerlingen ook een woordenboek erbij laten gebruiken. <2> Bij deze opdracht moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Hiervoor moeten ze de tekst intensief lezen. <3> Bij deze opdracht wordt naar de mening van de leerling gevraagd. Op deze manier wordt de link gelegd tussen de gelezen tekst en de belevingswereld van de leerling. U kunt leerlingen adviseren om eens antwoorden met elkaar te vergelijken. 4.1.3 Chapter 2 (t) havo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin-zinnen’ in het Textbook. Voor ze Exercise 1 gaan maken, kunt u vragen wie van hen wel eens in het ziekenhuis gelegen heeft en voor welke kwaal. Door naar hun eigen ervaringen met het thema te vragen, denken uw leerlingen niet alleen na over dit thema maar raken ze er vanaf het begin ook echt bij betrokken. 1
In deze opdracht gaan de leerlingen de juiste namen zoeken van gezondheidskwaaltjes die op de plaatjes staan afgebeeld of die ze nog zelf moeten tekenen. Zo wordt aanwezige kennis van idioom rond dit thema geprobeerd naar boven te halen en uit te breiden. Aangezien niet alle woorden uit deze opdracht in het Textbook staan, kunt u uw leerlingen stimuleren naast het Textbook ook het woordenboek te gebruiken om woorden op te zoeken. Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk heeft als thema gezondheid. Centraal staat niet alleen het informeren hiernaar, maar ook het geven van advies. De leerlingen leren op verschillende manieren advies te geven en oefenen hier dan ook verscheidene malen mee, zowel schriftelijk als mondeling. Bij de grammatica wordt overigens dieper ingegaan op de hulpwerkwoorden die hierbij gebruikt worden. Bij de onderdelen over leesvaardigheid wordt met name de vaardigheid scannen getraind. Op het gebied van schrijfvaardigheid krijgen de leerlingen de kans eens een e-mail te schrijven.
A
Bad luck Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
29
2 [00]
De leerlingen moeten hier informatie uit het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren in een tabel invullen. Zeker bij deze opdracht is het van groot belang dat de leerlingen voor het luisteren de tabel goed doorlezen, omdat ze de informatie die ze moeten invullen in een andere volgorde te horen krijgen dan de manier waarop deze in de tabel vermeld staat. Dit voorkomt dat ze tijdens het luisteren nog moeten gaan zoeken naar de plek waar de informatie in de tabel moet worden ingevuld. Het zorgt er tevens voor dat ze gericht kunnen luisteren om vervolgens de juiste informatie in te vullen. In verband met de tijd is het verder van belang hen erop te wijzen de in te vullen informatie in trefwoorden op te laten schrijven. Maak de leerlingen erop attent dat er geen pauzes zijn. A rare case De leerlingen bekijken de tekening in het Textbook en lezen de bijbehorende tekst om erachter te komen waar ze naar gaan luisteren.
3 [00]
Hier moeten de leerlingen tijdens het luisteren aankruisen welke van de gegeven beweringen juist is. U kunt hen er op wijzen dat het bij dit soort opdrachten belangrijk is om de beweringen voor het luisteren nauwkeurig door te lezen. Stone 6 Bij de behandeling van Stone 6 kunt u de leerlingen ook vragen of ze de laatste twee vragen hieruit ook zo kunnen aanpassen dat ze er niet alleen rechtstreeks aan iemand mee kunnen vragen of deze persoon orde in is, maar ook aan anderen. U kunt ze verder attent maken op het blokje rechtsonder met daarin namen van andere ziekten en gezondheidskwalen en eventueel nieuwe zinnen laten maken met andere soortgelijke namen die ze al kennen.
4
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 6 vermeld staan.
5
Dit is een invuloefeningen die uw leerlingen de gelegenheid biedt wat meer met het vocabulaire uit de Stone te oefenen.
6
De leerlingen moeten nu een gesprek aanvullen door soortgelijke zinnen te vertalen als die in Exercise 4. Het betreft hier echter zinnen in de indirecte rede die niet letterlijk uit de Stone te halen zijn. U kunt leerlingen die hier moeite mee hebben ook dit gesprek hardop laten oefenen met een medeleerling. Zo wordt het gelijk duidelijk wanneer een gesprek niet loopt en kunnen ze ook elkaars antwoorden met elkaar vergelijken.
7
Dit is een spreekopdracht met een spelelement. De leerlingen oefenen hierbij nog meer met het beschrijven van symptomen van bepaalde gezondheidsklachten. De bedoeling is dat ze hierbij omschrijvingen bedenken zoals in Stone 6. Aangezien deze raadopdracht leuker wordt door het kiezen van kwalen die nog niet aan de orde zijn geweest, kunt u ze de gelegenheid bieden gebruik te maken van een woordenboek. Eventueel kunt u een passende beloning geven aan de leerling met de meeste punten. Het is overigens goed mogelijk om deze opdracht klassikaal te doen. Stone 7 Aangezien in Stone 7 voor het eerst de past continuous aan bod komt, is het raadzaam deze klassikaal te behandelen. U kunt ervoor kiezen dit in combinatie te doen met grammar 1 en 2, waarin ook een vergelijking wordt getrokken met de present continuous. Wijs uw leerlingen er in ieder geval op dat de past continuous wordt gemaakt met was/were en een werkwoord met –ing en dat deze gebruikt wordt om te praten over wat er op een bepaald moment aan de gang was.
8
Door deze opdracht leren de leerlingen goed wennen aan de past continuous. De leerlingen moeten de vertalingen geven zoals ze letterlijk in de Stone staan.
9
In opdracht 8 worden de leerlingen gestuurd in het vragen maken over en antwoorden geven bij wat er op de plaatjes te zien is. Net als bij de voorgaande opdracht, moeten ze hierbij zowel de past continuous als de past simple gebruiken.
30
10
Deze opdracht laat de leerlingen nu helemaal zelf soortgelijke vragen en antwoorden als in de voorgaande opdracht en Stone 7 maken. De woorden die ze hiervoor nodig hebben komen niet meer uit de Stone, maar hebben ze wel gehad in Stepping Stones 1 (t)havo vwo en het vorige hoofdstuk.
<11> Om nog eens extra te oefenen met alleen de past continuous beschrijven de leerlingen wat hun bekenden aan het doen waren en moeten ze dus in staat zijn deze vorm te maken van alle werkwoorden die ze zelf kiezen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. B
Four ways to feel better De leerlingen bekijken de leesinput in het Textbook zodat ze weten hoe deze is opgebouwd, maar lezen de tekst nog niet. Dit is belangrijk voor de scanopdrachten die ze hierna moeten doen.
12
Opdracht 12 laat de leerlingen een tekst scannen naar de namen van de personen die horen bij de meningen die in het artikel voorkomen. Alvorens hiermee te beginnen, lezen ze daarom in het Textbook de Yellow Pages over lezen, zodat hen het verschil tussen het globaal lezen van een tekst (skimmen) en het gericht lezen van een tekst om bepaalde informatie op te zoeken (scannen) goed duidelijk wordt. U kunt erop toezien dat ze de kopteksten uit het artikel gebruiken bij het kiezen van de juiste antwoorden.
13
In opdracht 13 moeten de leerlingen aangeven of de gegeven stellingen over de tekst juist of onjuist zijn. Ook hier moeten ze scannen, omdat het hier gaat om gedetailleerde informatie. Stone 8 Om te zorgen dat ze de (hulp)werkwoorden van verplichting uit deze Stone goed begrijpen en niet door elkaar halen, kunt u het best eerst Grammar 3 in het Textbook behandelen.
14
Bij deze opdracht geven de leerlingen de vertalingen zoals ze letterlijk in de Stone staan.
15
De leerlingen moeten de zinnen afmaken door een van de gegeven (hulp)werkwoorden te kiezen in combinatie met een juiste vertaling van het eind van de zin. Het doel hiervan is ze ervan bewust te maken dat hun interpretatie gerelateerd is aan een bepaald (hulp)werkwoord. De Key geeft hen de meest logische combinaties. U kunt met uw leerlingen bespreken wat er in de laatste vier zinnen aan betekenis verandert als must/mustn’t en should/shouldn’t met elkaar verwisseld worden.
16
Hier geven de leerlingen hun persoonlijke adviezen voor de gegeven situaties. Gezien het open karakter van deze opdracht, kunt u deze waarschijnlijk het beste zelf nakijken. Het moet de leerlingen inmiddels duidelijk zijn dat ze voor het geven van hun adviezen should en shouldn’t moeten gebruiken. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
Schoolitis Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercises 17 en 18.
17 [00]
Bij deze luistertekst zijn bepaalde woorden weggelaten. Het is de bedoeling dat de leerlingen tijdens het luisteren kiezen welke woorden dit zijn. Zo wordt het intensief luisteren getraind.
31
18
Opdracht 18 bestaat uit open vragen over het onderwerp van de luistertekst en gaat dieper in op de ervaring van uw leerlingen hiermee. Daarom leent deze opdracht zich uitstekend voor een kort klassengesprek. Stone 9 U kunt uw leerlingen deze eenvoudige Stone zelfstandig laten bestuderen om vervolgens de bijbehorende opdrachten te maken.
19
Hier moeten de leerlingen bij enkele korte dialogen invullen welke zinnen uit Stone 9 daar het beste in passen. Ze moeten hierbij de dialogen nauwkeurig lezen, zodat ze de enige juiste antwoordmogelijkheid kiezen.
20
Dit is een iets vrijere opdracht.
21
Dit is een schrijfopdracht waarin uw leerlingen een reply mail leren schrijven. Belangrijk is dus dat ze de e-mail die daaraan vooraf gaat goed lezen, zodat ze er goed op kunnen reageren. Na afloop kunnen ze hun e-mail vergelijken met het voorbeeld uit het uitwerkingenboek of met die van een klasgenoot. Ook kunt u een aantal leerlingen hun reply voor de klas laten voorlezen. Ze zullen immers niet allemaal hetzelfde ongeluk bedenken en het daarom leuk vinden ook eens te horen wat een ander bedacht heeft. Daarnaast kunt u besluiten een aantal e-mails te bekijken en fouten die u veelvuldig tegenkomt in de klas te bespreken.
D
Ask Dr Miranda and Nurse Hollie De leerlingen mogen de tekst gelijk helemaal globaal doorlezen. U kunt hen hierna hun voorkennis met betrekking tot de layout laten gebruiken door te vragen wat voor tekstsoort het hier betreft en hoe ze tot dit antwoord komen.
22
Nu moeten de leerlingen gericht informatie uit de tekst halen en invullen. Ze moeten dus gedetailleerd lezen.
<23> Deze opdracht gaat over de strekking van de adviezen die in de tekst worden gegeven. De leerlingen leren deze strekking samen te vatten door een koptekst te bedenken die kort weergeeft wat dit advies inhoudt. Stone 10 U kunt uw leerlingen er op wijzen dat hoewel je zowel met Why don’t you, ..., If I were you, I’d ..., You should ... en Make sure you ...advies kunt geven, niet bij al deze manieren de structuur hetzelfde is. Hierbij kunt u echter beter nog niet te diep op de second conditional ingaan. 24
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone.
25
Deze opdracht dient om uw leerlingen ditmaal niet alleen te laten oefenen met de verschillende manieren om advies te geven, maar ook met de vocabulaire die in dit hoofdstuk aan de orde is gekomen. Hoewel ze bij het maken van de zinnen gedeeltelijk gestuurd worden, zijn er variaties op de key mogelijk die u zelf het best kunt controleren.
26
In dit raadspel moeten leerlingen enkele gezondheidsklachten uitbeelden, raden en hierbij advies geven. Omdat ze bij dit laatste niet gestuurd worden, kunt u tijdens deze opdracht door de klas lopen en waar nodig corrigeren. U kunt deze oefening ook uitbreiden door meer klachten te bedenken en de klas op te delen in groepen die voor de klas tegen elkaar strijden. De leerlingen mogen dan hun boeken niet gebruiken en krijgen per uitbeeldbeurt 1 à 2 minuten. U kunt loten om te beslissen welke groep als eerste mag beginnen. De groep die de kwaal raadt, krijgt dan een punt en moet vervolgens zelf een andere kwaal uitbeelden. De groep die na het uitbeelden van bijvoorbeeld tien kwalen de meeste punten heeft gehaald, heeft gewonnen. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
32
Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Aangezien must (not) en (don’t/doesn’t) have to vaak door elkaar gehaald worden, kunt u, zeker als er veel fouten bij opdracht 3b worden gemaakt, dit onderwerp achteraf ook nog eens klassikaal behandelen.
Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen kunnen m.b.v. het uitwerkingenboek zelf zien welke onderdelen uit Test Yourself voldoende en welke nog niet voldoende zijn. Daarna bestuderen de leerlingen de geadviseerde onderdelen en doen de bijbehorende opdrachten uit IT Herhaling op de computer. U kunt de leerlingen erop attent maken dat er voor u nu nog een mogelijkheid is om dingen die ze niet begrepen hebben nog eens extra uit te leggen. Het is daarom van belang dat ze de Test Yourself serieus maken en nakijken. Het is raadzaam toch wel enige controle uit te oefenen op het maken en nakijken van de Test Yourself en op hoeveel fouten de leerlingen gemaakt hebben. E
Kidney problems Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. Voordat de leerlingen de tekst gaan lezen, lezen ze eerst over skimmen en scannen in de Yellow pages in hun Textbook.
<1>
Voor deze opdracht scannen de leerlingen de tekst.
<2>
Nu de leerlingen denken te weten in welke alinea ze de antwoorden op de vragen uit opdracht 1 kunnen vinden, is het tijd deze vragen te beantwoorden. Ze moeten hiervoor dus gericht op zoek naar de antwoorden. 4.1.4 Chapter 3 (t) havo De leerlingen lezen de 'waarin-zinnetjes' en bekijken de foto op de openingspagina van het Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van het onderwerp van dit hoofdstuk. Door middel van een klassengesprek kunt u op het kijkgedrag van de leerlingen ingaan. Een tv toestel heeft tegenwoordig een vaste plek in elk huishouden maar het kijkgedrag is niet voor iedereen hetzelfde. U kunt beslissen om de leerlingen meteen opdracht 1 te laten doen alvorens een klassengesprek.
1
Bij wijze van warming-up doen de leerlingen de quiz over tv-gedrag. Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk wordt de wereld van televisie en radio onder de loep genomen. Verschillende soorten programma's passeren de revue, van informatieve programma's tot amusement. De wereld van radio en televisie staat heel dicht bij het dagelijks leven van de leerlingen en daardoor leent het zich uitstekend voor spreek– en luistervaardigheid. De leerlingen leren informatie vragen en geven over radio en tv programma's en gaan zelf gericht op zoek naar informatie in een tv-gids. Daarbij is het belangrijk dat de leerlingen in het Engels kunnen vragen en zeggen hoe laat het is. Ook leren ze vragen en zeggen hoe lang iets al duurt en vertellen hoe iets is gekomen.
A
Sky is the limit
33
Bij wijze van warming-up kunt u de voor de leerlingen bekende Engelstalige zenders inventariseren. Samen met de leerlingen kunt u op het bord een overzicht maken van thematisch gerangschikte zenders, bijvoorbeeld informatieve zenders, als Discovery en AnimalPlanet, film–, sport– of nieuwszenders, zoals bijvoorbeeld CNN. De leerlingen lezen de tekst en de advertentie in het Textbook. Vervolgens gaan de leerlingen verder met Exercises 2 t/m 4. 2
Vooral als u al een inventarisatie van Engelstalige zenders gemaakt heeft zullen de leerlingen weinig moeite hebben met de tekst.
3 [00]
Wijs de leerlingen op het belang van de zinnen te lezen voor het luisteren, zeker in het geval van een luistertekst waarbij geen pauzes voorkomen.
4 [00]
In deze opdracht moeten de leerlingen gericht gaan luisteren naar wat iemand op bepaalde tijdstippen gaat doen. Bij elk antwoord dat de leerlingen moeten geven, staat de tijd in een klokje aangegeven zodat de leerlingen beter weten waarnaar ze moeten luisteren. Ook staat het eerste antwoord al aangegeven zodat ze op weg geholpen worden. Stone 11 U kunt de leerlingen helpen bij het bestuderen van deze Stone. Wijs hen op het gebruik van am en pm. U kunt ze ook erop wijzen dat men in plaats van bijvoorbeeld half past eight steeds vaker half eight zegt. Dat is voor Nederlandse leerlingen erg verwarrend, omdat zij gewend zijn naar het uur toe te rekenen, in plaats van van het uur af. De leerlingen gaan daarna verder met Exercises 5 t/m 7.
5
De zinnen van deze opdracht zijn letterlijk uit de Stone te halen.
6
Spreekvaardigheid is van groot belang bij deze Stone, daarom biedt deze opdracht meteen de gelegenheid om in tweetallen te oefenen. De leerlingen moeten eerst hun eigen keuze maken uit vier verschillende tijden. Daarna moeten ze om de beurt een gekozen tijd noemen terwijl de klasgenoot die tijd dan in één van de klokjes tekent.
7
In deze opdracht moeten de leerlingen goed naar de tv gids kijken om de juiste antwoorden te vinden. U kunt ervoor kiezen om, nadat de leerlingen de opdracht gemaakt hebben, hem door twee leerlingen na te laten spelen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Saturday on TV and radio De leerlingen bekijken de pagina uit de tv-gids. Verwijs de leerlingen naar de Yellow Pages over scannen op bladzijde 142 van het Textbook.
8
De leerlingen scannen de tekst en beantwoorden de vragen.
9
In deze opdracht moeten de leerlingen zelf vragen bedenken over het gedeelte van de radiogids. U kunt ze vertellen dat het de bedoeling is om hetzelfde soort vragen te krijgen als in opdracht 8. Om de juiste vragen te kunnen bedenken moeten de leerlingen de tekst goed doornemen. Als ze daarna de vragen van hun klasgenoot beantwoorden scannen ze de tekst weer.
C
Nothing on? Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 10.
10
U kunt de leerlingen er nogmaals op wijzen dat als er geen pauzes zijn het extra belangrijk is de opdracht voor het luisteren goed door te lezen. In de linkerkolom blijft ‘horrorfilm’ over.
34
Listen out for … De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercises 11 en 12. 11 [00]
Deze opdracht zullen de leerlingen misschien moeilijk vinden omdat de tijden die ze in de radiogids in moeten vullen in een andere volgorde voorkomen dan in de luistertekst. Laat de leerlingen de opdracht in ieder geval goed doorlezen voor de tekst te laten horen en speel hem eventueel twee keer af.
12 [00]
Deze opdracht gaat over dezelfde luistertekst als bij opdracht 11, maar is aanzienlijk moeilijker omdat deze gedetailleerde vragen over de authentieke luistertekst echt over de inhoud gaan. De leerlingen moeten dus gericht luisteren naar informatie. Stone 12 Het is misschien een goed idee om eens klassikaal aandacht te besteden aan de Stone–zinnen die op de cd staan. Voor dit onderdeel verwijzen we ook naar It m@tters op de site 2thv.steppingstones.wolters.nl. De leerlingen luisteren naar Stone 12. Terwijl ze luisteren, lezen ze mee in de Stone en zeggen ze de zinnen na om de uitspraak te oefenen. Benadruk nog eens dat elke Stone op deze manier bestudeerd kan worden. De leerlingen doen nu Exercises 13 t/m 15.
13
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone. De leerlingen spelen dit dialoogje na, alvast ter voorbereiding op opdracht 15.
14
Bij deze opdracht wordt de Stone in een vrijere context geplaatst. Moedig de leerlingen aan om dit gesprekje na te spelen en gebruik te maken van alternatieven die zij zelf kunnen bedenken.
15
Bij spreekkaarten is het belangrijk dat de leerlingen enkel hun eigen spreekkaart lezen. De leerlingen moeten eerst programma's aankruisen die ze willen zien. In het gesprek daarna moeten ze proberen samen te beslissen wat ze gaan kijken. Omdat er sprake is van een information gap, de ene leerling heeft informatie die de ander niet heeft en andersom, worden leerlingen extra gestimuleerd om te gaan praten. Hiervoor kunnen ze Stones 11 en 12 als hulp gebruiken.
D
English rose De leerlingen lezen de tekst in het Textbook en doen daarna Exercises 16 en 17.
16
English rose bestaat eigenlijk uit drie delen. Het eerste deel is een verhalende tekst, het tweede deel een interview en het laatste deel een overzicht waarin twee personen vergeleken worden. De leerlingen moeten voor deze opdracht de hele tekst nauwkeurig lezen.
17
Deze opdracht gaat alleen over het laatste deel van de tekst (het overzicht waarin Elizabeth I en de actrice die haar speelt vergeleken worden). Stone 13 Het is raadzaam om na een klassikale toelichting van deze Stone alvast Grammar 2 te behandelen. In het algemeen is de present perfect vaak lastig voor de leerlingen omdat het gebruik daarvan afwijkt van het Nederlands. Besteed vooral tijd aan de tijdsbalk, het is erg belangrijk dat de leerlingen begrijpen waarom en wanneer de present perfect gebruikt wordt. U kunt een aantal voorbeelden van zinnen in present perfect, present simple en in past simple op het bord schrijven en vervolgens de leerlingen laten vertellen wat de verschillen zijn en waaraan ze dat kunnen zien. Maak ze ook attent op het gebruik van de woorden ever, never, for.
18
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone.
19
In deze opdracht moeten de leerlingen zelf de vragen opschrijven om de present perfect constructie uit de Stone verder in te slijpen. Bij deze opdracht staat een tip die bedoeld is als handreiking bij het maken van opdracht.
35
Nadat de leerlingen alle vragen opgeschreven hebben, gaan ze aan het werk met hun klasgenoot. Om de beurt stelt de ene leerling een vraag en de andere leerling geeft er in het Engels antwoord op. De vragen spitsen zich toe op hun eigen belevingswereld. Maak uw leerlingen erop attent dat Rocky bij de opdracht hen op weg kan helpen. 20
Dit is een soortgelijke opdracht als opdracht 19 maar dan vrijer. In het eerste gedeelte van deze opdracht maken de leerlingen zinnen met de aangeboden zinsdelen en rangschikken deze onder de kolommen 'ooit gedaan' en 'nog nooit gedaan'. De uitwerking van het tweede gedeelte van deze opdracht gebeurt in tweetallen. De leerlingen kiezen twee activiteiten uit hun tabel en stellen vragen aan hun klasgenoot. Dit gedeelte van de opdracht geeft de leerlingen de gelegenheid om te oefenen met de vragende vorm van de present perfect. Tevens moeten de leerlingen vragen van hun klasgenoot beantwoorden. Stones 14 en 15 U kunt deze Stones klassikaal met de leerlingen doornemen. Bij beide Stones kunnen de leerlingen duidelijk zien waarom present perfect gebruikt wordt – in Stone 14 om de tijdspanne van iets aan te duiden en in Stone 15 om het resultaat van iets aan te geven. Maak de leerlingen bij Stone 14 attent op het verschil in betekenis tussen since when en how long. U kunt er voor kiezen Grammar 3 bij uw uitleg te betrekken.
21
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone.
22
Bij deze opdracht zijn de zinnen die de leerlingen moeten opschrijven in een vrijere context geplaatst. Dit houdt in dat de leerlingen woorden moeten gebruiken die niet in de Stone staan. Verwijs de leerlingen naar de Vocabulary of laat ze een woordenboek gebruiken indien ze een woord niet weten. Stones 13 t/m 15 Laat de leerlingen de Stones nog een keer zelfstandig bestuderen alvorens Exercise 23 te doen.
23
Deze spreekkaart geeft de leerlingen de gelegenheid om de present perfect uit Stones 13, 14 en 15 nog eens te oefenen. U kunt de leerlingen op weg helpen door eerst zelf samen met een (betere) leerling het goede voorbeeld te geven. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Test yourself Test yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
<E> Soap opera De leerlingen bekijken tussenkopjes en de foto in het Texbook. Omdat de eerste opdracht tot doel heeft voorspellingen te laten doen over de inhoud van de tekst, mogen de leerlingen pas nadat ze het eerste gedeelte van de opdracht gedaan hebben de tekst gaan lezen. <1>
Dit is een pre-reading opdracht waarbij de leerlingen vragen opschrijven waarvan ze denken de antwoorden in de tekst te kunnen vinden. Dit is een leesstrategie waarbij leerlingen anticiperen op hun voorkennis en daarbij proberen te voorspellen wat er in de betreffende alinea’s aan informatie te vinden zal zijn. Op basis daarvan maken ze de vragen. Pas nadat de leerlingen de vragen opgeschreven hebben, mogen ze de tekst gaan lezen. Als ze een vraag bedacht hebben waarvan het
36
antwoord niet in de tekst staat, dan hebben ze verkeerd geraden, maar ze hebben dan wel de hele alinea gelezen. Waarschijnlijk kennen de leerlingen de term 'sneak preview' al uit de bioscoop. Als het niet weten, kunnen ze toch nog de vraag 'wat betekend sneak preview' opschrijven. Ze kunnen bij deze alinea natuurlijk ook een vraag stellen over de lay-out die hier afwijkt, bijvoorbeeld: Waarom staat een stuk van de tekst in een rood blok? of: Waarom is het laatste deel in afwijkend lettertype afgebeeld? <2>
Voor deze opdracht dient de tekst nauwkeurig gelezen te worden.
<3>
Deze opdracht legt een link tussen de gelezen tekst en de belevingswereld van de leerling. 4.1.5 Chapter 4 (t) havo Uw leerlingen lezen de ‘waarin-zinnetjes’ en bekijken de foto op de openingspagina van het Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt daarna bijvoorbeeld een word spider maken op het bord en leerlingen laten nadenken over woorden die bij het thema love horen. Bij opdracht 1 wordt er verder ingegaan op de vocabulaire van hoofdstuk 4.
1
In deze opdracht oefenen de leerlingen met idioom die in het hoofdstuk It must be love ... aangeboden wordt. Het is belangrijk dat de leerlingen de in te vullen woorden eerst zelf proberen te raden en als ze er niet uitkomen pas de woordenlijst raadplegen. Over dit hoofdstuk Het zou mooi uitkomen als de behandeling van dit hoofdstuk rond Valentijnsdag valt. Is dit niet het geval, dan is dat geen probleem want het thema liefde (in de breedste zin van het woord) spreekt ze op deze leeftijd vast en zeker aan. Er is niet alleen gedacht aan verliefd zijn, afspraakjes, Valentijnsdag en liefdesliedjes, maar ook aan liefde voor je familie. Dit hoofdstuk thema leent zich natuurlijk uitstekend voor spreekopdrachten over hoe je een afspraakje maakt en hoe je jezelf voorstelt en over jezelf vertelt tijdens bijvoorbeeld een blind date. Bent u rond Valentijnsdag aan dit hoofdstuk toe dan zou u de klas bijvoorbeeld een Engelse valentijnskaart kunnen laten maken.
A
Who should call who? De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie. Vervolgens gaan de leerlingen verder met Exercises 2 en 3.
2
Dit is een warming-up opdracht bij de luistertekst waar de leerlingen straks naar gaan luisteren. Door deze oefening te maken denken de leerlingen vast na over het onderwerp van deze luistertekst. Hierin komen een groot aantal meningen aan bod en door eerst zelf een mening te vormen komen de leerlingen niet helemaal onbeslagen ten ijs.
3 [00]
Deze luisteroefening lijkt moeilijker dan hij is. De stellingen in het werkboek komen bijna letterlijk voor in de luistertekst. Het is wel belangrijk dat de leerlingen voor ze gaan luisteren de stellingen goed doornemen. Ook onder het luisteren is er af en toe tijd om de stellingen snel te scannen, omdat ze niet al te dicht bij elkaar liggen. Stone 16 Deze Stone is niet ingewikkeld en behoeft niet veel uitleg. Het is dan ook niet aan te raden grammaticale constructies als de Gerund in de zinnen Do you feel like going ... en How about coming ... uit te gaan leggen. Bij opdracht 20 komt de Stone nog een keer terug in een vrije schrijfopdracht. De leerlingen bekijken de Stone in het Textbook. Daarna gaan ze verder met Exercises 4 t/m 6.
4
Oefening 4 is een zogenoemde A-fase opdracht. De leerlingen kunnen de antwoorden letterlijk uit de Stone 16 halen. Hierdoor slijpen ze de Stone als het ware in.
5
Deze opdracht is wat opener dan opdracht 4. U kunt de leerlingen stimuleren op verschillende manieren proberen de afspraak te maken.
37
6
Dit is een open opdracht bij Stone 16. U kunt, nadat de leerlingen de oefening in tweetallen uitgevoerd hebben, 1 of 2 tweetallen hun gesprekje voor de klas laten uitvoeren. Als u hiervoor leerlingen neemt waarbij het gesprekje goed ging, hebben de andere leerlingen meteen een goed voorbeeld. In het uitwerkingenboek staat dat als de leerlingen tijd over hebben, ze de opdracht nog een keer kunnen doen, maar dan met hun eigen agenda.
B
Dream date diary De leerlingen bekijken Dream date diary in hun Textbook, maar lezen de tekst nog niet. Daarna gaan ze verder met Exercises 7, 8 en 9.
7
De term scannen wordt bij het vak Nederlands wel ‘zoekend lezen’ genoemd. Vaak zijn leerlingen in de tweede klas wel met deze leesstrategie bekend. Het is erg belangrijk dat leesstrategieën als skimmen en scannen ingeslepen worden, omdat leerlingen daar tijdens het lezen veel profijt van kunnen hebben. Het is aan te raden dat u in dit stadium de Yellow Pages waarnaar verwezen wordt samen te lezen, of er in ieder geval op te wijzen, omdat het anders misschien overgeslagen wordt. Het is belangrijk dat leerlingen zichzelf trainen in het raden van de betekenis van woorden met behulp van de context.
8
Hier scannen de leerlingen de tekst nog een keer.
9
Het oordeel van J17 magazine komt niet letterlijk uit de tekst. Het is een conclusie die op de tekst gebaseerd is. Door goed (tussen de regels) te lezen vormen de leerlingen waarschijnlijk zelf een conclusie over de verschillende afspraakjes en zullen ze ook het oordeel van het tijdschrift bij de juiste personen kunnen plaatsen. Stone 17 U zou, als u de Stone behandelt, een aantal zaken kunnen toelichten, zoals bijvoorbeeld het verschil tussen formeel en informeel groeten en de betekenis van ‘How do you do?’ Deze Stone reeks lijkt wat kort, maar in opdracht 20, een vrije schrijfopdracht, moet Stone 17 nog een keer gebruikt worden. De leerlingen bekijken de Stone en gaan daarna verder met Exercises 10 en 11.
10
Opdracht 10 is een A-fase opdracht, waarbij de leerlingen de antwoorden letterlijk uit de Stone kunnen halen.
11
Deze opdracht over Stone 17 is minder geleid dan opdracht 9. U kunt de leerlingen erop wijzen dat het belangrijk is dat ze steeds eerst elk dialoogje moeten lezen willen ze precies weten wat er ingevuld moet worden. Stone 18 Als u de Stone bespreekt kunt u ervoor kiezen het verschil tussen de Present simple en de Present continuous uit te leggen en hierbij Grammar 1 betrekken. U kunt dit ook doen tijdens het bespreken van opdracht 12. Bij opdracht 20, een vrije schrijfopdracht, komt Stone 18 nog een keer terug. De leerlingen doen Exercises 12, 13, 14 en 15.
12
Opdracht 11 is een A-fase opdracht, waarbij de leerlingen de antwoorden letterlijk uit de Stone kunnen halen.
13
Dit is een minder geleide opdracht over Stone 18. De leerlingen vullen hier hun eigen antwoorden in. In het uitwerkingenboek staat dan ook geen Key, maar wel een voorbeeld bij deze opdracht. U kunt een aantal leerlingen hun antwoorden voor laten lezen in de klas en aan de hand daar van een toelichting geven op de grammatica in deze Stone.
14
Er zijn bij deze opdracht verschillende antwoorden mogelijk, maar het is belangrijk dat de leerlingen de Present continuous en de Present simple op de juiste manier gebruikt hebben.
38
15
Dit is een vrije spreekopdracht bij deze Stone reeks. Wees er alert op dat leerlingen bij deze opdracht geen negatieve dingen over elkaar zeggen. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
Valentine’s Day Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 16.
16 [00]
Deze opdracht bestaat uit twee delen. Het eerste deel is warming-up waarbij de voorkennis van de leerlingen geactiveerd wordt. Voordat de leerlingen gaan luisteren naar de tekst, kijken ze of ze de antwoorden op de vragen over de tekst al weten. Vervolgens gaan ze naar de tekst luisteren. Als leerlingen alle antwoorden (denken te) weten, moeten ze straks alsnog goed luisteren om te checken of ze goed zaten. Bij dit tapescript zijn geen pauzes. It must be love De leerlingen lezen de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 17.
17
Ook deze oefening bestaat uit twee delen. Eerst kiezen de leerlingen welke woorden op welke plaats in de songtekst passen. Hier trainen de leerlingen leesvaardigheid. Vervolgens gaan ze luisteren of hun antwoorden kloppen. De songtekst en het nummer op de cd zijn slechts een fragment. In plaats van (of naast) It must be love kunt u ook een andere (actuelere) love song laten horen en er bijvoorbeeld een soortgelijke opdracht bij maken. Op www.lyrics.com vindt u een grote hoeveelheid songteksten. Ook kunt u leerlingen vragen een nummer en de songtekst mee te nemen en van de songtekst bijvoorbeeld een gaptekst (laten) maken. Stone 19 De leerlingen bekijken de Stone in het Textbook en gaan daarna verder met Exercises 18 en 19.
18
Dit is een A-fase opdracht bij Stone 19. De leerlingen vinden de antwoorden weer letterlijk in de Stone.
19
Deze opdracht over Stone 19 lijkt behoorlijk open. Het is echter wel de bedoeling dat de leerlingen de zinnen maken zoals in de Stone. U kunt de leerlingen er ook op wijzen zo veel mogelijk manieren te gebruiken. In het uitwerkingenboek staat een voorbeeld Key omdat veel verschillende zinnen mogelijk zijn. Stones 16 t/m 19 De leerlingen bekijken alle Stones die ze tot nu toe in het hoofdstuk gehad hebben nog een keer. Daarnaa doen ze Exercise 20.
20
Dit is een vrije schrijfopdracht. In de Key in het uitwerkingsboek staat een voorbeeldbrief die de leerlingen bij het nakijken als richtlijn kunnen nemen. U kunt er ook voor kiezen de leerlingen elkaars brieven te laten bekijken. Ook kunt u (af en toe) dit soort schrijfopdrachten innemen en corrigeren.
D
Beat your parents in every argument De leerlingen lezen de kopjes en de eerste paragraaf in het Textbook, maar lezen de rest van de tekst nog niet. Daarna doen ze Exercise 21 t/m 23.
21
Dit is een warming-up opdracht waarbij leerlingen alvast nadenken over het onderwerp waar ze straks over gaan lezen. De problemen waar ze een oplossing voor moeten bedenken worden in de tekst
39
behandeld. In het uitwerkingenboek staan geen antwoorden, omdat de leerlingen hun eigen antwoorden bedenken. U zou klassikaal een aantal leerlingen kunnen vragen wat zij goede oplossingen vinden. 22
Het is belangrijk dat de leerlingen de tekst nog niet gelezen hebben als ze deze oefening maken. De woorden van deze opdracht komen uit Beat your parents in every argument en zijn bewust uit de context gehaald. De leerlingen zullen een (groot) aantal woorden niet kennen. Straks bij het lezen zullen ze beseffen dat ze met behulp van de context vaak de betekenis van onbekende woorden kunnen raden. Laat de leerlingen na het lezen van de tekst ook echt in tweetallen hun antwoorden bespreken. En laat ze ook, als ze verschillende betekenissen hebben, met elkaar met de tekst erbij achter de juiste vertaling komen. Deze leesstrategie kunt u ook met andere leesteksten (uit de methode) doen, eventueel zonder afleider om het moeilijker te maken. Let er dan wel op dat u woorden uit de tekst haalt die ze nog niet gehad hebben en waarvan uit de context duidelijk is wat ze betekenen.
23
Dit is de derde opdracht in de reeks bij Beat your parents in every argument. Hier kijken de leerlingen of de tekst relevante informatie bevat. Dit doen ze onder anderen door te kijken of de oplossingen die ze bij opdracht 21 bedacht hadden ook in de tekst voorkomen. Stone 20 U kunt er bij de behandeling van de Stone voor kiezen het verschil tussen de Past simple en de Past continuous uit te leggen. U kunt hierbij Grammar 2 betrekken. De leerlingen maken bij deze Stone Exercise 24 t/m 26.
24
Opdracht 24 is weer een A-fase opdracht, waarbij de leerlingen de antwoorden letterlijk uit de Stone kunnen halen.
25
Deze opdracht over Stone 20 is nog steeds vrij gesloten. Er wordt hier van de leerlingen verwacht dat ze op de juiste manier de past simple en past continuous gebruiken.
26
Dit is een zeer vrije spreekopdracht bij Stone 20. De bedoeling is wel dat de leerlingen de past simple en de past continuous gebruiken. Omdat er geen Key bij deze opdracht is kunt u ter evaluatie klassikaal nog even een aantal leerlingen vragen wat ze op een bepaald moment aan het doen waren. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen kunnen m.b.v. het uitwerkingenboek zelf zien welke onderdelen uit Test Yourself ‘Voldoende’ zijn en welke ‘Nog niet voldoende’. Daarna bestuderen de leerlingen de geadviseerde onderdelen en doen de bijbehorende opdrachten uit IT Herhaling op de computer. U kunt de leerlingen erop attent maken dat er voor u nu nog een mogelijkheid is om dingen die ze niet begrepen hebben nog eens extra uit te leggen. Het is daarom van belang dat ze de Test Yourself serieus maken en nakijken. Het is raadzaam toch wel enige controle uit te oefenen op het maken en nakijken van de Test Yourself en op hoeveel fouten de leerlingen gemaakt hebben.
<E> I saved my brother’s life Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau.
40
De leerlingen lezen de tekst in het Textbook en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3. <1>
De antwoorden staan niet op chronologische volgorde in de tekst en de leerlingen moeten af en toe ook zelf een beetje rekenen om de antwoorden te kunnen geven.
<2>
Voor deze opdracht moeten de leerlingen de tekst intensief lezen.
<3> De leerlingen hoeven de tekst niet helemaal voor de derde keer te lezen. Ze kunnen de synoniemen gewoon opzoeken in de tekst. Ze kunnen hier de tekst voor scannen. 4.1.6 Chapter 5 (t) havo De leerlingen bekijken de foto van de tornado en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. U kunt voordat ze Exercise 1 gaan maken, een klassengesprek houden over welke extreme weers- of natuurverschijnselen ze nog meer kennen. Of u kunt uw leerlingen een minuut de tijd geven om ze te laten opschrijven waar ze aan denken bij de titel van dit hoofdstuk, Going extreme. Na afloop hiervan kunt u hun associaties samen of onderling laten vergelijken. 1
Deze quiz is een introductieopdracht die bestaat uit triviale vagen over allerlei soorten extremen. Hoewel het voor uw leerlingen uiteraard leuk is wanneer het hen lukt om alle antwoorden goed te beantwoorden en zo het juiste woord bij elkaar te puzzelen, is deze quiz met name bedoeld voor het plezier. Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk gaat het over het weer en avontuur. Zowel bij de spreek- als de luistervaardigheid komt het weer aan de orde. Zo gaan uw leerlingen bijvoorbeeld praten over het weer en luisteren naar een weerbericht. Ook wordt bij de luistervaardigheid geoefend met het maken van aantekeningen. Schrijfvaardigheid wordt uiteraard ook geoefend. De leerlingen beschrijven hun plannen voor een dagje Londen. Dit is tevens het hoofdstuk waar voor het eerst echt de toekomende werkwoordstijden worden behandeld. Ook gaan de leerlingen lezen over een vreemde stunt en hier een krantenartikel over schrijven. Daarnaast gaan de leerlingen nieuwe kopjes bedenken bij een tekst.
A
Taking a hike De leerlingen bekijken de kaart en lezen de bijbehorende tekst in het Textbook om erachter te komen waar ze naar gaan luisteren.
2 [00]
Bij deze opdracht moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Het gaat hierbij om vragen over de hoofdzaken van de tekst. Voor het beantwoorden van deze vragen, zijn er pauzes. Wijst u uw leerlingen op de tip in het Workbook waarin ze gewaarschuwd worden dat er, in tegenstelling tot de meeste pauzes, bij sommige pauzes niet één maar twee vragen beantwoord moeten worden. Zo moeten vraag 4 en 5 samen en vraag 7 en 8 samen in één pauze beantwoord worden.
3 [00]
In opdracht 3 wordt het gedetailleerd luisteren getraind. Uw leerlingen luisteren hier nogmaals naar het weerbericht dat in de luistertekst voorkomt en kruisen aan welke van de drie weerkaarten hiermee correspondeert. Mochten er achteraf veel leerlingen blijken te zijn die de verkeerde weerkaart hadden gekozen, dan kunt u het beste klassikaal het weerbericht nogmaals afspelen en de band stilzetten op elk moment dat er een symbool beschreven wordt dat op de juiste kaart te zien is. Deze uitleg kan ook tot stand komen na samenwerking van de leerlingen onderling. Stones 21 en 22 Hoewel uw leerlingen in deze Stones voor het eerst de future met will zien, hoeft u nu nog niet gedetailleerd op deze toekomende tijd in te gaan. Vanwege de context zullen uw leerlingen waarschijnlijk wel in staat zijn de betekenis van will en won’t te achterhalen. U kunt uw leerlingen alvast wel duidelijk maken dat ze net als can (en de andere hulpwerkwoorden die ze tot nu toe gehad hebben) hulpwerkwoorden zijn en dus gevolgd worden door een hoofdwerkwoord. Verder komen in
41
Stone 22 vormen van to be going to voor, maar niet in de betekenis van van plan zijn, zoals ze die in deel 1 geleerd hebben. Let er op dat dit duidelijk is voor uw leerlingen. (4)
Hoewel u uw leerlingen deze oefening ook kunt laten overslaan, biedt het hen wel een extra gelegenheid om te oefenen met de betekenis van het vocabulaire uit deze Stones.
5
Dit is een echte inslijpoefening met letterlijke zinnen uit Stones 21 en 22.
6
De leerlingen moeten nu een gesprek aanvullen door complete zinnen te maken op basis van aanwijzingen tussen haakjes. U kunt leerlingen die hier moeite mee hebben ook dit gesprek hardop laten oefenen met een medeleerling. Zo wordt het gelijk duidelijk wanneer een gesprek niet loopt en kunnen ze ook elkaars antwoorden met elkaar vergelijken.
7
Bij deze opdracht moeten de leerlingen in tweetallen samenwerken. Terwijl de ene leerling op basis van zijn/haar weerskaart vertelt wat voor weer het wordt, vult de ander deze voorspelling in op een lege weerkaart. Hierna wordt van rol gewisseld. Aangezien er bij deze opdracht geen Key aanwezig is, is het belangrijk dat uw leerlingen na ieder rollenspel onderling controleren of zij de juiste voorspellingen hebben gedaan dan wel de voorspellingen op de juiste manier ingevuld hebben. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Lawn chair Larry De leerlingen bekijken de illustratie en lezen de tekst. Daarna doen ze Exercises 8 en 9.
8
Bij deze opdracht gaan de leerlingen controleren of de gegeven beweringen kloppen met de tekst. U kunt, als extra controle, ook vragen wat er fout is aan een stelling en de leerlingen eventueel de foute stellingen laten verbeteren.
9
De leerlingen gaan bij deze opdracht de tekeningen in de juiste volgorde zetten. Op deze manier kunt u controleren of ze de tekst in grote lijnen begrepen hebben. Als extra opdracht kunt u de leerlingen zelf nog een extra tekening laten maken over het verhaal die nog niet in het werkboek staat. Op de site www.darwinawards.com, waar deze tekst vandaan komt, staan nog meer soortgelijke verhalen. Een groot aantal van deze verhalen kunnen echter vrij schokkend zijn, omdat ze niet altijd even goed aflopen.
C
I want to be a stuntman Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook bij de luistertekst I want to be a stuntman.
10
Hier moeten de leerlingen laten zien dat ze de hoofdzaken uit de tekst hebben begrepen. Dit door tijdens het luisteren aan te kruisen welke van de gegeven beweringen kloppen. U kunt hen wijzen op de voordelen van het doorlezen van deze beweringen vóór het luisteren. Dit helpt hen immers meer gericht te luisteren en levert hen tijdwinst op tijdens het beantwoorden van de vragen zelf. Face your fears De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie.
11 [00]
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat uw leerlingen zinnen aanvullen met informatie over hoofdzaken uit de tekst. Stone 23 Met de zinnen in Stone 23 leren uw leerlingen hoe ze over hun toekomstplannen kunnen vertellen met zowel de will-future, to be going to als de present continuous. In Grammar 1 en 2 wordt het verschil
42
tussen deze drie werkwoordsvormen uitgelegd. U hoeft hier echter nu nog niet op in te gaan. Wel zou u uw leerlingen eraan kunnen herinneren dat to be going to gebruikt wordt om aan te geven dat je iets van plan bent. Ook geven de vertalingen van deze Stone–zinnen gedeeltelijk het verschil tussen deze drie werkwoordsvormen weer. 12
Opdracht 12 dient om de zinnen uit Stone 23 in te laten slijpen. Uw leerlingen kunnen de zinnen dus letterlijk uit deze Stone halen.
13
In deze opdracht worden ook zinnen gemaakt met woorden die in eerdere hoofdstukken zijn voorgekomen.
14
Dit is een vrije schrijfopdracht waarin de leerlingen gaan schrijven over toeristische plannen voor een dagje Londen. Het is de bedoeling dat ze hierbij de verschillende manieren gebruiken die ze hiervoor in Stone 23 geleerd hebben. Ze mogen daarom de verschillende werkwoordstijden hiervoor in principe door elkaar gebruiken. Wanneer u echter merkt dat er onder de leerlingen verwarring ontstaat over de te gebruiken werkwoordstijden voor de toekomst, kunt u hen het verschil tussen de will-future, to be going to en de present continuous uitleggen. U kunt hen ook alvast zelf Grammar 1 en 2 in het Textbook laten raadplegen of dit samen met hen behandelen.
D
I was stranded on safari De leerlingen bekijken de illustratie en lezen de tekst. Daarna doen ze Exercises 15 en 16.
15
Bij deze opdracht moeten de leerlingen uitspraken bij de juiste alinea zetten. Deze uitspraken komen niet letterlijk uit de tekst.
16
Bij deze opdracht gaan uw leerlingen een nieuwe titel en nieuwe tussenkopjes bedenken. Ze worden op weg geholpen doordat ze eerst drie trefwoorden uit elke alinea op moeten schrijven. Omdat dit best lastig voor ze kan zijn, kunt u ervoor kiezen dit gedeelte in tweetallen te laten doen of zelfs klassikaal. Stone 24 U kunt ervoor kiezen om Grammar 3, over de future met de present simple en grammar 4, over de plaats van bepalingen van plaats en tijd in de zin, tegelijk met deze Stone te behandelen.
17
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 24 vermeld staan.
18
De leerlingen moeten nu zelf volledige Engelse zinnen maken. Elke illustratie bevat het antwoord. De leerlingen moeten deze informatie omzetten in een zin.
19
De leerlingen moeten nu de ontbrekende informatie in de zin zetten. In de kantlijn staat omschreven wat er in de zin moet komen te staan. Laat uw leerlingen het gesprek ook uitvoeren. Dit zal ze voorbereiden op de volgende opdracht.
20
De leerlingen moeten nu zelf een programma samenstellen uit de gegeven informatie op de spreekkaart. Het is van belang dat de leerlingen eerst voor zichzelf een keuze maken waar ze graag heen zouden willen gaan. U kunt een aantal leerlingen ook hun gesprekje klassikaal laten doen. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Aangezien leerlingen doorgaans veel problemen hebben met de werkwoordstijden, kunt u de grammatica achteraf eventueel nog klassikaal behandelen.
43
U zou voor opdracht 1a en 1b nogmaals kunnen wijzen op Stones 21 en 22. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. E
World Records De leerlingen mogen de tekst gelijk helemaal globaal doorlezen om vervolgens Exercises 1 en 2 te maken.
<1>
De leerlingen beantwoorden hier open vragen over hoofdzaken uit de tekst.
<2> Deze oefening laat de leerlingen nadenken over de reden waarom en met welke recordpoging zij zelf in het Guinness Book of Records terecht zouden willen komen. Hiertoe vullen ze een aanmeldingsformulier in. 4.1.7 Chapter 6 (t) havo Nadat uw leerlingen de foto bij dit hoofdstuk hebben bekeken en de ‘waarin’ zinnen hebben gelezen in het Textbook, kunt u hen vragen of ze in één woord het thema van dit hoofdstuk (= voedsel / eten) kunnen aangeven. Vervolgens kunt u hen vragen wat voor typisch Brits eten ze zouden kunnen aantreffen op de markt uit de foto. Ook zou u hun woordkennis rond het thema kunnen polsen door hen te vragen of ze de Engelse namen van producten kennen die er op een markt te koop zijn. 1
Deze quiz is een introductie opdracht die bestaat uit triviale vragen over eten in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika. Hoewel het voor uw leerlingen uiteraard leuk is wanneer het hen lukt om alle antwoorden goed te beantwoorden, is deze quiz met name bedoeld voor het plezier. Over dit hoofdstuk Het thema van dit hoofdstuk is eten. Zo zijn er bijvoorbeeld leesteksten over kokende vaders en redenen om vegetariër te worden; onderwerpen waar uw leerlingen zeker een mening over zullen hebben. De opdrachtenseries hierbij bieden u de gelegenheid hier dieper met de klas op in te gaan. Het scannen neemt in deze series overigens een belangrijke plaats in. Hiermee wordt dan ook uitgebreid geoefend. Verder leren uw leerlingen vooral mondeling waarschijnlijkheid, mensen, dingen en activiteiten te beschrijven. Tevens wordt er bij de spreekvaardigheid geoefend met het aanbieden van eten, drinken en verontschuldigingen. Bij de luistervaardigheidstraining worden de leerlingen gestimuleerd optimaal gebruik te maken van illustraties, inleidingen en voorkennis. In dit onderdeel komen overigens niet alleen oefeningen aan bod die tijdens het luisteren gedaan worden, maar dus ook daarvoor en daarna. De meeste opdrachten achteraf zijn reflectieopdrachten. De grammaticale onderwerpen in dit hoofdstuk zijn de bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en hulpwerkwoorden could, may en might.
A
Eating out Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2 [00]
Bij deze opdracht staan de hoofdzaken uit de luistertekst centraal. Het is de bedoeling dat uw leerlingen tijdens het luisteren aankruisen welke van de gegeven beweringen hierover juist zijn. U kunt hen er op wijzen dat het bij dit soort opdrachten belangrijk is om de beweringen voor het luisteren nauwkeurig door te lezen. Stones 25 en 26 Laat uw leerlingen deze eenvoudige Stones zelfstandig bestuderen.
3
Hier moeten uw leerlingen gegeven zinnen op de juiste plek in het gesprek zetten. Hoewel uw leerlingen zelf nog geen zinnen hoeven te maken, is dit best een pittige oefening, omdat elke zin maar
44
op één bepaalde plek kan worden geplaatst. Sommige zinnen hebben misschien wel een soortgelijke betekenis, maar verschillen qua stijl. U kunt uw leerlingen daarom vragen of ze kunnen aangeven wie van de personen uit de oefening formeel en informeel taalgebruik hanteren. 4
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stones.
5
Hoewel deze opdracht iets vrijer is dan de vorige, worden de leerlingen hier ook gedeeltelijk gestuurd. Dit om te oefenen met de verschillende manieren waarop je hetzelfde kunt zeggen.
6
Dit is een relatief eenvoudige open spreekopdracht. Het kan echter voorkomen dat uw leerlingen bepaalde woorden van gerechten willen weten. Terwijl uw leerlingen zich voorbereiden op hun rol, is het wellicht een idee eens een woordenboek te laten circuleren.
B
Gourmet dads Uw leerlingen gaan eerst naar het Textbook om Gourmet dads globaal door te lezen.
7
In deze opdracht worden beweringen gegeven over de personen uit het artikel. De leerlingen moeten bij elke bewering aangeven voor welke persoon deze geldt.
8
Doordat de leerlingen inmiddels globaal de inhoud van de tekst kennen, moeten ze in staat kunnen zijn de alinea’s te vinden waarin de Engelse vertalingen van de gegeven Nederlandse woorden te vinden zijn. Om deze vertalingen te vinden moeten ze gebruik maken van de context. Stone 27 Deze Stone kunt u het beste in combinatie met (het eerste stuk van) Grammar 1 behandelen, omdat daarin wordt uitgelegd wat het verschil in waarschijnlijkheid is tussen de hulpwerkwoorden could, may en might. Als u de grammatica er echter nog niet bij wilt betrekken, kunt u ook proberen dit verschil aan uw leerlingen duidelijk te maken door de Stones vertalingen er bij te pakken. De vertalingen van de woorden staan ook bij onderdeel B in de woordenlijst.
9
Om de leerlingen uitsluitend te laten oefenen met het vocabulaire uit Stone 27 zijn de hulpwerkwoorden bij deze oefening al gegeven.
10
Op basis van tekeningen moeten de leerlingen hier zinnen maken over wat er zou kunnen gebeuren. Aangezien deze tekeningen ook een mate van waarschijnlijkheid uitdrukken leent deze oefening zich uitstekend voor klassikale behandeling. Zo krijgt u de gelegenheid hier op het verschil tussen could, may en might in te gaan.
11
In opdracht 11 werken de leerlingen samen in tweetallen. Ze moeten hier hun eigen voorspellingen over de (nabije) toekomst van hun klasgenoot bedenken en worden hierin volledig vrijgelaten. Omdat de leerlingen ook gevraagd wordt naar een reactie op de voorspellingen over hem / haar, is het belangrijk dat ze kunnen aangeven hoe waarschijnlijk deze voorspellingen zijn. Ze moeten hier dus eigenlijk wel op de hoogte van het verschil tussen could, may en might zijn. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
The customer is always right Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Het is belangrijk dat ze dit nauwkeurig doen, omdat ze deze informatie gaan gebruiken in Exercise 12.
12
Deze oefening is bedoeld om uw leerlingen te attenderen op het belang van voorkennis. Door middel van vragen over de illustratie, de titel en de inleiding bij The customer is always right krijgen ze namelijk al een goed beeld van de tekst waarnaar ze gaan luisteren. Doordat de antwoorden op deze
45
vragen pas na het luisteren gecontroleerd mogen worden, merken ze gelijk het effect van het goed of niet goed gebruiken van de aanwijzingen die ze vooraf kunnen gebruiken. 13 [00]
De leerlingen moeten hier tijdens het luisteren aangeven of de gegeven beweringen over hoofdzaken uit de tekst juist of onjuist zijn. Het is daarom belangrijk dat ze deze beweringen voor het luisteren goed doorlezen.
14
Opdracht 14 vraagt de leerlingen naar hun beleving van en ervaringen met dezelfde of soortgelijke situaties zoals die in de luistertekst voorkomen. At the greengrocer’s De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustraties. Daarna gaan ze verder met Exercises 15 t/m 17.
15 [00]
Dit is een meerkeuze oefening waarin uw leerlingen moeten aangeven voor welk personage elke bewering geldt. Dit doen ze tijdens het luisteren.
16
In oefening 16 moeten uw leerlingen laten zien dat ze de hoofdlijnen van de luistertekst begrepen hebben door het tijdschriftartikel hierover in hun Workbook aan te vullen met de ontbrekende informatie. Ze luisteren hiervoor niet nog een keer naar de tekst.
<17> Opdracht 17 gaat verder waar de luistertekst ophoudt. De leerlingen moeten hier namelijk een vervolgverhaal bedenken dat ze moeten uittekenen als stripverhaaltje. Zorg er, voordat ze gelijk gaan tekenen, eerst voor dat ze weten wat ze bij elk plaatje willen tekenen, anders past hun verhaal misschien niet goed in het aantal hokjes dat ze hiervoor krijgen. Probeert u verder uw leerlingen te stimuleren de karaktertrekken van de personages in dit vervolgverhaal te verwerken. D
Teens eating greens De leerlingen bekijken de leestekst in het Textbook, maar lezen hem nog niet. Zo kunnen ze eerst zelf over het onderwerp van de tekst – redenen om vegetariër te worden – hun mening verwoorden in de eerste vraag van Exercise 18. Gelijk hierna mogen ze de tekst wel helemaal lezen, zodat ze de overige vragen van de oefening kunnen beantwoorden.
18
Bij deze oefening moeten uw leerlingen open vragen over de hoofdzaken uit de tekst beantwoorden. Veel leerlingen zullen de neiging hebben om de antwoorden letterlijk uit de tekst halen. Maak hen ook eens duidelijk dat ze pas echt laten zien dat ze de tekst begrepen hebben door in hun eigen woorden te antwoorden. Vraag 1 en 9 van deze oefening kunt u overigens ook mondeling als klassengesprek doen.
19
Eerst gaan de leerlingen lezen over scannen in de Yellow pages achterin hun Textbook, omdat hiermee in de oefening getraind wordt. Deze oefening bestaat uit twee gedeelten. Eerst moeten de leerlingen aangeven welke van de gegeven beweringen over de tekst gedeeltelijk niet klopt door deze gedeelten door te strepen. Om deze foute gedeelten te verbeteren moeten ze vervolgens gericht zoeken naar de juiste informatie. Dit kunnen ze doen omdat ze de tekst al eens helemaal hebben doorgelezen en globaal weten waar ze welke informatie kunnen opzoeken. Stones 28 en 29 Met deze Stones leren de leerlingen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden in beschrijvingen gebruiken. U hoeft niet meteen in te gaan op de grammatica in de Stone die in Grammar 2 behandeld wordt, maar kunt dit uiteraard wel doen wanneer u merkt dat uw leerlingen een meer expliciete uitleg nodig hebben.
20
Dit is een echte inslijpoefening met letterlijke zinnen uit Stones 28 en 29.
21
Bij deze opdracht worden de Stones in een iets vrijere context geplaatst.
46
22
Hier zijn de leerlingen helemaal vrij om hun eigen beschrijvingen te maken. Ze doen dit in de vorm van een raadspelletje dat ze in tweetallen spelen. Op de manieren die ze geleerd hebben in de Stones beschrijven ze drie klasgenoten die door de ander geraden moeten worden. U zou dit spel ook klassikaal kunnen spelen door steeds een leerling te vragen een medeleerling te beschrijven. De leerling die het raadt mag vervolgens weer een andere beschrijven. Dit kunt u een aantal keren herhalen. Laat de leerlingen eerst goed naar het voorbeeld bij de opdracht kijken. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
E
Scary food De leerlingen mogen hier nog niet de hele tekst lezen, maar wel mogen ze alvast de kopjes en plaatjes hierbij bekijken.
<1>
Hier moeten de leerlingen ontbrekende informatie invullen door gebruik te maken van de aanwijzingen over de tekst in de vorm van kopjes en plaatjes (en eventuele voorkennis over Halloween). Zo leren ze dat niet alleen tekstuele informatie belangrijk is. Hierna gaan ze pas de tekst lezen om vervolgens het ingevulde te controleren en eventueel te verbeteren.
<2>
Voordat de leerlingen aan deze oefening beginnen, lezen ze eerst over scannen in de Yellow pages achterin hun Textbook. De kennis die ze over dit onderwerp opdoen kunnen ze namelijk gelijk daarna toepassen. Zo moeten ze de tekst scannen om erachter te komen of er informatie over een bepaald onderwerp in de tekst staat en, als dat het geval is, moeten ze deze informatie opzoeken.
<3>
Deze oefening is een vrije schrijfopdracht. De leerlingen moeten soortgelijke recepten schrijven als die in Scary food. 4.1.8 Chapter 7 (t) havo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze bladzijde krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. De foto leent zich voor een klassengesprek over Hollywood of films in het algemeen en kan leiden tot een gesprek over het thema van dit hoofdstuk. U kunt bijvoorbeeld de vraag stellen ‘Why, do you think, does the theme of Fame and Fortune start with a picture of Hollywood?’
1
De puzzel is een introductieoefening, die desgewenst uitgebreid kan worden met een internet opdracht, waarbij de leerlingen over één of meer van de gevonden antwoorden extra informatie moeten vinden. Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk staat beroemd en rijk zijn centraal. We lezen over een meisje dat in een videoclip mag meespelen. We lezen over het programma Big Brother. We luisteren naar een dansles en het lied Fame. De leerlingen gaan zelf schrijven en spreken over rijkdom en beroemd zijn, en of ze dat zelf zouden willen meemaken. Verder lezen we over David en Victoria Beckham, die bijzondere dingen met hun geld doen. Er wordt dieper ingegaan op de present perfect en de past simple. Verder worden de trappen van vergelijking behandeld en wordt er stilgestaan bij de verschillende manieren om bezit aan te geven.
47
A
I want to live forever De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie.
2
Deze oefening kunnen de leerlingen in pairs doen, waarna u er nog enkele uit kunt halen om klassikaal te doen.
3 [00]
U zou de oefening kunnen inleiden met een korte uitleg over het belang van het scannen van dit soort teksten. U kunt de leerlingen wederom in pairs elkaars antwoorden laten bekijken, voordat u de antwoorden met de klas bespreekt. U zou het fragment daarna nogmaals kunnen laten horen en de cd op pauze kunnen zetten, wanneer een juiste stelling te horen is.
4 [00]
Ook hier kunt u de leerlingen, nadat ze de oefening af hebben, elkaars antwoorden laten bekijken, voordat u de oefening, eventueel op de manier zoals beschreven bij exercise 3, bespreekt.
B
I'm a video game star De leerlingen lezen eerst de titel en bekijken de illustratie van de tekst, maar lezen de tekst zelf nog niet.
5
Hier moeten de leerlingen de beweringen scannen en vervolgens in de juiste volgorde plaatsen. Als de leerlingen dit goed doen hebben ze de tekst in grote lijnen begrepen.
6
Laat uw leerlingen zich inleven in de positie van Jenna en zich eventueel met haar personifiëren. Als ze het idee hebben dat ze hun eigen CV zouden moeten schrijven om een kans te maken op een rol in een videospel, zullen ze zich beter in de situatie kunnen inleven. Sommige informatie kunnen ze letterlijk uit de tekst halen, terwijl ze andere dingen zelf moeten verzinnen. Dit kunnen ze doen op grond van het beeld dat ze van Jenna hebben gekregen door het lezen van de tekst. Stone 30 In deze Stone wordt één aspect van de present perfect gebruikt. U hoeft hier nog niet uitgebreid op deze werkwoordstijd in te gaan. Wel zou u het belang kunnen aangeven van de relatie tussen de vorm van het gezegde en het tijdstip van de gebeurtenis die wordt beschreven. Geeft u hier bijvoorbeeld aan dat het woord always hier op een andere manier wordt gebruikt dan bij de present simple. Hier betreft het een nog voortdurend verlangen. Bij de present simple betreft het een terugkerende actie.
7
U zou de leerlingen de werkwoorden met een tekstmarker een kleurtje kunnen laten geven en het woordje always een ander kleurtje. De zinnen moeten letterlijk uit de Stone gehaald worden.
8
Nadat de leerlingen de oefening hebben opgeschreven, zouden ze, wederom, in pairs de oefening kunnen uitvoeren. U zou hen hiervoor een aantal minuten de tijd voor kunnen geven, terwijl u door het lokaal loopt, om hier en daar even mee te luisteren. Wel is het aan te raden nog enkele leerlingen de oefening klassikaal laten doen, omdat het een nieuw onderwerp betreft.
9
Een echte pairwork oefening. Geef de leerlingen enkele minuten de tijd om de oefening in stilte voor zichzelf voor te bereiden, alvorens ze daadwerkelijk in tweetallen aan de slag gaan. Wellicht zou u de (snellere) leerlingen kunnen vragen zelf met alternatieven te komen.
<10> Een soortgelijke oefening als de vorige, met mogelijk dezelfde didactiek. U kunt er natuurlijk voor kiezen één van beide oefeningen te laten doen, hoewel de leerlingen dit soort oefeningen over het algemeen wel leuk vinden. Stone 31 In deze Stone wordt de past simple herhaald. Ook hier zou u de leerlingen er nogmaals op attent kunnen maken dat er altijd een verband bestaat tussen de verplicht te gebruiken werkwoordstijd en het tijdstip van de gebeurtenis, oftewel de tijdsbepaling. Het met verschillende kleuren markeren van gezegde en tijdsbepaling visualiseert dit verband nog eens extra. Wellicht is dit een goed moment om
48
nog even de lijst met onregelmatige werkwoorden met uw leerlingen door te nemen; wat staat in welke kolom en wanneer moet je welke vorm gebruiken. 11
De vertalingen komen letterlijk uit de Stone.
12
Ook hier zou u uw leerlingen eerst individueel de oefening kunnen laten invullen en eventueel markeren, voordat ze in pairs of klassikaal de oefening in praktijk brengen.
13
Het eerste deel van deze opdracht doen de leerlingen zelf. Vervolgens werken ze in pairs. Wijs de leerlingen erop dat ze eerst goed naar het voorbeeld in het Workbook kijken. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar www.2thv.steppingstones.wolters.nl
C
Meet the boys Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie.
14 [00]
Deze oefening heeft als doel om voorkennis bij de leerlingen te activeren, zodat ze gerichter kunnen luisteren. Er zitten pauzes in de luistertekst, zodat de leerlingen meer tijd hebben om de trefwoorden rustig op te schrijven.
15 [00]
Maak de leerlingen er op attent dat ze hun antwoorden alleen in trefwoorden geven. Het doel van het vooraf lezen van de vragen is, dat ze tijdens het luisteren scannend bezig zijn.
16
Deze oefening activeert de voorkennis. U zou een klassengesprek kunnen aangaan over roddelbladen in het algemeen en wie deze bladen leest.
17 [00]
Een scanopdracht waarbij u de leerlingen in pairs of klassikaal over iedere bewering hun eigen mening zou kunnen laten geven.
D
Melissa's diary De leerlingen lezen alleen de eerste alinea, maar lezen de rest van de tekst nog niet.
18
Nadat de leerlingen hun redenen hebben opgeschreven zou u hen in pairs of klassikaal hierover kort kunnen laten spreken. U zou er ook voor kunnen kiezen deze oefening in het Engels te laten opschrijven.
19
Bij deze opdracht moeten de leerlingen meerkeuze vragen over de tekst beantwoorden. U zou de leerlingen kunnen laten aangeven hoe ze aan hun antwoorden zijn gekomen. De leerlingen kunnen, voordat u de oefening eventueel klassikaal behandelt, hun antwoorden met elkaar vergelijken. Stones 32 en 33 Deze Stones zijn samengenomen, omdat ze erg kort en meer idiomatisch dan grammaticaal zijn.
20
De vertalingen komen letterlijk uit de Stones.
21
Deze opdracht is vrijer dan 20. Stones 30 t/m 33
22
Geef de leerlingen de tijd om eerst hun eigen spreekkaart goed door te nemen, om zich zo op hun rol voor te bereiden. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar www.2thv.steppingstones.wolters.nl
49
Grammar Het is belangrijk de leerlingen er op te wijzen dat ze voordat ze de Grammar oefeningen maken, eerst de Grammar uit het Textbook aandachtig doornemen. Nadat ze de oefeningen per Grammar onderdeel gemaakt hebben, openen ze hun Textbook weer en kijken of ze het goed gedaan hebben. Vervolgens neemt u met hen de oefeningen door. Eventueel kunt u nog een tussenstap inlassen, waarbij u de leerlingen elkaars werk laat bekijken, voordat u de oefeningen klassikaal, of eventueel via een antwoordmodel, behandelt. Wijs de leerlingen er op dat het belangrijk is te weten waarom ze bepaalde fouten hebben gemaakt, zodat ze in de toekomst niet deze, maar andere fouten maken. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. E
The Rich and famous Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3.
<1>
Dit is een skimopdracht, waarbij de leerlingen globaal door de tekst lezen en woorden die ze niet kennen, opschrijven, vervolgens afgaande op de context raden en pas in laatste instantie opzoeken in het woordenboek. Legt u de leerlingen vooraf uit wat het belang is van het raden van de betekenis van woorden door naar de context te kijken. Ook bij woordenboekgebruik is uiteraard de context van groot belang.
<2>
Voor deze opdracht moeten de leerlingen de tekst zorgvuldig lezen. Het is belangrijk dat de leerlingen de vraag eerst goed lezen alvorens ze op zoek gaan naar het antwoord en dat ze geen dingen opschrijven die niet relevant voor de vraag zijn.
<3>
De leerlingen schrijven eerst in het Nederlands op wat ze van de inhoud van de tekst vonden. Deze informatie gaan ze vervolgens gebruiken om hun eigen mening te vormen over hoe ze zelf in een soortgelijke situatie zouden handelen. 4.1.9 Chapter 8 (t) havo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt de leerlingen vragen waar ze aan denken bij het lezen van de titel en het zien van de foto.
1
In deze opdracht gaan de leerlingen opschrijven wat zij denken dat de organisaties doen. U kunt de leerlingen vragen of er nog organisaties zijn die volgens hen missen in de lijst. Daarnaast kunt u ook vragen van welke organisatie de leerlingen lid zouden willen worden en waarom. Niet alle organisaties zijn waarschijnlijk bij de leerlingen bekend, maar een aantal van hen komen verderop in het hoofdstuk aan de orde. Als de leerlingen vast door het Textbook bladeren komen ze Slow Food Movement (bladzijde 106), Young Carers Club (bladzijde 105–106) en International Campaign to Ban Landmines (bladzijde 112) tegen. Ze komen hierdoor niet alleen aan de antwoorden, maar zien dan meteen wat er straks allemaal aan bod gaat komen. Over dit hoofdstuk Thema van dit hoofdstuk is klaar staan voor anderen, maar ook stilstaan bij jezelf. Zo zijn er (luister)teksten over mensen die anderen (willen) helpen, leren de leerlingen om hulp vragen, hun hulp aanbieden, iemand feliciteren en hun medeleven betuigen. Verder is er een quiz over eetgewoontes, schrijven de leerlingen een kaart en maken ze een plan om anderen te helpen. De grammatica, waarin onder anderen aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden en korte ja/nee–antwoorden worden behandeld, sluit aan op de Stones.
50
A
Make a difference day Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2
Deze opdracht dient als warming-up bij de luistertekst. Door de tekst in het Textbook te lezen en de vragen te beantwoorden zijn de leerlingen enigszins voorbereid op waar de dadelijk naar gaan luisteren.
3 [00]
Bij deze opdracht gaan de leerlingen open vragen over een luistertekst beantwoorden. Er zijn pauzes ingebouwd, maar u kunt natuurlijk de pauzes tot een gewenste lengte brengen door de pauzeknop ingedrukt te houden. U kunt de leerlingen de tip geven om hun antwoorden in trefwoorden op te schrijven. Vergeet u niet de vraag onderaan de opdracht. Hier kunnen de leerlingen hun voorspelling, die ze bij Exercise 2 hebben gedaan, controleren. Stones 34 en 35 Als u de Stones met de leerlingen doorneemt kunt u even stilstaan bij de korte ja/nee–antwoorden in Stone 35. In het Nederlands is het voldoende om gewoon ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen, maar in het Engels is dat niet gebruikelijk. U kunt hier eventueel Grammar 4 bij betrekken waar korte ja/nee–antwoorden worden behandeld.
4
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stones 34 en 35 vermeld staan.
5
Bij deze opdracht moeten de leerlingen zinnen maken aan de hand van de tekeningen. Het zijn in principe dezelfde zinnen als bij opdracht 4 alleen wat vrijer en met andere vocabulaire die niet meer letterlijk in de Stones voorkomt. Wijst u de leerlingen erop dat het hulpwerkwoord in het antwoord dat er al staat in de vraag herhaald moet worden.
6
Dit is een vrije spreekopdracht waarbij de leerlingen elkaar om hulp moeten vragen. Voor de vraagstelling gebruiken de leerlingen Stones 34 en 35. Veel woorden die ze nodig hebben komen in deze fase niet meer letterlijk uit de Stones, maar het zijn wel woorden die ze zouden moeten kennen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Help is at hand De leerlingen bekijken de leesinput in het Textbook, maar lezen deze nog niet. Daarna gaan ze verder met Exercises 8 en 9.
7
Het is bij deze opdracht erg belangrijk dat de leerlingen de tekst niet intensief lezen, maar scannen. Ze hoeven hier alleen de hokjes van de vragen waarvan de antwoorden in de tekst staan aan te kruisen.
8
In deze opdracht beantwoorden de leerlingen de vragen waarvan ze de hokjes in opdracht 8 aangekruist hebben. Het kan zijn dat men er achter komt dat een vraag die in eerste instantie aangekruist is toch niet te beantwoorden is. Op deze manier controleren de leerlingen zelf opdracht 8.
C
Don’t eat so fast Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercises 10 t/m 12
9
Deze opdracht dient als warming-up bij de luistertekst. Door de tekst in het Textbook te lezen en de en de quiz te doen, worden de leerlingen enigszins voorbereid op waar ze dadelijk naar gaan luisteren.
10
Bij deze opdracht gaan de leerlingen aankruisen welke van de twee vertalingen de juiste is. De
51
[00]
leerlingen moeten bij deze opdracht goed naar het interview luisteren, omdat bij sommige zinnen beide mogelijkheden als vertaling bestaan. Het draait dan om de context waarin het gezegd is. Bij deze opdracht zijn geen pauzes ingebouwd. De leerlingen weten dus niet precies wanneer ze een antwoord moeten aankruisen. U kunt de leerlingen er nogmaals op wijzen dat het bij opdrachten als deze belangrijk is om de opdracht van tevoren goed door te lezen. In het tapescript in de docentenhandleiding zijn de woorden waarvan de betekenis geraden moet worden vetgedrukt. Als u merkt dat de leerlingen moeite hebben met deze opdracht kunt u de tekst nog een keer laten horen en de cd stop zetten na elk woord.
11 [00]
De leerlingen gaan nu nog een keer naar Don’t eat so fast luisteren. Er zijn pauzes ingebouwd. U kunt de leerlingen erop wijzen dat ze de pauzes niet alleen gebruiken om het antwoord aan te kruisen, maar dat ze ook alvast de volgende vraag doorlezen zodat ze weten waar ze op moeten letten. Changing the world one favour at the time De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 12
12
Bij deze opdracht maken de leerlingen de zinnen compleet door de juiste mogelijkheid aan te kruisen. Er zijn pauzes. Stone 36 Als u Stone 36 door met uw leerlingen doorneemt kunt u ervoor kiezen Grammar 1, aanwijzende voornaamwoorden, hierbij te betrekken. Vervolgens gaan de leerlingen verder met Exercises 13 t/m 15.
13
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 36 vermeld staan.
14
Bij deze opdracht moeten de leerlingen aan de hand van de illustraties zinnen vormen. U kunt de leerlingen (nogmaals) wijzen op Grammar 1. Het is verstandig dat u de leerlingen erop wijst goed naar de illustraties te kijken. Er is namelijk altijd sprake van ‘dichtbij’ en ‘ver weg’.
15
Bij deze spreekkaart werken de leerlingen in tweetallen. De één beschrijft de illustratie, de ander schrijft op met wie of wat hij / zij te maken heeft. De leerlingen mogen zelf namen en dergelijke bedenken. Het is van belang dat de leerlingen ook van rol wisselen. Op deze manier trainen ze het luisteren naar elkaar, maar ook het gebruik van this, that, these en those. U kunt ook de leerlingen de opdracht om een volgende keer een foto van thuis mee te nemen zodat ze die aan klasgenoten kunnen beschrijven.
D
Best wishes De leerlingen lezen Best wishes. Daarna gaan de leerlingen verder met Exercises 16 en 17.
(16) Een gemakkelijker opdracht waarbij de leerlingen de het juiste trefwoord bij de juiste tekst moeten matchen. Mocht u bij uw groep deze opdracht niet nodig vinden, dan kunt u deze opdracht ook overslaan. 17
De zinnen uit deze opdracht komen niet uit de tekstjes in het Textbook maar hadden er wel in voor kunnen komen.
18
Door deze opdracht worden de leerlingen gedwongen in detail naar informatie te zoeken; voor deze opdracht dienen ze de tekst dus nauwkeurig te lezen. Stones 37 t/m 39 U kunt de leerlingen deze relatief eenvoudige Stones zelfstandig laten bestuderen. Daarna gaan ze verder met Exercises 18 en 19
52
19
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stones 37 t/m 39 vermeld staan.
20
Dit is een wat vrijere opdracht. Aan de hand van situaties die geschetst worden geven de leerlingen aan wat je in zo’n geval zou kunnen zeggen. In sommige gevallen zijn dan ook meerdere zinnen mogelijk. Stones 35 t/m 39 De leerlingen bestuderen nogmaals Stones 35 t/m 39. Vervolgens gaan ze verder met Exercise 21 en 22.
21
Bij deze opdracht worden de Stones in een vrijere context geplaatst. U kunt een aantal leerlingen de dialoog klassikaal laten uitvoeren. Dit biedt gelijk de mogelijkheid om de antwoorden te controleren.
<22> Bij deze opdracht worden alle Stones uit het hoofdstuk, met uitzondering van Stone 34, gecombineerd. Het uitwerkingenboek bevat een voorbeeldkaart ter vergelijking. Ook kunnen de leerlingen hun kaarten onderling vergelijken. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. De uitslag van opdracht 4 staat in het uitwerkingenboek. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. E
The people’s princess Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3.
<1> Bij deze opdracht moeten de leerlingen op zoek naar woorden of zinsdelen die aangeven dat Prinses Diana veel goede dingen voor anderen heeft gedaan. Ze moeten dus gericht zoeken naar informatie. Het is niet de bedoeling dat leerlingen hele zinnen gaan overschrijven. <2> De antwoorden op de vragen staan verspreid over de hele tekst. De leerlingen zouden dus per vraag de hele tekst weer moeten gaan lezen. Omdat dit erg veel tijd kost kunnen ze de tekst het beste gaan scannen. Omdat leerlingen misschien nog niet uit zichzelf van deze leesstrategie gebruik maken, kunt u ze hier op wijzen. <3> Als de leerlingen de leerlingen de grote lijnen van de tekst begrepen hebben moet deze opdracht geen probleem zijn. U kunt de leerlingen er op wijzen dat Once upon a time ... en The end! naar een sprookje verwijst. Eventueel kunt u er samen met hen bij stilstaan dat het leven van Diana verre van een sprookje was. 4.1.10 Chapter 9 (t) havo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt ervoor kiezen op dit moment een klassengesprek te voeren over Groot-Brittannië en de dingen
53
die er te beleven zijn, maar u kunt dat misschien beter doen na opdracht 1 waar de leerlingen eerst zelf nadenken over wat ze al van het land weten. 1
In deze opdracht, waarin voorkennis geactiveerd wordt, inventariseren de leerlingen hun kennis over Groot-Brittannië. Hoewel er bij deze opdracht in het uitwerkingenboek een voorbeeld Key staat kunt u deze opdracht ook klassikaal bespreken en zo eventueel een klassengesprek voeren over het land. Over dit hoofdstuk De titel van het hoofdstuk Scrapbook GB zegt het al; dit hoofdstuk is een soort plakboek over GrootBrittannië, waarin onder anderen typisch Britse gewoontes (All things Brittish), fictieve bekende personen (Bury me where the arrow falls! en Elementary, my dear Watson) en gebieden (Schotland en Wales) aan de orde komen. Het hoofdstuk behandelt dus niet alle toeristische attracties, maar probeert de leerlingen op iets originelere wijze kennis te laten maken met het land. Het doel van dit laatste hoofdstuk is training van vaardigheden, herhaling van een aantal grammatica onderdelen en ontspannend bezig zijn met land en volkenkunde zo vlak voor de vakantie. Er zijn veel open opdrachten als het praten over Groot-Brittannië, het maken van een poster en het schrijven van een draaiboek. In dit hoofdstuk staan geen Stones en er wordt geen nieuwe grammatica in aangeboden. Mocht u wegens tijdsgebrek niet aan dit hoofdstuk toekomen, omdat u bijvoorbeeld maar twee uur in de week heeft, dan heeft dat geen consequenties voor volgend jaar. Mocht u wel tijd over hebben dan kunt u dit hoofdstuk als aanknopingspunt nemen voor een groter project over Groot-Brittannië, zoals bijvoorbeeld het organiseren van een werkweek. Om de leerlingen enthousiast te maken kunt u ze (op internet) extra materiaal laten verzamelen over Robin Hood en Nottingham, Shelock Holmes, Londen, Schotland en Wales. Vooral bij opdracht 5, 9, 14 en 21 kan dat toegevoegde waarde hebben. Ook kunt u uw leerlingen (in groepjes) spreekbeurten laten geven over een aspect van Groot-Brittannië (uit het hoofdstuk). In de Yellow Pages staat op bladzijde 143 informatie over het geven van een spreekbeurt en op bladzijde 146–147 over het verzamelen van informatie.
A
All things British De leerlingen lezen de tekst en bekijken de foto in het Textbook en gaan vervolgens verder met Exercises 2 t/m 5.
(2)
Een warming-up opdracht. Wijs de leerlingen eventueel op de tip en Rocky.
3 [00]
Voor deze opdracht moeten de leerlingen de tekst aandachtig beluisteren.
4 [00]
In deze opdracht leren de leerlingen om informatie met elkaar te vergelijken en uit deze vergelijking conclusies te trekken. Door middel van trefwoorden maken de leerlingen aantekeningen tijdens het luisteren. U kunt ervoor kiezen om klassikaal de verschillen tussen bepaalde gewoontes in Nederland en GrootBrittannië met de leerlingen te bespreken. Dit gesprek zou alvast als voorbereiding op opdracht 5 kunnen dienen.
<5>
Een echte pairwork oefening. Geef de leerlingen enkele minuten de tijd om de oefening voor te bereiden. Wijs ze alvast op de tip. U kunt ervoor kiezen om twee (betere) leerlingen het gesprek voor de klas uit te laten voeren. Daarna gaan de leerlingen in tweetal praten. Afhankelijk van het taalniveau, ervaring en inzet van de leerlingen kunnen gesprekjes van heel simpel tot erg uitgebreid verlopen. Loop door de klas en help de leerlingen als een gesprek dreigt vast te lopen. U kunt eventueel groepjes maken van de leerlingen die aan elkaar gewaagd zijn. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Bury me where the arrow falls! De leerlingen lezen de eerste alinea van de tekst in het Textbook, maar de rest van de tekst nog niet. Vervolgens gaan ze verder met Exercises 6 t/m 9.
54
(6)
De eerste alinea van de tekst Bury me where the arrow falls! dient gelezen te worden om het onderwerp te introduceren en hun voorkennis over het onderwerp te activeren. Door middel van trefwoorden schrijven de leerlingen alles op wat ze al over Robin Hood weten.
7
Deze opdracht gaat dieper in op het vocabulaire uit de tekst. Hierdoor zal het begrip van de tekst vergroot worden en dit zal het maken van de volgende opdracht ten goede komen. Ze moeten de tekst voor deze opdracht redelijk nauwkeurig lezen, omdat ze een woord beter kunnen vinden als ze het in context zien.
8
De leerlingen kruisen de beweringen aan die kloppen met de tekst.
9
Een speelse opdracht die de leerlingen de kans geeft om hun (net opgedane) kennis over Robin Hood leuk te presenteren. De leerlingen vullen de poster in met informatie uit de tekst en maken de illustratie van Robin Hood bijvoorbeeld op basis van de illustratie in het tekstboek. Ook kunnen ze zelf extra informatie zoeken (op internet) en dit op de poster verwerken. U kunt ervoor kiezen om deze opdracht in groepjes te laten uitvoeren, waarbij elke groep ter afsluiting hun poster aan de rest van de klas presenteert. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
Lonely in London Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 10 t/m 12.
10 [00]
Het is belangrijk dat de leerlingen de lijst met onderwerpen goed doorlezen voordat ze gaan luisteren. Zo kunnen ze gerichter luisteren.
11 [00]
U kunt de leerlingen er nogmaals op wijzen dat het bij opdrachten waarbij geen pauzes ingebouwd zijn belangrijk is dat ze de stellingen van tevoren goed doorlezen.
12
Dit is een reflectie opdracht voor na het luisteren. De leerlingen hoeven voor deze opdracht dus niet nog een keer naar Lonely in London te luisteren. Het is de bedoeling dat de leerlingen even stilstaan bij vraagstukken die de luistertekst oproept. Elementary, my dear Watson! De leerlingen lezen eerst de folder in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustraties. Daarna gaan ze verder met Exercises 13 t/m 17.
13
Als warming-up bij de luistertekst gaan de leerlingen alvast een folder lezen over het onderwerp: Sherlock Holmes. Vraag 2 en 3 zijn een beetje strikvragen omdat Sherlock Holmes natuurlijk niet echt bestaan heeft, maar een fictief persoon was. De leerlingen moeten de fouten in de beweringen verbeteren.
<14> Een vrij simpele opdracht waar de leerlingen op grond van de beschrijving en de illustraties feiten over Sherlock Holmes moeten ordenen. 15 [00]
In deze oefening wordt kijk– en luistervaardigheid getraind. Maak de leerlingen duidelijk dat ze goed naar de tekeningen moeten kijken alvorens naar de tekst te gaan luisteren. Zo kunnen ze beter de tekeningen in de volgorde van de tekst plaatsen.
16 [00]
Voor deze opdracht, die wat dieper ingaat op de tekst, moeten de leerlingen gedetailleerder luisteren.
55
17
Een speelse groepsopdracht. Stimuleer de leerlingen om een woordenboek te gebruiken als ze een woord niet kennen. Dit is voor veel leerlingen een bekend spelletje dat ze dit keer in het Engels moeten doen. Als het goed is komt er een grappig verhaaltje uit. U kunt ervoor kiezen een aantal voor te laten lezen aan de rest van de klas.
D
Mary Jo's diary De leerlingen lezen de tekst in het Textbook en doen daarna Exercises 18 t/m 21.
18
Om de delen van de zinnen in deze opdracht aan elkaar te kunnen koppelen moet de leerlingen de hele tekst nauwkeurig lezen. U kunt de leerlingen vertellen dat ze behalve op betekenis ook op het gebruik van bijvoorbeeld enkelvoud / meervoud en persoonlijk voornaamwoorden moeten letten. Als de leerlingen de zinsdelen bij elkaar gezocht hebben, zetten ze die zinnen in de volgorde van de tekst.
19
Een niet al te moeilijke opdracht bij de tekst.
20
In deze opdracht moeten de leerlingen bepaalde informatie uit de tekst koppelen aan de illustraties in het werkboek. In de tekst wordt beschreven hoe de Highland Games gespeeld worden en als het goed is herkennen ze dat in de illustraties. Ook schrijven ze in eigen woorden op hoe de games gespeeld worden. Een aantal woorden die ze daarvoor nodig hebben staan in de Words to help en de woordenlijst.
<21> Het is belangrijk dat de leerlingen zich realiseren dat Mary Jo steeds pas achteraf in haar dagboek schreef wat ze eerder heeft gedaan. Dus wat er in het Textbook bij Saturday, 13 July staat vond vrijdagavond plaats. Er is in het uitwerkingenboek een voorbeeld Key die de leerlingen met hun eigen draaiboek kunnen vergelijken. Als er tijd voor is kunt u deze opdracht eventueel als voorbereiding op een rollenspel beschouwen. U kunt een scène uit het dagboek van Mary Jo kiezen, bij voorbeeld the Gathering of the Clans, en deze door leerlingen laten naspelen. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van deze opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Test yourself Test yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. <E>
Haunted castle tour De leerlingen bekijken de tekst in het Texbook, maar lezen hem nog niet. Daarna doen ze Exercises 1 en 2.
<1>
Voor deze opdracht scannen de leerlingen de tekst. Bij sommige vragen staat het antwoord niet letterlijk in de tekst, maar moeten de leerlingen hun eigen conclusies trekken om het antwoord te kunnen geven. <2> Voor deze opdracht dient de tekst nauwkeurig gelezen te worden, vooral om de juiste symbolen bij de juiste kastelen te kunnen tekenen.
56
4.2 Didactische tips 2 havo vwo 4.2.1 The First Lesson havo vwo THE FIRST LESSON Nadat uw leerlingen in het Textbook de ‘waarin-zin’ hebben gelezen en de bijbehorende foto hebben bekeken, kunt u in een klassengesprek met uw leerlingen ingaan op het thema vakantie door bijvoorbeeld ervaringen uit te wisselen. Aangezien op de foto Mr Bean te zien is, zou u ook nog iets met (de vakantie van) dit personage kunnen doen door hen te vragen of hen iets geks op vakantie is overkomen of dat ze een blunder hebben geslagen. 1
Door het doen van deze quiz over enkele Stones, woorden, grammaticale en culturele aspecten uit Stepping Stones 1 (t) havo vwo gaan de leerlingen zelf na hoeveel ze daar nog van weten. Als blijkt dat bepaalde kennis is weggezakt kunt u hier bij de bespreking van de opdracht even bij stilstaan zonder er een grammaticales van te maken. De quiz is niet al te moeilijk gemaakt en is ook goed te maken door leerlingen op dit niveau die voor het eerst met Stepping Stones gaan werken. Over deze les De First lesson stelt uw leerlingen in staat hun geheugen wat op te frissen met betrekking tot een aantal onderwerpen die in Stepping Stones 1 (t)havo vwo aan de orde zijn gekomen. Tevens vormt deze les de overgang tussen Stepping Stones 1 en 2 (t)havo vwo door hier alvast de past simple aan te stippen. Deze werkwoordstijd is aan het eind van Stepping Stones 1 (t)havo vwo behandeld en zal gelijk aan het begin van Stepping Stones 2 (t)havo vwo worden herhaald en uitgebreid. Deze les biedt verder zowel leerlingen die al eerder met Stepping Stones gewerkt hebben als leerlingen die hier voor het eerst mee gaan werken de kans (weer) aan de verschillende onderdelen te wennen. Hiernaast staat het thema vakantie centraal. U kunt benadrukken dat uw leerlingen veel, zo niet alles, in het Workbook en Textbook zelfstandig kunnen verwerken. Wijs hen in dat geval ook op het uitwerkingenboek, de leerling-cd en het extra online leerlingenmateriaal (2thv.steppingstones.wolters.nl)
2
In deze opdracht moeten uw leerlingen open vragen beantwoorden om zo (opnieuw) kennis te maken met de opbouw van Stepping Stones. In verband met de zelfwerkzaamheid is het van belang dat uw leerlingen een goed inzicht hebben in de structuur. U kunt uw leerlingen hier (wederom) op wijzen. Uw leerlingen lezen eerst de ansichtkaarten in hun Textbook. Daarna maken ze Exercise 3 t/m 6.
3
Hier moeten uw leerlingen de past simple vormen van de gegeven werkwoorden in een puzzel invullen. Deze vormen zijn ze bij het lezen van de ansichtkaarten al tegengekomen. Als u (in Stepping Stones 1 (t) havo vwo) nog niet bent toegekomen aan de past simple, is deze opdracht ook voor uw leerlingen daarom goed te doen. Ze doen zo alvast wat passieve kennis over dit onderwerp op, waar in het eerste hoofdstuk verder op in wordt gegaan. Als u met uw leerlingen in Stepping Stones 1 (t) havo vwo de past simple al heeft behandeld, kunt u ervoor kiezen om deze opdracht te doen voordat de leerlingen de ansichtkaarten in het Textbook bekijken. Zo kunt u controleren of deze kennis niet is weggezakt en wellicht weer kort ingaan op begrippen als regelmatige– en onregelmatige werkwoorden. U kunt hen dan ook wijzen op de lijst met onregelmatige werkwoorden op bladzijde 152–153 van het Textbook.
4
Bij opdracht 4 gaan uw leerlingen open vragen beantwoorden die te maken hebben met de ansichtkaarten en met de landen waar Engels als eerste taal gesproken wordt. U kunt daarom ook tevens het onderwerp Engels als wereldtaal aansnijden en bijvoorbeeld ook iets vertellen over landen waar Engels als tweede taal wordt gesproken en hoe dat komt.
5
Opdracht 5 is een spelopdracht waarbij de leerlingen in tweetallen samenwerken. Elk schrijven ze informatie op over twee vakantielanden waar ze ooit zijn geweest of nog eens heen willen gaan. Op basis van deze informatie beschrijven ze deze landen aan hun klasgenoot die moet raden welk land ze beschrijven. Hiermee verdienen ze punten. Het vragen naar meer informatie kost punten. U kunt deze opdracht ook in een andere, klassikale variant doen, door de klas in groepen te verdelen en hen een door u gekozen land te laten beschrijven.
57
4.2.2 Chapter 1 havo vwo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt de leerlingen vragen naar wat ze wel leuk en niet leuk vinden. U zou tevens een woordspin met als thema ‘Time of your life’ op het bord kunnen tekenen en deze samen met de klas kunnen invullen. 1
In deze opdracht gaan de leerlingen hun meningen geven door de beschreven activiteiten op volgorde te zetten. Bij de eerste acht gaat het om dingen die leuk zijn, bij de andere acht gaat het om dingen die over het algemeen niet als plezierig worden ervaren. Het doel hiervan is dat de leerlingen alvast gaan nadenken over dingen die wel leuk en niet leuk zijn. U zou op het bord kunnen turven welke activiteit het leukst gevonden wordt en welke het minst. Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk heeft als thema vrije tijd. Net na de vakantie hebben leerlingen elkaar van alles te vertellen over wat ze meegemaakt hebben. Daarom gaan de leerlingen in hoofdstuk 1 onder andere terugkijken op hun vakantie en daarover vertellen. Ook de luisterteksten gaan over vakantie en vrije tijd en worden onder anderen gebruikt om luister– en kijkvaardigheid mee te oefenen. De leesteksten, die ook op het thema aansluiten, lenen zich uitstekend voor scanopdrachten. Verder wordt er in de grammatica past simple en de rangtelwoorden behandeld.
A
Back to school Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2 [00]
De leerlingen moeten bij deze opdracht de juiste stellingen aankruisen. Het is belangrijk dat de leerlingen voor het luisteren de stellingen doorlezen. Zo weten ze waar ze op moeten letten. Maak de leerlingen erop attent dat er geen pauzes zijn. Karen’s summer vacation De leerlingen bekijken de tekening in het Textbook en lezen de bijbehorende tekst om erachter te komen waar ze naar gaan luisteren.
3 [00]
Bij deze opdracht gaan de leerlingen oefenen met kijk– en luistervaardigheid. Tijdens het luisteren moeten de leerlingen de hokjes aankruisen van de illustraties die corresponderen met het geluidsfragment. U kunt de leerlingen er op wijzen dat het bij dit soort opdrachten belangrijk is om de tekeningen voor het luisteren nauwkeurig te bekijken. Maak de leerlingen erop attent dat er geen pauzes zijn. Stone 1 U neemt de Stone met de leerlingen door. De zinnen staan ook op de cd. Na elke zin kunnen de leerlingen de zin nazeggen. U kunt er voor kiezen om Grammar 1 te behandelen, omdat die ingaat op de Past Simple. Mocht u besluiten om Grammar 1 te behandelen, wijs de leerlingen dan ook op de lijst met onregelmatige werkwoorden op bladzijde 152–153 van het Textbook. U kunt de leerlingen alvast laten vertellen waar ze geweest zijn op basis van de Stone. Dit zal ze ook alvast voorbereiden op opdracht 6.
4
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 1 vermeld staan.
5
Opdracht 5 is een vrijere variant van opdracht 4. Opdracht 5 is bedoeld om de leerling te laten kennismaken met andere mogelijkheden. U kunt de leerlingen een dialoogje laten oefenen met hun eigen vakantie.
58
6
Dit is een spreekopdracht waarbij de leerlingen elkaar over hun zomervakantie vertellen. Om de leerlingen op weg te helpen kunt u zelf het goede voorbeeld geven door eerst zelf over uw vakantie te vertellen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Specialty Camp De leerlingen bekijken de leesinput in het Textbook, maar lezen deze nog niet. Daarna gaan ze verder met Exercises 7 en 8.
7
Bij opdracht 7 gaan de leerlingen het juiste zomerkamp bij de gegeven informatie zetten. Hiervoor hoeven ze niet de tekst eerst te lezen. Bij deze opdracht is het belangrijk dat de leerlingen eerst in de Yellow Pages lezen over scannen. Aangezien dit het eerste hoofdstuk is en scannen ook in latere hoofdstukken aan bod komt, is het verstandig de gegeven bladzijden in de Yellow Pages samen door te lezen.
8
In opdracht 8 moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Hiervoor moeten ze intensief lezen. U kunt even klassikaal stilstaan bij vragen 4 en 5 waar ze hun eiegen mening moeten geven. Stones 2 en 3 Deze Stones gaan over vragen en antwoorden in de verleden tijd. Het is verstandig om bij deze Stones Grammar 2 en 3 te behandelen, omdat deze op elkaar aansluiten.
9
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stones 2 en 3 vermeld staan.
10
Deze opdracht dient als inslijpoefening en is minder gestuurd dan opdracht 9.
11
Bij deze opdracht moeten de leerlingen zinnen kunnen maken zoals ze in de Stone staan. Ze maken daarbij gebruik van de informatie die in de kantlijn staat. U kunt hen er ook op wijzen dat ze uit de context al goed kunnen opmaken wat ze moeten invullen. Stones 1 t/m 3 De leerlingen kijken nogmaals naar Stones 1 t/m 3 en doen vervolgens Exercise 12. Het is wel belangrijk dat ze alle Stones nog eens bekijken.
12
Bij deze spreekopdracht moeten de leerlingen er aan de hand van vragen achter zien te komen waar hun klasgenoot is geweest. Ze mogen alleen vragen stellen over de activiteiten (bijv. Did you go to a campsite?). Door meerdere vragen te stellen blijft er op een gegeven moment nog maar een mogelijkheid over. Wanneer ze de stad geraden hebben, vragen de leerlingen hoe hun klasgenoot gegaan is. Daarna kunnen ze van rol wisselen. Let u er wel op dat de leerlingen niet als eerste vraag naar de stad vragen. (Bijvoorbeeld: Did you go to Amsterdam?) Dit zou het spelelement eruit halen. Het is belangrijk dat de leerlingen alleen hun eigen spreekkaart lezen en zich goed op hun rol voorbereiden. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
Skateboarding Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 13.
59
13 [00]
Bij deze opdracht gaan de leerlingen kijken of bepaalde informatie in de luistertekst aanwezig is. Wanneer dat het geval is, gaan de leerlingen de antwoorden in trefwoorden opschrijven. Het is van belang dat u de leerlingen er op wijst dat er pauzes zijn. Let wel: deze pauzes zijn 5 seconden. Mocht u dit te kort zijn, dan kunt u altijd de pauzeknop gebruiken om zo de pauze tot een gewenste lengte te brengen. Wijs uw leerlingen er op dat ze de pauze ook kunnen gebruiken om alvast de volgende vraag te lezen zodat ze weten waar ze op moeten letten. Als u in een klas zowel de HV als de TH methode gebruikt, kunt u deze opdracht het beste zelfstandig op de computer laten maken, omdat er bij de havo vwo versie pauzes zijn en bij de (t) havo versie niet. Stones 4 en 5 U kunt uw leerlingen deze Stone zelfstandig laten bestuderen om vervolgens de bijbehorende opdrachten te maken. Het is wel verstandig om de leerlingen te wijzen op het verschil tussen spreektaal en schrijftaal bij data.
14
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in de Stone staan.
15
Dit is een iets vrijere opdracht waarbij de leerlingen naast hun eigen gegevens ook een aantal data in moeten vullen. Wijs uw leerlingen op het feit dat ze bij het eerste gedeelte hun eigen gegevens in moeten vullen.
16
Dit is een opdracht waarbij uw leerlingen elkaar naar hun geboortedatum gaan vragen. Wijst u hen op de tip die in het werkboek vermeld staat.
D
Spare time De leerlingen bekijken Spare time, maar lezen de tekst nog niet. Daarna gaan de leerlingen verder met Exercises 17 en 18.
17
Bij opdracht 17 gaan de leerlingen de juiste persoon bij de juiste stelling zetten. Hiervoor hoeven ze de tekst niet eerst te lezen. Bij deze opdracht is het belangrijk dat de leerlingen eerst in de Yellow Pages lezen over scannen. Aangezien dit het eerste hoofdstuk is en scannen ook in latere hoofdstukken aan bod komt, is het verstandig om er even bij stil te staan.
18
Bij deze opdracht moeten de leerlingen eerst bepalen of bepaalde informatie in de tekst aanwezig is. Wanneer dat het geval is, moeten ze het antwoord opschrijven. U kunt na het maken van deze opdrachtenreeks bij Spare time ook eens informeren naar hoe uw leerlingen hun vrije tijd doorbrengen. Wie heeft er bijvoorbeeld een vakantiebaantje? En wie kijkt veel tv? Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Een veel gemaakte fout bij de past simple is dat leerlingen bij vragen en ontkenningen twee keer een verleden tijd gebruiken. (Bijvoorbeeld: I didn’t went …) Wellicht kunt u dat extra onder de aandacht brengen. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. Omdat dit het eerste hoofdstuk is, bespreekt u met de leerlingen het doel van de Test Yourself. De Test Yourself is een beknopte samenvatting van de Stones, Grammar en Vocabulary van het hoofdstuk en een middel tot zelfcontrole bij het leren van een hoofdstuk.
60
De leerlingen kunnen m.b.v. het uitwerkingenboek zelf zien welke onderdelen uit Test Yourself ‘Voldoende’ en welke ‘Nog niet voldoende’ zijn. Daarna bestuderen de leerlingen de geadviseerde onderdelen en doen de bijbehorende opdrachten uit IT Herhaling op de computer. U kunt de leerlingen erop attent maken dat er voor u nu nog een mogelijkheid is om dingen die ze niet begrepen hebben nog eens extra uit te leggen. Het is daarom van belang dat ze de Test Yourself serieus maken en nakijken. Het is raadzaam toch wel enige controle uit te oefenen op het maken en nakijken van de Test Yourself en op hoeveel fouten de leerlingen gemaakt hebben. E
A day on the James Bond set Elk hoofdstuk bevat een E-xtra tekst. Deze teksten zijn meestal moeilijker dan de andere teksten in het hoofdstuk. Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3.
<1> Het is de bedoeling dat de leerlingen de zinnen in de volgorde zetten zoals ze in de tekst voorkomen. De zinnen staan in de opdracht echter in het Nederlands. Uw leerlingen zullen eerst een kleine vertaalslag moeten maken om zo de juiste zinnen te vinden. Wanneer een leerling dit een moeilijke opdracht vindt, kunt u hem / haar adviseren om bij elke zin een trefwoord (in het Engels) uit te zoeken en deze proberen terug te vinden in de tekst. U kunt de leerlingen ook een woordenboek erbij laten gebruiken. <2> Bij deze opdracht moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Hiervoor moeten ze de tekst intensief lezen. <3> Bij deze opdracht wordt naar de mening van de leerling gevraagd. Op deze manier wordt de link gelegd tussen de gelezen tekst en de belevingswereld van de leerling. U kunt leerlingen adviseren om eens antwoorden met elkaar te vergelijken. 4.2.3 Chapter 2 havo vwo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin-zinnen’ in het Textbook. Voor ze Exercise 1 gaan maken, kunt u vragen wie van hen wel eens in het ziekenhuis gelegen heeft en voor welke kwaal. Door naar hun eigen ervaringen met het thema te vragen, denken uw leerlingen niet alleen na over dit thema maar raken ze er vanaf het begin ook echt bij betrokken. 1
In deze opdracht gaan de leerlingen de juiste namen zoeken van gezondheidskwaaltjes die op de plaatjes staan afgebeeld of die ze nog zelf moeten tekenen. Zo wordt aanwezige kennis van idioom rond dit thema geprobeerd naar boven te halen en uit te breiden. Aangezien niet alle woorden uit deze opdracht in het Textbook staan, kunt u uw leerlingen stimuleren naast het Textbook ook het woordenboek te gebruiken om woorden op te zoeken. Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk heeft als thema gezondheid. Centraal staat niet alleen het informeren hiernaar, maar ook het geven van advies. De leerlingen leren op verschillende manieren advies te geven en oefenen hier dan ook verscheidene malen mee, zowel schriftelijk als mondeling. Bij de grammatica wordt overigens dieper ingegaan op de hulpwerkwoorden die hierbij gebruikt worden. Bij de onderdelen over leesvaardigheid wordt met name de vaardigheid scannen getraind. Op het gebied van schrijfvaardigheid krijgen de leerlingen de kans eens een e-mail te schrijven.
A
Bad luck Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2 [00]
De leerlingen moeten hier informatie uit het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren in een tabel invullen. Zeker bij deze opdracht is het van groot belang dat de leerlingen voor het luisteren de tabel goed doorlezen, omdat ze de informatie die ze moeten invullen in een andere volgorde te horen
61
krijgen dan de manier waarop deze in de tabel vermeld staat. Dit voorkomt dat ze tijdens het luisteren nog moeten gaan zoeken naar de plek waar de informatie in de tabel moet worden ingevuld. Het zorgt er tevens voor dat ze gericht kunnen luisteren om vervolgens de juiste informatie in te vullen. In verband met de tijd is het verder van belang hen erop te wijzen de in te vullen informatie in trefwoorden op te laten schrijven. Maak de leerlingen erop attent dat er geen pauzes zijn. A rare case De leerlingen bekijken de tekening in het Textbook en lezen de bijbehorende tekst om erachter te komen waar ze naar gaan luisteren. 3 [00]
Hier moeten de leerlingen tijdens het luisteren aankruisen welke van de gegeven beweringen juist is. U kunt hen er op wijzen dat het bij dit soort opdrachten belangrijk is om de beweringen voor het luisteren nauwkeurig door te lezen. Stone 6 Bij de behandeling van Stone 6 kunt u de leerlingen ook vragen of ze de laatste twee vragen hieruit ook zo kunnen aanpassen dat ze er niet alleen rechtstreeks aan iemand mee kunnen vragen of deze persoon orde in is, maar ook aan anderen. U kunt ze verder attent maken op het blokje rechtsonder met daarin namen van andere ziekten en gezondheidskwalen en eventueel nieuwe zinnen laten maken met andere soortgelijke namen die ze al kennen.
4
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 6 vermeld staan.
5
De leerlingen moeten nu een gesprek aanvullen door complete zinnen te maken op basis van aanwijzingen tussen haakjes. U kunt leerlingen die hier moeite mee hebben ook dit gesprek hardop laten oefenen met een medeleerling. Zo wordt het gelijk duidelijk wanneer een gesprek niet loopt en kunnen ze ook elkaars antwoorden met elkaar vergelijken.
6
Dit is een spreekopdracht met een spelelement. De leerlingen oefenen hierbij nog meer met het beschrijven van symptomen van bepaalde gezondheidsklachten. De bedoeling is dat ze hierbij omschrijvingen bedenken zoals in Stone 6. Aangezien deze raadopdracht leuker wordt door het kiezen van kwalen die nog niet aan de orde zijn geweest, kunt u ze de gelegenheid bieden gebruik te maken van een woordenboek. Eventueel kunt u een passende beloning geven aan de leerling met de meeste punten. Het is overigens goed mogelijk om deze opdracht klassikaal te doen. Stone 7 Aangezien in Stone 7 voor het eerst de past continuous aan bod komt, is het raadzaam deze klassikaal te behandelen. U kunt ervoor kiezen dit in combinatie te doen met grammar 1 en 2, waarin ook een vergelijking wordt getrokken met de present continuous. Wijs uw leerlingen er in ieder geval op dat de past continuous wordt gemaakt met was/were en een werkwoord met –ing en dat deze gebruikt wordt om te praten over wat er op een bepaald moment aan de gang was.
7
Door deze opdracht leren de leerlingen goed wennen aan de past continuous. De leerlingen moeten de vertalingen geven zoals ze letterlijk in de Stone staan.
8
In opdracht 8 worden de leerlingen gestuurd in het vragen maken over en antwoorden geven bij wat er op de plaatjes te zien is. Net als bij de voorgaande opdracht, moeten ze hierbij zowel de past continuous als de past simple gebruiken.
9
Deze opdracht laat de leerlingen nu helemaal zelf soortgelijke vragen en antwoorden als in de voorgaande opdracht en Stone 7 maken. De woorden die ze hiervoor nodig hebben komen niet meer uit de Stone, maar hebben ze wel gehad in Stepping Stones 1 (t)havo vwo en het vorige hoofdstuk.
62
<10> Om nog eens extra te oefenen met alleen de past continuous beschrijven de leerlingen wat hun bekenden aan het doen waren en moeten ze dus in staat zijn deze vorm te maken van alle werkwoorden die ze zelf kiezen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. B
Four ways to feel better De leerlingen bekijken de leesinput in het Textbook zodat ze weten hoe deze is opgebouwd, maar lezen de tekst nog niet. Dit is belangrijk voor de scanopdrachten die ze hierna moeten doen.
11
Opdracht 11 laat de leerlingen een tekst scannen naar de namen van de personen die horen bij de meningen die in het artikel voorkomen. Alvorens hiermee te beginnen, lezen ze daarom in het Textbook de Yellow Pages over lezen, zodat hen het verschil tussen het globaal lezen van een tekst (skimmen) en het gericht lezen van een tekst om bepaalde informatie op te zoeken (scannen) goed duidelijk wordt. U kunt erop toezien dat ze de kopteksten uit het artikel gebruiken bij het kiezen van de juiste antwoorden.
12
In opdracht 12 moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Stone 8 Om te zorgen dat ze de (hulp)werkwoorden van verplichting uit deze Stone goed begrijpen en niet door elkaar halen, kunt u het best eerst Grammar 3 in het Textbook behandelen.
13
Bij deze opdracht geven de leerlingen de vertalingen zoals ze letterlijk in de Stone staan.
14
De leerlingen moeten de zinnen afmaken door een van de gegeven (hulp)werkwoorden te kiezen in combinatie met een juiste vertaling van het eind van de zin. Het doel hiervan is ze ervan bewust te maken dat hun interpretatie gerelateerd is aan een bepaald (hulp)werkwoord. De Key geeft hen de meest logische combinaties. U kunt met uw leerlingen bespreken wat er in de laatste vier zinnen aan betekenis verandert als must/mustn’t en should/shouldn’t met elkaar verwisseld worden.
15
Hier geven de leerlingen hun persoonlijke adviezen voor de gegeven situaties. Gezien het open karakter van deze opdracht, kunt u deze waarschijnlijk het beste zelf nakijken. Het moet de leerlingen inmiddels duidelijk zijn dat ze voor het geven van hun adviezen should en shouldn’t moeten gebruiken.
<16> In deze opdracht moeten de leerlingen een adviesbrief schrijven. Zo wordt het geven van advies gecombineerd met het oefenen van de schrijfvaardigheid. U kunt uw leerlingen deze opdracht laten inleveren. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. C
Schoolitis Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercises 17 en 18.
17 [00]
Bij deze luistertekst zijn bepaalde woorden weggelaten. Het is de bedoeling dat de leerlingen tijdens het luisteren kiezen welke woorden dit zijn. Zo wordt het intensief luisteren getraind.
18
Opdracht 18 bestaat uit open vragen over het onderwerp van de luistertekst en gaat dieper in op de ervaring van uw leerlingen hiermee. Daarom leent deze opdracht zich uitstekend voor een kort klassengesprek.
63
Stone 9 U kunt uw leerlingen deze eenvoudige Stone zelfstandig laten bestuderen om vervolgens de bijbehorende opdrachten te maken. 19
Hier moeten de leerlingen bij enkele korte dialogen invullen welke zinnen uit Stone 9 daar het beste in passen. Ze moeten hierbij de dialogen nauwkeurig lezen, zodat ze de enige juiste antwoordmogelijkheid kiezen.
20
Dit is een iets vrijere opdracht.
21
Dit is een schrijfopdracht waarin uw leerlingen een reply mail leren schrijven. Belangrijk is dus dat ze de e-mail die daaraan vooraf gaat goed lezen, zodat ze er goed op kunnen reageren. Na afloop kunnen ze hun e-mail vergelijken met het voorbeeld uit het uitwerkingenboek of met die van een klasgenoot. Ook kunt u een aantal leerlingen hun reply voor de klas laten voorlezen. Ze zullen immers niet allemaal hetzelfde ongeluk bedenken en het daarom leuk vinden ook eens te horen wat een ander bedacht heeft. Daarnaast kunt u besluiten een aantal e-mails te bekijken en fouten die u veelvuldig tegenkomt in de klas te bespreken.
D
Ask Dr Miranda and Nurse Hollie De leerlingen mogen de tekst gelijk helemaal globaal doorlezen. U kunt hen hierna hun voorkennis met betrekking tot de layout laten gebruiken door te vragen wat voor tekstsoort het hier betreft en hoe ze tot dit antwoord komen.
22
Nu moeten de leerlingen gericht informatie uit de tekst halen en invullen. Ze moeten dus gedetailleerd lezen.
<23> Deze opdracht gaat over de strekking van de adviezen die in de tekst worden gegeven. De leerlingen leren deze strekking samen te vatten door een koptekst te bedenken die kort weergeeft wat dit advies inhoudt. Stone 10 U kunt uw leerlingen er op wijzen dat hoewel je zowel met Why don’t you, ..., If I were you, I’d ..., You should ... en Make sure you ...advies kunt geven, niet bij al deze manieren de structuur hetzelfde is. Hierbij kunt u echter beter nog niet te diep op de second conditional ingaan. 24
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone.
25
Deze opdracht dient om uw leerlingen ditmaal niet alleen te laten oefenen met de verschillende manieren om advies te geven, maar ook met de vocabulaire die in dit hoofdstuk aan de orde is gekomen. Hoewel ze bij het maken van de zinnen gedeeltelijk gestuurd worden, zijn er variaties op de key mogelijk die u zelf het best kunt controleren.
26
In dit raadspel moeten leerlingen enkele gezondheidsklachten uitbeelden, raden en hierbij advies geven. Omdat ze bij dit laatste niet gestuurd worden, kunt u tijdens deze opdracht door de klas lopen en waar nodig corrigeren. U kunt deze oefening ook uitbreiden door meer klachten te bedenken en de klas op te delen in groepen die voor de klas tegen elkaar strijden. De leerlingen mogen dan hun boeken niet gebruiken en krijgen per uitbeeldbeurt 1 à 2 minuten. U kunt loten om te beslissen welke groep als eerste mag beginnen. De groep die de kwaal raadt, krijgt dan een punt en moet vervolgens zelf een andere kwaal uitbeelden. De groep die na het uitbeelden van bijvoorbeeld tien kwalen de meeste punten heeft gehaald, heeft gewonnen. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar
64
Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Aangezien must (not) en (don’t/doesn’t) have to vaak door elkaar gehaald worden, kunt u, zeker als er veel fouten bij opdracht 3b worden gemaakt, dit onderwerp achteraf ook nog eens klassikaal behandelen.
Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen kunnen m.b.v. het uitwerkingenboek zelf zien welke onderdelen uit Test Yourself voldoende en welke nog niet voldoende zijn. Daarna bestuderen de leerlingen de geadviseerde onderdelen en doen de bijbehorende opdrachten uit IT Herhaling op de computer. U kunt de leerlingen erop attent maken dat er voor u nu nog een mogelijkheid is om dingen die ze niet begrepen hebben nog eens extra uit te leggen. Het is daarom van belang dat ze de Test Yourself serieus maken en nakijken. Het is raadzaam toch wel enige controle uit te oefenen op het maken en nakijken van de Test Yourself en op hoeveel fouten de leerlingen gemaakt hebben. E
Kidney problems Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. Voordat de leerlingen de tekst gaan lezen, lezen ze eerst over skimmen en scannen in de Yellow pages in hun Textbook.
<1>
Voor deze opdracht scannen de leerlingen de tekst.
<2>
Nu de leerlingen denken te weten in welke alinea ze de antwoorden op de vragen uit opdracht 1 kunnen vinden, is het tijd deze vragen te beantwoorden. Ze moeten hiervoor dus gericht op zoek naar de antwoorden. 4.2.4 Chapter 3 havo vwo De leerlingen lezen de 'waarin-zinnetjes' en bekijken de foto op de openingspagina van het Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van het onderwerp van dit hoofdstuk. Door middel van een klassengesprek kunt u op het kijkgedrag van de leerlingen ingaan. Een tv toestel heeft tegenwoordig een vaste plek in elk huishouden maar het kijkgedrag is niet voor iedereen hetzelfde. U kunt beslissen om de leerlingen meteen opdracht 1 te laten doen alvorens een klassengesprek.
1
Bij wijze van warming-up doen de leerlingen de quiz over tv-gedrag. Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk wordt de wereld van televisie en radio onder de loep genomen. Verschillende soorten programma's passeren de revue, van informatieve programma's tot amusement. De wereld van radio en televisie staat heel dicht bij het dagelijks leven van de leerlingen en daardoor leent het zich uitstekend voor spreek– en luistervaardigheid. De leerlingen leren informatie vragen en geven over radio en tv programma's en gaan zelf gericht op zoek naar informatie in een tv-gids. Daarbij is het belangrijk dat de leerlingen in het Engels kunnen vragen en zeggen hoe laat het is. Ook leren ze vragen en zeggen hoe lang iets al duurt en vertellen hoe iets is gekomen.
A
Sky is the limit Bij wijze van warming-up kunt u de voor de leerlingen bekende Engelstalige zenders inventariseren. Samen met de leerlingen kunt u op het bord een overzicht maken van thematisch gerangschikte
65
zenders, bijvoorbeeld informatieve zenders, als Discovery en AnimalPlanet, film–, sport– of nieuwszenders, zoals bijvoorbeeld CNN. De leerlingen lezen de tekst en de advertentie in het Textbook. Vervolgens gaan de leerlingen verder met Exercises 2 t/m 4. 2
Vooral als u al een inventarisatie van Engelstalige zenders gemaakt heeft zullen de leerlingen weinig moeite hebben met de tekst.
3 [00]
Wijs de leerlingen op het belang van de zinnen te lezen voor het luisteren, zeker in het geval van een luistertekst waarbij geen pauzes voorkomen.
4 [00]
In deze opdracht moeten de leerlingen gericht gaan luisteren naar wat iemand op bepaalde tijdstippen gaat doen. Bij elk antwoord dat de leerlingen moeten geven, staat de tijd in een klokje aangegeven zodat de leerlingen beter weten waarnaar ze moeten luisteren. Ook staat het eerste antwoord al aangegeven zodat ze op weg geholpen worden. Stone 11 U kunt de leerlingen helpen bij het bestuderen van deze Stone. Wijs hen op het gebruik van am en pm. U kunt ze ook erop wijzen dat men in plaats van bijvoorbeeld half past eight steeds vaker half eight zegt. Dat is voor Nederlandse leerlingen erg verwarrend, omdat zij gewend zijn naar het uur toe te rekenen, in plaats van van het uur af. De leerlingen gaan daarna verder met Exercises 5 t/m 7.
5
De zinnen van deze opdracht zijn letterlijk uit de Stone te halen.
6
Spreekvaardigheid is van groot belang bij deze Stone, daarom biedt deze opdracht meteen de gelegenheid om in tweetallen te oefenen. De leerlingen moeten eerst de tijden opschrijven van bepaalde handelingen. Daarna moeten ze hun zinnen aan elkaar voorlezen en elkaars tijden noteren.
7
In deze opdracht moeten de leerlingen goed naar de tv gids kijken om de juiste antwoorden te vinden. U kunt ervoor kiezen om, nadat de leerlingen de opdracht gemaakt hebben, hem door twee leerlingen na te laten spelen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Saturday on TV and radio De leerlingen bekijken de pagina uit de tv-gids. Verwijs de leerlingen naar de Yellow Pages over scannen op bladzijde 142 van het Textbook.
8
De leerlingen scannen de tekst en beantwoorden de vragen.
9
In deze opdracht moeten de leerlingen zelf vragen bedenken over het gedeelte van de radiogids. U kunt ze vertellen dat het de bedoeling is om hetzelfde soort vragen te krijgen als in opdracht 8. Om de juiste vragen te kunnen bedenken moeten de leerlingen de tekst goed doornemen. Als ze daarna de vragen van hun klasgenoot beantwoorden scannen ze de tekst weer.
C
Nothing on? Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 10.
10 [00]
Bij deze opdracht is het belangrijk dat de leerlingen goed luisteren naar wie zegt wat. De leerlingen kunnen eventueel wat moeite hebben met nummer 6, 8 en 9. Zie hiervoor het commentaar in het uitwerkingenboek.
66
Listen out for … De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercises 11 en 12. 11 [00]
Deze opdracht zullen de leerlingen misschien moeilijk vinden omdat de tijden die ze in de radiogids in moeten vullen in een andere volgorde voorkomen dan in de luistertekst. Laat de leerlingen de opdracht in ieder geval goed doorlezen voor de tekst te laten horen en speel hem eventueel twee keer af.
12 [00]
In deze opdracht, over dezelfde luistertekst als bij opdracht 11, moeten de leerlingen gericht luisteren naar informatie. Stone 12 Het is misschien een goed idee om eens klassikaal aandacht te besteden aan de Stone–zinnen die op de cd staan. Voor dit onderdeel verwijzen we ook naar It m@tters op de site 2thv.steppingstones.wolters.nl. De leerlingen luisteren naar Stone 12. Terwijl ze luisteren, lezen ze mee in de Stone en zeggen ze de zinnen na om de uitspraak te oefenen. Benadruk nog eens dat elke Stone op deze manier bestudeerd kan worden. De leerlingen doen nu Exercises 13 t/m 15.
13
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone. De leerlingen spelen dit dialoogje na, alvast ter voorbereiding op opdracht 15.
14
Bij deze opdracht wordt de Stone in een vrijere context geplaatst. Moedig de leerlingen aan om dit gesprekje na te spelen en gebruik te maken van alternatieven die zij zelf kunnen bedenken.
15
Bij spreekkaarten is het belangrijk dat de leerlingen enkel hun eigen spreekkaart lezen. De leerlingen moeten eerst programma's aankruisen die ze willen zien. In het gesprek daarna moeten ze proberen samen te beslissen wat ze gaan kijken. Omdat er sprake is van een information gap, de ene leerling heeft informatie die de ander niet heeft en andersom, worden leerlingen extra gestimuleerd om te gaan praten. Hiervoor kunnen ze Stones 11 en 12 als hulp gebruiken.
D
English rose De leerlingen lezen de tekst in het Textbook en doen daarna Exercises 16 en 17.
16
English rose bestaat eigenlijk uit drie delen. Het eerste deel is een verhalende tekst, het tweede deel een interview en het laatste deel een overzicht waarin twee personen vergeleken worden. De leerlingen moeten voor deze opdracht de hele tekst nauwkeurig lezen.
17
Deze opdracht gaat alleen over het laatste deel van de tekst (het overzicht waarin Elizabeth I en de actrice die haar speelt vergeleken worden). Stone 13 Het is raadzaam om na een klassikale toelichting van deze Stone alvast Grammar 2 te behandelen. In het algemeen is de present perfect vaak lastig voor de leerlingen omdat het gebruik daarvan afwijkt van het Nederlands. Besteed vooral tijd aan de tijdsbalk, het is erg belangrijk dat de leerlingen begrijpen waarom en wanneer de present perfect gebruikt wordt. U kunt een aantal voorbeelden van zinnen in present perfect, present simple en in past simple op het bord schrijven en vervolgens de leerlingen laten vertellen wat de verschillen zijn en waaraan ze dat kunnen zien. Maak ze ook attent op het gebruik van de woorden ever, never, for.
18
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone.
19
In deze opdracht moeten de leerlingen zelf de vragen opschrijven om de present perfect constructie uit de Stone verder in te slijpen. Bij deze opdracht staat een tip die bedoeld is als handreiking bij het maken van opdracht. Nadat de leerlingen alle vragen opgeschreven hebben, gaan ze aan het werk met hun klasgenoot. Om de beurt stelt de ene leerling een vraag en de andere leerling geeft er in het Engels antwoord op. De
67
vragen spitsen zich toe op hun eigen belevingswereld. Maak uw leerlingen erop attent dat Rocky bij de opdracht hen op weg kan helpen. 20
Dit is een soortgelijke opdracht als opdracht 19 maar dan vrijer. In het eerste gedeelte van deze opdracht maken de leerlingen de zinnen in kolommen van 'ooit gedaan' en 'nog nooit gedaan'. De uitwerking van het tweede gedeelte van deze opdracht gebeurt in tweetallen. De leerlingen kiezen drie activiteiten uit hun tabel en stellen vragen aan hun klasgenoot. Dit gedeelte van de opdracht geeft de leerlingen de gelegenheid om te oefenen met de vragende vorm van de present perfect. Tevens moeten de leerlingen vragen van hun klasgenoot beantwoorden. Stones 14 en 15 U kunt deze Stones klassikaal met de leerlingen doornemen. Bij beide Stones kunnen de leerlingen duidelijk zien waarom present perfect gebruikt wordt – in Stone 14 om de tijdspanne van iets aan te duiden en in Stone 15 om het resultaat van iets aan te geven. Maak de leerlingen bij Stone 14 attent op het verschil in betekenis tussen since when en how long. U kunt er voor kiezen Grammar 3 bij uw uitleg te betrekken.
21
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stone.
22
Bij deze opdracht zijn de zinnen die de leerlingen moeten opschrijven in een vrijere context geplaatst. Dit houdt in dat de leerlingen woorden moeten gebruiken die niet in de Stone staan. Verwijs de leerlingen naar de Vocabulary of laat ze een woordenboek gebruiken indien ze een woord niet weten. Stones 13 t/m 15 Laat de leerlingen de Stones nog een keer zelfstandig bestuderen alvorens Exercise 23 te doen.
23
Deze spreekkaart geeft de leerlingen de gelegenheid om de present perfect uit Stones 13, 14 en 15 nog eens te oefenen. U kunt de leerlingen op weg helpen door eerst zelf samen met een (betere) leerling het goede voorbeeld te geven. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Test yourself Test yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
<E> Soap opera De leerlingen bekijken tussenkopjes en de foto in het Texbook. Omdat de eerste opdracht tot doel heeft voorspellingen te laten doen over de inhoud van de tekst, mogen de leerlingen pas nadat ze het eerste gedeelte van de opdracht gedaan hebben de tekst gaan lezen. <1>
Dit is een pre-reading opdracht waarbij de leerlingen vragen opschrijven waarvan ze denken de antwoorden in de tekst te kunnen vinden. Dit is een leesstrategie waarbij leerlingen anticiperen op hun voorkennis en daarbij proberen te voorspellen wat er in de betreffende alinea’s aan informatie te vinden zal zijn. Op basis daarvan maken ze de vragen. Pas nadat de leerlingen de vragen opgeschreven hebben, mogen ze de tekst gaan lezen. Als ze een vraag bedacht hebben waarvan het antwoord niet in de tekst staat, dan hebben ze verkeerd geraden, maar ze hebben dan wel de hele alinea gelezen. Waarschijnlijk kennen de leerlingen de term 'sneak preview' al uit de bioscoop. Als het niet weten, kunnen ze toch nog de vraag 'wat betekend sneak preview' opschrijven. Ze kunnen bij deze alinea
68
natuurlijk ook een vraag stellen over de lay-out die hier afwijkt, bijvoorbeeld: Waarom staat een stuk van de tekst in een rood blok? of: Waarom is het laatste deel in afwijkend lettertype afgebeeld? <2>
Voor deze opdracht dient de tekst nauwkeurig gelezen te worden.
<3>
Deze opdracht legt een link tussen de gelezen tekst en de belevingswereld van de leerling. 4.2.5 Chapter 4 havo vwo Uw leerlingen lezen de ‘waarin-zinnetjes’ en bekijken de foto op de openingspagina van het Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt daarna bijvoorbeeld een word spider maken op het bord en leerlingen laten nadenken over woorden die bij het thema love horen. Bij opdracht 1 wordt er verder ingegaan op de vocabulaire van hoofdstuk 4.
1
In deze opdracht oefenen de leerlingen met de vocabuliare die in het hoofdstuk It must be love ... aangeboden wordt. Het is belangrijk dat de leerlingen de in te vullen woorden eerst zelf proberen te raden en als ze er niet uitkomen pas de woordenlijst raadplegen. Over dit hoofdstuk Het zou mooi uitkomen als de behandeling van dit hoofdstuk rond Valentijnsdag valt. Is dit niet het geval, dan is dat geen probleem want het thema liefde (in de breedste zin van het woord) spreekt ze op deze leeftijd vast en zeker aan. Er is niet alleen gedacht aan verliefd zijn, afspraakjes, Valentijnsdag en liefdesliedjes, maar ook aan liefde voor je familie. Dit hoofdstuk thema leent zich natuurlijk uitstekend voor spreekopdrachten over hoe je een afspraakje maakt en hoe je jezelf voorstelt en over jezelf vertelt tijdens bijvoorbeeld een blind date. Bent u rond Valentijnsdag aan dit hoofdstuk toe dan zou u de klas bijvoorbeeld een Engelse valentijnskaart kunnen laten maken.
A
Who should call who? De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie. Vervolgens gaan de leerlingen verder met Exercises 2 en 3.
2
Dit is een warming-up opdracht bij de luistertekst waar de leerlingen straks naar gaan luisteren. Door deze oefening te maken denken de leerlingen vast na over het onderwerp van deze luistertekst. Hierin komen een groot aantal meningen aan bod en door eerst zelf een mening te vormen komen de leerlingen niet helemaal onbeslagen ten ijs.
3 [00]
Deze luisteroefening lijkt moeilijker dan hij is. De stellingen in het werkboek komen bijna letterlijk voor in de luistertekst. Het is wel belangrijk dat de leerlingen voor ze gaan luisteren de stellingen goed doornemen. Ook onder het luisteren is er af en toe tijd om de stellingen snel te scannen, omdat ze niet al te dicht bij elkaar liggen. Stone 16 Deze Stone is niet ingewikkeld en behoeft niet veel uitleg. Het is dan ook niet aan te raden grammaticale constructies als de Gerund in de zinnen Do you feel like going ... en How about coming ... uit te gaan leggen. Bij opdracht 18 komt de Stone nog een keer terug in een vrije schrijfopdracht.
4
Oefening 4 is een zogenoemde A-fase opdracht. De leerlingen kunnen de antwoorden letterlijk uit de Stone 16 halen. Hierdoor slijpen ze de Stone als het ware in.
5
Deze opdracht is wat opener dan opdracht 4. U kunt de leerlingen stimuleren op verschillende manieren proberen de afspraak te maken.
6
Dit is een open opdracht bij Stone 16. U kunt, nadat de leerlingen de oefening in tweetallen uitgevoerd hebben, 1 of 2 tweetallen hun gesprekje klassikaal laten uitvoeren. Als u hiervoor leerlingen neemt waarbij het gesprekje goed ging, hebben de andere leerlingen meteen een goed voorbeeld. In het
69
uitwerkingenboek staat dat als de leerlingen tijd over hebben, ze de opdracht nog een keer kunnen doen, maar dan met hun eigen agenda. B
Dream date diary De leerlingen bekijken Dream date diary in hun Textbook, maar lezen de tekst nog niet. Daarna gaan ze verder met Exercises 7 en 8.
7
De term scannen wordt bij het vak Nederlands wel ‘zoekend lezen’ genoemd. Vaak zijn leerlingen in de tweede klas wel met deze leesstrategie bekend. Het is erg belangrijk dat leesstrategieën als skimmen en scannen ingeslepen worden, omdat leerlingen daar tijdens het lezen veel profijt van kunnen hebben. Het is aan te raden dat u in dit stadium de Yellow Pages waarnaar verwezen wordt samen te lezen, of er in ieder geval op te wijzen, omdat het anders misschien overgeslagen wordt.
8
Deze opdracht gaat niet alleen om tekstbegrip. Deze opdracht is ook een soort van reflectieopdracht, waarbij de eigen mening van de leerling erg belangrijk is. U zou bij wijze van warming-up voor opdracht 8 of zelfs voor opdracht 7 aan de leerlingen kunnen vragen welke factoren zij belangrijk vinden bij een afspraakje. U kunt ze hiervoor ook laten kiezen uit de factoren in het schema bij opdracht 8 (gesprek, uiterlijk, humor en romantiek). Stone 17 U zou, als u de Stone behandelt, een aantal zaken kunnen toelichten, zoals bijvoorbeeld het verschil tussen formeel en informeel groeten en de betekenis van ‘How do you do?’ Deze Stone reeks lijkt wat kort, maar in opdracht 18, een vrije schrijfopdracht, moet Stone 17 nog een keer gebruikt worden. De leerlingen bekijken de Stone en gaan daarna verder met Exercises 9 en 10.
9
Opdracht 9 is een A-fase opdracht, waarbij de leerlingen de antwoorden letterlijk uit de Stone kunnen halen.
10
Deze opdracht over Stone 17 is minder geleid dan opdracht 9. U kunt de leerlingen erop wijzen dat het belangrijk is dat ze steeds eerst elk dialoogje moeten lezen willen ze precies weten wat er ingevuld moet worden. Stone 18 Als u de Stone bespreekt kunt u ervoor kiezen het verschil tussen de present simple en de present continuous uit te leggen en hierbij Grammar 1 betrekken. U kunt dit ook doen tijdens het bespreken van opdracht 12. Bij opdracht 18, een vrije schrijfopdracht, komt Stone 18 nog een keer terug. De leerlingen doen Exercises 11, 12 en 13.
11
Opdracht 11 is een A-fase opdracht, waarbij de leerlingen de antwoorden letterlijk uit de Stone kunnen halen.
12
Dit is een minder geleide opdracht over Stone 18. De leerlingen vullen hier hun eigen antwoorden in. In het leerlingen uitwerkingenboek staat dan ook geen Key, maar wel een voorbeeld bij deze opdracht. U kunt een aantal leerlingen hun antwoorden voor laten lezen in de klas en aan de hand daar van een toelichting geven op de grammatica in deze Stone.
13
Dit is een vrije spreekopdracht bij deze Stone reeks. Wees er alert op dat leerlingen bij deze opdracht geen negatieve dingen over elkaar zeggen. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
Valentine’s Day De leerlingen lezen de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 14.
70
14 [00]
Deze opdracht bestaat uit twee delen. Het eerste deel is warming-up waarbij de voorkennis van de leerlingen geactiveerd wordt. Voordat de leerlingen gaan luisteren naar de tekst, kijken ze of ze de antwoorden op de vragen over de tekst al weten. Vervolgens gaan ze naar de tekst luisteren. Als leerlingen alle antwoorden (denken te) weten, moeten ze straks alsnog goed luisteren om te checken of ze goed zaten. It must be love De leerlingen lezen de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 15.
15
Ook deze oefening bestaat uit twee delen. Eerst kiezen de leerlingen welke woorden op welke plaats in de songtekst passen. (Er blijven woorden over.) Hier trainen de leerlingen leesvaardigheid. Vervolgens gaan ze luisteren of hun antwoorden kloppen. De songtekst en het nummer op de cd zijn slechts een fragment. In plaats van (of naast) It must be love kunt u ook een andere (actuelere) love song laten horen en er bijvoorbeeld een soortgelijke opdracht bij maken. Op www.lyrics.com vindt u een grote hoeveelheid songteksten. Ook kunt u leerlingen vragen een nummer en de songtekst mee te nemen en van de songtekst bijvoorbeeld een gaptekst (laten) maken. Stone 19 De leerlingen bekijken de Stone in het Textbook en gaan daarna verder met Exercises 16 en 17.
16
Dit is een A-fase opdracht bij Stone 19. De leerlingen vinden de antwoorden weer letterlijk in de Stone.
17
Deze opdracht over Stone 19 lijkt behoorlijk open. Het is echter wel de bedoeling dat de leerlingen de zinnen maken zoals in de Stone. U kunt de leerlingen er ook op wijzen om zo veel mogelijk manieren te gebruiken. In het uitwerkingenboek staat een voorbeeld Key omdat veel verschillende zinnen mogelijk zijn. Stones 16 t/m 19 De leerlingen bekijken alle Stones die ze tot nu toe in het hoofdstuk gehad hebben nog een keer. Daarna doen ze Exercise 18.
18
Dit is een vrije schrijfopdracht. In de Key in het uitwerkingsboek staat een voorbeeldbrief die de leerlingen bij het nakijken als richtlijn kunnen nemen. U kunt er ook voor kiezen de leerlingen elkaars brieven te laten bekijken. Ook kunt u (af en toe) dit soort schrijfopdrachten innemen en corrigeren.
D
Beat your parents in every argument De leerlingen lezen de kopjes en de eerste paragraaf in het Textbook, maar lezen de rest van de tekst nog niet. Daarna doen ze Exercises 19, 20 en 21.
19
Dit is een warming-up opdracht waarbij leerlingen alvast nadenken over het onderwerp waar ze straks over gaan lezen. In het uitwerkingenboek staan niet de oplossingen voor de problemen, omdat de leerlingen die zelf moeten bedenken. U zou klassikaal een aantal leerlingen kunnen vragen wat zij goede oplossingen vinden.
20
Het is belangrijk dat de leerlingen de tekst nog niet gelezen hebben als ze deze oefening maken. De woorden van deze opdracht komen uit Beat your parents in every argument en zijn bewust uit de context gehaald. De leerlingen zullen een (groot) aantal woorden niet kennen. Straks bij het lezen zullen ze beseffen dat ze met behulp van de context vaak de betekenis van onbekende woorden kunnen raden. Laat de leerlingen na het lezen van de tekst ook echt in tweetallen hun antwoorden bespreken. En laat ze ook, als ze verschillende betekenissen hebben, met elkaar met de tekst erbij kijken wie gelijk heeft. Deze leesstrategie kunt u ook met andere leesteksten (uit de methode) doen. Let er dan wel op dat u woorden uit de tekst haalt die ze nog niet gehad hebben en waarvan uit de context duidelijk is wat ze betekenen.
71
21
Dit is de derde opdracht uit de reeks bij Beat your parents in every argument. Hier kijken de leerlingen of de tekst relevante informatie bevat. Dit doen ze onder anderen door te kijken of de oplossingen die ze bij opdracht 19 bedacht hadden ook in de tekst voorkomen. Stone 20 U kunt er bij de behandeling van de Stone voor kiezen het verschil tussen de past simple en de past continuous uit te leggen. U kunt hierbij Grammar 2 betrekken. De leerlingen maken bij deze Stone Exercises 24 t/m 26
22
Opdracht 22 is weer een A-fase opdracht, waarbij de leerlingen de antwoorden letterlijk uit de Stone kunnen halen.
23
Deze opdracht over Stone 20 is wat minder geleid. Er zijn op de Key in het uitwerkingenboek variaties mogelijk.
24
Dit is een zeer vrije spreekopdracht bij Stone 20. De bedoeling is wel dat de leerlingen de past simple en de past continuous gebruiken. Omdat er geen Key bij deze opdracht is kunt u ter evaluatie klassikaal nog even een aantal leerlingen vragen wat ze op een bepaald moment aan het doen waren. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
<E> I saved my brother’s life Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst in het Textbook en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3. <1>
De antwoorden staan niet op chronologische volgorde in de tekst en de leerlingen moeten af en toe ook zelf een beetje rekenen om de antwoorden te kunnen geven.
<2>
Voor deze opdracht moeten de leerlingen de tekst intensief lezen.
<3>
De leerlingen hoeven de tekst niet helemaal voor de derde keer te lezen. Ze kunnen de synoniemen gewoon opzoeken in de tekst. Ze kunnen hier de tekst voor scannen. 4.2.6 Chapter 5 havo vwo De leerlingen bekijken de foto van de tornado en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. U kunt voordat ze Exercise 1 gaan maken, een klassengesprek houden over welke extreme weers- of natuurverschijnselen ze nog meer kennen. Of u kunt uw leerlingen een minuut de tijd geven om ze te laten opschrijven waar ze aan denken bij de titel van dit hoofdstuk, Going extreme. Na afloop hiervan kunt u hun associaties samen of onderling laten vergelijken.
1
Deze quiz is een introductieopdracht die bestaat uit triviale vagen over allerlei soorten extremen. Hoewel het voor uw leerlingen uiteraard leuk is wanneer het hen lukt om alle antwoorden goed te beantwoorden en zo het juiste woord bij elkaar te puzzelen, is deze quiz met name bedoeld voor het plezier.
72
Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk gaat het over het weer en avontuur. Zowel bij de spreek- als de luistervaardigheid komt het weer aan de orde. Zo gaan uw leerlingen bijvoorbeeld praten over het weer en luisteren naar een weerbericht. Ook wordt bij de luistervaardigheid geoefend met het maken van aantekeningen. Schrijfvaardigheid wordt uiteraard ook geoefend. De leerlingen beschrijven hun plannen voor een dagje Londen. Dit is tevens het hoofdstuk waar voor het eerst echt de toekomende werkwoordstijden worden behandeld. Ook gaan de leerlingen lezen over een vreemde stunt en hier een krantenartikel over schrijven. Daarnaast gaan de leerlingen nieuwe kopjes bedenken bij een tekst. A
Taking a hike De leerlingen bekijken de kaart en lezen de bijbehorende tekst in het Textbook om erachter te komen waar ze naar gaan luisteren.
2 [00]
Bij deze opdracht moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Het gaat hierbij om vragen over de hoofdzaken van de tekst. Voor het beantwoorden van deze vragen, zijn er pauzes. Wijst u uw leerlingen op de tip in het Workbook waarin ze gewaarschuwd worden dat er, in tegenstelling tot de meeste pauzes, bij sommige pauzes niet één maar twee vragen beantwoord moeten worden. Zo moeten vraag 4 en 5 samen en vraag 7 en 8 samen in één pauze beantwoord worden.
3 [00]
In opdracht 3 wordt het gedetailleerd luisteren getraind. Uw leerlingen luisteren hier nogmaals naar het weerbericht dat in de luistertekst voorkomt en vullen de weerkaart in met de symbolen die in de legenda aan de zijkant staat zodat de weerkaart met het weerbericht correspondeert. Als u deze opdracht te moeilijk vindt om in één stap te doen, kunt u uw leerlingen vooraf aantekeningen laten maken. Mochten er achteraf veel fouten in deze opdracht blijken te zijn gemaakt, dan kunt u het beste klassikaal het weerbericht nogmaals afspelen en de band stilzetten op elk moment dat de leerlingen iets hadden moeten invullen. Ter uitleg kunt u dan benadrukken wat er zojuist voorspeld is en hoe ze dat dus hadden moeten invullen. Deze uitleg kan ook tot stand komen na samenwerking van de leerlingen onderling. Stones 21 en 22 Hoewel uw leerlingen in deze Stones voor het eerst de future met will zien, hoeft u nu nog niet gedetailleerd op deze toekomende tijd in te gaan. Vanwege de context zullen uw leerlingen waarschijnlijk wel in staat zijn de betekenis van will en won’t te achterhalen. U kunt uw leerlingen alvast wel duidelijk maken dat ze net als can (en de andere hulpwerkwoorden die ze tot nu toe gehad hebben) hulpwerkwoorden zijn en dus gevolgd worden door een hoofdwerkwoord. Verder komen in Stone 22 vormen van to be going to voor, maar niet in de betekenis van van plan zijn, zoals ze die in deel 1 geleerd hebben. Let er op dat dit duidelijk is voor uw leerlingen.
4
Dit is een echte inslijpoefening met letterlijke zinnen uit Stones 21 en 22.
5
De leerlingen moeten nu een gesprek aanvullen door complete zinnen te maken op basis van aanwijzingen tussen haakjes. U kunt leerlingen die hier moeite mee hebben ook dit gesprek hardop laten oefenen met een medeleerling. Zo wordt het gelijk duidelijk wanneer een gesprek niet loopt en kunnen ze ook elkaars antwoorden met elkaar vergelijken.
6
Bij deze opdracht moeten de leerlingen in tweetallen samenwerken. Terwijl de ene leerling op basis van zijn/haar weerskaart vertelt wat voor weer het wordt, vult de ander deze voorspelling in op een lege weerkaart. Hierna wordt van rol gewisseld. Aangezien er bij deze opdracht geen Key aanwezig is, is het belangrijk dat uw leerlingen na ieder rollenspel onderling controleren of zij de juiste voorspellingen hebben gedaan dan wel de voorspellingen op de juiste manier ingevuld hebben. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Lawn chair Larry
73
De leerlingen bekijken de illustratie en lezen de tekst. Daarna doen ze Exercises 7 en 8. 7
Bij deze opdracht moeten de leerlingen eerst controleren of bepaalde informatie aanwezig is in de tekst. Wanneer dat het geval is, moeten de leerlingen deze informatie opschrijven.
8
De leerlingen gaan bij deze opdracht een krantenartikel schrijven. Het is verstandig om uw leerlingen op de tip in het werkboek te wijzen. Ook kunt u klassikaal de Yellow Pages over het schrijven van een samenvatting doornemen. U kunt deze opdracht laten inleveren zodat u ze zelf kunt nakijken, maar u kunt ook een aantal leerlingen hun artikel laten voorlezen en daarbij feedback (laten) geven.
C
I want to be a stuntman Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook bij de luistertekst I want to be a stuntman.
9
Hier moeten de leerlingen laten zien dat ze de hoofdzaken uit de tekst hebben begrepen. Dit door tijdens het luisteren aan te kruisen welke van de gegeven beweringen kloppen. U kunt hen wijzen op de voordelen van het doorlezen van deze beweringen vóór het luisteren. Dit helpt hen immers meer gericht te luisteren en levert hen tijdwinst op tijdens het beantwoorden van de vragen zelf. Face your fears De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie.
10 [00]
Opdracht 10 is een opdracht waarin het volgen van de hoofdlijnen van een luistertekst wordt getraind. Uw leerlingen moeten hier namelijk informatie over enkele hoofdzaken invullen op een kladblaadje. Verder wordt hier het maken van aantekeningen getraind. De onderwerpen waarbij ze aantekeningen moeten maken zijn al aangegeven op het kladblaadje. De volgorde waarin ze de informatie te horen krijgen, verschilt echter van de volgorde waarop deze onderwerpen in het Workbook zijn opgenomen. In de vorm van een tip worden uw leerlingen hierop gewezen. U kunt controleren of ze deze tip opgemerkt hebben en hen duidelijk proberen te maken dat het daarom, meer nog dan bij andere opdrachten, extra belangrijk is om eerst het kladblaadje te lezen. Als ze dit niet doen wachten ze anders namelijk op informatie die pas veel later komt, terwijl ze ondertussen bezig hadden moeten zijn met het invullen van andere informatie. Stone 23 Met de zinnen in Stone 23 leren uw leerlingen hoe ze over hun toekomstplannen kunnen vertellen met zowel de will-future, to be going to als de present continuous. In Grammar 1 en 2 wordt het verschil tussen deze drie werkwoordsvormen uitgelegd. U hoeft hier echter nu nog niet op in te gaan. Wel zou u uw leerlingen eraan kunnen herinneren dat to be going to gebruikt wordt om aan te geven dat je iets van plan bent. Ook geven de vertalingen van deze Stone–zinnen gedeeltelijk het verschil tussen deze drie werkwoordsvormen weer.
11
Opdracht 11 dient om de zinnen uit Stone 23 in te laten slijpen. Uw leerlingen kunnen de zinnen dus letterlijk uit deze Stone halen.
12
In deze opdracht worden ook zinnen gemaakt met woorden die in eerdere hoofdstukken zijn voorgekomen.
13
Dit is een vrije schrijfopdracht waarin de leerlingen gaan schrijven over toeristische plannen voor een dagje Londen. Het is de bedoeling dat ze hierbij de verschillende manieren gebruiken die ze hiervoor in Stone 23 geleerd hebben. Ze mogen daarom de verschillende werkwoordstijden hiervoor in principe door elkaar gebruiken. Wanneer u echter merkt dat er onder de leerlingen verwarring ontstaat over de te gebruiken werkwoordstijden voor de toekomst, kunt u hen het verschil tussen de will-future, to be going to en de present continuous uitleggen. U kunt hen ook alvast zelf Grammar 1 en 2 in het Textbook laten raadplegen of dit samen met hen behandelen.
74
D
I was stranded on safari De leerlingen bekijken de illustratie en lezen de tekst. Daarna doen ze Exercises 14 en 15.
14
Bij deze opdracht moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden.
15
Bij deze opdracht gaan uw leerlingen een nieuwe titel en nieuwe tussenkopjes bedenken. Het doel hiervan is dat ze hoofdzaken van bijzaken gaan onderscheiden. Mochten leerlingen dit een moeilijke opdracht vinden, dan kunt u ervoor kiezen om eerst per alinea de belangrijkste woorden op te schrijven. Dit kan individueel, maar ook klassikaal. Op deze manier worden de leerlingen in de juiste richting geholpen. Stone 24 U kunt ervoor kiezen om Grammar 3, over de future met de present simple en grammar 4, over de plaats van bepalingen van plaats en tijd in de zin, tegelijk met deze Stone te behandelen.
16
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stone 24 vermeld staan.
17
De leerlingen moeten nu de ontbrekende informatie in de zin zetten. In de kantlijn staat omschreven wat er in de zin moet komen te staan. Laat uw leerlingen het gesprek ook uitvoeren. Dit zal ze voorbereiden op de volgende opdracht.
18
De leerlingen moeten nu zelf een programma samenstellen uit de gegeven informatie op de spreekkaart. Het is van belang dat de leerlingen eerst voor zichzelf een keuze maken waar ze graag heen zouden willen gaan. U kunt een aantal leerlingen ook hun gesprekje klassikaal laten doen. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Aangezien leerlingen doorgaans veel problemen hebben met de werkwoordstijden, kunt u de grammatica achteraf eventueel nog klassikaal behandelen. U zou voor opdracht 1a en 1b nogmaals kunnen wijzen op Stones 21 en 22. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
E
World Records De leerlingen mogen de tekst gelijk helemaal globaal doorlezen om vervolgens Exercises 1 en 2 te maken.
<1>
De leerlingen beantwoorden hier open vragen over hoofdzaken uit de tekst.
<2> Deze oefening laat de leerlingen nadenken over de reden waarom en met welke recordpoging zij zelf in het Guinness Book of Records terecht zouden willen komen. Hiertoe vullen ze een aanmeldingsformulier in.
75
4.2.7 Chapter 6 havo vwo Nadat uw leerlingen de foto bij dit hoofdstuk hebben bekeken en de ‘waarin’ zinnen hebben gelezen in het Textbook, kunt u hen vragen of ze in één woord het thema van dit hoofdstuk (= voedsel / eten) kunnen aangeven. Vervolgens kunt u hen vragen wat voor typisch Brits eten ze zouden kunnen aantreffen op de markt uit de foto. Ook zou u hun woordkennis rond het thema kunnen polsen door hen te vragen of ze de Engelse namen van producten kennen die er op een markt te koop zijn. 1
Deze quiz is een introductie opdracht die bestaat uit triviale vragen over eten in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika. Hoewel het voor uw leerlingen uiteraard leuk is wanneer het hen lukt om alle antwoorden goed te beantwoorden, is deze quiz met name bedoeld voor het plezier. Over dit hoofdstuk Het thema van dit hoofdstuk is eten. Zo zijn er bijvoorbeeld leesteksten over kokende vaders en redenen om vegetariër te worden; onderwerpen waar uw leerlingen zeker een mening over zullen hebben. De opdrachtenseries hierbij bieden u de gelegenheid hier dieper met de klas op in te gaan. Het scannen neemt in deze series overigens een belangrijke plaats in. Hiermee wordt dan ook uitgebreid geoefend. Verder leren uw leerlingen vooral mondeling waarschijnlijkheid, mensen, dingen en activiteiten te beschrijven. Tevens wordt er bij de spreekvaardigheid geoefend met het aanbieden van eten, drinken en verontschuldigingen. Bij de luistervaardigheidstraining worden de leerlingen gestimuleerd optimaal gebruik te maken van illustraties, inleidingen en voorkennis. In dit onderdeel komen overigens niet alleen oefeningen aan bod die tijdens het luisteren gedaan worden, maar dus ook daarvoor en daarna. De meeste opdrachten achteraf zijn reflectieopdrachten. De grammaticale onderwerpen in dit hoofdstuk zijn de bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en hulpwerkwoorden could, may en might.
A
Eating out Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2 [00]
Bij deze opdracht staan de hoofdzaken uit de luistertekst centraal. Het is de bedoeling dat uw leerlingen tijdens het luisteren aankruisen welke van de gegeven beweringen hierover juist zijn. U kunt hen er op wijzen dat het bij dit soort opdrachten belangrijk is om de beweringen voor het luisteren nauwkeurig door te lezen. Stones 25 en 26 Laat uw leerlingen deze eenvoudige Stones zelfstandig bestuderen.
3
Bij deze opdracht komen de zinnen letterlijk uit de Stones.
4
Hoewel deze opdracht iets vrijer is dan de vorige, worden de leerlingen hier ook gedeeltelijk gestuurd. Dit om te oefenen met de verschillende manieren waarop je hetzelfde kunt zeggen.
5
Dit is een relatief eenvoudige open spreekopdracht. Het kan echter voorkomen dat uw leerlingen bepaalde woorden van gerechten willen weten. Terwijl uw leerlingen zich voorbereiden op hun rol, is het wellicht een idee eens een woordenboek te laten circuleren.
B
Gourmet dads Uw leerlingen gaan eerst naar het Textbook om Gourmet dads globaal door te lezen.
6
Voordat uw leerlingen aan deze opdracht beginnen is het de bedoeling dat ze in de Yellow pages over scannen lezen. In deze opdracht moeten ze namelijk gericht zoeken naar de voor– en nadelen die de personen uit het artikel noemen.
76
Doordat de leerlingen inmiddels globaal de inhoud van de tekst kennen, moeten ze in staat kunnen zijn de alinea’s te vinden waarin de Engelse vertalingen van de gegeven Nederlandse woorden te vinden zijn. Om deze vertalingen te vinden moeten ze gebruik maken van de context.
7
Stone 27 Deze Stone kunt u het beste in combinatie met (het eerste stuk van) Grammar 1 behandelen, omdat daarin wordt uitgelegd wat het verschil in waarschijnlijkheid is tussen de hulpwerkwoorden could, may en might. Als u de grammatica er echter nog niet bij wilt betrekken, kunt u ook proberen dit verschil aan uw leerlingen duidelijk te maken door de Stones vertalingen er bij te pakken. De vertalingen van de woorden staan ook bij onderdeel B in de woordenlijst. 8
Om de leerlingen uitsluitend te laten oefenen met het vocabulaire uit Stone 27 zijn de hulpwerkwoorden bij deze oefening al gegeven.
9
Op basis van tekeningen moeten de leerlingen hier zinnen maken over wat er zou kunnen gebeuren. Aangezien deze tekeningen ook een mate van waarschijnlijkheid uitdrukken leent deze oefening zich uitstekend voor klassikale behandeling. Zo krijgt u de gelegenheid hier op het verschil tussen could, may en might in te gaan.
10
In opdracht 10 werken de leerlingen samen in tweetallen. Ze moeten hier hun eigen voorspellingen over de (nabije) toekomst van hun klasgenoot bedenken en worden hierin volledig vrijgelaten. Omdat de leerlingen ook gevraagd wordt naar een reactie op de voorspellingen over hem / haar, is het belangrijk dat ze kunnen aangeven hoe waarschijnlijk deze voorspellingen zijn. Ze moeten hier dus eigenlijk wel op de hoogte van het verschil tussen could, may en might zijn. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
The customer is always right Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Het is belangrijk dat ze dit nauwkeurig doen, omdat ze deze informatie gaan gebruiken in Exercise 11.
11
Deze oefening is bedoeld om uw leerlingen te attenderen op het belang van voorkennis. Door middel van vragen over de illustratie, de titel en de inleiding bij The customer is always right krijgen ze namelijk al een goed beeld van de tekst waarnaar ze gaan luisteren. Doordat de antwoorden op deze vragen pas na het luisteren gecontroleerd mogen worden, merken ze gelijk het effect van het goed of niet goed gebruiken van de aanwijzingen die ze vooraf kunnen gebruiken.
12 [00]
Bij deze oefening gaan de leerlingen tijdens het luisteren informatie over hoofdzaken uit de tekst invullen om beweringen op de juiste manier aan te vullen. Het is daarom belangrijk dat ze deze beweringen voor het luisteren goed doorlezen.
13
Deze reflectie opdracht vraagt de leerlingen naar hun beleving van en ervaringen met dezelfde of soortgelijke situaties zoals die in de luistertekst voorkomen.
<14> Dit is een vrije schrijfopdracht waarin de leerlingen oefenen met het schrijven van een zakelijke brief. Voor het schrijven wordt hen daarom gevraagd de Yellow pages hierover achterin het Textbook te bestuderen. Hoewel dit een opdracht is die u kunt overslaan, is het wel één van de weinige keren dat uw leerlingen eens een formele brief schrijven. Als u voldoende tijd hebt, zou het dus zeker goed zijn dat uw leerlingen hiermee goed oefenen. Ook kunt u er bijvoorbeeld een inleveropdracht van maken. Let er op dat de leerlingen een formele lay-out en stijl gebruiken. Qua inhoud doet deze opdracht voornamelijk een beroep op het inlevingsvermogen van uw leerlingen en de inhoud van de luistertekst. In deze brief worden verder ook verontschuldigingen aangeboden, dus kunnen ze wat ze hierover geleerd hebben in Stones 25 en 26 ook toepassen. In het uitwerkingenboek staat een voorbeeldbrief waarmee de leerlingen hun eigen brief kunne vergelijken.
77
At the greengrocer’s De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustraties. Daarna gaan ze verder met Exercises 15 t/m 17. 15 [00]
Hoewel u ervoor kunt kiezen bij deze luistertekst alleen opdracht 15 te doen, dient hij eigenlijk als voorwerk voor oefening 16. Uw leerlingen krijgen hier beweringen te zien die overeenkomen met de luistertekst en beweringen die gedeeltelijk fout zijn. Het is hier de bedoeling dat ze tijdens het luisteren aangeven welke beweringen juist zijn.
16 [00]
Door oefening 15 gedaan te hebben, hebben de leerlingen voor zichzelf al kunnen bepalen welke beweringen gedeeltelijk fout waren. Voordat ze voor de tweede keer gaan luisteren naar de luistertekst, hoeven ze zich dus alleen te richten op deze beweringen en wat er niet klopt aan de vetgedrukte informatie. Hiervoor moeten ze de foute beweringen dus nauwkeurig doorlezen. Tijdens het luisteren gaan ze dan daadwerkelijk deze foutieve informatie vervangen door de juiste.
<17> Oefening 17 gaat verder waar de luistertekst ophoudt. De leerlingen moeten hier namelijk een vervolgverhaal bedenken dat ze moeten uittekenen als stripverhaaltje. Zorg er, voordat ze gelijk gaan tekenen, eerst voor dat ze weten wat ze bij elk plaatje willen tekenen, anders past hun verhaal misschien niet goed in het aantal hokjes dat ze hiervoor krijgen. Probeert u verder uw leerlingen te stimuleren de karaktertrekken van de personages in dit vervolgverhaal te verwerken. D
Teens eating greens De leerlingen bekijken de leestekst in het Textbook, maar lezen hem nog niet. Zo kunnen ze eerst zelf over het onderwerp van de tekst – redenen om vegetariër te worden – hun mening verwoorden in de eerste vraag van Exercise 18. Gelijk hierna mogen ze de tekst wel helemaal lezen, zodat ze de overige vragen van de oefening kunnen beantwoorden.
18
Bij deze oefening moeten uw leerlingen open vragen over de hoofdzaken uit de tekst beantwoorden. Veel leerlingen zullen de neiging hebben om de antwoorden letterlijk uit de tekst halen. Maak hen ook eens duidelijk dat ze pas echt laten zien dat ze de tekst begrepen hebben door in hun eigen woorden te antwoorden. Vraag 1 en 9 van deze oefening kunt u overigens ook mondeling als klassengesprek doen.
19
Oefening 19 is bedoeld om de leerlingen de teksten van de drie verschillende personen met elkaar te laten vergelijken. Dit doen ze door bij elke bewering aan te geven voor welke persoon deze geldt. Stones 28 en 29 Met deze Stones leren de leerlingen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden in beschrijvingen gebruiken. U hoeft niet meteen in te gaan op de grammatica in de Stone die in Grammar 2 behandeld wordt, maar kunt dit uiteraard wel doen wanneer u merkt dat uw leerlingen een meer expliciete uitleg nodig hebben.
20
Dit is een echte inslijpoefening met letterlijke zinnen uit Stones 28 en 29.
21
Bij deze opdracht worden de Stones in een iets vrijere context geplaatst.
22
Hier zijn de leerlingen helemaal vrij om hun eigen beschrijvingen te maken. Ze doen dit in de vorm van een raadspelletje dat ze in tweetallen spelen. Op de manieren die ze geleerd hebben in de Stones beschrijven ze drie klasgenoten die door de ander geraden moeten worden. U zou dit spel ook klassikaal kunnen spelen door steeds een leerling te vragen een medeleerling te beschrijven. De leerling die het raadt mag vervolgens weer een andere beschrijven. Dit kunt u een aantal keren herhalen. Laat de leerlingen eerst goed naar het voorbeeld bij de opdracht kijken. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
78
Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. E
Scary food De leerlingen mogen hier nog niet de hele tekst lezen, maar wel mogen ze alvast de kopjes en plaatjes hierbij bekijken.
<1>
Hier moeten de leerlingen ontbrekende informatie invullen door gebruik te maken van de aanwijzingen over de tekst in de vorm van kopjes en plaatjes (en eventuele voorkennis over Halloween). Zo leren ze dat niet alleen tekstuele informatie belangrijk is. Hierna gaan ze pas de tekst lezen om vervolgens het ingevulde te controleren en eventueel te verbeteren.
<2>
Voordat de leerlingen aan deze oefening beginnen, lezen ze eerst over scannen in de Yellow pages achterin hun Textbook. De kennis die ze over dit onderwerp opdoen kunnen ze namelijk gelijk daarna toepassen. Zo moeten ze de tekst scannen om erachter te komen of er informatie over een bepaald onderwerp in de tekst staat en, als dat het geval is, moeten ze deze informatie opzoeken.
<3>
Deze oefening is een vrije schrijfopdracht. De leerlingen moeten soortgelijke recepten schrijven als die in Scary food. 4.2.8 Chapter 7 havo vwo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze bladzijde krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. De foto leent zich voor een klassengesprek over Hollywood of films in het algemeen en kan leiden tot een gesprek over het thema van dit hoofdstuk. U kunt bijvoorbeeld de vraag stellen ‘Why, do you think, does the theme of Fame and Fortune start with a picture of Hollywood?’
1
De puzzel is een introductieoefening, die desgewenst uitgebreid kan worden met een internet opdracht, waarbij de leerlingen over één of meer van de gevonden antwoorden extra informatie moeten vinden. Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk staat beroemd en rijk zijn centraal. We lezen over een meisje dat in een videoclip mag meespelen. We lezen over het programma Big Brother. We luisteren naar een dansles en het lied Fame. De leerlingen gaan zelf schrijven en spreken over rijkdom en beroemd zijn, en of ze dat zelf zouden willen meemaken. Verder lezen we over David en Victoria Beckham, die bijzondere dingen met hun geld doen. Er wordt dieper ingegaan op de present perfect en de past simple. Verder worden de trappen van vergelijking behandeld en wordt er stilgestaan bij de verschillende manieren om bezit aan te geven.
A
I want to live forever De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie.
2
Deze oefening kunnen de leerlingen in pairs doen, waarna u er nog enkele uit kunt halen om klassikaal te doen.
3
U zou de oefening kunnen inleiden met een korte uitleg over het belang van het scannen van dit
79
[00]
soort teksten. U kunt de leerlingen wederom in pairs elkaars antwoorden laten bekijken, voordat u de antwoorden met de klas bespreekt. U zou het fragment daarna nogmaals kunnen laten horen en de cd op pauze kunnen zetten, wanneer een juiste stelling te horen is.
4 [00]
Ook hier kunt u de leerlingen, nadat ze de oefening af hebben, elkaars antwoorden laten bekijken, voordat u de oefening, eventueel op de manier zoals beschreven bij exercise 3, bespreekt.
B
I'm a video game star De leerlingen lezen eerst de titel en bekijken de illustratie van de tekst, maar lezen de tekst zelf nog niet.
(5)
Deze oefening heeft als doel de voorkennis van de leerlingen te activeren. Ook deze oefening leent zich uitstekend voor pairwork.
6
Deze oefening is in feite een opstapje naar de samenvatting die ze bij opdracht 7 moeten schrijven, omdat hier een aantal hoogtepunten in de carrière van de hoofdpersoon genoemd worden.
7
U kunt uw leerlingen wijzen op het belang van het in staat zijn een goede samenvatting te schrijven. De leerlingen kunnen hierbij gebruik maken van de zinnen uit opdracht 6, maar maakt u hen wel duidelijk dat er wellicht meer belangrijke informatie in de tekst te vinden is. U kunt de samenvattingen eventueel op een apart blaadje laten maken en deze innemen. Zoek er vervolgens drie verschillende uit, waaronder een hele goede, kopieer deze en bespreek ze klassikaal. Bespreek onder anderen wat er wel en wat er niet in een samenvatting thuishoort. Stone 30 In deze Stone wordt één aspect van de present perfect gebruikt. U hoeft hier nog niet uitgebreid op deze werkwoordstijd in te gaan. Wel zou u het belang kunnen aangeven van de relatie tussen de vorm van het gezegde en het tijdstip van de gebeurtenis die wordt beschreven. Geeft u hier bijvoorbeeld aan dat het woord always hier op een andere manier wordt gebruikt dan bij de present simple. Hier betreft het een nog voortdurend verlangen. Bij de present simple betreft het een terugkerende actie.
8
U zou de leerlingen de werkwoorden met een tekstmarker een kleurtje kunnen laten geven en het woordje always een ander kleurtje. De zinnen moeten letterlijk uit de Stone gehaald worden.
9
Nadat de leerlingen de oefening hebben opgeschreven, zouden ze, wederom, in pairs de oefening kunnen uitvoeren. U zou hen hiervoor een aantal minuten de tijd voor kunnen geven, terwijl u door het lokaal loopt, om hier en daar even mee te luisteren. Wel is het aan te raden nog enkele leerlingen de oefening klassikaal laten doen, omdat het een nieuw onderwerp betreft.
10
Een echte pairwork oefening. Geef de leerlingen enkele minuten de tijd om de oefening in stilte voor zichzelf voor te bereiden, alvorens ze daadwerkelijk in tweetallen aan de slag gaan. Wellicht zou u de (snellere) leerlingen kunnen vragen zelf met alternatieven te komen.
11
Een soortgelijke oefening als de vorige, met mogelijk dezelfde didactiek. U kunt er natuurlijk voor kiezen één van beide oefeningen te laten doen, hoewel de leerlingen dit soort oefeningen over het algemeen wel leuk vinden. Stone 31 In deze Stone wordt de past simple herhaald. Ook hier zou u de leerlingen er nogmaals op attent kunnen maken dat er altijd een verband bestaat tussen de verplicht te gebruiken werkwoordstijd en het tijdstip van de gebeurtenis, oftewel de tijdsbepaling. Het met verschillende kleuren markeren van gezegde en tijdsbepaling visualiseert dit verband nog eens extra. Wellicht is dit een goed moment om nog even de lijst met onregelmatige werkwoorden met uw leerlingen door te nemen; wat staat in welke kolom en wanneer moet je welke vorm gebruiken.
12
De vertalingen komen letterlijk uit de Stone.
80
13
Ook hier zou u uw leerlingen eerst individueel de oefening kunnen laten invullen en eventueel markeren, voordat ze in pairs of klassikaal de oefening in praktijk brengen.
14
Het eerste deel van deze opdracht doen de leerlingen zelf. Vervolgens werken ze in pairs. Wijs de leerlingen erop dat ze eerst goed naar het voorbeeld in het Workbook kijken. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar www.2thv.steppingstones.wolters.nl
C
Meet the boys Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de illustratie.
15 [00]
Deze oefening heeft als doel om voorkennis bij de leerlingen te activeren, zodat ze gerichter kunnen luisteren. Er zitten pauzes in de luistertekst, zodat de leerlingen wat meer tijd hebben om de trefwoorden op te schrijven.
16 [00]
Maak de leerlingen er op attent dat ze hun antwoorden alleen in trefwoorden geven. Het doel van het vooraf lezen van de vragen is, dat ze tijdens het luisteren scannend bezig zijn. In het uitwerkingenboek staat een voorbeeld van het verslag dat ze hebben moeten schrijven met behulp van de trefwoorden.
17
Deze oefening activeert de voorkennis. U zou een klassengesprek kunnen aangaan over roddelbladen in het algemeen en wie deze bladen leest.
18 [00]
Een scanopdracht waarbij u de leerlingen in pairs of klassikaal over iedere bewering hun eigen mening zou kunnen laten geven.
D
Melissa's diary De leerlingen lezen alleen de eerste alinea, maar lezen de rest van de tekst nog niet.
19
Nadat de leerlingen hun redenen hebben opgeschreven zou u hen in pairs of klassikaal hierover kort kunnen laten spreken. U zou er ook voor kunnen kiezen deze oefening in het Engels te laten opschrijven.
20
Bij deze opdracht moeten de leerlingen open vragen over de tekst beantwoorden. Het gaat hierbij om vragen over de hoofdzaken van de tekst. U zou de leerlingen kunnen laten aangeven hoe ze aan hun antwoorden zijn gekomen. De leerlingen kunnen, voordat u de oefening eventueel klassikaal behandelt, hun antwoorden met elkaar vergelijken. Stones 32 en 33 Deze Stones zijn samengenomen, omdat ze erg kort en meer idiomatisch dan grammaticaal zijn.
21
De vertalingen komen letterlijk uit de Stones.
22
Deze opdracht is vrijer dan 21.
<23> Bij deze opdracht kunt u er voor kiezen om uw leerlingen (als alternatief) een kaart te laten sturen naar iemand die ze kennen. Stones 30 t/m 33 24
Geef de leerlingen de tijd om eerst hun eigen spreekkaart goed door te nemen, om zich zo op hun rol voor te bereiden.
81
Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar www.2thv.steppingstones.wolters.nl Grammar Het is belangrijk de leerlingen er op te wijzen dat ze voordat ze de Grammar oefeningen maken, eerst de Grammar uit het Textbook aandachtig doornemen. Nadat ze de oefeningen per Grammar onderdeel gemaakt hebben, openen ze hun Textbook weer en kijken of ze het goed gedaan hebben. Vervolgens neemt u met hen de oefeningen door. Eventueel kunt u nog een tussenstap inlassen, waarbij u de leerlingen elkaars werk laat bekijken, voordat u de oefeningen klassikaal, of eventueel via een antwoordmodel, behandelt. Wijs de leerlingen er op dat het belangrijk is te weten waarom ze bepaalde fouten hebben gemaakt, zodat ze in de toekomst niet deze, maar andere fouten maken. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. E
The Rich and famous Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3.
<1>
Dit is een skimopdracht, waarbij de leerlingen globaal door de tekst lezen en woorden die ze niet kennen, opschrijven, vervolgens afgaande op de context raden en pas in laatste instantie opzoeken in het woordenboek. Legt u de leerlingen vooraf uit wat het belang is van het raden van de betekenis van woorden door naar de context te kijken. Ook bij woordenboekgebruik is uiteraard de context van groot belang.
<2>
Voor deze opdracht moeten de leerlingen de tekst zorgvuldig lezen. Het is belangrijk dat de leerlingen de vraag eerst goed lezen alvorens ze op zoek gaan naar het antwoord en dat ze geen dingen opschrijven die niet relevant voor de vraag zijn.
<3>
De leerlingen schrijven eerst in het Nederlands op wat ze van de inhoud van de tekst vonden. Deze informatie gaan ze vervolgens gebruiken om hun eigen mening te vormen over hoe ze zelf in een soortgelijke situatie zouden handelen. 4.2.9 Chapter 8 havo vwo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt de leerlingen vragen waar ze aan denken bij het lezen van de titel en het zien van de foto.
1
In deze opdracht gaan de leerlingen opschrijven wat zij denken dat de organisaties doen. U kunt de leerlingen vragen of er nog organisaties zijn die volgens hen missen in de lijst. Daarnaast kunt u ook vragen van welke organisatie de leerlingen lid zouden willen worden en waarom. Niet alle organisaties zijn waarschijnlijk bij de leerlingen bekend, maar een aantal van hen komen verderop in het hoofdstuk aan de orde. Als de leerlingen vast door het Textbook bladeren komen ze Slow Food Movement (bladzijde 106), Young Carers Club (bladzijde 105–106) en International Campaign to Ban Landmines (bladzijde 112) tegen. Ze komen hierdoor niet alleen aan de antwoorden, maar zien dan meteen wat er straks allemaal aan bod gaat komen. Over dit hoofdstuk Thema van dit hoofdstuk is klaar staan voor anderen, maar ook stilstaan bij jezelf. Zo zijn er (luister)teksten over mensen die anderen (willen) helpen, leren de leerlingen om hulp vragen, hun hulp aanbieden, iemand feliciteren en hun medeleven betuigen. Verder is er een quiz over eetgewoontes, schrijven de leerlingen een kaart en maken ze een plan om anderen te helpen. De grammatica, waarin
82
onder anderen aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden en korte ja/nee–antwoorden worden behandeld, sluit aan op de Stones. A
Make a difference day Om de leerlingen alvast een indruk te geven van het geluidsfragment waar ze naar gaan luisteren, lezen ze eerst de inleiding en bekijken ze de tekening in het Textbook.
2
Deze opdracht dient als warming-up bij de luistertekst. Door de tekst in het Textbook te lezen en de vragen te beantwoorden zijn de leerlingen enigszins voorbereid op waar de dadelijk naar gaan luisteren.
3 [00]
Bij deze opdracht gaan de leerlingen open vragen over een luistertekst beantwoorden. Er zijn pauzes ingebouwd, maar u kunt natuurlijk de pauzes tot een gewenste lengte brengen door de pauzeknop ingedrukt te houden. U kunt de leerlingen de tip geven om hun antwoorden in trefwoorden op te schrijven. Vergeet u niet de vraag onderaan de opdracht. Hier kunnen de leerlingen hun voorspelling, die ze bij Exercise 2 hebben gedaan, controleren.
4
Bij deze opdracht moeten de leerlingen, in groepjes, zelf nadenken over hoe ze anderen kunnen helpen. U kunt per groepje vragen welke ideeën de leerlingen opgeschreven hebben. U kunt leerlingen ook laten stemmen welk plan het leukste en / of best uitvoerbaar is en dit plan eventueel daadwerkelijk uitvoeren. Stones 34 en 35 Als u de Stones met de leerlingen doorneemt kunt u even stilstaan bij de korte ja/nee–antwoorden in Stone 35. In het Nederlands is het voldoende om gewoon ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen, maar in het Engels is dat niet gebruikelijk. U kunt hier eventueel Grammar 4 bij betrekken waar korte ja/nee–antwoorden worden behandeld.
5
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stones 34 en 35 vermeld staan.
6
Bij deze opdracht moeten de leerlingen zinnen maken aan de hand van de tekeningen. Het zijn in principe dezelfde zinnen als bij opdracht 4 alleen wat vrijer en met andere vocabulaire die niet meer letterlijk in de Stones voorkomt.
7
Dit is een vrije spreekopdracht waarbij de leerlingen elkaar om hulp moeten vragen. Voor de vraagstelling gebruiken de leerlingen Stones 34 en 35. Veel woorden die ze nodig hebben komen in deze fase niet meer letterlijk uit de Stones, maar het zijn wel woorden die ze zouden moeten kennen. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
B
Help is at hand De leerlingen bekijken de leesinput in het Textbook, maar lezen deze nog niet. Daarna gaan ze verder met Exercises 8 en 9.
8
Het is bij deze opdracht erg belangrijk dat de leerlingen de tekst niet intensief lezen, maar scannen. Om dit te bewerkstelligen is het wedstrijd element toegevoegd. Het is wel belangrijk dat de leerlingen de antwoorden van de winnaar controleren op juistheid.
9
U kunt extra benadrukken dat het bij deze opdracht alleen om het interview gaat. De leerlingen maken deze samenvatting door steeds de belangrijkste zin op te schrijven. De samenvatting wordt daardoor ook in het Engels. U kunt de opdracht moeilijker maken door hem in het Nederlands op te laten schrijven. Ook kunt u er voor kiezen de leerlingen op een andere manier de samenvatting te laten maken, bijvoorbeeld met trefwoorden. Meer hierover staat in de Yellow Pages op bladzijde 142 van het Textbook.
83
C
Don’t eat so fast Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercises 10 t/m 12
10
Deze opdracht dient als warming-up bij de luistertekst. Door de tekst in het Textbook te lezen en de en de quiz te doen, worden de leerlingen enigszins voorbereid op waar ze dadelijk naar gaan luisteren.
11 [00]
Bij deze opdracht kijken de leerlingen eerst of ze de betekenis van de gegeven woorden weten zonder de context, daarna tijdens het luisteren met de context. Hierdoor zal de leerlingen duidelijk worden dat context erg belangrijk is bij het raden van de betekenis van woorden. Als u deze opdracht klassikaal nakijkt kunt u ervoor kiezen niet te veel belang te hechten aan de letterlijke vertaling. Het is immers belangrijk dat de leerlingen de tekst begrijpen en als ze daarbij met hun vertaling in de buurt zitten is het doel bereikt. In het tapescript in de docentenhandleiding zijn de woorden waarvan de betekenis geraden moet worden vetgedrukt. Als u merkt dat de leerlingen moeite hebben met deze opdracht kunt u de tekst nog een keer laten horen en de cd stop zetten na elk woord.
12 [00]
Dit is een vrij globale opdracht over Don’t eat so fast. Doordat er geen pauzes zijn is het belangrijk dat de leerlingen de stellingen van te voren doornemen. Changing the world one favour at the time De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 13
13 [00]
U kunt de leerlingen er extra op wijzen dat ze hun antwoorden tijdens het luisteren in trefwoorden opschrijven. Ze kunnen dan de pauzes gebruiken om de volgende vraag vast door te lezen. Bij vraag 3 is een extra lange pauze ingelast omdat het antwoord vrij lang is. In principe wordt het antwoord al weggeven in de inleidende tekst in het Textbook. Stone 36 Als u Stone 36 door met uw leerlingen doorneemt kunt u ervoor kiezen Grammar 1, aanwijzende voornaamwoorden, hierbij te betrekken. Vervolgens gaan de leerlingen verder met Exercises 14 t/m 16.
14
De illustraties horen bij zinnen uit de Stone. De antwoorden moeten dan ook letterlijk uit Stone 36 komen.
15
Bij deze opdracht moeten de leerlingen zinnen vormen aan de hand van de illustratie. U kunt de leerlingen (nogmaals) wijzen op Grammar 1. Het is verstandig dat u de leerlingen erop wijst goed naar de illustraties te kijken. Er is namelijk steeds sprake van ‘dichtbij’ en ‘ver weg’. Deze opdracht is al een stuk opener dan opdracht 14. De stap lijkt misschien vrij groot, maar de aanwijzend voornaamwoorden zijn ook al in deel twee behandeld.
16
Dit is een zeer vrije opdracht bij de Stone. Het is belangrijk dat de leerlingen hier wel steeds de aanwijzend voornaamwoorden gebruiken. U kunt ze een woordenboek laten gebruiken, zodat ze bij deze opdracht meer mogelijkheden krijgen. Bij wijze van evaluatie en om klassikaal feedback te kunnen geven kunt u de gesprekjes naderhand door twee stellen klassikaal laten uitvoeren.
D
Best wishes De leerlingen lezen Best wishes. Daarna gaan de leerlingen verder met Exercises 17 en 18.
17
De zinnen uit deze opdracht komen niet uit de tekstjes in het Textbook maar hadden er wel in voor kunnen komen.
18
Vraag 1, 2, 3 en 5 van deze opdracht zijn vast een voorbereiding op Stones 37, 38 en 39.
84
Stones 37 t/m 39 U kunt de leerlingen deze relatief eenvoudige Stones zelfstandig laten bestuderen. Daarna gaan ze verder met Exercises 19 en 20 19
Bij deze opdracht moeten de leerlingen de vertalingen geven zoals ze letterlijk in Stones 37 t/m 39 vermeld staan.
20
Dit is een wat vrijere opdracht. Aan de hand van situaties die geschetst worden geven de leerlingen aan wat je in zo’n geval zou kunnen zeggen. In sommige gevallen zijn dan ook meerdere zinnen mogelijk. Stones 35 t/m 39 De leerlingen bestuderen nogmaals Stones 35 t/m 39. Vervolgens gaan ze verder met Exercise 21.
21
Bij deze opdracht worden alle Stones uit het hoofdstuk, met uitzondering van Stone 34, gecombineerd. Het uitwerkingenboek bevat een voorbeeldkaart ter vergelijking. Ook kunnen de leerlingen hun kaarten onderling vergelijken. Bij onderdeel D kunnen de leerlingen een extra opdracht op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van de opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Wanneer een leerling veel fouten heeft, laat hem/haar er dan ook achter komen waarom datgene fout is. De uitslag van opdracht 4 staat in het uitwerkingenboek. Test Yourself Test Yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
E
The people’s princess Dit facultatieve onderdeel biedt mogelijkheden tot differentiatie naar tempo en/of niveau. De leerlingen lezen de tekst en doen vervolgens Exercises 1 t/m 3.
<1> Bij deze opdracht moeten de leerlingen op zoek naar woorden of zinsdelen die aangeven dat Prinses Diana veel goede dingen voor anderen heeft gedaan. Ze moeten dus gericht zoeken naar informatie. Het is niet de bedoeling dat leerlingen hele zinnen gaan overschrijven. <2> De antwoorden op de vragen staan verspreid over de hele tekst. De leerlingen zouden dus per vraag de hele tekst weer moeten gaan lezen. Omdat dit erg veel tijd kost kunnen ze de tekst het beste gaan scannen. Omdat leerlingen misschien nog niet uit zichzelf van deze leesstrategie gebruik maken, kunt u ze hier op wijzen. <3> Als de leerlingen de leerlingen de grote lijnen van de tekst begrepen hebben moet deze opdracht geen probleem zijn. U kunt de leerlingen er op wijzen dat Once upon a time ... en The end! naar een sprookje verwijst. Eventueel kunt u er samen met hen bij stilstaan dat het leven van Diana verre van een sprookje was.
85
4.2.10 Chapter 9 havo vwo De leerlingen bekijken de foto en lezen de ‘waarin’ zinnen in hun Textbook. Met behulp van deze pagina krijgen de leerlingen een indruk van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. U kunt ervoor kiezen op dit moment een klassengesprek te voeren over Groot-Brittannië en de dingen die er te beleven zijn, maar u kunt dat misschien beter doen na opdracht 1 waar de leerlingen eerst zelf nadenken over wat ze al van het land weten. 1
In deze opdracht, waarin voorkennis geactiveerd wordt, inventariseren de leerlingen hun kennis over Groot-Brittannië. Hoewel er bij deze opdracht in het uitwerkingenboek een voorbeeld Key staat kunt u deze opdracht ook klassikaal bespreken en zo eventueel een klassengesprek voeren over het land. Over dit hoofdstuk De titel van het hoofdstuk Scrapbook GB zegt het al; dit hoofdstuk is een soort plakboek over GrootBrittannië, waarin onder anderen typisch Britse gewoontes (All things Brittish), fictieve bekende personen (Bury me where the arrow falls! en Elementary, my dear Watson) en gebieden (Schotland en Wales) aan de orde komen. Het hoofdstuk behandelt dus niet alle toeristische attracties, maar probeert de leerlingen op iets originelere wijze kennis te laten maken met het land. Het doel van dit laatste hoofdstuk is training van vaardigheden, herhaling van een aantal grammatica onderdelen en ontspannend bezig zijn met land en volkenkunde zo vlak voor de vakantie. Er zijn veel open opdrachten als het praten over Groot-Brittannië, het maken van een poster en het schrijven van een draaiboek. In dit hoofdstuk staan geen Stones en er wordt geen nieuwe grammatica in aangeboden. Mocht u wegens tijdsgebrek niet aan dit hoofdstuk toekomen, omdat u bijvoorbeeld maar twee uur in de week heeft, dan heeft dat geen consequenties voor volgend jaar. Mocht u wel tijd over hebben dan kunt u dit hoofdstuk als aanknopingspunt nemen voor een groter project over Groot-Brittannië, zoals bijvoorbeeld het organiseren van een werkweek. Om de leerlingen enthousiast te maken kunt u ze (op internet) extra materiaal laten verzamelen over Robin Hood en Nottingham, Shelock Holmes, Londen, Schotland en Wales. Vooral bij opdracht 5, 9, 14 en 21 kan dat toegevoegde waarde hebben. Ook kunt u uw leerlingen (in groepjes) spreekbeurten laten geven over een aspect van Groot-Brittannië (uit het hoofdstuk). In de Yellow Pages staat op bladzijde 143 informatie over het geven van een spreekbeurt en op bladzijde 146–147 over het verzamelen van informatie.
A
All things British De leerlingen lezen de tekst en bekijken de foto in het Textbook en gaan vervolgens verder met Exercises 2 t/m 5.
(2)
Een warming-up opdracht. Wijs de leerlingen eventueel op de tip en Rocky.
3 [00]
Voor deze opdracht moeten de leerlingen de tekst aandachtig beluisteren.
4 [00]
In deze opdracht leren de leerlingen om informatie met elkaar te vergelijken en uit deze vergelijking conclusies te trekken. Door middel van trefwoorden maken de leerlingen aantekeningen tijdens het luisteren. U kunt ervoor kiezen om klassikaal de verschillen tussen bepaalde gewoontes in Nederland en GrootBrittannië met de leerlingen te bespreken. Dit gesprek zou alvast als voorbereiding op opdracht 5 kunnen dienen.
5
Een echte pairwork oefening. Geef de leerlingen enkele minuten de tijd om de oefening voor te bereiden. Wijs ze alvast op de tip. U kunt ervoor kiezen om twee (betere) leerlingen het gesprek voor de klas uit te laten voeren. Daarna gaan de leerlingen in tweetal praten. Afhankelijk van het taalniveau, ervaring en inzet van de leerlingen kunnen gesprekjes van heel simpel tot erg uitgebreid verlopen. Loop door de klas en help de leerlingen als een gesprek dreigt vast te lopen. U kunt eventueel groepjes maken van de leerlingen die aan elkaar gewaagd zijn. Bij onderdeel A kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
86
B
Bury me where the arrow falls! De leerlingen lezen de eerste alinea van de tekst in het Textbook, maar de rest van de tekst nog niet. Vervolgens gaan ze verder met Exercises 6 t/m 9.
6
De eerste alinea van de tekst Bury me where the arrow falls! dient gelezen te worden om het onderwerp te introduceren en hun voorkennis over het onderwerp te activeren. Door middel van trefwoorden schrijven de leerlingen alles op wat ze al over Robin Hood weten.
7
Deze opdracht gaat dieper in op het vocabulaire uit de tekst. Hierdoor zal het begrip van de tekst vergroot worden en dit zal het maken van de volgende opdracht ten goede komen. Ze moeten de tekst voor deze opdracht redelijk nauwkeurig lezen, omdat ze een woord beter kunnen vinden als ze het in context zien.
8
Ook hier lezen de leerlingen de tekst intensief. Bij vraag 8 van deze opdracht wordt er teruggekoppeld naar opdracht 6.
9
Een speelse opdracht die de leerlingen de kans geeft om hun (net opgedane) kennis over Robin Hood leuk te presenteren. De leerlingen vullen de poster in met informatie uit de tekst en maken de illustratie van Robin Hood bijvoorbeeld op basis van de illustratie in het tekstboek. Ook kunnen ze zelf extra informatie zoeken (op internet) en dit op de poster verwerken. U kunt ervoor kiezen om deze opdracht in groepjes te laten uitvoeren, waarbij elke groep ter afsluiting hun poster aan de rest van de klas presenteert. Bij onderdeel B kunnen de leerlingen extra opdrachten op de computer maken. Ze gaan voor deze extra IT Training naar 2thv.steppingstones.wolters.nl.
C
Lonely in London Onderdeel C kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen. De leerlingen lezen eerst de inleidende tekst in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustratie. Daarna gaan ze verder met Exercise 10 t/m 12.
10 [00]
Het is belangrijk dat de leerlingen de lijst met onderwerpen goed doorlezen voordat ze gaan luisteren. Zo kunnen ze gerichter luisteren.
11 [00]
U kunt de leerlingen er nogmaals op wijzen dat het bij opdrachten waarbij geen pauzes ingebouwd zijn belangrijk is dat ze de stellingen van tevoren goed doorlezen.
12
Dit is een reflectie opdracht voor na het luisteren. De leerlingen hoeven voor deze opdracht dus niet nog een keer naar Lonely in London te luisteren. Het is de bedoeling dat de leerlingen even stilstaan bij vraagstukken die de luistertekst oproept. Elementary, my dear Watson! De leerlingen lezen eerst de folder in het Textbook en bekijken de bijbehorende illustraties. Daarna gaan ze verder met Exercises 13 t/m 17.
13
Als warming-up bij de luistertekst gaan de leerlingen alvast een folder lezen over het onderwerp: Sherlock Holmes. Vraag 2 en 3 zijn een beetje strikvragen omdat Sherlock Holmes natuurlijk niet echt bestaan heeft, maar een fictief persoon was. De leerlingen moeten de fouten in de beweringen verbeteren.
14
Een vrij simpele opdracht waar de leerlingen op grond van de beschrijving en de illustraties feiten over Sherlock Holmes moeten ordenen.
15
In deze oefening wordt kijk– en luistervaardigheid getraind. Maak de leerlingen duidelijk dat ze goed
87
[00]
naar de tekeningen moeten kijken alvorens naar de tekst te gaan luisteren. Zo kunnen ze beter de tekeningen in de volgorde van de tekst plaatsen.
16 [00]
Voor deze opdracht, die wat dieper ingaat op de tekst, moeten de leerlingen gedetailleerder luisteren.
17
Een speelse groepsopdracht. Stimuleer de leerlingen om een woordenboek te gebruiken als ze een woord niet kennen. Dit is voor veel leerlingen een bekend spelletje dat ze dit keer in het Engels moeten doen. Als het goed is komt er een grappig verhaaltje uit. U kunt ervoor kiezen een aantal voor te laten lezen aan de rest van de klas.
D
Mary Jo's diary De leerlingen lezen de tekst in het Textbook en doen daarna Exercises 18 t/m 21.
18
Om de delen van de zinnen in deze opdracht aan elkaar te kunnen koppelen moet de leerlingen de hele tekst nauwkeurig lezen. U kunt de leerlingen vertellen dat ze behalve op betekenis ook op het gebruik van bijvoorbeeld enkelvoud / meervoud en persoonlijk voornaamwoorden moeten letten. Als de leerlingen de zinsdelen bij elkaar gezocht hebben, zetten ze die zinnen in de volgorde van de tekst.
19
Een niet al te moeilijke opdracht bij de tekst.
20
In deze opdracht moeten de leerlingen bepaalde informatie uit de tekst koppelen aan de illustraties in het werkboek. In de tekst wordt beschreven hoe de Highland Games gespeeld worden en als het goed is herkennen ze dat in de illustraties. Ook schrijven ze in eigen woorden op hoe de games gespeeld worden. Een aantal woorden die ze daarvoor nodig hebben staan in de Words to help en de woordenlijst.
21
Het is belangrijk dat de leerlingen zich realiseren dat Mary Jo steeds pas achteraf in haar dagboek schreef wat ze eerder heeft gedaan. Dus wat er in het Textbook bij Saturday, 13 July staat vond vrijdagavond plaats. Er is in het uitwerkingenboek een voorbeeld Key die de leerlingen met hun eigen draaiboek kunnen vergelijken. Als er tijd voor is kunt u deze opdracht eventueel als voorbereiding op een rollenspel beschouwen. U kunt een scène uit het dagboek van Mary Jo kiezen, bij voorbeeld the Gathering of the Clans, en deze door leerlingen laten naspelen. Grammar Het is belangrijk dat u de leerlingen erop wijst dat ze voor het maken van deze opdrachten eerst de bijbehorende Grammar in het Textbook bestuderen. Test yourself Test yourself kunnen de leerlingen ook helemaal op de computer doen.
<E>
Haunted castle tour De leerlingen bekijken de tekst in het Texbook, maar lezen hem nog niet. Daarna doen ze Exercises 1 en 2.
<1>
Voor deze opdracht scannen de leerlingen de tekst. Bij sommige vragen staat het antwoord niet letterlijk in de tekst, maar moeten de leerlingen hun eigen conclusies trekken om het antwoord te kunnen geven.
<2> Voor deze opdracht dient de tekst nauwkeurig gelezen te worden, vooral om de juiste symbolen bij de juiste kastelen te kunnen tekenen.
88
5 Tapescripts 5.1 Chapter 1 Time of your life A
Back to school Martin: Justin & Laura: Martin: Justin: Laura: Justin: Martin: Justin: Martin: Justin: Martin: Laura: Martin: Justin: Martin:
Laura: Martin: Laura: Justin: Laura: Martin: Laura: Martin: Laura: Justin: Laura: Justin: Laura: Justin:
Martin: Justin: Laura: Justin: Martin: Justin:
havo vwo en (t) havo Exercise 2
Hey guys! Hey Martin! So how are you doing? Oh fine. Laura and I were just talking about how great it is to be back at school. Speak for yourself, Justin! Oh Laura, you know I’m kidding. What about you, Martin, how was your holiday? It was the best! We went to Malta to enjoy the sun, the beach and the sea. That’s cool! It sure was. I had never been on a plane before. We had to get up very early. The plane left at 4.30 in the morning and you have to check in two hours before you take off. Wow, so did you get any sleep at all? No, not really. I was too excited. So what did you do at Malta? Oh, lots of things. My dad and I went diving. It was fantastic. You won’t believe the things you see underwater. I bet! And what else did you do? Well, apart from diving I went mountain biking with my sister, but that wasn’t as cool as diving. I also went sunbathing on a beautiful beach. Unfortunately those two weeks went by really quickly and before I knew it I had to be back at school... but enough about me. What did you do Laura? Well, the first two weeks I went to the Netherlands with my family. Did you like it there? Yeah, it was all right. I didn’t see as many windmills or tulips as I saw in the brochures though. We went to Amsterdam for a few days. My sister and I didn’t like it there. She thought the people were unfriendly and I thought it was too crowded. I see. What else did you do? We went to the north where we stayed at a campsite in Sneek. Did you say there were snakes? No, you silly. It’s the name of the city: Sneek, you just pronounce it as ‘snake’. Sounds like a creepy place to me! It isn’t. There were loads of things to do, because of some sailing contest. It had a weird name. Uhm... something like ‘scootchasealen’. sounds cool! Yes, it really was. After that we went back to England to go camping because my... Oh that’s funny, I stayed at a campsite last month. It wasn’t the best holiday though. Well, we weren’t actually on hol... You see my parents love camping; I don’t. They love walking and bird watching; I don’t. But you know what parents are like, eh? They don’t ask you what you’d like to do, no they just go ahead and do whatever they like. So there you are: stuck on a campsite with people you don’t know and of course your parents who keep rabbiting on about birds... I, myself would’ve preferred to go abroad. Oh, come on Justin, it wasn’t that bad, was it? It was! I didn’t see anyone of our age, just old people. It was really boring! Next year I want to go on a real holiday and stay in a fancy hotel instead of going camping. Going camping can be fun though. You see my dad is Oh yes, there was this awful man who was always complaining about me to my parents. He said I made too much noise whenever they were on a fieldtrip looking for birds. I think he was the manager. Then why did you make so much noise? I just played some music. That man was always nagging about every little detail. I don’t ever want to see him again!
89
Laura: Justin: Laura: Justin: Laura: Justin: Laura:
What was the name of the campsite? I don’t remember. Where did you go to? We went to Brighton. Did that awful manager have a beard and a moustache and did he wear glasses? Yes, how do you know? Well, I was trying to tell you that we weren’t actually on a holiday, because my father is the manager of a campsite in Brighton. Justin: So that man must have been your father? Laura: Yep, I think so! I remember him talking about some kid playing loud music! Martin: Haha, way to go Justin! Laura: Oh, it’s okay. I know my dad can be a pain in the neck sometimes. I will ask him to leave the house this Friday. Justin: Isn’t that a bit drastic? Laura: Well, you said you don’t ever want to see him again. This Saturday is my birthday and I’m throwing a party on Friday. I’m going to invite the whole class! Justin & Martin: Great!
Karen’s summer vacation Mr Williams: Karen: Whole class: Karen:
Mr Williams: Karen:
Mr Williams: Karen:
Mr Williams + class: Mr Williams: Karen:
Mr Williams: Karen: Mr Williams: Mr Williams:
havo vwo en (t) havo Exercise 3
Okay class. Today Karen is going to give a talk about her vacation. Karen, go ahead. Well, for my vacation I went up to Big Bear. It’s in the mountains. I really had a great time. The drive itself was amazing, although I got carsick and Mom had to stop the car a couple of times so I could throw up... Ugh! When we arrived we immediately went to our campsite. After we got set up, dad came up with the idea to take a hike. My brother Tom and I joined him. It was beautiful. I didn’t see the deer Dad pointed out or the chipmunk Tom saw, but it was fun anyway. Mom kept pointing out all these beautiful wild flowers and interesting plants. I looked around and saw this strange, but lovely plant. When I picked a leaf it turned out that this plant was poisonous. It was poison Ivy. Within seconds I was itchy all over. I had large red spots on my arm. So my mum took me to a nurse immediately and I had to miss the rest of the hike. Oh dear, those plants really hurt. That must have kept you indoors for a long time? Well, uhm... not really. Just one day. The next night we made a campfire and we toasted marshmallows. The fire melts the marshmallows and they turn black on the outside. I didn’t feel at all like eating that molten gooey stuff, but my mother is always telling me to try new things. So I put one in my mouth straight from the stick. Unfortunately I forgot that it had been in the fire and so my mouth got badly burnt. Oh you poor thing! Did it hurt? Yes, it sure did. The hot sweet substance stuck to my lips and stayed there. My lips hurt for days after that. Later that night when we went to bed, everyone hung their backpacks and their things up in a tree. I couldn't imagine why they did that so I just left mine by the fire. But in the night, we heard noise outside. It was a bear! A bear? Well, thank goodness nothing happened. Um... actually something did happen. The bear ran off with my backpack, but luckily it didn’t have much stuff in it, just my toothbrush, an extra pair of jeans, and a shirt. The shirt was getting old, so I didn't mind that much. I had put my money under my pillow. So at least that wasn’t missing. Weren’t you angry that your backpack was gone? Um... no not really, although I didn’t like the fact that my mosquito repellent was in the backpack. I got a lot of mosquito bites, because my brother wouldn’t lend me his mosquito repellent. That pest! So you picked a poisonous plant, burnt your mouth, lost your backpack and you were bitten by mosquitoes! What are the odds? Oh.... um I’m sorry Karen, please continue.
90
Karen: Mr Williams: Karen:
Mr Williams: Karen:
Mr Williams: Karen: Mr Williams: C
Um... then, for a few days, we mostly went shopping. I found a neat shirt with a panther on it. I spent all my pocket money. But then at lunch, pizza sauce got on it, and it wouldn't come out so... Karen, did anything at all pleasant happen to you during your vacation, or was it bad luck all the way? Oh, it was a most wonderful holiday Mr Williams. I had a fantastic time. On the last day we even went on a difficult hike. It was called the Cougar Crest Trail. I didn’t get far. At first, a bee stung me and my hand swelled up a lot! We weren't that far away from the campsite, so Mom ran back and brought ice and bandages. After Mom bandaged up my hand, we could continue and I made it all the way to the top. Good for you Karen! I was really pleased but when I walked towards a place in the shade, I tripped and twisted my ankle. Even with Mom and Tom helping me, it was tough getting back down. When we reached our tent, my ankle and my hand both had to be put on ice. Then we all had to help with the cleaning up and packing. I hobbled around, doing my share. It didn't hurt that much, so it wasn't hard. Did you really like your vacation? Sounds to me like you were so unlucky, it must have been hell. No, it wasn’t. This vacation was just fabulous. I had a great time! It was over before I knew it! Next year we’ll go for three whole weeks. I can hardly wait! Oh dear!
Skateboarding (met pauzes) havo vwo Exercise 13 Interviewer:
For many skateboarders and rollerbladers, or inline skaters, as they are also called, The South Bank in London is one of the most popular places to go at the weekend. With all its concrete it’s a great place to skateboard and rollerblade, to play skater hockey and learn new tricks and stunts. Conor Rafston is 15 and lives in London.
Voice: Interviewer: Conor:
One [5 second’s pause] Conor, welcome. Tell us, when did you start skateboarding? Oh well I started on the fifth of May two thousand and three. It was my birthday and my brother gave me a skateboard. What’s the attraction of skateboarding to you? The best part is learning new tricks. When you do a new trick successfully, without falling off the board, you’re... uhm, extremely pleased with yourself. I’ll never forget my first stunt. I wanted to jump on the curb, you know... on the pavement without falling off the board. I spent three days trying again and again until I could finally do it. Two [5 second’s pause] People tend to think skateboarding is dangerous. Is it? Well, no, not really. Nobody has ever died skateboarding, as far as I know. And people have skateboarded for... uhm, thirty years or so. But... uhm... in a way it is dangerous, though. That’s why boarders wear helmets and wrist guards... and kneepads. But the danger is part of the attraction. Three [5 second’s pause] Do you often fall and hurt yourself? Oh yes, I fall all the time, I mean... uhm, but never seriously. Most skateboarding injuries aren’t serious. But I have broken a lot of boards over the years. Boards are usually quite flexible, but sometimes they just snap. Four [5 second’s pause] You’re an inline skater too, aren’t you? Yes... uhm, well, sort of. Off and on really. I tried it a couple of times with some school friends of mine. Sometimes they come round and ask me to join them. I’ve taught them a trick or two over the past few months. Tricks are easier on inline skates than on a skateboard. My friends prefer to call it rollerblading, by the way. They’re quite trendy blade boys, actually. Five [5 second’s pause] What’s the biggest difference between skateboarding and rollerblading? Well, I think the... uhm... public’s reaction, maybe. I mean, boarders are kicked out everywhere, even deserted parking lots. But you see rollerbladers in shopping centres
He often hangs out at the South Bank. We are going to talk to him about boarding and blading.
Interviewer: Conor:
Voice: Interviewer: Conor:
Voice: Interviewer: Conor: Voice: Interviewer: Conor:
Voice: Interviewer: Conor:
91
Voice: Interviewer: Conor: Voice: Interviewer: Conor:
Voice:
with their blades still on getting no hassle from police or security or anyone. But the police..., and other people too, have asked, or rather ordered me to leave my board at home or outside... uhm, well, at least twenty times by now. Six [5 second’s pause] Why is that, do you think? Hmm..., I guess people think of rollerblades as training tools for ice skaters, cross country skiers and the fitness scene. But the public always thinks of skateboards as... well, just dangerous toys. Seven [5 second’s pause] Are there official organizations for rollerblading and skateboarding? There is the IISA ..., which, I think, stands for the International Inline Skating Association. The funny thing is that this was founded by inline manufacturers, you know, the companies that produce the skates ..., and then supported by athletes and organizers. So... uhm, the manufacturers really tried hard to get this sport officially accepted Eight [5 second’s pause]
Interviewer:
Is there also a skateboarding organization?
Conor:
No, there is no such organization... um, not in the UK..., and not internationally either, as far as I know. People have always seen skateboarders as that bunch of guys who hang out and cause trouble. And basically... um... in a way, this is true: skateboarders love to hang out together, but they’re not troublemakers. I guess part of the reason why skateboarding has a bad reputation is... that boarders have never attracted the same kind of commercial interest. The blade boys buy all the latest products if they can. Boarders are more relaxed. Nine [5 second’s pause]
Voice:
Skateboarding (zonder pauzes) Interviewer:
Interviewer: Conor: Interviewer: Conor:
Interviewer: Conor:
Interviewer: Conor: Interviewer: Conor:
Interviewer:
(t) havo Exercise 14
For many skateboarders and rollerbladers, or inline skaters, as they are also called, The South Bank in London is one of the most popular places to go at the weekend. With all its concrete it’s a great place to skateboard and rollerblade, to play skater hockey and learn new tricks and stunts. Conor Rafston is 15 and lives in London. He often hangs out at the South Bank. We are going to talk to him about boarding and blading. Conor, welcome. Tell us, when did you start skateboarding? Oh well I started on the fifth of May two thousand and three. It was my birthday and my brother gave me a skateboard. What’s the attraction of skateboarding to you? The best part is learning new tricks. When you do a new trick successfully, without falling off the board, you’re... um, extremely pleased with yourself. I’ll never forget my first stunt. I wanted to jump on the curb, you know... on the pavement without falling off the board. I spent three days trying again and again until I could finally do it. People tend to think skateboarding is dangerous. Is it? Well, no, not really. Nobody has ever died skateboarding, as far as I know. And people have skateboarded for... um, thirty years or so. But... um... in a way it is dangerous, though. That’s why boarders wear helmets and wrist guards... and kneepads. But the danger is part of the attraction. Do you often fall and hurt yourself? Oh yes, I fall all the time, I mean... um, but never seriously. Most skateboarding injuries aren’t serious. But I have broken a lot of boards over the years. Boards are usually quite flexible, but sometimes they just snap. You’re an inline skater too, aren’t you? Yes... um, well, sort of. Off and on really. I tried it a couple of times with some school friends of mine. Sometimes they come round and ask me to join them. I’ve taught them a trick or two over the past few months. Tricks are easier on inline skates than on a skateboard. My friends prefer to call it rollerblading, by the way. They’re quite trendy blade boys, actually. What’s the biggest difference between skateboarding and rollerblading?
92
Conor:
Interviewer: Conor: Interviewer: Conor:
Interviewer: Conor:
Well, I think the... um... public’s reaction, maybe. I mean, boarders are kicked out everywhere, even deserted parking lots. But you see rollerbladers in shopping centres with their blades still on getting no hassle from police or security or anyone. But the police... and other people too, have asked, or rather ordered me to leave my board at home or outside... um, well, at least twenty times by now. Why is that, do you think? Hmm ... I guess people think of rollerblades as training tools for ice skaters, cross country skiers and the fitness scene. But the public always thinks of skateboards as... well, just dangerous toys. Are there any official organizations for rollerblading and skateboarding? There is the IISA ... which, I think stands for the International Inline Skating Association. The funny thing is that this was founded by inline manufacturers, you know, the companies that produce the skates ... and then supported by athletes and organizers. So... um, the manufacturers really tried hard to get this sport officially accepted Is there also a skateboarding organization? No, there is no such organization... um, not in the UK ... and not internationally either, as far as I know. People have always seen skateboarders as that bunch of guys who hang out and cause trouble. And basically... um... in a way, this is true: skateboarders love to hang out together, but they’re not troublemakers. I guess part of the reason why skateboarding has a bad reputation is... that boarders have never attracted the same kind of commercial interest. The blade boys buy all the latest products if they can. Boarders are more relaxed.
5.2 Chapter 2 Doctor’s orders A
Bad luck
havo vwo en (t) havo Exercise 2
Mick:
Robby, are you all right? Your mum phoned me and told me about your accident. I came straight over. Well, it’s nothing serious. Are you sure? ‘Cause you look just like a mummy in all those bandages. I guess I look worse than I feel. Don’t worry, I’ve only got a broken leg and arm. How did that happen? Did you get hit by a car or something? A car? Well, no erm I erm I tripped on my own shoelaces. And you ended up with a broken arm and leg? I was walking down a staircase when it happened. I missed the last seven steps and landed on my left leg. Ouch, that must have hurt. You can say that again. I’ve never felt a pain like that before. And that’s not all. I was wearing a pair of designer jeans then. You mean the pair that cost you a fortune? Uh huh. A nurse cut them open so the surgeon could operate. Your mum told me your little accident happened at school. What were you doing there during the holidays anyway? I was returning this year’s schoolbooks. Those stupid books broke my arm! What do you mean? The books made my schoolbag very heavy. While I was falling down the stairs I threw my schoolbag in the air. And it landed ... Let me guess … on your arm. Oh, why do these things always happen to me? Because you attract bad luck. I do not. You do. Don’t. Do. Remember that time you knocked over that statue in the British Museum with your backpack? That could have happened to anyone. Only it didn’t. Everyone was wearing backpacks, but you were the only one to knock over that statue. It’s all because you attract bad luck.
Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick:
93
Robby: Mick: Robby: Mick: Robby: Doctor:
Robby:
Don’t. Do. Don’t. Do. Don’t. Now, Robby, I’m afraid you do. I’ve been working as a doctor for 25 years and I have never seen such fractures before. Is he going to be okay? Of course he is. But I’m afraid it’s going to take a little longer than usual. How long is that, doctor? About eight weeks. What? Eight weeks? But that’s my entire holiday. What am I going to do those eight weeks? Why, nothing of course, silly boy. You’re not supposed to move one inch. Well, I can’t, can I? Now there’s no need to be grumpy. You’ve got your friend to keep you company. That’s right, I’ll come visit you every day. You’re not going to be bored, not even for a minute. There are loads of things to do right here in this hospital. Like what? Like um … um … watching TV! I’ll turn it on right now. I’m sure it will cheer you up. We might as well give it a try. It’s not like I’ve got anything else to do. From now on things can only get better. This is Mary Donaugh with the weather forecast. Good news for all you viewers. Those rainy days are over. We’re going to have a great summer with temperatures from 25 to 30 degrees. So, take out your swimsuit and rush to the nearest beach or swimming pool. This is going to be one long hot summer.
A rare case
havo vwo en (t) havo Exercise 3
Doctor: Nigel: Doctor:
Now, Nigel, what seems to be the problem? Well, doctor, I think I’m suffering from Mbeki syndrome. What on earth makes you think that? Mbeki syndrome is a very rare disease. Not many people get it and it occurs only in Africa. That may be true but, according to my medical encyclopedia, I’ve got all the symptoms. Well, let me reassure ... Now, I know you want me to think I’m all right. But, doctor, I’ve been feeling really awful this week. Besides, I’m not a little kid anymore. I know it’s serious. So, you can tell me the truth. Very well then, why don’t you tell me about your symptoms? As it says right here on page 21, one of the symptoms is a sharp pain in the lower abdomen. And that’s exactly what I was feeling yesterday. Right, can you point out where it hurt? Well, that would be here. Hm, I see. And I’ve been feeling very sick all week now. Sick? Can you eat anything? No, I’m afraid I can’t. If I eat something, I throw up immediately afterwards. I can’t keep any food down. I’ve tried eating bread, potatoes, fruit, you name it. It’s just no use. So, you can’t eat any solid food. Hm. Can you drink anything? Yes, luckily I can. I know it’s good to drink a lot, so I drink at least fifteen cups of coffee a day. Are those all the symptoms or are there more? There are two more symptoms. Just like with Mbeki syndrome. That’s right. I’ve also got a headache. It hurts so much that I can hardly sleep at night. And then there’s this rash I’ve got on my face. My whole face is covered in red spots like the man in the picture. Here, look!
Mick: Doctor: Robby: Doctor: Robby: Doctor: Robby: Doctor: Mick: Robby: Mick: Robby: Mick: Voice:
Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel:
94
Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor:
Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: Nigel: Doctor: C
Hm. Could you just turn your head to the left a bit, so I can see the other side of your face a little better? Thank you. I think it’s time for me to give you my diagnosis. How serious is it, Doctor? I’m afraid it’s very serious, Nigel. You’re suffering from a severe case of hypochondria. Hypochondria? What’s that? It’s when you think you’re ill but there’s nothing wrong with you. But what about all the symptoms I told you about? The sharp pain in your lower abdomen is nothing more than a stomachache. Everyone who drinks at least fifteen cups of coffee a day is sure to have a stomachache. So, stay away from it. Drinking too much coffee can upset your stomach. Try drinking water instead. Then you won’t feel so sick and you can eat solid food again. Coffee has been the cause of all your problems. But how can coffee give you sleepless nights? Well, in coffee there’s something called caffeine. It’s something that keeps you awake. Why do you think so many people drink coffee in the morning? Erm … to wake up? Bingo! So, let me get this right. If I stop drinking so much coffee, all the symptoms will go away? Not, all of them. All but one. You mean the rash will stay? It’s not a rash you’ve got, Nigel. You’ve just got spots. They’re part of growing up. Every teenager has them. Let me give you a piece of advice before you go. What is that? The next time you’re not feeling well, don’t use your medical encyclopaedia to figure out what’s wrong with you! Let me do the diagnosing from now on. Erm … but of course. Goodbye Doctor. Goodbye Nigel.
Schoolitis
havo vwo en (t) havo Exercise 17
Mrs Buchanan: Cynthia: Ashley: Cynthia: Ashley: Cynthia:
Cynthia, Ashley, hurry up or you two will be late for school. I’m coming! We really have to be going. Ashley, why are you still in your pyjamas? Because I’m not going [beep] Voice: (one) + [five seconds’ pause] Why not? Are you ill? Well um … yes and no. Oh, I see. There’s nothing wrong with you, you’ve just got schoolitis. What is it this time? Mr Thompson’s geography test? Sh! Not so loud. I don’t want Mum to hear I’m behind with my homework. Actually, it’s my history assignment. Oh, you mean the one you [beep] voice (two) + [five seconds’ pause] Exactly! And how are you going to get mum’s permission to stay at home? Well, I’ll just tell her I’m ill. So, don’t ruin it for me by telling her I’m all right. Don’t worry. I don’t have to tell her the truth. Mum will never believe you. We’ll just see about that. If I just put some of this white powder on my face, I’ll look really pale. Girls? Ashley, my poor darling, you look as [beep] voice (three) + [five seconds’ pause] How are you feeling? I don’t feel very well. I’m not surprised. If I had a good reason not to go to school, I wouldn’t be feeling well either. Cynthia! This is no time to be teasing your sister. Can’t you see she’s really [beep] voice (four) + [five seconds’ pause] Now, go to school this instant, young lady. Yes mum. In the meantime, I’ll just get a thermometer to take Ashley’s temperature. What was that? Ashley must really be feeling terrible. Bye mum!
Ashley: Cynthia: Ashley: Cynthia: Ashley: Cynthia: Ashley: Mrs Buchanan: Mrs Buchanan: Ashley: Cynthia: Mrs Buchanan: Cynthia: Mrs Buchanan: Mrs Buchanan: Cynthia:
95
Mrs Buchanan: Bye dear. Ashley dear, I’m just going to go to the bathroom to get a thermometer. I’ll be back in a minute. Ashley: Now, there’s no need to panic, I’ll just heat the thermometer up by putting it on this [beep] voice (five) + [five seconds’ pause] Mrs Buchanan: I’ve found the thermometer, dear. Here you are. I’ll be back to check on you shortly. Now, let’s see … Forty degrees, poor darling, you must be burning up. This must be a serious fever. Don’t worry. It’s a good thing I don’t have to work today. I’ll take good care of you. I’ll be right back with a nice cup of tea after I’ve called school to say you’re ill. Ashley: Thanks Mum. Yes, I did it! No school today. What shall I do now? Oh, I know, I’ll turn on the radio to hear if I’ve won first prize in the Girls Talk competition I entered last week. DJ: You’re listening to London Calling, your favourite local [beep] voice (six) + [five seconds’ pause] It’s twenty to nine and that means it’s time to announce the lucky winner of last week’s Girls Talk competition. Who will get a backstage pass to see Girls Talk, live in concert? And who will get to talk to them? And the winner is … Ashley Buchanan! Well, Ashley Buchanan is probably at school right now, but what a surprise when she gets home and gets her backstage pass from our express courier. Congratulations Ashley! Ashley: Wow! I can’t believe it. This must be [beep] voice (seven) + [five seconds’ pause] Voice: Later that same day … Courier: Good afternoon, madam. Express delivery for Ashley Buchanan. Could I give this to Ashley personally, please? Mrs Buchanan: I’m afraid you can’t. She’s got the flu. Courier: How is she? Mrs Buchanan: Well, she has a high fever. Courier: Oh dear! That’s too bad, because she's won a prize. Mrs Buchanan: A prize! But that’s good news, isn’t it? Courier: Well, normally it is, but not in this case. You see, she’s won a backstage pass to see Girls Talk live in concert here in London tonight. But if she’s to ill to come to the door, she definitely won’t be well enough to go to [beep] voice (eight) + [five seconds’ pause] Mrs Buchanan: You’re absolutely right. The poor dear. She’s such a Girls Talk fan. Well, it can’t be helped. When you’re ill, you’re ill. Courier: Too bad. Now, what shall I do with her backstage pass? Mrs Buchanan: Hmmm… I think I have an idea. Cynthia: Ashley, have you heard the big news yet? Ashley: If you’re talking about the backstage pass to the Girls Talk concert, yes, I heard it on the radio [beep] voice (nine) + [five seconds’ pause] That must be what you’re holding in your hand. Now, hand over my backstage pass, so I can find out when the concert is! Cynthia: Not so fast, you’re not getting it! Ashley: But it’s my prize. I’ve won it. Cynthia: That may be so, but the concert is tonight and Mum thinks you’re too ill to go. But don’t worry, your backstage pass will be used after all. It’s a good thing that I, your dear and healthy sister Cynthia, am a big Girls Talk fan too and can take your place. Now, I’ve got to go. I don’t want to be late for the concert. Oh … and don’t wait up for me. Ashley: Aaargh! Cynthia: Mum, come quick, I think Ashley’s getting [beep] voice (ten) + [five seconds’ pause]
96
5.3 Chapter 3 What’s on? A
Sky is the limit (Part one)
havo vwo en (t) havo Exercise 3
Sally: Brian: Sally: Brian:
Hi, Brian. What are you watching? Hi, Sally. ‘Animal hospital’. Oh gross! What's that? It's a parrot that's ill. It has lost all of its feathers and it doesn't want to eat, poor animal. Sally: It looks awful! Brian: Look, they are going to do some tests to see why it's ill! Sally: I don't want to watch it! Where's the TV guide? Brian: It's on the TV set. Sally: Oh, no! What time is it? Brian: It's a quarter past eight. Be quiet, Sally! Sally: Oh, ‘Top of the Shops’ is starting! They are finally going to announce the winners of the fashion awards! Quick, switch to Channel 4! Brian: I'm not going to watch a fashion programme! And be quiet, now. I can't hear a thing. Sally: Oh, Brian, pleeeease! Brian: Don't stand in front of the telly, Sally! Go away! I mean it! Father: Hey, what's going on in here? Sally: Oh, Daddy, Brian is watching some awful programme with animals and I want to watch ... Brian: Sally came in the middle of my programme and now she suddenly wants to watch some stupid fashion programme! Father: Calm down! It's nearly half past eight. The news is starting on BBC 1 in a few minutes. I want to watch it. Brian: It's not fair, Dad! Sally: Daddy, can't I? ... Sally: Hey, who's turned off the lights? Brian: Nobody, silly. There's no electricity, obviously. Father: Ah, finally, no TV for a change. Sally: What shall we do now? What's the time? Father: Calm down, Sally. It's only half past eight. We can talk. You can both tell me how school was today. Sally: Oh. Brian: Boring. Father: What's that? Brian: Oh, nothing. It's just my time robot saying it's eight-thirty. Sally: Your time robot? Brian: Yes, we had a project at school and I've made my own little robot. I programmed it to remind me of important things, like for example when my favourite programme is coming on, or when something's happening, like now, actually, I have to go to my computer club. Sally: Well, you can't go, can you? There's no electricity. Brian: I know ... Father: But tell me, Brian, how do you know why your robot is bleeping at a certain time? I mean, okay, it bleeped just now, you know it's half past eight, but how do you know what it's supposed to remind you of? Brian: Here, you see, I've built in a little display that gives me the time and also the event, C C in this case, meaning computer club. Father: Oh! And what else have you got programmed? Brian: Well, it wakes me up at seven thirty, just like an ordinary alarm clock ... Sally: … when the display reads: W U Y S! Father, Brian: What? Sally: W U Y S : Wake Up You Sleepyhead! Brian: Ha, ha. Father: Enough, Sally. Go on, Brian. Brian: Well, tomorrow, for example, at a quarter to eleven I have to go to the orthodontist... Sally: … when the display says: ORT, Old Rabbit Teeth!
97
Brian: Father: Brian: Sally: Father: Brian: Sally: Father: Mother: Father: Mother: Brian: Sally: Mother: Father:
... at twenty past two I have to get ready for basketball practice, at a quarter past six ‘Wildlife Uncovered: UK’ is on TV ... Oh, yeah? Yes, they'll be looking for bloodsucking leeches tomorrow! I really want to watch it. Remind me, please! Go on Brian... Well, uh, [slightly embarrassed] finally at eight o'clock I have to meet Jane ... Uuuuuh! Sally! Hi, guys! Hey, what are you doing here sitting in the dark? Well, we're just .... How come the TV is off? Is there nothing on? Well, there is a vase with flowers on it, and a TV guide... Ha, ha, very funny. There's no electricity, Mum. What do you mean: no electricity? There's electricity in the rest of the house. It's probably just a fuse again. Go and check it Ian, will you? I want to see the film at nine o'clock. What? But we always watch the news at this time...
Sky is the limit (Part two)
havo vwo en (t) havo Exercise 4
Father:
But, tell me, Brian, how do you know why your robot is bleeping at a certain time? I mean, okay, it's bleeped just now, you know it's half past eight, but how do you know what it's supposed to remind you of? Brian: Here, you see, I've built in a little display that gives me the time and also the event, C C in this case, meaning computer club. Father: Oh! And what else have you got programmed? Brian: Well, it wakes me up at seven thirty, just like an ordinary alarm clock ... Sally: … when the display reads: W U Y S! Father, Brian: What? Sally: W U Y S : Wake Up You Sleepyhead! Brian: Ha, ha. Father: Enough, Sally. Go on, Brian. Brian: Well, tomorrow, for example, at a quarter to eleven I have to go to the orthodontist... Sally: … when the display says: ORT, Old Rabbit Teeth! Brian: ... at twenty past two I have to get ready for basketball practice, at a quarter past six ‘Wildlife Uncovered: UK’ is on TV ... Father: Oh, yeah? Brian: Yes, they'll be looking for bloodsucking leeches tomorrow! Sally: [ironic] I really want to watch it. Remind me, please! Father: Go on Brian... Brian: Well, uh, [slightly embarrassed] finally at eight o'clock I have to meet Jane ... Sally: Uuuuuh!
C
Nothing on? Tim: Eve: Tim: Michael: Eve: Tim: Michael: Eve: Michael: Eve: Michael: Eve:
havo vwo en (t) havo Exercise 10 Oh, I love it when Mum and Dad go out! We can watch TV all night long! No way, Tim! Mum said you have to be in bed by nine thirty! What's on tonight? Here's the TV guide. Where's the remote? Oops, I'm sitting on it! Oh, Michael, you're so clumsy! Give me the guide. What shall we watch? There's a documentary on MTV, 'Singing Stars', starting at twenty past seven. No! No music tonight! Go and listen to the radio if you want. And no news. When's the semi-final on? Oh, no, no football, please! Is it all right if I have the remote? No, it isn't. Well, ‘Eastenders’ starts at half past eight. Oh, are we interested in soaps? No, Michael, we, um, I am not. It's only that we have a project at school about soap operas. Anyway, there's also 'Invading Homes', whatever that is.
98
Tim: Eve: Tim: Eve: Michael: Tim: Eve: Tim: Tim: Eve: Michael: Tim: Eve: Tim: Michael: Tim: Eve: Tim: Eve: Michael: Tim: Eve: Michael: Tim: Eve: Tim:
Maybe a horror film? No, it's an interior design programme. Changing somebody's home. Well ... I don't want to watch it. Listen, Eve, can we go and get a DVD? There's this cool new DVD release, 'Freaking Flies'! It's about these lab flies that grow into huge flymonsters by mistake and then attack everybody!!! How awful! Wicked! But it's probably not for under age 15, is it? It is! It is! The age limit is 12, so even I am allowed to watch it! Except that we are not allowed to watch horror films. That's the beauty of it: it is a comedy thriller. Oh, come on, let's go and get that DVD! What a pity that 'Freaking Flies' is already rented! Well ... Check it out, Tim! The best action film ever! Wow! That's 'Mission Impossible'. You've seen it, Tim! Can we take something else, please? Maybe a romantic comedy? You know, something like 'Mrs Right'? No way. I hate that sticky, kiss, kissy stuff. Yuck! We can get a sci-fi film. I've heard that ‘Galaxy Quest’ is pretty cool. Cool! Yes, but the label here says ‘PG’. Sorry, guys. What does ‘PG’ mean? It means parental guidance advised, meaning that we are allowed to watch it only with our parents around. We’d better get something with the label U - meaning that it's suitable for all ages. Look, there's this animation film, 'Mad Maggots'. It's supposed to be hilarious and I don't think we've seen it yet! Film-certificate U. Perfect. Yes! Oh, all right. Who's got a video rental membership card? Oops... Oh, no! Don't worry, Tim. I've got it because Mr Emptyhead here never thinks of anything important. I'll get the DVD and you choose some of that nice ice cream over there. Yesss!
Listen out for ...
havo vwo en (t) havo Exercises 11 en 12
This is Radio 3. Before listening to the 3 o'clock news just a few words about the radio programmes today ... In half an hour Alan Coxton and Kathy Skykes discuss the matter of chocolate, alongside the history of the stuff and the best recipes, in Melting Issues ... In forty-five minutes James Naughtie and a group of readers discuss Northern Lights, a fantasy book that many children prefer even to the famous exploits of Harry Potter ... Bookclub, at a quarter to four ... Over on Radio 4 this afternoon at a quarter past five the play you really mustn't miss is the Child of our Time. Lee Hall travelled deep into the Arctic Circle to meet Ole, a Finnish boy. This boy travels the world via the Internet but his hart belongs in Finland, looking after his reindeer, Shitpants. He is wonderful ... Tonight on Radio 2 Mark Lamarr goes to Georgia USA, to hear the likes of Little Richard and James Brown in Shake and Roll. This evening at nine p.m ... Later on Radio 1 posh DJ Tim Westwood hosts Rap Show, presenting highlights from the dance and roots Essential Festival in Bristol. Live, tonight on Radio 1 at eleven p.m ... BBC Radio 3. The news at three o'clock, this is Susan Bookbinder.
99
5.4 Chapter 4 It must be love ... A
Who should call who? havo vwo en (t) havo Exercise 3 Pamela:
Boys: Pamela: Devin:
Pamela: Erik:
Pamela: Erik:
Pamela:
Jeff: Pamela: Jeff:
Pamela: Bryan: Pamela: Bryan: Pamela: Bryan: Pamela: Brad: Pamela: Brad:
Pamela: Christian:
Hello, boys and girls. This is Pamela French still live from the Californian beach. Before the song, Catherine Fry called us with a very important question: 'Who should call who after the first date?' She was especially interested in the boys' point of view. So, I collected a couple of good-looking Californian lads to answer this question. Too bad it's radio and not television ladies. Hello guys. Hello Who are you, where are you from and what is your answer? Hi, I'm Devin Mattews. I'm 15 years old and I'm from Los Angeles. I think it should be easy for the girl to tell if she should call or not. Either you're hitting it off or you're not. If the conversation is good, if he seems interested in what you say, and if the date goes on longer than you thought it would, those are great signs. Call him! [beep] [5 seconds’pause] Clear answer. How about you Erik? I'm Erik Karlson, 14, from La Jolla. I think she should call him, because it would make it easier on everyone. When it comes to girls, you always hope that they'll call. See, guys are always pretty good at not giving wrong signals. [beep] [5 seconds’pause] So Erik, you think girls often do give wrong signals? Yeah, most of them do. They are flirting with you, pretending they like you and then they tell bad things about you behind your back. If the guy is flirting with the girl, talking to her, asking her questions, that's a sign he likes her. But if I don't give the girl my number, that's a sign for her not to call. How can she call you, when she doesn’t have your number? And I’m not sure whether I agree with what you said about girls giving wrong signals. But let’s listen to what Jeff has to say about this. [beep] [5 seconds’pause] Jeff Snyder, 18, from Vista. That's a hard question Pamela, because I think if the girl calls the guy immediately, then she gives away too much of herself too quickly. There's still a bit of a game to be played. A game to be played? Well, it’s more fun if there’s still a bit of tension at first. But when you are dating, then yeah, I think the girl should call the guy just as much as the guy calls her. How about going to the cinema with me tonight Pamela? [beep] [5 seconds’pause] Um... no thanks Jeff. Perhaps some other time. How about you Bryan? Um... about going out with you? No Bryan... about who should call who after the first date. Oh yeah, sure. I'm Bryan Hargrove. I'm 16 years old and I'm from San Diego. I think the guy should call the girl after the first date. It's just sort of expected. So you’re the traditional type of guy? I guess so. But keep in mind that if I don’t give a girl my number this means I don’t want to go out with her again. [beep] [5 seconds’pause] What’s your opinion Brad? Hi, Brad Ettinger here. I'm 17 and from Huntington Beach. I think you should wait on the guy to call. I personally don't like it when girls call a lot. Too bad Brad. That’s most girls’ hobby number one: making telephone calls. Well, I mean no matter how much I'm interested in her, if she starts calling me every day, it's like 'Leave me alone!' But you can usually tell if the guy will call you. If the guy likes the girl, then he's going to be flirting with her, and getting all close with her. But if he's not interested he'll probably be polite and just say, 'Okay, I guess I'll see you later then,' and there's usually not a kiss. [beep] [5 seconds’ pause] Christian? Hi there. I'm Christian Munden. I'm 16 and from San Clemente. I think it depends on the nature of the date. I mean, if you want to see him again, then go for it. If I like a
100
Pamela: Pamela:
C
girl, I'll usually suggest some sort of second date. Say we're passing a restaurant, I'll say to her, 'Oh, we should go there try it sometime.' That is definitely a sign that she should call. Plus, after the date I'm always wondering, 'What did she think of me? Will she call? [beep] [5 seconds’pause] Well Catherine, I hope that answered your question. I think I’ll go with Christian on this. If you like a guy, then go for it. ... And if he doesn’t like you calling, he’s just not worth it. [beep] [5 seconds’ pause]
Valentine’s day Mr Evans: Class: Mr Evans: Tony: Susan: Brigit: Mr Evans: Tony: Susan: Tony: Brigit: Mr Evans:
Susan: Tony: Susan: Brigit: Mr Evans:
Jason Mr Evans: Jason: Mr Evans: Jason: Mr Evans:
Several students: Mr Evans:
havo vwo Exercise 14 en (t) havo Exercise 16
Good morning class. Good morning Mr Evans. Do you all know what day it is today? Um, a Monday? A rainy day? A bad hair day? Oh, come on. You all know exactly what I mean. What is the date? The 14th of February. Oh yeah, you mean it’s… Don’t remind me it’s Valentine’s day. I haven’t got any cards so far. Well, I did get one from my mother, but that doesn’t count. There were dozens for me in the mail this morning. I haven’t been able to read them all yet. Yeah right. How many of you got cards, flowers or maybe even presents for Valentine’s day? It doesn’t matter whether they came from your relatives or a secret admirer. 18 out of 24. That’s not bad. I was wondering, does anyone know where Valentine’s day comes from? Why do we send each other cards, and when did it start? Anyone? For me the question is more ‘why didn’t I get any cards?’ Because nobody fancies you. Oh you’re such a mean little… I can’t believe I sent you a… Tony, you’re blushing. Well, I guess not one of you knows where Valentine’s day comes from or cares for that matter. But since I’m your history teacher I’m going to tell you anyway. If there are any questions, just raise your hand. Listen! Valentine’s Day, a day to honour love and celebrate romantic love, was introduced in the 18th century. But who was Valentine? This is not an easy question to answer. No one is certain who St Valentine was. Historians, however, have come up with several stories about a third century martyr. Yes Jason? What’s a martyr, sir? A martyr is a person who is killed or tortured for believing something. Does that answer your question Jason? Yes sir. Some say Valentine was a young man who helped Christians who were persecuted. Yes, Jason? What is persecuted sir? That they were treated badly because of their religious beliefs. To cut a long story short, Valentine was caught and put in jail where he started to believe in God. Because of that he was beaten to death on February 14, 269. While he was in prison he sent text messages with his mobile phone to his friends saying, ‘Remember your Valentine’ and ‘I love you’. Comments so far? No? Are you sure? ... Do you really think they had mobile phones in the year 269, uh? I want you to pay more attention. Sorry, sir. Now, where were we? Um ...others say that Valentine was a Roman priest who secretly married people. This was against the law, because Emperor Claudius II had forbidden marriages. Anyway, the one thing we can be sure of is that at least one person by the name of Valentine did live and that he was killed for being a Christian.
101
Susan: Mr Evans: Susan: Mr Evans: Class: Mr Evans:
The 14th of February became a day to remember Saint Valentine, who became known as the patron saint of lovers. Sir? Yes Susan? Did you get any cards today? Well, um ... Oh come on sir, did you get any cards? Yes, from my mother. And now back to work. Get your textbooks and turn to page...
It must be love (song) havo vwo Exercise 15 en (t) havo Exercise 17 I never thought I’d miss you Half as much as I do And I never thought I’d feel this way The way I feel about you As soon as I wake up every night every day I know it’s you I need To take the blues away It must be love, love, love It must be love, love, love Nothing more, nothing less Love is the best How can it be That we can say so much without words Bless you and bless me Bless the bees and the birds I’ve got to be near you, every night every day I couldn’t be happy any other way. 5.5 Chapter 5 Going extreme A
Taking a hike havo vwo en (t) havo Exercise 2 Jeremy: Victoria: Jeremy: Victoria: Voice: Victoria: Jeremy: Victoria: Jeremy: Voice: Jeremy:
Victoria: Voice: Victoria:
Hi, Victoria. Are we going on a hike this afternoon? We’ve been talking about it for a long time. Yes, we are, Jeremy. I bought a map of Dartmoor yesterday and Ben will bring a compass, so we’re well prepared. Is anyone else coming with us? Well, I not only asked you and Ben to come, but Pamela as well. So, it will just be you, me, Ben and Pamela. one [seven seconds’ pause] By the way, are you sure you can take a 20-kilometre walk? Can you be away from your parents that long? I hope you’ll support me, if I think about turning back. Or I’ll stay close to Ben. He thinks he has the solution to all our problems. I know he thinks he’s the smartest boy in Britain, but he’s okay. Trust me. I know you’re not too keen on him, but I asked him because he hasn’t got many friends. I hope you don’t mind. Well, he sometimes irritates me, but he can come with us. No problem. two [seven seconds’ pause] The only thing I’m worried about is the weather. I think we’d better listen to the weather forecast before we go. Do you think there will be a thunderstorm this afternoon? Mr Green, you know, the guy who owns this campsite, says there’ll be one today. You’ll say anything to avoid this hike. But, don’t worry, I think Mr Green is wrong, because the weather is fine and they said it won’t change this week. three [seven seconds’ pause] But it’s five past eleven, so if we turn on the radio now, we’ll be just in time for the
102
Weatherman:
Jeremy: Victoria: Jeremy: Voice: Male voice: Victoria:
Jeremy:
Victoria: Voice: Jeremy: Victoria: Jeremy: Victoria: Jeremy: Victoria: Jeremy: Jeremy + Victoria: Voice:
weather forecast. In Scotland and the northern counties there will be showers today. They’ll be most frequent in Scotland. Temperatures will be 16 degrees Celsius there. In the Midlands we expect sunny spells with thicker clouds in the west. There is a strong wind blowing along the east coast, so keep that in mind if you’re going to the beach. Temperatures will be 20 degrees inland and a maximum of 18 degrees in coastal areas. If you’re looking for high temperatures and cloudless skies you should head for the south of the country, where it could reach 25 degrees with hardly any wind. There is, however, a slight chance of thunderstorms in this region. Tomorrow the weather ... You see, I told you so about thunderstorms. What are we going to do? Don’t worry, Jeremy. The weatherman said there was only a slight chance of thunderstorms in the south of England. And the south of England is a very big area. I think it’s very unlikely that we will have that kind of weather tomorrow. You’re probably right. When was the last thunderstorm here? I can’t remember. Just give me a minute to get my things and then we’ll go. four and five [fifteen seconds’ pause] Later that same day. Oh no! We’ve lost Ben and Pamela and they’ve got the map. Now we’ll never get back to the campsite. I’m starting to get hungry. We’ve been walking for five hours now and we’ve only stopped for a few gulps of water and the occasional wolf, bear or other dangerous animal Pamela thought she heard whenever there was a sound coming from the bushes. Apparently, you don’t know what lives in these woods. Never heard of the beast of Dartmoor? It lived on these very moors. Some people say it is still alive. But of course, the noise we heard in the bushes could also have been a runaway criminal from Dartmoor prison. That’s only five kilometres from here at Princetown. They say some of them stay in the woods till people forget about them. If you think you’re funny, you’re wrong! There are no strange wild animals or criminals here. six [fifteen seconds’ pause] You’re probably right. The only wild animals you’ll find here are rabbits and deer. And if there had been criminals about they would’ve robbed us by now. Anyway what about food? I’m starving. I could eat a horse. Did you hear that? That was my stomach. Don’t make jokes about it. That’s the sound of thunder! Look the sky is pitch black over there. If those clouds come our way, we’ll be in trouble. I think we should look for cover. See those trees over there? Let’s go there and wait till the storm passes. Have you lost your mind. Everybody knows you should never stand under trees in a thunderstorm. Let’s lie down on the ground so we won’t get hit. Yeah right! And get soaking wet. No thanks. Hey, look. There’s our Ben. Am I glad to see him! Me too! Now we can finally go back to the campsite. Yeah, if I had to spend one more minute alone with you, I would have gone crazy. Ben, Pamela wait for us! seven and eight [fifteen seconds’ pause]
Taking a hike: weather forecast Weatherman:
havo vwo en (t) havo Exercise 3
In Scotland and the northern counties there will be showers today. They’ll be most frequent in Scotland. Temperatures will be 16 degrees Celsius there. In the Midlands we expect sunny spells with thicker clouds in the west. There is a strong wind blowing along the east coast, so keep that in mind if you’re going to the beach. Temperatures will be 20 degrees inland and a maximum of 18 degrees in coastal areas. If you’re looking for high temperatures and cloudless skies you should head for the south of the country, where it could reach 25 degrees with hardly any wind. There is, however, a slight chance of thunderstorms in this region. Tomorrow the weather ...
103
C
I want to be a stuntman Teacher: Tim:
Teacher:
Tim: Teacher: Mila:
Tim: Teacher: Patrick:
Tim: Teacher: Tim: Teacher:
havo vwo Exercise 9 en (t) havo Exercise 10
Listen everybody. Please step forward, Tim. Today it’s your turn to give us your talk. Could you tell the class what your talk is about? My talk is about stuntmen. I chose this subject, because I really want to be a stuntman and I think I’ve got all that it takes. I want to specialise in falling from buildings, and jumping from cars that drive really fast. I’ll become famous and I’ll play in films everybody will come and see in cinemas all over the world. I think I’m going to start in British films and when everybody knows my name, I’ll move to the United States and start working in Hollywood. In my first film in Hollywood I’ll do something no one has ever done before. I’m going to jump from a plane into a car and from this car onto a speedboat. In the end I jump from this boat before it hits a rock and explodes. Doesn’t that sound great? A stuntman doesn’t have to go to school. He can practise at home until he’s sure he won’t do anything stupid. And you don’t have to worry about me, because I know being a stuntman is all about being confident. You know me. I’m not afraid of anything. Fear makes you insecure and that’s when you start making mistakes. I read about stuntmen all the time and they say you should never take unnecessary risks. Always calculate every move you make before you do the stunt. I think that people will want to work with me in the future, not only because I’m very talented, but also because I’m not going to make mistakes. I’ll be very careful. This was my talk. Are there any questions? When you told me last week you were going to talk about stuntmen, I started reading about them on the Internet. I read about a stuntman who broke his legs five times, his nose three times and his ankle once in only five years. Another stuntman said he lost a few teeth and explained that his right hand had become a weak spot, because he had broken it four times. What I’m trying to say is: aren’t you afraid of getting injured when you become a stuntman? Maybe even killed? Well not really. But I have never heard these stories before. I mean: are you sure? I saw this stuntman on TV last week and he said that it’s more dangerous to be a pilot or a soldier. Mila wants to say something. Soldiers and pilots have had a special training. Like you said: there’s no school for stuntmen. And what about me? I’m your girlfriend. I don’t want to marry a stuntman. Who wants to live with somebody who jumps from 40 metre high buildings or stands on top of burning houses? I think stuntmen live alone without a wife and kids. I don’t care. I don’t need a girlfriend. Famous people don’t need girlfriends. I believe Patrick has a question. Why do you want to appear in films as a stuntman? Nobody knows the name of a stuntman. They are always in the background. Most of the time they get killed in the film and I’ve never heard of a stuntman playing an important role in a film. You’ll never be the main character in a film. You’ll always have to play these unlucky people who have really bad accidents. Yeah, you could be right. I never thought about that. You don’t sound so sure anymore. Perhaps becoming a stuntman isn’t such a good idea after all. No, maybe not. OK Tim, thank you very much. Please take out your books…
Face your fears (zonder pauzes) Lisa:
Angie:
havo vwo Exercise 10
I can’t believe we’re having so much fun together for a change. That dolphin show was really something. It’s amazing how high those dolphins can jump. And that stunt with the walrus jumping through a ring of fire was spectacular. Going to Sea Scape was a fantastic idea, Angie! How did you come up with it? I thought you didn’t even like marine animals because they’re not wild enough for you. So, why did you take me to a dolphinarium? Well, Lisa … erm … you know your big sister. I’m always game for something … erm … out of the ordinary. Hey, check out that guy over there with the microphone.
104
Lisa: Angie: Host: Lisa: Host:
Angie:
Lisa: Angie: Host: Lisa: Host:
Lisa: Host: Lisa: Host: Lisa: Host: Lisa: Host: Angie: Host: Angie: Host: Angie: Lisa: Angie: Lisa:
Angie: Host: Lisa: Host: Lisa: Angie:
Oh, I recognize him. It’s that TV host Duncan Dangerous from that extreme game show Face your Fears ... and he’s coming straight at us. Well, what do you know. Hi there Angie, hi there Lisa. How do you know our names? Wait a minute. What is this all about? Oh no, Angie, you didn’t … I’m afraid she did, Lisa. You’ve been set up by your big sister! Welcome all you viewers out there to another ‘Face your Fears’, the programme that helps contestants get over their fears. I’m standing here at Sea Scape with Lisa, who doesn’t seem too happy to be today’s contestant. So, Angie, why did you enter your sister Lisa for ‘Face your Fears’ and what is she so afraid of? Personally, I do crazy things all the time. That’s why I love your programme so much. I’m into deep-sea diving, rafting, you name it. Nothing is too extreme for me. But my kid sister Lisa here’s afraid of almost everything. So, I thought it was high time she faces one of her fears. She’s afraid of sharks, you see, and I thought I would help her get over that by letting her swim among them for a minute. What! If you think I’m going to swim among those dangerous sharks for a whole minute, then you definitely are crazy. There’s no way I’m going to do that! See how scared she is? I guess you’re right. She really is chicken … Hey, no hard feelings Lisa. If you’re too afraid, then don’t do it. Too bad about that prize, though. What prize? Don’t you know that the candidates that fulfil their task successfully get just about anything they like? I can make any dream come true. All you have to do is stay in the water with those sharks for just one minute and you can have absolutely anything you choose. Hmm, absolutely anything, eh? That’s right. Only one single minute and not a second more? Yep. Okay, you’re on! Way to go, Lisa! Now, Lisa, are you ready? Let me just take off my jeans and trainers and I’m ready as I’ll ever be. In the meantime, Angie and me are going to take a look at the sharks. Just take a look at those sharp teeth, folks. One bite from these babies can be deadly. Awesome! Well, it looks like Lisa is ready. She’s walking over to the shark tank. And she’s in! But I can’t see her anywhere. Duncan, what’s happening? Can you see Lisa? I’m afraid not, Angie. Oh, wait, I think I see her right now. That’s not her! That’s just her t-shirt … or rather that was her t-shirt; it’s been torn to pieces by that shark. Lisa, are you all right? Of course I’m all right. Phew! But why did stay under water for so long? Because I’m in my underwear, you knucklehead. I had to take of my t-shirt because Jaws over there wanted to play with it. Now bring me a towel so I don’t have to show myself live in my underwear on national television! I can’t wait to get out of this shark tank! I don’t want to stay here for more than a minute. Here’s your towel, you can come out now. Did you hear that bell? That means you did it! Angie is right Lisa, you’ve won! That means you can choose your prize. Do you know what you want, yet? Oh, yes! I want Angie to face her fears too. What? I can’t believe my ears. Daredevil Angie, afraid of something? I guess she didn’t tell you then that she’s afraid of heights. Well, never mind. You’ll see for yourself in next week’s ‘Face your Fears’ when Angie goes bungeejumping from one of the highest buildings I can think of. No way!
105
Host:
Now Angie, you seem to have forgotten how this programme works. Lisa faced her fears and so she will get her prize! Remember? She’s won it fair and square. So, folks, join us again next week with Angie and Lisa! Ciao!
Face your fears (met pauzes) (t) havo Exercise 11 Lisa:
Angie: Voice Angie: Lisa: Angie: Host: Lisa: Host:
Voice: Angie:
Lisa: Voice: Angie: Host: Lisa: Host:
Lisa: Host: Lisa: Host: Lisa: Voice: Host: Lisa: Host: Angie: Host: Angie: Host:
I can’t believe we’re having so much fun together for a change. That dolphin show was really something. It’s amazing how high those dolphins can jump. And that stunt with the walrus jumping through a ring of fire was spectacular. Going to Sea Scape was a fantastic idea, Angie! How did you come up with it? I thought you didn’t even like marine animals because they’re not wild enough for you. So, why did you take me to a dolphinarium? Well, Lisa … erm … you know your big sister. I’m always game for something … erm … out of the ordinary. one [eight seconds’ pause] Hey, check out that guy over there with the microphone. Oh, I recognize him. It’s that TV host Duncan Dangerous from that extreme game show ‘Face your Fears’ ... and he’s coming straight at us. Well, what do you know. Hi there Angie, hi there Lisa. How do you know our names? Wait a minute. What is this all about? Oh no, Angie, you didn’t … I’m afraid she did, Lisa. You’ve been set up by your big sister! Welcome all you viewers out there to another ‘Face your Fears’, the programme that helps contestants get over their fears. I’m standing here at Sea Scape with Lisa, who doesn’t seem too happy to be today’s contestant. So, Angie, why did you enter your sister Lisa for ‘Face your Fears’ and what is she so afraid of? two [eight seconds’ pause] Personally, I do crazy things all the time. That’s why I love your programme so much. I’m into deep-sea diving, rafting, you name it. Nothing is too extreme for me. But my kid sister Lisa here’s afraid of almost everything. So, I thought it was high time she faces one of her fears. She’s afraid of sharks, you see, and I thought I would help her get over that by letting her swim among them for a minute. What! If you think I’m going to swim among those dangerous sharks for a whole minute, then you definitely are crazy. There’s no way I’m going to do that! three [eight seconds’ pause] See how scared she is? I guess you’re right. She really is chicken Hey, no hard feelings Lisa. If you’re too afraid, then don’t do it. Too bad about that prize, though. What prize? Don’t you know that the candidates that fulfil their task successfully get just about anything they like? I can make any dream come true. All you have to do is stay in the water with those sharks for just one minute and you can have absolutely anything you choose. Hmm, absolutely anything, eh? That’s right. Only one single minute and not a second more? Yep. Okay, you’re on! four [eight seconds’ pause] Way to go, Lisa! Now, Lisa, are you ready? Let me just take off my jeans and trainers and I’m ready as I’ll ever be. In the meantime, Angie and me are going to take a look at the sharks. Just take a look at those sharp teeth, folks. One bite from these babies can be deadly. Awesome! Well, it looks like Lisa is ready. She’s walking over to the shark tank. And she’s in! But I can’t see her anywhere. Duncan, what’s happening? Can you see Lisa? I’m afraid not, Angie. Oh, wait, I think I see her right now.
106
Angie: Voice: Angie: Lisa: Angie: Lisa:
Angie: Voice: Host: Lisa: Host: Lisa: Angie: Host: Voice:
That’s not her! That’s just her t-shirt … or rather that was her t-shirt; it’s been torn to pieces by that shark. five [eight seconds’ pause] Lisa, are you all right? Of course I’m all right. Phew! But why did stay under water for so long? Because I’m in my underwear, you knucklehead. I had to take of my t-shirt because Jaws over there wanted to play with it. Now bring me a towel so I don’t have to show myself live in my underwear on national television! I can’t wait to get out of this shark tank! I don’t want to stay here for more than a minute. Here’s your towel, you can come out now. Did you hear that bell? That means you did it! six [eight seconds’ pause] Angie is right Lisa, you’ve won! That means you can choose your prize. Do you know what you want, yet? Oh, yes! I want Angie to face her fears too. What? I can’t believe my ears. Daredevil Angie, afraid of something? I guess she didn’t tell you then that she’s afraid of heights. Well, never mind. You’ll see for yourself in next week’s ‘Face your Fears’ when Angie goes bungeejumping from one of the highest buildings I can think of. No way! Now Angie, you seem to have forgotten how this programme works. Lisa faced her fears and so she will get her prize! Remember? She’s won it fair and square. So, folks, join us again next week with Angie and Lisa! Ciao! seven [eight seconds’ pause]
5.6 Chapter 6 A matter of taste A
Eating out
havo vwo en (t) havo Exercise 2
Mrs Mitchell:
Daniel, Vera, as you know today is a very special occasion. Your father and I have been married for fifteen years. So, we thought it would be a good idea to go out to dinner with the whole family. Great! Why don’t we go to the Wild West Steakhouse? Erm … well, we thought it would be nice to have dinner at Le Table d’Hôte this time. Isn’t that that fancy place? As a matter of fact, it is. So, try to behave. Good evening, how may I help you? Good evening. We’re the Mitchells and we’ve reserved a table for four. Ah yes, let me show you to your lovely table by the window. Please, sit down. Would you like something to drink? Yes. That would be nice. A glass of red wine for me and my wife. Bordeaux, please. Monsieur is ‘un amateur de Bordeaux’? I am indeed. Dad! You are not! The waiter just asked if you were a Bordeaux lover, which you are not. You’ve never even had a Bordeaux before. You don’t know anything about it! You have to forgive my father, monsieur, he was never any good at French. He thinks ‘amateur de Bordeaux’ means someone who knows nothing about Bordeaux. Don’t feel bad, monsieur. Not everyone can speak French as well as your daughter. I’ll bring you two glasses of our house wine. And Mademoiselle, what would you like to drink? I’ll have a mineral water, please And could I have a Coke, please? Certainly. Here are your menus, so you can decide what you would like to eat. I’ll take your orders when I return with your drinks. Mum, I can’t read this. It’s all in French. Don’t worry, I’m sure they will have a children’s menu. I’ll have the boeuf bourguignonne. How about you, Vera? I’ll go for the ratatouille. Dad would you like me to help you translate the menu? No, thank you, I’ll manage. I’ll go for the tartare.
Daniel: Mrs Mitchell: Vera: Mr Mitchell: Waiter: Mrs Mitchell: Waiter: Mr Mitchell: Waiter: Mr Mitchell: Vera:
Waiter: Vera: Daniel: Waiter: Daniel: Mrs Mitchell: Vera: Mr Mitchell:
107
Vera: Mr Mitchell:
Are you sure? I didn’t have straight A’s for French like you, but I’m perfectly able to order from a French menu, young lady. Vera: Suit yourself. Waiter: Here are your drinks. Have you made a choice yet? Mrs Mitchell: Yes, we’ll have the boeuf bourguignonne, the ratatouille and tartare. And Daniel, what would you like? Daniel: A hamburger and French fries. Mr Mitchell: Daniel, this is a fancy restaurant. You can’t just ask something like that. I do apologize. Waiter: That’s all right. There’s no need to apologize. Actually, the fries won’t even be a problem. But I’m afraid we don’t serve hamburgers. Don’t worry, I’ll bring you something all French children like. Mrs Mitchell: Thank you very much. Daniel: There are so many spoons, forks and knives. And what kind of funny instrument is that you’re holding, Vera? Vera: It’s an instrument for torturing little brothers. Daniel: Argh! Give it to me. Vera: No, I had it first. Customer at: I believe this is yours. And it’s not for throwing into soup but for making curls next table from butter. Vera + Daniel: We’re very sorry. Mr Mitchell: Now, no more monkeying about you two. Here’s our waiter. Now, be quiet and behave, so we can all have our dinner in peace. Waiter: Enjoy your dinner. Waiter: Is everything to your liking? Mrs Mitchell: As you can see we’re all enjoying our food. It’s simply delicious. Daniel: You can say that again. This crispy chicken in particular. Waiter: Chicken? I think you mean the frogs’ legs. Daniel: I’ve been eating frogs’ legs? Waiter: Monsieur? You don’t seem to be eating your tartare. Is anything wrong with it? Mr Mitchell: Well, as a matter of fact, the chef forgot to cook it. Waiter: Monsieur is pulling my leg, n’est-ce pas? That’s a very funny joke. Of course you know tartare is served raw. You English are so funny when it comes to food. C
The customer is always right havo vwo Exercise 13 en (t) havo Exercise 12 Nigel Edwards: Good evening, everyone. Welcome to ‘The customer is always right’. The programme that pays attention to all kinds of products you consumers complain about. From vacuum cleaners to microwave ovens. This week, however, we’re not going to talk about household appliances. Instead we’re going to talk about food. Last week, we asked you to send us your complaints, so we can take some action. We were amazed at how many letters we received about products that contained some unusual ingredients. We were particularly horrified when we read 14-year-old Katie Buckley’s story. So, we’ve invited her to tell us all about it. Go ahead, Katie. Katie Buckley: Um ... okay. I found something icky in my desert. Nigel Edwards: And what desert was that? Katie Buckley: It was Keller’s jello. Nigel Edwards: Jello? What’s jello? Katie Buckley: It’s the American name for pudding made from gelatine. Keller is an American company, you see. Nigel Edwards: So, you were eating your jello and …? Katie Buckley: Well, first of all you have to know that I always eat my jello quickly. This time was no exception. So everybody was surprised when I suddenly stopped eating. But I just couldn’t take another mouthful. There was this huge spider in my jello! I’m afraid of spiders, so my mum took it out for me and put it in a jar. Look, I’ve got it right here. Nigel Edwards: You were right, this spider is really big. It’s a good thing it was jello you were having, so you could see it. Katie Buckley: You can say that again. If it had been in custard, I wouldn’t have seen it … and would probably even have eaten it by accident.
108
Nigel Edwards: Well, thank goodness that didn’t happen. Nevertheless, it’s time to take action. We’re going to give you, Katie, the chance to complain to someone from Keller. Only he doesn’t know we’re live on television. We did some research and found out the name of Keller’s product manager in Britain. His name is Roger Wood. Now, Katie, if you would like to dial this number, please, you can talk to him directly. Roger Wood: Roger Wood speaking. Katie Buckley: Um … good evening, Mr Wood. This is Katie Buckley speaking. I’m calling to complain about a spider that I found in my jello. Roger Wood: What was the matter with the spider? Wasn’t it crispy enough? Katie Buckley: Mr Wood, this is no laughing matter. I nearly ate a big scary spider and it’s all because of Keller’s jello! Roger Wood: Relax kid. You’re all right. You didn’t choke on this spider, did you? Besides, in many countries spiders and insects are seen as delicacies. I don’t see what the big deal is. Nigel Edwards: Well, I’ll tell you what the big deal is, Mr Wood. Roger Wood: Who’s this? Nigel Edwards: It’s Nigel Edwards speaking. Roger Wood: Not Nigel Edwards from the television programme ‘The customer is always right’? Nigel Edwards: The one and only. Now, the big deal is, Mr Wood, that you don’t take complaints from your customers seriously, not to mention hygiene. Roger Wood: But, but, I, I, … um … ai ai ai. Nigel Edwards: That’s right. You’re in big trouble. I’m sure you can expect a visit from the Food Inspectorate later this week. And for now, I think you should apologize to Katie. Roger Wood: Um … Katie, my company, Keller, is very sorry. To make amends, I would like to offer you a year’s supply of Keller’s jello. What do you say? Katie Buckley: Is this another one of your bad jokes? I’m never going to eat your jello again! Nigel Edwards: That’s telling him Katie. I’m afraid that’s all from today’s ‘The customer is always right’. We’ll be back again next week with a special on video cameras. Please write to us with your complaints. Till next week. Bye. At the greengrocer’s havo vwo Exercises 15 en 16 en (t) havo Exercise 15 Betty Broccoli:
Mabel Mango: Betty Broccoli: Mabel Mango: Betty Broccoli: Mabel Mango: Betty Broccoli: Mabel Mango: Betty Broccoli: Mabel Mango: Betty Broccoli: Mabel Mango: Pamela Potato: Betty Broccoli: Mabel Mango: Pamela Potato: Betty Broccoli:
I’ve had enough of this. Who would have thought that I, Betty Broccoli, would be sitting pretty in the same place for twenty-four hours? I can’t wait to get out of here. If I don’t, I might end up as garbage. It’s hard being a vegetable in a greengrocer’s. Or a fruit for that matter! Who said that? Me, Mabel Mango. You must be my new neighbour. Yes I am. Pleased to meet you, Mabel Mango. My name is Betty Broccoli. I know, because I heard you talking to yourself. You think you broccolis have it hard. Well, let me tell you, being a mango is worse. At least five customers squeezed me this morning. Just so they could see if I wasn’t too soft. People! They haven’t got any manners! Poor Mabel Mango, you’re all red. That bruise must really hurt. What bruise? That isn’t a bruise, that’s my natural colour. Speaking of natural colours … how do you like them purple potatoes? Well, they’re all right, I guess. They’re just like the other potatoes, really. But between you and me, I don’t think purple is their natural colour. No, do you mean … Of course I do, Betty. They probably get that colour from chemicals. Hey, I heard that! My beautiful purple colour is every bit as natural as yours, or my first name isn’t Pamela! Come to think of it, Betty, there’s nothing natural about a green cauliflower. Hmpf! Well, well, well, if it isn’t my old friend Pamela Potato. For your information, Betty here is a Broccoli. I knew that! I was just trying to make her feel how much rumours can hurt. I’m sorry, Miss Potato, but we were just talking.
109
Pamela Potato: Betty Broccoli: Mabel Mango: Pamela Potato: Mabel Mango: Pamela Potato: Mabel Mango: Betty Broccoli: Fred Green:
You were talking, but your friend Mabel was definitely gossiping. They don’t call her Mabel ‘The Mouth’ Mango for nothing, you know. They do? Ah, don’t listen to her, Betty. Pamela, honey, don’t you have anything better to do? I sure do. It’s time for my beauty sleep. So would you mind keeping your voices down? Hey Betty, did you hear the latest joke about Una the Onion? Now, I’ve tried asking you the nice way, Mabel Mango. If you don’t keep it down, I’ll … You’ll what, Pamela Potato? Both of you, be quiet! The greengrocer’s coming! That’s strange. I thought I heard voices in here. That’s the third time this week! What’s the matter with me? Don’t worry Fred, you’re not crazy. You’ve probably just been working too hard. Yeah, that’s it. I’d better take the rest of the week off.
5.7 Chapter 7 Fame and fortune A
I want to live forever havo vwo en (t) havo Exercise 3 Instructor: Soundtrack: Instructor: Soundtrack:
Instructor: Soundtrack: Instructor: Soundtrack: Instructor: Soundtrack: Instructor: David: Terry: David: Terry: David: Terry: Instructor: Soundtrack:
Instructor: Soundtrack: Instructor: Soundtrack:
Okay boys and girls. Take your places. Start the music. And ... one, two, three. Baby, look at me, and tell me what you see. You ain't seen the best of me yet. Give me time I'll make you forget the rest. Arms up high Angela! I got more in me and you can set it free. I can catch the moon in my hand. Don't you know who I am? Remember my name, fame. That's it Terry. I'm gonna live forever, I'm gonna learn how to fly, high. I feel it coming together, people will see me and cry, fame. Terry, head up high and keep smiling. I'm gonna make it to heaven, light up the sky like a flame, fame. I'm gonna live forever, baby remember my name. David turn faster, faster! Remember, remember, remember ... Okay, that wasn't too bad. Take a break. Not bad for a last rehearsal don't you think? Man, I'm exhausted. Looks like I'm always in the spotlight, she's always looking at me. Don't worry, I think she likes you. You're her star dancer! I wish Angela thought so too, did you see her just now? I think she's the best. Are your parents coming to the show tomorrow? Mine are. And so will my lovely sister. She’s not very bright, you know. She thinks dancing is only for girls. Yes, my mum and dad will be there, they remember the music from way back in the eighties when they were still dating. But what do you think of Angela? Okay, time's up, back on your feet please. Music please! Baby hold me tight, 'cause you can make it right. You can shoot me straight to the top. Give me love and take all I got to give. Baby I'll be tough, too much is not enough. I can ride your heart till it breaks, ooh you got what it takes, fame. I'm gonna live forever, l'm gonna learn how to fly, high. Yes class, that's the feeling. I feel it coming together, people will see me and cry, fame. I'm gonna make it to heaven, light up the sky like a flame, fame. Terry you will hit the stars in no time. I'm gonna live forever, baby remember my name.
110
Instructor: Terry: David: Angela: Terry: Fame! (song)
Remember, remember, remember ... That's it for today class, you did a great job, see you tomorrow for the big show. What did I tell you, she's always picking on me. Look, there's Angela. Baby remember my name. Did you hear that, David, I most certainly won't forget her name. havo vwo en (t) havo Exercise 4
Baby look at me, and tell me what you see You ain’t seen the best of me yet Give me time I’ll make you forget the rest I got more in me, and you can set it free I can catch the moon in my hand Don’t you know who I am? Remember my name, fame I’m gonna live forever, I’m gonna learn how to fly, high I feel it comin’ together, people will see me and cry, fame I’m gonna make it to heaven, light up the sky like a flame, fame I’m gonna live forever, baby remember my name Remember, remember, remember, remember, remember, remember, remember Baby hold me tight, cause you can make it right You can shoot me straight to the top Give me love and take all I got to give Baby, I’ll be tough, too much is not enough I can ride your heart till it breaks Ooh, I got what it takes, fame C
Meet the boys havo vwo Exercises 15 en 16 (t) havo Exercises 14 en 15 Charlotte:
OK, have I got everything? Let’s see: pen, paper, recorder. Now, where are they? Oh I can hear them so they must be in here. Well, here we go! Hi guys, I‘m Charlotte and I’d like to ask you a few questions for our school magazine. Is that alright with you guys? Boys together Hi, come in Charlotte. We were already waiting for you. Charlotte Boys-r-us waiting for me wow! Um could you first introduce yourselves, please? Paul: I’m Paul and I'm seventeen and I'm the singer. Dennis: Hi, I’m Dennis, but they call me Dan, I'm eighteen and I play the drums. Kevin: Kevin, bass player and I've just turned seventeen. Charlotte: First of all, how did you meet? Dennis: Well, you know, we sort of met because of this competition of Making the Band, a wellknow show on BBC television. The winners were given the opportunity to start their own band, with financial support from the BBC. So, there you are. Voice: one [10 seconds’ pause] Charlotte: Okay, my next question: Would you be mates if you hadn't won the competition ‘Making the Band’ and hadn't started Boys-r-us? What do you think, Paul? Paul: I guess we would have been friends, but not best buddies. It might have been different if we had started a band ourselves, because singing is the main bond between us. Charlotte: What about you Dan? Dennis: If we had all gone to the same school I am not sure we would have hung out together, we’re so different. Charlotte: That doesn’t sound good. Dennis: Well actually, it's the differences that make us work well together. It’s important that we’re all individuals. That way we can bring different things to the band. Voice: two [10 seconds’pause] Charlotte: Paul, are you the leader of the band?
111
Paul: Voice: Charlotte: Kevin: Dennis: Voice: Charlotte: Paul: Charlotte: Paul: Charlotte: Kevin: Charlotte: Dennis: Voice: Charlotte: Paul: Charlotte: Paul: Dennis: Kevin: Charlotte: Kevin: Paul: Voice: Charlotte: Voice:
No, we all take charge in different ways. When we’re on the road, and one of us is very tired, someone else takes over the leader role for that day. We spend so much time in each others pockets, we just know how to deal with such situations. three [10 seconds’ pause] What's it like to be famous Kevin? It's been great fun so far. Getting all the attention, being in a different city every day and meeting so many new people. At first it was like jumping into cold water, you know, the shock - but now I’m used to it. In the beginning it was weird, all those fans waiting outside our hotel, but we realized it was part of our job. four [10 seconds’ pause] Do you get recognized a lot? Definitely! I can wear glasses and a hat but everyone still recognizes me. Most people are cool and ask for autographs, but there are a few guys who are jealous. Do you get lots of fanmail? Kevin gets loads of fanmail. Ha, ha. Whenever we arrive at a hotel his fans have already sent him mail. They know where he's going to be even before we do! What type of girl do you like, Kevin? Someone who can do my laundry, dishes. No! Only joking. I want someone I can be friends with, she has got to like films and the theatre, though. And I want someone who is involved in music but also likes sport. What about you Dan? I am after an intelligent girl who has also got a sense of humour. five [10 seconds’ pause] Tell me Paul, what do you do when you get annoyed with each other? Go to our rooms. That’s why we don’t share anymore. Be honest! Who was the hardest to live with? Dennis! He was so untidy! We used to be roommates. We all did our own laundry and cleaned the dishes. But not Dennis! They are still teaching me how to be clean and neat. But how long are we going to keep teaching you? It’s been two whole years now and you’re not even in the beginners’ class for tidiness! Easy boys! Does always being together get too much sometimes? Yeah, sometimes I feel like people can’t look at me without thinking of these two other guys. It’s really weird and I'm only beginning to realize this ... I agree, ‘cos each time we go out someone always comes up and ask where the others are. six [10 seconds’ pause] Okay guys, thanks for your time. I’ll send a copy of our school magazine to you. One more favour, before I go. Could you all sign your latest CD for me, please? seven [10 seconds’ pause]
Rumours and Reality havo vwo Exercise 18 en (t) havo Exercise 17 Flo: Emma: Flo: Emma: Flo:
Emma: Flo: Emma:
Excuse me, Emma, can you hand me over that Mizz please? Sure, Flo, here you are. Wouldn't you like to be famous? You'd probably have loads of friends and everybody would like you. That's what all the pop stars say but I bet a lot of those so-called friends are only after your money. They want to be with you because you're popular. Just read this: 'Is your life really relaxed and are you pampered all the time?' Listen to what Jennifer Lopez answers: 'The other day I had been working really late and I got home feeling exhausted. My mum gave me a cup of tea and told me to load the dishwasher.' Clever mum. Flo, If you were famous, would you only like to hang out with other stars? I guess l'd miss my old mates, but I think celebrities hang out with other stars because sometimes they are the only people they see. They bump into each other on TV shows and stuff. But they’re so busy they don't even have time for a relationship.
112
Flo:
Emma: Flo: Emma: Flo: Emma: Flo: Emma:
Flo:
Listen to this, Em: 'Being a pop star does make it hard to keep a relationship going, but you can make it work. You have to spend as much time together as you can and spend as much money as it takes to see the other person. At the end of the day, true love conquers all, that's my motto.' Well, good luck to her but I prefer a simple boyfriend. You're so boring! Don't you think they all look so gorgeous and they can eat chips and chocolate all day without putting on pounds. By the way, would you like a drink and some crisps? No thanks, but I know a lot of stars are obsessed with being skinny, which is daft. I guess the reason why a lot of pop stars are thin is because they are running around all the time. Oh I wish I could wake up looking wonderful and stay gorgeous all day. Well, a bag full of make up would do the trick. But these people probably have their private artist to do their make-up and hair. And they must be spending hours being groomed to make them look good. They must always feel really confident. I wish I were like that. Read this: 'No way! I am the least confident person in Liverpool! If lots of people say nice things about me but just one person says something bad, I'll forget about the good stuff and focus on the bad stuff. The truth is I am just good at pretending I'm confident.' See, they are like real people after all. Do you really believe everything is just perfect when you are a pop star? Er… no I don't think so. But I like reading about their glamorous lives and their love stories. Just imagine being one of them. Hand me another magazine, please.
5.8 Chapter 8 Make a difference A
Make A Difference Day Mr Jackson:
Tony: Mr Jackson: Britney: Mr Jackson: Tony: Mr Jackson: Tony: Mr Jackson: Kathleen:
Mr Jackson: Jamal: Mr Jackson: Jamal:
havo vwo en (t) havo Exercise 3
Right! As we discussed a couple of weeks ago, we're going to do a volunteer project on Make a Difference Day. And as you all know, Make A Difference Day takes place on the fourth Saturday of October, so that's on the twenty-sixth of October this year. Please mark this date in your calanders. But I'm sure you've already done that as I know you all can't wait to do your share and help others. Aren't I right, Tony? Yes, you are, sir. Just to refresh our memories, what did we do on last year's Make A Difference Day? Britney? We went to the children’s hospital and entertained all the sick children there. one [15 seconds’ pause] That's right. And you really liked being dressed up as a clown now, didn't you, Tony? No, not really, sir. So perhaps you have some suggestions for this year? Actually I do, sir. I've given it a lot of thought, of course, and I was thinking … perhaps we could raise money to send the cooks from the school cafeteria on a cookery course. So they'd finally learn how to cook a decent school dinner! But then you'd only help yourself and that's not the point of Make A Difference Day, is it? The point is that you help others. Does anybody have any serious suggestions? two [15 seconds’ pause] Well, perhaps we could do something for the homeless. Many of them almost freeze to death in winter because they don't have any warm clothes. So perhaps we could collect clothing for them. We could go by people's houses and just ask them if they have any clothes left they don't wear anymore. And afterwards we could visit the shelter for the homeless and work in the soup kitchen. three [15 seconds’ pause] That's a very good idea, Kathleen. Any other suggestions? Yes, Jamal? Perhaps we could do something for sick people again. We could collect money for the American Cancer Society. They always need money to do research. And do you have any ideas on how to raise money? Uhm … we could organise a walk-o-thon, or something, you know, get people to sponsor us for every mile we walk. That' ll raise a lot of money, I guess. Or … or we could organise a fun day at school with a bake sale, flea market, and uhm … a talent
113
Mr Jackson: Todd: Mr Jackson: Todd: Mr Jackson: Todd: Mr Jackson: Todd:
Mr Jackson: Todd: Mr Jackson:
Tony: Mr Jackson: Tony: Mr Jackson: Tony:
C
show! We could advertise that in the local newspaper and sell tickets! four [15 seconds’ pause] That's also a very good idea. Any other suggestions? Mr Jackson, what about animals? What about them, Todd? I mean, can we also help animals on Make A Difference Day? Yes, of course we can. Why do you ask? Well, a couple of weeks ago I read something about the Orang-utan Foundation International on the Internet. And … you think they need our help? Yes, they do. You see, because people cut down the rainforest, the orang-utans don’t have a place to live anymore. They're dying out. And this foundation is trying to help them. If we raise money, we could adopt an orang-utan and then the foundation can give it a better life. I see … And I really liked Jamal’s idea of a fun day so perhaps we could use the money we raise to adopt an orang-utan. five [15 seconds’ pause] Again, an excellent idea. Well, we've come up with three very good suggestions for projects on Make A Difference Day. I think we should have a vote to see which project we're going to do. And after the vote we can work it out in more detail. Oh, by the way, if our project is successful, I think I'll enter us for the competition. A competition? Yes, after Make A Difference Day you can send in a form with all the details of your project. The ten best projects will win a donation of 10,000 dollars. And you will be in an article in US WEEKEND Magazine. 10,000 dollars and US WEEKEND Magazine will write an article about us? Well, what are we waiting for? Let’s get to work! Um, Tony, you do know the meaning of the word donation, don't you? It’s money you give to charity, so the money isn't for you personally. Oh. Well, they'd better write a terrific article about us then! six [15 seconds’ pause]
Don't eat so fast! (zonder pauzes) Tina:
Sam: Tina: Sam: Tina: Sam: Tina: Sam:
Tina: Sam:
havo vwo Exercises 11 en 12 (t) havo Exercise 10
Hello and welcome to another 'How's your coffee this morning?' My name is Tina McNeal. Today we're going to talk about a movement which keeps gaining ground all around the world and which is trying to change the world in its own way. I'm talking about the Slow Food Movement. With us in the studio is Sam Sykes. Sam has been a supporter of the movement for five years. And I'm sure he can tell us all about it. Good morning, Sam. Good morning, Tina. Welcome to the studio. Thank you. Sam, what exactly is the Slow Food Movement? Well Tina, the Slow Food Movement was founded in 1986. It is a group of about 65,000 people from 45 countries. And basically, this group protests against the spread of fast food. You mean you are against eating French fries and hamburgers? Yes, you can put it that way. You see ... fast food is becoming more and more popular even though everybody knows it isn't good for your health. Hamburgers, french fries, pizza, etc have a lot of fat in them and the ingredients aren't always of good quality. We are interested in recovering the traditional meals of different cultures. You see ... the movement is not just about food; it is also about modern culture. I'm not sure I understand … What I mean to say is that nowadays everybody is always in a hurry. People don't spend enough time on the things that make them happy, like enjoying a good meal. They grab a ready-made lunch in a bag and eat it in their cars. They go to Mc Donalds and put whatever they can into their mouths to keep going. Some people never share a meal with family and friends anymore because they are too busy. No wonder many of us feel tired, stressed out and overweight. Well, the Slow Food Movement doesn't like this hectic and fast life that many people lead.
114
Tina: Sam: Tina: Sam: Tina: Sam: Tina: Sam: Tina:
I see ... We want people to have more free time to eat their meals because we believe that eating more slowly makes our lives happier and more worthwhile. We want people to wake up and smell the coffee, real coffee that is, not instant coffee. So, The Slow Food Movement is about slowing down our fast way of living … Yes, that's right. People should start living again. And what better way to do this than by sitting down and enjoying a good traditional home made meal with family and friends. And how is the Slow Food Movement trying to get through to people? Well, what we do, for instance, is organising tasting courses. Tasting courses? Yes. You see ... we believe that everybody has the right to taste. But many people have forgotten how to taste food because they don't take the time for it. With these courses we're teaching people how to slow down and to smell, taste and enjoy food and drink again. Right … Oh Sam, as you can hear our time is up. I'd like to thank you very much for being here and filling us in on the Slow Food Movement. On tomorrow's show, I'll …
Don’t eat so fast! Tina:
Voice: Sam: Tina: Sam: Tina: Sam: Voice: Tina: Sam:
Voice: Tina: Sam:
Voice: Tina: Sam: Voice: Tina: Sam: Tina: Sam: Tina: Sam:
(met pauzes) (t) havo Exercise 11
Hello and welcome to another 'How's your coffee this morning?' My name is Tina McNeal. Today we're going to talk about a movement which keeps gaining ground all around the world and which is trying to change the world in its own way. I'm talking about the Slow Food Movement. With us in the studio is Sam Sykes. Sam has been a supporter of the movement for five years. And I'm sure he can tell us all about it. Good morning, Sam. one [10 seconds’ pause] Good morning, Tina. Welcome to the studio. Thank you. Sam, what exactly is the Slow Food Movement? Well Tina, the Slow Food Movement was founded in 1986. It is a group of about 65,000 people from 45 countries. And basically, this group protests against the spread of fast food. two [10 seconds’ pause] You mean you are against eating French fries and hamburgers? Yes, you can put it that way. You see, fast food is becoming more and more popular even though everybody knows it isn't good for your health. Hamburgers, french fries, pizza, etc have a lot of fat in them and the ingredients aren’t always of good quality. We are interested in recovering the traditional meals of different cultures. You see, the movement is not just about food; it is also about modern culture. three [10 seconds’ pause] I'm not sure I understand … What I mean to say is that nowadays everybody is always in a hurry. People don't spend enough time on the things that make them happy, like enjoying a good meal. They grab a ready-made lunch in a bag and eat it in their cars. They go to Mc Donalds and put whatever they can into their mouths to keep going. Some people never share a meal with family and friends anymore because they are too busy. No wonder many of us feel tired, stressed out and overweight. Well, the Slow Food Movement doesn't like this hectic and fast life that many people lead. four [10 seconds’ pause] I see ... We want people to have more free time to eat their meals because we believe that eating more slowly makes our lives happier and more worthwhile. We want people to wake up and smell the coffee, real coffee that is, not instant coffee. five [10 seconds’ pause] So, the Slow Food Movement is about slowing down our fast way of living … Yes, that's right. People should start living again. And what better way to do this than by sitting down and enjoying a good traditional home made meal with family and friends. And how is the Slow Food Movement trying to get through to people? Well, what we do, for instance, is organising tasting courses. Tasting courses? Yes. You see, we believe that everybody has the right to taste. But many people have forgotten how to taste food because they don't take the time for it. With these courses we're
115
Tina: Voice:
teaching people how to slow down and to smell, taste and enjoy food and drink again. Right … Oh Sam, as you can hear our time is up. I'd like to thank you very much for being here and filling us in on the Slow Food Movement. On tomorrow's show, I'll ... six [10 seconds’ pause]
Changing the world one favour at a time Tina:
Voice: Jack: Tina: Jack: Tina: Jack: Tina: Jack:
Tina: Jack: Voice: Tina: Jack: Tina: Jack:
Tina: Jack:
Voice: Tina: Jack:
Tina: Jack: Voice:
havo vwo Exercise 13 (t) havo Exercise 12
Good morning and welcome to 'How's your coffee this morning?' My name is Tina McNeal. Last Monday we did a show on the Slow Food Movement and we received lots of phone calls and emails from listeners about that show. I'd like to read one out to you. This is an email from Jack Mallone and he's from Liverpool. It says 'Dear Tina. Thank you very much for your show on the Slow Food Movement. Lots of people forget to enjoy the little things in life and I really think your show was an eye-opener to them. I myself am enjoying my life to the full. Well, at least, I have been for the last four months. But it hasn't always been like that. I used to be homeless until one day someone did me a favour that has changed my life completely …' Well, Jack's email made me very curious so I invited him over to the studio. Good morning, Jack, and welcome to the show. one [10 seconds’ pause] Thanks for having me, Tina. In your email you wrote that you used to be homeless … That's right. But now you're actually quite rich, aren' t you? Right again, Tina. So, how can a homeless person change into somebody very rich overnight? What's your story, Jack? Well, it's all pretty simple. It happened about four months ago. I was trying to find a place to spend the night when a woman came up to me. I asked her for a pound so I could stay at the homeless shelter and instead of just one pound she gave me 250,000 pounds … and, well, that's basically it. Unbelievable! Do you know who this woman was? No, she never gave me her name. All she said was: 'I've won this money in the lottery. I want you to have it. I'm just doing you a favour.' two [10 seconds’ pause] A very big favour indeed! And you just took the money? No, of course not. I tried to give it back to her … it's a lot of money we're talking about! But she wouldn't let me. She walked away and said: 'All I ask of you is to pay it forward.' Pay it forward? Yes, that's what she said. At that time I didn't understand it any more than you do right now. Anyway, I went to the homeless shelter and explained what had happened to one of the people who work there. And then she told me about this film she had once seen. It's called ‘Pay It Forward’. The film caused quite a stir in America. But what is ‘Pay it Forward’? Well, ‘Pay it Forward’ is an idea. It comes from a book that was later made into a film. The story is about Trevor. Trevor's teacher gives his class an assignment. The assignment is: Think of an idea to change the world and put this idea into action. Trevor comes up with a great idea. Let me try to explain … suppose you do something really good for three people. And then when these people ask you how they can pay you back, you say they have to pay it forward. To three more people. Each. So nine people get helped. Then those people help twenty-seven people. And it sort of spreads out, see, to eighty-one, then two hundred and forty-three, then seven hundred and twenty-nine, etc, etc. three [15 seconds’ pause] That is quite an idea. So, this woman who gave you the money did you a favour because somebody else had helped her out and she had to pay it forward? Right. After seeing the film, lots of people started paying it forward themselves. Doing small favours, or as in my case, big favours. Many schools started Pay it Forward projects to make the world a better place. And there's even a Pay it Forward Foundation. This foundation gives money to school projects. I see. And now you yourself have to pay it forward to three more people … Yes, I'm still working on that. I still have one favour to go … four [10 seconds’ pause]
116
5.9 Chapter 9 Scrapbook GB A
All things British Trevor: Arthur: Trevor: Arthur: Mother: Arthur: Trevor: Arthur: Arthur: Suzy: Trevor: Suzy: Arthur: Mother: Suzy: Mother: Trevor: Suzy: Trevor: Mother: Trevor: Suzy: Arthur: Trevor:
Suzy: Arthur: Trevor: Suzy: Mother: Arthur: Trevor: Suzy:
havo vwo en (t) havo Exercises 3 en 4
You see that I was right, dad! We should have gone left! Right, Trevor! Oooh, there you go again! It's left!!! Here, look at the sign: it shows that the restaurant is to the left, doesn't it? Right. Take it easy, Trevor. I'm only saying that you are right. This is a big ferry; it's easy to get lost. Right, the restaurant. Ah, there are Mummy and Suzy! Hello there, where have you been? We were getting pretty worried, you know! You won't believe it, but we've got lost. Yeah, after we've been halfway through Europe and seen the Netherlands inside and out, we get lost on a ferry going back to England! We didn't have problems driving on the wrong side of the road, but we do have problems finding our way on a ferry! Well, Holland is a small country and this is a big ferry. Luckily Great Britain is an island and I don't have to drive now. I didn't like driving on the right side of the road. I'll be happy to drive on the left again. I see you've already had some tea. Finally a nice cup of tea! That Dutch tea was so bad. Their coffee was nice, though. But after two weeks of drinking coffee, I could do with a cup of tea. I'm afraid this tea tastes like sewage water, too. It's still safer to order a cup of coffee. Oh, and do stick to coffee, Dad. This is not your Dutch coffee shop. Yeah, Dad, and what did you really want to buy in that coffee shop in Amsterdam? I ordered a cup of coffee, although I did think that it was a strange looking place... People didn't come there to drink coffee, you know ... We don't have such coffee shops in England. Oh, I do long for a proper cup of English tea! Strong and black... And some scones with it ... Yes, with some cream and raspberry jam ... Well, Arthur, the tea is bad. But we had a bite to eat and the chips were nice and the sausage was quite all right. Say, do you know the joke about the sausages? Hm. Okay, do tell us. Two sausages are in a frying pan. One sausage looks at the other and says, "Is it just me, or is it hot in here?" The other sausage looks at him and shouts, 'Help! A talking sausage!' You do have a weird sense of humor, Trevor, dear. Oh, blame it on my British genes. They say we British have a special sense of humor. The Dutch must like it too, because there were loads of British comedy shows on TV every night. The only thing I don't understand is why nobody laughs when I tell a joke? I guess the Dutch just didn’t like your submarine joke you insisted on telling everywhere we went. It's not funny, you know. What submarine joke? Oh, it's the best, Dad. Listen! A submarine is walking through the desert. At one point it meets another submarine and says 'Hello!' The other submarine asks 'Are you talking to me?' Get it? Talking to me? As if there were thousands of submarines mooching up and down the desert! Oh, you are such a dummy! Quite funny, Trevor. Want to hear another joke? No! When are we finally going to be in England? In an hour, dear. England, at last! We are not all too unhappy about going back home then, are we? No, Dad. The last two weeks were not exactly fun, you know. What with Suzy developing a tragic crush on that Dutch Romeo ... Oooh! And you, getting nearly fatal sunstroke the first day of our vacation on that She – Scheve-something beach. You looked like a tomato!
117
Trevor: Mother: Trevor: Mother: Suzy: Arthur: Suzy: Mother: Trevor: Arthur: Trevor: C
But it was definitely worth it. It was the most fantastic beach I have ever seen! All the beaches in Holland were great. Much nicer than our boring English heaps of sand and stones. I must say, the sun is quite strong in the Netherlands. The sun is the same everywhere, Mummy. It's only that you don't get to see much of it in good old England, do you? That's what I meant, dear. I do worry about my garden, though. Oh, I expect those last two weeks were all drizzle and fog as usual. Your garden will be fine, Mum. Right. I'm going to get a cup of coffee. Can I get anybody else anything? No, thanks, Dad. But prepare yourself for a long queue. I spent at least ten minutes waiting among dozens of British tourists. All queuing nicely to get back to England! I'd like some chips, Dad. And ask them to put some vinegar on them, please. Dutch chips are all right, but I've missed a bit of vinegar. I can’t believe they put mayonnaise on them in Holland! A bit of a queue. A cup of coffee and chips. Right. Left, Dad. The queue is on the left!
Lonely in London
havo vwo en (t) havo Exercises 10 en 11
Radio interviewer:
Welcome back, listeners. This is Peggy Bristle, on Radio London, and we are talking to the young people here in our studio about their life in the big city. They are all very different but have one thing in common - they all came from small villages throughout Britain to live in London. And they don't like it! How about you Malcolm? I don’t like it, not one tiny bit! Tell us, Malcolm, what is it that you don't like about London? Well, it's not only London, you know. It's probably just life in any big city... Yeah, all those people and you don't know anybody! And no friends to mention. And everybody looking down on you just because you happen to come from some village in the middle of nowhere... Where do you come from, Rosemary? From Buxburry. Never heard of it, have you? Doesn't matter, really. What matters is that I miss that small-scale life – knowing everybody and never, ever, feeling lonely! Yeah, well. It is true, but on the other hand there are worse things ... What do you mean, Roger? Well, it's only that we are young, you know? I can see that. No, what I mean is that we still have time to make friends, to adjust to life in a big city. But there are a lot of old people, poor people, people much lonelier than us. Sorry, but who cares? They've had their chance! Maybe we should care ... Exactly! You know, the other day I was wandering the streets alone feeling sorry for myself and I stopped to listen to a street singer. Man, he could sing! Anyway, he started to sing this song .... Listen, can we hear it, perhaps? What's the name of the song? Oh, it's an old song, 'Streets of London'. You probably know it, too. Sound, can we hear it, please?
Malcolm: Radio interviewer: Malcom: Rosemary: Radio interviewer: Rosemary: Roger: Radio interviewer: Roger: Radio interviewer: Roger: Malcolm: Rosemary: Roger: Radio interviewer: Roger: Radio interviewer: Song:
Let me take you by the hand And lead you through the streets of London I'll show you something To make you change your mind Have you seen the old girl Who walks the streets of London Dirt in her hair and her clothes in rags She's no time for talking
118
She just keeps right on walking Carrying her home in two carrier bags So how can you tell me you're lonely And say for you that the sun don't shine Let me take you by the hand And lead you through the streets of London I'll show you something To make you change your mind Rosemary: Malcolm: Roger:
Yes, I know that song! Yeah, me too. It's very old. Well, it may be very old, but some things never change, do they? Anyway, it opened my eyes. It made me think about other people. Desperate people. The last part of the song nearly broke my heart. Can we listen to that part?
Song:
In the all night cafe at a quarter past eleven The same old man sitting there on his own Looking at the world over the rim of his teacup Each tea lasts an hour, and he wanders home alone So how can you tell me that you're lonely And say for you that the sun don't shine Let me take you by the hand And lead you through the streets of London I'll show you something To make you change your mind
Rosemary: Radio presenter:
Yes, it is very sad. Very sad. There, there! Rosemary, get a hold of yourself! I think we could do with some cheerful music now!
Elementary, my dear Watson! havo vwo en (t) havo Exercises 15 en 16 Tim: John: Tim: John: Tim: John: Tim: John: Tim: John: Tim: John: Tim: John: Tim: John: Tim: John:
Finally! The next stop is Baker Street. I can hardly wait to see the statue. Do you know that it took them more than 100 years to finally put up a statue of the world's most famous detective! Shame on them! Look at this picture in the Baker Street Times. The statue is really something! Sherlock Holmes was quite a good-looking fellow, wasn't he? Of course! More than six feet tall, with sharp eyes and hawk-like nose, he was lean and mean! And extremely clever, my dear Watson! Get ready; we are nearly there. Oh. How do you know? Because all these tourists are running to the doors. Oh. I see. Here we are! Baker Street! But ... but ... Look, the statue! It's gone! Look, there's the pedestal on which it used to stand. Quick, let's have a look! Somebody must have stolen the statue. Uh, what are you doing down on your knees, Tim? I'm looking for clues, obviously. You wouldn't have a magnifying glass, would you? I'm afraid not. What are you looking at? The cigarette butts. There are at least ten cigarette butts near this pedestal. But, Tim, do you know how many people in London smoke? At least half the population are smokers. That means some four million people. Not to mention the tourists. Wrong. Half of all the smokers are women. I don't see lipstick on any of those cigarette butts. So? So it means that our possible thief is a man. A heavy smoker. Elementary, my dear Watson! Or a woman not wearing any lipstick. Tim, even if it were a man, that would bring it down to two million people.
119
Tim: John: Tim: John: Tim: Tim: John: Tim: Policeman: John: Tim: Policeman: Tim: Policeman: Tim: Policeman: Tim:
Hm. Yes. That is rather a lot. Hm. Let's see. How would Sherlock Holmes approach the problem? Well, he would observe a person's nails, and clothes, their way of walking. Well, not much help there as we don't have any suspicious persons, and of course, the cigarette ashs! Aha! Here we are! I'll just take some of this ash ... There are some dark marks on the road over there ... Probably from the escape car. Well done, John! Let's see. Aha, they are leading to the right ... that's where the museum is. Quick! Let's go! Look, there is a policeman standing at the entrance! Sir, excuse me sir, but the statue ... The statue of Sherlock Holmes has been stolen! Well, boys, I am not a real policeman, I am just a part of the museum, so to speak. Don't you see that I'm wearing a Victorian uniform? Oh, yes! Cool! Right. Anyway, boys the statue has not been stolen. It was just taken to the police station to be examined because, well, some clowns did steal the pipe from the statue. Imagine that! I wonder what they are going to do with Sherlock Holmes' pipe? I don't know, to be sure. But I do wonder why your hands are so dirty? What are you holding there? Well, it's just ash, I ... Let me think: Shelock Homes’ pipe has been stolen, a boy with dirty hands full of ash, presumably from the pipe, is standing right in front of me ... Right, we'd better go to the police station. But sir ...
5.10 Reading Matters A
The Wizard of Know Once upon a time, a long, long time ago there lived an old wizard called Know. He was so old that often he would forget what he was saying in mid sentence. Once he was in the middle of a spell to change a fish into a beautiful girl and he forgot what he was supposed to say next. This happened rather a lot with this particular spell and as a result there were mermaids swimming in the village pond. There were also white rabbits hopping about, speaking perfect English and small boys who couldn’t speak a word and who would sit in trees all day whistling and singing like birds and collecting twigs to build nests with. In fact, the whole island was littered with such strange sights, because of the silly old wizard who couldn’t remember the last parts of his spells. Many people on the island thought they could cure him of this habit only to find the old wizard remembering the last bit but forgetting the start or missing great chunks out of the middle. Again, this would create even funnier things on the island. There were apple trees that would bark at you as you passed. There were mooing vicars, flying carrots, sheep who insisted on singing in the village quire and teachers who refused to do anything all day but lie on their backs in muddy pools grunting and snorting and grubbing for scraps and slops and anything they could lay their dirty little hands on. Nobody knew what to do for the best. One day an old witch landed on the island. She was so old that she too forgot parts of spells – only the first parts. Needless to say the place where she came from was also littered with these strange sights. Her name was Witch How and when she heard of the old wizard she insisted on trying to help him. As soon as they met it was love at first sight and shortly after that they got married and became known as Mr & Mrs Know-how. Needless to say whenever they cast spells they did it together and until this day they never cast a single faulty spell.
B
A poem of her own – Fred’s sled – My dog chewed up my homework A poem of her own Erin had to learn a poem, A poem to say all quite alone,
120
Yes, a poem all of her own, To say in front of class. She looked in books. She looked in nooks. She looked and looked And looked and looked, Till she ran out of gas. She finally said, ’I wish I were dead, Cause there's no poem Inside my head!’ ’The teacher will make me flunk’, she said; ’I need a poem to pass.’ To make herself feel somewhat better, She went and wrote Bob Munsch a letter, Hoping he might tell her whether They could write a poem together. It couldn't hurt to ask. And he sent her back a poem, A poem to say all quite alone, Yes, a poem all of her own, To say in front of class. Which goes to show, As you may know, No matter what stuff life does throw, It doesn't hurt to ask. Fred’s Sled ‘Snow! Snow!’ Fred said. ‘Let’s go! Let’s sled!’ ‘Go slow,’ Mom said. ‘I know,’ said Fred. Fred ran in shed. Had plan. Grabbed sled. Up hill went Fred. Down hill Fred sped. Snow blew. ‘Can’t see!’ Fred flew. Hit tree. Sled bent. Fred’s head got dent. Poor Fred.
121
My Dog Chewed Up My Homework I'm glad to say my homework's done. I finished it last night. I've got it right here in this box. It's not a pretty sight. My dog chewed up my homework. He slobbered on it, too. So now my homework's ripped to shreds and full of slimy goo. It isn't much to look at, but I brought it anyway. I'm going to dump it on your desk if I don't get an A. C
Lady Ann loses her head Lady Ann is a ghost. She carries her head tucked underneath her arm. The reason for this is that when she was alive, her husband, Lord Albert, had her head chopped off. Lady Ann lived long ago, when lords and ladies lived in castles with moats round them to keep out their enemies. The lords owned huge amounts of land. They also owned people who had no rights of their own and were called serfs. Life as a serf was hard. You lived in a hut made of branches that leaked all winter and buzzed with flies all summer. You were always hungry because you had to give the food you slogged your guts out growing to your owner. He let you keep just enough to stop you from starving to death, so you could keep on doing his work for him. It was no fun being a serf. And it was no fun being a lady either. Ladies, like serfs, belonged to the lords, their fathers or their brothers. They didn't belong to themselves at all. When she was thirteen, Lady Ann's father decided that she would marry Lord Albert. 'He's rich and powerful. lt's a good marriage,' he said. 'Good for you. Not for me,' said Lady Ann, who even at that age had a mind of her own. 'I think he's a pig. He's got small eyes and he chews his food with his mouth open. lt makes me feel sick just to look at him.' But although Lady Ann had a mind of her own, her father owned her and she had to do what he said. So she ended up marrying Lord Albert. It was not a happy marriage. Lady Ann and Lord Albert were always rowing. At first Albert thought, ‘She'll calm down. She'll become like everyone else's wife and do what I tell her without answering back and throwing things about.’ The fact was that Lady Ann was quite likely to throw whatever came to hand at Lord Albert's head in the heat of an argument. She wasn't fussy what it was: a jug of ale, a cushion, a bowl of soup, or whatever. Fortunately for Lord Albert, she wasn't a good shot and she usually missed. But, more than once, Lord Albert had to scrape his dinner off his face where Lady Ann had thrown it. Lady Ann did try to be a good wife. Once, for a whole week, she didn't answer back and she didn't throw anything. She walked around with her eyes cast meekly down. When Lord Albert asked her something, she said, 'Yes, my lord, whatever you say, my lord.' She even let him win at checkers so as to make him happy. But then the crunch came. Lord Albert pushed his luck too far when he told her to sew a tapestry of him hunting deer. 'All the other wives sew tapestries of their husbands doing bold deeds. I want you to do the same.' She wouldn't have minded peeling potatoes, or doing the washing. (Not that people did a lot of that in those days. They wore the same clothes for months, even years, without washing them. And they weren't too fussy about washing themselves either.) But she hated sewing, and Lord Albert knew it. 'I'm sorry, my lord,' said Lady Ann, 'but if you want a tapestry of yourself, you'll have to get someone else to do it.' 'But I want you to do it,' he insisted. 'You're my wife.' 'Tough,' replied Lady Ann. Lord Albert went red. He yelled 'You'll do as I say my lady. lf I want you to sew a tapestry with me on it, you'll sew it!'
122
Now it was Lady Ann who went red. She'd been meek and mild for a whole week, saying nothing but 'Yes, my lord,' and 'No, my lord,'– and instead of being grateful, there he was bellowing at her to do something he knew she loathed! Enough was enough. Lady Ann exploded. 'I will not sew your stupid tapestry, you great oaf! I won't! Won't! Won't!' To make sure that Lord Albert got the message, she picked up her plate of jugged hare – they were having dinner at the time – and launched it in his direction. It landed on his head. 'Jackpot!' cried Lady Ann, and collapsed with laughter, while her lord wiped jugged hare from his eyes. Lady Ann thought Lord Albert had got what he deserved. But he didn't see it that way. 'She's got to go!' he decided. 'She has got to go!' He didn't hang about. He acted quickly. The next morning he announced, 'Someone has stolen my chest of gold.' The chest of gold was found under the floorboards in Lady Ann' s bedroom. She denied having stolen it. 'I didn't, I swear I didn't. It wouldn't surprise me if you'd put it there yourself, Albert.' That was just what he had done, but no one believed her. Well, that was that. Lady Ann was found guilty. She was sent to the block and had her head chopped off. That is how she became a ghost at a young and tender age and why she walks about with her head tucked underneath her arm. But that's not the end of Lady Ann's story. lt's just the beginning. D
A Sudden Silence The tunnel that runs under the highway had some new graffiti on it. Bry's name and mine were still there, though, up close to the top of the curve. There was traffic on Coast Highway already. I could hear it rumbling over my head and feel the small vibration of loose sand under my feet. Just along that highway a bit…last night…I began running. Usually I can't wait for the first glimpse of the bright blue ocean when I come out of the tunnel gloom. Today I didn't notice. I hurried over the soft cold beach, my eyes blurred. Had Bry felt anything? Had he known, in those last seconds, that this was the end? It was Saturday the 20th of June at 11:30 p.m. when my brother, Bry, was killed. I’ll never forget that date, not if I live to be an old, old man. Coast Highway, shadowed between its tall pole lights, the car suddenly behind Bry and me as we walked single file in the thick grass at the highway’s edge. The glare of its white beams; the roar as it passed me where I’d dived sideways, belly down. I’ll never forget it. We were on our way home from a party at Wilson Eichler’s house and I’d just met Wilson’s sister, Chloe, the girl Bry liked. I was walking along there behind my brother, thinking about Chloe, about the way she’d looked in that white dress with her smooth brown arms and long brown legs. I was wishing Bry hadn’t already told me he liked her. I was wishing the Eichler’s had moved into the Sapphire Cove house before, last year when I was here in high school instead of this year when I was up at UCLA. I’d never laid eyes on Chloe until tonight, and tonight was too late. Maybe she wasn’t exactly Bry’s girl, but she was the girl Bry liked. That was enough right there to stop me giving her a second thought. So why was I? Cut it out, Jesse. Just cut it out. Those were the things I was thinking. Bry was in front of me. Stone washed Levi’s and Levi jacket, brown loafers that were almost identical to mine. Bry thinks I know about things like clothes because I’m older. I was smiling to myself at how long and skinny he was, and how loose he walked, when the too-bright car lights lit up the sky ahead of us. I spun around, saw their blank gleam heading right at us, and I yelled to Bry to jump. I was still yelling as I dived deep into the knee-high grass. Still yelling as the car hit him. It tossed him into the air, and in slow motion he smashed down on the hood, the car swerving toward the centre line, careening back, Bry sliding off into the middle of the highway. The car stopped. I thought the door opened on the driver’s side. There was some kind of pause while I lay there in sudden silence, not believing, knowing I was dreaming, dreaming some awful nightmare dream. Then the car leaped forward again. More traffic was coming. I could hear it on the highway, and I thought it would hit Bry. I jumped up and ran screaming to stand in front of where Bry lay so still and quiet, waving my arms, pointing down and waving. There was a shriek of brakes as the car stopped.
123
"Holy cow!" a man's voice said. His head poked out of the driver's window but I was kneeling beside Bry now, with his head in my lap, knowing without anybody telling me that he was dead. Other cars came. A bunch of teenagers piled out of one and a woman in a camper pulled over on the beach side of the road and gave me a blanket to put over Bry. I put it across his front, which was covered with a wet darkness, but I didn't put it over his face. I stroked his hair. Bry has the worst hair. It sticks up in the back and I tried to make it lie down. The man from the camper said he was going to a call box, but the lady would stay with me. I think he must have put out flares, or somebody did, because I saw their orange sizzle and smelled their smoky smell. Bry's head was heavier against me than a head should be, and cars were edging around us now, making the traffic back up, with gawkers leaning out of the windows. A guy was even standing up through his sunroof. I told Bry not to worry about them. One of his legs was bent, and it was important to straighten it. But I couldn't reach. His shoe was gone. Sirens were coming now, high and shrill above the slap-slap of the waves on the beach on the other side of the highway. "We live just down the road, " I told the woman, or I thought I did. "We live in one of the Del Mar trailers, up on the second row. My brother and I were walking on the other side, facing the traffic, and we'd crossed over, because we were almost home. We shouldn't have crossed over." I was babbling, jerking the words out. "Sh!" the woman said. "It wasn't your fault. You were right up on the grass, off the road.” "Just down here, " I said again. "That's where we live." E
Let me kiss you better This is true. When I was twelve I was horrid. When I was thirteen I was even worse. In fact things didn’t get much better until I was about sixteen. When I was sixteen something happened, but I can’t tell you about that. Not yet. I went to school in another century, forty years ago. This is what it was like. It was the 1960s. I was starting at “big” school. It was a grammar school. My parents had chosen it for me. I hated it, and one of the big reasons why I hated it was because my parents had chosen it. That’s logic for you. Don’t ask me to explain. How can I explain something as stupid as that? Why did I hate it because my parents had chosen it? I didn’t hate my parents, after all. Maybe you know the answer. It was a mystery to me. So I went to this grammar school, and began five years in hell. They were the worst five years of my life. I could have made them a lot better, but I didn’t. I could have helped myself, but I didn’t. The reason I didn’t choose to do anything that would make things better was simply because I didn’t believe anyone at school. I didn’t trust them. How can you trust a PE teacher who beats you on the bum with your own plimsoll? “Take off your plimsoll, boy. Bend over and touch your toes.” Thwack! “You moved. If you move, I’ll beat you again. Bend over.” Thwack! With my own plimsoll. It’s true. When we did maths we were in a classroom next to Mr K’s room. He was the busiest whacker in the school. Every lesson we would hear him shouting, being sarcastic, ranting. Then everything would go quiet as children lined up, and the whacking would begin. Whack, whack, whack. Pause while number one victim went back to his seat and number two victim stepped up. Whack, whack, whack. Pause. Whack, whack, whack... Sometimes Mr K seemed to do the whole class, like some ghastly robot productionline. Another time the physics teacher beat me with his metre stick. It broke. He broke it on my backside. He put me in detention for breaking his ruler. This is true. And all the time this was going on my parents would say encouraging things to me like, “Work hard and you’ll be okay.” They may well have been right, but I didn’t feel like working for people who beat the daylight out of half their pupils. I got worse and worse. I was bottom of the class at almost everything. My teachers got
124
crosser and crosser. My parents got more and more angry. I remember my dad saying, “You wait until you get Mr G for maths. He’ll knock some sense into you.” And of course in my head, inside my deep, darkly dark head, I thought, Oh no he won’t. And he didn’t. That made him pretty cross too. And my parents. As for me, do you think I was happy with all this? I hated everyone. Most of all I hated myself. Everybody (including most of the pupils) said the same thing – “You’re a failure.” Don’t get me wrong: I blame myself as much as anyone. I could have done things to help myself. I could have worked, for a start. I could have done my homework. Instead I lied and cheated and did everything possible to avoid doing what was required of me. I made things difficult for everyone, especially me. There was only one person I sort of trusted. There was one person who helped me to escape. There was just one person who kept open a window in my soul, a tiny high-up window that led in a constant chink of light. She’s dead now, Mrs Kennard. But she helped to save my life. Actually, two people saved my life, both women, but Mrs Kennard began the job. Mrs Kennard came to our school every day to teach the violin. I was learning to play. That was another reason why everyone thought I was useless. The violin? Plonker! Wimp! Wuss! (And a great deal worse.) But you see, I was turning my violin into a ladder so that I could reach that high-up window with the chink of light. And Mrs Kennard taught me how to make my violin do anything. It didn’t just become a ladder. It became a key as well: a key to the cell that my mind was locked in. I learnt how to play that instrument. It took four years before I began to master it. Bit by little bit Mrs Kennard brought me on. I played easy pieces, then harder pieces. I played very hard pieces. By this time I could make that instrument sing under my fingers. I was like a magician! And every time I picked up my violin and played, I felt power. Look what I can do! Look what I can feel! Listen to what I can say! Every time I left Mrs Kennard and went back to classes, I went back to whack, whack, whack. And in the playground the others would shout stupid things at me, because I played the violin. A violin case is pretty noticeable, and it does not exactly look like designer wear of any kind. It makes you different from everyone else, in the wrong way. There are some things that make you different and cool – and then there are violin cases. I travelled to and from school by train and on the return journey I would have to walk from my home station, about a mile or so, before I got back to my parents’. There was this boy I would see sometimes. He was taller than me, and probably a bit older. He had a glint in his eye and a nasty, sardonic grin on his lips. He was very threatening. I knew that sooner or later he was going to cause trouble. I was carrying my violin home, walking up the hill, when he came swaggering down. I kept walking steadily, hugging the walls and garden hedges, and he kept swaggering down, also walking next to the walls. Collision course. We reached each other and stopped. We looked at each other. He grinned. He sneered at my violin case. But, you see, a violin case is longish. It sticks out in front of you, and now he had to walk round it to move any further forward, and so the case pushed him out of my way and I walked on, not daring to look back. My heart beat like thunder. How long would this go on?
125
One day, when I was sixteen, I went to the local library. It was exam time and I was supposed to be revising. I liked going to the library to revise because it got me out of the house, away from my nosy parents. I would sit in the reference section where it was very quiet, and of course I wouldn’t revise at all. I’d go and find some books and read. For ages. Sometimes I would leave the library, get on my bike and escape to the park. So that’s what I was doing. I went to the park and I headed for a tiny wood, which had a rather mucky little stream flowing through it. I’d found a dead hedgehog in it once. I climbed a tree and sat up there, gazing at the sky, the world, letting time just pass by, doing nothing. I heard voices below. Three girls wandered beneath the tree. I stared at them. I didn’t know two of them, but I recognized the third. S had been at my primary school. She was smaller then, of course. But now S had changed. She was tall. She was slender. She had long, blonde hair. She was laughing and happy. I wanted to speak to her. I wanted to touch her. I let them pass beneath me and leave the wood. Then I got on my bike and followed them, at a snail’s pace. They knew I was there. Sometimes one would turn and stare and giggle. At last they stopped. “What do you want?” they demanded. As fierce as rabbits. “He’s got piggy eyes,” said one. “No he hasn’t!” said S. Laughing. Eyes shining. “Never trust anyone with piggy eyes,” insisted the first one. “I’m going to be late for lunch,” said the third. But the middle one, S, she looked at me and repeated, “What do you want?” What did I want? I didn’t know. Anyhow, I arranged to meet up the next day with S. We met. We talked. We touched. Windows flew open. Doors were ripped from their hinges and cast to one side and trampled on. Walls came smashing down in every direction, sending a great and glorious cloud of rubbishy dust billowing into the air, higher and higher, to be blown away. My feet had seven league boots. My hands held arrows against my enemies. My head was a palace. My thoughts were crazy jewels. My imagination flew. I remember afterwards, I got on my bike and pedalled back to the library. My revision books were still spread across my desk. I hardly dared to believe what had happened. I took a small piece of paper and wrote three words on it. I stared at it for an hour. Smiling. You know what it said? You can guess. My life had changed. I carried on learning the violin, but I now had S by my side, even when she wasn’t there. Mrs Kennard and S. The two women who saved my life. I still see S, although I can’t see her now because it’s dark. But I can hear her, breathing quietly. She’s lying next to me, and she has done for almost thirty years. Some things work out.
126