E7D"WaVY
SociaalEconomische Raad
BZYZYZa^c\ZcWaVYZcKZgdgYZc^c\ZcWaVY7ZYg^_[hdg\Vc^hVi^Z
>c]djYhde\VkZ `WWh]Wd]+/'c[_(&&/dkcc[h(/
C[Z[Z[b_d][dXbWZ8[Zh_`\ieh]Wd_iWj_[ 8;:H?@7C;D FheZkYjiY^Wf7aa[hXekm
( (
L[hehZ[d_d][dXbWZ8[Zh_`\ieh]Wd_iWj_[ IE9?77B#;9EDEC?I9>;H77: L[hehZ[d_d]jejm_`p_]_d]lWdZ[X[]hej_d](&&/H;) L[hehZ[d_d]jejm_`p_]_d]lWdZ[L[hehZ[d_d]^[\Ód]iY^eb_d][dlehc_d] edZ[hd[c_d]ihWZ[d(&&/H;* 8;:H?@7C;D FheZkYjiY^WfJk_dXekmFJ)
- - / '' ''
Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening.
BEDRIJFSLICHAMEN
Productschap Akkerbouw Ontwerp- Verordening PA bewaring en vervoer gekoelde bakkerswaren 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van ………. houdende regels ter zake van vervoer van gekoelde bakkerswaren (Verordening PA bewaring en vervoer gekoelde bakkerswaren 2008) Het bestuur van het Productschap Akkerbouw; Gelet op de artikelen 93, 104, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, op de artikelen 8, 17 en 18 van het Instellingsbesluit Akkerbouwproductschappen en op artikel 15, zesde lid van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen; Besluit:
§ 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: a. productschap b. ondernemer
c. gekoelde bakkerswaren
d. lokaal vervoer
: Productschap Akkerbouw; : degene die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld en die beroepsmatig bakkerswaren vervoert en aflevert aan consumenten, filialen, horecagelegenheden, instellingen en marktplaatsen; : bakkerswaren welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde microbiologisch bederf en de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, met uitzondering van voorverpakte bakkerswaren waarop door de bereider een bijzondere bewaartemperatuur is vermeld; : rechtstreekse aflevering van bestellingen aan consumenten, filialen, horecagelegenheden, instellingen en marktplaatsen voor zover deze aflevering plaats vindt binnen een straal van 20 kilometer van de plaats van waaruit het vervoer plaatsvindt gedurende ten hoogste 2 uren.
Mbbo 2009, nr. 29
2
§ 2 Voorwaarden vervoer Artikel 2 1. Tijdens het lokaal vervoer van gekoelde bakkerswaren dient de temperatuur van deze waren niet hoger te zijn dan 10 graden C. 2. De ondernemer draagt er zorg voor dat tijdens handelingen in relatie tot het lokaal vervoer van gekoelde bakkerswaren de temperatuur van deze waren zo min mogelijk stijgt. § 3 Overige bepalingen Artikel 3 Het bepaalde bij of krachtens deze verordening, waarbij aan ondernemers verplichtingen worden opgelegd, is mede bindend voor andere natuurlijke en rechtspersonen, voor zover deze handelingen verrichten die bedrijfsmatig in ondernemingen, waarvoor het productschap is ingesteld, plegen te worden verricht. Artikel 4 Overtredingen van het bepaalde in artikel 2 worden aangewezen als strafbare feiten. § 4 Slotbepalingen Artikel 5 Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 6 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening PA bewaring en vervoer gekoelde bakkerswaren 2008. Den Haag, voorzitter secretaris
TOELICHTING Algemeen Met ingang van 1 januari 2008 is het Productschap Akkerbouw ingesteld (Stb. 2007, 548). Het Productschap Akkerbouw heeft de autonome taken overgenomen van zowel het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten (GZP), dat tot die datum heeft bestaan, alsook die van het Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA). Gelet op artikel 20, derde lid, (GZP) onderscheidenlijk artikel 20a, tweede lid, (HPA) van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen blijven de verordeningen en besluiten van genoemde productschappen rechtsgeldig totdat het Productschap Akkerbouw verordeningen respectievelijk besluiten ter zake heeft vastgesteld en deze in werking zijn getreden.
Mbbo 2009, nr. 29
3
Onderhavige verordening kent zijn voorganger in een gelijknamige verordening van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten Verhouding tot andere wetgeving Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (Stb.1992, 678) voorziet onder meer in de regulering van de bewaring en het vervoer van gekoelde eet- of drinkwaren (eet- of drinkwaren welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan). In paragraaf 5 van het besluit wordt bepaald dat de bewaring en het vervoer van gekoelde eet- of drinkwaren zodanig dient plaats te vinden dat de waren geen hogere temperatuur aannemen dan de door de bereider aangegeven temperatuur. Bij ontstentenis van een bijzondere bewaartemperatuur dient bewaring en vervoer van deze waren plaats te vinden zodanig dat de temperatuur van de waren ten hoogste 7q C bedraagt. Het besluit opent in artikel 15, zesde lid voor het bestuur van een productschap de mogelijkheid om andere besluiten te nemen ten aanzien van de bewaring en het vervoer van gekoelde eet- of drinkwaren. Sedert februari 1991 kent de brood- en banketbakkerij een hygiënecode (in 2002 is deze herzien), waarin het belang van temperatuurbeheersing is onderkend bij opslag en vervoer van het gereed product en waarin de nodige maatregelen zijn voorzien. Met onderhavige verordening wordt afgeweken van de in het besluit voorgeschreven temperatuur voor bewaring van gekoelde bakkerswaren tijdens het lokaal vervoer. De doelstellingen die worden nagestreefd Uitgaande van de strekking van het besluit in deze, te weten het voorkomen van uitgroei van micro-organismen en rekening houdend met de bestaande hygiënecode en de specifieke kenmerken van gekoelde bakkerswaren en het lokaal vervoer daarvan, is gekozen voor een bewaartemperatuur van ten hoogste 10q C tijdens het lokaal vervoer. Bij handelingen in relatie tot het vervoer, bijvoorbeeld tijdens het in- en uitladen, valt veelal niet te vermijden dat de koeling korte tijd wordt onderbroken. Een geringe temperatuurstijging van de waren is in dat geval onvermijdelijk. Gegeven deze onvermijdelijkheid is, gelet op doel en strekking van het besluit, een geringe temperatuurstijging gedurende korte tijd in vorenbedoelde gevallen toegestaan. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Overtredingen van de verbodsbepaling van artikel 2 worden aangemerkt als strafbare feiten. Strafrechtelijke handhaving wordt bij deze verordening gecontinueerd, aangezien dit aansluit bij de overheidsregelgeving op dit gebied. Notificatie De voorganger van onderhavige verordening is gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Aangezien onderhavige verordening geen inhoudelijke wijzigingen kent ter zake, is in overleg met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten de nieuwe verordening niet apart te melden. Den Haag, voorzitter secretaris Mbbo 2009, nr. 29
4
Ontwerp- Wijziging I Verordening PA erosiebestrijding Zuid-Limburg 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van ………. tot wijziging van de Verordening PA erosiebestrijding Zuid-Limburg 2008 (PBO-blad 4 juli 2008 onder nr. PA 26) Het bestuur van het Productschap Akkerbouw; Gelet op de artikelen 93, 95, 104, 106 en 126, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 8 en 18 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden; Besluit:
Artikel I Artikel 1 van de Verordening PA erosiebestrijding Zuid-Limburg 2008 wordt gewijzigd als volgt: 1. Aan onderdeel q. groenstrook wordt na de zinsnede ‘een lijnvormige strook grond van een perceel beteelt met’ toegevoegd: luzerne,. 2. Aan onderdeel r. groenvlak wordt na de zinsnede ‘een aaneengesloten oppervlakte grond (vlak) van een perceel beteelt met’ toegevoegd: luzerne,. Artikel II Deze verordening treedt in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Den Haag, voorzitter secretaris TOELICHTING Het doel van de verordening is de voorkoming van erosie in het Zuid-Limburgse heuvellandschap. Door regels te stellen aan de teelt van akkerbouwgewassen op hellingen en het verbieden van teelt op hellingen boven 18% wordt voorkomen dat de grond in beweging komt. Aanleiding voor wijziging van de verordening is het verzoek van de Korenwolfcommissie van Dienst Landelijk Gebied om luzerne te mogen telen op de groenstrook en het groenvlak (zie definities verordening artikel 1 onderdelen q en r). Luzerne is een gewas met een dichte doorworteling en dichtheid en is daarom hoog gewaardeerd als teelttechnische maatregel. Binnen het totale pakket aan maatregelen voor hamsterbeheer is luzerne een belangrijk gewas, vanwege de uitstekende dekking.
Mbbo 2009, nr. 29
5
Gevolg van deze wijziging is dat ondernemers ook de mogelijkheid krijgen, in het geval dat zij ploegen, de verplichte groenstrook of groenvlak onder aan het perceel te betelen met luzerne in plaats van alleen gras/graskruidenmengsels. Den Haag, voorzitter secretaris
Mbbo 2009, nr. 29
6
Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD RE 3
Verordening tot wijziging van de begroting 2009
Mbbo Vbbo 2009, 2009, nr. nr. 29 29
7
Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 27 april 2009, nr. AV/SDA/2009/9352. Mbbo Vbbo 2009, 2009, nr. nr. 29 29
8
RE 4
Verordening tot wijziging van de Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2009 Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 17 april 2009 houdende wijziging van de Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2009 De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 46a van de Wet op de ondernemingsraden; Gehoord de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid; Besluit:
Mbbo Vbbo 2009, 2009, nr. nr. 29 29
9
Artikel I De Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2009 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 1 komt te luiden: Artikel 1 Voor 2009 wordt het percentage van de heffing als bedoeld in artikel 46a, derde lid, van de Wet op de ondernemingsraden vastgesteld op 0,012. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2009. Den Haag, 17 april 2009 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de Minister van Financiën bij beschikking van 27 april 2009, nr. AV/SDA/2009/9352.
Toelichting De Raad stelt jaarlijks op grond van artikel 46a, derde lid, van de Wet op de ondernemingsraden bij verordening het percentage van de heffing voor scholing en vorming van ondernemingsraadsleden vast. Voor 2009 werd het percentage bepaald op 0,017. De desbetreffende verordening werd door de Raad op 17 oktober 2008 vastgesteld en op 11 december 2008 goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in overeenstemming met de Minister van Financiën. De verordening werd gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie van 29 december 2008, nummer 105. Door middel van deze wijzigingsverordening wordt het heffingpercentage verlaagd tot 0,012. De hoogte van het heffingspercentage wordt bepaald door de omvang van de reserve en door de liquiditeitsbehoefte van de Stichting GBIO (Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden). De activiteiten van deze stichting worden gefinancierd uit de opbrengst van de heffing ondernemingsraden. Omdat de Belastingdienst, die belast is met het innen van de heffing, de aanslagen begin juni verzendt en de eerste substantiële afdrachten in augustus plaatsvinden, moeten de eerste acht maanden van het jaar voorgefinancierd worden. Dit betekent dat een liquiditeitsreserve van 70 procent van de begrote jaarlast nodig is. Voor 2008 werd een negatief resultaat verwacht van 1,5 miljoen euro. Tezamen met het voor 2009 begrote exploitatietekort zou de reservepositie uitgaand van een heffingspercentage van 0,017 eind 2009 uitkomen op de beoogde 70 procent. Nu de jaarcijfers van de Raad en van de Stichting GBIO over 2008 bekend zijn, is gebleken dat de realisatie van de heffing over 2008 hoger uitvalt dan begroot. Dit is het gevolg van het feit dat de heffingsgrondslag, het fiscale loon, meer gestegen is dan verwacht. Daarnaast is de omvang van het bestand van heffingsplichtige ondernemers toegenomen omdat UWV de achterstanden in de informatieverstrekking weggewerkt heeft. Anderzijds zijn de uitgaven van de Stichting GBIO achtergebleven bij wat op basis van de prognose voor het tweede half jaar verwacht werd. De Stichting GBIO meldde in het laatste kwartaal een terugloop in het aantal cursussen, mogelijk een eerste effect van de kredietcrisis. Mbbo Vbbo 2009, 2009, nr. nr. 29 29
10
Verder is intussen bekend geworden dat de Belastingdienst de aanslagen met ingang van 2009 een maand eerder, te weten begin mei, zal kunnen verzenden. Hierdoor zullen ook de afdrachten voortaan een maand eerder worden ontvangen. De norm voor de liquiditeitsreserve kan daardoor in beginsel naar beneden worden bijgesteld op 60 procent van de begrote uitgaven. Op grond van deze gegevens wordt voorgesteld het heffingspercentage voor 2009 alsnog te verlagen van 0,017 tot 0,012. Op basis van dit gewijzigde heffingspercentage wordt een heffingsopbrengst van 17,3 miljoen euro begroot. Tezamen met de rentebaten worden de totale inkomsten begroot op 17,8 miljoen euro. De totale lasten worden geraamd op 24,4 miljoen euro. Dit resulteert in een negatief saldo van 6,6 miljoen euro. Het niveau van de reserve daalt daarmee naar verwachting tot ca. 61 procent van de begrote uitgaven. Omdat het heffingspercentage geldt voor het kalenderjaar 2009 wordt aan de verordening terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2009. Den Haag, 17 april 2009 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris
BEDRIJFSLICHAMEN
Productschap Tuinbouw PT 3
Besluit voorzitter PT verlening volmacht 2009 31 maart 2009, houdende verlening
Mbbo Vbbo 2009, 2009, nr. nr. 29 29
11
Zoetermeer, 31maart 2009 De voorzitter van het Productschap Tuinbouw, T.H.J. Joustra
Zoetermeer, 31maart 2009 De voorzitter van het Productschap Tuinbouw, T.H.J. Joustra
Mbbo Vbbo 2009, 2009, nr. nr. 29 29
12
M[jj[b_`aleeh][iY^h[l[d k_j]Wl[lWdZ[IeY_WWb# ;Yedec_iY^[HWWZc[j c[Z[Z[b_d][d"l[hehZ[d_d# ][d[dX[ibk_j[dlWdZ[ fkXb_[ah[Y^j[b_`a[X[Zh_`\i# eh]Wd_iWj_[fXe$ L[hiY^_`djm[a[b_`ai$ ?IID&/(*.,+
H[ZWYj_[0 8[pk_Z[d^ekji[m[],& FeijXki/&*&+ (+&/BA:[d>WW] J[b[\eed0&-&#)*//*// J[b[\Wn0&-&#).)(+)+ ;#cW_b0fXeXbWZ6i[h$db :[I;H^[[\j[[d[_][d m[Xi_j[ef^[j?dj[hd[j$ :[p[_ij[l_dZ[def mmm$i[h$db
;[d`WWhWXedd[c[dj_i ]hWj_i$Ef]Wl[`WWhWXed# d[c[dj[d"efp[]]_d][d[d WZh[im_`p_]_d][dk_jibk_j[dZ l_W[cW_b0fXeXbWZ6i[h$db c[jWbiedZ[hm[hfWXedd[# c[dj$