Segbroek College, Den Haag. 4 havo, 4 vwo en 5vwo 2013 - 2014 http://segbroekckv.wordpress.com/about/
1
Inhoud: Handleiding
3
Overzicht reflecties
4
Jaarplanner
5
Kunstbiografie
6
Bijlage Architectuur
10
De Ervaringswijzer
11
De Recensie
14
De Mondelinge Presentatie
17
De City Trip Brochure
19
2
Handleiding CKV. Deze handleiding is geschreven om je in staat te stellen om zo zelfstandig mogelijk te kunnen studeren bij CKV. Wij raden je aan om de algemene informatie goed te lezen voordat je aan de slag gaat met de opdrachten. Indien je iets niet duidelijk vindt vraag dan uitleg aan je CKV docent. Wat betekent CKV: CKV staat voor de afkorting Culturele en Kunstzinnige Vorming. Kunst is verbonden met de maatschappij. Kunst is moeilijk te omschrijven, maar we komen het overal tegen: op straat, op het postkantoor, in de bioscoop, theater, op concerten, op het strand , in parken en in huis, noem maar op. Het doel van CKV is dat iedere leerling kennis maakt met verschillende vormen van kunst en cultuur. Dat doe je in de lessen op school maar ook in je vrije tijd buiten school. Tijdens de lessen leer je de betekenis van diverse kunstvormen te kennen, enige kunstvormen met elkaar te vergelijken en je oefent in het waarnemen van kunst. Wat kunst is kan je aan het eind van dit jaar wellicht zelf beter beantwoorden, als je veel ervaring hebt gekregen in dit gebied. Want dat is vooral de bedoeling; het ervaren van diverse vormen van kunst en cultuur en je daar een mening over leren vormen. Met kunst moet je leren omgaan. Anders loop je er omheen en dat zou zonde zijn. Wat ga je doen? Je gaat zelf kunst en cultuur ervaren door zelf een aantal culturele activiteiten te ondernemen. Kies zelf je onderwerp: Theater, Fotografie, Dans, Film, Muziek, Architectuur, Beeldende kunst en Toegepaste Kunst. Na elke activiteit maak je een reflectie die je bij je CKV docent inlevert. Als je geen idee hebt van wat voor soort culturele activiteit je moet kiezen is http://segbroekckv.wordpress.com/ als startpunt erg handig. Kies eens voor een activiteit waar je nog nooit mee in aanraking bent geweest. Ga niet zomaar naar het dichtstbijzijnde museum, kijk op internet (of vraag aan je ckv docent) wat er te zien is en kies bewust voor een voorstelling of tentoonstelling waarvan je iets verwacht. Tijdens de lessen krijg je praktische opdrachten die met de bovenstaande onderwerpen te maken hebben. De reflecties: Dit jaar bezoek je een aantal culturele en kunstzinnige activiteiten, het aantal verschilt voor 4 havo, 4 vwo en 5 vwo, op die bezoeken ga je reflecteren. De reflecties vormen zijn verschillend, je gaat een kunstbrochure maken, je gaat twee keer een recensie schrijven, je gaat een mondelinge presentatie geven en je gaat de ervaringswijzer invullen. De docent vertelt je welke reflectievorm je gaat gebruiken. Verderop in deze handleiding wordt uitgelegd wat je moet doen om een goede brochure, recensie, presentatie en ervaringswijzer te maken. Aan het eind van die uitleg staat ook een beoordelingsschema, daarmee weet je precies waar je op beoordeelt wordt.
3
De verschillende kunst disciplines waaruit je kunt kiezen zijn: - Film (Filmhuisfilms, PAC films bij het Pathé-theater) - Theater (cabaret, musical, drama, stand up comedy…) - Dans (street dance, ballet, break dance, jazz, stijl dansen…) - Fotografie (het foto museum of een foto expositie) - Beeldende Kunst (een bezoek aan een museum of expositie) - Toegepaste Kunst - Muziek (verschillende mogelijkheden) - Architectuur (zie architectuur bijlage) Let op: - Kies verschillende onderwerpen uit. Je mag dus niet meerdere keren naar dezelfde activiteit. - De bezoeken die je onderneemt zijn altijd naar een professionele instelling. Hoe leuk ook, het optreden van je zus, broer of beste vriend(in) in een schoolproductie geldt niet als professionele culturele activiteit. - Bewaar altijd de entreekaartjes. Geen bewijs, geen goedkeuring op je reflectie. Is het een voorstelling die gratis is zonder entreekaartje, dan kun je bewijs leveren door een foto te maken met jou erop en het optreden of een briefje van de organisatie (met stempel en handtekening) die aangeeft dat je er was. - Het bezoek aan een culturele activiteit en de reflectie daarop moeten binnen één periode vallen, je kan dus niet in november naar een theaterstuk gaan en daar in mei een reflectie van inleveren. Activiteiten die hebben plaatsgevonden in vakanties in voorgaande jaren tellen niet mee. - Je moet CKV met minimaal een voldoende afsluiten. Dit cijfer wordt bepaald door de reflecties die je inlevert en de praktische opdrachten (PO's) die je tijdens de lessen uitvoert. De reflecties tellen 2x mee, je PO's tellen 1x mee. - 4 Havo en 5 vwo sluiten het ckv jaar af met een eindverslag, 4 vwo sluit het ckv jaar af met een balans verslag. - Bij twijfel, overleg met je CKV docent.
4
Jaarplanner: 1e periode Reflectie 1:
Reflectie 2:
2e periode Reflectie 3: Reflectie 4:
3e periode Reflectie 5: Reflectie 6:
4 havo 4 vwo 5 vwo
WK: WK: WK:
4 havo 4 vwo 5 vwo
WK: WK: WK:
4 havo 4 vwo
WK: WK:
4 havo 4 vwo 5 vwo
WK: WK: WK:
4 havo
WK:
4 havo 4 vwo
WK: WK:
Lever je reflecties op tijd in. Er is niet voor niets een deadline. Ingeleverd, maar nog niet in orde? Met je CKV docent maak je een persoonlijke nieuwe afspraak. Als je consequent te laat blijft inleveren maken we met je coördinator of de conrector een afspraak voor een blokrooster. Je CKV Handelingsdeel is pas in orde als alle reflecties goedgekeurd zijn. Op http://segbroekckv.wordpress.com/ vind je kijkwijzers voor de verschillende disciplines, die helpen je met het bijeen brengen van de informatie die je nodig hebt voor je reflecties. Succes!
5
Kunstbiografie In je kunstbiografie ga je vastleggen hoe op dit moment je smaak is. Je gaat over een heel breed gebied schrijven: kunst. Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn. Als je eind van dit jaar of over 2 jaar deze tekst leest, moet je duidelijk aan kunnen geven wat er bij jou veranderd is. Door je activiteiten bij ckv of gewoon omdat je dan weer een of twee jaar ouder bent! Verwerk in je verslag zoveel mogelijk onderstaande vragen. Het is niet de bedoeling dat je een lijst antwoorden inlevert, maar een goed lopend verhaal waarin onderstaande vragen aan de orde komen. Vooral je mening is belangrijk. Alleen een opsomming heeft dus niet veel zin (en wordt niet geaccepteerd). •
• • • • • • • • • • • •
• • • • • •
Met wat voor soort culturele activiteiten heb je te maken gehad op de basisschool en de middelbare school? Denk hierbij aan films, toneel, theater, dans, muziek (etc.). Ben je wel eens in een theater of concertzaal geweest? En zo ja: wat vond je ervan? In welke musea ben je geweest? Heb je wel eens meegedaan aan een schoolvoorstelling of ander optreden? Denk bijvoorbeeld een musical, toneelstuk, dansvoorstelling of concert (etc.). Teken of schilder je? Maak je wel eens iets zelf? Heb je wel eens meegedaan aan een tentoonstelling van eigengemaakt werk? Zing je of speel je toneel of een instrument? Wat voor schilderijen, posters, reproducties en foto’s hangen er bij jou thuis aan de muur? Heb je, al dan niet tijdens vakanties, kerken, kastelen of andere gebouwen bezocht? Welke waren dat en wat vond je ervan? Wie waren vroeger jouw favoriete schrijvers, muzikanten, filmacteurs etc. Wie of wat zijn nu jouw favoriete schrijvers/boeken, muzikanten/muziek, films/acteurs, tv-programma’s. Waar ga je op dit moment graag naartoe? Ben je bezig met kleding of mode (maak je wel eens zelf een kledingstuk of tas of accessoire o.i.d.)? Heb je een bepaalde stijl? Ben je wel eens bezig met vormgeving (denk aan de inrichting van je kamer, of misschien ben je bijvoorbeeld in het bezit van een scooter, brommer of radio, of spaar je nu al voor een Ferrari)? Is er sinds de basisschool iets veranderd in je waardering van boeken/schrijvers, toneel, muziek, dans etc.? In welke opzichten is je smaak veranderd? Wat zijn de mooiste of interessantste culturele activiteiten die je je kunt herinneren? Geef namen en titels. Weet je nog waarom dit/deze je zo aansprak(en)? Welke soort kunsten hebben je nooit aangesproken? Waarom niet? Wat zijn voor jou op dit moment de vijf belangrijkste eisen waaraan een goede voorstelling, dans, film, boek (etc.) moet voldoen? Zijn dat dezelfde eisen die je als basisschoolleerling stelde of zijn er verschillen? In welk opzicht? In welke vormen van kunst en cultuur denk je je de komende tijd te gaan verdiepen? Heb je daar bepaalde redenen voor? 6
•
Beschrijf je verwachtingen van het vak CKV?
Maak je nog niet al te druk of je belevenissen wel onder "kunst" worden verstaan. Dat begrip is nogal ruim. Maar wat je in ieder geval niet opneemt in je verslag zijn sportwedstrijden, pretparken en strandvakanties Schrijfplan Maak een informatieve, maar persoonlijke tekst. Bepaal je hoofdgedachte; wat wil je dat de lezer van jou weet, na het lezen van de tekst. Doel van de kunstbiografie is ook dat je docent jou tips kan geven voor culturele activiteiten die op dit moment bij jou passen. Besteed aandacht aan de vormgeving van je tekst. De uiteindelijke versie is getypt, zoals alles wat je bij ckv aan tekst inlevert. Gebruik tussenkopjes en bedenk een passende titel. Plaatjes en tekeningen zijn erg welkom als illustratie. Denk ook eens aan tekstvakken voor deelonderwerpen die eigenlijk buiten je verhaal vallen, maar wel heel interessant zijn om op te nemen. Je tekst wordt ongeveer 500 - 800 woorden lang. Dat is niet veel, wees dus zuinig met je woorden. Afsluiting van het ckv jaar. 4 havo schrijft een eindreflectie en sluit daarmee het ckv jaar af. 4 vwo schrijft een balansverslag en sluit daarmee het eerste ckv jaar af. 5 vwo schrijft een eindreflectie en sluit daarmee de 2-jarige ckv periode af. Alle hiervoor vermelde verslagen en reflecties en de opdrachten die je tijdens de lessen doet, maken het voor jou mogelijk om een inhoudelijk en persoonlijk balansverslag en eindreflectie te maken; het is heel makkelijk om even terug te kijken in je kunstdossier en alles op een rijtje te hebben. In je balansverslag en/of je eindreflectie blik je terug op de voorgaande periode en probeer je onder woorden te brengen hoe jij je hebt ontwikkeld, wat jij daar allemaal aan gedaan hebt, wat er tegenviel, wat er meezat. Balansverslag 4 vwo. Je balansverslag schrijf je tegen het eind van het schooljaar. Als je je balansverslag gaat schrijven pak je je kunstbiografie erbij. Kijk naar je zelf gekozen culturele activiteiten van het afgelopen jaar. Als het goed is heb je die gespreid over de verschillende disciplines, heb je een duidelijke favoriete kunstvorm? Heb je je in je keuzes ergens door laten leiden (of door iemand)? Ga eens in al je reflecties op zoek naar waarderingswoorden (mooi, lelijk en dergelijke). Kijk eens of je daar een lijn in kunt ontdekken. (Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat je steeds 'rare' kunst negatief of juist positief waardeert, of dat je een duidelijk voorkeursdomein hebt.) Lees dus je eigen werk met de ogen van iemand anders en probeer dan je conclusies te trekken.
7
Vind je verder dat je dit jaar goed hebt gebruikt? Wat was je favoriete voorstelling, tentoonstelling, opdracht? Al schrijvend bouw je een beeld op van jezelf over het afgelopen jaar. Je docent gebruikt dit balansverslag (met je kunstdossier) om samen met de resultaten van je reflecties en praktische opdrachten je eindcijfer te bepalen. Je tekst heeft een lengte van ongeveer 400 woorden. Eindverslag 4 havo en 5 vwo. Met je eindverslag sluit je je ckv jaar of periode af. Je kunt op dezelfde manier werken als bij een balansverslag. Er is echter een belangrijk verschil: dit is je laatste. Kijk nu ook eens terug naar je kunstbiografie die je aan het begin van je ckv carrière hebt geschreven. Vind je dat je veel veranderd bent, heb je je smaak verder ontwikkeld? En in welke richting ben je gegaan? Had je dat aan het begin van de ckv periode van jezelf verwacht? Wat heeft de grootste indruk op je gemaakt bij de culturele activiteiten? Heb je het voor elkaar gekregen om meer over jezelf te weten te komen. Heeft kunst jou stof tot nadenken kunnen geven?
8
9
Bijlage Architectuur in Den Haag. Als je voor de culturele activiteit Architectuur een gebouw of monument gaat bezoeken gebruik dan de kijkwijzer architectuur achterin deze handleiding. Je kunt kiezen uit de volgende gebouwen en monumenten (bekijk en beschrijf het gekozen gebouw ook van binnen!): Rietveld in Den Haag: Huis van Mees, van Ouwenlaan 42 Hillebrandshuis, van Soutelandelaan 42 Koothuis, Ruychrocklaan 244 Wijburghuis, van Ouwenlaan 44 Berlage in Den Haag: Gemeente Museum, Stadhouderslaan 41 Kerk Berlage. Andries Bickerweg Rem Koolhaas (OMA) in Den Haag: Lucent Dans Theater, Spuiplein 150 Tweede Kamer, Plein 23 Souterrain Tramtunnel, Stadhuis Den Haag, Markt 87 Ministerie van VROM, Plesmanweg 1-6 Ministerie van Financiën, Korte Voorhout 7 Paleis Noordeinde, Noordeinde 68 Vredespaleis, Carnegieplein 2 Paleis Lange Voorhout, Lange Voorhout 9 Pulchri Studio, Lange Voorhout 15 Ridderzaal, Binnenhof 14 Haags Historisch museum, Korte Vijverberg 7
10
De Ervaringswijzer 1
Inleiding Naar welke culturele activiteit ben je geweest? Wanneer ben je er geweest? Met wie ben je er geweest? Leg uit waarom je hebt gekozen voor deze culturele activiteit? vwo Heb je ervaring met het bezoeken van culturele activiteiten uit deze discipline? Zo ja welke culturele activiteiten heb je eerder bezocht? Wat verwachtte je en waarom verwachtte je dat? Heeft bijvoorbeeld de mening van anderen, een recensie, programma op tv of poster je verwachtingen beïnvloed? vwo Beschrijf de sfeer die je bij binnenkomst voelde. Eerste persoonlijke ervaring Wanneer je een tentoonstelling of museum bezoekt kies je één kunstwerk uit dat je aanspreekt. De volgende vragen hebben betrekking op het door jou gekozen kunstwerk. Er wordt in de vragen gesproken over het ‘kunstwerk’, daarmee bedoelen we de voorstelling, dans, muziekstuk, film, gebouw enz. 2
Eerste persoonlijke ervaring Hoe heet het kunstwerk? Wie heeft het gemaakt? Wanneer is het gemaakt? Wat zijn je eerste reacties op het kunstwerk? Wat viel je meteen het eerste op tijdens het kijken/luisteren naar het kunstwerk? Waar doet hetgeen je zag/hoorde je aan denken? Wordt er een voor jou bekend verhaal verbeeld bijv. sprookjes, Bijbelverhalen, mythes, enz.? vwo Omschrijf de sfeer tijdens het bekijken/beluisteren van het kunstwerk: 3
Persoonlijke ervaring in relatie tot de activiteit Welk gevoel heb je tijdens of vlak na het bekijken/beluisteren van het kunstwerk bij jezelf herkend? Trekt hetgeen je gezien/gehoord hebt je aan of stoot het je juist af? Benoem een aantal specifieke voorbeelden. vwo Welk gedeelte of element van het kunstwerk heeft de meeste indruk op je gemaakt? vwo Op welke manier wordt je bij het kunstwerk betrokken? Speelt de locatie van het kunstwerk een rol in jouw beleving? Leg uit waarom wel of niet. Persoonlijke ervaring in relatie tot de betekenis van de activiteit Wat is het volgens jou het thema van het kunstwerk? vwo Zet het werk jou aan tot het stellen van vragen over jou en de wereld? Welke vragen? 4
11
Wat voor betekenis heeft het werk voor jou persoonlijk? Heb je een idee wat de maker (kunstenaar) met dit werk wil vertellen? Bij architectuur en gebruiksvoorwerpen: Voor wie is het bedoeld? Welke titel heeft het werk? Heeft de titel invloed op jouw manier van kijken naar het kunstwerk? 5
Persoonlijke ervaring in relatie tot de context van de activiteit Sluit het kunstwerk aan bij jou persoonlijke beleving? Leg uit waarom wel of niet. vwo Herken je elementen in het kunstwerk die voorkomen in het dagelijks leven? Stel dat jij de regisseur, tentoonstellingsmaker of choreograaf was wat had je dan anders gedaan zodat het werk meer aansluit bij deze tijd? vwo Probeer te beschrijven welk effect het kunstwerk op je had, breng dit in verband met de bedoeling van de kunstenaar, regisseur of choreograaf. 6
Concluderend: Je mening Wat vind je van het kunstwerk? Wat maakt dat je dit vindt? Beschrijf je in je eigen woorden in minimaal 10 zinnen wat jouw mening over het kunstwerk is. Verklaar je antwoord, dus niet volstaan met goed / niet goed. Is je houding ten opzichte van deze vorm van kunst door deze culturele activiteit veranderd? Kun je aangeven wat die verandering inhoudt?
Deze ervaringswijzer vind je op het blog als word bestand. http://segbroekckv.wordpress.com/kijkwijzers/ Download het bestand vul het in en mail het naar je docent.
12
Beoordelingscriteria ckv ervaringswijzer Beoordelings Verdiepingsniveau G item Inhoud wijzer De wijzer geeft een goed beeld van de CA en bevat extra informatie. Verwerking Lln kan de van de informatie goed informatie en zelfstandig verwerken. Vragen
Correcte interpunctie
De vragen zijn goed verwerkt er is zelfs verdieping gegeven. Er staat geen enkele spelfout in de tekst. Interpunctie is foutloos toegepast.
Werk plannen
Lln kan werk zelfstandig plannen.
Taalfouten
Basisniveau De wijzer bevat genoeg informatie. Lln kan de informatie goed verwerken, maar heeft wel wat hulp nodig. De vragen zijn voldoende verwerkt Een spelfout is een uitzondering Interpunctie is op een enkele uitzondering na foutloos toegepast. Lln kan met weinig hulp zijn werk plannen.
V
Onvoldoende niveau De wijzer geeft geen beeld van de CA en bevat weinig informatie Lln heeft altijd hulp nodig bij het verwerken van de informatie. De vragen zijn niet of nauwelijks verwerkt Er komen veel spelfouten in de tekst voor. Leestekens (punten, komma’s) en hoofdletters ontbreken of zijn foutief toegepast. Ondanks intensieve hulp lukt het plannen niet.
13
O
De recensie voorbereiding Zoek van tevoren informatie over de inhoud van de voorstelling of over de artiest. Als je naar een musical of toneelstuk gaat, kun je bijvoorbeeld kijken of er ook een film van dit stuk is gemaakt. Zorg dat je fris en onbevangen op je stoel zit, maar kijk niet naar de voorstelling zoals je naar bijvoorbeeld een soap kijkt. Blijf kritisch en actief! de inhoud van de recensie -
-
-
Je moet de lezer informatie verschaffen: beschrijf de voorstelling, geef kort de inhoud weer. Richt je in gedachten tot een concrete doelgroep of lezer. Maak spaarzaam gebruik van het woordje “ik”, en controleer je tekst op spelfouten. In een apart kadertje vermeld je de credits: de feitelijke gegevens over het onderwerp (kunstenaar, titel etc.). Een met argumenten onderbouwd waardeoordeel over de culturele activiteit staat in een recensie centraal. Geef je mening. Overtuig je publiek dat wij die tentoonstelling of film wel of niet moet bezoeken. Je recensie moet overtuigen en misschien activeren. In feite schrijf je dus een betoog. Plaats het geheel in een ruimere context (bijv. het oeuvre van de kunstenaar, ontwikkelingen in de discipline, de tijdsgeest), maak vergelijkingen.
de structuur van de recensie -
-
-
een pakkende kop In de inleiding maak je duidelijk wat je gaat bespreken. Doe dit met een goede openingszin, een citaat, of een korte beschrijving van een scène. Zorg ervoor dat je ‘kop’ en openingszinnen aandacht trekken. In de kern zul je informatie moeten verstrekken over het boek, toneelstuk of film etc. het verhaal: vertel globaal waar het over gaat, zonder dat je daarbij in detail treedt of de afloop verraadt. Recensenten mogen nooit de ‘crux’ of afloop verklappen! de vormgeving: bespreek kort de wijze waarop het verhaal verteld wordt, bijvoorbeeld de cameravoering, belichting, montagetechnieken, acteer- of zangprestaties, interactie met het publiek, het soort humor of spanning, choreografie, kenmerken van het genre, etc. Gebruik de kunstwijzer! de betekenis: wat is de boodschap, de moraal van het verhaal. Het allerbelangrijkste van de kern is het formuleren van jouw mening. Onderbouw je mening overtuigend met argumenten. Betrek hierbij relevante gegevens uit de ervaringswijzer, en haal concrete voorbeelden aan. Maak een vergelijking met andere films / concerten / genres... Het slot bevat je conclusie: jouw eindoordeel, en eventueel een (positief of negatief) advies aan je publiek en misschien wel aan de maker van de voorstelling,
14
tentoonstelling of film. Bedenk een pakkende slotzin als uitsmijter. vormgeving Je recensie moet inhoudelijk en qua vormgeving klaar zijn om geplaatst te worden in een krant of een tijdschrift: - plaats tekst en beeld op één A-4tje in een mooie en duidelijke lay-out - zorg voor een toepasselijke vormgeving - zorg voor verzorgde en samenhangende vormgeving binnen je verslag en binnen je dossier - zorg voor illustraties
15
Beoordelingscriteria ckv recensie Beoordelings item Inhoud recensie Verwerking van de informatie Eisen
Taalfouten Correcte interpunctie
Werk plannen Conclusie/ eigen mening
Verdiepingsniveau De recensie geeft een goed beeld van de CA en bevat extra informatie. Lln kan de informatie goed en zelfstandig verwerken. De eisen zijn goed verwerkt er is zelfs verdieping gegeven. Er staat geen enkele spelfout in de tekst. Interpunctie is foutloos toegepast. De schrijver heeft de tekst laten nakijken door een deskundige. Lln kan werk zelfstandig plannen. De slotconclusie is goed onderbouwd met argumenten die niet alleen de mening van de schrijver weergeven maar ook de lezer ook extra informatie verstrekt.
G
Basisniveau De recensie bevat genoeg informatie. Lln kan de informatie goed verwerken, maar heeft wel wat hulp nodig. De eisen zijn voldoende verwerkt Een spelfout is een uitzondering Interpunctie is op een enkele uitzondering na foutloos toegepast. Lln kan met weinig hulp zijn werk plannen. De slotconclusie is voldoende onderbouwt, de mening van de schrijver wordt voldoende weergegeven.
V
Onvoldoende O niveau De recensie geeft geen beeld van de CA en bevat weinig informatie Lln heeft altijd hulp nodig bij het verwerken van de informatie. De eisen zijn niet of nauwelijks verwerkt Er komen veel spelfouten in de tekst voor. Leestekens (punten, komma’s) en hoofdletters ontbreken of zijn foutief toegepast. Ondanks intensieve hulp lukt het plannen niet. De slotconclusie is onvoldoende onderbouwd en de mening van de schrijver komt onvoldoende over.
16
De mondelinge presentatie Een van de culturele activiteiten wordt mondeling gepresenteerd. De tijdsduur van je mondelinge presentatie is maximaal 7 minuten en minimaal 4 minuten. Je mag de mondelinge presentatie alleen doen, maar je mag ook samenwerken met een klasgenoot. Bij de keuze van een activiteit kun je daarmee rekening houden. Als je samen met een klasgenoot de MP doet doe je dat in de vorm van een natuurlijk gesprek. Je oefent met zijn tweeën vooraf tot de spreekbeurt het karakter heeft van een natuurlijk gesprek. Het moet lijken op een gesprek dat mensen voeren over de voorstelling als je na afloop je jas aantrekt. Het is raadzaam dit toneelspelletje van tevoren uit te schrijven, uit het hoofd te leren en te oefenen. Tenzij je kunt improviseren, aan de voorstelling kunt denken, en de kwaliteit van wat je zegt tegelijkertijd in de gaten kunt houden. Het is een gesprek waarbij meningen, al dan niet tegenstrijdig, uitgewisseld worden op niveau. Je schrijft je dialoog uit, die wordt samen met de MP beoordeelt door je CKV docent. Kies je ervoor om alleen een presentatie te doen dan ondersteun je je MP met beeld middels een PowerPoint of een Prezi (of een filmpje). Het beeld dat je kiest ondersteunt jouw verhaal. Let erop dat je niet je gesproken tekst op het beeld verschijnt, dat is heel saai voor je toehoorders. Print je presentatie uit, dit wordt samen met je MP beoordeelt door je CKV docent.
Dialoog, Jan Snoeck (2001)
17
Beoordelingscriteria ckv Mondelinge Presentatie Beoordelings item Hoeveelheid verzamelde informatie Verwerking van de informatie
Verdiepingsniveau
Inhoud presentatie
De presentatie geeft een goed beeld van de CA en bevat extra informatie. De presentatie is boeiend en informatief. Er is een originele vorm gevonden die de presentatie meerwaarde geeft.
Presentatie
Eisen
Werk plannen
Er is extra informatie verzameld. Lln kan de informatie goed en zelfstandig verwerken.
De eisen zijn goed verwerkt er is zelfs verdieping gegeven. Lln kan werk zelfstandig plannen.
G
Basisniveau Er is voldoende informatie verzameld. Lln kan de informatie goed verwerken, maar heeft wel wat hulp nodig. De presentatie bevat genoeg informatie. De presentatie is boeiend en informatief. de vorm is niet origineel maar goed gekozen bij de inhoud.
V
Onvoldoende O niveau Er is geen informatie verzameld Lln heeft altijd hulp nodig bij het verwerken van de informatie. De presentatie geeft geen beeld van de CA en bevat weinig informatie
De eisen zijn voldoende verwerkt
De presentatie is niet boeiend, wordt voorgelezen. De vorm van de presentatie ondersteunt de inhoud niet. De eisen zijn niet of nauwelijks verwerkt
Lln kan met weinig hulp zijn werk plannen.
Ondanks intensieve hulp lukt het plannen niet.
18
CKV City Trip 4 havo en 5 vwo: Aan het begin van dit schooljaar bezoekt 4 havo Berlijn, en 5 vwo bezoekt Barcelona. Tijdens dit bezoek doe je een goede indruk op van de culturele en kunstzinnige activiteiten die de stad biedt. Maak een brochure voor een kunstreis naar Berlijn/Barcelona, gebruik onderstaande opdrachten om je goed voor te bereiden en je te helpen met het maken van de brochure. 4 havo en 4 vwo: Aan het eind van het schooljaar heb je een aantal culturele activiteiten ondernomen, de meeste van die activiteiten zullen zich in Den Haag hebben afgespeeld, je hebt in het afgelopen jaar een goede indruk gekregen van wat zich in Den Haag op kunst en cultuur afspeelt. Als afsluiting van het jaar maak je een brochure voor een kunstreis naar Den Haag, ook hiervoor gebruik je de onderstaande opdrachten. Opdracht 1: a. b. c. d.
Symbool van de stad
Wat is jouw eerste associatie met Berlijn/Barcelona/Den Haag? Vul aan: “Denkend aan (Berlijn/Barcelona/Den Haag) zie ik … “ Wat is, voor jou, het bekendste beeld/symbool/gebouw/kunstwerk o.i.d. van Berlijn/Barcelona/Den Haag? Doe onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van dit beeld/symbool/etc. (wie – wat – waar – wanneer – hoe – waarom etc.?) en schrijf ½ A4 hierover. Waarom is juist dit (voor jou) zo’n bijzonder fenomeen in “jouw” stad?
Opdracht 2:
Architectuur
a.
Maak een top 5 van gebouwen waarvan jij vindt dat je die zeker gezien moet hebben als je Berlijn/Den Haag/Barcelona bezoekt. Leg per gebouw uit wat jij er bijzonder aan vindt.
b.
Van 3 van de 5 gebouwen beschrijf je per gebouw: welk gebouw (naam) architect(en) tijd waarin het gebouwd is (jaartallen)
Opdracht 3: a.
Beeldende kunst
Welke (toonaangevende) musea zijn er in de stad van jouw keuze te vinden? Noem er minimaal 3. Per museum beschrijven: naam van het museum Beschrijf de vaste collectie. welke 3 topstukken uit de kunstgeschiedenis zijn er te zien? Naam kunstwerk
19
b.
Naam kunstenaar Jaartal(len) Toon een afbeelding welke tijdelijke tentoonstelling is er nu te zien?
Welke 2 van de hierboven beschreven musea vind jij dat je gezien moet hebben bij een bezoek aan de stad? Leg uit waarom je dat vindt.
Opdracht 4:
Theater en Muziek
a.
Maak een overzicht van de 3 belangrijkste theaters en concertzalen in de stad van jouw keuze.
b.
Wat voor soort voorstellingen zijn er te zien? Geef 3 titels per theater of concertzaal, met een korte omschrijving, uit het huidige seizoen Welke voorstelling zou je zelf willen bezoeken? Licht je antwoord toe.
c.
Opdracht 5: a.
b.
De kunstenaar
Ga na welke beroemde kunstenaars de stad van jouw bestemming heeft voortgebracht. Noem er minimaal 3. Vermeld: Naam (+ zo mogelijk een foto / afbeelding) geboorte- en sterftejaar kunstdiscipline (bijv. fotografie / muziek / dans etc.) Wat vind jij van (het werk van) deze kunstenaars? Licht je antwoorden toe.
20
CKV City Trip: Maak een brochure voor een kunstreis naar de stad die je bezocht hebt met school: -
-
-
Schrijf een algemeen wervende openingstekst. Geef een overzicht van de highlights van de stad (die je uit de voorgaande opdrachten haalt), waarbij je de bijzonderheden bepreekt en je je lezers enthousiast maakt om die bezienswaardigheden/musea/tentoonstellingen/ (theater)voorstellingen/concerten etc. te bezoeken. Besteed hierbij ook aandacht aan de actualiteit (wat is er nu te zien, te beleven – wat is er nu interessant?) Besteed ook aandacht aan andersoortige activiteiten (op het gebied van sport/vrije tijd/uitgaan/winkelen/uit eten/verblijf in hotels, pensions e.d.) Noem hiervan een aantal voorbeelden die bijzonder zijn voor de stad van jouw werkweekbestemming. Voeg illustraties e.d. toe en giet het geheel in de vorm van een (kleurrijke) brochure die de aandacht trekt. Maak er iets moois van!
21
Beoordelingscriteria ckv Brochure Beoordelings item Hoeveelheid verzamelde informatie Inhoud brochure
Vormgeving Brochure
Verwerking van de informatie Eisen
Werk plannen
Verdiepingsniveau Er is extra informatie verzameld. De brochure is sterk uitnodigend en gevarieerd. Hij geeft een goed beeld de stad en bevat extra informatie. Tekst en plaatjes passen logisch bij elkaar en er is gezocht naar een bijzondere combinatie. De hoofdzaken vallen duidelijk op. Lln kan de informatie goed en zelfstandig verwerken. De eisen zijn goed verwerkt er is zelfs verdieping gegeven. Lln kan werk zelfstandig plannen.
G
Basisniveau Er is voldoende informatie verzameld. De brochure is uitnodigend en geeft een goed beeld van stad. Hij bevat genoeg informatie. Tekst en plaatjes passen logisch bij elkaar.
V
Onvoldoende niveau Er is geen informatie verzameld De brochure is weinig uitnodigend, en niet informatief. Hij geeft geen beeld van de stad. Tekst en plaatjes passen niet bij elkaar.
Lln kan de informatie goed verwerken, maar heeft wel wat hulp nodig. De eisen zijn voldoende verwerkt
Lln heeft altijd hulp nodig bij het verwerken van de informatie.
Lln kan met weinig hulp zijn werk plannen.
Ondanks intensieve hulp lukt het plannen niet.
De eisen zijn niet of nauwelijks verwerkt
22
O
23