Voortgangsdossier havo 4 en vwo 4 Schooljaar 2015 - 2016
Voortgangsdossier havo 4 en vwo 4 Schooljaar 2015 - 2016
Voorwoord 1. Indeling van het schooljaar
2. Toetsen 2.1 Voortgangs- en SE-toetsen 2.2 Rooster toetsweken 2.3 Inhaal- en herkansingstoetsen 2.3.1 Procedure inhaaltoetsen 2.3.2 Inhaal- en herkansingsregeling 2.3.3 Moment inhaal- en herkansingstoets 2.4 Toetsingsreglement 2.5 Onregelmatigheden 2.6 Beroepsmogelijkheden 2.6.1 Aantekening bezwaar 2.6.2 Commissie van Beroep 3. Bevordering 3.1 Bevordering in woorden (vwo 4) 3.2 Schema bevordering (vwo 4) 3.3 Bevordering in woorden (havo 4) 3.4 Schema bevordering (havo 4) 3.5 Geldigheidsduur SE-resultaten
4. Ontheffingen 4.1 Ontheffing voor lichamelijke opvoeding 4.2 Ontheffing voor moderne vreemde taal
5 Lijst van afkortingen
6 Programma per vak 6.1 Betekenis van de kolommen
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 2
Voorwoord In dit Voortgangsdossier wordt beschreven hoe het programma van klas 4 van de bovenbouw havo en vwo is samengesteld. In de bovenbouw wordt gewerkt volgens een methode waarbij een flink beroep wordt gedaan op verantwoordelijkheidsbesef en op studievaardigheden waarmee je in de onderbouw al kennisgemaakt hebt. Zorgvuldig plannen, zelfstandig werken, actief studeren, samenwerken e.d. zijn in de bovenbouw van het grootste belang. We hopen dat jullie het zelfstandig en verantwoordelijk studeren in de bovenbouw goed onder de knie krijgen en deze periode met succes zullen afsluiten. Voor de leesbaarheid van dit Examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting wordt de examenleerling steeds aangeduid met leerling en hij. Het zal duidelijk zijn dat hiermee alle leerlingen, niet alleen de jongens, maar ook de meisjes, worden bedoeld. Waar de term ouders gebruikt wordt, moet steeds gelezen worden ouder(s)/verzorger(s). Waar kernteamleider vermeld wordt, moet steeds gelezen worden de betreffende kernteamleider van de leerling). Waar secretaris van het examen staat vermeld, wordt de heer Meutstege bedoeld, waar voorzitter van het examen staat wordt mevrouw Krist bedoeld..
Mw. C.E. Krist - Spit, onderwijsdirecteur havo/vwo Mw. E.T. Neutel, kernteamleider havo bovenbouw Dhr. K. Termaat, kernteamleider vwo bovenbouw Dhr A.J.H. Meutstege, examensecretaris havo/vwo september 2015
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 3
1. Indeling van het schooljaar Het schooljaar is in leerjaar vwo 4 en havo 4 opgedeeld in vijf periodes.
2. Toetsen In de eerste drie periodes worden toetsen tijdens de les en/of tijdens de toetsbanden afgenomen. De toetsband voor havo 4 is op woensdag het 1e en 2e uur, de toetsband voor vwo 4 is op dinsdag het 1e uur. De periodes 4 en 5 worden telkens afgesloten met een toetsweek.
2.1 Voortgangstoetsen en SE-toetsen In havo 4 en vwo kunnen afgenomen toetsen en cijferopdrachten meetellen voor het voortgangsdossier en/of het examendossier. Examendossiertoetsen maken deel uit van het schoolexamencijfer, waarmee de leerling het centraal examen ingaat. Voortgangstoetsen maken deel uit van het overgangscijfer. De overgangsregeling is gebaseerd op de cijfers van de voortgangstoetsen. In de laatste periodes van het vierde leerjaar komt de nadruk daarnaast ook steeds meer te liggen op schoolexamentoetsen.
2.2 Rooster toetsweken toetsweken periode 4 periode 5
data 18-22 april 2016 27 juni-1 juli 2016
De data van de toetsweek zijn onder voorbehoud. Om organisatorische redenen kan de toetsweek met een dag verkort of verlengd worden.
2.3 Inhaal- en herkansingstoetsen Deelname aan een SE-onderdeel of voortgangstoets betekent, dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. Wanneer een leerling niet in staat is een toets te maken, dient hij voor de aanvang van dit onderdeel zeer bijzondere (familie)omstandigheden (ernstige ziekte, overlijden) alsook eigen ziekte/blessures te melden bij de leerlingcoördinatoren. De kernteamleider stelt vast, of de leerling in dat geval in staat is de betreffende opdracht uit te voeren. Op het met geldige reden afwezig zijn wordt streng gecontroleerd. Geen geldige redenen zijn bijvoorbeeld: ingepland artsbezoek, bezoek fysiotherapeut, tandarts, open dag, rijles- en of rijexamen.
2.3.1 Procedure inhaaltoetsen Wanneer leerlingen een toets hebben gemist met een geldige reden, dan geldt het volgende: - De leerling meldt zich zo snel mogelijk na de gemiste toets bij de docent om het inhalen van de toets af te spreken. De leerling haalt een niet gemaakte toets in op een door de docent of vakgroep vastgesteld tijdstip. Bij niet gemaakt werk wordt door de docent administratief het voorlopige cijfer 1,0 toegekend. Dat cijfer blijft staan tot het werk alsnog gemaakt of ingeleverd is. Wanneer leerlingen een toets reden hebben gemist zonder een geldige reden, dan geldt het volgende: - De leerling krijgt niet de gelegenheid de toets in te halen. Het cijfer 1,0 wordt als vervangend cijfer op de plek van de toets ingevuld. De geldigheid van afwezigheid is ter beoordeling aan de kernteamleider.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 4
Mocht een leerling meer dan twee toetsen met een geldige reden gemist hebben, dan vindt overleg plaats tussen de mentor, de leerlingcoördinator, de leerling en eventueel de betreffende docenten om een werkbaar inhaalprogramma vast te stellen. Bij niet aanwezig zijn op het moment van inhalen vervalt het recht op inhalen en wordt als vervangend cijfer een 1,0 vastgesteld. Vanaf periode 5 heeft de leerling het recht gebruik te maken van de inhaal- en herkansingsregeling (zie 2.3.2). Bij leerlingen die in leerjaar 4 of in vwo 5 doubleren vervalt dat recht voor de toets van periode 5.
2.3.2 Inhaal- en herkansingsregeling De inhaal- en herkansingsregeling is van toepassing op SE-toetsen vanaf periode 5 in leerjaar havo 4 en vwo 4 tot en met de laatste toetsperiode in de examenklas en heeft betrekking op schriftelijke, mondelinge en luistertoetsen, op herkansbare praktische opdrachten en op de vijf beoordelingsmomenten van het profielwerkstuk. De regeling is in eerste instantie bedoeld om toetsen of praktische opdrachten, die om een geldige reden gemist zijn, in te halen. In tweede instantie, wanneer een leerling de herkansingsmogelijkheid nog over heeft (dus geen regulier toetsmoment heeft gemist), is de regeling bedoeld om de leerling in de gelegenheid te stellen een toets of praktische opdracht te herkansen. Hij kan herkansen als hij een resultaat wil verbeteren. In geval van herkansing geldt het hoogste cijfer. Bij niet aanwezig zijn op het moment van inhalen of herkansen vervalt het recht op een herkansing.
2.3.3 Moment inhaal/herkansingstoets Moment herkansing: Maandag 3 september 2016
Intekening week 28
Inschrijven voor een inhaaltoets of herkansing gebeurt via het intekenprogramma TIP op de computer. De handleiding daarvoor wordt gepubliceerd op het prikbord bij het bureau bovenbouw. Bij inschrijven voor een herkansing ontvangt de leerling een mail als bewijs van inschrijving. Bij de inhaaltoetsen en herkansingen neemt de leerling zelf de toegestane of verplichte hulpmiddelen van huis mee, inclusief de Binas. Om praktische redenen worden bij inhaal- en herkansingstoetsen Bosatlassen voor het vak aardrijkskunde door school verschaft. Bij bureau bovenbouw (kamer 14) hangen enige dagen voor de inhaal/herkansingstoets overzichtslijsten waarop te zien is, wanneer en waar de toets wordt afgenomen.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 5
2.4
Toetsingsreglement
De afspraken hieronder gelden voor alle toetsen. De leerling wordt strikt aan deze afspraken gehouden; overtreding ervan wordt gezien als onregelmatigheid waarvoor de sancties van toepassing zijn die in het PTA genoemd worden.
De leerling wordt op tijd in het toetslokaal verwacht; Een leerling die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na aanvang van de zitting tot die zitting worden toegelaten, maar heeft geen recht op tijdsverlenging.
Jassen en tassen mogen niet meegenomen worden in het toetslokaal; de leerling moet ze opbergen in de kluisjes. Misschien ten overvloede: mobiele telefoon, mp3 of soortgelijke apparatuur zijn ook absoluut verboden, ze mogen niet meegebracht worden in het toetslokaal.
Er is een basispakket aan hulpmiddelen dat bij elke toets meegenomen en gebruikt mag worden, nl. schrijfgereedschap, liniaal, passer, vlakgom en geodriehoek. Let wel, de elektronische en de grafische rekenmachine behoren niet tot het basispakket en zijn alleen voor bepaalde vakken toegestaan. Hulpmiddelen mogen niet uitgeleend worden tijdens de toets. In de toetsweken wordt door de school gezorgd voor Binasboeken e.d. bij toetsen waar dit hulpmiddel is toegestaan.
Eten in het toetslokaal is niet toegestaan.
Al het werk (m.u.v. grafieken en tekeningen e.d.) moet met pen (en níet met potlood) geschreven worden.
Voordat de leerling het werk inlevert, controleert hij of hij op elk blad het vak, zijn naam, zijn klas en de naam van de docent heeft vermeld.
Tijdens de toets is elke vorm van communicatie verboden.
De leerling blijft tot het moment waarop het wordt opgehaald verantwoordelijk voor het eigen werk.
Vertrekken is alleen toegestaan met toestemming van de surveillant.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 6
2.5
Onregelmatigheden
Overeenkomstig art. 5 lid 1 van het Eindexamenbesluit kunnen tegen een kandidaat, die zich aan enig onderdeel van het eindexamen onttrekt of die zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, door de voorzitter van het examen maatregelen worden genomen. De maatregelen bedoeld in dit artikel, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: de toekenning van het cijfer 1 voor een toets van het SE of het CE, de ontzegging van deelname of verdere deelname aan een of meer zittingen van het SE of het CE, het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of het CE, de bepaling dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de voorzitter van het examen aan te wijzen onderdelen. Als zo’n hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het CE, legt de kandidaat het examen af in het volgend tijdvak van het CE, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Onder een onregelmatigheid wordt in elk geval verstaan: Het op onrechtmatige wijze vooraf kennis verkrijgen van opgaven van het SE en/of het CE, Het tijdens het SE en/of het CE bij zich hebben van middelen die op de aan de orde zijnde stof betrekking hebben, dan wel van andere middelen die de uitslag kunnen beïnvloeden, zonder dat dit blijkens de omschrijving in het PTA is toegestaan, Het tijdens het SE en/of het CE, mondeling, schriftelijk, digitaal of anderszins communiceren met een andere leerling zonder uitdrukkelijke toestemming van de toezichthouder op het examen, Het spieken of het aanleiding geven tot spieken tijdens het SE en/of het CE, Het zonder geldige reden, dit ter beoordeling van de voorzitter en de secretaris van het examen, in overleg met de kernteamleider, afwezig zijn gedurende een of meer toetsen van het SE resp. een of meer toetsen van het CE, Het niet inleveren binnen de gestelde termijn, van praktische opdrachten en/of handelingsopdrachten, deel uitmakend van het examendossier, zonder dat er naar het oordeel van de voorzitter en de secretaris van het examen, in overleg met de kernteamleider, sprake is van overmacht, Het overnemen van bestaand materiaal (uit boeken, van het internet, e.d.) bij het uitvoeren van het profielwerkstuk, praktische en/of handelingsopdrachten en dit als authentiek werk ter beoordeling aanbieden. Voordat een beslissing wordt genomen, worden alle partijen gehoord. De beslissing van de voorzitter van het examen wordt daarna schriftelijk aan de leerling meegedeeld.
2.6
Beroepsmogelijkheden
Een leerling die beroep wil aantekenen tegen enig SE-resultaat kan dat binnen de daarvoor gestelde termijn doen bij achtereenvolgens de kernteamleider en de Commissie van Beroep.
2.6.1 Aantekening bezwaar Een leerling die niet akkoord gaat met de beoordeling van enige toets, praktische opdracht, handelingsopdracht of van het profielwerkstuk, neemt daarover in eerste instantie contact op met de betreffende examinator. De leerling heeft altijd recht op inzage in het gemaakte werk. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, kan hij binnen uiterlijk drie dagen na kennisgeving van de beoordeling schriftelijk bezwaar aantekenen bij de kernteamleider. De kernteamleider hoort de leerling en zal indien nodig de examinator en/of mentor raadplegen. De kernteamleider neemt een besluit, dat kan leiden tot acceptatie of tot een vervolgprocedure. De kernteamleider deelt het besluit schriftelijk mee aan de leerling.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 7
2.6.2 Commissie van Beroep Tegen een besluit genoemd in artikel 2.5 of 2.6.1. kan de leerling hoger beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep. Hij richt zich daarvoor binnen vijf dagen nadat het besluit schriftelijk aan hem is meegedeeld tot de Commissie van Beroep. Deze commissie bestaat uit drie leden, t.w. een docent, een lid van de Ouderraad en een lid van de schoolleiding niet behorende tot de betrokken onderwijssoort. Het is niet toegestaan dat een commissielid ouder/verzorger is van de betreffende leerling, ofwel in een zodanige relatie tot de leerling staat dat een objectieve beoordeling van het beroep belemmerd wordt. In deze situatie vult de commissie zichzelf aan door het toevoegen van andere betreffende leden. Een beroep wordt schriftelijk ingediend via onderstaand adres: Het Assink lyceum t.a.v. Commissie van Beroep Postbus 157 7480 AD Haaksbergen. De Commissie van Beroep hoort beide partijen en beslist binnen twee weken over het beroep tenzij ze de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig een advies op aan de kernteamleider over de wijze waarop de leerling alsnog in de gelegenheid kan worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen, onverminderd het bepaalde in 2.5. De besluitvorming van de commissie komt tot stand bij gewone meerderheid van stemmen. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de leerling en aan de inspectie.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 8
3
Bevordering
3.1 Bevorderen in woorden (vwo 4) Deze bevorderingsregeling is alleen geldig voor vwo 4
Na periode 4 beslist de docentenvergadering of een leerling voorlopig wordt bevorderd naar de vijfde klas of voorlopig wordt afgewezen. De voorlopig afgewezen leerlingen hebben in periode 5 nog kans om te voldoen aan de overgangsnormen, de voorlopig bevorderde leerlingen dienen vormbehoud te tonen. De overgangsnormen zijn gebaseerd op de behaalde cijfers in het voortgangsdossier. Het voortgangsdossier omvat het gehele schooljaar, terwijl het examendossier vooral gebaseerd is op het einde van het schooljaar.
Overgangsnormen: 1) De cijfers voor ckv en lo moeten voldoende of goed zijn. Van de overige eindexamenvakken wordt een afgerond geheel eindcijfer bepaald. Op basis van deze eindcijfers en op basis van de cijfers voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) wordt vervolgens bekeken of een leerling bevorderd kan worden. 2) Op basis van de eindcijfers gelden de volgende overgangsnormen: - Alle eindcijfers zijn een 6 of meer. of één eindcijfer is een 5 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. of één eindcijfer is een 4 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. Bovendien is het gemiddelde eindcijfer een 6,0 of meer. of twee eindcijfers zijn een 5 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. Bovendien is het gemiddelde eindcijfer een 6,0 of meer. of één eindcijfer is een 5 en één eindcijfer is een 4 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. Bovendien is het gemiddelde eindcijfer een 6,0 of meer. 3) Op basis van de cijfers voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) gelden de volgende overgangsnormen: - maximaal één eindcijfer is een 5 of meer en de rest een eindcijfer 6 of meer. - Of maximaal 2 eindcijfers zijn 5 en het andere eindcijfer een 7 of meer. Bovendien is de som van de niet-afgeronde cijfers voor de kernvakken samen 18,0 of meer. De leerling moet voldoen aan de overgangsnormen genoemd onder 1), 2) én 3). Een leerling wordt door de docentenvergadering besproken als die leerling aan de drie overgangsnormen zou voldoen indien één punt tekort buiten beschouwing wordt gelaten. De docentenvergadering kan in bijzondere gevallen dan alsnog beslissen de leerling te bevorderen. Rekenen wordt niet in de overgangsregeling meegewogen.
3.2 Schema normering bevordering (vwo 4) Deze bevorderingsregeling is alleen geldig voor vwo 4 (gebaseerd op de slaag/zakregeling bij het Centraal Examen)
bevorderingsregel algemeen
eis ckv / lo
eis wisA, B of C/entl/netl
voldoende of goed (minimaal 6,0 in cijfers)
eindcijfer maximaal éénmaal vijf, rest voldoende of maximaal tweemaal 5,0 en gemiddeld 6,0 (dus 18 punten voor de 3 vakken)
eindcijfers 1x5, overige vakken ≥ 6 eindcijfers 1x4, overige vakken ≥ 6, gemiddelde tenminste 6,0 eindcijfers 2x5, overige vakken ≥ 6, gemiddelde tenminste 6,0 eindcijfers 1x4 + 1x5, overige vakken ≥ 6, gemiddelde tenminste 6,0
Een leerling wordt door de docentenvergadering besproken als die leerling aan de drie overgangsnormen zou voldoen indien één punt tekort buiten beschouwing wordt gelaten. De docentenvergadering kan in bijzondere gevallen dan alsnog beslissen de leerling te bevorderen. Rekenen wordt niet in de overgangsregeling meegewogen. Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 9
3.3 Bevorderen in woorden (havo 4) Deze bevorderingsregeling is alleen geldig voor havo 4
Na periode 4 beslist de docentenvergadering of een leerling voorlopig wordt bevorderd naar de vijfde klas of voorlopig wordt afgewezen. De voorlopig afgewezen leerlingen hebben in periode 5 nog kans om te voldoen aan de overgangsnormen, de voorlopig bevorderde leerlingen dienen vormbehoud te tonen. De overgangsnormen zijn gebaseerd op de behaalde cijfers in het voortgangsdossier. Het voortgangsdossier omvat het gehele schooljaar, terwijl het examendossier vooral gebaseerd is op het einde van het schooljaar.
Overgangsnormen: 1) De cijfers voor ckv, lo en lob moeten voldoende of goed zijn. Van de overige eindexamenvakken wordt een afgerond geheel eindcijfer bepaald. Op basis van deze eindcijfers en op basis van de cijfers voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde A of B) wordt vervolgens bekeken of een leerling bevorderd kan worden. 2) Op basis van de eindcijfers gelden de volgende overgangsnormen: - alle eindcijfers zijn een 6 of meer. of één eindcijfer is een 5 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. of één eindcijfer is een 4 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. Bovendien is het gemiddelde eindcijfer een 6,0 of meer. of twee eindcijfers zijn een 5 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. Bovendien is het gemiddelde eindcijfer een 6,0 of meer. of één eindcijfer is een 5 en één eindcijfer is een 4 en de andere eindcijfers zijn een 6 of meer. Bovendien is het gemiddelde eindcijfer een 6,0 of meer. 3) Op basis van de cijfers voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde A of B) gelden de volgende overgangsnormen: - maximaal één eindcijfer is een 5 of meer en de rest een eindcijfer 6 of meer. - of maximaal 2 eindcijfers zijn 5 en het andere eindcijfer een 7 of meer. Bovendien is de som van de niet-afgeronde cijfers voor de kernvakken samen 18,0 of meer. De leerling moet voldoen aan de overgangsnormen genoemd onder 1), 2) én 3). Een leerling wordt door de docentenvergadering besproken als die leerling aan de drie overgangsnormen zou voldoen indien één punt tekort buiten beschouwing wordt gelaten. De docentenvergadering kan in bijzondere gevallen dan alsnog beslissen de leerling te bevorderen. Rekenen wordt niet in de overgangsregeling meegewogen.
3.4 Schema normering bevordering (havo 4) Deze bevorderingsregeling is alleen geldig voor havo 4 (gebaseerd op de slaag/zakregeling bij het Centraal Examen)
bevorderingsregel algemeen
eis ckv / lo/ lob
eis wisA of B/entl/netl
voldoende of goed (minimaal 6,0 in cijfers)
eindcijfer maximaal éénmaal vijf, rest voldoende of maximaal tweemaal 5,0 en gemiddeld 6,0 (dus 18 punten voor de 3 vakken)
eindcijfers 1x5, overige vakken ≥ 6 eindcijfers 1x4, overige vakken ≥ 6, gemiddelde tenminste 6,0 eindcijfers 2x5, overige vakken ≥ 6, gemiddelde tenminste 6,0 eindcijfers 1x4 + 1x5, overige vakken ≥ 6, gemiddelde tenminste 6,0
Een leerling wordt door de docentenvergadering besproken als die leerling aan de drie overgangsnormen zou voldoen indien één punt tekort buiten beschouwing wordt gelaten. De docentenvergadering kan in bijzondere gevallen dan alsnog beslissen de leerling te bevorderen. Rekenen wordt niet in de overgangsregeling meegewogen. Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 10
3.5 Geldigheidsduur SE-resultaten Leerlingen die doubleren, beginnen, voor wat betreft de niet-afgesloten SE-vakken, met een schone lei. In dit geval vervallen alle SE-resultaten van het schooljaar dat overgedaan wordt. Vrijstellingen van toetsen, praktische opdrachten of handelingsopdrachten worden, behoudens bijzondere omstandigheden en deze ter beoordeling van de kernteamleider, niet verleend. Een uitzondering hierop zijn de voldoende tot goede resultaten van SE-toetsen, die behaald zijn in periode 5, de leerling mag die laten gelden in het volgend schooljaar. Bij doubleren in havo 5, vwo 5 en vwo 6 blijven de behaalde cijfers uit havo 4, vwo 4 resp. vwo 5 bewaard. De startcijfers worden daarvoor als volgt vastgesteld: het gemiddelde cijfer, waarmee de leerling in het voorgaande jaar begonnen is wordt overgenomen als gemiddelde cijfer voor het nieuwe jaar, ongeacht kleine wijzigingen in wegingen en PTA. Bij grotere PTA-wijzigingen behouden vakgroepen zich het recht voor het startcijfer op een andere manier samen te stellen. Leerlingen die doubleren hebben recht op een vrijstelling van SE-vakken die met een voldoende eindcijfer zijn afgesloten.
4 Ontheffingen Ontheffingen kunnen binnen de bestaande regelgeving door de school worden verleend op individuele basis.
4.1 Ontheffing voor lichamelijke opvoeding Leerlingen die vanwege hun lichamelijke gesteldheid niet in staat zijn het vak lo te volgen kunnen daarvoor, met een verklaring van deskundigen, om ontheffing verzoeken bij de kernteamleider. Wordt de ontheffing verleend, dan wordt in overleg met de docent lo een alternatief programma overeengekomen.
4.2 Ontheffing voor moderne vreemde taal Leerlingen van het atheneum kunnen in speciale gevallen bij de voorzitter van het examen verzoeken om ontheffing van onderwijs in de taal Frans of Duits. Deze gevallen zijn: De leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op het leren van een taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op het leren van een taal De leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal De leerling volgt een NG- of NT-profiel en het onderwijs in taal verhindert naar verwachting het behalen van het diploma. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt in overleg vastgesteld door welk ander vak met soortgelijke studielast de betreffende taal wordt vervangen. De uiteindelijke beslissing hierover ligt bij de voorzitter van het examen. De beslissing wordt gemeld bij de onderwijsinspectie.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 11
5 Lijst van afkortingen ak anw biol bsm CE ckv CM dutl econ EM entl fatl GD gtc ges havo ho in int kua kubv kudr kumu ltc lv lo lob maat m&o nat netl NG NT po PD PTA pw rek SE scheik slu tw VD vwo wisA wisB wisC wisD
aardrijkskunde algemene natuurwetenschappen biologie bewegen, sport en maatschappij centraal examen culturele en kunstzinnige vorming profiel cultuur en maatschappij Duitse taal en literatuur economie profiel economie en maatschappij Engelse taal en literatuur Franse taal en literatuur gemeenschappelijk deel Griekse taal en cultuur geschiedenis hoger algemeen voortgezet onderwijs handelingsopdracht informatica internationalisering kunst algemeen beeldende vormgeving drama muziek Latijnse taal cultuur levensbeschouwing lichamelijke opvoeding loopbaanoriëntatie en –begeleiding maatschappijleer management en organisatie natuurkunde Nederlandse taal en literatuur profiel natuur en gezondheid profiel natuur en techniek praktische opdracht profieldeel programma van toetsing en afsluiting profielwerkstuk rekenen schoolexamen scheikunde studielastuur toetsweek vrije deel voorbereidend wetenschappelijk onderwijs wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 12
6 Programma per vak De leerlingen beschikken voor elk van hun vakken over een overzicht van het programma. De vakgroepen (subvakgroepen bovenbouw havo/vwo) hebben vooraf afspraken gemaakt over vorm, inhoud, weging, beoordelingscriteria en wijze van normering en procedures. De vakgroepen (subvakgroepen bovenbouw havo/vwo) zijn verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van het programma. De kernteamleiders bovenbouw h/v zien toe op een correcte uitvoering hiervan.
6.1 Betekenis van de kolommen Hieronder staat de betekenis van de kolomaanduidingen die in de overzichten per vak worden gebruikt: Periode: Het schooljaar is opgedeeld in 5 periodes. Deze kolom geeft aan in welke periode bepaalde stof en opdrachten aan de orde komen. Code: Dit is een administratieve code voor een toets of opdracht in een bepaalde periode. Omschrijving: Deze kolom geeft aan welke stof behandeld en bestudeerd wordt, resp. onderwerp is van toetsing of opdrachten. Afnamevorm: Schriftelijk, mondeling of praktisch Toetsvorm: Centraal: afname in de toetsweek Groep: afname in de toetsband Klassikaal: afname in de les Individueel: afname op afspraak Tijdsuur: Deze kolom vermeldt een of meer van de volgende tijdsaanduidingen: De duur van een toets De uiterste week voor het inleveren/afronden van opdrachten Indien deze kolom leeg is, betekent dit dat de einddatum van de opdracht de laatste dag van de periode uit kolom 2 is. VD weging Het cijfer duidt aan welk gewicht in het overgangsdossier aan het toetscijfer wordt toegekend. ED Weging Hier staat in percentages het gewicht van de toetsen en praktische opdrachten in het schoolexamen; met behulp van een + is aangegeven dat een opdracht naar behoren afgerond moet zijn.
Voortgangsdossier 2015 – 2016 havo 4 en vwo 4 Pagina 13