Kansenkaarten voor diensten op glasvezelinfrastructuur in Noord Brabant Uitkomsten van bijeenkomsten in de sectoren zorg, onderwijs en openbaar bestuur
In opdracht van de provincie NoordBrabant 2004.8005183
Dialogic innovatie & interactie Utrecht, 20 september 2005 Auteurs: Frank Bongers Sven Maltha Christiaan Holland
1
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave........................................................................................................3
1
Inleiding............................................................................................................5
2
Zorg...................................................................................................................6
2.1 Toegevoegde waarde van breedband voor de sector zorg in NoordBrabant .............6
2.2 Gebruik van breedband in de zorg in NoordBrabant ............................................7
2.3 Diensten in de Brabantse zorg ..........................................................................7
2.4 Uitwerking geselecteerde diensten.....................................................................9
2.5 Reflectie ...................................................................................................... 15
3
Onderwijs........................................................................................................17
3.1 Toegevoegde waarde van breedband voor de sector onderwijs in NoordBrabant.... 17
3.2 Gebruik van breedband in het onderwijs in NoordBrabant .................................. 19
3.3 Diensten in het Brabants onderwijs ................................................................. 20
3.4 Uitwerking geselecteerde diensten................................................................... 21
3.5 Reflectie ...................................................................................................... 27
4
Openbaar bestuur............................................................................................29
4.1 Toegevoegde waarde van breedband voor de sector openbaar bestuur in Noord
Brabant ....................................................................................................... 29
4.2 Gebruik van breedband in het openbaar bestuur in NoordBrabant ....................... 31
4.3 Diensten in het Brabants openbaar bestuur ...................................................... 31
4.4 Uitwerking geselecteerde diensten................................................................... 33
4.5
5
Reflectie ...................................................................................................... 39
Terugblik .........................................................................................................40
Bijlage 1 Gespreksverslagen..................................................................................42
Bijlage 2 Deelnemers bijeenkomsten.....................................................................50
3
4
1 Inleiding
De Provincie NoordBrabant wil uitvoering geven aan haar “Strategische agenda voor breedband in NoordBrabant”1. Binnen het nationale kader van de Breedbandnota van het ministerie van Economische Zaken en het advies van de Impulscommissie Breedband aan minister Brinkhorst wil de provincie komen tot versnelde uitrol van breedband en bijbehorende diensten en toepassingen via gerichte coördinatie van de bestaande lokale dynamiek op dit terrein2. Via krachtenbundeling van steden en provincie, maar ook door samenwerking in maatschappelijke sectoren als onderwijs en zorg, wordt beoogd de koppositie van NoordBrabant als innovatieve provincie te versterken. In het voorjaar van 2005 heeft Dialogic daartoe samen met de provincie NoordBrabant drie bijeenkomsten georganiseerd waar vertegenwoordigers uit de Brabantse sectoren zorg, onderwijs en openbaar bestuur van gedachten hebben gewisseld over de kansen die de koppeling en opschaling van breedbandinfrastructuren, in het bijzonder glasvezel, bieden voor de ontwikkelingen van nieuwe en innovatieve diensten in deze sectoren (zgn. kansenkaarten). De bijeenkomsten volgen op een inventarisatie van glasvezelinfrastructuren in NoordBrabant en een verkenning van kansen om deze infrastructuren op provinciaal niveau technisch te koppelen zoals in de andere twee deelrapportages aan de orde komt. Tijdens deze bijeenkomsten kwamen verschillende vragen aan de orde: Wat is de toegevoegde waarde van de koppeling van instellingen in uw sector met een glasvezelinfrastructuur? Gebruikt uw instelling momenteel breedband om in NoordBrabant samen te werken met andere instellingen? Wat zijn uw ervaringen daarmee? Welke projecten, producten en diensten worden er in uw sector (of instelling) mogelijk dankzij glasvezelinfrastructuur? Hoe kunnen deze kansen worden uitgewerkt? Welke rol spelen de verschillende partijen in deze kansen? De antwoorden op deze vragen moeten leiden tot een aantal “kansenkaarten” van concrete diensten die provinciebreed opgeschakeld kunnen worden. De vragen zijn in de drie afzonderlijke bijeenkomsten aan de orde gekomen. De beantwoording en bespreking van de vragen werd ondersteund met een elektronisch vergadersysteem. Dat is een lokaal computernetwerk dat groepen ondersteunt met communicatie en besluitvorming. Dit systeem beschikt over instrumenten om ideeën en commentaren groepsgewijs te verzamelen, te bewerken en te ordenen. Dit rapport geeft een overzicht van de resultaten van deze bijeenkomsten. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten zijn aanvullende gesprekken gevoerd met enkele afzonderlijke partijen in de drie sectoren om enkele concrete diensten voor breedband een stap verder te brengen. De resultaten van deze gesprekken staan in Bijlage 1. Het hoofdstuk bestaat uit vier delen. In de volgende paragrafen komen achtereenvolgens de sectoren zorg, onderwijs en openbaar bestuur aan de orde. De laatste paragraaf is een reflectie waarbij ondermeer aan de orde komt in hoeverre provinciale opschaling tussen de verschillende sectoren mogelijk is.
1
Provincie NoordBrabant (2004), Een Strategische Agenda voor Breedband in Brabant, Notitie, Den Bosch.
2
Zie Ministerie van Economische Zaken (2004), De Breedbandnota, Een kwestie van tempo en betere benutting, DGTP, april, publicatienummer 04TP18; Impulscommissie Breedband (2004), Naar een nationale strategie voor breedband, Advies van de Impulscommissie Breedband, Utrecht, 11 oktober 2004.
5
2 Zorg
De bijeenkomst met vertegenwoordigers uit de Brabantse zorgsector werd op 28 april op het Provinciehuis in ’sHertogenbosch gehouden. De zorgsector was breed vertegenwoordigd met deelname van 11 personen uit de vier Brabantse regio’s die afkomstig waren van verschillende type zorginstellingen, bijvoorbeeld ziekenhuizen, thuiszorg, GGDen en regionale ICT en zorgnetwerken.3 In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde: �
Toegevoegde waarde van breedband voor de sector zorg in NoordBrabant (2.1)
�
Gebruik van breedband in de zorg in NoordBrabant (2.2)
�
Diensten in de Brabantse zorg (2.3)
�
Uitwerking geselecteerde diensten (2.4)
�
Reflectie (2.5)
2.1 Toegevoegde waarde van breedband voor de sector zorg in Noord Brabant In deze paragraaf staat de volgende vraag centraal: Wat is de toegevoegde waarde bij de koppeling van zorginstellingen door middel van een glasvezelinfrastructuur? Snelle en veilige uitwisseling van (omvangrijke) medische gegevens tussen zorginstellingen. Daarbij speelt standaardisatie een rol. Binnen één domein, bijvoorbeeld borstkankeronderzoek, is gegevensuitwisseling eenvoudiger realiseerbaar dan tussen domeinen, omdat de verschillende partijen in borstkankeronderzoek dezelfde (technische) standaard hanteren. Overigens kan elektronische uitwisseling van medische gegevens pas gerealiseerd worden wanneer zorginstellingen papieren medische dossiers gedigitaliseerd hebben. Het wordt nog al eens onderschat hoe tijdrovend dat proces is. Een andere toegevoegde waarde is dat glasvezelinfrastructuren samenwerking tussen en binnen zorginstellingen stimuleren. Daarmee wordt bijvoorbeeld eilandautomatisering voorkomen. Deze samenwerking kan leiden tot meer ketenintegratie waardoor er meer geïntegreerde zorgdiensten aan cliënten kunnen worden aangeboden. Belangrijk aspect daarbij is vertrouwen tussen zorginstellingen. Instellingen krijgen immers inzage in medische dossiers van elkaar (denk aan het elektronische patiëntendossier (EPD)). Een ander aspect van samenwerking betreft vraagbundeling in de zorg. Daarbij zijn zeer verschillende partijen betrokken (van kleine huisartsenposten tot grote thuiszorginstellingen en ziekenhuizen). Met glasvezel kunnen ook enkele concrete zorgdiensten worden gerealiseerd, zoals beeldcommunicatie tussen cliënt en zorginstellingen en zorginstellingen onderling. Dit komt in paragraaf 2.3 uitgebreider aan de orde.
3
6
Zie Bijlage 2 voor een overzicht van de deelnemers aan de bijeenkomst zorg.
2.2 Gebruik van breedband in de zorg in NoordBrabant Tijdens de bijeenkomst is tevens gepolst of de vertegenwoordigde instellingen al breedband gebruiken om samen te werken met andere instellingen en wat de ervaringen zijn. De meeste instellingen hebben geen of beperkte ervaring met samenwerking met andere instellingen die ondersteund wordt met breedband. Een aantal zorginstellingen geeft aan dat samenwerking wel in voorbereiding is. Overigens wordt de ontwikkeling van een EPD waar zorginstellingen moeten samenwerken – vooralsnog gehinderd door privacywetgeving. Er worden enkele voorbeelden van (mogelijke) samenwerking tussen zorginstellingen opgesomd, zoals:
Samenwerking met revalidatiecentrum ten behoeve van digitale raadpleging van beelden;
Uitwisseling van digitale röntgenfoto’s in Tilburg;
Digitaal berichtenverkeer tussen CZ zorgkantoor en zorgaanbieders;
Verbinding tussen Ziekenhuis);
Verbinding tussen zorgcentrale en aangesloten woningen.
verschillende
locaties
van
één
ziekenhuis
(Jeroen
Bosch
Aangezien de samenwerking nog beperkt is, blijft het aantal genoemde ervaringen ook beperkt.
Investeringen in breedband gaan gepaard met hoge kosten voor infrastructuur en scholing van personeel;
Lage prioriteitstelling van ICT in zorginstellingen, zowel onder bestuurders als op de werkvloer;
“Eigen winkel” denken stagneert samenwerking;
Koppeling van databestanden standaarden worden gebruikt.
is
lastig,
omdat
er
geen
gemeenschappelijke
2.3 Diensten in de Brabantse zorg Een inventarisatie van projecten, producten en diensten tussen zorginstellingen die mogelijk worden dankzij glasvezelinfrastructuur heeft geleid tot een lijst van ongeveer dertig suggesties. (Zie kader volgende bladzijde). De lijst bevat bestaande en nieuwe diensten en producten. Sommige hebben een specifiek Brabants karakter, terwijl andere een meer landelijk karakter hebben. Deze lijst is besproken waarna de deelnemers een selectie hebben gemaakt op basis van de vraag welke producten en diensten zich het beste lenen voor provinciale opschaling. De geselecteerde producten en diensten beginnen met een asterisk (*).
7
(*) Elektronisch cliëntendossier in de jeugdzorg inclusief beschikbaarheid gescande bijlagen. Samenwerking met Revalidatiecentrum m.b.t. inzage in digitale beelden na afloop van behandeling in Ziekenhuis. Verzenden van multimedia, bijvoorbeeld PACS beelden tussen en naar radiologische afdelingen. Uitwisseling grafische informatie tussen de instellingen in de regio. Viedome project van Zuidzorg. Traceren intervalcarcinomen (borstkanker geconstateerd tussen twee screeningen in). Beschikbaarheid röntgenfoto's TBC aan de frontoffice zijde. Terugkoppeling followup gegevens van verwezen cliënten n.a.v. borstonderzoek. Zorgcentrale Zuidzorg verzorgt alarmopvolging en bewaking van vele projecten door het hele land heen. Beeldverbinding (teleconferentie) tussen specialisten van oncologieafdeling in twee ziekenhuizen in Rotterdam om samenwerking over concrete patiëntendossiers te verwezenlijken zonder dat fysieke contacten nodig zijn. Dit bestaat al een paar jaar. Uitwisseling fotomateriaal forensische artsen met bijvoorbeeld justitie. OGGZ monitor (koppeling databestanden cliënten van diverse instellingen) in Eindhoven. (*) Dossiervorming en communicatie tussen eerstelijn en tweedelijn zorgverleners. (*) Uitwisseling beeldmateriaal inzake borstonderzoek, voor stellen diagnose in ziekenhuis of na ontslag uit controle bij terugkeer naar screening. Als er een specifiek klantnummer is, centraal klantenbestand voor alle zorgverleners in regio (mutaties centraal en niet per instelling). Decentrale beschikbaarheid gescande archieven binnen een organisatie. Zorgloket Eindhoven (een portal voor alle diensten zorg, welzijn en gezondheid), op dit moment gericht op vraagafhandeling t.b.v. inwoners. Dit kan uitgebreid worden met een professionele module. Nieuw pilotproject Nuenen met fysiotherapie en bewegen voor ouderen, met hometrainer bij mensen thuis en sturing en controle (o.a. hartfunctie) op afstand. Samen met ouderenbond Nuenen, specialisten ziekenhuis, OnsNet, Philips, Rabobank en TU Delft. Elektronisch voorschrijven artsen. (*) Behandelend specialisten kunnen inzage krijgen in behandeling van patiënten die in een verzorgingstehuis zijn opgenomen. Hetzelfde kan natuurlijk ook gelden voor behandeling door fysiotherapeuten en andere zorgverleners die in beeld komen na een ziekenhuisbehandeling. Dit zou nu ook al mogelijk moeten zijn met bestaande verbindingen, maar breedband biedt de mogelijkheid van grotere bestanden (denk aan hartfilm, röntgenbeelden, etc.) Overzenden van grote hoeveelheden dossiers bij overdracht van de zorg van de ene naar de andere organisatie. (*) Medicatie dossier, artsen mogelijkheid tot inzage medicatie historie nieuw binnen gekomen patiënt. Informatiezuil in Rabobank Veldhoven voor klanten, directe verbinding met zorgcentrale voor alle vragen te beantwoorden. Alle klanten van de Rabobank (1.300 in totaal) krijgen een gratis lidmaatschap van de ledenservice van Zuidzorg. Hartbewakingspilot in Nuenen voor patiënten op afstand in Nuenen (met OnsNet, Philips, Rabobank, Ouderenbond, ziekenhuis, huisarts). Gezondheidscheck en consultatie en advies via beeldspraakverbinding door meerdere zorgaanbieders.
8
Videoconferencing als middel inzetten voor pastor en zijn kerkdienst over alle locaties van een ziekenhuis en misschien ook wel naar verzorgingstehuizen (indien gewenst). Ordermanagement: Steeds meer zelfstandige partijen in de sector die samenwerken. Deze bieden samen een zorgproduct aan. (*) Videocommunicatie via de tv voor zorg op afstand bij ouderen thuis. Pilotproject in Nuenen met OnsNet, Rabobank, thuiszorginstelling, huisarts en Bond van Ouderen. (*) Realiseren van dataverkeer tussen groot aantal zorginstellingen in de regio; in feite realiseren van regionaal schakelpunt. Realiseren van verwijsindex, een voorwaarde voor een EPD.
2.4 Uitwerking geselecteerde diensten De 7 geselecteerde projecten, producten en diensten worden uitgewerkt op basis van de betrokken partijen en hun rol en kritische succes en faalfactoren. Voor de volledigheid worden de geselecteerde producten en diensten nog een keer genoemd. De volgorde van de producten en diensten is tevens de volgorde van de stemming tijdens de bijeenkomst.
1.
Videocommunicatie via de televisie voor zorg op afstand bij ouderen thuis. Pilotproject in Nuenen met OnsNet, Rabobank, thuiszorginstelling, huisarts, bond van ouderen.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Zorgverleners
Aanbieden van zorgproducten en diensten
Zorgverzekeraars
Financiering
Gebruikers (OnsNet, Bond van Ouderen)
Vraagarticulatie
Investeerders (Rabobank)
Financieren, faciliteren en opschalen
Provincie
(Gedeeltelijk) financieren, ondersteunen, informatieuitwisseling, opschalen door initiëren in andere regio’s
9
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Geen of geringe extra kosten bij cliënten thuis
Onvoldoende betrokkenheid zorgverleners Gebrekkige financiering
Goede en gebruiksvriendelijke functionaliteit
Geen open netwerk
Commitment van thuiszorginstelling, ook van de individuele zorgverleners
Een te ver terugtredende overheid die alles aan het veld overlaat en geen richting geeft over hoe dit landelijk opgepakt kan worden.
Voldoende geld, enthousiasme, een gedeelde visie, centraal stellen belang van de eindgebruiker dus de klant
Verstikkende regelgeving waardoor initiatieven niet kunnen worden uitgewerkt (bijv. doorgeslagen interpretatie van de wet op de privacy). Concurrentie in de zorg, waardoor men niet alles willen delen. Niet op tijd komen met een standaard waardoor overal het wiel uitgevonden wordt en zelf investeringen doet met een (te) lange terugverdienperiode.
2.
Realiseren van dataverkeer tussen een groot aantal zorginstellingen in de regio; in feite realiseren van regionaal schakelpunt.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Besturen van zorginstellingen
Komen tot een convenant en visie laten indalen bij eigen en gezamenlijke achterban
Zorgaanbieders
Financier, gebruiker, ontwikkelaar, klankbord Informatieuitwisseling over opzet, aanpak van eigen projecten
Regionale ICT zorgnetwerken
Komen tot strategie om gezamenlijke uitwisseling te bereiken Uitzetten van eerste kleinschaliger projecten over de grenzen van de eigen regio
Provincie
Stimuleren en ondersteunen van initiatieven. Bij elkaar brengen partijen Verlenen van subsidie Realiseren van nodige infrastructuur (glasvezel)
10
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Omvang van het dataverkeer dat daadwerkelijk over de breedband zal plaatsvinden
Onvoldoende aansluiting van de applicaties bij de ontwikkeling van de onderliggende snelweg (een snelweg met weinig verkeer of alleen maar trabantjes)
Mogelijkheden om geleidelijk meer zorginstellingen (evt. ook bovenregionaal te ontsluiten) Zorginstellingen zien af van stuk autonomie
Ontbreken van verandermanagement, waardoor het geheel los zand blijft en niet voortvarend doorontwikkelt Ontbreken van BurgerServiceNummer Ontbreken van verwijsindex. Catharina ziekenhuis Eindhoven is samen met het Diagnostisch Centrum Eindhoven en in overleg met Rheco project 'verwijsindex' gestart. Dit is noodzakelijk omdat het lab van het CZE samen gaat werken met lab DCE. Niet langer wachten op landelijke ontwikkelingen (NICTIZ). Wel in overleg.
3.
Behandelende specialisten kunnen inzage krijgen in behandeling van patiënten die in een verzorgingstehuis zijn opgenomen. Hetzelfde kan natuurlijk ook gelden voor behandeling door fysiotherapeuten en andere zorgverleners die in beeld komen na een ziekenhuisbehandeling. Dit zou nu ook al mogelijk moeten zijn met bestaande verbindingen, maar breedband biedt de mogelijkheid van grotere bestanden (denk aan hartfilm, röntgenbeelden, etc.)
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Specialisten Amphia Ziekenhuis
Transmurale behandeling van patiënten die in het Amphia Ziekenhuis een behandeling hebben ondergaan en die nu verder begeleid moeten worden in hun herstel en functioneren.
Verzorgingstehuizen in verzorgingsgebied van het Amphia Ziekenhuis
Idem
(Grote) praktijken fysiotherapie
Idem
Revalidatiecentrum Schoondonk in Breda (hart en longrevalidatie)
Idem
Provincie
Ontsluiting van de regio in (dus buiten steden Breda en Oosterhout) is binnen het initiatief Breedband Breda (nog) niet voorzien
11
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Dataverkeer en consulteren van de informatie, door alle betrokken partijen, ook specialisten en fysiotherapeuten moet financieel vergoed worden.
Ontsluiting van kleine huisartspraktijken of fysiotherapie kan financieel problematisch worden. Vraagbundeling zou daar het toverwoord moeten zijn.
Niet te grootschalig met de gehele regio beginnen, maar zoek een paar voorlopers en maak de voor en nadelen inzichtelijk. Bij een positieve ervaring zal de uitbreiding van deze ontwikkeling naar collega organisaties makkelijker te verkopen zijn.
Ook moet bij de behandelende arts binnen de ziekenhuismuren de wens ontstaan om inzage te willen plegen via de digitale wereld in de verder behandeling en herstel van zijn patiënt, in plaats van de patiënt op polibezoek uitnodigen. Daarnaast moet dit ook weer niet problemen met zorgverzekeraars leiden, omdat de patiënt fysiek niet op controle is geweest (DBC problematiek).
Er moet tijd en ruimte zijn bij direct betrokkenen. Dit moet zeker niet ziekenhuisbreed worden opgestart, maar begin in eerste instantie met één of twee specialismen. Zonder medewerking van specialisten, behandelend artsen en artsen op het verzorgingstehuis is dit onmogelijk.
4.
Medicatie dossier. Artsen hebben de mogelijkheid tot inzage in de medicatie historie van een nieuw binnengekomen patiënt.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Ziekenhuizen
Het Catharinaziekenhuis en apothekers in regio Eindhoven zijn in vergevorderd stadium. Werken samen in OZIS. Het Catharina ziekenhuis Eindhoven heeft een model voor EMD ontwikkeld. Medicatiehistorie inzien is reeds mogelijk. Elektronisch voorschrijven bevindt zich in pilot fase. Uitrol naar andere ziekenhuizen. Adviesfunctie: leren van deze ervaringen.
Orde van specialisten Zorgnetwerken Apothekers Provincie
Stimuleren uitrol Financiering
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Voorkomen van medische fouten
Technisch is veel mogelijk. Gedragsverandering binnen een zorginstelling is een eveneens belangrijk punt. Een andere manier van werken vraagt veel. Invoering van verandering kost heel veel tijd. Hiermee dien je rekening te houden bij de aanvang van zo'n traject.
12
5.
Elektronisch cliëntendossier in de jeugdzorg inclusief beschikbaarheid gescande bijlagen.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Alle partijen
Alle partijen spelen een partiële rol. Bundeling van (geautoriseerde) informatie uitwisseling bevordert communicatie en zorg voor en over betreffende jeugd. Zeker kwalitatief.
GGDen in Brabant
Aanbieder van zorg en services
Jeugdgezondheidszorg thuiszorg (04 jaar)
Aanbieder van zorg en services
Bureaus jeugdzorg
Aanbieder van zorg en services
Maatschappelijk werk
4
Politie
Bureau Halt
Aanbieders EPD via internet
Aanbieder software en EPD dienst (bij voorkeur via internet) moet ook rol spelen bij goede beveiliging en QoS
Jongeren en jeugdcentra
Provincie
Initiëren en faciliteren en op gemeentelijk niveau wellicht sturend
Faciliteren dat VWS project "jong" en initiatieven zoals bijv. van de afdeling jeugdgezondheidszorg van GGD en thuiszorg combineert; hierdoor faciliteer je en geeft stimulans
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Visie, beleid, commitment, doorpakken.
Onbetrouwbare partijen, autonomie, financiering
Synergie door wettelijke eisen m.b.t. elektronisch cliën tendossier te koppelen aan projecten als dit en ''jong'' Men moet over de eigen muren heenkijken. Doelgroep en bijbehorende totaal product zijn van belang. Eigen bedrijfsvoering, beschikbare middelen van de aparte organisaties Professionaliteit van de ICT Automatiseringsgraad van de beroepsgroep De diverse gemeentes die dit voorbeeld willen volgen zelf de credits te geven, als het ware dat men het zelf
Huidig breedband en internet gebruik doelgroep Politieke achterliggende agenda's Concurrentie tussen aanbieders Samenwerken op basis van wantrouwen in plaats van vertrouwen Ontbreken van gemeenschappelijk,
4
Voor deze partijen is tijdens de bijeenkomst geen rol gedefinieerd. Dat wil niet zeggen dat er geen rol voor hen is weggelegd.
13
''opnieuw'' uitvindt
6.
overkoepelend informatie en automatiseringsbeleid
Dossiervorming en communicatie tussen eerstelijns en tweedelijns zorgverleners
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Ziekenhuizen
Aanbieders zorg
Huisartsen
Idem
Apotheken
Idem
Verloskundigen
Idem
Zorgverzekeraars
Partijen die de beste geld kwaliteit verhouding wensen voor hun klanten De regierol die de zorgverzekeraars opgelegd krijgen, eist dat zij actief bijdragen aan de samenhang, doelmatigheid en kwaliteit van de zorg en daarmee dus aan de ontwikkeling van ICTinfrastructuur die daarvoor nodig is
Provincie
Voorwaarden scheppen, zoals een paar jaar geleden bij bevorderen van de vestigingsmogelijkheden voor huisartsen
het
Ruimtelijke ordening, beleidsvorming en subsidiegelden
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Visie, beleid, commitment en doorpakken.
Onbetrouwbare partijen, autonomie, financiering
Een centrale kartrekker in een deelregio (rond ICTzorgnetwerk) die ervoor zorgt dat het draagvlak voldoende is, dat wordt ingespeeld op de behoeften van de klant (is eindgebruiker en patiënt/cliënt) De mate waarin de urgentie ervoor wordt gevoeld en de successen die snel worden geboekt
14
Onvoldoende centraal stellen van de klant (bijv. verwijzer / medebehandelaar) in de regio waardoor meer eigen belang wordt nagestreefd (pennywise) dan gezamenlijk belang
7.
Uitwisseling van beeldmateriaal inzake borstonderzoek, voor het stellen van een diagnose in het ziekenhuis of na ontslag uit controle bij terugkeer naar screening.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Ziekenhuizen
Vraag en aanbod
Screeningsorganisaties (evt. via CvZ)
Vraag en aanbod
Regionale ICT zorgnetwerken
Aanjager en programmamanager. Later in het traject meer rol van toetsing, beheer en sturing
Provincie
Faciliterend, Investeren in breedbandverbinding en beïnvloeden van lokale overheden
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Kwaliteit en beschikbaarheid beeldmateriaal
Investeringen: kosten versus baten Diversiteit aan systemen. Dialecten
2.5 Reflectie Op de bijeenkomst zorg waren ondermeer vertegenwoordigers van ziekenhuizen, GGD’s, en thuiszorginstellingen uit de vier regio’s van de provincie NoordBrabant aanwezig. Er bestaat vrijwel unanimiteit over de potentiële en grote bijdrage van glasvezel aan verbetering van dienstverlening tussen zorginstellingen en dienstverlening van zorginstellingen aan patiënten. In de verschillende regio’s hebben zorgsinstellingen dan ook stappen gezet om breedband – en glasvezel – uit te rollen. Dat gebeurt enerzijds in regionale consortia met deelnemers uit verschillende maatschappelijke sectoren (Eindhoven, Breda), maar anderzijds ook op meer beperkte schaal, bijvoorbeeld het koppelen van verschillende ziekenhuislocaties (’sHertogenbosch). In het verlengde van de uitrol van glasvezel zetten verschillende zorginstellingen stappen om concrete zorgdiensten te ontwikkelen. Daarbij worden verschillende insteken gehanteerd. In de regio Tilburg wordt sterker nadruk gelegd op het vaststellen van de behoefte vanuit zorginstellingen zelf, waarna de geschikte bandbreedte wordt gezocht voor de desbetreffende dienst (en dat hoeft niet altijd breedband te zijn!), terwijl in andere regio’s de dienstenontwikkeling meer gestimuleerd wordt vanuit de infrastructuur. Tijdens (de voorbereiding van) de bijeenkomst is gebleken dat zorginstellingen tussen maar ook binnen regio’s vaak niet altijd goed op de hoogte zijn van de activiteiten die men op het terrein van zorg en glasvezel ontplooit. De eerste stap naar opschaling (waarin zorginstellingen een ondersteunende rol voor de provincie onderschrijven) bestaat dus uit agendering en bewustwording. Het is immers goed mogelijk om zorgdiensten die in West Brabant worden ontwikkeld via een marktplaats ook te ontsluiten voor OostBrabant.
15
Daarmee wordt een meer aantrekkelijke schaal gecreëerd en hoeft niet elke regio of zorginstelling het wiel opnieuw uit te vinden. Er zijn enkele voorbeelden verzameld van producten en diensten die zich lenen voor opschaling. Het zou mooi zijn wanneer vertegenwoordigers van de zorginstellingen die bijvoorbeeld tijdens de bijeenkomst de handschoen oppakken om (nieuwe) zorgdiensten voor glasvezel verder te ontwikkelen en op te schalen; eventueel in samenwerking met de provincie NoordBrabant. De volgende stap is dan ook een verdere ontwikkeling van een kansenkaart, eventueel uitmondend in een business plan voor opschaling. Kortom, een echte versnelling van breedband. Een aanzet daartoe is gemaakt. Een verdere ontwikkeling kan geschieden op de breedbandconferentie in het najaar van 2005. Vertegenwoordigers van zorginstellingen worden uitdrukkelijk uitgenodigd een bijdrage te leveren op deze bijeenkomst (er komt specifieke aandacht voor zorg en breedband) en aan het succesvol neerzetten van kansrijke diensten.
16
3 Onderwijs
Dit hoofdstuk is een terugblik op de resultaten van de bijeenkomst op 28 april met vertegenwoordigers uit de Brabantse onderwijssector op het Provinciehuis. De Brabantse onderwijssector was breed vertegenwoordigd.5 Deze paragraaf heeft dezelfde opbouw als de vorige paragraaf. De volgende onderwerpen komen aan de orde: �
Toegevoegde waarde van breedband voor onderwijs in NoordBrabant (3.1)
�
Gebruik van breedband in het onderwijs in NoordBrabant (3.2)
�
Diensten in het Brabants onderwijs (3.3)
�
Uitwerking geselecteerde diensten (3.4)
�
Reflectie (3.5)
3.1 Toegevoegde waarde van breedband voor de sector onderwijs in NoordBrabant In deze paragraaf staat de volgende vraag centraal: Wat is de toegevoegde waarde bij de koppeling van onderwijsinstellingen en gezamenlijk gebruik van breedbandtoepassingen via glasvezelinfrastructuur? Gedeeld gebruik van netwerk en applicaties (gezamenlijke inkoopvoordelen, delen kennis en ervaring), gezamenlijk en gecentraliseerd beheer en shared services vormen in generieke termen de meeste genoemde toegevoegde waarde. Specifiek vallen de volgende zaken op:
5
Ontsluiten van informatie over het studieaanbod, keuzevakken en de waarderingen ervan door studenten inspectie en visitatie;
Gezamenlijk gebruik van web enabled back office applicaties (shared services), bijv. deelnemers/studentensystemen, HRMsysteem, en elektronische leeromgevingen;
Het inrichten van shared services op gebied van onderhoud en beheer van lokale netwerken van onderwijsinstellingen. Dit valt aan te vullen met het inrichten van shared omgevingen waarin instellingen met elkaar content kunnen ontwikkelen en via deling aan elkaar beschikbaar kunnen stellen;
Centrale server en applicatiediensten voor bestuurlijke eenheden;
Stabielere netwerkomgevingen door centraal beheer;
Onderling uitwisselen van kansrijke projecten die reeds hun waarde hebben bewezen;
Begeleiden door docenten en/of intervisie door medestudenten van stagiaires van lerarenopleidingen/Pabo's in PO en VO op afstand;
Zie Bijlage 2 voor een overzicht van de deelnemers aan de bijeenkomst onderwijs.
17
Maakt mogelijk om organisatie overstijgende (in economische, technische en inhoudelijke zin) vraagstukken aan te pakken, bijvoorbeeld deelnemers /studentensystemen;
Centraal beschikbaar stellen van toepassingen op gebied van communicatie: VOIP, MSN Brabant, videoconferencing;
EVC informatie voor potentiële (oud)leerlingen om inzicht te krijgen in de waarde van hun huidige ervaring/kennis, de stappen die nodig zijn om van een half diploma naar een heel diploma te komen;
Leerlingen laten communiceren onafhankelijk van plaats en tijd;
Organiseren van beveiliging van schoolgebouwen;
Koppelen van Elektronische Leeromgevingen (tussen BO en VO of tussen MBO en HBO) om doorlopende leerlijnen mogelijk te maken;
Directe koppeling met centrale kennisbanken, bibliotheken e.d.;
Toegankelijkheid van onderwijsnetwerk snelheids en kwaliteitsniveau;
voor
alle
stakeholders
op
een
hoog
Tijdens de discussie komen er enkele overwegingen bij deze toegevoegde waarden boven tafel. Via breedband koppelingen kan op een efficiënte (tijdsbesparende) manier informatie worden aangeboden en georganiseerd, waardoor vanuit een centrale plaats een en ander kan worden gecoördineerd en toegankelijk worden gemaakt, en op maat kan worden aangeboden. Het ei hoeft niet steeds opnieuw uitgevonden te worden, maar men kan profiteren van elkaars ervaringen met betrekking tot elearning omgevingen en beheer van het netwerk. Gezamenlijk gebruik creëert een betere economische basis van diensten. Volumevoordeel valt te behalen met het delen van applicaties voor bedrijfsvoering. Verder kunnen kosten in beheer en internetfaciliteiten gedeeld worden. Schaalvoordelen bieden mogelijkheden tot het gezamenlijk inschakelen van dure deskundigen voor het onder meer het verbeteren van veiligheid en beveiliging en verkleinen de van de beheerslast voor alle betrokken instellingen. Ook de dienstverlening gericht op de thuissituatie wordt van belang geacht. Transparantie tussen woning en school thuis leren / school leren verdient in dit verband meer aandacht. In dit kader moet vooral aan hybride breedbandoplossingen gedacht worden. Voorlopig eerst glas tussen de onderwijsinstellingen en midband naar de thuisomgeving. Ook is opgemerkt dat breedband kan bijdragen aan het mogelijk maken van onderwijsinnovatie door het doorbreken van technische drempels. Hierbij valt te denken aan reeds genoemde zaken zoals videoconferencing maar ook internationale samenwerkingsverbanden. Bijvoorbeeld het schrijven van een gezamenlijke geschiedenis van Europa door leerlingen uit alle Lidstaten van de EU waarbij de standplaatsgebondenheid nieuwe visies en beelden schept. Het centraal organiseren van leerlingendossiers waarin gegevens van school gekoppeld worden aan andere betrokken zorginstellingen is een andere mogelijke toegevoegde waarde die breedband mogelijk maakt. Dit voorkomt versnippering van gegevens en bewerkstelligt afstemming van betrokken partijen. Echter, samenwerking met andere sectoren, bijvoorbeeld zorg, is in glasvezelprojecten soms lastig, omdat eisen aan beveiliging van gegevensstromen verschillen. Infrastructuren kunnen dan gedeeld worden, maar beheer bijvoorbeeld minder.
18
In de brainstorm en discussie over de toegevoegde waarde van breedband voor onderwijsinstellingen wordt vooral gewezen op beheervoordelen en de voordelen van gezamenlijke procesondersteunende diensten. Dat komt mede door de vraagstelling die ingaat op koppeling van instellingen. Dan spelen er vooral beheervoordelen, de kostenvoordelen zijn vaak doorslaggevend bij de overstap naar breedband. Als breedband gebruikt gaat worden, dient ook de didactiek te veranderen. Dat is een kwestie van veel investeren. De vraag is wie de eerste stap zet, wie het wil uitproberen.
3.2 Gebruik van breedband in het onderwijs in NoordBrabant Een korte brainstorm geeft inzicht in welke mate de onderwijsinstellingen al gebruik maken van ICT en breedband en in welke mate zij daarbij samenwerken met anderen. Drie onderwijsinstellingen geven aan geen of nauwelijks ervaring te hebben. De overige instellingen geven de volgende opsomming:
Allereerst wordt gewezen op een ontwikkeld onderwijsplein dat door meerdere steunpunten in Brabant gebruikt wordt. Op provinciaal niveau is er al samenwerking en overleg tussen regionale onderwijssteunpunten. Afgelopen en komende periode zal worden gebruikt om dit verder af te stemmen en te komen tot provinciale initiatieven.
Vanuit een centrale plek wordt vanuit de bibliotheken databestanden ingekocht en aangeboden aan het onderwijs. Denk hierbij aan de Krantenbank, waarbij volledige artikelen worden aangeboden.
SURFnet heeft op diverse gebieden projecten lopen om te laten zien wat er allemaal kan met de breedbandige aansluiting van de betreffende onderwijsinstellingen. Zo kunnen zij met “expert of afstand” en “expose your talent” de verbinding gebruiken voor educatieve doeleinden. Aangezien streaming applicaties steeds meer deel uit zullen maken van het onderwijs wordt op deze manier de gelegenheid geboden om hiermee te experimenteren.
Voor scholen in Brabant gezamenlijke inkoop van Internetvoorziening in 2004 en 2005.
Videoconferencing, toegevoegde waarde door beschikbaar zijn van aansprekende personen die iets uitleggen. Contacten met politici die gemakkelijk "even" in de klas treden en daar een discussie kunnen aanjagen.
Leerlingen maken multimediapresentaties over hun eigen leefwereld en stellen die beschikbaar aan andere leerlingen, daarbij komt men in contact met elkaar en leert werk van elkaar te waarderen.
Diverse experimenten tussen lerarenopleidingen en scholen in de omgeving waar studenten stage lopen (LIO's).
Ervaring: samenwerking ontstaat niet automatisch, ook al liggen er gezamenlijke belangen. Samenwerking vergt inspanning van de diverse partijen.
Overleg over samenwerking en afstemming vindt plaats tussen bibliotheken, volksuniversiteiten en de educatieve omroepen. Breedbandtoepassingen worden hierin meegenomen.
Samenwerking beperkt zich tot de scholen binnen ROC op gebied van delen van applicaties en daarop ontwikkeld maatwerk.
19
Fontys Pabo Eindhoven heeft nog net in de vorige eeuw voor het BO met succes Breinstein ontwikkeld. Dit is inmiddels geëxporteerd naar andere regio's.
Website van school groeit uit tot een digitale leeromgeving waarbij de leerling zich niet druk hoeft te maken over triviale zaken zoals bestandsomvang e.d.
Breedbandnetwerk (SURFnet) heeft mogelijk gemaakt dat voor “zijinstromers" een virtuele leer en werkomgeving beschikbaar is en verder wordt ontwikkeld, waarbij gebruik gemaakt wordt van "praktijksituaties" op video.
Het gebruiken van videomateriaal dat meteen beschikbaar is in een les (de videobank).
Het ontwikkelen van lesmateriaal dat gebruik maakt van delen van videomateriaal zonder dit telkens weer te hoeven kopiëren; videosnijmachine van SURFnet.
Diverse projecten landelijk met collegahogescholen op het gebied van applicatieontwikkeling, veelal met steun van Stichting Surf, Digitale Universiteit en ministerie van OCW.
Ontwikkeling van KennissenNet, een leeromgeving voor kinderen van basisscholen. Hiermee is het mogelijk gebleken om leerlingen plaats en tijdonafhankelijk, over de schoolstructuren heen, met elkaar aan werkstukken e.d. te laten werken.
Binnen de organisatie centraal faciliteren van internetvoorzieningen, centraal beheer van werkplekken en applicaties etc.
Digitaal portfolio overdraagbaar maken.
Uit de daaropvolgende discussie blijkt dat samenwerking vaak in de weg wordt gestaan door het ‘not invented here’ principe. Dat zorgt ervoor dat men afwijzend staat ten opzichte van bepaalde diensten. Er wordt geopperd dat bij het verstrekken van subsidies samenwerking tussen instellingen als voorwaarde zou moeten gelden. Indien het laatste het geval is, doen de meeste partijen dat wel. Verder wordt gesteld dat de toegevoegde waarde van breedband pas echt wordt ingezien wanneer men daadwerkelijk ervaring opdoet met de diensten. Als financieringsoptie wordt nog gewezen op de mogelijkheid om kosten van digitalisering aan studenten/scholieren door te belasten (vergelijkbaar met boekengeld). Toch zal dit naar verwachting lastig blijken, omdat de scholier veelal niet wil betalen voor online materiaal. Bovendien is het de vraag of een dergelijke doorbelasting wettelijk is toegestaan. Tot slot geeft het 2College aan veel minder systeembeheerders nodig te hebben sinds zij zijn overgestapt op het glasvezelnetwerk. ICT coördinatoren hebben nu meer aandacht voor inhoudelijke zaken hetgeen kwaliteit van hun werk ten goede komt.
3.3 Diensten in het Brabants onderwijs Er zijn ongeveer 20 producten, diensten en projecten verzameld. In het volgende kader staan alle verzamelde projecten, producten en diensten vermeld. Producten en diensten die beginnen met aan asterisk (*) zijn door de deelnemers geselecteerd als het meest kansrijk voor provinciale koppeling en opschaling.
20
(*) Koppeling van netwerken/het maken van een centraal netwerk maakt allerlei nieuwe initiatieven mogelijk wanneer de koppeling zowel aan de LAN als WAN kant op hetzelfde niveau zitten. Wat op school toegankelijk is kan men bij voorkeur ook thuis bereiken. (*) In het primair onderwijs inrichten van regionale serverparken van waaruit de netwerken van scholen bediend worden. De techniek definitief de schooldeur uit en de aandacht van de ictcoördinator naar inhoudelijk gebruik van ICT in het primaire proces. (*) Beschikbaar stellen van een aantal ELO's, waarbij centraal beheer en inrichting geregeld is. Daarbij meer aandacht voor deling van content, kennis en implementatieervaringen. (*) Centraal aanbieden van leerlingvolgsystemen aan meerdere scholen. (*) Videoconferentie tussen leerling(en) en/of docent(en) in leer thuis of ziekenhuisomgeving. Voorlichting over schoolkeuze via camera's in de klas van het VO, MBO, HBO en WO. Het ontwikkelen van een virtueel loket, 24 uur per etmaal bemand, waarbij de leerling hulp kan krijgen bij het vinden van informatie. KennissenNet de elektronische leeromgeving ontwikkeld voor EduWeb, door de Pabo's en schoolbegeleidingsdiensten in ZuidOost Brabant. Hierdoor is het mogelijk om in het basisonderwijs plaats en tijdonafhankelijk werkstukken e.d. te maken. Dit is mogelijk tussen en met alle aangesloten leerlingen (schoolonafhankelijk). Het PDAproject waarbij leerlingen het web en webbased applicaties naast hun persoonlijke aantekeningen rechtstreeks invoeren op een (sharepoint) server, maakt een breedbandige toegang noodzakelijk om geen onwenselijke vertraging op te lopen. Centraal beschikbaar stellen of zelf ontwikkelen of door vraagbundeling stimuleren van ontwikkeling van content. Outsourcing beheer op functioneel en technisch (applicatie)beheer. Verdere ontwikkeling van een virtuele mediatheek vanuit een landelijke structuur opgezet met regionale invulling ter aanvulling of vervanging van de mediatheek op de school. Gemeenschappelijke content database. Gezamenlijke beveiliging van panden, gezamenlijke vraag richting uitgevers om webbased content. 2college heeft alle locaties via glas met elkaar verbonden waardoor de glasinfrastructuur de feitelijke LAN infrastructuur vormt. Beheer en mogelijkheden zijn sterk toegenomen (een centrale serverruimte bijv, centrale geïnstalleerde software/licentievoordelen). Mediaeducatie op een aantrekkelijke manier toegespitst op het type leerling als curriculum aanbieden vanuit een centrale plek. Gezamenlijk gebruik maken van VoIP diensten Gezamenlijke projecten tussen leerlingen van diverse scholen; dit voorbeeld is ontleend aan ervaringen tussen onze Fontys studenten en studenten van buitenlandse universiteiten.
3.4 Uitwerking geselecteerde diensten De vijf geselecteerde projecten, producten en diensten worden uitgewerkt op basis van de betrokken partijen en hun rol en kritische succes en faalfactoren. Voor de volledigheid worden de geselecteerde producten en diensten nog een keer genoemd. De volgorde van de producten en diensten is tevens de volgorde van de stemming tijdens de bijeenkomst.
21
1.
Koppeling van netwerken/het maken van een centraal netwerk maakt allerlei nieuwe initiatieven mogelijk wanneer de koppeling zowel aan de LAN als WAN kant op hetzelfde niveau zitten. Wat op school toegankelijk is kan men bij voorkeur ook thuis bereiken.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Gemeente
Initiëren
Regionale provinciale ICT steunpunten, Digidact, Town, EduWeb, Isomode, Isoweb en Nobraweb.
Centraal punt voor de Regio's Diensten aanbieden Samenwerking stimuleren en het leggen van contacten tussen organisaties Kennisuitwisseling en bundeling
Kleinere en middelgrote school)organisaties.
Diensten aanbieden. De vraag naar opschaling moet vanuit de scholen zelf komen en deze zal dan eerst opgepikt worden door bestaande organisatiestructuren zoals een ict coördinator. Een project als SSOG kan deze vraagbundeling wel uitlokken.
Onderwijsinstellingen die samenwerken met partners die de kennis in huis hebben. Partijen zijn: IT sector, Surfnet, Kennisnet, provincie.
Diensten aanbieden
IT sector
Uitvoeren wensen en vaststellen minimale systeemeisen
Surfnet
Onafhankelijke technische adviezen
Kennisnet
Begeleiden proces projectmanagement
Trekkers van lokale netwerken.
Vraagbundeling betrokken instellingen, makelen tussen vraag en aanbod, advisering instellingen en aanbieders.
MBO en HBO
Faciliteren BO en/of VO
Provincie
Initiërend en subsidieverstrekkend (stimulering provinciale samenwerking). Partijen bij elkaar brengen, daar waar nodig subsidie inzetten voor aanpak bottlenecks. Creëren van noodzakelijke randvoorwaarden. Faciliteren en herkennen waardoor duidelijkheid verkregen wordt voor het veld. Bestaande projecten een extra impuls geven. De markt zal eerst het werk moeten doen, met alleen subsidie kom je er niet, kijk maar naar Kenniswijk/Nuenen.
22
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Duidelijke resultaatverschrijving
Te veel tegelijk willen realiseren
Voldoende massa
Geldgebrek
Risicodragende partijen
Teveel regie vanuit subsidiegevers
Betrouwbare partij die het voortouw neemt
Vertraging door regelgeving, vergunningen, besluitvorming enz.
Goede swotanalyses Visie op wat men er feitelijk mee wil bereiken Voor elke deelnemer aantoonbare voordelen binnen een termijn van twee jaren: financieel, betere dienstverlening, uitbreiding dienstenpakket Koppeling met pilotdiensten (verdeeld over de serverparken). Voldoende breedbandige aansluitingen, technisch goed werkend systeem (bewezen!) Bereidheid tot samenwerking Gemeenschappelijkheid, kostenbesparing en eenduidigheid in procedures Vertrouwen onder de deelnemende instellingen en een transparante organisatiestructuur
2.
Te hoge ambitieniveaus als gevolg van optellen van ambities van afzonderlijke deelnemers; streven naar applicaties waarvoor nog onvoldoende draagvlak is Te grote en te logge betrokken organisaties Onbetrouwbaarheid systeem, trage support, niet flexibel genoeg op schoolwensen inspelen Afstand tot instellingen te groot Eigenbelang, en wat is er reeds gerealiseerd (afbreuk van investeringen niet gewenst) Professionaliteit en vertrouwen in te leveren diensten Gebrek aan heldere afspraken over op te leveren / af te nemen diensten
In het primair onderwijs inrichten van regionale serverparken van waaruit de netwerken van scholen bediend worden. De techniek definitief de schooldeur uit en de aandacht van de ictcoördinator naar inhoudelijk gebruik van ICT in het primair proces.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Gemeente
Initiëren Stimuleren breedband Ondersteuning
Allerlei nonprofitbedrijven en de gehele onderwijskolom POHBO/WO, maar te veel partijen kan opstarten vertragen in verband met vertraging voor het bereiken van consensus.
Voorlichting
Grotere onderwijsinstellingen (of commerciële partijen)
Faciliteren aan primair onderwijs
Kennisdeling
23
Regionale samenwerkingsverbanden van besturen van onderwijsinstellingen.
Visie ontwikkelen
Consortium van vragers en aanbieders
Vraagbundeling
geld beschikbaar stellen
Afstemming vraag en aanbod Lokale en regionale inkoopcombinaties, zoals RBC, BIT en Boschnet
Vraagbundeling
Ministerie van OCW
OCW moet aan een vijftal serverparken in Brabant als pilot een startsubsidie verstrekken (voortrekkersrol); gaat bij succes veel geld in Nederland besparen, dat daarmee beschikbaar blijft voor het "onderwijs".
Provincie
Stimuleren Subsidieverstrekkend (startsubsidies; stimuleringsfonds) Voorschrijven of wellicht zelfs afdwingen. Centraal ondersteunen van initiatieven, gemeenteoverschrijdend en initiatieven coördineren
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Bereidheid tot standaardisering
Onbetrouwbaarheid, onvoldoende draagvlak door opgelegde deelname ( of zo ervaren door scholen)
Betrouwbaarheid, flexibiliteit van mogelijkheden, snelle support Ondersteuning school nabij Inrichting regionale InfoDesks Bewaken dat het voorwaardenscheppend is en geen doel op zich. Het gaat uiteindelijk om de toepassingen. De vraag moet steeds worden gesteld: Wat wil ik er mee? Transparante business case waarbij duidelijk wordt aangegeven: effectiever, efficiënter, kostenbesparend, hoger service niveau
3.
24
Te weinig bewegingsruimte afnemers Te grote afstand tot de instellingen Grote verschillen in typologie tussen de lokale netwerken: customerowned of carrierowned, alleen passieve laag of ook dienstenaanbod, aangeboden snelheden, etc Onpartijdigheid waarborgen
Beschikbaar stellen van een aantal ELO's, waarbij centraal beheer en inrichting geregeld is. Daarbij meer aandacht voor deling van content, kennis en implementatieervaringen.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Kennis en SURFnet
Deelnemers met meerdere scholen, besturen en/of
gemeenten (openbaar onderwijs)
Visie ontwikkelen op ELO
Ook vanuit de EU wordt hier nu aandacht aan besteed.
Regionale steunpunten en samenwerkingsverbanden van
besturen van onderwijsinstellingen.
Visie ontwikkelen op ELO
Dit is een sterk onderwijsinstelling gebonden item. De ELO
kan in breed NBverband alleen maar bandbreedte vragen.
Provincie
Subsidie voor kansrijke projecten
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Draagvlak en technische uitvoering en wederom flexibiliteit.
Inzetten van omgevingen die niet voldoende aansluiten
bij schoolontwikkeling en schoolcultuur.
Door eenduidigheid, kunnen leerlingen schoolonafhankelijk werken(leren).
4.
Onvoldoende aansluiting op (bestaande) didactische concepten. Iedere school/ leraar wil eigen leerstof ontwikkelen.
Centraal aanbieden van leerlingvolgsystemen aan meerdere scholen.
Algemene opmerking van de deelnemers: maak hier een pilot van. Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
CFI, IBgroep, OI, Belastingdienst, CWI.
Aanbieders onderwijs informatie systemen.
Inrichten omgevingen met onderhoud en beheer
Bestuur (OMO heeft bijv. voor Peoplesoft gekozen, is langdurig en moeilijk traject) scholen: draagvlak, meerwaarde moet duidelijk zijn.
Collectief van branchegenoten.
Vraagbundeling, makelen in aanbod en vraag Afstemming diverse producten, onderlinge uitwisselbaarheid.
Het lokale onderwijssysteem van 099 dat zorg draagt voor het digitale
Afstemming tussen onderwijssectoren. Centraal inrichten kenniscentrum waarin
25
onderwijsportfolio en dit volgens "warme overdracht" doorgeven aan de volgende schakel in de onderwijskolom.
gezamenlijk aan kennisontwikkeling en deling wordt gewerkt.
Provincie
Startsubsidies Bewaken grote lijnen Stimuleren van kansrijke projecten
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Zichtbaar maken van het gezamenlijke belang voor leerling
Ontbreken van een goed gebruikersprotocol.
Transparantie
Onderwijs te complex en te flexibel willen inrichten.
Koppeling aan de eigen digitale portfolio's Standaardisatie Deelname van zoveel mogelijk betrokken partijen, naast onderwijs ook de zorg en welzijnsinstellingen Centrale dossiervorming
Geen vertrouwen, te weinig draagvlak.
Betrouwbaarheid en veiligheid; zo moet de privacy waarborging hoog zijn
5.
Standaardisering betekent deels inleveren autonomie t.b.v. bovenschools belang.
Videoconferentie tussen leerling(en) en/of docent(en) in leer thuis of ziekenhuisomgeving
Dit wordt alleen een succes als de leerling ‘echte’ breedbandige toegang heeft. Dit zal waarschijnlijk in komende jaren alleen gelden voor een leerling in een ziekenhuis, of voor de langdurig zieke leerling, of voor de leerling die in club of buurthuis of de bibliotheek kan internetten. Thuis zal men voorlopig vooral moeten werken met midbandverbindingen (ADSL en kabel).
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Marktpartijen (via open marktplaatsen) en grote "softwareboeren", inclusief Skype, MSN, etc.
Diensten aanbieden
ISPs die scholen breedbandig ontsluiten.
Diensten aanbieden
SURFnet heeft een pilotdienst geïnitieerd genaamd surfgroepen.nl, deze is speciaal ontwikkeld voor communicatie docent/student, maar ook voor samenwerken met een groep. Naast het delen van documenten/agenda etc. kan men ook berichten uitwisselen en realtime videoconferencen terwijl je samen aan een document werkt. Binnen SURFnet wordt het ook veel gebruikt voor het samenwerken
SURFnet faciliteert in het geval van surfgroepen.nl en biedt oplossingen die de vrije markt ook biedt, alleen is er hier meer aandacht geschonken aan vragen zoals 'hoe weet je zeker dat je met je docent communiceert'. De voorbeeldscholen gebruiken deze
26
aan projecten.
toepassing al.
Scholen, ouders, begeleidingsdiensten, de maatschappij als totaal.
Scholen moeten concrete doelen hebben met videoconferencing
Samenwerkingsverbanden van besturen van scholen kopen centraal in
Vraagbundeling
Provincie
Stimuleren van kansrijke projecten
Kritische succes en faalfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Beveiliging, gemakkelijk te bedienen functionaliteit, authenticatie van gebruikers, conferencing tool die op elk systeem gebruikt kan worden ook achter NAT/firewall
Geen breedbandige aansluiting Te weinig concrete toepassingen
Goede breedbandstructuur Gewoon beginnen, voorbeeld doet volgen Toegankelijke techniek
3.5 Reflectie Tijdens de bijeenkomst waren ondermeer vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen (van primair tot hoger onderwijs) uit de vier regio’s van de provincie NoordBrabant aanwezig. Er bestaat vrijwel unanimiteit over de (potentiële) grote bijdrage van glasvezel aan verbetering van dienstverlening tussen onderwijsinstellingen en dienstverlening richting leerlingen/studenten. In de verschillende regio’s hebben onderwijsinstellingen dan ook stappen gezet om breedband – en glasvezel – uit te rollen. Dat gebeurt enerzijds in regionale consortia met deelnemers uit verschillende maatschappelijke sectoren (Tilburg, Eindhoven, Breda), maar anderzijds ook op meer beperkte schaal, bijvoorbeeld het koppelen van verschillende schoollocaties. In het verlengde van de uitrol van glasvezel zetten verschillende onderwijsinstellingen stappen om concrete diensten te ontwikkelen. Het onderwerp “aanleg van gezamenlijke serverparken” kwam tijdens de bijeenkomst regelmatig aan de orde. Deze kunnen een succes worden wanneer daar meer partijen in participeren (niet alleen onderwijs), maar dat brengt eveneens een ander risico met zich mee. Meer partijen betekent meer belangen en dus meer overleg. Dat kan tot onnodige vertraging leiden. Zorginstellingen zullen bijvoorbeeld voor wat betreft veiligheid en continuïteit andere eisen stellen aan een serverpark dan onderwijsinstellingen. Over beheer van infrastructuur en software zullen verschillende type instellingen dus goede afspraken moet maken. Het is goed mogelijk om onderwijsdiensten die in WestBrabant worden ontwikkeld via een marktplaats ook te ontsluiten voor OostBrabant. Daarmee wordt een meer aantrekkelijke schaal gecreëerd en hoeft niet elke regio of onderwijsinstelling het wiel opnieuw uit te vinden. Ook kunnen verschillende soorten onderwijsinstellingen van elkaar leren. Daarbij is wel enige aanpassing nodig. Praktijkvoorbeelden uit het hoger onderwijs (bijv. blackboard) zijn vaak te ingewikkeld om in te zetten bij leerlingen van het primair en voortgezet onderwijs.
27
Tijdens de bijeenkomst zijn enkele voorbeelden verzameld van producten en diensten die zich lenen voor opschaling. Het is nu vooral zaak dat de vertegenwoordigers van de verschillende onderwijsinstellingen die bijvoorbeeld tijdens de bijeenkomst informeel de handschoen oppakken om (nieuwe) onderwijsdiensten voor glasvezel verder te ontwikkelen en op te schalen; eventueel in samenwerking met de provincie NoordBrabant. Het is daarbij van groot belang dat de continuïteit van (eventueel gesubsidieerde) projecten wordt gewaarborgd. Veel van dit soort projecten sterft een onnatuurlijke dood doordat na afronding niemand werkt aan een voortzetting middels opschaling. De volgende stap is een verdere ontwikkeling van een kansenkaart, eventueel uitmondend in een business plan voor opschaling. Kortom, een echte versnelling van breedband. Een aanzet daartoe is gemaakt. Een verdere ontwikkeling kan geschieden op de breedbandconferentie in het najaar van 2005. Vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen worden uitgenodigd een bijdrage te leveren voor deze bijeenkomst (er komt specifieke aandacht voor onderwijs en breedband) en aan het succesvol neerzetten van kansrijke diensten. Hierbij kan gedacht worden aan een concreet projectvoorstel gericht op opschaling naar provinciaal niveau.
28
4 Openbaar bestuur
Dit hoofdstuk presenteert de resultaten van de bijeenkomst op 19 mei met vertegenwoordigers uit het Brabants openbaar bestuur (bijvoorbeeld gemeenten en samenwerkingsverbanden) op het Provinciehuis.6 Deze paragraaf heeft dezelfde opbouw als de vorige twee paragrafen. De volgende onderwerpen komen aan de orde: � Toegevoegde waarde van breedband voor de sector openbaar bestuur in Noord Brabant (4.1) � Gebruik van breedband in het openbaar bestuur in NoordBrabant (4.2) � Diensten in het Brabants openbaar bestuur (4.3) � Uitwerking geselecteerde diensten (4.4) � Reflectie (4.5)
4.1 Toegevoegde waarde van breedband voor de sector openbaar bestuur in NoordBrabant Dialogic geeft in een presentatie aan dat het belang van breedband binnen het openbaar bestuur op verschillende manieren kan worden uitgelegd. Op de eerste plaats door reguliere procesondersteuning (in de ICT functie) en bijbehorende mogelijkheden voor kostenbesparing. Met name informatieintensieve werkprocessen (werken met GIS applicaties, raadplegen van grote bestanden, etc.) kunnen met gebruikmaking van breedbandige voorzieningen voor datacommunicatie beter worden ondersteund. Op de tweede plaats zijn er tal van ambities geformuleerd op het punt van elektronische dienstverlening en transparantie van bestuur. Ook in de interactie met diverse doelgroepen (burgers, bedrijven, andere overheden) worden steeds hogere eisen gesteld in termen van snelheid, betrouwbaarheid (identificatie & authenticatie) en bedrijfszekerheid. Bij transparantie gaat het vooral om vindbaarheid van overheidsinformatie en daarnaast actieve openbaarmaking om burgers in staat te stellen ook hun rol als staatsburger goed te kunnen vervullen. Ook kan breedband in het openbaar bestuur een belangrijke toegevoegde waarde bieden op het terrein van het beter betrekken van burgers bij besluitvorming (edemocracy). De voorbeelden van Helmond en Eindhoven laten dit zien. Gemeenteraadsvergaderingen online, het webloggen door bestuurders en het raadplegen van burgers bij planvorming – zijn allemaal zaken die in deze laatste categorie thuishoren. Op de derde plaats kan een belangrijk toepassingsgebied zijn het ondersteunen van de samenwerking tussen overheidsinstellingen. Sommige vormen van dienstverlening raken aan werkprocessen van meerdere overheidsorganisaties. Daarbij is het zaak om op een hoogwaardige wijze toegang te regelen tot elkaars informatiebronnen. Toegang tot meetgegevens, toegang tot een vergunningensysteem, toegang tot GISmateriaal etc. zijn toepassingen die in deze derde categorie kunnen worden ondergebracht. Vervolgens reageren deelnemers op de vraag welke toegevoegde waarde zij zien bij de koppeling van openbare besturen door middel van een glasvezelinfrastructuur.
6
Zie Bijlage 2 voor een overzicht van de deelnemers aan de bijeenkomst openbaar bestuur.
29
De opzet van glasvezelinfrastructuren stimuleert samenwerking tussen en binnen gemeenten, de provincie en andere publieke organisaties. Verbetering van interbestuurlijke samenwerking voorkomt dat losse autonome organisaties elk hun eigen beleid uitvoeren. De beoogde glasvezelinfrastructuur zou moeten leiden tot kansen voor afstemming tussen diverse overheden evenals een versterking van binnengemeentelijke samenwerking tussen instanties. Door de dienstverlening van verschillende overheden te combineren, kan de burger sneller beschikken over meer en actuelere informatie. Het netwerk kan dus beschouwd worden als faciliterend bij dienstenontwikkeling. Dankzij breedband zijn overheidsinstellingen in staat hoogwaardige informatiediensten te leveren. Door de vergroting van technologische capaciteit zal de digitale bereikbaarheid toenemen en kunnen binnen de organisatie processen effectiever en efficiënter worden ingericht. Door een slimme inrichting ontstaat tevens de mogelijkheid voor shared services waarmee bestuurders via gemeenschappelijke ICT voorzieningen veel kunnen besparen. Legio van mogelijkheden ontstaan voor bestuurders en burgers door samenwerking via breedband zoals bijvoorbeeld een provinciale verkeerscentrale (real time monitoring), aanvraag en beschikking over Bouw of VROM vergunningen, elektronisch leerplichtverzuimsysteem, jeugddossiers en uiteraard één digitaal gemeentelijk loket voor de burger met inspraak mogelijkheden. Eveneens zal dankzij breedband de fysieke bereikbaarheid toenemen doordat informatie beter toegankelijk is voor de burger. Zonder aparte loketten en de bundeling van processen zal de burger beter in staat zijn om de informatie te bemachtigen die hij/zij zoekt. Daarnaast biedt een glasvezelinfrastructuur mogelijkheden om de betrokkenheid van de burger te vergroten tijdens besluitvorming via bijvoorbeeld een digitaal referendum. Dankzij breedband wordt het eveneens mogelijk om de economische structuur binnen de provincie te verbeteren. Als partners van verschillende beleidsvelden/marktsectoren (bijv. onderwijs en zorg) bij elkaar komen en samenwerken, is dat goed voor de economie. De zorg is momenteel een grote groeisector in de economie. Als partijen in deze sectoren samenwerken, levert dit economische groei op. De aanwezigheid van breedband is tevens een belangrijke factor tijdens de afweging voor een vestigingsplaats voor bedrijven en grote ziekenhuizen. Samenvattend, volgens de deelnemers van de workshop kan breedband in hoofdlijnen de volgende toegevoegde waarde bieden in hun situatie: 1. Verbetering interbestuurlijke samenwerking; 2. Versnelling samenwerkingsprocessen; 3. Verbetering digitale bereikbaarheid; 4. Verbetering effectiviteit en efficiency in processen en dienstverlening; 5. Breedband biedt mogelijkheden voor besparingen in de bedrijfsvoering door shared services; 6. Verbetering fysieke bereikbaarheid; 7. Burger actief (= vooraf) betrekken bij besluitvorming "referendum"; 8. Versnelling digitale communicatie; 9. Versterking economische structuur; 10. Meer en actuelere informatie richting burger.
30
4.2 Gebruik van breedband in het openbaar bestuur in NoordBrabant Een aantal deelnemers gebruikt momenteel ICT toepassingen voor intergemeentelijke samenwerking. Bijvoorbeeld de sociale dienst (UWV) in de regio Schijndel, St. Michielsgestel en omliggende dorpen. Het betreft hier integratie van werkprocessen. Problemen worden ondervonden bij de afstemming van de infrastructuur: het zijn allemaal heel autonome organisaties. Er is nu bijvoorbeeld al sprake van gezamenlijke telefonie in plaats van dat iedereen een eigen telefooncentrale heeft. Daarnaast is er samenwerking tussen zeven Kempen gemeenten op het gebied van vastgoed informatievoorziening. Het betreft het ontsluiten van gegevens als bestemmingsplannen, ruimtelijke processen, milieu, etc. De zeven gemeenten hebben nu één gezamenlijke server in Cranendonck maar die draait op ADSL (gaat nu nog goed). De insteek van het plan van de Kempen gemeenten is in eerste instantie een intranet. Vanuit het intranet kan worden opgeschaald naar internet en openstelling voor iedereen. Een ander voorbeeld van samenwerking met behulp van ICT vindt plaats tussen tien West Brabantse gemeenten, waaronder Roosendaal. Er is al samenwerking tussen P&O afdelingen, nu wil men ook virtueel gaan samenwerken. Tussen Bergen op Zoom en Roosendaal vindt tevens samenwerking plaats tussen de verschillende ziekenhuizen. Verder werden er tijdens de bijeenkomst startende initiatieven genoemd voor de uitrol van breedband tussen de nonprofit organisaties in ’sHertogenbosch en een pilot rond Helmond. Tot slot, via de inzet van ICT toepassing zou ook een antwoord geboden moeten worden op mobiliteitsvraagstukken waarmee de provincie kampt.
4.3 Diensten in het Brabants openbaar bestuur Er zijn tijdens de bijeenkomst enkele tientallen projecten, die via glasvezel opgeschaald kunnen worden. Daarbij is interne werkprocessen, dienstverlening en transparantie samenwerking tussen overheden (zie volgend kader). De uitgewerkt in de volgende paragraaf.
diensten en producten verzameld een onderscheid gemaakt tussen richting burgers en bedrijven en kansen met een asterisk worden
Interne werkprocessen (binnen uw organisatie) (*) Telewerken (niet alleen overheid, ook bedrijven) Verschillende werklocaties verbinden Flexibilisering werktijden Met andere gemeenten dezelfde systemen gebruiken (shared services) Flexibele werkplekken Uitwisseling en opbouw digitale dossiers tussen verschillende afdelingen organisaties Efficiencyvoordelen door uitbesteding van backoffice activiteiten (bijv soc. dienst) Meer applicaties als ASP Outsourcing (secretariaat, ICT beheer, etc) Opheffen technische beperkingen voor gebruik applicaties
31
dienstverlening en transparantie richting burgers en bedrijven (*) www.deruimteinbrabant.nl Elektronisch leerplichtverzuimsysteem Jeugdzorgdossier Elektronisch gemeenteloket 24/7 Elektronisch aanvragen en beschikken van bouwvergunningen. Elektronische inspraak voor burgers bij de inrichting van de ruimte. Online discussie met wethouders en raadsleden Archieven ( foto’s ) ontsluiten naar burgers Actuele en betrouwbare reisinformatie Het op afstand "volgen" van aangevraagde producten (ontvangstbevestiging, bij wie in behandeling, normtijd, verlenging, etc.) Gezamenlijke opzet van de elektronische dienstverlening met als resultaat een uniform overheidsloket waarbij gemeenten als lokaal winkel/loket fungeert. Samen met ketenpartners diensten ontwikkelen (stageplaatsen, flexwerken) Multimedia in openbaar vervoer Informatievoorziening naar mobilist over actuele bereikbaarheidssituatie, vergelijking tussen routes en modaliteiten Aanvraag VROMvergunning Inwinnen informatie burger en verstrekken informatie aan burger Toeristische informatie Uitsparen automobiliteit door telewerken mobiliteitsmanagement Beperking kosten door mogelijk beperktere openingstijden Actuele en betrouwbare reisinformatie
samenwerking tussen overheden Inventarisatie en afstemming wegwerkzaamheden en evenementen www.deruimteinBrabant.nl Regionale (GGAniveau) real time monitoring verkeerssituatie. Daarbij verschillende databronnen combineren. (*) Brabantse risicoinformatiekaart DURP Provinciale/landsdelige verkeerscentrale (die op regionaal/GGAniveau werkt) Uitwisseling en raadplegen gegevens (bijvoorbeeld digitale bestemmingsplannen gemeenteprovincie i.p.v. papieren kaart) Gezamenlijk gebruik/hosting informatiesystemen binnen samenwerkingsverband (bijvoorbeeld gis viewer) Zorg online inkopen bij aanbieders Videoconferencing VROMvergunning
32
(*) Opzet van shared service centra voor het gebruik van gemeenschappelijke ICT voorzieningen (*) Veiligheidsnetwerk (uivoering van activiteiten die noodzakelijk gezamenlijk moeten worden uitgevoerd zoals veiligheid, rampenbestrijding en millieu.) Intergemeentelijke sociale diensten (CWI, UWV, uitzendbureau etc.)
4.4 Uitwerking geselecteerde diensten De vijf geselecteerde projecten, producten en diensten worden uitgewerkt op basis van de betrokken partijen en hun rol en kritische succes en faalfactoren. Voor de volledigheid worden de geselecteerde producten en diensten nog een keer genoemd. De volgorde van de producten en diensten is tevens de volgorde van de stemming tijdens de bijeenkomst. Tijdens de inventarisatie kwamen hoofdzakelijk vijf kansen naar voren welke mogelijk kunnen worden dankzij een glasvezelinfrastructuur: 1.
www.deruimteinbrabant.nl
2.
Telewerken
3.
Shared services
4.
Brabantse risico informatiekaart
5.
Veiligheidsnetwerk
Iedere kans zal hierna afzonderlijk worden besproken.
1. www.deruimteinbrabant.nl
Deze kans is in de vorm van een gemeenschappelijke website waarin informatie van alle gemeenten en provincie integraal toegankelijk is. Als het project af is, is er een centraal geografisch systeem voor de provincie NoordBrabant waarmee alle locatiegebonden informatie wordt ontsloten. Vooral het publicatiesysteem krijgt een centrale rol. Decentraal wordt de informatie beheerd. De website bestaat uit een gelaagde kaart met informatie over ruimtelijke ordening (bestemmingen), milieu, beschikbare ruimte, functies (onderwijs, vervoer, gezondheidszorg). Deze kaart ontsluit informatie over de functies en waar meer (digitale) informatie te verkrijgen is, zoals welk orgaan verantwoordelijk is voor wat (waar kan ik een vergunning aanvragen). Kortom, een allesomvattend Geografisch Informatiesysteem, inclusief DURP en de Brabantse risico inventarisatiekaart en wellicht met koppeling van/naar het veiligheidsnetwerk. Burgers zijn niet langer afhankelijk van openingstijden (24*7) en kunnen op afstand de status volgen van aangevraagde producten via één digitaal loket.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Alle publieke organisaties die locatiegebonden informatie leveren
Voortrekkers zijn de overheden in de provincie (waterschappen, gemeenten en de provincie)
33
Gemeenten, waterschappen, Rijksdiensten, provincie, maatschappelijke organisaties
Leverancier van gegevens, maar ook gebruiker. Informatiehouders houden eigen verantwoordelijkheid over de informatie maar het beheer wordt hen uit handen genomen. Continue actualisering van gegevens is wel nodig.
Provincie
Coördinator (bijvoorbeeld kaderstellend) en facilitator (bijvoorbeeld hosting). Initiator van een programma Deelnemend informatiehouder. Voor sommige informatiedomeinen (bijv. ruimtelijke inrichting) ook trekker van een deelproject. In initiatiefase: leidend voor het opzetten van een businesscase voor het programma.
Maatschappelijke organisaties (milieuorganisaties, koepels uit het bedrijfsleven)
Primair gebruiker, maar ook panel om gebruiksvriendelijkheid te vergroten.
Kritische succesfactoren Succesfactoren Onder 'zachte dwang' inventariseren en vervolgens
vastleggen op basis van ´best practice´ standaarden
Betrokkenheid alle partijen (enthousiasme)
Eenvoud bijhouding gegevens (zorg onder meer dat het
aansluit bij bestaande werkwijzen)
Snelle oplevering van eerste "laag" van de kaart met GIS
informatie.
Faalfactoren
Er zijn op deze bijeenkomst geen kritische faalfactoren verzameld. Deze kunnen immers ook beschouwd worden als de keerzijde van de kritische succesfactoren.
Soepele en snelle gegevensuitwisseling (standaardisatie).
Informatie dient actueel te zijn (afspraken en bewaking
actualiteit van de informatie).
Voldoende participatie van informatiehouders.
Een sluitende businesscase.
Een sterke 'publicatieorganisatie' die in staat is de
kwaliteit van de informatie te handhaven.
Provincie moet sturend optreden
2. Telewerken
Deze breedbandkans biedt de mogelijkheid om verschillende werklocaties te verbinden en daardoor samen te werken binnen alle overheden in Brabant. Telewerken moet niet alleen binnen overheden plaats gaan vinden maar ook thuis en op bedrijventerreinen. Dit zou als
34
voorbeeldfunctie voor derden moeten gaan dienen. Er zou een infrastructuur ontwikkeld moeten worden die het mogelijk maakt om vanaf een willekeurige locatie (in Brabant) contact te leggen met eigen of andere organisaties, thuis te werken via internet, video conferencing en vergaderen op afstand. Dankzij het glasvezelnet wordt (samen)werken veel minder afhankelijk van tijd (flexibilisering werktijden) en plaats en ontstaat er een grote beschikbaarheid voor medewerkers bij de Brabantse overheden van 'digitale gereedschappen' voor onderlinge afstemming. Telewerken zou een logisch vervolg kunnen zijn van het project 'virtuele kantoren' die nu vooral worden gebruikt voor filesharing. Deze kantoren zijn echter een groot succes met meer dan 1.500 gebruikers binnen en buiten de provinciale organisatie. Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Rijk
Zoeken naar charismatische sleutelspelers uit bedrijven die de potentie en het belang van thuis /telewerken aan hun achterban verkopen
Provincie Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) Gemeenten
Bedrijven uitdagen om businesscase te ontwikkelen voor telewerken in Brabant. Stimulator / facilitator: subsidie inzetten als smeerolie in beginfase (daarna moet telewerken gewoon geld opleveren voor bedrijven) Initiatiefnemer / trekker: proef opstarten in deel van Brabant (bijv. GGAregio MiddenBrabant (= Tilburg e.o.; olievlekwerking)
Kritische succesfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Minder files, tijdwinst (geen reistijd), minder uitstoot (milieu), minder
kantoorruimte en parkeervoorzieningen.
Er zijn op deze Voorbeeldfunctie: eerst zelf gebruiken. De gekozen oplossing moet bijeenkomst geen laagdrempelig zijn, betrouwbaar en duidelijk kostenverlagend kritische faalfactoren werken.
verzameld. Deze Het bedrijfsleven moet dit initiatief overnemen. Maak de
kunnen immers ook bedrijfseconomische besparingen daarom inzichtelijk.
beschouwd worden Arbowetgeving, bloktijden voor aanspreekbaarheid en sociale als de keerzijde van contacten en facetoface overleg;
de kritische succesfactoren. Goede toegankelijkheid informatie en archief, opschaling digitale
bestanden
Voldoende deelnemers.
Verbeterde integratie van deze ' gereedschappen' binnen de desktop.
Financiering.
Draagvlak bij management. Management zal vrezen het " zicht" op
hun medewerkers kwijt te raken.
35
Duidelijke visie, doel, draagvlak en organisatie voor de uitvoering van shared services. Eenduidig beleidsplan(dienstenconcept), werkprocessen en meetbare resultaten. Meetbare en controleerbare SLA's. Goede communicatie naar alle betrokkenen. Goede eenduidige afspraken en afstemming met ketenpartners
3. Shared services
Met Shared Services beschikken bestuurders over gemeenschappelijke ICT voorzieningen. Gezamenlijk gebruik wordt mogelijk door applicaties en infrastructuur te plaatsen bij een van de partijen van het samenwerkingsverband, maar ook aan gehele of gedeeltelijke uitbesteding van technisch en/of functioneel beheer bij een derde partij. Voorbeelden van dergelijke gedeelde diensten zijn servercapaciteit, KA voorzieningen (email etc), uitwijkvoorzieningen, toegang tot intranet, toegang tot het GEMNET en andere verbindingen met de buitenwereld. Logisch vervolg daarop is het gezamenlijk beheer van die applicatie, mogelijk het samen uitvoeren van (back office) taken en het opzetten van een gezamenlijk ICTservicecenter. Uiteraard zijn goede afspraken tussen partijen een vereiste (bijvoorbeeld in de vorm van SLA's).
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Provincie
Initiatiefnemer Stimulator Coördinator Werven deelnemers Functioneel ontwerp Aanbesteden Kansrijke projecten mogelijke financieel ondersteunen.
Gemeenten
Deelnemer, stimuleren
Waterschappen
Deelnemer
Onderwijsinstellingen
Deelnemer
Zorginstellingen (ziekenhuizen St. Franciscus (Roosendaal) en St. Lievens (BoZ))
Deelnemer
Marktpartijen
Aanbieder
Sociale diensten (CWI, UWV, uitzend en reïntegratiebureaus)
Deelnemer
36
Kritische succesfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Commitment en betrokkenheid op bestuurlijk niveau Bereidheid tot samenwerking Reëel groeipad Lef Gezamenlijke inkoop/kostenvoordeel. Stabiliteit, delen van kennis ICTafdelingen dienen zich open en samenwerkingsgericht op te stellen
Er zijn op deze bijeenkomst geen kritische faalfactoren verzameld. Deze kunnen immers ook beschouwd worden als de keerzijde van de kritische succesfactoren.
Moet bedrijfseconomisch voordeel opleveren. Gebruikers (ambtenaren en bestuurders) moeten transparant willen zijn (agenda toegankelijk, informatie delen )
4. Brabantse risico informatiekaart
Deze breedband kans hangt samen met de mogelijkheid om een integrale risicokaart (dynamisch) te ontwikkelen die grensoverschrijdend beschikbaar is.
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Provincie
Coördineren Faciliteren
Rijk
Informatie aanleveren
Gemeenten
Informatie aanleveren
Bedrijven
Informatie aanleveren
SRE
Informatie aanleveren, zo beschikt SRE waarschijnlijk over Regionale Verkeers en Milieu Kaarten.
Kritische succesfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Beschikbaarheid juiste informatie Bereidheid deze te willen ontsluiten (veel informatie op dit terrein wordt met moeite vrijgegeven)
Er zijn op deze bijeenkomst geen kritische faalfactoren verzameld. Deze kunnen immers ook beschouwd worden als de keerzijde van de kritische succesfactoren.
37
5. Veiligheidsnetwerk Het veiligheidsnetwerk is een infrastructuur die het mogelijk maakt relevante (gemeentegrensoverstijgende) informatie uit verschillende bronnen uit te wisselen, te delen en in te zetten voor crisissituaties. Gedacht kan worden aan een veelheid aan geografische informatie, milieuinformatie, opslag gevaarlijke stoffen, bevolkingsdichtheid, rampenplannen, risicokaarten, overzicht functionarissen, verantwoordelijkheden en wijze van bereikbaarheid. Deze Integrale veiligheidsinformatie zal toegankelijk worden voor gemeente, politie, brandweer, provincie, zorgsector. Dit veiligheidsnetwerk moet voor beslissers vanuit elke plek bereikbaar zijn en gebruikersvriendelijk is opgezet (met aandacht voor digibeten).
Betrokken partijen en hun rol Partijen
Rol
Provincie
Initiatiefnemer Participatie Ervoor zorgen dat niet iedereen (elke GHOR regio) het wiel zelf gaat uitvinden Bestuurlijk draagvlak op hoog niveau Coördinerend Faciliterend Stimulerend
Rijk
Stimuleren
OOV (politie, brandweer, etc.)
Informatie aanleveren
GGD
Informatie aanleveren
Waterschappen
Informatie aanleveren
Kritische succesfactoren Succesfactoren
Faalfactoren
Bestuurlijk draagvlak op hoog niveau Systeem moet ook werken bij stroomstoring (afhankelijkheid van technologie heeft immers ook z'n nadelen/risico's) Snelle keuze van crisisbeheersing)
juiste
veiligheidsaspect
(bijv.
Snelle realisatie eerste product (quick score). Twee duidelijke doelen voor middellange en lange termijn vast stellen (informatieuitwisseling tussen brandweer, waterbeheersing) Gebruiksvriendelijk voor de beslissers
38
Er zijn op deze bijeenkomst geen kritische faalfactoren verzameld. Deze kunnen immers ook beschouwd worden als de keerzijde van de kritische succesfactoren.
4.5 Reflectie Op de bijeenkomst waren vooral Brabantse gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd. De bijeenkomst bevestigt het beeld dat veel gemeenten activiteiten ontplooien op het gebied van glasvezelinfrastructuren. De B5 gemeenten (Breda, Eindhoven, Helmond, ’sHertogenbosch en Tilburg) zijn allemaal betrokken bij lokale (of regionale) consortia die opgericht zijn om glasvezelnetwerken aan te leggen en relevante diensten te ontwikkelen. In dat opzicht spelen gemeenten dus een voortrekkersrol. Dat impliceert dus ook een voorbeeldrol: Gemeenten moeten zelf ook gebruik maken van glasvezel en interessante diensten ontwikkelen. Dat gebeurt ondermeer door gemeentelijke instellingen lokaal en interlokaal met glasvezel te koppelen. Daar waar meer gemeenten gezamenlijk glasvezelinfrastructuren willen starten, groeit onmiddellijk de rol van regionale samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld SRE. Er kan zonder meer worden vastgesteld dat glasvezel geagendeerd is bij provincie, gemeenten en samenwerkingsverbanden. Er is minder zicht op de activiteiten van bijvoorbeeld waterschappen. Een belangrijk gegeven is dat bij de glasvezelinitiatieven samenwerking wordt gezocht met andere bedrijven (bijv. bedrijventerreinen) en instellingen (bijv. zorg, onderwijs en bibliotheken) om vraag te bundelen ten behoeve van de aanleg van glasvezel. Feitelijk is er dan al sprake van regionale en sectoroverstijgende opschaling van infrastructuur. Deze opschaling geldt echter nog niet voor concrete producten en diensten, bijvoorbeeld via marktplaatsen. Het nut van deze opschaling wordt wel ingezien, maar het ontbreekt nog aan uitontwikkelde diensten die specifiek voor glasvezel bestemd zijn. Tijdens de bijeenkomst zijn enkele voorbeelden verzameld van producten en diensten die zich lenen voor opschaling. Een duidelijke rol wordt hier weggelegd voor het initiatief www.deruimteinbrabant.nl. Het zou mooi zijn wanneer vertegenwoordigers van de overheidsinstellingen in staat zijn om (nieuwe) publieke diensten voor glasvezel verder te ontwikkelen en op te schalen; eventueel in samenwerking met de provincie NoordBrabant. De volgende stap is dan ook een verdere ontwikkeling van een kansenkaart, eventueel uitmondend in een business plan voor opschaling. Kortom, een echte versnelling van breedband. Een aanzet daartoe is gemaakt. Een verdere ontwikkeling kan geschieden op de breedbandconferentie in het najaar van 2005. Vertegenwoordigers van zorginstellingen worden uitdrukkelijk uitgenodigd een bijdrage te leveren op deze bijeenkomst (er komt specifieke aandacht voor zorg en breedband) en aan het succesvol neerzetten van kansrijke diensten.
39
5 Terugblik
Wat kunnen we leren van de drie bijeenkomsten over glasvezel en zorg, onderwijs en openbaar bestuur? In vrijwel alle sectoren wordt het belang van glasvezel ingezien. Enerzijds ziet men technische voordelen (meer snelheid, capaciteit) en anderzijds onderkent men organisatorische voordelen (meer samenwerking, nieuwe diensten). Beide type voordelen kunnen leiden tot (aanzienlijke) kostenbesparingen. Ondanks de onderkenning van de voordelen van glasvezel betekent dat niet dat instellingen in de verschillende sectoren allemaal participeren in glasvezelprojecten. Dat verschilt per regio en per type instelling. In de regio Eindhoven nemen zowel onderwijs, zorg als overheidsinstellingen deel aan de aanleg van een glasvezelring. Dit project gericht op vraagbundeling richt zich vooral op de aanleg van de infrastructuur. Parallel denken instellingen individueel en gezamenlijk na over de ontwikkeling van concrete diensten die in een later stadium via (provinciale koppeling van) marktplaatsen worden ontsloten. De weg andersom komt ook voor: Zorginstellingen bepalen eerst het type diensten en informatie dat men onderling wil uitwisselen. Vervolgens wordt de geschikte bandbreedte ingekocht. Dit is bijvoorbeeld de strategie van het ICT Zorgnetwerk in Tilburg. De ervaring die men heeft opgedaan met glasvezel (en diensten daarop) verschillen aanzienlijk tussen regio’s en sectoren. Het onderwijs en het openbaar bestuur hebben bijvoorbeeld meer ervaring met (breedband) internet dan de zorgsector. Instellingen met ervaring zijn over het algemeen positief. Technisch zijn koppelingen goed mogelijk, maar bij de uitwerking van concrete diensten en producten komen wel eens moeilijkheden om de hoek kijken. Instellingen moeten taken en verantwoordelijkheden opnieuw afstemmen. Werkprocessen en informatiestromen moeten op elkaar afgestemd worden. Toch wordt het gevoel gedeeld dat de glasvezelinitiatieven samenwerking en innovatie stimuleren. De opschaling binnen en tussen sectoren en regio’s is echter niet altijd eenvoudig te realiseren. Ten eerste is het technisch soms lastig. Instellingen – zelfs binnen een sector, bijvoorbeeld zorg – hanteren verschillende technische standaarden. Ten tweede bestaan er grote verschillen tussen instellingen, bijvoorbeeld in schaal. In de zorg werken grote ziekenhuizen samen met kleine huisarts(posten). ICT kennis en budgetten verschillen aanzienlijk. De koppeling van marktplaatsen biedt echter grote kansen om diensten uit te rollen. Diensten kunnen via deze marktplaatsen aan een grotere doelgroep worden aangeboden (en wordt het dus aantrekkelijker om ze aan te bieden). De diensten hoeven niet specifiek Brabants te zijn. Het gaat dan zowel om diensten aan klanten van instellingen in de rol van bijvoorbeeld leerling en patiënt als om diensten tussen instellingen. De aanleg van glasvezel tussen instellingen staat centraal in dit project (en dus ook de ontwikkeling van diensten daarvoor). De meeste partijen zien een (beperkte) rol voor de provincie weggelegd bij de ontwikkeling van concrete diensten. De provincie moet dit vooral aanjagen (bijvoorbeeld door zelf het goede voorbeeld te geven) en ondersteunen (bijvoorbeeld met startsubsidies voor kansrijke projecten). Ook wordt een taak voor de provincie bij opschaling gezien, zowel binnen als tussen regio’s en sectoren.
40
41
Bijlage 1 Gespreksverslagen
Gespreksverslag Zorg Datum:
Vrijdag 8 juli 2005
Deelnemers:
Joep Brouwers (provincie NoordBrabant), Timo Schipperen (Amphia Ziekenhuis) en Frank Bongers (Dialogic)
Infrastructuur Het onderzoek breedbandversnelling NoordBrabant wordt toegelicht inclusief de reden van dit gesprek. De provincie werkt mee aan het initiatief om eind 2007 de glasvezelnetwerken van de steden Breda, Eindhoven, ’sHertogenbosch en Tilburg fysiek te koppelen. Daartoe worden gesprekken gevoerd met aanbieders (bijv. Casema, Essent en KPN). Op termijn kunnen eventueel steden uit Gelderland en Overijssel gekoppeld worden. Dan ontstaat er een nationaal testbed. Daartoe is er behoefte aan zichtbare glasvezeldiensten uit de sectoren zorg, onderwijs en openbaar bestuur die opgeschaald kunnen worden naar andere steden en provincies. In verschillende Brabantse regio’s zijn glasvezelinitiatieven gestart waarin ook zorginstellingen participeren. In Eindhoven en Nuenen loopt bijvoorbeeld een initiatief waar zorg en wonen (domotica) gecombineerd worden (o.a. in samenwerking met de Rabobank). In Breda is het Amphia Ziekenhuis betrokken bij het glasvezelinitiatief. Andere betrokken zorginstellingen zijn het revalidatiecentrum en het verzorgingstehuis. Drie andere zorginstellingen kunnen op termijn deelnemen, maar hun deelname is voorlopig in de koelkast gezet, omdat ze in buitengebieden liggen waar voorlopig geen glasvezel komt. In het Bredase glasvezelinitiatief doet het ROC ook weer mee. Deze instelling is een tijd geleden afgehaakt vanwege een fusie, maar dat is nu achter de rug. Met hun deelname komt er ook een verbinding naar EttenLeur. Op termijn kan het Bredase initiatief nog groeien door connectie met Bergen op Zoom (met daartussen Roosendaal). Ook is een fusie tussen OZ en CZ op komst. Een interstedelijke verbinding tussen Breda en Tilburg zal er spoedig zijn (met ook een uitloper naar Oosterhout). De provincie laat in het najaar uitzoeken wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen het Endix model in Enschede en het model van Eindhoven. Niet om aan te tonen wat het beste model is, maar om te kijken of ze naast elkaar kunnen bestaan wanneer alle netwerken worden gekoppeld. (Zorg)diensten Casema biedt in Breda het zogenaamde Breedband Business Pakket aan. Afnemers, waaronder zorginstellingen, kunnen kiezen uit verschillende producten, zoals internet, beeldtelefonie, domotica, tv portal, remote backup, domeinnamen, VoIP, ISDN 30, firewalls, etc. Casema beheert een colocatie. Dat is een open marktplaats waar andere aanbieders ook terecht kunnen. Casema heeft wel het recht altijd een tegenbod te doen voor hetzelfde pakket. De ontwikkeling van zorgdiensten via (breedband)internet verloopt relatief versnipperd. Veel ziekenhuizen en regio’s zijn bijvoorbeeld bezig met een elektronisch patiëntendossier. Sporadisch zijn er ook specialisten met specifieke diensten bezig, bijvoorbeeld Bas de Mol
42
met Hartspoint (een internetdienst voor mensen thuis). Veel zorginstellingen zijn redelijk in zichzelf gekeerd en kijken weinig over de muren in de regio en daarbuiten. Dat laatste is overigens de afgelopen jaren verbeterd. Voor de zorg is er een aantal toepassingen relevant, zoals bij de thuiszorg en aanleunwoningen, bijvoorbeeld beeldtelefonie, bewaking, gebouwenbeheer en kerkdiensten (soort domotica toepassingen). Een van de initiatieven die loopt, is vraagbundeling van telefoniediensten binnen de zorg. De GGD WestBrabant was vertegenwoordigd tijdens de workshop, maar ze zijn nog niet gesignaleerd in het Bredase breedband initiatief. Het Amphia Ziekenhuis heeft nu een WAN verbinding om verschillende locaties te verbinden. Deze WAN is gebaseerd op glasvezel. Medische dossiers worden nu gedigitaliseerd, bijvoorbeeld foto’s. Dat gebeurt overigens alleen met dossiers die in gebruik zijn. Het papieren archief neemt daardoor af. Hoewel er verschillende specialisten en maatschappen belangstelling hebben voor glasvezel en soms zelfs noodzakelijk vinden, bijvoorbeeld bij radiologie, wordt glasvezel nog vooral door ICT mensen getrokken en aangemoedigd, ook in het Amphia Ziekenhuis. Overigens is de financieringsstructuur soms een belemmering om tot glasvezeldiensten te komen. Een voorbeeld daarvan is dat videoconsults niet gedeclareerd kunnen worden door specialisten bij de zorgverzekeraars. Er is een voorbeeld van een specialist die met beeldtelefonie wachtlijsten reduceerde,. Consults via beeldtelefonie worden echter niet vergoed, waardoor hij gedwongen werd te stoppen (en keerden wachtlijsten weer terug). Een mogelijke (en goede) dienst voor ketenpartners is het elektronisch medicatiedossier. Het revalidatiecentrum en de verzorgingshuizen houden bij het herstel van een patiënt bij, terwijl de behandelde specialist op het Amphia Ziekenhuis rechtstreeks inzage heeft in dit dossier en op afstand kan bijsturen. Een andere dienst is het project TOP ziekenhuis. Het Amphia Ziekenhuis gaat opleidingen verzorgen en komt daarmee tussen de regionale en academische ziekenhuizen te staan. Hier ontstaat dus een opleiding op afstand, ondersteund met glasvezel.
Opschaling Er bestaan contacten tussen Brabantse zorginstellingen uit verschillende regio’s, maar deze richten zich niet op interregionale connecties van glasvezelnetwerken (en de ontwikkeling van diensten daarvoor). Daartoe wordt nog onvoldoende op het bestuurlijke niveau overlegd. Op lagere niveaus en op het niveau van specialisten en maatschappen wordt wel samengewerkt. Er is in het verleden wel overleg geweest over het Ziekenhuis Informatiesysteem (ZIS), omdat de ziekenhuizen hetzelfde pakket gebruikten. Dat overleg heeft zich later gericht op reorganisatievraagstukken en omgang met leveranciers. Breedband heeft daar sporadisch op de agenda gestaan. Via maatschappen is er meer contact met andere instellingen. Ook werken het Elisabeth Ziekenhuis Tilburg en het Maxima Medisch Centrum Eindhoven samen in de Brabant Medical School. De zeven geselecteerde en beschreven diensten in het hoofdstuk over zorg dekken de lading goed. Vooral de eerste (zorg en wonen) en derde dienst (specialisten hebben op afstand inzage in dossiers van patiënten in een revalidatiecentrum en een verzorgingshuis) lenen zich voor verdere opschaling. De diensten zijn echter nog niet concreet genoeg ontwikkeld en moeten vooralsnog als een kans worden gezien. Opschaling kan pas in een later stadium (wellicht is het daarom verstandig ook contact op te nemen met het Nuenens initiatief). Veel zorginstellingen staan nog aan het begin van de ontwikkeling van glasvezel en diensten. Er moet aan zorgmedewerkers (tot aan specialisten en bestuurders toe) nog vaak uitgelegd worden wat glasvezel is en wat kansen en mogelijkheden zijn. De cultuur in zorginstellingen
43
belemmert soms de uitrol van (glasvezel)diensten. Het medisch dossier gaat de goede kant uit en komt er wel, maar het gaat traag omdat het lastig is alle neuzen dezelfde kant uit te laten gaan. Er is een tussen de toplaag en de werkvloer een middenlaag van specialisten die naar eigen inzicht handelt. Een andere dienst voor opschaling betreft voorbeeld 5 uit het zorghoofdstuk (jeugdzorg). Het voordeel hier is dat de provincie een duidelijke rol heeft op dit beleidsterrein. Voor de opschaling is het van belang dat successen zichtbaar worden voor alle partijen (ook buiten de regio) die daar profijt van kunnen hebben. Omdat zorginstellingen aan het begin staan, zijn er nog geen concrete producten en diensten die zich nu al voor opschaling lenen. Het Amphia ziekenhuis zal met andere partners doorgaan met het initiatief (met of zonder provincie) en de provincie van ontwikkelingen op de hoogte houden. De provincie zal meer gesprekken aangaan in het veld (bijvoorbeeld in Nuenen) om meer concrete zorgtoepassingen – en ervaringen met glasvezel te identificeren, maar dat is voor na de zomervakantie.
Gespreksverslag Onderwijs Datum:
Donderdag 30 juni 2005
Deelnemers:
René van Elderen (Fontys), Frank van den Oetelaar (TOWN), Ed van Delft (2College), Joep Brouwers (prov. NB), Sven Maltha (Dialogic) en Hugo Gillebaard (Dialogic)
Opening Sven en Joep openen de bijeenkomst en benadrukken dat er naast de doelgroep onderwijs ook vergelijkbare bijeenkomsten zijn met de provincie en betrokkenen uit de zorg en openbaar bestuur. Joep streeft ernaar om in het najaar van 2005 alle stukjes van de puzzel te koppelen. Binnen dit tijdsbestek zouden de lopende projecten gedragen moeten worden door de mensen in het veld. Om dit te bereiken moeten er per project probleemeigenaren worden aangewezen. Daarnaast zouden dankzij zichtbare revenuen meer potentiële gebruikers overtuigd moeten kunnen worden. Sven stelt voor om een rondje te doen waarbij alle deelnemers kunnen vertellen over de laatste glasvezel ontwikkelingen binnen hun organisatie sinds de vorige workshop.
Ontwikkelingen ED:
Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) ontwikkelt plannen om scholen aan te sluiten op glas. Net als BIT ontwikkelt ‘sHertogenbosch vergelijkbare plannen samen met M&I partners. Op 8 september 2005 is de OMO clustering bijeenkomst. Binnen de OMO liggen de accenten op ontwikkeling van educatieve diensten, inrichting van gecentraliseerde serverparken (beheer weg bij de school) en de aansluiting op 1 Gbit/s verbinding van Surfnet. De voorbeelden 1 + 2 afkomstig uit de workshop sluiten het beste aan bij de huidige behoeften van OMO, maar veel van deze activiteiten zijn de “wieg al ontstegen”. ED is van mening dat het onderwijs “koudwatervrees heeft”. De aanbieders uit het bedrijfsleven zijn er wel, maar zodra de oplossingen niet van de school zelf komen gaan ze er niet in mee. Volgens ED moeten subsidies alleen maar helpen om te starten, waarbij vervolgens de school zelf moet zorgen voor haar budget.
44
FO:
Voor Voortgezet Onderwijs (VO) scholen binnen TOWN gelden dezelfde behoeften als ED schetst. Primair Onderwijs (PO) is daarentegen nog echt bezig met het opzetten van de techniek. FO ziet voor het PO goede kansen ten aanzien van een zogenaamd Shared Service Center. Hiervoor zijn inmiddels twee onderwijsbesturen geselecteerd die in aanmerking komen voor SSOG subsidie. Momenteel is er een initiatiefgroep die zowel naar techniek als inhoud kijkt. Hierbij wordt gekeken naar multimediale toepassingen en de mogelijkheden van Elektronische Leeromgeving (ELO).
RE:
Globaal zijn er drie fasen van belang voor scholen die op breedband zouden willen, namelijk de fase: 1: Ontsluiting Breedband 2: Technisch beheer 3: Ontwikkelen van applicaties In de laatst genoemde fase zien uitgevers mogelijk brood. Ook deze fase vraagt op den duur om content beheer. RE waarschuwt voor scholen die applicaties dankzij subsidie 2 jaar in de lucht kunnen houden en daarna niet in staat zijn om de bekostiging rond te krijgen binnen hun eigen budget. Volgens RE moeten er door de overheid middelen bij elkaar gebracht worden om het tempo te versnellen. Dit kan echter op twee manieren: 1: Weinig geld waarbij de overheid als katalysator werkt. Hierbij draait het om zaaigeld om partijen bij elkaar te krijgen die willen samenwerken waarbij het doel is om kosten te besparen. Dit kan slechts succesvol zijn bij organisaties als OMO met veel locaties. 2: Meer geld: hierbij kan de overheid partner worden, serverparken financieren en een school voor 5 jaar uit de wind houden om samen een ELO op te tuigen. Deze pilot kan vervolgens dienen als demonstratiekamer voor de rest van Nederland.
Lesmateriaal content JB:
Commerciële marktpartijen moeten worden meegenomen in deze discussie. Uitgevers kunnen een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van digitaal lesmateriaal, maar een school moet oppassen dat ze een standaard pakket ontvangen.
ED:
Kennisnet praat momenteel al met uitgevers (zoals Malmberg) maar deze uitgevers hebben net geïnvesteerd in nietwebbased programma’s. Daarnaast zijn er binnen scholen nog veel leerkrachten die hun eigen methodes en lesmateriaal (software) ontwikkelen.
RE:
Er moet samenhang zitten in het aanbod en gebruik. Shoppen is aardig maar als er geen aansluiting is tussen de verschillende programma´s en methodes dan werkt het niet. Daarnaast wordt het een dilemma hoe je dergelijk materiaal doorbelast aan de leerling. Uitgevers kunnen ongetwijfeld een ELO bieden, maar dan in combinatie met een boek of een CDROM.
FO:
FO heeft weinig vertrouwen in uitgevers, omdat die niet creatief meedenken, maar vasthouden aan papieren oplossingen.
ED:
Uitgevers denken nog teveel in methodes maar voor het VO is deze vorm van winkelnering teveel een dwangbuis.
45
RE:
Voorlopers moeten knokken tegen conservatieve/traditionele methodes.
ED:
Vanuit het oogpunt van portfoliomanagement moet het mogelijk worden om een leerling zijn portfolio mee te laten nemen vanuit het PO. Ook zou een curriculum matrix mogelijk moeten worden die ´uitgever onafhankelijk´ ingevuld kan worden. Volgens ED is het een moeizaam maar lonend traject om werkboeken te digitaliseren, wat momenteel gebeurt door partijen als Iddink en Nova Concepts. Als school beschik je echter niet over risicodragend kapitaal waardoor je vaak de puzzel niet kunt bouwen.
Vraagbundeling JB:
We moeten met elkaar de komende tijd werken aan drie hoofdzaken:
Techniek:
via vraagbundeling + bedrijfsvoering (beheer);
Applicaties:
rekeninghoudend met didactiek en pedagogiek;
Smaakmaker: we moeten een showcase ontwikkelen in Brabant wat als voorbeeld kan dienen voor de rest van Nederland en Vlaanderen.
SM:
Het marktplaatsconcept zoals bijvoorbeeld toegepast in Deventer sluit prima aan bij deze discussie. Dit vormt de broedplaats voor inkoopcombinaties van infrastructuur maar biedt ook mogelijkheden voor gezamenlijke aanschaf van diensten. Ook een VPN verbinding is mogelijk binnen een open marktplaats.
JB:
Eigenlijk zouden we een prognose moeten hebben van hoeveel scholen er de komende drie jaar naar verwachting zullen worden aangesloten op glasvezel. Welke markt is er beschikbaar? Hierdoor wordt het mogelijk om de latente vraag zichtbaar te maken. Daarnaast moeten we rekenvoorbeelden maken zoals Erik Kamps (Fastfiber) voor industrieterreinen heeft verzorgd.
SM:
Voor dergelijke rekenmodellen kunnen we ook meeliften op de kennis die voortkomt uit het SSOG project.
FO:
Primair onderwijs loopt duidelijk achter omdat de hele materie nog te abstract is voor ze. Een ICTcoördinator moet niet betrokken worden bij een technische discussie, maar bij de inhoud. Dergelijke personen hebben kennis van het onderwijs en kunnen eveneens de vertaalslag maken naar werkprocessen in hun organisatie.
ED:
Dankzij een sector overschrijdende aanpak zijn verschillen in tempo (PO= langzamer) op te lossen. Het optuigen van bijvoorbeeld serverparken (vraagbundeling) kan samen gebeuren met partijen buiten het onderwijs. Marktpartijen zoals bijvoorbeeld Paradigit, Atos Origin en TOWN QSP hebben hiervoor reeds producten ontwikkeld. Binnen OMO bestaan er 10 scholen waarbij 6 locaties zijn ontsloten via een glasring. De drempel om extra scholen aan te sluiten ligt in het feit dat er extra FTE’s benodigd zijn.
Toepassingsmogelijkheden RE:
We moeten opzoek gaan naar de zogenaamde ‘Killer Apps’. Sven gelooft niet dat deze bestaan. Surfnet heeft het zogenaamde ‘expert op afstand’ wat mogelijk interessant zou kunnen zijn voor veel scholen.
ED:
Zelf is ED maatschappijleraar geweest en denkt dat een dergelijk concept de afstand kan verkleinen tussen de jeugd en de politiek. Rest van de groep is eveneens
46
voorstander van dit zogenaamde ‘elektronisch spreekuur’ van bijvoorbeeld een minister van OCW. RE:
Hierbij zouden een aantal leerlingen een vraag kunnen stellen als je er doorkomt en de rest kan meeluisteren net als bij de radio.
SM:
Je bent het concept waarschijnlijk wel direct kwijt, maar een dergelijke toepassing kan ook een aanjager zijn voor scholen die dit ook willen maar nog niet de infrastructuur hebben.
Plannen voor de toekomst
Visie breedband: wat staat er te gebeuren bij scholen. Volgens ED neemt de behoefte aan computers per leerling nog steeds toe, namelijk van 1:10 � 1:6;
Strategie ontwikkelen;
Breedband beschikbaar krijgen: door scholen te koppelen via vraagbundeling;
Shared Service Center NB opzetten en voorzien van inhoud. Dit moet niet slechts de functie van kenniscentra gaan vervullen maar eerder dat van aanjaagcentra. Dit zal je regionaal moet organiseren, want bij een landelijke of provinciale pilot is veel mogelijk maar je komt dan niet tot implementatie.
Imagoproject: uitwerken concept Elektronisch Spreekuur van de minister.
Slotopmerkingen FO:
Bibliotheken beschikken vaak over veel historische archieven die een interessante bron zouden kunnen zijn voor het onderwijs. Daarnaast is FO bezig met het opstellen van een concept notitie voor een Shared Service center binnen het PO.
ED:
Binnen Tilburgs ICT Onderwijs (TICTO) worden bijeenkomsten georganiseerd. Oppassen dat je niet alleen kennisbrenger bent (scheve verhouding).
SM:
Misschien zou er een ‘pool van experts van scholen’ moeten komen die (tegen vergoeding) kan worden geraadpleegd.
Gespreksverslag Openbaar Bestuur Datum:
6 juli 2005 Provinciehuis Den Bosch
Deelnemers:
Joep Brouwers, Vermeulen.
Peter
Duijve,
Christiaan
Holland
(verslag)
en
Pascal
Joep Brouwers licht de aanleiding van de bijeenkomst toe. In de workshop van 19 mei is als kans voor breedband in het openbaar bestuur aangemerkt het invulling geven aan www.deruimteinbrabant.nl. Deze suggestie is inmiddels ook besproken met portefeuillehouder Peter van Vught (hij wil met name een nadere onderbouwing in termen van een business case: wat levert het bestuurders op?) en is daarnaast aan de orde gesteld in het platform elektronische overheid van de provincie. Zaak is om vanuit bestaande kristallisatiepunten en initiatieven dit idee op een hoger plan te krijgen. Peter Duijve schetst de ervaringen vanuit de 7 samenwerkende Kempengemeenten. Er is in de opzet gekozen voor eerst interne doelgroepen en onderlinge samenwerking, daarna komt
47
de burger in beeld (begin 2006). Belangrijkste lessen zijn dat de techniek niet het probleem is, wel het organiseren van het proces (inclusief beheer: actueel houden van informatie) en van draagvlak en betrokkenheid. Peter pleit voor een start met eenvoudige processen (vooral informatie brengen) zoals WOZ, bestemmingsplannen, bodeminformatie e.d. Pascal Vermeulen pleit voor de burger als insteek. Wat zoekt een gemiddelde burger? Welke gebruiksprofielen kunnen we definiëren? De toegevoegde waarde van het initiatief zou moeten zijn dat er een communicatieve ‘klik’ wordt gemaakt met de gebruiker en zijn zoekvragen. Daarnaast pleit Pascal voor het benaderen van andere spelers in dit domein, met respectering voor elkaar aanwezigheid op Internet (ieder vindt zijn eigen site het belangrijkst). Dit soort partijen zijn b.v. Brabants Landschap, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Bom, REWIN etc. Dit zijn dus ook belanghebbenden. In de discussie worden vervolgens aan de hand van de punten van het praatpapier door de aanwezigen de volgende suggesties en aandachtspunten ingebracht: Doel en doelgroepen: •
Burger is primaire insteek
•
Toerisme (dit is andere doelgroep, NB meertaligheid)
•
Bedrijfsleven
•
Secundair ook andere overheidsorganisaties
Functionaliteiten: •
Eenvoudige informatiefuncties
•
Zoeken op kaart, interactief GIS
•
Geen transacties (bijv. vergunningaanvragen) want dat is lastig bovenlokaal te organiseren
Content (welke informatie moet worden aangeboden?): •
Toeristische info, wandelingen, fietstochten, zwemwater etc.
•
Streekplaninformatie en bestemmingsplannen gebruiksvriendelijk ontsluiten
•
Risicoinformatie
•
Ecologische hoofdstructuur
•
Cultuurhistorische waardenkaart
•
Economisch/bedrijven: bedrijventerreinen
•
Denk na over differentiatie van het informatieaanbod op basis van seizoenen (m.n. bij toerisme en cultuur)
•
Het gaat met name om bovenlokale content >> overzichtskaarten dus.
Relaties met vergelijkbare initiatieven/sites:
48
•
Kijk naar het succes van Uit in Brabant
•
Kijk naar Atlas Amsterdam en de aanpak met spatial datawarehouse in de stad Groningen
•
Idem GIS Vlaanderen
•
Zoek best practices in het buitenland die als referentie kunnen dienen
•
Onderzoek de mogelijkheid om iets samen met FUNDA op te zetten
Overige aandachtspunten en opmerkingen: •
Marketing/communicatiekennis inbrengen (Pascal)
•
PPS constructie zou wenselijk zijn. Marktpartij die ‘ervoor gaat’ is in termen van organiserend vermogen te prefereren boven provincie.
•
Provincie kan wel initiatiefnemer zijn, maar geen eigenaar (Joep).
•
Kunst van het weglaten: kies voor een beperkt aantal kaartlagen (plusminus 15) die voor de massa interessant zijn. Kies dan ook voor slechts 2 of 3 profielen (b.v. toerisme, economie, veiligheid) en pas op voor teveel details.
•
Denk aan een mogelijk businessmodel: wie gaat betalen voor wat?
•
Kies voor groeimodel. Begin met wat de provincie al heeft, kijk dan naar content die bij gemeenten ligt en die redelijk eenduidig is.
•
Propositie richting bestaande partijen (partners) is dat hun bereik vergroot kan worden via dit initiatief.
•
Bij een gezamenlijke aanpak van het ontsluiten van bestemmingsplannen zijn duidelijk kostenvoordelen te behalen.
Volgende stap: Eind augustus (na vakantie Joep Brouwers) pakken we de draad weer op en maken we de tussenstand op. In de tussentijd/vakantieperiode kan eenieder nadere suggesties/ nabranders/ briljante invallen melden bij Dialogic/Christiaan Holland. Huiswerk dat daarna in ieder geval gedaan moet worden is: •
Visie document opstellen
•
Enkele gesprekken voeren, korte verkenning richting potentiële partners (ook marktpartijen).
3 november vindt er een grote afsluitende bijeenkomst plaats over het doorlopen proces rond breedband en daar zou dit idee (in nader uitgewerkte vorm) gepresenteerd kunnen worden.
49
Bijlage 2 Deelnemers bijeenkomsten
ZORG Naam
Instelling
Dhr. Gerard van Bakel
Zuidzorg (thuiszorg Eindhoven e.o.)
Mevr. M. Boltong
GGD Eindhoven
Dhr. Jelle Brouwer
Elizabeth Ziekenhuis Tilburg
Mevr. L. Drabbels
Rheco (regionaal netwerk NICTIZ)
Dhr. Harrie Geboers
Medisch Coördinerend Centrum, ‘sHertogenbosch
Dhr. Wim van Geffen
Zorgnetwerk MiddenBrabant
Mevr. C. van Gent
Stichting Bevolkingsonderzoek Borstkanker Zuid
Dhr. E. Oord
GGD WestBrabant
Dhr. T. Schipperen
Amphia Ziekenhuis Breda
Mevr. M. Wiethof
TU Delft Rabobank
ONDERWIJS Naam
Instelling
Dhr. Th. Brinkman
Digidact
Dhr. J.M.L.M. Broeken
ROC West Brabant
Dhr. A. Bull
OBT
Dhr. E. van Delft
2College Tilburg / Omo
Dhr. P. J. Dikken
Gemeente ‘sHertogenbosch, afdeling EZ
Dhr. R. van Elderen
Fontys Hogeschool
Dhr. G. Franssen
ROC Eindhoven
Dhr. B. Jansen
Open Universiteit
Mevr. E. Kassenaat
Surfnet
Dhr. J. van den Kieboom
Ministerie van OCW
Dhr. T. Merks
EduWeb /SRE
Dhr. F. van den Oetelaar
Town
Dhr. R. Spoor
Surfnet
50
OPENBAAR BESTUUR Naam
Instelling
Dhr. P. Duijve
Gemeente Bergeijk en samenwerkingsverband Kempgemeenten
Dhr. F. Eggels
Gemeente Helmond
Djr. L. Geluk
Provincie NoordBrabant
Dhr. V. Goossens
Gemeente Someren en samenwerkingsverband DAS (Deurne Asten Someren)
Dhr. J. Lucius
Gemeente Schijndel
Dhr. L. Panken
SRE
Dhr. M. Schellekens
Gemeente Tilburg
Dhr. G. Vekemans
Gemeente ‘sHertogenbosch
Dhr. P. Vermeulen
Gemeente Roosendaal
Dhr. P. Duijve
Gemeente Bergeijk en samenwerkingsverband Kempengemeenten
Alle bijeenkomsten werden bijgewoond door dhr. J. Brouwers van de provincie Noord Brabant en leden van het onderzoeksteam van Dialogic.
51