Windekind vzw, centrum voor buitengewone zorg ► school voor buitengewoon kleuter en lager onderwijs type 4 voor kinderen met motorische problemen ► school voor buitengewoon lager onderwijs type 1 voor kinderen met een lichte algemene leervertraging, ev. in combinatie met autisme ► expertisecentrum voor GON- en ambulante begeleiding voor kinderen met motorische problemen en/of autisme in het gewoon onderwijs Schapenstraat 98 - 3000 Leuven - tel 016 241110 – fax 016 297743 www.windekindleuven.be –
[email protected]
Schoolwerkplan Windekind BuBaO Het schoolwerkplan bespreekt het handelingsgericht werken op (het overkoepelend) niveau van de school en vermeldt afspraken/verwachtingen die daaruit voortvloeien voor het schoolteam. Meer info ? bij je directie Daarnaast starten we dit schooljaar met een aanzet tot afdelingsplan. Bedoeling is dat daar specifieke werking/afspraken van een afdeling (opgebouwd oa vanuit het maandelijks overleg van het desbetreffend team) samen worden gebracht. Vooral omdat onze school met zoveel doelgroepen werkt, ervaren we dat dit nodig is omwille van de specifieke aanpak naar kinderen toe, omwille van de nood van medewerkers aan duidelijkheid. Meer info ? bij je PeVe
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Schoolwerkplan in wording
Inhoud VOORWOORD .......................................................................................................................................... 3 I. Windekind, centrum voor buitengewone zorg: algemeen kader...................................................... 4 ONZE MISSIE ........................................................................................................................................ 4 voor welke kinderen/leerlingen dragen we zorg ?............................................................................. 4 HOE VINDEN WE EEN (buitengewoon) ANTWOORD op de zorgvragen ? .......................................... 5 gelijkgerichte VISIE , PEDAGOGISCH PROJECT.................................................................................... 6 II.onze BuBaO-school............................................................................................................................... 9 1. SPECIFIEKE VISIETEKSTEN ................................................................................................................ 9 2. HANDELINGSGERICHT PLANMATIG WERKEN............................................................................... 10 3. UITBOUW VAN KRACHTIGE LEEROMGEVING + OPBOUW van EXPERTISE.................................... 13 4. ONZE SCHOOL als ORGANISATIE ................................................................................................... 15 5.COMMUNICATIE: kennisgeving van afspraken .............................................................................. 18 6.BETROKKENHEID van OUDERS ....................................................................................................... 19 7.PROFILERING naar de buitenwereld .............................................................................................. 21 8. EVALUATIE - ZELFREFLECTIE ....................................................................................................... 21
versie aug 2010
Pag 2/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
VOORWOORD Om op een planmatige en transparante wijze te werk te gaan bij het uitwerken van kwaliteitsvolle dienstverlening/onderwijs, hebben we ons gebaseerd op twee werken van Marc Van Gils (uitgegeven bij Garant): „planmatig werken in de school‟ „handelingsplanning in het basisonderwijs‟ In de voorbije 5 jaren hebben we 3 pedagogische studiedagen ingericht om deze manier van werken te leren kennen en stap voor stap te implementeren. Op niveau van schoolwerkplan, groepswerkplan en individueel handelingsplan werken we daardoor handelingsgericht in 5 fasen (beeldvorming – doelen bepalen – voorbereiden – uitvoeren – evalueren).
Een school – zoals elke organisatie – kun je vergelijken met ‘bouwen’ + eerst heb je een beeld nodig waar je naar toe wil (een visie / doelen) + dan ga je aan het bouwen niet alles ineens maar steeds opnieuw stap voor stap door verschillende vakjes (elementen) in rekening te brengen (structuur/ cultuur / overlegorganen/..) Dit proces is nooit af : het blijft een zoeken, reflecteren, een samen zoeken, een samen reflecteren Dank voor dit samen zoeken … alleen ga je sneller – samen kom je verder
Zo werd Windekind een organisatie die reeds 50 jaar zijn waarde heeft Zo blijft windekind een organisatie die ook de komende jaren waardevol zal zijn voor kinderen die nood aan buitengewone zorg hebben en voor hun ouders … Ik hoop dat het besef dat wij hieraan meewerken jullie en ook mij nog lang veel arbeidsvreugde mag geven….
Griet Smeets, coördinerend directeur Windekind Leuven .
versie aug 2010
Pag 3/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
I. Windekind, centrum voor buitengewone zorg: algemeen kader ONZE MISSIE Als het gewoon niet (meer) kan doen wij het buitengewoon… Ons streefdoel is de totale ontplooiing van ieder kind, vertrekkend vanuit zijn talenten en mogelijkheden. Jongeren hebben recht op kwaliteitsvol onderwijs, een goede opvoeding en begeleiding én op maximale ontplooiingskansen om nu en morgen gelukkig en tevreden én zo zelfstandig als mogelijk een eigen plaats in de maatschappij te realiseren.
voor welke kinderen/leerlingen dragen we zorg ? We richten ons op kinderen/jongeren woonachtig in de provincie Vlaams Brabant en omliggende gemeenten.
Het centrum Windekind biedt een waaier van zorgvormen aan: I. als school voor buitengewoon onderwijs organiseren we buitengewoon basisen secundair onderwijs II. als expertisecentrum van buitengewoon onderwijs organiseren we GONbegleiding en ambulante begeleiding III. als instelling van welzijn organiseren we semi internaatswerking I. SCHOOL VOOR BUITENGEWOON ONDERWIJS: 1. een lagere school voor kinderen met een lichte algemene leervertraging (= BuBaO type 1) In onze type 1-afdeling gaat onze volle aandacht naar het kind met een lichte algemene leerachterstand tussen 6 en 13 jaar. Centraal in onze manier van werken staat het scheppen van een veilig en warm klimaat, een individueel gerichte aanpak (qua tempo en qua niveau), het belang van het functioneel leren en de ondersteuning door logo en psychomotoriek. In deze school is er ook een specifieke aanpak voor kinderen met autisme, NLD, Gilles de la Tourette, ADHD ea (en dit in combinatie met randnormale begaafdheid of algemene leervertraging). Deze kinderen maken deel uit van een gewone klasgroep in onze type 1-school MAAR krijgen extra ondersteuning, namelijk: extra individuele begeleiding en extra groepsgebonden activiteiten. 2. een kleuter- en lagere school voor kinderen met motorische problemen (= BuBaO type 4) In onze type 4 afdeling richten we ons tot kinderen met motorische problemen die binnen het gewoon onderwijs te weinig ontwikkelingskansen krijgen. Ook voor kinderen met CVI, dyspraxie, en andere psycho-neurologische problemen creëren we in deze afdeling een aangepaste leeromgeving. In onze kleuterschool zijn kinderen vanaf hun 2,5 jaar welkom. Tot (maximum) hun 8ste jaar kunnen zij in de kleuterklassen blijven. Vanaf 6 jaar is er de lagere school waar zij tot (maximum) hun 14de onderricht kunnen genieten. 3. secundair onderwijs voor jongeren met motorische problemen en specifieke onderwijsbehoeften (= BuSO, type 4 OV1)
versie aug 2010
Pag 4/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
In onze BuSO-school bieden we een opleidingsvorm 1 aan. Dit wil zeggen dat ons secundair onderwijs is afgestemd op het geven van een voorbereiding op een zo zelfstandig mogelijk leven in een beschermd leefmilieu. Dit doen we door middel van inhouden die inspelen op de specifieke mogelijkheden van de individuele leerling. Het BuSO richt zich daarbij op jongeren met een motorische en meervoudige handicap die tussen de 13 en 21 jaar zijn, met de mogelijkheid om na hun 21ste de schoolloopbaan nog (maximaal) 2 jaar te verlengen. Het gaat in deze onderwijsvorm niet alleen om zoveel mogelijk te leren en te leren doen, maar ook om zoveel mogelijk het leven zelf in handen te nemen en zelf te organiseren. We helpen bij de persoonlijke toekomstplanning, dit met veel respect voor en gelovend in mogelijkheden en talenten, met extra aandacht voor de betrokkenheid op de maatschappij. II. EXPERTISECENTRUM VAN BUITENGEWOON ONDERWIJS We staan volledig achter het idee van inclusief onderwijs en willen dit ondersteunen. Daarom hebben we in het laatste decennium sterk werk gemaakt van de uitbouw van een nieuwe afdeling : het expertisecentrum. Vanuit dit centrum begeleiden we leerlingen in en scholen van gewoon onderwijs en dit op kleuter, lager, secundair en hoger niet-universitair niveau. Concreet bieden we onze begeleiding aan voor die problemen bij kinderen/jongeren die verband houden met domeinen waarin we vanuit ons type 1 en type 4 expertise (deskundigheid) hebben opgebouwd . 1.GONbegeleiding we organiseren GON-begeleiding (type 4 en type 7–autisme) voor kinderen en hun (gewone) school op kleuter, lager, secundair en hoger niveau in de provincie Vlaams Brabant en aangrenzende gemeenten. Deze GONbegeleiding kan maar starten mits een attest van een (daartoe) erkend centrum. Samen met de gewone school en met de ouders verkennen we elk jaar opnieuw de hulpvraag van kind en school. . De ondersteuning die we bieden aan leerling, ouders en (gewone) school, kan – in functie van de hulpvraag- gegeven worden door een leerkracht, kinesist, logopedist of orthopedagoog van ons centrum. 2. ambulant team Via ons ambulant adviesteam willen we scholen en andere diensten in onze regio ondersteunen om zo hun draagkracht te vergroten naar kinderen/jongeren toe waarbij zij problemen ervaren binnen hun werking. We doen dit in de vorm van vraaggestuurde interventies door experts vanuit ons centrum. III. VANUIT WELZIJN: SEMI-INTERNAATSWERKING Vanuit Welzijn hebben we een erkenning voor het begeleiden van 20 schoolgaande kinderen/jongeren van 3 tot 21 jaar met een motorische of motorisch-meervoudige handicap, categorie B. Anders dan een internaat, houdt een semi internaat in dat er enkel begeleiding wordt georganiseerd tijdens de dag en dit alle dagen, uitgezonderd weekends en wettelijke feestdagen. De werking is verschillend naargelang het al dan niet een schooldag is: -
op niet schooldagen biedt ons semi internaat leefgroepwerking en behandeling (kiné, logo, ergo) op maat aan. De semi internen zijn verdeeld in vier leefgroepen. tijdens de schooldagen volgen de semi internen onderwijs. De opvoeders werken dan kindondersteunend in de klasgroepen. Voor voor- en naopvang kunnen de semi internen dan terecht in de leefgroepen.
HOE VINDEN WE EEN (buitengewoon) ANTWOORD op de zorgvragen ? Dit doen we - door te vertrekken vanuit de mogelijkheden van het kind en zijn natuurlijk milieu - door het scheppen van een warm pedagogisch klimaat - via ontwikkelingsgericht werken, een aangepast curriculum en een flexibele organisatie - met de hulp van een multidisciplinair team bestaande uit gespecialiseerde medewerkers: leerkrachten en opvoeders, therapeuten, verpleegkundigen en verzorgenden, maatschappelijk werkers, orthopedagogen, arts. De verscheidenheid in deskundigheid bij onze medewerkers maakt het mogelijk om een sterk antwoord te vinden op (complexe) zorgvragen die leerlingen en ouders ons stellen. We zorgen voor opbouw van expertise door de coördinatie van dit alles in handen te geven van pedagogisch en paramedisch verantwoordelijken. (zie personeelsvergadering BuBaO mei 2007: het goede goed doen)
versie aug 2010
Pag 5/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Windekind wil bij dit alles een plaats zijn waar iedereen zich thuis voelt. In ons centrum vormen kinderen/jongeren, ouders, leerkrachten, therapeuten, opvoedend, verzorgend en administratief personeel, directie en schoolbestuur één grote gemeenschap. Ieder lid van onze Windekind-gemeenschap is mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van het samenleven. Samen kunnen we ervoor zorgen dat ieder (leerling, ouder en medewerker) zich thuis voelt in de school én dat ieder kind/jongere er op weg gezet wordt om te ontwikkelen tot gelukkige en tevreden volwassenen…..
gelijkgerichte VISIE , PEDAGOGISCH PROJECT Onze visie bestaat uit 3 elementen: 1. ons logo, niet zo maar een logo 2. onze visie op onderwijs als continuüm van zorg logo, niet zomaar een logo 3. de rode draad in onze functiebeschrijving 1. vertrekpunt is het kind en de manier waarop wij in Windekind kijken naar het kind. We hebben dit trachten uit te drukken in ons logo. ons symbool bestaat uit twee bomen waarvan de kruinen vingerafdrukken zijn: net als bomen helpen we onze kinderen groeien, soms wat sneller soms wat trager, - volgens eigen kunnen - zoals kronkels in een stam net als vingerafdrukken verwijzen naar de individualiteit, zo is ons doel een optimale zelfstandigheid en zelfrealisatie te ontwikkelen bij ieder kind opdat hij van daaruit volwaardig en op zijn eigen wijze kan deelnemen aan de samenleving. net als een opgestoken duim, willen we je zeggen: je doet het goed ! JIJ bent de moeite waard ! Doe zo voort !
In ons symbool zijn alle wortels met elkaar verankerd. Dit wijst op de samenhorigheid en op het kunnen rekenen op elkaar: kinderen, ouders, medewerkers , samen komen we er wel ! De bomen worden ondersteund door het woord “Windekind” want alle medewerkers van Windekind willen hun steentje bijdragen om ieder kind een zo goed mogelijke ondersteuning te geven in zijn groeien. Op hen kan je rekenen ! Als je valt, vangen ze je op. Wees dus niet bang als je valt: iedereen mag vallen – we staan klaar om je op te vangen en helpen je door samen met jou weer naar omhoog te klimmen … schooljaar 2010-2011
versie aug 2010
Pag 6/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
omdat we stellen dat we vertrekken vanuit dat wat het kind goed kan, willen we opzoek gaan wat „iets goed kunnen is‟ en hoe je als leerkracht daar kan op inspelen. Cfr het thema van onze pedagogische studiedag: meervoudige intelligentie Meer info over deze dag vind je de map „nascholingsplan‟ (SWP-kast)
2. onze visie op onderwijs : gewoon en buitengewoon zijn geen twee verschillende systemen : zij bouwen samen een onderwijs continuüm uit. De centrale vraag is: welke zorg heeft dit kind op dit ogenblik nodig om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen ? Hoe groter de nood aan zorg hoe meer het kind nood heeft aan ondersteuningsvormen – hoe groter de nood aan ondersteuning hoe meer het kind zich naar rechts in het continuüm gaat begeven om zo te krijgen wat hij op dat ogenblik nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. Hoe kleiner de nood aan ondersteuning, hoe meer naar links die ondersteuning te vinden zal zijn.
uele no Individ
z od aan
org
GOK
BLIO
AN
BPT
Gewoon Onderwijs
Zorg
attest
GON
Buitengewoon Onderwijs + Paramedici
Differentiëring: 1. aanpak 2. inhoud 3. evaluatie
Individualisering
Niet alleen in het onderwijslandschap, ook in onze scholen werken we met een continuüm van zorg. uitbouw van continuüm van zorg door gradatie in zorg STAP 1 Een continuüm van zorg start bij adequate didactiek + goed pedagogisch klimaat: PEDAGOGISCH KLIMAAT (met aandacht voor de totale persoon via aandacht voor alle ontwikkelingsdomeinen) (a) sfeer in klas, school, … positief houden (b) warme structuur ADEQUATE DIDACTIEK: (a) opbouw van leerlijnen/leerafspraken voor de verschillende vakken (b) mét continuïteit over de jaren heen
versie aug 2010
Pag 7/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Via het groepswerkplan, dat twee maal per jaar wordt opgesteld en geëvalueerd, wordt dit verduidelijkt voor elke klasgroep, elk jaar opnieuw.
STAP 2 Als basisdidactiek en pedagogisch klimaat geen oplossing biedt (als er dus een aantal ontwikkelingsdomeinen zijn, waar het kind geen goed antwoord krijgt vanuit het groepswerkplan), wordt er verder gewerkt op het niveau van het individueel handelingsplan. In deze fase werkt men volgens een systematiek: (a) in signaleren, analyseren en interveniëren Vb : leerlingvolgsysteem / observatie van sociaal – emotionele /… (b) handelingsgerichte diagnostiek (ism CLB)= gericht op concreet probleemoplossend gedrag in klas, therapie,… (c) consultatieve begeleiding (uitleg zie verder) (d) systematische handelingsplanning (IHP - individueel handelingsplan) STAP 3 Bij de uitbouw van zorg (of het n u gaat om schools aanbod dan wel aanpak van leren en gedrag), kunnen we spreken van een continuüm van zorg, maw de zorg die onze school aanbiedt naar de individuele leerling wordt specifieker en groter in functie van zijn nood: : (a) groepsgericht → individueel (b) preventie is belangrijk maar tegelijkertijd ook o remediëren, compenseren en dispenseren o specifiek curriculum o specifiek curriculum + bijkomende inspanning wb (para)medische zorg Wat in de klas bij gewone leerkracht kan gebeuren, moet daar gebeuren MAAR zo nodig: stapje verder gaan (c) waar kan klasinterne begeleiding – zo nodig klasexterne begeleiding (als individuele therapie, autibegeleiding,…)
3. de rode draad in onze taakopvatting In onze “rode draad” vind je de principes van ons pedagogisch handelen terug. We baseren ons in ons werken op de principes van handelingsgericht werken (NoellePameijer):
DE RODE DRAAD in onze taakopvatting Werken in Windekind vraagt van iedere medewerker een respectvolle houding tav het kind, zijn ouders én alle teamleden. Een sterke gedrevenheid om mensen te laten voelen dat ze mogen zijn wie ze zijn én het christelijk geloof in de groeimogelijkheden vormen de basis van dit respect. In een constructief samenwerkingsverband met alle teamleden, willen we het kind/de jongere stimuleren tot een maximaal ontplooien van enerzijds het welbevinden, een positief en realistisch zelfbeeld, sociale competenties en zelfstandigheid anderzijds zijn kennen en kunnen Op die manier willen we het kind/de jongere (ism zijn ouders) helpen om zijn eigen plaats te vinden in de maatschappij. We vertrekken van wat het kind/de jongere goed kan en stellen zijn onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften centraal: wat heeft dit kind/deze jongere nodig ? De interacties van het kind/de jongere met ieder van de medewerkers zijn daarbij van het grootste belang. Ten aanzien van de ouders, stellen wij als school het gemeenschappelijk belang centraal: „samen streven naar het goede voor jullie kind, onze leerling‟. Vanuit een creatieve basishouding, persoonlijke groei en groeiende vakkundigheid vertrekt elke medewerker om telkens opnieuw doelgericht en haalbaar te werken met handelingsplanning en ontwikkelingsdoelen. Dit doen we op een systematische en transparante manier, zowel op niveau van het kind/de jongere, als op groeps- en schoolniveau.
versie aug 2010
Pag 8/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
II.onze BuBaO-school 1. SPECIFIEKE VISIETEKSTEN Wat betreft schoolvisie sluit onze school zich volledig aan bij het pedagogisch project van Windekind vzw. (zoals hierboven beschreven). Van daaruit hebben we een aantal specifieke visieteksten opgesteld, in functie van de eigenheid van bepaalde leerlinggroepen en/in functie van bepaalde ondersteuningsvormen die we opnemen. Deze specifieke visieteksten vind je in onze SWP-kast (=schoolwerkplankast die zich bevindt in de gang van C/D, O naast het vergaderlokaal)
-
-
Zo ontwikkelden we een visie op het werken met kinderen met ernstig meervoudige problematiek : we werken hier met de methodiek van Vlaskamp. In het leerweg 3 plan wordt dit verder geduid. een visie op het samenwerken met ouders en de plaats daarin van de „contactpersoon‟ in onze school : dit brachten we samen in het GOK-plan een visie op het uitbouwen van een „autivriendelijke school‟ : in de map „autiwerking‟ een visie op de rol van de paramedici in onze school – zie brochure met (a) „paramedische zorg in Windekind (b) visietekst psychomotoriek in type 4 BuBaO (c) visietekst logopedie in type 4 BuBaO (d) visietekst kinesitherapie in type 4 BuBaO
… Daarnaast zijn er 2 uitgaven van het VVKBuO: - om ons beter zicht te geven op het type 1 kind : curriculum type 1 - om ons beter zich te geven op het type 4 kind: „profilering voor leerlingen met lichamelijke beperking De school heeft als eerste verantwoordelijkheid het zorgen voor hulp. BASISIDEE: zorg voor leerlingen met specifieke behoeften is integraal deel van de taak van elk teamlid (niet alleen van leerkracht, therapeut,…) en ook als anderen (externen) betrokken worden, behoudt de school haar verantwoordelijkheid. COORDINATIE is hierbij essentieel. + de diverse verantwoordelijkheden moeten gecoördineerd vorm krijgen + die coördinatiebevoegdheid moet gecommuniceerd worden
versie aug 2010
Pag 9/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
problemen van leerling = afstemmingsproblemen VRAAG:
VRAAG:
Hoe kan ons onderwijs aangepast worden aan de noden van dit kind ?
Hoe gaan we samen met de ouders van dit kind op weg ?
Schooljaar 2010-2011: Vorig schooljaar zijn we gestart met een werkgroep zorg voor gedrag in type 1. Dit schooljaar werkt deze groep verder onder de naam „zonne groep”. Daarnaast is er voor 9u een „zonne leerkracht‟ aan het werk. In onze SWP kast vind je nu reeds een aanzet tot visie over welbevinden en zorg voor gedrag bij het type 1 kind, en over de rol van de zonneleerkracht. Naast dit SWP, zetten de PeVe‟s de eerste stappen in het uitschrijven van een „afdelingsplan‟ voor hun afdeling. Hierin beschrijft men specifieke visie, handboeken, evaluatiepraktijk,… voor/in de desbetreffende afdeling. Voor onze school en concreet voor dit schooljaar gaat het dan om : afdeling type 1 / afdeling leerweg 1 + 2 / afdeling startklassen en schakel 2 / afdeling leerweg 3 en kikkerklas. Dit is ook de onderverdeling van de maandelijkse teams.
2. HANDELINGSGERICHT PLANMATIG WERKEN Bij ons staat het handelingsgericht planmatig werken centraal. Hiervoor baseren we ons op de visie van Marc V. Gils. Op schoolniveau, klasniveau en kindniveau vertrekken we steeds van een beeldvorming, om van daaruit doelen vast te leggen, middelen uit te kiezen / voor te bereiden en om na een periode van uitvoeren, van doen, de laatste fase van de cyclus in te richten namelijk de evaluatie. Van daaruit gaan we dan weer opnieuw de cyclus van handelingsgericht werken aanvatten. Schoolniveau ► Ieder kind kan leren maar de weg die we moeten gaan om tot harmonische ontplooiing van zijn mogelijkheden te komen kan soms erg verschillen. Daarom hebben we in onze type 4 school, waar die nood het sterkst aanwezig is omwille van de grote verschillen in leermogelijkheden bij de leerlingen, verschillende leerwegen uitgebouwd. Je vindt meer info over de leerwegen in onze schoolinfo pag 14-15.
Op elke klasdeur van type 4 vind je het schema met de leerwegen en zie je ook de plaats van die bepaalde klas in dat kader.
versie aug 2010
Pag 10/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan In functie van de zorgvragen van de leerlingen, kunnen zich elk jaar aanpassingen voordoen op schoolniveau in de indeling van de klassen Schooljaar 2010-2011: in type 4 starten we met schakelklassen – kinderen die nood hebben aan programma-onderdelen van twee leerwegen zitten dit schooljaar samen in de schakelklas. Schakelklas 1 is daarbij een schakel tussen leerweg 1 en 2, schakelklas 2 tussen leerweg 2 en 3.
► overleggroepen spelen ook op dit niveau een essentiële rol. Zij werken volgens de 5 fasen van het planmatig (handelingsgericht) werken: beeldvorming (waar staan we nu ?) / doelen selecteren (waar willen we naar toe ?) / voorbereiden (verantwoordelijken aanduiden voor en uitwerking) / uitvoeren / evalueren (door bevragingen/SWOT analyse/ …)
+ stuurgroep: denkgroep die zich bezig houdt met de vraag: hoe moet Windekind zich profileren, uitbouwen om antwoord te kunnen bieden op de vragen die vanuit onze maatschappij naar ons centrum toekomen en om te handelen in de lijn van ons pedagogisch project. De werking in elke subafdeling wordt hier ook „doorgelicht‟ + reflectiegroep - stuurgroep: na een vergadering van de stuurgroep wordt met VCLB, beleidsmedewerkers en maatschappelijk werkers besproken wat er aan bod kwam in de stuurgroep en wordt er gepeild naar hun bedenkingen hieromtrent. + klassendirecties: 6 leerkrachten als vertegenwoordigers vanuit elke subafdeling van BuBaO komen om de 14 dagen samen met directie om op organisatorische en inhoudelijke aspecten concrete antwoorden te zoeken die haalbaar zijn voor de hele school en goed zijn voor specifieke afdeling in het bijzonder + personeelsvergadering in 3de trimester waar directie met de medewerkers toekomstplannen vorm geeft en vooral ook de voorbije werking evalueert Ook de verschillende participatie-organen (LOC/CPB/schoolraad) alsook de oudervereniging hebben een rol op dit schoolniveau.
Schooljaar 2010-2011: Net zoals vorig schooljaar nemen we 6 uren uit het lestijden pakket om de functie van klassendirectie te organiseren. Op die manier is er een vertegenwoordiger vanuit onderbouw en vanuit bovenbouw van type 1, vanuit elk van de 3 leerwegen uit type 4 en vanuit het kleuteronderwijs;
Groepsniveau Op niveau van de groep staat het werken met groepswerkplannen centraal. Met de acht ontwikkelingsdomeinen als invalshoek wordt het GWP (groepswerkplan) en later ook het IHP (individueel handelingsplan) opgesteld.; hierbij volgen we telkens de procesmatige benadering : + beeldvorming ↑ ↓ + evaluatie + doelen ↑ ↓
versie aug 2010
Pag 11/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan uitwerking ← voorbereiding
De voorbije jaren hebben we , via pedagogische studiedagen, ons een systeem eigen gemaakt om voor elk van die ontwikkelingsdomein aan beeldvorming en aan doelenselectie te doen. De beeldvorming vertrekt van het functioneren van elk individueel kind in die klasgroep. Op basis van het globaal beeld gaat men dan ontwikkelingsdoelen selecteren. Sinds 3 jaar werken we met @volg mij. Hierdoor zijn de gegevens van groep en kind voor alle betrokkenen medewerkers ter beschikking. Voor de leerlingen uit leerweg 3 is het werken met de acht ontwikkelingsdomeinen niet aangewezen. We gingen op zoek naar een meer aangepaste methodiek. Daar werkt men met de methodiek van Vlaskamp en werkt men vooral op niveau van het individuele kind. Schooljaar 2010-2011 Omdat de Vlaskamp – methodiek een intens overleg vraagt en regelmatige opvolging met het team dat rond het kind werkt, hebben we 2 uur ambulante leerkracht ingericht voor deze afdeling. Op momenten van besprekingen kan zij, die ondertussen een vertrouwde persoon is geworden voor de leerlingen, de juf vervangen die naar het overleg is.
Groepswerkplannen worden in onze school 2x jaar opgesteld: in oktober en bij de start van de 2de semester. Omwille van de meerwaarde van een multidisciplinair overleg hiervoor, worden de therapeuten betrokken bij het opstellen ervan.
Kindniveau . Bij het opstellen van het groepswerkplan en meer nog bij het uitvoeren ervan, stelt men vaak vast dat een individueel kind niet voor alle ontwikkelingsdomeinen voldoende aan zijn trekken komt via de selectie van doelen , die men in het groepswerkplan maakte. Het individueel handelingsplan(IHP) is dan een moment van overleg waarop men, ook hier weer in een multidisciplinair team , antwoord zoekt op die extra noden van het kind. Ook hier gaat men de acht ontwikkelingsdomeinen als invalshoek gebruiken, ook hier werkt men volgens de 5 fasen van planmatig werken. IHP en GWP samen vormen zo het orthopedagogisch handelingsplan (OHP) dat we opstellen voor het kind. Bij dit alles is er een grote nood aan (interdisciplinaire) samenwerking, waarbij we vetrekken van de evenwaardigheid van elke partner. Hierbij zijn er 2 essentiële componenten te onderscheiden: 1. het participatief model = “ ik zie dit als waardevol – hoe zie jij dat te integreren in de klas ?”
maw gebruik van consultatieve begeleiding integreren in klascommunicatie 2. professionele communicatie Kenmerken: (a) door systematiek en structuur aan te brengen in de communicatie (b) oplossingsgericht: wat kunnen we eraan doen ? Voorbeeld: hoe maken we dagschema ? / hoe kunnen we ons aanbod wijzigen zodat gedrag van kind wijzigt ? / ….
(c)
Empathie zowel in verslaggeving als in bespreking “hoe zou ik willen dat erover gepraat zou worden als het over mijn kind ging ?”
versie aug 2010
Pag 12/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
We werken samen met het VCLB van Leuven. Hun ankerfiguur vormt samen met de PeVe en de maatschappelijk werker (contactpersoon) het zorgteam, dat op regelmatige basis overleg heeft over de kinderen, hun welbevinden en hun ontwikkeling.
3. UITBOUW VAN KRACHTIGE LEEROMGEVING + OPBOUW van EXPERTISE In onze school hebben we de laatste jaren sterk geïnvesteerd in het planmatig ontwikkelen van een krachtig en harmonisch leeraanbod. Om ervoor te zorgen dat het aanbod binnen bepaald leerdomein, sterk is gaan we in 3 fasen te werk en ook deze fasen herhalen zich over de jaren heen: I. Verkenningsfase: verkenners Op vraag van de school of vanuit eigen interesse, volgt men bijscholingen, werkgroepen,… om zich zo een beeld te vormen van mogelijkheden om een bepaald ontwikkelingsdomein uit te bouwen
II. Uitwerkingsfase: uitwerkers Eens we de mogelijkheden kennen, krijgt een medewerker de taak (meestal wordt hij hiervoor gedurende 1 tot 3 schooljaren een uur vrij gemaakt) om voor dit onderdeel leerafspraken/leerlingvolgsysteem te ontwikkelen . Hij werkt een visie uit, vertrekt van wat er in de school reeds gebeurt voor dit domein en zoekt naar leerafspraken, materialen,… Kortom hij bouwt aan een houvast voor de leerkrachten op niveau van dat ontwikkelingsdomein en tegelijkertijd zorgt hij ervoor dat er zo verticale en horizontale samenhang komt in het leeraanbod. Hiervoor doet de medewerker beroep op zijn collega‟s en informeert hij regelmatig de collega‟s over de stand van zaken. Op dat ogenblik verzamelt hij de materialen die hij hierbij ontwikkelt in de kast ontwikkelingsdomeinen‟ die zich bevindt in de traphall van C/D, 0. Het ontwikkelingsdomein socio-emotionele ontwikkeling vinden we de basis van alle werken met onze kinderen. Het resultaat van het uitwerken van dit domein hebben we daarom een centrale plaats gegeven nl in het onthaal (lokaal C/D 0.16) Dit uitwerken van materialen, leerafspraken, leerlingvolgsystemen past volledig in de 3de fase van handelingsgericht werken nl „voorbereiden‟, maar start vanuit beeldvorming (wat gebeurt op dit ogenblik in de verschillende klassen ? hoe gaat men nu te werk ?) en doelen (waar willen we naar toe ?) en eindigt met het evalueren door leerkrachten die ermee aan de slag gaan. III. Opvolgingsfase: up-to-daters Na de uitwerking krijgt een medewerker de taak, via de schoolopdracht, dit domein verder op te volgen en wordt hij de verantwoordelijke voor dit ontwikkelingsdomein waar andere medewerkers bij terecht kunnen met vragen. Zodra hij aangeeft dat er nieuwe verkenning/uitwerking nodig is voor dat domein of voor bepaalde onderdelen ervan, geeft hij dit door en … kan mogelijks de cyclus opnieuw gestart. Daarnaast zijn er ook nog een aantal domeinoverschrijdende thema‟s die in elk ontwikkelingsdomein aan bod komen. Op dit ogenblik onderscheiden we zo - ICT - Gezondheidsbeleid - Functioneel leren
versie aug 2010
Pag 13/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Ook voor deze thema‟s denken we op dezelfde manier te werk te kunnen gaan. Schooljaar 2010-2011: Hieronder vind je het schema waarin duidelijk wordt, in welke fase elk ontwikkelingsdomein op dit ogenblik staat. Ontwikkelingsdomein ▼▼▼▼▼▼▼▼▼ Godsdienst
Leren leren
Sociale en emotionele opvoeding
Verkenningsfase
Uitwerkingsfase
opvolgingsfase
Via : bijscholing / bezoeken/ volgen projecten/…
Via BPT uren
Via schoolopdracht
10-11 Marnic
10-11: AGENDA gebruik + leerafspraken (ortho) + visie (Hilde vD) 9-10 + PAD introductie + WG RSV
Bewegingsopvoeding + motorische ontwikkeling Muzische vorming
afgewerkt
10-11 + PAD methode: Heidi + visie/ leerafspraken RSV: Sofie + zonneleerkracht: PeterT+Hilde vD Sept 2010: uitschrijven lijnen schrijfmotoriek type 1 afgewerkt
Taal en communicatie
afgewerkt
afgewerkt
Wereldoriëntatie en maatschappelijke vorming
technologie afgewerkt
Wiskundige vaardig -heid
afgewerkt
Technologie 09-10 + 10-11 + technologie : Kevin + omgevingsboek + cultuur :AnneP afgewerkt
Functioneel leren(voor alle ontwikkelingsdomeinen)
09-10: Nele OdB + Tine C
ICT
09-10 opgevolgd door ICT coördinator + therapeuten
Gezondheidsbeleid
Via CPB / klassendirecties/projecten
09-10/10-11
09-10/10-11: coördinatie taaloverschrijdend : (logoT1/Ward T4) 10-11 : start met (leerafspraken vastgelegd via de) methode Open Wereld 09-10 10-11: via opleid rekencoach (ElsS)
10-11: + T1: met diocees (Nele) + T4: : met verbond (KatrienD) ICT in T1+T4 : PetraH+ElsS
Schooljaar 2010-2011 + In onze SWP-kast bij nascholing vind je welk leertraject ivm functioneel leren we de volgende jaren zullen doorlopen. Dit traject vertrekt vanuit dezelfde visie voor type 1 en 4, maar de uitwerking zal doelgroep specifiek gebeuren op niveau van diocees, resp. verbond. + omdat in het functioneel leren de mediatie centraal staat, gaat er dit schooljaar een pedagogische studiedag aan Feuerstein gewijd worden. Meer info in de map „nascholing‟ en via de nieuwsbrief + vanuit beeldvorming (quick scan 3de trim 2009-2010) hebben we prioriteiten bepaald waaraan dit schooljaar gewerkt wordt: fitheid / drink water / fruit / bewegen
We besteden veel aandacht aan het goed beheren van materialen.
versie aug 2010
Pag 14/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Daarom bestaat er sinds meerdere jaren een spelotheek, bibliotheek (een voor volwassenen en een voor kinderen) alsook – in hoofdzaak voor kinderen met motorische problemen - de probeerkoffers (er zijn 6 probeerkoffers elk met een apart thema , boordevol aangepaste materialen). Op onze website en via de wekelijkse nieuwsbrief kom je te weten waar en wanneer je daar terecht kan. Hoe bouwen we expertise op? Door kennis en ervaring bij specifieke problemen samen te leggen, wordt er EXPERTISE opgebouwd Er is geen unieke oplossing: het is een proces => men zoekt en probeert (trial and error) en men moet dit proces bijhouden en communiceren „ik heb dat geprobeerd met dit kind en dat lukte‟ Hoe/Waar gebeurt de opbouw en uitwisseling van deze deskundigheid : Via verticale samenhang: Teams per subafdeling Via horizontale samenhang Intra- en interdisciplinair overleg Stuurgroep / klassendirecties/ PeVe-PaVe overleg Het middenkader (= PeVe, PaVe, GONCo) ,heeft hierbij een coördinerende rol (ev ook de andere beleidsmedewerkers) Daarnaast is in dit verband ook externe samenwerking belangrijk : BUITENSCHOOLS‟ overleg + vorming ►via samenwerking andere scholen BuO (diocees/verbond) ►via GONbegeleiding ►via ambulante teams ►via scholengemeenschap: overleg zorgcoördinatoren / stuurgroep zorg/… …
4. ONZE SCHOOL als ORGANISATIE Onze eerste bekommernis was en is het kind en zijn harmonische ontwikkeling. Dit zit vervat in ons pedagogisch project en is beschreven in onze visieteksten (voornamelijk dan het onderwijscontinuüm en de betekenis van ons logo). Onze organisatie is voortdurend in ontwikkeling Vanuit onze eerste bekommernis én vanuit de wijziging in aantal (GON)leerlingen en in (externe) taken, hebben we de voorbije jaren veranderingen aangebracht in onze organisatiestructuur. Het jaarlijks populatieonderzoek van de leerlingen in onze BuBaO-school en in onze GON, het jaarlijks populatieonderzoek van onze scholengemeenschap (SKBL) alsook de outputgegevens van onze leerlingen geven de richting aan waarin we willen evolueren in onze dienstverlening om goed onderwijs te kunnen bieden (een goed zorgbeleid uit te bouwen).
WAAROM voortdurend in ontwikkeling ? + om de zorg die de leerlingen die op dit ogenblik meebrengen, mogelijk te maken HOE ? door ondersteuning te bieden aan de rechtstreeks kind betrokkenen : de leerkrachten, paramedici, GONbegeleiders. Deze (pedagogische) ondersteuning hebben we in handen gelegd van PeVe‟s, PaVe en GON coördinatoren HOE ? door het PeVe-PaVe overleg (1x/maand) waar PeVe‟s, PaVe en directies reflecteren over inhouden en werkwijzen in elk van de subafdelingen en expertise uitwisselen.
versie aug 2010
Pag 15/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
+ om ons te positioneren op 3 plaatsen in het zorgcontinuüm (en in het onderwijslandschap ): als school voor BuO, als centrum voor GON begeleiding en als ambulante dienst. HOE ?door in een netwerk van externen een plaats te krijgen. Denk maar aan scholengemeenschap, CLZ, diocees,… maar ook en niet in het minst aan onze ambulante werking binnen ons expertisecentrum. Ook op niveau van de organisatie werken we dus volgens de principes van handelingsplanning. Reflecteren is een essentieel onderdeel van dit proces. Bevraging bij medewerkers (maar ook bij ouders en leerlingen), bij GON scholen,… is dan ook een steeds terug kerend element in dit proces van handelingsplanning op schoolniveau. Zowel voor de VZW als voor BuBaO vind je het organigram in onze „schoolwerkplan‟-kast.(= SWPkast)
Ook „nieuwe‟ functies interne autibegeleider, GOK coördinator, klassendirectie,… vind je in dit organigram terug. In onze school is er naast de directie voor elke subafdeling een pedagogisch verantwoordelijke – PeVe genoemd - aangesteld. Deze persoon heeft als kerntaak het proces van IHP en GWP. Om een goed aanbod naar de leerlingen te garanderen, neemt zij ook de taak van coaching van leerkrachten op. Daarnaast werkt zij ook – oa via de stuurgroep – mee aan visie-opbouw van onze school en heeft ze een rol naar externen toe. Dit zijn: Hilde van Dael (voor type 1), Katrijn Vastmans (voor leerweg 3, startklassen, kikkerklas en schakel 2) en Ellen Wirix (voor leerweg 1 en 2 en schakel 1). Voor de paramedische medewerkers is de paramedisch verantwoordelijke (PaVe) het aanspreekpunt. Ook voor externe (para)medische contacten is zij de eindverantwoordelijke. Voor GON begeleiders zijn er 2 deeltijdse GON coördinatoren: Barbara Van Dael en Liesje Van Vaeck. Om jonge medewerkers (en stagiaires leerkrachten of opvoeders) op weg te helpen in onze school, was er de mentor. Thans neemt Geert Rayé deze opdracht op zich. Zij geeft je ook de startmap. Hierin vind je héél veel praktische informatie. Paramedici kunnen hiervoor terecht bij de PaVe, Anne Gelin. Om medewerkers te helpen groeien in beroepsbekwaamheid, kunnen ze terecht voor coaching bij de PeVe, PaVe en GON coördinator van hun afdeling.
Er is ook de mogelijkheid om nascholingen te volgen (op vraag van de organisatie of van de medewerker). Vormingen die in het nascholingsplan passen, krijgen voorrang. Formulieren om dit aan te vragen vind je op secretariaat (map „blanco formulieren‟) en op website. Achteraf wordt er van jou een verslag verwacht en bereidheid de opgedane kennis met teamleden te delen. In functiebeschrijvingen vind je terug wat we van jou verwachten. Als je meer dan 2 maanden bij ons werkt, gaan we de functiebeschrijvingen met jou individualiseren. Later volgen functionerings- en evaluatiegesprekken. Deze kun je zien als begeleiding in je beroepsloopbaan. In de SWP-kast en op onze website (www.windekindleuven.be) vind je de functiebeschrijvingen terug per ambt. Voor medewerkers die hier vorig schooljaar werkten, is de individualisering van de functiebeschrijving (ook „functiekaart‟ genoemd) achter de rug. Jaarlijks komt er nog een aanvulling in functie van de schoolopdrachten. Sommige medewerkers krijgen dit schooljaar een functioneringsgesprek.
versie aug 2010
Pag 16/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Functioneringsgesprekken hebben plaats met jou, de directie en de PeVe, PaVe of GON coördinator (en dit naargelang je functie). Evaluatiegesprekken daarentegen heb je bij de directie. Verdere info over deze procedures zul je kunnen vinden in de kast SWP en bij de vakbondsafgevaardigde, nadat deze in de LOC besproken en in Raad van Bestuur vastgelegd zijn. (1ste trimester 2010-2011) Voor tijdelijke medewerkers is er op het einde van het schooljaar een evaluatiegesprek. Dit vindt plaats in de eerste weken van juli. De procedure die hierbij gevolgd wordt, vind je in de map „personeelsbeheer‟ van onze SWPkast.
Schooljaar 2010-2011 Bij de functioneringsgesprekken, zul je samen zitten met de directie en de PeVe, PaVe of GON coördinator (naargelang je functie). Omdat dit een nieuwe opdracht is voor deze medewerkers zullen zij in sept en okt een vorming krijgen over doel en aanpak bij deze gesprekken .
In een school als de onze, waar men met een multidisciplinair team een aangepaste leeromgeving wil creëren voor kinderen en voor klasgroepen is er veel nood aan overleg. Veel van die overlegmomenten gebeuren binnen een specifieke afdeling : type 1, de leerwegen van type 4, het GON team, het ambulant team, het interdisciplinair en intradisciplinair therapeutenteam.. Door te werken in kleine teams kunnen we beter inspelen op specifieke problematiek van bepaalde doelgroepen en willen we de actieve betrokkenheid van de medewerker vergroten. Er is de bundel „beslissingsbevoegdheden‟ sinds 2006. Hierin zijn de verschillende vergaderingen binnen onze school opgelijst. Bij elk soort overleg hebben we dan vermeld: - de inhoud - de deelnemers - de frequentie - wie het verslag maakt - wie de beslissingsbevoegdheid heeft Daarin staat bijvoorbeeld genoteerd dat bij GWP, IHP, bij pedagogisch en didactische ondersteuning binnen klasoverleg , … de PeVe de belissingsbevoegdheid heeft. Voor andere aangelegenheden, waar andere afdelingen ook invloed van ondergaan, ligt de beslissingsbevoegdheid dan weer eerder bij de directie. Schooljaar 2010-2011 Omdat er andere vormen van overleg zijn bijgekomen, hebben we in de stuurgroep afgesproken dat we in de 1 ste semester van dit schooljaar de map beslissingsbevoegdheden zullen actualiseren.
Jaarlijks wordt er ook gepeild naar de loopbaanverwachting van de medewerker. Procedure van toewijzen van opdrachten: -
-
op de eerste plaats proberen we de voorkeur van de medewerker te kennen. Dit doen we schriftelijk waarbij aan de medewerker wordt gevraagd 2 voorkeuren op te geven. We zitten eind juni – begin juli een eerste maal samen: directies en heel het middenkader. We maken dan de eindevaluatie van de tijdelijken op. We kijken naar de noden van de klasgroepen (welke kwaliteiten nodig voor deze groep) en doen een eerste beeldvorming rond verdeling van de leerkrachten. Het aantal klassen is afhankelijk van lestijden en van beleidsopties. We kijken na in hoeverre dit klopt met de voorkeuren van de medewerkers. Daarop duiden we een aantal vragen aan en nemen we dit mee … Rond 10 juli kennen we de uren per discipline binnen de GON. We (= directie en GON Co‟s) leggen dan vast welke medewerkers aan de slag kunnen binnen de GON en voor hoeveel uren. Ondertussen hebben de PeVe‟s en PaVe nog bedenkingen (en ev oplossingen) kunnen binnen brengen rond de eerste beeldvorming. Er wordt ev een nieuwe verdeling gemaakt en naar hen toe
versie aug 2010
Pag 17/23
Windekind BuBaO
-
-
schoolwerkplan
gecommuniceerd. Voor medewerkers waarvoor we opteren een opdracht te geven die niet binnen hun voorkeuren valt, stellen we een verantwoording op. Daarna wordt alles op papier vastgelegd en naar het middenkader doorgestuurd. Tegelijkertijd begin ik die medewerkers op te bellen (of te mailen zo ze onbereikbaar zijn) die een andere opdracht hebben gekregen dan die waarvoor ze gekozen hebben. Zij krijgen toelichting (via telefoon of komen op gesprek). De verdeling van de opdrachten per klas wordt naar alle leerkrachten doorgestuurd. In zeldzame gevallen wordt op basis van redenen die het betrokken personeelslid aanhaalt, toch nog een wijziging doorgevoerd na deze hele procedure.
Gevolgen van het feit dat we in Windekind én GON én BuO organiseren. Het is onmogelijk om vastbenoemde mensen voor het einde van het lopende schooljaar te laten weten welke hun precieze opdracht zal zijn. Wel weten zij al voor juni zo ze niet langer over hun uren kunnen beschikken (TBS OB). Voor deeltijds vastbenoemde (voor wb hun tijdelijke uren) , voor TADD‟ers en zeker voor tijdelijken is het later (in juli) - en voor enkelen zelfs pas in de loop van september duidelijk hoeveel uren er voor hen mogelijk zijn (dit komt door de GON telling van 1 oktober).
Daarnaast zijn er in onze school de wettelijke inspraakorganen. Concreet : + LOC (lokaaloverleg comité): waarin vakbondsafgevaardigden in het gesprek gaan met vertegenwoordigers van de Raad van Bestuur over personeelsaangelegenheden + CPB (comité preventie bescherming en welzijn): waarin verkozenen onder de medewerkers in overleg gaan met vertegenwoordigers van de Raad van Bestuur over welzijn op de werkvloer + schoolraad: waar vertegenwoordigers van de ouders (via ouderraad), van het personeel (via pedagogische raad) en externen (lokale gemeenschap) overleggen met de Raad van Bestuur. De verslagen van deze vergadering krijg je via de wekelijkse nieuwsbrief. Achteraf vind je die dan ook op onze website.
5.COMMUNICATIE: kennisgeving van afspraken Via volgende wegen proberen we de interne communicatie te verzorgen en alle medewerkers te informeren: 1. PeVe/PaVe/GON-Co hebben hier een rol ► Al deze mensen zijn coaches voor een groep medewerkers. Om duidelijk te maken dat zij een rol hebben in het begeleiden van medewerkers worden ze explicieter ingeschakeld in het proces van (loopbaan)begeleiding: Vanaf schooljaar 2010-2011 worden ze ingeschakeld in de functioneringsgesprekken.
► tijdens het middagoverleg (wekelijks overleg tussen deze medewerkers en de directies) proberen we de nodige info van boven naar beneden en van beneden naar boven door te spelen. Via een SWOT analyse over dit overleg zijn we gegroeid naar een bijeenkomst die uit 2 delen bestaat: - directie deelt mee wat er tijdens de directie overleg, directiecomité, klassendirecties, CPB, LOC en schoolraad ter sprake kwam - PeVe, PaVe en GON Co brengen een overzicht van zorgen, vragen, bedenkingen die tijdens teams of individuele gesprekken met medewerkers naar voor zijn gekomen. 2. Klassendirecties spelen een essentiële rol in de interne communicatie en kennisgeving.
versie aug 2010
Pag 18/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
a. overleg met directie (1 x / 2 weken) b. verslag in bijlage nieuwsbrief en op website c. inbreng op de klasteams
3. Wekelijkse infobrief (briefing) wil ook informeren 4. We vergaderen weinig in grote groep maar regelmatig in kleinere subteams. Zo willen we de onderlinge communicatie tussen en de actieve betrokkenheid van medewerkers versterken: a. klasteams (1 x / 4 weken) Pedagogische ondersteuning olv PeVe Praktisch-organisatorisch olv klassendirectie b. intra- en interdisciplinair therapeutenteams olv PaVe (1 x / maand) c. GON teams olv GON Co‟s (1 x / 2 weken)
Om medewerkers de kans te geven ook eigen zorgen/vragen ter sprake te brengen, - kunnen zij zich wenden tot directie en PeVe /PaVe/GON coördinator en klassendirectie - kunnen zij agenda puntenvoorstellen voor teams en andere overleg momenten - is er ruimte voor VARIA voorzien bij elke vergadering - komt de pedagogische raad 14 dagen voor de schoolraad samen met de directie om samen met de agenda van de schoolraad op te stellen. De week voor de schoolraad is de directie ter beschikking om zo nodig samen al in te gaan op bepaalde items. schooljaar 2010-2011: maandelijks wordt een „vragenuurtje‟ georganiseerd na de schooluren. Medewerkers van de school en van het expertisecentrum bieden we zo de mogelijkheid om met de directie hun vragen/bedenkingen te delen.
Om efficiënt te vergaderen, besteden we aandacht aan - agenda (met VARIA punten) alsook: - goede timing - verslaggeving
Hoe gebeurt kennisgeving van afspraken aan het personeel ? 1. via nieuwsbrief + via verslag klassendirecties + website 2. in de prestatieregeling van therapeuten en leerkrachten is er ook tijd voorzien voor schoolopdracht. Voor meer info hierover kan je terecht op het secretariaat. Aan de medewerkers zal in de 1ste trimester gevraagd worden een formulier te ondertekenen waarin de schooltaken staan die zij opnemen. Dit zal bij hun functiekaart gevoegd worden. 3. wb het opmaken van uurroosters, regeling, toezicht en vervangingen: het secretariaat is ook hierbij betrokken. Eind augustus komen we hiervoor samen met enkele leerkrachten , daarna wordt die uitgehangen en op de website geplaatst. Aanpassingen tijdens het schooljaar gebeuren onder hoede van het secretariaat. 4. verslagen van de participatie organen en van klassendirecties komen op de website. In de nieuwsbrief wordt telkens verwezen naar het (nieuwe) verslag.
6.BETROKKENHEID van OUDERS
versie aug 2010
Pag 19/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Vier jaren geleden hebben we ervoor gekozen een maatschappelijk werker in ons team op te nemen. Eén van haar kerntaken was zeker het naar voor treden als contactpersoon voor ouders tijdens de schoolloopbaan in Windekind van hun kind. Ouders kunnen bij haar steeds terecht met vragen (ook vragen voor andere medewerkers) : zij zoekt een oplossing of verwijst door. Om de vertrouwensrelatie te versterken, hebben we in de voorbije jaren ervoor geopteerd de ouders van bij de start in Windekind (nl bij het kennismakingsbezoek) met deze persoon in contact te brengen. Ouders zijn onze bondgenoten én informanten (cfr personeelsvergadering BuBaO : het goede goed doen– mei 2007):
-
BONDGENOTEN: + school en ouder zelfde taak (zelfde perspectief): ontwikkeling van kind pedagogisch zo sterk mogelijk doen verlopen + positieve betrokkenheid op kind is meestal basishouding van ouder (ondanks zwakke pedagogische vaardigheden) INFORMANTEN: + oudercontact mag niet te veel overdracht van (school)gegevens van het kind + ouders kunnen school leren hoe zij (door trial and error) de klik met kind en pedagogische vaardigheden hebben gevonden
-
Naar de ouders toe organiseren we oudercontacten : klassikaal : in oktober (daar wordt het GWP voorgesteld) en voor sommige afdelingen ook in juni individueel : in februari , ev in juni / voor therapeuten 3x/jaar individueel Daarnaast kunnen ouders - na afspraak - ook terecht met vragen en bedenkingen bij alle medewerkers.
-
De ouders worden bij oriënteringsklassenraden uitgenodigd om aanwezig te zijn. Bij IHP‟s worden ze vooraf geïnformeerd en wordt gepeild naar hun verwachtingen wb aanbod naar hun kind toe. Tijdens het daaropvolgende oudercontact (of zo gewenst tijdens een eerder gepland overleg) wordt het IHP met hen besproken. Er zijn ook themagebonden info avonden: voor beginnende ouders van type 4 / over het aanbod van onderwijsvormen na het lager / over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind/ … Er zijn ontmoetingsmomenten zoals brunch, schoolfeest, grootouderfeest, papa en mamadag,…… Sinds 2009 is er een GOKcoordinator in type 1. Rekening houdend met de noden van de leerkrachten en de prioriteit die we gelegd hebben in het uitwerken van een sterk leeraanbod (zie punt 3), hebben we in het GOKplan gekozen voor de pijler ouderbetrokkenheid. Zo is men gestart met een „ouderkliekje‟ : ouders komen 1x/maand een namiddag samen om daar materialen voor de leerlingen (op vraag van leerkrachten) uit te werken.
-
Schooljaar 2010-2011 Er worden acties uitgewerkt, gericht op vergroten van aanwezigheid van ouders op school, oa koffieklets voor ouders op vrijdagnamiddag (1x/maand) verbeteren van mondelinge en schriftelijke communicatie ouderenquête IT huis
Naast ouders in de schoolraad, is er ook een actieve oudervereniging waar ouders in gesprek gaan met elkaar én met directie en medewerkers van de school
versie aug 2010
Pag 20/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
7.PROFILERING naar de buitenwereld Heel wat initiatieven zijn lopende: - hernieuwde website die regelmatig geactualiseerd wordt (foto‟s/…) - expertisecentrum met zijn GONbegeleiding + met zijn ambulante werking - via stagemogelijkheden voor jongeren/volwassenen vanuit verschillende opleidingen - via samenwerking binnen scholengemeenschap op de verschillende niveaus (directie/middenkader/medewerker / kind) - via deelname aan centrum leerzorg (zowel op beleids- als op uitvoerend niveau) - via samenwerking binnen (werkgroepen van) verbond en diocees - via samenwerking met andere diensten (thuisbegeleiding / OTL /SEN/ …) - via doorlopende projecten als Brede School (lln van gewoon + buitengewoon onderwijs.+rusthuisbewoners): „piste ole‟ (circustechnieken) en „strikje‟(verhalen van vroeger en nu) - via eenmalige projecten als klasuitwisseling met school van gewoon ond. /.. …. Schooljaar 2010-2011:
GOKcoordinator en interne autibegeleider werken nieuwe brochure uit ( dit als onderdeel van profilering van onze GOK- en autiwerking).
8. EVALUATIE - ZELFREFLECTIE Na de doorlichting van 2003, stelden we in 2004-2005 een prioriteitenplan op. Elk jaar hebben we verder gewerkt aan de realisatie hiervan. Tijdens de personeelsvergaderingen van de 3de trimester, duiden we waar we gekomen zijn tav bepaalde aspect van onze werking op schoolniveau (vb uitbouw zorgbeleid / welbevinden medewerkers /…) OF tav voortgang in de verwezenlijking van ons prioriteitenplan. Via bevraging, verslaggeving vanuit teams, SWOT analyse,… proberen we een beeld te krijgen hoe dit door medewerkers ervaren wordt. Van daaruit hebben we nieuwe doelen bepaald en bijkomende acties/procedures/… opgezet. Vorig schooljaar hebben we dan in elke subafdeling, het totale prioriteitenplan geëvalueerd : welk elementen willen we borgen ? welke elementen willen we verbeteren ? schooljaar 2010-2011: + de resultaten van de evaluatie van het prioriteitenplan worden per afdeling en voor de hele school verwerkt. + vanuit de vraag naar borgen of verbeteren EN vanuit de doorlichting , gaan we tijdens een pedagogische studiedag in de 2 de trimester een nieuw meerjarenplan opstellen.
versie aug 2010
Pag 21/23
Windekind BuBaO
schoolwerkplan
Tegelijkertijd proberen we zowel op niveau van de school als op niveau van de medewerker en subafdelingen een professionaliseringsbeleid op te zetten. Voor wb het nascholingsplan vertrekken we vanuit de noden die coördinatoren en medewerkers ervaren bij het uitbouwen van een kwaliteitsvol onderwijs. Vanuit schriftelijke (om de 3 jaren – basis: werkboek „handelingsgericht werken‟ van Marc V. Gils) en mondelinge bevraging , vanuit gesprekken tijdens teams, klassendirecties,… proberen we de noden van de organisatie en van de medewerker te kennen. Pedagogische studiedagen en nascholingsactiviteiten (intern en extern) proberen we hierop af te stemmen. Er wordt hierbij ook getracht het nascholingsplan te kaderen in het prioriteitenplan. Tegelijkertijd proberen we op niveau van de subafdelingen een professionaliseringbeleid uit te bouwen. Een eerste stap hierin is vorig schooljaar genomen in het GON-team. Vorig schooljaar werd daar gestart met een zelfevaluatie instrument, ontwikkeld door het verbond op basis van de 9 componenten van beleidsvoerend vermogen. Concreet is het de bedoeling dat men elk jaar in het GON team 2 of 3 componenten onderzoekt. Van daaruit stelt men dan een prioriteiten plan. Op dit ogenblik is men op niveau van het diocees een quick scan aan het uitwerken om het beleidsvoerend vermogen van een school (zelf) te onderzoeken. Tegelijkertijd proberen we zelf actief op zoek te gaan naar betere kennis voor het opzetten van een professionaliseringsbeleid. Schooljaar 2010-2011: het voltallige directieteam van Windekind, samen met een pedagogisch begeleider van het diocees en de coördinerend directeur van onze scholengemeenschap SKBL, is ingeschreven in een prioritair nascholingsproject van het verbond over professionaliseringsbeleid opzetten in een school. Dit project bestaat uit 7 sessies, verspreid over dit schooljaar.
Een van de elementen om te reflecteren over het werken met onze kinderen, is overleg en rapportering. Rapporten naar ouders zijn daar een essentieel onderdeel in. Van leerkrachten wordt verwacht dat zij rapporten steeds vooraf (datum in het afdelingsplan) binnenbrengt bij directie en PeVe. Zij lezen dit na. De directie geeft feedback naar de leerkracht over deze (ouder)rapporten en gebruikt hiervoor volgend referentiekader: 1. rapport(eren) heeft als doel: over de ontwikkeling van het kind communiceren met het oog op de ondersteuning van die ontwikkeling Het gaat dus over + ontwikkeling: maw over ALLES wat we nastreven: kennis, inzichten en vaardigheden, attitudes en gedrag, waarden – dus ook ontwikkeling van positieve ingesteldheid, zich emotioneel goed voelen, plezier beleven aan … + ondersteunen van die ontwikkeling : maw het gaat over kinderen vooruithelpen en dit vanuit de positieve ingesteldheid en diepe overtuiging dat elk kind veel in zich heeft 2. Bij het rapporteren vergelijken we de leerling met zichzelf : de focus ligt bij het opvolgen van vorderingen. 3. Het proces van evalueren omvat 3 deelprocessen: 1. registeren van wat zich bij een leerling als ontwikkeling manifesteert 2. dat gedrag beoordelen / duiden: gaat het de gewenste richting uit ? 3. iets doen met de beoordeling : de leerling OF bevestigen OF perspectief bieden (= welke hulp gaan we in de toekomst aanbieden om jou (verder) te helpen?) 4. Tot slot: rapporteren = communiceren : a. met de ouders b. naar de leerling (voor zover dit en in een vorm die haalbaar is voor de leerling) Hierbij kun je een leerling ook naar zichzelf laten rapporteren = zelfreflectie / zelfevaluatie c. met de leerkrachten die met het kind werken
versie aug 2010
Pag 22/23
Windekind BuBaO
versie aug 2010
schoolwerkplan
Pag 23/23