Evaluatie Pilot Schoolwerkplan Kleuteronderwijs Suriname
Eindrapport
Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Afdeling Onderzoek & Planning SLO, Afdeling Onderzoek en Advies
Augustus 2010 1
De volgende mensen hebben aan de evaluatie van het nieuwe SWP bijgedragen:
Van MinOV, afdeling Onderzoek en Planning Prya Hirasingh Gita Jhinkoe Rai Vanessa Bidesie Sandra Ghisaidoobe Earl Moeasim Els Mangoen Djayantie Jankie Astemie Manbodh Van SLO, afdeling Onderzoek en Advies Elvira Folmer Wout Ottevanger
2
Inhoudsopgave 1
Context, vraagstelling en opzet........................................................................................... 4
1.1
Aanleiding en context .................................................................................................. 4
1.2
Vraagstelling................................................................................................................ 4
1.3
Methode en instrumenten ............................................................................................ 6
2
Resultaten............................................................................................................................ 8
2.1
Algemeen..................................................................................................................... 8
2.2
Uitgangspunten.......................................................................................................... 10
2.3
Bruikbaarheid en haalbaarheid .................................................................................. 11
2.4
Lespraktijk ................................................................................................................. 16
2.5
Ondersteuning............................................................................................................ 21
3
Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................ 24
Bijlage 1: Resultaten documentanalyse en interview ontwikkelaars ....................................... 26
Bijlage 2: Vragenlijst, interviewleidraad en observatieformulier ............................................ 30
Bijlage 3: Resultaten open vragen............................................................................................ 49
3
1
Context, vraagstelling en opzet
1.1
Aanleiding en context
Het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (MinOV) heeft onlangs het Surinaamse SpeelWerkPlan (SWP; MinOV, 20101) ontwikkeld dat een gereviseerde versie is van het SWP uit 2000 (MinOV, 2000). Het oude SWP is gereviseerd omdat uit evaluaties onder kleuterleerkrachten is gebleken dat taalontwikkeling en voorbereidend rekenen onvoldoende aan de orde kwamen en zij vonden dat ze te weinig ruimte hadden om creatief onderwijs te verzorgen (zie verslag veldconsultaties MinOV uitgevoerd in 2009). Vooral voor kinderen met een nietNederlandstalige achtergrond bleek dat zij een taalachterstand opliepen die niet meer kon worden ingehaald. De zwakke rekenkundige voorbereiding zorgde voor problemen bij rekenen en wiskunde later in de schoolloopbaan. Door taalontwikkeling en voorbereidend rekenen expliciet op te nemen in het nieuwe SWP hoopt het MinOV de tekortkomingen het hoofd te bieden. Ook de andere ontwikkelingsgebieden komen op systematische wijze aan de orde. Ze zijn uitgewerkt binnen de leergebieden Oriëntatie op Jezelf en de Wereld (OJW), Kunstzinnige Vorming en Bewegingsonderwijs. De doelen en leerlijnen voor deze leergebieden zijn opgenomen in de Kleuterleerlijnen (Akkal, Brown & Illes-Deekman2, 2009). Het SWP beslaat de eerste twee jaar van de basisschool. Het gehele vernieuwde SWP pakket bestaat uit 7 delen: 1. De algemene handleiding, inclusief de Kleuterleerlijnen 2. Themaboek 1 (jaar 1) 3. Bronnenboek 1, inclusief de Kleuterwoordenlijst jaar 1 4. Leermaterialen 1 (praatplaten, beeldschriften etc.) 5. Themaboek 2 (jaar 2) 6. Bronnenboek 2, inclusief de Kleuterwoordenlijst jaar 2 7. Leermaterialen 2 (praatplaten, beeldschriften etc.) Uitgangspunten van het vernieuwde SWP zijn: • Actief leren, waarbij allerlei soorten kennis en vaardigheden worden opgebouwd (sociale kennis, emotionele kennis, wereldse kennis); • Samen leren (met respect voor elkaar); • Samenwerkend leren (leren van elkaar, onder meer door middel van dialoog); • De leerkracht als model, gevolgd door experimenteren door de leerlingen (ontdekkend leren).
1.2
Vraagstelling
Het vernieuwde SWP is middels een pilot geëvalueerd. In dat kader is het vernieuwde SWP ingevoerd op een dertigtal basisscholen: 15 scholen in de stad Paramaribo, 8 scholen in de districten, en 7 scholen in het binnenland. 1
MinOV. (2010). Spelend Leren. Een practisch curriculum voor kleuters. Algemene Inleiding en Verantwoording. Paramaribo: MinOV. 2 Akkal, S., Brown, M. & Illes-Deekman, M. (2009). De Surinaamse Kleuterleerlijnen. Paramaribo: MinOV.
4
Om succesvolle invoering van het SWP op deze 30 scholen te bevorderen zijn 15 master trainers door het Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) getraind in het werken met het nieuwe schoolwerkplan. Deze master trainers trainen op hun beurt de betrokken leerkrachten op de 30 scholen. De scholing voor leerkrachten besteedt aandacht aan: • • • • •
De achtergronden, uitgangspunten en opbouw van het SWP, De onderwijscyclus van 1) aanbod, 2) ruimte voor experimenteren, 3) feedback en interactie, en 4) evaluatie, De ruimte die de leerkracht heeft om het onderwijs aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de kinderen in de klas, Algemene taalverwerving en NT2, Voorbereidend rekenen (getalbegrip, meten en meetkunde).
Uitgaande van de typologie van curriculaire verschijningsvormen (zie tabel 1.1) richt de pilot zich op de beantwoording van de volgende deelvragen: A. Welke beweegredenen, uitgangspunten en kenmerken heeft MinOV en SLO geformuleerd inzake de vernieuwing van het SWP? Ofwel: Wat is het waarom, wat en hoe van het nieuwe SWP? Curriculaire verschijningsvormen: imaginair en geschreven. B. Wat zijn interpretaties en percepties van leerkrachten inzake de beoogde vernieuwing. Ofwel: Wat vinden leerkrachten van de beoogde vernieuwing en in hoeverre sluit dat aan op wat MinOV en SLO hebben beoogd? Curriculaire verschijningsvorm: geïnterpreteerd. C. Wat zijn gebruikservaringen van leerkrachten met de beoogde vernieuwing? Ofwel: Wat doen leerkrachten en in hoeverre weerspiegelt dat het nieuwe SWP? Curriculaire verschijningsvorm: uitgevoerd. Het bevragen van leerlingen over het ervaren en geleerde curriculum laten we vooralsnog buiten beschouwing gezien de lage leeftijd van de betrokken leerlingen en de fase waarin de invoering zicht bevindt (te vroeg om al naar leerresultaten te kijken). Een andere belangrijke focus van de pilot is de geboden ondersteuning en de kwaliteit daarvan, welke leidt tot een aanvullende deelvraag: D. Welke ondersteuning is de leerkrachten geboden, en hoe wordt deze door de leerkrachten gewaardeerd? Het doel van de evaluatie is formatief en levert aanknopingspunten voor verdere optimalisering van zowel het SWP als de geboden ondersteuning zodat er een optimaal aanbod ontstaat ten behoeve van landelijke implementatie.
5
Tabel 1.1: Curriculaire verschijningsvormen (bron: Van den Akker, 20033) Beoogd Curriculum
Geïmplementeerd curriculum
Gerealiseerd curriculum
1.3
Imaginair
Opvattingen, wensen en idealen (basisvisie)
Geschreven
Documenten en materialen (examenprogramma’s, syllabi, handreikingen, lesmateriaal)
Geïnterpreteerd
Oordelen en interpretaties door docenten
Uitgevoerd
Feitelijke onderwijsleerproces
Ervaren
Ervaringen van leerlingen
Geleerd
Leerresultaten bij leerlingen
Methode en instrumenten
Tabel 1.2 geeft per deelvraag volgens welke methode de benodigde gegevens verzameld zijn. Tabel 1.2: Methode per onderzoeksvraag Deelvraag Welke beweegredenen, uitgangspunten en kenmerken hebben MinOV en SLO geformuleerd inzake de vernieuwing van het SWP? Ofwel: Wat is het waarom, wat en hoe van het nieuwe SWP?
Methode • Documentanalyse (5 delen van het SWP (deel 6 en 7 zijn nog in ontwikkeling), met name de algemene inleiding en verantwoording) • Interview met ontwikkelaars
Wat zijn interpretaties en percepties van leerkrachten inzake de beoogde vernieuwing. Ofwel: Wat vinden leerkrachten van de beoogde vernieuwing en in hoeverre sluit dat aan op wat MinOV en SLO hebben beoogd?
• •
Vragenlijst leerkrachten Interview met leerkrachten
Wat zijn gebruikservaringen van leerkrachten met de beoogde vernieuwing? Ofwel: Wat doen leerkrachten en in hoeverre weerspiegelt dat het nieuwe SWP?
• • •
Lesobservaties Vragenlijst leerkrachten Interview met leerkrachten
Welke ondersteuning is de leerkrachten geboden, en hoe wordt deze door de leerkrachten gewaardeerd?
•
Documentanalyse (7 delen van het SWP, met name de algemene inleiding en verantwoording) Interview met ontwikkelaars (met name over de training) Vragenlijst leerkrachten
• •
Op basis van de documentanalyse en een interview met twee van de ontwikkelaars4 zijn de volgende instrumenten ontwikkeld: • vragenlijst voor leerkrachten, • interviewleidraad voor leerkrachten, • lesobservatieformulier. Conceptversies van de instrumenten zijn vervolgens becommentarieerd door ontwikkelaars, en SLO-consultants. Alle instrumenten zijn opgenomen in bijlage 2.
3
van den Akker, J. (2003). Curriculum: An introduction. In J. van den Akker, W. Kuiper, & U. Hameyer (eds.), Curriculum landscapes and trends (pp. 1-13). Dordrecht: Kluwer Academic Publishers. 4 Zie bijlage 1 voor de uitkomsten van de documentanalyse en het interview met twee ontwikkelaars. Deze uitkomsten vormen tevens het antwoord op onderzoeksvraag A (Wat is het waarom, wat en hoe van het nieuwe SWP? ).
6
Alle gegevens zijn verzameld door de afdeling Onderzoek en Planning van het MinOV, gedurende schoolbezoeken in de maanden juni en juli 2010. In totaal zijn 30 scholen bezocht. Dit heeft geleid tot 40 ingevulde vragenlijsten, 64 lesobservaties, en 51 interviews. Leerkrachten op scholen hebben de vragenlijsten ingevuld tijdens het bezoek van de evaluatoren. Sommige lessen zijn door twee evaluatoren geobserveerd, dat heeft ook geresulteerd in twee ingevulde observatieformulieren. Na de lesobservaties zijn de leerkrachten geïnterviewd, soms individueel, soms kleuterleidster A en kleuterleidster B gezamenlijk. Niet alle pilotscholen waren al met de invoering begonnen op het moment van de evaluatie. In totaal gaat het over 5 scholen. Zij zijn wel onderdeel gebleven van de evaluatie.
7
2
Resultaten
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de evaluatie weergegeven. Dit alles tegen de achtergrond dat de evaluatie van de pilot is uitgevoerd kort op het begin van de invoering, en dat derhalve de ervaringen van leerkrachten met het nieuwe SWP soms nog wat beperkt zijn. Zoals bij elke invoering van onderwijsvernieuwingen gaat het zo kort na het begin deels ook om onvermijdelijke kinderziektes in het programma, in de uitvoering en in de communicatie met scholen. Het resultaat van de evaluatie moet daarom gezien worden als een momentopname in een veel langer proces van invoering. De hier beschreven resultaten zijn gebaseerd op het vragenlijstonderzoek, de interviews en de lesobservaties. Ter voorkoming van ‘interpreteren’ i.p.v. ‘observeren’ door de evaluatoren, is er gekozen voor het observeren van feitelijk waarneembaar gedrag en gebeurtenissen in de klas. De basis van dit hoofdstuk wordt gevormd door het vragenlijstonderzoek. Deze resultaten zijn aangevuld met de bevindingen uit de interviews en observaties. Het hoofdstuk volgt de indeling van de vragenlijst: algemeen, visie, bruikbaarheid en haalbaarheid, lespraktijk, en ondersteuning. Aan het eind van de vragenlijst zijn drie open vragen gesteld. De antwoorden daarop komen in dit hoofdstuk aan de orde. Een volledig overzicht van de antwoorden is te vinden in bijlage 3. In de beschrijving van de resultaten zijn de resultaten van de vragenlijsten steeds weergegeven (en ook als zodanig herkenbaar) als een percentage. Via triangulatie zijn de gegevens uit interviews en lesobservaties gecombineerd met de resultaten uit de vragenlijsten, ter bevestiging dan wel ter ontkrachting ervan. In zijn algemeenheid is er een hoge mate van consistentie tussen de resultaten uit verschillende bronnen, of tussen resultaten op verschillende maar soortgelijke vragen in de vragenlijsten. Maar in een klein aantal gevallen is de consistentie wat minder. Zo is het voor 62% van de leerkrachten duidelijk wat bedoeld wordt met de Total Physical Response methode, terwijl 76% aangeeft in staat te zijn hun lessen volgens deze methode te geven. Nog weer meer leerkrachten (85%) vinden dat de methode een goede manier is om de taalontwikkeling van leerlingen te stimuleren. Daarnaast gaat het ook over ogenschijnlijke tegenstelling teacher reacties op de stellingen. Zo is 80% van de leerkrachten het (helemaal) eens met de stelling ‘Het is voor mij duidelijk wat de uitgangspunten van het nieuwe SWP zijn’. Evenwel zegt 51% van de leerkrachten dat het voor hen duidelijk is wat er nieuw is aan het nieuwe SWP. Deze twee resultaten lijken op het eerste gezicht in tegenspraak met elkaar, maar het is heel goed mogelijk om het eens te zijn met de uitgangspunten van het nieuwe SWP, maar toch twijfels te hebben over hoe nieuw het nieuwe SWP eigenlijk is. Dit is inderdaad niet onwaarschijnlijk omdat het nieuwe SWP ook elementen van het vorige SWP bevat.
2.1
Algemeen
De vragenlijst is ingevuld door 40 leerkrachten. Zij zijn gemiddeld ruim 6 jaar (6,2) werkzaam op de huidige school (min: 1; max: 20), en gemiddeld bijna 6 jaar (5,8) werkzaam in het kleuteronderwijs (min. 1; max: 19). 45% van de leerkrachten geeft les aan een kleuter A-groep, 43% geeft les aan een kleuter B-groep en 13% (5 leerkrachten) geeft les aan een combinatiegroep A/B. Het gemiddeld aantal leerlingen in de klas is 20 (min: 4; max: 39), waarvan gemiddeld 10 meisjes (min: 1; max: 22) en 11 jongens (min: 3; max: 22). Deze gegevens over het aantal jongens en meisjes in de klas komen overeen met de lesobservaties.
8
Het geboortejaar van de leerkrachten ligt tussen 1962 en 1987 met een gemiddelde van 1976, wat betekent dat de leerkrachten gemiddeld 33/34 jaar oud zijn, zie ook tabel 2.1. Tabel 2.1: Geboortejaar leerkrachten Jaar
N
%
1962
1
3%
1964 1965 1966 1967 1968
2 1 1 1 2
5% 3% 3% 3% 5%
1969 1970 1972 1973
2 2 1 1
5% 5% 3% 3%
1974 1975
1 1
3% 3%
1976 1977
1 2
3% 5%
1978 1979 1980 1981 1982
1 3 1 2 5
3% 8% 3% 5% 13%
1983 1984 1985 1986
2 2 1 2
5% 5% 3% 5%
1987 Onbekend Totaal
1 1 40
3% 3% ~100%
In tabel 2.2 is weergegeven wat de hoogstgenoten en afgeronde opleiding van de leerkrachten is. 43% van de leerkrachten heeft Onderwijseres A als hoogstgenoten en afgeronde opleiding, eenzelfde percentage heeft een opleiding tot (hoofd)kleuteronderwijzeres genoten. Drie leerkrachten hebben een bosland of andere akte, en zijn in feite beperkt of niet bevoegd. Tabel 2.2: Hoogstgenoten en afgeronde opleiding Opleiding
N
%
Onderwijzeres A
17
43%
(Hoofd)kleuteronderwijzeres
17
43%
Bosland of andere akte
3
8%
Onbekend
3
8%
Totaal
40
~100%
Aan alle leerkrachten is gevraagd aan welk thema zij op dat moment werkten. De antwoorden op deze vraag zijn weergegeven in tabel 2.3. Uit de tabel blijkt dat de leerkrachten aan verschillende thema's werken. Onder de kleuter A-leerkrachten wordt het vaakst aan de thema’s Wat trekken we aan? en Het weer gewerkt. Onder de B-leerkrachten zijn dat de thema’s Kleding en Feest. De lesobservaties uitgevoerd in de pilotscholen bevestigen dit beeld. Tabel 2.3: Huidige thema Kleuter A Naar school
Kleuter B 3%
Samen leren
Dieren
8%
Zoo
We vieren feest
5%
Feest
Allemaal mensen
3%
Samenleven
3%
Gezond en lekker eten
5%
Voeding
8%
Waar wonen we?
0%
Wonen
3%
3%
Het bos
8%
Planten om ons heen
5% 3% 13%
9
Op weg naar school
3%
Verkeer
Het weer
10%
Het weer
Wat trekken we aan?
15%
Kleding
Gezond en ziek Spelen en speelgoed N
2.2
3% 5% 15%
8%
Mijn land
3%
5%
Jij en ik
8%
40
N
40
Uitgangspunten
De leerkrachten zijn over het algemeen positief over de visie die ten grondslag ligt aan het SWP. Het is de meeste leerkrachten (80%) duidelijk wat de uitgangspunten zijn. Bovendien is de meerderheid (89%) het eens met de uitgangspunten van het SWP. Opvallend is dat de helft van de leerkrachten (51%) aangeeft dat het hen niet zo duidelijk is wat er nieuw is aan het nieuwe SWP. Leerkrachten vinden dat de thema's in het nieuwe SWP aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen (91%), en dat er meer dan voorheen aandacht is voor taalontwikkeling (94%) en voorbereidend rekenen (91%). Alle leerkrachten vinden dat het nieuwe SWP leerlingen voldoende ruimte biedt om actief bezig te zijn. Bovendien vindt 97% van de leerkrachten dat samenwerkend leren een goede manier is om taalontwikkeling bij leerlingen te stimuleren en aandacht te besteden aan voorbereidend rekenen. Volgens 85% van de leerkrachten is de Total Physical Response methode een goede manier om de taalontwikkeling te stimuleren, al is niet voor alle leerkrachten (67%) duidelijk wat er precies met deze methode wordt bedoeld. 89% van de leerkrachten denkt dat door de vernieuwing van het SWP het kleuteronderwijs beter op het eerste jaar van het lager onderwijs zal aansluiten. Of de vernieuwing leidt tot een oplossing van het aansluitprobleem wordt door 51% positief en 37% negatief beantwoord. Tabel 2.3: Uitgangspunten Het is voor mij duidelijk wat de uitgangspunten van het nieuwe SWP zijn.
Ik ben het eens met de uitgangspunten van het nieuwe SWP.
(helemaal) mee oneens
17%
(helemaal) mee eens
80%
Weet niet / nvt
3%
(helemaal) mee oneens
3%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt
89% 9%
Wat er nieuw is aan het nieuwe SWP, is mij eerlijk gezegd niet zo duidelijk.
(helemaal) mee oneens
49%
(helemaal) mee eens
51%
De thema’s in het nieuwe SWP sluiten aan bij de leefwereld van mijn leerlingen.
(helemaal) mee oneens
In het nieuwe SWP is er meer dan voorheen aandacht voor de taalontwikkeling van mijn leerlingen.
(helemaal) mee oneens
In het nieuwe SWP is er meer dan voorheen aandacht voor voorbereidend rekenen.
(helemaal) mee eens (helemaal) mee eens
9% 91% 3% 94%
Weet niet / nvt
3%
(helemaal) mee oneens
3%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt
Het nieuwe SWP biedt mijn leerlingen voldoende ruimte om actief/interactief/participatief bezig te zijn. Samenwerkend leren is een goede manier om de taalontwikkeling bij mijn leerlingen te stimuleren.
(helemaal) mee eens
Samenwerkend leren is een goede manier om aandacht te
(helemaal) mee oneens
(helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens
91% 6% 100% 3% 97% 3%
10
besteden aan voorbereidend rekenen.
(helemaal) mee eens
Door de vernieuwing van het SWP sluit het kleuteronderwijs beter aan op het eerste jaar van het lager onderwijs.
(helemaal) mee oneens
De Total Physical Response methode is een goede manier om de taalontwikkeling bij mijn leerlingen te stimuleren.
(helemaal) mee eens
Het is mij duidelijk wat er met de Total Physical Response methode wordt bedoeld.
3% 89%
Weet niet / nvt
9%
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt
De vernieuwing van het SWP zal niet leiden tot oplossing van de aansluitproblemen (van Kleuter B of Groep 2 naar lagere school).
97%
85% 9%
(helemaal) mee oneens
51%
(helemaal) mee eens
37%
Weet niet / nvt
11%
(helemaal) mee oneens
24%
(helemaal) mee eens
62%
Weet niet / nvt
15%
Uit de antwoorden van de leerkrachten op de vraag wat de sterke punten van het nieuwe SWP zijn, blijkt ook duidelijk draagvlak voor de ingeslagen weg. Zaken die meerdere keren als sterk punt worden genoemd zijn: • De aandacht voor taal en voorbereidend rekenen, • Interactief onderwijs, samenwerkend leren, • Aanschouwend onderwijs, aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen, • Duidelijk plan, duidelijke leerdoelen, goed uitgewerkt, onmisbaar. Op de vraag naar de zwakste punten van het nieuwe SWP, antwoorden vrijwel alle leerkrachten dat er geen zwakke punten zijn. Hier en daar komen toch enkele suggesties voor verbetering naar voren: 'Er is weinig gewerkt aan kleutergym' 'Aandacht voor muzikale vorming'.
2.3
Bruikbaarheid en haalbaarheid
Rol van de leerkracht Leerkrachten zijn over het algemeen positief over de mogelijkheden die het SWP hen als leerkracht biedt. De meeste leerkrachten vinden dat het SWP hen voldoende ruimte geeft om de aangereikte thema's aan te passen (89%), of om eigen thema's te ontwikkelen (89%). Bovendien is het voor 83% van de leerkrachten voldoende duidelijk wat er van hen verwacht wordt. 51% van de leerkrachten vindt dat het nieuwe SWP behoorlijk afwijkt van wat zij gewend zijn te doen. Zo'n drie kwart (74%) van de leerkrachten voelt zich voldoende voorbereid om de lessen volgens het nieuwe SWP te verzorgen. Een vergelijkbare groep (76%) is in staat de lessen volgens de Total Physical Response methode te geven. 89% voelt zich in staat de leeractiviteiten in het SWP uit te voeren. Het nieuwe SWP is dan ook, volgens 71%, goed uitvoerbaar in de klas. Dit neemt overigens niet weg dat het nieuwe SWP 74% van de leerkrachten veel energie kost. 83% werkt echter wel met veel plezier en enthousiasme aan het nieuwe SWP.
11
Tabel 2.4: Bruikbaarheid en haalbaarheid – rol van de leerkracht Het nieuwe SWP biedt mij als leerkracht voldoende ruimte om aangereikte thema’s aan te passen
Het nieuwe SWP biedt mij als leerkracht voldoende ruimte om eigen thema’s te ontwikkelen.
(helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens
3%
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens
Ik werk met veel plezier en enthousiasme met het nieuwe SWP.
Het nieuwe SWP is goed uitvoerbaar in de klas.
(helemaal) mee eens
74%
Ik ben in staat de leeractiviteiten in het SWP uit te voeren.
12%
(helemaal) mee eens
76%
Weet niet / nvt
12%
(helemaal) mee oneens
14%
(helemaal) mee eens
83% 3%
(helemaal) mee oneens
26%
(helemaal) mee eens
74%
(helemaal) mee oneens
20%
(helemaal) mee eens
71% 9%
(helemaal) mee oneens
11%
(helemaal) mee eens
83%
Weet niet / nvt
6%
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt Het nieuwe SWP wijkt behoorlijk af van wat ik gewend ben te doen.
3%
(helemaal) mee oneens
Weet niet / nvt Het is voldoende duidelijk wat er van mij als leerkracht bij het nieuwe SWP verwacht wordt.
6% 23%
Weet niet / nvt Het nieuwe SWP kost mij veel energie.
89%
(helemaal) mee oneens Weet niet / nvt
Ik ben in staat mijn lessen volgens de Total Physical Response methode te geven.
89%
Weet niet / nvt
Weet niet / nvt Ik ben voldoende voorbereid om mijn lessen volgens het nieuwe SWP te verzorgen.
9%
89% 6%
(helemaal) mee oneens
46%
(helemaal) mee eens
51%
Weet niet / nvt
3%
Uit de lesobservaties blijkt dat de rol van de leerkrachten varieert van die van een moeder voor haar leerlingen om wiens aandacht de leerlingen vroegen, tot een meer afstandelijke rol van facilitator. Sommige leerkrachten maken echt een feest van hun klas. Eén leerkracht brengt elke vrijdag een maaltijd mee naar school, de rijst wordt op school gekookt. Soms werden ook maaltijden verkocht om zo geld op te halen om materialen te kopen. Een tweetal leerkrachten was jarig op de dag van de lesobservatie. Toen was het echt feest in de klas. Vrijwel alle leerkrachten zorgen voor een actieve klas waar leerlingen zelf dingen kunnen ondernemen. Evenwel is er ook een aantal leerkrachten die de kinderen niet geheel in de hand heeft, waarbij leerlingen door de klas rennen, schreeuwen en vechten. Leeractiviteiten De meerderheid van de leerkrachten is positief over de uitvoerbaarheid van de leeractiviteiten (86%). Bovendien vinden zij (91%) dat deze goed aansluiten op de leefwereld van de leerlingen. Ook de leerlingen vinden het nieuwe SWP volgens de leerkrachten (86%) leuk.
12
Een derde van de leerkrachten vindt het echter wel moeilijk om de leeractiviteiten uit het SWP uit te voeren. Tabel 2.5: Bruikbaarheid en haalbaarheid - leeractiviteiten De leeractiviteiten in het nieuwe SWP zijn uitvoerbaar.
(helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Weet niet / nvt
De leeractiviteiten in het nieuwe SWP sluiten aan bij de leefwereld (helemaal) mee oneens van mijn leerlingen. (helemaal) mee eens Mijn leerlingen vinden de leeractiviteiten uit het nieuwe SWP leuk.
86% 6% 6% 91%
Weet niet / nvt
3%
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt Ik vind het moeilijk om de leeractiviteiten in het nieuwe SWP uit te voeren.
9%
86% 9%
(helemaal) mee oneens
63%
(helemaal) mee eens
34%
Weet niet / nvt
3%
Bronnen en materialen De geringe beschikbaarheid van aanschouwend materiaal is een probleem. Volgens een grote groep leerkrachten is dat er onvoldoende (51%), ook is er onvoldoende standaardmateriaal (schrijf-, teken- en knutselmateriaal) (65%). Bovendien is er een tekort aan lesmateriaal dat aansluit bij de leefwereld van de leerlingen (82%) en er zijn onvoldoende praatplaten (49%). Ook uit de antwoorden op de open vraag naar voorwaarden waar volgens de leerkrachten aan voldaan moet zijn wil er sprake zijn van succesvolle landelijke invoering van het nieuwe SWP blijkt een grote behoefte aan materialen. Voorbeelden van antwoorden zijn: 'De materialen moeten in voldoende mate aanwezig zijn', 'Als er materialen zijn, kan ik mijn werk beter uitvoeren', 'Ik zou graag materialen willen hebben voor de verschillende hoeken', 'Meer leermiddelen, praatplaatjes, beeldschriftboekjes, ontwikkelingsplaatjes, materiaal voor voorbereidend rekenen', 'Voldoende materiaal aanschaffen voor de scholen van het binnenland'. Een en ander blijkt ook uit de antwoorden op de vraag wat de zwakste punten zijn van het SWP: 'Er zijn geen plaatjes in het SWP (praatplaatplaatjes)', 'Er zijn geen spelletjes aan de hand van de thema's', 'Geen interessante verhalen', 'Gebrek aan materiaal', 'Geen materialen aan de school aangeboden'. De leerkrachten zijn echter positief over de voorbeelden in het bronnenboek. Het themaboek bevat voldoende uitgewerkte thema's (83%), voldoende uitgewerkte leeractiviteiten (80%), is prima bruikbaar in de klas (82%), en voor velen (76%) onmisbaar. Het bronnenboek biedt voor elke leeractiviteit voldoende voorbeelden (88%), de kwaliteit van het bronnenboek is
13
volgens 94% goed, en is prima bruikbaar in de klas (94%). Ook het bronnenboek is voor velen (70%) onmisbaar. Tabel 2.6: Bruikbaarheid en haalbaarheid - bronnen en materialen Op mijn school is er onvoldoende aanschouwend materiaal aanwezig.
(helemaal) mee oneens
49%
(helemaal) mee eens
51%
Op mijn school is er voldoende standaardmateriaal (schrijf-, teken- (helemaal) mee oneens , en knutselmateriaal) aanwezig. (helemaal) mee eens Weet niet / nvt
65% 32% 3%
Op mijn school is er voldoende lesmateriaal dat aansluit bij de leefwereld van leerlingen.
(helemaal) mee oneens
82%
(helemaal) mee eens
18%
Op mijn school zijn er voldoende praatplaten aanwezig.
(helemaal) mee oneens
49%
(helemaal) mee eens
49%
Weet niet / nvt Het themaboek van het nieuwe SWP bevat voldoende uitgewerkte (helemaal) mee oneens thema’s. (helemaal) mee eens Weet niet / nvt
3% 11% 83% 6%
Het themaboek van het nieuwe SWP bevat voldoende uitgewerkte (helemaal) mee oneens leeractiviteiten. (helemaal) mee eens
20%
Voor elke leeractiviteit biedt het bronnenboek voldoende voorbeelden
(helemaal) mee oneens
12%
(helemaal) mee eens
88%
De kwaliteit van de voorbeelden in het bronnenboek is goed
(helemaal) mee eens
94%
Weet niet / nvt Voor mij als leerkracht is het themaboek van het nieuwe SWP prima bruikbaar in de klas.
80%
6%
(helemaal) mee oneens
12%
(helemaal) mee eens
82%
Weet niet / nvt
6%
Voor mij als leerkracht is het bronnenboek van het nieuwe SWP prima bruikbaar in de klas.
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens
94%
Het bronnenboek van het nieuwe SWP is onmisbaar bij het verzorgen van mijn lessen.
(helemaal) mee oneens
27%
(helemaal) mee eens
70%
Weet niet / nvt Het themaboek van het nieuwe SWP is onmisbaar bij het verzorgen van mijn lessen.
3%
(helemaal) mee oneens
24%
(helemaal) mee eens
76%
De lesobservaties bevestigen de problemen met de beschikbaarheid van materialen. Hoewel er veel materialen worden gebruikt bij de vele leeractiviteiten in de klas, is de hoeveelheid materiaal dat beschikbaar is vaak erg beperkt, ‘maar één doos met krijtjes, stompjes vaak ook nog, voor de hele groep’. Veel van het materiaal is door de leerkrachten zelf verzameld en ontwikkeld: rietjes, stukjes touw, ijzeren ringen, icecreambakjes, pleisters, sponzen, kranten, lapjes, potten en pannen, enzovoort, tot aan een zelfgemaakt stoplicht aan toe. Leeromgeving De meeste leerkrachten (82%) vinden het over het algemeen niet lastig om de klas in te richten volgens het thema waar op dat moment aan wordt gewerkt. Slechts 38% vindt echter dat er voldoende materialen zijn om dat goed te kunnen doen. Het aantal leerlingen in de klas
14
lijkt voor de meeste leerkrachten (79%) geen belemmering te vormen voor het thematisch inrichten van de klas5. Tabel 2.7: Bruikbaarheid en haalbaarheid - leeromgeving Ik vind het lastig om mijn klas in te richten volgens het thema waar (helemaal) mee oneens ik op dat moment aan werk. (helemaal) mee eens Weet niet / nvt Ik heb voldoende materialen om mijn klas in te richten volgens het (helemaal) mee oneens thema waar ik op dat moment aan werk. (helemaal) mee eens Weet niet / nvt Ik heb zoveel leerlingen in mijn klas dat het moeilijk is om de klas in te richten volgens het thema waar ik op dat moment aan werk.
82% 15% 3% 59% 38% 3%
(helemaal) mee oneens
79%
(helemaal) mee eens
18%
Weet niet / nvt
3%
Vrijwel alle klassen hebben themahoeken, plekken in de klas waar aanschouwend materiaal staat of hangt wat betrekking heeft op het thema dat op dat moment behandeld wordt. Hoe meer themahoeken, des te kindvriendelijker de klas lijkt over te komen. Er zijn heel veel verschillende themahoeken, naast de standaard themahoeken poppenhoek, bouwhoek, keukenhoek en leeshoek. Zo is er ook een computerhoek, kledinghoek, rekenhoek, muziekinstrumentenhoek, maar zeker niet op alle scholen. Scholen waarvan leerkrachten al wel getraind zijn maar die nog het oude SWP gebruiken, hebben meestal al wel themahoeken maar deze zijn nog niet in gebruik, of er is één ‘themahoekje’. Op één school is een fietsenhoek, met heuse driewielers die in de klas gebruikt worden. Of een kappershoek, op een paar scholen, met alle scharen en andere instrumenten daarin. Sommige klassen hebben winkelhoeken voor rekenen, met spullen die leerlingen kunnen kopen, een heuse kassa en nepgeld.
Sommige maar lang niet alle klassen zijn geheel ingericht volgens het thema, waardoor het thema heel erg herkenbaar wordt. Bv. bij het thema ‘Kleding’, waarbij ook een naaimachine, een strijkijzer en een strijkplank (van de leerkracht) de klas in werden gebracht. Of op een school bij het thema ‘Voeding’, waar de klas vol lag met door leerlingen meegebracht fruit, wat vervolgens gegeten, geperst en gedronken werd. In veel klassen valt op dat er een gebrek aan materialen voor de themahoeken is. Als er al materialen zijn, dan zijn die vaak erg oud, bijvoorbeeld oude poppen zonder armen, of smerige knuffels. Er is daarom behoefte aan veel meer kwalitatief goed en schoon aanschouwend materiaal om de themahoeken beter in te richten. Zoals het nu is in de klassen is het vaak moeilijk 5
Er is geen significant verschil tussen leerkrachten met een kleine klas (20 leerlingen of minder) en leerkrachten van een grote klas (21 of meer leerlingen). Er is eveneens geen significante correlatie tussen groepsgrootte en antwoord op de betreffende stelling.
15
om leerlingen naar themahoeken te sturen omdat daar weinig materialen zijn en de hoeken er eigenlijk onaantrekkelijk uit zien. Op een aantal scholen was duidelijk dat leerkrachten vaak met eigen middelen proberen om themahoeken en klassen te voorzien van relevante voorwerpen om zo de klas op te vrolijken. Daarnaast is het opvallend dat scholen uit gebieden waar veel contact met Paramaribo is, of waar veel toeristen komen, zoals Galibi aan de kust in het Noord-Oosten van het land, veel donaties krijgen. Dat is ook duidelijk te zien in de themahoeken, die heel goed gevuld zijn. Qua materialen lijkt het SWP beter ingevoerd op scholen die het wat beter hebben.
Tijd 65% van de leerkrachten vindt dat er per thema voldoende tijd beschikbaar is, 35% van de leerkrachten vindt dat dit niet het geval is. 35% van de leerkrachten geeft dan ook aan dat zij geen tijd hebben om zelf thema's uit te werken, 62% heeft daar wel tijd voor. Voor de meeste leerkrachten geldt dat werken met het nieuwe SWP hen meer lesvoorbereidingstijd kost dan voorheen (74%). Dit heeft iets meer dan de helft van de leerkrachten (56%) er graag voor over, voor 41% geldt dat niet. Die voorbereiding wordt veelal na de lessen thuis gedaan. Tabel 2.8: Bruikbaarheid en haalbaarheid - tijd Er is per thema voldoende tijd beschikbaar. Werken met het nieuwe SWP kost mij meer tijd aan lesvoorbereiding dan voorheen.
(helemaal) mee oneens
35%
(helemaal) mee eens
65%
(helemaal) mee oneens
24%
(helemaal) mee eens
74%
Weet niet / nvt Ik heb geen tijd om zelf thema’s uit te werken.
(helemaal) mee oneens
62%
(helemaal) mee eens
35%
Weet niet / nvt Het nieuwe SWP kost mij veel lesvoorbereidingstijd, maar dat heb ik er graag voor over.
3%
(helemaal) mee oneens
41%
(helemaal) mee eens
56%
Weet niet / nvt
2.4
3%
3%
Lespraktijk
Rol van de leerkracht De leerkrachten lijken in hun lespraktijk hun rol zoals beoogd in het SWP in te vullen. De meeste leerkrachten (82%) geven aan niet steeds aan het woord te zijn, 15% is dat wel. 94% stimuleert gesprekken tussen leerlingen. Hiernaast etiketteert 65% aanschouwend materiaal,
16
29% doet dat overigens niet. 82% benoemd aanschouwend materiaal, en 91% zegt bij alles wat zij voordoen, wat zij doen. Bovendien begeleidt 94% van de leerkrachten de leerlingen wanneer zij zelf oefenen met woorden en handelingen. Tabel 2.9: Lespraktijk - docentrol Tijdens de leeractiviteiten ben ik steeds aan het woord.
(helemaal) mee oneens
82%
(helemaal) mee eens
15%
Weet niet / nvt
3%
Tijdens de leeractiviteiten stimuleer ik gesprekken tussen de leerlingen.
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens
94%
In mijn lessen benoem ik aanschouwend materiaal
(helemaal) mee oneens
18%
(helemaal) mee eens
82%
(helemaal) mee oneens
29%
(helemaal) mee eens
65%
In mijn lessen etiketteer ik aanschouwend materiaal
Bij alles wat ik voordoe, zeg ik wat ik doe.
Weet niet / nvt
6%
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt Ik begeleid leerlingen wanneer zij zelf oefenen met de woorden en (helemaal) mee oneens handelingen. (helemaal) mee eens Weet niet / nvt
91% 3% 3% 94% 3%
Leeractiviteiten De overgrote meerderheid van de leerkrachten (97%) geeft aan dat de leerlingen in groepjes werken. Het voor zichzelf werken aan een opdracht komt bij minder leerkrachten voor (53%). Een en ander blijkt ook uit de interactiediagrammen die zijn gemaakt in de klassen die zijn geobserveerd. Deze laten zien dat: • (vrijwel) alle klassen in de pilotscholen groepsgewijs gerangschikt zijn, • er volop interactie tussen leerkracht en leerlingen is, • interactie tussen leerlingen onderling ook plaatsvindt maar veel minder dan interactie van leidster met leerling. Tegen het eind van de les gaan de leerling-leerling interacties ook over dingen die niet met de les te maken hebben.
Figuur 1: Leerling-leerling interacties
17
Figuur 2: Leerkracht-leerling interacties
Tabel 2.10: Lespraktijk - leeractiviteiten Mijn leerlingen werken in groepjes. Mijn leerlingen werken voor zichzelf aan een opdracht.
(helemaal) mee oneens
3%
(helemaal) mee eens
97%
(helemaal) mee oneens
44%
(helemaal) mee eens
53%
Weet niet / nvt
3%
Ook uit de lesobservaties blijkt dat leerlingen in de meeste klassen in groepjes zitten en activiteiten doen. In een aantal klassen verschillen de activiteiten per groepje. Het gaat dan veelal om handenarbeidactiviteiten, waarbij dingen worden gemaakt, vaak gekoppeld aan een thema. Veel rekenactiviteiten in de klas ook, ogenschijnlijk wat meer dan taalactiviteiten. Daarnaast zijn er veel klassengesprekken of leergesprekken, vaak aan de hand van een praatplaat, een tekening op het bord of op een poster (beeldschrift). Er wordt veel gezongen en er worden veel verhalen verteld. De volgende voorbeelden uit de samenvatting van lesobservaties dienen als illustratie van wat er zoal in de klas aan activiteiten gebeurt. Voorbeeld 1: Busspel ‘Leerlingen zitten als passagiers in een denkbeeldige bus, en stappen in of stappen uit bij een van de volgende bushaltes. Andere passagiers stappen weer in. Leerlingen moeten goed bijhouden hoeveel er zijn uitgestapt, hoeveel er zijn ingestapt, en hoeveel passagiers nu dus in de bus zitten’.
18
Voorbeeld 2: Winkelspel ‘Leerlingen gaan naar de winkel om dingen te kopen. Zij moeten met ‘nepgeld’ betalen, moeten zelf optellen hoeveel ze moeten betalen en hoeveel geld ze als wisselgeld terug krijgen’. Voorbeeld 3: Leergesprek ‘Een praatplaat hangt op het bord. Leerlingen benoemen de dieren die daar op staan, en doen de geluiden na, Er wordt een lied over de dieren gezongen’. Voorbeeld 4: Klassengesprek ‘Het gesprek gaat over emancipatie (slavernij, hard werken, straf, wegvluchten, vrij zijn). De leerlingen zijn continue aan het woord en kunnen de leidster veel vertellen over het feest. Ook de klederdrachten worden besproken’.
Voorbeeld 5: Handenarbeid ‘In verband met de viering van de afschaffing van de slavernij krijgen kinderen de opdracht een vlag te maken. De stroken papier en ster moeten in volgorde worden geplakt’. Voorbeeld 6: Zingen Klassikaal worden liedjes gezongen over emancipatie. De leerkracht geeft ook beurten aan leerlingen om te zingen.
Voorbeeld 7: Verhalen vertellen (beeldschrift) ‘De juf vertelt middels een tekening op het bord over keti-koti’.
19
Bijna alle leerkrachten (98%) maken in hun lessen gebruik van verschillende gespreksvormen. De leerkrachten is gevraagd maximaal drie gesprekvormen aan te kruisen die zij het meest gebruiken. Tabel 2.11 geeft het resultaat op deze vraag weer. De meest gebruikte gespreksvormen zijn het klassengesprek (85%) en het leergesprek (72%) op enige afstand gevolgd door een gesprek met de praatplaat (46%), het beeldgesprek (41%) en een ontwikkellingsles (31%). Tabel 2.11: Lespraktijk - meest gebruikte gespreksvormen Gesprekvorm
Meest gebruikt
Klassengesprek
85%
Leergesprek
72%
Gesprek met praatplaat
46%
Beeldgesprek
41%
Ontwikkellingsles
31%
Groepsgesprek
13%
Stripverhaal
13%
Kringgesprek
13%
Beeldschrift
13%
Poppenkastvertelling
8%
Flanelbordvertelling
5%
De kamishibai
3%
Uit de lesobservaties blijkt dat leerlingen in pilotscholen in de districten en die in het binnenland, grote problemen hebben met het Nederlands. In een aantal scholen werden activiteiten eerst in de lokale taal gedaan, en later nog een keer in het Nederlands. Of er werd in het Nederlands begonnen, maar de respons van de leerlingen was dan zo gering dat de leidster dan overschakelde op de lokale taal. Bronnen en materialen De helft van de leerkrachten gebruikt uitsluitend de thema's zoals aangereikt in het themaboek van het nieuwe SWP, de overige 50% doet dat niet. Tabel 2.12: Lespraktijk - bronnen en materialen Ik gebruik uitsluitend de thema’s zoals aangereikt in het themaboek van het nieuwe SWP.
(helemaal) mee oneens
50%
(helemaal) mee eens
50%
Leeromgeving 62% van de leerkrachten richt de klas voor elk thema met bijpassende themahoeken in, voor 38% van de leerkrachten geldt dit niet. Tabel 2.13: Lespraktijk - leeromgeving Voor elk thema richt ik in mijn klas bijpassende themahoeken in.
(helemaal) mee oneens
38%
(helemaal) mee eens
62%
Aan alle leerkrachten is gevraagd welke activiteiten zij het meest gebruiken. Ook nu mochten zij er maximaal drie aankruisen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 2.14. Ook nu komt 20
het klassengesprek/groepsgesprek het meest voor (82%), gevolgd door het beeldgesprek (69%) en het gesprek aan de hand van een ontwikkelingsles (67%). Tabel 2.14: Lespraktijk - leeractiviteiten Gesprekvorm
Meest gebruikt
Klassengesprek/groepsgesprek
82%
Beeldgesprek
69%
Gesprek aan de hand van een ontwikkelingsles
67%
Stripverhaal
31%
Poppenkast
15%
Flanelbordvertelling
8%
Kamishibai
8%
2.5
Ondersteuning
Schoolwerkplan Van de leerkrachten vinden 88% dat ze met het nieuwe SWP actief onderwijs kunnen verzorgen, waarbij leeractiviteiten duidelijk omschreven staan in het SWP (79%). Zowel themaboek (91%) als bronnenboek (97%) bieden daarbij voldoende ondersteuning, vinden de leerkrachten. Tabel 2.15: Ondersteuning - SWP Met het nieuwe SWP is het voor mij mogelijk om actief onderwijs te verzorgen.
(helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Weet niet / nvt
Leeractiviteiten staan duidelijk omschreven in het SWP.
Het themaboek van het nieuwe SWP biedt mij voldoende ondersteuning .
88% 9%
(helemaal) mee oneens
18%
(helemaal) mee eens
79%
Weet niet / nvt
3%
(helemaal) mee oneens
6%
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt
Het bronnenboek van het nieuwe SWP biedt mij voldoende ondersteuning .
3%
(helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens
91% 3% 3% 97%
Voorbereidende training De leerkrachten zijn vrij eensgezind over de voorbereidende training die zij hebben gevolgd. 88% van de leerkrachten stelt dat de training hen in staat heeft gesteld om creatief met het materiaal om te gaan. Eenzelfde percentage van de leerkrachten vindt dat de training een goed beeld heeft gegeven van het nieuwe SWP waar het achtergronden, uitgangspunten en opbouw betreft, of hoe zij de lespraktijk kunnen laten aansluiten bij de leefwereld van hun leerlingen (94%). Volgens de leerkrachten biedt de training voldoende inhoudelijke ondersteuning bij de verwerving van taal en NT26 (94%) en voorbereidend rekenen (91%). Desondanks stelt 38% van de leerkrachten dat zij het nieuwe SWP ook zouden hebben kunnen invoeren zonder de training, 48% vindt dat niet, 15% weet het niet. Na de training voelden de meeste leerkrachten zich goed voorbereid om het nieuwe SWP in te voeren (76%), 21% vond dat niet. 6
NT2 – Nederlands als tweede taal
21
Tabel 2.16: Ondersteuning - voorbereidende training De training heeft mij als leerkracht in staat gesteld creatief met het (helemaal) mee oneens materiaal om te gaan. (helemaal) mee eens De training heeft mij een goed beeld gegeven van het nieuwe SWP (achtergronden, uitgangspunten, opbouw).
9%
(helemaal) mee oneens
9%
(helemaal) mee eens
De training heeft mij een goed beeld gegeven hoe ik de lespraktijk (helemaal) mee oneens kan aansluiten op de leefwereld van mijn leerlingen. (helemaal) mee eens
88% 3% 6% 94%
(helemaal) mee oneens
47%
(helemaal) mee eens
38%
Weet niet / nvt
15%
De training heeft mij voldoende inhoudelijke ondersteuning gegeven op het gebied van taalverwerving en NT2 (Nederlands als tweede taal).
(helemaal) mee oneens
De training heeft mij voldoende inhoudelijke ondersteuning gegeven op het gebied van voorbereidend rekenen.
(helemaal) mee oneens
(helemaal) mee eens
(helemaal) mee eens Weet niet / nvt
Na de training voel ik me voldoende voorbereid om het nieuwe SWP in te voeren.
88%
Weet niet / nvt
Weet niet / nvt
Ook zonder de training had ik het nieuwe SWP prima kunnen invoeren.
3%
6% 94% 6% 91% 3%
(helemaal) mee oneens
21%
(helemaal) mee eens
76%
Weet niet / nvt
3%
Schoolbezoek Twee derde (67%) van de leerkrachten geeft aan veel te hebben gehad aan het follow-up schoolbezoek van de master trainers. Tabel 2.17: Ondersteuning - schoolbezoek Ik heb veel gehad aan het schoolbezoek van master trainers.
(helemaal) mee oneens
30%
(helemaal) mee eens
67%
Weet niet / nvt
3%
In de open vragen geven leerkrachten aan meer trainingen een belangrijke voorwaarde te vinden voor een succesvolle landelijke invoering van het SWP: ‘meer trainingen verzorgen’, ‘meer trainingen en begeleiding geven aan de kleuterleidster of leerkrachten’, ’meer trainingen verzorgen. Leerkrachten observeren en hulp bieden waar nodig is’. In interviews op de pilotscholen geven leerkrachten aan de trainingen heel zinvol en leerrijk te hebben gevonden, maar ook ‘luchtig’ waarbij de leerkrachten zelf activiteiten voor in de klas konden uitproberen en zelf de spelletjes konden spelen om er bekend mee te raken. Mede tengevolge van de trainingen waren de leerlingen enthousiast over de lessen en namen zij actief deel aan de activiteiten. Het is belangrijk dat leerkrachten creatief met het materiaal kunnen omgaan. De leerkrachten menen ook dat het in de trainingen vooral ging om taal en voorbereidend rekenen. Leerkrachten vonden het wel jammer dat maar twee mensen naar de training mochten, dat heeft op school hier en daar tot verwarring geleid. Zo werden lesvoorbereidingen volgens het
22
nieuwe SWP door de hoofdleidster - die niet op de training was geweest – gecorrigeerd naar inzichten van het oude SWP. Evenwel gaven de leerkrachten ook aan dat de trainingen veel te kort waren, dat activiteiten te veel ‘op elkaar gepropt’ waren. ‘Training van 3 dagen is onvoldoende om de lessen succesvol te kunnen verzorgen. Voor zo’n belangrijk plan is meer training nodig om dat goed te kunnen uitvoeren’. Zij vinden dan ook dat er veel meer trainingen moeten komen. Een aantal leerkrachten stelt dat de follow-up ondersteuning op school heel waardevol was: ‘Als de trainers in de klas lessen volgen, zien ze de knelpunten. Dit wordt samen besproken en dat levert ook nieuwe inzichten om de les beter te verzorgen’. En: ‘Zeer waardevol, na de toepassing van de technieken zijn de leerlingen actiever’, maar ook: ‘Was wel waardevol, maar met sommige zaken kan je niet meegaan, die zijn te moeilijk voor 4-jarigen’. Evenwel stelt een aantal leerkrachten dat de master trainers weliswaar wel op hun school zijn geweest maar dat ze alleen heel even in de klas hebben gekeken en toen weer zijn vertrokken. Van follow-up ondersteuning was volgens de geïnterviewden geen sprake. In de interviews werd ook de vraag gesteld wat er aan verdere ondersteuning nodig is voor een succesvolle invoering van het SWP. De reacties van leerkrachten daarop waren eensgezind: meer trainingen, langere trainingen, en meer materialen. Bij trainingen wordt ook de suggestie gedaan dat er ongeveer een half jaar na het begin van de invoering een bijeenkomst met alle pilotleerkrachten wordt belegd, waar ze ervaringen kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren. Bij materialen gaat het vooral om aanschouwend materiaal, praatplaten (die zouden wel wat groter mogen zodat kinderen achter in de klas ze ook goed kunnen zien), maar ook om CD’s met liedjes (en een speler om ze in de klas af te spelen). Overigens werd ook geopperd om naast liedjes in het Nederlands en Sranan, ook liedjes in andere talen aan te bieden. Surinaams waren. Sommige leerkrachten zouden ook graag zien dat het bronnenboek werd uitgebreid met meer illustraties en praatplaten. Ook materiaal voor de verschillende hoeken in de klas is dringend gewenst. In het nieuwe SWP dienen leerkrachten hun lesvoorbereidingen uit te schrijven in een bepaald formaat. Daarvoor moeten leerkrachten dit formaat veelvuldig kopiëren. Veel leerkrachten hebben daar tegen geprotesteerd omdat de kosten ervan voor hun eigen rekening zijn. Een tweetal scholen heeft daarom uiteindelijk besloten niet aan de pilot mee te doen.
23
3
Conclusies en aanbevelingen
De evaluatie richtte zich op het nieuwe SWP met vier onderzoeksvragen, A t/m D. Voor elke vraag is hieronder een aantal conclusies beschreven. A. Wat is het waarom, wat en hoe van het nieuwe SWP? • Het nieuwe SWP heeft duidelijke uitgangspunten met als kernconcepten: Actief leren, samen leren, samenwerkend leren. De leerkracht is daarbij een model waar de leerlingen zich aan kunnen spiegelen. Focus ligt ook op het vergroten van de creativiteit van zowel leerkracht als leerling (zie ook bijlage 1). B. Wat vinden leerkrachten van de beoogde vernieuwing en in hoeverre sluit dat aan op wat MinOV en SLO hebben beoogd? • Leerkrachten op de pilotscholen onderschrijven de uitgangspunten van het nieuwe SWP. Zij geven aan er goed mee uit de voeten te kunnen. • In zijn algemeenheid zijn leerkrachten enthousiast over het nieuwe SWP. C. Wat doen leerkrachten en in hoeverre weerspiegelt dat het nieuwe SWP? • In alle klassen waar het SWP wordt ingevoerd zijn themahoeken aanwezig, met een enorme variatie in de kwaliteit en uitgebreidheid daarvan. In een aantal klassen zijn er heel veel themahoeken met heel veel spullen, maar veelal waren de themahoeken toch beperkt. In een aantal scholen zagen de themahoeken er onverzorgd en een beetje vies uit, met heel weinig spullen. Leerkrachten brengen ook veel spullen van huis mee. • De praatplaten zijn mooi, en worden gebruikt, maar leerkrachten vinden dat ze wel wat groter kunnen zodat ze ook goed zichtbaar zijn achter in de klas. Liedjes (op de CD’s) zijn naast de Nederlandstalige liedjes alleen in het Sranan. Leerkrachten denken dat die ook voor een gedeelte in andere talen zouden moeten zijn. • Leerlingen in de geobserveerde klassen zijn actief betrokken bij de les. Zij werken tijdens de lessen overwegend in groepen aan opdrachten. • Er wordt veel gedaan met handenarbeid, klassen- en leergesprekken, activiteiten met rekenen en taal, en zingen. • Uit de lesobservaties blijkt dat veel van de leerkrachten op een creatieve manier met het SWP kunnen omgaan. Zij ontwikkelen en verzamelen zelf ook veel materiaal voor in de klas. • Tot nu toe zijn de thema’s niet altijd goed herkenbaar in de aankleding in de klas. Leeractiviteiten in de klas blijken ook niet altijd aan het thema gebonden te zijn. • In de districten en in het binnenland hebben de leerlingen vaak grote problemen met het Nederlands als instructietaal. Leerkrachten gebruiken dan vaak ook de lokale taal als instructietaal. • Leerkrachten geven aan te denken in staat te zijn de thema’s in de beschikbare tijd te behandelen, maar ook dat zij veel extra tijd kwijt zijn aan de voorbereiding van de lessen. D. Welke ondersteuning is de leerkrachten geboden, en hoe wordt deze door de leerkrachten gewaardeerd? • Leerkrachten zijn blij met de trainingen die ze hebben ontvangen ter voorbereiding van de invoering van het nieuwe SWP.
24
• Desondanks geven de leerkrachten aan dat de trainingen te kort waren en de activiteiten daardoor te veel op elkaar werden gepropt. • De follow-up ondersteuning door de trainers op scholen na de training wordt op prijs gesteld door leerkrachten. Evenwel is er onduidelijkheid over de effectiviteit op een aantal scholen in Groot Paramaribo, omdat de master trainers daar niet voldoende tijd hadden om de ondersteuning te verlenen. • In aanvulling op de voornoemde ondersteuning door trainers, hebben de leerkrachten de behoefte uitgesproken aan bijeenkomsten met andere pilotleerkrachten, ergens halverwege het jaar, om ervaringen uit te wisselen en de voortgang van de invoering van het SWP te bespreken. • Leerkrachten ondervinden problemen met de formulieren voor de voorbereiding van hun lessen. Zij moeten die zelf kopiëren op eigen kosten. Daar zijn veel klachten over. Dit leidt tot de volgende aanbevelingen: Zoals het SWP nu voorligt, kan het landelijk ingevoerd worden. Evenwel met als voorwaarde dat een aantal aanvullende maatregelen genomen wordt, als volgt: 1. Er dienen meer en langere trainingen voor de kleuterleidsters georganiseerd te worden, zodat er uitgebreider aandacht aan de diverse nieuwe aspecten van het nieuwe SWP gegeven kan worden. Ook follow-up ondersteuning (training en coaching) op school is daarbij belangrijk. 2. Master trainers dienen daadwerkelijk follow-up ondersteuning te verzorgen op de scholen. 3. Alle leerkrachten op school moeten bij scholing betrokken zijn. 4. Formulieren voor de registratie van de voorbereiding van lessen zouden centraal verstrekt moeten worden i.p.v. de kosten ervan door leerkrachten te laten opbrengen. 5. Leerkrachten ontwikkelen en verzamelen zelf heel veel materialen voor gebruik in hun lessen. Dat laat onverlet dat er een flinke injectie aan basismaterialen voor de scholen moet komen om de klassen volgens het nieuwe SWP in te richten. Aan vrijwel alle materialen is gebrek. Er dient veel meer materiaal te komen voor het fatsoenlijk inrichten van de themahoeken. 6. Aanschouwend (visueel) materiaal moet gaan over wat in de stad, maar ook over wat er in het binnenland te zien is. Praatplaten lijken nu vooral te laten zien wat er in de stad te zien is7. Praatplaten zouden mogelijk ook groter afgedrukt kunnen worden, zodanig dat deze ook achter in de klas goed zichtbaar zijn. Onderzocht zou kunnen worden of het mogelijk en wenselijk is naast de Nederlandstalige en Sranan liedjes ook liedjes in andere talen aan te bieden. 7. Gezien de problematische positie van het Nederlands (met name in de districten en in het binnenland), zal stevig ingezet moeten worden op het leren van Nederlands als tweede taal, NT2.
7
Klaarblijkelijk is er tijdens de pilot nog met de oude praatplaten gewerkt. De nieuw ontworpen praatplaten geven een beter beeld van de Surinaamse situatie in zowel de stad als erbuiten.
25
Bijlage 1: Resultaten documentanalyse en interview ontwikkelaars Het beoogde SWP Onderdeel Visie
Kernvraag Volgens welke onderwijsvisie wordt er geleerd?
Definitieve beschrijving Uitgangspunten van het SWP zijn: - Actief leren, waarbij allerlei soorten kennis en vaardigheden worden opgebouwd (sociale kennis, emotionele kennis, wereldse kennis) - Samen leren (met respect voor elkaar) - Samenwerkend leren (leren van elkaar, onder meer door middel van dialoog) - De leerkracht als model, gevolgd door experimenteren door de leerlingen (ontdekkend leren) Het SWP beoogt nadrukkelijk de creativiteit van de leerling en de leerkracht te vergroten.
Leerdoelen
Voor welk doel wordt er geleerd?
De leerdoelen zijn per leergebied opgenomen in de Surinaamse Kleuterleerlijnen. Hiernaast zijn voor alle leeractiviteiten binnen een bepaald thema leerdoelen geformuleerd. Leergebieden zijn: 1. Taal 2. Rekenen 3. Oriëntatie op jezelf en de wereld 4. Muzische vorming 5. Beweging
Leerinhoud
Welke (vak)inhouden worden geleerd?
Het onderwijs is thematisch opgebouwd waarbij elk thema bestaat uit verschillende leeractiviteiten (met hun eigen leerdoelen) die met elkaar de leergebieden dekken.
26
Leeractiviteiten
Welk type leeractiviteiten worden ondernomen?
Bij alle leeractiviteiten in het spelwerkplan zijn de kleuters met elkaar of met de leerkracht in gesprek waarbij verschillende gesprekvormen kunnen worden onderscheiden: - Klassegesprek - Leergesprek - Gesprek aan de hand van de praatplaat - Ontwikkelingsles - Groepsgesprek - Stripverhaal - Kringgesprek - Beeldgesprek - Beeldschrift - Flanelbordvertelling - Poppenkastvertelling - De kamishibai (zie schema pagina 21 e.v. van het SWP) Belangrijk is de grote inbreng van de leerlingen. “Als het stil is in de klas dan is dat geen goed teken”.
27
Docentrollen
Wat is de rol van de docent/onderwijsassi stent bij het leren?
Total Physical Response methode: De rol van de leerkracht is per leeractiviteit in het themaboek beschreven en gaat in alle gevallen uit van de Total Physical Response methode. De TPR methode ondersteunt de taalverweving van kinderen door te benoemen wat er gedaan wordt tijdens het voordoen door de leerkracht en het samenw erken van de leerlingen, waarna de leerlingen daarna zelf experimenteren met de woorden en handelingen (Asher, 1983). De beschrijvingen van de leeractiviteiten in het themaboek geven aanwijzingen hoe leerkrachten TPR kunnen gebruiken. Het is daarbij belangrijk dat de leerkracht het experimenteren niet zonder begeleiding aan de leerlingen onderling overlaat. Creativiteit van de leerkracht: De leerkracht toont zijn creativiteit om thema’s aan te passen al naar gelang de belevingswereld van de leerlingen (tijd van het jaar (seizoenen, feestdagen, etc.). Kortom de leerkracht is vrij om naar hartelust de thema’s aan te passen en alternatieve leeractiviteiten te verzinnen die passen bij de leerdoelen.
Bronnen en materialen
Welke bronnen en materialen worden gebruikt?
Groeperingsvormen
In welke vorm wordt er geleerd?
Mogelijke docentrollen zijn: - Observeren - Sturen - Begeleiden - Interactief onderwijs verzorgen - Evalueren (zie schema pagina 21 e.v. van het SWP) - Veel visueel materiaal dat aansluit bij de leefwereld van de leerlingen - Praatplaten De groeperingsvorm is afhankelijk van de gekozen leeractiviteit. Voorbeelden zijn: kringgesprek, halve kring, groepswerk, individueel werk (bij arbeid naar keuze), werken in themahoeken.
28
Leeromgeving
Hoe ziet de leeromgeving eruit?
-
Praatplaten/bordtekeningen Klas ingericht naar het thema, inclusief themahoeken
Tijd
Hoeveel tijd is er beschikbaar?
Een thema beslaat 3 weken tot een maand. Er zijn 12 thema’s per jaar.
Toetsing
Welke inhouden worden getoetst en hoe
Vooralsnog geen onderdeel van het SWP.
29
Bijlage 2: Vragenlijst, interviewleidraad en observatieformulier
Hoe waardevol vond u de training die master trainers op uw school verzorgden?
Interviewleidraad gesprek leerkrachten Het gesprek na afloop van de geobserveerde les is gekoppeld aan vraag D: Hoe waarderen de leerkrachtende geboden training? Vragen De volgende vragen dienen tijdens dit gesprek aan de orde te komen: 1. Hoe heeft de training bijgedragen aan het succes van de les die wij zojuist hebben geobserveerd? 2. Van welk onderdeel van de training heeft u het meest profijt gehad? 3. Welk onderdeel van de training was het minst waardevol? 4. Welke verdere ondersteuning is in het kader van succesvolle invoering van het nieuwe SchoolWerkPLan gewenst? Verslaglegging Samenvatting van het gesprek per vraag: Vraag:
Hebben uw collega’s ook deelgenomen aan deze training op school? Wat vonden zij er van?
Welke verdere ondersteuning is in het kader van succesvolle invoering van het nieuwe SpeelWerkPLan gewenst?
Samenvatting:
Hoe heeft de training bijgedragen aan het succes van de les die wij zojuist hebben geobserveerd?
Van welk onderdeel van de training heeft u het meest profijt gehad?
Welk onderdeel van de training was het minst waardevol?
30
31
Invulinstructie Deze vragenlijst bestaat uit 5 delen. Elk van deze delen gaat over het nieuwe SpeelWerkPLan (SWP) Spelend Leren waarmee u in het kader van de pilot werkt. Hiermee bedoelen we de algemene handleiding, het themaboek, het bronnenboek en de leermaterialen (praatplaten, beeldschriften, etc.).
Evaluatie pilot SpeelWerkPlan kleuteronderwijs
In de meeste gevallen wordt u gevraagd aan te geven in hoeverre u het (on) eens bent met de betreffende stelling. Soms kunt u kiezen uit andere antwoordmogelijkheden. Omcirkel telkens het alternatief van uw keuze (zie kader). De cijfers en het vraagteken hebben de volgende betekenis: 1=helemaal mee oneens 2=mee oneens 3=mee eens 4=helemaal mee eens ?=weet niet / niet van toepassing
Vragenlijst voor leerkrachten
Bij alle vragen/stellingen is het de bedoeling dat u telkens één antwoord omcirkelt. Dit kan soms lastig zijn, probeert u echter een zo goed mogelijke keuze te maken. Daar waar meerdere antwoorden mogelijk zijn, is dat aangegeven. Voorbeeld 1
Ik ben het eens met de uitgangspunten van het nieuwe SWP.
1
2
3
4
?
Voorbeeld 2 Welke van onderstaande gespreksvormen gebruikt u het meest? (omcirkel er maximaal drie)
A. klassengesprek B. leergesprek C. gesprek met praatplaat D. ontwikkelles E. groepsgesprek F. stripverhaal G. kringgesprek I. beeldgesprek J. beeldschrift K. flanelbordvertelling L. poppen-kastvertelling M. de kamishibai.
32
33
Deel 1: Algemeen Dit gedeelte bevat een aantal vragen over u en over de school waar u lesgeeft
Dit deel gaat over de visie die ten grondslag ligt aan het nieuwe SpeelWerkPlan. Dit SpeelWerkPlan is onderdeel geweest van de training die u onlangs heeft gevolgd. Bij alle stellingen gaat het om
Naam van de school: ....................................................................................
Het is voor mij duidelijk wat de uitgangspunten van het nieuwe SWP zijn. Ik ben het eens met de uitgangspunten van het nieuwe SWP.
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
Wat er nieuw is aan het nieuwe SWP, is mij eerlijk gezegd niet zo duidelijk. De thema’s in het nieuwe SWP sluiten aan bij de leefwereld van mijn leerlingen. In het nieuwe SWP is er meer dan voorheen aandacht voor de taalontwikkeling van mijn leerlingen. In het nieuwe SWP is er meer dan voorheen aandacht voor voorbereidend rekenen. Het nieuwe SWP biedt mijn leerlingen voldoende ruimte om actief/interactief/participatief bezig te zijn. Samenwerkend leren is een goede manier om de taalontwikkeling bij mijn leerlingen te stimuleren. Samenwerkend leren is een goede manier om aandacht te besteden aan voorbereidend rekenen. Door de vernieuwing van het SWP sluit het kleuteronderwijs beter aan op het eerste jaar van het lager onderwijs.
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
De Total Physical Response methode is een goede manier om de taalontwikkeling bij mijn leerlingen te stimuleren.
1
2
3
4
?
De vernieuwing van het SWP zal niet leiden tot oplossing van de aansluitproblemen (van Kleuter B of Groep 2 naar lagere school).
1
2
3
4
?
Het is mij duidelijk wat er met de Total Physical Response methode wordt bedoeld.
1
2
3
4
?
Datum van invulling vragenlijst: ................................... Aantal jaren werkzaam op deze school: .................... Aantal jaren in totaal werkzaam in het kleuteronderwijs: ............................
2.1 2.2
Geslacht: .......................
1.2
Geboortedatum: ....................
2.3
Hoogst genoten en afgeronde opleiding .......................................................
2.4
In welke kleuterklas werkt u dit schooljaar? A. Kleuter A (1e kleuterjaar)
2.5 2.6
B. Kleuter B (2e kleuterjaar)
2.7
C. Kleuter A en B combinatieklas (1e en 2e kleuterjaar ineen) 1.3 1.4
2.8
Hoeveel leerlingen heeft u in de klas? .................. leerlingen, waarvan ........... meisjes en ................ jongens Aan welk thema werkt u op dit moment? (omcirkelen) Kleuter A (4-jarigen) A. Naar school
2.9 2.1 0 2.1 1 2.1 2 2.1 3
Kleuter B (5-jarigen) A. Samen leren
B. Dieren
B. Zoo
C. We vieren feest
C. Feest
D. Allemaal mensen
D. Samenleven
E. Gezond en lekker eten
E. Voeding
F. Waar wonen we?
F. Wonen
G. Planten om ons heen
G. Het bos
H. Op weg naar school
H. Verkeer
I. Het weer
I. Het weer
J. Wat trekken we aan?
J. Kleding
K. Gezond en ziek
K. Mijn land
L. Spelen en speelgoed
L. Jij en ik
34
Weet niet/niet van toepassing
Helemaal mee eens
Helemaal mee oneens
Mee eens
uw mening.
Locatie van de school/ het adres: .................................................................
Mee oneens
1.1
Deel 2: Visie
35
Mee eens
Helemaal mee eens
Er is per thema voldoende tijd beschikbaar.
1
2
3
4
?
3.19 3.20 3.21 3.22 3.23 3.24 3.25 3.26
Mee eens
Helemaal mee eens
Weet niet/niet van toepassing
Helemaal mee oneens
?
Weet niet/niet van toepassing
3.18
4
Helemaal mee eens
3.17
3
Mee eens
3.16
2
Op mijn school is er onvoldoende aanschouwend materiaal aanwezig. Op mijn school is er voldoende standaardmateriaal (schrijf-, teken-, en knutselmateriaal) aanwezig. Op mijn school is er voldoende lesmateriaal dat aansluit bij de leefwereld van leerlingen. Op mijn school zijn er voldoende praatplaten aanwezig.
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
Bronnen en materialen 3.15
1
Mee oneens
Het nieuwe SWP biedt mij als leerkracht voldoende ruimte om aangereikte thema’s aan te passen
Mee oneens
3.1
Helemaal mee oneens
Docentrol
3.31
Werken met het nieuwe SWP kost mij meer tijd aan lesvoorbereiding dan voorheen. Ik heb geen tijd om zelf thema’s uit te werken.
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
Het nieuwe SWP kost mij veel lesvoorbereidingstijd, maar dat heb ik er graag voor over.
1
2
3
4
?
Tijd
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
Het themaboek van het nieuwe SWP bevat voldoende uitgewerkte thema’s. Het themaboek van het nieuwe SWP bevat voldoende uitgewerkte leeractiviteiten. Voor elke leeractiviteit biedt het bronnenboek voldoende voorbeelden De kwaliteit van de voorbeelden in het bronnenboek is goed
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
Voor mij als leerkracht is het themaboek van het nieuwe SWP prima bruikbaar in de klas. Voor mij als leerkracht is het bronnenboek van het nieuwe SWP prima bruikbaar in de klas. Het bronnenboek van het nieuwe SWP is onmisbaar bij het verzorgen van mijn lessen. Het themaboek van het nieuwe SWP is onmisbaar bij het verzorgen van mijn lessen.
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
3.32 3.33
Weet niet/niet van toepassing
Mee oneens
3.30
In dit deel peilen we uw mening over de bruikbaarheid en haalbaarheid van het nieuwe SpeelWerkplan in uw dagelijkse lespraktijk. Bij alle stellingen gaat het om uw mening.
Helemaal mee oneens
Deel 3: Bruikbaarheid en haalbaarheid
Deel 4: Lespraktijk Dit deel van de vragenlijsten gaat over wat u als kleuterleidster in uw lessen feitelijk doet. Alle vragen hebben betrekking op het nieuwe SpeelWerkPlan.
Docentrol 4.1
Tijdens de leeractiviteiten ben ik steeds aan het woord.
1
2
3
4
?
4.2
1
2
3
4
?
4.3
Tijdens de leeractiviteiten stimuleer ik gesprekken tussen de leerlingen. In mijn lessen benoem ik aanschouwend materiaal
1
2
3
4
?
4.4
In mijn lessen etiketteer ik aanschouwend materiaal
1
2
3
4
?
4.5
Bij alles wat ik voordoe, zeg ik wat ik doe.
1
2
3
4
?
4.6
Ik begeleid leerlingen wanneer zij zelf oefenen met de woorden en handelingen.
1
2
3
4
?
Leeractiviteiten 4.7
Mijn leerlingen werken in groepjes.
1
2
3
4
?
4.8
Mijn leerlingen werken voor zichzelf aan een opdracht.
1
2
3
4
?
Leeromgeving 3.27 3.28 3.29
Ik vind het lastig om mijn klas in te richten volgens het thema waar ik op dat moment aan werk. Ik heb voldoende materialen om mijn klas in te richten volgens het thema waar ik op dat moment aan werk. Ik heb zoveel leerlingen in mijn klas dat het moeilijk is om de klas in te richten volgens het thema waar ik op dat moment aan werk.
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
36
37
Deel 5: Ondersteuning Ja !
Nee !
4.12
Ja !
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
Het themaboek van het nieuwe SWP biedt mij voldoende ondersteuning . Het bronnenboek van het nieuwe SWP biedt mij voldoende ondersteuning .
1
2
3
4
?
2
3
4
?
5.4
1
2
3
4
?
Voorbereidende training 5.5 5.6 5.7
? 5.8
Nee !
5.9
het meest? (omcirkel er maximaal drie)
A. Klassengesprek / groepsgesprek B. Gesprek aan de hand van een ontwikkelingsles C. Beeldgesprek D. Stripverhaal E. Flanelbordvertelling F. Poppenkast G. Kamishibai
5.10 5.11
De training heeft mij als leerkracht in staat gesteld creatief met het materiaal om te gaan. De training heeft mij een goed beeld gegeven van het nieuwe SWP (achtergronden, uitgangspunten, opbouw). De training heeft mij een goed beeld gegeven hoe ik de lespraktijk kan aansluiten op de leefwereld van mijn leerlingen. Ook zonder de training had ik het nieuwe SWP prima kunnen invoeren. De training heeft mij voldoende inhoudelijke ondersteuning gegeven op het gebied van taalverwerving en NT2 (Nederlands als tweede taal). De training heeft mij voldoende inhoudelijke ondersteuning gegeven op het gebied van voorbereidend rekenen. Na de training voel ik me voldoende voorbereid om het nieuwe SWP in te voeren.
Schoolbezoek 5.12 Ik heb veel gehad aan het schoolbezoek van mastertrainers.
38
Weet niet/niet van toepassing
Helemaal mee eens
4
Weet niet/niet van toepassing
3
Weet niet/niet van toepassing
Helemaal mee eens
Helemaal mee oneens
1
2
Helemaal mee eens
Voor elk thema richt ik in mijn klas bijpassende themahoeken in. In mijn lessen maak ik gebruik van de volgende activiteiten (omcirkelen) Indien ja, welke van onderstaand gespreksvormen gebruikt u
1
Mee eens
4.11
5.3
Mee eens
Leeromgeving
5.2
Mee oneens
Ik gebruik uitsluitend de thema’s zoals aangereikt in het themaboek van het nieuwe SWP.
5.1
Mee oneens
4.10
Met het nieuwe SWP is het voor mij mogelijk om actief onderwijs te verzorgen. Leeractiviteiten staan duidelijk omschreven in het SWP.
SpeelWerkPlan
Helemaal mee oneens
Bronnen en materialen
Mee eens
Dit deel van de vragenlijst gaat over wat u als kleuterleidster vindt van de ondersteuning die u is geboden om het nieuwe SpeelWerkPlan in te voeren. Bij alle stellingen gaat het om uw mening.
A. klassengesprek B. leergesprek C. gesprek met praatplaat D. ontwikkelles E. groepsgesprek F. stripverhaal G. kringgesprek I. beeldgesprek J. beeldschrift K. flanelbordvertelling L. poppen-kastvertelling M. de kamishibai.
Mee oneens
In mijn lessen gebruik ik verschillende gespreksvormen Indien ja, welke van onderstaande gespreksvormen gebruikt u het meest? (omcirkel er maximaal drie)
Helemaal mee oneens
4.9
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
1
2
3
4
?
39
Tenslotte willen we u graag een drietal open vragen stellen Observatieformulier
1. Aan welke voorwaarden moet naar uw mening zijn voldaan wil er sprake zijn van een succesvolle landelijke invoering van het nieuwe SWP? ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………… 2. Wat zijn de twee sterkste punten van het nieuwe SWP? ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………… 3. Wat zijn de twee zwakste punten van het nieuwe SWP? ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….....
Vooraf ! Maak duidelijke afspraken met je observatiepartner: o wie observeert de leerkracht en wie observeert de leerlingen? o wie maakt foto’s? ! Neem de tijd om t.b.v. het interactiepatroon de klassesituatie te tekenen. Start met observeren wanneer jullie de tekening allebei klaar hebben. ! Maak voor elke leeractiviteit een apart lesverslag en een apart interactiepatroon. ! Zorg ervoor dat je het definitieve observatieformulier digitaal aanlevert (m.u.v. de interactiepatronen, deze indien mogelijk scannen). ! Mee te nemen: o Voldoende observatieformulieren o Fototoestel, danwel telefoon met camera o Pen (en reserve-pen) o Klembord Inhoud Het observatieformulier bestaat uit zes onderdelen: 1. Algemene gegevens 2. Lesverslag 3. Interactiepatroon 4. Leeromgeving 5. Algemene indruk 6. Foto’s
Hartelijk dank voor het invullen van de vragenlijst.
40
41
1. Algemene gegevens
2. Lesverslag
School:
Leerkracht:
Klas:
Datum:
Thema:
Observator(en):
Aantal jongens:
Aantal meisjes:
Begintijd:
Eindtijd:
Geef per leeractiviteit aan hoe lang de leeractiviteit duurt, wat er wordt gedaan (rol leerkracht, rol leerlingen, groeperingsvorm (bijv. klassikaal, in groepjes of individueel)) en welke bronnen en materialen er worden gebruikt. Let er hierbij op dat je een objectieve beschrijving maakt van wat je ziet, en niet opschrijft wat je ervan vindt. Het gaat om een feitelijke beschrijving van de leeractiviteiten. Interpretatie komt in een latere fase van het evaluatie-onderzoek. Wanneer er sprake is van een klassikale les, geef dan aan of dit gebeurt in de vorm van: ! een voordracht/monoloog door de leerkracht met over het algemeen stille leerlingen, of ! een situatie waarbij er sprake is van duidelijke inbreng van de leerlingen (Bijvoorbeeld in koor antwoord geven op vragen van de leerkracht).
42
43
3. Interactiepatroon (zie de bijlage voor een voorbeeld) Leeractiviteit 1, 2, (3, enzovoort) Tijdsduur per leeractiviteit Begintijd: Eindtijd: Totaal aantal minuten:
Tijdens de observatie is het de bedoeling om doelgerichte interacties tussen de leerkracht en een leerling, en tussen leerlingen onderling met pijlen in de getekende klassesituatie vast te leggen. Aandachtspunten:
Korte beschrijving van de leeractiviteit
! !
!
!
!
Maak per leeractiviteit een situatieschets van de klassesituatie van bovenaf. Geef aan waar de leerkracht (grote cirkel) en de leerlingen (kleine cirkels) zich bevinden. Er zijn twee type interacties die vastgelegd moeten worden: o interacties tussen de leerkracht en de leerling, en o interacties tussen de leerlingen onderling. Spreek met je observatiepartner af wie welke interacties observeert. De een richt zich op de leerkracht en de ander op de leerlingen. Wanneer een pijl tekenen?: elke pijl staat voor een interactie. We spreken van een interactie wanneer er sprake is van tenminste een reactie van beide bij de interactie betrokken personen. Een interactie kan kort zijn (bijvoorbeeld wanneer de leerkracht iets vraagt en de leerling antwoordt), maar ook langer duren (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een gesprekje tussen de leerkracht en de leerling). In beide gevallen wordt er één pijl getekend. Richting van de pijl: de richting van de pijl staat voor degene die de interactie is gestart. Bijvoorbeeld, als de leerkracht iets vraagt en de leerling antwoord, dan teken je een pijl van de leerkracht naar de leerling. Als de leerling iets aan de leerkracht vraagt en deze antwoord geeft, teken je een pijl van de leerling naar de leerkracht. Wanneer er sprake is van een situatie waarin de leerkracht klassikaal vragen stelt en alle leerlingen tegelijkertijd antwoorden, worden er geen pijlen getekend. Het gaat om gerichte interacties. Zo wordt er wel een pijl getekend wanneer bijvoorbeeld bij een klassikale les aan leerlingen beurten worden gegeven. In zo’n geval wordt immers in het lesverslag aangegeven dat er klassikaal onderwijs wordt gegeven.
Gebruikte bronnen en materialen
44
45
4. Leeromgeving Interactiepatroon Leeractiviteit 1, 2 (3, enzovoort) Focus: Leerkracht / Leerlingen (omcirkelen wat van toepassing is)
Geef een beschrijving van de leeromgeving waarin de les plaatsvindt. Geef hierbij aan of de klas overeenkomstig het thema waar aan wordt gewerkt is ingericht (bijv. praatplaat, ingerichte hoeken).
5. Algemene indruk Geeft kort weer wat jouw persoonlijke indruk is van de les die je hebt geobserveerd. Wat vond je bijvoorbeeld van de leeractiviteiten, van de leerkracht, van de leerlingen, van het klaslokaal, en van de sfeer in de klas?
6. Foto’s ! Maak foto’s van de klas als geheel. ! Maak foto’s van de aanwezige themahoeken.
46
47
Bijlage: voorbeeld van een interactiepatroon.
Bijlage 3: Resultaten open vragen
Hieronder zie je een voorbeeld van een interactiepatroon. Je ziet zowel voorbeelden van interacties tussen de leerkracht en een leerling, als tussen de leerlingen onderling. Tijdens de observatie zal de ene observant op de leerkracht letten en de ander op de leerlingen zodat er per leeractiviteit telkens twee interactiepatronen zijn waarin beide typen interacties afzonderlijk zijn weergegeven.
Aan welke voorwaarden moet naar uw mening zijn voldaan wil er sprake zijn van een succesvolle landelijke invoering van het nieuwe SWP? De scholen moeten voldoen aan de randvoorwaarden / de materialen moeten in voldoende matig aanwezig zijn / er moet meer duidelijkheid komen Dat we volgens de regels van de SWP werken/ -dat het schoolonderzoek regelmatig is, zodat de fouten die gemaakt worden gecorrigeerd worden. Grotere praatplaten / aanschouwend Alle leidsters moeten landelijk getraind worden. Voldoende materiaal Als er materialen zijn, kanik mijn werk beter uitvoeren Bij voorbereidend rekenen graag materiaal om het beter tot uit te brengen. Graag materiaal voor de hoeken Bij voorbereidend rekenen graag materialen erbij / zou graag materialen willen hebben voor de verschillende hoeken. Dat alle scholen het speelwerkplan gebruiken. Dat alle scholen met het S.W.P werken Dat een ieder die de training gevolgd heeft het ook toepast in de klas. De lessen naar behoren worden gegeven (goed naar voren worden gebracht) duidelijk en begrijpbaar voor de kinderen. Genoeg aanschouwend materiaal. De overige leerkrachten trainen Er moet een volledig SWP worden opgenomen met spellessen. Er moet genoeg materiaal aanwezig zijn op school aan de hand van de thema's Er moet meer gewerkt worden aan de handleiding, het bronnenboek en themaboek dus het nieuwe SWP. De kleuterafdeling moet meer materialen hebben. Er moeten voldoende materialen aanwezig zijn en alle leerlingen moeten opgeleid worden en vaker trainingen Er moeten meer trainingen verzorgd worden. Geen mening Genoeg materiaal (voldoende) Het materiaal dat ontbreekt in de kleuterklas zijn de bouwdozen van Frobel en onvoldoende Mozaiek. Hopelijk kan het gedistribueerd worden Iedereen moet getraind worden. Goede salariering Ik ben wel bereid het zo te doen, omdat het uitgebreid is uitgelegd. In dit geval moet landelijk alles veranderd worden op de kleuterschool en er moet ook rekening gehouden worden met de kinderen die in het binnenland wonen.
48
49
1. in de belevingswereld van de kinderen. 2. valt mee en sluiten aan de omgeving van de kinderen Lesgeven moet geschieden met veel aanschouwend materiaal, moet aansluiten op het niveau van het kind. Veel meer aandacht schenken aan de communicatie met de leerlingen / ruimte geven en veel zelf doen.
1. Voorb. rekenen. 2. Taal
Meer leermiddelen, praatplaatjes, beeldschriftboekjes, ontwikkelingsplaatjes, materiaal voor voorbereidend rekenen.
1.het SWP is een heel goeie ontwikkeling voor de leerlingen in het bijzonder, kinderen van het binnenland. 2. En men kan op verschillende manier het SWP aanpassen (vooral in taalbarriere)
Meer training aan de leidster (kleuter) en voldoende materiaal aanschaffen voor de scholen van het binnenland.
1.Voorbereidend rekenen. 2.Voorbereidend Taal Meer trainingen en begeleiding geven aan de kleuterleidster of leerkrachten 1. De kinderen zijn meer aan het woord. 2. Ze leren heel veel nieuwe woorden. Meer trainingen verzorgen 1. De lln spelenderwijs les geven. 2. Het ontw van de taal Meer trainingen verzorgen. Leerkrachten observeren en hulp bieden waar nodig is. Dat ik weet hoe ik les moet geven en vooral voorbereidend taal en rekenen Men moet er zeker van zijn dat het goed is voor de ontwikkeling van het land. Men moet tenminste 1 jaar observeren om na te gaan dat het gaat werken.
De bronnenboeken en de themaboeken
Om dit te doen met men alles vernieuwen. De leefwereld van de kinderen. Aandacht aan voorbereidend rekenen. Praatplaat, beeldschrift, spelletjes moeten erbij komen. we willen ook vaak of minstens in een kwartaal 1 - 2 keren bespreking hebben met de masters (als we problemen / vragen hebben omtrent SWP)
De taalactiviteiten en voorbereidende vakken zoals rekenen
Ten eerste meer trainingen geven aan de leerkrachten, zodat er meer sprake kan zijn van een succesvolle landelijke invoering van het nieuwe SWP.
De Total Physical Response en het samenwerkend leren is een goede manier van de taalontwikkeling.
Trainingen op de verschillende pedagogen z.a. C.P.I. enz en schoolhoofden en leidinggevenden. De twee sterkste punten zijn: 1. er is gedacht aan de kinderen in het binnenland. 2. Er wordt extra aandacht besteed aan voorbereidend rekenen.
Voldoende materiaal
De voorbereidende vakken / de thema's die geplaatst zijn in de belevingswereld van de kinderen. Voldoende materiaal, geregelde trainingen Er zijn rekenlessen bijgekomen. Voorbereidend rekenen en voorb.taal zijn verwerkt in alle thema's. Voldoende materialen moeten aanwezig zijn Het is duidelijk en onmisbaar Voorbereidend Rekenen en Taal. Stimulerend en Complimenteren. Gesprekjes luisteren wat de kleuters naar voren brengen.
Het is uitgebreid verwerkt
Voorwaarden: heb opgemerkt dat rekenen en taal bij de 4 jarige begint Het lesgeven bij voorbereidend reken en taal. Wat zijn de twee sterkste punten van het nieuwe SWP?
Je heb veel taalacties en alles uitgewerkt voor de leerlingen
Dat je taal samen kan doen met reken. Dat je de kinderen spelenderwijs allerlei dingen kan leren. Je hebt meer opdrachten om uit te voeren / We hebben / ik heb zelf meer tijd nodig om de voorber. vakken uit te voeren.
De kinderen meer aan het woord laten / de kinderen meer laten zien (praktijk).
Reken en taal wordt besteed. De leerdoelen zijn duidelijk aangegeven. Het is makkelijk te gebruiken (alles staat bij elkaar) Taal komt beter tot uiting als ook het voorbereidend rekenen. De leerdoelen zijn duidelijk aangegeven / het is makkelijk te gebruiken Taal/rekenen opgenomen Het aanschouwend bezig zijn / het bevorderen van de taal Taalontwikkeling. Creativiteit aangeboden bij de activiteiten. Interactief bezig zijn met de lln / veel aanschouwend materiaal Thema's zijn verwerkt / meer mimiek en pantomimiek Nnadruk wordt gelegd op aanschouwend materiaal / de lln de gelegenheid krijgen om zich te uiten. Vertelling, leergesprek. Voorbereidend rekenen / oefenen met taal / verhaal, versjes uit het bronnenboek Voorbereidend Rekenen (meten - maten). Energising oefeningen (busrijden; voorbereidend rekenen) 1. het is overduidelijk, je kan prettig ermee werken. 2) je hebt voorber.rekenen helemaal uitgewerkt, overduidelijk.
50
51
Meer uitgebreid in gaan op de taalactiviteiten zoals (leergesprek) Voorbereidend rekenen en taal Niet gezien Vooruitgang. verbetering van het oud onderwijssysteem Ontbreken van de spellessen. Wat zijn de twee zwakste punten van het nieuwe SWP?
Ontwikkelingsmateriaal (werklessen/ - bewegingsoefeningen)
Geen zwakke punten. Pas als ik materialen heb, kan ik mijn mening zeggen Nog geen duidelijkheid / Nog geen materialen ontvangen / Niet voldoende tijd/ruimte gehad om te experimenteren Taalactiviteiten konden iets uitgebreider zijn. 1. Er zijn geen plaatjes in het SWP (praatplaatplaatjes) a.d.h.v. de thema's. 2. Er zijn geen spelletjes a.d.h.v. de thema's
Versje, muziek.
1. Halfr.spelen. 2.Muz. vorming Weet niet. 1.Plaatjes bij elke activiteit. 2. Geen interessante verhalen Weinig aandacht voor de bouw en inrichting van de klaslokalen / onvoldoende leermaterialen. 1. Waarom men zo laat is begonnen met het SWP. 2. En waarom zo een korte training. Zeldzame mate moeilijk te vinden, de nieuwe lesvoorbereiding De kinderen leren uit hun leefomstandigheden wat goed/ slecht is. De liedjes zouden op cd gezet moeten worden / meer bewegingsmogelijkheden / uitgewerkte spelletjes. Eist veel tijd, gebrek aan materiaal Er is weinig gewerkt aan het kleutergym en bij bewegingsverhaal Er zijn geen zwakke punten bij ons Er zijn zwakke punten; ik zou graag de nieuwe praatplaten willen Er zouden ook plaatjes in kunnen staan / de opdr bij de werklessen iets uitgebreider uitvoeren. Geen materialen aan de scholen aangeboden (te snelle trainingen gegeven aan de leidster niet voldoende) Geen mening Geen zwakke punten Geen zwakke punten gevonden. Het is veel en vergt veel tijd Ik zie geen enkele zwakke punten aan het nieuwe SWP. Ik zie geen zwakke punten in SWP. In de praktijk te weining aanschouwingsmiddelen om te werken en eventueel materialen. Lesvoorbereiding Liedjes op cd, meer plaatjes.
52
53