Schoolplan Kbs St. Cyriacus. Broedplaats voor talent. schoolplan St. Cyriacusschool

Schoolplan 2015 – 2019 Kbs St. Cyriacus

Broedplaats voor talent

schoolplan St. Cyriacusschool 2015-2019

1

Inhoud inleiding:

Doel, functie, totstandkoming en indeling van het schoolplan

Hoofdstuk 1

Onze school 1.1 kenmerken team 1.2 kenmerken kinderen 1.3 kenmerken ouders en omgeving 1.4 prognoses en externe ontwikkelingen: wat er op ons af komt 1.5 missie en Visie 1.6 slogan en kernwaarden 1.7 de gedroomde school 1.8 identiteit

Hoofdstuk 2

Het onderwijs op onze school 2.1 doelen en uitgangspunten van het onderwijs 2.2 leerstofaanbod en toetsinstrumenten 2.3 leertijd 2.4 ICT 2.5 pedagogisch klimaat 2.6 didactisch handelen 2.7 zorg en begeleiding 2.8 sociaal-emotionele ontwikkeling (w.o. actief burgerschap en sociale veiligheid)

Hoofdstuk 3

Ondersteunende processen 3.1.Bestuurlijke organisatie 3.2 Financieel beleid 3.3.Huisvesting 3.4.Personeelsbeleid 3.5.Interne communicatie 3.6.communicatie met ouders 3.7 Externe contacten: netwerkvorming

Hoofdstuk 4

Kwaliteitsbeleid 4.1 uitgangspunten en inrichting van kwaliteitszorg 4.2 Bepaling van de kwaliteit (diagnose) 4.3 Beleidscyclus: borgen van kwaliteit 4.4.Keuze in kwaliteitskaarten 4.5 Verantwoording en rapportage

Hoofdstuk 5

Evaluatie 5.1 Zelfevaluatie 5.2 Analyse inspectierapport 5.3 Analyse quickscan 5.4 Analyse oudervragenlijst 5.5.Analyse leerlingvragenlijst 5.6 Analyse opbrengsten 5.7 Conclusies 5.8 Evaluatieplan

Hoofdstuk 6

Beleidsvoornemens 6.1 keuzes voor de komende vier jaar

Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2

verbeterplannen / actieplannen per jaar (2011/2012 is opgenomen) kengetallen


2

Bijlage 3 Bijlage 4

opbrengsten evaluatieverslagen / jaarverslagen


3

Inleiding Doel en functie van het schoolplan Het doel van het schoolplan is vastgelegd in de wettelijke grondslag. De wetstekst zegt in kernwoorden het volgende: I. een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs II. het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. III. het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen Kwaliteit is dus het centrale begrip in het schoolplan en de eerste doelstelling. Het tweede doel is het schoolplan als planningsinstrument. In het schoolplan beschrijft de school hoe zij in de komende vier jaar de kwaliteit van het onderwijs wil verbeteren, welke middelen ze daarbij wil inzetten, welke doel er bereikt moeten worden en hoe die doelen (tussentijds) worden geëvalueerd. Het schoolplan is een afgeleide van het Strategisch Beleidsplan 2012-2018. De doelen uit het Strategisch Beleidsplan worden vertaald naar een uitwerking op schoolniveau in het jaarplan. Tot slot is het schoolplan een verantwoordingsdocument naar onze externe partner. De verantwoording over het onderwijskundig beleid en het financieel beleid wordt door het college van bestuur gegeven in het jaarverslag over het afgelopen kalenderjaar en elke school maakt een jaarverslag over het afgelopen schooljaar. Op deze manier wordt de Plan-Do-Act-Checkcyclus systematisch in alle lagen van de organisatie toegepast.

De kwaliteit van onze scholen moet herkenbaar zijn in:  de visie: duidelijk en herkenbaar en gedragen door iedereen die in de school werkzaam is  de inhoud van het onderwijs: goede resultaten, een dekkend aanbod op basis van de kerndoelen, goede en afwisselende lessen en werken aan kennis, vaardigheden en houding  het pedagogisch klimaat en de schoolcultuur: een veilig schoolklimaat, iedereen voelt zich gezien en gewaardeerd, er is een positieve uitstraling en men gaat met plezier naar school  de competenties en kennis van het personeel: het personeel is ‘bij de tijd’, men is deskundig en betrokken, personeel heeft goede didactische en pedagogische vaardigheden en er is een deskundige en ambitieuze schoolleiding  de ontwikkeling: elke school is een lerende organisatie en werkt dus constant aan verbetering  de verantwoording: tijdig, transparant en relatie tot de gestelde doelen.


4

Naast bovenstaande algemene beschrijving, vinden wij het volgende belangrijk als het gaat om de kwaliteit van onze school: - We handelen volgens een gezamenlijke visie wat betreft ons schoolmotto: Broedplaats voor talent. - De St.Cyriacusschool geeft kinderen de ruimte om hun eigen talenten / intelligenties te ontdekken en deze te ontwikkelen. - De St.Cyriacusschool werkt opbrengstgericht en handelingsgericht. - We gebruiken groepsplannen om de instructies af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen. - We gebruiken en zien de ouders als partner in de opvoeding. mijnplein is een stichting voor katholiek, protestant-christelijk en algemeen bijzonder onderwijs in de regio Salland. De stichting kent:  20 scholen voor basisonderwijs  1 school voor speciaal basisonderwijs  1 school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Op 1 oktober 2014 bezochten 4055 leerlingen onze scholen. Het aantal personeelsleden lag rond de 420 en mijnplein had ongeveer 285 FTE. Voor de meest actuele informatie over de kengetallen van onze stichting verwijzen wij u naar het jaarverslag wat u aantreft op onze website. Daar waar het gaat om omgevingskenmerken, leerlingenaantallen en prognoses dan is de website www.scholenopdekaart.nl de beste bron. De scholen hebben naast een verschillende religieuze identiteit ook verschillende onderwijsconcepten. Zo kent mijnplein BAS-scholen (Bouwen aan de Adaptieve School), VierKeerWijzerscholen (meervoudige intelligentie / Howard Gardner), een Daltonschool en een school met Kernconcepten. De stichting streeft diversiteit na in het onderwijskundig aanbod. De stichting stelt zich tot doel om onderwijs te geven en bij te dragen aan een doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen van 0 – 20 jaar in Salland. Daarmee is het doelgroep breder dan alleen de leeftijdscategorie van het basisonderwijs en geeft het m.n. ruimte om ook in de voorschoolse periode activiteiten te ontplooien. De stichting wil haar doel bereiken door:  scholen op te richten en/of in stand te houden  samen te werken, oprichten, overnemen of besturen van en met andere partners in de regio die ook dit doel na streven  alle middelen te benutten die aan het bereiken van het doel kunnen bijdragen Voor meer informatie over de grondslag, uitgangspunten en doelstellingen van de stichting mijnplein verwijzen wij naar de statuten. De stichting mijnplein is voortgekomen uit de Stichting Katholiek Onderwijs Salland, opgericht op 31-12-1996. Deze naam werd door de komst van de protestants-christelijke scholen op 28-06-2014 gewijzigd in Stichting Christelijk Onderwijs Salland. Op 1 januari 2012 werd de huidige naam ‘mijnplein’ ingevoerd. De totstandkoming van dit schoolplan Wij vinden het belangrijk dat ons schoolplan bekend is en gedragen wordt door team en ouders. Het team is betrokken geweest bij de plannen die in dit schoolplan staan. We hebben samen de vernieuwde visie en missie vorm gegeven en een daarbij een keuze gemaakt voor een teamnascholing om de visie en missie te concretiseren. De ouders hebben hun mening over het huidige onderwijs kunnen geven door het scoren van de oudervragenlijst in juni 2015. De stuurgroep ouderpanel zal de meest opvallende scores (lage en hoge scores) vanuit de oudervragenlijst gebruiken als gesprekspunten op de ouderpanelbijeenkomst in schooljaar 2015/2016. Ook heeft de directeur in mei 2014 met input van de ouderraad en medezeggenschapsraad een SWOT (sterkte en zwakte) analyse gemaakt. Die analyse is gebruikt in verdere planvorming.


5

Ook de leerkrachten en de leerlingen hebben in juni de vragenlijst gescoord. De rapportages zijn bekeken met het team en nader geanalyseerd door de directeur en de intern begeleidster. Actiepunten zijn geselecteerd in zijn opgenomen in planvorming. Verwijzingen Omdat we het schoolplan als een werkzaam en levend document binnen onze schoolorganisatie willen zien, is gekozen voor een compacte vorm. In dit schoolplan wordt regelmatig verwezen naar documenten, protocollen en regelingen die op onze school te vinden zijn.

Datum: naam directeur school

: 3 juli 2015 : St.Cyriacusschool : Ruben van der Woude

datum: naam: namens bestuur mijnplein

: 3 juli 2015 : mijnplein : Maarten Bauer


6

1.

Onze school

Onze school is een katholieke basisschool die te vinden is in het dorp Hoonhorst, gemeente Dalfsen. Adresgegevens: KBS St. Cyriacus Kerkstraat 11 7722 LR Hoonhorst www.cyriacus.nl [email protected] Onze school is 1 van de 22 mijnplein scholen. Bij de start van het nieuwe schooljaar 2015/2016 telt onze school 108 leerlingen die verdeeld zijn over 4 groepen. Alle groepen zijn gecombineerd. In principe werken we vanuit vaste jaargroepen. Echter is het wel zo dat we bewust structuren inzetten in ons onderwijs, zodat we groepsdoorbrekend werken. Dit is bijvoorbeeld terug te zien bij het voortgezet technisch lezen en bij atelier voor groep 5 t/m 8. Daarnaast hebben we het leesproces dusdanig ingericht dat kinderen uit de hogere groepen worden ingezet bij het lezen in de lagere groepen. 1.1. Kenmerken directie en leraren Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Ons personeel:  handelt overeenkomstig de missie en de visie van de school;  voelt zich collegiaal medeverantwoordelijk voor de school, de leerlingen en elkaar;  heeft oog voor kinderen en probeert het verschil te maken voor de kinderen;  wil zich profileren als deskundig, gemotiveerd en betrokken;  heeft hoge verwachtingen van elkaar;  is ontwikkelingsgericht en veranderingsbereid;  wordt aangestuurd door een bevlogen en deskundige leiding;  is trots op onze organisatie. Uitgaande van de rapportage van de oudervragenlijst vinden ouders dat de leerkrachten ruim voldoende pedagogische en didactische kwaliteiten bezitten. De directeur van de school is Ruben van der Woude. Daarnaast heeft de school een intern begeleider, een taal/leesspecialist, een specialist jonge kind en een coördinator rekenen. Aantal teamleden per (datum): Directie Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

1

OP 2 2 3 2

1

9

De laatste twee jaar hebben we wat ziekteverzuim betreft ruim onder het mijnplein gemiddelde gezeten. Zowel in 2013 als in 2014 hadden we het laagste ziekteverzuim van de stichting. 1.2. Kenmerken leerlingen Wij vinden het belangrijk dat kinderen veiligheid en vertrouwen ervaren op onze school. Als deze kernwaarden op orde zijn dan pas zijn kinderen in staat zich te verwonderen over de omgeving en de wereld om hen heen. Op de St.Cyriacusschool vinden weinig incidenten plaats tussen kinderen. De kinderen gaan netjes met elkaar om en voelen zich veilig op school (leerling vragenlijst juni 2015). De kinderen vinden onze school een goede school. De leerling-populatie van onze school kent globaal de volgende kenmerken:


7

• • • • • •

Voornamelijk autochtone blanke kinderen. Er is sprake van relatieve achterstand op het gebied van woordenschat en taalontwikkeling Kinderen zijn gewend aan de ruimte om hen heen. Ze groeien op in een klein, groen en rustig dorp. Duidelijke verschillen in cognitieve vaardigheden tussen kinderen in dezelfde jaargroep. Over het algemeen zijn het taakgerichte kinderen. We zien echter wel het aantal kinderen groeien die moeite heeft om taakgericht en geconcentreerd te blijven werken. Er is soms sprake van een passieve leerhouding.

Voor ons onderwijs betekent dat, dat wij specifiek gericht moeten zijn op: • Een goed pedagogisch klimaat voor de kinderen • De taalontwikkeling en het woordenschatonderwijs. • De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen • Het afstemmen van de instructies op de onderwijsbehoeften van de kinderen door middel van handelingsgericht werken. • De grotere wereld. De andere culturen, gebruiken en gewoontes in en buiten Nederland • Goed klassenmanagement • Creëren van een rijke leeromgeving, waarin de kinderen ruimte krijgen om te werken aan eigen talenten / intelligenties.

1.3. Kenmerken ouders en omgeving • Ouders zijn vooral werkzaam in de dienstverlening, zorg en agrarische sector. • De betrokkenheid van de meeste ouders is groot te noemen. • Ouders willen meedenken en meepraten over het onderwijs. • In Hoonhorst wonen van oorsprong veel katholieke gezinnen. Het aantal niet katholieke gezinnen stijgt op onze school. Alle gezindten zijn welkom op onze school, mits ze onze identiteit respecteren. • Hoonhorst is een plattelandsdorp met zo’n 700 inwoners. Daarnaast heeft het sociaal gezien een redelijk groot voedingsgebied. Economisch is men aangewezen op andere, grotere kernen zoals Dalfsen, Heino en Zwolle. Dit is vanwege het ontbreken van een winkel- of industriebestand in Hoonhorst. Wel zijn er vele verenigingen actief. • De kern van Hoonhorst bestaat uit een katholieke kerk met gebouwen en kerkplein, zaal Kappers (horeca) en de St. Cyriacusschool. De prachtige sportaccommodatie (met gymvoorziening) is aan de rand van het dorp te vinden. Om voldoende voorzieningen in het dorp te kunnen behouden, zijn diverse partijen verenigd in het zogenaamde Kulturhus Hoonhorst. We zoeken met elkaar naar inhoudelijke en indien nodig fysieke samenwerking. De school staat midden in het dorp en wil dit ook uitstralen en participeert volop mee in de inhoudelijke en mogelijke fysieke samenwerking. Voor ons onderwijs betekent dat, dat wij specifiek gericht moeten zijn op: • Het katholieke geloof als inspiratiebron. Ondanks dat er minder gezinnen vast houden aan het katholieke geloof, vinden we dat we als school onze identiteit moeten koesteren en hier trots op moeten zijn. We vinden met elkaar vieren belangrijk. • Het blijvend betrekken van ouders bij ons onderwijs en daarover blijven communiceren. Het is belangrijk de mening van de ouders te blijven horen. 1.4. Prognoses: interne en externe ontwikkelingen Externe ontwikkelingen (m.b.t. school, leerlingen en/of personeel) • Hoonhorst groeit de komende jaren met een beperkt aantal woningen per jaar. Dit is te weinig om ons leerlingaantal constant te houden. • Het leerlingenaantal zal de komende jaren nog verder terug lopen. Dit is een bedreiging i.v.m. leegstand. De school blijft actief om zich heen kijken naar mogelijkheden wat betreft fysieke samenwerking met andere partijen.


8

•

• •

• •

We zetten in op inhoudelijke samenwerking met de voor – en vroegschoolse instanties. We werken aan een meer doorgaande lijn voor wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling van de kinderen. Door de krimp staat vast dat we de komende jaren minder leerkrachten in kunnen zetten. Het katholieke geloof als inspiratiebron. We merken dat de kinderen minder in het kerkgebouw komen om te vieren. Een reden is dat we steeds meer gezinnen op school hebben die geen katholieke achtergrond hebben. We kiezen er als katholieke school dan ook bewust voor om met de kinderen en hun ouders samen te vieren in de kerk. Dit vinden we als school belangrijk. Het blijvend betrekken van ouders bij het onderwijs en daarover communiceren met ouders. Het aantal kinderen met een complexe hulpvraag neemt toe. Hierdoor zijn er veel contacten met de externe hulpverleners.

Interne ontwikkelingen (m.b.t. school, leerlingen en/of personeel) • Doordat we de komende jaren met minder mensen minimaal dezelfde kwaliteit moeten blijven leveren dienen we als team goed te kijken en te beoordelen waar onze focus moet liggen. Onze focus moet liggen op het leren van de kinderen. • Door een teambreed visie en missie traject in schooljaar 2014/2015 hebben we als team duidelijk voor ogen wat onze opdracht is. Het is de kunst voor het team om die opdracht zichtbaar en concreet te maken voor kinderen en ouders en ze hierbij te betrekken. • Door de verschillende specialisten in de school kunnen we invloed blijven uitoefenen op de kwaliteit van het onderwijs. • Door een verregaande samenwerking met de bibliotheek, wat geresulteerd heeft in de bibliotheek op school, willen we het vrij lezen en het promoten van boeken meer centraal stellen. • We vinden het belangrijk om inhoudelijk meer te gaan samenwerken met de PSZ en Andere voor – en vroegschoolse instanties met als doel om de leerlijnen beter op elkaar af te stemmen.

1.5. Missie en Visie mijnplein Missie: ons naambordje Vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid en een open christelijke / katholieke sociaal bewogen identiteit, willen we waarde(n)volle verbindingen leggen tussen onze scholen en partners, om samen te werken aan de doorgaande ontwikkeling van kinderen. Juist als bijzonder onderwijs ontlenen wij ons bestaansrecht aan de wezenlijke bijdrage die we kunnen leveren aan opvoeding en onderwijs. In een tijd die gekenmerkt wordt door individualisering, zakelijkheid en ontzuiling is de roep naar inspiratie en zingeving luider dan ooit. We willen mede het antwoord zijn op het dilemma dat in ons tijdsgewricht voelbaar is: voortschrijdende individualiteit en tegelijkertijd een heftig zoeken naar een “wij-gevoel”. Het gedeeltelijk loslaten van kerkelijke en maatschappelijke contexten, maar tegelijkertijd een verlangen naar morele duiding en gemeenschappelijke waarden. In ons werk en in onze organisatie zoeken wij de balans tussen individu en gemeenschap. Wij voegen waarde toe aan het onderwijs. mijnplein kan niet gemist worden! Visie: onze ankers • We handelen vanuit een maatschappelijke opdracht • We handelen vanuit een professionele, pedagogische opdracht • We handelen vanuit een ideële, levensbeschouwelijke opdracht In dit strategische beleidsplan worden (met deze drie ankers) de strategische opties voor de komende jaren geformuleerd. Het zou in onze visie merkwaardig zijn als we met dit strategische beleidsplan een andere weg zouden inslaan. Onze broncode, ons DNA profiel, is daarmee stevig verankerd en geeft houvast bij de zaken die ons te doen staan en de beslissingen die we nemen. Bij onze bedrijfsfilosofie hoort dat wij sterk sturen op de cultuur in de organisatie. We werken meer vanuit morele principes dan vanuit beleidsdocumenten en regels. Leidende principes waaruit we bewust of onbewust leven en handelen. Alles wat we tegenkomen leggen we langs die meetlat. Dat maakt onze organisatie bijzonder en eigenzinnig. Dat was zo als SCOS en dat blijft zo als mijnplein.


9

Leidende principes: onze huisstijl mijnplein is een waardegeoriënteerde organisatie. We werken en sturen vanuit waarde(n)volle principes. We kiezen zoveel mogelijk voor eenvoud. Eenvoudige oplossingen gaan boven ingewikkelde. Vaak wordt in oplossingen en documenten de complexiteit gezocht. Veel woorden verdoezelen dan de kern waar het om gaat. Bij keuzes, afspraken, interne en externe communicatie laten we ons leiden door eenvoud. We zijn samen verantwoordelijk. Eigenaarschap is een kernbegrip in onze organisatie. Gebruik je eigen gezonde verstand en verschuil je niet achter regels (of het ontbreken van die regels). Geef leiding (aan kinderen, collega’s) zoals je zelf aangestuurd zou willen worden. Collectieve solidariteit en schoolbelang gaan samen. We houden deze paradox in stand. Er zal telkens een goed evenwicht gezocht worden tussen schoolbelang en het belang van de gehele organisatie. Die twee staan soms op gespannen voet met elkaar. Door het erkennen van verschillende belangen kan gezocht worden naar een goede afweging. We werken met ziel en zakelijkheid. We werken vanuit professionaliteit met een menselijke maat. We werken vanuit aandacht, betrokkenheid en compassie én met een sluitende jaarrekening. Een weg daarbij is het benoemen en onderscheiden van inhoud en relatie. Steun om te groeien, ruimte om te vliegen. Leiding aan mensen geven dient gericht te zijn op het stimuleren van persoonlijke groei. Dat leidt vroeg of laat tot groei van je organisatie. Een onmisbaar hulpmiddel daarbij is het geven van vertrouwen en ruimte. Bij mijnplein ligt de nadruk niet op controle en controlesystemen. Vrijheid waar dat kan, nabijheid waar het nodig is. Ouders als partners in opvoeding en onderwijs. Wij zien ouders niet als klanten en consumenten, maar als waardevolle partners in opvoeding en onderwijs aan hun kinderen. In een goede wederkerige relatie willen we de juiste aanpak en benadering van de kinderen zoeken en afstemmen met hun ouders.

Visie en missie St.Cyriacusschool

Mission Statement Hier is talent Iedereen op de St. Cyriacusschool is knap. Knap op een eigen wijze. Veiligheid, vertrouwen en verwondering staan aan de basis van ontdekkend leren. Een onderzoekende houding brengt ieders talent aan het licht. Leren presenteren, communiceren en samenwerken staan centraal bij van en met elkaar leren. Samen creëren wij een duurzame, toekomstgerichte broedplaats voor talent.


10

De 3 V ’s vormen de kernwaarden: - Veiligheid - Vertrouwen - Verwondering Veiligheid voor kinderen maken we o.a. zichtbaar door het met elkaar naleven van 5 schoolregels. Daarnaast hebben we door het hele jaar heen aandacht voor eigenaarschap onderzoekende groepsvorming. Taakspel zetten we houding in als anti pest programma. Vertrouwen maken we zichtbaar veiligheid door een positief werkklimaat te vertrouwen creëren in de groep. We waarderen verwondering kinderen door kinderen veel complimenten te geven. Het vertrouwen in de kinderen spreken we dagelijks uit en specifiek in de kindgesprekken. leren van en met elkaar Verwondering krijgt vorm door een rijke, krachtige leeromgeving te creëren. We bieden keuzemogelijkheden en open opdrachten aan. Opdrachten die het samenwerken en leren van en Broedplaats voor talent met elkaar stimuleren. Vooral de wereld verkennende lessen en opdrachten dagen de kinderen uit om op zoek te gaan naar antwoorden en ruimte te bieden voor het zoeken naar eigen oplossingen en creativiteit. Bovendien bieden de lessen en opdrachten ruimte voor experimenteren en onderzoek. We stimuleren de verschillende talenten – intelligenties bij de kinderen door in lessen en in opdrachten de verschillende intelligenties van kinderen aan te spreken. Onder andere op deze wijze dragen de kinderen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en voelen ze zich meer eigenaar van het leren. In de ochtend staan de basisvakken centraal en de middag werken we thematisch aan de wereld verkennende vakken in combinatie met de creatieve vakken. Op de St.Cyriacusschool krijgen de kinderen de ruimte om hun talenten te ontdekken en te vergroten. Iedereen is knap op eigen wijze. Het gaat er ons niet om ‘hoe knap je bent’, maar juist ‘hoe je knap bent’. De St.Cyriacusschool is een ‘broedplaats voor talent’. De school start in schooljaar 2015-2016 met de ontwikkeling naar een Vierkeerwijzer-school ( www.vierkeerwijzer.nl). Vierkeerwijzer is een organisatiemodel voor adaptief onderwijs. Het model maakt gebruik van de theorie van professor H. Gardner rond meervoudige intelligentie. Het model werkt met 4 stappen (vierkeerwijzer): De V van vragen: Wat willen we de kinderen a.d.h.v. een bepaald thema leren. Welke vragen zijn er rondom dat thema. De I van Ik: Wat weet ik ( leerling) al? en Wat zou ik ( leerling ) willen weten? De E van experimenteren en ervaren: Binnen de thema’s wordt er ruimte gegeven voor de talenten van de kinderen m.b.v. meervoudige intelligentie De R van Resultaat en Reflectie: elk thema eindigt met het meten van het resultaat. Zijn de vragen beantwoord, weten we wat we wilden weten? Hoe heb ik gewerkt? Wat kan/ga ik de volgende keer anders doen? De onderwijspraktijk van een Vierkeerwijzer-school ziet er als volgt uit:  Groep 1 en 2 werken thematisch.


11

 Vanaf groep 3 worden in de ochtend de basisvaardigheden getraind en ’s middags wordt in een periode van 3 weken thematisch gewerkt met één geschiedenis-, aardrijkskunde- of natuuronderwerp. Door de thema’s in volgorde op elkaar af te stemmen ontstaat een samenhangend geheel. Binnen de thema’s worden drie belangrijke interventies gehanteerd:  De groepsgerichte leerkrachtles. De leraar is er voor het vonkje, voor de samenhang, voor de intermenselijke relaties, voor de persoonlijk diepgang van ieder kind. Minimaal eenmaal per week geeft de leerkracht zijn of haar themales: Vertelt het verhaal, nodigt een deskundige uit, organiseert een excursie, houdt een kringgesprek, benut zijn digitale schoolbord, verhaalt zijn belevenissen, geeft instructie, enz.  Keuzemomenten. Gedurende een aantal momenten per week hebben de kinderen de gelegenheid om op hun eigen manier en vanuit hun eigen talenten (intelligenties) het thema verder te verkennen, te onderzoeken en te ervaren.  De rijke leeromgeving. We creëren een rijke en krachtige leeromgeving die zich kenmerkt door onder andere keuzemogelijkheden voor kinderen, zinvolle en betekenisvolle activiteiten en materialen, samen werkend leren, ruimte voor het zoeken naar eigen oplossingen en creativiteit In de komende jaren 2015/2019 worden de drie wereldoriëntatievakken ( aardrijkskunde, natuur en geschiedenis) omgebouwd naar dit organisatiemodel genaamd VierKeerWijzer. 1.6 Slogan en kernwaarden Kort samengevat is onze slogan: Broedplaats voor talent. Onze kernwaarden zijn: Veiligheid: • We zijn een plezierige en veilige school voor de kinderen. • We willen een voorbeeld zijn voor elkaar, door van en met elkaar te leren. • Er is een open en kindgerichte communicatie tussen leerkrachten en kinderen en tussen leerkrachten en ouders. • We sluiten zo veel mogelijk aan op de onderwijsbehoeften van kinderen en stemmen daar de instructie en verwerking zo veel mogelijk op af. • Meerdere weken per jaar staat groepsvorming centraal. • We zetten taakspel in als anti pestmethode. De leerlingen van groep 5 t/m 8 scoren de sociale veiligheid als ruim voldoende (vragenlijst leerlingen juni 2015). Sterke punten vanuit de vragenlijst voor ouders (juni 2015) zijn: Mijn zoon/dochter voelt zich veilig in de groep, mijn zoon/dochter voelt zich veilig op het plein. Beide wordt met een goed beoordeeld. Leerkrachten spreken in de vragenlijst van juni 2015 uit dat ze een grote mate van veiligheid ervaren op school. Het zich fysiek en sociaal veilig voelen wordt met een uitstekend beoordeeld. Ook de komende jaren blijven we investeren in veiligheid als kernwaarde en streven we er na de kwaliteit en beleving van veiligheid zo optimaal mogelijk te houden. Vertrouwen: • We leren kinderen een zelfstandige leerhouding aan waarbij ze verantwoording dragen voor hun eigen product en proces (eigenaarschap). • We waarderen kinderen en laten dit dagelijks horen en zien. We geven veel complimenten. • Kinderen krijgen de ruimte om hun sterke kanten te ontdekken en zich hier in te ontwikkelen. We stimuleren de kinderen tot groei in zo veel mogelijk facetten. • We creëren een positief werkklimaat in de groep. • Kinderen mogen leren met (zelf)vertrouwen. Kinderen ervaren de steun van leerkrachten. . Verwondering • We creëren een rijke en krachtige leeromgeving die zich kenmerkt door onder andere keuzemogelijkheden voor kinderen, zinvolle en betekenisvolle activiteiten en materialen, samen werkend leren, ruimte voor het zoeken naar eigen oplossingen en creativiteit.


12

• • • •

We stimuleren de verschillende talenten – intelligenties bij de kinderen door in lessen en in opdrachten de verschillende intelligenties van kinderen aan te spreken. We hebben lessen en opdrachten waarbij de onderzoekende houding wordt gestimuleerd. Leerkrachten stellen vragen om de kinderen zelf na te laten denken over antwoorden. We verkennen de wereld oor er met de kinderen op uit te gaan. Tevens zoeken we naar momenten om de ´wereld´ de school binnen te halen.

Wij zijn als leerkrachten trots op: • De krachtige visie en missie voor de komende jaren. • Dat leerlingen, ouders en leerkrachten zich bijzonder veilig voelen op school. • Dat we als team uitstralen het onderwijs met elkaar vorm te geven. • Dat ouders tevreden zijn met de schoolkeuze. Dit zeggen de kinderen op basis van de vragenlijst voor leerlingen in juni 2015… • De leerlingen vinden onze school een goede school. • De meesters en juffrouwen kunnen goed uitleggen. • De leerkrachten zorgen ervoor dat we op school goed met elkaar omgaan. • De leerkrachten doen aardig tegen de leerlingen in de klas. • De leerkrachten helpen als dat nodig is. • We hebben veel speelruimte op het plein en rondom de school Dit vinden de ouders op basis van de vragenlijst voor ouders in juni 2015... • We zijn tevreden met de schoolkeuze. • Op de St.Cyriacusschool werken goede leerkrachten. • De leerkrachten zijn aardig en vriendelijk, hebben belangstelling en stellen zich positief op naar de leerlingen. • Er heerst een goede sfeer. • Kinderen voelen zich veilig op school. • Het team is gemotiveerd en vakbekwaam. 1.7 De gedroomde school Wij hebben streefbeelden van waar wij als school naar toe willen. Over vijf jaar…….. • Zijn we een ‘VierKeerWijzer’ school. • Is thematisch onderwijs in de middagen niet meer weg te denken • Zijn we nog steeds een veilige en plezierige school voor de kinderen. • Zijn ouders en kinderen nog steeds tevreden • Hebben we nog steeds hoge verwachtingen van kinderen en scoren we boven het landelijk gemiddelde wat betreft de tussendoelen en einddoelen van CITO. • Hebben daarnaast ook nog steeds voldoende aandacht voor het sociaal-emotionele, lichamelijke en creatieve vlak. • Stralen we nog meer uit dat we als school midden in het dorp staan. • Speelt de school een belangrijke rol in het bewaken van de leefbaarheid in het dorp, door voorzieningen en activiteiten op te nemen binnen de school. • Zijn we een school voor kinderen van 2 t/m 12 jaar. • Is er een doorlopend leerlingvolgsysteem voor de kinderen van 2 t/m 12 jaar om de ontwikkeling van kinderen goed te kunnen volgen. • Is de school een gebouw waarin organisaties (met goede afspraken en gezamenlijke verantwoordelijkheid) samenwerken. • Zijn de kinderen betrokken en mede eigenaar van hun eigen leerproces. • Is er in elke groep sprake van een rijke, krachtige leeromgeving. • Leren de kinderen door er op uit te gaan en door de ‘wereld’ in de school te halen. • Zijn we nog steeds een gemotiveerd en deskundig team met diverse specialisten en master geschoolde leerkrachten. • Staat nog steeds ons streven overeind om het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen en is daarmee het handelingsgericht werken routine geworden voor de leerkrachten.


13

• • • • •

Moet onze visie en missie en waarden voor ouders, kinderen en leerkrachten zeer herkenbaar zijn. Hebben we ook een programma om kinderen in contact te brengen met andere levensovertuigingen, groeperingen en minderheden. Heeft de school de (levensbeschouwelijke) identiteit herkenbaar omschreven en gevisualiseerd. Heeft de school een levensbeschouwelijk activiteitenplan waarin duidelijk wordt gemaakt hoe de identiteit van de school vorm en inhoud krijgt. Is er een duidelijke keus gemaakt wat betreft samenwerking met de nabijgelegen basisschool.

1.8 - Identiteit Onze stichting heeft, zoals beschreven in artikel 3 van de statuten, haar wortels in de joods-christelijke westerse traditie. Onze inspiratie komt daar vandaan. Wij willen met elkaar werken aan een hoopvolle toekomst voor onze kinderen en we doen dat door hun sociale, verstandelijke en creatieve ontwikkeling te bevorderen. Onze scholen staan open voor alle kinderen, mits de ouders de uitgangspunten, waarden en de (godsdienstige) identiteit onderschrijven of respecteren. Onze scholen geven het onderwijs vorm en inhoud vanuit de eigen christelijke achtergrond en uitgangspunten. Katholieke scholen geven daar een katholieke invulling aan, protestantse scholen doen dat op een protestantse wijze maar in beide gevallen zo dat ouders en leerlingen zich erin zullen herkennen. Van al het personeel verwachten wij dat zij de uitgangspunten van de stichting onderschrijven en deze loyaal zullen uitdragen. In schoolplan en schoolgids laat de school zien hoe zij de levensbeschouwelijke identiteit uitwerkt. Het college van bestuur heeft o.a. tot taak om erop toe te zien dat de statuten worden nageleefd en dat de doelstelling en grondslag van de stichting worden bewaakt op onze scholen. Over identiteit zegt ons strategisch beleidsplan het volgende: mijnplein heeft een ideële, levensbeschouwelijke opdracht. We hebben als bijzonder onderwijs een bijzondere taak. De school wordt steeds meer een plaats waar kinderen zich oriënteren op de maatschappij, op de wereld. Naast het opvoedingsprimaat van de ouders, heeft de school een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een mensen wereldbeeld. Als bijzonder onderwijs hebben wij een bijzondere opdracht: de wereld beter achterlaten dan we die aangetroffen hebben! mijnplein heeft bijzondere scholen We zijn een bijzondere stichting. Van huis uit zijn onze scholen katholiek of protestants christelijk. mijnplein heeft bestaansrecht vanuit een christelijke levensovertuiging. Een andere observatie is dat de beleving van de levensbeschouwelijke identiteit sterk verandert bij kinderen, ouders en ook leerkrachten. Scholen mogen duidelijker dan nu, uitstralen wat de visie, missie en identiteit van de school zijn. Niet alleen middels schoolgids en schoolplan, maar ook bij het binnenkomen van de school dient dat duidelijk te zijn. Wat maakt jouw school bijzonder? De school heeft een eigen verhaal dat gedragen wordt door het personeel. Daarbij hoort ook een uitgesproken mening over de levensbeschouwelijke visie van de school. Als bijzonder onderwijs hebben wij de expliciete ambitie om een betere wereld achter te laten. Vanuit levensbeschouwelijk / pedagogisch perspectief willen we kinderen uitdagen om tot verdieping te komen. Leerkrachten moeten de competentie hebben om in verwondering naast kinderen te kunnen staan. Creatief, scheppend, samen met de kinderen een nieuwe wereld opbouwen. Aandacht en verbondenheid zijn kernbegrippen die herkenbaar moeten zijn op alle scholen en in het handelen van mijnplein als geheel. De volgende doelstellingen zijn daarbij geformuleerd:  hebben scholen zich uitgesproken over hoe de school bekend wil staan: katholiek, christelijk, oecumenisch of algemeen bijzonder;  heeft de school de (levensbeschouwelijke) identiteit herkenbaar omschreven en gevisualiseerd;  heeft iedere school een levensbeschouwelijk activiteitenplan waarin duidelijk wordt gemaakt hoe de identiteit van de school vorm en inhoud krijgt;  hebben alle scholen een duidelijke en vastgelegde plaats gegeven aan vieringen binnen de school, als uitingsvorm van gemeenschap zijn;  hebben alle scholen een duidelijke en vastgelegde plaats gegeven aan solidariteit en meeleven met derdewereldlanden, bijvoorbeeld door acties en projecten;  hebben alle scholen een programma om kinderen in contact te brengen met andere levensovertuigingen, groeperingen en minderheden.


14



is er een algemeen bijzondere school binnen mijnplein met een vernieuwend onderwijsconcept.

Identiteit St.Cyriacusschool Vanuit onze grondslag staat het onderwijsaanbod op de school open voor kinderen met of zonder godsdienstige achtergrond, mits de ouders de uitgangspunten, waarden en de levensbeschouwelijke identiteit van de school respecteren. We willen met alle kinderen zoeken naar de antwoorden op de vraagstukken van vandaag en morgen. We vinden het van wezenlijk belang dat de kinderen op de St.Cyriacusschool merken en voelen dat het er toe doet dat ze er zijn. Vanuit de kernwaarden veiligheid en vertrouwen geven wij hier vorm aan. We vinden het ook onze taak om kinderen aan te spreken op hun talenten en ze stimuleren tot groei. Als Katholieke school maken wij onze godsdienstige identiteit waar op de volgende wijze: Omdat wij samen bidden, zingen en vieren belangrijk vinden, ontmoeten kerk en school elkaar in de volgende vieringen: Opening schooljaar Kerstviering Eerst Heilige Communie Heilig Vormsel Witte donderdag Afsluiting van het schooljaar Deze schoolvieringen zijn kindgericht waarin we er naar streven de inbreng en de talenten van de kinderen zichtbaar te maken. De pastor bezoekt regelmatig de school en gaat tijdens de groepsbezoeken aan de hand van Bijbelverhalen met de kinderen in gesprek. Om het begrip solidariteit te laten leven doet de school jaarlijks mee aan de plaatselijke en kerkelijke vastenactie. Ook wordt de Eerste H. Communie gekoppeld aan een goed doel. De directeur van de school heeft één keer per jaar overleg met de locatieraad van de geloofsgemeenschap in Hoonhorst. Elke morgen starten we structureel in de klas met een lied, gedicht of verhaal uit de methode Trefwoord. Brede identiteit Ons onderwijs aan onze kinderen wordt gegeven vanuit christelijke waarden en normen, maar wordt breder getrokken. Wij willen de kinderen mede opvoeden tot verantwoordelijke, kritische en mondige burgers die hun plaats in de maatschappij kunnen innemen en daar een bijdrage aan willen leveren. Samen gaan we aan de slag voor een duurzaam leven met aandacht voor milieu, economie en voor elkaar. In de wereldoriënterende vakken, middels het tv- weekjournaal en het jeugdblad “Sam-Sam” laten we kinderen uit de bovenbouw kennis maken met de wereldgodsdiensten. De jaarlijkse oecumenische viering ( tentviering) t.g.v. “het Sproeifeest”, wordt ondersteund met een solidariteitsactie ( flessenactie ) door de kinderen van de school. Door Solidariteitsacties en “Duurzaam Hoonhorst” leren we kinderen bewust te worden van een verantwoordelijkheidsgevoel voor de schepping om ons heen. Voor de leerlingen van groep 7 in de gemeente Dalfsen is er jaarlijks een uitwisselingsprogramma met leeftijdsgenoten uit de partnerstad Hörstel. Het project leert de leerlingen om over dorpsgrenzen en landsgrenzen heen te communiceren. Jaarlijks initieert de Gemeente Dalfsen een actie, waarbij politici en leerlingen van de school samen het zwerfvuil in Hoonhorst opruimen. Op 4 mei leggen 2 leerlingen uit groep 8 een krans tijdens de dodenherdenking in de gemeente Dalfsen.


15

2.1 - Doelen en uitgangspunten van het onderwijs De doelstellingen en uitgangspunten van ons onderwijs zijn vastgelegd in de volgende documenten: I. de statuten van de stichting mijnplein II. het strategisch beleid van mijnplein III. de ondersteuningsplannen van de verschillende samenwerkingsverbanden waarbinnen mijnplein participeert IV. het beleid, zoals dat is opgenomen in de bundel bestuursbesluiten V. de schoolplannen en ondersteuningsprofielen van de scholen VI. de wet op het primair onderwijs Over I en II verwijzen wij u naar de hoofdstuk 1 en hoofdstuk 1.8. De ondersteuningsplannen zijn te vinden op de diverse websites van de samenwerkingsverbanden. Daar waar noodzakelijk wordt in dit schoolplan verwezen naar onderdelen uit de bundel bestuursbesluiten. De wet op het primair onderwijs stelt de volgende doelen en uitgangspunten voor elke school in het primair onderwijs: I. het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. II. het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. III. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een samenleving waarin verschillende culturele en levensbeschouwelijke stromingen bestaan IV. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en V. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. VI. ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. Verder schrijft de wet voor: - het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de 4 jaar een schoolondersteuningsprofiel vast - de scholen gebruiken een leerlingen onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de leerling, de groep en de school. Het leerlingen onderwijsvolgsysteem bevat toetsen die kennis en vaardigheden van de leerling meten op de terreinen zoals genoemd bij II. - de toetsen, bedoeld in het zesde lid, voldoen aan het kwaliteitsoordeel van een door Onze minister aangewezen onafhankelijke commissie betreffende inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en deugdelijke normering. Volgens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften omtrent het leerlingen onderwijsvolgsysteem en de daaraan verbonden toetsen worden vastgesteld. - de scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en omtrent leerlingen die onderwijs volgen - het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: o de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen; o de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, en o de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld, tenzij afwijking van deze verdeling van belang is in verband met activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. - het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten. - het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal, waarin ook door middel van vroegschoolse educatie kan worden voorzien.


16

-

het bevoegd gezag rapporteert met inachtneming van het leerlingen onderwijsvolgsysteem over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders.

Samengevat vallen dat de volgende zaken op:  Een ononderbroken ontwikkeling  Brede vorming en kennis  Een pluriforme samenleving waarin actief burgerschap wordt verwacht  Aandacht voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben  Een leerlingvolgsysteem met valide toetsen  8 jaar en 7520 uur  Evenwichtige verdeling van de activiteiten  Onderwijs aan zieke kinderen  Bestrijding van achterstand bv. via VVE Scholen van mijnplein richten het onderwijs zodanig in dat aan deze wettelijke doelen wordt voldaan. Daarbij houden zij rekening met een leerstofaanbod dat voldoet aan de kerndoelen en de referentieniveaus. (zie: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/basisonderwijs/vakken-en-kerndoelen-basisonderwijs) (zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/taal-en-rekenen/vraag-en-antwoord/wat-zijn-dereferentieniveaus-nederlandse-taal-en-rekenen.html) Ons onderwijs heeft de volgende kenmerken: • motiveren voor de leertaak: daar waar relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen • dialogisch onderwijzen: leerlingen laten meedenken en meedoen (interactie) • zorgen voor afwisselende werkvormen (variatie) • stimuleren van eigen initiatief en creativiteit: leerlingen (geleid) zelf zaken laten ontdekken • begeleiding van de zelfstandigheid en de motivatie: zelf kiezen, zelf sturen gekoppeld aan taakbewustheid (kinderen laten werken naar vermogen) • een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als regels, acceptatie, respect, discipline, stimuleren en uitdagen van belang zijn. We streven ernaar om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. Kernpunten zijn: • de leertijd wordt effectief besteed • het leren van de leerlingen staat centraal • de leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken • leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht • er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof) • leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen • de vooruitgang van de leerlingen wordt systematisch geëvalueerd (CITO-LVS) • de communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend • het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend. Op elke school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methode gebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld: • de methodes die wij gebruiken (zie onderstaand overzicht) voldoen aan de kerndoelen. • het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn en komt tegemoet aan relevante verschillen. • het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling. • de school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap. • het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT en in aandacht voor intercultureel onderwijs.


17

We zien het als uitgangspunt van ons onderwijs om op schoolniveau ruimte te bieden voor verschillende leerstijlen en talenten. De komende jaren laten we zien en merken dat kinderen op school hun sterke kanten kunnen ontdekken en ontwikkelen en dat ze met van talenten. Wij scharen ons achter het standpunt dat leerlingen de leerstof beter opnemen als die wordt aangeboden op een manier die past bij hun beter ontwikkelde intelligenties. Het gaat er volgens de school concreet om dat je leerstof koppelt met sterke intelligenties van bepaalde leerlingen, waardoor ze makkelijker leren en beter presteren. Op deze manier worden tegelijkertijd ook de zwakke kanten van andere leerlingen verder ontwikkeld. Als je dit vaak toepast komen de sterke kanten van alle leerlingen aan bod, terwijl ook hun minder sterke kanten ontwikkeld worden. 2.2 leerstofaanbod en toetsinstrumenten Op onze school wordt gewerkt aan kennis, vaardigheden en houding. Het onderwijs op school omvat (waar mogelijk in samenhang): a. zintuiglijke en lichamelijke oefening; Nederlandse taal; rekenen en wiskunde; Engelse taal; b. de kennisgebieden: aardrijkskunde, geschiedenis, de natuur, waaronder biologie, maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting, geestelijke stromingen. c. expressie activiteiten (waarbij aandacht wordt besteed aan: de bevordering van het taalgebruik, tekenen, muziek, handvaardigheid, spel en beweging). d. bevordering van sociale redzaamheid. waaronder gedrag in het verkeer; e. bevordering van gezond gedrag. Daarbij ligt de nadruk (ook in tijd) op de instrumentele vaardigheden: taal, lezen en rekenen. Voor bovenstaande onderwijsactiviteiten geldt dat deze gegeven worden volgens vaste methodieken en methoden die voldoen aan de kerndoelen, zoals die landelijk door het ministerie zijn vastgesteld. Deze kerndoelen geven een beschrijving van kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. Methoden vakgebied

gebruikte methode

jaar aschaf

gepland jaar vervanging

1. zintuiglijke oefening Schrijven 2. lichamelijke oefening

Zie lichamelijke oef. Zwart op Wit Methode Bewegingsonderwijs voor basisscholen gemeente Dalfsen

2007 2012

Na 2015 Lessen krijgen jaarlijks daar waar nodig een update

8. rekenen en wiskunde

Bewegen en didactiek in het speellokaal Zie lich. oefening Veilig leren lezen (gr.3) Staal Veilig leren lezen Lekker Lezen Vrij lezen (bibliotheek op school) Kidsweek junior, leesstrategieën worden ook bij andere vakken gebruikt Pluspunt

9. Engelse taal

The Team

3. spel en beweging 4. Nederlandse taal 5. aanvankelijk lezen 6. technisch lezen

7. begrijpend / studerend lezen

voor 2007

2006 2014 2006 2010

2016 2022 2016 2018

abonne ment

Toetsinstrumenten (methodegebonden toetsing is niet opgenomen in het schema hieronder)

Aantal afgesproken lessen/ vaardigheden worden beoordeeld

Cito spelling, Cito woordenschat Cito AVI/DMT

Cito begrijpend lezen

2011

2019

2007

2016


Cito rekenen en wiskunde

18

10. aardrijkskunde 11. geschiedenis

Meander (gr. 5 t/m 8) Brandaan (gr. 5 t/m 8)

2012 2012

Na 2020 Na 2020

12. natuurkunde (biologie) 13. maatschappelijke verhoudingen 14. Wereldoriëntatie aansluitend bij Veilig Leren lezen 15. tekenen

Naut (gr. 5 t/m 8)

2012

Na 2020

Schooltv, Sam Sam, projecten Groep 3/4

n.v.t.

n.v.t.

2010

2018

Tekenen moet je doen, Ideeën vanuit andere bronnen Muziek moet je doen, Ideeën vanuit andere bronnen, ideeën vanuit vakleerkracht muziek Handvaardigheid, moet je doen, ideeën vanuit andere bronnen, atelier voor groep 5 t/m 8 Drama moet je doen Diverse materialen o.a. vanuit weerbaarheidstraining, SOEMO kaarten Verkeersecucatielijn VVN Projecten,

2005

Niet gepland

2005

Niet gepland

Voor 2005

Niet gepland

2005

Na 2016 Niet gepland

2006 abonne ment

2016

22. sociaal / emotionele vorming 23. multicultureel onderwijs 24. catechese

Soemokaarten

2006

2016

Sam Sam, schooltv, projecten Trefwoord

n.v.t.

n.v.t.

25. techniek

Techniektorens

2010 abonne ment 2006

Na 2020

16. muziek

17. handvaardigheid

18. drama 19. sociale redzaamheid.

20. verkeer 21. gezond gedrag

Cito Viseon Pravoo gr. 1 t/m 3

Wij volgen in algemene zin de lijn van bovenstaande methoden. Waar op deelaspecten afgeweken wordt van deze methoden of indien niet alle opgenomen leerstof wordt behandeld, staat dit per jaargroep aangegeven in de groepsmap. Voor wat betreft de wereld verkennende vakken gaan we de komende jaren afwijken van de methode. We gaan vanuit het model VierKeerWijzer werken aan de doelen van wereldverkenning. Vanuit de vragenlijsten die zijn gescoord in juni 2015 vinden zowel de leerlingen, als de ouders als de leerkrachten dat er te weinig aandacht wordt besteed aan andere culturen. De directe van de school schrijft in 2015/2016 een visiestuk over burgerschap met een activiteitenplan voor de komende jaren. Kennis van andere culturen zal hier speerpunt in zijn.


19

2.3 Leertijd Visie en afspraken: Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze afspraken zijn: a. Leerkrachten bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) b. Lerkrachten zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) c. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland d. Leerkrachten hanteren heldere roosters e. Leerkrachten plannen ruim voldoende tijd voor de basisvakken f. Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften g. De creatieve vakken krijgen steeds meer een plek binnen het thematisch onderwijs in de middagen Op onze school is de beschikbare leertijd als volgt over de groepen verdeeld: Groep 1 rond de 860 uur (zij hebben op maandagmiddag, woensdagmiddag en vrijdagmiddag geen school, zodat ze kunnen wennen aan het schoolritme) Groep 2 t/m 4 rond de 930 uur (Kinderen van deze groepen hebben vrij op woensdagmiddag en vrijdagmiddag. Ze hebben al wel een langere spanningsboog en hebben zo toch nog 2 middagen waarop gespeeld kan worden. Groep 5 t/m 8 boven de 1000 uur (Vanwege de extra vakgebieden is er bij ons in deze groepen de meeste leertijd nodig). Volgens de vragenlijsten die door de ouders en leerlingen in juni 2015 zijn gescoord blijkt dat beide partijen tevreden zijn met het gegeven dat de lessen op tijd beginnen. De ouders geven ook aan dat ze tevreden zijn met de huidige schooltijden. De leerkrachten zijn tevreden over het verzuimbeleid van de school. Zowel in 2013 als in 2014 hadden we één van de laagste verzuimcijfers van de stichting. evaluatie: De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door het team, de ouders en de leerlingen van groep 5 t/m 8. Leertijd is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs.

2.4 computer / ICT Visie en afspraken: ICT is binnen ons onderwijs geen doel op zich, maar een onderdeel van de schoolvisie en het schoolbeleid. ICT kan bij de uitvoering van de schoolvisie als middel fungeren om doelen te bereiken. Wij streven naar het bevorderen van het gebruik van ICT als integraal onderdeel van het leerproces. Kernpunten zijn: Het gebruik van de computer en digitaal schoolbord als onderwijsmiddel om een les voor te bereiden en daadwerkelijk te geven. Het gebruik van de computer ter verdieping en remediëring van oefenstof, door middel van bijvoorbeeld educatieve software of educatieve websites; Het gebruik van de computer bij de verwerking van de lesstof; Het gebruik van de computer als tekstverwerker bij onder andere het maken van boekverslagen, presentaties en werkstukken; Het gebruik van de computer binnen het taal-, reken en leesonderwijs met als doel om kwaliteitsverbetering te realiseren. De inzet van software is gerelateerd aan de gebruikte onderwijsmethodes van taal en rekenen. Dit zijn respectievelijk Staal en Pluspunt. Naast een Server die up to date is en zorg draagt voor de aansturing van het bekabelde netwerk in de school, werkt de school ook met een dekkend draadloos netwerk geschikt voor de huidige informatietechnologie.


20

Met behulp van sociale media (o.a. Facebook) informeren we ouders en werken we aan profilering van de school. Het werken met de 365 office omgeving op stichtingsniveau en schoolniveau. De digiborden worden t.z.t. vervangen door touchscreens om het onderwijs en de inbreng van de leerlingen nog interactiever te maken. Een aantal activiteiten die hiermee gepaard gaan zijn: - Opzet en beheer van Facebook pagina school. - In groep 7 / 8 doen we om het jaar mee aan ‘De week van media wijsheid’. - Kinderen mogen eigen ICT gerelateerde middelen van huis mee nemen die het onderwijs ondersteunen (laptop, smartphone en meer). Kinderen zetten deze middelen in tijdens het werken aan projecten (VierKeerWijzer). - We zetten tools / apps in die het onderwijs meer interactief maken. Te denken valt aan Kahoot. - Ook op schoolniveau gaan we werken met de 365 office omgeving. Via dit medium delen en halen leerkrachten informatie. Leerkrachten plaatsen bestanden in de cloud. Evaluatie: De acties en het ICT beleid worden jaarlijks door onze ICT-coördinator in samenspraak met de directeur up to date gehouden. Verbeterpunten: • Social Media meer betekenis geven in het onderwijs. • Oefensoftware en leerkrachtensoftware nog meer inbedden in het onderwijs voor de kinderen vangroep 1 t/m 8. Dit vinden zowel de leerkrachten als de leerlingen op basis van de vragenlijsten juni 2015. 2.5 pedagogisch klimaat Visie en afspraken: Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Onze leraren hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: ze leren hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en afspraken: • De leerkrachten zorgen ervoor, dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. • De leerkrachten zorgen voor een ontspannen sfeer in de groep. • De leerkrachten geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht • De leerkrachten tonen in gedrag en taalgebruik respect voor alle leerlingen. • De leerkrachten bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen • De leerkrachten maken weloverwogen gebruik van complimenten en correcties • De leerkrachten bieden een duidelijke structuur/er is sprake van orde en duidelijke regels • De leerkrachten stimuleren samenwerking tussen leerlingen onderling • De leerkrachten zorgen voor een positieve interactie met en tussen de leerlingen Evaluatie: De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde functioneringsgesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken twee keer in de vier jaar beoordeeld door directie en team (zie het evaluatieplan). Verbeterpunten:


21

•

•

Ik ga met plezier naar school is een uiterst opvallende score op de vragenlijst voor de leerlingen (juni 2015). De leerlingen scoren deze indicator onder de norm, als zijnde matig. Dit is een vreemde eend in de bijt zeker omdat de ouders deze indicator met goed beoordelen. De directeur heeft tijdens het proces van scoren gezien dat vooral de kinderen van groep 8 hier negatief op gescoord hebben. De overige groepen zeker niet. De analyse met de kinderen van groep 8 kan niet meer gemaakt worden. De goede beoordelingen over het pedagogisch handelen vanuit diverse perspectieven de komende jaren vast weten te houden.

Sterk punt: Het pedagogisch handelen krijgt als beleidsterrein zowel van de ouders, als van leerlingen als van leerkrachten één van de hoogste beoordelingen. Daar zijn we als school trots op. De ouders en leerlingen geven de indicatoren die horen bij pedagogisch handelen goede beoordelingen. De leerlingen en ouders vinden bijvoorbeeld dat de leerkrachten aardig zijn en zich positief opstellen naar de kinderen. 2.6 didactisch handelen visie en afspraken: Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken en ze keuzes maken (met name bij de wereld verkennende vakken). Onze vijf belangrijkste kenmerken / indicatoren zijn (kwaliteitskaart didactisch handelen): • De leerkrachten besteden hun lestijd effectief en dragen zorg voor een duidelijke instructie (Directe Instructie Model). • De leerkrachten differentiëren bij de instructie en bij verwerking • De leerkrachten zijn voorspelbaar in hun leerkrachtgedrag (dagrooster, rondes lopen, gebruik blokjes). • De leerkrachten geven de leerlingen feedback op hun leer - en ontwikkelingsproces • De leerkrachten zorgen voor veel structuur in de groep en in hun handelen Evaluatie: Op de kwaliteitskaart didactisch handelen staan nog meer kenmerken / indicatoren die we ook belangrijk vinden. De indicatoren / kenmerken komen aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde functioneringsgesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken in ieder geval één keer per vier jaar beoordeeld door directie en team (zie hoofdstuk 5.7, het evaluatieplan). We constateren n.a.v. de leerlingenvragenlijst, de oudervragenlijst en de leerkrachtvragenlijst van juni 2015 dat de partijen over de grote lijn tevreden zijn over het didactisch handelen van de leerkrachten. Dat willen we in stand houden. Verbeterpunten: • N.a.v. de vragenlijst leerlingen (juni 2015) hebben we als team het volgende verbeterpunt geselecteerd: De juffrouw of meester laat ons zelf werk kiezen (2,28). • N.a.v. de vragenlijst leerlingen (juni 2015) hebben we als team ook het volgende verbeterpunt geselecteerd: De juffrouw of meester laat ons samenwerken (3,02). • N.a.v. de vragenlijst leerkrachten hebben we het volgende verbeterpunt geselecteerd: De school vormt een uitdagende leeromgeving. Zie ook de bijlagen van het jaarplan 2015/2016 waarin deze verbeterpunten zijn opgenomen.


22

2.7 Zorg en begeleiding 2.7.1. Inleiding Het is wettelijk verplicht om een zorgplan te hebben over de leerlingenzorg. In dit plan staat beschreven hoe dat bij ons op school is geregeld en hoe wij hiermee verder gaan in de toekomst. Met ‘zorg’ wordt het onderwijs op didactisch en pedagogisch gebied aan alle leerlingen bedoeld. De St. Cyriacus besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op leerlingen die extra zorg nodig hebben, gebruikt de school onder andere methodegebonden toetsen, Cito-toetsen, AVI-toetsen, Viseon en Pravoo digitaal voor kleuters. De Citoscores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding. Onze afspraken zijn: 1. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 2. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 3. Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen 4. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 5. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 6. De school voert de zorg planmatig uit 7. De school gaat de effecten van de zorg na De school maakt onderdeel uit van het samenwerkingsverband 2305PO Sallandse deelregio. Naast onze eigen zorgstructuur op schoolniveau, zijn er ook afspraken gemaakt in het kader van school overstijgende initiatieven. Het samenwerkingsverband kent een ondersteuningsplan waarin de basiszorg voor alle scholen is vastgelegd en waarin de ondersteuningsstructuur, waar onze school gebruik van kan maken, wordt toegelicht. Het ondersteuningsplan treft u aan op de website van het samenwerkingsverband (www.2305po.nl) waar ook andere relevante documenten te vinden zijn. Elke school kent zijn eigen ondersteuningsprofiel. In het ondersteuningsprofiel is opgenomen op welke wijze:  De school de basiszorg, zoals afgesproken in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, vorm geeft  Welke specifieke vormen van zorg de school nog extra kan bieden naast de basiszorg Het ondersteuningsprofiel kunt u opvragen bij onze intern begeleider en is ook te vinden op de website van de school (www.cyriacus.nl). 2.7.2. Zorgstructuur Wij beschrijven hieronder kort de zorgstructuur op onze school en verwijzen daarbij vooral naar het zorgplan 2015 en zorgprofiel van de St. Cyriacusschool. Deze documenten zijn ook op te vragen bij onze intern begeleider en zijn te vinden op de schoolwebsite. Om tot een goed lopende zorgstructuur te komen, willen wij voldoen aan de pijlers van handelingsgericht werken (HGW). Dat houdt in dat wij de onderstaande voorwaardes nastreven: Voorwaarde 1: Handelingsgericht werken De gewenste visie en werkwijze is een vertaling van de missie en visie van het samenwerkingsverband en gaat in essentie uit van handelingsgericht werken (HGW). Deze werkwijze bestaat uit zeven hoofdpijlers, namelijk: 1. Onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal; 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking; 3. De leerkracht doet ertoe; 4. Positieve aspecten zijn van groot belang; 5. We werken constructief samen; 6. Het handelen is doelgericht; 7. De werkwijze is systematisch en transparant. De allereerste voorwaarde voor een goede systematiek van ondersteuningstoewijzing is dat het mogelijk is te signaleren dat een leerling zich niet ontwikkelt naar vermogen en met het behulp van handelingsgericht


23

werken te vertalen naar concrete ondersteuningsbehoeften. Om dit in de prakrijk te brengen, werken wij volgens de principes van handelingsgericht werken. Dit zorgt ervoor dat, op basis van een groepsplan, in een ontwikkelingsplan op papier kan worden gezet wat een leerling extra nodig heeft. Wij betrekken ouders bij alle stappen in dit proces. Voorwaarde 2: werken volgens het inspectiekader/basisarrangement De tweede voorwaarde die wij nastreven is het adequaat kunnen inspelen op de onderwijsbehoeften van leerlingen volgens de zorgindicatoren van het inspectiekader. Als de inspectie van mening is dat de school voldoet aan het inspectiekader, krijgt de school een basisarrangement toegewezen, waaruit blijkt dat de school voldoet aan de basiskwaliteit die verwacht wordt van scholen. Voorwaarde 3: Goede leerkrachten Een derde voorwaarde voor een geslaagde zorgstructuur zijn goede leerkrachten. Kenmerken van een goede leerkracht zijn onder andere:  Kunnen reflecteren op eigen handelen om systematisch en professioneel op gesignaleerde ondersteuningsbehoeften te kunnen inspelen, eventueel met behulp van extern advies.  Benodigde handelingen kunnen internaliseren en weten welke doelen na te streven bij het bieden van ondersteuning aan een leerling. Voorwaarde 4: Een kwalificeerde intern begeleider Een laatste voorwaarde waar wij aan willen voldoen is een gekwalificeerde intern begeleider. Een intern begeleider vormt het eerste vangnet op school bij handelingsverlegenheid van leerkrachten. Tevens biedt dit garantie op een effectiever proces. 2.7.3. De zorgroute Als de basisvoorwaarden, zoals die hierboven zijn vermeld, op orde zijn geeft de route van ondersteuningstoewijzing vervolgens aan welke stappen er worden gezet in het proces van arrangeren. Dit proces start bij de signalering door een leerkracht of door de ouders. Bij de signalering is het van belang dat informatie uit de voorschoolse voorzieningen wordt ingebracht door de ouders bij aanmelding op de basisschool. Een warme overdracht helpt hierbij. Stap 1: signalering door de leerkracht en ouders De route start met de signalering door de ouders en/of de leerkracht dat de ontwikkeling van een leerling stagneert. Op dat moment start de route van ondersteuningstoewijzing, op basis van handelingsgericht werken in de klas. Uiteraard betrekt de leerkracht op dit moment ook de ouders van de betreffende leerling bij dit proces: leerkrachten en ouders werken constructief samen om een oplossing te vinden. Stap 2: in gesprek met de intern begeleider Op het moment dat de leerkracht handelingsverlegen is, gaat zij in gesprek met de intern begeleider van de school. De intern begeleider maakt in eerste instantie een analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijke aanpak. Zij maakt tevens afspraken over terugkoppeling en betrekt wederom ouders bij het traject. Tevens is de intern begeleider verantwoordelijk voor professionele dossiervorming. Zij heeft daarmee de rol van trajectbegeleider en regievoerder in het arrangeerproces. Stap 3: ondersteuningsteam en deskundigenadvies Indien zowel de leerkracht als intern begeleider en ouders handelingsverlegen zijn, roept de intern begeleider de hulp van het ondersteuningsteam in. Tot dit ondersteuningsteam behoren, naast leerkracht, ouders en intern begeleider:  De directeur van de school. De directeur is eindverantwoordelijk voor het arrangeerproces;  De adviseur passend onderwijs. Hij/zij ondersteunt de school bij het vormgeven en vinden van het juiste arrangement;  De gezinsspecialist (Jeugd- en gezinwerker). Het ondersteuningsteam fungeert als collegiaal netwerk van de intern begeleider dat adviseert op de route en in overleg tot een arrangement komt dat past bij de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De vervolgstap is afhankelijk van welk soort arrangement uit het ondersteuningsteam komt: hulp binnen de basisondersteuning van de school of hulp binnen de basisondersteuning met behulp van het expertiseteam of verwijzing naar het gespecialiseerd onderwijs.


24

Stap 4: arrangement in de basisondersteuning/ontwikkelingsperspectief De basisondersteuning omvat alle mogelijke arrangementen tot aan een verwijzing naar het gespecialiseerd onderwijs. Van het budget dat de school voor basisondersteuning beschikbaar heeft, organiseert zij het betreffende arrangement. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van externe experts die inzetbaar zijn voor de uitvoering van daadwerkelijke hulp. Daarnaast moet iedere school in staat zijn om een ontwikkelingsperspectief op te stellen. Bij de vraag wanneer dit zinvol en wenselijk is, zijn onderstaande uitgangspunten leidend: 1. De eis van de inspectie dat een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld is op het moment dat een leerling op een andere leerlijn wordt geplaatst; 2. De situatie waarin een leerling gedrag laat zien waardoor zijn eigen ontwikkeling en het functioneren van de groep structureel verstoort dreigt te worden; 3. De wenselijkheid van het opstellen van een ontwikkelingsperspectief bij leerlingen waarvan uitstroom op het niveau van groep 8 niet haalbaar lijkt en/of die als gevolg van extra ondersteuningsvragen (leren, werkhouding, sociaal-emotioneel functioneren) de vooraf gestelde doelen herhaaldelijk niet behalen. 4. De beargumenteerde vraag van ouders tot het opstellen van een ontwikkelingsperspectief. Stap 5: Gesprek met de voorgenomen school voor gespecialiseerd onderwijs en de toelaatbaarheidsverklaring Op het moment dat duidelijk is dat aan de ondersteuningsbehoefte van een leerling het best tegemoet kan worden gekomen in het gespecialiseerd onderwijs, wordt in eerste instantie een deskundige van de betreffende voorgenomen school voor gespecialiseerd onderwijs uitgenodigd op school. Met deze deskundige worden samen met de ouders de mogelijkheden op de school doorgesproken in termen van duur en intensiviteit van het arrangement. Daarbij komt aan de orde op welke wijze de school, met haar specifieke expertise, invulling kan geven aan het benodigde arrangement. Als bovenstaande stappen zijn afgerond wordt de toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd. De degene die deze verklaring afgeeft toetst of aan alle procedures is voldaan. Stap 6: Evaluatie Een essentieel onderdeel van het handelingsgericht werken betreft een cyclische werkwijze. Een evaluatie wordt cyclisch ingericht en de opbrengsten worden opgenomen in het leerling dossier. Niet elke stap in de bovenstaande route is voorwaardelijk voor de volgende. Een flexibele werkwijze die passend is bij de situatie en die aansluit bij wat het kind nodig heeft, staat voorop! 2.7.4. Beleid Een extra “rijpingsjaar” Soms zijn er kinderen die goede vorderingen maken, maar wel heel erg op hun tenen moeten lopen; vaak zijn ze ook nog jong en erg speels. Voor die kinderen kan het wenselijk zijn om ze een extra rijpingsjaar te gunnen. Vaak kan het kind de leerstof wel aan qua intelligentie, maar is het kind er nog niet aan toe het grootste gedeelte van de dag “lerend” bezig te zijn. Voor kinderen, die een extra rijpingsjaar krijgen, kan een hulpplan gemaakt worden, zodat zij door kunnen gaan met hun ontwikkeling en zo een stevige basis krijgen om met succes de rest van de basisschool te doorlopen. Samen met de ouders bekijken we dan wat het beste is voor hun kind. Er kan ook gekozen worden om een kind met een bepaald vak mee te laten doen met een andere groep of voor een kind of een groepje kinderen een speciale eigen leerlijn op te stellen. Versnellen Alle kinderen worden systematisch gevolgd. Bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong wordt gekeken of zij erbij gebaat zijn te “versnellen”. Alle aspecten van ontwikkeling worden hierbij meegenomen. Ouders zijn hierbij een belangrijke educatieve gesprekspartner. Zorgvuldig wordt overwogen op basis van sociaalemotionele aspecten en cognitieve aspecten of het verstandig is om leerlingen te laten versnellen. Begaafde/hoogbegaafde kinderen Kinderen die meer aan kunnen worden uitgedaagd middels “compacten”. Op rekengebied hebben we daar afspraken over gemaakt. Deze afspraken staan in het protocol compacten rekenen. We hebben inmiddels geïnventariseerd wat er aan verrijkingsmateriaal aanwezig is op school. Deze materialen staan opgeslagen in onze orthotheek.


25

We zijn van mening dat de hoeveelheid en diversiteit aan verrijkingsmaterialen nog welk een stimulans kan gebruiken. De komende jaren blijft de inzet van verrijkingsmateriaal voor begaafde/hoogbegaafde kinderen een aandachtspunt. De intern begeleidster van onze school neemt hierin het voortouw. Plusgroep In schooljaar 2014-2015 hebben we een start gemaakt met de plusgroep. De leerlingen hebben gewerkt met opdrachten uit het tijdschrift ‘Vooruit’. Een katern Vooruit bevat aanvullende lessen in opklimmende moeilijkheidsgraad op het gebied van rekenen, ruimtelijk/creatief, sociaal-emotioneel, praktisch en andere interessante onderwerpen. Het prettige aan Vooruit is dat de leerkracht niet ‘zomaar’ wat doet. Het tijdschrift biedt een houvast voor de leerkracht zodat de lessen ook aansluiten op elkaar op de verschillende gebieden. De leerkracht steekt in op de volgende 3 elementen: leren leren, leren denken en leren (voor het) leven. De leerkracht heeft zicht op welke doelen deze leerlingen moeten behalen d.m.v. de DVL lijst. Op deze lijst staan de volgende doelen: - Leren leren: werkhouding, werken volgend plan en manieren van leren. - Leren denken: analytisch denken, creatief denken en kritisch denken. - Leren (voor het) leven: inzicht in jezelf en omgaan met anderen. Taakspel We willen allemaal dat kinderen en leerkrachten met plezier naar school gaan. Als het druk, lawaaierig of als er veel regelovertredend gedrag is in de klas, dan kan het minder plezierig zijn om te werken. We merken dat Taakspel zorg draagt voor een beter klimaat in de klas. Kinderen leren meer rekening met elkaar te houden, ze zijn beter op hun taak gericht, en door het positieve klimaat in de groep wordt het rustiger en gezelliger in de klas. Dit gunstige effect heeft ons doen besluiten om Taakspel in te blijven zetten. Taakspel werkt met positieve regels en de nadruk wordt gelegd op wat kinderen goed doen. De aanpak van Taakspel wordt onder andere geborgd door observaties in de groep van de intern begeleider. Evaluatie: De afspraken (doelen) zoals verwoord op de kwaliteitskaart Zorg en begeleiding worden minimaal 1 x per vier jaar beoordeeld door de intern begeleider en de directie van de school. Zie hoofdstuk 5.7, het evaluatieplan. Zorg en begeleiding is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. 2.7.4. Scholing Vanaf het schooljaar 2011-2012 hebben we met het hele team een scholing gevolgd over handelingsgericht werken en opbrengsgericht werken. Deze scholing heeft onder andere geleid tot:  “SMART” formuleren van doelen en doelgericht evalueren van het groepsplan  De groepsplannen zijn opgenomen in het dagrooster of weekplanning en zijn zichtbaar in de klassenmappen;  In het nieuwe handelingsplan (HGW-proof) is vooral aandacht voor het kindplan, kindgesprekken en de onderwijsbehoeften;  Groepsscores vanuit Cito worden door de leerkrachten geanalyseerd, groepsdoelen worden opgesteld en worden geëvalueerd. Vanuit de vragenlijsten (juni 2015) voor leerlingen en ouders WMK-scorelijsten blijkt dat men tevreden is over:  De leerkrachten die adequaat hulp bieden aan leerlingen die dat nodig hebben;  De rapportgesprekken die als zinvol en voldoende worden ervaren;  De school die ouders goed begeleid bij de keuze voor het vervolgonderwijs;  De school die goede adviezen geeft over hoe ouders hun kind kunnen helpen;  De hulp die de school biedt bij leer- en/of gedragsproblemen;  Dat de ouders goed worden betrokken in het geval van extra zorg;  Dat de leerkrachten bij ons op school leerlingen goed begeleiden. Ook de leerkrachten van onze school hebben de WMK-scorelijsten ingevuld. Daaruit blijkt dat men tevreden is over het handelingsgericht werken in de groepen, de leerlingbesprekingen en de mate waarin leerkrachten de prestaties en de ontwikkeling van leerlingen volgen. Uit deze vragenlijst voor leerkrachten kunnen ook nieuwe doelen worden geformuleerd. De komende jaren willen wij de onderstaande punten verbeteren:


26

1. De school beschikt over een goede orthotheek; 2. De school beschikt over heldere procedures voor verkorten of (een groep) overslaan; 3. De school beschikt over heldere procedures voor verlengen of zittenblijven; 4. Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd; 5. Ik evalueer met de leerlingen of het doel is gerealiseerd. Bovenstaande punten worden als verbeterpunten gezien en worden opgenomen in de jaarplannen. 2.8 sociaal-emotionele ontwikkeling 2.8.1 visie en afspraken: We hebben de overtuiging dat leren het beste kan plaatsvinden in een veilige leeromgeving. We vinden veiligheid (lees hier een veilige leeromgeving en de sociale veiligheid) zo belangrijk dat het één van de drie kernwaarden is van onze visie en missie. We hechten ook veel waarde aan rust en structuur. Het is een voorwaarde voor een prettige sfeer en werkklimaat op onze school. De afspraken hoe we werken zijn voor iedereen duidelijk. Het plezier in school is de belangrijkste voorwaarde om te komen tot leren. Als het kind graag naar school komt en emotioneel vrij is, hebben we hoge verwachtingen van de prestaties van het kind. We stellen, uitgaande van de mogelijkheden van elk kind, hoge, haalbare doelen aan de leerprestaties zowel op cognitief als sociaalemotioneel terrein. We hebben hierbij veel aandacht voor hoe kinderen leren en we helpen kinderen eigen leerstijlen te ontwikkelen. 2.8.2 Algemeen: De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen neemt een belangrijke plaats in op onze school. Kinderen leren zelfstandig te werken, weerbaar te zijn, samen te werken, te plannen en te reflecteren. De cognitieve ontwikkeling van kinderen, het opdoen van kennis en vaardigheden, neemt een net zo belangrijke plaats in. Sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling zijn even grote pijlers in ons aanbod. De culturele en expressieve ontwikkeling van kinderen neemt de komende jaren een meer bijzondere en herkenbare plaats in binnen ons onderwijs. Als belangrijkste basis geldt het begrip “betrokkenheid” (mede geïnspireerd door onze godsdienstige identiteit). Als school zijn wij betrokken op elkaar, leerkrachten en kinderen en ouders. Wij willen ook betrokken zijn op de wereld om ons heen. 2.8.3 Sociale veiligheid Onze school wil een veilige plek zijn, waar leerlingen omgaan met diversiteit. Wij willen een veilige sfeer creëren. Het bevordert openheid en respect in de school. Wij vragen regelmatig aan leerlingen en personeel naar hun welbevinden en gevoel van veiligheid. Wij geven hier vorm aan door:  Enquêtes  Hanteren van schoolregels / afsprakenlijst  Afspraken t.a.v. preventie  Actie: draaiboek als er zich toch incidenten voordoen  Beleid ter voorkoming van pesten  Klachtencommissie / Vertrouwenspersoon  Schoolgids  informatie Volgens de vragenlijst leerlingen en ouders (juni 2015) zijn zowel de leerlingen als de ouders tevreden over de sociale veiligheid op school. Er zijn dan ook geen directe verbeterpunten geselecteerd voor planvorming. Voor het beleid t.a.v. preventie, signaleren en actie verwijzen wij ook naar:  de bundel bestuursbesluiten (document ‘veiligheid op school’).  pestprotocol  groepsvorming Wij zijn van mening dat schoolregels ook bijdragen aan een goede sfeer op school. In het schooljaar 2015-2016 introduceren wij onze nieuwe schoolregels:  Voor groot en klein willen we aardig zijn. Iedereen hoort erbij!  Wij laten duidelijk merken, dat wij goed kunnen spelen en werken. We doen ons best!


27

  

Vertel eerlijk wat je ziet en hoort, dan ben je te vertrouwen op je woord. Eerlijkheid duurt het langst! Alle dingen hebben een doel, er netjes mee omgaan dat is cool. Wees zuinig en netjes. Gewoon praten oké. Schreeuwen of schelden: nee! Let op je taalgebruik.

2.8.4 Actief burgerschap en sociale integratie Een belangrijke doelstelling van onze school is dat we kinderen willen inleiden in de maatschappij. Burgerschapsvorming is het helpen vormen van wie je bent (identiteit), mogelijkheden aanreiken om te kunnen deelnemen aan de samenleving (participatie) en kennis verwerven van en leren omgaan met de principes van democratie. We vinden dat leerlingen goed met anderen om moeten kunnen gaan en besteden dan ook aandacht aan sociale vaardigheden en omgangsregels. Vanuit deze visie hebben we de volgende doelen en activiteiten opgesteld: 1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke, evenwichtige mensen die vanuit christelijke waarden en normen omgaan met de medemens. 2. We voeden leerlingen op tot personen die weten wat de democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening geven over maatschappelijke thema’s te verwoorden. 3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die ‘meedoen’, die actief betrokken willen zijn bij de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. Ze leren organisatorische vaardigheden aan en leren verantwoordelijkheid te nemen voor anderen. 4. We voeden leerlingen op tot personen die kennis hebben van en respect hebben voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven de leerlingen culturele bagage mee voor het leven. De directeur van de school schrijft in schooljaar 2015/2016 een compleet visiestuk actief burgerschap en sociale integratie waarin naast de bovenstaande visie onder andere ook de hoofddoelen en het aanbod worden omschreven. Hij gebruikt de vragenlijsten (juni 2015) van de leerlingen, de ouders en leerkrachten om hier input aan te geven. Hieronder een overzicht van het aanbod op onze school rondom burgerschap en sociale integratie: - schoolvieringen - projecten zoals houd Nederland schoon - Methode Trefwoord - Onderwijs met aandacht voor andere culturen en religies - excursies - Uitwisselingsproject Hörstel - Deelname solidariteitsacties - Actieve deelname school dodenherdenking - Actieve deelname aan werkgroepsbijeenkomsten Kulturhus Hoonhorst - Deelname aan de nationale dag van de duurzaamheid - Actie voor een goed doel (tijdens het Eerste H. Communie- en H. Vormselproject) 2.9 Opleidingsschool mijnplein en de Katholieke PABO Zwolle vormen sinds 2009 een samenwerkingsverband Opleiden in de School. Dit samenwerkingsverband is gebaseerd op de subsidieregeling Opleidingscholen. Deze regeling is te vinden op http://wetten.overheid.nl/BWBR0025839/geldigheidsdatum_04-01-2011 Het partnerschap met Katholieke Pabo Zwolle kenmerkt zich door:  studenten worden opgeleid op de Pabo en de opleidingsschool/academische opleidingsschool. Opleiding en school delen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goede opleiding en voor goed onderwijs op de betrokken scholen. Het uitgangspunt is de integraliteit van schoolontwikkeling en opleiden.  de opleidingsscholen bieden een werken leercontext aan waar een sterk accent ligt op opleiden en onderzoek.


28



daarnaast kan dit partnerschap kansen bieden om vorm te geven aan integraal personeelsbeleid en de schoolontwikkeling.  tevens kan er gewerkt worden aan gezamenlijke kennisontwikkeling; directe verbinding met actuele kennis door samenwerking met studenten. Bij mijnplein kennen we binnen dit samenwerkingsverband drie soorten scholen: - werkplekopleidingscholen - opleidingsscholen - aspirant academische opleidingsscholen Onze school is een werkplekopleidingsschool. In de Opleidingengids mijnplein is deze samenwerking uitgebreid beschreven. Daarnaast treft u daar de informatie aan over de samenwerking met een tweetal andere partners te weten Windesheim en ROC Landstede. De Opleidingengids kunt u opvragen bij de directeur of de stagecoördinator van onze school.


29

3.1 Bestuurlijke organisatie In een organisatie met de omvang van mijnplein is het voor de hand liggend dat over belangrijke thema’s centrale afspraken worden gemaakt en op stichtingsniveau beleid wordt afgesproken. Zeker: ons uitgangspunt blijft dat de school een grote beleidsruimte heeft, maar centrale regie op een aantal thema’s kan niet ontbreken. Wij streven ernaar om steeds de juiste balans te vinden tussen centraal en decentraal. Het bestuur stuurt daarbij op hoofdlijnen en geeft de kaders aan waarbinnen de scholen het eigen beleid kunnen vormgeven. Het stichtingsbeleid wordt vastgelegd in de bestuurbundel, waarin alle beleidsdocumenten zijn opgenomen. Deze bundel kent de volgende onderdelen: 1. algemeen: statuten, bestuursreglement 2. personeel 3. financiën 4. beheerszaken 5. onderwijs 6. medezeggenschap De procedure voor het opnemen van beleidsdocumenten in de bestuursbundel is achtereenvolgens: - een voorgenomen besluit genomen door het college van bestuur - bespreking hiervan in de directeurenraad. De directeurenraad heeft een adviserende rol. Het advies is in veel gevallen voorbereid in een van de beleidsgroepen, die binnen de directeurenraad zijn gevormd - bespreking van het voorgenomen besluit in de GMR. Afhankelijk van de status zal hier op basis van het GMR-reglement sprake zijn van advies- of instemmingsrecht - het voorgenomen besluit wordt nogmaals voorgelegd in de directeurenraad en wordt in zijn geheel van een positief of negatief advies naar het college van bestuur voorzien - eindbesluit door het college van bestuur en opname in de bestuursbundel Voor een aantal onderdelen, welke statutair zijn vastgelegd, geldt dat ook de raad van toezicht hierover advies of instemming moet geven. In dat geval wordt deze stap, voorafgaand aan het eindbesluit van het college van bestuur opgenomen in de procedure. Het college van bestuur onderschrijft en volgt de Code Goed Bestuur, zoals die voor de sector Primair Onderwijs is opgesteld. Op basis van de principes uit de code is de organisatie ingericht, waarbij centraal staat dat de scheiding tussen bestuur en toezicht is geregeld. Voor de volledige tekst van de Code Goed Bestuur verwijzen wij naar https://www.poraad.nl/files/themas/goed_bestuur/code_goed_bestuur.pdf De koers tot 2018 is vastgelegd in het Strategisch Beleidsplan. Onze uitgangspunten en te behalen doelen zijn hierin vastgelegd. Jaarlijks wordt de voortgang van het beleidsplan in kaart gebracht. Het college van bestuur overlegt met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad over het gevoerde en voorgenomen beleid. Dit overleg wordt gedaan op basis van het GMR-statuut en het GMR-reglement. Op schoolniveau voert de directeur het overleg met de Medezeggenschapsraad. Ook dit overleg wordt gedaan op basis van het MR-reglement. Daarnaast overlegt de directeur over praktische zaken met de Ouderraad van de school. De wijze waarop dit overleg is ingericht is aan het overleg tussen de directeur en de Ouderraad. Over de wijze van verantwoording verwijzen wij naar hoofdstuk 4.


30

3.2 Financieel beleid Het uitgangspunt voor de besteding van de financiële middelen is dat die ten goede komen aan het onderwijs op de scholen. Er moet o.i. een herkenbare relatie zijn tussen de onderwijskundige doelen van de stichting en de school en de financiële middelen. De stichtingsbegroting kent twee onderdelen: a. het collectieve deel met daarin op genomen de bestuurlijke kosten en de kosten, die voor de gehele stichting zijn b. de schoolbegroting De schoolbegroting en de meerjaren schoolbegroting worden jaarlijks door de directeur opgesteld en besproken met de MR. Met de instemming van de MR stelt het college van bestuur de begroting vervolgens vast. De begroting is taakstellend en vormt de richtlijn voor het financieel beleid van de school. De personele kosten vormen de grootste deel van de begroting en zij liggen vaak voor langere tijd vast. Uiteraard heeft de directeur de ruimte om binnen afgesproken marges eigen beleid te voeren. De bewaking van de begroting wordt gedaan door Onderwijsbureau Meppel. De directeur heeft kan altijd een actueel overzicht van de situatie bij Onderwijs bureau Meppel inzien. Ook het bestuur kan de voortgang van de school op financieel gebied volgen. Na afloop van het kalenderjaar wordt de jaarrekening op stichtingsniveau opgesteld. De financiële situatie van de school vormt hier een onderdeel van. Zowel de directeur als het college van bestuur geven een toelichting op de jaarcijfers. De externe accountant voert voor de jaarrekening de voorgeschreven controle uit. 3.3. Huisvesting Tot 1 januari 2015 waren de gemeenten verantwoordelijk voor de nieuwbouw en de uitbreiding van schoolgebouwen in het primair onderwijs en voor het buitenonderhoud en de aanpassing ervan. Op 1 januari 2015 werd de wet gewijzigd en werden de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud en aanpassing overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor nieuwbouw. Deze nieuwe situatie betekent dat op bestuursniveau er een actueel zicht moet zijn m.b.t. de staat van het gebouw. Het college van bestuur zal dit oppakken in samenwerking met Onderwijsbureau Meppel. Op schoolniveau is de directeur verantwoordelijk voor het (klein) onderhoud van het gebouw. 3.4 Personeelsbeleid Medewerkers bij mijnplein hebben een bestuursaanstelling: zij zijn in dienst van de stichting en werken vervolgens: - op een van de scholen of - bij het bestuurskantoor of - bij het Expertisecentrum Passend Onderwijs (EPOS) Ook kan het voorkomen dat medewerkers op basis van een detacheringsovereenkomst werkzaam zijn bij een andere (onderwijs-)werkgever. mijnplein participeert ook bestuurlijk binnen de stichting Vierslagleren. Vanuit deze stichting wordt personeel gedetacheerd naar onze scholen. De kaders van het personeelsbeleid worden vastgesteld door het college van bestuur. mijnplein heeft twee medewerkers, die zich specifiek met personeelsbeleid bezig houden: de beleidsmedewerker Personeel & Organisatie en de coördinator vervangingspool/invalleerkrachten. De uitvoering van het personeelsbeleid is ondergebracht bij Onderwijsbureau Meppel. mijnplein volgt voor haar medewerkers de CAO Primair Onderwijs. Personeelsbeleid is, naast financiën, gebouwen en communicatie, een van de middelen om goed onderwijs te bereiken. Binnen het personeelsbeleid zijn er daarom verschillende beleidsterreinen, die een bijdrage moeten geven aan die doelstelling:


31

1. beleid voor de deskundigheidsbevordering van het personeel en het opbouwen van het personeels- en bekwaamheidsdossier 2. beleid gericht op veiligheid van leerlingen, ouders en medewerkers: ARBO, BHV 3. beleid gericht op (het voorkomen van) ziekteverzuim, de inzet van vervangers en de begeleiding van nieuw personeel en mobiliteit 4. beleid gericht op een goede werkverdeling: het taakbeleid, deeltijdarbeid Samen vormen al deze beleidsonderdelen het Integraal Personeelsbeleid (IPB) en draagt het bij aan het afstemmen van de stichtings- en schooldoelstellingen op de kennis, interesses en vaardigheden van onze medewerkers. Alle functies, die er bij mijnplein zijn, zijn beschreven in het document Functiehuis. Voor elke functie zijn de inschaling, de functieomschrijving en de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden beschreven. Binnen de stichtingskaders heeft de directeur de beleidsvrijheid om eigen keuzes te maken welke zijn gerelateerd aan de schooldoelstellingen. Op die manier is het personeelsbeleid ondersteunend aan deze doelen. Jaarlijks voert het college van bestuur met de directeur een gesprek over de personele inzet (de formatie) voor het komende schooljaar. In dat gesprek wordt de personele ruimte bepaald waarover de directeur kan beschikken en wordt tevens gekeken naar aspecten als mobiliteit, de functies in de school, (ziekte-)verzuim en vervangingen. Op schoolniveau zijn de tevreden met het integraal personeelsbeleid. 3.5 Interne communicatie Goede communicatie is een belangrijke voorwaarde om de processen in de school en binnen de stichting goed te laten verlopen. We kunnen bij de communicatie een onderscheid maken tussen: - de formele communicatie: Medezeggenschapsraad, (team-)vergaderingen, Ouderraad, werkgroepen, directeurenraad e.d. - het informele overleg: gesprekken tussendoor, een onverwacht oudergesprek e.d. In alle communicatie zullen we ons er bewust van moeten zijn dat onze communicatie professioneel en correct van toon en inhoud moet zijn. Medewerkers van mijnplein zijn immers de deskundige professionals, die het werk in het belang van leerlingen en ouders verrichten. Op stichtingsniveau kent de interne communicatie- en vergaderstructuur de volgende onderdelen: - raad van toezicht - college van bestuur - directeurenraad, waaronder ook de beleids- en werkgroepen vallen - gemeenschappelijke medezeggenschapraad Daarnaast participeert mijnplein in verschillende samenwerkingsverbanden of werkt samen met diverse samenwerkingspartners: - samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs - samenwerking met het Voortgezet Onderwijs - samenwerking met de gemeenten in LEA en OOGO - samenwerking met kinderopvangorganisaties - samenwerking met de Katholieke PABO Zwolle en bestuurlijke partners Deze opsomming is niet volledig: daar waar nodig kunnen nieuwe overlegsituaties gestart worden. Wel zijn wij kritisch of het overleg ook een bijdrage levert aan onze organisatie. De communicatie met deze partners moet uiteraard weer intern haar plek en gevolgen hebben. Op schoolniveau bestaat de interne communicatie uit: - team-, bouw-, zorg-, en commissievergaderingen - overleg met de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad - directieoverleg of directeur/IB-overleg


32

Bij de communicatie vinden we de volgende criteria van belang: -

we spreken met de betrokkenen en niet over hen

-

we stellen ons professioneel, betrokken en respectvol op

-

de communicatie is tijdig en zorgvuldig

-

we bereiden de communicatie goede voor en verwachten van elkaar een actieve deelname

-

we accepteren feedback en onderbouwde kritiek en geven dat ook met respect aan elkaar. Het is dan gericht op het waargenomen gedrag en nooit op de persoon.

Communicatie kunnen we ook onderscheiden in mondelinge en schriftelijke communicatie. Op stichtingsniveau kennen we de volgende vormen van schriftelijke interne communicatie: - agenda’s en notulen van vergaderingen en bijeenkomsten - directiememo: de interne nieuwsbrief t.b.v. directeuren en tevens een onderdeel van de communicatie t.b.v. de directeurenraad - de nieuwsbrief voor onze medewerkers - het monitorverslag en het verslag van het 3-jaarlijkse teamgesprek - beleidsdocumenten - rapportages voor de raad van toezicht en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad - jaarplan en jaarverslag (stichting en school) Ook dit overzicht is niet uitputtend. Veel schriftelijke communicatie gaat immers ook ‘even tussen door’ via de mail. mijnplein zal intern gebruik gaan maken van Office 365. Via dit online medium kan informatie vlotter tussen personen en groepen worden gedeeld. Dit zal stapsgewijs worden ingevoerd. Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen voor communicatie gebruikt: postvakken, interne memo, e-mail. Leerkrachten zijn tevreden over de interne communicatie. 3.6 Communicatie met ouders Een organisatie, die de verantwoordelijkheid heeft voor het onderwijs en de opvoeding van kinderen, kan niet om de communicatie met de ouders heen. Ouders zien wij als partners en vanuit dat uitgangspunt hoort de communicatie daar waar het gaat over het individuele kind gelijkwaardig te zijn. De criteria voor goede communicatie, zoals die in 3.5 zijn beschreven gelde hier onverkort. Ook hier is het goed om onderscheid aan te brengen in de vormen van communicatie met ouders. Dat zijn: 1. de (formele) communicatie met ouders over het individuele kind. Hier gaat het dan om rapportgesprekken, 10-minutengesprekken, intake- of exitgesprekken, zorggesprekken e.d. Bij als deze gesprekken staat het belang van de leerling voorop en gelden de algemene regels van privacy en vertrouwelijkheid. Van veel van dergelijke gesprekken zal in de regel een (kort) verslag worden gemaakt wat ouders tekenen voor gezien of akkoord. 2. formele communicatie met ouders over beleids- en organisatorische aangelegenheden de school betreffend. Hier gaat het in de meeste gevallen om overleg met de Medezeggenschaps- en Ouderraad. Dit overleg wordt dan gedaan op basis van het reglement wat hiervoor is vastgesteld. Daarnaast kan er overleg zijn met: - de coördinator en vrijwilligers, die betrokken zijn bij de Tussenschoolse Opvang - bestuur of leden van een aan de school verbonden stichting of vereniging (Stichting Ouderraad…..) - ouderpanels of ouderavonden rond een thema - de informatieavond - verwachtingsgesprekken aan het begin van het jaar met ouders Kenmerkend voor al deze vormen van overleg is dat nooit over een individueel kind zal gaan. Bij de contacten met ouders is het goed om steeds aandacht te hebben voor: - de school ziet er verzorgd uit - de school is een veilige school


33

-

leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om de school staat altijd open - de leraren zijn bereikbaar ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders ouders worden betrokken bij (extra) zorg ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie

Op schoolniveau proberen we de ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze afspraken zijn: • Leerkrachten spreken ouders minimaal 3 keer per jaar. Bij de verwachtingsgesprekken aan het begin van het schooljaar, bij de voortgangsgesprekken halverwege het schooljaar en aan het eind van het schooljaar. Daarnaast is er op aanvraag van ouders en/of leerkrachten ruimte in het schooljaar voor eventuele zorggesprekken. • De school heeft een kwaliteitskaart tienminutengesprekken ontwikkeld die de leerkrachten steun en houvast geven. • Eens in de vier jaar worden ouders geënquêteerd over het gevoerde voortgangsgesprek met de leerkracht. • Er wordt jaarlijks een informatieavond georganiseerd over het onderwijs in groep 1 / 2 en In groep 7 / 8. • Regelmatig komen er nieuwsbrieven uit, die tevens op de website verschijnen; • Regelmatig verstuurt de directie korte e-mails aan ouders. • Er zijn verschillende keren per jaar inloopmomenten voor ouders. • Leerkrachten sturen ongeveer 1 keer per maand een mail waarin ze de ouders Informeren over het onderwijs in de groep. • Op het ouderpanel dat minimaal 1 keer per jaar wordt georganiseerd wordt ouders gevraagd mee te denken met schoolse/opvoedkundige zaken die de school en de ouders raken. • De ouders van groep 8 worden aan het eind van het jaar geënquêteerd middels algemene vragen over de tevredenheid en specifiek gericht op de begeleiding m.b.t. het vervolgonderwijs • De directeur nodigt ouders uit voor een informatie-uurtje na het bekendmaken van de groepenverdeling. • De school organiseert in samenspraak met de ouderraad één thema-avond per schooljaar. • De school organiseert een ‘ouderbedankmorgen’ waarin de school laat merken hoe blij en trots ze is op alle hulpouders. Evaluatie: De afspraken (doelen) worden 1 x in de vier jaar beoordeeld door de ouders via het invullen van een vragenlijst. Vanuit de vragenlijst (juni 2015) voor ouders blijkt dat ouders tevreden zijn over: - Ik word goed geïnformeerd over de gang van zaken op school (3,35). - Ik ben tevreden over de nieuwsflitsen die ik ontvang (3,45). - De school organiseert voldoende activiteiten voor ouders (3,47). - Ik ben tevreden over de ouderavonden (3,35). Verbeterpunten: Er zijn geen directe verbeterpunten geselecteerd op basis van de mening van de ouders. We willen er zorg voor dragen dat de schriftelijke communicatie naar de ouders en de formele en informele gesprekken met de ouders na tevredenheid blijven verlopen.


34

3.7 Externe contacten: netwerkvorming mijnplein voert op een groot aantal plekken overleg met diverse partijen. Dat vindt niet alleen plaats op stichtingsniveau, maar uiteraard is er op het niveau van de scholen overleg met verschillende instanties en betrokkenen. In het onderstaande overzicht op stichtingsniveau zijn de meest relevante contacten opgenomen.

1

2 3

Externe contacten Gemeente Raalte, Olst-Wijhe, Deventer en Dalfsen: - Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) - Lokaal Educatieve Agenda (LEA) Landelijke overheid: Ministerie van OCW en de Onderwijsinspectie Bestuurlijk overleg Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs

Status Verplicht overleg

Verplicht overleg Verplicht overleg

4

Gemeente Raalte en Olst-Wijhe: Voor- Verplicht Overleg en Vroegschoolse Educatie

5

Bestuursorganisaties in het primair onderwijs: PO-raad, Verus

6

Sallandse Onderwijskamer: het bestuurlijk overleg primair en voortgezet onderwijs in Salland

7

Samenwerkingsverband Opleiden in de School / Regeling Samenwerking Lerarenopleidingen en scholen

Dit overleg is op basis van de subsidieregeling Opleiden in de School

8

Overleg met andere bestuurlijk partners in de regio.

9

Middelbaar Beroepsonderwijs

Dit overleg kent geen reguliere basis maar is op grond van gemeenschappelijke thema’s. Dit is in Salland Landstede.

10 Dalfser basisscholen

Opmerkingen Zowel het OOGO als het LEA wordt geïnitieerd door de gemeente.

mijnplein is bij deze organisaties aangesloten Dit overleg vindt plaats op basis van het afgesloten convenant.

Op basis van (vaste) thema’s en actiepunten hebben we overleg en dragen


In SWV PO 2305 participeert mijnplein in het Dagelijks Bestuur, in de andere samenwerkingsverbanden in het Algemeen Bestuur of de Algemene Ledenvergadering. Een gezamenlijk overleg met beide gemeenten, stichting De Mare en de partners in de Kinderopvang. Overleg gaat via de Algemene Ledenvergadering Partners zijn hier stichting De Mare, EPOS, Carmel College Salland, De Capellenborg Wijhe en De Ambelt. De samenwerking is met de Katholieke PABO Zwolle en de diverse besturen, die ook deelnemen in de andere samenwerkingsverbanden Opleiden in de School. Een voorbeeld is hier het Fredeshiemoverleg

Het raakvlak zijn hier de MBO-studenten en de deelname in de Raad van Advies van Landstede. De directeuren van de basisscholen in en rondom Dalfsen komen zo’n 3 keer per jaar samen in het

35

zorg voor afstemming. 11 Overleg Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Veld, Vaart & Vecht

overleg

12 Kulturhus Hoonhorst

Stimuleren van inhoudelijke en fysieke samenwerking tussen diverse partijen in een Kulturhusconcept onder meerdere daken


zogenaamde directeuren beraad Dalfsen (DBD). In schooljaar 2015/2016 participeert de St.Cyriacusschool ook inhoudelijk in SWV PO 2304 (zie jaarplan Passend Onderwijs). De school is een actieve partner binnen het Kulturhusconcept. Door krimp is de school ook op zoek naar fysieke samenwerking.

36

4. Kwaliteitsbeleid De wetstekst over het schoolplan beschrijft in artikel 12, lid 1: het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daarmee heeft de wetgever willen aangeven dat in het schoolplan de kwaliteit van het onderwijs de centrale plaat inneemt en dat de school (en uiteraard dan ook de stichting) permanent moet werken aan het behouden en verbeteren van de kwaliteit. Kwaliteit in het onderwijs is een breed begrip. Het gaat dan niet alleen om leeropbrengsten, maar ook om de deskundigheid van personeel, de (sociale) veiligheid en het welbevinden, de leerlingenzorg, het doelmatig besteden van middelen enz. Kortom: als we het hebben over een onderdeel van de kwaliteit van het onderwijs dan moeten we dat goed definiëren welke aspecten we bedoelen en hoe we die beoordelen. Kwaliteitszorg gaat over de wijze, het systeem, waarmee de kwaliteit in kaart brengen en beoordelen. De effecten van deze metingen en beoordelingen hebben effect voor beleidsterreinen als het onderwijscurriculem, personeelsbeleid, beleid rond leerlingenzorg, arbobeleid e.d. Kwaliteitszorg is daarmee niet vrijblijvend: het verplicht ons ertoe om verbeteringen aan te brengen. De uitgangspunten voor de kwaliteitzorg bij mijnplein krijgen inhoudelijk vorm door het toezichtskader van de onderwijsinspectie. Dat is voor ons de minimale norm van kwaliteit. Uitgebreide informatie over dit toezichtskader treft u aan op http://www.onderwijsinspectie.nl/binaries/content/assets/publicaties/2012/brochure-toezichtkader-po-vo2012.pdf (op het moment van schrijven geldt het toezichtskader 2012. De inspectie werkt aan een nieuw kader wat in de komende jaren zal worden ingevoerd) Daarmee stellen we ook vast dat elke school van mijnplein minimaal moet voldoen aan het basisarrangement van de inspectie. Samengevat moet dit toezichtskader aan de volgende criteria voldoen:  de school heeft inzicht in de onderwijsbehoefte van haar leerlingen  er zijn doelen waaraan de kwaliteit getoetst kan worden  de kwaliteitszorg is systematisch en cyclisch  kwaliteit wordt geborgd o.a. in documenten  de school rapporteert en verantwoord zich aan belanghebbenden: bestuur, inspectie, ouders, e.d.  de kwaliteit wordt beoordeeld door leerlingen, ouders en personeel De volledige kwaliteitszorg voor de scholen van mijnplein is opgenomen in de bestuursbundel 5 C Kwaliteitszorg + monitorgesprek. In het volgende schema treft u een korte weergave aan van de verschillende onderdelen en de frequentie hiervan binnen een schoolplanperiode

1

2 3

Instrument Gesprekken met leerkrachten – gesprekscyclus Klassenbezoeken Schoolbezoek inspectie

4 5

Data leerlingvolgsysteem Monitorgesprek college van bestuur

6

Schooldiagnose instrument kwaliteit WMK – kaarten op

1e jaar X

2e jaar X

3e jaar X

4e jaar X

X Minimaal 1 x per 4 jaar X X

X

X

X

X X

X X

X X

X

X

X

X


37

7a 7b 8

basis van schoolplanning Ouderenquête

1x per vier jaar

Ouderpeiling deelgebeid Leerlingtevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek personeel Teambezoeken door college van bestuur

X X

X

13

Scan strategisch doelen beleidsplan Risico-inventarisatie en evaluatie Monitor basiszorg SWV PO

14

Audits Opleidingsschool

9 10

11 12

X X

X X

X X

X

X

x

1 x per vier jaar 1 x per 3 jaar

1 x per vier jaar Jaarlijks op bestuursniveau Jaarlijks, maar nog in ontwikkeling

Kwaliteitszorg op de St.Cyriacusschool Visie en afspraken. De St.Cyriacusschool onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de afspraken bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze ze medewerkers parallel verloopt. Op onze school leggen wij de volgende accenten wat betreft de kwaliteitszorg: • Gezamenlijk inhoud geven aan het vernieuwde schoolmotto (2015): ‘Broedplaats’ voor talent. • Leren van en met elkaar en gebruik maken van elkaars deskundigheid. • Het gezamenlijke uitdragen van de vernieuwde visie en missie (2015) van de school. • Op school wordt gewerkt conform de gemaakte afspraken. • Op school werken we planmatig aan verbetertrajecten. • De schoolleiding stuurt de zorg voor kwaliteit aan en relateert deze aan de visie en missie van de school. • De schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur. Evaluatie: De beoordeling van deze accenten (doelen) komen aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde functioneringsgesprekken. Bovendien staat kwaliteitszorg regelmatig centraal op teamoverlegmomenten. Verbeterpunten: • Vanuit de leerkrachtvragenlijst (juni 2015) blijkt dat de medewerkers de algehele kwaliteitszorg op de St.Cyriacusschool als goed ervaren (3,57). Er is door de schoolleiding dan ook geen verbeterpunt geselecteerd. • Vanuit de oudervragenlijst (juni 2015) valt de volgende score op: De ouders spreken positief over de school (2,96). Dat is voor het team een zeer verrassende score aangezien ouders ook aangeven vanuit de vragenlijst dat de school voldoende goed bekend staat (3,28). De volgende indicatoren scoren ook onder de norm van (3,0 = voldoende):


38

•

De school vraagt regelmatig of ik tevreden ben over de school (2,90). In vergelijking met overige scholen (2,34) scoren we relatief hoog wat betreft deze indicator. De school vraagt mij regelmatig wat ik verwacht van de school (2,97). In vergelijking met overige scholen (2,19) scoren we relatief hoog wat betreft deze indicator. Het thema kwaliteitszorg kan een gespreksthema zijn op de ouderpanelbijeenkomst in 2015/2016. Ouders zijn bijvoorbeeld tevreden over: De school informeert mij regelmatig over wat ze wil verbeteren (3,10). De goede beoordelingen over het pedagogisch handelen vanuit diverse perspectieven de komende jaren vast weten te houden. Vanuit de leerlingvragenlijst hebben we de volgende verbeterpunten geselecteerd: De juffrouw/ meester vertelt wat ze/hij anders en beter wil gaan doen (2,67). De juffrouw / meester vraagt mij regelmatig of ik tevreden ben over de school ( 2,69) De juffrouw / meester vraagt of ik de lessen leuk vind (2,65). De juffrouw / meester houdt rekening met onze wensen, met wat wij willen of denken (2,80). oudervragenlijst (juni 2015) valt de volgende score op.

Bovenstaande punten worden als verbeterpunten gezien en worden opgenomen in de jaarplannen. Sterk punten wat betreft kwaliteitszorg zijn: Leerkrachten zijn over het geheel genomen erg tevreden over de kwaliteitszorg op school. Vooral: Leerkrachten worden in voldoende mate betrokken bij verbeteractiviteiten (3,70). De schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur (3,80). Leerkrachten voelen zich betrokken bij de organisatie (4,0) Ouders zijn tevreden over: De school informeert mij regelmatig over wat ze wil verbeteren (3,10). Dit in relatie tot de 2,82 (score overige scholen). De school staat goed bekend (3,28). Ouders van overige scholen scoren (3,13). De schoolgids bevat voldoende informatie over de school en de gang van zaken (3,37). De leerlingen zijn tevreden over de volgende indicator: Ik vind onze school een goede school (3,45).

Bepaling van de kwaliteit vanuit toetsingskader inspectie (diagnose) Om te weten hoe het gesteld is met de kwaliteit van ons onderwijs, moeten wij gegevens hebben over onze school. Op basis van de gegevens kunnen wij een analyse maken van die onderdelen die goed gaan of extra aandacht behoeven en actiepunten voor de komende jaren bepalen. Om alle onderdelen die betrekking hebben op onze scholen te kunnen meten en analyseren, is het handig om gebruik te maken van een ordeningskader. Hiervoor gebruiken wij het toetsingskader van de inspectie. Aandachtsveld:

Instrumenten die we hier voor gebruiken

STANDAARD 1 COGNITIEVE EINDRESULTATEN De leerlingen behalen eindresultaten die ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde (minimum)norm. De doelen voor cognitieve leerresultaten die de school stelt, passen bij de kenmerken van haar leerlingen en de maatschappelijke verwachtingen. De school laat zien dat de doelen gerealiseerd worden. Daarbij beperkt de school zich niet tot Nederlandse taal en rekenen. STANDAARD 2 AANBOD De leraren bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod. Binnen de kaders van de wet maken zij keuzes in het aanbod, waardoor zij deze afstemmen op de onderwijsbehoeften die kenmerkend zijn voor de leerlingenpopulatie. De school heeft bovendien een aanbod voor de referentieniveaus taal en rekenen dat past bij het niveau van alle leerlingen. De


Data LVS en formele verantwoordingsgesprekken over data, monitorgesprek met bestuur, schoolbezoek bestuur

toezicht inspectie, kwaliteitsinstrument WMK voor evaluatie o.a. oudervragenlijst,

39

leraren hanteren leermiddelen die afgestemd zijn op de ontwikkelingsfase van de leerlingen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school en bereidt hen voor op het aanbod bij de start van het vervolgonderwijs. Daar tussenin verdelen de leraren de leerinhouden evenwichtig en in samenhang over de leerjaren heen. Het aanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.

leerlingvragenlijst, leerkrachtvragenlijst,

STANDAARD 3. ZICHT OP ONTWIKKELING De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt ten opzichte van henzelf en van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. Ze gebruiken daarbij een cyclische aanpak

Klassenbezoeken, POP gesprekken, functioneringsgesprekke nbeoordelingsgesprekke n, groepsbesprekingen, kwaliteitsinstrument WMK voor evaluatie, schoolbezoek bestuur

STANDAARD 4. DIDACTISCH HANDELEN De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van de informatie die zij over de leerlingen hebben en stimuleren een brede ontwikkeling. Het team handelt op basis van een samenhangend en consistent pedagogisch-didactisch concept. De leraren zorgen voor effectieve instructies: aansprekend, doelmatig en interactief. Ze geven blijk van hoge verwachtingen en reageren positief op de inbreng van leerlingen waardoor deze zich ondersteund en uitgedaagd voelen. Bij de instructies en opdrachten gebruiken de leraren passende vakdidactische principes en werkvormen. Ook zorgen zij ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau. Zij stemmen de instructies en opdrachten af op de behoeften van groepen en individuele leerlingen, zodat alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn en de voor hen beschikbare tijd effectief besteden. Tijdens de (leer)activiteiten gaan de leraren na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen. Daarbij geven de leraren de leerlingen directe en individuele feedback op hun werken en leren. STANDAARD 5. ONDERSTEUNING De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften interventies gepland. Deze interventies zijn gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de leerling. Voor de leerlingen die structureel een onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt de interventies zo nodig bij.

STANDAARD 6. SCHOOLKLIMAAT De schoolleiding en de leraren creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij de schoolgemeenschap. Het schoolklimaat is ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling.


toezicht inspectie, klassenbezoeken, collegiale visitatie, kwaliteitsinstrument WMK voor evaluatie o.a. oudervragenlijst, leerlingvragenlijst, leerkrachtvragenlijst,

Evalueren van gestelde doelen in o.p.p. evalueren van arrangementen, kwaliteitsinstrument WMK voor evaluatie

kwaliteitsinstrument WMK o.a. oudervragenlijst, leerlingvragenlijst, leerkrachtvragenlijst, ouderpanel, schoolbezoek bestuur,

40

STANDAARD 7. VEILIGHEID Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel. Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar om. De leraren leren leerlingen sociale vaardigheden aan en tonen voorbeeldgedrag. Schoolleiding en leraren voorkomen pesten, agressie en geweld in elke vorm en treden zo nodig snel en adequaat op. De school heeft daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van incidenten. Het beleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen, en het personeel. De school heeft een vertrouwenspersoon. Alle betrokkenen kennen dit beleid.

Toezicht inspectie, borgen van diverse protocollen en documenten wat betreft sociaal emotionele ontwikkeling, groepsvorming, schoolregels, kwaliteitsinstrument WMK o.a. oudervragenlijst, leerlingvragenlijst, leerkrachtvragenlijst, schoolbezoek bestuur,

STANDAARD 8. EVALUATIE EN VERBETERING De school weet, rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie, waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid heeft en onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie van de resultaten met de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties.

Jaarplan en jaarverslag, monitorgesprek met bestuur, schoolbezoek bestuur, kwaliteitsinstrument WMK o.a. oudervragenlijst, leerlingvragenlijst, leerkrachtvragenlijst,

STANDAARD 9. KWALITEITSCULTUUR Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren is breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling. De schoolleiding en de leraren werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De school werkt vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar zorgvuldig handelen.

kwaliteitsinstrument WMK o.a. oudervragenlijst, leerlingvragenlijst, leerkrachtvragenlijst, monitorgesprek algemeen bestuur, schoolbezoek

STANDAARD 10. VERANTWOORDING EN DIALOOG De school betrekt interne en externe belanghebbenden bij de ontwikkeling van haar beleid, bespreekt regelmatig haar ambities en welke resultaten ze behaalt. Ze vraagt van deze belanghebbenden een actieve bijdrage in het realiseren van haar ambities en doelen en spreekt hen daarop aan. Daarnaast staat de school open voor wensen en voorstellen van interne en externe belanghebbenden en verwerkt deze. De school verantwoordt zich over de resultaten op een voor de belanghebbenden toegankelijke en heldere wijze

Ouderpanel, MR, OR, toezicht inspectie, jaarverslag, nieuwsbrieven,

STANDAARD 11. VISIE EN MISSIE (EIGEN STANDAARD) De school heeft een eigentijdse visie en missie geformuleerd en draagt er zorg voor dat de visie en missie bekend is/ wordt bij de kinderen en ouders. De kernwaarden en wat de school onder de kernwaarden verstaat is zichtbaar in de school en in het gedrag van de leraren. De school werkt planmatig aan het

Jaarplan, jaarverslag, nascholing, nieuwsbrieven, monitorgesprek en schoolbezoek bestuur


41

implementeren van de visie en missie (vernieuwd in 2015) en betrekt de ouders en kinderen erbij. De leraren stimuleren de verschillende talenten – intelligenties bij de kinderen door in lessen en in opdrachten de verschillende intelligenties van kinderen aan te spreken.


42

5. Evaluatie In het kader van een zgn. “nul-meting” voor dit schoolplan hebben wij de volgende evaluatiegegevens gebruikt. 5.1 Zelfevaluatie In mei / juni 2015 zijn vanuit een door de school gebruikt kwaliteitsinstrument (WMK) een oudervragenlijst (O), een leerlingenvragenlijst (LLN) en een leerkrachtvragenlijst (LKR) afgenomen. De volgende domeinen zijn gescoord: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.

Kwaliteitszorg (O, LLN, LKR) Aanbod (O, LLN, LKR) Tijd (O, LLN, LKR) Pedagogisch Handelen (O, LLN, LKR) Didactisch Handelen (O, LLN, LKR) Schoolklimaat (O, LLN, LKR) Zorg en begeleiding (en toetsinstrumenten) (O, LLN, LKR) Incidenten (O, LLN, LKR) Sociale veiligheid (O, LLN, LKR) Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen (O, LKR) Kwaliteitszorg: burgerschap en integratie ( LKR) Aanbod: burgerschap en integratie (LKR) Basiswaarden (LKR) Afstemming (O, LKR) Opbrengsten (LKR) Integraal Personeelsbeleid (LKR) Algemeen (LKR) Sociale competenties (L) Democratisch handelen (L) Deelname aan de samenleving (L) Omgaan met verschillen (L) Culturele ontwikkeling (L) Wereldburgerschap (L) Daarnaast hebben de leerkrachten in mei/juni 2015 losse Quick scans gescoord van HGW, OGW, actieve betrokkenheid leerlingen, levensbeschouwelijke identiteit, activerende directe instructie, contacten met ouders. De verbeterpunten die zijn geselecteerd zijn terug te vinden in de bijlagen genaamd gekozen verbeterpunten vanuit de oudervragenlijst, gekozen verbeterpunten vanuit de leerlingvragenlijst en leerkrachtenvragenlijst.

5.2 Analyse inspectierapport • Het laatste inspectiebezoek was op 27 juni 2013. Wat betreft kwaliteitszorg is het overgrote deel voldoende gewaarborgd. • Verbeterpunten: - Zorg en begeleiding; Op basis van de analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. - De opbrengsten zijn zowel op alle tussentoetsen en eindtoetsen van voldoende niveau. De school signaleert echter wel een dalende trend wat betreft de eindopbrengsten. De resultaten van begrijpend lezen en rekenen in groep 6 krijgen / hebben de aandacht en moeten tenminste boven de inspectienorm komen te liggen. De resultaten van technisch lezen in groep 4 verdienen aandacht. • Evaluatie gekozen verbeterpunten:


43

-

-

Zorg en begeleiding. De orthopedagoog vanuit het SWV wordt steevast ingezet om de aard van de zorg ( bij zorgleerlingen) te bepalen in samenspraak met de intern begeleider en leerkracht. Schoolafspraak is dat we de leerlingen zolang mogelijk bij de groep en de lesstof van de groep houden. Als blijkt na onderzoek en grondige analyse dat dit niet mogelijk is krijgen leerlingen in overleg met ouders en de orthopedagoog een ontwikkelingsperspectief. Het evalueren van groepsplannen is voor de intern begeleider speerpunt in schooljaar 2015/2016. Vanuit de analyse Entreetoets groep 7 en vanuit de analyse Eindtoets primair onderwijs werkt de leerkracht planmatig aan verbeteractiviteiten in groep 8. De intern begeleider en de directie van de school zijn mede betrokken geweest bij de analyse en kijken / denken / helpen mee in de uitvoering in schooljaar 2015/2016. Doelstelling voor de komende jaren is om in ieder geval op of boven het landelijk gemiddelde te scoren. Technisch lezen in groep 4 blijft een wisselend beeld geven ondanks dat de leerkrachten in groep 4 planmatig werken aan verbeteractiviteiten. De school houdt vast aan de verbeteractiviteiten. De opbrengst van begrijpend lezen Cito in groep 6 is flink verbeterd t.o.v. voorgaande jaren. Vanaf schooljaar 2013/2014 vertonen de opbrengsten o.a. in groep 6 een stijgende lijn. Een tweejarig nascholingstraject wat betreft begrijpend lezen en andere verbetermaatregelen hebben bijgedragen aan dit resultaat. De school borgt in de komende schooljaren de ingezette ontwikkelingen en streeft naar een score boven de inspectienorm in groep 6. Wat betreft de tussenopbrengsten rekenen/wiskunde groep 6 constateren we vanaf schooljaar 2013/2014 een stijgende lijn. Alle scores van de midden toetsen en eindtoetsen in groep 6 liggen (ruim) boven de norm van Cito. De reken coördinator ziet er met raad en daad op toe dat de scores boven de norm blijven in groep 6 en ook in de andere groepen.

5.3 Analyse leerkrachtvragenlijst • De leerkrachten hebben de leerkrachtenvragenlijst in juni 2015 gescoord. Voor een weergave welke beleidsterreinen zijn gescoord zie punt 5.1. Welke verbeterpunten daar aan zijn gekoppeld, zie bijlage genaamd verbeterpunten n.a.v. de leerkrachtvragenlijst. 5.4 Analyse oudervragenlijst • In juni 2015 is ouders de mogelijkheid geboden de oudervragenlijst te scoren. De vragenlijst is door 41 % van de ouders gescoord. Dat is volgens de norm van WMK voldoende. • De scores worden met de MR en met de stuurgroep ouderpanel geanalyseerd. • Voor verbeterpunten verwijs ik graag naar de bijlage genaamd verbeterpunten n.a.v. de oudervragenlijst. 5.5 Analyse leerlingenvragenlijst • In juni 2015 is de leerlingen van groep 5 t/m 8 de mogelijkheid geboden de leerlingenvragenlijst te scoren. De vragenlijst is door 80% van de leerlingen gescoord. Dat is volgens de norm van WMK meer dan uistekend. • De scores zijn met de leerkrachten besproken. • Voor verbeterpunten verwijs ik graag naar de bijlage genaamd verbeterpunten n.a.v. de leerlingvragenlijst. 5.6 Analyse opbrengsten • De opbrengsten worden jaarlijks door de intern begeleider en de directie beoordeeld en besproken met leerkrachten. Het leerlingvolgsysteem (LVS) van Cito gebruiken we voor het aanleveren van die data. De IB-er levert gegevens aan en/of coördineert dit. Op basis van de uitslagen en de analyse worden verbeterpunten vastgesteld. We gebruiken een datamuur om opbrengsten op teamniveau te analyseren. Dit zijn de leerkrachten gewend. De cito streefniveaus worden opgenomen in de groepsplannen. Leerkrachten zijn in staat de opbrengsten van Cito te analyseren.


44

5.7 Conclusies / plan van aanpak Wat betreft onderstaande beleidsterreinen gebruiken we de leerkrachtenvragenlijst, de oudervragenlijst en de leerling vragenlijst die in mei/juni 2015 zijn gescoord en/of gescoorde Quick Scans door leerkrachten die niet zijn opgenomen op de leerkrachtvragenlijst. Mogelijke verbeterpunten vanuit de diverse vragenlijsten en Quick scans staan centraal in de diverse jaarplannen.

Leerkrachtvragenlijst Beleidsterrein 1. Kwaliteitszorg

Waardering 3,57 (3,43 in 2011)

Mogelijke verbeterpunten Geen directe verbeterpunten

2.

Aanbod VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,16 (3,08 in 2011)

- Op school werken we in voldoende mate thematisch (2,60). - Op school werken we in voldoende mate projectmatig (2,60). - We besteden voldoende aandacht aan andere culturen (2,20)

3.

Tijd

3,59 (3,70 in 2011)

Geen directe verbeterpunten

4.

Pedagogisch Handelen

3, 62 (3,53 in 2011)


5.

Didactisch Handelen VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,16 (3,21 in 2011)

De school vormt een uitdagende leeromgeving (2,60)

6. Afstemming VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,11 (3,19 in 2011)

-We bieden de leerlingen voldoende keuzemogelijkheden (2,60) - Het is de leerkrachten duidelijk wat de criteria zijn voor uitval bij taalontwikkeling, lezen, begrijpend lezen (2,82) - We hebben voldoende oog voor de meer begaafde leerlingen (3,00)

7.

Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,12 (3,26 in 2011)

- Op onze school worden leerlingen voldoende geactiveerd (3,00) - De leerlingen hebben de verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkeling (2,86) Diverse Quick scans.

8.

Schoolklimaat

3,56 (3,40 in 2011)

- Geen directe verbeterpunten

9.

Zorg en begeleiding (en toetsinstrumenten) VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,31 (3,30 in 2011)

10. Opbrengsten VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR

3,30 (3,35 in 2011)

- De school beschikt over een goede orthotheek (2,67) - De school beschikt over heldere procedures voor verkorten of een groep overslaan (2,78). - De school beschikt over heldere procedures voor verengen of zittenblijven (2,90). Geen directe verbeterpunten op basis van de vragenlijst. Het scoren boven de landelijke norm op


45

2015/2016

basis van de Eindtoets primair onderwijs is een belangrijk doel in schooljaar 2015/2016 en volgende jaren. - We baseren ons handelen voldoende op onze missie en visie (3,0).

11. Integraal Personeelsbeleid VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016 12. Algemeen 13. Incidenten

3,43 (3,28 in 2011)

3,69 3,83

Geen directe verbeterpunten Geen directe verbeterpunten

14. Kwaliteitszorg: burgerschap en integratie VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

2,85

15. Aanbod: burgerschap en integratie VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2016/2017

3,17

16. Basiswaarden 17. 18. Losse Quick scan HGW en OGW - Handelingsgericht werken in de groep - Handelingsgericht werken op schoolniveau - OGW VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,46

-De school beschikt over een visie op burgerschap en integratie (2,50) -Onze visie is vertaald in concrete doelen (2,50) -De school biedt burgerschap en integratie planmatig aan / beredeneerd aanbod (2,75) -De school laat leerlingen kennismaken met de variatie van culturen in de samenleving (2,67). -De school biedt kennis over de pluriformiteit in de samenleving aan (2,88). - De leerlingen leren de hoofdzaken van geestelijke stromingen (die in de Nederlandse samenleving een rol spelen) 2,78 -De school is een oefenplaats voor burgerschap en integratie (2,89) Geen directe verbeterpunten

3,36 3,46 3,18

19. Diverse losse Quick Scans -Contacten met ouders

3,39 (3,29 in 2011)

20. Activerende directe instructie

3,11

21. Levensbeschouwelijke identiteit VERBETERPUNTEN

2,91

- Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd (2,57) -De school werkt adequaat samen met ketenpartners in de regio (3,14) - Leerkrachten evalueren met de leerlingen of het doel van de les gerealiseerd is (2,43)

Geen directe verbeterpunten. Door wisselingen wat betreft personeel in verband van zwangerschappen in schooljaar 2015/2016 dient de directie er op toe te zien dat de contacten met de ouders goed blijven (leerkrachten stellen zich proactief wat betreft contacten met ouders) -De leerkrachten verduidelijken bij aanvang van de les de lesdoelen (3,0). -De leerkrachten gaan na of lesdoelen zijn bereikt (3,0) -De school heeft haar visie op levensbeschouwelijke identiteit helder


46

STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2016/2017

geëxpliciteerd (2,57) - De leerkrachten besteden in hun lessen expliciet aandacht aan Bijbelse waarden normen (2,63) - De leerkrachten laten zich voor wat betreft de omgang met elkaar en de leerlingen inspireren door de Bijbel (2,38) -De leerkrachten besteden aandacht aan kennis van de Bijbel (2,50) -De school verbindt haar levensbeschouwelijke identiteit aan haar pedagogische visie (2,86)

22. Actieve betrokkenheid van de leerlingen VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

2,86

-De leerlingen werken op betrokken wijze aan hun taak (2,86) -De leerlingen zijn actief gericht op leren (2,86) - Er is goede individuele betrokkenheid van leerlingen bij de instructie (2,86)


47

Oudervragenlijst Beleidsterrein 1. Kwaliteitszorg VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016


Mogelijke verbeterpunten -De ouders spreken positief over de school (2,96 t.o.v. 3,13 in 2011) - De school vraagt regelmatig wat ik verwacht van de school (2,97) -De school vraagt regelmatig of ik tevreden ben over de school (2,90) - Op school wordt voldoende aandacht besteed aan andere culturen (2,77)

2. Aanbod VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016 3.Tijd

3,25 (3,09 in 2011)

3,45 (2,96 in 2011)

Geen directe verbeterpunten.

4.Pedagogisch Handelen

3,43 (3,16 in 2011)


5.Didactisch Handelen

3,43 (3,30 in 2011)


6.Afstemming

3,57 (3,32 in 2011)


7.Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen

3,51 (3,30 in 2011)


8. Schoolklimaat

3,44 (3,32 in 2011)


9.Zorg en begeleiding (en toetsinstrumenten)

3,38 (2,92 in 2011)


10.Opbrengsten

3,33 (3,06 in 2011)


11. Sociale veiligheid 12. Incidenten

3,47 3,36

Geen directe verbeterpunten Geen directe verbeterpunten


48

Leerlingvragenlijst Beleidsterrein 1. Kwaliteitszorg VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016


Mogelijke verbeterpunten -De juffrouw/meester vraagt of ik tevreden ben over de school (2,69) - De juffrouw/meester vraagt of ik de lessen leuk vind (2,65) -De juffrouw/meester vraagt wat er anders moet in de klas (2,80) -De juffrouw/meester vertelt wat zij/hij anders en beter wil gaan doen (2,67). - Leerlingen mogen meepraten en meedenken over allerlei schoolzaken (2,54). -De juffrouw/meester houdt rekening met onze wensen, met wat wij willen of denken (2,80). -De juffrouw/meester besteed tijd aan het werken op de computer (2,96) - De juffrouw/meester besteed aandacht aan muziek (2,86) -De meester of juffrouw helpt je als dat nodig is / je hoeft niet lang te wachten (2,88) -De juffrouw / meester zorgt ervoor dat alle spullen klaarliggen (2,94)

2. Aanbod

3,23 (3,04 in 2011)

3.Tijd

3,15 (3,05 in 2011)

4.Pedagogisch Handelen

3,27 (3,23 in 2011)

-Ik ga met plezier naar school (2,75)

5.Didactisch Handelen

3,21 (3,23 in 2011)

6.Afstemming

3,57 (3,32 in 2011)

-De juffrouw of meester laat ons zelf werk kiezen (2,28) Geen directe verbeterpunten

7.Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen

3,51 (3,30 in 2011)


8. Schoolklimaat

3,28 (3,17 in 2011)

9.Zorg en begeleiding (en toetsinstrumenten)

3,29 (3,29 in 2011

-De school organiseert activiteiten na schooltijd (2,49) Geen directe verbeterpunten

10.Opbrengsten

3,33 (3,06 in 2011)


11. Sociale veiligheid 12. Incidenten VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016 13. Sociale competenties 14. Democratisch handelen VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016 15. Deelname aan de samenleving (weten) VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016

3,34 3,25

Geen directe verbeterpunten Op school wordt gezorgd dat ik geen last heb van pesten via internet of sms (2,69)

3,53 3,16

Geen directe verbeterpunten -Ik weet wat democratisch handelen inhoudt (2,42) - Ik weet hoe ons land geregeerd wordt (2,84) - Ik kan ruzies uitpraten (2,96) - Ik ben actief lid van 1 of meerdere clubjes (verenigingen)

3,23


49

16. Omgaan met verschillen (weten) VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2015/2016 17. Culturele ontwikkeling (weten) VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2016/2017

3,19

- Ik ken de verschillen tussen een aantal godsdiensten / levensovertuigingen / geloven (2,92)

2,89

18. Wereldburgerschap VERBETERPUNTEN STAAN CENTRAAL IN SCHOOLJAAR 2016/2017

2,87

-De leerlingen weten van kunst en cultuur (2,84) -De leerlingen kennen meerdere musea (2,88) -De leerlingen maken culturele uitstapjes (2,74) -De leerlingen bezoeken theaters en/of musea (2,65) -De leerlingen vinden het belangrijk iets te weten van kunst en cultuur (2,73) -Ik geef een deel van mijn zakgeld aan goede doelen of aan mensen die getroffen zijn door een ramp (2,04) -Ik lees boeken over andere landen en culturen (2,48) - Ik ben zuinig met water, licht en papier (2,88)


50

5.8 Het evaluatieplan In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. Dit schema is gemaakt onder voorbehoud. Het kan zijn dat er op stichtingsniveau bepaalde thema’s worden gekozen die gescoord moeten worden. Dat is tot nu toe nog niet het geval. Ook als het nieuwe waarderingskader door de inspectie officieel is vastgesteld, op basis van portretten, kan er ook inhoudelijk afgeweken worden van het onderstaande schema. Per jaar stellen we de thema’s / standaarden vast die beoordeeld / geëvalueerd worden.

Meerjarenplanning 2015-2019 Quick Scan (mei)

2015-2016 [mei 2016]

2016-2017 [mei 2017]

2017-2018 [mei 2018]

2018-2019 [mei 2019]

*Beroepshouding

* Kwaliteitszorg actief burgerschap

*Tijd

*HGW in de groep

*Klassenmanagement

*Aanbod actief burgerschap

*pedagogisch handelen

*HGW op school

*Actieve rol leerlingen

*Levensbeschouwing

*interne communicatie

*OGW RW

*Afstemming

*Aanbod

*schoolleiding

*automatiseren RW

*ICT

*didactisch handelen

* contacten met ouders

*externe contacten

*Taalleesonderwijs

*rekenen en wiskunde

* wetenschap en techniek

*integraal personeelsbeleid

kwaliteitszorg

schoolklimaat

Zelfevaluatie

Uitvoeren van een zelfevaluatie 1 maand voor het inspectiebezoek Zelfevaluatie gebaseerd op de nieuwe standaarden (pilot inspectie)

Diagnoses (mei)

Opbrengsten

Zorg en begeleiding

Vragenlijsten Tevredenheid (mei)

Gesprek ouders / leerlingen

Oudervragenlijst, leerkrachtvragenlijst, leerlingvragenlijst.

Vragenlijsten

Gesprek ouders / leerlingen

Onderdeel van oudervragenlijst,


51

Veiligheid (mei)

leerkrachtvragenlijst, leerlingvragenlijst

Audits

Kaarten (maken)


52

6. Schoolontwikkelplan voor de komende vier jaar Voor het vaststellen van de onderstaande (mogelijke) verbeterpunten is o.a. gebruik gemaakt van: a. Het strategisch beleidsplan van de mijnplein en de uitslagen en analyses van: a. Het meest recente inspectierapport b. Diverse Quick Scans (WMK) c. De oudervragenlijst (juni 2015) d. De leerlingenvragenlijst (juni 2015) e. De leerkrachtvragenlijst (juni 2015) Op basis van de resultaten van de inventarisatie is bepaald wanneer welke veranderingsonderwerpen verder besproken en uitgewerkt moeten worden. Deze meerjarenplanning ziet er voor onze school als volgt uit: Onderwerpen 2015/2016 Teamnascholing en het toepassen van X VierKeerWijzer a.d.h.v. thema’s in de groepen Zichtbaar maken van onze visie en missie in X de school en in communicatie met ouders. Leerkrachten werken volgens de visie en X missie van de school en dit is herkenbaar in dagelijkse handelen van leerkrachten. Borgen en verder implementeren van X ingezette ontwikkelingen en doorgaande lijnen waaronder systeemdenken in relatie tot lezen met begrip en het toepassen van vormgevers. De scores van de tussentoetsen van Cito en X de scores van de eindtoets primair onderwijs ligt op of boven de inspectienorm. Scoren van diverse Quick scans en een X schooldiagnose waaronder Beroepshouding, Klassenmanagement, Actieve rol leerlingen, Afstemming, ICT, Taalleesonderwijs en de schooldiagnose opbrengsten. Scoren van diverse Quick scans en een schooldiagnose waaronder Kwaliteitszorg, actief burgerschap, Aanbod actief burgerschap, Levensbeschouwing, Aanbod, didactisch handelen, rekenen en wiskunde en de schooldiagnose zorg en begeleiding Scoren van diverse Quick scans en een schooldiagnose waaronder Tijd, pedagogisch handelen, interne communicatie, schoolleiding, contacten met ouders, wetenschap en techniek en de schooldiagnose kwaliteitszorg

2016/2017 X

2017/2018 X

2018/2019 X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X


X

53

Scoren van diverse Quick scans en een schooldiagnose waaronder HGW in de groep, HGW op school, OGW RW, automatiseren RW, externe contacten, integraal personeelsbeleid en de schooldiagnose schoolklimaat Uitbreiding Taakspel tot anti pest methode Oudervragenlijst Leerlingenvragenlijst Leerkrachtvragenlijst Verbeterpunten uitvoeren vanuit de oudervragenlijst en leerlingenvragenlijst

X

X

X

X

X

X X X X

Dit schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per schooljaar wordt vervolgens het vorige schema meer gedetailleerd weergegeven. Voor het eerste jaar vormt het een onderdeel van het schoolplan. Voor de overige jaren wordt dit als losse bijlage (zie bijlage 1) bij het schoolplan aan bestuur en inspectie gestuurd. Deze verbeterdoelen worden dan uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.


54


55

Bijlage 1: Verbeterplan 2015/2016 Uitwerking van verbeterpunten en ontwikkelpunten Aan de hand van onderstaande verbeterpunten, maakt de directeur een vergaderoverzicht. Daarin staat vermeld, wat er wanneer aan bod komt en welke soort vergadering het betreft. Op die manier borgen we dat we onze voorgenomen verbeterpunten aan bod laten komen. In de evaluatievergadering aan het einde van het schooljaar (en bij extra tussenevaluaties op het gebied van nieuwe onderwerpen), evalueren we of we alles (voldoende) hebben behandeld en wat er voortvloeiend uit het huidig schooljaar, mee moet worden genomen naar het volgend schooljaar. Tevens leggen we weer verantwoording af aan de MR, het algemeen bestuur en de inspectie van het onderwijs, in een nieuw jaarverslag. (Verbeter)onderwerp

Wanneer aan bod?

Doel

Hoe, en Wie (betrokkenen)?

VierKeerWijzer (principes van meervoudige intelligentie = MI)

Gehele schooljaar 2015/2016

Hoe: Door het volgen van een teamnascholing VierKeerwijzer Wie: Marco Bastmeijer (trainer VierKeerWijzer) teamleden school, kinderen, ouders

Zichtbaar maken van de (vernieuwde) visie en missie

1e helft 2015/2016

Uitvoeren van de visie en missie van de school


Creëren van een zinvolle en betekenisvolle leeromgeving voor kinderen, ruimte bieden om te werken aan verschillende talenten / intelligenties Uitgangspunten van ons onderwijs en de kernwaarden fysiek zichtbaar maken in de school. Leerkrachten werken volgens de visie en missie van de school en dit is herkenbaar in (dagelijkse) handelen van leerkrachten.

Hoe wordt het vastgelegd/ geborgd?* Het voorbereiden, het uitvoeren en het evalueren van de thema’s vormgegeven door de principes van meervoudige intelligentie zijn gepland ( 4 x drie weken)

Hoe: digitaliseren van de uitgangspunten en kernwaarden van ons onderwijs en de inhoud ervan weergeven in de school Wie: Tamara, directeur, klusjesman

Zichtbaar maken in de school

Hoe: Op basis van de principes van MI en op basis van de missie en onze kernwaarden creëren de leerkrachten een omgeving waarin ruimte wordt geboden voor talentontwikkeling. Wie: Marco Bastmeijer (trainer VierKeerWijzer), teamleden, coaching VierKeerWijzer door Tamara

De werkgroep visie en missie ondersteunt, stimuleert en ziet toe op het concretiseren van onze visie en missie in leerkrachtgedrag. De werkgroep bewaakt de het juist vertalen in de praktijk o.a. door observaties en gesprekken.


56

(Verbeter)onderwerp

Wanneer aan bod?

Doel


Schoolmotto: Broedplaats voor talent


Gezamenlijk inhoud geven aan schoolmotto: Broedplaats voor talent. Leeromgeving creëren waarin ruimte wordt geboden voor verschillende talenten / intelligenties, gezamnelijk

systeemdenken in relatie tot lezen met begrip en het toepassen van vormgevers.


Borgen van ingezette ontwikkelingen betreft; - Met sprongen vooruit in relatie tot Pluspunt.


Borgen en verder implementeren van ingezette ontwikkelingen rondom systeemdenken en lezen met begrip ‘Met sprongen vooruit’ is ingebed in de rekenmethode.

Hoe: beschrijven wat het team verstaat onder ‘Broedplaats voor talent’ en deze beschrijving digitaliseren en weergeven in de school. Toepassen van de principes van meervoudige intelligentie in het onderwijs (teamnascholing VierKeerWijzer is het middel). Wie: Marco Bastmeijer (trainer VierKeerWijzer, werkgroep visie en missie, teamleden, kinderen, professionele leergemeenschap stichting mijnplein, klusjesman Hoe: alle leerkrachten werken volgens afspraak aan de ingezette ontwikkelingen Wie: teamleden, kinderen

Begeleiden van tijdelijk personeel


Opvangen en begeleiden van tijdelijk en/of nieuw personeel, zodat de kwaliteit van het

Hoe: op basis van de rekenkalenders ‘Met sprongen vooruit’ maken we als tem afspraken hoe vaak we ‘Met sprongen vooruit’ minimaal toepassen in het onderwijs. Wie: teamleden, reken coördinator, kinderen, scholing ‘Met sprongen vooruit’.

Hoe: praktijkbegeleiding, gesprekken, klassenbezoeken. Wie: directe begeleiding op de werkvloer door Gerrie, Sanne, Miranda, Esther, Tamara en begeleiding van de directeur, en


Hoe wordt het vastgelegd/ geborgd?* Bij het voorbereiden van de 4 thema’s opdrachten / kaarten maken waarbij meerdere intelligenties/ talenten aan bod komen.

De werkgroep lezen bewaakt en borgt de gemaakt afspraken rondom systeemdenken en het gebruik van vormgevers. De werkgroep stuurt, ondersteunt en maakt de uitvoering bespreekbaar tijdens teamoverleg, werkoverleg. Op het dag – en weekrooster wordt ‘Met sprongen vooruit’ ingeroosterd. Door middel van observaties, gesprekken stimuleert, ondersteunt de reken coördinator de inhoudelijke uitvoering van ‘Met sprongen vooruit’. Begeleiding is weggezet in taakbeleid bij leerkrachten die hiermee te maken hebben. Doorgaande lijn en afspraken worden met regelmaat besproken

57

Verbeter)onderwerp

Wanneer aan bod?

onderwijs gewaarborgd blijft Doel Een programma kiezen en opstellen met als doel om pesten effectief te bestrijden. Creëren van een veilig schoolklimaat.

intern begeleider Hoe, en Wie (betrokkenen)?

School brede invoering van Taakspel als anti pest methode

Vanaf najaar 2015 tot einde schooljaar

Hoe: Mogelijkheden om Taakspel in de huidige vorm uit te bouwen als anti pest methode wordt verkend. Betrokkenen: werkgroep sociaal emotioneel, intern begeleider, teamleden, kinderen, begeleider Ambelt .

Werken met Kwaliteitskaarten (WMK) Verbeterpunten vanuit de diverse vragenlijsten De verbeterpunten vanuit de drie vragenlijsten zijn in meer uitgebreide vorm te lezen in de bijgevoegde bijlagen die hierna te lezen zijn. Werken met Kwaliteitskaarten (WMK)

Staat centraal in het gehele schooljaar 2015/2016

De kwaliteit van het onderwijs bewaken.

Hoe: Uitvoeren van gekozen verbeterpunten Betrokkenen: directie, team, stuurgroep ouderpanel, leerlingenraad

2015/2016

De kwaliteit van het onderwijs bewaken.

Hoe: Scoren, analyseren en eventuele verbeterpunten opstellen t.o.v. een aantal Quick Scans en of schooldiagnoses Betrokkenen: directie, team

op formele en informele overlegmomenten. Hoe wordt het vastgelegd/ geborgd?* Met hulp van een extern deskundige maken we afspraken over het uitvoeren van taakspel als anti pest programma in de school. De werkgroep en de intern begeleider stellen in overleg met het team een jaarplan op hoe Taakspel als anti pest methode gebruikt wordt op de school. De Intern begeleider kijkt mee in klassen, filmt, coacht en ondersteunt de leerkrachten. De werkgroep draagt zorg voor het agenderen en bespreekbaar maken van dit onderwerp tijdens vergadermomenten. Via nieuwsflitsen, mailverkeer, in teamvergaderingen en in leerlingenraadsvergadering legt de directie verantwoording af over de voortgang en realisatie van de gekozen verbeterpunten

Teambreed bespreken van de scores op teamvergaderingen en het team betrekken in het opstellen van eventuele verbeterpunten. * Hoe wordt het vastgelegd? In ieder geval worden alle genoemde ontwikkel – en/of verbeterpunten elk jaar besproken op de evaluatie – en planningsvergadering aan het einde van het schooljaar.


58

Jaarplan Passend Onderwijs (Verbeter)onderwerp

Wanneer aan bod?

Doel


Passend onderwijs

Schooljaar 2015/2016. Mogelijk beslismoment februari / maart 2016

Passend onderwijs verkennen bij deelregio 2304 (Veld, Vaart en Vecht).

Hoe: verkennen van 2304 (Veld, Vaart en Vecht): - door het bijwonen van het IB netwerk van 2304 op 23 september 2015 door Tamara. Het bijwonen van de overige IB netwerk bijeenkomsten is op basis van de inhoudelijk agenda. Tamara draagt er zorg voor vroegtijdig op de hoogte te zijn van thema’s. - door het bijwonen van studiedagen directie en IB op wo 11 november 2015 en wo 6 april 2016. - Tamara belegt een gesprek met diverse betrokkenen bij deelregio 2304 op zicht te krijgen op de zorgstructuur, de CAT en de ‘sociale kaart’. - Inhoud van ons opgestelde schoolondersteuningsprofiel (sop) vanuit deelregio 2305 vergelijken met de inhoud van deelregio 2304. -medewerkers van de St.Cyriacusschool kunnen gebruik maken van het nascholingsaanbod uiteengezet door SWV Veld, Vaart en Vecht. Wie: Tamara vanuit haar taak als intern begeleider, Ruben als directeur van de school, diverse betrokkenen bij onder andere 2304 en 2305.

Op het gebied van passend onderwijs inhoudelijk aan blijven sluiten bij 2305 (deelregio Salland).

Hoe wordt het vastgelegd/ geborgd?* Ervaringen worden zowel door Tamara als door Ruben digitaal vastgelegd, zodat er een ervaringsdossier wordt opgebouwd. Tevens praat Ruben de MR bij op het MR overleg en deelt zodoende de opgedane ervaringen. De MR wordt betrokken bij het besluit.

Hoe: Inhoudelijk aan blijven sluiten bij deelregio 2305 (Sallandse kamer): - door het bijwonen van directie en IB netwerkbijeenkomsten. - door het bijwonen van in principe alle IB netwerk bijeenkomsten. Wel afhankelijk van het aantal IB bijeenkomsten dat Tamara bij deelregio 2304 bijwoont. -team kan gebruik maken van het nascholingsaanbod opgezet door EPOS (expertisecentrum passend onderwijs salland) Wie: Jan Scholten, Tamara, Ruben,


59

In 2016 besluit nemen in overleg met MR bij welke deelregio we pons als school aansluiten.

Hoe: Besluit nemen aansluiten deelregio. - in oktober 2015 gesprek beleggen met IB en directeur basisschool Sancta Maria uit Lettele. Bevragen op ervaring overstap naar andere deelregio Sine Limite (Deventer). - februari/maart 2016 gesprek beleggen met Gert van Tol (coördinator 2304) en Maarten Bauer (voorzitter college van bestuur mijnplein) om ervaring uit te spreken en een besluit te nemen in welk construct en bij welke deelregio St.Cyriacusschool de komende jaren aansluit wat betreft passend onderwijs. Wie: Gert van Tol, Maarten Bauer, directie en IB Sancta Maria, Tamara, Ruben, MR


60

Gekozen verbeterpunten voor schooljaar 2015/2016 n.a.v. de oudervragenlijst Verbeterpunt 1. Domein: Kwaliteitszorg - De ouders spreken positief over de school (2,96 t.o.v. 3,13 in 2011) - De school verwacht regelmatig wat ik verwacht van de school (2,97) -De school vraagt regelmatig of ik tevreden ben over de school (2,90). 2.Domein: Aanbod - Op school wordt voldoende aandacht besteed aan andere culturen (2,77).

Borging 1. Op de ouderpanelbijeenkomst in schooljaar 2015/2016 worden de ouders in de gelegenheid gesteld te reageren op de uitkomsten van dit domein. De avond wordt inhoudelijk voorbereid door de stuurgroep ouderpanel. De school wil vooral de indicator ‘De ouders spreken positief over de school’ verder analyseren. Zeker ook omdat in dezelfde vragenlijst ouders ook aangeven tevreden te zijn met de schoolkeuze (3,62).

2. De directeur schrijft in het eerste deel van schooljaar 2015/2016 een nieuw beleidsstuk wat betreft de kwaliteitszorg en het aanbod van burgerschap en integratie. Aandacht besteden aan andere culturen is een onderdeel van het beleidsstuk.


61

Gekozen verbeterpunten voor schooljaar 2015/2016 n.a.v. de leerlingenvragenlijst Verbeterpunt 1. Domein: Kwaliteitszorg -De juffrouw/meester vraagt of ik tevreden ben over de school (2,69) - De juffrouw/meester vraagt of ik de lessen leuk vind (2,65) -De juffrouw/meester vraagt wat er anders moet in de klas (2,80) -De juffrouw/meester vertelt wat zij/hij anders en beter wil gaan doen (2,67). - Leerlingen mogen meepraten en meedenken over allerlei schoolzaken (2,54). -De juffrouw/meester houdt rekening met onze wensen, met wat wij willen of denken (2,80). 2.Domein: Democratisch handelen - Ik weet wat democratisch handelen inhoudt (2,42) - Ik weet hoe ons land geregeerd wordt (2,84)

Borging 1.Al deze items krijgen in ieder geval een plek tijdens de kindgesprekken die de leerkrachten minimaal twee keer per jaar individueel uitvoeren. Daarnaast maken leerkrachten aan de groep duidelijk wat ze in dit schooljaar anders en/of beter willen doen (plan op papier). Leerkrachten creëren groepsgesprekken waarbij kinderen mogen meepraten en meedenken. Het meedenken en mee praten krijgt ook absoluut vorm in de leerlingenraad.

3.Incidenten - Op school wordt gezorgd dat ik geen last heb van pesten via internet of sms (2,69) - Ik kan ruzies uitpraten (2,96)

3. In schooljaar 2015/2016 verkennen we of we onder begeleiding van een extern deskundige Taakspel in de huidige vorm kunnen uitbouwen tot anti pest methode en op die manier ook aandacht kunnen schenken aan digitaal pesten en kinderen meer handvatten geven hoe ruzies uitgepraat kunnen worden.

2.In de groepen 7 en 8 wordt er in ieder geval aandacht besteed aan Prinsjesdag. De leerkracht van groep 7 en 8 bepaalt aan het begin van het schooljaar 2015/2016 hoe zij verder inhoud geeft aan democratisch handelen.


62

Gekozen verbeterpunten voor schooljaar 2015/2016 n.a.v. de leerkrachtenvragenlijst Verbeterpunt 1. Domein: Aanbod - Op school werken we in voldoende mate thematisch (2,60). - Op school werken we in voldoende mate projectmatig (2,60). - We besteden voldoende aandacht aan andere culturen (2,20). 2. Domein: afstemming -We bieden de leerlingen voldoende keuzemogelijkheden (2,60). 3.Domein: Didactisch handelen -De school vormt een uitdagende leeromgeving (2,60).

4. Domein: actieve en zelfstandige rol leerlingen - De leerlingen hebben de verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkeling (2,86) Diverse Quick scans. 5.Domein: Zorg en begeleiding - De school beschikt over een goede orthotheek (2,67) - De school beschikt over heldere

Borging -Het thematisch en projectmatig werken krijgt vorm in onze organisatievorm VierKeerwijzer. We werken in schooljaar 2015/2016 vier x drie weken aan een thema / project.

We willen onder andere aandacht besteden aan andere culturen door middel van geplande uitstapjes. -Hoe we om willen gaan met andere culturen krijgt ook vorm in het beleidsstuk burgerschap en integratie.

-Door onze organisatievorm VierkeerWijzer worden er diverse opdrachten aangeboden om aan verschillende talenten / intelligenties te werken. Kinderen mogen kiezen hoe ze een bepaald thema uitwerken en welke talenten / intelligenties daarbij centraal staan.

-Door onze organisatievorm VierkeerWijzer worden er aan de hand van thema’s diverse opdrachten aangeboden om aan verschillende talenten / intelligenties te werken. Kinderen mogen kiezen hoe ze een bepaald thema uitwerken en welke talenten / intelligenties daarbij centraal staan. Dit vraagt een leeromgeving die veelzijdig en betekenisvol is voor de kinderen. In de voorbereiding van de thema’s staat de uitdagende leeromgeving centraal.

-Door de organisatievorm VierKeerWijzer krijgen de leerlingen de verantwoordelijkheid om op ‘eigen wijze’ te werken aan bepaalde thema’s en eigen talenten / intelligenties. Het proces voor de leerlingen om deze verantwoordelijkheid eigen te maken is minstens zo belangrijk als het eindproduct. Ze leren tevens presenteren en communiceren.

- Onder leiding van de intern begeleider wordt in schooljaar 2015/2016 de huidige orthotheek opnieuw ingericht, zodat het voor leerkrachten meer toegankelijk wordt. - De huidige protocollen wat betreft verkorten of een groep overslaan en het protocol ‘verlengen’ of zittenblijven krijgen onder


63

procedures voor verkorten of een groep overslaan (2,78). - De school beschikt over heldere procedures voor verlengen of zittenblijven (2,90). - Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd (2,57) HGW in de geroep; losse Quick scan

aanvoering van de intern begeleider een update.

- Leerkrachten evalueren met de leerlingen of het doel van de les gerealiseerd is (2,43) OGW; losse Quick scan

- Tijdens klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde nabesprekingen is het benoemen van leerdoelen en het evalueren van doelen een vast item.

6.Domein: opbrengsten

6. Het scoren boven de landelijke norm op basis van de Eindtoets primair onderwijs en de tussentoetsen van Cito is een belangrijk doel in schooljaar 2015/2016 en volgende jaren. De opbrengsten worden systematisch geanalyseerd door leerkrachten, directeur en intern begeleider.

7.Kwaliteitszorg: burgerschap en integratie - De school beschikt over een visie op burgerschap en integratie (2,50) -Onze visie is vertaald in concrete doelen (2,50) -De school biedt burgerschap en integratie planmatig aan / beredeneerd aanbod (2,75)

- Het zorgvuldig evalueren van groepsplannen is een speerpunt voor de intern begeleider en de leerkrachten tijdens de formele groepsbesprekingen. Onder aanvoering van de intern begeleider wordt duidelijk gemaakt hoe er inhoudelijk in het groepsplan geëvalueerd dient te worden. De intern begeleidster zier hier op toe.

-De directeur van de school schrijft in schooljaar 2015/2016 een visiestuk burgerschap waarin de genoemde indicatoren worden opgenomen en vertaald.


64

Bijlage 2 Kengetallen: Zie jaarverslag bijlage 4.


65

Bijlage 3 opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze afspraken (zie kwaliteitskaart) zijn: a. b. c. d. e. f. g.

De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs


66

Bijlage 4 Jaarverslagen / evaluaties

Jaarverslag 2014/2015 Schoolmotto: Samen op het kind gericht Inleiding In dit jaarverslag over schooljaar 2014/2015 leggen we verantwoording af over de door ons geplande en gerealiseerde onderwijsontwikkelingen en andere noemenswaardige schoolse zaken. Personeel: Net als de twee voorgaande schooljaren zijn de leerkrachten verdeeld over 5 groepen. Het betrof een groep 1/2, een groep 3/4, een groep 5/6, een groep 7 en een groep 8. De groepen 3 / 4 en 5 / 6 werden op diverse momenten gesplitst om vooral zorg te dragen voor instructie en directe feedback op het werk van kinderen. We kozen dit jaar bewust voor het koppelen van leerkrachten aan veelal dezelfde groepen als het jaar ervoor. Juffrouw Tonny stopte met werken per 1 november 2015. Juffrouw Tamara nam haar taak als intern begeleider voor 1 dag in de week over. Juffrouw Chantal Arends werd daardoor voor 1 dag ‘aangesteld’ als leerkracht van groep 1 / 2. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage op onze school lag in 2013 met 0,8 % een flink stuk lager dan het mijnplein gemiddelde van 4,42 %. Sterker nog, dit was het laagste verzuimpercentage van alle scholen binnen onze stichting. Ook in 2014 lag het ziekteverzuimpercentage op onze school met 0,9 % ruim onder het gemiddelde van mijnplein en het landelijk gemiddelde. Het is bijzonder prettig voor mij als directeur, maar vooral erg prettig voor de kinderen en ouders dat de leerkrachten in 2014 weer weinig ziek zijn geweest. Kulturhus/Stichting Duurzaam Hoonhorst Samen met heel wat partijen en gesprekspartners is en blijft de school actief betrokken bij de ontwikkelingen van een Kulturhusconcept in Hoonhorst. Doel: Een vitaal en duurzaam Hoonhorst. Financiën In 2015 is, zoals gepland en begroot, de school aan de binnenkant compleet geschilderd en gesausd. De bruine kozijnen die het hele beeld van de school bepaalden zijn nu verleden tijd. Na de duurzaamheidsoperatie in 2013 en het schilderwerk in 2015 tref je een solide en fris schoolgebouw aan waar we nog jaren plezier van kunnen hebben. De spelmaterialen in de speelzaal waren sterk verouderd en hebben een nieuwe impuls gekregen. Het meubilair in de kamer van de intern begeleider is zoals gepland vernieuwd en ook de stoelen in de directiekamer zijn vernieuwd. Er zijn kasten en zitkussens aangeschaft voor de schoolbibliotheek. Op ICT gebied is er vooral geïnvesteerd in het creëren van een draadloze internetverbinding (wifi) in de gehele school. De inbraaksignalering is omgebouwd en de telefooninstallatie is aangepast voor VOIP (bellen via internet). Aanpassingen aan het dak ten behoeve van de veiligheid, nieuwe zonwering, een nieuwe leesmethode voor groep 3 en het verbouwen van de ruimte achter de speelzaal zijn door diverse verklaarbare redenen dit jaar niet uitgevoerd.


67

Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI & E) Juffrouw Gerrie is de preventiemedewerker van de school. Op stichtingsniveau is er begin 2014/2015 een nieuw instrument gepresenteerd waarmee de preventiemedewerkers de RI & E weer kunnen uitvoeren. Door de gehele verduurzaming van het schoolgebouw en de adequate inzet van onze klusjesman zijn er vanuit de gehele RI & E meting geen grote nieuwe actiepunten ontstaan. De actiepunten die er zijn worden in samenspraak met klusjesman getracht te verhelpen. Aantal leerlingen De leerling telling op 1 oktober laat voor onze school een verwachte dalende trend zien. Werkelijke leerlingaantallen en leerlingenaantallen op basis van de schoolprognose 1 1-101-101-101-101-101-101-102012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 136 131* 118* 108* 100* 97* 97*

1-102019 92*

Het overgrote deel van de kinderen uit de voedingsgebieden, waaronder de kern Hoonhorst, gaat naar de St.Cyriacusschool. 2008 liet een “hoogtepunt” zien wat betreft het aantal leerlingen op de St.Cyriacusschool (152). Het aantal leerlingen loopt de komende jaren zichtbaar terug. Dit heeft te maken met het feit dat we ook in 2015/2016 een groep van rond de 20 leerlingen uitschreven, omdat ze naar het voortgezet onderwijs gingen. Afgezet tegen het aantal verwachte aanmeldingen van 10 tot 12 leerlingen per jaar, zakken we dus de komende jaren in leerlingen aantallen. Ten eerste omdat er niet meer aanwas komt uit het voedingsgebied voor onze school. Ten tweede omdat een klein deel van de nieuwe ouders kiest voor de nabijgelegen basisschool iets buiten het dorp. Zorg binnen de school Inleiding Per 1 november 2014 heeft onze voormalige intern begeleidster afscheid genomen van onze school. Vanaf deze datum is Tamara Huizinga benoemd tot intern begeleidster van de St. Cyriacusschool. Voorafgaand aan deze wisseling heeft Tonny Mestebeld in de periode september 2014 t/m oktober 2014 Tamara Huizinga begeleid en voorbereid op haar taak als intern begeleidster. Er kan teruggekeken worden op een warme overdracht en mede daardoor heeft Tamara Huizinga een doorgaande lijn, met betrekking tot zorg, kunnen realiseren. Terugblik op de zorg binnen de St. Cyriacusschool Dit zegt de inspectie (inspectierapport juni 2013): Het systeem om de vorderingen van leerlingen te signaleren is op orde. Er vindt regelmatig overleg plaats over de uitkomsten van de toetsen. De school heeft de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in de analyse, de planmatige uitvoering en de evaluatie van de zorg. Ook is men gaan werken met groepsplannen. De inspectie beoordeelt de analyse echter nog als onvoldoende, omdat de kwaliteit van de analyse in veel groepsplannen nog scherper kan. De school moet duidelijker in beeld brengen wat de aard van de zorg is. De planmatigheid van de zorg is voldoende. De inspectie constateert dat de school aantoonbaar nagaat of de doelen of extra zorg gerealiseerd is. Die evaluaties leiden tot beredeneerde keuzes voor het vervolgtraject. Ondanks dat het inspectierapport is opgemaakt in juni 2013, zijn er nog een aantal onderwerpen actueel en verdienen verbetering. Vooral gaat het dan om de onderstaande onderwerpen: De analyse van de groepsplannen kan nog scherper en daarmee verdient ook de evaluatie van de groepsplannen extra aandacht. In het schooljaar 2015-2016 wordt de evaluatie op de groepsplannen als speerpunt gezien.

1

Schoolprognose, daarbij de gemeentelijke prognose in acht genomen kijkend naar de voedingsgebieden van verschillende wijken rondom de school. De schoolprognose gaat er vanuit dat er na 01-10-2012 de komende jaren jaarlijks genomen 10 kinderen instromen op de St.Cyriacusschool.


68

Onze school: In het schooljaar 2014-2015 is er opnieuw hard gewerkt aan de kwaliteit van de analyse van de groepsplannen en de bijbehorende opbrengsten. De analyse formulieren zijn in dit schooljaar aangepast en de nadruk is meer te komen liggen op leerkrachtgedrag en reflectie. Kritisch naar jezelf kijken en daarop acties formulieren is lastig gebleken. Voor het komend schooljaar zal dat ook een speerpunt blijven. In dit schooljaar is gebleken dat de leerkrachten goed in staat zijn om zelfstandig de Cito-gegevens te analyseren en vervolgens te bespreken met de ib ’er en de directeur. In maart 2015 zijn de analyses besproken in een plenaire zorgvergadering aan de hand van een datamuur. De datamuur hebben we gericht op het vak begrijpend lezen. Vanuit deze team brede analyse zijn er nieuwe doelen en afspraken geformuleerd. Om te blijven groeien en om de focus te houden op begrijpend lezen hebben we het onderstaande afgesproken: Focus houden op begrijpend lezen/luisteren; Verdiepen in de leerlijnen en vooruit kijken naar de komende Cito-toetsen (wat wordt er van de kinderen gevraagd en hoe kunnen de kinderen daarop voorbereid worden); Leesstrategieën visueel maken; Afspraken maken met jezelf: hoe/wat/wanneer zet ik het modelen (hardop denktechniek) in? Cito-hulpboeken ook in het tweede helft van het schooljaar inzetten Vormgevers: levend houden en elkaar enthousiasmeren voor bepaalde vormgevers; Transfer leesstrategieën naar andere vakken Op stichtingsniveau keken veel scholen vol interesse naar ons verbetertraject ‘Lezen met begrip’. Door samenwerking, uitwisselen van kennis en ervaring op stichtingsniveau hebben we onze ervaringen gedeeld. Groepsbesprekingen In het afgelopen schooljaar hebben we vier keer een groepsbespreking gevoerd. Deze groepsbesprekingen hebben in oktober, februari, april en juni plaatsgevonden. De groepsbesprekingen in oktober en april hebben een HGW-agenda. Daarbij hebben we voornamelijk gekeken naar de groep, individuele leerlingen en de hulpvragen van de leerkrachten. De groepsbesprekingen in februari en juni hebben een OGW-agenda waarbij vooral gekeken wordt naar de opbrengsten en de gegevens uit LOVS worden geanalyseerd. We kijken terug op waardevolle en zinvolle groepsbesprekingen waarvoor alle leerkrachten zich goed hebben voorbereid. We hebben geprobeerd om aan de hand van nieuwe agenda’s en gespreksonderwerpen meer structuur aan te brengen in de groepsbesprekingen. Deze agenda’s zijn steeds een week van tevoren verspreid waardoor de leerkrachten zich goed konden voorbereiden. De nieuwe structuur is goed bevallen en het werken met gespreksonderwerpen wordt voor het komende schooljaar voortgezet. Opbrengsten en acties Als school kijken we altijd terug naar de opbrengsten op de eindtoets in groep 8. De leerkracht uit groep 8 heeft samen met de ib’ er en de directeur de resultaten geanalyseerd en besproken. We constateren dat de opbrengsten in groep 8 een dalende trend laten zien. Dat heeft onze aandacht ook weer in schooljaar 2015/2016. Tabel CITO-Eindtoets (groep 8) Jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Schoolscore Standaard score 536,6 538,0 537,9 536,7 535,0 534,0 533,3

Landelijk gemiddelde 534,9 535,0 535,1 535,1 534,7 534,4 534,8


69

Opbrengsten OGW De tegenvallende resultaten op de cito eindtoets hebben er onder andere toe geleid dat er een overleg is geweest, samen met groepsleerkrachten groep 7 en 8, directie en ib ‘er, om een doelgericht plan op te stellen. Samen hebben we het onderstaande afgesproken voor schooljaar 2015/2016. We bereiden de kinderen van groep 8, kijkend naar de vakgebieden, waarop cito toetst, zo optimaal mogelijk voor. Dat betekent: nauwkeurige analyse van de entreetoets ook in relatie tot scores LOVS en trendanalyses. Analyseren van de vakken rekenen, spelling, begrijpend lezen en eventueel onderliggende redenen: methodes, leerlingen, leerkracht. Waar kunnen we invloed uitoefenen? Uitstroom Tabel Adviezen voortgezet onderwijs Advies 20082009 PRO (praktijkonderwijs) 1 VMBO-KB (kader/beroeps) 3 VMBO-KL/TL (kader/theoretisch) VMBO-GL/TL 1 (gemengd/theoretisch) VMBO-T/Havo 2 (theoretisch/havo) HAVO Havo/VWO 8 (voortgezet wetenschappelijk onderwijs) VWO Gymnasium 2

20092010

20102011

1

20112012

20122013

20132014

1

1

6 2

20142015 2 2 2

2

3

4

3

3

6

4

2

4

8

4

4

3 3

7 2

5

5

3

2 1

1

4

1

3 1

3

We volgen de kinderen die uitstromen en het overgrote deel van de leerlingen blijkt ook na meerdere jaren nog op de adviesplek voortgezet onderwijs te zitten. Dit concluderen we naar aanleiding van de gegevens die we jaarlijks van de verschillende voortgezet onderwijs scholen krijgen. Tabel Uitstroom naar speciaal basisonderwijs Jaar Aantal Aantal leerlingen leerlingen Totaal sbao 2008-2009 152 2 2009-2010 144 2 2010-2011 139 1 2011-2012 141 0 2012-2013 136 2 2013-2014 131 0 2014-2015 118 0 * Percentages zijn gerelateerd aan de 1 oktobertelling. Tabel Doublures Jaar

2008-2009 2009-2010 2010-2011

Aantal leerlingen Totaal 152 144 139

%

1.32% 1.39% 0,72 % 0% 1,47% 0% 0%

Aantal doublures

%

4 4 2

2.63% 2.78% 1.44 %


70

2011-2012 141 4 2,84% 2012-2013 136 3 2,21% 2013-2014 131 1 0,76% 2014-2015 118 0 0% * Eventuele kleuterverlenging rekenen we hierbij niet mee als zitten blijven.

Zorgleerlingen. We hebben dit schooljaar 1 leerling met een taal ontwikkelingsstoornis (TOS), waarvoor wij leerlinggebonden financiering krijgen (cluster 2).Deze leerling werd onder schooltijd begeleid door een Ambulant begeleider en een keer per week kreeg hij intern extra ondersteuning. Cluster

Aantal in 2011/2012

Cluster 1: visuele handicap Cluster 2: gehoorstoornis / spraak-taal problematiek Cluster 3: verstandelijke en lichamelijke handicap Cluster 4: gedragsstoornissen of psychiatrische problematiek

1

Aantal in 2012/2013

1

Aantal in 2013/2014

1

Aantal in 2014-2015

1

1 5

2

In het schooljaar 2014-2015 was Wilma Stoverinck onze leerling begeleidster en orthopedagoge. Met onze leerling begeleidster hebben we 6 consultatiegesprekken gevoerd, we hebben 7 leerlingen (uitgebreid) besproken en bij 3 leerlingen heeft ze een observatie in de klas gedaan en een observatieverslag opgemaakt. Chantal Altena komt zesmaal per schooljaar op de dinsdag op school voor een inloopspreekuur. We kunnen dan in overleg met ouders een afspraak maken, maar ouders mogen ook zonder afspraak naar het spreekuur komen. Terugblik schooljaar 2014-2015 In november 2014 kreeg de school een nieuwe intern begeleidster zonder ervaring op dit gebied. Het was soms even zoeken, maar door een behulpzaam en meedenkend team zijn we er vaak samen uit gekomen. Qua zorg was het een rustig schooljaar, waardoor de intern begeleidster zich vooral kon richten op beleid en procedures. De intern begeleidster heeft nieuwe structuren in de groepsbesprekingen weten aan te brengen en met een frisse blik aan bestaande structuren kunnen werken. In dit schooljaar hebben de directeur en de ib’ er zich voorzichtig kunnen oriënteren op twee samenwerkingsverbanden (2304 en 2305). We zijn tot de conclusie gekomen dat we nog meer tijd nodig hebben om ons inhoudelijk te oriënteren. In het nieuwe schooljaar, gaan we door middel van opgestelde doelen, ook het samenwerkingsverband 2304 verkennen, zodat we halverwege 2016 een besluit kunnen nemen bij welk samenwerkingsverband we inhoudelijk willen en kunnen aansluiten. De intern begeleidster is vijf dagen werkzaam op de St. Cyriacusschool. Mede daardoor is de ib’ er goed op de hoogte wat er op school speelt en welke onderwerpen actueel zijn. Een dag in de week heeft de intern begeleider voor haar werkzaamheden als ib’ er. Tevens is de ib’ er op donderdagmiddag na schooltijd ook beschikbaar voor ib-werkzaamheden. Deze constructie heeft goed gewerkt. De ib’ er kijkt terug op een schooljaar vol nieuwe indrukken en deze indrukken hebben weer vragen opgeroepen. Dankzij een zelfstandig en kundig team kunnen we terugkijken op goed schooljaar, ook qua zorg. Zorgplan/zorgprofiel Op onze school hebben we een zorgplan dat jaarlijks wordt geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Dit is reeds uitgevoerd door de intern begeleidster. Ook is het zorgprofiel bekeken en aangepast.


71

In het zorgprofiel is opgenomen waar we nog aan willen werken wat zorg betreft en waar we trots op zijn. Professionele leergemeenschap. Dit schooljaar zijn alle scholen van onze stichting mijnplein verder gegaan met het werken in professionele leergemeenschappen (PLG). Dit schooljaar heeft het leren van en met elkaar verder vorm gekregen. Samen met de scholen die zich aan sloten bij begrijpend lezen is het lezen met begrip verder verdiept (workshops). Ter afsluiting is er een uitwisseling geweest waarbij een vijftal scholen samen kwamen. Wij verzorgden een presentatie met het team over systeemdenken in relatie tot lezen met begrip en het toepassen van vormgevers. Opbrengsten OGW We zijn tevreden over de cito resultaten van de tussentoetsen. De resultaten van de cito toetsen begrijpend lezen zijn in alle groepen sterk verbeterd t.o.v. de scores van een paar jaar geleden. De drie minuten toets (DMT) in groep 4 blijft een wisselvallig beeld geven per jaar. De cito reken resultaten geven over het algemeen een stabiel beeld. We scoren nagenoeg in alle groepen boven de norm. Dat blijft ook absoluut ons streven voor alle groepen. Wat betreft de cito resultaten van spelling scoren we bij de afname in juni 2015 voor nagenoeg alle groepen boven de norm. Ook de cito woordenschat die we in juni 2015 hebben afgenomen geeft voor het eerst sinds jaren een positief beeld. Vier van de vijf groepen (zonder groep 8) scoren boven de norm. We merken aan de resultaten van de methode gebonden toetsen van Staal spelling en woordenschat dat de moeilijkheidsgraad voor de kinderen behoorlijk is opgeschroefd. Dit was ons van te voren bekend. We hebben in schooljaar 2014/2015 de beoordeling van Staal kritisch gevolgd. Ondanks dat de taalmethode veel meer vraagt van de kinderen zijn de leerkrachten en kinderen enthousiast over de methode Staal. De resultaten van de Entreetoets in groep 7 waren positief. We scoorden redelijk ruim boven de landelijke norm (aantal vragen goed). Dit geeft vertrouwen voor de score van de Eindtoets in groep 8 voor het schooljaar 2015/2016. De score van de eindtoets primair onderwijs in groep 8 lag onder de landelijke norm. Op basis van de prestaties van deze groep kinderen wat betreft de methode gebonden toetsen, het beeld van de cito resultaten in het leerlingvolgsysteem (LVS) en de resultaten van de Entreetoets in groep 7 is dit geen verassende uitslag. Toch was er een stille hoop dat de score wat dichter bij de landelijke norm zou liggen. Terugblik op onderwijskundige ontwikkelingen/werkgroepen: Dit schooljaar hebben we wederom gewerkt met onderwijskundige werkgroepen. De onderstaande werkgroepen waren erop gericht reeds gemaakte afspraken en protocollen in het handelen van de leerkrachten zichtbaar te houden/maken. Dat waren:      

Werkgroep (begrijpend lezen), taal, spelling, systeemdenken Werkgroep zelfstandig werken Werkgroep atelier Werkgroep Methode wereldverkenning + techniek Werkgroep Schoolregels/groepsvorming Werkgroep Rekenen

De verschillende werkgroepen zijn verantwoordelijk voor het eventueel maken van een plan, voor het doen slagen van afspraken en het agenderen en inhoudelijk bespreekbaar maken van bestaande afspraken. Als team stellen we de werkgroepen aan het eind of begin van een schooljaar wederom vast. Alle werkgroepen hebben in ieder geval verantwoording afgelegd over hun acties in de evaluatie- en planningsvergadering. Gedurende het jaar zijn ouders via de nieuwsflitsen geïnformeerd wat de opbrengsten zijn geweest van verschillende werkgroepen. Daarnaast draagt de directeur van de school er zorg voor dat bestaande afspraken die geborgd moeten worden en niet onder de verantwoordelijkheid van een werkgroep vallen geagendeerd en besproken worden.


72

Ook waren er werkgroepen in het leven geroepen om nieuwe ontwikkelingen in te zetten. Dat waren: 







Werkgroep samenwerking peuterspeelzaal (PSZ). Juffrouw Tamara heeft inhoudelijk leiding gegeven aan de samenwerking met de PSZ en de A. Baron van Dedemschool. Er zijn overlegmomenten geweest waarin onder andere gezamenlijke thema’s zijn voorbereid en uitgevoerd. Die samenwerking houden we vast, waarbij zowel beide basisscholen als de PSZ gezamenlijk zorg heeft voor het jonge kind. Werkgroep schoolonderzoek Naar aanleiding van de studie van de directeur is er voortgang gegeven aan het schoolonderzoek. In 3 stappen is in schooljaar 2013/2014 toegewerkt naar een integrale én haalbare visie. Het visie en missie traject heeft in schooljaar 2014/2015 verder vorm gekregen. We hebben als team langer stil gestaan bij de waarom vraag. Wat zijn nu werkelijk onze uitgangspunten en waarom vinden we die uitgangspunten belangrijk? We hebben onze kernwaarden opnieuw beschreven, een mission statement op papier gezet en een gewenste koers bepaald voor de komende jaren. Werkgroep (hoog) begaafdheid N.a.v. scholing over (hoog) begaafdheid door een groepje leerkrachten heeft juffrouw Sanne inhoud gegeven aan de Plusgroep in de school. 10 kinderen uit groep 6, 7 en 8 hebben in de periode van kerstvakantie tot meivakantie op donderdagmiddag deelgenomen aan de plusgroep. Kinderen hebben gewerkt met opdrachten uit het tijdschrift ‘Vooruit’. Een katern Vooruit bevat aanvullende lessen in opklimmende moeilijkheidsgraad op het gebied van rekenen, ruimtelijk/creatief, sociaal-emotioneel, praktisch en andere interessante onderwerpen. Het prettige aan Vooruit is dat de leerkracht niet ‘zomaar’ wat doet. Het tijdschrift biedt een houvast voor de leerkracht zodat de lessen ook aansluiten op elkaar op de verschillende gebieden. Er is ingestoken op de volgende drie elementen: leren leren, leren denken en leren (voor het) leven. De leerkracht heeft zicht op welke doelen deze leerlingen moeten behalen d.m.v. de DVL lijst. Op deze lijst staan de volgende doelen: Leren leren: werkhouding, werken volgend plan en manieren van leren. Leren denken: analytisch denken, creatief denken en kritisch denken. Leren (voor het) leven: inzicht in jezelf en omgaan met anderen. Wereldverkenning Naar aanleiding van de waarderende coachingsgesprekken met de leerkrachten is er door meester Wouter initiatief genomen om wereldverkenning anders vorm te geven. Hij maakte op basis van de leerdoelen verschillende opdrachtkaarten waardoor kinderen zelf een opdracht konden kiezen om aan bepaalde leerdoelen te werken (keuzemogelijkheden). Bovendien waren de opdrachten zo gemaakt dat er op basis van verschillende taleneten / intelligenties gewerkt kon worden aan de leerdoelen van het blok van wereldverkenning. Kinderen kregen ondanks dat ze met hun opdracht maar aan bepaalde leerdoelen werkten, echter wel de verantwoordelijkheid om alle leerdoelen te behalen. Alle opdrachten werden uiteindelijk aan elkaar gepresenteerd. Deze manier van werken leverde de meester en de kinderen veel enthousiasme op. Het werkte zo aanstekelijk dat in de groepen 5 t/m 8 na de meivakantie een wereldverkennend thema op soort gelijke wijze werd vormgegeven. Deze manier van werken is een prachtige opstap naar VierKeerWijzer in schooljaar 2015/2016. De organisatievorm VierKeerWijzer vraagt een meer thematische en projectmatige aanpak van wereldverkenning.


73

Wat is er onderwijskundig gezien nog meer gebeurd op de St.Cyriacusschool? - Aan het begin van het schooljaar hebben we gezamenlijk de eerste dagen/week besteed aan groepsvorming door middel van groepsvormende spelletjes en activiteiten. Dit wordt opgenomen in het protocol groepsvorming. Groepsvorming stond op meerdere momenten in het jaar centraal. - Ook dit jaar hebben de kinderen, leerkrachten en hulpouders vol enthousiasme gewerkt aan het atelier op de vrijdagmiddag. Gevarieerde, creatieve onderwerpen kwamen aan bod. In schooljaar 2014/2015 krijgt het atelier wederom een vervolg. - De kinderen van de leerlingenraad hebben een actieve rol vervuld. Door inbreng van de leerlingenraad werden er voor het eerst bepaalde wedstrijden georganiseerd zoals bijvoorbeeld ‘Rare haren dag’. - In oktober deed de school net als andere jaren actie mee met de Kinderboekenweek en de dag van de duurzaamheid. - Zijn de kinderen van groep 7 op bezoek geweest naar Hörstel voor een uitwisseling met Duitse leerlingen. Uiteraard hebben ze de Duitse leerlingen ook in Hoonhorst ontvangen. - Er werden ook dit jaar weer verwachtingsgesprekken en voortgangsgesprekken gevoerd. - In maart 2015 stond het thema ‘Lentekriebels’ centraal. - Ook dit jaar hebben de leerkrachten weer 2 x een kind gesprek gevoerd met elk kind. Door gesprekken met kinderen te voeren worden kinderen actief betrokken bij hun eigen ontwikkeling en onderwijsbehoeften. - De ‘burgemeester’ van de gemeente Dalfsen en zijn vrouw waren aanwezig bij de opening van de schoolbibliotheek in juni 2015. - We hechten waarde aan samen vieren met kinderen en ouders. We zijn trots op de verschillende schoolvieringen. - Organiseerde de school kijkmomenten voor ouders onder schooltijd om ouders nog meer inzicht te geven in het werk dat hun kinderen maken en waar ze mee bezig zijn. - Hebben we afscheid genomen van 21 groep 8 kinderen die naar het vervolgonderwijs zijn gegaan. - De school nam tevens afscheid van juffrouw Tonny, meester Wouter, juffrouw Chantal en meester Jorie (vierdejaars WPO student). Kwaliteitszorg: Werken Met Kwaliteitskaarten (WMK) Bepaalde verbeterpunten vanuit WMK zijn ook in schooljaar 2014/2015 gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs daar waar nodig te verbeteren. 4. Domein Actieve betrokkenheid van de leerlingen -De leerlingen werken op betrokken wijze aan hun taak (2,86) - De leerlingen zijn actief gericht op leren.(2,86)

4.

-De school wil de onderzoekende houding bij kinderen stimuleren. Hoe? Het ontwikkelen van een onderzoekende houding bij leerkrachten en bij kinderen is onderdeel geweest van de teamnascholing visie en missie. Leerkrachten uit groep 5 t/m 8 maakten op basis van de leerdoelen verschillende opdrachtkaarten waardoor kinderen zelf een opdracht konden kiezen om aan bepaalde leerdoelen te werken (keuzemogelijkheden). Bovendien waren de opdrachten zo gemaakt dat er op basis van verschillende taleneten / intelligenties gewerkt kon worden aan de leerdoelen van het blok van wereldverkenning. Kinderen kregen ondanks dat ze met hun opdracht maar aan bepaalde leerdoelen werkten, echter wel de verantwoordelijkheid om alle leerdoelen te behalen. Alle opdrachten werden uiteindelijk aan elkaar gepresenteerd. Deze manier van werken leverde de leerkrachten en de kinderen zichtbaar veel enthousiasme en een betrokken houding op.


74

2. Domein handelingsgericht werken (HGW) in de groep - Ik voer het groepsplan adequaat uit. (3,0)

2. - De intern begeleidster heeft de leerkrachten op teamvergaderingen en tijdens groepsbesprekingen bevraagd over de uitvoering van het groepsplan. De school heeft een groepsplan voor rekenen, spelling en lezen. Door het benoemen van een nieuwe intern begeleider in november 2014 lag niet direct de nadruk op het adequaat uitvoeren van het groepsplan. Het adequaat uitvoeren van het groepsplan en het zorgvuldig evalueren van het groepsplan zijn in schooljaar 2015/2016 als speerpunten opgenomen in het handelen van de intern begeleider en de leerkrachten.

Ouders Ook dit jaar mocht de St.Cyriacusschool weer rekenen op een positieve ouderbetrokkenheid. Het team creëerde aan het einde van het schooljaar wederom een ouder-bedank-morgen om uit te stralen dat het team van de St.Cyriacusschool erg blij is met al die ouderhulp in de school. Uiteraard is het onze taak om goed te blijven luisteren naar wat er leeft onder ouders en ouders tijdig te informeren over onderwijskundige zaken. Hiervoor gebruiken we de oudergeleding van de MR, de ouderraad, het ouderpanel en is de directeur bij begin- en eindtijden zichtbaar aanwezig voor ouders. ICT Door de inzet van Gerard Holtslag als ICT coördinator was de directe ondersteuning naar collega’s s op gebied van ICT gewaarborgd. Tot slot Ik ben als directeur trots op dit team. Een betrokken en hard werkend team met een goede geest. Na flink wat investering in nieuw personeel de afgelopen jaren, merk ik dat dit zijn vruchten begint af te werpen. Er is steeds meer oog voor de doorlopende leerlijnen en afspraken over het onderwijs worden steeds beter op elkaar afgestemd. We leren steeds beter elkaar op een professionele manier feedback te geven met als doel om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te optimaliseren. Ook hebben we aan de hand van de workshops over lezen met begrip aan collega scholen laten zien dat er kwaliteit zit in dit team en dat we door de inzet van de hulpmiddelen van systeemdenken goede en interessante stappen hebben gemaakt. De inzet en het takenpakket van diverse specialisten draagt er toe bij dat er veel kennis en kunde is in de school over bepaalde beleidsterreinen. Dit zien ouders ook als sterk punt. Daar mogen we naar de buitenwereld toe nog wel meer bekendheid aan geven. Op de St.Cyriacus werken we met kinderen die over het algemeen op een goede en plezierige manier met elkaar omgaan. Je treft er taakgerichte kinderen aan, waardoor de leerkrachten zich zo optimaal mogelijk kunnen richten op het onderwijsleerproces. Het team ervaart de ouders op de St.Cyriacusschool als een partner die graag mee wil praten en gehoord wil worden en die ruimte moet er ook zijn. We proberen als team zo goed en transparant mogelijk te communiceren met ouders over hun kind(eren). Alles vanuit een gezamenlijk belang: Samen op het kind gericht / ‘Broedplaats voor talent’.


75

Schoolplan Kbs St. Cyriacus. Broedplaats voor talent. schoolplan St. Cyriacusschool

Recommend Documents