SCHOOLGIDS

SCHOOLGIDS 2015-2016

EEN WEGWIJZER VOOR IEDEREEN DIE WIL ONTDEKKEN WAT ONZE SCHOOL KINDEREN EN OUDERS TE BIEDEN HEEFT

Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 1

Inhoudsopgave

pagina

Een woord vooraf

3

1.

De school

4

2.

Waar de school voor staat

5

3.

De organisatie van het onderwijs

6

4.

De zorg voor de kinderen

10

5.

De resultaten van het onderwijs

16

6.

De leerkrachten

18

7.

De ouders

19

8.

De ontwikkeling van het onderwijs in de school

23

9.

Regeling school- en vakantietijden

24

10.

Namen en adressen

26

Bijlage 1:

Omgangsprotocol

28

Bijlage 2:

Nog even dit

34

Bijlage 3:

Vakantietijden en gymnastiekrooster

36

Bijlage 4:

Internetprotocol

37

Bijlage 5:

Schoolondersteuningsprofiel

38

Bijlage 6

overzicht gebruikte methoden

39

Bijlage 7:

Overblijven en buitenschoolse opvang

40

Bijlage 8:

Regelgeving vrijstelling schoolbezoek

41

Bijlage 9:

Waar kan ik met mijn klacht terecht?

42


Pagina 2

EEN WOORD VOORAF Waarom een schoolgids voor ouders ? In het algemeen verschillen de scholen in de manier van werken, de manier waarop leerstof wordt aangeboden en in de sfeer. Alle scholen hebben kwaliteiten, maar deze zijn niet op alle scholen hetzelfde. In deze schoolgids willen wij u laten zien waar de Sint Jozefschool voor staat en wat u als ouders van onze school kunt verwachten. Wat zijn de mogelijkheden van onze school om uw kind te begeleiden op zijn of haar weg door het basisonderwijs. Wat staat er in deze schoolgids ? Deze schoolgids dient vooral als leidraad voor de manier waarop het onderwijs is opgezet, hoe de zorg voor de kinderen er uitziet en wat u als ouders van onze school kunt verwachten. U komt met name de volgende dingen tegen:    

de opzet van het onderwijs hoe de zorg voor kinderen er in de praktijk uitziet wat van de ouders verwacht wordt en wat ouders van school kunnen verwachten de resultaten van het onderwijs op onze school

Verzoek aan ouders om te reageren Als u in deze schoolgids belangrijke informatie mist, bepaalde zaken onduidelijk vindt,of suggesties heeft voor verbetering dan horen wij dat graag. U kunt daarvoor contact opnemen met Ria van der Horst, de directeur van de school. De schoolgids is digitaal op te halen via de website van de school: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl


Pagina 3

1.

DE SCHOOL

1.1

Richting

De Jozefschool is een katholieke school, die zoveel mogelijk een plaats wil bieden aan iedereen die zich in onze identiteit en onze uitgangspunten kan vinden. De Jozefschool is in 1913 opgericht en bestaat dus al meer dan honderd jaar. 1.2

Schoolbestuur

Onze school maakt deel uit van Stichting ‘De Groeiling’. Zij vertegenwoordigt het katholiek onderwijs in acht gemeenten waarin tweeëntwintig scholen, vijfduizend leerlingen en vijfhonderdtwintig medewerkers. De Groeiling biedt kwalitatief goed onderwijs, met oog voor de individuele ontwikkeling van het kind. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website www.degroeiling.nl. De organisatie heeft een College van Bestuur (CvB) en een Raad van Toezicht (RvT). Elke school heeft een schoolleider die de teams op de scholen aanstuurt. De RvT, bestaande uit vrijwilligers, houdt toezicht op de stichting. Het CvB bestaat uit Harry van de Kant en Els van Elderen. 1.3

Directie en managementteam

De directeur is Ria van der Horst. Zij legt jaarlijks verantwoording af aan het bestuur over het gevoerde beleid. Daarnaast werkt de school met een managementteam (MT), dat bestaat uit de drie bouwcoördinatoren en de directeur. Het MT houdt zich bezig met beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende zaken. 1.4

Situering van de school

Met ingang van schooljaar 2015-2016 zitten wij in een mooi nieuw gebouw aan de Oudersvrucht in Moordrecht, samen met de bibliotheek en de twee andere scholen uit het dorp. De gymlessen voor de groepen 3 t/m 8 worden gegeven in sporthal De Zuidplas. Voor de groepen 1 en 2 hebben we onze eigen speelzaal. 1.5

Schoolgrootte

Per 1 oktober 2015 zitten er 206 kinderen op school. Het team bestaat uit vijftien leerkrachten, een directeur, een intern begeleider, één remedial teacher, twee onderwijsassistentes, een administratief medewerkster en een conciërge. Het merendeel van de personeelsleden werkt in een deeltijdfunctie.


Pagina 4

2.

WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT

2.1

Visie en Missie

2.1.1 Visie

Respect voor iedereen, verantwoordelijkheid voor elkaar en erkenning van mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat is wat de Jozefschool te bieden heeft aan kinderen, ouders en leerkrachten.

2.1.2 Missie, hoe brengen wij dat ten uitvoer. Wij vinden dat ieder kind geholpen moet worden bij het ontplooien en ontwikkelen van zijn talenten. We gaan ervan uit dat er verschillen tussen kinderen bestaan in belangstelling, aanleg en tempo. In de dagelijkse praktijk proberen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij de onderwijsbehoefte van ieder kind. Daarbij verliezen we niet uit het oog dat ieder kind ook binnen een groep moet kunnen functioneren. Kernwaarden van onze school zijn: - veiligheid in de breedste zin van het woord - aandacht voor het individu binnen de groep - verantwoordelijkheid voor elkaar - zelfstandigheid - samenwerken In onze samenleving is er een grote verscheidenheid aan religies. Wij hebben aandacht en respect voor mensen met een andere religie en uit andere culturen. Op onze school proberen we het katholieke karakter van onze school zichtbaar te maken in de omgang met elkaar, de oriëntatie op normen en waarden, het gebed en de vieringen. In onze catecheseprojecten leggen we een relatie tussen bijbelverhalen en de huidige tijd. In die projecten wordt veel gebruik gemaakt van eigen ervaringen van kinderen en leerkrachten. 2.2

Het klimaat van de school

Een veilig gevoel bij kinderen is ontzettend belangrijk. Alleen als kinderen zich op hun gemak voelen en met plezier naar school gaan, zullen ze floreren en het onderwijs als een uitdaging zien. Een veilig leer– en werkklimaat geeft kinderen kansen. Goed gedrag wordt daarom bewust geprezen maar indien nodig worden kinderen ook aangesproken op onjuiste gedragingen. Op schoolniveau hebben wij afspraken over o.a. pestgedrag vastgelegd in een omgangsprotocol (bijlage 1). Daarin beschrijven wij hoe we de omgang met elkaar zo prettig mogelijk willen laten verlopen. In alle groepen wordt aan het begin van schooljaar aandacht besteed aan hoe we met elkaar omgaan. Samen met de kinderen worden er groepsregels en groepsafspraken gemaakt. Ook gedurende het schooljaar wordt aan onderlinge relaties aandacht besteed.


Pagina 5

3.

DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

3.1

De organisatie van de school

3.1.1 Schoolorganisatie Onze school werkt met het jaargroepensysteem, waarbij kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in een groep zitten. Elke groep heeft een eigen lesprogramma. Door middel van onderwijsmethodes (vanaf groep 3) sluit het onderwijs van jaar tot jaar goed aan. In de kleutergroepen werken we met 2 gemengde groepen; jongere en oudere kleuters werken samen in een groep. 3.1.2 Groepsgrootte Uitgangspunt is een school met 8 groepen met in principe maximaal 30 kinderen per groep. Als gevolg van bijzondere omstandigheden kan het voorkomen dat groepen meer dan 30 kinderen hebben. In het huidige schooljaar tellen de meeste groepen 25 à 30 kinderen. 3.2.

Wie werken er in de school ?

Groepsleerkrachten zijn de hele dag voornamelijk bezig met lesgeven aan groepen. In de groepen worden de leerkrachten (deels) ondersteund door de onderwijsassistentes. Voor de coördinatie en organisatie van de zorg aan kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen is onze intern begeleider (i.b.’er) twee dagen per week actief bezig. Daarnaast beschikken we over tijd voor remedial teaching (r.t.), extra hulp voor kinderen die regelmatig buiten de groep gegeven wordt. Daarvoor is dit jaar 1 dag per week beschikbaar. Tussen groepsleerkracht, i.b.’er en r.t.’er is geregeld overleg over de voortgang. De conciërge verricht allerlei ondersteunende werkzaamheden in de materiele en logistieke sfeer; hij is per week vier ochtenden aanwezig. De directeur is onder verantwoordelijkheid van het bestuur belast met de dagelijkse leiding van de school. Zij wordt bij haar taken een aantal uur per week ondersteund door de administratief medewerkster. Bouwcoördinatoren verzorgen diverse taken die specifiek de onder-, midden- of bovenbouw aangaan en zijn lid van het managementteam van de school, dat onder verantwoordelijkheid van de directeur beleidszaken bespreekt. 3.3

De activiteiten voor de kinderen

3.3.1 Activiteiten bij de kleuters We werken in de kleutergroepen veel met projecten die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Hierbij komen allerlei aspecten aan bod die belangrijk zijn als voorbereiding op het latere lees-, taal- en rekenonderwijs. Belangrijke steunpunten voor het onderwijs aan kleuters zijn het dagelijkse kringgesprek, het werken in hoeken met gevarieerd, veelal expressief materiaal, het werken met ontwikkelingsmateriaal en de zintuiglijke en lichamelijke oefening; voor dat laatste beschikken we over een eigen speelzaal en een ruime speelplaats, waarvan vrijwel dagelijks gebruik wordt gemaakt. 3.3.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen) In groep drie beginnen we met methodisch lees-, taal-, schrijf- en rekenonderwijs. Al vrij snel worden verschillen tussen kinderen duidelijk. Bij veel vakken geven de gekozen methodes handreikingen om extra hulp te verlenen aan kinderen die dat nodig hebben. Ook bevatten vrijwel alle methoden aanwijzingen voor de leerkrachten om goed te kunnen omgaan met de


Pagina 6

verschillen tussen kinderen. Als dat wenselijk is, wordt met andere materialen geprobeerd zo goed mogelijk hulp te verlenen. Voor het aanvankelijk lezen in groep drie gebruiken we de methode ‘Lijn 3`. Deze methode biedt de mogelijkheid om gedifferentieerd te werken. In groep drie wordt bij lezen op verschillende niveaus gewerkt. Kinderen die al kunnen lezen bij de start in groep drie krijgen al snel uitdagende materialen aangeboden. Daarnaast krijgen kinderen met een minder snelle leesontwikkeling verlengde instructie. In de groepen 4 t/m 8 gebruiken we de methode `Estafette`voor het voortgezet technisch lezen. De leerlingen kunnen met deze methode veelal zelfstandig en op eigen niveau werken. Naast het leren lezen wordt er ook veel gedaan aan leesmotivatie en leesbeleving; dat gebeurt o.a. door vrij lezen, voorlezen en bezoeken aan de bibliotheek. Het schrijfonderwijs begint eigenlijk al gericht in groep twee. Diverse voorbereidende oefeningen komen aan bod om met name de motoriek te oefenen. In alle groepen is er methodisch schrijfonderwijs. We gebruiken hiervoor voor groep 3 de methode Klinkers en voor 4 t/m 8 de methode Pennenstreken. Bij de methode Taal Actief is er naast de schriftelijke oefeningen voor taalbeschouwingen ook volop aandacht voor leren spreken, luisteren en de eigen mening goed leren verwoorden. Daarnaast voorziet de methode in een aparte spellingsleergang. Er is ruim aandacht voor herhaling en/of verrijking. Bij rekenen krijgen de kinderen te maken met rekenproblemen in herkenbare situaties. Ook is er ruimte voor verschillen in oplossingsstrategieën Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van inzicht door regelmatig met tabellen en grafieken te werken. We werken met een actuele methode Wereld in Getallen. Ook hierbij is aandacht voor herhaling en/of verrijking. 3.3.3 Wereldoriënterende vakken In de groepen 1 t/m 4 worden aardrijkskunde en geschiedenis niet afzonderlijk gegeven. In die groepen worden onderwerpen uit de wereld van het kind in samenhang behandeld, waardoor er kennis en inzicht kan worden aangebracht op het gebied van wereldoriëntatie. De leerkrachten hanteren daarbij diverse zgn. bronnenboeken en internet, waar zij het materiaal vinden om hun lessen in te richten. In groep 5 t/m 8 zorgen we ervoor dat kinderen de eigen regio, Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe de mensen er leven. We gebruiken daarvoor de methode Meander. De kinderen leren over de geschiedenis van ons land en de wereld vanaf de tijd van ‘jagers en boeren’ tot en met de tijd van de computer. Hiervoor gebruiken we de methode Bij de tijd. Ons natuuronderwijs heeft niet alleen aandacht voor de levende natuur, maar ook voor gezond gedrag, milieu, natuurkundige aardrijkskunde, natuur- en milieueducatie (NME) en techniek. We gebruiken hierbij de methode Natuniek. Ook worden er af en toe extra activiteiten gedaan, zoals bezoek aan het centrum voor NME in Gouda, natuurwandelingen en het volgen van school-TV-series. Voor alle groepen staat dit jaar een techniekochtend op het programma. Met ons verkeersonderwijs nemen we allerlei situaties die kinderen tegenkomen als uitgangspunt voor het aanleren van regels en verkeersgedrag. We maken daarbij veelvuldig gebruik van materialen die door of mede door Veilig Verkeer Nederland zijn ontwikkeld. In Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 7

de kleutergroepen werken we met de uitgave ‘Rondje Verkeer. In groep 4 t/m 8 hanteren we een specifieke verkeersmethode, getiteld: Klaar….over ! In groep 7 doen alle kinderen mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen. In de groepen 5 t/m 8 wordt ook gebruik gemaakt van een maandelijks verkeerskatern, dat door Veilig Verkeer Nederland wordt uitgegeven. In de groepen 5 t/m 8 maken kinderen kennis met verschillende culturen, religies en maatschappijvisies; ze ontdekken daarbij dat er in de wereld over belangrijke dingen heel verschillend gedacht wordt en die ontdekking vinden we belangrijk. 3.3.4 Catecheseonderwijs We vinden het van belang en waardevol de kinderen te brengen tot een levenshouding waarbij christelijke normen en waarden een essentiële functie vervullen. Daarbij komen vragen over de zin van het leven naar voren, vragen over menszijn en menswording. Kerk én school zijn gericht op het creëren van gerechtigheid en vrede in onszelf en in de wereld. Er wordt gewerkt met de methode Trefwoord. In groep 4 is er gelegenheid om Eerste Communie te doen. Daarnaast zijn er vier vieringen in de kerk onder schooltijd: de eerste kort na het begin van het schooljaar, de tweede vlak voor de kerstvakantie, één in de Paastijd en de laatste aan het eind van het schooljaar. Alle kinderen wonen deze vier schoolvieringen bij. 3.3.5 Creativiteit In alle groepen is er wekelijks handvaardigheid, muziek en tekenen. Op veel meer terreinen is sprake van creativiteit. Zo wordt een behoorlijk deel van het rekenonderwijs ingevuld met het zoeken naar oplossingen, waarbij zich vaak meer dan één mogelijkheid voordoet. Creatief denken wordt op deze manier gestimuleerd. Ook binnen het taalonderwijs, bijvoorbeeld door tekeningen en gedichten te maken, zelf gedichten ontwerpen, slagzinnen maken, stemmingen uitbeelden. In het schrijfonderwijs wordt geregeld een beroep gedaan op de creatieve ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen door creatief schrijven, affiches en menukaarten ontwerpen. Ook zaakvakken lenen zich soms voor een creatieve invalshoek: ontwerp een reclamefolder voor een Grieks eiland bij de aardrijkskundeles, een interview houden met iemand die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt bij de geschiedenisles of teken en beschrijf een nog niet gekweekte nieuwe bloemsoort bij natuuronderwijs. Groep 8 voert elk jaar een afscheidsmusical op voor de eigen ouders, grootouders en gezinsleden. Ook aan de andere groepen wordt deze musical gepresenteerd. 3.3.6 Lichamelijke oefening Twee keer per week hebben de groepen 3 t/m 8 gymnastiekles in het gebouw De Zuidplas. . De lessen worden in alle groepen gegeven volgens een methodische aanpak. Op die manier komen alle onderdelen geregeld aan bod. 3.3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO) In alle groepen werken we met een methode voor SEO: Kinderen en hun sociale talenten. Door regelmatig met de kinderen stil te staan bij dit onderwerp, hopen we dat geleerd wordt hoe je verstandig kunt omgaan met gevoelens, wensen, opvattingen en gedragspatronen van jezelf en anderen. 3.3.8 Computergebruik In alle groepen wordt geregeld de computer ingezet voor onderwijsondersteunende doeleinden. Bij veel van de door ons gebruikte programma’s voor rekenen, taal en spelling wordt de moeilijkheidsgraad van de oefeningen aangepast aan het niveau van het kind. Hierdoor wordt ieder kind uitgedaagd en blijft oefenen leuk. Natuurlijk gebruiken we de Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 8

computer en het internet steeds meer als informatiebron. Werkstukken en presentaties worden met behulp van de computer gemaakt. M.b.t. internetgebruik hanteren we een protocol, dat bedoeld is om oneigenlijk c.q. ongewenst gebruik van internetsites door kinderen zoveel mogelijk te voorkomen. Dit protocol is achterin deze gids opgenomen. 3.3.9 Digitale schoolborden In alle groepen is een groot digitaal bord aanwezig. Dit touchscreen ondersteunt de leerkracht bij zijn of haar instructie. Op het heldere scherm kan op diverse manieren het onderwijsaanbod in de groep worden ondersteund, bijvoorbeeld door afbeeldingen, filmpjes of gewoon een afbeelding van het werkschrift te laten zien. 3.3.10 Burgerschapskunde en sociale integratie De opdracht van het Rijk aan het onderwijs is om jonge mensen voor te bereiden op deelname aan een plurale samenleving. Het onderwijs, zo stelt het Rijk: - gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, - is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, - is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Wij werken hier graag aan mee. Immers tot de kernwaarden van De Groeiling behoren Verbondenheid en Respect. Hiervoor hebben geen aparte methode maar maken we gebruik van een aantal leermaterialen en educatieve programma’s. Zo kennen we in de groepen 5 t/m 8 diverse materialen over de inrichting van de maatschappelijke orde (‘Waarom zo’), is er structureel aandacht voor Prinsjesdag en het verhaal van Anne Frank. Via uitzendingen van school tv en onze catechesemethode komen regelmatig onderwerpen aan de orde die (mede) thuishoren onder de noemer burgerschapskunde en sociale integratie.

3.3.11 Engelse les In alle groepen wordt het vak Engels gegeven. Dat gebeurt in de groepen 1 t/m 4 met een digibord-methode (Groove.me), waarbij het accent ligt op liedjes,opdrachten en spelletjes. Inhoudelijk wordt aangesloten bij thema’s van alledag, zoals seizoenen, familie en je lichaam. In groep 3 en 4 worden eenvoudige pop-liedjes gebruikt als basis om de Engelse taal beter te leren. Vanaf groep 5 werken we met de methode ‘Real English. 3.3.12 Activiteiten buiten school Ter aanvulling van het onderwijs binnen onze school worden uitstapjes gemaakt. Bijvoorbeeld een bezoek aan de kinderboerderij, de schouwburg, een museum, een expositie of een wandeling buiten de school ten behoeve van een verkeer– of natuurles. Sommige activiteiten zijn nu nog niet voorzien. Wij zullen u daarover ruim van tevoren berichten. Aan de activiteiten nemen alle kinderen van de betrokken groep deel. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en veiligheid van deze uitstapjes ligt geheel bij de school. Wel kan het voorkomen dat wij uw hulp vragen ten behoeve van bijvoorbeeld extra begeleiding. Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 9

4.

DE ZORG VOOR KINDEREN

Passend Onderwijs Ieder kind een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Dat is het doel van passend onderwijs. Scholen hebben daarom een zorgplicht. Zorgplicht betekent dat als ouders hun kind aanmelden bij de school van hun keuze, die school de taak heeft het kind een passende onderwijsplek te bieden op de eigen school, of op een andere school in het regulier onderwijs of in het speciaal (basis) onderwijs. Scholen en hun besturen werken daarom samen in een samenwerkingsverband. In deze regio is dat het Samenwerkingsverband PO Midden-Holland, Samenwerkingsverband POVO Midden-Holland & Rijnstreek. Zie voor meer informatie PO de website www.swv-pomh.nl en voor VO www.swv-vo-mhr.nl. Hoe het Samenwerkingsverband wil werken aan passend onderwijs staat in het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Op onze website bij het kopje ‘Passend Onderwijs’ vindt u het Ondersteuningsplan 2014-2015 Passend Onderwijs. Op schoolniveau is in het School Ondersteuningsprofiel (SOP) vastgelegd wat standaard de mogelijkheden van onze school zijn om kinderen passend onderwijs te bieden. Sommige leerlingen hebben behoefte aan meer ondersteuning dan de school standaard biedt. In grote lijnen zijn er dan drie mogelijkheden:  Extra ondersteuning (EO) op onze school (met extra middelen vanuit het Samenwerkingsverband).  Toelating tot het speciaal basisonderwijs (SBO).  Toelating tot het speciaal onderwijs (SO). Voor de toelating tot het SO en het SBO moet een toelaatbaarheidverklaring (TLV) worden aangevraagd bij het Samenwerkingsverband. De rugzaksystematiek is afgeschaft. Maar de leerling gebonden financiering (rugzak) die is toegezegd voor 1 augustus 2014 loopt nog wel door en zal geleidelijk overgaan in een arrangement binnen ‘Passend Onderwijs’ van het Samenwerkingsverband. 4.1 De plaatsing van een kind op school Ouders die in het kader van schoolkeuze met onze school willen kennismaken, kunnen een afspraak maken met de directeur. Bij aanmelding geven ouders met de ondertekening van het inschrijfformulier te kennen dat zij zich kunnen vinden in de identiteit en werkwijze van de school zoals beschreven in deze schoolgids. Ook vragen wij u bij inschrijving naar het burgerservice nummer (BSN) van het kind, vergezeld van een kopie van een officieel document waar dat nummer in staat. De school is wettelijk verplicht deze kopie te bewaren op school, dit heeft onder andere te maken met de overheidscontrole op de middelen die de school ontvangt. Bij inschrijving worden afspraken gemaakt over het wennen van een kleuter. Dat kan in de laatste twee weken voor de vierde verjaardag. Er mogen dan vijf ochtenden worden gebruikt voor het wennen. Vanaf de 4e verjaardag mag een kind hele dagen komen. Kinderen die vier jaar worden in juni en juli wennen pas na de zomervakantie. Ook de decembermaand leent zich minder goed voor het wennen; kinderen die in december vier worden, wennen in januari. 4.1.2 Toelatingsbeleid In welke kleutergroep een kind komt, bekijken we op de volgende wijze: o aantal kinderen per groep o verhouding jongens/meisjes


Pagina 10

o in principe niet bij broers en zussen o eventuele specifieke omstandigheden o geboortedatum van het kind Kinderen kunnen ook tussendoor van basisschool wisselen om verschillende redenen, hierbij kunt u denken aan verhuizing, scheiding, ziekte, passend onderwijsaanbod. In alle situaties kijken we naar wat het kind van ons als school nodig heeft en of we dat kunnen bieden. We maken daarbij gebruik van de gegevens, die ouders aanleveren, uit het onderwijskundig rapport van de oude school. Daarnaast kijken we naar de mogelijkheden van de komst van de nieuwe leerling in de ontvangende groep. In alle gevallen, waarin kinderen niet worden toegelaten, worden ouders geïnformeerd over de reden daarvan. 4.2

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem)

Alle kinderen ontwikkelen zich gelukkig langs natuurlijke weg, alleen het ene kind heeft daarin wat meer begeleiding nodig dan het andere kind. Wij vinden het daarom belangrijk om de ontwikkeling van de kinderen nauwlettend te volgen. Enige weken na de start van de kleuterperiode wordt u dan ook uitgenodigd voor een gesprek op school. Van de groepsleerkracht ontvangt u hiervoor een uitnodiging. Voor het volgen van de ontwikkeling maken we gebruik van de klassenmap en ons digitaal leerlingvolgsysteem ParnasSys. Om objectief te meten wat een kind wel en niet beheerst maken we gebruik van toetsen, die eveneens in ParnasSys staan. Als ouders heeft u altijd inzage in dat dossier, dat na het verlaten van de school vijf jaar wordt bewaard. Bij de oudste kleuters worden de CITO-toetsen Rekenen voor kleuters en Taal voor kleuters afgenomen. Vanaf groep drie worden minimaal twee keer per jaar door alle kinderen toetsen gemaakt op het gebied van technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen. Deze toetsen zijn ontwikkeld door het CITO. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt nauwlettend gevolgd. In de groepen 1 en 2 werken we met het leerlingvolgsysteem KIJK en met ZIEN in de groepen 3 tot en met 8. Met een rapport doen we verslag van de vorderingen van uw kind. Vanaf groep 2 krijgen kinderen twee keer per jaar een rapport mee. De ontwikkeling van de kinderen wordt regelmatig besproken tussen de teamleden in diverse vormen van overleg. Na iedere toetsperiode en in groepsbesprekingen/leerlingenbesprekingen spreken de leerkrachten samen met de interne begeleider de groepsresultaten door. Vervolgens worden de mogelijkheden voor extra begeleiding op een rij gezet. We onderscheiden hierbij drie begeleidingsmogelijkheden binnen de groepsaanpak:  kinderen die het onderwijsprogramma probleemloos kunnen volgen (aanpak 2).  kinderen die om uiteenlopende redenen zoals aanleg, leer- of gedragsproblemen, aanspraak moeten maken op specifieke maatregelen, programma’s of aanpak (aanpak 1).  kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben en voor wie het reguliere programma niet voldoende is. Voor hen proberen wij meer verbreding en diepgang in het programma te creëren (aanpak 3). In heel bijzondere situaties wordt een groep overgeslagen. Voor extra ondersteuning kunnen we op school gebruik maken van collega’s die zich daar verder in hebben geschoold; de onderwijsassistent, remedial teacher (RT), gedragsspecialist en talentcoach. Om de kinderen het optimale te kunnen bieden werken we met groepsplannen op 3 niveaus in elke groep. Soms zijn meer handen in de klas fijn, om alles nog beter te kunnen realiseren, dan doen we graag een beroep op u als ouders. Ook stagiaires worden ingezet.


Pagina 11

De bevindingen en mogelijkheden worden doorgesproken met de ouders/verzorgers op de tien-minuten-avonden of in een apart gesprek. Ieder kind krijgt de zorg die het nodig heeft binnen de mogelijkheden van de school. Soms is dit niet voldoende en kunnen we een beroep doen op ons Samenwerkingsverband. Een onderwijsspecialist of orthopedagoog denken dan met ons mee. Bij sommige kinderen zijn de problemen meer complex en is kennis vanuit diverse invalshoeken mogelijk. Hiervoor is het schoolondersteuningsteam (SOT); de gezinsspecialist, de onderwijsspecialist of orthopedagoog en intern begeleider. In dit overleg bespreken we:  Wat heeft de school al gedaan aan onderzoek en hulpverlening?  Op welke wijze zijn de ouders betrokken in dit proces?  Is er aanvullend onderzoek nodig om meer helderheid te krijgen over het probleem?  Welke adviezen kunnen door de deelnemers ingebracht worden?  Is extra ondersteuning of aanmelding bij het speciaal (basis)onderwijs aan de orde? We kijken we in dit overleg samen met ouders en leerkrachten naar de mogelijkheden die het beste zijn voor dit kind. 4.2.1. Toptalent Voor een aantal leerlingen is de reguliere lesstof en aanvullend verrijkingsmateriaal niet voldoende om plezier te beleven aan school. Voor hen is het belangrijk om met gelijken in contact te komen en onderwijs op maat te krijgen. Voor (hoog)begaafde leerlingen is het belangrijk te merken dat er ook andere leerlingen zijn die hetzelfde denken, voelen, beleven. Maar het is ook belangrijk voor (hoog)begaafde leerlingen te ontdekken dat zij niet de beste zijn zoals vaak wel de ervaring is in de reguliere groep. Op onze school besteden we specifieke aandacht aan kinderen die (ruim) bovengemiddeld presteren. Het vroegtijdig signaleren van (hoog)begaafde kinderen heeft onze specifieke aandacht. Bij de start in de kleutergroepen wordt daarom direct begonnen met het signaleren van mogelijke (hoog)begaafdheid, zodat kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong een onderwijsaanbod op maat krijgen. Vervolgens wordt ieder volgend schooljaar tot en met groep 8, na ongeveer zes weken onderwijs, het invullen van de signaleringslijst herhaald. Zo blijven we alert op een snelle signalering van (hoog)begaafde kinderen. Bij de begeleiding gaat de aandacht uit naar het verder bekwamen van de kinderen in vaardigheden die zij nodig hebben bij het zelfstandig werken aan gevarieerde opdrachten. Deze begeleiding wordt gegeven in de groep en soms buiten de groep, in kleine groepjes, door de talentcoach. In de groepen 1/2 worden tijdens het werken in kleinere groepjes aan extra uitdagende opdrachten de belangrijkste executieve functies aangesproken en geoefend. Hierbij kunt u denken aan activiteiten zoals werken met spiegels, onderzoeken van natuurkundige verschijnselen d.m.v. proefjes, samen een doel bereiken met coöperatief spel en opdrachten uitvoeren met figuren of constructiemateriaal. In de groepen 5 tot en met 8 hebben leerkrachten bij het zelfstandig werken aandacht voor het ‘leren leren’. Het gaat hierbij om vaardigheden (executieve functies) als doorzetten, plannen en structureren. Tevens beschikken ze over kennis van verschillende leertechnieken. Daarnaast worden gedurende het schooljaar bij beschikbare tijd, klassendoorbrekend groepjes kinderen gevormd die buiten de klas en onder begeleiding van de talentcoach werken aan de te ontwikkelen executieve functie(s). Deze worden dan gekoppeld aan een project, een vreemde taal leren of met elkaar filosoferen. Om meer tijd te kunnen besteden aan het extra aanbod, worden kinderen soms vooruit getoetst. Ook komt het voor dat kinderen die erg makkelijk en snel leren een eigen leerlijn, los van de methode, krijgen aangeboden. In uitzonderlijke gevallen, en na uitvoerig onderzoek en overleg met ouders, leerkrachten, talentcoach en intern begeleider, wordt een groep overgeslagen. Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 12

4.2.2. De lichamelijke ontwikkeling van kinderen Ook de lichamelijke ontwikkeling van uw kind volgen we op school. Jaarlijks worden de kinderen uit groep 2 en 7 door de schoolarts gescreend. Naast onderzoek van enkele lichamelijke zaken, zoals gehoor, gezichtsvermogen, groei en motorische ontwikkeling wordt ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Verder kan er bijvoorbeeld advies gegeven worden over voeding, bedplassen, hoofdluis, gedragsproblemen. Los van deze reguliere onderzoeken kunt u altijd contact opnemen met de jeugdarts of assistente voor advies of extra onderzoek. Het kan ook zijn dat de leerkracht vragen of zorgen heeft over uw kind; in overleg met u kan ook dan de jeugdarts worden geraadpleegd. 4.2.3. Dyslexie Dyslexie is een stoornis die zich kenmerkt door moeite hebben met lezen, schrijven en spellen. Dyslectische mensen nemen nieuwe informatie (klanken, woorden, tekst) langzamer in zich op dan andere mensen. Lezen gaat traag, voorlezen gaat moeizaam. Er moet teveel informatie worden verwerkt in de hersenen, wat tot problemen leidt. Dyslexie is een verzamelnaam voor kinderen met ernstige problemen met lezen en spellen. Daarom kunnen kinderen met dyslexie niet optimaal profiteren van het onderwijs. Dyslexie bestaat in allerlei gradaties. Zowel begaafde kinderen als kinderen met een lage intelligentie kunnen dyslectisch zijn. Zodra er sprake is van signalen zijn in de ontwikkeling dat er mogelijk ernstige problemen met lezen en/of spellen zijn wordt er een dyslexiedossier bijgehouden. Vanaf groep 2 werkt onze school met het landelijk protocol leesproblemen en dyslexie. Dat protocol beschrijft de stappen die nodig zijn om deze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. Voor de groepen 2 t/m 8 hebben we aan de hand van dat protocol een stappenplan gemaakt. In dit stappenplan zijn toetsen uit ons eigen LVS en uit het dyslexieprotocol opgenomen. Het dyslexieprotocol geeft aan dat bij uitval op woord/ tekstniveau een interventieperiode moet volgen waarin het kind extra hulp krijgt om het gewenste niveau te behalen. Deze hulp kan zowel in de klas als buiten de klas gegeven worden. In het overleg met de intern begeleider wordt besproken welke kinderen in aanmerking komen voor deze extra ondersteuning. Daarnaast wordt van kinderen die uitvallen een dossier bijgehouden met stel- en spellingsopdrachten en de scoreformulieren van de leestoetsen. In ons team hebben we afspraken gemaakt om dyslectische kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. U kunt dan denken aan ‘lezen met een maatje’, extra leestijd, het niet beoordelen van spelling bij andere vakken e.d. Dyslexie moet door een orthopedagoog worden vastgesteld. De school verleent medewerking aan dit onderzoek door een dyslexiedossier aan te leveren. Met toestemming van ouders wordt dit dossier ter beschikking gesteld voor het onderzoek. Het is niet vanzelfsprekend dat kinderen voor wie een dyslexiedossier wordt bijgehouden ook daadwerkelijk dyslexie hebben. 4.3.1 Toetsen en dyslexie De scholen behorende bij stichting De Groeiling hanteren en werken met een vastgesteld toetsbeleid. Voor leerlingen met een dyslexieverklaring is het toegestaan hulpmiddelen en aanpassingen in te zetten bij afname van toetsen. Toegestane hulpmiddelen zijn:  Digitale afname.  Daisy spelers en voorleesapparaten. Aanpassingen Cito toetsen algemeen voor alle vakken met uitzondering van technisch lezen;  Extra afname tijd. Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 13

 Toetsen in meerdere delen afnemen.  Vergroten van de teksten van A4 naar A3. Bij de toetsen Begrijpend lezen zijn alleen de algemene aanpassingen toegestaan. Het is niet toegestaan om de toetsen voor te lezen. Bij leerlingen die niet in staat zijn om een toets begrijpend lezen op niveau van de groep te maken kan de school kiezen voor een toets passend bij het leesniveau van de leerling. Gebruik van auditieve software zoals bijvoorbeeld SprintPlus (PO), Kurzweil (VO), Daisyspeler, Readingpen: Indien wenselijk en vermeld in de dyslexieverklaring kan er gebruik gemaakt worden van auditieve software. Dit is software die werkt met omzetting door spraaksynthese, waardoor woorden, tekstgedeelten of gehele teksten zijn ingesproken. Deze hulpmiddelen moeten wel zelf door de ouders worden geregeld. We zijn met elkaar nog in gesprek over: Digitale afname. Begrijpend lezen afname passend bij het leesniveau van de leerling. Begrijpend luisteren op niveau. 4.3.

Overgaan naar de volgende groep.

Zodra een leerkracht als gevolg van de ontwikkeling van een kind rekening gaat houden met een mogelijk doublure, worden ouders daarvan op de hoogte gebracht. De ontwikkeling van het kind zal gedurende het schooljaar nauwlettend worden gevolgd en met ouders geregeld worden besproken door de leerkracht. Aan het eind van groep 2 vragen we ons af of het voor de doorgaande ontwikkeling van een kind goed is om de overgang naar groep 3 te maken. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. En soms zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en vrijere onderwijssituaties, dat de overgang naar groep 3 geen doorgaande ontwikkeling kan garanderen. De kinderen worden in de loop van het schooljaar geregeld besproken in het bouwoverleg en met de intern begeleider. Het nemen van een beslissing over het schoolloopbaanvervolg van het kind doen we aan de hand van het leerlingvolgsysteem:  De observaties van de ontwikkelingslijnen binnen KIJK.  De sociaal-emotionele ontwikkeling.  De uitkomsten van toetsen.  De algemene indruk in de groep; werkhouding, taakgerichtheid.  Informatie uit het leerling dossier.  De situatie in de groep komend schooljaar; groepsgrootte, zorgleerlingen. In een persoonlijk gesprek wordt u op de hoogte gebracht van de weloverwogen visie van de school. Van dit gesprek wordt altijd een verslag gemaakt, dat ouders en leerkracht voor akkoord ondertekenen. Kunt u zich in de visie van de school vinden, doubleert het kind. Als ouders en school van mening (blijven) verschillen kan de leerling op onze school niet door naar de volgende groep. Bij jonge kinderen nemen we de beslissing zo laat mogelijk om de kans op een goede beslissing te kunnen verhogen. Het is van belang dat we samen met ouders een weloverwogen beslissing nemen. De school draagt de verantwoording voor het betreffende kind en tegelijkertijd voor alle kinderen. Voor kinderen die een jaar langer blijven in een hogere groep hanteren we hetzelfde beleid.


Pagina 14

4.4

De begeleiding van de overstap naar het voorgezet onderwijs

Aan het begin van het schooljaar van groep 8 worden ouders geïnformeerd over de overgang naar het voortgezet onderwijs. Tevens wordt u geattendeerd op de vele mogelijkheden die de scholen van voortgezet onderwijs bieden voor open dagen en informatieavonden. Zowel in november als in maart is er overleg met de ouders en de kinderen over het keuzetraject. In het voorjaar wordt door de directie in overleg met de leerkrachten die de kinderen in groep 6, 7 en 8 hebben (gehad) en de intern begeleider een schooladvies vastgesteld. Het schooladvies wordt vastgesteld aan de hand van ons leerlingvolgsysteem en de gehanteerde Plaatsingswijzer binnen de regio Midden-Holland. Daarnaast houden wij ook rekening met inzet, werkhouding, motivatie en zelfstandigheid van de leerling. De ouders worden in februari in de gelegenheid gesteld om over dit advies met de leerkracht en directie te spreken. Als de ouders een keuze hebben gemaakt voor de school van voortgezet onderwijs kunnen zij een aanmeldingsformulier invullen, dat op school is op te halen. Wij versturen het aanmeldingsformulier samen met het Digitaal Overdracht Dossier (DOD) naar de school van voortgezet onderwijs. U ontvangt van school een kopie van het DOD en hoort via de ontvangende school of uw kind is toegelaten. In groep 8 wordt in april de CITO Eindtoets afgenomen. Mochten de scores van de Eindtoets hoger uitvallen, dan is er een mogelijkheid om het schooladvies bij te stellen. Van de meeste scholen van voortgezet onderwijs ontvangen wij de gegevens van de vorderingen van onze oud-leerlingen, zodat wij ook na verwijzing de voortgang van de kinderen kunnen blijven volgen. 4.5

Extra activiteiten voor kinderen

Er zijn een aantal buitenschoolse activiteiten, waaraan onze school zoveel mogelijk meedoet. Het schoolkorfbaltoernooi is een onderdeel daarvan, evenals de schoolvoetbalwedstrijden. Ook de avondvierdaagse hoort daarbij. Extra school activiteiten zijn: een techniekochtend voor alle kinderen, geregelde excursies in alle groepen, een schoolreis voor groep 1 t/m 7 en een meerdaagse schoolreis voor de schoolverlaters. Bij veel van deze activiteiten kunnen we gelukkig een beroep doen op de medewerking van ouders. 4.6

Regels m.b.t. schorsing en verwijdering van school

Tot verwijdering van een leerling kan worden overgegaan bij:  ernstig wangedrag van een leerling  een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling  wangedrag van een ouder van een leerling Als verwijdering een te zwaar middel gevonden wordt of als er onmiddellijk moet worden ingegrepen, kan tot schorsing worden besloten. Daarvoor hanteren we een vastgelegde procedure ingeval van schorsing of (voorgenomen) verwijdering, die beschreven is in een bijlage achterin deze schoolgids.


Pagina 15

5.

DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS

5.1. Instroom en uitstroomgegevens van de Jozefschool van de afgelopen 5 jaren Aantal leerlingen per 1 oktober 2014: 206 leerlingen In totaal verlieten 27 leerlingen de school naar het voortgezet onderwijs 9 Leerlingen naar het VMBO = 33 % 6 Leerlingen naar de HAVO = 22 % 12 leerlingen naar het VWO = 45 % Aantal leerlingen per 1 oktober 2013: 209 leerlingen In totaal verlieten 26 leerlingen de school naar het voortgezet onderwijs 10 Leerlingen naar het VMBO = 39 % 7 Leerlingen naar de HAVO = 27% 9 leerlingen naar het VWO = 34 % Aantal leerlingen per 1 oktober 2012 218 leerlingen In totaal verlieten 27 leerlingen de school naar het voortgezet onderwijs 7 Leerlingen naar het VMBO = 26 % 6 Leerlingen naar de HAVO = 22 % 14 leerlingen naar het VWO = 52 % Aantal leerlingen per 1 oktober 2011: 216 leerlingen In totaal verlieten 29 leerlingen de school naar het voortgezet onderwijs 10 Leerlingen naar het VMBO = 34 % 10 Leerlingen naar de HAVO = 34 % 9 leerlingen naar het VWO = 32 % Aantal leerlingen per 1 oktober 2010: 220 leerlingen In totaal verlieten 17 leerlingen de school naar het voortgezet onderwijs 6 Leerlingen naar het VMBO = 35 % 2 Leerlingen naar de HAVO = 12 % 9 leerlingen naar het VWO = 53 % De kwaliteit van ons onderwijs wordt niet alleen afgemeten aan de cijfers die u hierboven hebt kunnen lezen. Er is echter nog een aantal factoren van belang dat de resultaten bepaalt. De belangrijkste factor blijft het kind zelf met al zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. Ons streven is en blijft altijd het optimale uit ieder kind te halen. Ieder kind te laten ontwikkelen overeenkomstig zijn eigen talenten en mogelijkheden. Als alleen de nadruk wordt gelegd op de prestaties en cijfermateriaal van het kind wordt voorbij gegaan aan een andere, hele belangrijke taak die de school heeft, namelijk de opvoedkundige taak en de emotionele en sociale ontwikkeling van het kind. Dit is moeilijk in cijfers uit te drukken maar zeker zo waardevol in de visie van onze school.


Pagina 16

5.2. De onderwijsinspectie De onderwijsinspectie bezoekt regelmatig alle basisscholen om de kwaliteit van het gegeven onderwijs te meten. De uitkomsten van die onderzoeken zijn te raadplegen op de site van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl, klik op ‘schoolwijzer’, vul gegevens in (veelal volstaat de plaatsnaam) en klik op ‘start zoeken.’ Het laatste inspectierapport van onze school dateert van 17 januari 2013. 5.3. Onderwijstijd Leerlingen moeten in de acht schooljaren van het basisonderwijs tenminste 7.520 uren onderwijs krijgen. Op onze school krijgen de leerlingen in de eerste vier onderbouwjaren 3700 uren les en in de vier bovenbouwjaren 3900 uren.


Pagina 17

6.

DE LEERKRACHTEN

6.1

Wijze van vervanging bij ziekte en verlof

Bij afwezigheid van een leerkracht proberen wij om een bekende van de kinderen te laten vervangen. Het kan voorkomen dat een afwezige leerkracht niet vervangen kan worden. In dat geval is er een interne procedure hoe de kinderen zo veel mogelijk op school worden opgevangen. Als een dergelijke situatie wat langer duurt, kan het voorkomen dat kinderen naar huis worden gestuurd. Ouders ontvangen dan altijd tevoren bericht daarover. 6.2

De inzet van de onderwijsassistente

Op onze school zijn gedurende een aantal schooldagen twee onderwijsassistentes aanwezig. In diverse groepen zijn zij actief ter ondersteuning van de groepsleerkrachten. De taken die ze verrichten, hebben een onderwijskundig of onderwijsondersteunend karakter: kinderen individueel of in een klein groepje helpen, materialen klaarzetten, samen met de leerkracht helpen bij de verwerking van de leerstof. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de betrokken groepsleerkracht. 6.3

De begeleiding en inzet van stagiaires

Leerkrachten in opleiding hebben praktijkervaring nodig. Daarom komen er regelmatig stagiaires op onze school om het vak te leren. Als een stagiaire lesgeeft, blijft de groepsleerkracht verantwoordelijk voor de gang van zaken. Ook zijn er regelmatig stagiaires van de MBO die de opleiding onderwijsassistent volgen. 6.4

Professionalisering van leerkrachten

Voor leerkrachten is het belangrijk dat zij zich professionaliseren. Dat zij op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het onderwijs. Het ministerie stimuleert leerkrachten ook om zich te blijven ontwikkelen. Dat gebeurt door het bijwonen van cursussen maar ook door teamscholing. Gedurende dit schooljaar hebben we met het hele team vijf studiedagen. Vanuit de visie van de school proberen we invulling te geven aan de ontwikkelbehoefte van de school als geheel.


Pagina 18

7.

DE OUDERS

7.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Een goed contact met ouders stellen wij zeer op prijs. We streven ernaar om de school laagdrempelig en goed toegankelijk voor ouders te laten zijn. Vóór of na schooltijd kunt u altijd even binnenlopen. Het maken van een afspraak voor een wat uitgebreider gesprek is altijd mogelijk. Veel activiteiten zijn zonder hulp van ouders niet of niet goed mogelijk. Aan het begin van elk schooljaar krijgen ouders een intekenlijst, waarop ze kunnen aangeven op welke manier ze de school willen en kunnen ondersteunen. Te denken valt aan creatieve middagen, uitstapjes, allerlei doe-het-zelf klusjes, sport- en spelactiviteiten.

7.2

Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

Enkele keren per schooljaar is er een vaste gelegenheid voor ouders om met de groepsleerkracht te praten over hun eigen kind. Ouders van de groepen 1 en 2 worden – verdeeld over de kleuterperiode van hun kind – in totaal tenminste vijf keer uitgenodigd voor een oudergesprek. Algemene informatie over de school en het onderwijs geven we in diverse avonden:  Aan het begin van het schooljaar is er een informatieavond voor de groepen 1 t/m 4 over de specifieke zaken die in dat schooljaar aan de orde komen. Daarbij worden ook ouders van de in dat schooljaar komende nieuwe kleuters uitgenodigd.  Voor de groepen 5 t/m 8 zijn er korte kennismakingsgesprekken, het zgn, speeddaten  In november worden de ouders van alle groepen uitgenodigd voor een tien-minutengesprek waarbij de nadruk vooral ligt op de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind.  Na de uitreiking van het rapport in februari zijn er weer tien-minuten-gesprekken gepland  In de groepen 3 t/m 8 liggen bij de tien-minuten-avonden de schriftjes van de kinderen ter inzage  Op het einde van het schooljaar hebben ouders weer de gelegenheid tijdens een tienminuten-gesprek te praten over de ontwikkeling van hun kind. Behalve deze informatiemomenten kennen we natuurlijk ook andere vormen van contact. Elke schoolweek verschijnt de nieuwsbrief, Het Jozef Journaal ( JJ) die uitsluitend via de mail verspreid wordt en te downloaden is vanaf onze website. Daarin staat actuele informatie over allerlei activiteiten in de hele school. In de gemeenschapsruimte en in de kleuterhal hangen digitale schermen (Narrow casting) waarop actuele informatie staat. Onze school beschikt ook over een eigen website. Daarop worden allerlei vormen van informatie uitgewisseld met belangstellenden: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 19

7.3

Informatievoorziening aan gescheiden ouders

Algemene uitgangspunten De Groeiling staat in de informatievoorziening aan gescheiden ouders een soepele benadering voor. Bij het verstrekken van informatie kan en mag de directie geen partij worden in een conflict rondom leerlingen en zal derhalve ook nooit partij trekken. Ouders dragen verantwoordelijkheid In principe worden aan ouders alle gegevens verstrekt welke in het belang van de leerling zijn. Daaronder vallen: schoolvorderingen, gedrag, sociale contacten etc. Schoolvorderingen worden in principe schriftelijk verstrekt. Andere informatie kan verstrekt worden in persoonlijke gesprekken tijdens de tien minuten gesprekken waarvoor ouders worden uitgenodigd. In de wet (BW. 1 artikel 377 sub b) is vastgelegd dat de ouder die alleen met het gezag belast is, gehouden is de andere ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind. Bij gescheiden ouders gelden de volgende uitgangspunten: Informatie over een leerling wordt altijd aan de met het gezag belaste ouder verstrekt. Gescheiden ouders dienen, indien zij ook beide geïnformeerd wensen te worden over de schoolvorderingen van hun kind, gezamenlijk de ouderavonden te bezoeken. De niet met het gezag belaste ouder heeft recht op informatie over de vorderingen van het kind. Informatieverstrekking Aan de niet met het gezag belaste ouder wordt bedoelde informatie verstrekt: 1. Indien hij/zij erom vraagt; 2. Indien het belang van het kind zich daar niet tegen verzet; 3. Indien die informatie ook verstrekt wordt / kan worden aan de met het gezag belaste ouder; 4. Indien het belangrijke feiten en omstandigheden zijn die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen. Indien een gezamenlijk bezoek aan de ouderavonden problematisch is kan de niet met het gezag belaste ouder op zijn/haar verzoek eenmaal per jaar worden uitgenodigd voor een tien minuten gesprek. Op zijn/haar verzoek wordt de jaarkalender toegezonden, zodat hij/zij zich kan oriënteren over belangrijke zaken welke de opvoeding van de leerling betreffen. Indien een ouder ontheven is uit de ouderlijke macht of ontzet is uit het ouderlijk gezag zal hem/haar geen informatie meer verstrekt worden indien het vorenstaande schriftelijk bij de directie wordt aangetoond en de met het gezag belaste ouder en de leerling te kennen hebben gegeven dit soort informatie niet meer te verstrekken. 7.4

Medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad (MR) is een overlegorgaan dat bestaat uit twee ouders en twee personeelsleden. Het is de taak van de MR ervoor te waken, dat binnen het beleid van de school voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van kinderen, personeel en ouders. De meerwaarde van de MR is erin gelegen, een klimaat van openheid, openbaarheid en onderling overleg te scheppen. De MR moet als medezeggenschapsorgaan van de school oordelen over beleidsvoorstellen van de school, over de lijnen die worden uitgezet en over de wijze waarop die lijnen worden uitgevoerd.


Pagina 20

Ouders hebben soms andere opvattingen dan het personeel, of omgekeerd. Dit levert vruchtbare discussies op die vrijwel altijd resulteren in één duidelijk en gemeenschappelijk standpunt over beleidsvoorstellen. De MR kan ook zelf met voorstellen komen. Wanneer u als ouder vragen of voorstellen heeft voor de MR kunt u dat voorafgaande aan een vergadering tijdens ons inloopkwartiertje ( van 19.45 – 20.00 uur) doen of via ons mailadres: [email protected]. .

7.5

Oudervereniging

Sinds het begin van het schooljaar 2004-2005 is de ouderraad omgezet in een oudervereniging. Dit betekent dat u automatisch lid wordt van deze vereniging voor de resterende schoolduur van uw kind op onze school. De oudervereniging wordt aangestuurd door een ouderraad (OR). Deze OR bestaat uit een oneven aantal ouders, die samen met het team nauw betrokken is bij het bedenken, organiseren en uitvoeren van diverse activiteiten op school. Vaak wordt er gewerkt met commissies, waarin teamleden en OR-leden zitting hebben. Zo is er een sinterklaas -, kerst -, carnavals- een Pasen en een schoolreiscommissie. De vergaderingen worden bijgewoond door de OR-leden en een afgevaardigde van het team. De namen van de OR-leden vindt u verderop in deze gids. 7.5.1 De ouderbijdrage Scholen ontvangen voor het geven van onderwijs bekostiging van de overheid. Wij krijgen echter van rijkswege geen geld voor extra activiteiten. Op onze school vragen wij daarom een ouderbijdrage. Deze is niet verplicht en is geen voorwaarde voor toelating op onze school. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor het sinterklaas - en het kerstfeest, de carnaval, kosten voor creatieve activiteiten, excursies, inrichting lokalen en hallen, prijsjes voor schoolwedstrijden, projectkosten. Het innen van de ouderbijdrage geschiedt bij voorkeur door de oudervereniging middels een machtiging. De hoogte wordt jaarlijks op voorstel van de OR vastgesteld op de jaarvergadering door aanwezige ouders. Het financiële overzicht van het afgelopen en de begroting voor het komende jaar worden voor de jaarvergadering aan de ouders bekend gemaakt. Toelichting vindt ter vergadering plaats. 7.6

Klachten

Hoewel ouders en school er alles aan zullen doen in een goede verstandhouding samen zorg te dragen voor de ontwikkeling van het kind kunnen bij deze samenwerking ernstige storingen optreden. In de meeste gevallen zal een goed gesprek tussen ouders en school de verhouding tussen ouders en school weer herstellen. Soms lukt dat niet. In dat geval spreken we van ‘een klacht’. In bijlage 11 vindt u meer informatie over de klachtenregeling.


Pagina 21

7.7

Schoolverzekering

Voor alle ouders die op school helpen is door het bestuur een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten die uitsluit dat ouders persoonlijk aansprakelijk zijn voor eventueel toegebrachte schade. Voor alle leerlingen is een collectieve ongevallenverzekering gesloten. Deze aanvullende verzekering dekt – tot een zeker maximum – medische kosten die niet door verzekeringen van ouders zelf worden vergoed. De verzekering is geldig tijdens de schooluren en de ononderbroken reis naar school en vanaf school naar huis en ook tijdens excursies en uitstapjes die door school zijn georganiseerd en deel uitmaken van het onderwijsaanbod.


Pagina 22

8.

DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL

8.1

Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school

In ons jaarplan 2015-2016 is beschreven op welke manieren we dit schooljaar willen werken aan verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. De ontwikkelpunten voor het nieuwe schooljaar zijn: - Vervanging van de methode geschiedenis - Coöperatief leren - Ouderparticipatie - Aanpak plusleerlingen - Sociaal emotionele ontwikkeling / pedagogisch klimaat. Het complete plan kunt u vinden op onze website www.sintjozefschoolmoordrecht.nl Jaarlijks verantwoorden we in het jaarverslag wat de resultaten zijn van de voornemens uit het jaarplan. Het jaarverslag 2014 – 2015 is ook te vinden op onze website 8.2

Schooltoezicht vanuit de rijksinspectie

Om de kwaliteit van onderwijs te meten, worden alle basisscholen geregeld bezocht door de onderwijsinspectie. In dat kader heeft de inspecteur onze school bezocht in januari 2013 voor een uitgebreid onderzoek. Op alle onderzochte items scoort onze school goed. In vergelijking met landelijke resultaten is dat een prima uitkomst. Dat betekent niet, dat er niets te verbeteren valt; voortdurend evalueren we onze aanpak om te zorgen dat de kwaliteit op niveau blijft. 8.3

Contacten met andere instellingen

Onze school werkt samen met diverse instellingen in de regio. De belangrijkste daarvan zijn de jeugdgezondheidszorg, de stichting Jeugdzorg, bureau HALT, het opvoedbureau, diverse nascholingsinstituten en de gemeente Zuidplas. Voorts is er geregeld overleg met de andere scholen in de gemeente Zuidplas, de parochie, de bibliotheek, scholen voor speciaal onderwijs en de PABO’s. We maken geregeld gebruik van de diensten van het centrum voor natuur- en milieueducatie (NME). Indien nodig is er contact met het bureau AMK (advies- en meldpunt kindermishandeling) en het CJG.


Pagina 23


Pagina 24

9.

REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN

9.1

Schooltijden

De schooltijden zijn als volgt: Groep 1 t/m 3: maandag, dinsdag en donderdag:

’s morgens ’s middags

van van van

8.30 tot 12.00 uur 13.15 tot 15.15 uur 8.30 tot 12.00 uur

’s morgens ’s middags

van van van

8.30 tot 12.00 uur 13.15 tot 15.15 uur 8.30 tot 12.00 uur

woensdag en vrijdag: groep 4 t/m 8: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag woensdag:

Aan het begin van de ochtend en de middag zijn de deuren van de onderbouw en de bovenbouw open om 08.20 en om 13.05 uur De groepen 1 t/m 4  Kinderen en ouders komen binnen door de entree van de onderbouw. Bij voorkeur komen de kinderen alleen de klas in (m.u.v. de nieuwe 4-jarigen) De ouders nemen afscheid op de gang  Het hele schooljaar mogen de ouders op woensdagen even mee de klas in De groepen 5 t/m 8  Alle kinderen komen binnen door de entree van de bovenbouw. De kinderen van de groepen 6 t/m 8 gaan via de trap in de gemeenschapsruimte naar de 1e etage. Indien gewenst, kunnen ouders altijd even mee naar binnen lopen. Vóór schooltijd wordt er niet gesurveilleerd. De kinderen mogen naar binnen bij de om 8.20 uur en 13.05 uur. De leerkracht staat bij de klassendeur om alle kinderen te ontvangen en welkom te heten. Om 8.25 uur en om 13.10 uur gaat de 1e bel als teken dat de lessen weldra gaan starten en ouders de school gaan verlaten. Om 8.30 uur en om 13.15 uur gaat de tweede bel als teken dat in alle groepen de lessen beginnen. In de ochtendpauze gaan de leerkrachten met de kinderen mee naar buiten. 9.1.1 Maatregelen schoolverzuim In de gemeente Zuidplas hanteren we de wettelijke regelingen m.b.t. de leerplicht. In een bijlage bij deze schoolgids kunt u er alles over lezen. Als kinderen zonder bericht niet op tijd op school zijn, wordt snel telefonisch contact gezocht met de ouders. Als een leerling ongeoorloofd verzuimt, wordt daarvan melding gemaakt bij de ambtenaar van de leerplicht. 9.2

Vakantietijden

In een bijlage achter in deze gids vindt u het vastgestelde vakantierooster voor dit schooljaar.


Pagina 25

9.3

Verlofregelingen voor kinderen inzake familieomstandigheden

De directeur kan tot maximaal 10 schooldagen per schooljaar vrijstelling van schoolbezoek verlenen in geval van zgn. ‘gewichtige omstandigheden’. In de praktijk gaat het dan om bv. verhuizing, huwelijk, ernstige ziekte en overlijden van naaste familieleden, ambts- of huwelijksjubilea van ouders en grootouders. Het gaat dus nooit om ‘zomaar’ extra vrije dagen. Ook is het niet zo, dat alle kinderen zouden beschikken over een aantal vrij op te nemen ‘snipperdagen’. Verzoeken van meer dan 10 dagen, worden via de school voorgelegd aan de leerplichtambtenaar. Zowel over extra vakantieverlof als over verlof i.v.m. ‘gewichtige omstandigheden’ kunt u op de website meer informatie vinden. Ook kunt u daar het formulier downloaden om extra verlof aan te vragen.


Pagina 26

10.

NAMEN EN ADRESSEN

10.1 Van de school Adres school:

Oudersvrucht 3, 2841 LN Moordrecht Postbus 63, 2840 AB Moordrecht

10.1.1 Teamleden Directeur: Ria van der Horst

[email protected]

Managementteam Ria van der Horst Inge van Kins Lia van Kerkhof Jacqueline Geerts

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Groepsleerkrachten: Tineke Blonk Karin Boere-Streefkerk José Bruijnel Jeannette Christiaanse Petra Ehlert Jacqueline Geerts Wilma Geneugelijk Lia van Kerkhof Inge van Kin Karin Pouw Miranda Rietveld Christa Schiebroek Jolanda Steijger Natascha van Velzen Nancy van de Vorstenbosch

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Intern begeleider: Joke Ammerlaan

[email protected]

Remedial teachers/ talentcoaches: Jolanda Steijger Christa Schiebroek

[email protected] [email protected]

Onderwijsassistente: Mieke Witting Barbara Laan

[email protected] [email protected]

Administratief medewerkster: Mieke Houdijk

[email protected]

Conciërge Daniël van Strij de Regt

[email protected]

10.1.2 Schoolbestuur De Groeiling bezoekadres:

Postbus 95 www.degroeiling.nl Aalberseplein 5


2800 AB Gouda [email protected] 2805 EG Gouda

0182-670051

Pagina 27

10.1.3 Medezeggenschapsraad Nancy van de Vorstenbosch Jeannette Christiaanse Bianca Steenbergen Joep Meertens

[email protected] [email protected] Prinses Irenestraat 20 Scholeksterhof 18

E-mail medezeggenschapsraad:

2841 TV MOORDRECHT 2841 NS MOORDRECHT

06-23450127 0182-376376

[email protected]

10.1.4 Oudervereniging Voorzitter: Tamara Quist Secretaris: Penningmeester: Leden:

Marlies Badri Lalita Bosma Diana v. Egmond Ingrid v. Driel Monique v. Echten Evelyne v. Tilborg Evelien Rauch Renske Bergers

E-mail oudervereniging: [email protected] De Oudervereniging is ook te volgen op twitter en facebook: Facebook: ouderverenigingsintjozefschoolmoordrecht Twitter @ovsintjozef

10.1.5 Contactpersoon i.v.m. de klachtencommissie: Jacqueline Geerts: [email protected] 10.1.6 Klachtencommissie van het bestuur: Het correspondentieadres luidt: De Groeiling bezoekadres:

10.2

Postbus 95 www.degroeiling.nl Aalberseplein 5

2800 AB Gouda 0182-670051. [email protected] 2805 EG Gouda

Externe personen

10.2.1 Onderwijsinspectie: * Algemene informatie: * Vragen: * Vragen over onderwijs: * Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik,ernstig psychisch of fysiek geweld: vertrouwensinspecteur:

www.onderwijsinspectie.nl [email protected] 0800-8051 (gratis)

0900-1113111 (lokaal tarief)

10.2.2 Schoolarts: Irma Boogaard p/a GGD Midden Holland

Thorbeckelaan 5

2805 CA Gouda

0182-545600

10.2.3 Externe vertrouwenspersoon: De Groeling heeft een contract afgesloten met de GGG Midden Holland voor het ter beschikking stellen van een externe vertrouwenspersoon. GGD Midden Holland, Thorbeckelaan 5, 2805 CA Gouda. Tel. 0182-545650


Pagina 28

BIJLAGE 1:

OMGANGSPROTOCOL

Waarom een omgangsprotocol? Een veilig gevoel bij kinderen is ontzettend belangrijk. Alleen als kinderen zich op hun gemak voelen en met plezier naar school gaan, zullen ze zich op een prettige en positieve wijze ontwikkelen. De teamleden van de St. Jozefschool willen deze ontwikkeling stimuleren door het scheppen van een veilig leer- en leef klimaat in de school. In de meeste gevallen lukt het scheppen van een positief leer- en leefklimaat door het aanbieden en hanteren van (on)geschreven regels over het “Hoe gaan we met elkaar om”. Deze omgangsregels worden aan het begin van het schooljaar in elke groep samen met de kinderen opgesteld. Daarnaast wordt er in elke groep wekelijks les gegeven uit de SEO- methode: Kinderen en hun sociale talenten, waarbij er schoolbreed voor dezelfde thema opbouw in de lessen wordt gekozen. Toch is het gewenst om duidelijkere afspraken met kinderen te maken. Eén van die duidelijke regels is, dat kinderen met respect met elkaar dienen om te gaan. Dat dit niet altijd als vanzelfsprekend wordt ervaren, geeft aan dat we het kinderen moeten leren en er dus energie in moeten steken. Dit leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar het kan ook voorkomen dat een kind (in een enkel geval) zich systematisch niet aan de omschreven groepsregels houdt. In dat geval wordt het veilige leer- en leefklimaat niet meer voldoende gegarandeerd en kan het zijn dat kinderen zich niet meer optimaal ontplooien. Het is in dat geval noodzakelijk dat de groepsleerkracht onder ogen ziet dat er een (ernstig) probleem in de groep is. Wat vinden wij belangrijk? Uit het bovenstaande blijkt dat we een veilig leef- en leerklimaat belangrijk vinden voor onze leerlingen en collega’s. Maar wat houdt dit concreet in? Om uit te gaan van het positieve gedrag van kinderen en collega’s geven wij hieronder aan welk gedrag we graag zien. We hebben respect voor elkaar: elkaars denken, elkaars uiterlijk, voor de verschillen tussen elkaar. Je accepteert de ander hoe hij is, je beoordeelt andere kinderen niet op hun uiterlijk, je sluit een ander kind niet buiten van activiteiten, je scheldt een ander niet uit, je verzint geen bijnamen. We zijn zorgvuldig met materialen: met elkaars spullen, met ons werk, met de ruimte om ons heen. Je zorgt dat alles netjes en heel blijft, je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind, je gooit niet met spullen, je ruimt je spullen na gebruik weer netjes op. We houden rekening met elkaar: op het plein, in de gangen en in het klaslokaal. Nieuwkomers op school worden goed ontvangen en opgevangen in de groep. Je lacht een ander kind niet uit, je roddelt niet over anderen, je bent niet brutaal, je bedreigt elkaar niet en doet elkaar geen pijn, je bemoeit je niet met de ruzie van een ander, maar haalt indien nodig hulp van de leerkracht of overblijfmoeder. Als je vindt dat jijzelf of een ander kind in de groep wordt gepest, dan vertel je dit aan de leerkracht of overblijfmoeder, dit is geen klikken. In de SEO-lessen komen onderstaande onderwerpen aan de orde: 1 Samen spelen en werken 2 Aardig doen 3 Omgaan met ruzie 4 Opkomen voor jezelf 5 Jezelf presenteren 6 Ervaringen delen 7 Een keuze maken 8 Een taak uitvoeren


Pagina 29

Door aandacht te besteden aan hoe je met elkaar omgaat door de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling, zorgen we ervoor dat er een attitude ontstaat. Iedereen weet hoe je met elkaar om moet gaan en de regels die per klas worden opgesteld zullen ervoor zorgen dat iedereen er op aangesproken kan worden. De volgende afspraken gelden al in onze school: Bij de start van het schooljaar maken de leerlingen samen met de leerkracht afspraken over hoe we met elkaar omgaan in de klas. Ook zal in iedere groep een ‘ei’ staan. In dit ei kunnen de leerlingen letterlijk hun ei kwijt. Is er iets wat ze bezighoudt en willen ze dat niet zomaar in de groep of bij de leerkracht uiten, dan kan dit schriftelijk via het ei gedaan worden, desgewenst anoniem. Voor kinderen die nog niet kunnen schrijven, kan dit ook in de vorm van een tekening, of een briefje van de ouders. Plagen? Pesten? Om te weten wat pesten is, is het van belang dat een ieder ook weet, wanneer plagen, pesten wordt. Binnen de lessen omgaan met elkaar wordt ook aandacht besteed aan kennis over pesten. Pesten is het op systematische wijze verrichten van fysieke, verbale en non-verbale handelingen zoals duwen, slaan, schoppen, uitschelden, roddelen en sociaal isoleren, tegenover iemand die zich daartegen niet kan verdedigen. Pesten gebeurt alleen of in groepsverband. Een belangrijk gegeven bij pesten is dat er tussen dader en slachtoffer een ongelijke machtsverhouding bestaat. De dader is vaak fysiek en verbaal sterker dan het slachtoffer of opereert in groepsverband waardoor het slachtoffer zich in zijn eentje niet kan verdedigen. Direct en indirect pesten Pesten kent verschillende vormen. Een directe vorm van pesten is een openlijke, zichtbare aanval op een ander. Uitschelden, schelden en beschuldigen zijn voorbeelden van directe en verbale agressie. Bij indirect pesten wordt iemand bijvoorbeeld op een niet zichtbare en onduidelijke manier buitengesloten door een groep. Een relationele manier van pesten houdt in dat relaties en vriendschappen worden gemanipuleerd om iemand emotioneel te kwetsen. Dat kan zowel direct als indirect gebeuren. Pesten gebeurt natuurlijk niet alleen op school, maar kan ook daarbuiten plaatsvinden. Als het echter de sfeer in de klas beïnvloedt, wordt hier ook op school aandacht aan besteed. Digitaal pesten Een ander onderscheid is dat tussen pesten in het dagelijks leven en pesten via nieuwe communicatiemiddelen. Bij digitaal pesten of cyberpesten gebruiken kinderen of jongeren het internet of hun mobiele telefoon. Voorbeelden zijn afbeeldingen, scheldwoorden of beledigende teksten sturen via Snapchat, WhatsApp, Instagram, Facebook of andere social media. Ook via mail, games of andere digitale wegen kan een anoniem berichtje gestuurd worden, kan iemand worden uitgescholden of een beledigende tekst gestuurd worden. Bij cyberpesten is fysieke kracht minder belangrijk. Het pesten kan zelfs anoniem plaatsvinden of in een groep. Doordat de pester niet direct ziet hoe het slachtoffer reageert, beseft hij minder goed hoe kwetsend zijn boodschappen zijn. Ook kunnen berichten anders gelezen worden dan ze bedoeld zijn, waardoor het pesten harder kan aankomen dan de bedoeling was.


Pagina 30

Bij jonge kinderen (4 t/m 8 jaar) wordt dit als volgt aangeboden: Plagen mag wel, pesten niet. Wat is plagen? Wat is pesten? Wat is plagen?  Bij plagen is niemand de baas.  De ene keer plaagt de één, de andere keer plaagt de ander  Plagen is leuk en grappig

Wat is pesten?     

Bij pesten speelt iemand de baas. Anderen kijken tegen de pester op. Het is steeds hetzelfde kind dat pest en hetzelfde kind dat gepest wordt. De pestkop wil pijn doen of dingen kapot maken. Het gepeste kind voelt zich alleen, verdrietig en bang.

Bij de oudere kinderen (9 t/m 12 jaar): Plagen mag wel, pesten niet. Maar wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Wat is plagen? Bij plagen kun je elkaar aan. De ene keer word je geplaagd en een andere keer plaag jij. Het is niet kwaad bedoeld, maar meer als geintje. Je kunt er zelf om lachen. Wat is pesten? Bij pesten ben je niet gelijk aan elkaar. De pester heeft een grotere mond, is sterker en anderen kijken tegen hem of haar op. Hij of zij moet steeds jou hebben. De pester wil je expres kwetsen of pijn doen. Wat doen we als er toch signalen zijn dat er gepest wordt? Op dat moment volgen we een vijfsporen-aanpak. Deze aanpak is gericht op de verschillende partijen die betrokken zijn bij pesten: het gepeste kind, de pester, de ouders, de klasgenoten en de school. 1. Steun bieden aan het kind dat gepest wordt: We luisteren naar het kind en nemen zijn probleem serieus. We overleggen met het kind de mogelijke oplossingen. We werken samen met het kind aan oplossingen. We zorgen indien nodig dat het kind deskundige hulp krijgt, bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining om weerbaar te worden. We zorgen voor follow-up gesprekken, om de situatie te blijven volgen. 2. Steun bieden aan het kind dat zelf pest: We bespreken met het kind wat pesten voor een ander betekent. We helpen het kind om op een positieve manier relaties te onderhouden met andere kinderen. (indien nodig adviseren we het volgen van een sociale vaardigheidstraining om dit te bevorderen.) We helpen het kind om zich aan regels en afspraken te houden. We zorgen dat het kind zich veilig voelt; we leggen uit wat je als leerkracht gaat doen om het pesten te stoppen. We stellen grenzen en verbinden daar consequenties aan. We zorgen voor follow-up gesprekken, om de situatie te blijven volgen.


Pagina 31

3. De ouders van het gepeste en van het pestende kind steunen: We nemen ouders die zich zorgen maken over pesten serieus. We houden ouders op de hoogte van pestsituaties. We geven informatie en advies over pesten en de manieren waarop pesten kan worden aangepakt. We werken samen als school en ouders om het pestprobleem aan te pakken. Zowel op school als vanuit de thuissituatie. We verwijzen ouders indien nodig door naar deskundige ondersteuning. 4. De middengroep (de rest van de klas) betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem: We praten met de kinderen over pesten en over hun eigen rol daarbij. We overleggen met de kinderen de mogelijke oplossingen en wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen. We werken samen met de kinderen aan oplossingen, waarbij ze zelf een actieve rol spelen. 5. De algemene verantwoordelijkheid van de school: De school zorgt dat de directie, de leerkrachten en het overige personeel voldoende informatie hebben over pesten in het algemeen en het aanpakken van pesten in de eigen groep en de eigen school. De school neemt stelling tegen het pesten. De school houdt de huidige situatie rond pestbeleid in de gaten door het jaarlijkse tevredenheidonderzoek bij ouders en leerlingen. De school werkt aan een goed beleid rond pesten en veiligheid van leerlingen waar de hele school bij betrokken is. 6. Consequenties van ongewenst gedrag In de inleiding spreken we van het belang van een positieve houding, met positieve verwachtingen. Desalniettemin zullen zich situaties voordoen, waarin regels en afspraken niet worden nageleefd. Het niet nakomen van de gemaakte regels en afspraken moet consequenties hebben. Hieronder geven we in een stappenplan aan, wat die consequenties zijn. Het hanteren van regels en afspraken is een onderdeel van de ontwikkeling van de leerlingen. Stap 1 van de hieronder genoemde consequenties, een waarschuwing, zal daarom veelal voldoende blijken. Wanneer de regels en afspraken niet worden nageleefd, hanteren we de volgende gedragslijn: 1. De leerling krijgt een waarschuwing. 2. Bij een volgend incident, zal een passende opdracht worden gegeven. Welke opdracht dit is, kan per groep verschillen. Bij de klassenafspraken die in het begin van het schooljaar worden gemaakt, wordt dit in overleg met de leerlingen bepaald. 3. Geeft dit niet het gewenste resultaat, dan wordt de leerling tijdelijk buiten de groep geplaatst, zo mogelijk in het eigen lokaal, eventueel op de gang (time-out). Voorwaarde is, dat de leerkracht zicht houdt op de leerling. 4. Geeft dit niet het gewenste resultaat, dan wordt de leerling tijdelijk bij een andere leerkracht geplaatst. In dit geval vindt tevens een gesprek plaats tussen de leerling en de directie. De leerkracht informeert de directie in dit geval over de aard van de problematiek. Ook stelt de leerkracht de ouders (telefonisch) op de hoogte van het feit dat de leerling ongewenst gedrag vertoont. Van de ouders wordt in dit geval gevraagd,dat zij de ontstane situatie met hun kind bespreken.


Pagina 32

5.

De leerkracht overlegt met de interne begeleider. Indien wenselijk vindt een onderzoek/groepsbezoek door de interne begeleider plaats. 6. Geeft ook dit niet het gewenste resultaat, dan krijgt de leerling van school een brief mee, waarin de leerkracht de ontstane problemen beschrijft. De leerling zelf overhandigt deze brief aan de ouders. De ouders tekenen de brief voor gezien, waarna de leerling zelf de brief overhandigt aan de leerkracht. 7. Bij herhaaldelijk ongewenst gedrag, neemt de leerkracht contact op met de ouders. Er volgt een gesprek, waarin afspraken worden gemaakt en vastgelegd. (oudergespreksformulier). Zo nodig stelt de leerkracht een handelingsplan op. 8. Wanneer leerkracht en ouders in het onder punt 6 genoemde gesprek niet tot overeenstemming kunnen komen, volgt een gesprek tussen leerkracht, ouders en directie waarin afspraken worden gemaakt over de aanpak. De leerkracht maakt hiervan verslag. 9. Mocht er ook in het onder 7 genoemde gesprek geen overeenstemming bereikt worden, dan neemt de directie een besluit over de vervolgstappen. Hiervan worden ouders en leerkracht binnen een week na het gesprek op de hoogte gesteld. 10. Bij aanhoudend ongewenst gedrag kan de directie besluiten tot een (tijdelijke) schorsing van de leerling. 11. Wanneer na de stappen 1 t/m 8 het ongewenste gedrag aanhoudt, zal de directeur het bevoegd gezag verzoeken tot verwijdering over te gaan. Hierbij wordt onderstaande procedure in acht genomen. 7. Schorsing en/of verwijdering van een leerling Schorsing en verwijdering kunnen om drie redenen worden gebruikt:  als strafmaatregel  als maatregel om de veiligheid en orde in de school te handhaven  als middel om aan te geven dat de school niet langer garant kan staan voor een verantwoorde kwaliteit van de zorg/begeleiding voor het kind Van schorsing is sprake als het kind tijdelijk de toegang tot de school wordt ontzegd. Wettelijk (artikel 40 c WPO) kan het bestuur een leerling met opgaven van redenen voor een periode van ten hoogte 1 week ( 5 schooldagen) schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders/de voogd te bekend gemaakt. Voorafgaand hieraan vindt een gesprek plaats van het bestuur met de ouders/voogd, het kind, de betrokken leerkracht en de directeur. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, het onderwijsproces zo veel mogelijk voort te zetten tijdens de schorsingsperiode. Ouders kunnen slechts bezwaar maken tegen een schorsing door het besluit voor te leggen aan de rechter. Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig situatie dat het bestuur van De Groeiling concludeert dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar verstoord is en de leerling definitief de toegang tot de school wordt ontzegd en naar een andere school moet. Een leerling verwijderen kan alleen wanneer het bestuur ervoor heeft gezorgd dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. De volgende procedure zal dan worden doorlopen: 1. De directeur van de school informeert het bestuur; 2. Het bestuur hoort zowel de betrokken groepsleerkracht, de leerling als de ouders/voogd; 3. Het bestuur maakt het voornemen tot verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen bekend aan de ouders/voogd. 4. De school zoekt in overleg met de ouders/voogd een andere passende school . 5. Als een passende school voor het kind is gevonden meldt het bestuur het definitieve besluit tot verwijdering schriftelijk aan de ouders/voogd.


Pagina 33

Ouders/de voogd kunnen tegen deze beslissing binnen 6 weken schriftelijk bezwaar kunnen maken bij het bestuur. Bovendien kunnen zij tegelijkertijd dit bezwaar ook aanhangig maken bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs. 1 Ook voor inschakeling van de Geschillencommissie geldt een termijn van 6 werken (vakanties schuiven de 6 weken-termijn niet op). Na de aangegeven datum van verwijdering hoeft de school de leerling niet langer toe te laten op de school. Ook niet als er een bezwaar procedure loopt.

Het advies van de Geschillencommissie is niet bindend. Het bestuur deelt na uitspraak van de Geschillencommissie zo spoedig mogelijk aan zowel de ouders/de voogd als de Geschillencommissie mee wat gedaan wordt met het advies. Sociale en Fysieke veiligheid Op onze school streven wij ernaar de sociale en fysieke veiligheid van het kind te waarborgen. Wij hebben daarvoor een veiligheidsplan met verschillende protocollen en afspraken. Dit plan ligt bij de directie ter inzage. Mocht u als ouders/verzorgers zorgen of klachten hebben in verband met de veiligheid van uw kind dan kunt u zich melden tot juf Wilma Geneugelijk die als contactpersoon van de school zich richt op een veilige schoolomgeving. Andersom kan de school ook zorgen hebben over de veiligheid van het kind thuis. De school is verplicht daartoe een Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling te hanteren. U treft deze meldcode aan op onze website.


Pagina 34

BIJLAGE 2: 1.

2.

3.

4. 5.

6.

7.

8.

9.

10. 11.

NOG EVEN DIT

Elke week verschijnt de nieuwsbrief, Het Jozef Journaal (Het JJ) . Daarin melden we allerlei actuele zaken die met de school te maken hebben. Wij vragen uw aandacht voor de inhoud van deze nieuwsbrief omdat daarin vrijwel alle zaken van belang worden gemeld. We versturen deze nieuwsbrief uitsluitend digitaal. Het is daarom belangrijk dat de school een juist e-mailadres heeft. In groep 8 is het gebruik van een agenda verplicht. We kunnen de kinderen dan stap voor stap aanleren hoe deze gebruikt moet worden bij het organiseren en plannen van huiswerk. Vanaf groep 5 moeten de kinderen zelf voor een aantal materialen zorgen. Aan het eind van groep 4 krijgen ze diverse materialen mee naar huis. Vanaf groep 5 zorgen ze dan zelf voor: een stoffen etui, een schaar, een potlood, kleurpotloden (maximaal 12), een gum, een kladblok, puntenslijper, een liniaal (30 cm), een lijmstift en een kunststof opbergmap. Vanaf groep 5 krijgen alle kinderen van school een vulpen. Als deze in de loop der tijden niet meer bruikbaar is of verloren gaat, zorgen kinderen zelf voor een andere vulpen, die moet voldoen aan de schooleisen, waaronder een zo rond mogelijk voorstuk. Om dat laatste zeker te weten kan ook via school – tegen kostprijs – een andere vulpen worden aangeschaft. Het gebruik van STABILO-pennen is alleen toegestaan als dat wordt geadviseerd door een fysiotherapeut, waarvan een schriftelijke verklaring moet worden overlegd. In groep 7 en 8 is niet verplicht, maar wel toegestaan, dat kinderen zelf zorgen voor een 23-rings multomap met vulling en tabbladen. Als deze niet worden meegebracht, zorgt de school ervoor. In groep 5 en 6 zorgt de school altijd voor deze map. Het is fijn wanneer uitnodigingen voor een partijtje niet in de klas worden uitgedeeld. Dit is niet prettig voor de kinderen die niet uitgenodigd worden. Nieuwe leerlingen kunnen via internet opgegeven worden voor de schoolmelkvoorziening: www.schoolmelk.nl, kopje ‘aanvragen schoolmelk’, kopje ‘ouders’, postcodegebied aangeven, juiste school zoeken. Er opent dan een scherm waar de schoolgegevens al staan en u de gevraagde gegevens invult. Ook voor het overblijven kan (extra) melk worden besteld via internet. Met name in de hogere groepen moeten kinderen af en toe huiswerk maken. Wilt u erop toezien dat de meegebrachte spulletjes zorgvuldig worden behandeld ? Beschadigde of verloren materialen worden bij de ouders in rekening gebracht. Dat geldt overigens ook voor materialen op school in alle groepen. De school beschikt over een ontruimingsplan en een calamiteitenplan. Minstens één keer per jaar wordt met de kinderen geoefend. Als u zich op dat moment in het gebouw bevindt, wilt u dan de aanwijzingen van de leerkrachten opvolgen? De school hanteert ook een veiligheidsbeleid, waardoor allerlei aspecten rondom veiligheid voor kinderen en teamleden zijn geborgd en geregeld worden geëvalueerd. Onze ARBO-coordinator dit schooljaar is Wilma Geneugelijk Omdat de laatste schooldag voor de zomervakantie altijd erg druk en rommelig is, kan er beter niet door kinderen worden getrakteerd. De jarige krijgt dan onverdiend en onbedoeld weinig aandacht en dat is vervelend. Het is niet toegestaan om dieren mee te brengen naar school, ook niet voor eventjes. Ouders, die het wegbrengen of ophalen van hun kind combineren met het uitlaten van de hond, moeten de hond buiten laten wachten. Jarigen mogen uiteraard (liefst zo gezond mogelijk) trakteren in de eigen groep. De school beschikt over een eigen website: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl Van diverse schoolevenementen worden foto’s gemaakt. Via een link op onze website kunnen deze dan worden bekeken en ev. besteld op www.mijnalbum.nl Ouders die bezwaar hebben tegen publicatie van foto’s waarop hun kind te zien is, worden nadrukkelijk verzocht om dat uiterlijk 15 oktober van betreffend schooljaar te


Pagina 35

12.

13.

14.

15.

18.

melden bij de directeur; ouders van nieuwe leerlingen gelieve dat uiterlijk twee weken na de eerste schooldag van hun kind te melden. Uit privacyoverwegingen is besloten om de groepspagina’s op de website te voorzien van een wachtwoord, waardoor deze niet te zien zijn voor mensen van buitenaf. Indien u de inlogcodes kwijt bent of als uw kind nieuw op school zit, kunt u de inlogcode aanvragen via [email protected]. Het is niet toegestaan mobiele telefoons, diskman, walkman, I-pod e.d. mee te brengen naar school. Leerkrachten schakelen tijdens de lessen hun eigen mobiele telefoon uit of in de stille modus. Vanaf groep drie gymmen de kinderen in gymkleding, I.v.m. de veiligheid tijdens de gymlessen gelden onderstaande kledingafspraken: kinderen gymmen in T-shirt of hemdje (geen extra onderhemd) en korte broek (tot aan knie of hoger) er mogen dus géén jogging- trainings- of harembroeken worden gedragen alle kinderen gymmen op gymschoenen alle sieraden moeten af (liever thuis laten!) en lang haar mag niet los hangen. Op maandag, woensdag en vrijdag hebben we op school gruitdagen Dat wil zeggen dat er op deze dag voor het eten en drinken groente of fruit wordt meegenomen i.p.v. koek. Het fietsen met de kinderen van de groepen 5 t/m 8 van en naar de gymles in de Zuidplas gebeurt onder verantwoordelijkheid van de leerkracht. Als er onderweg echter iets gebeurt (lekke band/ valpartij) zit de leerkracht wel met een moeilijke situatie. Daarom proberen we er voor te zorgen dat er bij deze groepen steeds een ouder meefietst. Verder willen wij u nadrukkelijk vragen om ervoor te zorgen dat de fiets van uw kind geen mankementen vertoont. Fietsen die na schooltijd nog buiten staan blijven daar staan. De school is niet aansprakelijk voor evt. vermissingen. Kinderen die de fiets na schooltijd door pech niet kunnen meenemen, kunnen deze zelf binnen zetten en de volgende ochtend weer buiten zetten.


Pagina 36

BIJLAGE 3:

VAKANTIEROOSTER EN GYMNASTIEKTIJDEN

Vakantierooster 2015-2016 Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Paasweekend: Meivakantie: Pinksteren: Zomervakantie:

19 – 23 oktober 2015 21 december 2015 – 1 januari 2016 22 – 26 februari 2016 25 – 28 maart 2016 25 april – 6 mei 2016 16 mei 2016 11 juli – 19 augustus 2016

Studiedagen: Maandag 21 september 2015 woensdag 11 november 2015

donderdag 18 februari 2016 dinsdag 17 mei 2016 vrijdag 24 juni 2016.

Gymnastiekrooster 2015-2016 Groep 3: Dinsdag: 11.15 – 12.00 uur: na de gym direct naar huis of tso Donderdag: 13.15 – 14.00 uur: rechtstreeks naar de Zuidplas groep 4: Dinsdag: 13.15 – 14.00 uur: rechtstreeks naar de Zuidplas Donderdag: 14.30 – 15.15 uur: na de gym direct naar huis of bso Groep 5: Dinsdag: 10.25 – 11.10 uur Donderdag: 11.15 – 12.00 uur: na de gym direct naar huis of tso Groep 6 Dinsdag: 09.25 – 10.15 uur Donderdag: 10.25 – 11.10 uur Groep 7: Dinsdag: 14.30 – 15.15 uur: na de gym direct naar huis of bso Donderdag: 09.25 – 10.15 uur groep 8: Dinsdag: 08.30 – 9.15 uur: rechtstreeks naar de Zuidplas Donderdag: 08.30 – 9.15 uur: rechtstreeks naar de Zuidplas


Pagina 37

BIJLAGE 4:

INTERNETPROTOCOL

Het gebruik van internet op school biedt veel mogelijkheden om het onderwijs te verrijken. Tegelijkertijd levert het risico’s op, m.n. als het gaat om informatie die m.b.t. de leeftijdscategorie van de kinderen ongewenst en/of ongeschikt is. Daarom hebben we een internetprotocol opgesteld, waarmee we risico’s zoveel mogelijk willen voorkomen. In de groepen 1 t/m 6 kan het internet worden ingezet als leer- en/of ontwikkelingsmiddel. In voorkomende gevallen neemt de leerkracht daartoe het initiatief, zoekt zelf de bedoelde site op, instrueert de leerling en houdt het volledige toezicht. Onderstaand protocol is bedoeld voor leerlingen in de groepen 7 en 8, waar het internet ingezet kan worden als middel om zelfstandig informatie te zoeken. 1.

Internetgebruik door leerlingen is alleen toegestaan na toestemming van de groepsleerkracht 2. Aan het begin van het schooljaar wordt in de groepen 7 en 8 aandacht besteed aan alle vormen van informatie op het internet. Aandachtspunten zijn:  gewenste en ongewenste informatie  betrouwbaarheid van de informatie  vaststellen van afspraken over internetgebruik 3. De sancties op het bekijken van ongewenste danwel ongeschikte informatie zijn bij alle leerlingen bekend 4. De leerkracht is altijd in de ruimte waar het internet door de leerlingen wordt gebruikt 5. De leerkracht controleert één keer per week de internetgeschiedenis van een leerling (steekproefsgewijs). De leerkracht meldt het resultaat daarvan aan de leerling en registreert de bevindingen. 6. Als de leerkracht een vermoeden heeft van onbedoeld internetgebruik wordt het proces nauwkeurig onderzocht en geregistreerd. 7. Het per ongeluk bezoeken van een ongewenste site (b.v. via het typen van het adres, via een zoekmachine of door het klikken op niet-verwachte links) wordt afgedaan met de opmerking, dat dit een site is, die niet mag worden bezocht. Leerlingen klikken de pagina weg en melden aan de groepsleerkracht dat e.e.a. geheel per ongeluk is gebeurd. De leerkracht geeft bedoeld internetadres door aan de ICT-coordinator, zodat de site kan worden geblokkeerd. 8. Het bewust bezoeken van een ongeschikte site leidt tot een waarschuwing, die door de directeur wordt geregistreerd. De ouders worden hiervan door hem op de hoogte gebracht. De leerkracht spreekt de leerling aan op diens gedrag en geeft aan welke maatregel er volgt bij herhaald bewust bezoeken van een ongeschikte site. 9. Bij een tweede bewust bezoek aan een ongeschikte site volgt een maatregel, t.w. het uitsluiten van het werken met computers. De leerkracht informeert betrokken leerling en meldt e.e.a. bij de directeur, die vervolgens de ouders informeert. Na overleg met de groepsleerkracht en afhankelijk van de reactie van de leerling en de ouders wordt door de school vastgesteld of en zo ja per wanneer de leerling weer met computers mag werken. 10. Het is een leerling alleen toegestaan programma’s, afbeeldingen of overige bestanden van internet te downloaden met toestemming van de leerkracht. 11. Leerlingen mogen geen bestellingen/enquêtes regelen via internet of op andere manier gegevens over zijn persoon of andere personen achterlaten op het internet.


Pagina 38

BIJLAGE 5:

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

Op de schoolwebsite kunt u het hele document lezen. Volg de link: http://www.sintjozefschoolmoordrecht.nl/schoolondersteuningsprofiel


Pagina 39

BIJLAGE 6:

OVERZICHT GEBRUIKTE METHODEN

Overzicht methoden Sint Jozefschool Peildatum: 1 september 2014

Vakken

Methode

Sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO)

Kinderen en hun sociale talenten

Aanvankelijk lezen Technisch lezen

LIJN 3 Estafette

Begrijpend/studerend lezen Taal en spelling Catechese

Tekstverwerken/ Nieuwsbegrip Taal actief Trefwoord

Schrijven Rekenen Engels

Schrijfdans/Pennenstreken Wereld in Getallen 4 Groove Me (1 t/m 4) Real English ( 5 t/m 8) Meander Bij de tijd

Aardrijkskunde Geschiedenis

Natuur Verkeer Tekenen Handvaardigheid Muziek Lichamelijke oefening

Natuniek Klaar over!/ Rondje verkeer Verkeerskranten VVN bronnenboeken bronnenboeken Vier muziek met…! Basislessen bewegingsonderwijs


Jaar van aanschaf

2005 Wordt in 2016 vervangen 2015 2010 2009 2013 Jaarlijkse aanschaf 2001/2009 2011 2014 2014 2005 Wordt in 2016 vervangen 2009 2003 Jaarlijks

2006 2015

Pagina 40

BIJLAGE 7:

OVERBLIJVEN en NASCHOOLSE OPVANG

Overblijven: Stichting DeTafelVan Onze school heeft ervoor gekozen de tussenschoolse opvang (oftewel de overblijf) uit te besteden aan Stichting DeTafelVan. Zij zorgen er samen met onze school voor dat uw kind op een goede manier wordt begeleid tijdens de middagpauze. Uw kind krijgt voldoende tijd om te lunchen. Na de lunch is er ruimte voor (buiten)activiteiten. Hoe werkt het? U kunt uw kind heel eenvoudig aanmelden voor de tussenschoolse opvang (TSO). Op www.stichtingdetafelvan.nl kunt u uzelf en uw kinderen kosteloos registreren via het portaal van DeTafelVan. Deze registratie is eenmalig. U kunt vervolgens digitaal strippen kopen via de website met een minimum van 10 strippen en een maximum van 100 strippen. De betaling vindt plaats via iDEAL. Uiteraard op een veilige manier. Uw kind aan- en afmelden Als u ervoor kiest om per dag te bepalen of uw kind overblijft, moet uw kind vóór 09.00 uur die dag aangemeld zijn. Als uw kind niet tijdig is aangemeld, kan het die dag niet overblijven. Komt uw kind onverwacht niet naar de overblijf? Vóór 09.00 uur ’s morgens kunt u dit aanpassen in het portaal van DeTafelVan. De strip wordt dan weer aan uw saldo toegevoegd. Heeft u meerdere kinderen? De strippen staan op uw naam, niet op de naam van uw kind. Als u meerdere kinderen wilt laten overblijven, kan dit met dezelfde strippenkaart betaald worden. Hoe meer strippen u inkoopt, hoe goedkoper het wordt. Heeft u aan het einde van het schooljaar strippen over? Geen probleem. Uw strippen blijven gewoon staan tot het volgend schooljaar. Wat kost een strip? 10 strippen = € 2,50 per strip 20 strippen = € 2,45 per strip 30 strippen = € 2,40 per strip 40 strippen = € 2,35 per strip 100 strippen = € 2,30 per strip Lunch niet inbegrepen De kinderen nemen zelf eten en drinken mee naar school. DeTafelVan zorgt voor goede begeleiding tijdens de overblijf. Vragen? Voor vragen kunt u een e-mail sturen naar [email protected] of maak gebruik van het contactformulier op www.stichtingdetafelvan.nl.

Naschoolse opvang De buitenschoolse opvang wordt verzorgd door Kern Kinderopvang Randstad B.V. Prinses Beatrixstraat 15A, 2841 VS Moordrecht. Tel. 0182 - 37 91 99 In de loop van dit schooljaar is mogelijk sprake van een verandering in de wijze waarop de naschoolse opvang wordt georganiseerd. Binnen De Groeiling is namelijk het streven dat op elke school, inpandig, sprake is naschoolse opvang. Kinderen hoeven dan niet vervoerd te worden naar een andere locatie en het beleid van de school en de kinderopvangorganisatie kan beter op elkaar worden afgestemd.


Pagina 41

BIJLAGE 8:

Verzuimbeleid en vrijstelling schoolbezoek

Verzuimbeleid Het kan zijn dat uw kind niet naar school kan komen. U dient de school daar direct, op de eerste dag van verzuim, van op de hoogte te stellen. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met u (ouders/verzorgers )bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht c.q. mentor. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Als een leerling niet op school verschijnt zal in eerste instantie contact worden gezocht met de ouder om te horen wat er aan de hand is. Is sprake van ongeoorloofd verzuim, dan moeten wij dit melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente.

Vrijstelling schoolbezoek Aanvragen van verlof Kinderen van 5 jaar en ouder vallen onder de Leerplichtwet en zijn daarom verplicht naar school te gaan. Er kunnen zich echter bijzondere omstandigheden voordoen die maken dat u vrij wilt vragen voor uw kind. Vrij in verband met vakantie Een schriftelijk verzoek om vakantieverlof moet minimaal acht weken van tevoren bij de directeur van de school te worden ingediend. De directeur beslist over het verzoek. De Leerplichtwet geeft aan dat verlof wegens vakantie slechts wordt verleend indien: a. wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan en b. een werkgeversverklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de vastgestelde schoolvakanties mogelijk is. c. het de enige vakantie van de ouder(s)/verzorger(s) en het kind/de kinderen gezamenlijk in dat schooljaar betreft. Er kan maar eenmaal per jaar vakantieverlof worden verleend en nooit langer dan tien schooldagen. De eerste twee lesweken van het schooljaar wordt nooit vakantieverlof verleend. Vrij in verband met andere, bijzondere omstandigheden Denk hierbij aan een verhuizing, een familiefeest, etc. Een schriftelijk verzoek hiertoe dient vooraf aan de directeur te worden voorgelegd. Daarbij gelden voor bepaalde gebeurtenissen maximale termijnen.


Pagina 42

Een verzoek om meer dan 10 dagen te mogen verzuimen moet minimaal 6 weken van te voren schriftelijk worden ingediend bij de directeur. Deze zal vervolgens het verzoek aan de leerplichtambtenaar voorleggen. Vrij in verband met een religieuze feestdag. Ouders/verzorgers moeten een verzoek hiertoe minimaal 2 dagen van te voeren schriftelijk indienen bij de directeur. Vrij in verband met een behandeling van uw kind. Bij medische behandelingen (waaronder ook logopedie) verdient het de voorkeur dat deze buiten schooltijd plaats vindt. Het kind mist dan zo min mogelijk lestijd. Blijkt dit niet mogelijk dat kunt u hiervoor vrij vragen bij de directeur. Bij logopedische behandeling onder schooltijd heeft het sterk onze voorkeur dat deze op onze school of op een school in de buurt plaats vindt. Bij dyslexiebehandeling onder schooltijd geeft de school alleen vrij als deze op de school plaats vindt of, als dat niet mogelijk is, eventueel in een school in de buurt. Dit om verlies van lestijd zo veel mogelijk te voorkomen. Wij kunnen u helpen bij het vinden van een aanbieder die behandeling op school of eventueel in een school in de buurt kan aanbieden. Mocht de behandeling in een buurtschool plaats vinden dan bent u zelf verantwoordelijk voor het halen en brengen van uw kind. Sommige ouders kiezen ervoor hun kind extra lessen aan te bieden (‘remedial teaching’). De regels van de Inspectie van het Onderwijs maken dat wij dit onder schooltijd niet toe kunnen laten en uw kind hiervoor dus geen vrij kunnen geven.


Pagina 43

BIJLAGE 9: WAAR KAN IK MET MIJN KLACHT TERECHT? Tot wie kunt u zich wenden? Wanneer u het niet eens is met de aanpak op school dan kunt u zich wenden tot  Het personeelslid dat verantwoordelijk is voor deze aanpak  De directeur van de school  Het bestuur van De Groeiling  De contactpersoon van de school  De externe vertrouwenspersoon van De Groeiling  De vertrouwensinspecteur Hieronder staat aangegeven tot wie men zich in welke gevallen kan richten. Contactpersoon van de school De contactpersoon van de school is juf Jacqueline Geerts. Zij helpt u door te luisteren naar uw bezwaren en u te wijzen hoe u deze kunnen aankaarten bij de instanties/personen die de klacht in behandeling kunnen nemen en zo mogelijk wegnemen. U kunt zich ook rechtstreeks wenden tot de betrokken leerkracht of als dit niet aan de orde of mogelijk is de directeur van de school of de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon van de Groeiling De externe vertrouwenspersoon heeft als voornaamste taak het bijstaan van ouders die geconfronteerd worden met machtsmisbruik. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon begeleidt u desgewenst bij een klachten procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Bovendien verwijst de vertrouwenspersoon u, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De Groeiling heeft met de GGD Midden Holland een contract afgesloten voor het ter beschikking stellen van een externe vertrouwenspersoon. Het adres van de GGD Midden Holland: Thorbeckelaan 5, 2805 CA Gouda Telefoonnummer: 0182-545650 Klachtbemiddelaar Wanneer u een klacht indient kan het bestuur u en de school voorstellen een bemiddelaar in te schakelen. Heeft de bemiddeling succes dan is een officiële klachtenprocedure niet meer nodig. De bemiddelaar zoekt samen met u en de school naar een oplossing van het conflict. Dit doet hij/zij door zowel gesprekken met beide partijen apart als middels een gezamenlijk gesprek. Bij bemiddeling is het van belang dat alle betrokken partijen instemmen met het aangaan van de bemiddeling. Belangrijk is bovendien om de klacht en de daarmee verband houdende wensen duidelijk te hebben en dat alle deelnemers de intentie hebben er samen in overleg uit te komen De klachtencommissie van de Groeiling Wanneer het niet lukt de klacht samen met betrokkenen op te lossen, kan U schriftelijk de klacht indienen bij De Groeiling T.a.v. de klachtencommissie Postbus 95 2800 AB Gouda [email protected] Schoolgids 2015-2016 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 44

De onderwijsinspectie Bij klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, discriminatie, radicalisering, ernstig fysiek geweld of geestelijk geweld (pesten) kunt U contact opnemen met een vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Deze zal U adviseren en informeren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur U ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief). Vanuit het buitenland kan gebeld worden naar +31(0)306706001.


Pagina 45

SCHOOLGIDS

Recommend Documents