Schoolgids 2014-2015
St. Nicolaasbasisschool Edammerweg 54 Postbus 62 1130 AB Volendam Tel : 0299 – 363264 E-mail:
[email protected] Website : www.sintnicolaas-school.nl
2
Inhoudsopgave: - Voorwoord
blz.4.
- Missie en visie van de Nicolaasschool
blz.5.
- Geschiedenis
blz.7.
- Inrichting van de school en andere locaties
blz.7.
- Stichting Katholiek Onderwijs Volendam
blz.9.
- Vertrouwenspersonen
blz.10.
- Het team van de Nicolaasschool
blz.11.
- Uitgangspunten en doelstellingen
blz.12.
- Het schoolklimaat & rooster
blz.13.
- Vakanties en schooltijden
blz.14.
- Afmelden bij ziekte / Uitdelen bij verjaardag
blz.16.
- Leer - en vakgebieden
blz.17.
- Onderwijs in de groepen
blz.18.
- Doorgaande lijn groepen 1 en 2
blz.19
- Rooster lichamelijke opvoeding
blz.24.
- Schoolzwemmen
blz.24.
- Excursies / Vervolgonderwijs
blz.25.
- Speciale activiteiten
blz.26.
- Spreekbeurten en werkstukken
blz.27.
- Rapportbespreking
blz.28
-Cito-lln. volgsysteem: Van letters naar Romeinse cijfers
blz. 29
- 3-jarigen
blz.31.
- Zorgverbreding
blz.32.
- Passend onderwijs
blz.33.
- Procedure PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg)
blz.34.
- Zorg voor het jonge kind
blz.37.
- Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim
blz.38.
- Klachtenregeling
blz.39.
- Regels voor toelating en schorsing
blz.40.
- Overblijven / Ondersteunde taken ouders
blz.41.
- Ouderraad / MR
blz.42.
- Landelijke adressen
blz.43. 3
Voorwoord Beste ouders, Voor u ligt de schoolgids van de St. Nicolaasbasisschool, schooljaar 2014-2015. Wij hebben er weer alle aandacht aangeschonken. Mochten er onverhoopt toch fouten of onduidelijkheden in staan, schroom dan niet contact op te nemen met de directie. Afgelopen jaar was behoorlijk druk hoewel niet alle ouders dat gemerkt zullen hebben. Het team is onveranderd gebleven en er is ook niet van groep gewisseld en dit blijft in 2014-2015 ook zo. Voor de rest zijn er geen veranderingen van groep v.w.b. de juffen en meesters. In groep 8 zal meester Tomas op woensdagochtend lesgeven en meester Loek een aantal dagen op vrijdag. Ook komend schooljaar gaan we veel tijd investeren in groepsplannen. Het eigenaarsschap – een populair woord tegenwoordig – moet volledig bij de leerkrachten komen te liggen. Dit houdt in dat (groepen leerlingen) zoveel mogelijk op eigen niveau leerstof aangeboden moeten krijgen. Dit moet nauwkeurig worden geadministreerd en na iedere toetsronde worden bijgesteld. Afgelopen schooljaar zijn we begonnen met de 2 jarige cursus HGPG (Handelingingsgerichte procesdiagnostiek). In gewone mensentaal betekent het dat als een kind problemen heeft die nogal complex zijn, de leerkracht die zelf moet zien op te lossen door bepaalde technieken toe te passen. Hierbij gaat het om vaardigheden om kinderen één op één goed te kunnen begeleiden,vanuit de vraagstelling: “wat hebben ze nodig om verder te komen”. Dit zal nog heel wat voeten in de aarde hebben, zeker met groepen van 30 kinderen of meer. Dit schooljaar krijgt de HGPD cursus een vervolg, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de IB-er die de gesprekstechiek vanuit de HGPD moet leren om de leerkrachten te kunnen coachen. Hoogbegaafdheid ligt in het brandpunt van de belangstelling. Op de Nicolaas hebben wij daar zeker oog voor. Op de Nicolaas proberen wij dat al enige jaren handen en voeten te geven, hoewel de plusklas in basisschool ’t Kofschip is gesitueerd. Afgelopen schooljaar heeft de Nicolaas een aantal kinderen naar de plusklas verwezen nadat een hoogbegaafdheidstest de uitslag hoogbegaafdheid had opgeleverd. In de kleuterbouw wordt op de Nicolaasschool al gekeken of een kind hoogbegaafdheidkenmerken heeft. Passend onderwijs is dit schooljaar van start gegegaan Dat betekent dat de SKOV samen met andere schoolbesturen gaat samenwerken in een groot samenwerkingsverband. De bedoeling is dat alle kinderen uit het “voedingsgebied” van dat samenwerkingsverband een plaats moeten kunnen krijgen op een school. Dit is een heel ingrijpend gebeuren waar achter de schermen al jaren voorbereidingen voor getroffen worden. Alle rugzakgelden die nu nog aan een kind worden toegewezen komen bij het bestuur van dit grote samenwerkingsverband terecht waarvan het bestuur dan bepaald welke kinderen op welke scholen in aanmerking komen voor extra begeleiding. De zgn. “rugzak” kinderen die dit jaar nog geïndiceerd zijn en dus in aanmerking komen voor extra gelden ter begeleiding houden dat nog voor dit jaar. Met een uiterst gemotiveerd team zien wij met vertrouwen dit schooljaar tegemoet. Tot slot willen wij toch niet onvermeld laten, dat goed onderwijs en een juiste pedagogische aanpak alleen volledig kan slagen als ouders en onderwijsteam de handen ineen slaan. In een goede verstandhouding, samenwerking en communicatie kunnen we onze doelstellingen bereiken. Het team van de Nicolaas rekent op u, zoals u ook op ons kunt rekenen.
Neemt u de tijd om deze gids rustig door te nemen en bewaar hem daarna goed. Er staan veel belangrijke telefoonnummers, adressen en wetenswaardigheden in. Team Nicolaas
4
Missie en visie van de Nicolaasschool 2012-2016 Missie Onze school stelt zich ten doel om al zijn leerlingen in een veilige en plezierige leer - en leefomgeving, zo goed mogelijk voor te bereiden op het Voortgezet Onderwijs en hen helpen groeien naar zo volwaardig mogelijke leden van de samenleving. Bij ons op school moet sprake zijn van een heldere aanpak en regelgeving gestoeld op duidelijke normen en waarden. Een voorbeeldfunctie in deze is weggelegd voor het gemotiveerde leerkrachtenteam. Het handelen van ons team staat in dienst van de optimale ontwikkeling van het kind. Visie Onder visie verstaan we alle dingen die we (gaan) doen om de missie zo dicht mogelijk te benaderen. De visie wordt gevormd door de verschillende deelvisies die samen antwoord geven op de kernvragen van ons onderwijs en de opvoeding. Visie op het kind Ieder kind is uniek, heeft talenten, kan gemotiveerd worden, verschilt in kennis, vaardigheden, achtergrond, creativiteit, kent een ander ontwikkelingsverloop, reageert anders, heeft verschil in attitudes, wordt anders opgevoed, heeft een eigen leertempo, heeft zijn eigen bijzonderheden en ook z’n eigen aanpak nodig. Iedere leerkracht (h)erkent dat en gaat daar met respect mee om.
Pedagogische visie Wij willen dat kinderen zich op school veilig en gewaardeerd voelen in een uitdagende leeromgeving. Wij gaan er vanuit dat ieder kind zoveel mogelijk zichzelf moet kunnen zijn. Kernwoorden daarbij zijn: goede sfeer, respect voor elkaar, stimuleren zelfvertrouwen, structuur bieden, duidelijke afspraken, consequent zijn, eerlijkheid, beleefdheid, betrokkenheid, erbij horen, gelijkwaardigheid en opbouwen van sociale vaardigheden. Didactische visie Binnen ons klassikaal onderwijssysteem is ruimte voor differentiatie. Hierbij zorgen wij voor optimale leer - en leefomstandigheden in de groep. Kernwoorden hierbij zijn: hulp bij achterstand, zelfstandigheid, zelfoplossend vermogen, individueel werken, afwisseling in aanbieden, plezier, afwisselende werkvormen, gebruik moderne onderwijsmiddelen, leren van elkaar, methode als kapstok. Visie op directie De directie bepaalt het beleid van de school binnen de wettelijke kaders en voor zover mogelijk in samenspraak met het team. De directeur is eindverantwoordelijk voor de gehele gang van zaken binnen de school en voor de verantwoording naar ouders en alle externe instanties toe. De kwaliteit van het onderwijs staat centraal, maar het welzijn, het sociale klimaat, het leer – leefplezier van alle kinderen en personen die werkzaam zijn op de school, spelen een belangrijke rol. Goede communicatie is hierbij van groot belang. De adjunct- directeur ondersteunt de directeur in deze taken. Kernwoorden: wederzijds vertrouwen, positieve uitstraling, stuwende kracht, openstaand voor verandering c.q. vernieuwing, stimulerend, organisatie – en mens gericht, ondersteunend, constructief, aanspreekpunt, luisterend oor, begeleidend, inspirerend, open relatie - en samenwerking met alle onderwijs betrokkenen, verantwoordelijkheid gevend en een duidelijk beleid en visie. 5
Visie op leerkrachten De leerkracht : - De leerkracht streeft een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijs na. - Zorgt voor een veilige, prettige, sociaal –emotionele leeromgeving voor het kind, waarbij het onderwijs voor ieder kind een uitdaging blijft. - Streeft ernaar in woord en daad, doen en laten een voorbeeld te zijn voor het kind. - Bezit brede vakkennis en blijft die ontwikkelen. - Neemt deel aan en voert taken uit die voortvloeien uit zijn kerntaak lesgeven en alle andere zaken die behoren bij het goed laten functioneren van de school, geformuleerd in de normjaartaak en de taakafspraken. - Beseft dat hij lid is van een team en in samenwerking met zijn collega’s alle doelstellingen, in goede harmonie dient te realiseren. Kernwoorden: betrokken, gemotiveerd, kindgericht, breed inzetbaar, open houding naar kinderen, ouders en collega’s, vriendelijk, begripvol, doortastend, consequent, bekwaam, constructief, collegiaal, flexibel, professioneel .
Wat wij belangrijk vinden. Er zijn ontzettend veel zaken waar wij als school aandacht aan dienen te geven in het dagelijks onderwijs. Er is een heel boekwerk met hoofd- en subdoelen. Kort samengevat willen wij dat de leerlingen veel leren op diverse gebieden waarbij u moet denken aan: kennis, zelfstandigheid, sociaalemotionele ontwikkeling en een goed besef van normen en waarden. Hierbij komt natuurlijk dat wij een rooms-katholieke school zijn en dit ook uitdragen. Dat gebeurt niet alleen d.m.v. vieringen zoals met kerst en de sacramenten zoals het Vormsel in groep 8 en de 1e heilige Communie in groep 4. Het zit ook verweven in ons onderwijs en onze opstelling naar de kinderen toe. Heel specifiek komt het tot uiting in bijbellessen en lessen van levensbeschouwelijke aard. Vanaf het schooljaar 2008-2009 is de Nicolaasschool geabonneerd op de godsdienstige methode “Hemel en Aarde”. Ieder jaar geeft deze methode 5 projecten uit voor alle klassen met hetzelfde thema. Wij zijn heel tevreden over deze methode. Allerlei zaken van levensbeschouwlijke, godsdienstige en maatschappelijke aard, komen op een prettige manier aan de orde. Wij zullen tijd blijven vrijmaken voor deze zaken ondanks de druk die er van alle kanten is, om extra tijd te investeren in basisvakken als rekenen, taal en lezen.
Wij benaderen kinderen zoveel mogelijk op een positieve en vriendelijk manier, waarbij een goede gezagsverhouding tussen leerkrachten en leerlingen onontbeerlijk is. U moet uw rol als ouder in deze niet onderschatten. Toon interesse in uw kind en specifiek in wat uw kind op school doet. Stimuleer de ontwikkeling van uw kind door veel te praten, voor te lezen en te spelen. Kortom, neem de tijd voor uw kind en de vruchten daarvan komen zowel de kinderen, ouders, de school als de maatschappij ten goede. “Nee” zeggen Een probleem van deze tijd is vooral dat veel kinderen thuis bijna geen “nee” meer horen. Kinderen hebben er veel behoefte aan om hun grenzen te zoeken en op te rekken. Dat hoort bij een normaal ontwikkelingsverloop. Wat daar ook bij hoort is dat die grenzen aangegeven moeten worden door de (groot)ouders als opvoeder de eerst verantwoordelijken en dan de school. Kinderen hebben grote behoefte aan structuur in hun leven. Doordat in vergelijking met vroeger meer dan één opvoerder een 6
rol spelen in hun leven, is het des te belangrijker dat die duielijke afspraken maken over de grenzen. Kinderen moeten leren wat wel en niet mag en dat moet niet iedere dag anders zijn! Nee is nee. Als de kinderen die structuur en duidelijkheid thuis niet krijgen, dan heeft de school er een moeilijke taak bij.
De geschiedenis van de school. De St. Nicolaasbasisschool is op 1 aug. 1985 ontstaan uit een fusie tussen de lagere scholen St. Liduina en St. Nicolaas en de kleuterscholen St. Bernadette en de Meidoorn. De gebouwen van de St. Liduina en St. Nicolaas zijn gesloopt. De St. Nicolaasbasisschool werd ondergebracht in het kleutergebouw in de Meidoornstraat. In augustus 2002 is de school verhuisd naar het nieuwe gebouw in het park (Edammerweg) Onder hetzelfde dak zit ook de Kennedyschool. De twee scholen werken zelfstandig en onafhankelijk van elkaar, maar hebben intern een open verbinding en werken collegiaal samen in goede sfeer.
De naam van de school. De Heilige Nicolaas van Myra is een echte volksheilige. In de eerste helft van de vierde eeuw was hij bisschop van Myra in Klein-Azië. Over hem zijn verschillende legenden bekend, zoals het verhaal van drie onschuldig ter dood veroordeelden, die door deze bisschop werden bevrijd. De legende van drie meisjes die van St. Nicolaas geld kregen zodat zij konden trouwen. Dit geld werd stiekem door het raam geworpen en kwam als een geschenk uit de hemel. De geschiedenis van drie kinderen die om het leven waren gebracht, maar door deze bisschop en kindervriend weer tot leven werden gewekt. Zo werd hij de heilige die op onverwachte tijden geschenken gaf. In 1807 werden zijn overblijfselen naar Bari in Italië gebracht en van daaruit verspreidde zich zijn verering naar West Europa en Nederland door de zeelieden die op Spanje en Italië voeren. Hij werd de patroon van de zeelieden, van de stad Amsterdam en van de kinderen. Zijn feestdag wordt gevierd op 6 dec., maar op 5 dec. is het pakjesavond.
De inrichting van de school. Het gebouw bestaat uit twee lagen: Begane grond: 5 groepslokalen RT ruimte speellokaal keuken toilet en douche 8 kindertoiletten
Verdieping: docentenkamer directiekamer keuken 8 kindertoiletten dames en heren toilet 4 bergingen computerlokaal IB en RT kamer 5 groepslokalen
7
Lessen op andere locaties. Gymnastieklokaal: De groepen 1 en 2 hebben de beschikking over een goed ingerichte speelzaal. De groepen 3 t/m 6 maken gebruik van de gymzaal in de Schoolstraat. De groepen 7 en 8 maken gebruik van Sporthal De Kreil De kerk. Onze school valt onder de Mariaparochie. De 1e H. Communie en het H. Vormsel worden gevierd in de Mariakerk. Tevens vindt de traditionele Kerstviering plaats in de Mariakerk. Vormsel/Communie In schooljaar 2014-2015 vindt er een infoavond plaats m.b.t. het vormsel in het Don Bosco college op donderdag 11september om 20.00 uur. Een voorbereidingsmis zal plaats hebben op zaterdag 24 januari 2015 om 19.00. Het Vormsel vindt plaats op donderdag 27-01-2015 om 19.00 uur net als vorig jaar weer samen met de St. Vincentiusschool en met de Spinmolen. De H. Communie voor de Nicolaas is op 26 april ’s morgens om 8 uur in de Mariakerk. De voorbereiding op deze activiteiten vindt tegenwoordig niet meer alleen plaats in de klas, maar vooral bij ouders thuis en buiten de schooltijden. U hoort hier te zijner tijd meer van, want het is de bedoeling om zoveel mogelijk ouders bij de voorbereidingen te betrekken. De bibliotheek. Regelmatig gaan de leerlingen onder begeleiding van de leerkracht naar de bibliotheek. De kleuterbouwgroepen krijgen een rondleiding en een bezoek op de nationale voorleesdagen. Ook doet de Nicolaasschool altijd mee aan de kinderjury en het voorleeskampioenschap. Verder mag iedere leerkracht nog zijn of haar favoriete programma boeken. In sommige gevallen zoekt de leerkracht de boeken voor de leerlingen; dit om het lezen zo goed mogelijk te stimuleren. Het (voor)lezen heeft de hoogste prioriteit op de Nicolaas. We rekenen erop dat de ouders er thuis ook veel aandacht aan schenken. Het bevordert de leerprestaties en de woordenschat van de kinderen enorm. Het zwembad. Groep 3 krijgt zwemles in zwembad de Waterdam. De gemeente betaalt de lesgelden en de ouders het vervoer. Hiervoor krijgen de ouders in het begin van het schooljaar een rekening van school. De school voldoet vervolgens de rekening van de gemeente. De sporttoernooien De kinderen van groep 5 t/m 8 nemen deel aan: schoolvoetbal, schaken, handbal- en tafeltennistoernooien. De leerkrachten en ouders begeleiden de kinderen voor zover mogelijk tijdens deze toernooien m.u.v. schaken en tafeltennissen. Het aantal toernooien neemt echter steeds meer toe. Op de Cruijffcourt wordt van alles georganiseerd terwijl ook de Kidsclub zich niet onbetuigd laat. De sportkoepel heeft zich inmiddels ook genesteld bij de organiserende instanties. We zullen in de toekomst echt niet meer met alles vanuit school kunnen meedoen. De kinderen zelf zijn ook nog vaak lid van één of meerdere (sport) verenigingen.
8
Club en Buurthuis. Theatervoorstellingen die meer ruimte nodig hebben dan de school kan bieden, vinden plaats in PIUS X De Pius X is weer volop in gebruik en heeft prachtige ruimten tot zijn beschikking. Het is ook nog eens een locatie die dichtbij ligt. De Nicolaasschool is er blij mee. Onze nieuwe cultuurcoördinator Marleen Kras-Klaver die Tomas Tol is opgevolgd heeft er inmiddels een jaar opzitten.Vol enthousiasme en een tomeloze inzet heeft ze zich op de cultuurorganisatie gestort. Het was weer een druk en vol jaar waarbij verschillende soorten cultuur aan de orde zijn geweest. Naast de vaste onderdelen als de boerderij, natuurpad, Volendammerdag het concertgebouw etc. hebben Volendamse kunstenaars alle basischolen bezocht en de kinderen met allerhande materialen en technieken aan het werk gezet. De mooiste producten zijn in juni tijdens de kunstroute tentoongesteld. Het museum Het Volendams museum maakt tentoonstellingen over verschillende aspecten van de Volendamse samenleving. Jaarlijks bezoeken enkele groepen het museum, om een beeld te krijgen van het verleden.
Stichting Katholiek Onderwijs Volendam Onze school valt net als alle andere scholen in Volendam onder de Stichting Katholiek Onderwijs Volendam. Als er in deze gids gesproken wordt over het bevoegd gezag, dan bedoelen wij het bestuur van deze stichting. De stichting is opgericht op 20 feb 1964. Het adres : Postbus 58, 1130 AB Volendam. We hebben sinds schooljaar 2012-2013 een nieuwe administrateur. Deze heet John Laagland. Deze blijft bij de SKOV in dienst, maar is doorgaans alleen in de ochtend werkzaam. Vanaf schooljaar 2011-2012 spreken we over een bestuur dat bestaat uit een uitvoerend deel en een toezichthoudend deel. Het uitvoerend deel van het bestuur bestaat uit: Dhr. F.H.M. de Boer Dhr. T.J.A. Mooijer
Tel: 0299-320146 Tel. 0299-401847
Het toezichthoudend deel van het bestuur bestaat uit: Dhr. E.C.J. Bond Tel. 0299-350253 Mw. P.L.A. Kras Tel. 0299-369130 Dhr. E.W.J.M. Schokker Tel. 0299-361750 Dhr. C.A. Tol Tel. 0299-363104
9
Bovenschools Manager Eind schooljaar 2010-2011 is er een door het bestuur van de SKOV een bovenschools manager aangesteld (BMPO). Dat is de heer Jan Tol (Dollie). Jan houdt zich bezig met een breed scala aan activiteiten ten dienste van alle basisscholen van de SKOV. Tevens is hij de belangrijkste (onderwijskundige) schakel naar het bestuur toe. Voor allerlei schoolse zaken is hij te bereiken op onderstaand telefoonnummer. De BMPO houdt kantoor in het Don Bosco College vlakbij de administratie. Het adres van de Stichting is: Postbus 58 1130 AB Volendam Contact persoon: J. Tol 0299-399290
Stichting Kinderopvang Postbus 84 1130 AB Volendam Tel : 0299-650250
Bovenschoolmanager (BMPO) 06-28344945 Inspectie van het onderwijs:
[email protected] / www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) Wilt u een schrijven aan de vertrouwensinspecteur richten adresseer dan naar postbus 2730 3500 GS Utrecht
Vertrouwenspersonen in het Basisonderwijs: Loes van der Wielen Johan Bond IB-er Springplank Directeur Kofschip Voorhaven 55 Jan Platstraat 72 1135 BM Edam 1132HH Volendam 0299-371778 0299-366712
De vertrouwenspersoon kan benaderd worden als er zaken spelen in de relationele sfeer, tussen uw kind en (één) van de leerkrachten en/of directie van uw school. Indien u geen vertrouwen heeft in een adequate oplossing vanuit uw eigen school, kunt u de vertrouwenspersoon benaderen. Wilt u persoonlijke zaken betreffende uw kind over leerkrachten en/of directieleden met iemand van de Nicolaasschool bespreken, dan kunt u contact opnemen met juf Regina Steur-Beemsterboer of Anja Jonk. Dat zijn de vertrouwenspersonen op onze school, die volstrekte geheimhouding in acht nemen. Adres klachten commissie: Jupiterlaan17 1131VD Volendam
10
Onderwijskundig personeel. Op onze school werken mensen fulltime en parttime. Dat betekent dat uw kind soms twee leerkrachten heeft.Bij wisselingen van groep of school verandert er dan ook meteen veel. Het schooljaar 2014-2015 verandert er helemaal niets op de Nicolaasschool. Alle leerkrachten blijven dezelfde groepen lesgeven. De St. Nicolaasbasisschool heeft een directie die bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur. De directie is verantwoordelijk voor het onderwijs en de organisatie van de school. De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken binnen de groep. Voor u en uw kind is de leerkracht de eerst aan te spreken persoon. Uiteraard is het altijd mogelijk een gesprek aan te gaan met de directie. Het traditionele RT (remedial teaching) onderwijs is afgeschaft. Het één op één zitten met kinderen is te kostbaar en het rendement is klein en hooguit voor één kind. De Nicolaasschool werkt al jaren met het systeem dat de RT-er de betere kinderen uit een klas onder zijn hoede neemt en de groepsleerkracht zelf degenen die achterblijven of extra instructie nodig hebben. Dit systeem werpt zijn vruchten af en bevalt ons heel goed. Bijkomend voordeel van deze werkwijze is dat de verantwoordelijkheid voor alle kinderen voor 100% bij de leerkracht ligt Die leerkracht weet ook precies hoe de kinderen presteren en houdt bij de matig presterende kinderen, de vinger aan de pols. Voor het schooljaar 2014-2015 heeft de Nicolaas nog 4 ochtenden een RT-er beschikbaar die op bovengenoemde wijze werkzaam is, namelijk meester Henk Sier. Zolang die op de Nicolaasschool werkt, blijft dit systeem zo werken. Verder heeft de school nog een Intern Begeleider (IB-er) die o.a. alle zorg op school coördineert, de resultaten van alle kinderen bijhoudt en de verbeteringen aanstuurt. Tevens is hij de vraagbaak voor alle leerkrachten en ouders op het gebied van de zorg.
Het team van de St. Nicolaasbasisschool bestaat uit de volgende personen: Directeur Loek Kras Comp/Bapo groep 8 Bapo Tel: 0299-361898
Adjunct – directeur Nico Schilder interne begeleider +di. leerkr.gr.4 +wo comp/bapo gr.5 Tel: 0299-367131
Leerkracht gr. 1/2 A Eline Bokstijn-Bont ma-do-vrij
Leerkracht gr.4 ma-wo-do-vrij
Corelle Koning
Leerkracht gr. 1/2 A di - wo
Leerkracht gr. 5 ma-di-do-vr wo bapo
Ans Rückert-Klip
Leerkracht gr. 1/2 B Wilma Smit
Leerkracht gr. 6 ma-di-(wo)
Angela Willems-Molenaar
Leerkracht gr. 1/2 C Linda Binken- Plat (wo)-do-vrij*
Leerkracht gr. 6 (wo)-do-vrij
Lida Schilder-Sier
Leerkracht gr. !/2 C ma-di-(wo)*
Regina Steur – Beemsterb. Leerkracht gr. 7 ma-di-wo-do
Susan Vijver-Buys
Leerkracht gr. 3 ma-di-wo
Hil Smit -Koning
Leerkracht gr. 7 vrijdag
Henk Sier
Leerkracht gr. 3 do-vr
Tomas Tol
Leerkracht groep 8 Jan Zwarthoed Bapo/Comp. Tomas Tol Woensdagochtend
Anja Jonk
.
Onderwijsassistent Mandy Eeckhout/Jonk 11
De school op 1 oktober 2013 1 oktober is de teldatum die het ministerie hanteert om te bepalen hoeveel leerkrachten het daarop volgende jaar aan een school verbonden mogen zijn. De directie moet jaarlijks op deze datum doorgeven hoeveel leerlingen zijn ingeschreven. Om te voorkomen dat de scholen hogere aantallen leerlingen doorgeven dan zij werkelijk hebben, wordt jaarlijks door de inspectie van het onderwijs steekproefsgewijs gecontroleerd. Op 1 oktober 2013 hadden wij 224 leerlingen op school. Dat worden er in de loop van het jaar meer, omdat gedurende het schooljaar nieuwe kleuters worden ingeschreven. Dit schooljaar krijgen we ook tijdelijk kinderen van twee andere scholen die een kleuterklas minder hebben. Inhet volgende schooljaar (2015-2016) gaan die terug naar hun eigen school. Op onze school werken 16 leerkrachten en een onderwijsassistent.
Uitgangspunten en doelstellingen. De St. Nicolaasbasisschool valt, net als de overige basisscholen in Volendam onder het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Volendam. De stichting en de leerkrachten die bij de stichting werken, beschouwen de school als meer dan alleen maar een instelling waar kinderen dagelijks een portie leerstof krijgen voorgeschoteld.
Zij gaan ervan uit dat: kinderen opgroeiende mensen zijn, die vanuit hun wil om volwassen te worden, begeleid en geholpen moeten worden, omdat ze dat zelf nog niet kunnen en ( bege-) leiding nodig hebben ; onze samenleving een heel complex geheel is ; we kinderen moeten leren samenwerken en ze een eigen verantwoordelijkheid moeten geven ; we als school een leefgemeenschap moeten zijn waar kinderen niet alleen leren, maar zich ook ontwikkelen tot mensen met zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag ; het aanleren van kennis en vaardigheden ten aanzien van de cognitieve, culturele en lichamelijke ontwikkeling voorwaarden zijn om als mens te kunnen functioneren in onze samenleving.
Met deze uitgangspunten voor ogen, vindt de school het belangrijk dat: de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van het kind wordt ontwikkeld; het kind zich kennis en vaardigheden eigen maakt, noodzakelijk om te kunnen functioneren in de samenleving; we investeren met de kinderen veel tijd in het gebruik van de nieuwe media, zoals computers; leervorderingen worden op de scholen veelvuldig en systematisch geëvalueerd met behulp van het CITO- leerlingvolgsysteem; methoden worden regelmatig vervangen om in te spelen op de eisen die de moderne maatschappij stelt ; de school een afspiegeling vormt van de moderne , open rooms-katholieke samenleving; de gezamenlijke scholen onderhouden contacten met de beide parochies inzake kerkelijke activiteiten als Vormsel, Eerste Communie en kindervieringen.
12
Het klimaat op school Wij zijn van mening dat de wijze waarop kind en leerkracht met elkaar omgaan, de pedagogische relatie tussen kind en leerkracht, bepalend is voor gemotiveerd leren. Ieder kind wil leren, maar het moet zich eerst veilig, aanvaard en gewaardeerd voelen. We beseffen dus, dat de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang is om een volwaardig mens te worden. We stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs. Als het kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen; regelmaat geeft het kind kansen. Desondanks kan het voorkomen dat bovenstaande afwijkt van de praktijk. Redenen hiervoor kunnen zijn dat er tijdelijk veel gewisseld wordt van leerkracht, door ziekte, zwangerschap of anderszins. U mag er vanuit gaan dat we alles in het werk stellen om de rust en veligheid zo groot mogelijk te houden. Op school werken we voortdurend aan dit klimaat door middel van: open en veelvuldige contacten met ouders, zodat we vanuit de thuissituatie weten wat er in het kind leeft ; activiteiten waarbij alle kinderen van de school zijn betrokken, zodat een gevoel van saamhorigheid ontstaat ; een duidelijke regelgeving, zodat kinderen en leerkrachten weten wat er van hen wordt verwacht; het bevorderen van de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van kinderen, waarbij we voortdurend een evenwicht zoeken tussen houvast bieden en uitdagen, rekening houdend met de verschillen tussen kinderen.
Aantal uren onderwijs. 25 lesuren per week
Schooltijden en pauzes: De schooltijden zijn voor alle groepen hetzelfde. Groep 1 t/m 8: ‘s morgens: woensdag: ‘s middags:
8.30 - 12.00 uur 8.30 - 11.30 uur 13.15 - 15.15 uur
Voor de groepen 3 t/m 8 wordt ‘s morgens een kwartier pauze ingeroosterd. Op de bovenverdieping dragen de kinderen tijdens de lessen pantoffels of slippers. De schoenen gaan dus uit, dit in verband met de inloop van zand.
13
Huiswerk. Vaak krijgen de kinderen in de loop van het jaar huiswerk mee, vooral in de bovenbouw. Dit als voorbereiding op het vervolgonderwijs, maar ook omdat zij vanwege een te laag tempo achter dreigen te raken. Als u daar vragen over heeft, kunt u altijd contact opnemen met de leerkracht. Vooral in de midden- en bovenbouw worden bepaalde opdrachten buiten schooltijd uitgevoerd; het voorbereiden van een spreekbeurt, het leren van een proefwerk en het maken van een werkstuk.
Nablijven Nablijven lijkt wat ouderwets, maar komt toch nog voor. Het kan voorkomen dat een kind iets belangrijks moet afmaken of wat extra hulp of uitleg nodig heeft. Mocht dat meerdere keren voorkomen dan neemt de leerkracht hierover contact met u op. U kunt ook altijd de leerkracht bellen met vragen hierover. Het wordt overigens nooit later dan 15.45 uur. Nablijven kan ook voorkomen om bijv. (wan) gedrag van een kind te bespreken. Is dit ernstig of duurt dit lang dan worden de ouders altijd gebeld.
Het gebruik van een mobiel door de kinderen De kinderen van de Nicolaasschool is het niet toegestaan een mobiel mee te nemen naar school. Om redenen die ieder weldenkend mens kan bedenken (bellen/spelen/fotograferen etc.) accepteren wij dit volstrekt niet. Bij hoge uitzondering, na toestemming van de leerkracht, bij een dringende situatie, kan een kind incidenteel een mobiel meenemen, maar dan uitgeschakeld inleveren bij de leerkracht, waar hij na school opgehaald kan worden. Ook bij excursies, kamp en schoolreisjes zijn mobielen niet toegestaan. Mochten kinderen deze regel overtreden, dan wordt de mobiel in beslag genomen en moet dan door de ouders weer opgehaald worden van school.
Schade toebrengen aan eigendommen Overal waar mensen samen zijn gaan wel eens dingen stuk. Dit kan zijn door slijtage, onhandigheid, een ongelukje of expres. Bij dit laatste zijn de kinderen c.q. hun ouders in de meeste gevallen verantwoordelijk voor de schade. Dit kan schade zijn aan de spullen van school of aan persoonlijk eigendommen van kinderen, ouders en leerkrachten. U wordt dan door de school benaderd. Over het algemeen stellen wij het op prijs c.q. adviseren wij u, niet te dure spullen mee te geven naar school. Wij gaan niet achter een claim aan van een Rayban zonnebril van € 300,- . Laat de kinderen er maar een van een € 1, opzetten als ze naar school gaan
Instroomdata nieuwe kleuters/leerlingen: Ma. Ma. Ma. Ma Ma. Ma. Di. Di. Ma.
06-10-2014 04-11-2014 02-12-2015 06-01-2015 03-02-2015 03-02-2015 07-04-2015 06-05-2015 01-06-2015
(voor kinderen t/m 10-10-2014) (t/m 07-11-2014) (t/m 05-12-2014) (t/m 9-01-2015) (t/m 06-02-2015) (t/m 06-03-2015) (t/m 10-04-2015) (t/m 15-05-2015) (t/m 05-06-2015)
De vakanties en de vrije dagen voor het schooljaar 2014 – 2015 zijn: Kermis: Herfst: Kerst: Voorj. vak Pasen: Koningsdag Meivak. Hemelvaart Pinkster Zomer:
ma. ma. ma. ma. ma. ma ma do. ma. ma.
08-09-2014 13-10-2014 22-12-2014 23-02-2015 06-04-2015 27-04-2015 04-05-2015 14-05-2015 25-05-2015 06-07-2015
t/m vr. t/m vr. t/m vr.
17-10-2014 02-01-2015 27-02-2015
t/m ma. 08-05-2015 t/m vrij t/m vrij
29-05-2015 14-08-2015 14
De school is om 8.15 uur open. Ouders met kinderen op meerdere scholen kunnen dan terecht met hun kind. Om 5 voor half negen gaat de schoolbel voor de eerste keer. De kinderen mogen dan naar binnen. De jongste kinderen gaan als eerste naar binnen. Om één minuut voor half negen gaat de schoolbel voor de tweede keer. Voor ouders is dit het signaal om de school te verlaten, zodat de leerkrachten precies op tijd kunnen beginnen. Bovenstaande is niet vrijblijvend! Er zijn nog steeds kinderen die regelmatig te laat op school komen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders dat de kinderen op tijd komen, niet voorziene, incidentele keren daar gelaten. Ouders en kind zullen aangesproken worden indien structureel te laat komen voorkomt en eventueel worden passende maatregelen genomen. Bij slecht weer mag iedereen om 8.15 uur naar binnen. Voor de middag geldt dezelfde regeling. Om 13.00 uur is de school dan geopend voor ouders met kinderen op meerdere scholen. Er zijn nogal wat ouders die hun problemen/vragen willen bespreken met de leerkracht, vlak voor de aanvang van de lessen. De leerkrachten hebben daar op dat moment geen tijd voor en we willen u dan ook verzoeken de leerkrachten na schooltijd aan te spreken en/of een afspraak met hen te maken. We hebben het hier niet over een relevante opmerking over het kind van een ouder, of vraag over een schoolse zaak, die kort en simpel beantwoord kan worden.
Verkeerssituatie rond school De auto’s rijden via de Edammerweg. Parkeer uw auto op de daarvoor bestemde plaatsen, zodat het overige verkeer onbelemmerd kan doorrijden. Vanaf begin 2013 is van de parkeerplaats hier een blauwe zone gemaakt. Er mag maximaal 1 ½ uur geparkeerd worden. De fietsers komen via de Wilgenlaan bij het zebrapad met verkeerslichten. Daar stappen zij af. Als het voetgangerslicht op groen staat steken zij daar met de fiets aan de hand (lopend) over. Daarna lopen zij over de brug naar de fietsenstalling. Dit geldt uiteraard ook voor de ouders. Goed voorbeeld doet goed volgen.Door de poort komen zij dan op het plein. Elke groep zet de fietsen in een apart gedeelte van de fietsenstalling. Wij stellen het op prijs als u bovenstaande serieus neemt. Er ontstaan regelmatig chaotische en onveilige verkeerssituaties rondom de school, doordat sommige ouders de verkeersregels niet zo nauw nemen, met alle gevolgen van dien voor de veiligheid van de kinderen. Auto ‘s parkeren aan de Edammerweg Er wordt zeer slordig geparkeerd aan de Edammerweg met het wegbrengen en ophalen van kinderen. Regelmatig is de doorgang belemmerd door schots en scheef geparkeerde auto’s die deels op de stoep of in het gras staan, ook vlak om de hoek. Dit leidt tot de nodige irritaties. Probeer dat te voorkomen. Denk aan de veiligheid van de kinderen en de medeweggebruikers.
15
Kinderen ophalen en wegbrengen. De kinderen vallen gedurende de tijd die zij op school doorbrengen onder verantwoordelijkheid van de school. Wij nemen deze verantwoordelijkheid heel serieus en willen de kinderen weer veilig mee naar huis geven. Om ervoor te zorgen dat we goed kunnen zien dat elk kind ook opgehaald wordt hebben wij een aantal ophaalplaatsen afgesproken. De groep van juf Eline/Anja: Ouders staan op het plein naast de schommels, de kinderen komen door de zij-ingang naar buiten. Groep 3 komt ook door de zij-ingang naar buiten. De groep van juf Wilma: Ouders staan op het plein bij de zandbak, de kinderen komen door de hoofdingang naar buiten. De groep van juf Linda/Regina: de ouders staan op het plein bij de ronde schuur, de kinderen komen door de hoofdingang naar buiten.
Ziekte: Wanneer uw kind om de één of andere reden de school moet verzuimen, verzoeken wij u ons dit mee te delen. Als u het telefonisch doet, dan graag voor schooltijd. Ons telefoonnummer is: 363264 Wij stellen het zeer op prijs als ouders zelf hun kinderen afmelden en dit niet door andere (buur) kinderen laten doen. Dat voorkomt een hoop misverstanden. Mocht het via de telefoon om wat voor reden dan ook niet lukken dan kunt u de school mailen:
[email protected]
Fruit op school Let op! Voor alle kinderen geldt vanaf het schooljaar 2012-2013 de volgende regel: ALLE DAGEN MAG ER IN DE PAUZE ALLEEN FRUIT GENUTTIGD WORDEN OP EVENTUEEL WOENSDAG NA. Het de hele dag door snoepen van kinderen wordt door alle deskundigen als zeer slecht voor de gezondheid gezien. Veel zoetigheden veroorzaken bij veel kinderen ook onaangepast gedrag. Wij willen in ieder geval tijdens de schooluren de kinderen daarvoor behoeden. Ook als uw kind jarig is en mag trakteren stellen wij het op prijs om zoet snoepwerk en chocola achterwege te laten. Meerdere kleine traktaties of hele grote (bijv een magnum) zijn ook niet toegestaan. Een zakje chips of een ijsje mag wel, maar er zijn nog vele andere mogelijkheden, zie hieronder.
Voor alle kinderen geldt; op school mag niet gesnoept worden; wanneer uw kind jarig is, mag het de medeleerlingen trakteren. In het kader van “gezonde voeding” kunt u ook eens denken aan andere traktaties dan chips of ijs. We denken hierbij aan zaken als kaas, worst, mandarijn, een schrift of iets anders leuks. De kinderen vinden dat heel leuk. Niet meer dan één traktatie. Grote snoeptraktaties als een kind een broertje of zusje krijgt of een andere heugelijke gebeurtenis in de familiekring, worden door ons mee naar huis gegeven aan de kinderen en niet onder schooltijd uitgedeeld. Liever zien wij dat géén grote snoep traktaties worden uitgedeeld!
16
Leer- en vakgebieden. In de wet is beschreven wat de kinderen in ieder geval op de basisscholen moeten leren. Die vakken zijn: zintuiglijke en lichamelijke oefening ; Nederlandse taal, inclusief lezen en schrijven ; Engelse taal; rekenen en wiskunde; expressie - activiteiten, met aandacht voor muziek, tekenen, handvaardigheid, spel en beweging en creatief taalgebruik; bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer; bevordering van gezond gedrag; kennisgebieden: aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, maatschappelijke verhoudingen ( waaronder staatsinrichting ) en geestelijke stromingen. Als katholieke school besteden we daarnaast aandacht aan onze godsdienst. (1 uur per week). Veel vakken op school staan niet op zichzelf. We proberen de samenhang zoveel mogelijk zichtbaar te maken voor de kinderen. Dat gebeurt bijv. door onderwerpen uit de geschiedenisen aardrijkskundelessen te koppelen aan actuele onderwerpen. Het onderwijs is niet alleen bedoeld om het kind feitenkennis bij te brengen, maar ook om de sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden en inzichten te ontwikkelen. Denk daarbij aan het opkomen voor de eigen mening, het leren luisteren, het leren bewegen en het leren samenwerken. Op onze school wordt veel aandacht besteed aan de basisvaardigheden, te weten: taal, lezen, rekenen/wiskunde. Ook de vakken die betrekking hebben op de kennisgebieden, de expressie, godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs komen ruimschoots aan bod. Sociale Media De huidige generaties kinderen groeien op met talloze soorten sociale media. Ieder jaar worden de nieuwste vindingen op het gebied van mobiele telefonie met steeds meer toepassingen gepresenteerd. Dan heb je ook nog allelerlei electronische hardware als i-pod en i-pad. Het is werkelijk niet meer bij te houden. Kinderen zijn er dol op. De ontwikkelingen zijn niet te stuiten. Naast vele voordelen en het gemak ervan, zijn er ook veel nadelen. Kinderen kunnen er de hele dag mee bezig zijn en sommigen hebben nergens anders meer oog voor. De mobiel staat vaak 24 uur per dag aan en het is niet allemaal even waardevol wat er met elkaar uitgewisseld wordt. Tijd voor normale communicatie die zeer belangrijk is voor de ontwikkling van kinderen ontbreekt. Ironisch genoeg gaat het slechter met de communicatie door de talloze extra communicatiemiddelen! Het ondoordacht en ad hoc communiceren op niet al te fraaie wijze (het gaat lekker makkelijk met druktoetsen i.p.v. face tot face) zorgt voor veel onnodige ruzies en misverstanden. Tijd voor sociale omgang en normaal gezellig samenzijn neemt af. Ouders, scholen en maatschappelijke instellingen moeten hier allemaal alert op zijn. Laat uw kind niet de hele dag alleen op de kamer met de computer. Zorg ervoor dat uw kind deelneemt aan de alle sociale en leuke activiteiten van het gezin. Stel regels op, zoals geen mobiel aan onder het eten en niet meer dan een bepaalde tijd achter de computer. Waarschuw voor contacten met onbekende personen op het internet. Uw kind zal niet de eerste zijn die door volwassenen met slechte bedoelingen wordt ingepalmd. Op school zullen we hier ook de nodige aandacht aan schenken. Op school mogen de kinderen overigens geen mobiel meenemen anders dan incidenteel uit noodzaak, in overleg met de leerkracht.
17
Kerstmis. Als katholieke school besteden we veel aandacht aan het feest van Kerstmis. Hoogtepunt in de kerstperiode is de gezamenlijke Kerstviering in de Mariakerk en de kerstmaaltijd op school. De kinderen hebben dan ‘s middags vrij van school om in de avonduren het kerstfeest op een gepaste wijze te beleven.
Onderwijs in de groepen Groep 1 en 2. De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders. Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hierin keren de kinderen ook steeds terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. Jongste en oudste kinderen zitten op onze school door elkaar. De jongste kinderen kunnen op deze wijze ook leren van de oudste kinderen. Als een kind pas op school is, ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan en aan de omgang met de andere kinderen in de groep. Er is aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt door spelen en ontdekken. Naarmate het kind ouder wordt, zal de leerkracht meer begeleidend en sturend optreden. De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van een bepaald thema, bijv. de winkel en het voorjaar. In de wet worden verschillende leer- en vormingsgebieden onderscheiden. In de dagelijkse praktijk in een kleutergroep zijn zij niet altijd gemakkelijk te herkennen. Want wie in de poppenhoek speelt, is ook bezig met taal; wie met de computer werkt, is ook bezig met getallen of kleuren; wie golven tekent, is ook bezig met schrijven. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor veel ander leren. Naarmate het kind ouder wordt en aangeeft dat het er aan toe is, krijgt het activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. Woordenschat Eén van de “nieuwe” elementen in het onderwijs aan kleuters is het bewust aanbieden van woorden om de woordenschat te verbeteren. Zoals u wellicht weet is de woordenschat van het gemiddelde kind in Volendam beperkt. Woordenschat en lezen zijn samen heel belangrijk voor het begrijpend lezen. In het verlengde hiervan zou u hier thuis ook veel aandacht aan kunnen besteden. Bij het bekijken van educatieve programma’s of leuke uitstapjes is het handig uitgebreid gebruik te maken van de natuurlijke nieuwsgierigheid van uw kind. De bevordering van de woordenschat van de kinderen begint al in groep 1, zodra de kinderen op school komen. De lestijden De schooltijden zijn voor alle groepen gelijk. Alle groepen krijgen 4 dagen les tot 12.00 uur en alleen woensdagochtend tot 11.30 uur. Dit betekent voor de groepen 1 en 2 maar liefst 2 uur meer les dan in het verleden. Dat komt ons verschrikkelijk goed uit. De afgelopen jaren is het inzicht gegroeid dat in de groepen 1 en 2 veel meer gestructureerd gewerkt moet gaan worden aan voorbereidend rekenen en taal met de nadruk op de woordenschat en het lezen. Natuurlijk moet er voor de kinderen ook tijd overblijven op gewoon te spelen en om “kind” te kunnen zijn. Inmiddels zijn de tijden helemaal ingeburgers en blijkt dat zowel leerlingen als leerkrachten het als prettig ervaren.
18
De doorgaande lijn van groep 1 naar 2 naar 3 De overgang van groep 1 naar 2 naar 3 verloopt niet zo vanzelfsprekend als van groep 3 tot en met 8. Dat komt met name door de verschillende instroommomenten en door verschillen in behoefte aan ontwikkelingstijd. Hieronder volgt wat meer uitleg. De overgang van groep 1 naar 2: Om een goede beslissing aangaande de overgang van groep 1 naar groep 2 te kunnen maken, gebruiken we de peilpunten van het Pravoo leerlingvolgsysteem of de observatielijsten van het KIJK leerlingvolgsysteem en de CITO toetsen. Op grond hiervan benaderen we de instroomkinderen op de volgende manier: Instroom: Begin schooljaar (Geboren vanaf juni t/m september)
Komt in leerjaar: 1
Meetinstrumenten: CITO Taal voor Kleuters M1 CITO Rekenen voor Kleuters M1 Pravoo peilpunt 1, 2 en 3 Individuele aanvullende observaties
(Geboren in) 0/1 oktober/november/december Het kind volgt in principe het programma van groep 1. (Wanneer dit cognitief en/of sociaal-emotioneel te hoog gegrepen blijkt, wordt het instroomprogramma (0) gevolgd). (Geboren in) 0 januari t/m begin juni
CITO Taal voor Kleuters E1 (eventueel M1) CITO Rekenen voor Kleuters E1 (eventueel M1) Pravoo peilpunt 1, 2 (en 3) Individuele aanvullende observaties
Volgend schooljaar: CITO Taal voor Kleuters M1 CITO Rekenen voor Kleuters M1 Pravoo peilpunt 1 Individuele aanvullende observaties
Na de toets ronde en het invullen van de peilpunten wordt gekeken welke kinderen er eind groep 1 door kunnen naar groep 2 en voor welke kinderen het beter is om de leertijd van groep 1 te verlengen. Als hier twijfel over bestaat wordt beslissingenblad 1 in van het Pravoo leerlingvolgsysteem ingevuld. Op grond van dit beslissingenblad en de CITO toetsen wordt een beslissing genomen. De overgang van groep 2 naar 3: Afnamemoment: November:
Meetinstrumenten: Facultatief Letterkennistoets (CPS) of
Letters benoemen voor kleuters (Protocol Leesproblemen en dyslexie voor groep 1 en 2) of
Letterblad (bijlage 29 van Pravoo )
(Deze toetsen hebben een signalerende functie!) 19
SCOL najaar Januari:
April/Mei:
CITO Taal voor Kleuters M2 CITO Rekenen voor Kleuters M2 Pravoo peilpunt 4 Individuele aanvullende observaties Facultatief Letterkennistoets (CPS) of
Letters benoemen voor kleuters (Protocol Leesproblemen en dyslexie voor groep 1 en 2) of
Letterblad (bijlage 29 van Pravoo )
(Deze toetsen hebben een signalerende functie!) SCOL voorjaar Juni:
CITO Taal voor Kleuters E2 CITO Rekenen voor Kleuters E2 Pravoo peilpunt 5 Individuele aanvullende observaties
Aan het eind van groep 2 stellen we ons de vraag of de doorgaande ontwikkeling van een kind wel gebaat is bij een overgang naar groep 3. Soms zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar groep 3 te abrupt is en geen doorgaande ontwikkeling kan garanderen. Er kan ook sprake zijn van specifieke ontwikkelingsproblemen of van een ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat we de overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 overwogen nemen. Aanpassingen afname Citotoetsen Het schema m.b.t. het afnemen van de toetsen M1, M2 en E2 is de afgelopen maanden uitvoerig besproken op de directievergaderingen. De nieuwste richtlijnen geven aan dat niet alle Cito toetsen meer verplicht zijn tijdens de kleuterbouwperiode. Minimaal één toets (M2) en de rest facultatief (naar eigen inzicht). Hoe we daar volgend schooljaar mee omgaan laten we u weten. Het zal in ieder geval zeer zorgvuldig gebeuren, daar kunt u vanuit gaan. Januari In januari vullen we peilpunt 4 van het Pravoo leerlingvolgsysteem in of de observatielijst van KIJK leerlingvolgsysteem en nemen we de CITO toetsen Taal en Rekenen voor Kleuters af. Als er op grond van deze gegevens twijfel is over de overgang naar groep 3, lichten we de ouders in.
De periode van januari tot het eind van het schooljaar We geven in het gesprek met de ouders aan dat er zorgen zijn m.b.t. de schoolloopbaan van het kind. Tevens geeft de school aan wat zij gaat doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze men daar thuis bij aan zou kunnen sluiten. In juni volgt de definitieve beslissing over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Juni Het nemen van de beslissing t.a.v. het vervolg van de schoolloopbaan van het kind doen we aan de hand van beslissingenblad 2 van het Pravoo leerlingvolgsysteem. Hierin worden ook de resultaten van 20
de CITO toetsen meegenomen. Tevens wordt het protocol groep-3-rijpheid van Pravoo ingevuld. In dit protocol wordt het kind gewogen op 20 aspecten die van belang zijn bij de overgang naar groep 3. Gekoppeld aan deze beslissing geven we ook aan hoe we het kind bij de groep 2-verlenging gaan begeleiden. Daarbij kan het gaan om het geven van ontwikkelingsgelegenheid en het bieden van speciale begeleiding.
De beslissing We gaan er vanuit dat onze beslissing over het vervolg van de schoolloopbaan bindend is voor de ouders. Hiervoor hebben we twee redenen: In de eerste plaats gaan we er vanuit dat wij een verantwoorde beslissing kunnen nemen op grond van beslissingenblad 2 en het protocol groep-3-rijpheid. Tevens wordt deze beslissing genomen op grond van onze professionele kennis van het kind en het onderwijs; het is geen beslissing op grond van een indruk of mening, maar op grond van onderzoek van het kind.
In de tweede plaats zou de overgang van een kind naar groep 3, dat daar nog niet rijp voor is, betekenen dat de leerkracht van groep 3 deze leerling niet aan zijn of haar lot kan overlaten. De leerkracht zal deze leerling toch extra en speciaal moeten begeleiden. Daarbij wordt tijd onttrokken aan kinderen die na een groep-2-verlenging recht hebben op extra begeleiding. Ook de begeleiding voor kinderen met stoornissen, ontwikkelingsproblemen en kinderen die met de hakken over de sloot naar groep 3 gaan, komt hiermee in de knel; de school heeft immers niet alleen de verantwoordelijkheid over deze desbetreffende leerling, maar ook de verantwoordelijkheid ten aanzien van de andere kinderen van de groep.
Onverlet bovenstaande worden belangrijke beslissingen over het kind bijtijds in goede communicatie met de ouders genomen, waarbij de uiteindelijke beslissing/verantwoordelijkheid bij de school ligt.
Nazorg In oktober van het nieuwe schooljaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt.
Groep 3 t/m 8. Wij zijn ons ervan bewust dat sommige kinderen de overgang van groep 2 naar groep 3 nog als een hele stap ervaren. We zijn dan ook druk bezig om het onderwijs in groep 3 zodanig in te richten, dat er nog meer ruimte komt voor de individuele ontwikkeling van ieder kind. Zijn in de groepen 1 en 2 de verschillende leer- en vormingsgebieden nog “verstopt” in allerlei activiteiten, vanaf groep 3 komen deze gebieden door middel van zeer gestructureerde methoden en aanpak aan de orde.
Rekenen en Wiskunde. Onze school gebruikt de methode; “ De wereld in getallen “. Deze methode is een zgn. realistische rekenmethode. Dit betekent dat de methode uitgaat van het dagelijkse leven en niet louter saaie rijtjes sommen aanbiedt. De methode legt de nadruk op het doorzien van relaties met de werkelijkheid. Het proces van oplossen, de manier waarop over vraagstukken en problemen wordt gedacht, krijgt veel nadruk. De leerlingen worden uitgedaagd om met problemen aan de slag te gaan en hun manier van oplossen te beschrijven en te gebruiken. Naast de toetsen die in de methode staan, gebruiken wij vanaf groep 3 de toetsen van het CITO - leerlingvolgsysteem, zodat wij de resultaten kunnen vergelijken met het landelijk gemiddelde.
21
Nederlandse Taal. De St. Nicolaasbasisschool gebruikt de taalmethode “Taal op Maat” De methode is inmiddels ingeburgerd en we werken er tot volle tevredenheid mee. Het taalonderwijs is veel omvattend. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoorden van ideeën en gedachten, voor spelling en voor het luisteren naar anderen. Naast het gewone schriftelijke werk, leren de kinderen ook verhalen en gedichten schrijven en worden er ook spreekbeurten gehouden. Naast de toetsen van de methode, gebruiken wij voor taal ook de CITO- toetsen, zodat wij de resultaten kunnen vergelijken met het landelijk gemiddelde. De CITO-toetsen voor taal betreffen: woordenschat; spelling;
Lezen In groep 3 gewerkt met de vernieuwde versie van de methode:” Veilig Leren Lezen “. In de hogere leerjaren komt de nadruk steeds meer te liggen op het begrijpend en het studerend lezen. Wij proberen bij kinderen die kennis, vaardigheden en houding bij te brengen, waardoor zij in staat zijn verschillende soorten teksten met begrip en waardering te lezen. Om deze doelen te bereiken, gebruiken we al een aantal jaren de methode “Goed gelezen”. Daarbij maken we gebruik van het digibord. Nieuws begrip is een digitale begrijpend lees- methode die wekelijks zeer actuele thema’s aansnijdt met beeld en geluid. Daarbij hoort ook een schriftelijke verwerking. Deze manier van begrijpend lezen is door de kinderen enthousiast ontvangen en ook het bestuur en de inspectie zijn hierover zeer te spreken. We zullen op wat langere termijn zien hoeveel vruchten dit gaat afwerpen. Het gaat in Volendam vooral om het verbeteren van de woordenschat bij kinderen en het technisch lezen om daarmee de basis te leggen voor begrijpend lezen. Ouders kunnen daar natuurlijk thuis ook veel aan doen door met name diverse leesactiviteiten te ontplooien samen met hun kinderen en aan de woordenschat te werken. De Nederlandse taal kent nu eenmaal veel meer woorden dan het Volendamse dialect. We leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, wij proberen de kinderen ook liefde voor lezen bij te brengen. Daarom wordt er voorgelezen, halen wij om de zes weken, samen met de kinderen, boeken uit de bibliotheek en doen wij mee met de boekpromotieactiviteiten van de bibliotheek. Ook heeft de SKOV gelden ter beschikking gesteld aan de scholen in Volendam om steeds nieuwe boeken aan te schaffen, voor de klassenbibliotheek. Daarnaast besteden wij met de Kinderboekenweek extra aandacht aan lezen;doen mee aan de voorleeskampioen; de kinderjury en het nationale voorleesontbijt. Naast de toetsen van de methode hanteren wij de CITO - toetsen om de resultaten te kunnen vergelijken met het landelijk gemiddelde. De CITO - toetsen zijn: de drie minutentoets; de begrijpend lezen toetsen. Naast deze toetsen hanteren wij ook de AVI - leestoetsen.
22
Engels. In de internationale samenleving neemt de Engelse taal een belangrijke plaats in. De leerlingen van groep 7 en 8 krijgen les in de Engelse taal. Wij werken met de methode: “ The team in action “ voor groep 7 en “The team on the move voor groep 8.
Schrijven. In de onderbouw is er veel aandacht voor bewegen; de zogenaamde fijne motoriek ( bijv. knippen en plakken) en de grove motoriek ( bijv. rennen en klimmen ) Een goede ontwikkeling daarvan is van belang voor het schrijfonderwijs. In de onderbouw maken wij gebruik van : Schrijfdans. Vanaf groep 3 leren de kinderen schrijven met de methode “ Pennenstreken “.
Wereldoriëntatie. Op veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen wij kinderen kennis bij over het heden en het verleden van de aarde en de wereld. Dit gebeurt aan de hand van een methode maar vaak ook door middel van klassengesprekken, schooltelevisie, werkstukken e.d. We werken met onderstaande nieuwe methoden. Zij bevallen ons en de kinderen heel goed.
Natuur Aardrijkskunde Geschiedenis Verkeer
Wijzer door natuur en Techniek Geobas Wijzer door de tijd Wijzer door het verkeer
Creatieve vakken. Ook voor tekenen, handvaardigheid en muziek is er voldoende aandacht. In de groepen 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale programma. Bij handvaardigheid, tekenen en muziek maken wij gebruik van de methode: “Moet je doen“. Voor muziek maken wij ook gebruik van de methode “Vier muziek met “ , de liedmachine, een methode via de school tv en liedjes van Benny Vreden. Tevens krijgt een aantal groepen les van vakleerkracht Marjan Molenaar. Naast veel zingen en noten lezen leren de kinderen ook instrumenten te bespelen. Dat gaat heel goed.
Sociaal emotioneel De Nicolaasschool vindt ook de ontwikkeling van de sociaal –emotionele kanten van de leerlingen van groot belang. Hierbij moet u denken aan de omgang van kinderen met elkaar en met volwassenen en alle sociale aspecten en emotionele kanten die daaraan zitten. Op de Nicolaas hebben wij daar altijd al veel aandacht aan besteed. Wij werken op de Nicolaas met de methode “Het kind en zijn sociale talenten”. Dit is een fantastische methode die alle sociale aspecten structureel op een aantrekelijke manier aan de orde laat komen. Twee keer perjaar wordt gekeken hoe de leerlingen “in hun vel” zitten
23
Bewegen. In de groepen 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. De groepen 1 en 2 hebben de beschikking over een goed ingerichte speelzaal, waarvan veel gebruik wordt gemaakt in de wintermaanden, wanneer er door weersomstandigheden niet buiten gespeeld kan worden. Voor dergelijke lessen hebben de kinderen van groep 1 en 2 nodig: gymschoenen: het liefst zonder veters of met elastiek ingeregen, liever geen balletschoentjes gymtas : Graag van stof. Deze tas blijft het gehele jaar op school hangen, de kinderen hebben de spullen immers elke dag nodig. gymkleren : een heel eenvoudig broekje, shirtje of pakje is voldoende. De gymspullen graag voorzien van de naam van het kind. Dit i.v.m. eventueel zoekraken. De groepen 3 t/m 6 maken gebruik van de sportzaal in de Schoolstraat. Groep 7 en 8 maken gebruik van sporthal “de Kreil”. Kleding voor deze lessen: jongens: sportbroekje en sportshirt meisjes: sportbroekje en sportshirt of turnpakje. Voor jongens en meisjes zijn sportschoenen verplicht. Dit i.v.m. het gevaar voor voetschimmels en andere kwalen. Om veiligheidsredenen raden wij balletschoenen af
Rooster lichamelijke oefening: groep 3:
maandag donderdag
13.55 - 14.35 uur 10.30 - 11.15 uur
groep 4:
maandag: donderdag
13.15 - 13.55 uur 9.15 - 10.00 uur
groep 5:
maandag donderdag
14.35 - 15.15 uur 8.30 - 9.15 uur
groep 6:
dinsdag donderdag
14.30 - 15.15 uur 11.15 - 12.00 uur
groep 7:
maandag woensdag
14.30 – 15.15 uur 11.15 - 12.00 uur
groep 8:
maandag vrijdag:
13.15 - 14.00 uur 14.30 - 15.15 uur
Donderdagochtend hebben de groepen 3, 4 en 5 gymles volgens een vast rooster. De kinderen van groep 5 komen dan donderdag ’s morgens meteen met hun gymtas naar de Schoolstraat. Na de les worden de fietsen meegenomen naar school. Bij heel mooi weer kan het voorkomen dat de gymles verplaatst wordt naar de “open lucht” het Boelenspark of het Slobbeland.
Schoolzwemmen. Op vrijdag krijgen de kinderen van groep 3 zwemles in De Waterdam. Groep 3 zwemt van 13.25 uur tot 14.05 uur. Ze moeten om 12.55 uur op school zijn. De bus kan niet wachten! De kinderen van groep 3 zwemmen één keer in de 2 weken. Het halen en brengen van de kinderen gebeurt met een speciale zwembus De kosten van vervoer moeten door de ouders van de deelnemende kinderen worden voldaan. De lesgelden komen voor rekening van de gemeente. 24
Computers in het onderwijs. Op onze school worden de kinderen vanaf groep 1 vertrouwd gemaakt met de computer. De programma’s die we gebruiken, zijn een ondersteuning bij het lesgeven in de vakken taal, lezen, rekenen en zaakvakken. In elke groep staan een aantal computers. Daarnaast werken de kinderen vaak nog zelfstandig in de computerruimte.
Nieuwe methodes en materialen De scholen in Volendam en zeker de Nicolaas volgen voortdurend de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van methoden en materialen. De nieuwste materialen voor zelfstandig werken zijn de afgelopen jaren aangeschaft. Voor kinderen die heel goed zijn in rekenen is het zogenaamde “level werk”aangeschaft. Het zijn allerlei boekjes met uitdagend rekenwerk, klassendoorbrekend waar de betere kinderen hun tandjes op stuk kunnen bijten.
Schoolplan. Naast het schrijven van een schoolgids voor de ouders, zijn de basisscholen ook verplicht een schoolplan op te stellen. In dit schoolplan worden de leer- en vormingsgebieden beschreven. De school beschrijft in dit plan tevens op welke wijze zij de door het ministerie opgestelde kerndoelen denkt te verwezenlijken. Eind schooljaar 2010-2011 is het schoolplan vernieuwd en zal de komende 4 jaar weer de leidraad zijn. Wij zullen hem publiceren op de website.
Theater. De SKOV heeft een cultuurcoördinator in dienst die voor alle 10 de basisscholen een cultuurprogamma verzorgt. Dit programma is heel breed en beslaat het complete spectrum van cultuur. Dat is een fantastische manier voor de basisschoolkinderen om met cultuur kennis te maken.
De SKOV 50 jaar!! Dit jaar bestaat de SKOV 50 jaar. Voor de kinderen van zowel het basis – als het Voortgezet Onderwijs en het personeel wordt er een groots opgezet cultuurprogramma geregeld. Dit zal eind oktober begin november plaatsvinden.
Excursies/Schoolreisjes Alle kinderen van groep 1 t/m 7 krijgen afwisselend een schoolreisje of excursie aangeboden. Het verschil is dat een excursie -voor een deel- een educatief karakter heeft. Wij vinden het van groot belang dat kinderen niet alleen vermaakt worden, maar ook wat nuttige en leerzame ervaringen opdoen tijdens een uitje. Uiteraard is ook het plezier van groot belang. Een excursiecommissie bestaande uit ouders en leerkrachten, doet voorstellen hieromtrent. De laatste jaren zijn de kosten van een schoolreisje hoog opgelopen. De entree is veel duurder geworden, en de daarbij komende snel oplopende kosten voor vervoer, die nog eens extreem stijgen door wettelijke maatregelen. Door kortingen te bedingen en uitgekiend met de bezetting van de plaatsen in de bussen om te gaan, is het tot nog toe mogelijk geweest een schoolreisje te organiseren. Zolang het nog financieel haalbaar is, wordt het gaan naar een pretpark af- gewisseld met een culturele en/of educatieve trip. Wanneer een excursie of een schoolreisje op stapel staat, informeren wij u ruim van tevoren.
25
Schoolkamp. Als afsluiting van hun basisschoolperiode gaan de kinderen van groep 8 op schoolkamp. Groep 8 gaat naar Heino Summercamp in de buurt van Zwolle. Het is een geheel verzorgd kamp met veel activiteiten waaronder een survivalprogramma en verder geheel verzorgde maaltijden. De laatste dag van het kamp wordt de bus stil gezet bij pretpark Slagharen. De kinderen zijn hierover tot nu toe zeer enthousiast.
Afscheid groep 8 Ook aan de basisschool komt een eind. Ter gelegenheid van dit afscheid organiseert de school aan het eind van het schooljaar voor de leerlingen van groep 8 een afscheidsavond. Hierbij zijn ouders en (oud)leerkrachten van harte welkom.
Het vervolgonderwijs. Bij de overgang van het basis naar het voortgezet onderwijs is het advies van de basisschool van groot belang. Wat het kind in zijn bassischoolperiode heeft gepresteerd is doorslaggevend. Naast de mening van het team wordt hiervoor ook de uitslag van de Cito-eindtoets gebruikt. Verder de entreetoets van groep 7 en de normale Cito-toetsen taal/lezen en rekenen/wiskunde in de verschillende groepen. Verder zal vanuit het NIO nog o.a. een capacitietentoets worden afgenomen. Samengevat betekent dit, dat er een breed pakket van gegevens is op de terreinen van de schoolvorderingen en de verstandelijke mogelijkheden. Het Rijk heeft verder bepaald dat m.i.g. schooljaar 2014-2015 het advies van de bassischool bindend is, gezien daar de meeste kennis over het kind aanwezig is.
Speciale activiteiten. De school kent een aantal activiteiten waarbij wordt afgeweken van het normale lesrooster.We noemen : St. Nicolaasviering rond 5 december; kerstviering en kerstmaaltijd in de week voor Kerstmis; excursie; speciale projecten waaraan de hele school meedoet. Bijv. vandalisme en een themaweek; het schoolkamp voor groep 8; voorbereiding 1e Communie - en Vormselviering in groep 4 en groep 8; theatervoorstellingen voor alle groepen, tweemaal per jaar; Maandsluitingen een aantal keren per schooljaar de laatste schooltijden van het schooljaar worden er voor de kinderen als afsluiting activiteiten georganiseerd; pleintekenen, puzzeltocht ; verjaardag, van de groepsleerkracht. Trouwdag en jubilea van leerkrachten of directieleden Voor de meeste van deze activiteiten lichten wij u van tevoren schriftelijk in.
Typeles. Kinderen van groep 6 en 7 kunnen zich laten inschrijven voor een typecursus. Van een aantal erkende instituten zult u dit schooljaar informatie ontvangen via de school. Dat u informatie ontvangt van de school, wil niet zeggen dat de school ook enige verantwoordelijkheid draagt voor de cursus. De kosten van een dergelijke cursus zijn niet gering. Voor inlichtingen verwijzen wij u naar de telefoonnummers en adressen op de inschrijfformulieren van de verschillende instituten die u in de loop van het schooljaar tegemoet kunt zien.
26
Nieuwe ontwikkelingen De laatste jaren vinden behoorlijke verschuivingen plaats v.w.b. de typelessen. Tot voor kort deden de meeste kinder mee met de typecursus die in één of meerdere scholen van van de SKOV plaatsvonden, maar tegenwoordig kiezen veel ouders voor een online typecursus die uiteraard veel goedkoper is. Dit is geheel aan de ouders. Typen valt buiten het onderwijsaanbod van de scholen.
Schoolfotograaf Eén keer in de twee jaar gaan alle kinderen van de school op de foto. Tevens worden er groepsfoto’s gemaakt. Ook kunnen broertjes en zusjes samen gefotografeerd worden. Het op de foto gaan, verplicht u overigens niet tot het kopen van de foto’s. In het afgelopen schooljaar 2013-2014 is de schoolfotograaf langs geweest voor individuele foto’s en de groepfoto’s. Het schooljaar 2014-2015 wordt het dus weer alleen de groepsfoto’s.
Sponsoring Sponsoring is de laatste jaren actueel geworden in het onderwijs. Veel scholen gebruiken de extraatjes om lesmaterialen en apparatuur aan te schaffen. Soms worden er ook schoolreisjes of schoolfeesten mee bekostigd. Ons schoolbestuur is van mening dat men de scholen van voldoende financiële middelen voorziet om goed onderwijs te kunnen geven. Vergeleken met andere scholen in het land hebben wij ook geen reden tot klagen. Dat wordt vooral veroorzaakt door een efficiënt financieel beleid van het bestuur. De scholen in Volendam zijn goed ingericht en beschikken over uitstekende lesmaterialen. Als er zich desondanks een uiterst lucratieve vorm van sponsoring voordoet, die voor alle scholen geldt en niet strijdig is met onze onderwijskundige uitgangspunten, zal het aanbod in overweging worden genomen door het bestuur en voor eventuele goedkeuring worden voorgelegd aan de (G)MR.
Spreekbeurten en werkstukken Spreekbeurten: we starten vanaf groep 5 met één à twee spreekbeurten; vanaf groep 6 houden de kinderen twee spreekbeurten per schooljaar; na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen door de groep, meestal is dit een opdracht aan de groep om de betrokkenheid te vergroten; het thema is vrij, vooral in groep 5 en 6. In groep 7 en 8 kan er een relatie worden gelegd met wereldoriëntatie. Overigens proberen wij het mondeling taalgebruik op zoveel mogelijk verschillende manieren te bevorderen. Spreekbeurten is daarbij maar één vorm. Het aantal mondelinge verhandelingen en het bevorderen van het spreken is doorlopend onderwerp van gesprek, binnen het leerkrachten team.
27
Werkstukken: Het maken van werkstukken, het aantal per klas, de manier waarop, de hoeveelheid etc. wijzigt regelmatig. Daar we in een computer tijdperk leven moeten we het maken en beoordelen van werkstukken constant aanpassen aan de realiteit. Zowel geschreven werkstukken als werkstukken gemaakt op de computer komen voor. Vooral beoordeling van werkstukken gemaakt op de computer vereisen zorgvuldigheid, aangezien stukken tekst gemakkelijk “geleend “ kunnen worden en door anderen in elkaar gesleuteld. Ook het traditionele onderdeel “verzorging” heeft een andere dimensie gekregen, sinds de intrede van de computer. we beginnen met werkstukken vanaf groep 6; het thema is in principe vrij. In groep 8 kan er een relatie worden gelegd met wereldoriëntatie; het ingeleverde werkstuk wordt zoveel mogelijk positief beoordeeld.
De vorderingen van de leerlingen. Om te zien hoe het leer- en ontwikkelingsproces verloopt, is het meten en vergelijken van leerprestaties nodig. Het geeft de leerkracht houvast om te beoordelen of de leerstof goed wordt verwerkt en of het nodig is de manier en het tempo aan te passen. De leerresultaten van de kinderen worden gemeten d.m.v. toetsen die bij de methode van een bepaald vak passen. Daarnaast worden ook de toetsen van het CITO - leerlingvolgsysteem gehanteerd. Met deze toetsen worden de resultaten gemeten los van de eigen leermethode. Met deze toetsen krijgt de leerkracht informatie over de resultaten van zijn/haar groep en elke leerling, omdat ze vergeleken worden met de resultaten van alle deelnemende leerlingen in het land. Naast het CITO leerlingvolgsysteem nemen wij aan het eind van groep 7 de CITO - Entreetoets af. Met het overzicht van deze toets kan de leerkracht van groep 8 bepalen aan welke onderdelen hij/zij nog extra aandacht moet besteden. In groep 8 wordt van de Waterlandse Overstap alleen nog de NIO (Intelligentietoets) afgenomen. De gegevens van deze toets spelen, gaan een minder belangrijke rol spelen in de eindadvisering bij het bepalen van het soort vervolgonderwijs voor het kind. Verder hebben we natuurlijk nog de Cito eindtoets.
Rapportbespreking. Het rapport dient als uitgangspunt voor de rapportbespreking. Over het algemeen worden de zogenoemde “ 10-minuten-gesprekken “ gevoerd na het eerste rapport. Tijdens dit gesprek kunnen de ouders met de leerkracht nagaan of het kind zijn talenten goed benut, wat de sterke en minder sterke kanten zijn en of er sprake is van echte achterstand. Leerkrachten zullen tijdens de gesprekken met de ouders aangeven hoe de eventuele achterstanden en problemen aangepakt zullen worden. Waar mogelijk zullen de leerkrachten ook aangeven hoe de ouders hierbij kunnen helpen. Soms zal, in overleg, besloten worden om een deskundige in te schakelen. Ook na het tweede rapport is er de mogelijkheid voor ouders die dat willen een gesprek aan te vragen bij de leerkracht. Hiertoe worden ze uitgenodigd door de leerkracht
Rapportage naar ouders/verzorgers De ouders/verzorgers worden d.m.v. een leerling rapport op de hoogte gebracht van de vorderingen van het kind. Het betreft niet alleen de vorderingen die betrekking hebben op het presteren in de verschillende vakken of onderdelen ervan, maar ook ontwikkelingen op het gebied van de expressie, de lichamelijke vorming en de sociaal-emotionele vorming. De vorderingen kunnen op het rapport worden weergegeven d.m.v. cijfers of woorden. Soms wordt een combinatie van deze twee gebruikt. De rapporten worden drie keer per jaar meegegeven. De data waarop de rapporten in het schooljaar 20122013 worden meegegeven zijn: vr. 21-11-2014 vr. 20-03-2015 di. 30-06-2015 De ouders van de kinderen van groepen 1/2 krijgen tweemaal per jaar een ingevulde Pravoo rapportage kaart, die een vrij compleet beeld geeft van het presteren en de sociaal-emotionele gevoelens van het kind. De eerste rapportagekaart komt in januari waarna een gesprek met iedere ouder - verzorgerpaar 28
volgt. Met ouders van nieuwe kinderen wordt na 4 weken een gesprek gehouden over het wel en wee van hun kind. Het rapport/de rapportagekaarten zijn bestemd voor de ouders en verzorgers, maar ook ouders die niet meer het ouderlijk gezag hebben, bijv. na een echtscheiding, kunnen de directeur van de school vragen om deze informatie. De directeur kan alleen weigeren als het belang van het kind geschaad wordt. Nieuw in de rapportage naar de ouders is de vermelding van cijfers in ParnasSys via het afgelopen schooljaar ingevoerde ouderportaal. De ouders kunnen via een wachtwoord en gebruikersnaam verstrekt door de school toegang krijgen tot de (toets) gegevens van hun kind. Dit heeft tot nogal wat kinderziektes geleid maar verloopt over het algemeen prima. Lukt het u niet (meer) om bij uw gegevens te komen, stuur dan een mailtje naar de school. U krijgt dan een nieuw wachtwoord en gebruikersnaam. Als er zaken veranderen (telefoonnummer, dokter, scheiding maar vooral uw emailnummer etc.) meldt dit dan aan de school. Dan passen we de gegevens aan. Samen moeten we de zaak up to date houden. CITO-LEERLINGVOLGSYSTEEM: Van letters naar Romeinse cijfers in 2014-2015 ! De vorderingen van de kinderen op onze school worden bekeken d.m.v. observaties, mondeling en schriftelijk werk, proefwerken en toetsen (methode onafhankelijke toetsen). Op onze school hanteren wij het CITO-LEERLINGVOLGSYSTEEM (cito LOVS). Omdat deze toetsen in heel Nederland gebruikt worden, staan ze los van de verschillende methodes. Het zijn ‘methodeonafhankelijke toetsen’. Deze toetsen zeggen meer over het inzicht in de leerstof. Het kind moet namelijk zijn/haar kennis en inzicht toepassen. Het is goed mogelijk dat een leerling op de Cito-toetsen anders scoort dan op de methode-gebonden toetsen. De inhoud van de Cito-toetsen is een gemiddelde van de leerstofinhoud van diverse methoden die in de onderwijswereld gebruikt worden. Dit kan betekenen dat het Cito onderdelen toetst die in sommige methoden nog niet aan bod gekomen zijn. Tot nu toe werd de CITO score uitgedrukt in letters: A, B, C, D of E. A= goed: →0-25 % scoort hoger (goed tot zeer goed). B= voldoende tot ruim voldoende: →25-50 % scoort hoger (ruim voldoende tot goed). C= onvoldoende tot voldoende ( 50-75 % scoort hoger) D= onvoldoende ( 75-90 % scoort hoger) E= zeer zwak (90-100% scoort hoger) Omdat bij de oude normering ten onrechte lijkt dat een C gemiddeld is, heeft CITO sinds een aantal jaren een nieuwe normering ingevoerd. De nieuwe normering wordt uitgedrukt in de Romeinse cijfers I, II, III, IV en V. De scores zijn als volgt: Score Beoordeling I Uw kind behoort tot de hoogst scorende kinderen: →0-20 % scoort hoger (zeer goed). II Uw kind scoort boven het gemiddelde: →20-40% scoort hoger (goed). III Uw kind scoort gemiddeld: →40-60 % scoort hoger (voldoende). IV Uw kind scoort onder het gemiddelde: →60-80 % scoort hoger (onvoldoende/zwak). V Uw kind behoort tot de groep laagst scorende kinderen: 80- 100 % scoort hoger (zeer zwak). Met ingang van dit schooljaar (2014-2015) zal de normering van de Cito LOVS toetsen niet meer in letters maar in Romeinse cijfers op het rapport worden aangegeven. Het is voor u en de kinderen even wennen maar geeft een duidelijker beeld van de prestaties en het niveau van uw kind. Hieronder het verschil tussen de CITO scores in letters en Romeinse cijfers ‘grafisch’ weergegeven.
E
D
C
B
A
10%
15%
25%
25%
25%
10% laagst scorend Zeer zwak
15% ruim onder landelijk gemiddelde Zwak tot matig
25% net tot ruim onder het landelijk gemiddelde
25% net tot ruim boven landelijk gemiddelde
25% hoogst scorende leerlingen
Matig tot voldoende
Ruim voldoende tot goed
Goed tot zeer goed
29
V
IV
III
II
I
20%
20%
20%
20%
20%
20% ver onder het gemiddelde
20% onder het gemiddelde
de gemiddelde groep leerlingen
20% boven het gemiddelde
20% ver boven het gemiddelde
Zeer zwak tot zwak
Zwak tot matig
Voldoende
Ruim voldoende tot goed
Goed tot zeer goed
In het afgelopen jaar heeft CITO de normen bij de vakken Rekenen&Wiskunde; Begrijpend lezen en Spelling geüpdatet. Concreet betekent dit dat de normen voor de CITO niveaus strenger worden. In sommige gevallen kan dit betekenen dat uw kind (m.i.v. het huidige schooljaar) in vergelijking met vorige leerjaren, een CITO-niveau naar beneden zakt! Deze update wordt ingevoerd met terugwerkende kracht: dus al behaalde CITO scores in vorige jaren worden eveneens herberekend en dus in sommige gevallen bijgesteld naar beneden. Het Cito-leerlingvolgsysteem omvat momenteel onderstaande toetsen: * CITO Rekenen & Wiskunde voor kleuters (groepen 1 t/m 2) * CitoTaal voor kleuters (groepen 1 t/m 2) * AVI toets (versie 2009) (groepen 3 t/m 8) * Drie-Minuten-Toets (groepen 3 t/m 8) * Begrijpend Lezen (Clib) (groepen 3 t/m 8) * Woordenschat (groepen 3 t/m 8) * Werkwoordspelling (groepen 7 t/m 8) * Woordspelling (groepen 3 t/m 8) * Rekenen en Wiskunde (groepen 3 t/m 8) * Cito Studievaardigheden (groepen 5 t/m 8) * Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test (NSCCT) (groepen 4 en 6) Afnamemomenten Cito-leerlingvolgsysteem toetsen: Twee keer per jaar worden deze toetsen in de meeste klassen afgenomen: In de maand januari en in de maand juni. De schoolscores op De St. Nicolaasschool zien er tot op heden altijd goed tot zeer goed uit, behalve op het onderdeel woordenschat. Hieruit blijkt duidelijk de invloed van het dialect en het eenvoudige taalgebruik thuis. Gelukkig worden de prestaties beter naarmate de leerlingen langer op school zitten. We hebben in de afgelopen jaren nieuwe lesmaterialen aangeschaft om de woordenschat van de leerlingen te kunnen verbeteren. Daarnaast zijn we in samenwerking met het CPS, dit is een ‘onderwijsbegeleidingsdienst, bezig om onze aanpak van de woordenschatontwikkeling te verbeteren. Bovendien worden de ouders van toekomstige leerlingen al in een vroeg stadium op school uitgenodigd, waarbij ze wordt gewezen op het nut van een goede taalvorming in de voorschoolse periode. De resultaten van deze aanpak beginnen de laatste jaren zichtbaar te worden.
‘CITO Entree toetsen’; de ‘CITO eindtoets’ en de ‘Waterlandse Overstap’. In groep 7 maken de kinderen in de maand mei /juni de ‘CITO-entreetoets’. Deze toets verschaft ouders, kinderen en leerkrachten een duidelijk beeld van de individuele leerprestaties op het gebied van rekenen, taal, lezen en studievaardigheden. De meeste taken in de entreetoetsen bestaan uit 25 tot 30 opgaven. In de rapportage kun je de leer- en onderwijsresultaten snel en goed overzien. Bovendien kunnen de leerprestaties en het onderwijs van jaar tot jaar goed worden gevolgd. De ouders ontvangen een leerlingprofiel, waarop duidelijk staat aangegeven hoe hun kind ervoor staat. De leerkracht ontvangt een klassenoverzicht met niveau-indicaties van alle leerlingen. De school krijgt bovendien een schoolprofiel, waarbij de prestaties vergeleken worden met andere scholen. De scores kunnen ook aangewend worden voor zelfevaluatie. Als blijkt dat een bepaald onderdeel niet goed uit de verf komt, treffen we maatregelen. De ‘CITO-eindtoets’ voor groep 8, duurt drie dagdelen. Deze CITO eindtoets geeft een beeld van de leervorderingen van onze leerlingen, in vergelijking met het niveau van de gemiddelde 30
Nederlandse leerling in groep 8. De ‘CITO-eindtoets’ wordt vanaf het komend schooljaar voor het eerst afgenomen in de maand mei. De ‘Waterlandse overstap’. Met alle scholen in Waterland is de afspraak gemaakt dat er een eenduidig onderzoek afgenomen zal worden om zo een gefundeerd advies te kunnen formuleren voor de uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs. ‘Deze Waterlandse overstap’ bestaat uit drie onderdelen: Het ‘NIO intelligentieonderzoek’ verschaft meer informatie over de potentiële aanleg (het IQ) van onze leerlingen. Het wordt afgenomen door medewerkers van een extern onderzoeksbureau (‘School & Onderwijs Service’) en duurt een dagdeel. De ‘PMT-K’ (Prestatie Motivatie Test voor Kinderen) verschaft informatie over de leerhouding van onze leerlingen. Deze test wordt eveneens afgenomen door de medewerkers van h
Oudercontact U kunt altijd contact opnemen met de leerkracht als u iets wilt weten of problemen hebt. Daarnaast hebben wij de volgende contactbijeenkomsten gepland : eenmaal per jaar organiseren wij een informatieavond per groep tweemaal per jaar organiseren wij een individuele ouderavond voor elk ouderpaar ( het “ 10-minuten gesprek ); in de kleuterbouw organiseren wij “ kijkochtenden “. Ouders wordt de mogelijkheid geboden om een ochtend mee te draaien in de kleuterbouw; voor de ouders van de leerlingen van groep 8 wordt een individuele ouderavond georganiseerd n.a.v. de Waterlandse overstap; Tevens wordt met de leerkracht de vervolgschool besproken voor uw kind, nadat alle gegevens bekend zijn. voor de ouders van de leerlingen van groep 4 is er een bijeenkomst in verband met de voorbereiding op de 1e H. Communie; voor de ouders van de leerlingen van groep 8 is er een bijeenkomst in verband met de voorbereiding op het H. Vormsel.
Leerlingenadministratie De groepsleerkracht houdt een leerlingen- administratie bij. Hierin staan de gegevens over het functioneren van de leerlingen in de groep. Naast deze groepsadministratie worden ook de gegevens van het CITO-leerling-volgsysteem bijgehouden. Op deze manier kan het onderwijsprogramma beter worden afgestemd op de individuele leerling. Van kinderen met leer- en/of gedragsproblemen wordt een dossier aangelegd. In dit dossier staan alle gegevens die van belang zijn bij het geven van onderwijs aan het betreffende kind. De ouders worden hiervan op de hoogte gebracht.
3 jarigen. De zorg voor leerlingen begint al vóór een kind op 4 jarige leeftijd bij ons op school komt. Wij vinden het heel belangrijk dat het kind in de eerste groep van de basisschool goed van start gaat. Het ene kind heeft op een kleuterdagverblijf gezeten, een ander op de peuterspeelzaal en weer een ander is gewoon thuisgebleven. Feit is, dat de kinderen met een verschillende bagage bij ons op school komen. In overleg met het schoolbestuur en het gemeentebestuur zijn plannen ontwikkeld, waarin het voortraject ( de tijd van 0 tot 4 jaar ) grote aandacht krijgt. De eerste stap in deze ontwikkeling is de organisatie van een ouderavond voor de ouders van de peuters van 3 jaar. Deze informatieavond wordt gehouden op de school, waar de kinderen op 4 jarige leeftijd naartoe zullen gaan en bestaat uit 2 delen: 1. algemene informatie betreffende de school; 2. specifieke informatie over het voortraject. In het gedeelte van de algemene informatie zal aandacht worden besteed aan de volgende zaken: het belang van de avond het beleid van het bestuur m.b.t. - verdeling van de leerlingen - samenwerking tussen scholen - inschrijfmomenten - de eerste schooldag informatie over de school. 31
In het gedeelte van de specifieke informatie zal worden geprobeerd de ouders uit te leggen op welke manier het mogelijk is om zinvol met hun kind bezig te zijn en op welke zaken zij kunnen letten. In de ouderbrochure, die aan het eind van de avond aan de ouders zal worden meegegeven, worden deze zaken nog eens uitgebreid beschreven. Tevens worden in deze brochure bij elk onderwerp tips gegeven om mogelijke problemen aan te pakken. Enkele onderwerpen die zowel op de avond als in de brochure aan de orde komen, zijn: relatie met uw kind; wie is de baas ? kan uw kind goed luisteren ? kan uw kind lekker knutselen ? speelt uw kind graag ? is uw kind agressief ? Op deze avond krijgen de ouders ook een formulier met vragen,. De ouders zal worden gevraagd dit formulier tweemaal in te vullen, eenmaal op de dag na de ouderavond en nog eens op het moment dat de leerling op de school wordt ingeschreven. De vragen op het formulier betreffen het functioneren van het kind op verschillende gebieden, zoals: lichamelijk functioneren; taalontwikkeling; sociale vaardigheden.
De ouders gaan bij inschrijving akkoord met het beleid van de school om de leerlingbegeleider van de schoolbegeleidingsdienst en de ambulante begeleider te mogen betrekken bij de bespreking van hun kind in het zorgteam. De gegevens mogen alleen worden gebruikt voor intern gebruik. De school deelt de ouders van tevoren schriftelijk of mondeling mede, dat hun kind in het zorgteam wordt besproken en brengt ze na afloop op de hoogte van de resultaten van het gesprek en het plan van aanpak.
Zorgverbreding. Op onze school zitten in elke klas kinderen die extra hulp nodig hebben. Meestal begrijpen ze de leerstof niet goed of kunnen zij het tempo niet volgen. Een enkele keer betreft het een kind met een gedragsprobleem. Omdat we ernaar streven om zo min mogelijk kinderen te verwijzen naar een school voor het speciaal basisonderwijs, wordt aan deze kinderen veel aandacht besteed. Deze extra aandacht duiden we aan met de term zorgverbreding. Hierbij zijn soms ook specialisten betrokken. Indien nodig betrekt de school de leerlingbegeleider van de schoolbegeleidingsdienst en de ambulante begeleider bij de bespreking van het kind in het zorgteam. De gegevens die dit oplevert mogen alleen worden gebruikt voor intern gebruik. De school brengt de ouders na afloop van het gesprek op de hoogte van de resultaten en het plan van aanpak. De groepsleerkracht is natuurlijk in eerste instantie verantwoordelijk voor een goede ontwikkeling van het kind. Aan de hand van Cito-toetsen en toetsen uit de verschillende methodes volgt de leerkracht de ontwikkeling van de leerlingen. In een groepsplan dat na iedere toetsronde wordt geactualiseerd worden de doelen per kind en niveaugroep o.b.v. de IB-er vastgesteld. De meeste leer- en gedragsproblemen weet hij/zij in de klas te verhelpen door extra individuele aandacht te geven en gerichte hulp te verlenen.
32
Passend Onderwijs In de afgelopen twintig jaar is er in het kader van ‘Weer samen naar school’ veel tijd en energie gestoken in de verbetering van de zorgstructuur . Leerachterstanden werden gesignaleerd aan de hand van gestandaardiseerde toetsen en individuele leerlingen werden meestal buiten de klas geholpen door gespecialiseerde leerkrachten (remedial teachers). Nieuwe inzichten omtrent effectief onderwijzen en de noodzaak tot bezuinigen hebben geleid tot het concept Passend Onderwijs, waarin staat verwoord dat elk kind recht heeft op onderwijs dat aansluit bij zijn talenten en mogelijkheden. De intensieve begeleiding van zorgleerlingen maakt in de nieuwe situatie plaats voor een meer evenredige verdeling van aandacht voor alle leerlingen. De scholen in Volendam maken vanaf 1 augustus 2014 deel uit van een groot samenwerkingsverband met Purmerend als centrale gemeente. Vanaf dat moment moeten alle scholen beschikken over een ondersteuningsplan waarin staat aangegeven welke expertise of voorzieningen er in school zijn voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het samenwerkingsverband moet zorgen voor een dekkend aanbod, zodat elk kind het onderwijs krijgt waar het recht op heeft. De kern van het ondersteuningsplan bestaat uit het verantwoord omgaan met verschillen in de klas, het opbrengstgerichte werken en de professionalisering van de leerkracht. Er moet in de les sprake zijn van voldoende instructietijd, een goede opbouw in de instructie, gerichte begeleiding tijdens de verwerking en voldoende tijd om te oefenen. Voor begaafde leerlingen zijn aanpassingen nodig om te voorkomen dat ze onderpresteren. Uit onderzoek is gebleken dat differentiatie in de onderstaande drie groepen tot de beste resultaten leidt: Instructieonafhankelijke leerlingen (de goede leerlingen) Instructiegevoelige kinderen (merendeel van de leerlingen die basisinstructie krijgen) Instructieafhankelijke leerlingen (de zwakke leerlingen die ook verlengde instructie nodig hebben) In elke klas bevindt zich een groepsplan waarin het onderwijsaanbod voor een bepaalde periode staat beschreven. Hierin staat concreet aangegeven hoe de leerkracht omgaat met de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in zijn groep. We stellen hierbij ambitieuze doelen, want in de praktijk is gebleken dat hoge ambities tot hogere opbrengsten leiden. Voor leerlingen met een grote leerachterstand wordt een ontwikkelingsperspectief geformuleerd, waarin wordt aangegeven welk eindniveau mag worden verwacht. De gestelde doelen en de wijze waarop men die wil bereiken, staan beschreven in het individuele handelingsplan. Handelingsgerichte procesdiagnostiek (hgpd) is een werkwijze, waarbij de leerkracht op een snelle en effectieve manier tot handelingsadviezen komt. Aan de hand van individuele consultatiegesprekken worden de mogelijkheden en positieve kanten van de leerling belicht. Het resulteert in adviezen waarmee de leerkracht direct in de klas aan de slag kan gaan. De komende twee jaar worden de leerkrachten in Volendam hierin getraind door deskundigen van de schoolbegeleiding. Rapportage De vorderingen van alle kinderen worden drie keer per schooljaar geëvalueerd tijdens de rapportbesprekingen. Daarnaast vinden er tussentijdse zorggesprekken plaats over de kinderen met leerachterstanden of gedragsproblemen. Als een kind een grote leerachterstand dreigt op te lopen, kan na zorgvuldig overleg, een ontwikkelingsperspectief opgesteld worden, waarin nauwkeurig staat beschreven welke hulp het kind krijgt. We laten ons hierbij adviseren door onze ambulante begeleider en onze vaste leerlingbegeleidster. Zij werkt bij de schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek- Waterland en bespreekt regelmatig de ontwikkeling van de kinderen met de leerkrachten. Voor de kinderen die regelmatig extra aandacht buiten de klas krijgen, wordt een handelingsplan opgesteld. Hierin staat aangegeven wat het leerprobleem is, welke hulp het kind krijgt en of de geboden hulp het gewenste resultaat heeft opgeleverd. De ouders worden hiervan op de hoogte gebracht.
33
Onze ambulante begeleider is een ervaren leerkracht die aan het speciaal basisonderwijs is verbonden. Hij geeft de leerkrachten en remedial teachers adviezen over een gerichte aanpak en het gebruik van geschikte leermiddelen. Soms biedt hij ook directe hulp aan kinderen of probeert hij een deskundige diagnose te stellen. Het is mogelijk dat een kind (tussentijds) de basisschool verlaat en wel om de volgende redenen: het kind wordt geplaatst op een andere basisschool; het kind wordt geplaatst op een speciale school voor het basisonderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs ( bijv. een dovenschool); het kind verlaat de basisschool en wordt geplaatst in het voortgezet onderwijs. In alle drie gevallen is de school verplicht de gegevens van de leerling over te dragen aan de school waarop het kind geplaatst wordt. Bij een tussentijdse overplaatsing naar het speciaal onderwijs wordt een onderwijskundig rapport ingevuld. In dit rapport wordt aangegeven hoe het kind ervoor staat wat de vorderingen en ontwikkelingen op school betreft. De gegevensoverdracht t.b.v. het voortgezet onderwijs is gebaseerd op de kennis en ervaring die de basisschool met het kind gedurende 8 jaar heeft opgedaan. De resultaten van de Waterlandse overstap spelen hierbij ook een rol. De ouders en verzorgers krijgen de resultaten van de Waterlandse Overstap overhandigd en ook de uitslag van de Cito entree toets
Interne begeleider Leerlingbegeleidster Ambulante begeleider
: Nico Schilder : Heleen Zaal : Jaap Schilder
Procedure permanente Commissie leerlingenzorg bij problemen met uw kind. Volgens de Wet Primair Onderwijs moet elk samenwerkingsverband met ingang van augustus 98 een permanente commissie leerlingenzorg hebben. Afgekort PCL. De PCL heeft als belangrijkste taak vast te stellen of een kind wel of niet naar een speciale school voor basisonderwijs verwezen kan worden. Ook kan de commissie adviezen geven of begeleidingsvoorstellen doen over kinderen met leer- en/of gedragsmoeilijkheden. Het is de bedoeling dat de kinderen met leer- en/of gedragsmoeilijkheden zoveel mogelijk op de basisschool worden geholpen. De leerkrachten hebben instrumenten om de problemen tijdig te onderkennen en aan te pakken in samenwerking met de remedial teacher. De IB-er stelt in overleg met de klassenleerkracht en de remedial teacher een plan op, waarin staat beschreven op welke wijze de problemen worden aangepakt. Zo’n plan noemen we een handelingsplan. De leerkracht kan met een individuele leerling, of met een groepje kinderen, speciale oefeningen doen. Bij grote en/of hardnekkige leerproblemen of leerachterstanden, kunnen we in overleg met de ouders besluiten een onderzoek te laten doen door een psycholoog of pedagoog van de SBD, een regionale dienst die de scholen helpt met extra deskundigheid bij het oplossen van onderwijsproblemen. Voor zo’n onderzoek is vooraf toestemming nodig van de ouders. De school vraagt om een onderzoek, indien zij meer zicht wil krijgen op de mogelijkheden van het kind of wanneer het vermoeden bestaat dat de problemen die het kind heeft niet adequaat op de gewone basisschool aangepakt kunnen worden. Een goed onderzoek levert vaak bruikbare adviezen, andere benaderingswijzen en meer inzicht op. In veel gevallen blijven de onderzochte kinderen dan ook op de eigen school. Maar ondanks alle inspanningen van de school en andere instanties, kan het toch voorkomen dat een kind beter op zijn plaats is op een speciale school voor basisonderwijs, zoals de “ Vincentius “ in Volendam of “ De Botter “ in Edam. 34
Deze scholen hebben kleinere groepen en beschikken over meer deskundigheid om leerlingen met leerproblemen, gedragsproblemen of stoornissen in hun ontwikkeling te helpen. De overstap van een kind van een gewone basisschool naar een speciale school voor basisonderwijs wordt heel zorgvuldig gemaakt. Zoals hiervoor al beschreven is, proberen wij samen met deskundigen het kind eerst zelf de noodzakelijke hulp te geven. Alleen wanneer dat onvoldoende resultaten oplevert, wordt plaatsing op een speciale school overwogen. De ouders worden hierbij nauw betrokken. De volgende procedure wordt gevolgd als een school overweegt een kind bij de PCL aan te melden: ( zeven stappen ) Stap 1: Aanmelding De school meldt een kind aan door middel van een aanmeldingsformulier van de PCL Oost- Waterland. Bij dit formulier doet de school alle benodigde gegevens, volgens de “checklist informatie bij de aanmelding “ Het aanmeldingsadres is: SBD Zaanstreek - Waterland Postbus 188 1440 AD Purmerend t.a.v. dhr. F. Sleebos. Stap 2: Het beoordelen en sorteren van het materiaal Bij binnenkomst wordt het toegezonden materiaal gesorteerd. Er wordt gekeken of het geschikt is voor: direct doorsluizen voor een onderzoek door een psycholoog van de Schoolbegeleidingsdienst. De aanmeldende school en ouders ontvangen een bevestiging van de aanmelding met de bijbehorende aanmeldingsdatum. Ook kan in een deel van de bevestiging meteen worden aangegeven, wanneer het kind wordt opgeroepen voor een onderzoek en door wie dat gebeurt. Als dit niet in de bevestiging staat, gebeurt dat uiterlijk binnen twee weken. aanmelding voor een bespreking in de PCL. Het geheel aan beschikbare informatie dient te zijn ingeleverd om het kind te bespreken. Indien informatie ontbreekt, vindt eerst aanvulling hiervan plaats en/of een aanvullend onderzoek. School en ouders ontvangen hierover een bericht. Pas als de relevante informatie aanwezig is, krijgt het dossier een intakenummer met een aanmeldingsdatum. Stap 3: De voorbereiding van de PCL - bespreking In deze fase vindt de voorbereiding plaats van de bespreking in de PCL: het ordenen en bekijken van de aangeleverde informatie; het plannen van de bespreekdatum van het kind; nagaan of en welke deskundigen eventueel aanwezig moeten zijn; het uitnodigen van de interne begeleider en de groepsleerkracht van de school; het informeren van de ouders het tijdig aanleveren van de dossiers aan alle PCL-leden in verband met de voorbereiding.
35
Stap 4: de indeling/organisatie van een bespreking Maximaal worden er 5 kinderen besproken tijdens een PCL-zitting. Voorafgaand aan de bespreking vindt een kort vooroverleg plaats. Hier gaat het om de eerste indruk en de gesprekspunten die van belang zijn. Na het vooroverleg worden de interne begeleider, de groepsleerkracht of de directeur van de school uitgenodigd om aan het gesprek deel te nemen. Stap 5: de besluitvorming Tijdens de zitting van de PCL gaat het om het nemen van goede besluiten, op basis van voldoende en van belang zijnde informatie over het kind en zijn/haar schoolsituatie. Goede besluiten zijn besluiten waaraan het kind het meeste heeft, op dit moment en voor zijn/haar toekomst. Stap 6: het afgeven van de beschikking Het besluit van de PCL over een leerling heet formeel “ een beschikking “. De ouders en de school ontvangen deze beschikking van de PCL. Soms heeft de PCL extra bedenktijd nodig, waarin eventueel aanvullend onderzoek en/of extra overleg mogelijk is. Deze bedenktijd bedraagt maximaal twee tot vier weken. Stap 7 : de evaluatie na het afgeven van de beschikking Beschikkingen ten behoeve van een verwijzing naar een speciale basisschool, voorheen de LOM- of de MLK school, worden in overleg met de aanmeldende school afgehandeld. Bij beschikking m.b.t. advisering of begeleiding van leerlingen is het van belang om te weten of de school uit de voeten kan met deze adviezen en/of begeleidingsvoorstellen. Dit gebeurt aan de hand van een startevaluatie twee weken na de beschikking: “ kan de school er wat mee en is de extra zorg gestart “. Na drie maanden werken met de adviezen en voorstellen informeert de PCL naar de resultaten.
Wat kunnen school en ouders doen als zij het niet eens zijn met de PCL? De ouders en de aanmeldende school kunnen het eventueel niet eens zijn met een beschikking van de PCL, omdat zij een andere opvatting hebben over de gewenste opvang voor het kind. Allereerst moeten de ouders en/of de school dan een adviesuitspraak vragen van de Regionale Verwijzings Commissie, de RVC. Bij deze commissie kunnen zij dus in beroep gaan. Deze beroepscommissie zal binnen maximaal 6 weken reageren. Om te kunnen reageren heeft de RVC de schriftelijke beschikking van de PCL en het dossier nodig. Als de PCL het advies van de RVC niet opvolgt en bij haar standpunt blijft, kunnen de ouders en/of de school naar een administratieve rechtbank gaan, die een bindend besluit neemt. Ook is het mogelijk om, bij verwijzing naar een speciale basisschool, een plaatsing op eenzelfde school buiten het samenwerkingsverband te realiseren. Dit kan op basis van onderwijskundige of levensbeschouwelijke redenen. De PCL van dat andere samenwerkingsverband moet hier dan wel mee instemmen. Het adres van de RVC is: RVC p/a SBD Zaanstreek Waterland Postbus 188 1440 AD Purmerend Tel: 0299-428723. 36
Zorg voor het jonge kind. In 1994 verscheen de inspectienota “Onderwijs aan het jonge kind “. Hierin werd duidelijk aangegeven aan welke criteria goed onderwijs aan kinderen van 4 t/m 8 jaar moet voldoen. De inspecteur bezocht een aantal Volendamse scholen en kwam met de volgende aanbevelingen: probeer in de groepen 1, 2 en 3 te werken met hoeken, zoals een leesschrijfhoek, een rekenhoek of een luisterhoek; laat de kinderen werken volgens een vast programma, maar biedt ze ook de gelegenheid om zelf dingen te ontdekken; sommige kinderen hebben behoefte aan een strakke begeleiding door de leerkracht, andere kunnen zich ook vrij ontwikkelen in een uitnodigende omgeving; geef deze kinderen de kans; probeer een doorgaande leeslijn te ontwikkelen voor jonge kinderen. Sindsdien zijn wij in samenwerking met de andere scholen in Volendam bezig om het onderwijs aan jonge kinderen te verbeteren. Er zijn tal van informatieve bijeenkomsten geweest en de leerkrachten proberen de aanbevelingen van de inspectie geleidelijk aan over te nemen. Daarnaast hebben wij de gelden voor de onderwijsassistent en de klassen verkleining aangewend om de kleuterklassen te verkleinen. Het bestuur heeft bovendien extra middelen beschikbaar gesteld, waarmee nieuwe leermaterialen zijn aangeschaft. Ieder jaar komt de inspectie de scholen op Volendam controleren op het nakomen van wettelijke voorschriften en op prestaties. De inspectie is over het algemeen vrij lovend over de kwaliteit van het onderwijs op de Volendamse scholen. De Cito resultaten zijn minimaal gelijk maar meestal hoger dan het landelijk gemiddelde.
Opvang Jonge Risico Leerlingen. Het is vanaf schooljaar 2001-2002 ook mogelijk kinderen te plaatsen in een groep van “Jonge Risico Kinderen”. Deze groep is bestemd voor kinderen van 4 t/m 6 jaar, die op één of meer ontwikkelingsgebieden een achterstand vertonen en niet met een extra jaar in groep 1 of 2 en/of ambulante begeleiding in het basisonderwijs adequaat kunnen worden opgevangen. Plaatsing gebeurt op indicatie van de Permanente Commissie Leerlingenzorg Marken Volendam.
Met de rugzak naar school. Met ingang van het schooljaar 2003 -2004 is de leerlinggebonden financiering van start gegaan. De ouders van kinderen met een stoornis of handicap mogen hun kind voortaan met extra voorzieningen op een basisschool in de buurt plaatsen. In hoeverre het verstandig is om het kind te plaatsen op een reguliere school is afhankelijk van de aard van het probleem. De ouders bepalen hun keuze naar aanleiding van het gesprek met de school waarin de mogelijkheden en beperkingen duidelijk worden aangegeven. Als de school instemt met de plaatsing, wordt er een handelingsplan opgesteld. Dit gebeurt in overleg met de ouders en een deskundige van de speciale school die de begeleiding gaat verzorgen. Met de middelen (rugzak) die ter beschikking worden gesteld, kan de school extra aandacht en ondersteuning bieden. Ouders die vragen hebben over alles wat met de rugzak te maken heeft kunnen bellen met de Rugzak informatielijn, tel: 030-2970689. Of ze kunnen terecht op de website: www.oudersenrugzak.nl
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval Bij ziekte van een leerkracht wordt gezorgd voor een invaller(ster). Als dit niet lukt, wordt er intern een oplossing bedacht, zodat de leerlingen in ieder geval niet naar huis worden gestuurd. Om de verplichte onderwijstijd zo efficiënt mogelijk te benutten, zijn o.a. de volgende afspraken gemaakt: op tijd beginnen (automatische bel); in overleg met ouders externe storingen zoveel mogelijk beperken ( bijv. het halen en brengen van kinderen onder schooltijd); de overgang tussen de lessen zo effectief mogelijk laten verlopen; de klassenorganisatie doelmatig inrichten.
37
Wat moet ik doen als ik het met bepaalde zaken niet eens ben? Overal kan wel eens iets misgaan of ontstaan misverstanden, dat is ook bij ons op school niet anders. Mocht u het op bepaalde punten niet eens zijn met ons of klachten hebben over de gang van zaken op school, meldt u zich dan in eerste instantie bij de groepsleerkracht van uw kind. Samen wordt dan gezocht naar een goede oplossing. Indien dit gesprek naar uw mening toch wat onbevredigend is verlopen, kunt u altijd contact opnemen met de directie. U kunt ook altijd contact opnemen met één van de leden van de Medezeggenschapsraad. Indien het overleg met de school geen afdoende oplossing biedt, kunt u met ons bestuur gaan praten.
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim Volgens de leerplichtwet van 1969, die is aangescherpt in 1994, zijn de leerlingen verplicht alle lessen van hun groep of klas te volgen. U als ouder/verzorger, kunt er veel toe bijdragen dat uw kind zo weinig mogelijk verzuimt door bijv. bezoeken aan tandartsen, indien mogelijk, buiten schooltijd te laten vallen. U dient zich te realiseren dat uw kind erbij gebaat is de lessen zoveel mogelijk te volgen, zodat er sprake is van een ononderbroken leerproces. U helpt daarbij ook de leerkrachten, die bij verzuim van leerlingen extra inspanningen moeten verrichten om de opgelopen achterstand weer teniet te doen. De scholen hebben van hun kant de verplichting om de lessen zoveel mogelijk te geven. De wet laat heel weinig ruimte om schoolverzuim toe te staan. Slechts in bijzondere situaties kunt u bij de directeur van de school terecht om voor uw kind vrij te vragen. Hieronder worden enkele bijzondere gevallen genoemd.
Bij ziekte van de leerling. Als de leerling ziek is, wordt van de ouder/verzorger verwacht dat hij/zij dit aan de school kenbaar maakt. Even bellen is voldoende. Zijn er (ziekte) problemen van langduriger aard, dan worden wij gaarne geïnformeerd. Bij sterfgevallen in de familie. Als iemand in de familie is overleden en de leerling de school niet kan bezoeken, is een belletje naar de school voldoende. Bij feestelijke aangelegenheden. Bij feestelijke aangelegenheden (bijv. jubileum van ouders of grootouders) wordt van de ouder/verzorger verwacht dat hij/zij dit ruim van te voren aanvraagt door middel van een aanvraagformulier. Dit formulier kunt u bij de directeur van de school opvragen. De directeur zal beoordelen of de aanvraag terecht is en zal dit d.m.v. een akkoordbriefje laten weten. Bij vakantie buiten de vakanties. Ouders van leerplichtige kinderen moeten zich houden aan de vastgestelde school- vakanties en vrije dagen. Dat geldt ook voor wintersportvakanties, jubilea en familieweekends. In heel bijzondere gevallen mag de directeur van de school een leerling vrij geven om met zijn ouders op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste 10 dagen. Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep dat schooljaar in geen enkele schoolvakantie met het gezin op vakantie kunnen gaan en die een verklaring van de werkgever kunnen laten zien, waaruit blijkt dat zij inderdaad niet op een ander moment met vakantie kunnen gaan. De directeur van de school neemt in dat geval contact op met de werkgever. Deze is namelijk verplicht ouders met schoolgaande kinderen minimaal twee weken vrijaf te geven in schoolvakanties. Het is verboden toestemming te geven voor vakantie als het gaat om de eerste twee weken na de zomervakantie. 38
In de praktijk betekent dit dat: • slechts bij een jubileum van de ouders of grootouders (bijv. 50 jarig huwelijk), waarbij de richtlijnen van de normale cao’s worden aangehouden, is er ruimte voor een kind voor een dag vrij. Voor bijv. een midweek vakantie wordt geen vrij gegeven. • er geen mogelijkheid is vakanties te verlengen, dus er wordt geen vrij gegeven voor een vertrek op de vrijdag onder schooltijd voor een wintersportvakantie of een terugkomst op maandag na de meivakantie • de mogelijkheid tot de aanvraag voor een lang weekend onder schooltijd beperkt zijn, bij een jubileum kan de maandag of vrijdag vrij gegeven worden; in alle andere gevallen moet op vrijdag na schooltijd worden vertrokken en wordt het kind op maandag op school verwacht. Mochten ouders het leerplichtige kind (kinderen zijn leerplichtig op de eerste schooldag van de maand na de maand waarin zij 5 jaar zijn geworden) toch thuis houden of wanneer het vermoeden bestaat van een niet terechte ziekmelding, dan is de school volgens de leerplichtwet verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De ambtenaar roept de ouders op of gaat bij ze langs, hoort ze en geeft ze bij moedwillig veroorzaakt verzuim een proces verbaal.
Klachtenregeling Vanaf 1 augustus 1998 is het schoolbestuur verplicht een algemene klachtenregeling op te stellen voor het primair en voortgezet onderwijs. Voor de scholen die onder het bevoegd gezag vallen van de Stichting Katholiek Onderwijs Volendam bestond er al vanaf 20 november 1995 een ‘ Klachtenregeling ongewenste intimiteiten, agressie ( v.o.: racisme ) en geweld ‘ voor het katholiek primair en voortgezet onderwijs. Deze regeling komt dus te vervallen. Op 29 september 1998 is het bestuur akkoord gegaan met het ‘ Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs ‘ van de Vereniging Besturenorganisaties Katholiek Onderwijs ( VBKO ). Deze regelng is ook goedgekeurd door de M.R. van het Don Bosco College en door de GMR namens de basisscholen. In de nieuwe regeling zijn onder andere de begrippen ‘ klacht ‘ en ‘ klager ‘ verder uitgewerkt. KLACHTEN kunnen gaan over begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Een KLAGER is: een (ex) leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige ( ex ) leerling, ( een lid van ) het personeel, ( een lid van ) de directie, ( een lid van ) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, die een klacht heeft ingediend. Voor de leerlingen zal hieraan aandacht worden besteed in het Leerlingenreglement ( v.o. ) en voor directie- en personeelsleden in het informatieboekje. In deze schoolgids gaat het om u als ouder, voogd of verzorger. Deze regeling is alleen van toepassing, wanneer u met uw klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen immers in eerste instantie in goed overleg met de betrokkenen worden opgelost. Als dit niets oplevert, kan daarna overleg met de directeur plaatsvinden. Pas wanneer deze handeling niet tot tevredenheid heeft geleid, kunt u een beroep doen op de klachtenregeling. Voor belangstellenden ligt een uitgebreid model van de regeling ter inzage op school. In eerste instantie wendt u zich tot de contactpersoon, meestal de directeur van de school. Die verwijst de klager naar de vertrouwenspersoon. Deze gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt of dat de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. De vertrouwenspersoon begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het indienen van de klacht of het doen van aangifte bij politie of justitie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, als het wenselijk of noodzakelijk is, naar andere instanties die gespecialiseerd zijn in opvang en nazorg. Als de vertrouwenspersoon alleen aanwijzingen, maar geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen aan de klachtencommissie of aan het bevoegd gezag.
39
Landelijke klachtencommissie Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld. Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is Op aanvraag kunt u kosteloos een afschrift van de regeling krijgen. Het wordt op prijs gesteld indien iemand die wil klagen dat eerst kenbaar maakt bij de schoolleiding of het schoolbestuur. Mogelijk kan de klacht verholpen worden. De school is voor de behandeling van klachten tevens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: “de Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC)”. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Een klacht kan bij het schoolbestuur of rechtstreeks schriftelijk bij de LKC worden ingediend. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij behulpzaam zijn als u dat wenst. De LKC is te bereiken bij Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD UTRECHT, De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op 09001113111 (lokaal U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een e-mail sturen naar
[email protected] .
Gronden voor vrijstelling van onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten Alle leerlingen nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten zoals die worden omschreven in de schoolgids en het schoolplan van onze school. Op verzoek van de ouders kan de school, in overleg met het bevoegd gezag, een leerling vrijstellen van het deelnemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten. Hierbij kan gedacht worden aan vrijstelling van deelname aan gymnastiek naar aanleiding van een rapport van een medicus of vrijstelling van deelname aan godsdienstlessen op grond van principiële bezwaren. In overleg met de ouders, de leerkracht en het bevoegd gezag wordt dan bepaald welke passende onderwijsactiviteiten daarvoor in de plaats komen.
Regels voor toelating Uw kind mag op de basisschool worden toegelaten als het de 4-jarige leeftijd heeft bereikt. Het bevoegd gezag heeft het tijdstip van toelating vastgesteld op één maal per maand . De school neemt tijdig contact met u op om een inschrijfdatum af te spreken. De beslissing over toelating berust bij het bevoegd gezag en de verdeelcommissie van het schoolbestuur bepaalt welke kinderen op een bepaalde school geplaatst zullen worden. Over het plaatsingsvoorstel krijgt u van deze commissie bericht wanneer uw kind ± 2 ½ jaar is.
Regels voor schorsing of verwijdering Indien een kind zich ernstig misdraagt, zodat de rust en veiligheid op school worden verstoord, spreken we van wangedrag. Het kind kan dan van school gestuurd worden. Als deze maatregel van tijdelijke aard is ( gedurende enkele dagen of weken ), dan spreken we van schorsing. Schorsing vindt plaats in afwachting van andere maatregelen, maar kan ook leiden tot verwijdering. Tijdens de schorsingsperiode zullen gesprekken plaatsvinden met ouders, leerkracht, directie en schoolbestuur. De ouders moeten ook door het bestuur worden gehoord. Indien de maatregel voorgoed van kracht is, spreken we van verwijdering. De beslissing over verwijdering wordt genomen door het schoolbestuur. Voordat tot definitieve verwijdering wordt overgegaan, zal gedurende 8 weken geprobeerd worden een andere school te vinden voor de leerling. 40
Overblijven op school Al vele jaren kunnen de kinderen op onze school overblijven, net zoals op de andere scholen in Volendam. De regels voor het overblijven zijn voor alle scholen gelijk. Ieder kind in Volendam betaalt vanaf het nieuwe schooljaar € 1,25 per keer. De tijden van het overblijven zullen worden 12.00 tot 13.10 uur. Er zijn altijd twee overblijfouders aanwezig en bij onverwacht grote belangstelling wordt een derde opgeroepen. De overblijfouders krijgen per keer dat zij overblijven een vergoeding van € 10,- Nieuw is dat iedere overblijfouder een BHV (bedrijfshulpverlening) diploma moet behalen, die door de SKOV wordt betaald. U kunt altijd informeren of de school nog een overblijfouder nodig heeft. Door de steeds veranderende schoolpopulatie zijn er regelmatig nieuwe ouders nodig. Bij een tekort aan ouders moeten er overblijfdagen geschrapt worden. Zover willen we het niet laten komen. Ouders die hun kind regelmatig laten overblijven moeten een strippenkaart aanschaffen. Die wordt dan iedere dag afgestempeld. De overblijfcoördinatoren zijn Mireille Steur (
[email protected]) en Elles kwakman
[email protected] Bij deze dames kunt u terecht met alle vragen over de overblijf.
Regels voor ondersteunende werkzaamheden van ouders. Veel ouders zijn op de één of andere wijze betrokken bij de school van hun kinderen. Ouders verrichten allerlei ondersteunende werkzaamheden die het onderwijs ten goede komen. Ook nemen ouders zitting in de ouderraad of de medezeggenschapsraad. In deze raden kunt u echt meepraten of meebeslissen over de school. U krijgt dan de kans invloed uit te oefenen op de organisatie van de school en de inrichting van het onderwijs. Ouders ondersteunen en helpen bij al deze activiteiten en dragen medeverantwoordelijkheid. De leerkrachten en de directie dragen uiteraard de eindverantwoordelijkheid voor de hele gang van zaken. Tijdens de ondersteunende activiteiten zijn de hulpouders W.A. verzekerd door het schoolbestuur.
Ondersteunende werkzaamheden ouders
Hulp bij het schoonmaken Twee keer per jaar wordt de school grondig onderhanden genomen. Dit is een grote klus, die onmogelijk door de werksters in werktijd kan worden geklaard. We doen tegen die tijd een beroep op u om voor de school de handen uit de mouwen te steken. Tot nu toe met veel succes! Ouders - vooral de moeders – (hoewel de laatste jaren steevast één vader voor de zware klussen!!) geven massaal gehoor aan de oproep om te komen helpen Hulp bij bestrijding van hoofdluis Hoofdluis is een heel vervelend probleem, voor de ouders, het kind en de school. De school probeert het probleem onder controle te houden door na iedere vakantie de kinderen te laten controleren op hoofdluis door een aantal ouders. Als bij iemand hoofdluis wordt geconstateerd, worden de betrokken ouders door de verantwoordelijke coördinator daarvan in kennis gesteld. U als ouder kunt natuurlijk ook het een een ander doen: controleer regelmatig het haar van uw kind.
Laatste schoolweekactiviteiten In de laatste schoolweek wordt een groot aantal activiteiten georganiseerd, waarbij de hulp van ouders onontbeerlijk is; begeleiding tijdens de sportdag, de waterspelletjes, de puzzeltocht.
Medewerkersavond. De school organiseert jaarlijks aan het eind van het schooljaar een gezellige avond voor alle ouders die door het betreffende jaar heen regelmatig actief zijn geweest. 41
De ouderraad De ouderraad is een vertegenwoordiging van alle ouders. Samen met het team overlegt zij over zaken, die niet direct betrekking hebben op de inhoud van het onderwijs, maar wel op schoolactiviteiten. De ouderraad houdt zich bezig met zaken als: excursies; sinterklaasviering; kerstviering en kerstmaaltijd; laatste schoolweek activiteiten. allerlei andere in het jaar voorkomende zaken De leden van de Ouderraad zijn: Elles Kwakman (voorz.) Tel: 06-50628174 Mieke Tol-Mühren (secr.) Tel: 321755 Olga Veerman Tel: 369442 Ingrid Sier Tel: 350653 Margret Veerman Tel: 320235 Mireille Steur Tel. 06-39316754
Leerkrachtgeleding Loek Kras Hil Smit Anja Jonk
Medezeggenschapsraad Deze raad, samengesteld uit ouders en leerkrachten, behandelt zaken die wel te maken hebben met het onderwijs op onze school. Schoolteam en bestuur leggen hun plannen voor aan deze raad. Medezeggenschap is erg belangrijk, maar ook een zaak waar we zorgvuldig mee moeten omgaan, zodat voldoende ruimte wordt geboden aan de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen Samenstelling Medezeggenschapsraad Oudergeleding: Astrid Schaefers Annemarie Sier Dave Tuijp Mariëlle Everaars
Tel: 350831 Tel. 351765 Tel.351796 Tel 06- 23830962
Leerkrachtengeleding: Regina Beemsterboer Wilma Smit Susan Buys Corelle Koning
Tel: 367425 Tel.06-23732858 Tel: 707151 Tel. 06-11710381
Op Volendam bestaat ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Onze school wordt bij toerbeurt door twee leden van de MR in deze raad vertegenwoordigd. De afvaardiging bestaat uit een ouder en een leerkracht.
Ouderbijdrage De school mag een ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten en andere zaken die niet tot het gewone onderwijs behoren. Het is de ouderraad die in samenspraak met de school de hoogte van de bijdrage vaststelt. Het ouderdeel van de medezeggenschapsraad moet wel instemmen met de hoogte van de bijdrage. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Het wel of niet betalen van deze bijdrage staat los van de kwaliteit van het onderwijs dat het kind ontvangt. Met andere woorden: de toegankelijkheid van het onderwijs mag niet worden beïnvloed door de ouderbijdrage. Met de ouderbijdrage worden die extra’s betaald waar de school geen subsidie voor ontvangt zoals:
traktaties bij feestelijke gelegenheden; het Sint Nicolaasfeest; broodmaaltijd bij de Kerstviering; afscheidsavond voor de leerlingen van groep 8; versnaperingen e.d. kosten laatste schoolweek bijdragen aan buitenschoolse activiteiten enz. 42
Landelijke adressen: Bijzonder onderwijs op algemene grondslag. Landelijke oudervereniging voor Bijzonder Onderwijs op Algemene Grondslag Bezuidenhoutese weg 251 2594 AM Den Haag Tel: 070 - 3850866
Katholiek Onderwijs Nederlandse Katholieke Oudervereniging Postbus 97805 2509 GE Den Haag
Openbaar Onderwijs Vereniging voor Openbaar Onderwijs Postbus 10241 1301 AE Almere Tel: 036 - 5331500
Protestants Christelijk Onderwijs Ouders en COO Postbus 125 3970 AC Driebergen Tel: 0343 - 513434
Adressen voor ouders die meer willen weten over: Kinderen met leer- en gedragsstoornissen Verstandelijk Gehandicapte Kinderen Balans Federatie van Ouderverenigingen De Kwinkelier 40 Postbus 85276 3722 AR Bilthoven 3508 AG Utrecht Tel: 030 - 2293767 030 - 2363767 Hoogbegaafde kinderen Pharos Postbus 448 9200 AK Drachten 0900 - 8996015
Motorisch Gehandicapte Kinderen BOSK Javastraat 102 A 2501 CL Den Haag 070 - 3456646
Epileptische kinderen Epilepsievereniging Nederland De Molen 35 3994 DA Houten 030-6344069
Dove kinderen FODOK Postbus 754 3500 AT Utrecht 030-2523154
Slechthorende kinderen FOSS St. Jacobsstraat 14 Postbus 480 3500 AL Utrecht 030-2340363
Visueel gehandicapte kinderen FOVIG Postbus 2227 3500 GE Utrecht 030-2343459
Kinderen met het syndroom van Down VIM Bolhaarslaan 73 7522 CV Enschede 0514 - 682270
Opvoed spreekuur Heideweg 1B (Waterland Oost) 1132 PA Volendam 0299-394139
Schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek-Waterland Postbus 188 1400 AD Purmerend Tel: 0299 – 428723 GGD Waterland, afdeling Jeugdgezondheidszorg Waterlandlaan 65 1141 RS Purmerend Tel: 0299 - 880288 email:
[email protected]
Bibliotheek Foksiastr 10 1131 HG Volendam 0299-364237
43