SCHOOLGIDS 2015– 2016 Meerwerf basisschool VILLA KAKELBONT
Brinnummer: 15RP-01 Nieuweweg 3 1782 AZ Den Helder
Inhoud:
1. 1.1. 1.2. 1.3.
DE SCHOOL. De identiteit van de school. Schoolgrootte. Bestuursvorm: Zie schoolgids Duynvaerder.
2. 2.1. 2.2. 2.3 2.4
ONZE MISSIE: WAAR ONZE SCHOOL VOOR STAAT. Uitgangspunten en doelstellingen. Het klimaat van de school. Het schoolveiligheidsplan. Hoe wij met elkaar omgaan (over normen, waarden en ons gedrag).
3. ORGANISATIE. 3.1. De organisatie van onze school. 3.2. De samenstelling van het team. 3.3 Leeractiviteiten van de kinderen. 3.3.1. De jongste kinderen. 3.3.2. Basisvaardigheden.
4. 4.1. 4.1.a 4.1.1 4.1.1a 4.1.1b 4.2. 4.2.1. 4.2.2. 4.2.3. 4.3. 4.4. 4.5.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN. De opvang van nieuwe kinderen in de school. Ondersteuning aan het jonge kind. De jongste kinderen 4-6 jaar. Toelating en verwijdering van een leerling. Passend onderwijs. Schorsing en verwijdering van een leerling. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen. Het dagelijkse werk van de kinderen. Onafhankelijke toetsen. Verslaggeving door de groepsleerkracht. Speciale zorg voor kinderen met speciale behoeften. Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs. (Buiten)schoolse activiteiten voor de kinderen.
5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
DE LERAREN. Het lerarenbestand op Villa Kakelbont. Wijze van vervanging bij ziekte, ADV., of anderszins. De begeleiding en inzet van studenten. Na- en bijscholing van de leerkrachten.
6. 6.1. 6.1.1. 6.1.2. 6.1.3. 6.2. 6.3.
ANDERE MENSEN IN SCHOOL. De ouders. Het belang van betrokkenheid van de ouders. MR.: zie schoolgids Duynvaerder. Ouderbijdrage. De logopediste. De administratief assistente.
7. 7.1.
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN ONZE SCHOOL. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs en activiteiten om de kwaliteit te behouden.
8. 8.1. 8.2. 8.3.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN. De schooltijden. Schoolverzuim, verlofregeling. Vakanties.
2
9. 9.1. 9.2. 9.3. 9.4.
HUISHOUDELIJKE ZAKEN. Klachtenregeling. Enkele schoolregels. Bewegingsonderwijs. Sponsoring.
10. 10.1. 10.2. 10.3. 10.4.
NAMEN EN ADRESSEN. De leerkrachten. Hoofdgebouw en directeur. Bestuur en inspectie. Overige adressen en telefoonnummers.
3
1.
DE SCHOOL.
1.1.
De identiteit van onze school. Meerwerf basisschool Villa Kakelbont staat op het asielzoekerscentrum (AZC). Dat ligt aan de Nieuweweg 3 te Den Helder. Onze school is er speciaal voor kinderen van 4 tot en met 14 jaar die niet of nauwelijks Nederlands spreken en in het AZC wonen. Kinderen die vaardig zijn in de Nederlandse taal gaan over het algemeen naar Meerwerf basisschool Tuindorp. Daarnaast verzorgen wij de eerste opvang voor neven-instromers vanaf 6 jaar oud uit het Helderse onderwijs en uit de Kop van Noord Holland in de vorm van een Centrale Opvang Klas (COK). Villa Kakelbont is met ingang van 1 september 2006 administratief toegevoegd aan Meerwerf basisschool de Duynvaerder. Beide locaties werken zelfstandig van elkaar en verzorgen ieder een eigen schoolgids. De schoolgids van de Duynvaerder is te lezen op de website van de school.
1.2.
Schoolgrootte. Afgelopen schooljaar bezochten tussen de 40 en 60 kinderen onze school. Er werken 7 leerkrachten op Villa Kakelbont.
1.3.
Bestuursvorm Onze school maakt deel uit van de Stichting Meerwerf Basisscholen. Het stichtingsbestuur vormt het bevoegd gezag van onze stichting en formuleert op hoofdlijnen de missie en de visie van het onderwijs op onze Meerwerf Basisscholen. De algemene directie geeft sturing aan de beleidsvorming en de uitvoering daarvan op onze scholen. Op basis van vooraf vastgestelde doelen legt de algemene directie verantwoording af over het gevoerde beleid en stelt op deze wijze het bestuur in staat haar toezichthoudende rol in te vullen. Op zijn beurt verantwoordt het bestuur zich over de hoofdlijnen van beleid aan iedereen die betrokken is bij Meerwerf Basisscholen.
2.
ONZE MISSIE: WAAR ONZE SCHOOL VOOR STAAT.
2.1.
Uitgangspunten en doelstellingen. Villa Kakelbont is een multiculturele, openbare school voor ieder leerplichtig kind dat korter dan een jaar in Nederland is en/of de Nederlandse taal nog niet beheerst en in het AZC woont. Ook zijn er kinderen ingeschreven die als nieuwkomers/neveninstromers in Den Helder of in de Kop van Noord Holland zijn komen wonen. Villa Kakelbont is voor kinderen een tussenstation: na ons komt de "Nederlandse" basisschool of het voortgezet onderwijs. Wij beseffen ons dat terdege en proberen in minimaal 40 weken (één schooljaar) met onze vorm van onderwijs de kinderen zoveel bagage mee te geven, zodat ze een kans hebben binnen het reguliere basis- en voortgezet onderwijs. Het belangrijkste vinden wij de (sociale) redzaamheid van de kinderen: grip krijgen op je nieuwe leef- en schoolomgeving, de andere kinderen en de vaak andere waarden en normen. Het leren van de Nederlandse taal is daarvoor het middel en taalonderwijs is dan ook dé rode draad binnen ons onderwijs. Wij vinden welbevinden en betrokkenheid van de kinderen de basis voor fundamenteel leren. Dit bepaalt ons pedagogisch en didactisch handelen; zorgen voor een veilige en optimale leeromgeving en uitgaan van de competenties van elk individueel kind.
2.2.
Het klimaat van de school. Wij zijn er van overtuigd dat veiligheid en structuur de basis vormen om een kind vertrouwd te maken met de andere kinderen, de leerkrachten, de school, de schoolregels en onze omgangsvormen. Het accepteren van alle mogelijke verschillen tussen de kinderen en daar met respect mee omgaan is een voorwaarde om met deze leerlingen te werken. Met prestaties gaan wij relatief om; ze worden geplaatst in de actuele situatie van het kind. Alle kinderen moeten naar eigen vermogen kunnen presteren en daar proberen we door onze organisatie, ons lesaanbod, onze werkwijze en werkhouding aan tegemoet te komen. Wij willen er voor zorgen dat Villa Kakelbont een prettige plek is om te zijn en te leren, zodat de kinderen met het nodige zelfvertrouwen de stap naar het reguliere onderwijs kunnen maken.
2.3
Het schoolveiligheidsplan. Veiligheid kent meerdere aspecten zoals individuele veiligheid, sociale veiligheid, brandveiligheid, verkeersveiligheid. Dit document is dan ook geschreven voor alle betrokkenen bij onze school: de leerlingen, ouders/verzorgers, leerkrachten, onderwijsondersteunend
4
personeel, stagiaires en alle andere mensen die voor hun werk in de school aanwezig moeten zijn of op bezoek komen. Het schoolveiligheidsplan ligt op school ter inzage. 2.4
Hoe wij met elkaar omgaan (Over normen, waarden en ons gedrag). Op school leren kinderen wat nodig is om een plek te vinden in de samenleving, maar school is ook een plaats om te leren accepteren en respecteren van de verschillen die er in de samenleving zijn. Onze samenleving is dynamisch: de school zal op veranderingen in moeten spelen, maar zich ook steeds moeten afvragen hoe die veranderingen zich verhouden met “waarden en normen” en hoe je daar op een goede, flexibele manier mee om kunt gaan. Hoe wij hierover denken en wat wij er op school mee doen staat beschreven in het stuk “Hoe wij met elkaar omgaan (over waarden, normen en ons gedrag)”. Het ligt ter inzage op school.
5
3.
ORGANISATIE.
3.1.
De organisatie van onze school. Voor de organisatie van het komend schooljaar zijn wij van de volgende punten uitgegaan: * aanmeldingen van neveninstromers vanaf 6 jaar (Centrale Opvang Klas). * het centrum in Den Helder is per 1 mei 2012 een zg. gezinslocatie geworden, waardoor de in- en uitstroom minder grillig is. * het leerlingenaantal is moeilijk voorspelbaar. * In het afgelopen schooljaar is een nieuw AZC geopend. Eerst tijdelijk gehuisvest in de Maaskampkazerne, later in de Doggershoek. De Maaskampkazerne bood huisvesting aan 300 asielzoekers en zorgde voor 20 leerlingen. Bij de opening van de Doggershoeklocatie gaan de bewoners van de Maaskampkazerne daar gehuisvest worden. In de Doggershoeklocatie is plaats voor 600 asielzoekers en de locatie is bovendien beter geschikt voor gezinnen. Er zal waarschijnlijk nog een flinke toename van leerlingen zijn.
1. 2. 3. 4.
Villa Kakelbont telt op dit moment 4 basisgroepen: Groep blauw: leerlingen van groep 1, 2 en 3. COK, gezinslocatie en AZC Groep groen: leerlingen van groep 3, 4 en 5/6. COK-leerlingen Groep geel: leerlingen van groep 4 tot en met 8. Asielzoekers Groep rood: leerlingen van groep 6, 7 en 8. COK-leerlingen. Als het leerlingen aantal stijgt, zal een vijfde groep gevormd worden. Naast de stamgroepen zijn er taal-, lees-, en rekenniveaugroepen. Vijf keer per week krijgen de kinderen in niveaugroepen onderwijs in "de Nederlandse taal”, vier keer technisch lezen en vijf keer rekenen. Eén keer per week is er begrijpend lezen en –luisteren in niveaugroepen.
6
3.2.
De samenstelling van het team. * Keshia Elhorst: groepsleerkracht * Sasja Straatman: groepsleerkracht * Wietske Darphorn: groepsleerkracht * Anne van de Pol: groepsleerkracht * Nathalie van Wijk: groepsleerkracht * Tamara Bron: intern begeleider * Jacqueline Moek: locatieleider, groepsleerkracht
Groep
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
blauw
Jacqueline
Keshia
Keshia
Keshia
Keshia
groen
Wietske
Wietske
Wietske/Sasja
Sasja
Sasja
(Wietske en Sasja werken om de week op woensdag)
rood
Anne
Anne
Anne
Anne (’s middags Jacqueline)
geel
Nathalie
Nathalie
Nathalie
Nathalie
Nathalie (’s middags Keshia)
3.3.
Leeractiviteiten van de kinderen.
3.3.1.
De jongste kinderen (4 - 6 jarigen). De jongste kinderen beleven, ervaren en leren tijdens hun spel en spelen. Wij zorgen ervoor dat de klasinrichting, de activiteiten en het materiaal uitdagend zijn. Door het gericht aanbieden van activiteiten en materialen geven we sturing aan hun ontwikkeling. De jongste kinderen werken aan dezelfde thema’s als de andere groepen en ook in het taalonderwijs zijn zij een niveaugroep: voorbereidend taal, c.q. ontluikende geletterdheid. Daarbij speelt de verteltafel een belangrijke rol. De verschillende vakgebieden komen verspreid over de dag aan de orde en overlappen elkaar. Door de inzet van
7
Kijkmiddag in groep rood (groep 6/7/8)
8
3.3.2.
Basisvaardigheden. Op Villa Kakelbont wordt gewerkt met thema's. Deze thema's worden door het team bedacht en uitgewerkt, waarbij het uitgangspunt is dat het dicht bij de beleving en de ervaring van de kinderen moet liggen. Deze thema's vormen de basis voor ons onderwijs: het taalaanbod, daar waar mogelijk wereldoriënterend, expressie en zingen. Elk thema wordt gestart en afgerond met een activiteit, soms voor, soms door kinderen. Aan het begin van het schooljaar worden de thema’s voor het nieuwe schooljaar gepland.
Ons taalonderwijs vindt plaats in niveaugroepen. Binnen een taalniveaugroep krijgen de kinderen “taal in de ruimste zin van het woord”. De gesproken/mondelinge taal is het belangrijkste. Maar er is ook voorbereidend en aanvankelijk lezen, letterkennis, spelling, schrijven en taaloefeningen. Taalvorming is ook een essentieel onderdeel van ons taalonderwijs. Met deze manier van werken met taal proberen we de taal van de kinderen persoonlijk te maken: d.m.v. gesprekken 1) 2) 3) associëren, de kern, de essentie van hun verhaal te verwoorden en te verwerken. Begrijpend lezen en –luisteren is een keer per week. Begrijpend luisteren gebeurt dmv. prentenboeken of korte voorgelezen informatieve teksten/verhalen. Er worden verwerkingen gemaakt: dit gebeurt mondeling bij de jongste kinderen en schriftelijk door de oudere kinderen. De gevorderde groepen werken met Nieuwsbegrip van het CED. De kinderen rekenen in een niveaugroep/eigen niveau. Instaptoetsen bepalen het reken/instructieniveau van een kind. Binnen elke groep liggen de niveaus dicht bij elkaar, wordt er in kleine groepjes of individueel gewerkt, zodat de leerlingen leerstof aangeboden krijgen dat past bij hun vermogen. Rekenen is zo georganiseerd dat elk niveaugroepje en/of individueel kind rekeninstructies krijgt waarbij het leren van de rekenwoordenschat/instructietaal een grote rol speelt. Tijdens de rekenles is er tijd voor extra en/of herhalingsinstructies. Wereldoriëntatie. Wereldoriënterende "vakken" worden daar waar mogelijk gekoppeld aan het thema. Aardrijkskunde wordt ook cursorisch aangeboden: topografie en algemene kennis van Nederland, Europa en de wereld. Europa en de wereld worden exemplarisch aangeboden. Met behulp van de methode “Bij de tijd” leren we de kinderen de basiskennis/vaardigheden van geschiedenis. Bevordering van de sociale redzaamheid is onze dagelijkse praktijk: alles wat we doen heeft naast de bekende cognitieve doelen als belangrijkste doel de kinderen (sociaal) redzaam te maken. Bevordering gezond gedrag is ook dagelijks onderdeel van ons onderwijs: we lunchen met de kinderen op school. Naast sociale betekenis van samen eten is gezond gedrag wezenlijk: tafels dekken, handen wassen, delen, opruimen, goed eten en tafels schoonmaken. We laten ons leiden door de uitgangspunten van PBS. Daarnaast nemen we twee keer per jaar de SCOL af om de vorderingen in de sociaal emotionele ontwikkeling te scoren en waar nodig knelpunten vroegtijdig te signaleren en aan te kunnen pakken. Expressie. We proberen de kinderen zoveel mogelijk technieken en "manieren" aan te bieden om zich te kunnen uiten. Daarbij is het resultaat vaak belangrijk: dat geeft de kinderen het vertrouwen om nog meer te durven en te proberen. Verschillen in vaardigheden worden geaccepteerd en positief aangepakt: de kinderen worden aangesproken op hun kwaliteiten en daar waar het kan proberen we die te verbeteren. Zingen doen we met alle kinderen in twee groepen: de jonge en de oudere kinderen. De liedjes passen bij het thema. Het gaat bij het zingen om het plezier en uiteraard om de Nederlandse taal.
9
Urentabel vakgebieden:
blauw (1,2,3) *
groen en geel (4,5,6)
rood (6,7,8)
Zintuiglijke- en lichamelijke ontwikkeling, spel
1.30
1.30
1.30
taal (niveaugroepen)
6.00
6.00
6.00
Lezen (niveaugroepen), voorlezen en vertellen, begrijpend lezen en begrijpend luisteren
3.45
3.45
3.45
Schrijven
0.30
0.30
0.30
Rekenen
5.00
5.00
5.00
Wereldoriëntatie
2.00
3.00
3.00
Sociale redzaamheid, gezond gedrag
1.15
2.45
2.45
Expressie
1.30
1.30
1.30
Muziek, zingen
1.00
0.30
0.30
(Pauzes)
1.15
1.15
1.15
totaal
23.45
25.45
25.45
Op de server zijn voor de diverse groepen de planningen en de verdeling van de uren over de dagen van de week te vinden.
10
4.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN.
4.1.
De opvang van nieuwe leerlingen binnen de school. Voordat een kind de leeftijd van 4 jaar heeft bereikt, wordt het uitgenodigd om drie keer een Woensdagmorgen op bezoek te komen. Het wordt ingeschreven bij het bereiken van de vierjarige leeftijd en komt daarna permanent naar school. Als er een gezin met schoolgaande kinderen in het AZC komt wonen en tot de doelgroep van de school behoort, wordt er tijdens een intakegesprek een afspraak gemaakt met de ouders, om de kinderen op Villa Kakelbont in te schrijven. De locatieleider van Villa Kakelbont heeft een kennismakingsgesprek met de ouders en de kinderen (event. met tolk). Tijdens dat gesprek probeert de locatieleider zoveel mogelijk informatie over het gezin te krijgen. De ouders krijgen de belangrijkste informatie over de school. Daarna wordt de school bekeken en wordt er kennisgemaakt met de leerkracht die de kinderen in de groep krijgt.
4.1.a
Ondersteuning aan het jonge kind. De jongste kinderen (4 - 6 jarigen). Onze school wil elk kind een succesvolle schoolloopbaan laten doorlopen, passend bij de capaciteiten van de kinderen. Onze kinderen komen heel divers binnen. Het is niet in ieder land vanzelfsprekend dat kinderen naar een voorschool of vroegschool gaan. Laat staan een speciale groep voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 6 jaar. Om de jonge kinderen een goede start mee te geven is er op Villa Kakelbont voor gekozen om de kinderen van de groepen 1 t/m 3 te clusteren in groep blauw. Hierdoor maken de kinderen van groep drie, naast het leerstofaanbod van groep 3, ook kennis met de belangrijke randvoorwaarden die in een groep 1 en 2 worden aangeboden. De jongstere kinderen beleven, ervaren en leren tijdens hun spel en spelen waarbij we goede methoden als uitgangspunt nemen en die we gebruiken bij ons thematisch werken. Groep 1-2-3 heeft extra ondersteuning van een onderwijsassistent. Op Villa Kakelbont nemen wij alleen 4 en 5 jarigen op, wanneer deze afkomstig zijn van een van de locaties van het AZC. Kinderen die buiten het AZC wonen bezoeken op die leeftijd de reguliere groepen 1 en 2 van de andere basisscholen in de buurt. Vanaf 6 jaar zijn de nietNederlandstalige kinderen, die buiten het AZC woonachtig zijn, welkom op Villa Kakelbont. De basisscholen van Den Helder en uit de Kop van Noord Holland kunnen nieuwkomers/ neveninstromers van 6 jaar en ouder verwijzen naar Villa Kakelbont (zie bijlage COK). De ouders en de kinderen worden uitgenodigd op school en krijgen informatie over de Centrale Opvang Klas en een rondleiding door de school waarbij kennisgemaakt wordt met de leerkrachten. Als de ouders besluiten om hun kind(eren) in te schrijven worden de formaliteiten afgehandeld.
Bovenstaande betekent echter niet dat kinderen in alle gevallen tot de school worden toegelaten of dat zij te allen tijde op de school gehandhaafd moeten worden. Toelating is ons uitgangspunt, weigering een uitzondering.
4.1.1
Toelating en verwijdering van leerlingen van Meerwerf Basisscholen
4.1.1.a Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs formeel een feit. Passend onderwijs zorgt er voor dat de drie vormen van primair onderwijs: regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, in één wet een plek hebben gekregen. Passend Onderwijs wil er ook voor zorgen dat op alle drie niveaus een zo hoog mogelijke onderwijskwaliteit wordt gerealiseerd. Passend onderwijs richt zich op wat kinderen al kunnen en wat zij nodig hebben om zich verder te ontwikkelen. Passend onderwijs wil elk kind zo thuisnabij mogelijk onderwijs laten volgen. Dat is voor een belangrijk gedeelte al gerealiseerd én er zijn grenzen aan! Zorgplicht Passend onderwijs geeft schoolbesturen zorgplicht. Zorgplicht betekent dat de school waar u uw kind aanmeldt of waar uw kind staat ingeschreven te allen tijde moet zorgen voor een Passende onderwijsplek. Een plek waar uw kind de ondersteuning krijgt die hij/zij nodig heeft. Dit kan een plek zijn op de eigen school met extra ondersteuning, een andere reguliere school\ in de buurt waar beter tegemoet gekomen kan worden aan de onderwijsbehoeften van
11
uw kind of een plek op een speciale (basis) school. De onderwijsbehoeftes dienen duidelijk in kaart te zijn gebracht voordat er naar de beste plek wordt gezocht. De school waar uw kind geplaatst is, is er verantwoordelijk voor, om samen met u deze behoeftes in kaart te brengen en voor een geschikte plek te zorgen. Dit is de zogenoemde zorgplicht bij passend onderwijs. Nieuwe structuren Vanaf 1 augustus 2014 wordt er niet meer gewerkt met het landelijke systeem van indicatiestelling en zogenoemde rugzakjes. Het samenwerkingsverband neemt dit over. Dat is vanaf nu de regisseur van alle vormen van extra zorg voor leerlingen en ontvangt daar rechtstreekse middelen voor van de overheid. Scholen maken deel uit van een samenwerkingsverband en organiseren zich in scholengroepen. Ze maken onderling afspraken over hoe ervoor te zorgen dat alle leerlingen (binnen de regio van de scholengroep) onderwijs krijgen dat bij hen past, uitdaagt en ontwikkelt. De scholen van Stichting Meerwerf Basisscholen maken samen met alle andere scholen in hun regio deel uit van het “Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland voor passend en primair onderwijs”. Het samenwerkingsverband bestaat op haar beurt uit negen scholengroepen. Een scholengroep bestaat uit scholen van verschillende schoolbesturen. De scholen liggen bij elkaar in de buurt en hebben de opdracht om in hun regio samen te zorgen voor zo passend mogelijk onderwijs van hoge kwaliteit. Meerwerf basisschool Villa Kakelbont maakt deel uit van cluster Den Helder Zuid. Ondersteuning Het Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland heeft in haar ondersteuningsplan beschreven welke basiszorg elke school moet kunnen bieden. Het uitgangspunt van basisondersteuning is dat uw kind zo veel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door zijn of haar eigen leerkracht. Het ondersteuningsteam (OT) van de school bewaakt dit. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel. Dat staat op de website van het samenwerkingsverband, swvkopvannoordholland.nl/PO/informatie ouders, waar u ook de profielen van andere scholen in de scholengroep vindt. Het schoolondersteuningsprofiel is ook op school in te zien of te lezen op onze eigen website. In het schoolondersteuningsprofiel staat naast de basisondersteuning ook de extra ondersteuning beschreven die de school uw kind kan bieden. Dat kan extra ondersteuning binnen de school zijn (extra tijd, extra instructie, ambulante begeleiding, schoolmaatschappelijk werk) of gedeeltelijk buiten de school (plusklas, jeugdzorg) De scholen in de scholengroep zorgen samen voor een zo breed mogelijk aanbod van veel vormen van extra ondersteuning. Als wij uw kind niet de juiste zorg kunnen bieden, dan kunnen wij een beroep doen op de expertise van de collega-scholen uit de scholengroep. Ook kunnen we bij het ondersteuningsteam van onze scholengroep (OTG) extra middelen aanvragen voor een “arrangement” waarmee wij uw kind op onze eigen school kunnen blijven opvangen. Een combinatie van beide is ook mogelijk. Wanneer uw kind beter af is bij plaatsing op een school voor speciaal (basis)onderwijs, dan vragen wij dat samen met u aan bij het Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland. We spreken dan over diepteondersteuning. Speciale scholen voor kinderen met een visuele beperking en voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking vormen een uitzondering. Zij bekijken zelf of een kind voor plaatsing in aanmerking komt. Het blijft wél onze zorgplicht u daarbij te begeleiden. Positie van de ouders De positie van u als ouder verandert met de komst van passend onderwijs. Het is voortaan het schoolbestuur (de school) die verantwoordelijk is voor de aanvraag van extra ondersteuning of plaatsing op een school voor speciaal (basis) onderwijs. Natuurlijk in overleg met u. Voor meer informatie hieromtrent kunt u in eerste instantie terecht bij de directie van de school. Het is ook mogelijk om rechtstreeks contact te leggen met het Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland via
[email protected] . Via de medezeggenschapsraad (MR) van onze school heeft u invloed op ons schoolondersteuningsprofiel. Via de afvaardiging van ons schoolbestuur naar de Ondersteuningsplanraad (OPR) heeft u ook invloed op het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
12
Bij de meeste kinderen weten wij bij inschrijving niet wat hun mogelijkheden en capaciteiten zijn. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat elk kind een passend onderwijsaanbod krijgt. Als er een zwaardere en intensievere vorm van passend onderwijs gevraagd wordt zullen we per leerling overwegen of wij die kunnen bieden. Dat kan gaan om een fysieke vraag: wij hebben bijv. geen aanpassingen in het gebouw voor kinderen met een lichamelijke handicap. De verwachte verblijfsduur van een leerling speelt een rol: is het verblijf op het AZC lang genoeg om de procedure te starten voor extra ondersteuning en de middelen in te zetten? Hoe is het met de groepsgrootte op het moment van een inschrijving met een vraag voor passend onderwijs? In geval van een “nieuwkomer”, die normaal gesproken in de Centrale Opvang Klas zou komen zou het wellicht te overwegen zijn om op de moederschool ambulante hulp te bieden voor NT2. Bij deze overwegingen zullen we ook rekening moeten houden met onze leerlingenpopulatie. Wij zullen grenzen moeten stellen, maar kunnen dat niet zonder meer doen: het bieden van passend onderwijs zal in sommige gevallen niet mogelijk, maar ook niet wenselijk zijn. Als de vraag naar passend onderwijs binnen onze mogelijkheden ligt zullen wij zeker aan die vraag voldoen. Bij beslissingen zullen wij altijd eerst in overleg gaan met de directeur op onze hoofdlocatie De Duynvaerder om tot de beste oplossing te komen. Inschrijving wordt geweigerd in de volgende gevallen: • Indien uit de intakegegevens blijkt, dat de school niet de zorg aan de betrokken leerling kan geven, waar de school zichzelf toe verplicht acht; • Indien er sprake is van verstoring van de rust en/of veiligheid; • Indien er sprake is van een gebrek aan opname capaciteit; • Indien er geen uitschrijfbewijs en onderwijskundig rapport van de vorige basisschool kan worden overlegd (alleen als er sprake is van herkomst van een andere school). Wanneer tot plaatsing wordt besloten, moet duidelijk zijn dat: • De leerkracht bij wie het betreffende kind wordt geplaatst, tijd beschikbaar krijgt voor zaken als begeleiding, bijscholing en contacten met ouders en andere instanties; • De extra formatie, die voor het betreffende kind wordt ontvangen, zinvol en effectief ingezet kan worden; • De ouders en leerkracht elkaar van goede en eerlijke informatie voorzien; • De ouders gevraagd zal worden om bij te springen indien nodig; • Er afspraken moeten worden gemaakt over de begeleiding van het betreffende kind in de vorm van een handelingsplan; * Er regelmatig bekeken zal worden of er voor de betreffende leerling nog voldoende mogelijkheden op de school aanwezig zijn. Is dit niet meer of onvoldoende het geval zal de leerling aangemeld worden bij de PCL van het Samenwerkingsverband WSNS.
13
4.1.1b. SCHORSING EN VERWIJDERING VAN LEERLINGEN Het “Protocol Schorsing en Verwijdering van leerlingen” treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling waarbij psychisch of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht, of indien hiertoe een ernstige bedreiging ontstaat. Er kunnen twee vormen van maatregelen worden genomen namelijk: Schorsing of Verwijdering. Over dit hoofdstuk verwijs ik naar de Beleidsmap Meerwerf basisscholen “Toelating en verwijdering leerlingen Meerwerf basisscholen” 4.2.
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen. Van elke leerling wordt een "dossier" aangelegd. Daarin worden de rapportages van eerdere scholen, observaties, toetsen en de toetsregistraties bewaard. Deze dossiers worden beheerd door de groepsleerkrachten. Ook heeft elk kind een dossier waarin de persoonlijke gegevens staan, verslagen van leerlingenbesprekingen, eventuele actie/handelingsplannen, verslagen van oudergesprekken en verslagen van gesprekken met externe deskundigen.
4.2.1.
Het dagelijkse werk van de kinderen. Het dagelijkse werk van de kinderen wordt zoveel mogelijk door de leerkrachten nagekeken en besproken. Incidenteel krijgen de kinderen, behalve de jongste, ( taal)huiswerk mee. De bedoeling hiervan is om de ouders te betrekken bij schoolactiviteiten
4.2.2.
Toetsen: Elk kind krijgt bij binnenkomst op Villa Kakelbont een eigen toetskalender. In de eerste periode worden de leerlingen getoetst met methodegebonden- toetsen om het instap/instructieniveau te bepalen. Als een kind voldoende Nederlands taalvaardig is om met Cotangekeurde – toetsen getoetst te worden, gebeurt dat. De toetskalender van ieder leerling kent steeds een cyclus van 20 weken.
4.2.2.a Ontwikkelingsperspectief: Bij binnenkomst op Villa Kakelbont krijgt elk kind een nul- meting. Daarin staan de gegevens van het kind beschreven die van invloed kunnen zijn op de (taal) ontwikkeling. Na één maand wordt aan de hand van een criteriumtoets van het woordenschatpakket van de School 1 en 2 een ontwikkelingsperspectief geschetst voor de woordenschatontwikkeling van de leerling. Ook wordt er na observaties en methodetoetsen een ontwikkelingsprognose gemaakt voor lezen en rekenen. Er wordt een tussendoel na 20 weken vastgesteld en een einddoel na 40 weken onderwijs. Met Cotan- en criteriumtoetsen wordt bepaald of de doelen zijn behaald. Na toetsing na 20 weken kan het einddoel bijgesteld worden. 4.2.2.b Toetsen: onderbouw. De leerkracht van de jongste kinderen (4, 5 en 6 jarigen) gebruikt de observatie – en registratiemethode van KIJK om de ontwikkeling in kaart te brengen. De taalontwikkeling wordt gevolgd door de thematoetsen, de toetsen voor beginnende geletterdheid van Kees de Baar en de taaltoetsen van TAK voor de onderbouw.
14
4.2.2.c Toetsen: midden- en bovenbouw. Na elk thema worden er toetsen gedaan. Deze toetsen geven aan hoe en wat de kinderen geleerd hebben van het laatste taalaanbod: woordenschat, (werkwoord)spelling, woordgebruik, zinsbouw en eigen zinnen/teksten. De resultaten van deze methode gebonden toetsen worden voor elke leerling geregistreerd in ons registratieschema. Na het laatste thema wordt alleen de woordenschat getoetst en wordt het thema afgerond met een thema- activiteit door de leerlingen voor de leerlingen en hun ouders/verzorgers en andere belangstellenden. Rekenen wordt getoetst met instaptoetsen om het niveau te bepalen en vorderingtoetsen om te kijken of de aangeboden rekenstof wordt beheerst. De ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd met een systeem van landelijk genormeerde toetsen: woordenschat, lezen, spelling en rekenen. De resultaten worden genoteerd in het leerlingvolgsysteem van Parnassys. De resultaten worden gebruikt om de leerlingen in het team te bespreken en als de resultaten er aanleiding voor geven het onderwijsaanbod aan te passen. De resultaten worden ook gebruikt om ons onderwijs te evalueren. De toetsen en de registraties daarvan worden bewaard in de dossiers en besproken met de ouders tijdens de 15-minuten gesprekken. Door dit systeem van regelmatige toetsingen is voor alle leerlingen bij uitstroom in kaart gebracht wat er in 40 weken is geleerd en in welk tempo/met welk rendement dat is gebeurd. In samenwerking met het Landelijk Centrum voor Ontwikkeling- gericht Onderwijs “de Activiteit” en met ondersteuning van de VU te Amsterdam hebben wij criteriumtoetsen voor de woordenschat ontwikkeld, waarmee naast de groei van de actieve woordenschat de vorderingen van de narratieve (vertellende) competentie gevolgd worden. Deze toets is opgenomen in ons toetspakket. Daarnaast hebben wij met dezelfde samenwerking het aanbod voor begrijpend luisteren en –lezen beschreven en er criteriumtoetsen voor ontwikkeld. Daarmee wordt getoetst in welke mate de leerlingen de strategieën van het begrijpend luisteren en -lezen beheersen. 4.2.3.
Verslaggeving door de groepsleerkracht. Minimaal 3 keer per jaar worden alle ouders uitgenodigd om op school te komen voor een 15-minuten gesprek met de leerkracht(en) van hun kind(eren). Tijdens deze gesprekken wordt in principe alleen over de school en het eigen kind gesproken: vorderingen, leerhouding en sociale vorming van het kind. Als er kinderen vertrekken van het AZC. krijgen ze al hun werk mee. Als het een verhuizing binnen Nederland betreft krijgen de ouders een uitschrijfbrief mee waar de ontvangende school gevraagd wordt contact op te nemen met Villa Kakelbont. Als dat contact is geweest, stuurt de leerkracht van het betreffende kind een uitgebreide, actuele onderwijskundige rapportage en de laatste toetsen en de registraties van de resultaten op naar de ontvangende school. De leerlingen uit de Centrale Opvang Klas en de leerlingen die doorstromen naar het reguliere onderwijs, gaan aan het einde van de 40 weken ( het schooljaar) een uitstroomtraject in, waarbij een goede, persoonlijke “warme” overdracht centraal staat: bezoeken aan de nieuwe school, overleg met de groepsleerkracht en/of de IB-er n.a.v. de bovengenoemde documenten. Als er nazorg nodig is wordt dat afgesproken en vastgelegd. Zie bijlage COK.
4.3.
Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften. Kinderen die speciale zorg behoeven (zie punt 4.4.2 b en c) worden besproken op de leerlingenbesprekingen. Afspraken over speciale activiteiten, speciale aanpak of aparte begeleiding worden vastgelegd en komen in het dossier van het kind. De ouders worden op de hoogte gebracht van de plannen en waar mogelijk betrokken bij de uitvoering (huiswerk, aandachtspunten). De leerkrachten nemen deze leerlingen zelf onder hun hoede. Dit gebeurt in de groep. Dit alles is vastgelegd in ons zorgdocument. Deze zorg is zg. teambreed, want de leerkrachten hebben met alle kinderen te maken (niveaugroepen). We observeren en registreren m.b.v. Kijk. (zie bijlage zorgplan). Als er onderzoek of externe deskundigheid nodig is vraagt de leerkracht consultatie aan van OBD- Noordwest. In het schooljaar 2015-2016 kunnen wij bij de leerlingenbesprekingen een beroep doen op een deskundige van de OBD Noordwest.
15
4.4.
De overgang naar het voortgezet onderwijs. Leerlingen verblijven normaal gesproken minimaal 40 weken op Villa Kakelbont. Leerlingen kunnen na afloop van deze periode of na de zomervakantie de leeftijd hebben om uit te stromen naar het voortgezet onderwijs. Na 40 weken onderwijs (of minder) in de Nederlandse taal is het niet reëel om de gangbare toetsen in te zetten voor een advies voor de vorm van voortgezet onderwijs. De kans is groot dat een leerling onder haar/zijn niveau uitstroomt. Er zijn verschillende opties om er voor te zorgen dat een leerling de meest passend vorm van vervolgonderwijs krijgt: * het groeidocument laat een goede ontwikkeling van een leerling zien. De leerling volgt een jaar onderwijs in groep 8 in het reguliere basisonderwijs. De leeftijd van de leerling laat dat toe. * het groeidocument laat zien dat een leerling een goede ontwikkeling doormaakt en wordt geplaatst in de Internationale Schakelklas in de regio. De leeftijd van de leerling overschrijdt de basisschoolgrens. * het groeidocument laat zien dat een leerling zich goed ontwikkeld heeft. Een jaar extra onderwijs in een groep 8 van een reguliere basisschool is geen optie omdat de leerling daar “fysiek” niet past. Er wordt een SON R toets afgenomen om de capaciteit/ intelligentie te meten. Op basis van deze twee gegevens + de kennis van de leerkracht over de leerling kan in overleg met de ouders besloten worden de leerling 40 weken langer op Villa Kakelbont te houden. De basisschoolleeftijd wordt niet overschreden. * het groeidocument laat een moeizame ontwikkeling zien. De SON R toets laat een lage score zien. In overleg met de ouders wordt een plaatsing op de Praktijkschool besproken.
4.5.
(Buiten)schoolse activiteiten voor de kinderen. Elk thema wordt gestart en afgerond met een passende activiteit onder schooltijd. Deze activiteiten kunnen in de school zijn: shows, toneel, koken, presentaties.....maar ook buiten de school: voorstellingen, museumbezoek, tentoonstellingen...... Het laatste thema van het schooljaar wordt op een feestelijke manier afgesloten. Daarbij worden de ouders/verzorgers en belangstellenden/betrokkenen uitgenodigd. Andere activiteiten die jaarlijks terugkeren zijn bijvoorbeeld: bezoekjes aan de Helderse Vallei, de voorstellingen van Triade, uitstapjes naar de high-lights van Den Helder, het strand en de Linie en ijs- en sneeuwpret. Uiteraard zijn er ook de Hollandse kinderfeesten: Sint Maarten op of rond 11 november, Sint Nicolaas rond 5 december, het gezamenlijke kerstdiner in de laatste week voor de kerstvakantie en Pasen. Ook doen we zoveel mogelijk mee aan sportactiviteiten: de schoolsportdag en de schoolsporttoernooien.
16
5. 5.1.
DE LERAREN. Het lerarenbestand op Villa Kakelbont. Op school zijn dit jaar 7 leerkrachten werkzaam, waarvan 4 in deeltijd. De gemiddelde leeftijd ligt op het landelijk gemiddelde.
5.2.
Wijze van vervanging bij ziekte, of anderszins. Bij vervangen streven wij naar zoveel mogelijk dezelfde vervangers voor de groep. Ook streven we er naar niet meer dan twee verschillende leerkrachten binnen de groep te plaatsen.
5.3.
De begeleiding en inzet van studenten. Komend schooljaar hebben wij in de onderbouw en de bovenbouw een stageplaats voor een student van het R.O.C. Daarnaast is er een stageplek voor een derdejaars leerkracht van de PABO in de bovenbouw.
5.4.
Na- en bijscholing van de leraren. Iedere leerkracht heeft de intentie om zich na- of bij te scholen, maar vindt dat dit gericht moet zijn op de onderwijspraktijk van Villa Kakelbont: er is 4 keer per jaar teamscholing. Zo gaan de verbetering van de onderwijskwaliteit en het bekwamen van de leerkrachten samen. In 2013/2014 is het aanbod voor begrijpend luisteren en – lezen geïmplementeerd in het onderwijsaanbod. Ook is er een format ontwikkeld om de leerlingenpopulatie te beschrijven, met daaraan gekoppeld het onderwijsaanbod. In 2014 -2015 gaan de leerkrachten ervaringen opdoen met het gebruik van een nieuw schema voor de ontwikkelingsperspectieven van de leerlingen. Daarbij wordt ook het eigen registratiesysteem gebruikt en aangepast. Voor het scholen van het team en individuele cursussen zijn middelen beschikbaar. De individuele cursussen zijn gerelateerd aan het persoonlijke ontwikkelingsplan van een leerkracht. De locatieleider en een collega proberen zoveel mogelijk de coördinatorenbijeenkomsten van de Lowan bij te wonen. Om de kwaliteit van het onderwijs op Villa Kakelbont te waarborgen stond het schooljaar 2014-2015 in het van het coachen van de nieuwe collega’s. Het schooljaar 2015-2016 gaan wij ons toeleggen op een eenduidige aanpak van ons taalleesonderwijs waarbij we ons laten ondersteunen door De Activiteit. Een leerkracht volgt de cursus logopedische screening. Daarnaast zal de locatieleider verder gaan met haar scholingstraject aan het CNA. Managementopleiding primair onderwijs. Bovendien wordt SCOl ingevoerd en zullen wij ons verder toeleggen op het toepassen van de uitgangspunten van PBS binnen ons onderwijs.
17
6.
ANDERE MENSEN IN DE SCHOOL.
6.1.
De ouders.
6.1.1.
Het belang van de betrokkenheid van de ouders. Wij zijn ons bewust van problemen die betrokkenheid in de weg staan: de taal, de andere schoolcultuur en de leefomstandigheden van de ouders. Juist daarom proberen we de ouders zoveel mogelijk bij de school te betrekken: * tijdens de kennismaking en op het informatieblad wordt vermeld dat ouders altijd welkom zijn op school om te komen praten over hun kind. * op de jongste kinderen na krijgen alle leerlingen met enige regelmaat taalhuiswerk mee zodat de ouders kunnen helpen, leren en zien wat hun kinderen doen. * voorafgaand aan de 15 minuten gesprekken worden de ouders uitgenodigd op een kijkmiddag. De kinderen laten hun werk zien en vertellen er zelf over. * minimaal drie keer per jaar worden de ouders op school uitgenodigd voor een 15-minuten gesprek met de leerkracht van hun kind. * als het nodig is worden ouders op school uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht, de aanleiding hiervoor kan verschillend zijn: zorgen over het kind, gedrag, prestaties...... * als de activiteit en de plaats er zich voor lenen worden ouders uitgenodigd om bij eindactiviteiten van een thema aanwezig te zijn. * alle ouders worden geïnformeerd over de uitstapjes, vakanties en eventuele studie/margedagen. * we vragen de ouders te zorgen voor de kerstmaaltijd op school: tegen een kleine vergoeding maken zij iets uit hun land van herkomst. * als er in de school hulp nodig is bij huishoudelijke klussen vragen we ouders om ons te helpen.
6.1.2.
Medezeggenschapsraad (MR.) zie schoolgids van de Duynvaerder.
6.1.3.
Ouderbijdrage. Alle kinderen lunchen op school. Wat ooit om praktische redenen besloten is, blijkt nu een wezenlijk onderdeel van ons onderwijs te zijn Tijdens het intakegesprek met de ouders wordt verteld en uitgelegd waarom wij met alle kinderen op school lunchen. Als de ouders gebruik willen maken van de voorzieningen die de school biedt vragen wij €5 per week per kind. De ouders zijn vrij om hun kind(eren) zelf de lunch mee te geven naar school. De school krijgt jaarlijks per leerling-plaats € 68,= van de COA. (Centrale Opvang Asielzoekers). Deze bijdrage is echter alleen voor kinderen die in de “verblijfsprocedure” zitten. Van deze bijdrage betalen wij: Sint Maarten, het kerstdiner, schoolfeesten, eindactiviteiten, uitstapjes, sportdagen, sporttoernooien, schoolfoto’s. Aan de ouders van de leerlingen uit de COK vragen wij een bijdrage voor het Sinterklaasfeest en de schoolreis. Hoe hoog deze bijdrage zal zijn is afhankelijk van het aantal kinderen en de kosten van de activiteiten.
6.2.
De logopediste. Mocht er een medische indicatie zijn en er is toestemming van de ziektenkostenverzekeraar van de bewoners, dan hebben wij de mogelijkheid om een particuliere logopediste in te schakelen bij stem-, spraak- of gehoorproblemen.
6.3.
De administratief assistente. Op de Duynvaerder is een administratief assistente werkzaam. Als zij informatie nodig heeft vraagt ze die op.
18
7.
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL.
7.1.
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs. Activiteiten om de kwaliteit te behouden. In een van te voren opgesteld jaarrooster zijn de teamvergaderingen afgesproken.. Daar is iedere leerkracht die op die dag werkt bij aanwezig. Minimaal 4 keer per jaar wordt n.a.v. de toetsen en de resultaten daarvan ons (taal)onderwijs geëvalueerd. Dan wordt kritisch gekeken naar de inhoud en de organisatie. Als het nodig is worden er tijdens de vergadering afspraken gemaakt over aanpassingen. Het gebruik van de landelijk genormeerde toetsen zal bijdragen aan het bewaken van het niveau van ons onderwijsaanbod. Wij hebben een systeem om onze taalthema’s te registreren: de kerndoelen, het leerstofaanbod en de inhouden. Dit wordt aan het einde van het thema getoetst. Samen met de landelijk genormeerde toetsen volgen wij de prestaties en de ontwikkeling van de individuele leerlingen. Al deze toetsen worden aan het begin van het schooljaar gepland volgens een afgesproken toetskalender. Activiteiten om ons onderwijs te verbeteren. Wij willen die toetsen gebruiken die een reëel beeld geven van de vorderingen van de kinderen. Wij hebben in samenwerking en met ondersteuning van het Landelijk Centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs (de Activiteit) de criteriumtoets voor de woordenschat en de narratieve competentie ingevoerd op de toetskalender. Het werken met deze toetsen staat beschreven in Werken met Kwaliteit. Het aanbod voor begrijpend luisteren en begrijpend lezen is in schooljaar 2013-2014 onderdeel van ons onderwijs. Inmiddels is deze vorm van werken en toetsen geïmplementeerd in ons onderwijs. 5 november 2014 is de inspectie op bezoek geweest voor een kwaliteitsonderzoek. De beoordeling van ons onderwijs is voldoende. In samenspraak met onze directeur hebben wij verbeterpunten opgesteld. Dat heeft geresulteerd in het feit dat wij het ontbijt met de kinderen hebben geschrapt en deze extra tijd aan het rekenonderwijs besteden. Hiermee voldoen wij aan het efficiënt omgaan met tijd. Het schooljaar 2015-2016 voeren wij een landelijk genormeerd volginstrument voor het niveau van de sociale competenties in: SCOL, zodat deze ook beoordeeld kan worden door de inspectie. Ook zullen wij in dat schooljaar de planmatigheid van onze zorg onder de loep nemen en waar mogelijk verbeteren. Als team gaan wij scholing volgen in ons leesonderwijs zodat wij deze nog beter kunnen toespitsen op ons thematisch werken met als doel de woordenschat en het leestempo en de leestechniek bij de kinderen te vergroten. I.C.T. De school heeft de beschikking over een lokaal netwerk. Hierdoor kunnen de verschillende groepen tegelijkertijd dezelfde computerprogramma’s gebruiken. Dit netwerk wordt ook gebruikt voor het doorgeven van internet in de klassen. Villa Kakelbont beschikt over drie mobiele touch- screens. Deze worden gebruikt voor het kijken naar schooltelevisie, ingezet tijdens het begrijpend leze, powerpoints voor de thema’s en groepsinstructies. Bij het invullen van de gezamenlijke internetsite van de Meerwerf basisscholen in Den Helder zullen we de grootst mogelijke voorzichtigheid betrachten wat privacy betreft. Nieuws over Villa Kakelbont is te volgen op onze Facebook- pagina.
19
Villa Kakelbont houdt zich actief bezig met “het beste uit de kinderen te halen”. De Nederlandse taal is het middel om kinderen te ontwikkelen. Taalvorming en de taaldrukwerkplaats maken inmiddels structureel deel uit van ons onderwijs. Door de leerkrachten zijn afspraken gemaakt over: * het registreren van de kerndoelen, het leerstofaanbod en de inhouden van een thema * het maken van planningen voor het leerstofaanbod * het maken van weekplanningen voor aanbod, instructies en evaluaties * het maken van toetskalenders en het houden aan de data * het maken van een toetskalender voor een “nieuwkomer” * het maken van een groeidocument voor een “nieuwkomer” * de registraties van de toetsresultaten in ons systeem en in ParnasSys (LVS) * begeleiding en stimulering van de kinderen die extra aandacht nodig hebben * begeleiding en stimulering van de kinderen die extra instructies nodig hebben * observaties en registraties d.m.v. de Kijk-methode * na consultatie van de collega’s een plan van aanpak maken voor kinderen die extra zorg nodig hebben. * onderwijskundige rapportages en de toetsregistraties van vertrekkende kinderen voor hun nieuwe school/leerkracht * contacten met de ontvangende school * de eerste opvang van en het vervolg aanbod voor de kinderen in de Centrale Opvang Klas * het uitstroomtraject van deze leerlingen naar de moederschool * de eventuele organisatorische consequenties bij sterk veranderende aantallen kinderen.
Bezoek aan het Marinemuseum van groep Rood.
20
8.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN.
8.1.
De schooltijden. ONDERBOUW: GROEP BLAUW MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG
9.00 - 13.00 9.00 - 13.00 9.00 - 13.00 9.00 - 13.00 9.00 - 13.00
MIDDEN/BOVENBOUW: GROEN EN ROOD. MAANDAG 9.00 – 13.00 DINSDAG 9.00 – 13.00 WOENSDAG 9.00 – 13.00 DONDERDAG 9.00 – 13.00 VRIJDAG 9.00 – 13.00
13.30 - 15.00 13.30 - 15.00 13.30 - 15.00
13.30 - 15.00 13.30 - 15.00 13.30 - 15.00 13.30 - 15.00
8.2.
Schoolverzuim, verlofregeling. Tijdens het intakegesprek met de ouders wordt uitgelegd dat kinderen in Nederland leerplichtig zijn en dus niet zomaar thuis mogen blijven. Ouders worden verzocht absentie(s) te melden bij de leerkrachten. Afspraken met de artsen van het centrum worden gemaakt tijdens de pauzes of na schooltijden. Voor het verlenen van verlof houden wij ons aan de leerplichtwet. Mocht er om onbekende redenen toch verzuimd worden, dan volgt er een huisbezoek. Indien nodig wordt de leerplichtambtenaar ingelicht.
8.3.
Vakanties 2015- 2016 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede vrijdag/ Pasen Koningsdag Meivakantie (incl. Hemelvaart) Hemelvaart Pinkstervakantie Zomervakantie
17 oktober 2015 t/m 25 oktober 2015 19 december 2015 t/m 3 januari 2016 27 februari 2016 t/m 6 maart 2016 25 maart 2016 t/m 28 maart 2016 25 april 2016 t/m 29 april 2016* 30 april 2016 t/m 8 mei 2016 5 mei 2016 14 mei 2016 t/m 16 mei 2016 16 juli 2016 t/m 28 augustus 2016
Studiedagen / vrije uren (alle groepen). Woensdag 9 september ( studiedag) Vrijdag18 december Woensdag 9 maart (studiedag) Maandag 25 april en dinsdag 26 april (studiedagen) Woensdag 29 juni (studiedag) Vrijdag 15 juli ( wanneer er eerder in het schooljaar een calamiteit heeft plaatsgevonden waarbij we een extra vrije dag hebben ingezet komt de margedag van 15 juli te vervallen)
21
9.
HUISHOUDELIJKE ZAKEN.
9.1. Klachtenregeling. Ieder bestuursorgaan in het onderwijs heeft de wettelijke verplichting om gebruik te maken van een klachtenregeling. In Den Helder gebruiken alle bestuursorganen de "Klachtenregeling Primair en Voortgezet Onderwijs."Een exemplaar van de klachtenregeling is op school aanwezig. De klachtenregeling is alleen van toepassing als u met uw klacht niet ergens anders terecht kunt. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen u, uw kind, de leerkracht en / of de directeur op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Indien dat echter door de aard van de klacht niet mogelijk is, of als de afhandeling niet naar uw tevredenheid heeft plaatsgevonden, dan kunt u een beroep doen op de klachtenregeling van de Stichting Meerwerf basisscholen. In de klachtenregeling wordt een onderscheid gemaakt tussen een algemene klacht en een klacht over machtsmisbruik. A. Klachten van algemene aard. Een algemene klacht kan gaan over alle zaken die met de school te maken hebben. Uitgezonderd zijn klachten die te maken hebben met machtsmisbruik. Klachten van algemene aard worden altijd eerst binnen de school afgehandeld. Als u een klacht heeft, dan kunt u daarmee terecht bij de leerkracht van uw kind en / of bij de directeur van de school. Mocht de afhandeling van de klacht niet naar uw tevredenheid plaatsvinden, dan kunt u een schriftelijke klacht indienen bij de Algemene Directie (AD). De AD handelt namens het bestuursorgaan de klacht zelf af indien dit op een eenvoudige wijze kan. Mocht dit niet lukken dan geeft de AD de klacht door aan de Klachtencommissie voor Algemene Klachten. Deze behandelt uw klacht overeenkomstig de klachtenregeling B. Klachten Machtsmisbruik. Bij een klacht over machtsmisbruik gaat het om handelingen, gedragingen en / of uitingen die leiden tot ontsporing van macht in de onderwijssituatie. Bij vele vormen van (seksuele) intimidatie en lichamelijke of geestelijke mishandeling kan sprake zijn van machtsmisbruik. Bij een klacht over machtsmisbruik kunt u zich wenden tot de vertrouwenscontactpersoon van onze school. Zij zorgt voor de eerste opvang en begeleidt u zo nodig naar de externe vertrouwenspersoon. Voor alle scholen voor primair onderwijs in Den Helder samen zijn twee externe vertrouwenspersonen beschikbaar. De vertrouwenspersoon geeft u advies, inventariseert uw klacht, meldt uw klacht indien noodzakelijk aan de Klachtencommissie of verwijst u naar andere instanties. Zo nodig is er een externe bemiddelaar beschikbaar die kan zorgen voor bemiddeling tussen u en de veroorzaker van de mogelijke klacht. Mochten klachten over machtsmisbruik uiteindelijk via de vertrouwenspersoon leiden tot een formele klacht dan is hiervoor een deskundige Klachtencommissie Machtsmisbruik. Deze bestaat uit een jurist, een orthopedagoog, een verpleegkundige en een psycholoog / jeugdmaatschappelijk werker. Ook deze Klachtencommissie behandelt uw klacht overeenkomstig de klachtenregeling. Gekoppeld aan de klachtenregeling kent onze school een gedragscode, die de basis vormt voor goede omgangsregels in de praktijk van alledag. Deze gedragscode is erop gericht om juist die situaties te voorkomen waarbij mensen een beroep zouden kunnen doen op de klachtenregeling. De gedragscode ligt op school ter inzage. Telefoonnummer Vertrouwensinspecteur inspectie onderwijs: 0900 1113111 (voor klachtmeldingen seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld).Telefoonnummer Secretariaat Landelijke Klachtencommissie: 0348 405245 9.2.
Enkele schoolregels. * in en om de school mag niet gerookt worden. * een kwartier voor schooltijd is er een leerkracht buiten * de kinderen blijven voor schooltijd buiten als het niet regent, alleen kinderen met klassendienst mogen naar binnen. * de kinderen blijven tijdens de pauzes bij school en gaan niet naar huis. * alle leerkrachten zijn buiten tijdens de pauzes * er wordt niet gescholden en gevochten in en om de school. * op Villa Kakelbont pesten we elkaar niet !!! * voor groot en klein zullen we aardig zijn. * de school is een rustig wandelgebied, maar buiten hoeft ’t lekker niet. * als iemand wat te vertellen heeft luisteren we, dat is wel zo beleefd.
9.3.
Bewegingsonderwijs. We vragen de ouders ervoor te zorgen dat de kinderen voor de lessen bewegingsonderwijs gymschoenen en sportkleding hebben.
22
Wij maken gebruik van de sportzaal in de Draaikolk. Bij mooi weer zijn we buiten: op de terreinen op het AZC. of in recreatiepark Quelderduyn. De kleuters gaan als het mooi weer is zoveel mogelijk naar buiten. De gymtijden voor groep groen en rood zijn: donderdagmiddag: 13.15 – 14.45 Het gymrooster staat in de informatiefolder.
9.4.
Sponsoring. Sponsoring kan betekenen dat de school geld binnenhaalt om een extraatje te kunnen doen voor de leerlingen. Een sponsoring maakt het bijvoorbeeld mogelijk om die dingen te doen, waar anders geen geld voor beschikbaar is. Schoolfeesten, sportdagen of de aanschaf van computerapparatuur kunnen door sponsoring gerealiseerd worden. Zorgvuldigheid is daarbij echter van groot belang. De jeugd is immers een kwetsbare groep en heeft recht op bescherming tegen ongewenste invloeden van buiten de school. Alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel en ouders hebben daarom afspraken gemaakt over sponsoring op scholen. Deze afspraken zijn neergelegd in een convenant. Er is overeen gekomen wat wordt verstaan onder sponsoring en welke uitgangspunten er gehanteerd moeten worden. Het ouderdeel van de medezeggenschapsraad van de school heeft instemmingsrecht als uit de sponsoring verplichtingen voortvloeien waarmee leerlingen worden geconfronteerd. Het bevoegd gezag is te allen tijde verantwoordelijk voor hetgeen binnen het verband van de schoolorganisatie plaatsvindt. Op Villa Kakelbont zijn we gezien het bovenstaande terughoudend voor wat betreft sponsoring.
23
10.
NAMEN EN ADRESSEN.
10.1.
Leerkrachten: * * * * * * *
10.2.
10.3.
Jacqueline Moek Keshia Elhorst Sasja Straatman Anne van der Pol Nathalie van Wijk Wietske Darphorn Tamara Bron
locatieleider
intern begeleider
Hoofdgebouw, dependance en directeur. *
hoofdgebouw: Meerwerf basisschool Duynvaerder brinnummer: 15 RP IJsselmeerstraat 90 1784 MA Den Helder 0223-660796 E-mail:
[email protected]
*
*
dependance: Meerwerf basisschool Villa Kakelbont brinnummer: 15RP-01 Nieuweweg 3 1782 AZ Den Helder 0223-614741 E-mail:
[email protected]
directeur Debby Avis
Bestuur en inspectie. *
Algemene directie Meerwerf basisscholen Timorlaan 45a 1782 DK Den Helder contactpersoon: H. Uri tel: 0223-659300
* Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht tel: O88 6696000 www.onderwijsinspectie.nl
24
10.4. Overige adressen en telefoonnummers. *
AZC- Den Helder Nieuweweg 3 1782 AZ Den Helder 088 7159555
*
Sporthal de Draaikolk 0223-624207
* Vertrouwenspersonen GGD GGD Hollands Noorden tav. Externe vertrouwenspersoon Postbus 324 1740 AH Schagen TEL: 088 0100555
25
26
27