Schoolgids 2013 – 2014
Hoofdgebouw Flamingoweg 53 4386 DT Vlissingen Tel: 0118 460344 Fax: 0118 473709
Nevenvestiging Kleiweg 15 / 17 4386 PA Vlissingen Tel: 0118 478792
[email protected] www.perspectiefvlissingen.nl CBS De Wissel maakt deel uit van Perspectief, Protestants Christelijk/Rooms-Katholiek Basisonderwijs Vlissingen Het Vlot | Het Kompas | Louise de Coligny | De Burcht-Rietheim | De Wissel
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Woord vooraf Hierbij ontvangt u de schoolgids 2013-2014 van De Wissel. Misschien is deze schoolgids een eerste kennismaking met onze school of wellicht kent u de school al omdat uw kind of kinderen op onze school zitten. Voor alle lezers geldt, dat wij u van harte welkom op onze school heten. We hopen, dat u en uw kind of kinderen een plezierige tijd bij ons op De Wissel hebben. Met deze schoolgids willen wij u zo goed mogelijk informeren over allerlei zaken die met onze school te maken hebben. We vertellen u hoe wij ons inzetten om een goede onderwijskwaliteit te realiseren, op welke wijze wij de zorg voor uw kinderen zo optimaal mogelijk vormgeven en vanuit welke visie we werken en waarom wij een eigentijdse school willen zijn, die inspeelt op een continu veranderende maatschappij. We zijn een open protestants-christelijke/ rooms-katholieke basisschool. Open wil voor ons zeggen dat iedereen die zich kan vinden in onze identiteit en het prima vindt dat zijn of haar kind vanuit deze identiteit wordt benaderd, welkom is. Het is een gegeven dat een groot deel van de ouders niet actief met geloofsopvoeding bezig is, maar het wel belangrijk vindt dat hun kinderen dit meekrijgen. Dit laatste ervaren wij als leerkrachten op onze school als positief. Het daagt ons uit om verder te kijken dan onze eigen horizon. Verhalen uit de Bijbel vormen een grote bron van inspiratie om hier met kinderen in gesprek te gaan, uitgaande van de belevingswereld van kinderen. Zo zijn we in staat om kinderen te begeleiden in hun hun persoonlijke ontwikkeling, hen mee te geven dat ieder mens waardevol is, je veel kunt betekenen voor je medemens en je als mens ook een verantwoordelijkheid hebt. In het verlengde hiervan, vinden we het belangrijk dat leerkrachten, leerlingen en ouders elkaar respecteren, waarderen en zich houden aan de omgangsvormen en regels die we met elkaar afspreken. Zo ontstaat een ontspannen werk- en leersituatie Vanuit het wederzijds respect en onderliggende afspraken, kun je veel met elkaar bereiken.
Meer over de visie van waaruit we werken en hoe we dit vormgeven leest u grotendeels in hoofdstuk 2 en 3 van deze schoolgids. Deze schoolgids is een tweede update van de schoolgids 2011-2015, waarin de wijzigingen van 2013 zijn verwerkt. Nieuwe ontwikkelingen of verdieping van onderwerpen waar we al langere tijd aandacht voor hebben, zijn in deze gids verwerkt. Voor het schooljaar 2013-2014 richten wij ons vooral op het positief beïnvloeden van groepsprocessen en het preventief omgaan met ongewenst gedrag (par. 3.3 en 3.8.10). We gaan ons verder bekwamen in het vormgeven van het aanbod voor de meer begaafde leerlingen, zowel in de plusklas als in de reguliere groepen (par. 4.4.5). Tevens geven we onze kwaliteitszorg verder vorm met het instrument ‘Integraal’ (par. 7.3) en evalueren we onze wijze van toetsing en rapportage (par. 4.3). In het uitbouwen van het Boeiend Onderwijs richten wij ons met name op het vak natuuronderwijs (par. 3.8.13). Tenslotte gaan we werken met de nieuwe rekenmethode Pluspunt (par. 3.8.8).
Wij hopen dat u deze schoolgids, welke tot stand is gekomen met instemming van onze medezeggenschapsraad, met veel interesse zult lezen. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom om te reageren naar aanleiding van de informatie die u in onze schoolgids leest.
Namens het team van De Wissel,
Lizo Koppejan, directeur van CBS De Wissel
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Inhoudsopgave 1. De school ........................................................................................................................................... 4 2. Waar de school voor staat ................................................................................................................ 4 2.1. Schoolvisie m.b.t. het omgaan met elkaar ................................................................................... 5 2.2 Plaatsing van een leerling op school ............................................................................................ 6 2.3 Begrenzing leerlingenaantal ......................................................................................................... 6 3. De organisatie en inhoud van het onderwijs .................................................................................. 6 3.1 Boeiend Onderwijs ........................................................................................................................ 7 3.2 Coöperatief leren ......................................................................................................................... 11 3.3 Win-win........................................................................................................................................ 11 3.4 De werkwijze van groep 1 en 2 ................................................................................................... 11 3.5 De werkwijze van groep 3 t/m 8 .................................................................................................. 12 3.6 Burgerschap ................................................................................................................................ 13 3.7 Leerlingenraad ............................................................................................................................ 14 3.8 De inhoud van het onderwijs: methoden ..................................................................................... 14 3.9 ICT ............................................................................................................................................... 20 3.10 Portfolio’s................................................................................................................................... 21 3.11 Mediatheek ................................................................................................................................ 21 3.12 Huiswerk.................................................................................................................................... 22 3.13 Activiteiten vanuit school ........................................................................................................... 23 3.14 Naschoolse activiteiten ............................................................................................................. 24 4. Passend onderwijs .......................................................................................................................... 24 4.1 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) .................................................................................... 25 4.2 Het volgen van de ontwikkeling .................................................................................................. 25 4.3 CITO-Leerlingvolgsysteem.......................................................................................................... 25 4.4 Handelingsgericht werken (HGW) .............................................................................................. 26 4.5 Traject naar het voortgezet onderwijs ......................................................................................... 29 5. De samenstelling van het team ...................................................................................................... 29 5.1 Het team ...................................................................................................................................... 29 5.2 Vervanging bij ADV, BAPO en ziekte ......................................................................................... 30 5.3 Stagiaires .................................................................................................................................... 30 5.4 De scholing van leerkrachten ...................................................................................................... 30 6. Oudercontacten ............................................................................................................................... 30 6.1 Communicatie ............................................................................................................................. 30 6.2 Informatiekanalen ........................................................................................................................ 31 6.3 Medezeggenschapsraad ............................................................................................................. 32 6.4 Ouderhulp.................................................................................................................................... 32 6.5 Klachtenregeling ......................................................................................................................... 33 7. De resultaten van ons onderwijs ................................................................................................... 34 7.1 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs .................................................................................... 34
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
7.2 Inspectierapport .......................................................................................................................... 34 7.3 Kwaliteitszorg .............................................................................................................................. 35 7.4 Activiteitenplan ............................................................................................................................ 36 8. Bestuurlijke organisatie .................................................................................................................. 37 9. Wetenswaardigheden ...................................................................................................................... 37 9.1 Inschrijfformulier .......................................................................................................................... 37 9.2 Leerplicht ..................................................................................................................................... 37 9.3 Verlof ........................................................................................................................................... 37 9.4 Ziekte en vrijstelling ..................................................................................................................... 38 9.5 Verwijdering en schorsing ........................................................................................................... 38 9.6 Materialen.................................................................................................................................... 38 9.7 Gymles ........................................................................................................................................ 39 9.8 Sparen ......................................................................................................................................... 39 9.9 Verjaardagen ............................................................................................................................... 39 9.10 Schoonmaak ............................................................................................................................. 39 9.11 Dyslexie-onderzoek ................................................................................................................... 39 9.12 GGD .......................................................................................................................................... 40 9.13 Procedure luizencontrole .......................................................................................................... 40 9.14 Veiligheid op het schoolplein .................................................................................................... 41 9.15 Moederdag- vaderdagcadeau ................................................................................................... 41 9.16 Schoolfotograaf ......................................................................................................................... 41 9.17 Schoolbegeleidingsdienst ......................................................................................................... 41 9.18 Sponsoring in het onderwijs ...................................................................................................... 41 9.19 De ouderbijdrage ....................................................................................................................... 41 9.20 Overblijven ................................................................................................................................ 42 9.22 Voor- en naschoolse opvang .................................................................................................... 43 9.23 Schoolmaatschappelijk werk ..................................................................................................... 44 11. Wissellied ....................................................................................................................................... 45 12. Plattegronden schooljaar 2013-2014 ........................................................................................... 46 13. Adresgegevens, schooltijden en vakanties ................................................................................ 47 14. Leerkrachten, groepen en taken .................................................................................................. 48
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
2. Waar de school voor staat In deze schoolgids schrijven we uitgebreid over het doel en de werkwijze van onze school. Maar om te beginnen willen we heel kernachtig zeggen, waar het op onze school om draait. Wij werken aan een goede sfeer in de klassen en de leerkrachten doen er alles aan om uit uw kind te halen wat erin zit. Daarbij heeft u als ouder ook een belangrijke rol. Onze school is een plaats waar veel mensen met elkaar omgaan. Om deze omgang met elkaar zo prettig mogelijk te laten verlopen, heeft de school regels en grenzen bepaald. Uitgangspunt voor dit alles is het respect dat iedereen heeft voor elkaar. Dit respect wordt verwacht van iedereen die bij onze school betrokken is, leerlingen en hun ouders, leerkrachten en overig personeel van de school.
1. De school De Wissel staat in het Vlissingse stadsdeel Groot Lammerenburg. Het is de enige protestantschristelijke/ rooms-katholieke basisschool in dit stadsdeel. De leerlingen van De Wissel komen voornamelijk uit de wijken Bossenburgh, Rosenburg, Westerzicht, Hofwijk, West-Souburg, Papegaaienburg, Tuindorp en Lammerenburg. De Wissel telt ruim 450 leerlingen en 30 personeelsleden, waarvan het grootste gedeelte lesgevende taken heeft. Veel leerkrachten hebben een specialisatie, bijvoorbeeld werken met het jonge kind of juist het oudere kind, remedial teacher, deskundige op het gebied van rekenen, dyslexie, taal, ICT, e.d. De groepen 1-4 zijn gelocaliseerd aan de Flamingoweg en de groepen 5-8 aan de Kleiweg. Tevens hebben we op beide locaties RT- ruimtes, waar leerlingen ongestoord extra geholpen worden en een mediatheek met professionele begeleiding. Op de twee locaties zijn ook ruimten voor leerlingen van Arduin.Zij worden daar op enkele momenten per dag verder ondersteund. Om alles er netjes uit te laten zien, hebben we een geweldige conciërge en prima interieurverzorgsters. Met een enthousiast team dat graag kwaliteit aan uw kind wil leveren, zit u bij De Wissel op het goede spoor.
Bij het maken van regels en afspraken is geprobeerd dit op een manier te doen die duidelijk maakt wat de school van leerlingen en hun ouders verwacht. Omgekeerd weten leerlingen en hun ouders wat ze van het personeel mogen verwachten. Er is dus sprake van zowel rechten als plichten. Iedereen die aan de school verbonden is door inschrijving of door werkzaam te zijn als personeelslid, accepteert door deze verbintenis automatisch de schoolregels en afspraken, die beschreven staan in het handboek dat op school ter inzage ligt. We vinden dat leerlingen zich aan de afspraken moeten houden. Ook vinden wij dat ouders achter de normen van de school moeten staan, b.v. in geval van huiswerk, werkstukken en/of straf. Het is belangrijk dat er één lijn getrokken wordt tussen ouders en school. Dit zorgt voor duidelijkheid voor de kinderen. Samen zijn we immers verantwoordelijk voor de begeleiding van de kinderen in deze fase van hun ontwikkeling. De Wissel wil een grote, kleine school zijn. Daarmee bedoelen we, dat we door de “grootte”, de volgende voordelen hebben: de lusten, maar ook de lasten worden door veel leerkrachten gedragen. Daardoor hebben we meer ruimte om echt tijd voor het onderwijs te hebben; we werken met parallelgroepen. Dit kan voor leerlingen en leerkrachten prettig zijn; we hebben veel ouderhulp; we hebben veel leerkrachten met kwaliteiten op verschillende gebieden. Door klein te zijn kunnen we het volgende bereiken: de contacten zijn makkelijk te leggen omdat elke leerkracht na schooltijd te bereiken is, de directie elke week een inloopspreekuur heeft en er zo nodig gespreksafspraken gemaakt kunnen worden.
4
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
door aandacht te hebben voor elke leerling worden de kinderen geen nummers, maar blijft iedereen belangrijk. Verder willen we elk kind tot zijn recht laten komen. We zijn alert op discriminatie en pesten. We werken vooral aan het voorkomen hiervan. Als het dan toch eens de kop opsteekt, grijpen we direct in. We hanteren hierbij een pestprotocol, dat in de bijlagenmap bij de schoolgids is gevoegd. De methode Leefstijl helpt ons daar goed bij. Ook vertellen we de kinderen steeds weer, dat er regels gelden op school. Orde en regelmaat zorgen ervoor, dat er ruimte en aandacht voor elk kind is. Natuurlijk wordt er wel eens een kind tot de orde geroepen, maar we steken veel meer energie in het belonen van gewenst gedrag. Wij gaan er vanuit dat kinderen zich moeten kunnen ontplooien binnen gestructureerde situaties. Door middel van spel en het leren in zo’n omgeving ontwikkelt het kind zich tot een zelfstandig mens. Wij willen graag bereiken dat: de kinderen een positieve kijk en houding t.o.v. de samenleving ontwikkelen en daar ook een rol in spelen (burgerschap); zij zich weerbaar weten op te stellen (weerbaarheidstraining); zij een weg kunnen vinden in de overstelpende hoeveelheid informatie die op hen afkomt; zij met respect en tolerantie omgaan met andere mensen. Belangrijk is dat het kind, bij alles wat het ontmoet of aangeboden krijgt, zichzelf kan blijven. Het moet de dingen op eigen wijze kunnen hanteren en in zich opnemen, om aan zichzelf te bouwen. Zo ontstaat een begin van vrijheid, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Dit in samenhang met onder andere de omgeving en groep van het kind. 2.1. Schoolvisie m.b.t. het omgaan met elkaar Vanuit onze christelijke levensovertuiging vinden wij, dat ieder kind mag zijn zoals hij/ zij is. Ieder kind is een uniek schepsel en heeft daardoor een eigen bestaansrecht. We proberen de kinderen respect voor elkaar bij te brengen. ‘Laat iedereen in zijn/ haar waarde’ is een belangrijke stelregel op onze school. Ieder mens is waardevol en als zodanig heeft ieder mens ook recht op waardering. Respect en waardering voor een ander hebben is “de normaalste zaak van de wereld”. We proberen de kinderen ook verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar bij te brengen. Het feit dat je bij elkaar op school zit, dat je in dezelfde omgeving woont, dat je samen deze
wereld bewoont, maakt dat niemand vrijblijvend in de wereld kan staan. Iedereen heeft met zijn of haar medemens te maken. Soms ben je voor hulp erg afhankelijk van anderen. Om in voorkomende gevallen die hulp onbaatzuchtig te kunnen verlenen, moet je al op jonge leeftijd leren dat mensen in deze maatschappij niet ‘op eilandjes’ leven, maar dat jij ook medeverantwoordelijk bent voor het welzijn van je naaste. Op deze manier, heel praktisch en concreet met de kinderen op school omgaand, krijgt het begrip ‘christelijke school’ ineens een veel bredere inhoud dan de traditionele: een school die een praktische invulling wil geven aan haar christelijke identiteit.
Daar komt bij, dat veel normen en waarden verbreed kunnen worden naar ‘algemeen menselijke’ normen en waarden. Het respect voor de ander is niet een typisch christelijke norm. Wij vinden dat ieder mens, gelovig of niet, de ander zou moeten respecteren zoals hij/ zij is. Omdat we het vanuit ons christelijk geloof belangrijk vinden dat ieder kind zich in onze school gewaardeerd en gerespecteerd voelt, houden we in de groep regelmatig kringgesprekken. De centrale thema’s van deze gesprekken zijn: samen spelen; rekening houden met verschillen; luisteren naar elkaar en eerlijk zijn; zorg voor anderen; gevoelens uiten en gevoelens van anderen leren begrijpen; omgaan met gevoelens van boosheid; ruzies oplossen zonder verbaal of fysiek geweld; nee durven zeggen; keuzes maken; respect hebben voor ouderen en voor elkaar; schoonhouden van de school en het schoolplein. Dit alles proberen we te organiseren d.m.v. Systeemdenken, zelfstandig werken, boeiend onderwijs, coöperatief leren, winwin. (zie par. 3.1 e.v.)
5
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
2.2 Plaatsing van een leerling op school Voordat een leerling bij ons op school komt, is het eerste contact vaak telefonisch. Daarna maakt de directeur een afspraak voor een gesprek met de ouders. Een school moet je, vinden wij, voelen en zien. In dit gesprek op school, vertelt de directeur waar onze school voor staat, wat wij belangrijk vinden en waar we met de toekomstige leerling aan gaan werken. Ook krijgen de ouder(s) en leerling een rondleiding door de school. Op deze manier krijgen de ouders een beeld van De Wissel. De ouders krijgen de inschrijfformulieren mee. Wanneer deze formulieren ondertekend terug zijn op school, ontvangen de ouders per mail een bevestiging van inschrijving en is de leerling pas echt ingeschreven. Onze nieuwe leerling mag in veel gevallen een aantal dagdelen voor zijn of haar 4e verjaardag komen kijken. Zijn er dan nog vragen of opmerkingen, dan kunnen de ouders hiervoor altijd terecht bij de groepsleerkracht en/of directeur. 2.3 Begrenzing leerlingenaantal Het bestuur van onze vereniging wil graag ieder kind dat aangemeld wordt een plaats geven op één van onze scholen. Alle ouders willen graag dat hun kind aandacht en ruimte krijgt om zich te ontwikkelen en te ontplooien. Soms is het niet mogelijk om een kind in een groep te plaatsen. Als een groep te groot is, wordt het moeilijk om dat ideaal van ruimte en aandacht te verwezenlijken. Daarom kan het voorkomen dat de Raad van Bestuur van de vereniging en de directie van één van onze scholen in samenspraak met het team concluderen, dat een leerling niet geplaatst kan worden. Dat vinden we erg jammer maar als vereniging willen we niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit bieden. Meer over de Raad van Bestuur kunt u lezen in hoofdstuk 8.
2.3.1 Combinatiegroepen Elk schooljaar kan er in een of meerdere bouwen, gewerkt worden in combinatiegroepen. Een combinatiegroep is een groep waarin leerlingen uit twee verschillende leerjaren zitten. In een combinatiegroep (bv. groep 1/ 2) zitten leerlingen uit groep 1 en leerlingen uit groep 2. De lesstof die in een combinatiegroep behandeld wordt, is aangepast aan het niveau van de groep waarin de leerling zit. 2.3.2 Klassenindeling De klassenindeling wordt aan het eind van het schooljaar bekend gemaakt in De Uitwisseling, na te zijn vastgesteld in team en te zijn besproken in de MR. Vooraf worden er over de klassenindeling geen mededelingen gedaan. In enkele gevallen komt het voor dat leerlingen doubleren of versnellen. Zulke beslissingen nemen we altijd in gezamenlijk overleg met de ouders. Ook de plaatsing in een nieuwe groep wordt met u besproken. In de week na de bekendmaking is er gelegenheid om eventuele vragen te beantwoorden. Inhoudelijke vragen kunnen gesteld worden op de informatieavond, die voor elke groep na de zomervakantie gehouden wordt.
3. De organisatie en inhoud van het onderwijs Op onze school geven we onderwijs aan kinderen van 4 tot en met +/- 12 jaar. We hanteren het zogenoemde jaarklassensysteem. De kinderen zitten met leeftijdsgenoten in een groep. Binnen zo’n jaargroep maakt ieder kind zijn/ haar eigen ontwikkeling door. Niet alle leerlingen hebben op elk gebied hetzelfde niveau. De leerkracht speelt op die verschillen in door adaptief (aangepast, passend) onderwijs te geven. Leerlingen krijgen les a.d.h.v. een methode, daarnaast er is ruimte voor extra instructie aan kinderen die dat nodig hebben. De methodes geven ook extra oefenstof (herhalingsstof) en stof die wat moeilijker is (verrijkingsstof). De leerkracht past zo het onderwijs aan de behoefte van de leerling aan. In groep 1 en 2 wordt ontwikkelingsgericht gewerkt; in de groepen 3-8 werken we met methodes en vanuit leerlijnen. De methodes hebben voorbereidende boeken die door de leerkrachten van groep 1 en 2 worden gebruikt. Ze geven een houvast aan de leerkracht, garanderen een goede opbouw van de leerstof en voldoen aan de kerndoelen. We gaan met de methodes om vanuit de Boeiend Onderwijs filosofie. In de volgende paragraaf leest u wat dit alles inhoudt.
6
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
3.1 Boeiend Onderwijs Wij werken op De Wissel al enkele jaren met Boeiend Onderwijs. Door middel van Boeiend Onderwijs willen wij ons aanbod aantrekkelijk houden voor alle leerlingen en willen wij de kinderen meer ‘gereedschappen’ meegeven dan alleen de basisvaardigheden bij taal, rekenen, en schrijven. Zo wordt de samenhang in allerlei situaties beter te begrijpen. De wereld om ons heen bestaat namelijk uit relaties en samenhangen, niet uit losse feiten, dingen en gebeurtenissen. Kinderen zijn van nature systeemdenkers. Systeemdenken is uitgaan van het idee dat alles op een bepaalde manier met elkaar samenhangt, het vermogen om relaties te zien en te begrijpen. De relatie zien tussen details en “the big picture”. Systeemdenken in de klas maakt dat de natuurlijke aanleg van kinderen voor Systeemdenken blijft bestaan, het maakt samenhangen en relaties zichtbaar en creëert cyclische i.p.v. lineaire denkers. Systeemdenken houdt voor ons in: de wereld om ons heen leren zien als één geheel, i.p.v. een optelsom van losse delen;
leren hoe onderdelen van een systeem samenwerken en elkaar beïnvloeden; leren oog te hebben voor onze eigen rol binnen een systeem en voor het feit dat ons gedrag bepaald wordt door hoe we tegen het systeem aankijken; leren begrijpen dat we in een dynamische wereld leven en niet in een statische wereld; leren beslissingen nemen die een probleem oplossen en niet alleen maar de symptomen bestrijden. Hieronder ziet u een MindMap van Boeiend Onderwijs die de belangrijkste zaken van het principe laat zien. Het mooie van Boeiend Onderwijs is dat het gebaseerd is op hersenonderzoek en de werking van het brein. Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar het brein en de resultaten van deze onderzoeken liggen ten grondslag aan Boeiend Onderwijs. Wat Boeiend Onderwijs voor ons inhoudt willen wij aan de hand van de 7 takken van de MindMap beschrijven: Samenwerken: In de huidige maatschappij is een goede
7
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
samenwerkingsvaardigheid zeer belangrijk. Door middel van verschillende coöperatieve werkvormen leren we kinderen samen te werken in tweetallen, viertallen of andere groepsvormen. Deze werkvormen dienen niet als doel op zichzelf te worden aangeboden, maar zijn een manier om het doel van de les met ieder kind zo goed mogelijk te bereiken. Zie ook de aparte paragraaf 3.2. Betekenisvol: Het onderwijs moet voor kinderen een betekenis hebben wil het rendement van het onderwijs zo hoog mogelijk zijn. Dit houdt in dat er niet alleen uit boeken wordt geleerd of met behulp van de computer, maar dat kinderen ook met echte materialen in aanraking komen en dat er ook buiten de school geleerd wordt. Daarnaast is het van belang dat de kinderen ook weten waarom ze iets leren. Het met elkaar bespreken van de doelstellingen van een vak, onderdeel of les is daarom belangrijk. En bij alle dingen die wij aanbieden in de klas vraagt de leerkracht zich steeds af of het aansluit bij de belevingswereld van de kinderen in zijn of haar klas. Ontwikkelen van alle intelligenties: Boeiend Onderwijs gaat er vanuit dat ieder kind ergens goed in is en wil deze talenten gebruiken om de doelen van het onderwijs te behalen. Dit stuk is bij onze school nog in ontwikkeling en door middel van studiedagen en scholing willen wij dat in de komende jaren binnen onze school verder ontwikkelen. Veilige omgeving: Kinderen leren het best als zij zich veilig voelen. Het is daarom van groot belang dat de leerkracht een sfeer creëert waar de kinderen dit gevoel krijgen. De kinderen en de leerkrachten moeten elkaar kunnen vertrouwen en het is belangrijk dat er binnen de klas een goede band wordt opgebouwd met alle leerlingen. Het geeft kinderen ook een veilig gevoel wanneer zij weten dat er fouten gemaakt mogen worden in hun leerproces zodat zij met veel zelfvertrouwen hun schoolloopbaan doorlopen.
denkgewoonten en een open communicatie proberen wij dit te bereiken. Ook vinden wij het belangrijk dat kinderen leren omgaan met verschillende gevoelens en belangrijke attitudes krijgen aangeleerd. Samenhang: Dat veel zaken in de wereld niet op zichzelf staan, maar in verband staan met elkaar is voor kinderen vaak nog lastig te doorzien. Met de verschillende tools van het Systeemdenken willen wij de kinderen leren dit te doorgronden. Voorbeelden van deze tools zijn: GedragsPatroonGrafieken (GPG), relatiecirkels en causale lussen. Ook de MindMap hoort bij het doorzien van de samenhang van verschillende zaken. Er volgen nu enkele voorbeelden en beschrijvingen van de verschillende tools van Systeemdenken en brainstormtools: Gedragspatroongrafiek (GPG): Het gaat er bij Systeemdenken om dat kinderen de samenhang zien tussen onderdelen of elementen. Deze onderdelen worden ook wel variabelen genoemd. Door middel van een GPG kunnen we een verandering van deze variabele in de loop van de tijd laten zien. Het is dan ook de bedoeling dat de kinderen met een woord of tekening moeten aangeven waarom de variabele op dat moment verandert. Op deze manier leren kinderen inzien wat de samenhang is tussen de onderdelen en gaan ze oorzaak-gevolg relaties beter begrijpen. In het voorbeeld hieronder hebben kinderen uit groep 2 een GPG gemaakt bij “Het verhaal van Eend”. In dit verhaal gebeurt er van alles waardoor het gevoel van Eend verandert. Dat gevoel van Eend wordt aangegeven met de lijn in de grafiek en de tekeningen maken duidelijk waarom dit gevoel verandert.
Oefenen van hersenen: Wanneer hersenen niet meer geprikkeld worden, ontwikkelen deze zich ook minder goed. Het is daarom belangrijk om de hersenen te blijven stimuleren. Dit wordt bereikt door veel te werken binnen de verschillende vakgebieden, maar daarnaast vinden wij het ook belangrijk dat er lessen zijn waarin de kinderen leren te denken en hun hersenen bewust te leren gebruiken. Denkgewoonten/intelligent gedrag: Wij streven er binnen onze school naar om de kwaliteit van het denken op een zo’n hoog mogelijk niveau te krijgen. Door middel van het aanleren van
8
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Relatiecirkel: Een GPG is een goede voorbereiding op het maken van een relatiecirkel. Ook bij een relatiecirkel gaat het er om dat kinderen leren inzien dat variabelen kunnen veranderen door andere factoren. Ze geven dat aan met pijlen in de cirkel. Wanneer het ene meer wordt en datgene waar het invloed op heeft ook meer wordt, dan wordt er een ‘s’ bij de pijl gezet van ‘same’. In de lagere groepen gebruiken we hiervoor een aanduiding met ‘+’. Wanneer het ene minder wordt en het andere ook minder, krijg je ook de aanduiding ‘same’. Wordt het ene meer en daardoor het andere minder, dan komt er een ‘o’ bij de pijl te staan van ‘opposite’ of een ‘–‘ in de lagere groepen. De relatiecirkel hieronder is gemaakt door een kind uit groep 3 en gaat over het leren in de klas. Twee variabelen bij deze cirkel zijn bijvoorbeeld het “aantal minuten dat je aan het werk bent” (1) en “het aantal sommen dat je af hebt”(2). Er is een pijl getrokken met een + erbij. Dit betekent dat dit kind vindt, dat hoe meer minuten je aan het werk bent, hoe meer sommen je af hebt. Het ene wordt meer en het andere dus ook. Twee andere variabelen zijn, “aantal minuten dat je aan het kletsen bent”(2) en “aantal bladzijden dat je gelezen hebt”(4). Bij die pijl staat een -. Dit kind vindt dus dat hoe meer je kletst hoe minder je kunt lezen. Op deze manier leren kinderen dus inzien wat de gevolgen zijn van onderdelen voor andere onderdelen.
Causale lus: Een van de kenmerken van Systeemdenken is het anders kijken naar oorzaak-gevolg-relaties. De taal die wij gewoon zijn om te spreken is lineair: A veroorzaakt B. Maar systemen werken anders: ze bestaan uit "rondlopende lijnen", uit elementen die met elkaar samenwerken, elkaar beïnvloeden. A veroorzaakt niet alleen factor B, maar A en B beïnvloeden elkaar voortdurend. We noemen dit cyclisch denken. De
prestaties van een kind zijn van invloed op de verwachtingen van de leerkracht, maar ook andersom! In figuren met causale lussen wordt deze onderlinge invloed met behulp van pijlen getoond.
prestaties van het kind
verwachtingen van de leerkracht
Mindmap: Een echte brainstormtool is de Mindmap. Een Mindmap is een diagram opgebouwd uit begrippen, teksten, relaties en/of plaatjes, die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur rond een centraal thema. Een mindmap wordt gebruikt om creatieve processen te ondersteunen en bij leren en onthouden. Doordat kinderen zelf bepalen op wat voor manier zij een Mindmap maken, (op papier, met potloden, pen, viltstiften, op de computer, met of zonder plaatjes) wordt het een eigen product dat hen helpt bij het onthouden en terughalen van informatie. Anders dan bij bijvoorbeeld een woordweb, worden woorden die bij elkaar horen bij elkaar gezet d.m.v. kleuren. En wordt er door geassocieerd op woorden die al gegeven zijn. Zie hier voorbeeld de Mindmap over ontbossing, gemaakt door een leerling uit groep 7.
Op de volgende pagina ziet u in een Mindmap waar De Wissel voor staat.
9
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Mindmap De Wissel
10
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
3.2 Coöperatief leren We maken op De Wissel gebruik van een doorgaande lijn wat betreft samenwerkend leren. Dit noemen we coöperatief leren en is onderdeel van Boeiend Onderwijs. Coöperatief leren houdt in dat kinderen voor het uitvoeren van hun leertaak dienen samen te werken. Ze geven elkaar informatie en uitleg en leren zo van elkaars sterke en zwakke kanten. Het geeft een enorme stimulans aan zowel het proces als de opbrengst De basisprincipes waaraan een les coöperatief leren moet voldoen zijn: gelijke deelname (ieder heeft een evenredig deel van de taak); individuele aansprakelijkheid (er kan niet worden “meegelift” met anderen); positieve onderlinge afhankelijkheid; simultane interactie (alle kinderen zijn tegelijkertijd actief). Er kan tijdens een activiteit een rolverdeling worden gemaakt. Iedere leerling heeft dan een eigen taak zoals bijvoorbeeld ‘stiltekapitein’, ‘beurtenverdeler’, ‘aanmoediger’ en ‘spullenbaas’. De stiltekapitein is verantwoordelijk voor het rustig communiceren. De beurtenverdeler heeft de taak om in de gaten te houden of iedereen het eens is met de antwoorden die worden genoteerd. De aanmoediger zorgt voor een positieve sfeer door complimenten te geven. De spullenbaas draagt zorg voor het materiaalgebruik. Het kost natuurlijk wel wat tijd voordat de kinderen en de leerkracht gewend zijn aan deze manier van werken. Het is leuk om te zien dat bij sommige kinderen een rol op het lijf geschreven is. Je ziet zo een heel andere kant van de leerlingen dan wanneer ze individueel de leerstof verwerken. Door al deze zaken te stimuleren, benutten we de lestijd zo effectief mogelijk. 3.3 Win-win Win-win is een aanpak om ordeverstoringen zoveel mogelijk te voorkomen door te zorgen voor afwisselende en uitdagende lessen. De aanpak is gebouwd op drie pijlers: Herkennen en erkennen Samen oplossen Verantwoordelijkheid leren. Sociale interactie, beweging en aandacht
van en voor andere leerlingen worden zoveel mogelijk in elke les ingebouwd, o.a. via coöperatief leren en energizers. Toch blijft er soms sprake van ordeverstorend gedrag. Het beëindigen van deze ordeverstoringen is in een aantal gevallen niet voldoende, een nadere analyse is dan noodzakelijk. Als we de achterliggende behoeftes van de leerling te weten komen, kunnen we hierop inspelen. De leerling wordt begeleid, waarbij hij leert hier op een verantwoorde manier mee om te gaan. De Win-win aanpak geeft hierbij vele handreikingen. Een belangrijke pijler bij deze aanpak is “samen oplossen”, de leerkracht staat naast de leerling. Dit is winst voor de leerkracht: De ordeverstoringen stoppen en winst voor de leerling: Deze krijgt een vaardigheid voor het leven aangeboden. Binnen deze aanpak werken we met een cyclus van klassenvergaderingen en werken we vanuit vier kernbegrippen die als pictogrammen in de schoolgebouwen zichtbaar zijn. Doel van deze vergaderingen is dat in het begin van ieder schooljaar de groepsvorming en sociale verbondenheid wordt gestimuleerd. Vanuit een benadering waarbij leerlingen allereerst benoemen wat goed gaat in de omgang met elkaar, worden samen met de kinderen omgangsregels en normen opgesteld en worden afspraken gemaakt wat betreft handhaving. Kinderen worden zo nadrukkelijk medeverantwoordelijk gemaakt voor een positief werkklimaat in de groep en de school. Deze werkwijze heeft ook linken met hetgeen we verstaan onder Burgerschap. Zie hoofdstuk 3.6 van onze schoolgids. Om wat in de groepen wordt besproken te structureren werken we met vier kernbegrippen. Dit zijn: de ander rust inzet materiaal Alle bespreekpunten en hieruit voortvloeiende positief geformuleerde afspraken, kun je aan deze kernbegrippen koppelen. Leerkrachten worden professioneel begeleid om dit samen met de groep vorm te geven. 3.4 De werkwijze van groep 1 en 2 Alle kleutergroepen starten de ochtend vanuit de kring. In de kring worden vakken als taal, rekenen, verkeer, godsdienst, wereldoriëntatie en muziek
11
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
gegeven. Daarnaast worden in de speelwerkles diezelfde vakken verwerkt met ontwikkelingsmateriaal, een spelvorm, werkbladen of knutsels. Daarbij wordt gekeken naar de diverse ontwikkelingslijnen zoals fijne motoriek, schriftoriëntatie, getalbegrip enz. In iedere activiteit staat één tussendoel centraal. Per week wordt het totale activiteitenaanbod van de speelwerkles aangegeven in het kiesbord (planbord) en kiezen de kinderen zelf welke activiteit ze op dat moment gaan uitvoeren.
hen betekenisvolle activiteiten en een uitdagende leeromgeving te realiseren. Eveneens door vaak gebruik te maken van coöperatieve werkvormen. Bij deze werkvorm zijn alle kinderen actief en leren ze van elkaar. De autonomie van de leerlingen wordt gerespecteerd door het gebruik van het kiesbord. Op speciale onderbouwvergaderingen wordt de gang van zaken met de collega’s geëvalueerd, worden ideeën uitgewisseld en de voortgang van kinderen besproken.
De vakken komen in samenhang aan de orde, aan de hand van een bepaald thema uit onze taalmethode (bijv. lente of een nieuw jaar).
We werken zoals gezegd in deze groepen met een via methodes vastgelegde doorgaande lijn en vanuit leerlijnen. De lessen worden via het model van directe instructie aangeboden: Veel leerlingen hebben bijvoorbeeld bij de rekenof taalles voldoende aan een korte uitleg, voordat ze aan de slag kunnen. Deze korte instructie noemen we bij ons op school kerninstructie. Vaak is er een kleine groep leerlingen die behoefte heeft aan meer uitleg. Voor deze kinderen is er in iedere groep een instructietafel. Na de kerninstructie, wanneer het overgrote deel van de leerlingen dus zelfstandig werkt, krijgen deze leerlingen verlengde instructie aan de instructietafel.
Er is veel aandacht voor taalontwikkeling, omdat dit de kern vormt voor alle andere leerlijnen. Er wordt gebruik gemaakt van de methodes ‘Schatkist’ en ‘Fonemisch Bewustzijn’. Zie par. 3.8.1. Voor rekenen worden de methodes ‘Gecijferd bewustzijn en ‘Wereld in Getallen’ gehanteerd. De lessen die hierin beschreven staan, sluiten aan bij thema’s, zoals ze in het kleuteronderwijs aan de orde komen.
Spelletjesmiddag Eenmaal per week hebben alle kleutergroepen spelletjesmiddag. De leerlingen kunnen dan 3 kwartier onder begeleiding van een ouder gezelschapsspelletjes spelen. De spelletjes worden gespeeld in de kleuterhal. Iedere week geeft een ICT-medewerker leiding aan een groepje kinderen dat werkt op de computers in de computerhal. In de klas krijgen de kinderen ook dagelijks de gelegenheid om op de computer te werken. We gebruiken dan vooral de software van de methodes. De betrokkenheid van de kinderen bij ons onderwijs wordt optimaal gemaakt door voor
3.5 De werkwijze van groep 3 t/m 8
Zolang de leerkracht deze groep leerlingen begeleidt, weten de andere leerlingen, dat ze zelfstandig dienen te werken aan hun taak. Dit kan individueel of coöperatief. Kinderen verwerken bijvoorbeeld een deel van de spellingles via het om en om dicteren van woorden. De kinderen die aan de instructietafel de verlengde instructie hebben gekregen, werken na deze instructie op de eigen plaats verder. M.b.v. een rood/groene kaart geven kinderen in de groep aan of ze wel of geen vraag hebben. Ondertussen werken ze verder aan de andere lesonderdelen. Na de verlengde instructie heeft de leerkracht gelegenheid om kinderen via het systeem van rood/groene kaarten te helpen. Essentieel is dat we bij de kerninstructie interactief lesgeven. Dit houdt in dat we voor zover mogelijk alle leerlingen betrekken bij de instructie. Niet alleen wordt er antwoord gegeven, maar er wordt ook geluisterd naar leerstrategieën van elkaar. Daarom geven we de kerninstructie ook aan alle leerlingen, zodat ze van elkaar kunnen leren. Verder wordt er bij de wereldoriënterende vakken gewerkt in viertallen met de verschillende werkvormen van het coöperatief leren. De groepsindeling wordt door de leerkracht gemaakt, naar niveau (heterogeen) en rekening houdend
12
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
met sociaal-emotionele aspecten. Binnen de methodes is het regelmatig toetsen essentieel. Na analyse van resultaten (genormeerd met een cijfer), ziet de leerkracht of de leerling de stof beheerst en op welke onderdelen herhaling of extra uitleg nodig is. Als de toets goed gemaakt is, kan een leerling verrijkingsstof maken. Over de basisvaardigheden leest u ook verderop in dit hoofdstuk. Belangrijk te vermelden is ook, dat wij veel belang hechten aan een goede doorgaande lijn, niet alleen wat betreft werkvormen maar ook wat betreft leerstrategieën. Om dit belangrijke onderdeel van het leren vorm te geven, hebben we vanaf groep 5 een zogenaamd regelboek op A5 formaat samengesteld. In dit boek zijn de leerstrategieën voor de basisvakken vanaf groep 3 weergegeven. Het regelboek is bedoeld als naslagwerk voor leerlingen, ouders en leerkrachten. Kinderen benutten dit naslagwerk in de lessen op school en krijgen dit met regelmaat met huiswerkopdrachten mee. Zo kunt u als ouder ook meehelpen met het aanleren van leerstrategieën. Tenslotte benutten we de mogelijkheden van ICT bij het zelfstandig werken. De school heeft zgn. Skoolmates die in de groepen ingezet worden. Zie par. 3.9.4. Op deze wijze halen we veel rendement uit onze begeleiding. 3.6 Burgerschap Basisvaardigheden zoals rekenen en lezen vormen een groot deel van de ontwikkeling van een kind tot volwaardig deelnemer aan onze maatschappij. Maar deze vaardigheden alleen zijn niet voldoende. Wij zien het als onze taak om burgerschap op onze school een plaats te geven. We definiëren burgerschap als volgt: Het voorbereiden van de leerlingen op hun huidige en toekomstige rol in de samenleving. Deze samenleving kenmerkt zich door pluriformiteit en democratie en is gebaseerd op grondrechten. Deze kenmerken vormen de pijlers van onze samenleving en vragen om constante aandacht en onderhoud.
Binnen burgerschap beschrijven we vier domeinen, waaraan we op onze school systematisch aandacht besteden; een beschrijving per domein: Democratie: we verstaan hieronder zowel de grondbeginselen en hoe die worden toegepast, als de staatsrechtelijke aspecten. We geven dit op school vorm door: deelname in kringgesprekken en projecten, spelen en werken d.m.v. coöperatieve werkvormen waarbij ieder een gelijke taak, kans en inbreng heeft; meedenken en meebeslissen over oplossingen bij problemen, klassenaangelegenheden en bij het maken van afspraken en regels, o.m. via het functioneren van de leerlingenraad en inbreng van leerlingen binnen het pestprotocol. Zie hiervoor de bijlagenmap; deelname aan Comeniusprojecten waarbij uitwisselingen met buitenlandse scholen plaatsvinden. Buiten school: op de hoogte zijn van wat er speelt in de omgeving en de wereld door het lezen van een (jeugd-) krant en het kijken naar het jeugdjournaal; bespreken van wat er speelt in de thuissituatie; deelnemen aan en inspraak hebben in gezinszaken thuis; rolverdeling binnen teamsport en verhoudingen binnen vriendenclub; met ouders bezoek aan de bibliotheek en andere culturele instellingen brengen. Participatie: een kenmerk van de democratische grondhouding betreft het actief deelnemen aan het verbeteren van de omgeving. Binnen de school werken we hieraan door: deelname aan acties t.b.v. verbetering van de buurt en goede doelen en leefbaarheid in ons lesprogramma aan de orde te stellen; leerlingen te laten meedenken, meebeslissen en uitvoeren van klassenaangelegenheden waarbij wisselende taken en verantwoordelijkheden worden gegeven; samen verantwoordelijkheid te dragen voor de leefomgeving (opruimen van klas en schoolplein) en voor elkaar (kaart/bezoek bij zieke klasgenoot); Buiten school betekent burgerschap: meedoen aan acties en initiatieven in eigen leefomgeving en lid zijn van een vereniging/club; lidmaatschap ideële organisatie; deelname aan jeugdparticipatieprojecten; helpen in huis bij kleine taken en incidenteel familie en/of buren helpen.
13
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Identiteit: de wisselwerking tussen persoon en omgeving en hoe persoonlijke opvattingen bepalend zijn voor je houding t.o.v. de gemeenschap.
uw kinderen het aspect burgerschap tot zijn recht kunnen laten komen.
Op school werken we hier aan door: het leren over de eigen woonomgeving in de wereldoriënterende vakken, waaronder het bezoek van bijzondere plaatsen in de omgeving; het betrekken bij de lessen van nationale gebeurtenissen zoals Koninginnedag, 4/5 mei, Prinsjesdag; gestructureerde groepsopdrachten waarbij de leerlingen saamhorigheid in de klas ervaren. Buiten school: deelnemen aan een religieuze of identiteitsgebonden groep; binnen de vrienden- en/of familiekring kennismaken met een andere geloofsovertuiging; deelnemen aan en verbinden met sociale structuren/groepen in de omgeving.
De Leerlingenraad bestaat uit kinderen van de groepen 6 t/m 8. Elke groep vaardigt ieder schooljaar een of twee gespreksdeelnemers af. Ieder schooljaar komen andere kinderen aan bod. Het doel van de leerlingenraad is om de betrokkenheid en het samen voor de school staan te vergroten. Tijdens de wekelijkse kringgesprekken worden door de leerlingen punten ingebracht die naar het overleg worden meegenomen. Dit overleg vindt gemiddeld drie keer per jaar plaats. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt die ook in de teamvergaderingen worden besproken.
Sociale vorming: Hoe kunnen kinderen zich ontplooien en moeten ze zich opstellen om met elkaar in de groep tot een goed leefklimaat te komen. Welke rol spelen ze als individu binnen het geheel? Op school werken we hieraan door: verantwoordelijkheid ontwikkelen voor het bevorderen van de leefbaarheid binnen de school, waarbij leerlingen zelf ruzies en conflicten kunnen oplossen. Dit geven we vorm vanuit de WinWin filosofie. We werken op school met een “conflictbemiddelaar”; het ontwikkelen van een groepsgevoel; drama activiteiten. Buiten school ontwikkelen kinderen dit domein binnen het gezin, in de omgang met de leefomgeving en in het verenigingsleven. Zoals u in bovenstaande kunt zien vindt een heel belangrijk deel van de ontwikkeling van uw kind op dit gebied plaats buiten de school. We vertrouwen er dan ook op dat we in goed overleg en samenspraak met u bij
3.7 Leerlingenraad
Voorbeelden van geboekte resultaten: nadenken over de inzet van skoolmates in de klassen; beschilderen van de spelonderdelen op het schoolplein; vaste plaatsen in de fietsenstalling; aanvullen van de speelkisten in de groepen; het regelboek van de leerlingen aanvullen en aanpassen. 3.8 De inhoud van het onderwijs: methoden 3.8.1 Taal In groep 1 en 2 wordt voor Taalontwikkeling de vernieuwde versie van de methode Schatkist en de map Fonemisch Bewustzijn gebruikt. De boekenserie over “Bas” met praatplaten en verhalen wordt ingezet bij extra taalhulp. De taalmethode Schatkist biedt gestructureerde thema’s. Elk thema kent een ankerverhaal met activiteiten en vier ankerpunten die het thema verdiepen. De lessen voldoen aan de tussendoelen mondelinge taalontwikkeling, woordenschat en beginnende geletterdheid. Deze taalmethode is een totaalmethode en biedt ook lessen gecijferdheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ieder thema wordt gevolgd gedurende ± 6 weken. Schatkist sluit goed aan op Veilig Leren Lezen, de taalmethode die in groep 3 wordt gebruikt. De map Fonemisch Bewustzijn gaat dieper in op de auditieve vaardigheden die de basis vormen voor het leren lezen en leren spellen. In 57 lessen worden deze vaardigheden aangeboden en getraind. Groep 4-8 gebruikt de vernieuwde versie van Taal Actief als methode voor taalbeschouwing, stellen
14
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
en spelling. Deze drie onderdelen worden per leerjaar aangeboden in 10 thematisch opgebouwde blokken. Binnen deze blokken biedt de methode telkens een aantal talige onderwerpen aan, waarbij het mogelijk is rekening te houden met verschillen tussen kinderen in tempo en in capaciteit. Na afloop van de basislessen die door iedereen worden gemaakt, vindt er een toetsing plaats van de stof die in dat blok aan de orde is geweest. Naar aanleiding van de resultaten van die toetsing gaan we gedifferentieerd werken: Kinderen die extra oefening of instructie nodig hebben, krijgen herhaling en extra instructie. Kinderen die de lesstof goed beheersen maken zelfstandig verrijkende opdrachten. De methode voorziet hierin met het Taalboek extra. Het gebruik van het regelboek De Wissel wordt hier ingebed in het lesprogramma. Alle leerlijnen staan hierin beschreven. Naast de lesboeken maken we bij de taallessen ook gebruik van computerprogramma’s, waarbij de leerlingen de lesstof nog eens extra kunnen oefenen of verdiepen op een visueel ondersteunde manier. De woorden die bij spelling worden geoefend komen ook terug in de taal/stellessen. 3.8.2 Spelling Bij de taalmethode ‘Taal Actief’ hoort het spellingwerk. Woorden en werkwoorden die gebruikt worden, zijn afkomstig uit de basiswoordenschat van de Nederlandse taal. Kennis van woorden en werkwoorden is nodig om met elkaar te kunnen communiceren. De woorden zijn ingedeeld in categorieën. Voor het oefenen van spelling wordt gebruik gemaakt van verschillende coöperatieve werkvormen. De ontwikkeling wordt per blok in kaart gebracht, aansluitend bij de bloktoets van taal. Alle leerlingen maken een signaaldictee dat bestaat uit drie onderdelen: spelling van onveranderlijke woorden, werkwoorden (gr. 7 en 8) en een zinsdictee. Aan de hand van de resultaten van deze dictees wordt aan de leerlingen die dit nodig hebben extra hulp en instructie geboden. De vorderingen van deze leerlingen worden aan het eind van het blok een tweede maal d.m.v. een controledictee getoetst om te kijken of zij de leerstof nu voldoende beheersen. Diverse computerprogramma’s en werkvormen helpen de leerlingen bij de spelling van
woorden. De leerlijnen zijn in het regelboek van De Wissel vastgelegd. 3.8.3 Stellen Bij het vak stellen leren de kinderen het schrijven van een verhaal. In groep 1 en 2 wordt dit met mondelinge opdrachten voorbereid. In groep 3 wordt in januari met stellen begonnen. De kinderen hebben een apart stelschrift voor dit taalonderdeel. In groep 3 t/m 8 staat stellen als vak apart op het rooster. De opdrachten van Taal Actief zijn meestal rondom een thema gevormd. Er worden verhalen geschreven naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis (b.v. Kerstfeest, moederdag, schoolreis) of er wordt vanuit de methodeopdracht gewerkt. Bij het vak stellen wordt gebruik gemaakt van een stelwijzer. Deze stelwijzer helpt de leerling stap voor stap een stelopdracht vorm te geven. Daarnaast worden de criteria waaraan een opdracht moet voldoen vooraf verwoord. Een leerling kan op deze manier doelgericht werken. Om een correcte stelopdracht vorm te geven, is zelfcontrole van het gemaakte werk een belangrijke stap in het proces om tot een goed eindproduct te komen. Stellen staat als vak apart vermeld op het rapport. Voor groep 3 wordt op het tweede rapport een eerste beoordeling gegeven.
3.8.4 Schrijven In de groepen 1 en 2 wordt het voorbereidend schrijven geoefend met de methode Schrijven in de basisschool om de grove en de fijne motoriek te ontwikkelen. In de groepen 3 - 8 gebruiken we de methode “Pennenstreken”. Deze methode sluit voor groep 3 aan bij de taal-/leesmethode Veilig leren lezen. Zo wordt ervoor gezorgd dat de leerstof voor het ontwikkelen van deze basisvaardigheden naadloos op elkaar aansluit en dus voor de leerlingen betekenis en herkenbaarheid heeft. Het aanvankelijk schrijven gebeurt in de groepen 3 en 4. De kinderen leren daar, naast een goede schrijfhouding, papierligging en pen- en
15
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
potloodhantering ook letters, cijfers en het aan elkaar schrijven. In groep 3 worden de woorden, die aangeleerd zijn tijdens de leeslessen, ook in de schrijflessen aangeboden. Het voortgezet schrijven gebeurt van groep 5 tot en met 8. Het temposchrijven wordt vanaf groep 6 in deze fase geoefend en ontwikkeld. Het blokschrift wordt aangeleerd in groep 7 en 8. We streven ernaar om op deze manier de kinderen een goed leesbaar handschrift aan te leren zodat ze dat ook in een acceptabel tempo kunnen gebruiken.
3.8.6 Begrijpend lezen In groep 3 wordt er binnen de methode Veilig Leren Lezen ook geoefend in begrijpend lezen. In de groepen 4 -8 gebruiken we de begrijpend leesmethode Goed Gelezen, in de groepen 7 en 8 aangevuld met actuele lessen uit Nieuwsbegrip. In groep 4 beginnen we met begrijpend lezen wanneer er in de groep voldoende technisch leesniveau is behaald. Het streven is dat dit doel behaald is na de voorjaarsvakantie. De werkwijze en thematiek van deze methode is toegankelijk voor leerlingen in de middenbouw en de toetsing van de lessen sluit goed aan bij de aangeboden leerstof.
3.8.5 Technisch lezen In groep 1 en 2 worden prentenboeken voorgelezen. Ook in de mediatheek wordt er veel door de kinderen zelf “gelezen”. Het aanvankelijk lezen begint o.a. met letterkennis. De letterkennis wordt vergroot door dit systematisch aan te bieden en per dag ruimte te bieden voor oefening. Hiervoor wordt de lettermuur ingezet, worden ankerversjes aangeboden, letterbeelden opgehangen, klankgebaren geoefend en wordt met voelletters gespeeld die het visuele beeld verrijken.
Het aanleren van verschillende leesstrategieën aan de hand van een vast stappenmodel staat in deze methode centraal. Kinderen leren zo hun eigen kennis aan te wenden om conclusies te trekken. Ze leren de hoofdgedachte van een tekst onder woorden te brengen en strategisch te zoeken naar bepaalde informatie.
In groep 3 wordt gewerkt met de methode Veilig leren lezen voor aanvankelijk lezen waarbij we de kinderen gedifferentieerd en zelfstandig laten werken. Ook spelling en begrijpend lezen zitten in deze methode. In de groepen 4 -6 werken we met de methode Estafette. Deze methode wordt ook ingezet voor de zwakkere lezers uit de groepen 7 en 8. In de lesroosters is structureel tijd ingeruimd voor het technisch lezen. We streven ernaar dat de leerlingen de doelen voor dit vak bereiken, omdat correct lezen voor een heleboel andere vakken een erg belangrijke vaardigheid is. Niet alleen correct maar ook vlot kunnen lezen is belangrijk voor begrijpend lezen. Vooral voor de zwakkere lezers blijft het oefenen, zowel op woord- als op tekstniveau, een belangrijk onderwijsdoel. De differentiatie binnen de methode Estafette heeft het volgende uitgangspunt: zwakke lezers krijgen veel instructie op hun eigen niveau en meer leertijd. Om voor elke leerling de juiste materialen en aanpak te bepalen wordt gebruik gemaakt van twee toetsen: de AVI-toets (tekstlezen) en de Drie Minuten Toets (woordlezen).
De leerstof wordt in blokken aangeboden. Hierbij is aan het begin van elk blok een visueel overzicht voor de leerlingen opgenomen waarin ze zien welke nieuwe vaardigheden ze gaan leren of welke vaardigheden er herhaald en geoefend worden. De methode biedt zowel instructielessen waarbij kinderen veel gelegenheid hebben om te leren van elkaars denkprocessen als van zelfstandig te maken werklessen op verschillende niveaus. 3.8.7 Woordenschat Voor het goed kunnen begrijpen van mondelinge en schriftelijke taal is een goede woordenschat essentieel. Ook voor het zelf goed kunnen verwoorden, zowel in de mondelinge als schriftelijke communicatie is een uitgebreide woordenschat van groot belang. Om de woordenschat uit te breiden en de zinsbouw te verbeteren, vormt het onderwijs in woordenschat een wezenlijk deel van ons lesaanbod. In de onderbouw worden deze lessen aangeboden o.a. door middel van spelletjes, gesprekken aan de hand van praatplaten of prentenboek en door voorlezen. Vanaf groep 4 maken we gebruik van materiaal dat bij de taalmethode Taal Actief hoort. Vanaf de groepen 5 wordt er bewust gewerkt aan het leren begrijpen van begrippen uit de wereldoriënterende vakken. Zeer belangrijk is ook dat u als ouder hierbij betrokken bent. Praten over moeilijke woorden en hierdoor de kennis vergroten, voorkomt achterstanden. De kinderen uit de groepen 1 t/m 4 krijgen meerdere keren per jaar een themakaart met nieuwe begrippen mee. De kinderen uit de hogere groepen krijgen via het huiswerk van de wereldoriënterende vakken begrippenlijsten mee
16
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
naar huis. Wij waarderen het zeer als u met uw kind hiermee thuis aan de slag gaat. 3.8.8 Rekenen Op De Wissel werken wij vanaf het schooljaar 2013-2014 met de nieuwe versie van de methode Pluspunt, de meest gebruikte methode van Nederland. Pluspunt pakt de goede dingen van het realistische rekenen, zoals het werken met modellen en grafieken, en combineert dit met het inoefenen van de rekenvaardigheden. De gebruikte oefenvormen zijn speels en gevarieerd en de vormgeving is eigentijds en gericht op het kind. Dit motiveert hen bij het rekenen. Het is een duidelijke methode die kinderen leert rekenen via een zorgvuldige, stapsgewijze opbouw van de lesstof met veel oefening en herhaling. Tijdens de lessen werken we tevens met de principes van Structureel Coöperatief Leren, waarbij kinderen met elkaar samen werken waardoor ze de leerstof nog beter inoefen en begrijpen. De methode biedt differentiatie op drie niveaus aan, wat inhoud dat het gemiddelde kind de basisstof maakt, de zwakke rekenaar maakt de opgaven van het minimumprogramma en de sterke rekenaar maakt de opgaven van het plusprogramma. Omdat de niveauverschillen, naarmate de basisschool vordert, verder toenemen, groeien de differentiatiemogelijkheden met de kinderen mee en zijn deze vanaf groep 6 nog verder uitgewerkt. Waar nodig zal de RT-leerkracht worden ingezet voor extra instructie aan zwakke leerlingen; de plusklas voorziet in extra instructie voor de sterke leerlingen. De methode is opgebouwd uit twaalf hoofdstukken per leerjaar, die elk onderverdeeld zijn in blokken van drie weken. In de derde week van ieder blok volgt er een toets en waarna verrijking of extra herhaling en instructie wordt aangeboden. Tevens wordt er ook nog één keer per rapportperiode een tempotoets afgenomen, die de mate van automatiseren meet. Via kwartaaltoetsen, die dezelfde vraagstelling als de CITO-toets rekenen hebben, wordt getoetst in hoeverre de grotere gehelen worden beheerst. In de groepen 7 en 8 wordt naast de rekenmethode gewerkt met ‘Blitsinformatieverwerking’. Leerlingen leren en oefenen aan de hand van deze methode vaardigheden als: kaartlezen, het hanteren
van naslagwerken en het lezen, interpreteren en invullen van gegevens in grafieken, schema’s en tabellen. 3.8.9 Godsdienstige vorming Ieder kind dat onze school bezoekt willen we een basis van waarden en normen meegeven, gebaseerd op en voortkomend uit de christelijke identiteit en traditie, liggend in het christelijk perspectief. Daarnaast willen we, vooral in de bovenbouw, aandacht schenken aan onze multiculturele samenleving, waarin met respect omgegaan wordt met andere godsdienstige opvattingen en gebruiken. Onze school gebruikt de methode Kind op Maandag. In de onder- en middenbouw is er een duidelijke vertellijn van de bijbelverhalen. In de midden- en bovenbouw staat naast het verhaal ook de beleving en de toepassing ervan in het middelpunt. Daarnaast zullen er in alle groepen liederen gezongen worden die bij het thema horen. Hiervoor is een schoolbundel met liederen samengesteld. Zo hopen we uw kind iets waardevols voor het leven mee te geven. 3.8.10 Sociale vaardigheden Vanaf groep 1 hebben wij sociale vaardigheden als vast onderdeel op het rooster staan. We vinden het zeer belangrijk, dat kinderen over een repertoire van goede vaardigheden op dit gebied beschikken. We werken met de Win-win aanpak. Ieder schooljaar starten we met klassenvergaderingen, maken groepsafspraken en afspraken over consequenties. Zo brengen we kinderen zo verantwoordelijkheidsgevoel bij. Om de omgang met alles dat op school speelt te duiden, maken we gebruik van een indeling in vier kernbegrippen. Alles wat je op school leert, kun je aan een van deze kernen koppelen. Zie par. 3.3. Als ondersteuning van onze lessen gebruiken we ook de methode ‘Leefstijl, sociaal-emotionele vaardigheden voor het Primair Onderwijs’. De methode heeft een duidelijke opbouw in thema’s. Zo wordt in de klas o.a. gepraat over: Welke emoties/gevoelens zijn er, hoe voel je je in de groep, hoe ga je met elkaar om, hoe los je ruzies op en hoe kun je respect opbrengen voor de gevoelens van anderen. In deze methode wordt veel aandacht besteed aan het voorkomen van pestgedrag. In de groepen 5 -7 worden sociodagen en sociokampen georganiseerd. Zie verderop in deze paragraaf. In de groepen 8 wordt gewerkt aan de hand van de boeken ‘50 Levenslessen in spelvorm’ en
17
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
‘Filosoferen met kinderen’. We besteden aandacht aan de specifieke behoeften en bijzonderheden van tieners op school en in de maatschappij. Belangrijk hierbij is natuurlijk aandacht voor de naderende overgang naar het voortgezet onderwijs. Tenslotte neemt de school deel aan de projecten ‘weerbaarheidtraining’ vanuit Sport Zeeland en Gemeente Vlissingen. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen te volgen maken we gebruik van het registratiesysteem ‘Zien’. Sociodag en sociokamp Ieder schooljaar organiseren wij voor de kinderen van de groepen 5 t/m 7, aan het begin van het schooljaar groepsvormende activiteiten tijdens de sociodagen en kampen. Er worden allerlei spelvormen georganiseerd, leerlingen voeren op school voorbereide opdrachten uit, en in de groepen 6 en 7 leren de kinderen ook samen een maaltijd te bereiden. De groepen 5 hebben een sociodag die tijdens de reguliere schooluren plaatsvindt, op locaties in de omgeving van de school. De groepen 6 beleven begin september een sociodag. De dag eindigt met het gezamenlijk op school bereiden en nuttigen van een maaltijd en een afsluitende groepsactiviteit. Voor de groepen 7 organiseren we een sociokamp met overnachting. In het schooljaar 2013-2014 gaan de kinderen naar Oostkapelle, alwaar we onze intrek nemen in groepsaccomodatie ‘Seeburgh’. ‘Seeburgh’ heeft een ruime keuken waar meerdere kinderen tegelijkertijd maaltijden kunnen bereiden; er is een grote eetzaal en recreatieruimte. De tuin aan de achterzijde en zijkant van het verblijf is aangrenzend en afgesloten. De omgeving aldaar biedt vele mogelijkheden tot het organiseren van activiteiten. Tijdens de sociokampen en sociodagen ontmoeten leerlingen en leerkrachten elkaar op een heel andere manier. Tijdens een intensief samenzijn wordt door middel van allerlei sociale activiteiten, zoals rollenspelen en energizers enz. het klassenverband hechter gemaakt. Het zijn zeker geen vrijblijvende dagen. Er wordt hard gewerkt, maar ook gespeeld en voor wat de kampen betreft ook maaltijden bereid. De maaltijden worden door de leerlingen zelf voorbereid, boodschappen worden door de
kinderen zelf gedaan en de kosten voor de maaltijd worden over de kinderen verdeeld. Kernwoorden tijdens het sociokamp zijn: verantwoordelijkheid, normen en waarden, zelfredzaamheid, jezelf prettig voelen en sociaal gedrag. De kosten voor het sociokamp voor het schooljaar 2013-2014 bedragen €22,50 en worden ieder jaar opnieuw vastgesteld. 3.8.11 Techniek Door middel van het Ontdek Kasteel wordt deelgenomen aan het landelijk project Verbreding techniek in het basisonderwijs. Het doel van het project is leerlingen vertrouwd te maken met techniek waardoor ze oplossingen kunnen ontwerpen en maken en gebruiken bij technische problemen Voorwerpen uit het dagelijks leven worden onderzocht en de werking ervan kan verklaard worden. 3.8.12 Engels Voor Engels wordt in de groepen 5-8 de methode ‘Take It Easy’ gebruikt. In het dagelijks leven krijgen de kinderen al te maken met Engels (televisie, radio, computers, muziek enz.). Leesvaardigheid, spreken, luisteren, zelfstandig leren en opzoekvaardigheid komen in deze methode aan de orde, zodat leerlingen de basis van de Engelse taal leren. In de lessen van ‘Take It Easy’ wordt dan ook aandacht besteed aan luisteren, uitspreken, spreken, schrijven en het lezen van Engels door middel van gevarieerde oefenvormen. Verdere pluspunten zijn het gebruik van het ActivBoard dankzij software en een native speaker. 3.8.13 Wereldoriëntatie Hieronder vallen de vakken verkeer, aardrijkskunde (inclusief topografie), geschiedenis en biologie. Deze vakken worden apart gegeven en er wordt vanuit een methode gewerkt. Bij alle vakken wordt er vanuit de belevingswereld van de kinderen gestart en zijn de lessen rondom een thema opgebouwd. In de groepen 6 -8 wordt iedere eerste les van het hoofdstuk door de kinderen geprestenteerd. Ook maken zij een werkstuk over het onderwerp volgens het principe van Boeiend Onderwijs. We maken hierbij nadrukkelijk gebruik van de expertise vanuit de medewerkster van de mediatheek. Tevens gebruiken we de mediatheekmaterialen. Na afloop van één of meerdere thema's is er een toets. Verkeer: Dit vak wordt in groep 1-7 gegeven aan de hand van de methode ‘Klaar over’. De
18
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
leerlingen van de groepen 7 doen zowel aan het theorie- als praktijkexamen verkeer mee.
vastgesteld. De school draagt voor een groot deel bij in de kosten. 3.8.14 Kunstzinnige oriëntatie Hieronder worden de volgende vakken verstaan: Tekenen: De school werkt met de methode ‘Uit de Kunst’. Zo komen kinderen in aanraking met allerlei verschillende technieken en materialen. De methode wordt aangevuld met gastlessen en projectkisten van het project ‘Taal van de Kunst’.
Aardrijkskunde: De lessen worden in groep 5 -8 gegeven vanuit de methode ‘Geobas’. Vanaf eind groep 5 speelt topografie een rol. In alle groepen speelt het thema zich af in de regio, streek, provincie, land of werelddeel. Geschiedenis: De lessen worden in groep 5 -8 gegeven vanuit de methode ‘Tijdstip’. In groep 5 wordt gestart met lessen over een thema vanuit de eigen leefwereld en eigen geschiedenis. Vanaf groep 6 verlopen de lessen chronologisch vanaf de prehistorie tot de 20e eeuw in groep 8. Natuur: Dit vak wordt in alle groepen gegeven. We werken sinds schooljaar 20132014 vanuit de kerndoelen en leerlijnen. Door de leerkrachten zijn boeiend onderwijs lessen samengesteld. Dit betekent dat de kinderen onderwijs krijgen dat past binnen de werkwijze van boeiend onderwijs. We halen de natuur de groep in, trekken er met regelmaat op uit en maken veel gebruik van beeldmateriaal en van systeemhulpmiddelen. (zie 3.1) Ervaringen van de kinderen m.b.t. mensen, dieren en planten uit hun eigen leefwereld spelen een belangrijke rol binnen deze lessen. Veldweek De groepen 8 gaan in september een midweek op Veldweek in Apeldoorn. De kinderen verblijven dan een aantal dagen op een van de centra van de Stichting Veldwerk Nederland, alwaar allerlei doe-activiteiten op het gebied van natuureducatie plaatsvinden. Deze sluiten goed aan bij de lessen op school. Vanzelfsprekend is er ook ruimte voor ontspannende activiteiten. In de week na afloop van de Veldweek wordt een kijkavond voor ouders georganiseerd. De bijdrage voor de ouders is 2013 € 170,per leerling en wordt ieder jaar opnieuw
Handvaardigheid: Ook voor handvaardigheid gebruiken alle groepen de methode ‘Uit de Kunst’. Deze methode wordt aangevuld met een techniekenlijst zodat kinderen zich zo breed mogelijk ontwikkelen op dit gebied. Muziek: We werken met de methode ‘Muziek moet je doen!’. Kinderen komen o.a. in aanraking met herkennen van de maat, toonhoogte en het aanleren van liederen. Dit gebeurt met behulp van instrumenten en audiovisuele hulpmiddelen. Drama: Deze activiteiten vinden plaats binnen jaarlijks terugkerende evenementen, zoals de Kinderboekenweek, de toneelvoorstellingen Podium De Wissel en de Sociokampen. Daarnaast is drama onderdeel van vieringen zoals Kerst en Pasen. Binnen de lessen sociale vaardigheden speelt drama ook een rol: Jezelf kunnen verplaatsen in een ander, jezelf kunnen uiten en een ander kunnen waarderen, zijn hierin belangrijke aspecten. We verzorgen ook danslessen in het kader van sociale vorming. 3.8.15 Bewegingsonderwijs We gebruiken de methode “Bewegingslessen in het basisonderwijs” en “Zapp-lessen”. Hieruit wordt voor het gehele jaar voor de groepen 3-8 een rooster gemaakt. Ook worden er spelen aangeleerd die worden gespeeld op de jaarlijkse sportdag. Deze wordt gehouden voor de groepen 5-8. De locaties waar de verschillende groepen de gymlessen volgen, worden vermeld in hoofdstuk 13. Voor afspraken m.b.t. kleding, schoeisel e.d. verwijzen wij u naar paragraaf 9.7. Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt het vanuit de gemeente geen subsidie meer verstrekt voor het schoolzwemmen en wordt dit niet meer georganiseerd. Wel neemt de school deel aan zwemactiviteiten op projectbasis. Dit houdt in dat leerlingen van de groepen 5 t/m 8 enkele keren per jaar per bus naar het Vrijburgbad gaan voor zwemgerelateerde activiteiten.
19
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
3.9 ICT Op De Wissel wordt het gebruik van computers binnen - en buiten de klas gestimuleerd. Op beide locaties heeft iedere groep minimaal twee computers in de klas en staan er meerdere computers in de hal. Deze computers bieden ondersteuning tijdens de lessen in de klas en worden ingezet voor computerlessen in de hal. Via de computer hebben we de mogelijkheid om op een meer eigentijdse manier met spelling, taal, rekenen en aardrijkskunde etc. bezig te zijn. Ook zorgleerlingen kunnen in een veilige omgeving oefenen op een moeilijk leerstofonderdeel. Het internet is met name voor de bovenbouw interessant; heel veel informatie kan gebruikt worden voor het zelf maken van werkstukken, zelfstandige opdrachten en presentaties. ICT binnen het onderwijs is altijd in ontwikkeling. Door de snelle ontwikkeling van het gebruik van de computer in de maatschappij, veranderen er ook veel zaken op dit gebied voor zowel leerlingen als leerkrachten.
3.9.1 Computers in de klassen We hebben in iedere groep de mogelijkheid om gebruik te maken van educatieve programma’s die op het netwerk of online beschikbaar zijn. Per leerjaar hebben we de doelen c.q. vaardigheden opgesteld. De computer wordt o.a. gebruikt als gereedschap voor het maken van het dagelijkse werk: tekstverwerking, toetshulpmiddel, leerinstrument en oefenmiddel. In de groepen werken de kinderen vooral met onderwijssoftware, die aansluit bij het bestaande lesmateriaal. Dit ondersteunt de gewone lessen met voor kinderen herkenbare illustraties en is een bekende manier van leerstofverwerking.
Voorbeelden van ICT-gebruik e-mailen (binnen en buiten school); gebruik van internet en de eigen schoolwebsite; informatie zoeken (werkstuk) op digitale encyclopedieën en op het internet (bijv. een werkstuk maken over de Romeinen en aan elkaar presenteren i.p.v. les uit boek en schrift maken); tekstverwerking/grafische toepassingen. Tijdens het werken met thema’s maken kinderen bijv. teksten, verslagen en werkstukken. Dit gebeurt op individueel en (klein) groepsniveau. Kinderen kunnen ook met een gerichte vraag op het internet zoeken. De kinderen maken gebruik van de educatieve mogelijkheden van het netwerk om: kennis te maken met de computer en verwerkingsprogramma’s; leerstof te oefenen en/of te verwerken; internet te raadplegen (werkstukken); extra werk te maken, naast de reguliere stof. 3.9.2 Afspraken computer en internetgebruik Door middel van afspraken met betrekking tot: het gebruik van de computer; besturing van de computer; tekstverwerking; informatie en communicatie (vaardigheden, internetgebruik, protocol voor kinderen en leerkrachten); willen we bovenstaande mogelijkheden realiseren. Samengevat zijn er voor het onderwijs van de toekomst, gericht op de nieuwe maatschappij ongekende mogelijkheden met ICT. ICT kan bij goed gebruik zorgen voor onderwijs op maat; ICT motiveert de leerlingen; ICT zorgt voor kwaliteit, daar de leerlingen op hun eigen niveau kennis kunnen vergaren, selecteren en verwerken. Wel willen we duidelijk stellen dat de ICT op zich geen doel is. Als school staan we voor de uitdaging om de nieuwe ICT mogelijkheden zinvol te integreren in de gangbare leerprocessen. ICT is belangrijk voor een school dat het onderwijs van vandaag wil richten op het functioneren van de leerlingen in de maatschappij van de toekomst. 3.9.3 Digitaal schoolbord Wij werken in alle groepen met digitale schoolborden. Dit schoolbord heeft veel voordelen. Enkele praktische voordelen zijn:
20
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
multimediale toepassingen, schoolcomputerprogramma’s tonen en uitleggen aan de kinderen; internet integreren in de lessen; televisie/dvd kijken op het bord; digitale bordsoftware, zodat wij kunnen schrijven op het digitale bord; grote digitale bibliotheek met afbeeldingen en bladzijden uit methodes.
3.10 Portfolio’s In alle groepen werken we met een portfoliomap. Deze 23-rings map op A4 formaat neemt uw zoon of dochter mee naar school in het jaar dat hij of zij op De Wissel komt. De map doet dienst als portfolio en gaat bij het verlaten van de school mee naar huis. In groep 1 -4 worden er elk schooljaar twee tekeningen aan de portfolio toegevoegd. In groep 5 bevat de portfolio tekeningen, boekpromotieverslagen en presentatie-verslagen. In de groepen 6 -8 worden er bovendien werkstukken aan de portfoliomap toegevoegd. Met de portfolio in handen hebben onze leerlingen (en ouders) aan het eind van hun schoolloopbaan een unieke terugblik op hun ontwikkeling op De Wissel. 3.11 Mediatheek
3.9.4 Skoolmates Op school is een ruim aanbod van Skoolmates aanwezig. Deze laptops zijn speciaal voor het onderwijs gemaakt en zijn gemakkelijk door leerlingen te gebruiken. De Skoolmates zijn in elke groep inzetbaar waardoor elke leerling een Skoolmate op zijn of haar tafel kan gebruiken en niet meer de klas hoeft te verlaten onder de les. Met de Skoolmates kunnen leerlingen op hun niveau oefenen met de educatieve software en worden de leerlingen begeleid door dit digitaal ‘schoolmaatje’. Doordat de Skoolmate een aanraakscherm heeft, worden de mogelijkheden eindeloos, te denken valt aan: oefenen van de schrijfletters; ontwikkelen van de fijne motoriek; zelf digitale tekeningen en mindmaps maken; werken met de computer zonder gebruik te hoeven maken van een muis, wat voor jonge kinderen interessant is.
In mei 2008 zijn twee mediatheken op De Wissel geopend. Bibliotheek Vlissingen heeft deze bibliotheekvestigingen binnen de school ingericht om diensten te kunnen aanbieden ter versterking van het taalonderwijs, leesbevordering en het aanleren van informatievaardigheden. Zij biedt dergelijke diensten aan vanuit het besef dat leesgedrag, leesplezier en kundig en kritisch omgaan met informatie, niet door incidentele bezoeken aan de bibliotheek te beïnvloeden zijn. Alleen jarenlange en goed gestructureerde begeleiding kan het niveau van begrijpend lezen, de motivatie om te willen lezen en de nieuwsgierigheid om goed met informatie te willen omgaan, duurzaam verbeteren. Twee leerkrachten van De Wissel zijn als leescoördinator betrokken bij het verder integreren van de mediatheek in het leesonderwijs en het uitbouwen van de mediatheek als informatiecentrum van de school. Naast de mediatheekjuf zijn er in de mediatheek enthousiaste hulpouders werkzaam; in de mediatheek van de Kleiweg zijn dat ook kinderen uit groep 7 en 8. Deze vrijwilligers helpen bezoekers in de mediatheek bij het zoeken naar een boek, lenen media uit, ruimen teruggebrachte media op en zorgen voor een uitnodigende uitstraling van de mediatheek, zowel onder, als na schooltijd, onder eindverantwoordelijkheid van de mediatheekjuf. De bibliotheek wil hulp bieden door in de school ondersteuning te bieden op het terrein van lezen, het benutten van allerlei bronnen als naslagwerken en het internet. Met een mediatheek in de school wordt de communicatie tussen school en bibliotheek optimaal en kan er precies worden
21
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
aangeboden wat leerkrachten, kinderen en ouders wensen. U en uw kinderen kunnen altijd een beroep doen op de mediatheekjuf voor het zoeken van een bepaald boek, een luisterboek of dvd, (extra) leesboekjes voor bepaalde leeftijden, boeken voor de spreekbeurt, werkstuk of boekenbeurt, of een (project)collectie voor de klas. Tevens wordt hulp bij het maken van werkstukken e.d. aangeboden. Ook na schooltijd is de mediatheek voor alle leerlingen geopend: De mediatheek Kleiweg is op maandag en donderdag van 15.15 uur tot 16.00 uur open en in de mediatheek Flamingoweg is elke dinsdag en vrijdag de mediatheekjuf aanwezig. Stap gerust een keer binnen; iedereen is van harte welkom bij mediatheek ‘De Wissel’.
In groep 5 wordt 1x per week huiswerk meegegeven in de blauwe huiswerkmap, die door de school wordt verstrekt. Het huiswerk kan bestaan uit opdrachten voor verschillende vakken (taal, spelling, rekenen of topografie). Ook moet er thuis gewerkt worden aan de boekenbeurt en de presentatie. In een overzicht: Gr. 4: 1x per maand tafelhuiswerk; regelmatig regelboek voor basisvakken. Gr. 5: 1x per week voor verschillende vakken, o.a. via het regelboek. Gr. 6: 2x per week voor de leervakken, regelmatig voor basisvakken via het regelboek; Gr. 7: 3x per week voor 1 leervak en 2 basisvakken, o.a. via het regelboek; Gr. 8: 4x per week, o.a. via het regelboek. Ook zullen er in de hoogste drie groepen, net als in groep 5, presentaties en boekbesprekingen thuis moeten worden voorbereid. Daarnaast staat ook het maken van een werkstuk nog op het programma. Er worden ook regelmatig huiswerkopdrachten meegegeven rond het ‘regelboekje’. U ziet dat mapje dus ook regelmatig mee naar huis komen en u kunt zelf zien hoe dat werkt. Overigens betekent het 1x per week hebben van huiswerk niet dat er maar 1x per week aan dat huiswerk moet worden gewerkt. De beste manier om zich de stof eigen te maken is er dagelijks enige tijd mee bezig te zijn. Daarom adviseren wij u als ouders uw kind te helpen door het huiswerk te plannen, samen door te nemen, na te kijken of te overhoren. Het is fijn dat u als ouder zo ook op de hoogte blijft van waar uw kind mee bezig is en wat de leerstof inhoudt.
3.12 Huiswerk Als basisschool bereiden we onze leerlingen zo goed mogelijk voor op het Voortgezet Onderwijs. Op het VO worden de leerlingen dagelijks geconfronteerd met het maken van huiswerk voor één of meerdere vakken. Wij beschouwen het omgaan met huiswerk op de basisschool dan ook bewust als een voorbereiding op het VO en niet als een doel op zich. Het leren plannen is belangrijk en uw kind krijgt via huiswerk de gelegenheid om zich goed op een toets voor te bereiden. In groep 3 wordt, indien wenselijk, leeshuiswerk meegegeven. Dit is niet structureel. Als opstapje voor het huiswerk wordt in groep 4 thuis in het tafelwerkschrift gewerkt. Dit wordt maandelijks ingeleverd. Ook krijgen kinderen het regelboek met hierin leerstrategieën mee naar huis.
Het huiswerk wordt in de groepen 5 en 6 op een agendablad genoteerd. Dit blad zit voorin de huiswerkmap. Het agendablad wordt door school verstrekt. In de groepen 7 en 8 wordt gebruik gemaakt van een agenda. Deze wordt aan het begin van het schooljaar door school aan de kinderen verstrekt. Het is zaak voor iedere leerling om zo goed mogelijk te leren werken en omgaan met de agenda. De agenda blijft een gemeenschappelijk document van de leerling, de leerkracht en de ouder(s). Het werken met een agenda heeft ook het voordeel dat het gemakkelijker is om gezamenlijk (klassikaal) aantekeningen te noteren. In groep 6 -8 staat het huiswerk genoteerd op het schoolbord. Wanneer een leerling tijdens het opgeven van huiswerk afwezig is, ziet hij of zij bij terugkomst op school het opgegeven huiswerk. Kinderen zijn ook medeverantwoordelijk voor het
22
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
opschrijven van het huiswerk. Het aanbod van het huiswerk in groep 8 wordt in de laatste periode van het schooljaar aangepast en sluit daardoor nauw aan bij de gemaakte schoolkeuze in het voortgezet onderwijs. Onze school biedt leerlingen de mogelijkheid om deel te nemen aan de huiswerkklas waar zij professioneel worden begeleid bij het maken en leren van het opgegeven huiswerk. Zie par. 3.13.2.
Alle groepen gaan eenmaal in de vijf jaar gezamenlijk op reis. Sociodag en sociokampen: Voor de groepen 5 t/m 7. Zie par. 3.8.10. Veldweek: Voor de groepen 8. Zie par. 3.8.13. Kinderboekenweek. Jaarlijks in oktober. Cursus Spaans: Voor plusleerlingen van de groepen 7 en 8, zie par. 4.4. Jaarlijkse sportdag voor de groepen 5 -8. Wij doen hier aan mee, om samen met andere kinderen een dag te sporten.
3.13 Activiteiten vanuit school 3.13 1 Activiteiten onder schooltijd Schoolreizen. De school heeft de visie dat een schoolreis voor ieder kind veilig, uitdagend, motiverend, educatief, enthousiast makend en explorerend moet zijn. Om deze visie gestalte te geven, is een aantal uitgangspunten geformuleerd: Beperkte kosten, voor zover mogelijk; Balans tussen educatieve activiteiten en attracties; Balans tussen afstand tot en mogelijkheden die de bestemming biedt; De bestemming moet mogelijkheden bieden voor zowel de diverse leeftijdsgroepen als interesses. De Wissel heeft daarom de schoolreizen in een vijfjaarlijkse cyclus opgenomen. Concreet komt het hier op neer: De groepen 1 en 2 gaan elk schooljaar een dagdeel op schoolreis. De bestemming ligt in de directe omgeving van de school. Indicatie kosten: € 15,De groepen 3 -6 gaan elk schooljaar op schoolreis. Voor het begeleiden van de schoolreis worden eerst de leden van de ouderwerkgroep en de hulpouders van de desbetreffende groepen gevraagd. Wanneer er teveel ouders zijn voor de begeleiding, dan wordt er geloot. Indicatie kosten: € 25,tot € 30,De groepen 7 en 8 maken aan het eind van elk schooljaar een excursie. Indicatie: € 15,-
Kerstfeest. In een tweejaarlijkse cyclus het ene jaar vieringen in en met de eigen groep, het andere jaar gezamenlijke vieringen met ouders en andere groepen. Vieringen vinden vaak in de avonduren plaats, maar zijn niet vrijblijvend. We beschouwen ze als een integraal onderdeel van de schoolidentiteit. Sinterklaas. De Goedheiligman bezoek alle groepen. De groepen 4 -8 maken surprises voor elkaar. De groepen 1 -4 zijn op de Sinterklaasmiddagen vrij; de groepen 5 -8 volgen een spelencircuit. Paasviering. De donderdag voor Pasen vieren we dit feest in de groepen. We ontbijten met de kinderen op school. Scholendienst. Jaarlijks wordt er een speciale kerkdienst georganiseerd waarbij deelname vanuit school centraal staat. In de dienst spelen kinderen een hoofdrol en wordt er gesproken over een thema dat aansluit bij de godsdienstlessen op school. Deze dienst vindt plaats in De St. Jacobskerk. Eindfeest. Dit feest vindt plaats op de laatste donderdag van het schooljaar, veelal op de locatie van de school, soms op een locatie in de buurt. Doel is dat kinderen uit verschillende leeftijdsgroepen gezamenlijk activiteiten ontplooien. Al deze activiteiten worden gecoördineerd door het team en/of de Ouderwerkgroep. Begeleiding van u als ouder is vaak essentieel om de activiteiten te kunnen laten plaatsvinden.
23
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
3.13 2 Activiteiten na schooltijd Sporttoernooien. Indien er voldoende belangstelling is en voldoende begeleiding van u als ouder, doen we aan de volgende schooltoernooien mee, indien deze worden georganiseerd: schooldammen, schoolschaken, schoolzwemkampioenschappen, schoolvoetbal en schoolkorfbal. Avondvierdaagse. De school begeleidt i.s.m. de ouderwerkgroep de leerlingen van groep 1 -5. Zij kunnen zich op school inschrijven. U als ouder blijft tijdens de Avondvierdaagse verantwoordelijk voor uw kind. Leerlingen van groep 6 -8 dienen door de ouders zelf te worden ingeschreven bij de organisatie ter plaatse.
3.14 Naschoolse activiteiten Dit zijn activiteiten die na schooltijd op de school worden verzorgd, maar niet vanuit de school worden georganiseerd. Ze vallen dus niet onder de verantwoordelijkheid van de school. Voor veel activiteiten geldt het voorbehoud dat de activiteit alleen bij voldoende aanmeldingen op een van de schoollocaties wordt georganiseerd. Het gaat hier om: De huiswerkklas. Leerlingen uit de groepen 6 t/m 8 kunnen wekelijks gebruikmaken van deze mogelijkheid. Ze worden begeleid in het indelen van de taken die ze als huiswerk hebben opgekregen. De agenda wordt bekeken en een plan van aanpak besproken. Ze krijgen zo nodig extra uitleg over lesstof. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld voor het maken van een werkstuk of het extra oefenen van topografietoetsen gebruik te maken van de computers en oefenprogramma’s op school. Deelname is niet vrijblijvend. Indien een leerling is opgegeven, is het ook de bedoeling dat de huiswerkklas wordt bezocht op de afgesproken dagen en tijdstippen. Het doel van de huiswerkklas is om de leerlingen te leren leren. De organisatie is in handen van het Zeeuws Huiswerkinstituut. Inschrijven en communicatie over huiswerk is de verantwoordelijkheid van u als ouder en gebeurt rechtstreeks met het ZHWI. De facilitering van de huiswerkklas, op dinsdag of donderdag tussen 15.30 en 16.15
uur, wordt grotendeels vanuit het schoolbudget bekostigd. Van de ouders vragen wij een bijdrage van €1,- per keer. Contactgegevens Ellen Poppe Coördinator Zeeuws Huiswerk Instituut Industrieweg 1a 4382 NA Vlissingen 0118-473548
[email protected] www.zhwi.nl Typecursus Het Zeeuws Huiswerkinstituut organiseert ook een cursus computertypen voor leerlingen van de groepen 6 t/m 8. Inschrijving gebeurt aan het begin van het schooljaar. Bij voldoende deelname volgt een tweede cursusronde in de tweede helft van het schooljaar. Indicatie kosten €150,-, inclusief examen. Zie voor de adresgegevens van het ZHWI hiervoor genoemd. Lessen Muziek Doe je Mee? (vh. AMV) De lessen worden verzorgd door de Zeeuwse Muziekschool. De groepen 3 krijgen hiervoor een uitnodiging. Het is fijn wanneer wij deze lessen op school kunnen geven. Het is voor u als ouder prettig, dat dit in onze buurt kan gebeuren. We hopen dan ook, dat veel ouders hier gebruik van maken, omdat muzikale vorming belangrijk is. Indicatie kosten: €160,-. ‘Opvoeden zo!’ en ‘Puber in huis.’ Deze cursussen voor ouders worden door de GGD georganiseerd. Ze worden niet gegeven, omdat we denken dat ouders niet kunnen opvoeden, maar juist om ouders te helpen bij opvoedingssituaties, die ze van tevoren niet hadden bedacht. Door er met elkaar over te praten, merk je dat je als ouder niet de enige bent met een opvoedkundig probleem. Bovendien is het erg leuk om over opvoeden van gedachten te wisselen en handige tips te krijgen. De gesprekken vinden plaats onder deskundige leiding.
4. Passend onderwijs Passend onderwijs wil zeggen dat scholen in een bepaalde regio samen verantwoordelijk zijn voor het bieden van een passend onderwijsarrangement voor iedere leerling die binnen deze regio wordt aangemeld. Iedere school heeft zo zijn of haar eigen specialiteiten, kennis, kunde en vaardigheden, waardoor er binnen de regio altijd een school te
24
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
vinden is waar ieder kind een optimale ontwikkeling kan doormaken.
getoetst. Deze vorderingen worden weergegeven op het rapport.
Om Passend Onderwijs bij ons op school tot haar recht te laten komen hanteren wij een aantal middelen om dit te bereiken. In dit hoofdstuk kunt u lezen welke middelen wij gebruiken om ervoor te zorgen dat onze leerlingen een passend onderwijsarrangement aangeboden krijgen.
De vorderingen van de kleuters worden op het rapport weergegeven door het plaatsen van kruisjes bij de diverse ontwikkelingsgebieden. De vorderingen van groep 3 -8 op verschillende leeren ontwikkelingsgebieden worden weergegeven in cijfers en met kruisjes.
4.1 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) De Wissel neemt deel aan het traject VVE, de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Dit project is ontwikkeld in samenwerking met de onderwijsbegeleidingsdienst en diverse schoolbesturen in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid. De VVE probeert de doorgaande lijn van peuterspeelzaal naar basisonderwijs te realiseren. Zij bereikt dit door de samenwerking tussen beiden te optimaliseren en de onderlinge communicatie te vergroten. In dit samenwerkingsverband zijn basisscholen uit Groot Lammerenburg, het consultatiebureau en twee peuterspeelzalen vertegenwoordigd. VVE past binnen onze de doelstelling om kleuters gericht te observeren en hun ontwikkeling te stimuleren met aandacht voor de mogelijkheden van het kind. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling In de onderbouw worden de leerlingen enkele malen getoetst op het gebied van (voorbereidend) rekenen en taal. De voortgang in ontwikkeling wordt geregistreerd in Parnassys (computerprogramma). Daarnaast gebruiken we de Kijk!-registratie. Er zijn 17 ontwikkelingslijnen te onderscheiden waarop gegevens worden verzameld d.m.v. observatie. In alle groepen worden CITOtoetsen afgenomen. Hierover leest u straks meer. Op onze school worden de vorderingen van de kinderen ook nog op andere manieren
De toetsing van de leer- en vormingsgebieden gebeurt als volgt: Technisch lezen In de groepen 3 -8 wordt gebruik gemaakt van de AVI en DMT-toetsen. Hierdoor wordt het leesniveau van het kind bepaald. Begrijpend lezen In groep 3 zijn er toetsen binnen de methode Veilig Leren Lezen. In de groepen 4 -8 gebruiken we de toetsen uit de begrijpend leesmethodes Goed Gelezen en Nieuwsbegrip. Taal/spelling In groep 3 zijn er de controletaken van de methode Veilig Leren Lezen. De herfst-, winter-, lente- en zomersignalering spelen daarnaast een belangrijke rol. Vanaf groep 4 vinden de toetsen voor taal vanuit de methode Taal Actief plaats, na afloop van een thema. De toetsing van spelling wordt afgenomen via signaaldictees en controledictees. Stellen De beoordelingscriteria komen vanuit de stelwijzer. We beoordelen met cijfers. Rekenen De toetsing bij rekenen vindt plaats via de methode Pluspunt. Tevens wordt er tijdens elke rapportperiode de TempoToets Rekenen afgenomen die de mate van automatisering van de leerling meet. Schrijven Dit wordt beoordeeld via de schrijfmethode, maar de schrijfnetheid bij andere leergebieden wordt ook meegenomen bij de beoordeling, evenals de algehele werkverzorging. Wereldoriëntatie Groep 3 en 4: beoordeling op interesse. Groep 5: 1e en 2e rapport: beoordeling in termen van goed, voldoende, matig. Het 3e rapport wordt beoordeeld met een cijfer. Groep 6 -8: beoordeling via een cijfer door het afnemen van toetsen uit de methodes. 4.3 CITO-Leerlingvolgsysteem Naast methodetoetsen en andere instrumenten die de ontwikkeling van kinderen volgen, toetsen we de vorderingen ook op een methode onafhankelijke wijze.
25
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
In alle groepen worden toetsen van het CITO Leerlingvolgsysteem afgenomen. Dit betreft: in groep 1-2: rekenen voor kleuters, taal voor kleuters; in groep 3-8: DMT toets woordlezen, AVI toets tekstlezen, woordenschat; rekenen/wiskunde, begrijpend lezen, spelling; in groep 7-8: werkwoordspelling; in groep 6-7: Entreetoetsen (zie par. 4.3.1). Met dit leerlingvolgsysteem krijgen we betrouwbare informatie over de voortgang van het leerproces. We kunnen hierdoor tijdig signaleren en verantwoorde beslissingen nemen om de ontwikkeling van de kinderen optimaal te laten verlopen. We kunnen ook constateren of we schoolbreed op koers liggen of maatregelen moeten nemen om de kwaliteit te blijven waarborgen. Het Cito-Leerlingvolgsysteem bestaat uit een op elkaar afgestemde serie pakketten voor de basisvaardigheden. Drie kernbegrippen zijn erg belangrijk en gelden voor elke toets: Signaleren: De toets wordt afgenomen. De resultaten geven een goed beeld van de leerlingen afzonderlijk en van de groep als geheel. Analyseren: We zien welke leerlingen minder vooruitgang tonen dan we mogen verwachten. We vinden oorzaken. Handelen: We stellen acties op en leggen dit vast in een plan. Omdat we het belangrijk vinden dat u als ouder ook op de hoogte bent van de ontwikkeling van uw kind t.o.v. ‘het gemiddelde kind’, treft u de resultaten van deze methode-onafhankelijke toetsen bij het tweede en derde rapport als bijlage aan. We evalueren onze wijze van toetsen jaarlijks. Daarbij kijken we naar de opbrengsten van deze toetsen op leerlingen, groeps- en schoolniveau. Ook kijken we naar de hoeveelheid toetsen en kiezen zonodig voor een uitbreiding of een wijziging van het toetsaanbod. 4.3.1 Cito Entreetoetsen In groep 6 en 7 worden in de laatste periode van elk schooljaar de Entreetoetsen afgenomen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar worden de resultaten van de Entreetoets van alle individuele leerlingen besproken.
Indien nodig, worden er zorgplannen opgesteld. Dit kan ook gelden voor een groepje leerlingen. Daarnaast worden ook de resultaten per groep bekeken. Zo krijgen we als school een beeld van de kwaliteit van ons onderwijs. Als veel kinderen bij een bepaald vakgebied laag scoren, weten we dat we ons onderwijsaanbod moeten bijstellen. We kunnen dan dat vak vaker aan bod laten komen, ander oefenmateriaal zoeken of de manier van aanbieden analyseren. Op deze manier kunnen hiaten in de ontwikkeling van (een groep) leerlingen op tijd worden gesignaleerd. Er kan dan, als dat nodig is, direct actie worden ondernomen om op die manier de ontwikkeling van de leerlingen zo optimaal mogelijk stimuleren.
Omdat we het belangrijk vinden dat ook kinderen en ouders een reëel beeld mogen hebben van het niveau van presteren, worden de uitslagen van de Entreetoetsen in de week van de informatieavond aan de kinderen meegegeven, voorzien van een begeleidend schrijven. Bovendien wordt het uitslagformulier op de informatieavond van groep 7 en 8 toegelicht.
4.3.2 School Eind Onderzoek In groep 8 geeft de school een advies over het te volgen onderwijs na de basisschool. Naast het schooladvies is de school verplicht een schoolonafhankelijk advies mee te nemen. Onze school gebruikt het School Eind Onderzoek (SEO) hiervoor. Zie voor meer informatie paragraaf 4.5. 4.4 Handelingsgericht werken (HGW) Handelingsgericht werken heeft als doel de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren en de begeleiding af te stemmen op alle leerlingen. Elke leerkracht verzamelt gegevens van iedere individuele leerling uit zijn of haar klas in een groepsoverzicht. Hierin benoemt de leerkracht ook de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Op basis hiervan stelt de leerkracht een groepsplan op. Hieronder geven we de vijf verschillende zorgniveaus weer waarin omschreven staat hoe wij als school de begeleiding aan leerlingen vormgeven. Zorgniveau 1: algemene preventieve zorg in de groep De leerkracht geeft kwalitatief goed adaptief onderwijs aan een groep leerlingen en realiseert een positief werkklimaat.
26
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Zorgniveau 2: extra zorg in de groep De leerkracht besteedt extra zorg aan één of meerdere leerlingen die op grond van o.a. toetsgegevens, observaties en registraties de leerstof nog niet in voldoende mate beheersen, erg hoog scoren of gedragsmatig opvallen. De leerkracht stelt hiervoor een groepsplan op. Zorgniveau 3: Speciale zorg uitgevoerd of ondersteund door zorgspecialisten in de school Er wordt op basis van leerresultaten vastgesteld welke kinderen ernstige leeren/of gedragsproblemen hebben. Aan deze leerlingen wordt, voor een periode van minimaal 3 maanden en maximaal een half jaar intensieve hulp geboden, waarbij gewerkt wordt met behulp van handelingsplannen. De zorgspecialist(en) geeft waar mogelijk in en/of buiten de groep extra hulp en ondersteuning. Zorgniveau 4: Speciale zorg met behulp van externen Wanneer de school zelf onvoldoende kan afstemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling, dan kan een leerling worden aangemeld: a. voor Handelings Gerichte Procesdiagnostiek; b. bij de Zorgcommissie voor verder onderzoek of ondersteuning; c. bij een particulier onderzoeksbureau voor hulp en/of onderzoek. Zorgniveau 5: Bovenschoolse zorg Wanneer de geboden zorg op school voor de leerling niet toereikend blijkt te zijn, zijn we gekomen op het niveau van bovenschoolse zorg. De leerling wordt dan, na zorgvuldig overleg met de ouders, aangemeld bij de PCL. Dit is de commissie die uitspraak doet over een plaats in het speciaal basisonderwijs. Twee keer per jaar bespreken de groepsleerkracht en de intern begeleider het groepsoverzicht. Deze bespreking wordt altijd vooraf gegaan door een groepsbezoek
door de intern begeleider. De toetsgegevens en informatie van de leerkracht vormen aanleiding voor het opstellen van groepsplannen die in de klas worden uitgevoerd. 4.4.1 HandelingsGerichte ProcesDiagnostiek (HGPD) Een orthopedagoog, die verbonden is aan onze school, komt om de 6 tot 8 weken op school en voert gesprekken met de leerkracht over leerlingen waarbij het moeilijk is om goed af te stemmen op de onderwijsbehoeften. HGPD heeft als doel dat de leerkracht de volgende dag met de betreffende leerling aan de slag kan. Het is ook mogelijk dat uit de gesprekken een vraag naar verder onderzoek voortkomt. 4.4.2 Ontwikkelingsperspectief Wanneer de school het vermoeden heeft dat de einddoelen van het basisonderwijs niet gehaald kunnen worden, stelt de school een ontwikkelingsperspectief voor de leerling op. Een ontwikkelingsperspectief wil zeggen dat het onderwijs voor deze leerling op zijn of haar niveau wordt aangepast. Er wordt een plan gemaakt waarin gestreefd wordt naar het niveau waarvan de school denkt dat gehaald kan gaan worden. Wanneer blijkt dat de leerling en/of de ouders niet willen meewerken aan de extra begeleiding die de school aanbiedt c.q. niet gemotiveerd zijn, kan de school niet langer investeren in extra hulp aan deze leerling. Ook in dit geval wordt een overeenkomst opgesteld waarin dit wordt vastgelegd. 4.4.3 Leerlinggebonden financiering Op basis van de wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een gedragsprobleem en/of leerprobleem functioneren binnen het reguliere basisonderwijs. Voor deze leerlingen is het mogelijk om, via de school, een LGF budget aan te vragen. Wordt deze aanvraag goedgekeurd, dan krijgt de school een bepaald budget voor deze leerling toegewezen. De school is vrij hoe dit budget te besteden, zolang het maar ten goede komt aan de leerling. Per 1 augustus 2014 vervalt het LGF-budget en zal de financiering overgaan in de Wet voor Passend Onderwijs. Het beleid van onze school is gericht op onderwijs aan kinderen met verschillende onderwijsbehoeftes. De ouders die bij ons op school een kind met een gedrags- en/of leerprobleem of beperking aanmelden, zullen we vanuit die positieve intentie benaderen. Dat wil zeggen dat we zo nauwkeurig mogelijk zullen nagaan wat de mogelijkheden van onze school
27
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
zijn voor het geven van onderwijs aan hun kind. De mogelijkheid bestaat echter ook, dat bij de aanmelding van hun kind blijkt dat we onvoldoende kunnen afstemmen op de onderwijsbehoeften van uw kind. Op dat moment zullen wij ouders hierover informeren. 4.4.4 Inclusief onderwijs Inclusief onderwijs gaat ervan uit dat alle kinderen, dus ook kinderen met een beperking, naar de gewone school in de buurt gaan en dat alle variëteiten in de samenleving elkaar dus tegen komen binnen een school. We bieden de mogelijkheid dat kinderen met begeleiding vanuit Arduin op De Wissel integreren. De kinderen draaien zoveel mogelijk mee in de stamgroep op school. Daarnaast hebben ze ook een eigen ruimte binnen het gebouw. We gaan altijd uit van het belang voor het kind. Dit kan ook betekenen dat een leerling beter op zijn plaats is in een andere onderwijsvorm dan in het reguliere basisonderwijs. 4.4.5 Onderwijs aan meer of hoogbegaafde kinderen “Een kind is (hoog)begaafd wanneer het op school uitzonderlijke prestaties levert of wel in staat moet worden geacht om uitzonderlijke prestaties te leveren. Wanneer het om jonge kinderen gaat, dus om kleuters, spreken we liever over ontwikkelingsvoorsprong, omdat jonge kinderen een sprongsgewijze ontwikkeling doormaken.” Op deze definitie is ons onderwijs aan meeren/of hoogbegaafde kinderen gegrondvest. Daarnaast is onze onderwijsvisie dat we uit alle kinderen willen halen wat erin zit. Dit samengenomen levert als resultaat op dat wij kinderen die meer aankunnen dan de basisleerstof de mogelijkheid tot uitdaging bieden. Daarom kiezen wij ervoor basisleerstof per dag en per vak te versnellen. Dit gebeurt over een langere periode. Omdat de basisstof versneld aangeboden wordt, blijft er tijd over voor de zogenaamde verdieping en verrijkingsstof. Onder verdieping van de leerstof verstaan we: Het dieper op de aan de orde zijnde onderwerpen ingaan.
Onder verrijking verstaan we: nieuwe leerstof, met een probleemoplossend karakter en/of een leerelement op basis van interesse, naast de reguliere stof. De verdieping en verrijkingsstof samen vormen het zogenaamde plusprogramma voor in de klas. Via de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, de methode gebonden toetsen en de kennis van de leerkracht over het functioneren van het kind in de klas, kunnen we analyseren of en wanneer een kind in aanmerking komt voor het plusprogramma. Daarnaast beschikken wij over het SIDI-3 protocol. Dit protocol geeft aan of het kind mogelijk meer- of hoogbegaafd is. Onze school beschikt over een eigen plusklas. Deze plusklas is voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben dan het plusklasprogramma in de klas kan bieden en wordt vormgegeven door een gespecialiseerde leerkracht. Deze heeft de benodigde kennis en vaardigheden om aan te sluiten bij de ontwikkeling en de hiaten in de ontwikkeling van de (hoog)begaafde leerling. In de plusklas wordt thematisch gewerkt. De thema’s die aan bod komen zijn algemene thema’s waarbinnen veel differentiatie mogelijk is. Daarbij wordt rekening gehouden met de aangeboden thema’s binnen reguliere vakken in de klas. Meer of hoogbegaafde leerlingen hebben over het algemeen veel moeite met het leren leren en vertonen hiaten in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Daarom bieden wij leerlingen in de plusklas vaardigheden aan waarmee ze hun eigen leerstijl kunnen ontdekken en begeleiden wij hen in het toepassen van die eigen leerstijl. De groepsleerkracht en de leerkracht van de plusklas hebben minimaal twee keer per jaar overleg over de kinderen die in de plusklas geplaatst zijn. Ook de intern begeleider is betrokken bij het functioneren van een kind in de klas en in de plusklas. Cursus Spaans: Voor plusleerlingen van de groepen 7 en 8, wordt onder schooltijd een taalcursus Spaans verzorgd, om deze leerlingen extra uitdaging te bieden. De docent is van buitenaf aangetrokken om deze lessen te kunnen bieden. De leerkracht geeft, in overleg met de intern begeleider, aan welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen. Voor meer informatie over ons onderwijs aan meer- en/of hoogbegaafde leerlingen verwijzen wij u naar het beleidsstuk dat hierover geschreven is.
28
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
4.5 Traject naar het voortgezet onderwijs Het traject over de verwijzing van leerlingen van groep 8 naar het voortgezet onderwijs ziet er als volgt uit: Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar, worden de ouders geïnformeerd over de diverse vormen van voortgezet onderwijs en het te volgen traject. In de loop van het cursusjaar worden de leerlingen voorgelicht over de diverse vormen van Voortgezet Onderwijs. Indien op basis van leerresultaten zeer aannemelijk is dat een verwijzing naar het Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) het beste advies is, worden ouders hierover ingelicht in de maand november of december. Halverwege het schooljaar verzorgen de CSW (Christelijke Scholengemeenschap Walcheren) en het Scheldemond College, een informatieavond voor ouders en leerlingen, waarop uitleg gegeven wordt over de structuur van het Voortgezet Onderwijs. Ook organiseren de scholen Open Dagen voor ouders en kinderen en heeft men websites met alle relevante informatie. In maart van het schooljaar krijgen de leerlingen van groep 8 een verwijzingsadvies naar het voortgezet onderwijs. Dit advies kent twee onderdelen: Het advies van de school Dit is het belangrijkste deel van het advies. De leerkracht kijkt naar de geleverde resultaten door leerlingen op het gebied van de aangeboden leerstof. Daarnaast wordt er gekeken naar de werkhouding, motivatie en schoolse vaardigheden. Het CITO leerlingvolgsysteem geeft ter completering een beeld van de leerling over een aantal leerjaren. Op basis van deze informatie vindt er een schooladvies plaats. School Eind Onderzoek (SEO) Alle scholen zijn verplicht een onafhankelijke toetsing af te nemen, die voor alle leerlingen verplicht is. Het SEO meet de prestaties van ieder kind in taal, rekenen en studievaardigheden. Verder omvat deze toets ook een intelligentie-onderzoek en een persoonlijkheidsonderzoek. Het SEO wil de talenten van leerlingen als uitgangspunt nemen. Scholen voor basis- en voortgezet onderwijs waarderen deze brede test positief, omdat deze toets het verschil tussen leervermogen (intelligentie) en leervorderingen zichtbaar maakt. Mogelijk
onderpresterende leerlingen kunnen zo worden opgespoord. Bovendien kan op schoolniveau worden bepaald of de school eruit haalt (de schoolvorderingen), wat erin zit (de intelligentie). De Onderwijsinspectie heeft het SEO opgenomen in het handboek voor de inspecteur voor de kwaliteitszorg van de scholen. Deze eindtoets heeft een flexibele afnametijd; wij kunnen deze zelf inplannen. In deze landelijk afgenomen toets worden zoals gezegd, de vaardigheden van de kinderen getest op het gebied van taal, rekenen en studievaardigheden. De uitslag wordt volgens gestandaardiseerde normen berekend. Op basis hiervan komt SEO met een uitspraak: naar welk schooltype gaan kinderen met de behaalde score gemiddeld heen. De scholen voor Voortgezet Onderwijs benoemen het genoemde schooltype als SEO-advies. De groepsleerkracht neemt dit advies mee in het eindgesprek. Als alle adviezen binnen zijn, worden ouders/verzorgers uitgenodigd voor het eindgesprek, waarbij de definitieve schoolkeuze wordt besproken. In diezelfde periode spreekt de leerkracht ook met de kinderen over hun ideeën en wensen. In het adviesgesprek met de ouders/verzorgers komen het advies vanuit school, vanuit SEO, de wens van de ouders en het kind aan bod. De aanmelding van de leerling naar de nieuwe school, gebeurt via de leerkracht. Deze zorgt dat alle aanmeldingen centraal worden verstuurd naar desbetreffende scholengemeenschappen.
5. De samenstelling van het team 5.1 Het team Op De Wissel is een team werkzaam, waarbinnen ieder zijn eigen functie en de daarbij behorende taken heeft. De directie bestaat uit de directeur en de adjunctdirecteur. Daarnaast is er op beide locaties een locatiecoördinator. Deze onderhoudt de contacten over de dagelijkse gang van zaken met leerkrachten en andere personen die op de betreffende locatie taken uitvoeren. De directie en bouwvertegenwoordigers vormen samen het managementteam. Zij bereiden vergaderingen e.d. inhoudelijk voor en begeleiden de beleidsprocessen binnen de school. Op subteamniveau wordt steeds ingezoomd op het optimaliseren van de wijze waarop het onderwijs vorm gegeven wordt.
29
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor het begeleiden van de kinderen in hun groep en het onderhouden van contacten met ouders. Daarnaast zitten zij in een aantal taakgroepen die zich bezighouden met de organisatie van bepaalde activiteiten en kwaliteitsbewaking van vakgebieden. De intern begeleider coördineert de leerlingzorg voor de gehele school. Zij begeleidt de leerkrachten in het optimaal afstemmen van het onderwijs in de groep. De remedial teacher is een leerkracht die leerlingen via handelingsplannen in of buiten de groep extra hulp geeft. De leerkracht van de plusgroep biedt extra zorg voor meer en hoogbegaafde leerlingen. De conciërge zorgt voor het onderhoud en een aantrekkelijk uiterlijk van de beide schoolgebouwen, schoolpleinen en tuin. 5.2 Vervanging bij ADV, BAPO en ziekte De ADV-dagen van alle groepsleerkrachten liggen in principe voor een heel jaar vast. Hierbij hebben we er rekening mee gehouden, dat alle leerkrachten die vervangen, dit zoveel mogelijk doen in vaste groepen en bij dezelfde collega’s. Een aantal oudere leerkrachten maakt gebruik van de BAPO regeling. Dat betekent dat zij minder werken. Ook hiervoor zijn vaste vervangers aangesteld. In geval van ziekte doen we uiteraard ons uiterste best om voor vervanging te zorgen. Als er in uitzonderlijke gevallen geen geschikte vervanger is, worden de leerlingen van de Kleiweg verdeeld over de overige groepen.Voor de groepen aan de Flamingoweg streven we ernaar altijd intern een oplossing te vinden zonder leerlingen te verdelen.
LIO-stagiaires zijn Leraren In Opleiding. Zij geven meerdere dagdelen per week les en voeren ook andere leerkrachtgebonden taken uit, zoals het bijwonen van vergaderingen, leggen van oudercontacten e.d. Deze activiteiten vinden altijd plaats onder verantwoordelijkheid van de begeleidend groepsleerkracht. Zij-instromers zijn mensen met een andere baan of werkervaring die graag in het onderwijs willen werken. 5.4 De scholing van leerkrachten In onze school vinden we kwaliteit belangrijk. Daarom volgt het team geregeld cursussen met elkaar. De komende jaren blijven we ons richten op Handelingsgericht werken (par. 4.4), Systeemdenken (par. 3.1) en Win-win (par. 3.3). Tevens zijn er teamleden die zich o.m. hebben gespecialiseerd als coördinator rekenonderwijs of coördinator leesbevordering of deskundige op het gebied van dyslexie. deskundige op het gebied van gedrag
6. Oudercontacten 6.1 Communicatie In de ideale schoolomgeving is er een hoge mate van veiligheid voor de leerling vanuit een hoge betrokkenheid van iedereen die in de onderwijssituatie een rol speelt. De leerling voelt zich uitgedaagd en heeft vertrouwen in eigen kunnen en zijn omgeving. Men heeft affiniteit met elkaar, weet over welke realiteit men praat en er wordt gecommuniceerd op basis van begrip en vertrouwen. Regelmatig echter lopen mensen tegen spanningen aan in de dynamische driehoek van:
5.3 Stagiaires De Wissel is oefenschool voor studenten van de Hogeschool Zeeland te Vlissingen, waar zij worden opgeleid tot Bachelor of Education (voormalig PABO). Dit betekent dat toekomstige leerkrachten geregeld opdrachten in de groepen uitvoeren. Sommige studenten komen wekelijks één dag in de groep, anderen een periode van een of meerdere weken. We kennen ook LIO stagiaires en zijinstromers.
Door miscommunicatie komen boodschappen “verknipt” over bij de ander. Hierdoor ontstaan onbegrip, wantrouwen en spanning en uiteindelijk is er de kans op een conflict. Het is duidelijk dat alle betrokkenen hiervan het slachtoffer zijn, zelfs als men dat niet direct zo ervaart.
30
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Er is een scala aan emoties waarmee men te maken krijgt. Door vast te blijven zitten in de eigen emotie en in de eigen beleefde realiteit ontstaat er vaak een strijd die tot niets leidt dan verdere miscommunicatie. Als mensen zich bewust zijn van hun eigen en andermans emoties, leren zij controle te krijgen over het gesprek met de ander. Het is niet nodig om altijd in de verdediging te gaan, de ander mag en kan ook gelijk hebben. Veel beter is het om goed en actief te luisteren, door te vragen en de ander te bevestigen dat men heeft gehoord en begrepen hoe die de situatie verstaat. Niet tegenover elkaar, maar samen met elkaar leert men naar een moeilijke situatie te kijken en daarvoor gezamenlijk oplossingen te zoeken. Ouders zoeken soms ook de oplossing door elkaar te bellen, waardoor de boodschappen soms nog onduidelijker worden. U kent vast het spelletje wel van een kring mensen, waar iemand aan het begin een woord krijgt en dit woord doorfluistert aan de persoon die naast hem zit en die vervolgens weer aan zijn buurman etc. Aan het eind zou het woord nog hetzelfde moeten zijn, maar bijna altijd is het woord vervormd en herkent niemand het meer. Dit gebeurt ook, wanneer niet direct na schooltijd op school naar de leerkracht gebeld wordt, maar het eerst door een circuit van mensen is geweest. De laatste keer dat dit gebeurd is, waren de leerlingen al lang weer bevriend met elkaar en waren de ouders nog bezig om het probleem op te lossen. Ons verzoek aan u is dan ook om bij onduidelijkheden of bij spanningen binnen de hiervoor geschetste driehoek, na schooltijd direct contact op te nemen met de leerkracht van uw kind of met de directie van de school. Door directe communicatie met elkaar is er minder miscommunicatie. Laten we in het belang van iedereen hier samen aan werken. 6.2 Informatiekanalen Een optimale basisschooltijd kan alleen dan tot stand komen als school en ouders/verzorgers nauw samenwerken op een basis van vertrouwen. De uitwisseling van wederzijdse informatie is hierbij onmisbaar. Vanuit De Wissel ontvangt u die informatie via:
6.2.1 De Uitwisseling Dit is de periodieke nieuwsbrief van De Wissel, welke u op het door u gewenste moment kunt lezen op de site www.perspectiefvlissingen.nl. Indien u in uw mailbox een melding wilt ontvangen dat er een Uitwisseling op de site is geplaatst, kunt u zich via een stappenplan op de site aanmelden. U ontvangt in uw mailbox dan om de paar weken een melding dat de nieuwe Uitwisseling op de site www.perspectiefvlissingen.nl te vinden is. U ziet hier de agenda voor de komende maand en andere algemene mededelingen vanuit de school. Indien uw mailadres wijzigt dient u uzelf opnieuw via de site aan te melden. Indien u de mailing wilt stopzetten, dient u zich ook via de site af te melden. De procedure staat daar vermeld. 6.2.2 Informatie per mail Indien de school informatie wil verschaffen over onderwerpen zoals betaalwijze schoolreis, opgave voor het meedoen aan speciale activiteiten e.d.of mededelingen specifiek voor een deel van de ouders, vindt dit plaats per mail. U dient ervoor zorg te dragen dat de school beschikt over een actueel mailadres. 6.2.3 De kennismakingsmorgen Op de eerste schooldag mogen ouders/verzorgers met hun kind meekomen om aan de hand van een spel kennis te maken met de lesmethodes, leeromgeving en leerkracht van hun kind. 6.2.4 De informatieavond Een aantal weken na de zomervakantie geeft elke groepsleerkracht uitleg over de leerstof van de desbetreffende groep. 6.2.5 Rapportbespreking Drie keer per jaar ontvangen alle kinderen van groep 3-8 een rapport. De ouders worden uitgenodigd de resultaten met de leerkracht te bespreken. Het tweede rapport wordt individueel met alle kinderen besproken. Uw kind wordt op deze manier bij zijn resultaten betrokken. De leerlingen krijgen vervolgens het rapport mee naar huis om het samen met hun ouders te bekijken en te bespreken. Zo kunnen de kinderen uw vragen over het rapport beantwoorden. Wanneer uw kind niet alles uit kan leggen of u heeft zelf nog gesprekspunten, kunt u zich opgeven voor dit rapportgesprek. Indien de leerkracht een gesprek wenst, wordt dit op de uitnodigingsbrief aangegeven. Groep 1 en 2 hebben twee rapporten, maar rond Pasen worden de ouders van de kinderen in deze groepen uitgenodigd door de groepsleerkracht voor een gesprek waarin de voortgang wordt
31
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
besproken van uw kind n.a.v. de Kijk!registratie en de Cito-uitslagen. Alle data van de rapportbesprekingen worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt. Op deze data wordt per leerling één keer gesprekstijd ingeroosterd. Wij vragen hiervoor uw begrip en medewerking. 6.2.6 Informatiemoment Voor iedere leerling kan, indien gewenst een informatiemoment buiten schooltijd op school worden aangevraagd. 6.2.7 Inloopspreekuur Elke maandagochtend van 8.30 tot 9.00 uur houdt de directeur een inloopspreekuur op de locatie Flamingoweg. U bent hier welkom voor zaken als: verlof buiten de schoolvakanties, bespreking van ideeën, problemen enz. Getracht wordt steeds om samen tot een goede oplossing te komen. Wij verzoeken u om deze dag en dit tijdstip te respecteren. Op dat moment is er tijd en aandacht om bovenstaande zaken met u te bespreken en op deze manier kunnen we dit samen bewaken. 6.3 Medezeggenschapsraad Basisscholen dienen de inspraak van ouders en leerkrachten goed te organiseren. Dat is een wettelijke verplichting. De Wissel heeft deze inspraak, die ook wel medezeggenschap wordt genoemd, goed geregeld. De zogenaamde Medezeggenschapsraad (kortweg: MR) bestaat uit zes leden, waarvan drie personeelsleden en drie gekozen personen die de ouders vertegenwoordigen.
zaken die hiermee te maken hebben. Jaarlijks komt de MR een vijftal keer bijeen om over diverse onderwerpen te vergaderen en indien nodig, haar instemming en/of advies te geven. Het gaat dan over onderwerpen zoals de formatie (hoeveel personeelsleden er op een school zijn), de vakantieregeling, financiën e.d. Verder denkt de MR mee over bouwzaken, aan te schaffen lesmethodes en de vaststelling van de schoolgids en het schoolplan. Het betreft altijd algemene zaken en geen individuele situaties waar de MR een uitspraak over doet dan wel mag doen. In De Uitwisseling zal een aantal keer verslag gedaan worden van de besproken onderwerpen in de vergaderingen. Heeft u vragen die de MR aangaan, dan kunt u haar bereiken via
[email protected]. Ook kunt u contact opnemen via de directeur. 6.4 Ouderhulp 6.4.1 De ouderwerkgroep Jaarlijks worden er onder en na schooltijd vele activiteiten georganiseerd waarbij praktische hulp onmisbaar is. We hebben op school ouders die praktische hulp bieden bij jaarlijks terugkerende activiteiten zoals Project, Kinderboekenweek, Eindfeest, hulp bij het gebruik van de computer, begeleiding bij excursies, begeleiding tijdens sportactiviteiten en hulp bij spelletjes in de onderbouw. Deze groep ouders ondersteunt de leerkrachten in het organiseren van activiteiten op onze school, niet via lange vergaderingen, maar juist doelbewust via het meedoen aan één of meerdere activiteiten op school.
Omdat De Wissel onderdeel is van de vereniging Perspectief, worden die belangen op verenigingsniveau ook behartigd in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (afgekort als: GMR). Eén van de ouders en één personeelslid vanuit de MR, participeren tevens als lid in de GMR van de vereniging Perspectief.
Aan het eind van ieder schooljaar kunt u in De Uitwisseling een uitnodiging voor een startbijeenkomst aantreffen, waarbij u zich voor het nieuwe schooljaar als lid van een van de activiteitengroepen kunt opgeven. Als u ouder bent van een nieuwe leerling, spreekt u gerust tegen de leerkracht uit dat u mee wilt helpen als hulpouder. U kunt dus zelf bepalen in welk deel van het jaar en aan welke activiteiten u wilt meedoen. Op deze manier kunnen we dankzij uw hulp veel activiteiten organiseren.
De GMR wordt vanuit het bestuur gefaciliteerd. De wijze van facilitering is opgenomen in het reglement dat in de bijlagenmap is ingevoegd.
In het betreffende schooljaar wordt een activiteitengroep door de coördinerende leerkracht bij elkaar geroepen. Gezamenlijk plannen ze de activiteit en verdelen de taken.
De MR geeft instemming en/of advies over onderwerpen die met het beleid van de school of de Raad van Bestuur te maken hebben en wordt tijdig geïnformeerd over
De Wissel kan rekenen op een grote groep enthousiaste ouders die veel tijd, energie en plezier steken in het organiseren van verschillende activiteiten en daar zijn we als school trots op.
32
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Als lid van de ouderwerkgroep maakt u het mede mogelijk dat er voor uw kind aantrekkelijke activiteiten worden georganiseerd. 6.4.2 Kiss en Ride Als school willen we ons inzetten voor een veilige verkeerssituatie om de school. Kiss and Ride hoort daarbij. De bedoeling hiervan is, dat ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen, tot het einde van de Flamingoweg doorrijden, daar hun auto keren om vervolgens de kinderen uit de auto te laten stappen bij het bord waar Kiss en Ride op staat.
op de weg, maar op de stoep. Als het erg druk is, kunt u uw fiets tegen het hek zetten en wachten aan het begin van het schoolplein en niet bij of voor de ramen van de lokalen. Bij de zij-uitgang aan de Kolibrisprenk geldt hetzelfde: Fietsers op het fietspad moeten een vrije doorgang houden. Voor het veilig vervoeren van uw kind of kinderen verwijzen wij u naar de richtlijnen van de ANWB. 6.4.3 Overblijfhulp Zie hiervoor par. 9.20 6.4.3 Luizenbrigade Zie hiervoor par. 9.13 6.5 Klachtenregeling
Bij dit bord bord staat dan een ouder (herkenbaar aan een hesje/jas met opdruk Kiss en Ride) die eventueel het portier opent en zorgt dat uw kind veilig het schoolplein oploopt. Dit voorkomt: onodige verkeersdrukte rond en bij de school; overlast voor de buurtbewoners. Voordelen : een veilige, snelle manier om uw kind(eren) naar school te brengen; minder drukte op straat voor de school, in het gebouw en in de lokalen. Wij willen u vragen om uw auto niet dubbel te parkeren bij de parkeervakken schuin tegenover de ingang van de school. Vaak staan ouders, die hun auto in een parkeervak hebben geplaatst, geblokkeerd door auto’s die later gekomen zijn. Dan hier nog enkele aanwijzingen/tips : Auto: Parkeer of rijd uw auto niet in het kleine straatje (Kolibriesprenk) naast de school. Die situatie is onoverzichtelijk! Wanneer u terug rijdt, kunnen kleine kinderen over het hoofd gezien worden. Dit kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Parkeer uw auto niet voor oprijlanen of parkeervakken in omliggende straten. Dit zorgt voor veel overlast voor omwonenden. Wilt u uw auto zo parkeren dat u het verkeer en met name ook de voetgangers op het trottoir, niet hindert. Fiets: Ouders die hun kinderen ophalen met de fiets, verzoeken wij niet te wachten
Het is mogelijk dat er gedurende het schooljaar klachten over het onderwijs ontstaan. We willen daarvan graag op de hoogte gesteld worden, want alleen dan kunnen we er iets aan doen. De procedure is als volgt: In eerste instantie overlegt u indien mogelijk altijd eerst met de betrokken leerkracht. De ervaring leert dat dit meestal afdoende is. Als uw klacht naar het oordeel van u of van de betrokken leerkracht niet naar behoren is opgelost, neemt u dan contact op met de directie. Deze zal bemiddelend optreden en zoeken naar een aanvaardbare oplossing. Als er naar uw oordeel geen aanvaardbare oplossing wordt gevonden, kunt u een klacht indienen bij de contactpersoon van de school. Deze zal uw klacht zorgvuldig behandelen en voorleggen aan de vertrouwenspersoon van het bestuur. Als bovenstaand traject geen bevredigende oplossing heeft gebracht, wordt uw klacht doorgestuurd naar de landelijke klachtencommissie van de Besturenraad Christelijk Primair Onderwijs (BCPO) waar ons bestuur zich bij aangesloten heeft. Deze klachtencommissie doet een voor alle partijen bindende uitspraak. Uiteraard hopen we dat deze procedure niet nodig zal blijken te zijn. We vertrouwen erop dat ouders en school eventuele problemen snel zelf op kunnen lossen. In de "Klachtenregeling Onderwijs" zijn procedures opgenomen met betrekking tot het indienen van klachten van algemene aard en van klachten over seksuele intimidatie of discriminerend gedrag. De "Klachtenregeling Vereniging Perspectief" ligt op school ter inzage en is opgenomen in de bijlagenmap.
33
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
De contactpersoon Klachtenregeling van De Wissel is: De heer John Lucieer Tel. 0118-626662 De heer Lucieer kan u, indien gewenst, in contact brengen met de vertrouwenspersoon van het bestuur.
dat ook in de beoordeling door de Inspectie wordt meegenomen. Hieruit blijkt dat onze leerlingen structureel bovengemiddeld scoren t.o.v. het gemiddelde. De opbrengsten laten ook zien dat leerlingen gemiddeld een hogere score halen op de component schoolopbrengsten in vergelijking met de component intelligentie. 35 30
7. De resultaten van ons onderwijs Als school dienen wij de opbrengsten van ons onderwijs verantwoorden aan de onderwijsinspectie. De opbrengsten van ons onderwijs komen op schoolniveau in beeld door de niet-methode-toetsen die door de kinderen gemaakt worden. De eindopbrengsten van ons onderwijs komen in beeld door School Eindonderzoek (de SEO toets) die de kinderen uit groep 8 maken. De tussenopbrengsten krijgen we in beeld door de resultaten van de Cito-toetsen die de groepen maken in het midden en aan het einde van het schooljaar. De opbrengsten worden door de onderwijsinspectie vergeleken met de normen die zij daarvoor hebben vastgesteld (voor scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie). Tot nu toe zijn de opbrengsten van onze school gelukkig voldoende ten opzichte van deze normen. Daarom vallen wij als school binnen het basistoezichtsarrangement dat de onderwijsinspectie toekent.
2008 25 2009 201020 201115 2012 10 2013 5 0
LWOO
VMBO-B/K VMBO-B/T
MAVO
MAVO/HAVO
HAVO
HAVO/VWO
VWO
7.2 Inspectierapport In april 2010 bracht de Inspectie een bezoek aan onze school, in het kader van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering. De inspecteur bezocht diverse klassen, sprak met bestuur, directie, teamleden en leerlingen en bestudeerde allerlei schooldocumentatie. Hieronder vindt u een verkorte weerslag van het inspectierapport , met gebruikmaking van de volgende waarderingen: 4= goed, 3= voldoende, 2= matig, 1= slecht, 5 = geen oordeel. Het volledige rapport kunt u teruglezen op: http://toezichtkaart.owinsp.nl/schoolwijzer.
Als school houden we de opbrengsten van ons onderwijs goed in beeld, we streven er ook naar om die goed te houden en waar dat nodig is te verbeteren. 7.1 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs In de tabel ziet u de uitstroom van de leerlingen van groep 8 naar het voortgezet onderwijs. Langs de verticale as van onderstaande tabel leest u af welk percentage van de leerlingen naar welke onderwijssoort gaat. De eindopbrengsten van De Wissel worden gemeten door middel van het School Eind Onderzoek. Door de resultaten van onze leerlingen te vergelijken met die van alle andere scholen in Nederland die deze toets afnemen, ontstaat een te vergelijken beeld,
34
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
en ter informatie gestuurd naar de bestuurder en naar de MR.
7.3 Kwaliteitszorg In ons schoolplan staat het beleid van onze school beschreven. Dit beleid is uitgewerkt in acties die in het meerjarenplan zijn opgenomen. Vervolgens wordt per jaar een jaarplan opgesteld, waarin de veranderacties staan beschreven. Een jaarplan komt als volgt tot stand: Ieder jaar wordt een aantal beleidsterreinen van de school geëvalueerd. We maken hiervoor gebruik van het programma Parnassys Integraal. Dit instrument voor kwaliteitszorg brengt in een dashboard verschillende aspecten van kwaliteit, waaronder opbrengsten en tevredenheid (ouders, leerlingen, leerkrachten) in beeld. Naar aanleiding van de evaluatie van het jaarplan, de punten die naar voren komen uit Parnassys Integraal, zaken uit de meerjarenplanning van het schoolplan en actuele ontwikkelingen wordt een nieuw jaarplan voor het volgende schooljaar opgesteld. Dit wordt besproken met het team
De kenmerken van kwaliteitszorg binnen de school zijn: De leerstof en methodieken voor de basisvakken worden via groepsplannen vastgelegd. Hierbij wordt rekening gehouden met de onderwijsbehoefte van de kinderen. Alle leerlingen worden met regelmaat getoetst, zowel via methodegebonden als via niet methodegebonden toetsen. Elke leerkracht registreert de vorderingen en ontwikkelingen van uw kind. Dit gebeurt volgens vastgelegde afspraken binnen het digitale registratiesysteem Parnassys. De leerkrachten overleggen binnen een vastgestelde cyclus en volgens vaste inhoudelijke afspraken over de ontwikkelingen van uw kind. Zowel op leerlingniveau, groepsniveau als schoolniveau worden de resultaten geëvalueerd en zo nodig worden er acties op een of meerdere niveaus vastgesteld en uitgevoerd. Het team werkt met kwaliteitsgroepen die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de diverse vak- en vormingsgebieden. Zij stellen standaarden op waaraan de vakinhouden dienen te voldoen. Via structureel overleg worden de vakinhoudelijke afspraken en werkwijzen geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Kwaliteitskaarten zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel. 7.3.1 Driehoeksmeting tevredenheid Ouders, leerlingen en leerkrachten hebben in 2009 een zogenaamde Driehoeksmeting ingevuld over de volgende kenmerken van onze school: a. Imago b. Identiteit c. Schoolbeleid/schoolcultuur d. De lessen e. De leerkrachten f. Pedagogisch klimaat en Veiligheid g. Samenwerking met ouders h. Middelen en voorzieningen De gemiddelde cijfers die uit de gescoorde vragenlijsten naar voren kwamen waren: Ouders: 7,53 Leerlingen: 7,68 Leerkrachten: 7,71 Naar aanleiding van een aantal aanbevelingen heeft de school onder andere de volgende acties ondernomen: Via de leerlingenraad en kringgesprekken nadrukkelijk aandacht schenken aan het gegeven dat zowel leerlingen als leerkrachten
35
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
samen verantwoordelijk zijn voor een goed klassenklimaat. Via De Uitwisseling aandacht geven aan het cultuuraanbod dat de school heeft. Aantrekkelijker maken van de schoolpleinen Gedeeltelijke vernieuwing van toilet-units. 7.3.2 Cijfers m.b.t. specifieke zorg In navolgende tabellen zijn de aantallen weergegeven m.b.t.: het speciaal basisonderwijs (tabel 1); de leerlingen met een ‘rugzakje’ (tabel 2).
Tabel 1: Schooljaar 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
Aantal lln. naar SBAO 8 4 4 2
Tabel 2: Schooljaar 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
Aantal lln. met LGF 3 8 8 10
7.4 Activiteitenplan Dit overzicht geeft weer hoeveel tijd wij per week besteden aan de verschillende vakgebieden. godsdienst muziek
werken met materiaal beeldende vorming natuur aardrijkskunde (incl. topografie), geschiedenis, natuur verkeer studievaardigheden rekenen:
spelling: taalontwikkeling en fonemisch bewustzijn taalbeschouwing en stellen woordenschat schrijven
technisch lezen, taal, stellen technisch lezen
begrijpend lezen
mediatheek en computertijd bewegingsonderwijs
sociale vaardigheden Engels kringgesprek ochtendpauze
groep 1 - 8: groep 1 - 2: groep 3 - 6: groep 7 - 8: groep 1 - 2: groep 3 - 4: groep 5 - 8: groep 1 - 2: groep 3 - 4: groep 5: groep 6: groep 7 - 8: groep 1 - 2: groep 3 - 7: groep 7 - 8 groep 1: groep 2: groep 3 - 8: groep 4 - 8: groep 1 - 2: groep 4 - 8: groep 1 - 2: groep 3 - 8: groep 1: groep 2: groep 3: groep 4 - 5: groep 6 - 8: groep 3: groep 4: groep 5 - 6: groep 7 - 8: groep 3: groep 4 : groep 5 - 8: groep 1 - 2 : groep 3 - 8: groep 1: groep 2: groep 3 - 8: groep 1 - 8: groep 5 - 6: groep 7 - 8: groep 3 - 8: groep 1 - 8:
36
1.30 uur 1.30 uur 0.45 uur 0.30 uur 5.45 uur 1.45 uur (1.00 uur hv.heid, 0.45 uur tekenen) 1.30 uur (0.45 uur hv. heid, 0.45 uur tekenen) 0.20 uur (binnen wereldoriëntatie) 0.45 uur 1.45 uur 2.15 uur 2.45 uur 0.20 uur (binnen wereldoriëntatie) 0.30 uur 0.30 uur 0.45 uur 1.00 uur 5.00 uur 1.30 uur 2.45 uur 3.30 uur 1.15 uur (incl. voorlezen) 0.30 uur 0.15 uur 0.30 uur 1.30 uur 1.00 uur 0.30 uur 8.30 uur 2.30 uur 2.00 uur 1.00 uur tijdens technisch lezen 1.30 uur (opbouw gedurende het schooljaar) 1.00 uur 0.45 uur 1.00 uur 6.45 uur (incl. buitenspel) 6.15 uur (incl. buitenspel) 1.30 uur 0.30 uur 0.30 uur 0.45 uur 0.30 uur 1.15 uur
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
8. Bestuurlijke organisatie Bestuur en Directeurenberaad van Perspectief De naam voor de vereniging is Perspectief, omdat onze leerlingen door onderwijs én geloofsopvoeding perspectief meekrijgen voor hun dagelijks leven. Het bestuur van de vereniging bestaat uit een Raad van Bestuur die sinds 8 januari 2012 wordt ingevuld door een interimmanager, Thomas Landman (verder bestuurder) die tevens enig lid en voorzitter van de Raad is. De bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht – drie leden en een voorzitter - vergadert vier keer per jaar in bijzijn van de bestuurder. De bestuurder zit tevens de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering voor. Het Directeurenberaad van de vereniging bestaat uit de vijf directeuren van de basisscholen van Perspectief en komt maandelijks bij elkaar. In dit beraad wordt op school- en bovenschools niveau beleid ontwikkeld en besproken. De bestuurder zit dit beraad voor. Naast de bestuurder a.i. hebben de volgende personen zitting in het directeurenberaad: Nelly van de Velde (De Burcht-Rietheim), Joost Luteijn (Het Kompas), Pieter Kempe (De Louise de Colignyschool), Sam Gideonse (Het Vlot/Ichtusschool) en Lizo Koppejan (De Wissel).
9. Wetenswaardigheden 9.1 Inschrijfformulier Op het inschrijfformulier vult u een aantal persoonlijke gegevens in van uzelf en uw kind. Alle gegevens die u invult worden overeenkomstig de wet Bescherming Persoonsgegevens strikt vertrouwelijk behandeld. Door middel van het ondertekenen van de inschrijfformulieren geeft u aan akkoord te gaan met onze algemene rechten en plichten, maar ook met de verkeersvoorschriften die gelden bij de school. U ontvangt bij de inschrijving tevens een machtigingsformulier. Door ondertekening van dit formulier, machtigt u ons het bedrag voor de jaarlijkse ouderbijdrage af te schrijven. Dit verlicht de administratieve
lasten voor ons enorm en het voorkomt dat we ieder jaar herhalingsoproepen moeten doen, wat voor zowel u als ook voor ons niet prettig is. 9.2 Leerplicht In de leerplichtwet is de mogelijkheid geregeld extra verlof te geven buiten de schoolvakanties. Er kan sprake zijn van vakantieverlof of verlof wegens gewichtige omstandigheden. Van vakantieverlof kan alleen sprake zijn indien: de aard van uw beroep geen vakantie toelaat tijdens de schoolvakantie; een werkgever u geen vakantie kan geven tijdens de schoolvakantie. U dient in dat geval
een werkgeversverklaring te overleggen. Opgemerkt wordt hier nog dat de vakantie niet langer dan 10 dagen mag duren en dat u de eerste twee weken van het schooljaar geen extra vrije dagen mag opnemen. De leerplichtwet is duidelijk over wat onder gewichtige omstandigheden moet worden verstaan (art. 14 lid 1). In beide gevallen dient u een aanvraagformulier in te vullen. Dit is verkrijgbaar bij de directie. De aanvraag moet 6 weken voor de ingangsdatum worden ingeleverd. Zoals u hierboven kunt lezen moet er een goede reden zijn voor het aanvragen van verlof. Veel ouders vragen een dag verlof voorafgaand aan een vakantie, om eerder te kunnen vertrekken. Het is natuurlijk niet zo dat wij u de extra vakantie dag of dagen niet gunnen, maar wettelijk mogen we u hiervoor geen verlof verlenen. Ongeoorloofd schoolverzuim kan een boete tot gevolg hebben; dit is voor uw eigen verantwoording. We rekenen op uw begrip hiervoor. 9.3 Verlof In bijzondere omstandigheden heeft uw kind recht op verlof wegens bijvoorbeeld een jubileum of overlijden van een familielid. Het verlof moet altijd
37
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
schriftelijk worden aangevraagd. De school heeft hiervoor speciale formulieren die tijdens het inloopspreekuur op maandagmorgen van 8.30 uur tot 9.00 uur bij de directeur te verkrijgen zijn. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt doorgegeven aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. Dit geldt ook voor leerlingen uit groep 1. Kortom: Elk verlof dient eerst bij de directeur te worden aangevraagd en goedgekeurd. Meer informatie over leerplicht en verlofaanvragen vindt u in de bijlagenmap.
Incidenteel kan het voorkomen dat de ouders/verzorgers oordelen dat het voor hun kind beter is dat het eenmalig niet deelneemt aan bepaalde activiteiten. In dat geval moet dit vooraf schriftelijk gemeld worden bij de leerkracht. In beide gevallen gaat uw kind wel mee met de groep, maar het neemt niet actief deel aan het zwemmen en/of de gymnastiek. Voor vrijstelling van betaalde activiteiten, verzoeken we u vooraf contact op te nemen met de directie. De school kan u niet verplichten tot het betalen van extra geldbedragen. We vinden het echter om pedagogische redenen niet gewenst dat uw kind niet kan deelnemen aan betaalde activiteiten. De directie is bereid om samen met u te zoeken naar een oplossing, maar beschikt niet over mogelijkheden het bedrag voor u te betalen. Als alle pogingen hebben gefaald, moet de school vervangende activiteiten aanbieden. In dat geval moet uw kind meedraaien met een andere groep en zelfstandig leertaken uitvoeren. 9.5 Verwijdering en schorsing
9.4 Ziekte en vrijstelling Als een leerling de school niet kan bezoeken, dienen de ouders/verzorgers dat zo spoedig mogelijk met opgaaf van redenen te melden, schriftelijk of telefonisch en voor schooltijd. Mondelinge boodschappen via medeleerlingen worden niet geaccepteerd. Ze kunnen worden vergeten of veroorzaken misverstanden. Bij bezoek aan de tandarts of dokter, wordt u vriendelijk verzocht de afspraken tijdig te plannen voor behandeling voor of na schooltijd. We kennen gronden voor vrijstelling van onderwijs en kennen vervangende onderwijsactiviteiten toe. In principe gaan we ervan uit dat alle kinderen meedoen aan alle onderwijs-activiteiten. De enige onderdelen waarvoor vrijstelling kan worden gegeven zijn zwemmen, gymnastiek en activiteiten waarvoor moet worden betaald door de ouders/verzorgers. Voor vrijstelling van zwemmen en gymnastiek gelden de volgende regels: Er moet een doktersverklaring worden overlegd waaruit blijkt dat genoemde activiteiten de gezondheid van het kind kunnen schaden;
In geval van ernstige verstoring van de rust of veiligheid op school en/of als de schoolregels bij herhaling worden overtreden, kan een leerling, als na herhaalde waarschuwing geen verbetering in het gedrag optreedt, wegens wangedrag van school worden verwijderd. Dit kan ook als er niet langer respectvol met de identiteit van onze school wordt omgegaan. Over het toelaten, verwijderen en schorsen van leerlingen beslist het bestuur. De groepsleerkracht, de directie en de ouders/verzorgers moeten worden gehoord. Bij verwijdering van school moet het bestuur ervoor zorgen dat een andere school bereid is de betreffende leerling toe te laten. 9.6 Materialen De kinderen krijgen van school voldoende pennen, potloden, gummen. e.d.. Als deze door onzorgvuldig gebruik kwijtraken of beschadigd raken, moeten de kinderen zelf voor deugdelijk vervangend materiaal zorgen. De leerlingen uit groep 1 en 2 gebruiken een “schoolschaar”. De leerlingen uit de groepen 3 - 8 zorgen zelf voor een schaar, puntenslijper, viltstiften, lijmstift, kleurpotloden en een kladblok.Door een stukje zorg voor de eigen materialen leren de kinderen verantwoording te dragen voor hun eigen spullen en die van anderen. Pennen die door ondeugdelijk gebruik
38
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
niet meer te gebruiken zijn, moeten vervangen worden. De eigen bijdrage hiervoor bedraagt € 1.00. Pennen dienen altijd via school te worden aangeschaft. Indien uw zoon of dochter op advies een speciale pen gebruikt, overlegt u hierover met de leerkracht. 9.7 Gymles De groepen 1 en 2 krijgen gymles in het eigen gebouw. Waar en wanneer de andere groepen gymmen, leest in hoofdstuk 13. Voor alle groepen zijn gymschoenen verplicht. De kleuters kunnen hun schoenen (voorzien van naam) in een tas op school laten. De groepen 3 - 8 hebben een sportbroek en T-shirt of gympakje nodig. Het verzoek is, dit in een rugzak mee te geven en niet op school achter te laten i.v.m. hygiëne. Informatie over de gymtijden leest u in hoofdstuk 13.
Traktaties bij de kleuters: Omdat het voor de groepsleerkrachten ondoenlijk is van tevoren aan te geven dat er getrakteerd wordt, is het prettig voor u een aantal zaken te weten: graag willen we een gezonde traktatie. Op school is een boek met ideeën hierover. U kunt dit in komen kijken als u dit wilt; wanneer uw kind een traktatie krijgt, zijn er twee mogelijkheden: - ze eten deze op school op; - als het teveel is, of wanneer het verpakt snoep betreft, gaat het mee naar huis; indien het wordt opgegeten op school, bestaat de kans dat het van huis meegebrachte eten in de tas blijft, omdat het te veel is, of omdat het te veel tijd in beslag neemt; het drinken wordt altijd genuttigd. 9.10 Schoonmaak De locatie Flamingoweg wordt schoongehouden door de firma CSU. De locatie Kleiweg wordt schoongehouden door de firma CSU en door mevrouw L. van Loon. 9.11 Dyslexie-onderzoek
9.8 Sparen Via Plan Nederland hebben we een kind financieel geadopteerd. Haar naam is Chilove Demelvard en zij woont in Haïti. Ook steunen wij de school Luz y Esperanza in Peru. Elke maandagmorgen kunnen de kinderen geld meebrengen naar school. Soms besteden we, als de actualiteit hierom ‘vraagt’, een deel van de opbrengst aan een ander goed doel. 9.9 Verjaardagen Als uw kind jarig is, mag de eigen groep getrakteerd worden. Wij stellen het op prijs als deze traktatie verantwoord is en niet te overdadig. Ook mogen de andere leerkrachten in het gebouw getrakteerd worden. Wij vinden het overigens prettig om gewoon mee te delen in de traktatie van de kinderen.
De kosten van diagnostiek en behandeling van dyslexie bij kinderen worden, onder bepaalde voorwaarden vergoed uit de basisverzekering. Hieronder staan de criteria om in aanmerking te kunnen komen voor vergoeding via de zorgverzekeraar: Er is sprake van ernstige dyslexie. Er mag geen sprake zijn van andere leer- of gedragsproblemen. De leerling heeft op drie achtereenvolgende meetmomenten een E-score voor het woordlezen (Cito Drie Minuten Toets) of de leerling haalt voor spelling drie maal een Eniveau in combinatie met een D-niveau voor het lezen. De school moet aangeven of er mogelijk sprake is van ernstige dyslexie. Dit is het geval als ondanks alle extra inspanningen op school de lees- en/of spellingsproblemen bij een kind niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Dit noemt men didactische resistentie. Wanneer u besluit uw kind aan te melden voor onderzoek en behandeling, neemt u, na het gesprek met de leerkracht, contact op met de zorgverzekering. De zorgverzekering verstrekt de gegevens van de bureaus waarmee zij een contract hebben. U kunt vervolgens een keuze maken en contact opnemen met de betreffende praktijk. Tot slot willen wij opmerken dat u altijd bij de intern begeleider van onze school terecht kunt voor
39
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
advies. We hebben kennis over onderzoek en behandeling van kinderen met ernstige dyslexie. 9.12 GGD Alle kinderen tussen de 5 en 6 jaar worden door de logopedist gescreend op spraak- en taalproblemen. Daarbij wordt gelet op: taal, uitspraak, stemgebruik, vloeiendheid van het spreken en het mondgedrag. De screening maakt het mogelijk om in een kort tijdsbestek te bepalen of een kind logopedische zorg nodig heeft. Ouders worden vooraf op de hoogte gebracht van het onderzoek en dienen toestemming te geven hiervoor. Zij krijgen na de screening bericht omtrent de resultaten. De leerlingen (die qua leeftijd) tot groep 2 behoren, worden opgeroepen voor een onderzoek bij de jeugdartsassistente en jeugdarts. Het onderzoek richt zich op de lichamelijke -, geestelijke en sociale ontwikkeling van het kind en de preventie van afwijkingen. Ook worden alle kinderen op 10-jarige leeftijd gezien. In ieder geval wordt het gezichtsvermogen, kleuren zien, lengte en gewicht beoordeeld. Daarnaast komt er meer aandacht voor de sociaal-emotionele houding en de daar mogelijk uit voortvloeiende problemen. U als ouder vult een toestemmingsbriefje in voordat de screening plaatsvindt. De leerling krijgt na afloop bericht mee over de uitslag. Indien nodig volgt telefonisch contact of nader onderzoek door de jeugdarts.
shampoos te koop bij de drogist of apotheek. Volg de voorschriften van de spray nauwkeurig op. Kam elke dag het haar van uw kind met een speciale netenkam om de neten en/of luis uit het haar te krijgen. Was de kleding van uw kind op een zo hoog mogelijke temperatuur. Stop knuffels en kleding die op een niet te hoge temperatuur gewassen mag worden in een afgesloten plastic zak voor minimaal een week. Verschoon indien mogelijk, elke dag het beddengoed van uw kind. U kunt een goede luizencape aanschaffen, waar uw kind haar of zijn jas in kan doen op school. Een gebruiksvriendelijke cape met rits is te koop bij www.luizenzakken.com. Wij geven u het advies om het lange haar van uw dochter voorlopig op een staart of in een vlecht te doen. Dit advies geldt ook wanneer uw dochter geen luis of neet heeft. Wanneer de besmetting voorbij is, blijf dan regelmatig controleren; de neten zijn te herkennen doordat ze dicht tegen de hoofdhuid aan het haar vastgeplakt zitten. Ze zijn dus moeilijk te verwijderen van de haarstreng. De hoofdluis zelf is een krabachtig zilverzwart beestje. De luis voedt zichzelf door bloed te onttrekken uit de hoofdhuid. Dit veroorzaakt de jeuk bij de kinderen op het hoofd. Wat erg belangrijk is, is dat als uw kind luizen en/of neten heeft en u behandelt het kind hiertegen, u gedurende minstens 14 dagen elke dag controleert of uw kind nog luizen en/of neten heeft. Zo kunt u ontdekken waar de bron is. Deze is bijna nooit op school, maar daar waar uw kind na schooltijd speelt, of komt. En het belangrijkste: vergeet het niet door te geven aan de leerkracht van uw kind.
9.13 Procedure luizencontrole Op deze school is er een groep moeders die regelmatig op luizen controleert. Zij werken onder de naam Luizenbrigade. Per groep leerlingen zijn er 2 of 3 moeders, die gedurende het schooljaar controleren. Deze moeders staan in contact met de leerkracht. Na bijna iedere vakantie worden alle leerlingen gecontroleerd. Wanneer door de Luizenbrigade besmetting is geconstateerd, wordt uw kind éénmalig behandeld. Om ervoor te zorgen dat het niet erger wordt en om verdere verspreiding te voorkomen, verzoeken wij u vriendelijk thuis uw kind hiertegen te behandelen. Hieronder kunt u lezen hoe u daarvoor het best te werk kunt gaan. Behandel uw kind met een luizenspray en/of shampoo. Er zijn verschillende sprays en
Na twee weken volgt een nacontrole op school. Weer twee weken later volgt er, in overleg met de leerkracht, nog een controle. Is er dan nog steeds luis, dan is het aan de ouders en leerkracht om zelf verdere stappen te ondernemen. Wij willen graag dat alle kinderen met elkaar in contact blijven en niet dat er met bepaalde kinderen niet meer gespeeld wordt vanwege de luizenproblematiek. Dit is voor de ontwikkeling van geen enkel kind goed en u blijft als ouder voor dit probleem medeverantwoordelijk. We hopen dat De Wissel, mede dankzij uw medewerking en die van de luizenbrigade, zoveel mogelijk hoofdluisvrij blijft. 9.13.1 Hoofddoekjes en petten Het standpunt van de school is dat we alleen vanuit religieus oogpunt hoofddoekjes en petten in het klaslokaal toestaan. Onze argumenten zijn: we zien de ogen en gezichten van onze
40
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
leerlingen slecht; hoofdluis kan makkelijk doorgegeven worden, omdat kinderen petten van elkaar opzetten; er ontstaat sneller ruzie, als kinderen hoofddeksels van elkaar af willen pakken.
9.15 Moederdag- vaderdagcadeau
Wij willen u dan ook als ouder/verzorger vragen mee te helpen dit probleem zo klein mogelijk te houden en mee te willen werken aan het standpunt van onze school.
De schoolfotograaf komt ieder jaar in - of rond de maand mei. De datum kunt u in De Uitwisseling lezen. Verdere afspraken over de tijden waarop de foto’s worden gemaakt alsook de wijze van bestellen en betalen, leest u in De Uitwisseling en/of een begeleidend schrijven vanuit de fotograaf.
9.14 Veiligheid op het schoolplein We willen u er op wijzen dat kinderen niet voor de afgesproken tijden op het schoolplein mogen komen, omdat er dan geen toezicht is. De tijden vanaf wanneer kinderen op het schoolplein welkom zijn: ‘s ochtends voor beide locaties: 8.15 uur. Zij gaan dan direct naar binnen naar hun eigen lokaal; ’s middags voor beide locaties 13.00 uur. Fietsen op het schoolplein is niet toegestaan. Kinderen aan de Kleiweg hebben een eigen parkeerplek met nummer. 9.14.1 Skeelers, skates e.d.
De kinderen uit de groepen 1 t/m 4 maken jaarlijks een cadeautje voor moeder- en vaderdag. 9.16 Schoolfotograaf
9.17 Schoolbegeleidingsdienst Het RPCZ (Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland) is onze schoolbegeleidingsdienst. Zij begeleiden leerprocessen, leerkrachten, kinderen en voeren onderzoeken uit. 9.18 Sponsoring in het onderwijs De definitie van sponsoring is: een vorm van samenwerking door twee of meer partners op zakelijke basis en gericht op wederzijdse bevoordeling. Het is geen liefdadigheid van één kant. De school heeft de afspraken rondom sponsoring vastgelegd in een Sponsorbeleidsplan. Dit zijn de belangrijkste afspraken: De school mag in haar functioneren niet afhankelijk worden van sponsoring of sponsorgelden; Sponsoring mag niet strijdig zijn met de doelstelling van onze school en ons pedagogisch klimaat; We voorkomen reclame zoveel mogelijk. 9.19 De ouderbijdrage
Gelukkig hebben we bij ons op school grote en veilige pleinen. Dit willen we graag zo houden. Daarom hebben we met elkaar afgesproken dat de kinderen op het plein niet mogen skeeleren, skateboarden, (mini)steppen, rolschaatsen, enz. Vaak kunnen kinderen niet remmen, maken onverwachte bewegingen of gaan gewoon te hard. Dit betekent dus ook dat kinderen deze “vervoermiddelen” niet mee mogen nemen naar school.
Veel activiteiten (zie hoofdstuk 3.13) worden deels bekostigd vanuit de ouderbijdrage. De ouderbijdrage wordt door twee leerkrachten van de school beheerd. De vrijwillige ouderbijdrage bedraagt € 16,- per kind per jaar en is vastgesteld door de Raad van Bestuur van de vereniging. U betaalt bij voorkeur via een incasso machtiging.
41
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
9.20 Overblijven Als u tussen 12.00 en 13.15 uur niet in de gelegenheid bent uw kind(eren) op te halen voor het middageten, kunt u gebruik maken van de overblijfregeling van De Wissel. Op onze school vinden wij dat het overblijven gezellig en ontspannen moet zijn, waarbij de veiligheid van uw kind gewaarborgd is. In overleg met de school, de MR en de overblijfouders zijn er afspraken gemaakt om dit te realiseren. Hierdoor kunnen wij een veilige en prettige overblijf voor uw kind of kinderen organiseren. Voor de administratieve en financiële afwikkeling werken wij samen met Murlen Dienstverlening. Opgave U wilt uw kind laten overblijven, hoe werkt dit? U vult het ‘Registratieformulier overblijven op De Wissel’ in en levert dit op school in bij het Secretariaat, locatie Flamingoweg. U treft dit bij de inschrijfformulieren of op de site www.perspectiefvlissingen.nl onder ‘Wissel/ ‘praktisch’. Wij zorgen ervoor dat Murlen uw gegevens verwerkt. Het aanmelden en afmelden werkt als volgt. 1. U heeft een vast rooster. U meldt uw kind eenmalig aan voor één of meer vaste dagen door het invullen van het registratieformulier, dat u ook op onze site aantreft. Als u niet afwijkt van deze dagen, hoeft u verder geen actie te nemen. Wanneer uw kind een enkele keer niet overblijft, meldt u uiterlijk 9.30 uur af per email of via de telefoon, indien u niet over email beschikt. Zie voor gegevens onderaan deze paragraaf. U kunt ook voor meerdere data tegelijk afmelden. 2. U heeft een wisselend rooster. U meldt uw kind per overblijfmoment uiterlijk 9.30 uur aan, indien uw kind daadwerkelijk overblijft. Dit doet u ook per e-mail, of telefonisch, indien u niet over e-mail beschikt. U kunt ook voor meerdere dagen of voor langere periodes vooraf aanmelden. 3. U maakt slechts sporadisch gebruik van het overblijven. U handelt dan zoals het gestelde onder punt 2. U kunt uw kind dan altijd laten overblijven, mits u vooraf aanmeldt voor 9.30 uur.
4. Het blijkt dat u wegens omstandigheden onverwacht een beroep moet doen op het overblijven. U mailt of belt dan na 9.30 uur, doch uiterlijk voor 11.30 uur. Als uw kind ergens allergisch voor is of medicijnen gebruikt, geeft u dit aan op blad 2 van het registratieformulier. Zo verstrekt u deze informatie rechtstreeks aan het overblijfteam. U als ouder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het verstrekken van deze informatie aan de overblijfkrachten. Overblijfkosten De kosten bedragen €1,55 per overblijfmoment. Na aanmelding ontvangt u van Murlen een digitale overblijfkaart met overblijfnummer en het verzoek een eerste storting te doen op basis van de te verwachten overblijfmomenten voor de komende maand. U ontvangt, wanneer uw kind in een bepaalde maand overblijfmomenten heeft afgenomen, een update van de digitale overblijfkaart. U zorgt vervolgens dat er voldoende saldo op de rekening aanwezig is door tijdig bij te storten. Kinderen hoeven hierdoor geen contant geld mee te nemen en de overblijfkrachten kunnen alle aandacht aan uw kind geven. Contante betalingen worden niet geaccepteerd. Alle correspondentie over betalingen verloopt via Murlen Dienstverlening. Een klein deel van het overblijfgeld wordt jaarlijks besteed voor aanschaf van spelmateriaal e.d. Dit in overleg met de directie van de school. Overblijfkrachten Deze zijn er op maandagen, dinsdagen, donderdagen en vrijdagen van 11.45 uur tot 13.15 uur. We zorgen ervoor dat één overblijfkracht voor 10 kinderen verantwoordelijk is. De overblijfkrachten krijgen voor de hulp een vrijwilligersvergoeding en volgen regelmatig bij- en nascholing. Plaats in het gebouw In beide gebouwen vindt de overblijf grotendeels in de hal plaats. Tevens wordt er een aantal lokalen gebruikt, indien dit voor de rust tijdens het overblijven bevorderlijk is. Eten en drinken Als ouder / verzorger bent u zelf verantwoordelijk voor de samenstelling van de lunch van uw kind.
42
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Toch vragen wij u uw kind alstublieft geen snoep of chips e.d. mee te geven. Ook tijdens de overblijf denken we aan de gezondheid van de kinderen. Het is daarom beter als extraatje iets hartigs zoals worst, kaas of fruit mee te geven, naast het brood. Overblijfouders zien toe op het netjes en gericht nuttigen van de middagmaaltijd. Lukt dit echter niet binnen de gestelde tijd, dan kan het zijn dat het niet genuttigde brood of drinken mee terug komt.
Overblijfregels Tijdens de overblijf hanteren we dezelfde omgangsvormen en regels zoals in de groepen en koppelen deze aan de vier kernwaarden ‘de Ander, Rust, Inzet en Materiaal’. Kinderen luisteren naar de overblijfkracht. We hanteren het stilteteken. Voor het eten starten we met een gebed. De kinderen zijn niet verplicht te bidden maar het is wel verplicht om stil te zitten en respectvol te luisteren naar het gebed. Daarna gaan we gezamenlijk eten en drinken Tijdens het gebruik van de maaltijd blijven alle kinderen aan tafel zitten. Na het nuttigen van de maaltijd, worden de tafels netjes afgeruimd en kan het toilet worden bezocht. Buiten spelen of binnen spelen Na de lunch kunnen de kinderen bij goed weer buiten spelen. Er is materiaal aanwezig waarmee de kinderen zich kunnen vermaken. De overblijfkrachten houden toezicht op de kinderen. Bij slecht weer spelen de kinderen onder toezicht binnen.
Voor vragen over de organisatie van de overblijf, kunt u terecht bij de directie van de school. Voor vragen over de administratie en betalingen, neemt u contact op met Murlen. Meer informatie treft u aan op de site www.murlendienstverlening.com Het contactadres voor het aanmelden en afmelden is:
[email protected] of 076-5935684, Gelieve de melding in ieder geval te voorzien van naam/namen kind(eren), desbetreffende groep(en), datum/data en overblijfnummer.
9.21 Verzekering Via het bestuur zijn alle kinderen het gehele schooljaar verzekerd voor grote ongevallen. Natuurlijk heeft u voor uw kind(eren) een Ziektekostenverzekering en een Aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Wanneer zich iets voordoet wordt in eerste instantie uw verzekering ingeschakeld. De verzekering van de school vult eventueel aan. Mocht u uw kind nog extra willen verzekeren voor kleine ongelukjes die op het schoolplein of in de klas kunnen gebeuren, dan adviseren wij u contact op te nemen met uw verzekering, omdat de school voor dit soort schade niet verzekerd is. Wanneer leerlingen ten behoeve van activiteiten aan school gerelateerd vervoerd worden, wordt er altijd gebruik gemaakt van vervoer per bussen met een ongevallenverzekering voor de inzittenden. Wanneer er privé-auto’s worden ingezet voor het vervoer van leerlingen, wordt van tevoren gevraagd of de eigenaars/bestuurders voor de inzittenden een ongevallenverzekering hebben afgesloten. De auto’s moeten voorzien zijn van autozitjes.Ouders zijn hiervoor verantwoordelijk. Indien ouders niet over voldoende zitjes beschikken, moeten kinderen eigen zitjes meenemen. 9.22 Voor- en naschoolse opvang Na schooltijd is de buitenschoolse opvang (BSO) geopend tot 18.00 uur, sommige locaties zelfs tot 19.30 uur. BSO wordt geleid door professionele pedagogisch medewerkers met allemaal een kindgerichte opleiding. Per 10 kinderen is 1 medewerker aanwezig. Op de locatie Flamingoweg is er opvang tot 18.00 uur. Wat doet mijn kind op de BSO? Allereerst wordt ervoor gezorgd dat ieder kind zich thuis voelt bij de BSO. Als de kinderen uit school komen kunnen ze even lekker bijkletsen met wat te drinken en fruit of een koekje. Na een hele dag op school zijn er kinderen die eens lekker willen rennen en vliegen, anderen hebben meer behoefte om even op de bank te zitten of gaan direct weer aan de slag met knutsel en frutsel materiaal. Dat kan allemaal bij de BSO. Er worden ook leuke activiteiten aangeboden. Zo gaan de kinderen koekjes bakken, schminken, op pad naar speeltuin, bos of strand, speurtochten, kleien, schilderen, sporten, enz. enz. Tijdens de zomervakantie werkt KOW met thema’s, waarin veel leuke en uitdagende activiteiten worden aangeboden. De BSO is dan open van 8.00 tot 18.00 uur.
43
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Veilig van school naar opvang? De BSO medewerker haalt de kinderen op en loopt naar de opvang, of; De BSO medewerker haalt uw kind met de fiets op, of; Uw kind is oud genoeg om zelfstandig naar de opvang te fietsen of te lopen, of; Er rijdt een KOW busje of een taxi om de kinderen op te halen, of; De opvang is in de school en de kinderen komen zelf. Veiligheid heeft de hoogste prioriteit! Wat moet ik betalen? Kinderopvang wordt betaald door de overheid (kinderopvangtoeslag), de werkgever(s) (middels kinderopvangtoeslag) en de ouders. Op de website www.kinderopvangwalcheren.nl kunt u de actuele prijzen bekijken en uw kosten berekenen met het rekenmodel. Medewerkers van de afdeling Advies & Planning helpen u graag om uw bijdrage te berekenen en om de kinderopvangtoeslag aan te vragen: 0118-627716. Hieronder treft u alvast een indicatie van kosten voor BSO, de bedragen zijn de nettokosten, dat zijn de kosten die de ouder betaald, lagere inkomens betalen een lagere uurprijs dan hogere inkomens.
9.23 Schoolmaatschappelijk werk Samen met de school heeft het schoolmaatschappelijk werk (het SMW) als doel, het welbevinden van de kinderen te bevorderen door hun competenties te versterken. Het SMW ondersteunt het onderwijs bij de begeleiding van leerlingen door een brugfunctie te vervullen tussen leerling, ouders, school en (jeugd)zorginstellingen. Wanneer een leerkracht zich zorgen maakt over het welbevinden van een leerling, kan de leerling bij het SMW worden aangemeld. U als ouder kunt ook initiatief nemen om uw kind via school aan te melden. De schoolmaatschappelijk werkster heeft in eerste instantie altijd een intakegesprek met de ouders. De IB-er en schoolmaatschappelijk werker hebben om de vier tot zes weken overleg over de leerlingen die zijn aangemeld bij het SMW. Wanneer de ouders het SMW niet meer nodig achten, maar school en het SMW nog wel, dan geeft de school bij ouders aan dat het SMW betrokken blijft bij het volgen van de leerling.
10. Bijlagenmappen
Bruto-jaarinkomen ouders
De documenten die in de schoolgids niet in zijn geheel zijn opgenomen maar waar wel naar wordt verwezen, zijn opgenomen in de bijlagenmap. Deze bijlagenmappen liggen ter inzage op school. Netto uurprijs Netto uurprijs 2eDit is uit puur praktisch oogpunt gedaan, de 1e kind kind en volgendeschoolgids zou anders te dik worden.
lager dan €18.546
€ 1,03
€ 0,86
€ 25.000
€ 1,32
€ 0,89
€ 35.000
€ 1,67
€ 0,99
€ 45.000
€ 2,06
€ 1,13
€ 55.000
€ 2,53
€ 1,26
€ 65.000
€ 3,16
€ 1,39
€ 85.000
€ 4,27
€ 1,64
€ 115.000
€ 4,69
€ 2,05
Deze uurtarieven zijn BSO tarieven incl. vakantie BSO. Aan deze voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. Naast BSO biedt KOW op diverse locaties ook voorschoolse opvang (VSO) aan: opvang van 7.30 uur tot de school begint. Uw kind wordt naar school gebracht. Ook voor deze opvangvorm kunt u kinderopvangtoeslag aanvragen.
In deze mappen zijn de volgende documenten opgenomen: burgerschap; dyslexieprotocol; inspectierapport; klachtenregeling; kwaliteitskaarten; leerlingenquête; leerplicht en verlofaanvragen; driehoeksenquête 2009; pestprotocol; privacy protocol internetgebruik; protocol internetgebruik; protocol seksuele intimidatie; reglement MR; veiligheidsplan. beleid hoogbegaafdheid ondersteuningsprofiel
44
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
11. Wissellied
45
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
12. Plattegronden schooljaar 2013-2014 1. groep 3a
Speellokaal
Locatie Flamingoweg Groep 1b
Groep 2b Ingang
Secr. Groep 1a Hoofdingang
Groep 3a
Groep 2a
Groep 3b Dir. Groep 4b Groep 4a
Ingang
Aanvangs groep
Groep7b
Locatie Kleiweg
Groep 7a Groep 8a
Groep 8b Hoofdingang
Groep 7c Groep 6b
Groep 6a wissellokaal
Groep 5a
Ingang
Groep 5b
46
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
13. Adresgegevens, schooltijden en vakanties
Hoofdgebouw Flamingoweg 53 4386 DT Vlissingen 0118-460344
Nevenvestiging Kleiweg 15-17 4386 PA Vlissingen 0118-478792
Groepen 1-4 Postadres
Groepen 5-8
e-mail:
[email protected] website: www.perspectiefvlissingen.nl Noodgevallen; neem contact op met de directie. Directie:
Lizo Koppejan (directeur) 0118-460344 (school) of 0118-601309 (privé) Danny de Ridder (adjunct-directeur) 0118-460344 (school) of 0118-472166 (privé)
Inloopspreekuur: iedere maandagmorgen van 8.30 uur tot 9.00 uur op de Flamingoweg. Kantoor Lizo Koppejan, zie h. 12 plattegrond kantoor aangegeven met ‘Dir’. Schooltijden: maandag 08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur dinsdag 08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur woensdag 08.30 – 12.15 uur donderdag 08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur vrijdag 08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur De kinderen uit de aanvangsgroep en groepen 1 en 2 hebben de vrijdagmiddag vrij. Gymlessen 2013-2014 De Vlieger ma 13.45-15.15 di 08.30-10.00 di 10.30-12.00 di 13.15-14.45 wo 10.45-12.15
De Houtuyn ma 13.45-15.15 Groep 6b di 08.30-10.00 Groep 7a di 10.00-11.00 Groep 4b di 11.00-12.00 Groep 4a di 13.15-14.15 Groep 3a di 14.15-15.15 Groep 3b do 13.45-15.15 Groep 8b do 13.45-15.15 Groep 8a De groepen 1 gymmen op dinsdag op school, de groepen 2 op donderdag. De groepen 3 en 4 gymmen op een groot aantal vrijdagmiddagen een tweede moment op school. Groep 6a Groep 7c Groep 5a Groep 7b Groep 5b
Vakantierooster schooljaar 2013 - 2014 Herfstvakantie maandag 14 oktober t/m vrijdag 18 oktober 2013 Kerstvakantie maandag 23 december 2013 t/m vrijdag 3 januari 2014 Voorjaarsvakantie maandag 3 maart t/m vrijdag 1 maart 2014 Goede Vrijdag/Tweede Paasdag vrijdag 18 april t/m maandag 21 april 2014 Meivakantie maandag 28 april t/m vrijdag 9 mei 2014 Hemelvaartsdag+vrijdag donderdag 29 mei en vrijdag 30 mei 2014 Pinksteren maandag 9 juni 2014 Zomervakantie maandag 14 juli t/m vrijdag 22 augustus 2014 Planning van studiedagen en –middagen leest u in De Uitwisseling of op http://www.perspectiefvlissingen.nl/scholen/de_wissel/praktisch.
47
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
14. Leerkrachten, groepen en taken Voor vragen of mededelingen betreffende kind - of schoolzaken graag voor of na schooltijd op school bellen. Bij voorkeur belt u na schooltijd. In noodgevallen kunt u na schooltijd met de directie bellen. Denk hierbij aan grote onverwachte, emotionele gebeurtenissen binnen de familie die van invloed op uw kind en dus op zijn of haar gedrag kunnen zijn. Indien zich te voorziene omstandigheden voordoen, waarbij contact met de leerkracht van uw kind ook buitenom schooltijd noodzakelijk kan zijn, wordt u verzocht dit met de leerkracht te bespreken. U kunt dan in overleg contactgegevens uitwisselen, zodat u de leerkracht ook privé kunt bereiken. Bedankt voor uw medewerking.
Groep 1a Lenie de Pagter
[email protected]
Groep 2b Jenny de Nooyer
[email protected]
Groep 2a
Groep 1b
Marieke van den Berg
Vera Schütz
[email protected]
[email protected]
Groep 3a Wouter Vermeule
[email protected]
48
Groep 2b Ineke Harthoorn
[email protected]
Groep 3b / ICT-er / Vervanging Stéfan van Belzen
Groep 3b /vervanging
[email protected]
[email protected]
Heleen Adriaansens
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Groep 4a Jarco Siereveld
[email protected]
Groep 5b
Groep 4b
Groep 5a
Anja Voge
Corien Geelhoed
[email protected]
[email protected]
Groep 6b
Groep 6a
Dennis Lunenborg
Gerdientje Verpoorte
[email protected]
[email protected]
Groep 7b
Yorick Verhage
[email protected]
Groep 8a
Groep 7c
Jimi van Weisenbroek
Veronique Meerman
[email protected]
[email protected]
Remon van Geersdaele
49
[email protected]
Groep 5a Andrea van der Vegt
[email protected]
Groep 7a Arthur Guldemond
[email protected]
Groep 8b Martijn Fincke
[email protected]
Schoolgids CBS De Wissel 2013 – 2014
Directeur Lizo Koppejan
[email protected]
Remedial teacher Ineke Spa
[email protected]
Adjunct directeur / ADV vervanging Danny de Ridder
Intern begeleider
[email protected]
[email protected]
Mathilde Wisman
Remedial teacher
Begeleiding LGF leerlingen /vervanging Annelies Slotman
Suzan de Looff
[email protected]
[email protected]
Conciërge
Bestuurssecretariaat
Corrina Poppe
Marjon Jongerius
[email protected]
Begeleiding LGF leerlingen Dicky van der Linden
[email protected]
50
bestuurssecretariaat@perspectief vlissingen.nl
Intern begeleider / Plusgroep Marieke Groeneveld
[email protected]
Vervanging Mirjam Sorgedrager
[email protected]
Hier vindt u De Wissel:
Locatie Flamingoweg 53: groep 1 - 4
Locatie Kleiweg 15-17: groep 5 - 8