SCHOOLGIDS

SCHOOLGIDS 2013-2014

Schoolgids 2013-2014 o.b.s. De Mienskip

1 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip

Beste ouders en verzorgers, De stichting ROOBOL is een overkoepelende organisatie voor 18 openbare basisscholen in de gemeenten Achtkarspelen, Kollumerland c.a., Dantumadiel en Dongeradeel. ROOBOL betekent Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland. Met deze gids willen wij u graag informeren over de afspraken en regels die gelden voor alle basisscholen van ROOBOL. De school-specifieke informatie afkomstig van de school van uw kind(eren), krijgt u via de school in de vorm van een schoolgids en jaarkalender. De meest actuele stand van zaken is ook te vinden op de website van ROOBOL via www.roobol-onderwijs.nl. We proberen de inhoud zo toegankelijk mogelijk voor u te presenteren. Dat is niet gemakkelijk, want wettelijke regelingen zijn vaak moeilijk leesbaar. U kunt altijd contact opnemen met de directeur van de school van uw kind(eren). Wij wensen u en uw kind(eren) een plezierig schooljaar toe. Namens het bestuur van ROOBOL, Trees Galama Directeur/bestuurder

2 


Voorwoord Voor u ligt een nieuwe uitgave van de schoolgids van “De Mienskip”. In deze gids leggen we uit hoe de school werkt, wat de resultaten zijn van ons onderwijs en wie er allemaal met de school verbonden zijn. Allerlei praktische informatie komt aan de orde. Daarnaast voorziet de schoolgids ook in de informatiebehoefte voor ouders die voor een schoolkeuze staan. De schoolgids is samengesteld door de directeur van de school in samenwerking met de aan de school verbonden leerkrachten. Jaarlijks stemt de medezeggenschapsraad in met de inhoud van de schoolgids. Daarnaast wordt de schoolgids gestuurd naar de onderwijsinspectie, het bevoegd gezag en de algemeen directeur van de stichting. De basisschoolperiode is een belangrijk deel van het leven. Een kind gaat in acht jaar tijd ruim 7500 uren naar school. U vertrouwt hierbij de zorg van uw kind(eren) toe aan leerkrachten. De keuze van een school dient dan ook met zorg te gebeuren. We willen graag inhoud geven aan de slogan “Het beste uit iedereen halen”. Dit heeft niet alleen betrekking op de ontwikkeling van uw kind, maar ook op het personeel van de school en de organisatie. Niet alleen kennis en vaardigheden van uw kind staan centraal, maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het personeel van onze school krijgt de gelegenheid zich verder te ontwikkelen binnen het onderwijs, zodat de leerlingen goed en adequaat onderwijs kunnen volgen. We hopen dat u bij het lezen van deze schoolgids een goede indruk krijgt van de manier van werken op “De Mienskip”, waar wij voor staan, welke uitgangspunten we hanteren en hoe we proberen de kwaliteit van het onderwijs voortdurend te verbeteren. De schoolgids bestaat uit twee delen: een algemeen gedeelte en een bijlage in de vorm van een kalender. Hierin vermelden we de jaarlijkse en actuele zaken. Naast de schoolgids is er nog een manier misschien wel de beste - om een indruk van onze school te krijgen. Komt u gerust eens langs en praat met leerkrachten, leerlingen en ouders. Voor uw reacties ten aanzien van de duidelijkheid en volledigheid van de gids houden wij ons aanbevolen. U kunt dit ook doen door gebruik te maken van de mogelijkheid het enquêteformulier over de uitvoering van de schoolgids in te vullen. Uw opmerkingen en suggesties kunnen we dan eventueel verwerken in de nieuwe schoolgids, die in het volgende schooljaar zal verschijnen. Ik hoop van harte dat uw kind onze school met plezier bezoekt, goed onderwijs krijgt en uitgroeit tot een waardevolle medeburger.

Reiny Kas - Siderius Directeur o.b.s. De Mienskip

3 


4 


INHOUDSOPGAVE 1.

De school .................................................................................................... 7

2.

Waar de school voor staat ........................................................................... 9

3.

De organisatie van het onderwijs............................................................... 10

4.

De zorg voor kinderen .............................................................................. 12

5.

De leerkrachten ......................................................................................... 19

6.

De ouders / verzorgers ............................................................................. 21

7.

De ontwikkeling van het onderwijs in de school ........................................ 27

8.

De resultaten van het onderwijs ................................................................ 46

9.

School – en vakantietijden ......................................................................... 47

10.

Namen, adressen, telefoonnummers ......................................................... 51

11.

Jaarplanning .......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Informatiedeel met (wettelijke) regelingen ROOBOL schooljaar 2011-2012 ......... 54 1.

Algemene informatie Stichting ROOBOL .................................................... 55

2.

Missie en visie van ROOBOL ....................................................................... 56

2.1. Missie. ...................................................................................................... 56 2.2. Visie .......................................................................................................... 56 2.3. Onze strategische doelen van 2008-2012 zijn: .......................................... 57 3.

De ROOBOL organisatie ............................................................................. 58

3.1. De volgende criteria bepalen het toelatingsbeleid van de school: .............. 58 3.2. Procedure schorsing en verwijdering ......................................................... 58 3.3. Leerplicht/verzuim/verlof .......................................................................... 59 3.4. Leerlingendossier ...................................................................................... 63 3.5. Externe adviseurs of externe behandelaars ............................................... 63 3.6. Vrijstelling voor bepaalde onderwijsactiviteiten (GVO/HVO) ....................... 64

5 


3.7. Sponsoring ................................................................................................ 64 4.

Communicatie ........................................................................................... 64

4.1. Website ..................................................................................................... 64 4.2. Klachtenregeling ....................................................................................... 64 4.3. Omgaan met moderne communicatiemiddelen .......................................... 64 4.4. Informatievoorziening aan gescheiden ouders........................................... 65 4.5. Tevredenheidonderzoeken ........................................................................ 65 5.

Veiligheid .................................................................................................. 66

5.1. Bedrijfshulpverlening (BHV) en preventiemedewerker ................................ 66 5.2. WA verzekering. ........................................................................................ 66 5.3. Speciale ongevallenverzekering. ................................................................ 66 5.4. Protocol kindermishandeling ..................................................................... 66 5.5. De verwijsindex ......................................................................................... 66 5.6. Hoe werkt de verwijsindex? ....................................................................... 67 5.7. Centra voor jeugd en gezin (CJG) ............................................................... 67 6.

Zorg en begeleiden ................................................................................... 67

6.1. Zorgverbreding door handelingsplannen ................................................... 67 6.2. De zorgstructuur van het samenwerkingsverband WSNS ............................ 67 6.3. Schoolmaatschappelijk werk ...................................................................... 69 6.4. Verrichten van medische handelingen ....................................................... 69

6 


1. De school 1.1 “De Mienskip” Onze school heet “De Mienskip”. Het is een openbare drietalige basisschool. De naam werd bedacht door Ernst Mebius. (directeur 1976-1990). De naam is gekozen omdat het een korte, duidelijke uit te spreken naam is, waarin met name het openbare karakter duidelijk naar voren komt. Een gemeenschappelijke school voor de gemeenschap : “De Mienskip “ dus. De Mienskip is vanaf juni 2010 een gecertificeerde drietalige school. Dit houdt in dat er vanaf groep 1 tot groep 8 volgens het taalbeleidsplan in drie talen, Fries, Nederlands en Engels, wordt gesproken en gewerkt. De officiële opening van “De Mienskip” vond plaats op 13 november 1980. “De Mienskip” is een school met ongeveer 140 leerlingen, verdeeld over zes combinatiegroepen. Het is een ruim opgezet, functioneel gebouw. De zeven lokalen zijn speels gesitueerd rond de gemeenschapsruimte en de ruime hallen.

1.2 Richting Openbaar onderwijs “De Mienskip” is een school voor openbaar onderwijs. Een openbare school is toegankelijk voor iedereen, ongeacht geloof of levensovertuiging. U ontmoet dagelijks verschillende mensen. Mensen met soms dezelfde en soms met andere gewoonten. Of met een andere culturele achtergrond. Met eigen waarden en normen. Mensen die een (ander) geloof hebben. U behandelt hen met respect. En u verwacht dat ook van hen. U werkt samen. U zit op dezelfde club. U komt elkaar tegen in de winkel. Kortom, u leeft samen. Dat is toch vanzelfsprekend, al die overeenkomsten en verschillen tussen mensen. Openbaar onderwijs gaat uit van verschillen tussen mensen. En doet daar iets mee. Door samen met de leerlingen die verschillen aan de orde te stellen. Daardoor krijgen zij de kans zich een mening te vormen over opvattingen en gewoonten van anderen. Over medeleerlingen met een andere achtergrond dan zijzelf. Openbaar onderwijs is ontmoetingsonderwijs: kinderen leren er met, van en over elkaar. Met respect voor de ander. Als voorbereiding 7 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip op hun latere deelname aan de samenleving. Waarin zij zich zelf moeten kunnen redden. Met en tussen andere mensen. Net als u. De openbare school leidt op tot begrip, tot respect Een openbare school is de samenleving in het klein. Iedereen is er welkom. Het is een afspiegeling van de echte samenleving. Er is geen betere plek om kinderen van jongsaf aan te leren respect te hebben voor ieders mening of overtuiging. Een openbare school schenkt aandacht aan de verschillen tussen kinderen. Het heeft daarbij geen voorkeur voor één bepaalde richting. Het is bij uitstek onderwijs met aandacht en waardering voor andere opvattingen. Niet a-p-a-r-t, maar samen. et uitgangspunt voor alle openbare scholen is gelijk. De manier waarop les wordt gegeven en de wijze waarop leerkrachten, leerlingen en ouders met elkaar omgaan, verschilt per school. De ene school legt de nadruk meer op het leren. De andere school meer op het samenwerken tussen kinderen. Soms kiezen openbare scholen voor een bepaalde manier van lesgeven. Vaak voegen scholen de verschillende manieren samen. Zo geeft elke school op eigen wijze gestalte aan de inhoud en de vorm van het onderwijs. De openbare school leidt op tot begrip, tot respect voor de mening van anderen. Tot verdraagzaamheid. In de openbare school heeft elk kind en elke ouder recht van spreken. Iedereen doet er toe. Vereniging voor openbaar onderwijs - VOO Ondanks alle informatie in deze gids, kan het voorkomen dat u nog vragen hebt. Vragen over de school kunt u stellen aan een van de teamleden of aan de directeur. Vragen over onderwijs in het algemeen en vragen die u liever eerst met een onafhankelijk iemand wilt doorspreken, kunt u voorleggen bij 5010. 5010 is de vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs. Telefonisch op nummer 0800 5010 toets 4, op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Digitaal via de website www.50tien.nl. of www.voo.nl Op deze websites vindt u veel vragen en antwoorden en hebt u de gelegenheid om zelf een vraag te stellen, die per e-mail wordt beantwoord. Bij 5010 kunt u terecht voor al uw vragen over openbaar onderwijs. 1.3 Bereikbaarheid Komend vanuit richting Leeuwarden: De eerste weg rechts (Parklaan) na binnenkomst Buitenpost. Parklaan tot het eind volgen en aan het eind van de weg rechtsaf (Groenkamp, doodlopende weg). Komend vanuit richting Groningen: Richting Leeuwarden aanhouden. Aan het einde van de rondweg eerste afslag. Na binnenkomst Buitenpost eerste weg rechts (Parklaan). De weg tot het eind volgen en aan het eind van de weg rechtsaf (Groenkamp, doodlopende weg). Komend vanuit richting Surhuisterveen: De zuidelijke rondweg om Buitenpost volgen. Aan het eind rondweg op rotonde eerste afslag. Na binnenkomst Buitenpost eerste weg rechts (Parklaan). De weg tot het eind volgen en aan het eind van de weg rechtsaf (Groenkamp, doodlopende weg).

8 


2. Waar de school voor staat 2.1 Wet Primair Onderwijs Het basisonderwijs legt de basis voor al het daarop volgende onderwijs. In de Primair Onderwijs staat aan welke eisen een school minimaal moet voldoen om geld van de overheid te krijgen. De onderwijsinspectie controleert of de school hieraan voldoet. Scholen moeten hun leerlingen kennis bijbrengen door les te geven in diverse vakken (zie pag. ). Naast kennis bijbrengen, is ook het aanleren van vaardigheden, inzichten en attituden, die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd, een taak van de school. 2.2. Algemene doelstellingen van onze school “De Mienskip“ wil met erkenning van de eigenheid van het kind en met aanvaarding van de individuele verschillen, in overleg met de ouders een bijdrage leveren aan een harmonieuze ontwikkeling van kinderen van 4 – 12 jaar in een steeds veranderende wereld. Het is daarbij belangrijk, dat kinderen de afkomst en de gebruiken van andere mensen leren begrijpen, waarderen en respecteren. Kinderen moeten zichzelf leren kennen, ze moeten vertrouwen hebben in hun eigen mogelijkheden en ze moeten leren zich een eigen ik te vormen en daarvoor op te komen. Ze moeten leren luisteren, zelfstandig leren werken, zelf problemen oplossen, leren bewegen en leren samenwerken. Bovendien moeten de kinderen leren met vrijheid om te gaan. De school heeft daarbij een observerende, stimulerende, begeleidende en corrigerende taak. Onze school richt zich op: de emotionele ontwikkeling de verstandelijke ontwikkeling het verwerven van de noodzakelijke kennis het ontwikkelen van creativiteit het verwerven van sociale vaardigheden het verwerven van culturele vaardigheden het verwerven van lichamelijke vaardigheden het leren omgaan met verantwoordelijkheden Voor een uitwerking van deze doelstellingen verwijzen we u naar het schoolplan. Dit schoolplan ligt op school ter inzage voor belangstellende ouders.

9 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Bij het -

nastreven van deze doelen spelen de volgende aspecten een duidelijke rol: Het aanleren van de basisvaardigheden als rekenen, taal, lezen en schrijven. Het stimuleren tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Het volgen van de leerling in haar / zijn ontwikkeling zodat eventuele problemen tijdig opgemerkt en opgelost kunnen worden. De zorg voor leerlingen die moeite hebben met de hen aangeboden leerstof of leerlingen die verrijkingsstof nodig hebben. Ontwikkelingsmateriaal dat uitnodigt tot spelend leren. Actuele, realistische onderwijsmethoden. Een team met een duidelijke visie op onderwijs en opvoeding.

3. De organisatie van het onderwijs Het onderwijs op “De Mienskip” is globaal onder te verdelen in onder-, midden- en bovenbouw. De onderbouw omvat de groepen 1 en 2, de middenbouw de groepen 3, 4 en 5 en de bovenbouw de groepen 6, 7 en 8. PLUSKLAS Naast de bestaande bouwgroepen werken we met een plusklas. De plusklas is voor leerlingen uit groep 2 t/m 8 die anders onderwijs krijgen aangeboden. Filosofie staat centraal. Er ligt een beleidsplan m.b.t. het beleid m.b.t. ons werken met meer- en hoogbegaafde kinderen aanwezig en ligt ter inzage in school. In de onderbouwgroepen 1 en 2 werken we met “Schatkist” en de methode “onderbouwd”. “Schatkist” staat voor onderwijs aan kinderen van drie tot zes jaar. De methode heeft een sterk pedagogische basis, een krachtige leeromgeving en geeft een stevige stimulering van de ontwikkeling van kinderen. Het biedt een afwisseling van vrije en gerichte activiteiten. “Schatkist” is een combinatie van spelen, werken en leren. Voor peuters ligt het accent op spelen. Kleuters werken en leren al meer en op een hoger niveau. Het geeft de kinderen ruimte om zelfstandig te spelen, te werken en te leren. De leerkracht biedt de kinderen nieuwe impulsen en stimuleert de ontwikkeling in groepsexploiraties waarin thema’s en onderwerpen samen worden onderzocht. Kinderen krijgen gerichte individuele hulp en indien mogelijk begeleiding waar dat voor hun ontwikkeling nodig is. In de middenbouw ligt de nadruk meer op de basisvaardigheden taal, schrijven, lezen en rekenen. De methode “onderbouwd” zet alle ontwikkelingsmaterialen in een duidelijke leerlijn en heeft bij ieder te behalen kern-en leerdoel een passend spel geselecteerd. Het lerende kind kan zo door middel van het spelen van een spel de doelen behalen die belangrijk zijn voor de doorgaande lijn.Onderbouwd is gebaseerd op de kerndoelen zoals gedefinieerd door de Stichting Leerplan Ontwikkeling. In de bovenbouw kunnen kinderen zich onder meer ontwikkelen op basis van aangeleerde vaardigheden in de onder- en middenbouw. Het verwerven van kennis en informatie bij vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs gaat een belangrijke plaats innemen naast de basisvaardigheden taal, lezen en rekenen. Naast deze basisvaardigheden komen ook de creatieve vakken en lichamelijke opvoeding nadrukkelijk aan de orde. Ook in de midden- en bovenbouw moet er naar onze mening ruimte en tijd zijn om te kunnen spelen. Spelen is een sociaal gebeuren; je speelt samen en je leert ervan. Bij de inrichting van de school is met bovengenoemde punten rekening gehouden. Naast de vaste groepsleerkrachten is er nog een ochtend per week een leerkracht muzikale vorming voor alle groepen.

10 


3.1 Gewichtenregeling en beschikbare formatie Als school hebben we de beschikking over een beperkt aantal onderwijsuren. De beschikking over deze uren is voornamelijk gebaseerd op de telling van de leerlingen op 1 oktober, die ieder schooljaar plaatsvindt. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen stelt dat het aantal leerkrachten per school niet alleen bepaald moet worden door het aantal leerlingen, maar ook door de situatie van het gezin waaruit de leerlingen komen. De situatie van het gezin wordt uitgedrukt in een score (leerlingengewicht). Wij zijn genoodzaakt om de gegevens betreffende de gezinssituatie op te vragen. Deze gegevens worden vertrouwelijk verwerkt. Aan de hand van de leerlingenweging wordt de schoolscore berekend. De schoolscore bepaalt hoeveel leerkrachten er op school werken. In deze gids kunt u lezen hoe het team van onze school is samengesteld en wie verantwoordelijk is voor welke groep. Wanneer er sprake is van een dermate grote toename van het aantal leerlingen gedurende het schooljaar dat we in aanmerking komen voor groeiformatie, wordt de beschikking over het aantal uren groter. We zetten deze uren zo efficiënt en effectief mogelijk in. 3.2 Werkwijzen, mehoden en preventie Op “De Mienskip” wordt lesgegeven met behulp van actuele, nieuwe methoden en werkwijzen. Er zullen planmatig nieuwe methoden aangeschaft worden, waarbij wordt gelet op de kwaliteit en het uiterlijk. Methoden die gericht zullen zijn op preventie van leerproblemen en die aansluiten bij de uitgangspunten en doelen die we willen bereiken. Bij het werken met de diverse methoden en werkwijzen ligt het accent op groepsdifferentiatie. We proberen kinderen die zich anders ontwikkelen in kleine groepjes of individueel, de beste begeleiding te geven. 3.3 Team Nog belangrijker voor de kwaliteit van het onderwijs dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken, de mensen aan wie u uw kinderen toevertrouwt. Zij zorgen ervoor dat de materialen goed gebruikt worden. Teamleden werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. Professionalisering is in een steeds veranderende maatschappij van groot belang en neemt in het ook steeds veranderende onderwijs op “De Mienskip” een belangrijke plaats in. De leerkrachten op “De Mienskip” werken hard en ze doen dit graag in het belang van uw kind. 3.4 Zorgverbreding Het zorgverbredingbeleid, de zorg voor leerlingen en het planmatig werken aan zorgverbetering, is vastgelegd in duidelijke procedures, taken en begrippen en deze nemen een duidelijke plaats in binnen de schoolorganisatie. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen door zowel methode-gebonden toetsen als landelijk genormeerde toetsen. Wanneer een kind zich anders ontwikkelt dan wij graag zouden zien, treedt de zorgprocedure in werking. In hoofdstuk 4. kunt u hierover meer lezen. Binnen de school hebben we een intern begeleider. Dit is een leerkracht die verantwoordelijk is voor de extra zorg voor leerlingen met specifieke problemen en behoeften. De intern begeleider coördineert de leerling besprekingen en ondersteunt de leerkrachten bij de uitvoering van de leerlingenzorg. In de (groeps)handelingsplannen staat vermeld met welk doel individuele of groepen kinderen werken, wat ze gaan doen en wie ze helpt. De handelingsplannen worden in voortdurende samenwerking met de ouders opgesteld. 3.5 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw De schoolvloer bestaat uit gelijkvloerse delen zonder drempels zodat kinderen met een lichamelijke handicap zich goed kunnen verplaatsen. Ook zijn er geen drempels bij de

11 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip buitendeuren. In de school is een toilet dat geschikt is voor kinderen met een handicap. Als kinderen met een handicap aangepast meubilair nodig hebben dan wordt daarin voorzien vanuit de eigen middelen van de school. In bepaalde gevallen kunnen kinderen met een handicap recht hebben op extra formatie. 3.6 Wie werken er in de school Directie en leerkrachten Het team van “De Mienskip” bestaat uit tien personen: de directeur, full-timers en parttimers. In principe zijn de leerkrachten in iedere groep inzetbaar. Sommigen zijn meer gespecialiseerd in het werken met kleuters, anderen in de omgang met oudere kinderen en weer anderen zijn allround. Ieder heeft zijn of haar eigen specialisaties. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de groep. Hij / zij onderhoudt contacten met de ouders van de kinderen in de groep en verzorgt het onderwijs aan de kinderen. Soms komt het voor dat er meerdere leerkrachten werkzaam zijn in een groep. Daarnaast is een intern begeleider werkzaam gericht op de zorg, is een taal-coordinator werkzaam gericht op de ontwikkelingen m.b.t. het taal- en leesonderwijs en is een reken-coordinator werkzaam gericht op de ontwikkelingen m.b.t. het rekenonderwijs. De eindverantwoordelijkheid voor de school ligt bij de directeur. De directeur is altijd een aanspreekpunt voor de ouders. Als zij afwezig is, zal zij worden vervangen door de een leerkracht die belast is met deze speciale taak. Naast de genoemde personeelsleden zijn er een vakleerkracht muzikale vorming, een gastleerkracht humanistisch vormingsonderwijs H.V.O. en een gastleerkracht Godsdienstvormend onderwijs G.V.O. werkzaam aan “De Mienskip”. We hebben een samenwerking met muziekschool “De Waldsang”. Zij geven algemene muzikale vormingslessen (AMV) en algemene instrumentale vormingslessen (AIV) in de groepen 3 en 4. Deze lessen worden afgesloten met een diploma. Daarnaast begeleidt een specialist van muziekschool de Waldsang het schoolkoor. De schoolbegeleider / -adviseur Het team en de directie van “De Mienskip” worden bij het onderwijs ondersteund door externe adviseurs / begeleiders. Onderwijsondersteunend personeel De school wordt schoongemaakt door schoonmaakbedrijf GOM. Een medewerkster van GOM zorgt voor het dagelijks schoonmaken van de school. De conciërge maakt de school ook schoon en verricht diverse huishoudelijke werkzaamheden, klein onderhoud en andere voorkomende karweitjes. Stagiair(e)s Leren doe je niet door theorie, maar ook in de praktijk. Het team van “De Mienskip” ondersteunt dit van harte. Daarom is onze school regelmatig oefenschool voor stagiaires van de lerarenopleiding PABO, maar ook van de opleiding voor onderwijs- of klassenassistent(e) bij een der ROC’s en sportopleidingen. Wij vinden het belangrijk om bij te dragen aan een goede opleiding voor aankomende collega’s. Daarnaast is de begeleiding van stagiaires voor ons ook een stimulans voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het hangt van het leerjaar van de studenten af hoe vaak ze komen. De studenten werken aan hun competenties, voeren hun opdrachten uit en nemen soms lessen of gedeelten daarvan over onder supervisie van de groepsleerkracht.

4. De zorg voor kinderen

12 


Het leerlingvolgsysteem is de wijze waarop leerlingen worden getoetst en de middelen die worden gebruikt om de vorderingen van de leerlingen in kaart te brengen. De vorderingen van de leerlingen van de groepen 1 tot en met 8 wordt op twee manieren bijgehouden. 1. Door de resultaten van methodegebonden toetsen en observaties te registreren 2. Door het gebruik van landelijk genormeerde toetsen. Het gebruik van landelijk genormeerde toetsen geeft de mogelijkheid om de prestaties van de leerlingen van “De Mienskip” met de landelijke resultaten te vergelijken. Met behulp van het leerlingvolgsysteem kan de voortgang van elk kind op deze wijze precies en systematisch worden bijgehouden. Het onderwijs kan op deze wijze zo goed mogelijk worden afgestemd op de leerlingen. De intern begeleider coördineert de uitvoering van methodische toetsen en de registratie en de toetsen van het leerlingvolgsysteem. Voor een optimale begeleiding van de leerlingen is het van belang om steeds een overzicht te hebben van de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen. Daarom worden de gegevens, die de basis vormen voor de regelmatig te houden leerlingbespreking, centraal door de intern begeleider verzameld. Wanneer een kind in aanmerking komt om te worden besproken bij de leerlingbespreking, dan worden de ouders daarover altijd ingelicht. De intern begeleider trekt met het team conclusies over het te voeren beleid voor zorgverbreding. Er wordt hierbij op een planmatige wijze gekeken naar gegevens op school-, groeps- en individueel niveau. In handelings- en groepsplannen staat per kind of per groep vermeld hoe er gewerkt wordt in situaties waarin sprake is van een opvallende en / of afwijkende ontwikkeling. 4.2 Dossiervorming Er wordt van de leerlingen een dossier aangelegd zodra ze op de school zijn ingeschreven. Het dossier wordt beheerd door de directie en de interne begeleider. Nadat een kind in de leerlingbespreking is aangemeld, worden bovendien gegevens als handelingsplannen, onderzoeken enzovoort aan het dossier toegevoegd. Ouders hebben op verzoek recht op inzage. 4.3 “Protocol voor leesproblemen en dyslexie” Onze school hanteert het “Protocol voor leesproblemen en dyslexie”. Dit protocol is een hulpmiddel om leesproblemen vroegtijdig op te sporen en aan te pakken. De school volgt een stappenplan van toetsen en hulp voor kinderen met leesproblemen / achterstanden. 4.4 Visie op burgerschap en sociale integratie Op onze school draait alles om de leerlingen, om de kwaliteit van hun leven op school en de vorming van een hecht fundament voor hun latere sociaal en maatschappelijk leven. “De Mienskip”: werkt aan de brede vorming van kinderen, groeiend in handelingsgericht werken; zorgt voor een schoolklimaat waar opvoeding en onderwijs samengaan; stelt respect en vertrouwen in elkaar centraal en werkt aan het vergroten van de veiligheid. Vanuit deze visie mogen onze kinderen in een veilige omgeving verschillend zijn, kritisch zijn en leren op een plezierige en verdraagzame manier met elkaar om te gaan en voor elkaar iets te betekenen. Waarden en normen worden in de school voorgeleefd en geoefend. De school als gemeenschap is ‘oefenplaats’. Het gaat om ervaringen in de school waarbij leerlingen kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen opdoen die hen in staat stellen om deel uit te maken van de gemeenschap en het vermogen en de wil om actief mede vorm te geven aan die gemeenschap.

13 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Vanuit deze basis maken de kinderen kennis met andere gemeenschappen (wijk-dorp vereniging-kerk) en leren ook daarin te participeren. Gedurende hun schooltijd wordt de (leef)wereld van de kinderen steeds groter. In feite is burgerschap en sociale integratie geen nieuwe taak. Onze scholen geven daar al lange tijd en op allerlei manieren vorm aan. Het vormt een integraal deel van onze pedagogische opdracht, van de sociale- en levensbeschouwelijke vorming. Doelen Onderwijs draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en het rust kinderen toe voor deelname/meedoen in de samenleving De volgende (kern)doelen betrekking op burgerschap en sociale integratie: de leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger (36) de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen (37) de leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen (38) de leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen (34) de leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument (35) De volgende doelen,die voor alle leergebieden van belang zijn, hebben eveneens betrekking op burgerschap en sociale integratie: reflectie op eigen handelen uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens respectvol luisteren en kritiseren van anderen ontwikkelen van zelfvertrouwen respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg voor en waardering van de leefomgeving. Inhoud Om de inhoud van burgerschap en sociale integratie te beschrijven onderscheiden we binnen de onderwijsleergebieden zeven categorieën waarin burgerschapsvorming en sociale integratie duidelijk naar voren komen: sociale vaardigheden democratische vorming gedrags- en omgangsregels kennismaken met andere culturen basiswaarden godsdienstige- en levensbeschouwelijke vorming / humanistische- en levensbeschouwelijke vorming veiligheid Sociale vaardigheden Met sociale vaardigheden wordt gedoeld op vaardigheden om met andere mensen om te gaan: luisteren, je mening geven, voor je eigen belangen opkomen, het zonder conflicten oplossen van problemen en dergelijke. “Leefstijl” is onze methode voor sociale vaardigheden. Voor de leerinhouden (kennis, vaardigheden en houdingen) verwijzen we naar deze methode. Gedrags- en omgangsregels

14 


Verwant hieraan is het leren van (vaak informele) gedrags- en omgangsregels die het sociale verkeer ordenen. Het gaat hier om de gewoonten en regels rond beleefdheid en fatsoen, als uitdrukking van de codes die gelden in het sociale verkeer en de omgang binnen de publieke ruimte: groeten, op je beurt wachten, geen vuil op straat gooien en dergelijke. Basiswaarden Het gaat hier om basiswaarden waar wij als school voorstaan en die gebaseerd zijn op de brede identiteit van de school. Democratische vorming Het gaat hier om het bevorderen van kennis/vaardigheden en houdingen rond democratische uitgangspunten als: leerlingen leren rekening met elkaar en met andere mensen te houden leerlingen kunnen zich verplaatsen in standpunten van anderen (empathie) leerlingen kunnen samenwerken Naast de specifieke kennis van betekenis en werking van organen en afspraken die bij de democratie als regeringsvorm horen (volksvertegenwoordiging, verkiezingen regering, rechtsspraak, scheiding kerk en staat enz. werken we hieraan door: Kennis met culturen Het gaat er hier om dat leerlingen op hun niveau leren omgaan met verschillende culturen, geloven en leefwijzen in de Nederlandse samenleving. Daarnaast laten we de kinderen ook kennismaken met kinderen en hun leefomgeving en leefwijze(n) in andere werelddelen. Pesten - Pestprotocol “De Mienskip” Helaas komt pesten ook op onze school wel eens voor. Dat pesten niet getolereerd wordt spreekt voor zich. Hoe we met pesten omgaan, is vastgelegd in ons beleid. We hanteren ons Pestprotocol, welke u op de schoolsite kunt vinden. 4.5 Huiswerkbegeleiding Huiswerk op de basisschool is een onderwerp dat veel stof kan doen opwaaien. Over huiswerk bestaan veel verschillende opvattingen. We vinden het een goede zaak dat ouders goed op de hoogte zijn van de richtlijnen die door de school gehanteerd worden. Alle ouders ontvangen een exemplaar van onze huiswerkbrochure. In die brochure wordt u geïnformeerd over hoe we op ‘De Mienskip’ denken met het begrip huiswerk om te gaan. We hopen dat de informatie in dit boekje ertoe bijdraagt dat huiswerk wordt gezien als een zinvolle activiteit, waarbij de begeleidende rol van ouders niet mag worden onderschat. 4.6 Rapportage Rapporten hebben in de eerste plaats tot doel de ouders te informeren over de vorderingen van hun kind en ze vervullen een belangrijke rol in de begeleiding van de leerlingen. Het is van belang om steeds een overzicht te hebben van de prestaties. De ouders van kinderen in groep een tot en met acht ontvangen tweemaal per schooljaar een rapport. Het eerste rapport verschijnt rond de kerstvakantie, terwijl het tweede rapport vlak voor de zomervakantie verschijnt. Tijdens de daarop volgende rapportgesprekken kunnen de leerkrachten de rapporten mondeling toelichten en / of aanvullen. Naast de schoolvorderingen komen ook de persoonlijkheidsaspecten van het kind aan de orde. Aan het eind van een leerjaar bespreekt de groepsleerkracht de leerlingen met de leerkracht van de volgende groep. 4.7 Onderwijs op maat

15 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Op “De Mienskip” streven we naar onderwijs op maat voor alle kinderen. Steeds meer methoden en werkwijzen die gehanteerd worden hebben een duidelijk preventief karakter met betrekking tot leer- en ontwikkelingsproblematiek. Daarnaast worden er remediërende methoden en werkwijzen gebruikt in situaties waar de reguliere methoden en werkwijzen niet toereikend zijn. Kenmerkend bij de beoordeling van het dagelijkse werk van de leerlingen is dat we elk kind waarderen in zijn persoonlijke groeiproces. Niet alleen de zogenaamde “gemiddelde prestatienorm” is het uitgangspunt van de waardering, maar ook de individuele mogelijkheden en ontwikkeling van de leerlingen. Een centrale rol daarbij spelen de visie van de leerkracht, het registratiesysteem en het leerlingvolgsysteem. 4.8 Doubleren Hoewel we doubleren zoveel mogelijk proberen te vermijden kan het toch voorkomen dat de groepsleerkracht en de intern begeleider tot het advies komen een kind een jaar langer over een leerjaar te laten doen. Dit advies komt tot stand door op de volgende wijze te kijken naar het kind: niet alleen de vorderingen van leerprestaties en genormeerde toetsen zijn bepalend, echter werkhouding, sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfvertrouwen en dergelijke spelen ook een rol. Bovendien moeten we er bijna zeker van zijn dat een kind baat heeft bij een extra jaar. Uiteraard gebeurt een en ander in nauw overleg met de ouders. Mocht er daarna een verschil van mening zijn, dan is het de school die in dat geval beslist. 4.9 De schoolkeuze aan het eind van de basisschool In het laatste schooljaar moet het vervolgonderwijs voor uw kind worden gekozen. De school adviseert u hierin. Het advies komt tot stand aan de hand van drie zaken: Het niveau van het dagelijkse werk en huiswerk. De rapporten van de laatste drie schooljaren. De resultaten van de CITO-eindtoets. In ons advies wordt meegenomen aan welke vorm van vervolgonderwijs wij denken, echter niet naar welke school u uw kind moet sturen. Het beste kunt u, om inzicht in de verschillende scholen te verkrijgen, in januari / februari de verschillende open dagen van de vervolgscholen bezoeken. Dit kan eventueel onder schooltijd. We hebben regelmatig contact met de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Daarbij informeren we elkaar over de ontwikkeling van leerlingen afkomstig van “De Mienskip”. 4.10 GGD Fryslân - Jeugdgezondheidszorg – schoolarts GGD Fryslân wil een gezonde groei en ontwikkeling van uw kind bevorderen. Gezondheidsonderzoeken: Op verzoek van de arts van het consultatiebureau kan een kind in groep 1 worden uitgenodigd voor een onderzoek. Onderzoek in groep 2 Dit is een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een gesprek over opvoeding, gedrag en gezondheid. Onderzoek groep 7 Dit is een onderzoek van lengte en gewicht. Voor het onderzoek vult de ouder/verzorger een vragenlijst in over opvoeding, gedrag

16 


en gezondheid. Onderzoek op verzoek U kunt voor uw kind een extra onderzoek of gesprek aanvragen. Dit kunt u doen tijdens het telefonisch spreekuur. Telefonisch spreekuur Als u vragen hebt over de opvoeding of de gezondheid van uw kind, kunt u dit tijdens het telefonisch spreekuur bespreken met de arts of met de verpleegkundige. De tijd van het spreekuur is bekend op school. Hygiëne en veiligheid Voor vragen op het terrein van hygiëne, veiligheid, infectieziekten, astma enz. kunt u terecht bij de GGD. Gezondheidsbevordering De GGD helpt scholen bij het opzetten, ontwikkelen of uitvoeren van gezondheidsprojecten, voorlichting, lesmateriaal, ouderavonden, enz. En verder…… In de gemeente Achtkarspelen doet een logopediste van de GGD bij alle vijfjarigen een onderzoek naar de taal- en spraakontwikkeling. Daarnaast kunnen ook andere kinderen op verzoek van ouders of school worden onderzocht door de logopediste. 4.11 Onderwijs aan zieke kinderen Als ouder mag u van de leerkrachten vragen dat die zich voor uw zieke kind inzetten en ervoor zorgen dat het onderwijsproces niet te veel wordt verstoord. Hiertoe kan de school bij langdurige ziekte van een leerling ondersteuning aanvragen bij de coördinator voor zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst Cedin. Dit kan alleen als een kind langdurig ziek thuis is of voor enkele weken opgenomen is in een (regulier) ziekenhuis. Een academisch ziekenhuis (bijvoorbeeld dat in Groningen) heeft een eigen speciale educatieve voorziening. Consulenten van de schoolbegeleidingsdienst hebben contact met de school van het zieke kind (de thuisschool) en geven informatie aan de leerkrachten over de consequenties die ziektes kunnen hebben voor de vorderingen op school en over de omgang met een zieke leerling in de klas en op school. Zij voeren wanneer dit nodig is gesprekken met de klasgenoten of adviseren over de middelen die gebruikt kunnen worden om toch het onderwijsprogramma uit te kunnen voeren. Als een ziekenhuisopname erg lang gaat duren, is het soms mogelijk, om via de computer online lessen te volgen in de klas. Regelmatig komt het voor dat de consulent, na goed overleg met de leerkracht en interne begeleider op school, een deel van het onderwijsprogramma van de school overneemt. Dit kan thuisonderwijs of onderwijs in het ziekenhuis zijn. Voor meer informatie kunt u terecht bij de interne begeleider van onze school of de coördinator voor langdurig zieke leerlingen bij het Cedin. 4.12 Schoolmaatschappelijk werk Via de gemeente Achtkarspelen kan schoolmaatschappelijk werker worden aangevraagd. 4.13 Activiteiten buiten het lesrooster De sfeer op onze school vinden we erg belangrijk. Het is belangrijk dat een kind zich prettig voelt. Onderwijs op ”De Mienskip” is meer dan alleen het volgen van lessen. Kennis en ervaring kunnen ook op een andere wijze worden opgedaan. Naast het gewone lesprogramma vinden er elk jaar in en rondom de school activiteiten plaats voor de kinderen, ouders en leerkrachten die gericht zijn op de sociale en culturele vorming, organisatievermogen en inzet van leerlingen en recreatie. We doen bijvoorbeeld mee aan

17 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip voetbal- en korfbaltoernooien en de schoolsportdag. De schoolreizen en -kampen zijn voor de leerlingen uiteraard een van de hoogtepunten. Enkele andere activiteiten zijn: Kinderpostzegels Ieder jaar wordt medewerking gevraagd aan de leerlingen van groep 7 en 8 om kinderpostzegels te verkopen. De kinderen zetten zich graag in voor het goede doel dat daaraan is verbonden. Excursies Het komt voor dat er een groep op excursie gaat in het kader van lessen en / of thema’s die in het onderwijs aan de orde komen. Soms worden hierbij ouders gevraagd als extra begeleiders. Verjaardagen van groepsleerkrachten Verjaardagen met groepsleerkrachten worden meestal in overleg met de leerlingen georganiseerd. De rol van de jongere kinderen is daarbij een andere dan die van de oudere kinderen. Wanneer kinderen daartoe in staat zijn krijgen ze zelf taken bij de organisatie van deze dag of avond. Pake- en beppe“dei” We organiseren een keer per schooljaar een “pake- en beppedei”. Tijdens die dag zijn alle grootouders van harte welkom om in de groep(en) van hun kleinkind(eren) te komen kijken. Open dag Ieder schooljaar is er een open dag. Deze dag is voor ouders wiens kind vier jaar wordt en die een schoolkeuze voor hun kind gaan maken. Daarnaast is deze dag georganiseerd voor ouders van de huidige schoolgaande kinderen. Zij kunnen dan een kijkje in de klas nemen om een indruk te krijgen van de sfeer en om te zien hoe het onderwijs aan hun kind verloopt. De directeur is aanwezig om u te informeren. Ook is er de mogelijkheid om de school ‘s avonds van 19.30 uur tot 20.00 uur te bezoeken Bent u deze dag verhinderd, dan nodigen wij u uit om op een ander tijdstip langs te komen. Het beste is om dan even telefonisch contact op te nemen.. De datum van de open dag vindt u in de schoolkalender en de streekbladen. Spelochtend / middag Tweemaal per schooljaar worden de ouders van de onderbouw (groep 1 / 2) uitgenodigd om met hun kinderen spelletjes te spelen in de groep(en) van hun kind(eren). Werkgroep hoofdluis Binnen onze school is een werkgroep ‘hoofdluis’ actief, die enkele malen per jaar iedereen controleert. Dit blijkt een effectieve preventieve actie te zijn. De activiteit wordt meegedeeld op de nieuwsbrief. Voorstelling Iedere groep organiseert jaarlijks minimaal één voorstelling. De data van de voorstellingen zullen in de schoolkalender en de wekelijks verschijnende nieuwsbrief worden opgenomen. De voorstellingen worden ’s middags voor de leerlingen van school gehouden van 12.30 uur tot 13.30 uur en ’s avonds voor alle ouders, familie en belangstellenden van 19.00 – 19.30 uur in het speellokaal. Iedereen is dan van harte welkom.

18 


Sprookje Eind november bezoeken de leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 het sprookje. Dit sprookje wordt georganiseerd door de Vereniging van Openbaar Onderwijs (VOO). Sinterklaasfeest Bij de groepen 1 tot en met 4 komt Sinterklaas op school. De kinderen van de groepen 5 tot en met 8 vieren hun eigen feest met surprises. Kerstfeest / Kerstmaaltijd De laatste donderdagavond voor de kerstvakantie wordt op "De Mienskip" in alle groepen een kerstmaaltijd geserveerd bij knapperend haardvuur. Paasontbijt De donderdagochtend, voorafgaand aan het paasweekeinde, organiseren we op school een paasontbijt. Sport op school Naast het reguliere bewegingsonderwijs vinden wij het erg fijn en belangrijk dat we deelnemen aan wedstrijden en sporttoernooien. Prijzen winnen is leuk, plezier en sportiviteit staan voorop. Feestelijke ouderavond In het voorjaar is er een feestelijke ouderavond. De leerlingen verzorgen de invulling van deze avond. Afscheid groep 8 In de laatste schoolweek wordt op een avond afscheid genomen van groep 8. De vaststelling en invulling van deze avond gebeurt in overleg met de groepsleerkracht en de kinderen. Vaak worden op deze avond een aantal herinneringen uit de basisschoolperiode naar boven gehaald. Feestelijke afsluiting van het jaar In de laatste schoolweek sluiten we het jaar af met activiteiten voor alle kinderen van de school. Zomerfeest / fancy fair Elk jaar houden we rond het officiële begin van de zomer een fancy fair of een zomerfeest. Op deze wijze hopen we de band met ouders te vergroten.

5. De leerkrachten 5.1 Taakverdeling Onder de teamleden is er een duidelijke taakverdeling. Elk teamlid heeft naast de verantwoordelijkheid voor de eigen groep(en) een aantal niet-lesgebonden taken, dat elk schooljaar opnieuw worden vastgesteld volgens taakbeleid en waar nodig veranderd. Ieder jaar is er een teamjaarevaluatievergadering aan het einde van het schooljaar. Zo kennen we de interne leerlingcoördinator, die de interne zorg voor kinderen binnen de school coördineert. Ook is er een taalcoordinator aangesteld om de kwaliteit en de ontwikkelingen m.b.t. het lees- en taalonderwijs te borgen en een rekencoordinator om de opbrengsten van het rekenonderwijs te verhogen. Ook is er een leerkracht die de taak i.c.t.er heeft. Deze leerkracht oriënteert zich onder andere op nieuwe software en houdt de ontwikkelingen bij op dit terrein. Ook is er nog sprake van een taakverdeling binnen het team, waarin taken als pleinwacht, lidmaatschap van de ouder- en medezeggenschapsraad,

19 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip contactpersoon over het voortgezet onderwijs, sport, natuureducatie, cultuur enzovoort zijn opgenomen. De directie geeft leiding aan dit geheel. Ook binnen directie is een taakverdeling vastgesteld. De taken worden ieder jaar geëvalueerd en vastgesteld in www.taakbeleid.nl 5.2 Teamvergadering In principe wordt er wekelijks vergaderd, waarbij verschillende vormen van overleg gebruikt worden: De huishoudelijke vergadering, waarbij vooral organisatorische onderwerpen aan de orde komen. De beleidsmatige vergadering, hier wordt gesproken over onderwijsbeleid, nieuwe methoden, pedagogische aanpak en dergelijke. Ook personeelsbeleid staat in deze vergaderingen centraal. De leerlingenbespreking, waarbij zorgleerlingen worden besproken. Het bouw- / werkoverleg, waarbij collega's van onder- midden- en bovenbouw overleggen over specifieke onderwerpen. Er wordt wekelijks een teamvergadering gehouden, wisselend tussen de dinsdag en de donderdag en voorgezeten door de directeur. Tijdens deze vergaderingen worden de lopende zaken planmatig besproken volgens een vergaderrooster. De onderwerpen worden voorbereid en afspraken worden gemaakt. 5.3 Vervanging bij ziekte en afwezigheid Onze school werkt zoveel mogelijk met vaste invalkrachten, die goed op de hoogte zijn van de uitgangspunten en de werkwijze van “De Mienskip”. We proberen bij ziekte en afwezigheid zoveel mogelijk dezelfde vervangers in te schakelen. De continuïteit en rust zijn op deze wijze zo goed mogelijk gewaarborgd. Wanneer er geen vervanger beschikbaar is, wordt er intern naar een oplossing gezocht, bijvoorbeeld door de kinderen van een groep te verdelen over de andere groepen. In principe worden er bij afwezigheid of ziekte van een leerkracht de eerste dag geen kinderen naar huis gestuurd, tenzij daartoe door de omstandigheden geen mogelijkheid is. 5.4 Scholing De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Daarom zijn er regelmatig studiebijeenkomsten voor leerkrachten om de nieuwe ontwikkelingen te volgen om zo het onderwijs op onze school kwalitatief te verbeteren. Nascholing gebeurt op basis van bestuurlijk beleid en op basis van schoolbeleid. Het scholingsbeleid is zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijskundige doelstellingen van de school en in mindere mate de behoefte van het personeel. Het door iedere leerkracht opgestelde POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) vormt hierbij ook een belangrijke schakel. De bekostiging hiervoor wordt geregeld uit het nascholingsbudget. Overzicht Teamscholing / begeleiding 2013-2014 Onderwerp / thema: Uitgevoerd door: Leerlingenzorg digitaliseren Ib en directeur Leerlingenzorg / Eduscoop Eduscoop en team Leefstijl Lions Quest - Leefstijl Taakvelden Leerlingen- en kwaliteitszorg / IB ROOBOL - IB netwerk netwerk ROOBOL Bedrijfshulpverlening Friese Poort en bhv-ers Hoogbegaafdheidsnetwerk Samenwerkingsverband Drachten Professionele cultuur Intervisie team en 100 scholen projectpartners Opbrengst gericht werken Cito werkgroep en team

20 


Werken met kwaliteitskaarten Netwerk rekencoordinator Netwerk taalcoordinator Internationalisering Trije talige skoalle vve

High Five – D. Creemers ; directie en team Netwerk Roobol en rekencoordinator Netwerk Roobol en taalcoordinator Europees Platform en internationale coordinator Taalcintrum / netwerk ROOBOL en taalcoordinator Netwerk ROOBOL en leerkrachten onderbouw

6. De ouders / verzorgers 6.1 Ouders en school De ambitie van “De Mienskip” is dat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen, zodat ze zo goed mogelijk en overeenkomstig hun capaciteiten kunnen deelnemen aan de maatschappij. De school probeert in nauwe samenwerking met de ouders te werken aan de ontwikkeling van de leerlingen. We pogen een verlengstuk te zijn van de ouderlijke opvoeding. Een goede communicatie is daarbij onontbeerlijk. 6.2 Wat kunnen ouders en de school van elkaar verwachten De ouders mogen van de school een zeer open instelling verwachten. Wij informeren ouders over alle belangrijke gebeurtenissen op school. Over algemene schoolzaken, maar ook over het wel en wee van de leerlingen. We stellen het ook op prijs als ouders ons ook van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houden. Het opvoeden van de kinderen is een gezamenlijk doel. Informatie betreffende het eigen kind kan op korte termijn worden gegeven door middel van bijvoorbeeld een gesprekje na schooltijd met de betreffende leerkracht, in sommige gevallen een klassenbezoekje (na afspraak) of overleg met de directeur. De school verwacht duidelijk ook iets van de ouders: De ambitie van de school onderschrijven, hierover proberen mee te denken en met de school hieraan gestalte proberen te geven; Belangstelling tonen voor de schoolactiviteiten van hun kind en, indien nodig, contact zoeken met de leerkracht; Een positieve instelling; Het vermogen om de eigen belangen af te kunnen wegen tegenover de algemenere belangen van de school en het onderwijs. We doen als school ook een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen met de organisatie. Er zijn tal van ouderwerkgroepen actief. Zowel de ouderraad als de medezeggenschapsraad vervullen een belangrijke rol bij de organisatie en de beleidsvorming. Het kan soms gebeuren dar er meningsverschillen, misverstanden of conflicten ontstaan. We verwachten van de ouders dat er eerst contact met de school wordt gezocht om informatie te verkrijgen en zonodig oplossingen te zoeken. Hiervoor kan in bepaalde gevallen ook de vertrouwenspersoon van onze school worden benaderd. Contacten met ouders Website Op onze site www.demienskip.nl vindt u veel informatie over de school. Verder zijn er interessante brochures en links opgenomen voor zowel kinderen, leerkrachten als ouders.

21 


Nieuwsbrief Het nieuws kunt u vinden op de website www.demienskip.nl en bij vragen en/of onduidelijkheden kunt u t.a.t. mailen naar [email protected] Informatiekast In de informatiekast vindt u, naast de schoolwebsite, formulieren voor het aanvragen van verlof, een uitgebreide versie van de leerplichtwet, agenda's en notulen van de ouder- en medezeggenschapsraad bijeenkomsten, informatie over het vervolgonderwijs, VOO (vereniging voor openbaar onderwijs), de basisgezondheidsdienst en andere schoolse zaken. Groepsinformatie-avonden Aan het begin van het schooljaar houdt iedere groepsleerkracht een groepsinformatieavond. De ouders krijgen dan informatie over algemene zaken en over de gang van zaken met betrekking tot het onderwijs in de groep. Spreekuur / rapportgesprek De directeur heeft geen officieel spreekuur. Ouders kunnen de directie dagelijks aanspreken en indien nodig een afspraak maken. In principe kunt u ook altijd een afspraak maken met de groepsleerkracht om over de vorderingen van uw kind of over andere onderwerpen te spreken. Daarnaast zijn er in alle groepen vorderingsgesprekken. Als de kinderen hun rapport meekrijgen, krijgt u een uitnodiging voor een toelichting op de resultaten. Deze gesprekken duren 10 minuten. Huisbezoek Wij komen bij ouders van leerlingen van de groepen 1 op huisbezoek. In andere gevallen gebeurt dit als de ouders aangeven dat een huisbezoek gewenst is. Ook kan de groepsleerkracht een initiatief nemen tot een huisbezoek. Zakelijke ouderavond Op de zakelijke ouderavond in november wordt voor de gezamenlijke ouders verantwoording afgelegd over de besluiten en de boekhouding van de ouder- en medezeggenschapsraad van het afgelopen jaar. Ook worden dan de leden meestal ge- of herkozen. Ouderparticipatie en - hulp Op school kunnen we bij verschillende zaken hulp en medewerking van ouders gebruiken. Mocht u tijd en interesse hebben om op school te assisteren, dan kunt u dit aan het begin van het schooljaar kenbaar maken. U wordt dan in de gelegenheid gesteld u aan te melden. We stellen hulp op prijs bij o.a. de volgende activiteiten: lezen organisatie kinderpostzegels begeleiding schoolreizen van de groepen 1 t/m 8 begeleiding en/of vervoer bij sportactiviteiten of excursies verzorgen decor en kleding voor de musical bibliotheekkar boeken kaften luizen controle 6.5 Sponsoring Ten aanzien van sponsoring voert de school het volgende beleid:

22 


In de schoolkrant hebben we ruimte opgenomen voor het plaatsen van advertenties. De opbrengst komt volledig ten goede aan de leerlingen van de school. We denken ondanks sponsoring onze objectiviteit te kunnen waarborgen. Derden hebben geen invloed op de besteding. De kerntaken worden uit overheidsgelden gefinancierd. We willen geen reclame in lesmaterialen, zodat we zelf volledig de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de onderwijsinhouden. Het bestuur adviseert de scholen een zeer terughoudend beleid te voeren ten aanzien van materiële of geldelijke bijdragen waar een prestatie tegenover moet staan. Het uitgangspunt is tot nu toe nu toe dat sponsoring op geen enkele wijze de inhoud van het onderwijs mag beïnvloeden, noch de school in een afhankelijke positie mag plaatsen. Bij wijzigen van beleid zal het bestuur aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad instemming vragen. Het in februari 1997 afgesloten convenant tussen OC&W en de besturenorganisaties van Primair Onderwijs zal dan als uitgangspunt worden gehanteerd. 6.6 De ouder- en medezeggenschapsraad De ouderraad (OR) De ouderraad bestaat in principe uit elf ouders. Twee leerkrachten wonen meestal de vergaderingen bij. De ouderraad heeft tot taak allerlei praktische activiteiten die direct of zijdelings met school te maken hebben te begeleiden en te ondersteunen. Voorbeelden daarvan zijn de voorbereiding en de uitvoering van de het zomerfeest, het Sinterklaasfeest, de kerstviering en de feestelijke en zakelijke ouderavond. Daarnaast beheert de ouderraad het ouderfonds. Het ouderfonds is een vrijwillige bijdrage die bedoeld is om eerder genoemde activiteiten te kunnen organiseren. De penningmeester beheert in opdracht van de ouderraad deze financiën. In openbare vergaderingen worden vele schoolse zaken besproken. Tijdens de zakelijke ouderavond in november worden de nieuwe leden van de ouderraad gekozen. Een ouderraadslid wordt gekozen voor drie jaar en kan zich één keer herkiesbaar stellen. De maximale zittingsduur is zes jaar. U wordt via de nieuwsbrief op de hoogte gebracht van de samenstelling en de exacte taakverdeling van de ouderraad. Enkele taken / taakverdeling van de ouderraad voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester lief- en leedattenties contacten V.O.O. inkoop kamp / schoolreis verkeer & veiligheid De medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad bestaat uit drie ouders en drie leerkrachten. Deze personen zitten in de medezeggenschapsraad als vertegenwoordiger van de ouders en van het team. De directeur is bij de vergaderingen aanwezig als adviseur. De medezeggenschapsraad heeft een aantal rechten: adviesrecht instemmingsrecht informatierecht initiatiefrecht recht op overleg

23 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Voorbeelden hiervan zijn o.a. het besluiten over de inzet van personeel, sollicitatieprocedures, de aanschaf van nieuwe methoden, overleg met het bestuur en de overblijfregeling op “De Mienskip”. De medezeggenschapsraden van alle tot ROOBOL. behorende scholen zijn verenigd in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Deze adviseert en stemt over zaken, die voor alle scholen gelden. De leden van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad worden op de zakelijke ouderavond gekozen voor een periode van 2 jaar. Herkiesbaar stellen kan. De maximale zittingsduur is, evenals bij de ouderraad, maximaal zes jaar. Een lid van de oudergeleding en teamgeleding vertegenwoordigen onze school in de GMR. U wordt via de nieuwsbrief en de schoolsite op de hoogte gebracht van de samenstelling en de exacte taakverdeling van de medezeggenschapsraad. Taakverdeling van de medezeggenschapsraad voorzitter penningmeester secretariaat lid vertegenwoordiger(s) in GMR De notulen van de vergaderingen zijn te lezen op de website. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR is een overkoepelend orgaan dat samengesteld is uit een aantal leden van de verschillende MR's van de openbare scholen die onder de gemeenschappelijke regeling ROOBOL vallen 6.7 Regels en afspraken In onze school bestaan vele geschreven en ongeschreven regels en afspraken. Het lijkt ons zinvol een aantal te vermelden. Verjaardagen / trakteren Op de verjaardag van uw kind is het feest en hij / zij wordt in het zonnetje gezet. Meestal trakteert een kind op zijn / haar verjaardag. Wij zijn een gezonde school. Advies: trakteer gezond. Pauzehap / snoep Rond tien uur wordt er door de kleuters fruit gegeten. Het is de bedoeling dat u zelf drinken en fruit meegeeft in een bakje voorzien van naam. De leerlingen van de groepen 3 tot en met 8 nemen zelf een gezonde "pauzehap" mee. Geen auto’s voor de ingangen bij de pleinen Ouders die hun kinderen met de auto halen en / of brengen wordt uit veiligheidsoverwegingen verzocht niet te parkeren in de nabijheid van de ingangen van de school. Plein / toezicht Op het plein wordt toezicht gehouden op de momenten dat de kinderen daar gebruik van maken, namelijk van van 8.00 uur tot 8.15 uur, van 10.15 uur tot 10.30 uur uur en van 12.15 uur tot 12.30 uur. Indien van toepassing onder schooltijd. Bij problemen gaan de kinderen naar de eigen leerkracht. Wie eenmaal op het schoolplein is, verlaat dit niet meer zonder toestemming van de leerkrachten. Uit veiligheidsoverweging mag op het schoolplein niet worden gefietst. Deze regel geldt zowel voor volwassenen als voor kinderen. Afval moet in de vuilnisbakken worden gedaan. Als de bel gaat, mogen de kinderen naar binnen. Bij slecht

24 


weer kan van de regels afgeweken worden. De afspraken over spelen op het plein worden ieder jaar en indien nodig vaker met de kinderen doorgenomen en vastgesteld. Stalling van fietsen Kinderen die dicht in de buurt van de school wonen mogen geen fietsen meenemen in verband met de geringe capaciteit van het fietsenhok. Fietsen worden in de daarvoor bestemde rekken of op de stander in of buiten het fietsenhok gestald. De school is niet aansprakelijk voor beschadiging aan fietsen of diefstal. We verwachten dat kinderen die in de buurt van school wonen te voet komen. Ziekte / afwezigheid Wilt u de school tussen 8.00 uur en 8.15 uur bellen bij ziekte / afwezigheid van uw kind? Onder schooltijd bellen is erg storend. Werken / hulp buiten en na schooltijd Als er 's middags kinderen nablijven dan is dat tot uiterlijk 14.15 uur. In alle andere gevallen wordt contact gezocht met de ouders / verzorgers. Merken van laarzen, jassen en gymkleding / gevonden voorwerpen We raden u aan de laarzen, jassen en gymkleding van uw kind te merken. De gevonden voorwerpen worden in een mand in de garderobe gedeponeerd. Deze manden worden twee keer per jaar geleegd en tentoon gespreid tijdens de vorderingengesprekken. Speellokaal Het speellokaal wordt voor verschillende activiteiten gebruikt. In het speellokaal is schoeisel verboden. Gymlessen De kleuters van groep 1 en 2 volgen de lessen voor bewegingsonderwijs in het speellokaal op school. Ze hebben geen gymkleding nodig. Wel adviseren we u de kinderen gymschoentjes mee te geven. De kinderen uit de groepen 3 tot en met groep 8 krijgen gymles in het gymnastieklokaal aan de Parklaan. We verzoeken u uw kind naast de gymkleding een handdoek mee te geven. Voor de jongere kinderen is het herkennen van de eigen handdoek nog wel eens moeilijk. Misschien kunt u daar samen met uw kind iets op vinden? Op donderdagmorgen krijgen de kinderen van de groepen 3 t/m 5 “natte gymnastiek” in zwembad “De Kupe”. Schoolfotograaf De schoolfotograaf komt jaarlijks in september. Dan worden portret- en groepsfoto's gemaakt. Ook mogen broers en zussen samen op de foto. Kinderliteratuur en schoolbibliotheek We vinden het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met kinderliteratuur. Hieraan wordt geregeld aandacht besteed. We beschikken over een uitgebreide schoolbibliotheek. De leerlingen kunnen elke week een boek lenen. Mocht het voorkomen dat er een boek wordt vermist, dan is de afspraak dat er een vervangend exemplaar aangeschaft dient te worden. Projecten Eenmaal per jaar wordt structureel een projectweek georganiseerd voor alle groepen van de school. Het ene jaar met een vaststaand thema door de gehele school, terwijl het volgende jaar iedere groep haar eigen thema kan kiezen (zie ook hoofdstuk 7). “Skoalklapper”

25 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip De “Skoalklapper”, onze schoolkrant, verschijnt vier keer per schooljaar. Ieder gezin ontvangt een exemplaar van de schoolkrant. Verkeersexamen De kinderen uit groepen 4 t/m 8 krijgen “verkeersles”. Alleen groep 7 doet hierin ook examen (zowel theoretisch als praktisch). Aan dit examen is een officieel diploma verbonden. Ontruimingsoefening Tenminste twee keer per jaar wordt er bij ons op school een ontruimingsoefening gehouden. Na het alarm (bel naast ingangsdeur bovenbouw) gaan alle leerlingen z.s.m. met hun leerkracht naar buiten volgens de vastgestelde regels te lezen zijn in het ontruimingsplan. Deze regels worden jaarlijks met de kinderen besproken. Financiën Ouderbijdrage De ouderraad int de ouderbijdrage. Deze bijdrage heeft een vrijwillig karakter. Van dit geld worden extraatjes gefinancierd, zoals traktaties bij speciale gelegenheden, het Sinterklaasfeest, Kerstfeest, de Skoalklapper enz. Per schooljaar vragen wij van u een bijdrage van € 20,00 per kind. Schoolreisjes en schoolkampen De kosten van de schoolreisjes zijn per kind € 40,00 Deze bedragen worden elk voorafgaand schooljaar tijdens de zakelijke ouderavond vastgesteld. Betalingswijze : Bij de inschrijving van uw kind vragen we u toestemming om de ouderraad te machtigen de bedragen per kwartaal af te schrijven van uw bankrekening. U ontvangt hierover vooraf bericht. Bij problemen m.b.t. de betalingen kunt u contact opnemen met de directeur van de school, die zal proberen een oplossing met u te vinden. Planning van schoolreisjes en schoolkampen: Over de planning van schoolreisjes en schoolkampen zullen we u informeren d.m.v. de schoolkalender en de nieuwsbrief. Tevens ontvangt u een schoolreisboekje met alle gedetailleerde informatie. 6.9 Overblijven De school hanteert sinds januari 2011 een continurooster. Er zijn geen kosten aan verbonden. Alle kinderen nemen zelf eten en drinken mee naar school. Gezond eten staat voorop. 6.10 Voor- en naschoolse opvang Vanaf augustus 2007 is het aanbieden van voor- en naschoolse opvang verplicht voor alle scholen. De school is verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van de opvang en verzorgt dit als ouders daar om vragen. Na een inventarisering van de wensenbehoefte van de ouders in februari 2007 heeft het schoolbestuur, de Stichting ROOBOL –na advies van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad- besloten de voor- en naschoolse opvang niet zelf uit te voeren, maar dit uit te besteden aan gekwalificeerde instellingen voor kinderopvang. De reden hiervan is dat veel scholen op het gebied van personeel en gebouwen niet kunnen voldoen aan de wettelijke eisen.

26 


De opvang Kinderopvang Achtkarspelen kent een “gewone” en een “sportieve” opvang. De “sportieve” buitenschoolse opvang is gevestigd in ons schoolgebouw, de “gewone” opvang in de vestiging aan de Kerkstraat in Buitenpost. De buitenschoolse opvang kan het volgende bieden: Kwaliteit van de opvang conform weten regelgeving Kinderopvang; Het verzorgen van voor- en naschoolse opvang, opvang op vrije middagen, roostervrije dagen en tijdens vakanties; Beschikbaarheid van groeps- en / of gastouderopvang; Inspanning voor het werven van geschikte gastouders; De uurprijs van de opvang is niet boven de grondslag voor kinderopvangtoeslag voor ouders; Éénmaal per jaar is er overleg met de Medezeggenschapsraad van de scholen; Periodiek wordt een tevredenheidonderzoek over de dienstverlening afgenomen; De bekostiging van de opvang is voor rekening van de ouders en valt onder de systematiek van de Wet Kinderopvang. Mocht u gebruik willen maken van of meer willen weten over “sportieve” of “gewone” buitenschoolse opvang bij de SKA? Kinderopvang Achtkarspelen, Kerkstraat 11 9285 TA Buitenpost. Tel.: (0511)543017 www.kinderopvangachtkarspelen.nl Naast de Kinderopvang Achtkarspelen is de Stichting Amarins werkzaam binnen de gemeente Achtkarspelen. Zij bieden ook b.s.o. aan.

7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school .1 Onderbouw Voor en vroegschoolse educatie – “Schatkist” en Onderbouwd Schatkist sluit aan bij de nieuwe versie van Veilig leren lezen, de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen en taal. Beide uitgaven zijn gebaseerd op de tussendoelen van het Expertisecentrum Nederlands; de leerlijnen zijn op elkaar afgestemd. Schatkist besteedt bijvoorbeeld veel aandacht aan het onderscheiden van afzonderlijke letters/klanken en het alfabetisch principe. Beide vormen een goede voorbereiding op het leren lezen in groep 3. Schatkist en Veilig leren lezen gaan bovendien uit van dezelfde aanpakken. Het werken met ankers (thema's) en routines is in Schatkist een belangrijk uitgangspunt. De ankers worden geïntroduceerd met ankerverhalen, zodat de kleuters vanuit een betekenisvolle context worden geactiveerd en gestimuleerd. Met behulp van de ankers wordt een rijke leeromgeving gecreëerd waarin kinderen zich verder kunnen ontwikkelen. Routines zijn open leersituaties die volgens een vast stramien verlopen en waarbij uitnodigend materiaal stimulerend werkt. Binnen deze leersituaties staat interactie tussen kinderen onderling en/of met de leerkracht centraal. Schatkist bevat diverse materialen die u als routine gaat gebruiken: de pop Pompom, de Lettermuur, de Cijfermuur en de Tijdwijzer.

Vier fasen per anker Alle zestien ankers hebben een vaste opbouw. Bij elk anker zijn ongeveer 30 activiteiten uitgewerkt. Deze zijn verdeeld over vier fasen:

Kennismaking (3 activiteiten) Tijdens deze fase verkennen we samen met de kinderen het onderwerp dat de komende weken centraal zal staan. Hierdoor wordt de nieuwsgierigheid van de kinderen geprikkeld en kunt u

27 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip nagaan wat er bij de kinderen leeft met betrekking tot het anker. Ook worden de nieuwe woordjes besproken! Ankerverhaal en ankerverhaalactiviteiten (8 activiteiten) In deze fase vinden allerlei activiteiten plaats met en rondom het verhaal dat bij het anker hoort. De activiteiten zijn onder andere gericht op (herhaald) voorlezen, naspelen en navertellen van het verhaal, aandacht voor woordenschatbeleving en het maken van hoeken in de klas. Op deze manier wordt het verhaal ‘verankerd’. Ankerpunten (4 activiteiten per ankerpunt + aanvullende activiteiten) Elk anker bevat activiteiten bij vier ankerpunten. Een ankerpunt is een voor kinderen betekenisvolle set van activiteiten rond het ankerverhaal. Afhankelijk van de interesse van de kinderen kiezen we minimaal twee ankerpunten. Afronding (1 à 2 activiteiten)

In de activiteiten in deze fase wordt het anker in zijn geheel afgesloten, bijvoorbeeld met het presenteren van werkstukken. Tijdsduur van een anker Het werken met een anker neemt ongeveer vier weken in belag:

Week 1: Kennismaking en activiteiten bij het ankerverhaal Week 2: Aanbieden ankerverhaal,en aanbieden activiteiten Week 3: Activiteiten bij ankerpunten Week 4: Activiteiten bij ankerpunten Afronding Schatkist gaat uit van het ontwikkelingsniveau van het kind, en niet van activiteiten voor jongste of oudste kleuters of een indeling in groep 1 of 2. De activiteiten zijn zodanig opgebouwd dat alle kleuters eraan deel kunnen nemen, ieder op zijn eigen niveau. Binnen de beschrijvingen van de activiteiten worden aanwijzingen gegeven met betrekking tot niveauverschillen. Binnen Schatkist speelt mondelinge communicatie voortdurend een fundamentele rol. Bij vrijwel alle activiteiten is sprake van interactie tussen leerkracht en kinderen of tussen kinderen onderling. Binnen de leerlijn mondelinge taalontwikkeling komen in Schatkist de volgende doelen aan bod: taalhandelingen in de groep interactie in de kleine groep begrijpend luisteren verhalen vertellen verslag doen In Schatkist staan voor de woordenschatontwikkeling de volgende tussendoelen centraal: beheersen van een basiswoordenschat uitbreiden van de woordenschat opbouwen van een rekenwoordenschat Beginnende geletterdheid Het gaat om de volgende tussendoelen: boekoriëntatie verhaalbegrip functies van geschreven taal relatie tussen gesproken en geschreven taal taalbewustzijn alfabetisch principe functioneel lezen en schrijven

Beginnende gecijferdheid

28 


In Schatkist komen de volgende tussendoelen aan bod: tijd ruimtelijke oriëntatie vergelijken, sorteren, ordenen meten en wegen tellen en getalbegrip

Onderbouwd is een methode die uitgaat van alle ontwikkelingsmaterialen. Alle kerndoelen voor de groepen 1 en 2 komen aan bod. Sociaal-emotionele ontwikkeling De activiteiten voor de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn erop gericht dat kinderen zichzelf leren kennen, leren zich te uiten en met anderen kunnen omgaan. In allerlei dagelijkse situaties staan de kleuters stil bij hun gedrag: welke regels gelden er, hoe maak je duidelijk wat je wilt, hoe ga je met andere kinderen om? Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling staan in Schatkist de volgende tussendoelen centraal: eigen gevoelens herkennen, benoemen en uiten gevoelens van anderen herkennen en benoemen omgaan met eigen gevoelens en ervaringen relaties aangaan, omgaan en samenwerken met anderen sociale redzaamheid onderzoeken en initiatief nemen Af en toe is een extra leerkracht en / of stagiaire in de groep, de tutor. Deze tutor, geeft extra aandacht aan de kinderen die dat het meest nodig hebben. Of kinderen in aanmerking komen voor tutoring wordt onder meer bepaald op basis van periodiek verzamelde toetsgegevens. De belangrijkste elementen in het programma zijn: vrij spel, projecten aan de hand van thema’s, observeren, toetsen, tutoring en betrokkenheid van ouders. Er is speciale zorg voor de speel- en leeromgeving, voor de communicatie en de organisatie, waardoor kinderen op een hoog niveau kunnen spelen en leren. Zelfredzaamheid en zelfstandigheid worden bevorderd. Zo hopen we dat de kinderen spelenderwijs goed voorbereid worden op een succesvolle schoolloopbaan. 7.2 Midden- en bovenbouw Nederlandse taal Op “De Mienskip” wordt gewerkt met de methode “Taal in Beeld” en “Spelling in Beeld”. Een methode die ruimte biedt aan zelfstandig werken. Taal in beeld staat voor kwaliteit. De taalmethode voldoet ruimschoots aan de kerndoelen voor het basisonderwijs. En aan de tussendoelen voor beginnende en gevorderde geletterdheid. Alles wat basisschoolleerlingen moeten leren, komt in Taal in beeld aan bod. Maar wel op een manier die kinderen aanspreekt. Met veel beeld, een frisse aanpak en aansprekende oefeningen. In elke groep werkt Taal in beeld aan: Woordenschat Taal in beeld besteedt veel aandacht aan woordenschat. Kinderen zijn nadrukkelijk bezig met het leren van doelwoorden en woordenschatstrategieën. Dat ziet u gegarandeerd terug in de resultaten Doelwoorden in Taal in beeld: • algemene dagelijkse woorden: supermarkt, herinneren, lijnbus • schooltaalwoorden: aanwijzing, beschrijving, conclusie • woorden om te reflecteren op taal: persoonsvorm, synoniem.

29 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Woordenschatstrategieën Kinderen hebben woordenschatstrategieën nodig om de betekenis van woorden te achterhalen en beter te onthouden. Taal in beeld leert kinderen die strategieën. Ze leren woordbetekenissen af te leiden (uit beeld, context en woordbouw), op te zoeken en na te vragen. Ze leren die woordbetekenissen te onthouden via woordschema’s. En ze passen nieuwe woorden toe in teksten, raadsels en presentaties Spreken / luisteren Effectief spreken en luisteren. Taal in beeld leert kinderen de beste strategieën. De methode maakt onderscheid tussen spreken, luisteren en een gesprek voeren. In interactieve lessen oefenen kinderen de vaardigheden die ze nodig hebben. Schrijven (stellen) Schrijven is een proces. Taal in beeld leert kinderen de schrijfstrategieën die daarbij nodig zijn. Leerlingen gaan praktisch aan de slag met vaardigheden voor, tijdens en na het schrijven. Zo leert elk kind goede teksten schrijven. Taalbeschouwing Lezen Lezen is een erg belangrijke basisvaardigheid. Op “De Mienskip” gebruiken we de methode “Veilig Leren Lezen”. Leesplezier en communicatie staan hierbij naast het verbeteren van leessnelheid en –techniek centraal. Naast “Veilig Leren Lezen” hebben we de mogelijkheid remediërend te werken met de activiteitenmap “Speciale Leesbegeleiding” voor kinderen met leermoeilijkheden. Het technisch voortgezet lezen voeren we uit met de methode “Estafette”. “Nieuwsbegrip XL” is de methode voor begrijpend en studerend lezen. Nieuwsbegrip levert digitaal actuele informatie welke betrekking hebben op maatschappelijke vraagstukken en gebeurtenissen in de wereld. Rekenen en wiskunde In de “Wet op het Primair Onderwijs” wordt niet meer gesproken over rekenen, maar over rekenen en wiskunde. Hiermee wordt vooral een andere benadering beoogd, waarbij de traditionele rekenleerstof wordt verruimd met onderwerpen als meetkunde, tabellen en grafieken, meten en gebruik van zakrekenmachines enzovoort. In het oude rekenonderwijs stond het resultaat vaak voorop. Nu is dat meer het proces van oplossen. De manier waarop over vraagstukken en problemen wordt gedacht krijgt veel meer nadruk. Kinderen worden uitgedaagd om met problemen aan de slag te gaan. In het oude rekenonderwijs was vaak niet duidelijk wat rekenen nu met de werkelijkheid van alledag te maken had. De kinderen konden de aangeleerde sommetjes vaak niet in andere situaties doorzien of gebruiken. In het nieuwe rekenen en wiskundeonderwijs wordt de realiteit nadrukkelijk de school binnengehaald. Het rekenen ontleent zijn zin aan herkenbaarheid en toepasbaarheid in ons dagelijks bestaan. We gebruiken op “De Mienskip” de vernieuwde methode “Alles telt”. Het is een zogenaamde realistische rekenmethode, met name gericht op gebruik in combinatiegroepen. Deze methode is met alle andere methoden onderzocht op doeltreffendheid. Uit onderzoek bleek dat kinderen die met onder andere “Alles telt” leren rekenen gemiddeld beter presteren. De methode biedt herhaling- en verrijkingsstof. Naast “Alles telt” hanteren we de methode “Maatwerk”, een rekenmethode voor kinderen met leermoeilijkheden. Schrijven Kinderen leren op “De Mienskip” schrijven met de methode "Pennenstreken”. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 wordt met deze methode gewerkt. In de kleutergroepen biedt de methode een speelse aanpak voor voorbereidend schrijven, in groep 3 wordt aangesloten bij “Veilig leren lezen” en in de hogere jaargroepen is er toenemende

30 


aandacht voor temposchrijven. De leerlingen kunnen vaak zelfstandig aan de slag. Daarnaast voorziet de methode in concrete aanwijzingen voor observatie en remediëring. Zo kunnen we de leerlingen die dat nodig hebben bijtijds bijstaan. Kenmerkend hierbij is dat de leerlingen een vlot lopend handschrift leren, waarbij onder andere speciale aandacht wordt gegeven aan aspecten als lettervorm, lay-out, schriftligging / positie en de ontwikkeling van een persoonlijk handschrift wanneer een kind reeds in de laatste groepen van de basisschool zit. Daarnaast gebruiken we vanaf groep 2 de schrijftekening: kinderen mogen een tekening maken, waarbij de leerkracht in het methodische handschrift een onderschrift stempelt / schrijft, dat vervolgens door de kinderen wordt na-gestempeld / nageschreven. De tekening kan fantasie zijn, maar meestal zijn het ervaringen en belevenissen van het kind. Het schrijfonderwijs komt zo dichter bij de realiteit van het kind te staan. Frysk Voor Frysk hanteren we de methode Studio F. Het is een gemeenschappelijke uitgave van AFÛK en Taalsintrum Frysk en wordt aanbevolen door het bestuur van de provincie Friesland. De provincie gaat ervan uit dat deze methode een prima mogelijkheid is om gedifferentieerd meertalig onderwijs te bieden. Studio F werkt met acht thema’s: feest, natuur, taal, techniek, kunst, omgeving en sport. Studio F is gebaseerd op de kerndoelen die voor Frysk opgesteld zijn. De methode houdt rekening met combinatieklassen en sluit aan bij moderne onderwijsontwikkelingen, waaronder zelfstandig werken. Bij de lessen Fries maken we verder onder andere gebruik van materiaal van de Fryske Skoalleradio en – Televyzje. Engels Vanaf groep 1 wordt gewerkt met de methode “Take it easy”. Take it easy is dé baanbrekende digibordmethode om Engels te geven in groep 1 t/m 8. Take it easy is geen digitale afgeleide van een werkboek, maar heeft het digibord als uitgangspunt en maakt zo optimaal gebruik van de interactiviteit in uw klas. Wereldoriëntatie Op veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we de kinderen kennis bij over het heden en verleden van de wereld. In de onderbouw gebeurt dit meestal door spel, geïntegreerd in het taalonderwijs. In de midden- en bovenbouw gebeurt dit middels de methode Topondernemers, maar vaak ook door klassengesprekken, spreekbeurten, excursies, schooltelevisie, verslag en dergelijke Verkeer De jeugdverkeerskrant, op voeten en fietsen en Stap vooruit is ontwikkeld in samenwerking met 3VO (Verenigde Verkeers Veiligheids Organisaties). In de methode zijn alle nieuwe regels verwerkt. In groep 1 en 2 gaat de methode uit van de verkeerssituaties waarmee jonge kinderen elke dag te maken hebben: spelen, lopen, oversteken, fietsen en meerijden. In groep 3 tot en met 7 komen dezelfde thema’s op een vaste plek terug. De kinderen in groep 8 worden voorbereid op de route van en naar de nieuwe middelbare school.

31 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip “Topondernemers” De herziene kerndoelen geven scholen meer ruimte om vorm en inhoud te geven aan het eigen onderwijsprogramma. Het onderwijs kan vervolgens meer worden afgestemd op de behoeften van leerlingen. De leergebieden worden niet meer gezien als ‘vakken’ maar als een ordening van kerndoelen. In Top Ondernemers worden de onderwijsinhouden over mensen, de natuur en de wereld, in samenhang aangeboden. Ook inhouden uit andere leergebieden worden betrokken op de ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’. Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en verwerken van informatie in o.a. tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen/wiskunde) en het gebruiken van beelden en beeldmateriaal (kunstzinnige oriëntatie). Deze uitgangspunten sluiten aan bij onderwijs dat kinderen zicht wil geven op betekenis en samenhang, en overladenheid van het onderwijsprogramma wil verminderen. De inhouden van de thema’s beslaan de kennisdoelen uit het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld. In de handleiding/kopieerband is bij elk thema een overzicht te vinden waar aangegeven wordt welke kerndoelen per opdrachtkaart aan bod komen. “Topografie” Aan de hand van aansprekende en leesbare teksten, fraaie illustraties en gevarieerde opdrachten leren kinderen alles wat ze moeten kennen en kunnen op het gebied van aardrijkskunde. Bij topografie ligt in groep 5 het accent op het aanleren van kaartvaardigheid. In de groepen 6, 7 en 8 komen respectievelijk Nederland, Europa en de Wereld aan de orde. Bij aardrijkskunde en in het dagelijks leven van de kinderen nemen kaarten een belangrijke plaats in. We besteden daarom veel aandacht aan topografie en kaartvaardigheid. Drie belangrijke aspecten hierbij zijn: De leerlingen moeten de beginselen van de beeldtaal begrijpen. De leerlingen moeten topografische namen leren en kaartbeelden ontwikkelen van gebieden. De leerlingen moeten kaarten zelfstandig kunnen gebruiken als informatiebron. Naast onderwerpen uit de methode gebruiken we topo-grafiekopieerbladen (Agteres) bij bovengenoemde onderdelen. Geestelijke stromingen De ontmoeting van kinderen van verschillende levensbeschouwing staat in onze school voorop. Er wordt op onze school humanistisch vormingsonderwijs (HVO) en godsdienstig vormingsonderwijs (GVO) gegeven in de groepen 7 en 8. Ouders wordt aan het begin van het schooljaar gevraagd of hun kind aan deze lessen deelneemt. humanistisch vormingsonderwijs De HVO-leerkracht werkt als regel aan de hand van thema’s uit de belevingswereld van de kinderen, zoals vriendschap, feest, arm / rijk, verdriet, geweld. Ook wordt aandacht gegeven aan de viering van jaarfeesten als Sinterklaas, Kerstmis en Bevrijdingsdag. Er wordt op afwisselende wijze gewerkt met spel, kringgesprekken en vormen van expressie. In de lessen wordt veel ruimte gegeven aan de eigen ervaringen, voorkeuren en gedragingen van de kinderen zelf om vervolgens samen te ontdekken wat een humanistische kijk hierop kan betekenen. Oriëntatie op de waarden gelijkwaardigheid, verbondenheid, vrijheid, verdraagzaamheid, zelfbestemming en autonomie staat hierbij centraal. Vanuit een humanistische levensvisie wordt leerlingen geleerd op een kritische en creatieve manier om te gaan met vragen die betrekking hebben op normen en waarden en ze te stimuleren tot zelfstandig oordelen en handelen, waardoor ze in toenemende mate in staat zullen zijn zin en vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen.

32 


godsdienstig vormingsonderwijsonderwijs De GVO-leerkracht is in de eerste plaats verhalenverteller. Via open werkvormen mogen de kinderen op de lessen reageren. De vertelde verhalen worden beeldverhalen genoemd: verhalen uit kinderboeken, legenden, volksverhalen en vooral ook bijbelverhalen. In die verhalen komen alledaagse belevingen aan de orde: de beleving van “recht” en “onrecht”, “licht en donker”, “vreugde” en “vriendschap”, “dood” en “nieuw leven”. Die belevingen krijgen eveneens aandacht in de jaarfeesten Sint Maarten, Sinterklaas, Kerstmis, Pasen en Pinksteren. Het gaat bij GVO niet om geloofsoverdracht of exclusief om de christelijke traditie. In de lessen wordt ook de relatie gelegd met geloofsbeleving van anderen: joodse mensen, moslims en Hindoes. Door de leerlingen hiermee in contact te brengen vormt het een bijdrage aan de ontwikkeling van een eigen levensbeschouwelijke overtuiging, waarin respect voor de levensbeschouwing en de godsdienstigheid van anderen begrepen is. Kunstzinnige vorming / expressie Bij tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen is de leerstof gebaseerd op de bronnenboeken “Handvaardig in de basisschool” en “Tekenvaardig in de basisschool”. De lessen zijn opgezet rond een thema / beeldaspect en zijn opklimmend in moeilijkheid. Muziekonderwijs is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beoefenen, om muziek te beluisteren en om met elkaar over muziek te kunnen praten. Plezier in het met elkaar zingen of muziek maken is een belangrijk aspect. We hebben een samenwerking met de muziekschool “De Waldsang” Zij verzorgen de AMV lessen in groep 3 en de IMV lessen in groep 4. Onze vakmuziekleerkracht geeft muziekonderwijs op donderdag aan de andere groepen. Dramatische expressie krijgt gestalte rond het maken van voorstellingen voor elkaar. Daarnaast worden er activiteiten aangeboden die gericht zijn op procesvorming binnen deze vorm van onderwijs. Het product komt dan op de tweede plaats. Leerlingen komen tijdens hun basisschoolperiode in aanraking met veel facetten van kunst, zoals toneel, muziek, dans enzovoort. Bevordering van sociale redzaamheid Leefstijl De belangstelling voor sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs neemt sterk toe. Niet alleen om probleemgedrag te be-strijden en voor preventie van ongewenst gedrag. Ook voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten zijn vaardigheden als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en van je fouten leren, onmisbaar. Leefstijl is een methode die niet alleen de emotionele intelligentie stimuleert maar ook de cognitieve intelligentie. Leefstijl sluit aan bij de kerndoelen voor gezond en redzaam gedrag. In de bij het materiaal behorende handleidingen wordt de aansluiting bij de kerndoelen uitgewerkt. De methode biedt naast sociaal-emotionele vaardigheden ook gezondheidsvaardigheden. Bij gezondheidsvaardigheden speelt preventie een belangrijke rol. Op steeds jongere leeftijd beginnen kinderen te experimenteren met roken, alcohol en drugs. De leeftijdsfase tussen tien en veertien blijkt een kritieke periode. Effectieve preventie moet dan ook voor die leeftijd beginnen. Om ouders zoveel mogelijk te betrekken bij de lessen zijn er verschillende huiswerkopdrachten die de kinderen samen met hun ouders kunnen doen. We organiseren ook ouderworkshops. De workshops zijn er voor bedoeld om: ouders te informeren over wat hun kinderen in de Leefstijllessen leren;

33 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip samen met andere ouders van gedachten te wisselen over de opvoeding van hun kinderen; een aantal ondersteunende vaardigheden te leren voor de opvoeding van kinderen. E.H.B.O. De leerlingen volgen lessen jeugd E.H.B.O. en is onderdeel van de creatieve middag. Bewegingsonderwijs In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster, waarbij een onderverdeling gemaakt kan worden in spel en gymnastiek. De leerstof is gebaseerd op de methode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”. Wanneer het weer het toelaat, gebeurt dit buiten op het plein en bij slechter weer in het speellokaal. De kinderen van de groepen 3 tot en met 8 volgen een à twee keer per week gymnastieklessen in het gymnastieklokaal aan de Parklaan, ongeveer 5 minuten lopen vanaf onze school. We gebruiken bij het bewegingsonderwijs voor deze groepen de methode “Basislessen Bewegingsonderwijs”. De activiteiten bestaan uit een aantal basislessen, waarin onderwerpen als klimmen en klauteren, lopen en duikelen, tillen en dragen en ringen onder andere aan bod komen. Daarnaast is er ook een jaarprogramma spelvaardigheid. 7.3 Computers Computers zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Daarom vinden wij het belangrijk, dat kinderen er al op jonge leeftijd mee leren omgaan. Computers worden in alle groepen gebruikt om informatie op te zoeken en te verwerken Ook worden de pc’s gebruikt voor oefenprogramma’s bij alle vakken en is er een doorgaande leerlijn vanaf groep 1. Alle computers maken deel uit van een netwerk.

Nederlandse taal “Taal in Beeld” Nederlandse taal “Spelling in Beeld” Aanvankelijk technisch lezen “Veilig Leren Lezen” Voortgezet technisch lezen Estafette Begrijpend en studerend lezen Leesbegrip XL voor- en vroegschoolse educatie “Schatkist” Taal, Rekenen en Motoriek groep 1 en 2. Onderbouwd rekenen en wiskunde “Alles telt” Engels “Take it easy” Frysk methode Studio F Topondernemers:

2021-2022

2020-2021

2019-2020

2018-2019

2017-2018

2016-2017

2015-2016

2014-2015

2013-2014

2012-2013

2011-2012

2010-2011

7.4 Schema aanschaf / vervanging methoden

X X X X

X

X

x X

X

X x

x X

x X

X

X

34 


Geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs Verkeer Techniek Methode Expressie “Handvaardig in de basisschool” Expressie “Tekenvaardig in de basisschool” Sociaal-emotionele ontwikkeling “Leefstijl” Schrijven “Pennenstreken” Bewegingsonderwijs “Basislessen bewegings-onderwijs” Bewegings- onderwijs voor kleuters “Bewegings- onderwijs in het speellokaal”

X X X

x X X

X

X X X X X

Voor een methode geldt een afschrijvingsperiode van 9 jaar. 7.4 Projecten In ons onderwijs doen we ons best daar waar mogelijk aan te sluiten bij de leefwereld van het kind. We werken daarom in alle groepen ook met projecten. Eenmaal per jaar wordt op school structureel een project georganiseerd. In de groepen 1 tot en met 3 worden de activiteiten vooral door de leerkracht gestuurd. In de groepen 4 tot en met 8 wordt tijdens deze week meer een beroep gedaan op de volgende aspecten: zelfwerkzaamheid De leerlingen zoeken zelf informatie over hun onderwerp en maken hiervan een verslag. zelfdiscipline In die week wordt een hoeveelheid werk van de leerlingen verwacht, zelf delen ze hun tijd en werk in. samenwerking In groepjes wordt aan hetzelfde onderwerp gewerkt, waarbij onderling de taken worden verdeeld. De groepjes hebben overleg over deze taken en kinderen leren ook van elkaar. De leerkracht coördineert en observeert gedurende het project vooral deze aspecten en neemt ze mee in de beoordeling. Tijdens het project worden ouders / verzorgers in de gelegenheid gesteld in de school te kijken bij de projectwerkzaamheden van hun kinderen. 7.5 De relatie met de kerndoelen Kerndoelen zijn doelen die vastgelegd zijn in de "Wet op het Primair Onderwijs" en ze geven aan wat op de basisschool aan leerinhouden aangeboden moet zijn. De doelen van basisscholen en de door deze scholen gebruikte methoden moeten hiermee in overeenstemming zijn of komen. Het betekent niet dat ieder kind zich dat aanbod aan het eind van de basisschool ook eigen gemaakt moet hebben. 7.6 Het schoolplan Artikel 16 van de Wet Primair Onderwijs (WPO) geeft aan dat het bevoegd gezag van onze school tenminste één maal in de 4 jaar het schoolplan vaststelt en het na vaststelling aan de inspecteur toezendt. Het schoolplan is een wettelijk verplicht document en dus een bekostigingsvoorwaarde. In de vierjarige schoolplancyclus die gestart is in 1999 vormt de periode 2011-2015 de vierde planperiode.

35 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip 7.7. Doel van het schoolplan Het schoolplan 2011-2015 is ons beleidsplan voor de komende planperiode. Het geeft antwoord op 2 belangrijke vragen: Waar staan we nu als school (positiebepaling)? Waar willen we naar toe met onze school (schoolontwikkeling)? Daarmee is duidelijk dat ons schoolplan het beleidsdocument bij uitstek is voor de sturing van onze schoolontwikkeling op de middellange termijn in de periode 20112015. 7.8 Functie van het schoolplan De functie van ons schoolplan is meerledig: Intern sturingsdocument (richting, houvast, kompas) Verantwoordingsdocument (interne en externe verantwoording) Ondernemingplan (sturen op doelen, middelen en mensen voor de middellange termijn) Kwaliteitsdocument (centraal document binnen de cyclus voor kwaliteitszorg) Op school is een exemplaar van het schoolplan beschikbaar voor belangstellenden die het plan graag eens willen doornemen. Het schoolplan is ook te vinden op de website www.demienskip.nl 7.9 Kwaliteitszorg- en kwaliteitsbeleid Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We leveren kwaliteit, zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft en op basis van onze bevindingen verbeteren en borgen we onze kwaliteit. Kwaliteitszorg wordt op onze school gekoppeld aan integraal personeelsbeleid. Dit betekent o.a. dat we ernaar streven dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Onze uitgangspunten m.b.t. kwaliteitszorg zijn: Behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. We hebben inzicht in de resultaten (opbrengsten) gedurende en aan het eind van de schoolperiode. We beschikken over (streef)doelen/afspraken bij diverse beleidsterreinen. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende (streef)doelen/afspraken minstens 1 x per 4 jaar beoordeeld worden. We werken planmatig aan verbeteringen (schooljaarplan / schooljaarverslag). We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift te stellen). We verantwoorden aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag en ouders). We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen. Voorwaarden voor kwaliteit Kwaliteitszorg is verbonden met het professioneel handelen van de medewerkers. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leerkrachten. De directeur is (eind)verantwoordelijk voor (de uitvoer van) het beleid m.b.t. kwaliteitszorg. Om het bovenstaande te realiseren gaan we o.a. gebruik maken van het kwaliteitszorginstrument: “Werken met kwaliteitskaarten” We gebruiken dit kwaliteitszorginstrument als volgt: 1. Binnen een cyclus van 4 jaar worden voor alle objecten de volgende stadia worden doorlopen:

36 


1. Opstellen kernkwaliteiten (streefdoelen) 2. Beoordelen kernkwaliteiten 3. Prioriteiten stellen t.a.v. verbeteracties 4. Opstellen plan van aanpak 5. Uitvoer plan van aanpak 6. Evaluatie Na stap 6 herhaalt de cyclus zich. De informatie die de bovenstaande stappen oplevert, is in verschillende documenten opgenomen, waaronder de kwaliteitskaarten alsmede het schoolplan. 3. We leggen een functionele relatie tussen kwaliteitszorg en IPB / leerkrachtgedrag. 4.Naast de verbeterpunten die de kwaliteitskaarten opleveren zijn er andere ‘instrumenten’ op grond waarvan we onze verbeteracties plannen en beschrijven. Wij gebruiken: -Kwaliteitsscan CEDIN -I-carus (leerlingzorg- en administratiesysteem) -Tevredenheidspeiling BvPO (Bureau voor Praktijkgericht onderzoek Groningen (www.bvpo.nl) -Rapportage Onderwijsinspectie -ROOBOL IPB competentiemeting (op basis NSA model) 5. Afhankelijk van het kwaliteitsobject worden de diverse geledingen betrokken bij de kwaliteitszorg. 6. De school geeft in de schoolgids aan wat er gerealiseerd is en wat de beleidsvoornemens zijn. 7.10 Schooljaarplan De beleidsvoornemens van het meerjarenbeleid worden met doelen beschreven in het schooljaarplan. Deze doelen worden jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. De evaluatiegegevens vormen mede de bouwstenen voor het volgende vierjarenbeleid. Daarnaast vormt de rapportage van regulier schooltoezicht door de inspectie een belangrijke aanvulling. Tevredenheidpeiling onder ouders, leerlingen en personeel door BvPO - Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek (zie www.demienskip.nl) In het kader van kwaliteitszorg is in het schooljaar 2009-2010 een tevredenheidpeiling door BvPO - Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek uitgevoerd onder ouders, leerlingen en personeel van de school. De tevredenheidpeiling is eenmaal per vier jaar. Aan de hand van rapportcijfers wordt beschreven hoe tevreden de betreffende ouders, leerlingen en personeel zijn over een aantal belangrijke onderwerpen (de rapportcijfers). Als de ouders, leerlingen en personeel over belangrijke onderwerpen zeer tevreden zijn (meer tevreden dan gemiddeld) dan kan de school zich op die onderwerpen profileren. Als zij echter over belangrijke onderwerpen niet zo tevreden zijn dan is zo'n onderwerp een aandachtspunt voor beleid. Leerlingen tevredenheidpeiling 2009-2010 - overzicht rapportcijfers OBS “De Mienskip” Overzicht rapportcijfers “De Mienskip” van leerlingen: Onderwerp Onze school Referentiegroep Moeilijkheidsgraad 8.0 8.1 Harde vakken 7.9 7.4 Zaakvakken 5.8 6.3 Expressievakken/ gymnastiek 9.0 9.2 De groep 7.9 7.7 De klas 7.9 7.4 Omgang van leerlingen 6,9 7.1

37 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip onderling Contact van de docent met leerlingen Feed back / ondersteuning door docent Schoolgebouw en omgeving Welbevinden op school Algemene tevredenheid Ouderbetrokkenheid

9.0

8.7

7.5

7.3

8.1 7.3 8.5 7.6

7.1 6.9 8.2 7.0

De school kan zich profileren op twee aspecten, te weten: contact van de docent met leerlingen, schoolgebouw en omgeving, ouderbetrokkenheid en 'Algemene tevredenheid'. Vier belangrijke aandachtspunten voor beleid op onze school zijn: 'Omgang van leerlingen onderling', 'Feedback / ondersteuning door docent'. Ouder tevredenheidpeiling 2009-2010 - overzicht rapportcijfers Overzicht rapportcijfers “De Mienskip” van ouders: Onderwerp Onze school Schoolgebouw 7.6 Omgeving van de school 6.6 Begeleiding 7.7 Sfeer 7.5 Kennisontwikkeling 7.3 Persoonlijke ontwikkeling 7.1 Schooltijden 8.4 Schoolregels, rust en orde 7.5 De leerkracht 8.5 Contact met de school 7.6

OBS “De Mienskip” Referentiegroep 6.8 6.3 7.3 7.3 7.3 7.2 7.6 7.1 8.0 7.3

De school kan zich profileren op zeven aspecten, te weten: 'Kennisontwikkeling', 'Schoolregels, rust en orde', 'De leerkracht', 'Contact met de school', Persoonlijke ontwikkeling, Sfeer en Begeleiding. Er zijn geen aandachtspunten voor beleid op onze school aangedragen vanuit de ouders. Personeel tevredenheidpeiling 2009-2010 - overzicht rapportcijfers OBS “De Mienskip” Overzicht rapportcijfers “De Mienskip” van personeel: Onderwerp Onze school Referentiegroep Schoolgebouw 6.7 6.5 Schoolklimaat 7.8 7.7 Pedagogisch klimaat 7.5 7.7 Leerstofaanbod en leermiddelen 6.8 7.2 Werkklimaat 7.8 7.1 Primaire Arbeidsvoorwaarden 7.8 7.1 Secundaire Arbeidsvoorwaarden 7.5 6.7 Loopbaanmanagement 7.9 7.4 Interne communicatie 7.6 7.0 Externe communicatie 7.9 7.6 Management 9.1 7.4 Organisatie 7.2 7.2

38 


De school kan zich profileren op vier aspecten, te weten: Schoolklimaat, 'Pedagogisch klimaat', 'Leermiddelen', Werkklimaat, Primaire arbeidsvoorwaarden, Interne communicatie, 'Externe communicatie' , Management en 'Organisatie'. Er zijn geen aandachtspunten voor beleid op onze school In de beleidsvoering voor de komende vier jaar zijn resultaten van deze peilingen opgenomen Beleidsevaluatie schooljaar 2012-2013 Zorg voor Kwaliteit: Kwaliteitszorg – Toetsing – Opbrengsten WMK Implementatie “Werken met kwaliteitskaarten” Digitaliseren van alle kaarten. Rekenen methode invoeren en implementeren Taalcoordinator werkt taalverbeterplan uit

Wie?

Wanneer?

Evaluatie

Directeur, i.b.-er team

Doorlopend volgens planning zie map WMK

In ontwikkeling

rekencoordinator

September, januari, juni

Uitgevoerd

taalcoordinator


Uitgevoerd

Opbrengstgericht werken Volgens de Cito norm, de inspectie norm en de eigen school norm. Professionaliseren Volgens de theorie van van Emst

Dir., team

September, december, juni

Uitgevoerd

Team, dir.

Uitgevoerd

Eduscoop Het implementeren van een nieuw digitaal leerlingzorgsysteem

Team, i.b.-er, dir

4x per jaar teambuilding in het kader van de theorie van vvan Emst. september

Onderwijs & Leren: Leerstof – Tijd – Onderwijsleerproces – Schoolklimaat Bewegingslessen evalueren en aanpassen op actualiteit. Techniektorens implementeren binnen de creatieve middag

Wie?

Wanneer?

Evaluatie

team

november

In ontwikkeling

Team, coordinator techniek en creatievemiddag. Team, coordinator creatieve middag


Uitgevoerd

oktober

Uitgevoerd

Creatieve middag matrix ontwikkelen implementeren binnen het beleid

Uitgevoerd

39 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Engels methode invoeren Nieuwe rekenmethode implemeneren Onderbouwd Implementeren en de registratie doorvoeren naar groep 2 Internationaliseringsproject Verkeersonderwijs evalueren en bijstellen zo nodig. Leefstijllessen volgen Onderneming “ Snoeptuin” matrix maken implementeren Zorg & Begeleiding CLB ELB Consultatieve leerlingbespreking (CLB) / Effectieve leerlingbespreking (ELB) Trendanalyses bespreken en analyseren De leerkrachten leren anayses in de groepsplannen en de ind. Leerlijnen te “vertalen” naar een proces. Werken volgens matrix: werken in niveaus Sociaal-emotionele ontwikkeling / “Leefstijl” en veiligheid Aandacht voor sociaalemotionele ontwikkeling en veiligheid in en rond de school / implementatie “Leefstijl”

team Rekencoordinator en dir Onderbouw leerkrachten, dir

Oktober, januari September, december, juni September en gehele jaar door

Uitgevoerd Uitgevoerd

Dir. En coordinator team

september

Uitgevoerd

september

In ontwikkeling

team team

januari September opzetten

Uitgevoerd In ontwikkeling

Uitgevoerd

Wie?

Wanneer?

Evaluatie

l.b.-er

Volgens planning in schoolkalender en de toetsplanning

Uitgevoerd

i.b.-er, team, dir. I.b-er, dir en team

Hb-coordinator en team team

Beleid & Organisatie: Management – Personeelsbeleid – Middelen – Externe contacten - Huisvesting ICT opleidingsmogelijkheden voor leerlingen, ouders en

Tijdens de geplande momenten in de toetskalender Tijdens de leerlingenbesprekingen

Uitgevoerd

doorlopend

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Volgens plancirkel leefstijl Uitgevoerd

Wie?

Wanneer?

Dir, team, leerlingen

September

Evaluatie

Uitgevoerd

40 


personeel inzet en gebruik ICT, waaronder smartboards PR Activiteiten in het kader van leerlingenwerving om leerlingenaantal te stabiliseren / vergroten. IPB Planmatige aanpak van persoonlijke ontwikkeling van de leraren en het competentiegericht werken Onderwijskundig leiderschap Het begeleiden van actuele processen in de school

Dir en pr groep

volgens planning in pr draaiboek

Uitgevoerd

Dir en team

Doorlopend en komt tijdens functioneringsgesprekken aan bod.

Uitgevoerd

Dir en ib.-er

Doorlopend Uitgevoerd Uitgevoerd

Taakbeleid Invoeren taakbeleid volgens de CAO “Passend onderwijs” Oriëntatie op TOM achtige aanpak (Teamonderwijs op maat in het kader van “Passend onderwijs”)

Dir en team

Er wordt een jaarevaluatie bijeenkomst gepland en het komt aan de orde in functioneringsgesprekken

Dir en team

Volgens planning in vergaderstructuur

UItgevoerd

7.12 Beleidsvoornemens schooljaarplan 2013-2014 Zorg voor Kwaliteit: Kwaliteitszorg – Toetsing – Opbrengsten WMK Implementatie “Werken met kwaliteitskaarten” Digitaliseren van alle kaarten. Rekenen Rekenverbeterplan

Wie?

Wanneer?

Directeur, i.b.-er team

Doorlopend volgens planning zie map WMK

rekencoordinator


Rekenen Rekencoordinator gecertificeerd Taalcoordinator Nieuw t aalverbeterplan

rekencoordinator

September

taalcoordinator


Opbrengstgericht werken Volgens de Cito norm, de inspectie norm en de eigen

Dir., team

September, december, juni

Evaluatie

41 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip school norm. Professionaliseren Volgens de theorie van van Emst Eduscoop Detaileren leerlingzorgsysteem Eduscoop schoolrapporten

Team, dir.

Team, i.b.-er, dir

4x per jaar teambuilding in het kader van de theorie van vvan Emst. september

Team, i.b-er, dir

spetember

Onderwijs & Leren: Leerstof – Tijd – Onderwijsleerproces – Schoolklimaat Bewegingslessen evalueren en aanpassen op actualiteit. Creatieve middag matrix ontwikkelen implementeren binnen het beleid Onderbouwd Opbrengst gericht werken Rekenmethode evalueren

Wie?

Wanneer?

team

november

Team, coordinator creatieve middag

oktober

Onderbouw leerkrachten, dir rekencoordinator

September en gehele jaar door November

Internationaliseringsproject uitvoeren Verkeersonderwijs Meertaligheid evalueren Leefstijllessen volgen Onderneming “ Snoeptuin” matrix maken implementeren

Dir. En coordinator team team team team

doorlopend

Zorg & Begeleiding CLB ELB Consultatieve leerlingbespreking (CLB) / Effectieve leerlingbespreking (ELB) Opbrengst gericht werken Trendanalyses bespreken en analyseren De leerkrachten maken de groepsplannen smart Werken volgens matrix: werken in niveaus Sociaal-emotionele ontwikkeling /

Evaluatie

september januari januari September opzetten

Wie?

Wanneer?

l.b.-er

Volgens planning in schoolkalender en de toetsplanning

team

september

i.b.-er, team, dir. I.b-er, dir en team

Tijdens de geplande momenten in de toetskalender Tijdens de leerlingenbesprekingen

i.b.-er

doorlopend

team

Volgens plancirkel leefstijl

Evaluatie

42 


“Leefstijl” en veiligheid Aandacht voor sociaalemotionele ontwikkeling en veiligheid in en rond de school / implementatie “Leefstijl” Beleid & Organisatie: Management – Personeelsbeleid – Middelen – Externe contacten - Huisvesting ICT opleidingsmogelijkheden voor leerlingen, ouders en personeel inzet en gebruik ICT, waaronder smartboards PR Activiteiten in het kader van leerlingenwerving om leerlingenaantal te stabiliseren / vergroten. IPB Planmatige aanpak van persoonlijke ontwikkeling van de leraren en het competentiegericht werken Onderwijskundig leiderschap Het begeleiden van actuele processen in de school Taakbeleid Invoeren taakbeleid volgens de CAO “Passend onderwijs” Oriëntatie op TOM achtige aanpak (Teamonderwijs op maat in het kader van “Passend onderwijs”)

Wie?

Wanneer?

Dir, team, leerlingen

September

Dir en pr groep

volgens planning in pr draaiboek

Dir en team

Doorlopend en komt tijdens functioneringsgesprekken aan bod.

Dir en ib.-er

Doorlopend

Dir en team

Er wordt een jaarevaluatie bijeenkomst gepland en het komt aan de orde in functioneringsgesprekken

Dir en team

Volgens planning in vergaderstructuur

Evaluatie

Jaarlijks en periodiek onderzoek van de inspectie Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun onderwijs. De overheid geeft, door middel van regelgeving en bekostiging, de kaders waarbinnen scholen zich dienen te bewegen. De inspectie houdt toezicht op de onderwijskwaliteit om een zekere basiskwaliteit in de Nederlandse basisscholen te kunnen waarborgen. Zij doet dit onder andere door het afleggen van een schoolbezoek

43 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip De kwaliteit van het onderwijs op een school blijkt vooral uit de kwaliteit van het onderwijsleerproces en de resultaten daarvan. Om goed onderwijs mogelijk te maken en waar nodig dat onderwijs te verbeteren, zorgt een school ervoor dat beleid en organisatie in orde is. Deze kwaliteitskenmerken komen in een inspectie-onderzoek aan bod. Na een onderzoek maakt de inspectie een schoolrapport dat openbaar is en via de internetsite van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl) te raadplegen is. “De Mienskip” is op 8 mei 2012 door de schoolinspecteur bezocht. Uit dit rapport blijkt dat de inspectie de onderwijsresultaten en de overige onderzochte resultaten op “De Mienskip” als voldoende heeft beoordeeld. De inspectie spreekt daarmee het vertrouwen uit over de werkwijze van onze school. De aangegeven punten van aandacht worden verwerkt in de schoolontwikkeling. 7.14 Schoolbegeleiding en nascholing Ieder jaar worden er in overleg met de schoolbegeleiders / -adviseurs enkele veranderingsonderwerpen gekozen in samenhang met het meerjarenbeleid. De relatie met het schoolplan en de adviezen van de inspectie staan centraal bij de keuze. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs staat voorop. 7.15 Klassenverkleining Onze school krijgt elk jaar op grond van het aantal leerlingen dat het heeft op 1 oktober van het vorige schooljaar formatie toegekend om leerkrachten aan te stellen. Het beleid is zoveel mogelijk in te zetten op klassenverkleining en kwaliteitsverbetering in de groepen 1 tot en met 4. Daardoor kunnen we beter aan onderwijs op maat bieden aan het jonge kind en beter aansluiten bij de ontwikkeling van dat kind. Op “De Mienskip” betekent dat in de praktijk meer leerkrachten beschikbaar zijn voor minder kinderen in de groepen 1 tot en met 4. We gebruiken deze uren met name in de groepen 1 en 2 voor het opsplitsen van combinatiegroepen in kleinere jaargroepen. Op deze wijze willen we op vaste momenten extra hulp geven aan kinderen in de groep. 7.16 De zorg voor goede methoden In het meerjarenbeleid, beschreven in het schoolplan, is vastgelegd dat er de komende jaren een aantal methoden zullen worden vernieuwd (zie hoofdstuk 8). Voordat tot aanschaf wordt overgegaan, bekijken we aan de hand van criteria welke methode het beste past bij onze onderwijsvisie. De methode dient bovendien te beantwoorden aan de kerndoelen. 7.17 Klassenbezoek Niet alleen goede werkwijzen, materialen en methoden zijn van belang voor goed onderwijs. Het didactisch handelen wordt ook geëvalueerd, evenals uniformiteit inzake regels en afspraken. Door klassenbezoeken krijgen we een duidelijk beeld van het onderwijskundig handelen. Klassenbezoeken worden uitgevoerd door de directeur, leerkrachten, en anderen die op welke wijze dan ook hulp bieden aan kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. 7.18 Weer Samen Naar School In het kader van W.S.N.S wordt een zorgplan opgesteld door het bevoegd gezag. In dit plan wordt aangegeven hoe de interne en externe zorg aan leerlingen met problemen gestalte krijgt binnen het samenwerkingsverband. 7.19 Relatie school - omgeving De school is niet een geïsoleerd instituut. We hebben regelmatig contact met andere instellingen:

44 


peuterspeelzaal “De Krobbekûle” andere basisscholen het voortgezet onderwijs in de regio de PABO (NHL), ROC’s de schoolbegeleidingsdienst “CEDIN” G.G.D. “Fryslân” Hearsmahiem

Logopedisten centrale bibliotheekdienst (C.B.D.) vluchtelingenwerk “Achtkarspelen” Gemeente Achtkarspelen de plaatselijke sportverenigingen en vele anderen.

45 


De resultaten van het onderwijs Op “De Mienskip” vinden we kwaliteit een belangrijk begrip. We werken hier hard aan. Kwaliteit laat zich echter niet alleen meten met behulp van toetsen. “Lekker in je vel zitten”, zelfstandig werken, spelen, over gevoelens durven en kunnen praten zijn ook belangrijke kwaliteiten die niet te meten zijn met een toets. In de voorgaande hoofdstukken is uitgelegd hoe we over het onderwijs denken en hoe we het op “De Mienskip” gestalte geven. Om een beeld te krijgen van de prestaties van onze leerlingen in vergelijking met de landelijke prestaties van leerlingen gebruiken we het CITO- leerlingvolgsysteem. Groepsoverzichten worden tijdens de leerlingenbespreking doorgenomen en zijn een eerste aanzet tot een grondige analyse. In groep 8 nemen de leerlingen deel aan de CITO-eindtoets. In dit laatste schooljaar moet het vervolgonderwijs voor uw kind worden gekozen. Van de school krijgt u in februari een advies daaromtrent. 3.1 Cito eindtoetsscores groep 8 Wij gebruiken sinds het schooljaar 2006-2007 de Cito Eindtoets. Met deze toets kunnen de opbrengsten aan het eind van de basisschool worden vergeleken met scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Cito eindtoetsscores groep 8 Gegevens CITO Eindtoets Aantal leerlingen Gecorrigeerde score LG en BL Ongecorrigeerde score

10 - 11 14 536,9 539,5

3.2 Doublures en verwijzingen SBO 2010-2011 2011-2012

11-12 18 534,4 530,3

12-13 18 538,2 540,6

groep

doublures (aantal)

verwijzing (aantal)

groep

doublures (aantal)

verwijzing (aantal)

groep

doublures (aantal)

verwijzing (aantal)

2012-2013

1 2 3 4 5 6 7 8

0 0 0 1 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0

1 2 3 4 5 6 7 8

0 0 0 1 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0

1 2 3 4 5 6 7 8

0 0 0 1 0 0 0 0

0 0 0 1 0 0 0 0

3.3 Verwijzingen voortgezet onderwijs onderwijssysteem 200720082008 2009 Voortgezet Speciaal 0 0 Onderwijs ISK 1 0 Praktijkonderwijs 0 0 VMBO-Basis1 2 Kader+LWOO VMBO-Basis 9 0 VMBO-Kader 0 3 VMBO-Gemengd 0 0

20092010 0

20102011 0

20112012 0

20122013 0

0 0 2

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 4 0

1 1 0

1 5 0

0 4 0

46 


VMBO T HAVO / VWO Gymnasium

9 3 0

3 14 0

2 4 0

1 11 0

3 9 1

7 6 1

Groeperingen “De Mienskip” Op “De Mienskip” wordt gewerkt met het leerstofjaarklassensysteem, waarbij tutoring en groepsdifferentiatie belangrijke aspecten zijn: waar nodig worden de kinderen op een aangepaste wijze begeleid. De leerlingen worden op basis van hun leeftijd meestal in combinatiegroepen geplaatst. Dat betekent dat er meer jaargroepen in een lokaal zitten. Na de voorjaarsvakantie is er een moment dat er leerlingen kunnen worden doorgeschoven naar een andere (combinatie)groep. Het doel hiervan is de groepen te ontlasten van grote aantallen leerlingen. Groepsindeling De school vindt een evenredig aantal leerlingen in alle groepen belangrijk voor het geven van kwalitatief goed onderwijs. Een combinatie groep 2/3 is didactisch en organisatorisch moeilijk haalbaar, vandaar dat er geen combinatie groep 2/3 is samengesteld. Bij een grote instroom van leerlingen bij de eerste groep, minstens 6 leerlingen verschil, zullen we tijdens de vorderingen gesprekken en de rapportgesprekken evaluatiemomenten inplannen om leerlingen, in een groep van 5 leerlingen, door te laten stromen van de combinatiegroep instroom/1 naar groep 1/2. Bij een groepssplitsing in de groepen 3 t/m 8 wordt aan de hand van de volgende criteria, opvolgorde van belangrijkheid, een groepsindeling gemaakt: 1. We streven ernaar om de leerlingenaantallen evenredig in de groepen te verdelen. 2. We streven ernaar om de jongens en de meisjes in evenwicht te houden (zo mogelijk) 3. Komen er broertjes of zusjes bij elkaar in de groep door de groepssplitsing? 4. Wat is de leeftijd van de leerlingen? 5. Hoe is de sociaal emotionele ontwikkeling? 6. Andere redenen.

9. School – en vakantietijden Roobol leerkrachtenstudiedag Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede vrijdag Pasen Meivakantie Hemelvaartsdag(en) Pinksteren Teamjaarevaluatie Zomervakantie

Vakantieperiode 11-09-2013 19-10-2013 t/m 27-10-2013 21-12-2013 22-02-2014 18-04-2014 20-04-2014 26-04-2014 29-05-2014 08-06-2014 06-06-2014 05-07-2014

t/m 05-01-2014 t/m 2-03-2014 + 21-04-2014 t/m 05-05-2014 + 30-05-2014 + 09-06-2014 t/m 17-08-2014

Weekrooster continurooster activiteit

1

2

3

4

5

6

7

8

47 


Rekenen en Wiskunde:

15

20

21

21

21

21

21

21

15

20

23

23

21

21

21

21

2

2

2

2

4

6

6

6

-‐ Fries -‐ Engels Lezen:

8

10

25

24

24

10

10

10

Estafette Nieuwsbegrip Boekbespreking Voorlezen Stillezen Werken met ontwikkelingsmateriaal gericht op lezen Schrijven

3

3

3

2

2

2

2

2

Methode Werken met ontwikkelingsmateriaal gericht op schrijven Wereldorientatie

5

8

8

10

10

15

15

15

-‐ methode Topondernemers -‐ Aardrijkskunde -‐ Geschiedenis -‐ Natuuronderwijs -‐ Topo Creatieve middag

4

4

4

4

4

6

6

6

4

5

1

1

1

3

3

3

-‐ -‐ -‐ -‐

Methode Alles telt Hoofdrekenen Tafeltraining Werken met ontwikkelingsmateriaal gericht op rekenen

Taal: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ Talen

Methode Taal in Beeld Methode Spelling in Beeld Ontwikkelingsmateriaal gericht op taal Schatkist Kring Voorstelling

-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐

-‐ -‐

-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ Muziek -‐ -‐

Handvaardigheid Techniek Textiel Tekenen Expressie Kunstzinnige vorming Ehbo Sociale integratie Actief burgerschap

Methode Koor

48 


Bewegingsonderwijs -‐ -‐ -‐ -‐ -‐

18

Methode Spel • Spelles Gymnastiek • Gymnastiek klein material • Gymnastiek groot materiaal Vrij spel Dramatische vorming

21

6

6

6

6

6

6

4 3

4

3 10 2

9 3

Sociale redzaamheid

1

1

1

1

1

3

3

3

Verkeer

1

1

1

1

1

2

2

2

-‐ Methode Bevordering gezond gedrag/Leefstijl

4

5

5

5

5

5

5

5

Lesgebonden uren totaal

80

100

100

100

100

100

100

100

Niet lesgebonden uren / pauze

8

10

10

10

10

10

10

10

onderbouw

onder- en bovenbouw

Urenberekening 2013-2014

groep: schooluren Beschikbare uren

1 20 1042,8571

2 t/m 8 25 1303,5714

Minimaal verplichte aantal uren

880,00 gem. over 1e vier jaar

940,00 gem. over laatste 4 jaar

20 40 20 5 20 5 5 120 235

25 50 25 10 25 10 5 150 300

5 0

5 5

Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie Vrije dagen leerlingen Studiedag leerkrachten Rooboldag

365 jaardagen : 7 dagen = 52,143 weken x schooluren per week 7520,00 Totaal over 8 schooljaren

49 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Leerkrachtendag teambuilding Leerkrachtenwerkdag Leerkrachtenwerkdag Marge 3 dagen in te plannen Totaal klokuren vakantie en vrije dagen Facultatieve uren per groep

Uren personeel Marge over 8 jaar met nog 3 dagen extra in te plannen.

5

5

0 0 15

5 5 15

30 260

40 340

782,8571

963,5714

782,8571 groep 1

6744,9998 over 7 jaar 988,5714

Totaal over 8 jaar: 7527,8569

7,8569

Schooltijden De eerste schooldag van het schooljaar 2013-2014 is maandag 19 augustus 2013. Wij werken volgens een continurooster. Alle dagen beginnen de lessen 8.15 uur en eindigen om 13.45 uur. Dit geldt voor alle groepen van maandag tot en met vrijdag, uitgezonderd voor groep 1. Groep 1 heeft op vrijdag vrij. Het volgende dagrooster is de basis van groepsspecifieke werkroosters. 8.00 uur Deur school open 8.00 uur -8.10 uur Leerlingen van de groepen 1 en 2 hangen de jas op de kapstok en gaan naar de klas. Pleinwacht op het grote plein door een leerkracht voor de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 8.10 uur De 1e schoolbel luidt. 8.10 uur -8.15 uur De kinderen gaan naar binnen. Ze stoppen de jassen in de eigen zakken en hangen die aan de kapstok. Vervolgens gaan de kinderen naar het eigen klaslokaal. De leerkracht is in het klaslokaal aanwezig. 8.15 uur De tweede schoolbel luidt. De leerkracht sluit de klaslokalen en de lessen vangen aan. 8.15 uur – 9.15 uur Istructie rekenen / rekenen centraal 9.15 uur -10.15 uur Instructie taal / taal centraal 10.15 uur – 10.30 uur Pauze 10.30 uur – 11.30 uur Instructie lezen / lezen centraal 11.30 uur – 12.00 uur Andere vakken (groepsspecifiek rooster) 12.00 uur – 12.30 uur Samen eten en pauze 12.30 uur – 13.45 uur Andere vakken (groepsspecifiek rooster) Hieronder vindt u schematisch enkele groepsspecifieke wekelijks terugkomende bijzonderheden. Een compleet groepsspecifiek weekrooster ligt ter inzage in de school. 1 2 3/4 4/5 6/7 7/8 Maandag Dinsdag gymnastiek gymnastiek Woensdag

50 


Donderdag

Zwemmen

Zwemmen

Gymnastiek

Gymnastiek

Voko Voko Voko Voko Voko Pauze op het grote plein * * De leerlingen van groep 1 en 2 vieren de pauze op het kleine plein. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 gaan in de pauze naar het grote plein aan de voorzijde van het schoolgebouw. Om voor een geleidelijke overgang te zorgen gaan de leerlingen van groep 2 op vrijdag in de pauze naar het grote plein. Vrijdag

Voko vrij

Inlooptijd De kinderen van de groepen 1 en 2 mogen 15 minuten voor schooltijd naar binnen. De ouders / verzorgers kunnen hun kind(eren) dan naar de klas brengen en vervolgens afscheid nemen. We raden u aan niet lang in de klas te blijven. Door de drukte die dan ontstaat, kunnen het afscheid nemen en de start van de schooldag voor uw kind en de leerkracht extra moeilijk zijn. De groepen 3 tot en met 8 gaan pas naar binnen als de eerste bel luidt om 8.10 uur. Om 8.15 uur luidt de tweede bel en sluiten de klaslokalen waarna de schoollessen beginnen.

10. Namen, adressen, telefoonnummers DE SCHOOL openbare basisschool “De Mienskip” Groenkamp 3 9285 SZ Buitenpost (0511)542021 fax: (0511)541503 e-mail: [email protected] www.demienskip.nl

DIRECTIE Reiny Kas – Siderius

BESTUUR Stichting ROOBOL bezoekadres: Kerkstraat 51 9285 TA Buitenpost correspondentieadres: Postbus 6 9285 ZV Buitenpost (0511)548390 fax: (0511)548399 e-mail: [email protected] www.roobol-onderwijs.nl

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS 0800-8051 (gratis) www.onderwijsinspectie.nl e-mail: [email protected] klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstige psychisch of fysiek geweld (0900)1113111 (lokaal tarief)

directrice

e-mail: [email protected]

51 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip GGD: SCHOOLARTS / VERPLEEGKUNDIGE / ASSISTENTE Petra Meijer Silvia Bruin (schoolarts) (verpleegkundige) GGD Fryslân (06)55387846 8901 BK Leeuwarden (telefonisch spreekuur (058)2334334 verpleegkundige) (06)55387846 G.G.D. Fryslân (telefonisch spreekuur arts) Postbus 612 e-mail: 8901 BK Leeuwarden [email protected] e-mail: [email protected] VERTROUWENSPERSONEN MACHTSMISBRUIK Voor ROOBOL is de externe vertrouwenspersoon machtsmisbruik: Franciske de Vries bezoekadres: Harlingertrekweg 58 Leeuwarden (058)2334334 correspondentieadres : GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK Leeuwarden e-mail: [email protected] fax: (058)2234334 LEERPLICHTAMBTENAAR mevr. A. Monsma p./a. Gemeente Achtkarspelen afd. onderwijs Postbus 2 9285 ZV Buitenpost (0511)548646 / 548609 (maandag tot en met donderdag van 9.00 uur tot 10.00 uur)

Freke Postmus (assistente) (06)46423623 e-mail: [email protected]

Voor “De Mienskip” is de interne vertrouwenspersoon machtsmisbruik: Betsie van der Veen Voor “De Mienskip” is de vertrouwenspersoon machtsmisbruik voor ‘overige’ klachten: Marjan Schutte p/a “Stichting Maatschappelijk Werk Fryslân” Tramlaan 5 9201 HW Drachten (06)46072173 SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK Marjan Schutte “Stichting Maatschappelijk Werk Fryslân” Gedempte vaart 27 9231 AS Surhuisterveen (06)46072173 [email protected]

KINDEROPVANG ACHTKARSPELEN Kerkstraat 11 9285 TA Buitenpost. Tel.: (0511)543017 www.kinderopvangachtkarspelen.nl LEERKRACHTEN / ONDERWIJSASSISTENTEN Dukke Algra Karin Bergervoet

Mirjan Halma

Janet Dijkstra

Ingrid Knegt

Aalze Koster

Robert van der Werf

Anita de Bruin

Michiel Veenstra

Peggy Olinga

Betsie de Vries

rekencoordinator

taalcoordinator

intern begeleider

[email protected] Reiny Kas – Siderius

52 


Directrice

[email protected] VAKLEERKRACHTEN Tineke Faber

Vacature

Moniek Mols

vakleerkracht humanistisch vormingsonderwijs

vakleerkracht godsdienstig vormingsonderwijs

Waldsang - Buitenpost

Vakleerkracht muzikale vorming

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND PERSONEEL Bokke de Boer MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Oudergeleding Tiemen Dolfijn

Anne Jongsma

voorzitter

vertegenwoordiger GMR

Personeelsgeleding Michiel Veenstra

Ingrid Knegt

vertegenwoordiger GMR

secretaris

Dietha Paauw

Peggy Olinga

OUDERRAAD Oudergeleding Diete Paauw

Jantine Pietersma

voorzitter

penningmeester

Michiel Zijlstra Ronald Ploegsma Marijke van der Ploeg

Marijke Land Wiep Kroes Sytze Veenstra

Personeelsgeleding Mirjan Halma

Hester Klopmmaker Tieneke Nieuwenhuis Peter Ploegsma

Betsie de Vries – van der Veen

11. Jaarplanning Zie de schooljaarkalender. Zie voor de actuele jaarplanning op de schoolsite: ww.demienskip.nl

53 


Informatiedeel met (wettelijke) regelingen ROOBOL schooljaar 2013 - 2014

54 


1. Algemene informatie Stichting ROOBOL Stichting ROOBOL Stichting ROOBOL staat voor Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs in het gebied Lauwersland, gelegen in het noordoosten van Friesland. In de gemeenten Achtkarspelen, Kollumerland c.a, Dantumadiel en Dongeradeel is de stichting ROOBOL verantwoordelijk voor het openbaar basisonderwijs. De stichting ROOBOL is een zelfstandig rechtsorgaan, met een toezichthoudend bestuur en een directeur/bestuurder. Bijna elke school heeft een eigen directeur. Meer informatie vindt u op: www.roobol-onderwijs.nl De scholen Elke school heeft zijn eigen schoolprofiel en identiteit. Eén ding hebben we gemeen: we willen op alle scholen het beste uit ieder kind halen! Dat betekent aandacht voor de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind. De scholen binnen de Stichting ROOBOL werken nauw samen. Bestuursbureau ROOBOL Het bestuursbureau ondersteunt de scholen. Het bestuursbureau is gevestigd op de eerste verdieping van de openbare bibliotheek in Buitenpost aan de Kerkstraat 51, waar gebruik wordt gemaakt van de achteringang. Op het bestuursbureau werken naast de directeur/bestuurder, een managementassistent, een stafmedewerker P & O en een administratief medewerker. Onderwijsbureau Meppel De werkzaamheden op het gebied van de personeelsadministratie, de salarisadministratie, de financiële administratie en het gebouwenbeheer zijn bijna volledig uitbesteed aan het Onderwijsbureau te Meppel. Het toezichthoudend bestuur ROOBOL Het bestuur ROOBOL bestaat uit 8 personen. Het bestuur vergadert ongeveer zes keer per jaar. De vergaderingen vinden plaats op de scholen. Voorafgaand aan de bestuursvergadering is er een informeel overleg met de Medezeggenschapsraad van de betreffende school. Het bestuur van de Stichting ROOBOL wordt gevormd door: Voorzitter Penningmeester/vice voorzitter Secretaris Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Directeur/bestuurder

De heer drs. J.I. Jongejan De heer A. Peerbolte De heer J. Meinema De heer G. de Jong Mevrouw E.N. Posthumus Mevrouw H. Dortmond-Visser Mevrouw A. Postma-Kuipers Mevrouw J. Blom-Kerkstra

Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR van de Stichting ROOBOL wordt gevormd door een afvaardiging van ouders en personeelsleden van alle ROOBOL-scholen. De GMR vergadert ongeveer 6 keer op maandagavond. De vergaderingen vinden plaats op één van de scholen van ROOBOL.

55 


2. Missie en visie van ROOBOL ROOBOL heeft de ambitie om kinderen voor te bereiden op de wereld van morgen. Dit doen we graag in samenspraak met ouders. ROOBOL telt op dit moment 18 basisscholen. Alle scholen hebben hun eigen identiteit en inrichting van het onderwijs, afgestemd op de leerlingen op hun scholen. Diverse scholen werken met elkaar samen aan bepaalde projecten. ROOBOL werkt samen met twee samenwerkingsverbanden “weer samen naar school”, namelijk in Drachten en in Dokkum. Met deze instellingen wordt de leerlingenzorg op elkaar afgestemd en geregeld. Wij verwijzen kinderen die naar het speciaal onderwijs gaan, meestal door naar Drachten of naar Dokkum.

2.1. Missie. Wij willen het beste uit kinderen halen. De ROOBOL scholen staan voor de opdracht voor het behoud van openbaar onderwijs in de regio Noordoost Friesland en zorgen voor een optimale ontwikkeling van kinderen van 4 – 12 jaar in overeenstemming met hun mogelijkheden, waarbij respect voor verschillende culturen, verschillende geloofsvormen of levensbeschouwing en verschillen in mensen belangrijk zijn voor dit ontwikkelproces.

2.2. Visie De visie van ROOBOL vinden we terug in de volgende gebieden: De pedagogische visie: Kinderen komen tot de beste prestaties in een omgeving, waarin ze zich competent voelen (zich veilig voelen, zich gewaardeerd voelen, zichzelf kunnen zijn, betrokken zijn bij de leerstof, plezier hebben in leren en een volgende stap kunnen zetten in hun ontwikkeling); De visie op leren: Wij willen het beste uit ‘onze’ kinderen halen. De uitdagende stimulerende leeromgeving biedt kinderen de mogelijkheid om zich competent te voelen en om zich te ontwikkelen. De drie psychologische basisbehoeftes: het leggen van relaties, het zich competent voelen en het ontwikkelen van autonomie zijn leidend bij het inrichten van leerprocessen. Dat betekent naast aandacht voor cognitieve vakken, specifieke aandacht voor de individuele leerlijnen, zelfstandig werken èn aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen (adaptief onderwijs; zorg op maat). Samenwerken, communiceren en eigen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces, bereidt hen voor op de wereld van morgen; De visie op personeel: Leerkrachten en ondersteuners presteren het beste in een omgeving waar ze zich competent voelen (zich veilig voelen, zich gewaardeerd voelen, zichzelf kunnen zijn, betrokken zijn bij de school, plezier hebben in hun werk) en waar ruimte is voor een persoonlijke en professionele ontwikkeling die zich beweegt in de richting van een zo optimaal mogelijke begeleiding van kinderen. We streven naar een gezamenlijke afstemming binnen de scholen waardoor het personeel zich gewaardeerd voelt en ervaart dat men werk doet dat zinvol is en bijdraagt tot het bereiken van gemeenschappelijke doelstellingen;

56 


De visie op de organisatie: De organisatie van de school is de lerende organisatie, we willen leren van zaken die niet op orde zijn of beter kunnen. Dat betekent een open en lerende houding van alle betrokkenen in en om de school. Scholen en bestuur hebben altijd een open oog naar de buitenwereld en zijn ondernemend. Om ontwikkeling van kinderen een optimale kans te geven werken we nauw samen met ouders en andere disciplines in en rond de school (brede schoolgedachte).

2.3. Onze strategische doelen van 2008-2012 zijn: 1. Ondernemende directeuren, die zorgen voor: • Een vergroting van het marktaandeel per dorp of stad; • Ruim voldoende inspectiebeoordelingen op de school; • Het verhogen van de resultaten van de leerlingen; • Passend, kwalitatief goed en uitdagend onderwijs voor elk kind; • Een veilige en uitdagende leeromgeving door meertaligheid, ICT en techniek; • Tevreden ouders, personeel en leerlingen; 2. Flexibele vernieuwende teams met goede leerkrachten; 3. Een goede communicatie met betrokken en tevreden ouders; 4. Samenwerking op alle niveaus in en buiten de school; 5. Een alert bestuur, zorgvuldig de kansen en bedreigingen afweegt ten opzichte van schaalvergroting. In de volgende gemeenten vindt u de openbare basisscholen van de stichting ROOBOL. Gemeente Achtkarspelen: • Jan van Zuilenskoalle te Boelenslaan • It Skriuwboerd te Surhuisterveen • ‘t Holdersnêst te Harkema • Maskelyn te Augustinusga • De Mienskip te Buitenpost • It Twaspan te Twijzelerheide • De Balkwar te Kootstertille Gemeente Kollumerland c.a.: • Professor Casimirschool te Kollum • o.b.s.van Heemstra te Oudwoude Gemeente Dantumadiel: • Dr. Theun de Vriesskoalle te Feanwâld • Dr. J. Botkeskoalle te Damwâld • De Westreen te Westereen • i.b.s. Driezum te Driezum Gemeente Dongeradeel: • De Burgerschool te Dokkum • Nynke van Hichtumschool te Dokkum • Ids Wiersmaskoalle te Brantgum • De Tsjelke te Holwerd De adressen + telefoonnummers vindt u op www.roobol-onderwijs.nl

57 


3. De ROOBOL organisatie ROOBOL is sinds 2004 een zelfstandige stichting en kent vanaf die tijd een onafhankelijk bestuur. Het bestuur bestaat uit 8 personen. Toezichthoudende bestuursleden worden benoemd door de gemeenteraden van de vier gemeenten op voordracht van het bestuur en/of de GMR (de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) Het is een toezichthoudend bestuur, de meeste taken zijn gedelegeerd aan de directeur/bestuurder. Het bestuur stelt het strategisch beleid vast en geeft advies aan de directeur/bestuurder. De directeur/bestuurder legt verantwoording af aan het bestuur en heeft overleg met de GMR van ROOBOL. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan de directeur/bestuurder en bespreken het schoolbeleid met hun MR (medezeggenschapsraad). ROOBOL heeft taken op het gebied van financiën, personeelszaken en huisvesting uitbesteed aan het onderwijsbureau Meppel. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en Medezeggenschapsraad (MR): De GMR bestaat uit 12 personen, zes personeelsleden en zes ouders. Men wordt gekozen via verkiezingen. Twee scholen hebben een DR (deelraad), omdat ze een nevenvestiging zijn. De 16 andere scholen hebben een MR. Hierin zitten vier (2 leerkrachten en 2 ouders) of zes (3 leerkrachten en 3 ouders) leden.

3.1. De volgende criteria bepalen het toelatingsbeleid van de school: • De leerbaarheid van een leerling moet zodanig zijn, dat hij of zij het reguliere onderwijsaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken. • De leerling verlaat de school met de minimale gemiddelde beheersing van de leerstof van eind groep 6. • Het kind voelt zich veilig en vertrouwd op de school. • Het kind kan zich aan de groeps- en schoolregels houden. • Het kind is in staat om zelfstandig te werken. • Ouders en school moeten goed kunnen samenwerken en volgen binnen hun mogelijkheden elkaars adviezen op. • De teamleden hebben per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties die bijdragen aan de zorg. • Een kind moet in beginsel zelfredzaam zijn. • De school heeft geen extra voorzieningen voor dove, slechthorende, blinde of slechtziende kinderen. Indien ouders op de school een kind met een handicap aanmelden dan wordt het draaiboek gehanteerd, met een aantal richtlijnen, zoals die zijn verwoord in het protocol “Toelating, schorsen en verwijdering van leerlingen”, terwijl ook gebruik gemaakt wordt van de werkmap “zorgvarianten” van het samenwerkingsverband Drachten en Dokkum.

3.2. Procedure schorsing en verwijdering Soms is er sprake van storend of agressief gedrag van een leerling. Ook ouders of verzorgers van leerlingen kunnen zich bedreigend of agressief gedragen. Als daardoor de veiligheid van de leerlingen, van het personeel en/of de ongestoorde voortgang van het onderwijs in gevaar dreigt te komen, kan de directeur van de school de directeur/bestuurder

58 


inschakelen, om een leerling te schorsen. Een schorsing duurt maximaal een week en kan maximaal met een week worden verlengd, tenzij wordt besloten om de leerling te verwijderen. De maximale schorsingsduur is dan gelijk aan de periode dat de verwijderingprocedure is afgerond. Een schorsing vindt pas plaats na overleg door de directeur/bestuurder met de leerling, ouders en de leerkracht. De directeur/bestuurder informeert in geval van schorsing de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Ouders, die het niet eens zijn met het besluit, kunnen bezwaar aantekenen bij de directeur/bestuurder. Verwijdering. Bij regelmatig en voortdurend wangedrag van leerlingen of ouders/verzorgers, of in geval definitief is gebleken dat de school niet langer in staat is, om het onderwijs of de zorg te bieden die de leerling nodig heeft, kan de directeur/bestuurder van ROOBOL namens het bevoegd gezag besluiten om tot verwijdering van de leerling over te gaan. Voordat de directeur/bestuurder dit besluit neemt, worden alle betrokkenen (directeur, groepsleerkracht, leerling, ouders/verzorgers en overige betrokkenen, zoals leerplichtambtenaar en vertrouwenspersoon e.d.) gehoord. Indien één van de partijen het wenst, kan ook de mening worden gevraagd van een andere, door de school en ouders geaccepteerde deskundige. Van het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt, dat aan de ouders/verzorgers wordt uitgereikt of aangetekend wordt verstuurd en dat door ouders/verzorgers bij voorkeur wordt getekend. Tegen een besluit tot verwijdering kunnen ouders bezwaar aantekenen bij het bestuur van ROOBOL. Ouders/verzorgers worden dan eerst opnieuw gehoord. Binnen vier weken krijgen ouders dan schriftelijk een reactie. Na het besluit tot verwijdering moet ROOBOL proberen binnen acht weken een andere school te vinden voor de leerling. Zodra dat is gelukt, wordt de leerling verwijderd. Lukt het niet, dan wordt de leerling formeel volgens de wettelijke regels na acht weken verwijderd. Het formele protocol “Toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen” vindt u op onze website www.roobol-onderwijs.nl

3.3. Leerplicht/verzuim/verlof Alle kinderen in Nederland moeten naar school, er is sprake van leerplicht van 5 tot 16 jaar. Onderwijs is onmisbaar voor een goede voorbereiding voor een plek in de maatschappij. Vanaf het begin van de basisschool moeten kinderen leren om naar school te gaan. Het is gebruikelijk dat een kind naar de basisschool gaat zodra het vier jaar wordt. Leerplichtwet In deze wet staan de spelregels rondom de leerplicht. De wet gaat er vanuit dat u: • uw kind inschrijft op een school • ervoor zorgt dat uw kind de school bezoekt Uw kind is wettelijk verplicht om onderwijs te volgen vanaf de eerste schooldag in de maand na de vijfde verjaardag. Verzuim/verzuimregistratie Elke dag registreren de scholen welke kinderen aanwezig zijn. Wanneer een kind niet aanwezig kan zijn moeten ouders/verzorgers dit voor schooltijd, met opgaaf van reden melden. Is op school niet bekend waarom een leerling afwezig is, dan wordt dezelfde ochtend/middag contact opgenomen met de ouder/verzorger. Wanneer een leerling regelmatig verzuimt, meldt de leerkracht dit bij de directeur. Deze schakelt vervolgens de leerplichtambtenaar in. Deze stelt een onderzoek in en zoekt naar een oplossing.

59 


60 


Geoorloofd verzuim • Ziekte Als uw kind ziek is, hoeft het niet naar school. U dient het wel meteen aan de school te melden. Wanneer uw kind regelmatig ziek gemeld wordt, kan de school aan de schoolarts of de leerplichtambtenaar vragen om een onderzoek in te stellen. • Godsdienst of levensovertuiging Als uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging hoeft het niet naar school. Wel dient u dit twee dagen van te voren te melden aan de school. • Vier- en vijfjarigen Tot uw kind zes jaar wordt, mag u het vijf uur per week thuishouden. U dient dit uiteraard wel aan de school te melden. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan heeft u speciale toestemming nodig van de directeur. Het is mogelijk voor nog eens maximaal vijf uur. Ongeoorloofd verzuim Als uw kind zonder geldige reden niet naar school gaat, is er sprake van ongeoorloofd verzuim. De directeur van de school neemt dan maatregelen, zoals omschreven in de leerplichtwet. Meestal neemt de directeur eerst contact met u op, om na te gaan wat er aan de hand is. Als dit niet tot een goede oplossing leidt, schakelt deze de leerplichtambtenaar in. Ook probeert deze in overleg met u tot een oplossing te komen. Extra verlof en leerplicht In principe moet iedereen zich aan de vastgestelde schoolvakanties houden. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of familiebezoek in het buitenland. In de leerplichtwet is opgenomen dat de directeur in bijzondere gevallen toestemming mag geven voor een extra vakantie buiten de schoolvakanties. Deze uitzondering geldt alleen voor ouders, die door hun beroep geen vakantie kunnen nemen tijdens de schoolvakanties. In dat geval heeft u een schriftelijke verklaring nodig van uw werkgever, waaruit blijkt dat u niet op een ander moment met vakantie kunt gaan. De directeur mag hier slechts één keer per jaar toestemming voor geven voor ten hoogste tien dagen. In de leerplichtwet staat, dat deze regeling niet kan worden toegepast voor de eerste twee weken van een nieuw schooljaar. Ook staat in de leerplichtwet dat de uitvoering van deze regeling geen recht is. Het gaat dus niet om snipperdagen; ze kunnen niet worden opgespaard en het is evenmin mogelijk zo nu en dan een losse dag op te nemen. Gewichtige omstandigheden en verlof In een aantal gevallen is het mogelijk om verlof aan te vragen: • Voor het voldoen van een wettelijke verplichting, voor zover het niet buiten schooltijd kan worden geregeld; • Voor een verhuizing ten hoogste voor 1 dag; • Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- en aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of het huwelijk gesloten wordt in of buiten de woonplaats van het kind; • Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad in overleg met de directeur; • Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in overleg met de directeur; • Bij een 25, 40- en 50 jarig ambtsjubileum en het 12 ½, 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders; • Voor een andere, naar het oordeel van de directeur belangrijke reden, met uitzondering van vakantieverlof.

61 


62 


Verlof aanvraag Tot 10 dagen Wanneer u een verzoek voor verlof wilt aanvragen, moet u dit ruim van tevoren schriftelijk en met opgave van redenen doen bij de directeur van de school. Hebt u een dienstbetrekking, dan moet u een werkgeversverklaring kunnen overleggen. U ontvangt schriftelijk bericht van de directeur of het verzoek wel of niet wordt toegestaan. Langer dan 10 dagen Als u een aanvraag indient voor een periode langer dan 10 dagen, dan stuurt de directeur de aanvraag door naar de leerplichtambtenaar van de betreffende gemeente. Deze geeft u schriftelijk bericht. Bij een afwijzing kunt u bezwaar aantekenen. In de beschikking van de leerplichtambtenaar staat, hoe u dit kunt doen. Meer informatie over leerplicht is beschikbaar op de school. Ook is het mogelijk om contact op te nemen met de leerplichtambtenaar van uw gemeente.

3.4. Leerlingendossier De school houdt een leerlingenadministratie bij en een dossier van uw kind waar onder meer de volgende zaken zijn opgenomen: • Teambesprekingen over uw kind; • Notities over gesprekken met ouders/verzorgers; • Verslagen van onderzoeken, indien gedaan; • Toets- en rapportgegevens; • Eventuele handelingsplannen en de evaluaties ervan; • Schriftelijke observaties van leerkrachten over de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind; • De werkhouding en taakaanpak van uw kind. De meeste scholen houden de gegevens bij in een elektronisch systeem. Het leerlingendossier is strikt vertrouwelijk en is niet openbaar toegankelijk. Ouders hebben recht om het dossier in te kijken. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de directeur van de school of de intern begeleider. Het kan zijn dat de school het dossier aan derden wil laten zien b.v. aan de schoolbegeleidingsdienst. Dit is alleen mogelijk als u toestemming geeft.

3.5. Externe adviseurs of externe behandelaars De scholen hebben de mogelijkheid om (indien nodig) erkende adviseurs op het gebied van onderwijsbegeleiding in te schakelen. Deze ondersteunen bij het diagnosticeren en begeleiden van leerlingen die extra hulp nodig hebben vanwege bepaalde leer- of gedragsproblemen. Ook maken ouders/verzorgers in toenemende mate gebruik van adviseurs (onderwijsbegeleidingsdiensten, onderwijsadviesbureaus, remedial teachers, logopedisten, orthopedagogen, fysiotherapeuten) ten behoeve van een optimale ontwikkeling van hun kind. Er zijn dus adviseurs die op verzoek van de school worden ingeschakeld en externe adviseurs op verzoek van de ouders/verzorgers. Regelmatig doen deze (externe) adviseurs een verzoek tot samenwerking met de leerkrachten of intern begeleiders. Hieraan zijn echter voorwaarden verbonden. Wij hechten aan een goede samenwerking tussen personeel en adviseurs. De samenwerking moet gericht zijn op een positieve ontwikkeling van de leerling en mag de school als organisatie en de groep waar de leerling in zit geen schade berokkenen, in welke zin dan ook.

63 


3.6. Vrijstelling voor bepaalde onderwijsactiviteiten (GVO/HVO) Op alle ROOBOL scholen wordt het vak godsdienst en/of levensbeschouwelijk onderwijs gegeven. Het is mogelijk om een vrijstelling te krijgen van deze activiteiten. Kinderen van ouders, die bezwaar hebben tegen het volgen van de lessen Godsdienstig Vormingsonderwijs of Humanistisch Vormingsonderwijs krijgen andere lessen onder leiding van de groepsleerkracht. Informatie hierover treft u aan in de schoolgids van de school.

3.7. Sponsoring Bij sponsoring gaat het om het verstrekken van geld, goederen of diensten door een sponsor aan het bevoegd gezag, directeur, onderwijzend personeel of leerlingen. Leerlingen en/of ouders/verzorgers kunnen hiermee in schoolverband worden geconfronteerd. Het is mogelijk dat de sponsor een tegenprestatie verlangt. ROOBOL sluit zich aan bij het landelijk convenant van de onderwijspartners (o.a. Ministerie, VOO en PO-raad) op het gebied van sponsoring. Hierin staat ondermeer dat sponsoring: • Verenigbaar dient te zijn met de pedagogische en didactische taak en doelstelling van de school en in overeenstemming met goede smaak en goed fatsoen • Geen gevaar moet opleveren aangaande objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid • Niet van invloed is op de onderwijsinhoud of de continuïteit van het onderwijs.

4. Communicatie 4.1. Website Veel informatie is te vinden op onze website www.roobol-onderwijs.nl, waar ook wordt doorverwezen naar de scholen. De meeste informatie, die voor u van belang is, kunt u vinden op de websites van de scholen.

4.2. Klachtenregeling Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout lopen. Ook op een school. Degenen die zich het slachtoffer voelen van gedragingen of beslissingen van anderen, kunnen dat als een klacht beschouwen. Het is altijd van belang om de klacht eerst te bespreken met de juf of meester of daarna met de directeur. Als u er niet samen uitkomt en een klacht heeft over de school of iemand op de school kunt u zich wenden tot onze vertrouwenspersoon mw. Carolien Wicherson van de GGD in Leeuwarden 088-2299444. Zij kan een bemiddelende rol vervullen of u begeleiden naar de Stichting Onderwijsgeschillen. Het bestuur of de directeur/bestuurder neemt geen klachten in behandeling, maar zal doorverwijzen naar de Stichting Onderwijsgeschillen. U kunt wel uw verhaal kwijt, mocht u dat willen, maar de klacht wordt niet in behandeling genomen. ROOBOL is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD te Utrecht. Wilt u een klacht indienen, vraag dan op school om de volledige klachtenregeling of kijk op www.onderwijsgeschillen.nl. Aarzel niet, om een klacht in te dienen. Dat is in ieders belang en vooral in het belang van uw kind. Aan het indienen van een klacht zijn voor u geen kosten verbonden.

4.3. Omgaan met moderne communicatiemiddelen Het gebruik van moderne communicatiemiddelen mag de goede gang van zaken in en rond de school niet verstoren. Gebruik van mobiele telefoon en gameboys wordt tijdens schooltijd niet toegestaan. Voor het gebruik van internet heeft ROOBOL een protocol ontwikkeld.

64 


Een protocol is een lijst met afspraken die je met iemand maakt. In een protocol staan afspraken waar de leerling zich aan moet houden bij het internetten op school. We maken deze afspraken om te voorkomen dat er problemen ontstaan door het gebruik van internet op school en om er voor te zorgen dat Internet leuk blijft. Als een leerling het eens is met deze regels kan het protocol ondertekend worden. De meesters en juffen gaan er daarna van uit dat een leerling zich hieraan houdt. De afspraken zijn als volgt: • Ik spreek met meester of juf af wanneer en hoe lang ik op Internet mag en van welke programma’s ik gebruik mag maken; • Ik zal nooit mijn naam (e-mail ) adres of telefoonnummer doorgeven via Internet zonder toestemming van meester of juf; • Ik verstuur geen e-mail zonder toestemming van meester of juf; • Bij gebruik van een zoekmachine gebruik ik normale woorden (zoektermen). Ik gebruik geen woorden die te maken hebben met grof woordgebruik, racisme, discriminatie, seks of geweld. Bij twijfel overleg ik met meester of juf; • Ik vertel meester of juf als ik informatie zie waar ik me niet prettig bij voel of wat ik niet vertrouw; • Ik mag geen bestanden downloaden zonder toestemming van meester of juf; • Chatten of MSN-nen mag niet. Chatten met andere scholen mag alleen wanneer meester of juf daar toestemming voor geeft; • Ik zal nooit afspreken met iemand die ik ‘online’ op Internet tegenkom zonder toestemming van meester of juf; • Ik zal nooit een foto of iets anders van mijzelf of andere kinderen versturen zonder toestemming van meester of juf; • Als ik dit protocol onderteken, maar me er toch niet aan houd, mag ik niet meer internetten of e-mailen voor de periode die meester of juf aangeven;

4.4. Informatievoorziening aan gescheiden ouders Wanneer ouders gescheiden leven of gaan scheiden is het soms moeilijk te bepalen welke positie een school moet innemen bij het verstrekken van informatie over een leerling. De wet biedt hierin een duidelijke richtlijn. De school is verplicht om beide ouders op gelijke wijze te informeren. Dus ook de ouder, die niet met het ouderlijk gezag is belast, heeft recht op informatie. De school informeert beide ouders, als de adresgegevens van beide ouders op school bekend zijn. De wet schrijft niet voor welke informatie aan ouders moet worden verstrekt. ROOBOL heeft gekozen voor de volgende zaken: schoolgids, schoolkrant, ouderavonden, contactavonden (desgewenst op een ander tijdstip dan de andere ouder), schoolresultaten, toetsresultaten, rapporten, informatie aangaande schoolreizen, verwijzing naar vervolgonderwijs en aanmeldingen bij de schoolbegeleidingsdienst voor een onderzoek of de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband. Alleen in geval van zwaarwegende argumenten (rechtelijke uitspraak) kan de school van deze richtlijn afwijken. In dat geval moet de directeur wel een schriftelijk bewijs van de gerechtelijke uitspraak hebben.

4.5. Tevredenheidonderzoeken Eén keer per vier jaar laat ROOBOL door een extern onafhankelijk bureau de tevredenheid onderzoeken van ouders, leerlingen van de groepen 5 t/m 8 en de leerkrachten. Op die manier komen we aandachtspunten op het spoor waarover ouders tevreden of niet tevreden zijn en kunnen de scholen hun beleid op die punten bijstellen. Voor leerlingen wordt ook de sociale veiligheid op school ondervraagd.

65 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip Twee jaar later wordt er apart voor de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 opnieuw een vragenlijst afgenomen op het gebied van sociale veiligheid. Op die manier hopen we snel informatie te krijgen als de school als onveilig wordt ervaren. Elke twee jaar ontvangen wij daar gegevens over.

5. Veiligheid 5.1. Bedrijfshulpverlening (BHV) en preventiemedewerker Elke school heeft minimaal één opgeleide en bevoegde bedrijfshulpverlener. ROOBOL biedt jaarlijks een herhalingscursus aan, om de bevoegdheid gegarandeerd te houden. Volgens de Arbo wet zijn scholen ook verplicht om deze functionaris op school te hebben. Op school is bekend, wie het is. Naast kennis van zaken van EHBO zijn ze ook getraind om in geval van nood (b.v. brand) snel te handelen. Naast de BHV-er heeft ook elke school een preventiemedewerker. Deze draagt zorg voor het uitvoeren van het Arbo beleid op de school.

5.2. WA verzekering. ROOBOL heeft ten behoeve van het personeel een WA verzekering afgesloten. Als een leerkracht materiële schade veroorzaakt aan een leerling, dan kan deze schade worden vergoed. De beoordeling hiervan ligt bij de schademaatschappij. Er is geen verzekering afgesloten als leerlingen onderling schade veroorzaken aan andere leerlingen. Vaak denken ouders, dat dit wel geregeld is. Dat is niet het geval. Ouders zijn aansprakelijk voor schade, die hun kinderen veroorzaken en zijn hier meestal ook voor verzekerd (WA). Een leerling die schade heeft, veroorzaakt door een andere leerling, zal proberen de schade te verhalen op de WA verzekering van de ouders. De school speelt hier verder geen rol in.

5.3. Speciale ongevallenverzekering. ROOBOL heeft een speciale ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen, het personeel en per school 20 ouders, die in opdracht van de school activiteiten verrichten. Deze verzekering dekt extra kosten bij ongevallen op en op weg naar school, die niet door de basis ziektekostenverzekering en/of aanvullende verzekering worden vergoed. Op de school is een polis (plus de voorwaarden aanwezig).

5.4. Protocol kindermishandeling Er is een landelijke meldcode kindermishandeling ontwikkeld door het Nederlands Jeugd Instituut. Deze code beschrijft de rol van beroepskrachten en geeft richtlijnen voor het handelen in situaties of bij vermoedens van kindermishandeling. Zie www.kindermishandeling.info en vraag met de zoekfunctie naar ‘meldcode kindermishandeling’. Op basis van deze meldcode zijn voor het primair onderwijs in opdracht van het Ministerie van OCW voorbeeldprotocollen opgesteld hoe te handelen bij huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. De protocollen zijn een uitwerking van de meldcode en bevatten concrete stappenplannen.

5.5. De verwijsindex De verwijsindex is een digitaal landelijk systeem, waarin risicomeldingen over kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar worden vastgelegd vanuit alle beroepsgroepen die met kinderen omgaan. Het gaat om kinderen en jongeren met problemen die hun persoonlijke ontwikkeling bedreigen en die hen buiten de maatschappij dreigen te

66 


plaatsen. De risicosignalen kunnen door bijvoorbeeld het onderwijs, hulpverleners in de jeugdgezondheidszorg, de jeugdzorg of bij justitie worden gemeld aan deze centrale verwijsindex. Wanneer eerdere meldingen over een bepaald kind of bepaalde jongeren zijn gedaan, dan worden de betreffende instanties geïnformeerd over elkaars melding. Hierdoor ontstaat een sluitende jeugdketen en kan er betere zorg geleverd worden (men werkt minder langs elkaar heen).

5.6. Hoe werkt de verwijsindex? Basisschoolleerlingen met ernstige problemen worden op school besproken en na de leerlingenbespreking wordt bepaald of het kind in aanmerking komt voor invoering in de verwijsindex. De gegevens in de verwijsindex zijn niet vrij toegankelijk. Alleen de school of instelling die de gegevens van de leerling heeft ingevoerd, kan de gegevens zien. Als een leerling verhuist naar een andere school, vraagt deze school toestemming om de gegevens te mogen inzien.

5.7. Centra voor jeugd en gezin (CJG) Sinds 2010 zijn er per gemeente centra voor jeugd en gezin ingericht. In Noordoost Friesland probeert men de bestaande hulpverleners samen te laten werken in deze centra. Deze centra hebben ook een lijn naar de basisscholen. De scholen zijn bij uitstek vindplaatsen van problemen. Kinderen komen elke dag op school. Via het schoolmaatschappelijk werk of de intern begeleider kunnen na overleg met ouders of verzorgers worden doorverwezen naar de centra voor jeugd en gezin.

6. Zorg en begeleiden 6.1. Zorgverbreding door handelingsplannen Met zorgverbreding ( de zogenaamde 1 zorgroute) bedoelen we de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, gericht op een meer intensieve zorg voor leerlingen. In het bijzonder voor leerlingen met een specifieke pedagogische en/of didactische behoefte. Voor deze kinderen wordt de hulpvraag vertaald in een zogenaamd handelingsplan. Hierin staan de te bereiken doelen en tussendoelen, inclusief het tijdpad. Na maximaal zes weken worden de handelingsplannen geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Handelingsplannen worden ondertekend door ouders/verzorgers. De scholen evalueren de zorgverbreding enkele keren per jaar tijdens de leerling-besprekingen. Indien nodig wordt externe deskundigheid ingeschakeld voor een onderzoek of advies. De school probeert steeds een balans te vinden tussen: • De hulpvraag van het kind • De (on)mogelijkheden van de school Wanneer de balans verstoort raakt kan het kind indien nodig worden aangemeld bij de commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband.

6.2. De zorgstructuur van het samenwerkingsverband WSNS De zorgstructuur van het samenwerkingsverband begint op school in de groep (= zorgvariant 0), waarbij de interactie tussen de leerkracht en het kind uitgangspunt is voor

67 

Schoolgids 2013 - 2014 o.b.s. De Mienskip handelen. Vervolgens kan de leerling een aantal zorgtrajecten doorlopen binnen het samenwerkingsverband (zorgvarianten 0 tot en met 5) en buiten het samenwerkingsverband (zorgvariant 6). Het samenhangend geheel van zorgvoorzieningen in het samenwerkingsverband bestaat uit de volgende zorgvarianten: Zorgstructuur in de basisscholen: • • •

zorgvariant 0: de leerling heeft geen problemen en volgt het basiszorgprofiel van de school. zorgvariant 1: de leerling komt in de interne leerlingenzorg en wordt gevolgd door het zorgteam op de school (intern begeleider en directeur). zorgvariant 2: nadere diagnostiek is geboden, al of niet met behulp van de commissie leerlingenzorg (externe procedure).

Zorgstructuur tussen de basisscholen (voorlopig nog op het niveau van het deelwerkverband): • zorgvariant 3: nadere diagnostiek is geboden, daarna verwijzing naar een basisschool met een speciale voorziening of een extra zorgprofiel. De CLZ (Commissie Leerlingenzorg) kan daarbij een adviserende rol spelen. Zorgstructuur in het samenwerkingsverband met de speciale scholen voor basisonderwijs: • zorgvariant 4: nadere diagnostiek is geboden, daarna verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs (aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg voor een beschikking voor de Heechhof in Drachten of de Twine in Dokkum of elders. •

zorgvariant 5: de leerling heeft geen speciaal basisonderwijs meer nodig en kan opgevangen worden in zorgvariant 0 of 1 (terugplaatsingvariant).

Zorgstructuur buiten het samenwerkingsverband: • zorgvariant 6: de leerling wordt verwezen naar een regionaal expertisecentrum (REC). Zorgbeleid, grenzen aan de zorg en toelatingsbeleid De school streeft er naar de zorg voor leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor kinderen worden bereikt, zoals: a. Verstoring van de rust en de veiligheid: indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, die leiden tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor de school de grens bereikt. Voor ons is het dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. b. Wederzijdse beïnvloeding van enerzijds de verzorging en de behandeling van het kind met een handicap en anderzijds het onderwijs aan het kind met die handicap: indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging of behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en de behandeling voor de desbetreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is

68 


voor de school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden. c.

Verstoring van het leerproces voor de andere leerlingen: indien het onderwijs aan een leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht, dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige zorgleerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor de school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de zorgleerlingen in de groep.

6.3. Schoolmaatschappelijk werk Op elke school kan gebruik gemaakt worden van het zogenaamde schoolmaatschappelijk werk. De intern begeleider van de school (de IB-er) kan u hierover informeren. De schoolmaatschappelijk werker kan uw verhaal aanhoren, u ondersteunen of helpen verder hulp te zoeken.

6.4. Verrichten van medische handelingen Het beleid van ROOBOL voor het verrichten van medische handelingen sluit aan bij de modelregeling van de GGD Fryslân. Deze regeling ligt ter inzage op de scholen.

69 

SCHOOLGIDS

Recommend Documents