Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
RWS ONGECLASS1FICEERI
beschikking 2 6 OKT. 2015
Datum Nummer Onderwerp
RWS-2015/45124 1 Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van BP Raffinaderij Rotterdam B.V. Zaaknummer RWSV2O15-00004789
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aanhef Besluit Aanvraag Procedure Conclusie Ondertekening Mededelingen
1.
Aanhef
De minister van Infrastructuur en Milieu beschikt op grond van de volgende overwegingen op de aanvraag om een wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.26, tweede lid, van de Waterwet. De aanvraag is ingediend door BP Raffinaderij Rotterdam B.V., gevestigd aan de d’Arcyweg 76 te Rotterdam. Op 7 september 2015 heeft BP Raffinaderij Rotterdam B.V. een aanvraag ingediend voor het toevoegen van additieven. De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWSV2O15-00004789. 2.
Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: De wijziging, zoals deze in paragraaf 3.1 van dit besluit is beschreven, voldoet aan de in artikel 6.26, tweede lid, van de Waterwet gestelde eisen. De wijziging kan als zodanig worden vergund.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 1 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
3. Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de watervergunning d.d. 20 december 1995, kenmerk AWU/95.23126 1, laatstelijk gewijzigd bij beschikking d.d. 17 december 2014 met kenmerk RWS-2014/56386 1.
Nummer RWS-2015/451241
3.1 Wijziging additieven BP Raffinaderij Rotterdam B.V. (hierna te noemen BPRR) is een olieraffinaderij waar aardolie wordt verwerkt tot onder andere verschillende brandstoffen. BPRR heeft het voornemen in haar processen additieven toe te passen. In onderstaande tabel is een overzicht van deze additieven, de toepassing ervan en de afstroomroute opgenomen. Tevens is de waterbezwaarlijkheid van de additieven conform de Algemene beoordelingsmethodiek voor stoffen en preparaten (ÂBM) vastgesteld. Addïtief Nalco TRI-ACT 1806 Nalco 72215 Nalco 8506 PLUS Nalco TRASAR 3DT187 Nalco TRASAR 3DT199 Nalco 73500
Toepassing ketelbehandeling ketelbehandeling koelwaterbehandeling koelwaterbehandeling koelwaterbehandeling koelwaterbehandeling
Afstroomroute spui naar AWZI spui naar AWZI spui naar AWZI spui naar AWZI spui naar AWZI spui naar AWZI
ABM-indeling 9 B 11 B 6 A 11 8 8A 7 8
3.2 Toetsing aanvraag Beleid ten aanzien van stoffen en preparaten Voor een goede uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de mate waarin de te lozen grond- en hulpstoffen, tussen- en eindproducten een potentieel gevaar vormen voor het aquatisch milieu. In mei 2000 is hiervoor door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW) de Algemene Beoordelingsmethodiek voor stoffen en preparaten (hierna ABM) vastgesteld. De ABM hanteert de parameters en criteria uit de geldende Europese stoffen en preparaten regelgeving die worden geïmplementeerd in de Wet Milieugevaarlijke stoffen. De ABM deelt voor alle bedrijfstakken op een transparante en eenduidige wijze de te lozen stoffen en preparaten (hierna stof te noemen) in op grond van de eigenschappen. Daarbij geeft de methodiek aan welke saneringsinspanning (emissiebeperkende maatregel) bij een bepaalde stof, gezien de eigenschappen, wenselijk is. Uit de ABM volgt een aanduiding van de waterbezwaarlijkheid en een suggestie voor de saneringsinspanning (BBT, of waterkwaliteitsaanpak). De ABM is een hulpmiddel bij het vaststellen van de gewenste saneringsinspanning en gaat niet in op het wel of niet gebruiken van een stof, of het beoordelen van de restlozing. De ABM is beschreven in het CIW-rapport “Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid van water’ De ABM is uitgewerkt voor directe en indirecte lozingen die vallen onder de Waterwet en voor indirecte lozingen die vallen onder de WABO. Zij sluit aan bij de Europese regelgeving inzake het indelen, verpakken en kenmerken van stoffen en preparaten. RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 2 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
Op basis van de ABM en naar aanleiding van de aanvullende overwegingen zoals weergegeven in de aanvraag is gebleken dat de maatregelen ter beperking van de lozing van de additieven voldoen aan de gewenste saneringsinspanning, mits de juiste dosering wordt gebruikt. Het gebruik van de stoffen kan worden toegestaan. 4.
Nummer RW5-2015/45124 1
Procedure
Op grond van artikel 6.26, tweede lid, heeft de voorbereiding van deze vergunning volgens het gestelde in artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a en tweede lid tot en met het vierde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht jo. Afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan, is volgens artikel 6.26, tweede lid, Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Deze vergunning treedt in werking na de bekendmaking. 5.
Conclusie
De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in artikel 6.26, tweede lid, van de Waterwet gestelde eisen. De beoogde verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al zijn toegestaan. 6.
Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid
mevrouw A.H. Bos-Massop
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 3 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
7.
Mededelingen
Nummer RWS-2015/45124 1
Voor meet informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? -
-
-
Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? -
-
-
Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, p/a de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 4 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); de reden waarom u bezwaar maakt; de datum en uw handtekening.
Nummer
RWS-2015/45124 1
-
-
-
-
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of Organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 5 van 5