Klaar Voor Onderwater 90
a1 J a a r g a n g 2 7P angri.n 90
Onderzeedienst
December 2004
Reünistenvereniging Klaar Voor Onderwater In dit nummer: Verhaal HMCS Chicoutimi
1
In Memoriam
2
Contributie 2005
2
Bemanning Hr.Ms. K-XVIII
3
Ontvangen E-mail
8
Jaarboek van de KM 2003
8
Van der Knaap wil vrouw in .. 9 Donatie 100 jaar OZD
9
Van de voorzitter
10
Beter laat dan nooit
11
Afscheid vanaf de OZD kade
12
Afzien op ‘romantische’ boten 13 Sinterklaasviering Zeehond
14
Niets is … Cornelis Drebbel
16
Op avontuur met zeventiende.. 17 Groepsfoto O-27
18
Foto’s uit album A.Bruinooge 19 Bekendmaking O.S.en O.
20
China betuigt Japan spijt..
21
Aankondiging Reünie 2005
21
Gezocht foto’s Waalhaven
21
Gezocht 16mm projector
21
De Stap
22
HMCS Victoria Victoria klasse onderzeeboten De onderzeeboten van de Victoria klasse zijn sinds begin oktober 2004 allemaal in de vaart bij de Canadese marine. Daarvoor voeren zij onder Britse vlag als onderzeeboten van de Upholder klasse. Zij zijn echter korte tijd in de Royal Navy geweest, want in de jaren '90 werd besloten om de diesel- elektrische onderzeeboten af te stoten en alleen nog de nucleaire aan te houden. Canada heeft de boten gekocht in 1998 en verbouwd/ gemoderniseerd. De boten hebben echter de nodige problemen achter de rug (oververhitting, scheuren, lekkages en branden), waardoor het programma maar liefst drie jaar achter loopt op schema. Nummer 876 877 878 879
Naam Victoria Windsor Corner Brook Chicoutimi
In dienst 2001 (bij de Royal Navy in dienst gesteld in 1991) 2001 (1993) 2002 (1992) 2004 (1990)
Het verhaal van HMCS Chicoutimi “De rook kwam echt heel snel”. Opgesloten in het donker hadden angstige zeelui hun volle verstand nodig om brand aan boord van de onderzeeboot te overleven. GLASGOW. De resten van de lunch die uit erwtensoep en sandwiches bestond, was dinsdagmorgen net opgeruimd. Kwartiermeester Derek Spiers uit Montreal, een stevige 32 jarige opvarende, was net even aan het ontspannen in het verblijf nadat hij de maaltijd had bereid voor de bemanning van HMCS (Vervolg op pagina 4)
Pagina 2
Klaar Voor Onderwater 90
Colofon Verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 1190 exemplaren. Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-3170 63 Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472
[email protected]
In Memoriam
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 1 juli 2004 8 augustus 2004 24 augustus 2004 2 oktober 2004 13 oktober 2004
Redactie KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
D. van der Maas H. Wever P.Postma J.A. beemsterboer C.M. Schoenmaker
75 jaar 53 jaar 62 jaar 82 jaar
Schagen Gordensbaai Z.A. Drachten Vlaardingen Haarlem
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken.
Redactie KVO W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 Penningmeester A. Prins Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455
Contributie 2005 Bij deze “Klaar voor Onderwater” nummer 90 is een acceptgiro voor Uw contributie 2005 ingesloten. Er zijn veel leden die meer dan de minimale contributie van € 5,00 storten. Het financiële beleid van de vereniging is gebaseerd op dit meerdere. Door de hoge portokosten zijn wij echter genoodzaakt van onze buitenlandleden een minimale contributie van € 10,00 te vragen. (Verzending binnen Europa kost de vereniging € 7.32 per jaar en buiten Europa € 9,24 per jaar). Hopelijk ten overvloede wordt U er op gewezen dat de contributiebetaling voor het jaar 2005 voor 1 maart 2005 moet zijn gedaan.
2 e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848
[email protected] 100 Jaar OZD Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884
[email protected] Vert. COZD LTZ2oc J. Wijnands Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
Uw penningmeester
Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder aanmelding nieuwe leden, adreswijzigingen en overlijden is de penningmeester A. Prins Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden kopij.
Erelid van de vereniging zijn:
J.H. van Rede M. van Dwingelen A. Prins
Contributie De minimale contributie bedraagt € 5 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten. Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Gironummer vereniging : 39.28.464. t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder
B EZOEK O N Z E WEBSITE http://www.agwegman.veteranen.nl/
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 3
Bemanning van Hr Ms K XVIII tijdens haar wereldreis De wereldreis van Hr. Ms. K-XVIII was nodig voor de wetenschap en het versterken van de reputatie van onze Koninklijke Marine. Vertrek Nieuwediep 14 November 1934 en aankomst te Soerabaja 11 Juli 1935. Tijdens deze reis, van 22710 mijl, werd op 21 december een positie ingenomen midden in de Atlantische Oceaan om als radiobaken voor de kerstvlucht van het KLM toestel de “Snip” naar Suriname te functioneren.
Ltn 1 Ltn 2 Ltn 2 Ltn 3 OMSD 2 OMSD 2
D.C.M. Hetterschij M.S. Wytema C. ter Poorten A.J. Marcus C. van der Linden C.B. Leeuwenburg
Opperschipper Kwartiermeester Matroos 1 Matroos 1 Matroos 1 Matroos 2 Matroos 2 Korp. konstabel Korp. zkn verpl Korp. kok Marinier 1
J. Boskamp W.C. ten Berg J. Weijbert W.N. Koch J. Koldenhof G.J.C. Stolk G.H. Heymen K.E.J. Watz P. Goossens. F. v/d Linde H. Karstanje
Maj. torpm Serg. torpm Korp. torpm Korp. Torpm
G.A. van Westendorp G. Timmens J.H. Hiestand W.A. Wahlers
Majoor mach J.K. Valkier. Serg. mach W. Reitsma Korp. mach E.J. Vermeulen Korp. mach G.J.A. Koningstein Korp. ma ch A.J. Verhorst Stokerolieman M. Talens Stokerolieman A.J. Bannink Stokerolieman J.A. Heydens Serg. monteur R. Brouwer Serg. monteur L.M. Schaap Korp. monteur J. Waslander Serg. Telegrafist C. Verstraten Korp. telegrafist A. Bauw In de bovenrol prof. Dr. Vening Meinesz
Pagina 4
(Vervolg van pagina 1)
Chicoutimi. In de kleine ruimte op het benedendek schoof hij aan bij een half dozijn collega’s, die op plastic stoelen de tijd doorbrachten met lezen en wachten. Het bovendek was een voorbeeld van goed georganiseerde bedrijvigheid. De Chicoutime, een opgeknapte Engelse onderzeeboot, was al vier dagen onderweg vanuit zijn voormalige thuishaven in Schotland. Ze moesten bove nwatervarend opboksen tegen de huizenhoge golven van de Noord-Atlantische Oceaan. Binnen enkele uren zouden ze de luiken sluiten en onderwater gaan om de rest van de 16 dagen durende oversteek naar haar nieuwe thuishaven Halifax rustig, snel en onzichtbaar af te leggen.
Klaar Voor Onderwater 90
ten die snel tot kniehoogte opstegen en luttele seconden later het hele dek overspoelden. Het leek alsof de vlammen in de centrale begonnen bij een digitaal paneel, waar de snelheid en andere gegevens van de boot op wordt weergegeven. Bijna tegelijkertijd overspoelden ze de kajuit van de commandant, direct gelegen achter dit paneel en de ‘elektrische ruimte’ daar onder op het benedendek. Luitenant Pete Bryn, de 38-jarige eerste officier van de boot, was in de centrale om de aardfout te onderzoeken. “Ineens ging alles verkeerd”, vertelde hij.
Voordat er onderwater gegaan kon worden, moesten er lange controlelijsten doorlopen worden. In de centrale navigeerde de commandant Luc Pelletier de boot naar het toegewezen gebied. Een gebied vergelijkbaar als in de luchtvaart waarbinnen een vliegtuig moet blijven. In het achterschip, de ruimte waar zich onder andere de twee elektromotoren van de onderzeeboot bevinden, bemerkte een van de bema nningsleden een knipperend waarschuwingslampje. Het was een aardfout, niet iets om direct zorgen over te maken, maar het moest opgelost worden voordat de 57 bemanningsleden onderwater gingen. Het was 10.30 uur, het onderwatergaan stond gepland voor 16.00 uur.
“Het elektrische paneel explodeerde en de rook kwam enorm snel opzetten. Ik stond daar in de centrale en kon alleen maar afwachten. Ik was totaal verrast door het geheel. De meeste van ons vroegen zich af, wanneer gaat dit stoppen?”
“We zaten de kletsen in het verblijf, toen ik plotseling een hard geluid hoorde -- een ploffend geluid, het leek wel of iemand popcorn aan het maken was”, zo vertelde KWMR Spiers later vanaf zijn hotelkamer in Glasgow. Hij en zijn mede opvarenden waren terug aan land na hun vijf dagen in doodsangst verkerend avontuur met brand, rook, water en golven. Vanuit hun hotel in Glasgow, waar ze op adem kwamen en het onderzoek afwachten van de in Engeland gebouwde onderzeeboot, vertellen ze voor het eerst hun verhaal aan journalisten.
“Toen de brand uitbrak, was het zicht snel verdwenen, omdat in een onderzeeboot, waar je in een kleine cilinder bent met een aanzienlijk aantal mensen, de rook nergens heen kan”, vertelde commandant Pelletier. “Ik kan zeggen dat de hele ruimte waar we ons bevonden in zeer korte tijd, twee tot drie seconden, zwart stond van de rook.”
“Ik keek naar de andere jongens en zei, ‘Wat is dat?” Een seconde later ging er een alarm af, en er werd geroepen dat er brand was in de kajuit van de commandant. Toen zag ik een van de jongens wegrennen en vonken, zo groot als golfballen, kwamen achter hem aan”. Niet ver achter deze man, die helemaal in paniek was, kwamen dikke, vette, zwarte rookwolken opzet-
“Op dat moment, toen de rook steeds verder kwam, namen we actie om te ademen uit ons persluchtsysteem. Het werd door de rook helemaal donker. Alles bij elkaar duurde dit misschien 15 tot 20 seconden.” Hier werd de nachtmerrie van iedere onderzeebootman werkelijkheid.
Handelen in een met rook gevulde onderzeeboot is iets dat bemanningsleden uit en te na beoefenen. Als in een reflex weten ze de wanden te bereiken waar zich kasten bevinden met mondstukken om uit perslucht te ademen die met een leiding door de boot loopt. In de praktijk is het toch moeilijker om een en ander te vinden. “De boot vulde zich razendsnel met rook”, vertelde luitenant Douglas Renken, een rustige 38 jarige opvarende met baard uit Toronto. “Ik ademde ongeveer twee tot drie slokken slechte lucht in voor ik een masker had. En er was een moment waarop ik
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 5
dacht, ‘Man, ik ga niet nog een keer uit deze lucht ademen.’”
werd. Een krachtige zaklantaarn gaf slechts 15 centimeter zicht.
Zoals de meeste opvarenden die met The Globe and Mail spraken, verwachtte hij dat dit plotseling verdwijnen van lucht en licht het einde zou betekenen. “Maar toen ik een masker had gevonden, kreeg ik het vertrouwen dat het goed zou komen. Ik had aardig wat rook ingeademd, dus begon ik te hoesten en proesten en daarom heb ik geen enkele rol gespeeld in het doven van het vuur of het onder controle krijgen van de boot.”
Het duurde misschien zeven minuten om het vuur uit te krijgen. Het zou vele malen langer duren om van de rook af te komen.
Hij was niet de enige. “Ik stond te trillen -- Ik zakte op de grond en schokte over mijn hele lijf,” vertelde KWMR Speirs, die dit jaar bij de onderzeedienst was gekomen en zijn eerste reis maakte. “Ik voelde de tranen in mijn ogen komen die over mijn wang rolden, en zei: ‘Ik wil hier niet doodgaan.’ Ik pakte al mijn moed bij elkaar, stond op en ging helpen.” Een aantal mannen in het verblijf waren zwaar aan het hoesten. “Ik vertelde hen, dat wanneer ze zouden overgeven in hun masker, dit het ademen zou belemmeren. Daarom moesten ze hun masker af zetten en maar overgeven op de grond. Dit hebben velen gedaan. Het leek wel een uur te duren op deze manier in het donker.” Bijna onopgemerkt door de rest van de bemanning, was luitenant Chris Saunders, een 32 jarige inwoner van New Brunswick, van het benedendek naar de omgeving van de centrale geklommen. Hij was pas twee weken geleden aan boord van de Chicoutimi gekomen, omdat hij eerst dienst had gedaan aan boord van andere type onderzeeboten in Halifax. Of dit andere type de reden was of puur pech, hij kreeg zijn persluchtmasker niet op en viel op de grond. Het duurde enige tijd voordat andere bemanningsleden hem vonden in een donkere hoek en hem zuurstof konden geven. De opvarenden die de donkere wacht hadden gelopen, sliepen op het moment van het ongeluk in het verblijf op het benedendek. Veel van hen werden abrupt wakker gemaakt doordat ze een masker op hun gezicht gedrukt kregen. In de buurt van de brand greep men alle beschikbare brandblusmiddelen die men maar kon vinden om het vuur te bestrijden. Ze konden geen vlammen waarnemen, ze voelden alleen dat het steeds heter
In de duisternis kwamen de bemanningsleden voetje voor voetje dichter bij hun alarmposten. Ze gebruikten hiervoor de speciaal geoefende manier van diep inademen, loskoppelen van het persluchtnet, voelen of de weg voor je vrij is naar de volgende luchtnippel en weer inpluggen. Het grootste deel van de bemanning verplaatste zich op deze manier, waarbij botsingen niet te voorkomen waren. “Ik bereikte de centrale alleen op de tast,” vertelde luitenant Bryan. “Ik voelde dat de commandant op zijn stoel zat, hetgeen een goed teken was. Ik gaf hem een por en hij keek op en op dat moment wist ik dat het goed kwam. Je kon voelen dat de rook in beweging kwam, je kon de hitte voelen, maar het enige wat je zelf kon doen was om het met jezelf eens te worden hoe je hier op moest reageren.” Sebastien Latulippe, een 32 jarige luitenant uit Bishops, Quebec, stond boven op de brug toen de brand uitbrak. Hij was blootgesteld aan de storm en probeerde zichzelf staande te houden bij dit weer. Hij hoorde het alarm afgaan en opende het luik. “Toen we eenmaal het luik van de toren hadden geopend, de enige manier om te ventileren op dat moment, werd de torenopgang een trekgat waaruit alle rook opsteeg, een enorme schoorsteen en dat minstens voor twee en een half uur. Ik had tenslotte het geluk dat ik op de brug stond en op die manier hangend over de rand frisse lucht kon inademen. Hij ging later naar beneden om de nasleep van de brand in ogenschouw te nemen en was getuige van een vreemd, onheilspellend schouwspel. Alle oppervlakken in de boot waren zwart geblakerd door de roetachtige elektriciteitsrook. De enige vorm van licht waren zaklantaarns en de blauwe noodverlichting die ook op campings gebruikt wordt. “Ik ging naar beneden door de toren en het leek alsof ik door een zwarte schoorsteen kroop -- de hele centrale was zwart en beneden was geen licht, alleen de noodverlichting” vertelde hij. “Op dat moment realiseerde ik me dat we niet direct
Pagina 6
naar huis gingen en dat we enorm in de problemen zaten.” De elektromotors, generators, stuursysteem en hoofdverlichting en verwarming waren allen zwaar beschadigd. Zonder enige controle gingen we enorm tekeer op de negen meter hoge golven in de Atlantische storm. We hadden ieder radiocontact met de buitenwereld verloren. Lt. Bryan meldde de brand op de enige manier die hem ter beschikking stond: Namelijk door vanaf de brug met een draagbare satelliettelefoon te bellen. De batterijcapaciteit is echter beperkt en hij is eige nlijk gemaakt om te gebruiken bij een strak blauwe lucht en daarom valt hij bij bewolkt weer regelmatig uit. De gesprekken met Londen en Halifax waren daarom ook beknopt, verminkt en doorgaans cryptisch. De wereld was zich bewust van de brand, maar het was pas veel later, om 13.30 uur, dat het noodbericht kon worden verzo nden en zelfs een dag later dat de ernst van de brand werd onderkend. “De batterij -- ja, het vermogen was redelijk toen ik begon,” vertelde Lt. Bryan. “Het was altijd nodig om de gesprekken kort te ho uden. Na enkele telefoontjes wisten we wanneer er schepen zouden arriveren om te helpen, maar dat was dan ook alles.” Stuurboord diesel werd gestart om te ventileren en zo de rook uit te boot te krijgen. Door de hoge go lven, die constant zorgden dat er water over het dek spoelde, was het onmogelijk om een luik te openen, met uitzondering van het luik in de toren. Daarom duurde het twee en een half uur om te ventileren. In ruimten waar het moeilijk was om te ventileren, werden verplaatsbare zuurstofgeneratoren geplaatst om een handje te helpen. Een van deze generatoren be-
Klaar Voor Onderwater 90
gon op het einde zelf vlammen te spuwen. “Dit was lastig,” vertelde Lt. Bryan. “We hadden ons gered uit de brand en probeerden inzicht te krijgen in de schade die was ontstaan…dit zijn zware momenten om te moeten vaststellen wat zo’n kleine brand kan aanrichten. Het is heel vervelend om hier conclusies uit te moeten trekken na wat we op deze dag hadden meegemaakt. De bemanning realiseerde zich dat ze enige tijd zouden ronddobberen. De voorste ballasttanks werden gevuld met water zodat het achterschip tegen het zeetje in zou draaien. Op deze manier werd het bewegen beperkt tot slingeren.
Vele bemanningsleden konden hun blauwe plekken laten zien die ze hadden opgelopen bij het ongecontroleerde slingeren gedurende de eerste dagen. Er was warmte, dankzij de 57 lichamen en genoeg koud eten om enkele weken te overleven. Het donker was beangstigend en het stonk verschrikkelijk. Daarom sliep er niemand die eerste nacht. Na minstens 25 uur kwam er hulp in de vorm van HMS Montrose, een Engels fregat. Ondertussen leek het erop dat de slachtoffers die de meeste rook binnen hadden gekregen, redelijk vooruit gingen. Het hulpteam hield hen in de gaten, ze hadden geen
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 7
zuurstof meer nodig en leken te herstellen.
bezweek aan zijn verwondingen.
Toch verslechterde de toestand van drie opvarenden, ze moesten enorm hoesten en proesten en grepen constant naar hun borst vanwege ademhalingsproblemen. Commandant Pelletier besloot dat ze vanaf de brug van boord gehaald moesten worden door een helikopter, een hachelijke operatie bij zware storm.
Chronologisch overzicht: 1. Toen de Chicoutimi zich gereed aan het maken was voor onderwater, constateerden de technici een aardfout, duidelijk een elektrisch probleem. 2. Kort hierna spatte een digitaal display van de wand in de centrale, hetgeen gepaard ging met vo nken en vlammen. 3. De kajuit van de commandant, gesitueerd aan de andere kant van de wand van de centrale, was in enkele seconden gevuld met vlammen, tevens bevindt de ruimte met elektrische apparatuur zich direct hieronder, een dek lager. 4. De boot vulde zich razend snel met rook en gewoon licht en spanning vielen uit. De noodverlichting kwam bij en opvarenden deelden zuurstofmaskers uit. Lt. Saunders was niet in staat zijn uitrusting te bereiken. 5. Het enige verbindingsmiddel in de onbestuurbare boot was een draagbare telefoon, die door de eerste officier werd gebruikt vanaf de toren.
Het nieuws over de dood van Lt. Saunders door een hartaanval aan boord van de helikopter, bereikte de Chicoutimi drie uur later. “Dat was een vreselijke klap,” vertelde Lt. Latulippe. “Dat hadden we niet verwacht; toen Chris de boot verliet, dachten we allemaal dat het beter ging. Maar toen het nieuws later die avond kwam, ja, toen ging het niet meer zo goed met de bemanning.” De vier daarop volgende dagen waren gevuld met slapeloze activiteiten. De boot werd langzaam teruggesleept naar Schotland door Engelse en Amerikaanse schepen, vergezeld van een internationaal flottielje. De commandant van HMS Montrose stuurde warme maaltijden en drank naar de Chicoutimi en was verrast over de grote hoeveelheden koffie die de bema nning vroeg. Hij realiseerde zich echter snel dat de bemanning in het geheel niet sliep. Terug in Schotland, na een droevige aankomst op de basis in Faslane en een nacht in het Glasgow Hilton hotel, vertelden de meeste dat ze nog steeds geen oog hadden dichtgedaan. “We hebben nog niet veel geslapen -- we hebben nog steeds geen slaap,” vertelde KWMR Speirs op zijn hotelkamer afgelopen nacht. “Vooral de ochtenden zijn slecht, dan moet ik me vasthouden om niet om te vallen van de slaap. Dat zal voorlopig nog niet overgaan.” Het relaas van HMCS Chicoutimi. Op 5 oktober 2004 om ongeveer 10.30 uur, brak er brand uit aan boord van de Canadese onderzeeboot HMCS Chicoutimi. Een elektrisch paneel in de centrale ging in vlammen op en een enorme rook zette de boot snel in het donker. Drie opvarenden liepen ernstig letsel op door het inademen van rook en werden naar een ziekenhuis in Sligo, Ierland, overgebracht, waar een van hen, luitenant Chris Saunders,
Scheepsgegevens: Deed dienst bij de Engelse Marine van 1990 - 1993 Opgelegd in 1994 Uit de conservatie voor Canada in 1998 Type : lange afstand dieselelektrische patrouille onderzeeboot Bemanning : 48 man en ruimte voor 5 tot 7 man voor afoefening Lengte : 70.26 mtr Breedte : 7.6 mtr Snelheid : 12 knopen bovenwater, 20 knopen onderwater Duikdiepte : meer dan 200 mtr Voortstuwing : dieselelektrisch Maximale tijd verblijf onderwater: 45 dagen Werf : BAE Systems (Vickers) Bron: DND, Canadian Press. Uit de Schotse krant The Globe and Mail van dinsdag 12 oktober 2004 Verslaggever Doug Saunders
Pagina 8
Klaar Voor Onderwater 90
Ontvangen E-mail Goodmorning John Awater! Gisteren las ik in de krant dat op 2 november Jan Biesemaat is overleden, hij is 83 jaar geworden. Er stond een mooi gedicht bij. Ik heb de advertentie uitgeknipt en voorin zijn boek geplakt. Als je het dan weer openslaat blijft het toch geweldig meeslepend geschreven, je zou er zo een film van kunnen maken ! Hij woonde in Heerde, Gld. Ik herkende de advertentie aan een aantal oorlogsmedailles die erbij genoemd stonden, eentje zelfs met 6 gespen ! Eigenlijk moet ik dit boek in het engels gaan vertalen, zodat het ooit eens in de schotse boekhandels (in Dundee !) kan liggen.
Young dogs, Old heroes ! Casper Trouwborst “Jonge honden, oude helden” is een persoonlijk verslag van de schrijver Jan Biesemaat, waarin hij zijn avonturen als jonge Nederlandse onderzeebootmatroos tijdens de duikbootoorlog van 19401945 beschrijft. Vijf lange jaren maakten deze matroos tot een “oude held. Jan Biesemaat was geen lid van de Reünistenvereniging en staat daarom niet vermeld in “In Memoriam” (Redactie KVO)
JAARBOEK VAN DE KONINKLIJKE MARINE 2003 Eind oktober verschijnt een Jaarboek van de Koninklijke Marine. Het boek wordt uitgegeven door het Instituut voor Maritieme Historie. Het is een naslagwerk waarin verslagen van de beleidsafdelingen in Den Haag en van de operationele marine in Den Helder zijn opgenomen, evenals de reisverslagen van de schepen, een verslag van het Korps Mariniers en de KM in de West. Verder bevat het boek een overzicht van alle schepen met hun technische gegevens. Via het personenregister zijn de commandanten en hoofden van diensten snel te traceren. Het boek is verluchtigd met ruim zeventig kleurenfoto’s en het is voorzien van een kleurrijke stofomslag. Het gebonden boek telt 314 pagina’s. De prijs is € 15,- (inclusief verzendkosten). Te bestellen (uitsluitend schriftelijk, per e-mail of fax) bij: Instituut voor Maritieme Historie Jan van Nassaustraat 112 2596 BW Den Haag e-mail adres:
[email protected] fax: 070 3162861
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 9
Van der Knaap wil vrouw in onderzeeër Den Helder - Staatssecretaris Van der Knaap wil zo snel mogelijk vrouwen aanstellen bij eliteeenheden van defensie waar vrouwelijk personeel tot nu toe taboe is. Hij denkt aan de onderzeedienst van de marine, het korps mariniers, het korps commandotroepen (KCT) en de luchtmobiele brigade bij de landmacht. De CDA- staatssecretaris voorspelt ook dat in elk geval voor 2007 ergens binnen defensie een vrouw generaal zal worden. Bij de onderzeedienst en het korps mariniers kunnen vrouwen zich nu nog niet aanmelden, bij de overige eliteonderdelen al wel. Bij ‘luchtmobiel’ heeft inmiddels een vrouw de felbegeerde rode baret behaald: zij is nu verder in opleiding op de Koninklijke Militaire Academie. De Amerikanen hebben al vrouwelijke mariniers en Noorwegen heeft vrouwen op zijn onderzeeboten. Daar is zelfs al eens een vrouw commandant van een onderzeeër geweest. NHD 16-11-04 Noot van de Redactie: Dit artikel verscheen op de dag dat de Defensie begroting in de Tweede kamer werd behandeld. Misschien stuurt de staatssecretaris wel aan op de bouw van nieuwe onderzeeboten, want de huidige generatie biedt geen ruimte voor een ligbad of zonnebank. Wellicht dat, bij nieuw te bouwen boten, met dergelijke wensen rekening gehouden kan worden. Foto met tekst “Young woman ...” stond ook in KVO-79 maart 2002
Donatie 100 jaar Onderzeedienst Zoals beloofd in KVO-89 geven wij u hierbij het bedrag dat tot nu toe op onze rekening t.n.v. het cadeau gestort is. Op 3 november was het ontvangen bedrag € 550,00. Wij danken alvast de gulle gevers voor hun donatie en hopen hiermee een mooie start gemaakt te hebben. Natuurlijk kunnen zij die het vergeten zijn of nog geen tijd gehad hebben een bedrag over te maken het alsnog doen. Ons gironummer is 39.28.464 onder vermelding va n: “Cadeau 100 jaar OZD”. Namens het bestuur bedankt
Pagina 10
Klaar Voor Onderwater 90
Van de voorzitter 100 JAAR ONDERZEEDIENST Zoals we allen weten is 2006 voor de Onderzeedienst een jubileumjaar. Het is dan honderd jaar geleden dat de Koninklijke Marine een onderzeeboot aanschafte. Om dit heuglijke feit te gedenken zijn al meer dan een jaar een stuur- en projectgroep samen met enige werkgroepen bezig de viering voor te bereiden. Er wordt ook gewerkt aan een boek waarbij vooral de toekomst van de Onderzeedienst en de laatste dertig jaar van de dienst beschreven wordt; dus de "Faslane"-periodes, de “Patrouilles” en de moderne onderzeebootcommandantenopleiding. De hoofdlijnen van het programma liggen wel vast en zijn als volgt: -
12 juli 2006 Den Helder Nieuwe Haven
Grote reünie voor leden van onze vereniging samen met hun partners, het huidige Onderzeedienstpersoneel en de eventuele buitenlandse gasten. De Nieuwe Haven is dan alleen open voor onze reünie. -
14 juli 2006 Den Helder Nieuwe Haven
Op de VIP- receptie van de vlootdagen 2006 wordt dan het boek aangeboden. De vloot dagen 2006 (van 14 t/m 16 juli) zullen in het teken staan van ‘100 jaar Onderzeeboten’. -
Oktober 2006 Amsterdam
Een ééndaags seminar/symposium waarin de toekomst van onderzeeboten centraal staan. -
21 december 2006 Den Helder Steiger 19
Grote parade met deelname van de reünisten, gevolgd door enige ontvangsten en presentaties. Wij hopen dat Hare Majesteit daarbij aanwezig kan zijn. Wanneer en wat de reünistenvereniging als geschenk de Onderzeedienst aanbiedt is nog onderwerp van overleg. REUNIE 2005 Dat er de laatste jaren veel veranderd is, weten we allemaal. Dat heeft ook effect op de dienstverlening aan reünies welke in “scheepstijd” gehouden worden op KM- locaties. Het bestuur heeft gedegen onderzoek gedaan naar de locaties in Den Helder waar wij de reünie voor het komend jaar zouden kunnen houden. Echter de beperkingen van tijdsduur, taptijd en maaltijdverstrekking zijn van dien aard dat wij vonden dat op die locaties geen reünie kan worden gehouden zoals wij dat gewend zijn. Daarom is besloten, na veel wikken en wegen en mede gezien het feit dat de grote reünie in 2006 te Den Helder gehouden wordt, om de reünie 2005 wederom op Bronbeek te Arnhem te laten plaatsvinden. Het eten, de ruimtes, de bereikbaarheid en de taptijden waren afgelopen reünie meer dan voortreffelijk. Reünie 2005 Woensdag 20 april 2005 Bronbeek, Arnhem Toen ik vanochtend vroeg met mijn hond door het veld liep zag ik aan de zuidoostelijke hemel de planeten Venus en Jupiter zo dicht bij elkaar staan dat het één grote nieuwe zeer heldere ster leek. Een nieuwe ster van Bethlehem? Ik hoop het maar, want hoop doet leven en waar een positieve levensverwachting heerst in de harten worden moordplannen verdrongen. Ik wens U allen tezamen met hen die U lief zijn, hele fijne en gezellige feestdagen en een gezond en voorspoedig 2005 toe. Driekus Heij
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 11
Beter laat dan nooit KVO-7 7 febr. 1984
Geachte redactie Graag voldoe ik nogmaals aan uw verzoek als ooggetuige wat aanvullende informatie te verschaffen. Als matr- 3 kl- opvarende van Hr.Ms. “O9” was ik ingedeeld bij de achtermeerploeg en derhalve aangetreden op het achterdek op die zonnige, koude maar voor mij vreemde dag in maart 1940. Met uw vriendelijke toestemming zou ik graag wat correcties toebrengen in uw relaas en wel het volge nde: m.i. diende de luchtverdeelbak voor het blazen van hoofd- en duiktank en voor het binnenboord ventileren van die tanks en heeft niets te maken met hoofdvents, kingstons en periscopen. Ook was er m.i. geen waterdicht schot tussen M. K. en Hekbuiskamer. Het hogeluchtdruksysteem was 180 kg/cm. en diende voor het blazen van de hoofdtanks en duiktank, verder was er de 12 kg/cm. luchtleiding t.b.v. de afvuurtanks en 8 kg/cm. t.b.v. de afvuur inrichting der buizen. Gedurende de vaart naar buiten in deze volgorde. Hr. MS. “O10”, “O9” en “O11”, zag ik de sleepboot Amsterdam naar binnen komen met vrij grote vaart. De “O9” voer aan sb. zijde evenwijdig aan de as van het vaarwater. De koers van de sleepboot was plm. een 1/2 tot 1 streek kleiner dan de richting van de as van het vaarwater. Ik zag de sleepboot eerst
bijna recht tot een 1/2 streek over bb in, alles ging nu zeer snel. Bang dat hij ons aan bb. achteruit zou raken deden wij een stapje achteruit en zagen met stomme verbazing de sleepboot ramkoers sturen op de “O11”. Even later gebeurde het, het voorschip van de “O11” werd onderwater gedrukt, de mensen op het voorschip geraakten te water, de sleepboot ging achteruit en de “O11” kwam weer op, intussen waren wij buitengaats. Op de sleepboot zag ik als ik mij goed herinner twee personen op BB brugvleugel staan, waarvan er één de brug binnenging, de persoon die bleef staan had een grijnslach op zijn gezicht wat ik maar niet kon begrijpen en dit is mij dan ook altijd bij gebleven. Even voordat de brug van de sleepboot ons achterschip passeerde verdween die persoon snel in de brug. Later kwamen wij weer binnen en zagen de “O11” gezonken liggen, kleine vaartuigen waren druk in de weer. Einde relaas* W. Verbaan 4 oktober 2004
Pagina 12
Klaar Voor Onderwater 90
Aan de havenkant
Afscheid vanaf de Onderzeedienstkade ,,Vertrek en binnenkomst van de boten was altijd een aandoenlijk schouwspel. Het was de gewoonte, dat familieleden de boot afduwden voor een grote reis. Het afscheid op de kade was vaak vertederend en ontroerend. Vrouwen, vaders, moeders en kinderen probeerden zich groot te ho uden. Er werd gezwaaid en gedag geroepen. Maar alleen de paar matrozen op dek en de officieren op de toren van de boot konden dat zien. Het grootste deel van de bemanning zat in de boot en zag en hoorde niets van wat zich buiten afspeelde.” ,,Als de boot dan na weken weer binnenkwam stond het welkomstcomité op de kade, bestaande uit ongeveer hetzelfde gezelschap als bij vertrek. Aangevuld met de douane. Het was altijd een strijd tussen deze douane en het comité. Wie mocht er het eerst aan boord. Formeel mocht de familie pas de valreep over als de douane het schip had vrijgegeven. Maar ja, kom daar maar eens om als je elkaar wekenlang niet had gezien. Dus stroomde de familie vaak veel te vroeg de boot in, waar zich voor een buitenstaander onbeschrijfelijke taferelen afspeelden. Plotseling werd het aantal mensen aan boord bijna drie keer zo groot. En de boot was al zo klein. Op en onder elkaar zat men in de verblijven de sterke verhalen te vertellen en aan te horen. Niets merkend van de stank, die aan boord heerste van duffe lucht, vermengd met de dieseloliegassen en sigarettenrook. En daartussendoor kroop en friemelde de douane om de voorraden sterke drank en sigaretten te controleren en de bergplaatsen te verzegelen. Geen wonder, dat de spanning dan hoog opliep. Na een tijdje klauterde iedereen weer van boord en werd het weer rustig op de kade. Alleen de toeristen bleven over. Verbaasd over het schouwspel van daarnet. Romantiek In 1978 verhuisde de Onderzeedienst weer. Nu naar de Nieuwe Haven. Weg was de romantiek op de Buitenhaven. De kade werd aangepast aan de schepen die er nu gebruik van maken. Meestal wonderlijk gevormde offshore werkschepen. Minstens net zo interessant als de onderzeeboten, maar toch minder tot de verbeelding sprekend. Laten we toch hopen dat
Onderzeedienstkade foto A. Prins die schepen daar nog lang afmeren. Dan gaat het goed met de offshore en dat is goed voor Den Helder.” Aldus een oud- marineofficier van de Onderzeedienst over de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Er wordt gesproken over een afscheid voor weken, hoogstens maanden. Hoe anders was dat nog in die vooroorlogse tijd als men voor jaren naar Indië ging. Drie jaar was normaal. ,,Dan stond de muziek op het Hoofd en speelde het Wilhelmus en daarna een mars”, schrijft oud-joumalist Guus van Heusden in het hoofdstuk ‘Reproductie 1900’ van zijn boek ‘Den Helder, ze noemden je vroeger Nieuwediep’ (1975). Dat klopt in zoverre dat dan wél het volkslied gespeeld werd, maar niet het Wilhelmus. Want pas in 1932, het voor de visserij zo dramatische jaar van de Afsluitdijk, wordt het Wilhelmus officieel ons volkslied. Daarvoor was dat sedert de Franse tijd- ‘Wien Neêrlands bloed door d’aderen vloeit van vreemde smetten vrij.’ Dat er plechtig uitgeleide gedaan werd vanaf het havenhoofd met muziek herinner ik me nog goed. Het zag dan‘zwart van de mensen', het leek wel of half Den Helder dan uitgelopen was. Dat ‘Wilhelmus’ klonk dan inderdaad plechtig en statig over het water. En de marsmuziek daarna was zeker nodig om familieleden die achterbleven weer wat op te monteren. Want drie jaar was niet niks. En dat het nog wel eens voor veel langer zou kunnen vreesden velen toen, in die jaren kort voor het uitbreken van de oorlog, al wel. Maar daarvan had je als kind nog geen idee. B.A. Mooiman / J. T. Bremer NHD 22-10-2004
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 13
Aan de havenkant
Afzien op ‘romantische’ boten Zwaardvis en Tijgerhaai Een fout maken is een probaat middel om reacties op mijn stukjes te krijgen, zeker als het de marine aangaat. Maar nu, zomaar, een vriendelijke ‘ingezonden mededeling’ van oud- marineofficier Ir. B.A. Mooiman die ik graag in zijn geheel overneem. Wie weet inspireert het meer mensen in onze haven tot een bijdrage. ‘In 1961 kwam de Onderzeedienst van Rotterdam naar Den Helder en werd de Onderzeedienstkade geboren. Daar lagen onder andere de twee T-boten. De Zwaardvis en de Tijgerhaal. Engelse boten uit de Tweede Wereldoorlog, die er echt uitzagen zoals een onderzeeboot er uit hoort te zien. Romantisch dus. Maar schijn bedriegt. Boven water varend waren het slingerbakken van de eerste orde, waarbij de golven al snel over het schip heen sloegen en door het luik op de brug de bedieningsruimte in plensden. Als de diesels bij stonden woei er ongeveer een orkaan door het schip. De bedjes hingen met minimale ruimte onder elkaar door de hele boot. Ook in de gang. Van onvoorzic htige voorbijgangers kreeg je regelmatig een opdonder, zodat je meteen klaarwakker was. Vriendelijke woorden werden dan uitgewisseld. Als je niet bofte en de man boven je was nogal zwaar uitgevallen, zakte zijn bed zo ver door, dat je helemaal klem lag en alleen met een behoorlijke portie kracht je bedje uit kon om de wacht te gaan lopen. De jongste officier bofte al helemaal niet. Die sliep op de opgeklapte rugleuning van de bank in het officiersverblijf, de longroom. Met naast hem de tafel en daarnaast een elektrische verplaatsbare kachel, want het was altijd verdraaide koud daar. Als er een lekker zeetje stond liep hij het gevaar uit zijn bed te glijden en via de tafel sissend op die bloedhete kachel van het type ribbuis terecht te komen. Ik verzeker u, dat de afdrukken van die ribbuizen dan nog lang in zijn billen stonden. Niet vertrouwd De boten mochten niet dieper duiken dan 6o meter. Dat was toen al erg diep. De reden was, dat men de huid niet vertrouwde op grotere dieptes. Want hoe groter de diepte, hoe groter de druk. De boot werd
dan een beetje ingedrukt. Dat hoorde je. Gekraak alom. Er werd gezegd, dat je jezelf pas zorgen moest maken als je ’t gekraak niet hoorde. Als je toevallig op de wc zat en de commandant riep: de diepte wordt 60 meter, dan moest je afknijpen en maken dat je er vanaf kwam, want na 40 meter diepte ging de deur knellen en bij 60 meter kon je hem niet meer open krijgen. Zoals de Engelsman zegt: caught with your pants down. De machinisten hadden achter in de boot een eigen slaapverblijf. Om daar te komen moest je door de machinekamer tussen de diesels, de koppelingen en de elektromotoren door. Het stonk er dan ook altijd sterk naar dieselolie. Veel sterker dan in de rest van de boot. Die geur ging overal inzitten en je droeg hem bij je als je de wal opging. Zelfs op feestjes en partijtjes viel dat op. Toch had het een zekere aantrekkingkracht. Ruiken echte mannen naar dieselolie? Moeder de vrouw was er niet lekker mee. Als na een reis de tas met vuil goed openging moesten tegelijk alle ramen van het huis open. Wat wil je, de sokken werden gedragen tot ze braken, ondergoed werd na een week binnenstebuiten gedragen en daarna nog achterstevoren. Lakens werden gewoon niet verschoond. Dan gleed je makkelijker tussen de vette lappen. Wie hoor ik zeggen, dat de mannen van de subs vetnekken waren?’ B.A. Mooiman / J. T. Bremer NHD 29-10-2004
De Zwaardvis, hier nog Zwaardvisch Foto A. Prins
Pagina 14
Klaar Voor Onderwater 90
Sinterklaasviering aan boord Hr. Ms. Zeehond Hr.Ms.Zeehond lag in 1978 voor een onderhoudsperiode op de RDM te Rotterdam. Bij het opwerken van de boot en bemanning hoort traditioneel de ontsnappings oefening. Eind november vertrokken wij vanuit Den Helder naar Gosport in Engeland. Wij kwamen daar omstreeks 19.00 aan. Nadat wij waren afgemeerd komt normaal de schips manager aan boord. Deze was echter verhinderd en voor hem kwam de chef der equipage van de marinebasis. Traditioneel melde hij zich in de gouden bal, teneinde de assistentie van de basis of werf aan te bieden. Veelal wordt er assistentie gevraagd door de majoor van de technische dienst. De schipper, die alleen die avond de honneurs waarnam, vroeg ons of wij belangrijke dingen hadden die niet tot morgen konden wachten. Onze chef der equipage schipper Willem Hokke zei dat hij een probleem had welke om een oplossing vroeg. Hij vroeg aan zijn collega schipper of hij voor ons een naaimachine kon regelen. De schipper herhaalde dit woord verschillende malen vragend. Daar Willem vloeiend Engels sprak vond hij het vreemd dat wij om een naaimachine vroegen. Willem vertelde dat op 5 december in Holland het Sinterklaasfeest gevierd wordt, het was ongeveer als de kerstman maar dan net iets anders. Wij hadden de naaimachine nodig om kostuums voor dit feest te maken. De schipper vroeg of hij zijn vrouw, die op de wal stond, mocht halen om dit op te lossen. Toen zijn vrouw aan boord was vertelden wij dat wij met snuiverlappen en zakken een Sinterklaas en Zwarte Piet pak wilden maken. Zijn vrouw knikte alleen maar ‘nee’ tijdens ons kleding betoog. Ze had een beter idee, zij wilde de kostuums graag voor ons maken. De volgende dag kwam deze vrouw de Majoor torpedomaker Fons Wilbrink en sergeant onderzeeboot bestrijding Jan Nijhuis ophalen. Er werd in een warenhuis in Portmouth gewinkeld. Ze kocht een zwarte panty voor een zwangere vrouw en de nodige lappen stof. Toen Jan vroeg waarom er voor een zwangere vrouw inkopen gedaan werd keek zij alleen maar naar zijn buik.
Als ervaren naaister nam ze de maat op en maakte op hun aanwijzingen een fraai Sinterklaas en Zwarte Piet kostuum. Omdat er voor ontsnappingoefeningen voldoende tijd gereserveerd word, en het ongeveer een week later 5 december was hadden wij voldoende tijd om een Sinterklaasfeest te organiseren. Wij lieten onze gedachten gaan voor wat er geregeld moest worden. Uiteraard is de Sint een VIP. En voor het eerst in Gosport. Wie behoorde het allemaal te weten dat de Sint aan boord van de Hr.Ms. Zeehond komt? De Commandant van de Basis, televisie, krant en niet te vergeten de onderzeeboot naast ons. Tussen ons en de wal lag een Engelse Onderzeeboot. En hoe komt de Sint bij een onderzeebootboot? Juist, te paard. De ships manager ging voor ons aan het werk en kwam terug met een Engelsman die een paard had. Het eerste wat Schipper W. Hokke vroeg was de kleur van het paard. De goede man vertelde dat die grijs was. Waarop Hokke zei: “Dan stoppen we hem in de afbijt waarna wij hem wit verven”. Het gezicht van die man was een daalder waard, eigenlijk wilde hij gelijk weglopen. Nadat hij begreep dat dit een grap was mochten wij zijn paard lenen. U begrijpt dat de voorpret van het regelen van het feest al een feest op zichzelf was. De pakken waren klaar en onze Sint en Piet werden opgehaald om te passen. Toen Jan zijn Piete pak aanhad zei hij “En hoe moet ik nou plassen met die panty”. Nu daar had de naaister geen probleem mee. Zij ging naar de keuken en kwam met een groot slagersmes terug. Ze zei,”Ga even gemakkelijk staan, dan snij ik hem eraf en heb je daar geen probleem mee”. U snapt dat wij dubbel lagen toen Jan dit in de go uden bal vertelde. De Sint kreeg het Batterij journaal om als het grote boek te dienen. Op 5 december rond vijf uur was het zover. De gehele bemanning stond als op Paradeerrol over het dek van de boot verdeeld. Een van onze mensen vertelde de journalist van de krant dat het zingen wat zij hoorde, typische Sinterklaasliedjes waren. Vanaf de kazerne kwam Sint op het paard met Piet er naast aangelopen. Het paard was erg schichtig vanwege de felle kle-
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 15
Sinterklaasviering aan boord Hr.Ms. Dolfijn december 2000 ding die sinterklaas en zwarte piet aanhadden. Elke Engelsman, aan de wal, bleef verbaast naar deze vertoning kijken. Hun Officieren vergaten zelfs de ceremonie welke behoort bij het strijken van de vlag. De Sint werd keurig door de Engelsen overgevloten waarbij de Officier van de wacht salueerde. De Sint stapte op de valreep van de Zeehond en bleef halverwege staan om te zwaaien naar de bemanning en te luisteren naar de liederen. Een vrouwelijke reporter vroeg wat de bemanning daar zoal zong, het antwoord was Sinterklaasliederen. U weet dat zolang een VIP op de valreep staat de schipper deze over moet fluiten. De schipper werd al roder en roder maar de oude Sint had dit zogenaamd niet in de gaten. Op een gegeven moment had hij meelij en stapte aan boord. De commandant M.W. Buskens heeft hem in de boegbuiskamer welkom geheten. Na dit welkomstwoord bedankte de Sint de commandant, en vroeg aan Piet het grote boek waarin diverse namen stonden. Matroos Putte? kreeg van de Sint een dweil en zeep. Dit was omdat hij van de Tonijn kwam en dit volgens hem de schoonste onderzeeboot van de Nederlandse Marine was. (Nu ligt de Tonijn op de wal en kan hij poetsen) De commandant kreeg een pakje voorbehoedsmid-
del. De reden was dat zijn tere handjes pijn deden bij het bedienen van de handels aan de periscoop. Ook had de goede Sint in zijn grote wijsheid aan de jongste officier gedacht. Hij kreeg een groot cadeau. Na het uitpakken lag daar een ronde stok van 15 cm met een bijbehorende brief. Hierin stond dat hij voortaan op een houtje kon bijten. De jongste officier werd door de andere officieren regelmatig de longroom uitgestuurd en zat dan in de centrale als een brokje wanhoop. Na nog enkele bemanningsleden te hebben toegesproken begon eindelijk het feest aan boord. Sint en Piet zijn daarna in elk verblijf geweest om hun cadeaus te verdelen. Dit is mij bijgebleven van het Sinterklaasfeest. Bemanningsleden die in het weekend naar Londen gingen kwamen met de krant terug waarin een stukje over ons Sint-Nicolaas feest stond. Zo zie je maar weer dat nuttige ontsnapping en training goed kunnen samengaan. Piet.v.d.Hoeven
Pagina 16
Klaar Voor Onderwater 90
Niets is zeker over Cornelis drebbel ALKMAAR -,,Ik vraag me af wat voor mensen dat waren, die twaalf roeiers in die duikboot. Je moet toch een zekere moed hebben om zoiets te doen. Of misschien was het wel een verzameling criminelen, geronseld uit de kroegen aan de Theems." Kapitein-ter- zee Peter de Harder, commandant van de onderzeedienst van de Koninklijke Marine, is een vat vol vragen sinds hij betrokken is geraakt bij de operatie die ertoe moet leiden dat de replica van de duikboot van Cornelis Drebbel vanuit Engeland naar Alkmaar komt. Be gin juni 2004 hoopt het Stedelijk Museum de replica te kunnen installeren. Alkmaarder Drebbel ontwikkelde het vaartuig voor de Enge lse Koning. De Harder, woonachtig in Alkmaar, dacht een en ander te weten over Drebbel en zijn duikboot, die in 1620 haar roemruchte proefvaart maakte op de Theems. De Onderzeedienst koestert immers haar historie, waarin de uitvinding en haar geestelijke vader een belangrijke plaats hebben gekregen. Maar nadat hij zich wat verder in de materie had verdiept, zat hij feitelijk met alleen maar vragen. “Het is niet eens zeker dat die proefvaart in 1620 heeft plaatsgevonden. Er zijn deskundigen die het op 1622 ho uden.” De Harder is vooral razend benieuwd hoe Drebbel (was hij zelf wel aan boord?) het heeft klaargespeeld de boot te trimmen. “Nog steeds is op de hypermoderne onderzeeboten
een paar man bezig met het zwevend houden ervan.” Hetzelfde ontzag kan De Harder opbrengen voor het feit dat Drebbel de zuurstoftoevoer heeft kunnen regelen. Maar nog altijd is niet bekend hoe Drebbel dat heeft gefikst. Met een ballon buiten de boot? Met de verbranding van salpeter aan boord? De Harder heeft het in de literatuur niet kunnen achterhalen. Uit contacten met deskundigen die veel van Drebbel weten, is De Harder wel gebleken waarom we eigenlijk zo weinig weten over Drebbel. “Onder meer omdat hij het Latijn niet beheerste, de taal van de wetenschap.” De Harder is er al met al zeer van gecharmeerd dat de uitvinder van het belangrijkste attribuut waarmee hij werkt, weer eens in de schijnwerpers komt te staan. Want voor Drebbel geldt in eigen land: onbekend maakt onbemind. Nee, dan Engeland: de BBC wijdde zelfs een programma aan hem, waarvoor de replica speciaal werd gemaakt. De Harder is trots dat de marine een belangrijke rol speelt in het transport van de replica naar Alkmaar. De exacte datum staat nog niet vast, omdat nog niet duidelijk is of de marine zelf het transport van Engeland naar IJmuiden zal verzorgen. “Dat moet maar in het vaarschema passen.” Wel staat vast dat een landingsvaartuig de replica van IJmuiden naar Alkmaar zal varen. NHD 26-03-2004
Kapitein-ter-zee De Harder tegen de achtergrond van de Zwaardvis: “Nog steeds is op de hypermoderne onderzeeboten een paar man bezig met het zwevend houden van de boot.”
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 17
Op avontuur met zeventiende-eeuwse duikboot ALKMAAR - De Renaissance stond in het teken van het experiment. Galileo bewees dat de aarde rond is en de Alkmaarder Cornelis Jacobsz Dre bbel (1572-1633) ontdekte rond 1620 hoe je onder water kunt varen met een boot. Twaalf roeiers verbleven drie uur één meter onder het watero ppervlak van de Engelse Theems. Bezoekers van het Stedelijk Museum in Alkmaar kunnen dit avontuur deze zomer herbeleven bij de expositie ‘Drebbels Onderwater Wonder’. Naast het ontwerpen van de eerste duikboot worden Drebbel onder meer de ontdekking van de microscoop en de thermometer toegeschreven. Kortom: een ijverige man die niet direct een uitvinder was, maar een doener. Een man die natuurkunde gebruikte om instrumenten te construeren. In 1598 al vroeg hij octrooi aan voor een doorlopend uurwerk en een waterpomp voor een fontein. Die laatste uitvinding gebruikte hij zijn hele leven, ook bij het houten scheepje dat later de eerste werkende duikboot zou worden. Door zijn, overigens vaak door wetenschappers betwiste, ontdekking van het 'perpetuum mobile' een instrument dat schijnbaar vanuit zichzelf (door verschillen in de luchtdruk in warme en koude lucht) oneindig bewoog, werd hij ontboden aan het Engelse Hof. Daar werkte Drebbel voor de Royal Navy en experimenteerde met een aantal versies van zijn uiteindelijke duikboot. Hij maakte het scheepje niet als oorlogsschip en de eerste echte (militaire) duikboot verscheen pas aan het einde van de negentiende eeuw in de Amerikaanse burgeroorlog. 'The Drebbel' een replica uit Engeland, staat nu in het Stedelijk Museum in Alkmaar. Een aantal jaren geleden bouwde Mark Edwards voor een BBC programma het onderwaterscheepje na. Een tweepersoonsuitvoering in plaats van de twaalfpersoons 'snuiver' van Drebbel, die gebruikmaakte van een soort snorkeltechniek. Neonlicht ,,Omdat hij niet door de voordeur paste, moest hij via de laad- en losruimte naar binnen”, zegt conservator Juliette van Seters van het Alkmaarse museum. ,,In eerste instantie zouden we hem gewoon hier in de ontvangsthal neerzetten. Toen kwamen we op het idee om er een bijzondere presentatie van te maken.” De daaruit voortgekomen ‘experience’ duurt twintig minuten en begint bij de goederenlift. Deze
is voor de gelegenheid verduisterd en behangen met lichtslierten. Onder flikkerend neonlicht ve rschijnt op een opgehangen breedbeeldscherm cen introductiefilmpje. Uit de boxen klinkt een gesprek tussen een kind en haar opa. Zij leiden de tentoonstelling in met een uitleggend vraag- en antwoordspelletje. Als de deuren van de lift weer openen, doemt de duikboot op gehuld in rook. Vanaf beeldschermen in de hoeken van de ruimte spreekt ’Drebbel’ de bezoekers toe over zijn werk. Door kleine raampjes is te zien hoe klein behuisd de roeiers waren en het vet waarmee de boot is ingesmeerd is nog te ruiken. De roeispanen zijn opvallend vernuftig gemaakt naar het voorbeeld van het zwemvlies van een watervogel. Een leren lap aan het uiteinde van de spaan klapt uit als water verplaatst moet worden om vooruit te komen. De lap klapt in bij de terugslag. Dit is te zien op een deel van de BBC - documentaire, die in de foyer van het museum wordt vertoond. Daarin wordt ook uitgelegd hoe de boot met lood verzwaard wordt en hoe de bemanning voldoende adem kon halen in het kleine ruim. Lenzenslijper Het Stedelijk Museum presenteert de tentoonstelling als een ‘eerbetoon aan de veelzijdige, ambitieuze en creatieve Alkmaarder’ die in 1604 vertrok uit de Noord-Hollandse stad waar hij werkte als graveur en lenzenslijper. Hij graveerde tevens de eerste kaart van Alkmaar. ,,Alkmaar werd hem te klein en aan het Engelse hof had hij voldoende werk door de opdrachten die hij kreeg”, legt de conservator uit die het scenario schreef voor de interactieve tentoonstelling. ,,Later werkte Drebbel ook nog aan het Praagse hof. Zelf heeft hij nooit iets geschreven over zijn eigen werk. Door verhalen die zijn kleinzoon verder vertelde en de dagboeken van zijn goede vriend Constantijn Huygens is er meer over hem bekend geworden.” NHD 11-06-2004
Pagina 18
Klaar Voor Onderwater 90
Groepsfoto van de O-27 in 1957 toen we inschietboot waren Op de brug: Honheminus, Morijn, Roel Veld, Plasmans en Jellema van Laan. Onder de toren 2e van links Jan Schelings en daarnaast Thijsen. Tweede naast het schild is Hofmeijer en boven het schild met hoog voorhoofd is LTZ-1 de Bruine. Verder weet ik het niet. H. Gremmeé
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 19
Hiermee hielden we de 3 cilinders zwevend. Foto’s uit het album van A.A.A. Bruinooge
Pagina 20
Klaar Voor Onderwater 90
Aangeleverd door R.P. Teesselink
Klaar Voor Onderwater 90
Pagina 21
China betuigt Japan spijt over onderzeeboot TOKIO - China heeft spijt betuigd over een Chinese atoomonderzeeër die vorige week de Japanse territoriale wateren was binnengedrongen. Japan aanvaardde de excuses, meldden Japanse media gisteren. Peking stelde dat het een vergissing was, aldus de Japanse premier Koizurni. Hij liet doorschemeren dat voor hem daarmee de kous af was. De regeringsleider zei wel dat China moet voorkomen dat een dergelijk incident zich in de toekomst nog een keer voordoet. NHD 17-11-04 Bij navraag door de redactie is “Sterretjes schieten” weer in het vuurwerkpakket opgenomen.
Aankondiging Reünie 2005 Noteer het alvast in uw agenda. De Reünie en ALV zal op 20 april 2005 in Kumpulan Bronbeek (Arnhem) gehouden worden. Wij rekenen weer op uw aanwezigheid.
Gezocht foto’s
Gezocht 16 mm projector
Wie heeft er nog foto’s van de Waalhaven en onderzeeboten uit de periode 1960 tot 1964. Neem dan contact op met : http://peterbrouwers.tripod.com/
In verband met het 100 jaar bestaan van de Onderzeedienst is de redactie op zoek naar een 16mm projector om aangeboden films over te zetten op DVD. We kunnen reeds Super 8 (eventueel met geluid), Single 8, Hi8, Video8, Video2000, VHS en SVHS overzetten op DVD. Wie helpt ons ?
Hartelijk dank Rinus Peperkamp
W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
Pagina 22
Klaar Voor Onderwater 90
De stap Ze stond op de rots, vijfendertig meter boven de grond. De zon brandde onbarmhartig in haar gezicht en ze was blij dat ze iets op haar hoofd had. Ze keek om zich heen en zag dat de anderen er net zo over dachten als zij. Heb ik hier nu al die weken naar toe geleefd? Is dit nu de sensatie die je moet voelen? Het liefst zou ze nu meteen naar huis gaan. Wat ze voelde was pure angst. Een harde bal zat in haar maag en haar keel werd steeds droger, ze was dood nerveus. Ze ging op haar tenen staan en keek voorzichtig over de rand en dat had ze nu juist niet moeten doen. Ze werd er helemaal duizelig van. Vijfendertig meter... dat is, laat is kijken, een flatgebouw van zo’n acht verdiepingen. Alles in haar schreeuwde ‘niet doen!’ Het begon allemaal een paar weken geleden toen collega’s haar hadden overgehaald om een weekend survival te doen in de Ardennen. Allemaal onder het motto ‘laten we samen wat lol hebben’, zich niet realiserend wat een survivalweekend nu precies in houdt. Grote zweetple kken tekenden zich af op haar rug, onder haar armen en nog andere vervelende plekken. Kortom ze voelde zich vies en het werd maar heter en heter in deze groeve. Haar collega’s, die met haar stonden te wachten, waren zo te zien net zo nerveus. De één zei dat hij waarschijnlijk niet naar beneden zou gaan, een ander moest nodig naar het toilet en weer anderen stonden onzin uit te kramen. Over een paar ogenblikken zou ze voor het eerst van haar leven gaan ‘abseilen’. Nu had ze dat wel vaker gezien op de televisie of in een film maar dit was even iets anders. Een instructeur kwam op haar aflopen en controleerde nogmaals alle riemen en de losse eindjes, toen pakte hij een musketon en klikte deze vast aan haar tuig en vriendelijk zei hij: ‘kom, jij mag als eerste’. ‘Hoi, hoi’, wist ze nog piepend uit te brengen maar alles binnen in haar schreeuwde het uit. ‘Wees maar niet bang, er kan je niets gebeuren’, zei hij met een innemende glimlach. Het was haar nog niet eerder opgevallen hoe goed hij er uitzag en zijn lichtblauwe ogen keken haar vriendelijk aan of was dat suggestie, door de angst ingegeven? Hij pakte haar hand en leidde haar over het veiligheidslint heen tot vlak bij de rand en meteen begon ze te beven. Ze kon er niets aan doen en tot overmaat van ramp begon ze ook nog eens versneld te ademen. Ze voelde een kneepje in haar hand en geruststellend klonk zijn stem die zei: ‘Rustig maar, alles is onder controle’. Zijn rustige stem bracht haar een beetje tot kalmte en dankbaar luisterde ze naar zijn stemgeluid. ‘Kijk vooral niet naar beneden want de eerste keer is altijd eng’, zei hij. ‘Straks wanneer je beneden bent dan ga je nog een keer naar boven om weer naar beneden te gaan en dan is het veel leuker. Geloof me nou maar! Doe precies wat je geleerd is en luister naar de aanwijzingen, okay?’ Ademloos reageerde ze met een knikje en liet toe hoe hij haar omdraaide, ze stond nu met haar rug naar de afgrond en de rand was zo’n tien centimeter ver. Ze kreeg een touw in haar handen dat ze achter haar
rug om naar voren moest vasthouden en er werd nog eens uitgelegd op welke manier ze kon afremmen. ‘Ja, ja, dat weet ik nu wel maar ik denk dat ik het maar niet doe’, zei ze dapper. Het zweet brak haar in verhevigde mate uit, het gutste werkelijk van haar voorhoofd en ze was blij dat ze handschoenen aan had anders had ze dat touw nooit goed vast kunnen houden. ‘Kom’, zei de stem, ‘schuif nu heel voorzichtig naar achteren en houdt het touw strak. Kom maar, niets aan de hand. Goed zo. Gaat prima! Perfect!’ Verbaasd hoorde ze hem aan, ze had nog geen spier bewogen en nu kreeg ze al een beloning. Ze begreep dat ze min of meer naar beneden gepraat werd en plotseling werd ze nijdig. Nijdig op de instructeur die haar toesprak als een klein kind, nijdig ook op zich zelf. Ben je nou een beet je betoeterd, foeterde ze. Laat je niet kennen. Je bent nu eenmaal hier en je staat nu eenmaal op de rand. Kom op meid, gaan! Maar ze bleef staan, het leek wel of al haar spieren niet meer van haar waren. Ze luisterden gewoon niet meer. Haar blik werd wazig en haar gedachten vlogen weg, naar haar ouders, vrienden, werk, eigenlijk naar alles behalve deze plek. Plotseling, alsof een geheimzinnige hand haar begeleide, schrok ze op. Haar linkerhand liet het touw vieren en haar rechter hield het achter haar in bedwang. Voorzichtig leunde ze achterover en liet haar gewicht overgaan op het touw met haar ogen dicht schuifelde ze naar achteren. Nu stonden alleen haar tenen nog op de rand, ze haalde diep adem en liet zich verder achterover zakken, hield haar benen stijf gestrekt en stapte met één been de ruimte in. Vanuit de verte hoorde ze de stem zeggen: ‘laten vieren, benen wijd en gestrekt houden, vieren en zakken maar!’ Ze deed haar ogen open en ademde eens diep, ze hing tegen de rotswand met haar voeten tegen de rotswand en met haar gezicht omhoog. De adrenaline joeg door haar lichaam en een juichkreet kon ze niet meer onderdrukken. Langzaam liet ze zich verder naar beneden zakken tot op de grond, iedere keer zichzelf afzettend van de wand. Toen ze op de grond was aangeland liet ze zich uitgeput achterover vallen en met een schreeuw kwam ze weer tot zich zelf. Wat een overwinning! Dick de Jong