RAPPORT VAN BEVINDINGEN
KWALITEITSONDERZOEK BIJ Mytylschool Tilburg
Plaats BRIN-nummer Arrangementsnummer Onderzoek uitgevoerd op Rapport vastgesteld te Breda op
HB2742988/12
: : : : :
Tilburg 02ZX 119537 23 en 24 november 2010 28 maart 2011
Documentnummer: 3059460
Pagina 2 van 13
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 23 en 24 november 2010 een onderzoek uit op Mytylschool Tilburg voor speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) aan lichamelijk gehandicapte en meervoudig gehandicapte leerlingen te Tilburg. Dit onderzoek had tot doel om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en in de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De inspectie onderzocht de kwaliteit van het onderwijs op Mytylschool Tilburg is voor het laatst in 2006. In de tussenliggende periode ontving zij geen signalen die aanleiding gaven een onderzoek in te stellen. Met het bevoegd gezag sprak de inspectie op 8 februari 2010 af, dat zij de kwaliteit van de school in het najaar van 2010 onderzoekt in het kader van de vierjaarsbezoeken en om het toezichtarrangement opnieuw vast te stellen. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Onderzoeksopzet De inspectie onderzocht bij dit onderzoek de basisset van indicatoren uit het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. De basisset uit het waarderingskader is aangevuld met de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg'. Voor deze uitbreiding is gekozen om het belang van de kwaliteitszorg te benadrukken, vooral in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de door de verbetertrajecten gerealiseerde basiskwaliteit. Deze rapportage is gebaseerd op: onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn; analyse van zelfevaluaties en rapportages van de school; onderzoek op locatie, waarbij de inspectie: • schooldocumenten bestudeerde; • de onderwijspraktijk observeerde in achttien groepen; • gesprekken voerde met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding, leraren en leerlingen. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin tekortkomingen zijn toegelicht en - waar mogelijk in samenhang - de schoolontwikkeling is beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 3 van 13
Pagina 4 van 13
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Cyclisch proces kwaliteitszorg 1
2
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
3
4
●
1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar
● ●
opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg.
● ●
1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg.
● ●
1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.
●
Systeem van leerlingenzorg 1 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders.
2
3 ● ●
3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.
Pagina 5 van 13
4
●
●
Functionaliteit handelingsplanning 1
2
4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning.
3
4
●
Leerstofaanbod 1
2
5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
3 ●
4
● ●
Onderwijstijd 1 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen.
2
3
4
● ●
(Ortho)pedagogisch handelen 1
2
7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de
3
4
● ● ●
onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 1 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken.
2
3 ●
4
●
8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling.
● ●
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 1
2
9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.
3
4
● ●
Schoolklimaat 1 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Pagina 6 van 13
2
3 ●
● ● ●
4
Opbrengsten 1
2
3
4
11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de
5 ●
leerlingen mag worden verwacht. Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).
Pagina 7 van 13
ja ● ● ●
nee
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Het onderwijs op de Mytylschool Tilburg is van voldoende kwaliteit. De school zoekt actief en succesvol naar manieren om de kwaliteit van de leerlingenzorg te verbeteren en de opbrengstgerichtheid te vergroten. Het team werkt enthousiast en met grote inzet aan de ontwikkeling van de school en realiseert een veilig en prettig pedagogisch klimaat. De commissie voor de begeleiding (cvb) voert stevig de regie over de leerlingenzorg en maakt daarbij gebruik van een goed ontwikkeld leerlingvolgsysteem. Een sterk punt is dat de school nauw samenwerkt met de revalidatiezorg en de ouders systematisch en intensief betrekt bij de planning en de uitvoering van de zorg voor hun kind. De school is nog niet zover dat zij de opbrengsten van het onderwijs kan verantwoorden. Om haar eigen kwaliteitsontwikkeling doelgerichter te maken, is het nodig dat de school haar eigen kwaliteitsstandaarden uitwerkt. De inspectie stelde bij dit onderzoek enkele tekortkomingen vast op het gebied van de naleving van wettelijke voorschriften. Toelichting Kwaliteitszorg Het proces van kwaliteitszorg is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit en draagt bij aan de ontwikkeling van de Mytylschool Tilburg. Omdat de school geen standaarden heeft ontwikkeld voor de opbrengsten van het onderwijs en de kwaliteit van het leren en onderwijzen, komt de evaluatie op deze onderdelen onvoldoende op gang. Bovendien lijkt het zinvol duidelijker te prioriteren binnen de uitvoering van de verbeteractiviteiten. Voor een systematische verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is een aantal voorwaarden van belang. Zo moet de school een helder inzicht hebben in de onderwijsbehoeften van de leerlingen en een onderwijsconcept hanteren dat daarop aansluit. Beide voorwaarden zijn in voldoende mate aanwezig. Daarnaast is het van belang om systematisch gegevens te verzamelen over onder meer de kwaliteit van het leren en onderwijzen, de leerlingenzorg en de opbrengsten, zodat de school inspanningen en resultaten kan evalueren. Een zinvolle en functionele evaluatie is echter pas mogelijk als de school ook in staat is de verkregen gegevens af te zetten tegen kwaliteitsstandaarden of doelen die zij vooraf bepaalt. Mytylschool Tilburg heeft een start gemaakt met het beschrijven van de gewenste kwaliteit door het ontwikkelen van kwaliteitskaarten. De school is echter niet zover dat zij op grond van de gegevens die haar bekend zijn, de huidige resultaten kan afzetten tegen vooraf vastgestelde gewenste kwaliteit en daaraan betrouwbare conclusies kan verbinden voor toekomstig beleid. Hoewel ook bij de leerlingenzorg de standaarden niet expliciet zijn geformuleerd, beoordeelt de inspectie indicator 1.5 toch als voldoende. De reden hiervoor is dat de school de leerlingenzorg voortdurend aanpast naar aanleiding van de bevindingen in de praktijk. Kennelijk bestaan binnen de cvb wel impliciete standaarden waardoor deze verbeteringen doeltreffend tot stand komen. De school beperkt zich niet tot het onderwijs alleen, maar betrekt de revalidatiezorg hierbij nadrukkelijk. Een ver uitgewerkt leerlingvolgsysteem van goede kwaliteit ondersteunt het systeem van leerlingenzorg en de processen zijn ook voldoende geborgd.
Pagina 8 van 13
De Mytylschool Tilburg borgt de bereikte kwaliteit van het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg voldoende systematisch. De schoolleiding legt het gevoerde schoolbeleid in beleidsdocumenten en protocollen vast, zodat de school zich naar derden kan verantwoorden voor de gemaakte keuzes. Er is voldoende interne rapportage beschikbaar en de school informeert derden - waaronder de ouders - onder andere door middel van een jaarverslag en nieuwsbrieven. Een verantwoording van de onderwijsresultaten ontbreekt hierin vooralsnog. Daarnaast organiseert de school voor de ouders veel activiteiten die niet alleen de betrokkenheid bij het onderwijs aan hun eigen kind, maar ook de betrokkenheid vergroten bij de kwaliteitsontwikkeling van de school als geheel. Leerlingenzorg en opbrengsten Door het toepassen van vastgestelde procedures, het gebruik van documenten voor handelingsplanning en de inzet van meet- en volginstrumenten is de kwaliteit van het systeem van leerlingenzorg van voldoende niveau. Drie (norm)indicatoren van dit kwaliteitsaspect beoordeelt de inspectie als voldoende, indicator 3.5 draagt in hoge mate bij aan de kwaliteit van de leerlingenzorg. De cvb stelt de beginsituatie op didactisch, sociaal-emotioneel en medisch gebied vast en stelt in samenwerking met de zorginstelling een gemeenschappelijke rapportage op. Deze rapportage vormt het uitgangspunt voor het handelingsplan, dat twee keer per schooljaar aangepast wordt. Ouders en leerlingen (vanaf 12 jaar) zijn voldoende betrokken bij het opstellen van het handelingsplan en gedurende het proces van uitvoering. Een ontwikkelpunt voor de school is het smart formuleren van de doelen in de documenten voor handelingsplanning, waardoor de cvb de resultaten gerichter kan meten. Sterk punt van de Mytylschool Tilburg is het systeem van leerlingenzorg. Het is een toegankelijk digitaal systeem, waarin alle gegevens over de ontwikkeling van de leerlingen en hun resultaten over de volle breedte zijn samengebracht. Het vormt de basis voor een systematische analyse op het niveau van de leerling en op het niveau van de groep. Het geheel van leerlijnen gekoppeld aan de profielen die in het onderwijsconcept zijn beschreven, getuigt van een planmatige aanpak. Voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben, zet de school voldoende interventies in. De cvb evalueert twee keer per jaar het handelingsplan waarbij de opbrengsten inzichtelijk zijn gemaakt. De conclusies uit de evaluatie zijn de basis voor de nieuw opgestelde doelen. Een aandachtspunt is de kwaliteit van de evaluatie van het handelingsplan. Een minder algemeen uitgevoerde analyse van de bevorderende en belemmerende factoren die van invloed zijn op het resultaat, geeft meer houvast voor een strakke planning van de vervolgaanpak. De school geeft aan dat dit een speerpunt is voor het huidige schooljaar waarbij al een aanpassing van het document handelingsplanning is gerealiseerd. De inspectie kan niet beoordelen of de leerlingen zich aan het eind van de schoolperiode naar verwachting ontwikkeld hebben. Hiervoor is het nodig dat de school voor elke leerling een toekomstperspectief formuleert, waaraan zij de handelingsplanning en het systeem van leerlingenzorg relateert. Er zijn wel ontwikkelingen in die richting om een opbrengstbeoordeling in de toekomst mogelijk te maken. Een andere reden dat de inspectie de opbrengsten niet kan beoordelen, is dat noch bij de school noch bij de inspectie normen beschikbaar zijn om de eindresultaten van leerlingen te beoordelen.
Pagina 9 van 13
Het onderwijsleerproces en functionaliteit van de handelingsplannen Het pedagogisch handelen en het schoolklimaat zijn voldoende. Ook het onderwijsleerproces is in alle groepen van voldoende kwaliteit. Het onderwijs is ontworpen in afdelingen rond drie stromen waarbinnen leerlingen in afdelingen zijn gegroepeerd in leeftijdsgroepen en leerroutes: zmlk/meervoudig complex gehandicapt (mcg), mlk en gemiddeld lerend. De afdelingen functioneren in zekere mate onafhankelijk van elkaar. Elke afdeling heeft een teamleider. Op deze manier realiseert de school - die een grote omvang heeft - kleinere eenheden. Hierdoor ontstaat een voor het personeel en de leerlingen overzichtelijke structuur die de veiligheid ten goede komt. In het vso is ervaring opgedaan met het ontwerp van drie leerroutes: de examengerichte route, de route toeleiding naar arbeid en de route naar dagbesteding. Binnen de afdelingen en de verschillende leerroutes heeft de school een begin gemaakt met het ontwikkelen van leerlijnen. Het verst gevorderd in de ontwikkeling van leerlijnen is de afdeling so. Het vso heeft gepland om de inhoud en organisatie van het onderwijs aan het eind van het lopende schooljaar vernieuwd te hebben. Uit de jaarplanning blijkt dat de school een verdere ontwikkeling voortvarend ter hand neemt. Hiermee anticipeert de school ook op toekomstige ontwikkelingen binnen het vso. Het orthopedagogisch handelen van de leraren draagt in hoge mate bij aan de kwaliteit van het onderwijsleerproces. In de drie verschillende afdelingen van de school is het pedagogisch handelen afgestemd op de verschillende typen leerlingen door differentiatie in communicatie, interacties, houdingen van leraren en de inrichting van de leeromgeving. De leerlingen geven aan dat ze op een fijne school zitten, waar ze voldoende ondersteuning krijgen van de leraren en de andere medewerkers. Er is een leerlingenraad. Op twee punten behorend bij het onderwijsleerproces presteert de school onvoldoende. Bij het aspect onderwijstijd gaat het om het efficiënt besteden van de onderwijstijd en bij het (ortho)didactisch handelen om leerlingen te stimuleren actief na te denken. Voor wat betreft het eerste punt stelt de inspectie vast dat er in het kader van goed klassenmanagement onvoldoende afspraken zijn gemaakt over het efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Hierdoor kan het voorkomen dat derden het onderwijs regelmatig van buitenaf storen. Leerlingen verliezen ook onderwijstijd vanwege de tijd die de noodzakelijke behandeling kost. Het is daarom dringend nodig dat het team voldoende beseft dat zij de tijd die voor onderwijs beschikbaar is, zo efficiënt mogelijk moet gebruiken. Op dit moment is dat onvoldoende het geval. Het tweede punt waarop de school onvoldoende resultaat boekt, ligt binnen het (ortho)didactisch handelen. Het betreft het stimuleren van de leerlingen om actief na te denken. Een mogelijke oorzaak is dat veel van de leerlingen een sterke afhankelijkheidsrelatie hebben met de medewerkers van de school, waardoor medewerkers genoodzaakt zijn veel 'over te nemen' van de leerlingen. Binnen de school gebruikt men hiervoor de term 'pamperen'. Mogelijk is bij de leraren een vorm van handelingsverlegenheid aanwezig om ondanks de zorgbehoeften van de leerlingen - de leerlingen maximaal uit te dagen door bij instructie en verwerking van de leerstof, leerlingen te stimuleren tot actieve deelname en aan te zetten tot denken. De school zou hiermee misschien - onbedoeld - leerlingen tekort kunnen doen, althans, er is in dit kader wellicht meer mogelijk dan leraren realiseren. De inspectie beoordeelt indicator 9.3 met een voldoende. Hierbij noemt de inspectie echter aanvullend een aandachtspunt. Tijdens het onderzoek kwam bij de lesobservaties en uit het
Pagina 10 van 13
gesprek met de leraren naar voren, dat er te weinig sprake is van onderlinge afstemming tussen so en vso als het gaat om het bevorderen van de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerling. Hierdoor ontbreekt de gewenste doorgaande lijn tussen so en vso. Uit de lesobservaties is gebleken dat in de meeste gevallen de aangeboden lesstof of het werk waaraan de leerlingen werkten, overeenkomt met het geplande aanbod en de handelingsplannen. Hiermee beoordeelt de inspectie de functionaliteit van de handelingsplannen met een voldoende. Deugdelijkheidseisen De inspectie heeft twee tekortkomingen vastgesteld op het gebied van de naleving van weten regelgeving. - Het bevoegd gezag stelt zes weken na inschrijving een handelingsplan op. Dit is niet in overeenstemming met het gestelde in artikel 41a, eerste lid van de Wet op de expertisecentra (WEC) waarin is bepaald dat het handelingsplan voor een leerling die ingeschreven is op of na 1 augustus uiterlijk een maand na inschrijving opgesteld moet zijn. - De inspectie heeft vastgesteld dat in de vijf groepen waarin meervoudig complex gehandicapte leerlingen (mcg) van 3 tot 20 jaar geplaatst zijn, het onderwijs niet door bevoegde leraren gegeven wordt. Dit is in strijd met artikel 3, eerste lid onder b van de WEC. Onderwijsassistenten en therapeuten verzorgen onder leiding van één bevoegde leraar samen het onderwijs. Naast de individuele behandeling die de leerlingen nodig hebben op grond van een medische indicatie, zoals logopedie, fysiotherapie en ergotherapie, vindt ondersteuning van de onderwijsactiviteiten door dezelfde behandelaars plaats in de groep.
Pagina 11 van 13
Pagina 12 van 13
3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan Mytylschool Tilburg het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van een thema. Tekortkomingen in de naleving Het bevoegd gezag handelt in strijd met: 1.
2.
artikel 41a, eerste lid van de Wet op de Expertisecentra (WEC), waarin is bepaald dat het handelingsplan voor een leerling die ingeschreven is op of na 1 augustus uiterlijk een maand na inschrijving opgesteld moet zijn; artikel 3, eerste lid onder b van de WEC, waarin de bevoegdheid voor het schoolonderwijs is geregeld.
Aanvulling: Ad 1 Op 9 februari 2011 heeft het bevoegd gezag van Mytylschool Tilburg schriftelijk gemeld dat inmiddels de termijn waarbinnen het handelingsplan is vastgesteld, uiterlijk een maand na inschrijving is voor een leerling die op of na 1 augustus is ingeschreven. Ad 2 In dezelfde brief van 9 februari 2011 gaat de school in op de tweede vastgestelde tekortkoming. De school heeft tevens maatregelen genomen om het belang dat beschermd wordt door artikel 3, eerste lid onder b van de WEC te waarborgen. Dit is gedaan door een structuurverandering binnen de afdeling voor mcg door te voeren en tegelijkertijd de formatie leerkracht te verhogen van één naar twee fte. Ook is door de inspectie een uitgebreide onderbouwing van het onderwijsconcept, de inrichting van het onderwijs en de personele bezetting ontvangen. Hiermee verantwoordt het bevoegd gezag zich inhoudelijk op voldoende wijze aan de externe toezichthouder. De inspectie heeft deze onderbouwing vergeleken met haar bevindingen tijdens de lesobservaties en komt na intern beraad tot de conclusie dat de Mytylschool Tilburg voldoende passende maatregelen heeft genomen en de tekortkoming hiermee is opgeheven. De inspectie heeft het bestuur verzocht de onderbouwing via haar gebruikelijke communicatiekanalen aan ouders beschikbaar te stellen, zodat ook deze hiervan kennis kunnen nemen.
Pagina 13 van 13