Projectvoorstel icoonproject zwaartepunten Tinybots proeftuin Zwaartepunt: De Proeftuin Tinybots valt binnen het zwaartepunt Health. Dit specifieke project is gericht op het uittesten en doorontwikkelen van een sociale kleine sociale robot Tinybot, ontwikkeld door Robbert Paauwe en zijn medeoprichters Desmond Germans en Wang Long Li van het bedrijf Tinybots. Zij bouwen sociale robots voor mensen met cognitieve beperkingen en hun familieleden1 met als doel dat zij langer thuis kunnen verblijven en zo zelfredzaam mogelijk blijven. Het project is om een aantal redenen relevant voor het zwaartepunt Health: 1. Robotisering doet versneld zijn intrede in de zorgsector. Kennis opbouwen op dit nieuwe fenomeen met ondernemers, zorginstellingen en het onderzoek/onderwijs van de HAN uit zowel sectoren gezondheidszorg als de sector economie en techniek is een must. Het gaat hier niet om technischgedreven onderzoeksprojecten, maar om het leveren van een bijdrage aan het vervullen van een behoefte van de doelgroep, in ons geval mensen met cognitieve beperkingen en de naasten om hen heen. 2. De regio Arnhem/Nijmegen wil zich met Health Valley onderscheiden op het thema ‘zorg en technologie’. Met de komst van het programma Rockstart ‘trekken’ we talentvolle ondernemers, onderzoekers en ontwikkelaar naar deze regio. Health Valley heeft de Zorgalliantie gevraagd om jaarlijks een aantal starters te ondersteunen bij het onderzoek in samenwerking met het werkveld (zorginstellingen binnen en buiten de Zorgalliantie), lectoraten en onderwijs. De ‘Tinybots proeftuin’ biedt ons de mogelijkheid om met lectoren en docenten te onderzoeken hoe de HAN een structurele bijdrage aan deze ‘innovatiemotoren’ voor de regio kan leveren op het thema ‘robotica’, met als uitgangspunt het verbeteren van de zorg en kwaliteit van leven.
Projectleider: Wie zal het project gaan leiden? Projectleider: Marian Adriaansen (lector Innovatie in de Care, leading lector Kenniscentrum Duurzame Zorg) Zorgalliantie: Jonathan van Deutekom
Aanleiding en achtergrond: Deze werkplaats richt zich op het in de Wetenschapsagenda genoemde uitgangspunt ‘Vitaal functioneren naar believen en vermogen’ in het kader van het subthema gezondheidszorg. Er wordt een toename verwacht van het aantal mensen met dementie en cognitieve beperkingen (in 2040 oplopend tot 500.000 mensen) met daarnaast het streven zo lang mogelijk thuis te blijven, met gelegenheid tot 1
Tinybots wordt ondersteund door het programma Rockstart, de Digital Health accelerator die door Health Valley in de regio gestart is. Dit accelerator programma draagt bij aan de doorontwikkeling van de regio Arnhem/Nijmegen als Health Valley.
1
participatie en zelfredzaamheid/zelfmanagement. In verband met stijgende kosten van de gezondheidszorg en het te verwachten beperkte aantal beschikbare professionals is het van belang mensen met cognitieve problemen en hun naasten zoveel mogelijk zelf toe te rusten met additionele tools die het (veranderde) bestaan vergemakkelijken. De inzet van robotica is daarbij een van de mogelijkheden, die tot op heden weinig verkend zijn. De oprichters van Tinybots hebben onderzoek gedaan binnen het project SELEMCA, een wetenschappelijk onderzoekstraject naar robotica en zorg aan de Vrije Universiteit, waarbij zij vooral keken naar de sociale kant van robotica en sterk gericht waren op het betrekken van de doelgroep bij de te ontwikkelen functies. Door deze insteekt kan voorkomen worden dat de robot al is ontwikkeld en achteraf de behoeften van de cliënt daarop worden aangepast. Deze uitgangspunten hebben geleid tot de ontwikkeling van een prototype van een nieuwe, kleine sociale robot, de Tinybot. Dit project sluit naadloos aan op de regionale agenda. Rockstart, de Global Startup Machine, is de eerste in haar soort in Nederland en vindt vanaf 2016 plaats in Nijmegen. Rockstart Digital Health is de eerste accelerator van Rockstart die buiten Amsterdam plaatsvindt en is gericht op het verbinden van ondersteuning die het Nijmeegse Health Valley biedt. De starters zijn gevestigd op de NovioTechcampus in Nijmegen waar de komende jaren meer ondernemersinitiatieven op ‘zorg en techniek’ het licht zullen gaan zien. Van belang voor de doorontwikkeling van de ondernemersinitiatieven is dat de HAN zich weet te verbinden aan dit programma en de locatie. Door een structurele verbinding van studenten uit opleidingen van diverse studierichtingen worden de belangen van ondernemers, zorginstellingen in de regio en HAN gediend. De vestiging van ICA met een ‘dependance’ op Noviotechcampus is hier een voorbeeld van. 90 Studenten krijgen inmiddels les op ‘locatie’ en komen in aanraking met ondernemers als Tinybots. Hier kunnen studenten uit de zorg- en sociale opleidingen evenals studenten uit de economische sector zich bij aansluiten. 80 Tinybots wordt vanaf september 2016 uitgetest bij verschillende doelgroepen in de regio. Deze robot is er enerzijds op gericht om de zelfredzaamheid van mensen met dementie en (milde) cognitieve problemen te bevorderen zodat zij langer in hun thuisomgeving kunnen verblijven en anderzijds om hun mantelzorgers te ondersteunen in de omgang en begeleiding van hun naasten. De behoefte aan professionele hulp kan daarbij worden uitgesteld of verminderd. De Tinybot richt zich zowel op affectieve als op functionele aspecten, met als uitgangspunt dat een goede affectieve aansluiting tussen Tinybot en cliënt bevorderlijk is voor de acceptatie en gebruik van de meer functionele onderdelen die beschikbaar zijn. Functionele aspecten betreffen bijvoorbeeld een dagstructuur (agenda) met herinnering aan afspraken en medicatie-inname. Ook nodigt de Tinybot zelf de cliënt indien gewenst uit tot interactie en heeft daarbij wederkerigheid als belangrijk uitgangspunt. Wederkerigheid is ook een belangrijke factor bij de mantelzorg om hulp te kunnen blijven volhouden. (Shim et al., 2011). Door zijn geringe omvang kan de Tinybot in de buurt van de oudere neergezet worden en vormt zo een onderdeel van de woonomgeving. De ‘gewoonheid’ van de Tinybot wordt versterkt doordat er een plantje aan de bovenkant uitgroeit, dat uitnodigt tot verzorging. Bij cliënten bij wie de vermogens gaandeweg zullen afnemen en de communicatie moeilijker wordt (bijvoorbeeld bij mensen met dementie) zal in de Tinybot zich moeten aanpassen aan de verminderende spraakvermogen, zodat communicatie langer mogelijk blijft. Dit is een complex vraagstuk, waar studenten van de HAN aan kunnen bijdragen. Behalve een inhoudelijke doorontwikkeling van de Tinybot is het ook van belang aandacht te besteden aan de implementatie binnen de instellingen en deze goed in de markt te zetten. Met betrekking tot veel technologische innovaties is dat moeilijk, omdat niet bij voorbaat duidelijk is welke partij (cliënt zelf, zorgverzekeraar, gemeente, Persoonsgebonden Budget) deze gaat betalen, ondanks dat de inhoud goed gewaardeerd wordt.
2
Een laatste aspect dat in dit project wordt meegenomen is de wijze waarop deze start-up company vorm geeft aan zijn ondernemerschap. Het is van belang om het vervolg van dit bedrijf e monitoren en te onderzoeken welke factoren dit succes in verdere ontwikkelingsstadia beïnvloeden.
Vraagstuk of probleem: De sociale robots zoals deze tot nu toe ontwikkeld zijn (Zora, Alice) hebben een voorgeprogrammeerd en niet adaptief spraakvermogen en zijn bovendien te duur voor gebruik in de thuissituatie. De behoefte aan de beschikbare functionaliteiten zijn tot op heden weinig onderzocht, de situatie is nu dat na aanschaf door een zorginstelling deze robot slechts beperkt wordt ingezet. Deze robots hebben een aantal voorgeprogrammeerde functionaliteiten als beweging en spelletjes en zijn niet vanzelf adaptief. Voor mensen met cognitieve beperkingen in de thuissituatie zijn zij gezien de kosten niet geschikt. De Tinybot is kleiner en goedkoper in de productie en is daarom mogelijk meer geschikt voor gebruik thuis, naast gebruik voor specifieke doelgroepen in instellingen. Daarnaast kan de Tinybot worden gepersonaliseerd en zo worden afgestemd op de behoefte van de individuele client. Omdat mensen met cognitieve beperkingen moeite hebben met het (opnieuw) aanleren van vaardigheden is het wenselijk deze robot ook in te zetten bij de toepassing van de ‘foutloos leren’ methode, die bij uitstek geschikt is voor bijvoorbeeld cliënten met Korsakov of mensen met Niet Aangeboren Hersenafwijkingen (NAH) (Hoogeveen et al, 2014). Het is goed mogelijk om mensen met cognitieve problemen nieuwe dingen te leren, maar het is daarbij van belang om de nieuwe handeling in een vaste volgorde in deelaspecten herhaaldelijk aan te bieden met directe feedback. De Tinybot is gericht op gepersonaliseerde communicatie met de cliënt. De cliënt moet zich ‘in the lead’ voelen, wat zijn zelfredzaamheid bevordert, ondanks mogelijke cognitieve beperkingen (VernooyDassen, 2008). Daarnaast kan de inzet van de Tinybot de mantelzorger ontlasten waardoor het langer mogelijk blijft om thuis te blijven wonen. Ook is het van belang om de mogelijkheden van de Tinybots voor specifieke doelgroepen verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld mensen met het syndroom van Korsakov, mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel, jong dementerenden, mensen met een verstandelijke beperking en patiënten op een IC die zich geïsoleerd voelen. Naast de verdere doorontwikkeling van de Tinybot is het ontwerp van een realistische businesscase van belang. Bij veel technologische ontwikkelingen is niet de technologie het probleem maar het goed in de markt zetten voor een aantrekkelijke prijs om zo tot een succesvolle onderneming te kunnen uitgroeien met veel waarde voor cliënt en mantelzorger. De ondernemers van Tinybots hebben een ondersteuningsstructuur nodig vanuit de HAN die hen in de breedte helpt bij de opschaling van hun bedrijf. Een structuur die ook de andere ‘starters’ zal trekken en ondersteunen bij de uitbouw van hun ondernemersidee vanuit deze regio naar de wereld (internationalisering). De gemeente Nijmegen heeft medewerking toegezegd aan een test en een verdere doorontwikkeling bij 100 personen, van wie een deel binnen dit project valt.
Doelstellingen: In dit project worden zelfredzaamheid/zelfregie van de oudere / persoon met cognitieve problemen verbonden met een eHealth toepassing (sociale robot) en ontstaat meer inzicht in de mogelijke toepassingen van de Tinybot in relatie tot maatschappelijke opvattingen over gezondheid en eigen verantwoordelijkheid van cliënten. Hierbij heeft de cliënt zelf en zijn mantelzorg een cruciale rol. De HAN krijgt de gelegenheid om meer ervaring op te doen met onderzoek en toepassing van robotica, een gebied waar met de aanschaf van twee robots (Zora) recent een eerste begin mee is gemaakt. Hierbij zijn verschillende invalshoeken van belang, die met elkaar tot een compleet plaatje leiden van de 3
ontwikkeling en invoering van een (sociale) robot en een volgende stap vormen naar toepassing van robotica in de gezondheidszorg. De Zorgalliantie is hierbij de initiatiefnemer en versterkt zijn positie als verbinder van onderzoek, onderwijs en werkveld. Studenten en docenten van verschillende opleidingen zijn betrokken: IVS omdat het kenniscentrum Duurzame Zorg nauw verbonden is met dit instituut en wijkverpleegkundigen een belangrijke rol spelen in de thuiszorg. Dit sluit nauw aan bij het project zelfmanagement en mantelzorg van dit instituut. Toegepaste Psychologie omdat psychologische principes ten grondslag liggen aan de functionaliteiten van de Tinybots en deze principes kunnen worden toegepast bij de verdere doorontwikkeling. ICA vanwege een bijdrage aan de doorontwikkeling van de verschillende functionaliteiten van de Tinybotsmet als doel versterken in hun zelfredzaamheid en kwaliteit van leven en vermindering van belasting van de mantelzorg CE vanwege de te ontwikkelen businesscase Electrotechniek differentiatie embedded systems engineering Opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO) vanwege doorontwikkeling van het huidige ontwerp van Tinybot gericht op kosteneffectiviteit en grotere productie CvvO vanwege onderzoek naar ondernemerschap van de company Ondernemerschap om de businesscase voor ondernemers vorm te geven en om een toenemende bijdrage te leveren aan bedrijven als ‘Tinybots’ binnen het Rockstartprogramma van Health Valley op de Noviotechcampus. De bedoeling is om transdisciplinair samen te werken om met ieders eigen professionele inbreng een zo goed mogelijk resultaat te verkrijgen en lessen te leren ten behoeve van toekomstige soortgelijke proeftuinen. Gezien de regionale agenda is de verwachting is dat er in de toekomst meerdere van dergelijke projecten zullen volgen vanwege de voortgaande technologische ontwikkelingen en de toenemende vergrijzing van de samenleving. Er zal daarbij veel behoefte zijn aan de inzet van (sociale) robots, maar de acceptatie, aantrekkelijkheid en beschikbaarheid (kosten) verdienen continue aandacht. ICA heeft momenteel 90 studenten gesitueerd op de NovioTechcampus, in de nabijheid van deze innovatieve starters, zodat samenwerking met de ontwikkelaars gemakkelijk zal ontstaan en als voorbeeld zal kunnen dienen voor toekomstige werkplaatsen.
Resultaten: 1. Resultaten bij de doelgroep: mensen met cognitieve beperkingen, NAH, Korsakov a. Acceptatie van robotica door cliënt en mantelzorg b. Gepersonaliseerde interactie cliënt - Tinybot met als doel zelfredzaamheid, zelfregie, emotionele ondersteuning en kwaliteit van leven ook wanneer de conditie vermindert. c. Succesvolle ondersteuning van de mantelzorg d. Succesvol foutloos lerentraject dat leidt tot het kunnen uitvoeren van de betreffende handeling 2. 3. 4. 5.
Inzicht in factoren die acceptatie van robotica bij cliënten (en hulpverleners) bevorderen Inzicht in factoren die implementatie in verschillende settingen bevorderen Succesvolle structuur van co-creatie en participatie van cliënten en mantelzorgers Businesscase waarin duidelijk wordt wat het meest geschikt financieringsmodel is voor de Tinybots en soortgelijke producten en welke marketingstrategie daarvoor geschikt is
4
6. Ondersteuningsstructuur vanuit HAN voor ‘Rockstartprogramma’ en in het bijzonder ‘robotica’ ondernemers. Factoren die van invloed zijn op succesvol ondernemerschap in de zorg 7. Samenwerking van Health Valley en Zorgalliantie met de HAN krijgt vorm.
Activiteiten: In deze werkplaats hebben cliënten een belangrijke rol bij de toepassing en doorontwikkeling van de Tinybot. Er is sprake van co-creatie en voortdurende feedback van cliënten die weer tot verdere ontwikkeling leiden. Er vindt dus een iteratief proces plaats gedurende ruim een jaar ten behoeve van gepersonaliseerde doorontwikkeling van de Tinybots. Hierbij is tevens sprake van action learning. De opbrengsten van de verschillende deelfases zullen meegenomen worden in de volgende fase. De businesscase wordt voor de verschillende groepen uitgewerkt. Er wordt een proeftuin Tinybots gerealiseerd waaraan, naast docenten zullen deelnemen: - Studenten GGM (zorg/welzijn) om de Tinybots uit te testen bij diverse soorten cliënten - Studenten FEM om het businessplan te schrijven en een geschikte marketingstrategie te ontwikkelen - Studenten ICA om de functionaliteiten van de Tinybot door te ontwikkelen - Studenten via CvvO om een bijdrage te leveren aan onderzoek naar succesvol ondernemerschap - Twee Zorginstellingen uit de Zorgalliantie (verpleeghuizen/thuiszorg) die met cliënten en professionals een bijdrage leveren aan de proeftuinen, een zorginstelling met cliënten met NAH, een zorginstelling gericht op mensen met een verstandelijke beperking (Driestroom) - De gemeente Nijmegen die de Tinybots voor cliënten in de gemeente Nijmegen ter beschikking zullen stellen - Cliënten, vertegenwoordigd door het doelgroeppanel van Netwerk100 (een panel van oudere cliënten uit het regionale netwerk van UMC Radboud). Per doelgroep wordt een community opgericht bestaande uit studenten, docenten, professionals en cliënten(vertegenwoordigers). Vanuit de samenwerking met ‘Tinybots’ zijn we in staat om studenten uit techniek, zorg en economie op een natuurlijke manier aan deze ‘human capital’ opgave te verbinden. Deze jonge en ambitieuze ondernemers willen een bijdrage leveren aan het onderwijs middels gastcolleges, projecten en casuïstiek op onderwerpen gericht op het verbeteren van zorg, technologische middelen en ondernemerschap.
Projectpartners: Welke interne en externe partners zijn bij het project betrokken, in welke rol, in welke omvang ( aantal betrokken studenten, docenten, onderzoekers, externe partners) en met welke bijdrage? Interne partners: Kenniscentrum Duurzame Zorg Zorgalliantie Centrum voor Valorisatie en ondernemerschap Opleidingen: (afstudeerprojecten en opleidingsprojecten in propedeuse en hoofdfase): IVS (8 studenten), Pedagogiek (8 studenten), Toegepaste Psychologie (8 studenten), FEM (6 studenten), ICA (6 studenten), Elektrotechniek (18 studenten) Multiprofessionele minoren: 12 studenten
5
Externe partners: ·Instellingen: BrabantZorg, Driestroom, SMK, Pleyade, Waalboog, UMC Radboud (geriatrie, IC) Gemeente Nijmegen
Risico’s en voorwaarden: Welke externe invloeden kunnen het project negatief beïnvloeden en aan welke voorwaarden moet voldaan zijn om het project te laten slagen? Externe invloeden die het project negatief kunnen beïnvloeden zijn: - Stagnatie bij het doorontwikkelproces - Terugtrekken instellingen/cliënten die bij het project betrokken zijn - Niet/vertraagd kunnen leveren van benodigde aantallen Tinybots De belangrijkste voorwaarde voor het slagen van het project is het behouden van overzicht over de verschillende activiteiten en het bewaken van het tijdspad, binnen de flexibiliteit die de ontwikkeling en toepassing van technologie vereist.
Planning: Geef een concrete planning in tijd en activiteiten. September 2016 – december 2016 Inrichting proeftuin; werving studenten en docenten Werving cliënten 0-meting op zelfredzaamheid, kwaliteit van leven en belasting mantelzorg bij cliënten Doorontwikkeling prototype Tinybots via testing in lab situaties samen met cliënten Januari 2017-december 2017 Uitzetten Tinybots bij cliënten met functies afgestemd op gepersonaliseerde wensen Monitoren resultaten: interviews en inzet meetinstrumenten, afgestemd op de doelgroep Doorontwikkeling Tinybots (adaptatie communicatie, nieuwe gepersonaliseerde functionaliteiten, nieuwe doelgroepen) Monitoring resultaten: interviews en meetinstrumenten Ontwikkeling businesscase, passend bij de verschillende doelgroepen. Onderzoek succesfactoren bij succesvolle onderneming in de zorg Hier is sprake van een iteratief proces en action learning in communities: de resultaten van de eerste toepassingen worden meegenomen bij de verbetering en de toepassing bij nieuwe doelgroepen
Begroting: zie bijlage Stuurgroep: projectleider, vertegenwoordigers van betrokken instellingen, HAN, ondernemer, CvvO Projectgroep: · projectleider, vertegenwoordigers van docenten, cliënten, ondernemer Klankbordgroep: vertegenwoordigers van KCDZ (lectoraat acuut intensieve zorg), vertegenwoordigers van opleidingen, cliënten, instellingen. Cofinanciering (in cash en in kind): Instellingen bekostigen zelf de benodigde Tinybots, stagevergoedingen en leveren menskracht om cliënten te werven en te begeleiden met de inzet van de Tinybot.
6
Monitoring en evaluatie: Hoe wordt in de gaten gehouden of het project de goede kant uitgaat en hoe wordt achteraf beoordeelt of de resultaten en doelen behaald zijn? Stuurgroep monitort het projectverloop. Verslaglegging resultaten gericht op de vooraf vastgelegde outcomes, met daarbij tevens procesaspecten die een onderbouwing/illustratie Per doelgroep wordt een community opgericht bestaande uit studenten, docenten, professionals en cliënten(vertegenwoordigers). vormen van deze resultaten.
Verduurzaming: Hoe worden de resultaten na afloop van het project geborgd binnen langlopende onderwijs- en onderzoeksprogramma’s? Via betrokkenheid van docenten en studenten van opleidingen binnen meerdere faculteiten krijgen de (veelzijdige) opbrengsten een plaats binnen de verschillende curricula Door het opbouwen van een intensieve samenwerking met Rockstart/Health Valley krijgen de ondernemers structureel toegang tot talent (studenten) vanuit de HAN vanuit economie, techniek en zorg. Dit is nodig om de bedrijven in de groeifase ook te kunnen blijven binden aan deze regio. Het vergroten van werkgelegenheid op het thema ‘zorg en techniek’ biedt de regio met bedrijven als ‘Tinybots’ kansen voor startende studenten. Het onderwijs in ‘zorg en techniek’ krijgt een duurzame structuur, aangesloten bij projecten in de praktijk; hier leveren alle betrokken opleidingen (zowel studenten als docenten) een bijdrage aan, zodat de ervaringen kunnen worden omgezet naar andere soortgelijke projecten. Dit biedt ook mogelijkheden voor post-hbo opleidingen. De HAN krijgt via deze proeftuin inzicht in hoe jonge ondernemers en studenten uit de zorg- en sociale sector structureel kunnen worden verbonden. In de onderzoeksprogramma’s van de betrokken lectoraten/kenniscentra (duurzame zorg) kan worden voortgebouwd op de resultaten vanwege de ontwikkelde duurzame structuur. De resultaten van doorontwikkeling van de Tinybot (functionaliteiten en affectieve kwaliteiten) zijn gericht op kwaliteit van leven en zelfregie van cliënt en zijn naaste, implementatie van een sociale robot voor diverse doelgroepen, het ontwerp van een reëel businessplan en inzicht in de factoren die goed ondernemerschap bepalen binnen een proeftuinstructuur. Deze leiden tot een filmpje over de resultaten, publiciteit via congressen, publicaties in vakbladen, nieuwsbrieven van instellingen, vermelding op websites van de Han, de ondernemer, en de betrokken instellingen. Literatuur Bemelmans, R., Gelderblom, HG.J., Jonker, P., Witte, L. de. (2015). Effectiveness of robot Paro in intramural psychogeriatric care: a multicenter Quasi-experimental study. JAMDA, 1-5. Broadbent, E., Stafford, R., McDonald, B. (2009). Acceptance of healthcare robots for the older population: review and future directions. Int. J. Soc. Robots 1: 319-330. Hoogeveen, F., Groenendaal, M., Caffo, A., Perril, Y. (2014). Lerend vermogen bij dementie. TvZ 2, 42-45. Paauwe, R.A., Konijn, E.A., Keyson, SD.V., Hoorn, J.F. (2015). Minimal requirements of realism in social robots – Designing for patients with cquired brain injury. CHI ’15. Extended Abstracts Shim, B., Landeman, L.R., Davis, L.L. (2011). Correlates of care relationships mutuality among Alzheimer’s and Parkinsons’s disease carers. J. Advanced Nursing. 67(8): . doi:10.1111/j.1365-2648.2011.05618.x. Vernooy-Dassen, M. (2008). Het is zaliger te geven dan te ontvangen. Inaugurele rede. Wada, K., Shibata, T. (2007). Robot therapy in a care house – change of relationship among the residents and seal robot during a 2-month long study. In: proceedings of the 16th IEEE international symposium on robot and human interactive communication RO-MAN, Jeju Island, Korea 107-112
7
8