Programmabureau Stad Onderzoek & Statistiek
Maart 2012
Hoe gaat het met de ouderen in Waterwijk?
Waterwijk Seniorenproof Startnotitie Willen senioren in de wijk blijven wonen?
Wat hebben ze nodig om in de wijk te kunnen blijven wonen?
Telefoonnummer: 5277862
Hebt u vragen?
[email protected]
Meer informatie?
www.almere.nl
Reageren?
Waterwijk Seniorenproof Startnotitie
Programmabureau Stad Gemeente Almere Maart 2012
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
2
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Inhoudsopgave
1. Inleiding
4
2. Samenvatting resultaten onderzoek
5
3. Analyse en selectie thema’s
8
4. Hoofdlijnen plan van aanpak
12
5. Vervolg
17
Bijlage: Resultaten interviews en enquêtes Deel I. Deel II.
3
Interviews Enquêtes 55- 70 jarigen
22 29
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
1. Inleiding Aanleiding en doelstelling
Waterwijk in Almere Stad Oost krijgt op termijn te maken met een aanzienlijke vergrijzing van haar bewoners. Een ontwikkeling die de nodige eisen zal stellen aan de woningvoorraad. Uit recent onderzoek van de gemeente blijkt dat in Almere Stad en met name in Waterwijk het aantal seniorenwoningen (of voor ouderen geschikte woningen) kleiner is dan gemiddeld in Almere. Dit deed de vraag rijzen of ouderen die in de wijk willen blijven wonen dit nog wel kunnen doen, aangezien de woningvoorraad op het eerste gezicht niet geschikt lijkt. Dit riep ook vragen op over wat senioren verder nog nodig om met plezier oud te kunnen worden in hun wijk? Komen zij financieel rond? Wat missen zij in de wijk? Hebben zij familie en vrienden op wie ze terug kunnen vallen als ze zorgbehoefend zijn? Waar zit hun eigen kracht: wat kunnen zij zelf betekenen voor de wijk en haar bewoners? Hoe beleven zij de openbare ruimte? Voelen ze zich veilig in huis en in de wijk? Met andere woorden: wat is er voor nodig Waterwijk ‘seniorenproof’ te maken? En wat kunnen we hiervan leren voor andere vergrijzende wijken?
Onderzoeksvragen en opzet
Om dit vraagstuk op te pakken heeft het Programmabureau Stad een integrale projectgroep opgericht met betrokken diensten binnen de gemeente (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Dienst Stedelijke Ontwikkeling/afdeling Wonen, Dienst Stadsbeheer) en met externe partners als Zorggroep Almere, de Schoor en de woningbouwcorporaties Ymere, de Alliantie en Goede Stede. In samenwerking met team Onderzoek & Statistiek is vervolgens een onderzoek gestart onder de senioren in Waterwijk om een antwoord te vinden op de vraag: ‘hoe wordt Waterwijk Seniorenproof? ‘ en meer specifiek op de onderzoeksvragen: 1. Hoe gaat het met de ouderen? 2. Wil men in de wijk blijven wonen? 3. Wat heeft men nodig om in Waterwijk te kunnen/willen blijven wonen? Het onderzoek is in oktober 2011 uitgevoerd en bestaat uit twee delen. Deel I betreft diepte-interviews die hebben plaatsgevonden met 104 senioren, waarvan het grootste deel ouder dan 70 jaar is. Het afnemen van de interviews is gedaan door medewerkers van van in de projectgroep vertegenwoordigde partijen en een grote groep vrijwilligers veelal aangesloten bij de VMCA en de ANBO. Deel II is een schriftelijke enquête onder de 55-70 jarige bewoners van Waterwijk, waaraan 391 personen hebben meegedaan. Uiteindelijk doel is om op basis van deze uitkomsten te komen tot een plan van aanpak om de wijk daadwerkelijk seniorenproof te maken. Nevendoel is om daarmee de wijk tot een proeftuin te maken voor andere vergrijzende wijken in Almere.
Opbouw notitie
Basis voor de op te stellen startnotitie zijn de resultaten van het onderzoek. Daarom zal hiervan eerst een samenvatting worden gegeven per thema. Vervolgens zal op basis hiervan een nadere analyse en selectie van thema’s plaatsvinden. Uiteindelijk doel is om een aantal koersen te schetsen voor een plan van aanpak. Waar bestuurlijke prioriteiten of andere beleidsdoelen van belang zijn worden deze inzichtelijk gemaakt. Tenslotte wordt een doorkijk gegeven naar het vervolgtraject. De startnotitie zal een ‘levend’ document zijn, basis voor gesprekken met bewoners en partners en zal worden aangescherpt totdat een concreet plan van aanpak is gerealiseerd. In de bijlage zijn de rapportages van de twee delen van het onderzoek afzonderlijk en uitgebreider gerapporteerd. Hierin bevindt zich tevens de factsheet ‘Ouderen in Waterwijk anno 2011’, met een eerste inventarisatie van de data die vóór het onderzoek bekend waren over de betreffende populatie.
4
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
2. Samenvatting resultaten onderzoek Waterwijk is naar Almeerse begrippen een vrij gemiddelde wijk en is om die reden een geschikte wijk om als proeftuin te dienen voor de vraag wat de wijk seniorenproof maakt. Zoals elk wijk heeft ook Waterwijk een aantal kleine afwijkingen van het gemiddelde. Het aandeel jongere senioren (55-65 jaar) is hier relatief groot en zijn er iets minder 70-plussers dan gemiddeld. Dat maakt dat in deze wijk nog op tijd voorgesorteerd kan worden op een vergrijzing van de wijk. Verder wonen Waterwijkse ouderen minder vaak dan gemiddeld in een gelijkvloerse of rolstoelgeschikte woning en hebben ze een relatief lange woonduur. Het aandeel ouderen met een laag inkomen is ook iets groter dan gemiddeld en de senioren hebben daardoor iets meer moeite met rondkomen. Dat alles bij elkaar maakt deze wijk interessant om te onderzoeken: hoe geschikt is de woonvoorraad en hoe redden ouderen zich (met een kleine beurs)? Nb.: uit het onderzoek bij de ouderen in Waterwijk komt een grote diversiteit aan mogelijkheden, waarden, leefstijlen en interesses naar voren. Er kan daarom niet gesproken worden over dé ouderen in Waterwijk. Dat de respondenten hun leeftijdsgroep gemeen hebben wil niet zeggen dat ze op alle gebieden dezelfde mening hebben en op alle onderwerpen hetzelfde gedrag vertonen. Wel is het zo dat er een algemene lijn kan worden onderkend waarbij ‘jong snioren’ vaak nog actief (beweging, contacten) in het leven staan en relatief weinig gezondheidsproblemen kennen en ‘oudere senioren’ juist op deze vlakken minder scoren. Dat wil overigens niet zeggen dat er bij de jong-senioren geen knelpunten zijn. Het zal dan ook duidelijk zijn dat de ’70-jaar’ grens minder hard is dan de categorie-indeling (55-70 en 70+) doet vermoeden. In die zin is de keuze voor 70 jaar als omslagpunt vooral een methodologische keuze. Hieronder worden de resultaten van het onderzoek samengevat per thema, daarbij zoveel mogelijk uitgesplitst naar resultaten uit interviews en enquêtes.
Gezondheid
Interviews De meerderheid van de geïnterviewden wordt in enige of grote mate beperkt in hun functioneren door gezondheidsproblemen. Hun eigen vaak positieve oordeel wordt echter veelal gekleurd door hetgeen nog mogelijk is met deze beperkingen. De ouderen geven in de gesprekken de indruk zich dan ook af en toe beter voor te doen dan ze zijn. Hoe ouder men wordt, hoe minder goed de gezondheid en hoe meer beperkt men is. Daarmee neemt vaak de mobiliteit verder af en wordt de afhankelijkheid in zorg door familie, buren en of vrienden groter. Waar sociale netwerken zwak zijn wordt bij geïnterviewden vaker aangegeven dat men zich eenzaam voelt en dat men minder actief is. Enquête 55-70 jarigen Een derde van de geënquêteerden wordt in enige mate beperkt door ziekte, handicap of aandoening. De grootste beperkingen zitten in het (trap)lopen en fietsen. De oudste groep respondenten (65-70 jaar) heeft iets vaker een slechte gezondheid dan de 55-65 jarigen. Verder geldt dat hoe lager het inkomen hoe slechter de gezondheid. Ook alleenstaanden, bewoners van etagewoningen en huurwoningen hebben vaak een minder goede gezondheid dan de andere ouderen.
Zorg
Interviews De respondenten zijn tevreden over de officiële zorgvoorzieningen zoals de voorzieningen in het gezondheidscentrum en de thuiszorg. Met betrekking tot de thuiszorg wordt het als minder prettig ervaren dat er vaak verschillende mensen langskomen. Veel ouderen krijgen mantelzorg van met name familie die in Almere woont, maar ook van buren of vrienden. Zorgpunt is de groep ouderen die geen familie (meer) hebben in Almere en beschikken over een beperkt netwerk.
Mobiliteit
Interviews De mobiliteit van de ouderen hangt logischerwijs grotendeels af van hun gezondheid. De meeste ouderen hebben geen moeite de door hen gewenste bestemmingen te bereiken. Een klein deel van de ouderen gaat zonder hulp van anderen niet de deur uit. Naarmate de gezondheid slechter is gebruikt men vaker een rollator en scootmobiel en minder vaak fiets, auto en openbaar vervoer. Ouderen die een rollator gebruiken bij het lopen komen vaak niet verder dan de supermarkt, in een aantal gevallen het enige uitje of activiteit van de dag. De bereikbaarheid van bushaltes wordt verschillend beoordeeld: er zijn meerdere ouderen die vinden dat de afstand tot een bushalte te lang is. Opvallend is het groot aantal keer dat ouderen hun beperkte mobiliteit noemen bij sneeuw en vrieskou. Met dergelijk winterweer zijn de voorzieningen als winkels, gezondheidscentrum en bushaltes veel moeilijker te bereiken en zijn de sociale contacten ook beperkter.
5
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Sociale contacten
Interviews Veel ouderen wekken de indruk eenzaam te zijn en contacten te missen. In de gesprekken wordt dit thema vaak genoemd. Op het voluit erkennen dat men eenzaam is (1 op de 7) lijkt ook een taboe te liggen. Uit de antwoorden van de ouderen blijkt dat mensen zich vaker eenzaam voelen naarmate ze ouder zijn, vrienden en familie wegvallen en de gezondheid en mobiliteit afnemen. Hoe eenzamer deste meer men activiteiten mist. En: hoe meer beperkingen door gezondheid en beperkte mobiliteit, des te eenzamer men is Zeker als men slechter ter been is die behoefte aan iemand in de buurt of straat groter. Interviewers troffen soms in een zelfde straat ouderen aan met een dergelijke wens zonder dat men dat van elkaar wist. Burencontacten zijn veelal beperkt. Waar sprake is van concentraties van ouderen (bv. Seniorenflat) hebben bewoners veel meer mogelijkheden om een intensiever contact met elkaar te hebben. Overigens zijn burencontacten vaker beperkt waar ouderen ‘andere normen en waarden’ ervaren bij de instroom van nieuwe vaak jongere buurtbewoners. Enquête 55-70 jarigen Slechts een klein deel van de ondervraagde senioren is niet tevreden over zijn of haar sociale contacten. De helft heeft veel contacten en dan met name met familie in Almere; ruim een derde heeft weinig sociale contacten maar geeft aan dat dit okay is. Toch voelt ruim een kwart van de senioren voelt zich wel eens eenzaam. Ook mensen met veel sociale contacten geven aan zich wel eens eenzaam te voelen. Alleenstaanden geven vaker dan de andere ouderen aan eenzaam te zijn. Driekwart van de 55-70 jarigen in Waterwijk heeft familie in Almere wonen en bijna alle ouderen hebben vrienden en/of kennissen in de stad. Een op de acht senioren heeft bijna nooit tot nooit contact met de buren. Een beperkt aantal ouderen (6%) geeft aan niemand te hebben in hun omgeving om op terug te vallen bij noodgevallen; dit zijn vooral alleenstaande mannen.
Voorzieningen en activiteiten
Interviews Over de sociale voorzieningen en activiteiten in de buurt zijn de meningen sterk verdeeld. Een kleine groep ouderen is actief in de buurt, een grote groep niet. Veel geïnterviewden hebben geen interesse in buurtactiviteiten, al dan niet omdat de activiteiten die er zijn hen niet aanspreken. Ook wordt vaak genoemd dat men zich niet thuis voelt in het buurthuis. Anderzijds is er een groep die vindt dat er te weinig activiteiten in de buurt zijn zoals sportieve en creatieve activiteiten en die de gezelligheid mist van leeftijdsgenoten. In het buurtcentrum De Draaikolk worden vooral geschikte activiteiten gemist of men vindt het buurthuis te duur (consumpties) of wordt niet herkend als locatie voor ouderen. Geïnterviewden zijn veel positiever over het buurthuis die de corporatie ter beschikking heeft gesteld in een seniorenflat. Een vijfde van de ouderen ervaart een drempel om aan activiteiten mee te doen: eenzaamheid, gezondheid en/of financiën zijn veel genoemde redenen. Wat betreft de winkelvoorzieningen zijn de meeste ouderen tevreden over de 2 supermarkten in de buurt, maar missen ze gevarieerde, kleinere winkels. Vaak wordt dit in een adem genoemd dat ‘het zo stil is in de wijk, er gebeurt niets’. Enquête 55-70 jarigen Bijna de helft van de geïnterviewden heeft een betaalde baan. Mannen hebben dit vaker dan vrouwen, en hoe ouder men is, hoe minder vaak men betaalde werkzaamheden verricht. Bijna een kwart van de 55-70 jarigen doet vrijwilligerswerk en ruim een kwart geeft mantelzorg en een vijfde weet nog niet of het vrijwilligerswerk/mantelzorg wil doen (en staat hier dus niet negatief tegenover). De grote meerderheid doet aan sport of beweegactiviteiten en ook culturele activiteiten worden door een substantiële groep gedaan.
Financiële situatie
Interviews Een kwart van de geïnterviewden geeft aan net rond te kunnen komen, ze houden niets over of teren in op hun spaargeld Alleenstaande vrouwen hebben de meeste moeite om rond te komen. Een groot deel van de ouderen komt ondanks hun (relatief) lage inkomen toch redelijk goed rond omdat ze lage kosten hebben. Enquête 55-70 jarigen De helft van de 55-70 jarigen heeft moeite met rondkomen: 16% komt zeer moeilijk rond, 34% komt net rond. Het gemiddeld inkomen van de ‘jong senioren’ bevindt zich in de middenmoot vergeleken met andere Almeerse wijken. Het inkomen van een vijfde van de huishoudens is echter laag (minder dan €1.350 netto per maand).
Openbare ruimte en Veiligheid
Interviews Over de openbare ruimte is men over het algemeen tevreden. Vooral over de ruimte en de groene omgeving zijn de respondenten positief. De bewoners in delen van de wijk waar groot onderhoud heeft plaatsgevonden zijn positiever dan de andere bewoners. Bij de seniorenflats aan de Leeghwaterplas wordt veelvuldig geklaagd over ontbrekende voorzieningen (wandelpaden, bankjes) en met name groen van bomen die het zicht op de plas ontnemen. Blijvende ergernissen voor veel ouderen zijn tegelverzakkingen, slecht onderhouden achter6
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
paden, wortelopdruk en gladheid in de winter. Over het algemeen voelen de ouderen zich redelijk veilig. ’s Avonds gaat men echter niet op pad en wordt de deur niet meer opengedaan. In sommige delen van de wijk zijn in het recente verleden overvallen geweest, hetgeen het angstgevoel daar heeft doen toenemen.
Wonen
Interviews De meerderheid van de senioren is tevreden met de huidige woning en wil niet meer verhuizen. Veel bewoners hebben bij afwezigheid van een betaalbaar alternatief van gelijkvloers wonen in hun wijk, de woning aangepast aan fysieke beperkingen (traplift, verhoogd, wc etc.). Toch geven veel mensen aan in een gelijkvloerse woning te willen wonen, ook mensen die eigenlijk niet willen verhuizen. Veel ouderen zien wel in dat er een moment kan komen waarop ze moeten verhuizen, afhankelijk van hun gezondheid. Maar hoe dit traject eruit ziet is voor de meeste ouderen onduidelijk. Er is ook een groep ouderen die verwacht dat er in de toekomst aanpassingen aan de woning nodig zijn, zoals een traplift. Enquête 55-70 jarigen De meeste ondervraagde ouderen wonen al langer dan 20 jaar in Waterwijk. Driekwart woont in een rijwoning. Vier van de vijf is eigenaar van de woning. Een hoog percentage (60%) wil graag verhuizen, de meesten niet in de nabije toekomst, maar over een jaar of 5 à 10. De meest genoemde redenen om te willen verhuizen zijn de kenmerken van de huidige woning en de gezondheid of (toekomstige) behoefte aan zorg. Wat betreft woningkenmerken wordt de voorkeur voor een gelijkvloerse woning veruit het meest genoemd. Daarna wordt het meest genoemd dat men een kleinere woning wil of een huurwoning. Van de mensen die willen verhuizen wil een derde in Waterwijk blijven, maar heeft de helft geen voorkeur of weet het nog niet. Om oud te kunnen worden in de eigen woning zijn volgens de bewoners aan bijna driekwart van de huidige woningen aanpassingen of verbouwingen nodig. Tien procent van de ouderen woont nu in een woning die helemaal voldoet aan hun ideale woning om in oud te worden.
7
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
3. Analyse en selectie thema’s Noodzaak differentiatie woonvoorraad
Een van de directe aanleidingen voor het onderzoek was het berekende tekort aan gelijkvloerse woningen voor ouderen op de middellange termijn. Een van de opvallende uitkomsten van het onderzoek is dat bewoners in de praktijk en tot op zekere hoogte flexibel omgaan met hun woonsituatie als zij fysieke beperkingen ondervinden door ziekte. In Waterwijk zijn -zo blijkt- de meeste trapliften geplaatst van heel Almere en blijkt de woonvoorraad beter aanpasbaar dan gedacht. Aandachtspunten voor de toekomst zijn: aanpassen van woningen en flatgebouwen waar mogelijk en labelling van seniorenwoningen om te voorkomen dat aangebrachte voorzieningen worden verwijderd om een andere doelgroep te huisvesten. Bewoners geven aan dat voor de langere termijn deze situatie niet optimaal is en dat zij uiteindelijk een gelijkvloerse woning preferen, het liefste in de Waterwijk; zo blijkt met name uit enquêtes onder de 55-70 jarigen. De kans is dan ook groot dat de ‘keuze’ om de woning aan te passen een logisch gevolg is van het ontbreken van voldoende geschikt en betaalbaar aanbod in de wijk. De ervaring leert dat dergelijke woningaanpassingen een afdoende maatregel zijn voor circa vijf jaar en dat daarna ingrijpendere maatregelen nodig zijn. Overigens is woningaanpassing voor de snel groeiende groep ouderen met dementie geen optie die soulaas biedt. Daarom zal naast het vergroten van de aangepaste voorraad ook een aanvullend en gedifferentieerd aanbod gerealiseerd moeten worden, aantrekkelijk genoeg om ook de groep jong-senioren te verleiden in de wijk te blijven wonen. Daarmee kan tevens een doorstroming binnen de woonvoorraad tot stand worden gebracht. De relatief kleine rij-/woningen lijken geschikte woningen voor starters op de woningmarkt. Een ander gesignaleerd probleem is de onduidelijkheid voor bewoners – en met name de 70-plussers - wat de mogelijkheden zijn van aanpassingen en vooral: of zij op termijn in aanmerking komen voor een verzorgingstehuis. Dit laatste item is iets wat nog onvoldoende inzichtelijk is, niet alleen voor bewoners maar ook voor de gemeente en mogelijk betrokken partners zelf. Zo is er binnen de gemeente geen inzicht in benodigde woon/zorg-capaciteit en is het onduidelijk of de markt deze potentie vanzelf en vooral tijdig en in de gewenste kwaliteiten oppakt. Thema 1. wonen: Daarmee is het ‘wonen’ een belangrijk thema om verder uit te werken naar: Aanpassing woningen Doorstroming in de wijk én naar verzorgingstehuis Nieuwbouw gedifferentieerd aanbod. Er is gebleken dat op het vlak van de communicatie rondom deze thema’s en naar de betrokken doelgroep nog een slag gemaakt kan en moet worden.
Participatie en zelfredzaamheid onder druk
Over het algemeen gaat het best goed met de ouderen, maar er zijn grote verschillen. Temeer daar de leeftijdsrange (55-70+) zowel de vaak nog zeer actieve jong-senioren als ouderen-met-gezondheidsbeperkingen omvat De verschillen worden dan ook sterk bepaald door het verband wat er is tussen leeftijd en gezondheid. Hoe ouder men is, hoe minder gezond. Daarnaast geldt dat hoe ouder men is, hoe meer beperkt, hoe minder mobiel, hoe minder men sport en beweegt, hoe minder sociale contacten en vaker eenzaam, hoe minder vaak actief als vrijwilliger, en hoe minder vaak men meedoet aan activiteiten in de wijk. Deze uitkomsten zijn zeer herkenbaar uit de interviews en enquêtes. Eenzaamheid is bij ouderen een terugkerend thema in combinatie met het beperkt deelnemen aan activiteiten c.q. het ontbreken van activiteiten waar ouderen belangstelling voor hebben. .
8
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Fig: 1 Relaties thema’s Thema 2: sociale contacten en activiteiten In bovenstaande figuur is te zien op welke wijze ‘activiteiten’ en ‘sociale contacten’ gerelateerd kunnen zijn aan de gezondheid en het welbevinden van ouderen Deze aspecten lijken dan ook essentieel voor het behoud van zelfstandigheid, zelfredzaamheid en participatie en daarmee voor een goede gezondheid. Beide thema’s hangen uiteraard sterk met elkaar samen: deelnemen aan activiteiten met anderen zal veelal leiden tot meer sociale contacten. Ook zonder specifieke activiteiten is het voor ouderen van belang contact te hebben met familie, vrienden en buurtgenoten. Ontmoeten –fysiek of digitaal- is dan een belangrijke voorwaarde om nieuwe contacten te leggen en bestaande te onderhouden. Ouderen blijken het meeste contact te onderhouden met familie. Een grote groep ouderen geeft aan zich eenzaam te voelen en een vriend(in) in de buurt te missen of gewoon iemand om zo nu en dan koffie te drinken of naar het centrum/ supermarkt te gaan. Dit geldt niet alleen voor de oudsten: ook onder de 55-70 jarigen zijn er mensen die zich eenzaam voelen. Ouderen geven aan ook maar beperkt deel te (willen) nemen aan activiteiten, vooral ook door het ontbreken van geschikte activiteiten voor ouderen. Buurtcentrum de Draaikolk wordt maar door weinigen gezien als een ontmoetingsplek voor ouderen. Redenen hiervoor zijn wisselend: geen of onvoldoende aanbod van activiteiten voor ouderen, te decentraal in de wijk, generatiekloof met jeugd die veel gebruik maakt van het buurthuis. Op kleinere schaal functioneert wel goed een door de woningcorporatie ter beschikking gestelde ‘buurtkamer’ voor bewoners in de seniorenflat aan het Walvisplein/ Haaiplein. De beide supermarkten zijn niet alleen vaak het enige uitje in de wijk maar zijn ook plekken waar ouderen elkaar kunnen ontmoeten. Men mist de kleine winkeltjes. Verder wordt in veel interviews genoemd dat het mooi wonen is in de Waterwijk maar wel heel erg stil. Er gebeurt zo weinig, men mist gezelligheid of leuke evenementen in de wijk etc. Naast allerlei zaken die het leven in de wijk kunnen veraangenamen zijn dat ook heel praktisch de klussen waar men niet meer aan toe komt, zoals het onderhoud van de tuin, het leren werken met een computer etc. Kortom het aanbod van activiteiten en beschikbare ontmoetingsplekken in Waterwijk is beperkt en sluit bovendien onvoldoende aan bij de belevingswereld en wensen van ouderen. Dit thema zal verder uitgewerkt moeten waarvoor de volgende uitgangspunten gehanteerd kunnen worden: - activiteiten die aansluiten bij behoefte ouderen - activiteiten en contacten organiseren op straat- en buurtniveau: herkenning, communicatie hierop aanpassen. - ontmoeting centraal - stimuleren van beweging en voorlichting gezonde voeding - benutten van wat men nog wél kan: hobby’s, vaardigheden, ervaringen. - verbindingen leggen tussen ouderen en jongeren - vraag en aanbod van bewoners bij elkaar brengen Thema 3 : aantrekkelijke, veilige en toegankelijke openbare ruimte Over het algemeen zijn ouderen tevreden met de inrichting van de openbare ruimte. Waar het groot onderhoud is uitgevoerd in de wijk voldoet de openbare ruimte aan de basisvoorwaarden van mobiliteit en toegankelijkheid voor minder validen. Toch komen ook uit dit deel van de wijk ook klachten of verzoeken om bv. 9
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
groen te verwijderen of meer banken te plaatsen. De inrichting van de openbare ruimte kan ook met kleine aanpassingen aantrekkelijker worden gemaakt voor ouderen zodat deze ook echt uitnodigt voor verblijven, ontmoeting en activiteiten. Het verhogen van het veiligheidsgevoel is daarnaast een andere randvoorwaarde voor het verhogen van de participatie. Deze veiligheid kan samenhangen met de fysieke inrichting (bv voldoende verlichting) maar ook met sociale aspecten (bv hangjeugd/ onbekendheid andere generatie). Ook dit speelt in delen van de wijk. Veel ouderen geven aan weinig te hebben met de nieuwe instroom in de wijk, men kent en deelt hun normen en waarden niet. Onbekendheid met en angst voor rondhangende jeugd op straat vergroot voor ouderen hun gevoel van onveiligheid. Randvoorwaarden voor uitwerking van dit thema zijn: - inspelen op bewonerswensen openbare ruimte - faciliteer ontmoeting tussen jongeren en ouderen, autochtoon/allochtoon Thema 4 : zelfredzaamheid De zelfredzaamheid is in het geding wanneer de gezondheid slecht is, wanneer sprake is van een sociaal isolement en/of een situatie waarin mensen zeer slecht kunnen rondkomen. Relaties zijn er ook tussen deze factoren. Het onderzoek heeft aangetoond dat er een directe negatieve relatie is tussen inkomen en gezondheid: een slechtere gezondheidssituatie wordt eerder aangetroffen bij ouderen met een laag inkomen. Financiële problemen leiden er bovendien toe dat er minder geld is om deel te nemen aan betaalde activiteiten of sociale contacten te leggen. Eenzaamheid of erger, een sociaal isolement tast direct de zelfredzaamheid aan en daarmee de eigen kracht van bewoners. Een substantieel deel van de ouderen en jong senioren (55-70 jaar) heeft in het onderzoek bovendien aangegeven zeer moeilijk rond te kunnen komen. De indruk bestaat dat het niet rondkomen een taboe is en slechts in beperkte mate is bevestigd in interviews zodat de werkelijke situatie mogelijk nog slechter is. De omvang van ouderen met financiële problemen zal mogelijk ook samenhangen met het feit dat het aandeel ouderen met een laag inkomen is in Waterwijk groter dan gemiddeld. Voor de uitwerking van dit thema geldt: - een gerichte aanpak aan huis / achter de voordeur - continuïteit in aandacht en zorg (‘vinger aan de pols’)
Ontbreken van efficiënte en effectieve samenwerkingsstructuur
De uitkomsten uit het onderzoek in de Waterwijk geven aanleiding om eens kritisch stil te staan bij de organisatie van hulpverlening. Daar zijn een paar redenen voor. Met de interviews is een in omvang substantiële groep ouderen aangetroffen in de wijk die zich eenzaam voelt, moeilijk rondkomt en/of weinig actief of in beweging is. De indruk bestaat dat veel professionals en vrijwilligers bij ouderen diensten verlenen en met name op deelaspecten actief zijn; van een integrale aanpak waarbij de oudere op alle facetten wordt benaderd lijkt geen sprake. Vaak zit men op hogere leeftijd in een zorgtraject en wordt er weinig geïnvesteerd in het verhogen van de participatie. Waar wel aandacht is vanuit de welzijnssector – bijvoorbeeld het preventief huisbezoek onder ouderen – ontbreekt soms de continuïteit in aanpak en is een netwerk rond de ouderen nog niet aanwezig en is sprake van een terugval in de oude situatie van ouderen. Een andere reden om bij dit onderwerp stil te staan is de noodzaak om meer aan preventie te doen: het stimuleren ouderen actief te zijn voorkomt of stelt in ieder geval een zorgtraject langer uit. Deze noodzaak is momenteel zeer actueel nu kosten van zorg toenemen terwijl budgetten teruglopen. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat de lokale ondersteuningsstructuur efficiënter en vooral effectiever kan en moet functioneren. Met de lokale ondersteuningsstructuur bedoelen we de ordening van het werkveld van de ondersteuning aan mensen in een kwetsbare positie en de manier waarop we maatschappelijke organisaties en bewoners/vrijwilligers daarbij samenwerken. Daarom benoemen we dit als afzonderlijk thema, niet omdat dit als zodanig is benoemd door ouderen maar omdat dit een conclusie is op basis van de uitkomsten van het onderzoek. Thema 5 : lokale ondersteuningsstructuur. De ambitie is om in de Waterwijk een begin te maken met het omvormen van de huidige complexe en soms gefragmenteerde ondersteuningsstructuur waar het de zorg voor ouderen betreft en wel zodanig dat een meer integrale aanpak wordt gerealiseerd: effectiever en uiteindelijk goedkoper. Doel is om in de wijk het bestaande netwerk rond ouderen te versterken en vooral zodanig te organiseren dat in een vroeg stadium signalen van ouderen worden gedeeld en hierop gericht actie kan worden ondernomen. Deze actie zal veel meer dan in het verleden gericht moeten zijn op preventie en het benutten van de eigen kracht van ouderen en vooral van hun netwerk als potentiële mantelzorger.
10
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Uitgangspunten die hiervoor kunnen worden genoemd zijn: o benutten en verbinden van kennis, signalen van frontlijners (vrijwilligers, professionals die dagelijks in de wijk bij bewoners komen) in integraal team o organiseer en benut netwerken van bewoners rond ouderen / vrijwilligers o bereik ouderen door stimuleren van ontmoeting en activiteiten o verbinden van behoefte aan aandacht, activiteiten en zorg met bestaande aanbod van informele en formele aanbieders op terrein van wonen, zorg en welzijn. o uitgaan van de kracht van de bewoner o aansluiten op bestaande netwerken van gebiedswerkers o voorzien in een opschalingsmodel voor complexere gevallen
11
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
4. Hoofdlijnen plan van aanpak Nu op basis van de enquêtes en interviews de meest actuele thema’s zijn gedefinieerd kan een eerste aanzet voor operationalisering worden gemaakt. Welke projecten of onderzoeksvragen kunnen geformuleerd worden? Voordat het zover is, is het goed notie te nemen van een aantal uitgangspunten die momenteel actueel zijn of bestuurlijk prioriteit hebben. Deze uitgangspunten bepalen mede welke projecten wenselijk zijn of hoe we projecten moeten inrichten. Een aantal van deze uitgangspunten zijn hiervoor soms al voorbij gekomen in welk geval volstaan kan worden met een korte toelichting. Een aantal van deze ontwikkelingen biedt tegelijk een kans om Waterwijk als ‘proeftuin’ te benutten.
Uitgangspunten 1. Burgerkracht en vraaggericht werken ‘Eigen kracht’, activerend burgerschap, burgerkracht: het zijn de leidende principes in veel ontwikkelingen op het gebied van zorg, welzijn en vitale wijken. Het is een van de bepalende thema’s in het college-akkoord (Oostvaardersakkoord), in de WMO en het Transitietraject binnen de gemeente (decentralisatie van rijkstaken naar gemeente op het gebied van o.a. AWBZ, Jeugdzorg). Het besef is gegroeid, al dan niet onder invloed van bezuinigingen, dat burgers meer zelf verantwoordelijk zijn voor hun leven en dat vooral de eigen kracht van bewoners het uitgangspunt van (niet) handelen voor de overheid moet zijn. De burger weet zelf het beste wat hij nodig heeft en is ervaringsexpert bij uitstek voor alles wat in zijn directe leefomgeving van belang is. Burgerkracht en in het verlengde daarvan vraaggericht werken door organisaties is dan ook een leidend thema in zorg voor en welzijn van ouderen en in het streven ouderen zo lang mogelijk op eigen kracht thuis te laten wonen. Ook waar het gaat om het versterken van de leefbaarheid in de wijk verdienen ideeën en initiatieven van bewoners zelf alle ondersteuning waar mogelijk binnen de gemeente en daarbuiten. Actief burgerschap verhoogt immers de betrokkenheid bij de buurt en haar bewoners en maakt het leven in de wijk een stuk aangenamer. Dit principe van burgerkracht zal sterk bepalend zijn voor de keuze van maatregelen: zoveel mogelijk aansluiten bij de leefwereld en wensen bewoners en een meer faciliteren en stimuleren door de overheid. 2. Van zorg naar preventie Een vergrijzende bevolking en teruglopende budgetten in de zorg onderstrepen nog eens het belang om nog sterker in te zetten op preventie. Dit kan in de sfeer liggen van meer activiteiten, bewegen, minder en gezondere voeding maar ook op het meer sociale vlak. Het belang van actief worden en contacten opdoen wordt vanuit deze optiek wat minder vrijblijvend: het wordt bittere noodzaak om hier doelgericht aan te werken als we de toenemende claim op de ‘zorg’ willen beheersen. 3. Verbinden We leggen verbindingen tussen mensen, tussen generaties, tussen vraag en aanbod etc. Het gaat dan bijvoorbeeld om het matchen van vraag en aanbod in een straat of buurt. Maar het verbinden kan ook betrekking hebben op beleidsdoelen. Waar vanuit onderwijs doelen zijn geformuleerd om de onderwijsprestaties van leerlingen te verbeteren kan mogelijk de wijk een vindplaats zijn van kennis en ervaring waar leerlingen van kunnen profiteren. Verbindingen kunnen ook gelegd worden tussen generaties. Een gevoel van onveiligheid bij ouderen wordt soms ook veroorzaakt door een onbekendheid met de huidige generaties jongeren. Door in een wijk zoveel mogelijk slimme verbindingen te leggen kunnen verschillende doelen worden bereikt zonder dat daarvoor altijd grote sommen geld voor nodig zijn. 4. Sociale innovatie en samenhang door technologie Het werken aan een vitale samenleving is en blijft mensenwerk, maar technologie kan daarin heel nuttig en ondersteunend zijn. Almere is een relatief jonge stad en heeft alles in zich om voorop te lopen in technologische toepassingen in de samenleving. De stad beschikt immers over een hypermodern glasvezelnet. Afgelopen jaar is in Almere het Almere Smart City project gestart dat handen en voeten gaat geven aan de vraag: wat kan technologie de Almeerse samenleving bieden op een aantal terreinen, waaronder sociale innovatie en samenhang, duurzaamheid en stadsbeheer en andere gemeentelijke diensten.
Uitwerking thema’s De in het vorige hoofdstuk genoemde thema’s worden hieronder verder uitgewerkt en waar van toepassing: aan de hand van de hiervoor genoemde uitgangspunten.
12
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Thema 1: Wonen
De uitkomsten uit dit onderzoek zijn tezamen met het recente Woningmarktonderzoek een goede basis voor verdere acties. De komende jaren zal ingezet worden op de volgende koersen: Aanpassen o van woningen en aansluiten bij behoefte van mensen die toch in de woning willen blijven en waar woningen het ook kunnen 'hebben'. Dat betekent bijvoorbeeld liften bijplaatsen en labelen van aangepaste woningen om meer aanbod te creëren. Hiervoor zullen we nauw optrekken met woningbouwcorporaties. o Verder moeten we werken aan een betere informatieverstrekking naar bewoners. Wat zijn de mogelijkheden, wat zijn de effecten van bezuinigingen en wat als aanpassing niet meer toereikend is en een andere woonvorm noodzakelijk wordt. Deze informatie moet eenduidig ontsloten en beschikbaar zijn voor bewoners. Doorstromen: o naar instelling: stadsbreed is meer informatie nodig en vooral zal een antwoord gevonden moeten worden op de vraag of er in de toekomst voldoende, gedifferentieerd en tijdig aanbod is aan ‘wonen en zorg’. Voordat de ‘markt’ dit vanzelf oppakt is onderzoek wenselijk naar benodigde omvang en locaties in de stad. o binnen de wijk: bewoners die nu nog groot wonen en naar kleiner willen verhuizen binnen de wijk. Onderzoek zal moeten plaatsvinden naar toepassing van de voordeelregeling en andere toepassingen om doorstroming van senioren mogelijk te maken. Nieuwbouw: o van kleinschalige complexen bijv. bungalows / woongroep voor ouderen. Dit met oog op mensen die nu tussen 55-70 jaar zijn, voorsorteerders verleiden. Een relatie kan hierbij gelegd worden met ‘doorstroming’ en vergroten van het gedifferentieerde aanbod en versterken van vitaliteit wijk. Binnen de wijk zullen locaties in beeld gebracht worden. Waar mogelijk sluiten we zoveel mogelijk aan bij c.q. ondersteunen we bewonersinitiatieven op dit vlak en zullen we bij de invulling van nieuwe locaties nauw optrekken met bewoners.
Thema 2: sociale contacten en activiteiten
Kern van de opgave in de Waterwijk ligt zogezegd op de preventie door het versterken van de sociale contacten en het actief en gezond houden van ouderen waardoor zij zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren in hun huis en wijk. In het vervolgtraject zal de nadruk liggen op de volgende items: 1. nieuwe activiteiten 2. functie en programmering ontmoetingsruimten (o.a. Buurthuis, sporthal) 3. aansprekende communicatie ad 1. Nieuwe activiteiten We gaan met bewoners onderzoeken waar zij in de wijk behoefte aan hebben en aan welke activiteiten zij deel willen nemen of beter nog: welke activiteiten zij willen organiseren in een ruimte gefaciliteerd door gemeente of andere partners. Projecten zullen –conform de uitgangspunten als genoemd in het vorige hoofdstuk- vooral dichtbij ouderen georganiseerd en zoveel mogelijk persoonlijk, ‘warm’ onder de aandacht gebracht moeten worden. Het laatste geldt naar verwachting met name voor de oudere senioren. Deze behoeftevraag geldt uiteraard ook voor ‘jong senioren’ (55-70); mogelijk hebben zij ook belangstelling zich in te zetten voor vrijwilligerswerk in de wijk c.q. mantelzorg voor de oudere wijkbewoners. Voorbeelden zijn divers: - gemeenschappelijke maaltijden - inzet sociaal makelaar: actief op zoek naar matchen vraag en aanbod van bijvoorbeeld klussen, hobby’s. - cursusaanbod ouderen fitness, computerles - woonkamer activiteiten in buurthuis of elders (kaartclub, biljart etc.) Een aantal van deze activiteiten laten zich goed combineren of toepassen met de volgende projecten waarvan we gaan onderzoeken of die in de wijk uitgevoerd kunnen worden: Onderwijsdoelstellingen en ouderen Het verhogen van de kwaliteit van onderwijs, het voorkomen van schooluitval, het opdoen van werkervaring hebben bestuurlijk prioriteit en laten zich mogelijk verbinden aan het project Seniorenproof Waterwijk. Zo kunnen kennis en vaardigheden van ouderen in worden gezet voor jongeren (mentorschap, voorleesoma’s, rekenbijlesopa’s) maar kan dat ook andersom. Maatschappelijke stages van VO, stages ROC kunnen ‘landen’ bij ouderen in de Waterwijk. Het project ‘Learn to Work’ (herintredende schooluitvallers) dat al loopt in de
13
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Waterwijk, kan verder worden uitgerold in de wijk (Koken met ouderen, klussen aan huis etc.). We gaan dit mogelijke project verder verkennen met onderwijs en welzijnsstichting. SeniorLive Deelname aan activiteiten hoeft niet altijd fysiek plaats te vinden. Een voorbeeld van een innovatieve ontwikkeling is het project ‘senior live’. Dit betreft een plan voor het op maat bieden van digitale en fysieke diensten aan ouderen. Een bestaande aanbieder van alarmeringssystemen voor ouderen wil – zo is het idee- aanvullende diensten op het gebied van welzijn en zorg organiseren c.q. leveren omdat het alarmeringssysteem vooral gebruikt wordt om contact te krijgen. Op deze wijze kunnen ouderen, geheel ‘vraaggestuurd’ worden voorzien van de juiste zorg, contacten (videocontact huisarts, apotheek/hulpverlener) of on-line activiteiten (fysio, fitness, computercursus). Ook hier snijdt het mes aan verschillende kanten: naast meer activiteiten kan dit systeem voorzien in een vroegtijdige signalering van problemen en leert het ouderen actief te worden met digitale toepassingen. Meer over dit laatste in het volgende project. Digitale infrastructuur GLAS Almere beschikt over een zeer geavanceerde en snelle glasvezelinfrastructuur die het mogelijk maakt een uitbreid pakket van slimme diensten te leveren/af te nemen. Denk daarbij aan diensten op het gebied van welzijn/zorg, veiligheid, contact/communicatie. De doelstelling zou moeten zijn om zoveel mogelijk ouderen op het GLASnet te krijgen. Uit onderzoek is bekend dat eenmaal aangesloten en kundig dit een zeer effectief medium is in het zelfredzaam houden van ouderen. Als we ouderen en kinderen over de streep weten te krijgen met bv 2 jaar “gratis” aansluiting, is een belangrijke voorwaarde gerealiseerd voor een innovatieve dienstverlening op een breed terrein.
Fig 2. Overzicht van overlap Seniorproof Waterwijk met andere projecten Ad 2. Functie en programmering buurthuis en ontmoetingsruimten De wijk kent weinig locaties waar ouderen, zowel 55-70 jaar als 70+, elkaar kunnen ontmoeten. De huidige programmering van het buurthuis behoeft aanpassing, zo maakt het onderzoek duidelijk. Minder commercieel en meer herkenbaar als ontmoetings- en activiteitenruimte waar men vrij inloopt en ‘kan verpozen op een terrasje aan de Leeghwaterplas’ en waar men terecht kan voor informatie voor o.a. ouderen (spreekuren corporatie, woningaanpassingen, gezondheid etc). Zo luidt een selectie van ideeën uit de interviews. De huidige kleinschalige buurtkamer die door de corporatie ter beschikking is gesteld, is een concept dat goed aansluit bij de wensen van ouderen en zou op meer plaatsen in de wijk toepassing kunnen vinden. Alternatief is een dergelijke ‘buurtkamer’ bij tourbeurt bij ouderen zelf (‘Op de koffie bij….’). Ook een sporthal en de gymzaal in de wijk bieden mogelijk ruimte voor meer activiteiten voor ouderen van diversere leeftijden, met het accent op bewegen. Mogelijkheden om dit gebruik te vergroten zullen onderzocht worden.
14
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Ad 3. Aansprekende communicatie Tenslotte zal de wijze van communiceren naar ouderen beter moeten. Het bereik via internet en een periodieke advertentie in een gratis ‘Huis aan huis’-krantje blijken in de praktijk niet afdoende. Er is meer voor nodig om ouderen te bewegen deel te nemen aan activiteiten: persoonlijke uitnodiging en wellicht ook meer activiteiten en bekendheid geven op schaalniveau van straat/buurt. Het buurthuis – of andere ontmoetingsplekken als het Zorgcentrum- zouden mogelijk meer kunnen betekenen als vindplaats van informatie, inlooppunt voor allerlei vragen, spreekuur ouderen etc. Kortom: dit vergt een andere manier van communiceren waarvoor we met ouderen in rechtstreeks overleg gaan.
Thema 3: aantrekkelijke, toegankelijke en veilige openbare ruimte
Dit thema staat zoals gezegd in het teken van het bevorderen van de participatie van ouderen in de openbare ruimte: de inrichting ervan en het gebruik ervan door verschillende doelgroepen hebben invloed op deze participatie. Een aantrekkelijke en goed toegankelijke openbare ruimte Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn een aantal mogelijke speerpunten of maatregelen in beeld: - Mobiliteit van ouderen: strooiroutes van seniorencomplexen naar buurtwinkelcentrum/supermarkt. Deze actie wordt momenteel al door Bewonersplatform Waterwijk en gemeente opgepakt in het kader van het Wijkactieplan. Onduidelijk is nog wat het effect is van bezuinigingen en b.v. herindicaties scootmobiels waardoor in sommige gevallen ouderen niet meer in aanmerking komen voor een scootmobiel. - Leeghwaterplas nabij seniorencomplex: hier leeft de wens om meer te doen met het park (verblijfskwaliteit vergroten) en door groenmaatregelen het zicht vanuit flats op het water te verbeteren. Dit gaan we met bewoners verder oppakken. - Inspelen op wensen seniorenflats Haaiplein, Walvisplein: i.s.m. corporatie bezien waaraan bewoners behoefte hebben en wat zij zelf willen/kunnen doen in en rondom de flats. Veiligheidsgevoel Oplossingen voor het verhogen van het veiligheidsgevoel liggen zowel op het sociale vlak als op het vlak van technische maatregelen en inrichting openbare ruimte. Meer contact en beter leren kennen van jongeren zal mogelijk een bijdrage leveren aan een groter veiligheidsgevoel. Geleerd kan worden van projecten als ‘Learn to work’ waarbij vroegtijdige schoolverlaters weer door trainingen een weg vinden naar school of werk en waarbij enkele projecten gericht zijn op ouderen in de wijk. Daarnaast kan het veiligheidsgevoel verbeterd worden door bijvoorbeeld toepassing van nieuwe en duurzame technologie in de toepassing van straatverlichting (veel licht waar nodig, minder waar het kan). Nieuwe technologie kan eveneens ingezet worden in systemen als ‘Video-cirkels- waarbij ouderen via het web met elkaar contact kunnen maken. Resumerend: - starten van projecten waar jong en oud elkaar ontmoeten - onderzoeken mogelijkheid van organiseren video-cirkels met ouderen - onderzoeken toepassingsmogelijkheden van slimme straatverlichting (duurzaam en op maat)
Thema 4: zelfredzaamheid
De aanpak van dit thema hangt direct samen met het volgende thema: een goed functionerende ondersteunings- en signaleringsstructuur is hier van essentieel belang. Het gaat hier om een groep ouderen (zowel in de categorie 55-70 jaar als 70+) die zich al in een kwetsbare financiële en/of sociale positie bevinden en mogelijk een intensiever traject van begeleiding nodig hebben. Deze groep – deels op basis van risicofactoren te traceren - vraagt om een actief ‘opsporings’ beleid waarin naast het netwerk een vorm van ‘achter de voordeur’aanpak nodig zal zijn. Voor de invulling van dit thema moet gedacht worden aan de volgende activiteiten: - in kaart brengen risicogroepen ouderen: wie, waar en welk traject loopt? - welke instanties zijn betrokken en waar lopen de dwarsverbanden? - bespreekbaar maken van financiële problematiek, taboe’s doorbreken.
Thema 5: lokale ondersteuningsstructuur
Doel is om in de wijk het bestaande netwerk rond ouderen te versterken en vooral zodanig te organiseren dat in een vroeg stadium signalen van ouderen worden gedeeld en hierop gericht actie kan worden ondernomen. Deze actie zal veel meer dan in het verleden gericht moeten zijn op preventie en het benutten van de eigen kracht van ouderen en vooral van hun netwerk.
15
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Voor een groot deel betreft het hier een wijze van organiseren en vooral het anders werken i.p.v. meer of minder. De eerste gedachten gaan in de Waterwijk uit naar: 1. het aansluiten van welzijn en andere disciplines op het huidige Zorgcentrum. Deze locatie is bekend en wordt veelvuldig bezocht en is daarmee een vindplaats voor ouderen en voor een aanbod/informatie op het gebied van welzijn, activering, voorlichting, consultatie(bureau) voor ouderen. 2. het aansluiten bij en uitbreiden van netwerken van vrijwilligers in de wijk. Bij de hiervoor genoemde activiteiten zal voortdurend ook ingezet moeten worden op het werven van vrijwilligers en hen vervolgens ondersteunen. De groep ‘jong senioren’ biedt mogelijk – zo blijkt uit de enquêtes- hiertoe nog potentie. 3. het uitbreiden van de werkingssfeer van het Integraal Netwerk naar Waterwijk 4. het beter benutten van lopende projecten als preventief huisbezoek 70+ door hiervoor continuïteit in activiteiten, signalering en netwerkvorming te organiseren. Ook hier geldt dat waar mogelijk vrijwilligers zoveel mogelijk betrokken moeten worden in een follow-up/ netwerkvorming. Uiteindelijk doel is om te werken volgens onderstaand stramien (voorbeeld ter inspiratie): - een buurtcontactnetwerk van vrijwilligers, bewoners, thuiszorg en andere professionals die dagelijks contact hebben met ouderen. Zij vormen de eerste schil in de wijk rond ouderen. Naast ondersteuning vindt hier signalering plaats en waar nodig opschaling naar een team van professionals in de wijk. - een sociaal team – zoals genoemd- van professionals waarin een ieder met een integrale bril en een ieder als casemanager betrokken is bij de ouderen in de wijk. Professionals uit de zorg, welzijn, voorzieningen (SpZ/gemeente) werken hier samen en zijn voortdurend op zoek naar de kracht van de oudere en zijn of haar netwerk. In dit netwerk moeten zoveel oplossingen worden gevonden. - Organiseren van een opschalingsniveau voor complexe situaties (bv Integraal Netwerk). Het voorgaande vergt een aanpassing in de manier van werken. Hier zal met betrokken partners overleg gevoerd moeten worden. Uitgangspunt is om zo eenvoudig mogelijk (kleinschalige start) naar de gewenste situatie toe te werken. Het project Waterwijk kan hiermee de functie krijgen van pilot voor het Transitietraject (decentralisatie van o.a. ondersteuningsfunctie/AWBZ naar gemeente).
16
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
5. Vervolg De resultaten van het onderzoek zijn in december 2011 gepresenteerd aan alle interviewers (gemeente, corporaties, VMCA, ANBO, De Schoor, Zorggroep en bewoners uit de wijk die als vrijwilliger deel hebben genomen aan de interviews). De uitkomsten uit deze bijeenkomst hebben mede geleid tot deze eerste aanzet voor een plan van aanpak. Bewoners aan zet Het plan wordt nadrukkelijk gezien als een ‘levend’ document. Een volgende sessie zal met ouderen (55 – 70+) in de wijk zelf plaatsvinden. Resultaten én deze aanzet voor een plan van aanpak zullen met hen worden gedeeld met als doel met hen in gesprek te gaan over een vervolg: herkennen zij zich in de analyse en waar zien zij concrete aanknopingspunten of ideeën om invulling geven op de thema’s die spelen in de wijk. Deze sessie zal in maart/april 2012 in de Waterwijk worden georganiseerd. Mogelijk zullen meerdere sessies worden georganiseerd in deelgebieden van de wijk. Betrokkenheid partners Parallel hieraan gaan we direct met alle partners (woningbouwcorporaties, Zorggroep, Schoor, VMCA, Humanitas, Anbo) om de tafel om te bezien hoe we in de Waterwijk op kleine schaal vorm kunnen geven aan een nieuwe manier van werken – vooruitlopend op het Transitietraject- en hoe we concreet met hen en met bewoners projecten in gang kunnen zetten.
17
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
18
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Bijlage: resultaten interviews en enquêtes
Trix Janssen / Hanneke Gorter SBZ / Onderzoek & Statistiek Gemeente Almere November 2011
19
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
20
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Inhoud DEEL I: INTERVIEWS 1.1 INLEIDING DEEL I....................................................................................................................... 22 1.2 GEZONDHEID, ZORG EN MOBILITEIT..................................................................................... 22 1.3 SOCIALE CONTACTEN ............................................................................................................... 23 1.4 SOCIALE VOORZIENINGEN EN ACTIVITEITEN...................................................................... 24 1.5 WINKELVOORZIENINGEN ......................................................................................................... 25 1.6 RONDKOMEN EN ADMINISTRATIE ......................................................................................... 25 1.7 OPENBARE RUIMTE .................................................................................................................... 26 1.8 WONING ....................................................................................................................................... 26 1.9 CONCLUSIE.................................................................................................................................. 27
Deel II: Enquête 55-70 jarigen 2.1 INLEIDING DEEL II ..................................................................................................................... 29 2.2 DE 55-70 JARIGEN ........................................................................................................................ 29 2.3 GEZONDHEID .............................................................................................................................. 31 2.4 FINANCIËLE SITUATIE............................................................................................................... 32 2.5 SOCIALE CONTACTEN ............................................................................................................... 32 2.6 ACTIVITEITEN............................................................................................................................. 34 2.7 DE TOEKOMST ............................................................................................................................ 35 2.7.1 VERHUISWENS ........................................................................................................................... 36 2.7.2 DE IDEALE WONING OM IN OUD TE WORDEN ............................................................................... 38 2.7.3 AANPASSINGEN AAN DE WONING ................................................................................................ 39 2.8 CONCLUSIE.................................................................................................................................. 40 3. VERSCHILLEN DE OUDEREN IN WATERWIJK VAN ANDERE ALMEERSE OUDEREN? ........ 43 ONDERZOEKSVERANTWOORDING DEEL I - INTERVIEWS ........................................................ 45 ONDERZOEKSVERANTWOORDING DEEL II – ENQUÊTE 55-70 JARIGEN.................................. 45 BIJLAGE: OUDEREN IN WATERWIJK ANNO 2011 .......................................................................... 46
21
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Deel I Interviews Waterwijk Seniorenproof 1.1 Inleiding Deel I Op donderdagmiddag 6 oktober trok een groep van ongeveer 70 ambtenaren van de gemeente Almere en vrijwilligers van Ymere, GoedeStede, de Alliantie, De Schoor, de ouderenbond ANBO, de VMCA (vrijwilligerscentrale) en Zorggroep Almere Waterwijk in om de ouderen op te zoeken en met hen in gesprek te gaan. De focus lag op de ouderen van boven de 70 jaar, maar er zijn ook senioren geïnterviewd die tussen de 55 en de 69 jaar oud zijn. Deze interviews vormen het eerste deel van het onderzoek onder de ouderen in Waterwijk. De ouderen zijn geïnterviewd om een antwoord te vinden op de volgende drie vragen: 4. Hoe gaat het met de ouderen? 5. Wil men in de wijk blijven wonen? 6. Wat heeft men nodig om in Waterwijk te kunnen/willen blijven wonen? (wonen, openbare ruimte, zorg, sociale voorzieningen, etc.) Het hiernavolgende hoofdstuk betreft de perceptie van de ouderen over hun eigen gezondheid, mobiliteit en de zorgvoorzieningen waar ze mee te maken hebben. In hoofdstuk 3 worden de sociale contacten van de ouderen beschreven, gevolgd door hun mening over de sociale voorzieningen en activiteiten in de wijk in hoofdstuk 4. Het vijfde hoofdstuk betreft de mening van de geïnterviewden over de winkelvoorzieningen en hoofdstuk 6 gaat over de financiële situatie van de ouderen. In het zevende hoofdstuk komt de openbare ruimte aan de orde, gevolgd door de woonsituatie in hoofdstuk 8. Het negende hoofdstuk is de conclusie, waarin de antwoorden op bovenstaande vragen worden beschreven. In totaal zijn er 104 ouderen in Waterwijk geïnterviewd op 6 oktober 2011. Gezien de focus op de oudere senioren is de meerderheid (82%) van de 104 geïnterviewden 70 jaar of ouder. De overige respondenten zijn tussen de 55 en de 70 jaar. De man-vrouw verhouding in de respons ligt enigszins scheef aangezien twee derde vrouw is en een derde man. Ruim de helft van de respondenten is alleenstaand en iets meer dan een derde woont samen met een partner. De kleine groep die overblijft, woont met zijn of haar kinderen.
1.2 Gezondheid, zorg en mobiliteit Gezondheid
Over hun gezondheid zijn veel ouderen positief gestemd. Bijna de helft noemt de eigen gezondheid goed en er zijn maar weinig ouderen die deze als slecht beoordelen. Wat opvalt is dat veel mensen allerlei aandoeningen of gebreken opnoemen, maar toch hun gezondheid ‘goed’ noemen. Het lijkt erop dat hier vaak bedoeld wordt: ‘naar omstandigheden goed’. Veel ouderen hebben leren leven met de lichamelijke ongemakken die gepaard gaan met het ouder worden. De eigen gezondheid, mogelijkheden en wensen worden binnen de persoonlijke fysieke begrenzingen beoordeeld. Een aantal ouderen antwoordt op de vraag hoe ze zelf hun gezondheid beoordelen met: ‘We mogen niet mopperen’ of ‘We mogen niet klagen’. Diverse interviewers kregen de indruk dat het voor de respondenten een taboe is om te erkennen dat het niet goed gaat. Bij verder doorvragen naar de mate waarin ze beperkt worden door ziekte, handicap of aandoening geeft de meerderheid van de 70-plussers aan in enige mate beperkt te zijn. Bij de geïnterviewde 55-70 jarigen is dit in mindere mate het geval.
Zorg
Over de zorgvoorzieningen zijn de meeste mensen tevreden. Men geeft over het algemeen aan de zorg te krijgen die men nodig heeft, zowel op medisch vlak als op het vlak van huishoudelijke hulp. Over thuiszorg is men grotendeels positief gestemd, al klagen meerdere mensen over het feit dat er steeds verschillende mensen langs komen. Naast hulp via de officiële kanalen krijgen ook veel ouderen hulp of zorg van familie, met name van de kinderen en de partner.
22
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Naar informatie over zorg gaan de ouderen op zoek als ze dit nodig hebben. Velen geven aan hun weg wel te kunnen vinden, al dan niet via internet. Ook wordt vaak genoemd dat men in huis-aan-huisbladen over de zorgvoorzieningen leest. Over de bereikbaarheid van de zorgvoorzieningen is men over het algemeen ook tevreden; de meeste mensen hebben geen problemen het gezondheidscentrum in de wijk te bereiken. Er zijn enkele mensen die de afstand van hun huis naar het gezondheidscentrum te lang vinden, maar dit heeft minder met de absolute afstand en meer met hun mobiliteit te maken. Zo lang men goed ter been is, is deze voorziening goed te bereiken. Daarnaast noemen meerdere ouderen als positief punt dat de huisarts en andere zorgverleners bij hen aan huis komen.
Mobiliteit
De mobiliteit van de ouderen hangt logischerwijs grotendeels af van hun gezondheid. De meeste ouderen hebben geen moeite de door hen gewenste bestemmingen te bereiken. Een klein deel van de ouderen gaat zonder hulp van anderen niet de deur uit. Naarmate de gezondheid slechter is gebruikt men vaker een rollator en scootmobiel en minder vaak fiets, auto en openbaar vervoer. Sommige ouderen vinden fietsen eng omdat men bijvoorbeeld ooit gevallen is en daarna niet meer op de fiets durft te stappen. Ouderen die een rollator gebruiken bij het lopen komen vaak niet verder dan de supermarkt en het gebruik van een scootmobiel bemoeilijkt in sterke mate het reizen met het openbaar vervoer. Met betrekking tot het gebruik van de auto valt op dat vrouwen vaker aangeven niet zelf auto te rijden, ook als hun gezondheid goed is. Over de bereikbaarheid van bushaltes wordt verschillend gedacht. De meeste mensen vinden dat de bushalte voldoende dichtbij is (ook al gaan sommige er met de fiets en een enkeling zelfs met de auto naar toe), maar er zijn ook meerdere ouderen die vinden dat de afstand tot een bushalte te lang is. Opvallend is het groot aantal keer dat ouderen hun beperkte mobiliteit noemen bij sneeuw en vrieskou. Met dergelijk winterweer zijn de voorzieningen als winkels, gezondheidscentrum en bushaltes veel moeilijker te bereiken. Meerdere keren wordt hierbij als factor het falende strooibeleid van de gemeente genoemd.
1.3 Sociale contacten Buren
De sociale contacten die de geïnterviewde ouderen met buren hebben noemen ze zelf meestal goed. Vaak wordt opgemerkt dat er niet heel veel contact is, maar dat men dat prima vindt; men wil niet de deur bij elkaar plat lopen. Als het nodig is kunnen veel ouderen wel op de buren terugvallen; bijvoorbeeld voor het zorgen voor huisdieren of planten als men op vakantie gaat of een tijdje in het ziekenhuis ligt. Veel ouderen geven aan dat er iemand in de buurt is die een sleutel heeft van hun huis of dat ze zelf de sleutels hebben van één of meerdere buren. Sommige mensen zijn niet heel hecht met alle buren maar hebben wel enkele mensen in de buurt waarmee ze in de loop van de tijd bevriend zijn geraakt. Meerdere ouderen verhalen over geluidsoverlast die ze van jongere buurtbewoners ervaren; vaak jonge gezinnen met luidruchtige kinderen en soms jongeren die in de wijk hangen en harde muziek draaien. Het contact tussen ouderen, die vaak al langer in de buurt wonen, en jongere mensen, die er vaak nog niet zo lang zijn, is beperkt. Een oudere verwoordt het als volgt: “Die jonge mensen zitten daar helemaal niet op te wachten, die hebben het allemaal zo druk tegenwoordig.” Sommige ouderen geven aan een vriend of vriendin te missen in de buurt. Door de, met de stijgende leeftijd, minder wordende mobiliteit, geven sommigen de voorkeur aan contacten dichtbij huis. Hierbij speelt ook een rol dat afstand kosten met zich meebrengt. Anderzijds zijn er ook veel ouderen die gewend zijn voor hun sociale contacten grotere afstanden af te leggen en daar ook geen problemen mee hebben. In de delen van de wijk waar veel ouderenwoningen bij elkaar liggen (bijvoorbeeld Haaiplein en Waalstraat) wordt enerzijds gerapporteerd over een hechte sociale cohesie: er wordt voor elkaar gekookt, getuinierd en men houdt elkaar in de gaten, en anderzijds over teveel onderling geroddel waardoor sommige ouderen het contact juist uit de weg gaan.
Familie
Ongeveer drie kwart van de geïnterviewde ouderen heeft familie in Almere wonen, en veel ook in Waterwijk zelf. In veel gevallen zijn dit kinderen of kleinkinderen. Het contact met de naaste familie is meestal goed en men ziet elkaar regelmatig tot vaak. Enkele ouderen geven aan dit contact wel wat intensiever te willen zien,
23
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
“maar ja, de kinderen hebben het allemaal zo druk hè”. Met familie buiten Almere is het contact meestal iets minder intensief. Veel ouderen kunnen terugvallen op hun kinderen, kleinkinderen of andere familieleden voor hulp bij dagelijkse dingen zoals het boodschappen doen of huishoudelijke klusjes. Ook ouderen die meer (medische) zorg behoeven ontvangen vaak mantelzorg van een naaste. Veel ouderen verlenen dit soort hulp ook aan anderen. Zo komt een zoon van een geïnterviewde vrouw regelmatig bij haar in de tuin werken, en doet zij altijd zijn was en strijkwerk. Een substantiële groep ouderen verleent ook intensievere mantelzorg. Vaak verzorgen zij een partner, maar soms ook een ouder of broer of zus. Naarmate men ouder wordt ontvangt men vaker hulp of mantelzorg en verleent men deze minder. Behalve het helpen en mantelzorg verlenen door familie in Almere zijn er ook meerdere ouderen die dit doen voor buren, vrienden, kennissen en familie buiten Almere en vice versa.
Eenzaamheid
Meer dan de helft van de ouderen geeft aan zich niet eenzaam te voelen als het ze direct wordt gevraagd. Slechts één op de zeven antwoordt met een volmondig “Ja.” op de vraag of men zich wel eens eenzaam voelt. Toch geven veel interviewers aan dat ze het idee hebben dat de respondenten op dit gebied, net als bij vragen over hun gezondheid, de schijn proberen op te houden. De interviewers merkten vaak toch een zweem van eenzaamheid op, bijvoorbeeld door de manier waarop de ouderen zeggen te hebben uitgekeken naar de komst van de interviewers en het feit dat ze ze bijna niet willen laten gaan. Anderen breken in een gesprek in huilen uit over het gemis van een partner of ander familielid. Het wegvallen van dierbaren en weemoed naar het verleden is een factor die bij veel mensen die aangeven zich (soms) eenzaam te voelen een grote rol speelt. Sommige ouderen geven aan een gezellige kennissenkring te hebben en veel contact met hun kinderen, maar door het overlijden van hun partner voelen ze zich toch eenzaam. Een respondent verwoordt het als volgt: “Het wordt saaier als je ouder wordt. Mijn broers en zussen zijn allemaal overleden. Iedereen valt weg en ik ben minder mobiel.” Uit de antwoorden van de ouderen blijkt inderdaad dat mensen zich vaker eenzaam voelen naarmate ze ouder zijn. Daarnaast is er een link tussen de gezondheidssituatie en mate van beperkingen die mensen ervaren en eenzaamheid: hoe slechter de gezondheid en hoe minder mobiel, hoe vaker men eenzaam is. Wel moet opgemerkt worden dat er in alle leeftijdscategorieën mensen zijn die een druk sociaal leven hebben, zeer actief zijn en zeer positief in het leven staan, zoals de respondent die het als volgt illustreert: “Nee ik ben nooit eenzaam, daar heb ik geen tijd voor!”
1.4 Sociale voorzieningen en activiteiten Ongeveer één op de tien respondenten is actief als vrijwilliger. Zij doen vrijwilligerswerk binnen sportverenigingen, hobbyverenigingen of de ouderenbond. Er zijn ook diverse ouderen die in de buurt dingen organiseren, zoals bingo, kaarten, of buurthuisactiviteiten. Meerdere ouderen geven aan in het verleden vrijwilligerswerk te hebben gedaan, maar dit nu, gezien hun leeftijd of gezondheid, niet meer te kunnen. Sommigen vinden dit jammer. Het actief zijn als vrijwilliger neemt inderdaad af naarmate de respondenten ouder zijn. Ook interesse in het doen van vrijwilligerswerk bij de mensen die dit nog niet doen wordt hoe langer hoe kleiner als men ouder wordt. Enkele respondenten geven aan wel vrijwilligerswerk te willen doen, maar alleen als dit fysiek niet te zwaar is. Ook tussen lidmaatschap van een vereniging of club en leeftijd is een verband. Hier geldt echter dat mensen die ouder zijn dan 70 jaar vaker lid zijn dan mensen die jonger zijn dan 70. Verenigingen of clubs die vaker worden genoemd door ouderen zijn: visvereniging, kaartclubjes, sportschool of gymclubjes. Ook de ouderenbond wordt genoemd en een enkele keer een politieke partij. Slechts een klein deel van de ouderen doet wel eens mee aan activiteiten in de wijk. De meest genoemde reden om niet mee te doen is dat men hier geen behoefte aan heeft. Ook fysieke beperkingen worden genoemd als reden. Ook vaak genoemd wordt de reden dat er helemaal geen activiteiten zijn of dat de activiteiten die er zijn niet aansluiten bij de interesses van de respondent. Over de sociale voorzieningen in de wijk zijn de meningen van de ouderen verdeeld. Ruim de helft van de respondenten zegt geen gebruik te maken van een buurthuis, dus daarover ook geen mening te hebben. Van de overigen zijn er iets meer mensen die er positief over oordelen dan mensen die negatief zijn over het buurthuis. De mensen die niet te spreken zijn over het buurthuis missen vooral activiteiten. Velen vergelijken het buurthuis met hoe het vroeger was: toen waren er veel meer activiteiten zoals biljarten en dansen en nu zijn de drankjes veel duurder. Deze mensen hebben het vooral over de Draaikolk. De ouderen die wel positief zijn zijn vooral te spreken over het buurthuis onderin de ouderenflat aan het Haaiplein. Hier is een lege woning beschikbaar gesteld voor sociale activiteiten en er wordt onder andere geklaverjast en bingo georgani-
24
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
seerd. Maar nogmaals; veel ouderen hebben ook hier geen behoefte aan. Het buurthuis lijkt bij sommige ouderen een bepaald imago te hebben waar men zich niet bij thuisvoelt. Drie ouderen zeggen het volgende: “Ik voel me niet thuis in een buurthuis.” “Ik ben niet zo buurthuizerig.” “Ik ben geen clubjesmens.” De meeste mensen missen geen activiteiten in de buurt. Dit hangt vaak samen met het feit dat ze hier geen behoefte aan hebben. Enkelen geven aan dat ze niet gebonden zijn aan de wijk en dat ze hun gewenste activiteiten zelf opzoeken, ook als dit verder weg is. Ongeveer een kwart van de geïnterviewden zegt wel activiteiten te missen in de wijk. En een groot deel van hen mist veel, aangezien er volgens deze ouderen weinig is. Dingen die worden genoemd zijn: sportactiviteiten afgestemd op ouderen, creatieve activiteiten, kaarten, dansen, koffiemiddagen, computercursussen, bingo, valtraining. Tenslotte wordt ook door meerdere ouderen gemist: “gezelligheid”. Naarmate ouderen zich eenzamer voelen, mist men vaker activiteiten. Een groep van ongeveer een vijfde van de ouderen ervaart een drempel om aan activiteiten mee te doen. In de meeste gevallen is dit een fysieke drempel vanwege gezondheidsbeperkingen. Enkele ouderen zijn verlegen en sommige ervaren een financiële drempel. Naarmate men zich eenzamer voelt ervaart men vaker een drempel om mee te doen met activiteiten in de wijk. Ongeveer de helft van de ouderen zegt aan sport te doen. Daarnaast geeft nog ongeveer een kwart aan wel wat aan beweging te doen, maar dit geen sport te kunnen noemen. Enkele ouderen geven aan dat ze zelf vinden dat ze genoeg bewegen, maar dat hun fysiotherapeut of huisarts daar anders over denkt. De ouderen die jonger zijn dan 70 jaar bewegen en sporten veel meer dan de oudere groep. Dit is niet verwonderlijk gezien de toenemende fysieke beperkingen naarmate de leeftijd hoger is. Mensen sporten en bewegen dan ook meer naarmate men de eigen gezondheidheid beter beoordeelt. Uit de interviews blijkt dat de belangrijkste voorspeller voor de mate van het meedoen aan sociale activiteiten bij ouderen de gezondheid is. Hoe gezonder en hoe minder beperkt, hoe vaker men vrijwilliger is en hoe meer interesse men heeft om vrijwilligerwerk te doen. Ook lidmaatschap van verenigingen of clubs heeft een link met gezondheid: mensen met een slechte gezondheid of een aanzienlijke beperking zijn nauwelijks lid. Deze mensen doen ook nauwelijks mee aan activiteiten in de wijk.
1.5 Winkelvoorzieningen Over de winkelvoorzieningen in de wijk oordeelt ruim de helft van de respondenten positief. In de supermarkt kunnen ze terecht voor de dagelijkse boodschappen en ook de bereikbaarheid van de supermarkt is meestal goed. Toch klaagt ook een substantieel deel van de ouderen over het gebrek aan kleinere winkels, zoals een slager, bakker, verswinkel, drogist, postkantoor, kledingwinkel, cadeauwinkel of een winkel met huishoudelijke producten. Ook het feit dat men voor een kapper de wijk uit moet wordt door velen als een minpunt gezien. De meeste bewoners die niet tevreden zijn vergelijken de situatie met vroeger, toen er bijvoorbeeld op het Botplein veel meer kleinere winkeltjes waren. Een bewoner zegt het volgende: “Er zit geen leven in. Ik mis kleine winkeltjes, gezellige stalletjes.” Velen prijzen zich gelukkig dat ze relatief dicht bij het stadscentrum wonen, zodat ze niet zo ver hoeven te gaan voor de dingen die ze in de supermarkt niet kunnen vinden. Sommigen vrezen de tijd dat ze minder mobiel worden en deze afstand niet meer gemakkelijk kunnen afleggen. Bewoners die ouder zijn dan 70 jaar zijn negatiever over de winkelvoorzieningen dan de jongere ouderen (55 t/m 69 jaar). Dit hangt ook samen met het feit dat de mobiliteit afneemt met het stijgen van de leeftijd, waardoor de oudere ouderen meer zijn aangewezen op de wijk dan de jongere ouderen. Mannen zijn positiever over de winkelvoorzieningen dan vrouwen.
1.6 Rondkomen en administratie Een ruime helft van de geïnterviewde ouderen heeft geen moeite met rondkomen. Sommige ouderen merken op dat ze niet veel nodig hebben of dat ze niet veel kosten hebben en dat ze daarom met het weliswaar niet hoge inkomen toch goed kunnen rondkomen. Om en nabij een kwart komt net rond. Ze houden niets over, en sommigen lukt het alleen als het spaargeld af en toe aangesproken wordt. Ongeveer één op de tien ouderen zegt moeilijk rond te kunnen komen. Mannen zeggen vaker makkelijk rond te kunnen komen dan vrouwen. Vooral vrouwen die alleen wonen lijken de meeste moeite met rondkomen te hebben. Het doen van de administratie is voor weinig ouderen echt een probleem. Veel ouderen gaat het gemakkelijk af, en ook een substantiële groep mensen zegt dat het met enige moeite of hulp wel gaat. Veel mensen laten 25
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
bijvoorbeeld de belastingaangifte door een familielid, bekende of belastingadviseur doen, maar doen de rest zelf. Het feit dat veel automatisch gaat, zoals afschrijving van verzekering en huur maakt het voor velen ook gemakkelijker. Daarnaast is er nog een aanzienlijke groep die de administratie in het geheel door iemand anders laat doen. Dit is in veel gevallen de partner, en soms wordt dit door een zoon of dochter gedaan.
1.7 Openbare ruimte Een groot deel van de Waterwijkse ouderen is positief over de fysieke woonomgeving, en in het algemeen ook (goed) te spreken over het onderhoud. Meerdere ouderen vinden dat ze prachtig wonen te midden van het groen en vlakbij bos en water. Een deel van de wijk heeft recent een opknapbeurt gehad waarvan met name het ophogen wordt genoemd, en de extra/verbeterde verlichting. De bewoners van de Vissenbuurt zijn aanmerkelijk positiever over de openbare ruimte en het onderhoud dan de bewoners in de rest van de wijk. De ouderen die verbeteringen naar aanleiding van het groot onderhoud noemen wonen allemaal in de Vissenbuurt. Enkele ouderen uit delen van de wijk waar het groot onderhoud nog niet heeft plaatsgevonden klagen over uitgelopen planningen en beloftes die niet nagekomen worden. Bij enig doorvragen hebben de meeste ouderen wel op- of aanmerkingen over aspecten van de openbare ruimte. Min of meer blijvende ergernissen zijn de tegelverzakkingen en wortelopdruk (hindernissen voor scootmobielen), het strooibeleid van de gemeente in de winter, te hoge bossages langs paden/busbaan, slecht onderhouden achterpaden, en volgroeide bomen die licht en/of uitzicht (op het water) wegnemen. De laatste ergernis wordt door een bewoner als volgt verwoord: “Hoe ouder de mensen worden hoe meer we thuisblijven. En dan kijken we naar buiten graag naar de plas en wat daar in de zomer op gebeurt; naar de bootjes enzo. Maar door de grote bomen kunnen we in de zomer de plas niet meer zien. We moeten ook één uur eerder het licht aandoen omdat het door de bomen zo donker is in huis.” De meeste ouderen voelen zich thuis niet onveilig en ook niet in hun buurt. Hierbij moet opgemerkt worden dat veel ouderen aangeven ‘s avonds (als het donker is) niet de deur uit te gaan, niet open te doen, alles goed op slot te doen, etc. Bij sommigen is in het verleden ingebroken (‘de laatste tijd toegenomen’) of men weet dit van andere bewoners. De indruk bestaat dat met name dit soort incidenten (ook berovingen worden genoemd) effect heeft op het veiligheidsgevoel. Negatief zijn enkelen over de politie: de wijkagent zien ze nooit en als je met de politie belt komt die niet of veel te laat. Er zijn maar weinig ouderen die overlast ervaren van hangjongeren. Het Botplein wordt in dit verband soms genoemd, maar ook hier stoort niet iedereen zich aan de jongeren: “Nee, ik ervaar geen overlast. Ik hou wel van een beetje leven.” Meerdere ouderen geven aan dat de overlast van jongeren is afgenomen: dat dit vroeger veel meer voorkwam. Deze respondenten wonen nagenoeg allemaal in de Vissenbuurt. Sommige bewoners klagen over overlast van langsfietsende jongeren in de nachtelijke uren die terugkomen van het uitgaan in de stad. Deze jongeren willen nog wel eens voor geluidsoverlast en andere rottigheid (bijvoorbeeld het ingooien van ruiten) zorgen. Meer dan over jongeren, wordt er geklaagd over lawaai van andere buren/gezinnen (schreeuwen, muziek), rommel, honden en brommers.
1.8 Woning De helft van de geïnterviewde senioren woont in een rijwoning. Daarnaast woont een tiende in een speciale ouderenwoning van één verdieping, maar zonder woningen erboven (gelijkvloerse rijwoningen). Een vijfde woont in een etagewoning of appartement en 7% in een benedenwoning. De overige 15% woont in een geschakelde of vrijstaande woning. Een derde van de woningen van de ouderen is een koopwoning en twee derde van de ondervraagde senioren huurt de woning. Maar liefst twee op de vijf respondenten wonen al langer dan een kwart eeuw in de huidige woning. Daarnaast woont 14% tussen de 20 en 25 jaar in de woning. Bijna een derde heeft een woonduur van tussen de 10 en de 20 jaar en 15% woont er korter dan 10 jaar. De meeste ouderen in Waterwijk zijn tevreden met hun huidige woning en willen hier het liefst zo lang mogelijk blijven wonen. Velen beseffen wel dat het afhankelijk is van hun gezondheidssituatie of zij in staat zijn om in de toekomst in de huidige woning én zelfstandig te kunnen blijven wonen. Om zelfstandig te kunnen blijven wonen is het voor een aantal ouderen noodzakelijk om aanpassingen in de woning aan te brengen, zoals een traplift, extra steunen in toilet en badkamer, verbrede deuren en het verwijderen van drempels in de woning. Bij 70-plussers zijn deze aanpassingen vaker nodig dan bij 55 t/m 69 jarigen. Met name het wonen in een huis met trappen lijkt de ouderen in Waterwijk parten te spelen; een traplift 26
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
wordt vaak genoemd. En ook al willen de senioren niet verhuizen, hun ‘ideale woning’ is toch vaak een gelijkvloerse woning. Ook is er een substantiële groep ouderen die al aanpassingen hebben laten aanbrengen of die in een gelijkvloerse of seniorenwoning wonen zodat zij wat dat betreft nog lang in hun woning kunnen blijven wonen. De meerderheid van de senioren in de wijk ziet de huidige woning als laatste zelfstandige woning. Zij geven aan niet meer te willen verhuizen. Een respondent verwoordt het als volgt: “Ik verlaat deze woning alleen horizontaal.” Enkele ouderen geven aan te verwachten dat zij in de nabije toekomst naar een aanleunwoning of verzorgingshuis zullen gaan verhuizen. Voor veel senioren in de wijk geldt wel dat zij alleen naar een aanleunwoning of verzorgingshuis zullen verhuizen ‘als het echt niet anders kan’. Enkele senioren willen binnen nu en een paar jaar verhuizen naar een andere zelfstandige woning. De meesten willen in Almere blijven wonen, in Waterwijk of dichter bij de voorzieningen in Almere Stad. Maar weinig ouderen zien het zitten om naar elders in Nederland te verhuizen. Een enkeling zou liever terug willen naar Amsterdam, maar dit wordt niet als een uitvoerbare wens gezien. Het bevalt de meeste bewoners goed in Almere, en velen hebben familie in de buurt wonen.
1.9 Conclusie Een belangrijke conclusie die uit de interviews naar voren komt is dat er niet gesproken kan worden over dé ouderen. Er komt een grote diversiteit naar voren in mogelijkheden, waarden, leefstijlen en interesses. Het antwoord op de vraag wat men nodig heeft om in de wijk te kunnen blijven wonen is daardoor voor iedereen anders en er moet opgepast worden met generalisaties enkel omdat de bewoners hun leeftijdscategorie gemeen hebben. Hieronder worden de onderzoeksvragen, zoals die zijn verwoord in de inleiding beantwoord.
1. Hoe gaat het met de ouderen? Over het algemeen gaat het best goed met de ouderen, maar er zijn grote verschillen. Het antwoord op de vraag hoe het met de ouderen gaat hangt grotendeels af van twee factoren, die ook een onderling verband hebben: leeftijd en gezondheid. Hoe ouder men is, hoe minder gezond. Daarnaast geldt dat hoe ouder men is, hoe meer beperkt, hoe minder mobiel, hoe minder men sport en beweegt, hoe vaker eenzaam, hoe minder vaak actief als vrijwilliger, en hoe minder vaak men meedoet aan activiteiten in de wijk. Financiële problemen lijken niet zo vaak voor te komen: de meeste ouderen kunnen goed rondkomen. De groep die het financieel het moeilijkst heeft zijn alleenstaande vrouwen.
2. Wil men in de wijk blijven wonen? De meeste ouderen willen niet meer verhuizen. Velen willen zo lang in de eigen woning blijven wonen als mogelijk en pas als hun gezondheid het echt niet meer toelaat verhuizen. De enkele ouderen die aangeven wel te willen verhuizen willen zeker in Almere blijven wonen, en bij velen leeft ook een voorkeur om in Waterwijk te blijven.
3. Wat heeft men nodig om in Waterwijk te kunnen/willen blijven wonen? Wonen De meeste geïnterviewde ouderen wonen prettig. Ondanks de lage verhuiswens is voor velen een gelijkvloerse woning toch de ideale woning om in oud te worden. Een aantal denkt dat er in de toekomst aanpassingen of verbouwingen in de woning nodig zullen zijn om er te kunnen blijven wonen. Kortom; op woongebied zijn er (meer) gelijkvloerse ouderenwoningen nodig en (op termijn) aanpassingen aan de andere woningen. Zorg Over de zorgvoorzieningen is men tevreden. Er is uit de interviews niet gebleken dat er bepaalde zorgvoorzieningen gemist worden. Veel ouderen ontvangen mantelzorg of hulp (bijvoorbeeld in het huishouden) van familieleden of anderen. Er is ook een groep ouderen die deze hulp verleent. Met het ouder worden wordt de vraag naar zorg groter. Het spreekt voor zich dat de toename van ouderen in de toekomst in Waterwijk tot een grotere vraag naar zorg zal leiden. Winkels Wat winkelvoorzieningen betreft wordt meer geklaagd over het gemis aan kleinere, diverse winkels naarmate men ouder is. Als de mobiliteit afneemt is het moeilijker voor ouderen om het centrum in te gaan voor be27
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
paalde winkels of een kapper. Een gevarieerder winkelaanbod zou voor veel oudere ouderen het woongenot in Waterwijk vergroten. Sociaal Op sociaal gebied zou in de buurt nog een en ander verbeterd kunnen worden. Veel ouderen zijn tevreden met hun sociale contacten, maar de indruk wordt gewekt dat velen eenzaam zijn. Naarmate men eenzamer is, worden vaker sociale activiteiten in de buurt gemist. Om een fijne oude dag in Waterwijk te kunnen hebben zou het voor veel ouderen fijn zijn om uit een groter aanbod van sociale activiteiten te kunnen kiezen. Een grote groep ouderen voelt zich niet thuis in het buurthuis, waar de meeste activiteiten worden georganiseerd. Om de eenzaamheid aan de pakken lijkt het zinvol een grotere variatie aan activiteiten in een ander verband aan te bieden en de term ‘buurthuis’ te vermijden. Openbare ruimte Naarmate men ouder wordt en moeilijker loopt en vaker met rollator of scootmobiel de deur uitgaat, worden schijnbaar minder belangrijke aspecten van de openbare ruimte als tegelverzakkingen en wortelopdruk belangrijker. Voor de mobiliteit van ouderen zijn egale trottoirs, fietspaden en wegoppervlakken essentieel. Daarnaast dient er goed gestrooid te worden in de winter, ook op trottoirs en fietspaden, anders is er een groep ouderen die ‘s winters nauwelijks de deur uit komt. Om in Waterwijk te kunnen blijven wonen zijn goed strooien en goed begaanbare trottoirs en fietspaden van belang.
28
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Deel II Enquête Waterwijk Seniorenproof (55-70 jarigen)
2.1 Inleiding Deel II Het tweede deel van het onderzoek onder de Waterwijkse ouderen betreft de ‘jongere senioren’: de bewoners van 55 tot 70 jaar. Deze bewoners zijn door middel van een schriftelijke enquête gevraagd aan te geven hoe ze denken over hun huidige situatie, de wijk en hoe ze de toekomst zien. Met betrekking tot de toekomst ligt in dit deel van het onderzoek de nadruk op het woonvraagstuk. De onderzoeksvragen die in dit deel worden beantwoord luiden als volgt: 1. Hoe gaat het met de 55-70 jarigen? 2. Wil men in de wijk blijven wonen? 3. Wat heeft men nodig om in Waterwijk te kunnen/willen blijven wonen? (nadruk op wonen) Hieronder wordt in hoofdstuk 2 eerst de groep 55-70 jarige Waterwijkers beschreven, gevolgd door een schets van hun gezondheid, beperkingen en mobiliteit in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt de financiële situatie van de respondenten beschreven. Het vijfde hoofdstuk behandelt de sociale contacten van de ouderen en het zesde hoofdstuk gaat over activiteiten als werk, vrijwilligerswerk en vrijetijdsbesteding. In hoofdstuk 7 komt de toekomst aan de orde en dan met name de toekomst op woongebied: willen de senioren verhuizen en op welke termijn is dit? Wat is voor hen de ideale woning om in oud te worden? In het achtste en laatste hoofdstuk bevinden zich de samengevatte antwoorden op de onderzoeksvragen.
2.2 De 55-70 jarigen Bewoners Waterwijk heeft 1.436 bewoners tussen 55 t/m 69 jaar oud. Dat is bijna een vijfde van alle bewoners in de wijk en naar verhouding meer dan in Almere als geheel. De helft van deze groep 55-plussers is jonger dan 60, een derde is tussen de 60 en 65 jaar en een op de vijf bewoners in deze groep is ouder dan 65 maar jonger dan 70 jaar. De verhouding tussen mannen en vrouwen is ongeveer gelijk. Aantal 55 t/m 69 jarigen Inwoners 55 t/m 69 jaar 1
Waterwijk
Almere
absoluut
1.436
26.029
relatief (% inwoners)
19%
14%
Huishoudens Er zijn 910 huishoudens in Waterwijk waarvan het gezinshoofd tussen de 55 en 70 jaar is. Dat is 28% van alle huishoudens in Waterwijk. Naar verhouding telt Almere minder van dergelijke huishoudens dan Waterwijk (20% t.o. 28%). Een kwart van de huishoudens bestaat uit een alleenstaande oudere, 47% is paar zonder kind en ongeveer een op de vier huishoudens is een gezin met kinderen. Aantal huishoudens Huishoudens waarvan hoofd 55-70 jaar oud is 2
1 2
Bron: GBA Almere, 1 juli 2011 GBA Almere, 1 januari 2011
29
Waterwijk
Almere
absoluut
910
16.175
relatief (% huishoudens)
28%
20%
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Woonsituatie De 55-70 jarige bewoners van Waterwijk wonen over het algemeen al lang in de huidige woning. Maar liefst zes op de tien respondenten wonen langer dan 20 jaar in hun woning. In de meeste gevallen betekent dit dat zij de eerste bewoners van hun woning zijn en dat ze vanaf het ontstaan van de wijk (bouwperiode 1982-1989) in Waterwijk wonen. Vier van de vijf jonge senioren in Waterwijk wonen in een koopwoning. De overige 20% huurt een woning. Van de huurders woont de meerderheid in een woning van Ymere (59%). Een vijfde huurt de woning van GoedeStede en 8% van de Alliantie. Drie kwart van de jonge senioren woont in een rij- of hoekwoning, 12% in een vrijstaande of geschakelde woning en 7% in een benedenwoning. Een op de 20 ouderen bewoont een etagewoning of appartement. Van de woningen van 5570 jarigen in de wijk heeft 95% een tuin. Vijftien procent van de respondenten woont in een gelijkvloerse woning. Iets minder woningen zijn rolstoelgeschikt, namelijk 11%.
Hoe l an g woont u in uw huid ig e woning ? 70%
59%
60% 50% 40% 30% 20%
18% 11%
12%
Korter dan 6 jaar
6 t\m 10 jaar
10% 0% 11 t\m 20 Langer dan jaar 20 jaar
I n wel k ty p e wonin g woon t u ? Rijwoning/hoekwoning
74%
Vrijstaand/geschakeld
12%
Benedenwoning
7%
Etagewoning/ appartement Anders
5% 2%
0%
20%
40%
60%
80%
30
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
2.3 Gezondheid Hoe beoordelen de 55-70 jarigen in Waterwijk hun gezondheid? Gezondheid De meeste 55-70 jarigen in Waterwijk zijn positief over hun eigen gezondheid. Veertien procent heeft naar eigen zeggen een zeer goede gezondheid en ongeveer zes tiende beoordeelt de eigen gezondheid als ‘goed’. Toch heeft ook een op de vijf bewoners in deze leeftijdsklasse een matige gezondheid en 6% zelfs een slechte gezondheid. De oudste respondenten (65-70 jarigen) zeggen iets vaker een matige of slechte gezondheid te hebben dan de 55-65 jarigen. Alleenstaanden vinden hun gezondheid vaker matig en slecht dan de ouderen in andere huishoudensvormen. Ook bewoners in etagewoningen en huurwoningen beoordelen hun gezondheid minder goed dan de bewoners van andere woningtypen en van koopwoningen. Daarnaast geldt: hoe hoger het inkomen, hoe gezonder men is. Ouderen met een matige of slechte gezondheid ervaren vaker beperkingen in het dagelijks leven dan bewoners met een goede gezondheid. Ongeveer twee derde van de 55-70 jarigen in Waterwijk wordt niet beperkt door een ziekte, handicap of aandoening. Een kwart ervaart enige beperkingen en 9% grote beperkingen. Bij 83% van de 55-70 jarigen met een slechte gezondheid beperken ziektes, aandoeningen of handicaps in grote mate het dagelijks leven. Zeven van de tien bewoners met een matige gezondheid worden enigszins beperkt en 15% in grote mate. Mannen ervaren minder vaak beperkingen dan vrouwen. Ongeveer een op de drie bewoners van 55-70 jaar in Waterwijk ervaart beperkingen in het dagelijks leven door ziekte, handicap of aandoening. Ruim de helft van hen heeft moeite met (trap)lopen. Ook fietsen is voor 31% een probleem en een kwart wordt door gezondheidsredenen beperkt bij het staan. Ook dingen onthouden (19%) en de fijne motoriek in de handen (15%) is voor sommigen moeilijk.
Hoe b eoord eel t u in h et al g emeen uw eig en g ez on d h eid ? 6%
14%
22%
58%
Zeer goed
Goed
Matig
Slecht
Waarin wo rdt u be pe rkt do or z ie kte , handicap o f aando e ning? Traplopen
58%
Lopen
54%
Fietsen
31% 25%
Staan
19%
Dingen onthouden Gebruik van handen voor bijv. koken Anders
16% 7% 0%
20%
40%
60%
% 55-70 jarigen die beperkt worden door gezondheid
Mobiliteit Bijna alle ouderen maken wel eens gebruik van de auto; ruim 70% van de 55-70 jarigen in Waterwijk rijdt nog zelf auto en een kwart maakt wel gebruik ervan, maar rijdt zelf niet. Ook maakt twee derde gebruik van de fiets. Ongeveer 45% van de ouderen maakt wel eens gebruik van de trein of de bus. Vier procent van de 55-plussers jonger dan 70 jaar in Waterwijk heeft een scootmobiel. Hoe ouder de bewoners van 55-70 jaar zijn, hoe minder ze zelf autorijden en fietsen. De jongste groep (55-60 jaar) maakt minder gebruik van de bus en van de auto als iemand anders rijdt dan de oudere groepen. De oudste groep (65-70 jaar) maakt vaker dan de andere ouderen gebruik van de taxi. Naast leeftijd speelt geslacht een rol: mannen rijden vaker auto, en vrouwen laten zich vaker rijden. Vrouwen maken ook vaker dan mannen gebruik van taxi en scootmobiel. Alleenstaanden gebruiken minder vaak de auto en de fiets dan ouderen in andere huishoudensvormen. Hoe hoger het inkomen hoe meer men autorijdt, en hoe minder men met bus en taxi reist. Ten slotte zijn ouderen met een minder goede gezondheid ook minder mobiel: bijna alle vervoermiddelen worden minder vaak gebruikt naarmate de gezondheid slechter is. Alleen scootmobiels worden vaker gebruikt door mensen met een minder goede gezondheid dan door de andere 55-70 jarigen.
31
Van w elke vervoer middelen maakt u w el eens gebruik? Ik rijd zelf auto
71%
Fiets
65%
Bus
45%
Trein Auto, iemand anders rijdt Taxi
43% 24% 7%
Scootmobiel
4%
Brommer/scooter
4% 6%
Anders 0%
20%
40%
60%
80%
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
2.4 Financiële situatie Hoe staan de ouderen in Waterwijk er financieel voor?
I n wel k e k l asse v al t h et g ez amenl ijk netto maand ink omen v an uw huishoud en?
De grootste inkomensgroep onder 55-70 jarigen is die van de hoge-middeninkomens; 44% van de huishoudens heeft een netto maandinkomen tussen €1.800 en €3.150. De andere huishoudens zijn ongeveer gelijk verdeeld over de andere inkomensgroepen.
60%
Waterwijk kent meer 55-70 jarigen in de laagste inkomensgroep dan gemiddeld in Almere. Senioren in de hoogste inkomensgroep zijn juist ondervertegenwoordigd. De senioren in Waterwijk bevinden zich gemiddeld qua inkomen in de middenmoot vergeleken met de andere Almeerse wijken. Hun inkomensverdeling is vergelijkbaar met die van 55-70 jarigen in Kruidenwijk, De Gouwen en Bloemenbuurt.
20%
De helft van de 55-70 jarigen in Waterwijk heeft moeite met rondkomen; 16% heeft het (zeer) moeilijk hiermee, 34% komt net rond. Zoals verwacht kan worden hangt dit sterk samen met inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe makkelijker men kan rondkomen. Bewoners in de leeftijd 65-70 jaar hebben relatief vaak een laag inkomen. Dit kan verklaard worden door het feit dat 65-70 jarigen minder vaak een betaalde baan hebben dan de jongere 55-plussers in de wijk. Bewoners die niet werken hebben vaker een laag inkomen dan bewoners die wel betaald werk verrichten. Alleenstaanden hebben vaker een laag inkomen dan (echt)paren. Jonge senioren met een slechte of matige gezondheid hebben vaker een laag inkomen dan 5570 jarigen met een betere gezondheid. Huishoudens met een laag inkomen wonen relatief vaak in een huurwoning, huishoudens met een midden-hoog of hoog inkomen vaker in een koopwoning.
44% 43% 40%
Waterwijk 55-70 jaar
28% 21% 17% 16% 14%
19%
Almere 5570 jaar*
0% Laag: Midden- Midden- Hoog: minder laag: hoog: meer dan €1.350- €1.800dan €1.350 €1.800 €3.150 €3.150 * Cijfers Almere afkomstig van Woononderzoek Almere 2011. O&S / Gemeente Almere
Hoe moeil ijk of g emak k el ijk k unt u rond k omen? 60% 43% 40%
20%
34%
16% 7%
0% (Zeer) moeilijk
Kom net rond
(Zeer) gemakkelijk
Weet niet
2.5 Sociale contacten Hoe gaat het met de sociale contacten van de 55-70 jarigen in Waterwijk? De ondervraagde ouderen in Waterwijk hebben over het algemeen meer familie buiten Almere wonen dan binnen Almere. Daarnaast hebben ze in Almere meer vrienden of kennissen wonen dan familie. Van de 55-70 jarigen in Waterwijk heeft een tiende veel familie in Almere wonen en ruim twee derde een paar familieleden. Een kwart van de bewoners in deze leeftijdsklasse heeft geen familie in Almere. De grote meerderheid heeft ook familie buiten Almere wonen; slechts 4% heeft dat niet. Veertig procent heeft zelfs veel familie buiten Almere wonen. Een kwart van de 55-70 jarigen in deze wijk heeft veel vrienden of kennissen in Almere wonen en 68% heeft enkele vrienden die in Almere wonen. Zeven procent heeft geen
S ociale contacten - Heeft u: Familie in Almere? 10%
65%
26%
40%
Familie buiten Almere? Vrienden en / of kennissen in Almere?
25%
Vrienden en / of kennissen buiten Almere?
29% 0%
25% Ja, veel
56%
4%
68%
7%
60%
11%
50%
75%
Ja, een paar
100% Nee
32
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Hoe vaak heeft u contact met: Familie in Almere?
24% 4%
69%
Familie buiten Almere?
47%
43%
Vrienden en / of kennissen in Almere? Vrienden en / of kennissen buiten Almere?
45%
47%
Buren?
49%
39% 0%
25%
Contacten met familie binnen Almere zijn bij de ouderen in Waterwijk het meest frequent. Men heeft hier vaker contact mee dan met familie buiten Almere en ook vaker dan met vrienden, kennissen en buren. Met vrienden buiten Almere zijn de contacten het minst intensief.
7% 6% 8%
59%
28%
50%
10%
75%
100%
% 55-70 jarigen die de betreffende relatie hebben
Vaak
Soms
Bijna nooit
Nooit
Bent u tev red en ov er u w social e contacten in h et al g emeen?
8%
49% 38%
Ja, ik heb veel sociale contacten en daar geniet ik van. Ja, ik heb weinig sociale contacten, maar dat is goed zo. Nee, ik vind dat ik te weinig sociale contacten heb. Weet niet / geen mening
V oel t u z ic h wel eens eenz aam?
72%
25%
Af en toe
Vaak
3%
0%
33
20%
40%
60%
Zeven op de tien bewoners met familie in Almere hebben vaak contact met deze familieleden en een kwart heeft dat soms. Ongeveer de helft van de respondenten met vrienden of kennissen in Almere heeft hier vaak contact mee, 45% heeft dat minder frequent. Vier tiende van de ouderen heeft ook vaak contact met buren. Vrouwen hebben in het algemeen vaker contact met hun familie, vrienden, kennissen of buren in Almere dan mannen. Vrouwen van 55-70 jaar in Waterwijk geven vaker aan veel sociale contacten te hebben en daar van te genieten dan mannen (resp. 58% tegenover 41%). Mannen geven vaker dan vrouwen aan weinig contacten te hebben, maar daar tevreden mee te zijn (45% tegenover 30%). Hoewel de grote meerderheid van de ouderen tevreden is met de sociale contacten die zij hebben, heeft 8% naar eigen zeggen te weinig sociale contacten.
5%
Nooit
vrienden of kennissen in Almere. Negen op de tien ouderen hebben ook nog vrienden of kennissen die niet in Almere wonen.
80%
De meeste 55-70 jarigen in Waterwijk voelen zich niet eenzaam. Drie procent van hen voelt zich vaak eenzaam, een kwart ervaart af en toe eenzaamheid. Ook bewoners die aangeven veel sociale contacten te hebben voelen zich wel eens eenzaam. Naarmate de gezondheid minder goed is en mensen meer fysieke beperkingen ervaren, voelt men zich vaker eenzaam. Alleenstaanden voelen zich veel vaker eenzaam dan paren met of zonder kinderen. Bewoners van etagewoningen en huurwoningen voelen zich vaker eenzaam dan andere bewoners. Van de verschillende woningtypen voelen bewoners van vrijstaande woningen zich het minst eenzaam. Hoe hoger het inkomen, hoe minder eenzaam men is. Vrouwen voelen zich iets vaker eenzaam dan mannen. Tussen leeftijd en eenzaamheid is binnen de leeftijdsgroep 55-70 jaar geen verband gevonden.
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Zes tiende van de 55-plussers jonger dan 70 jaar heeft een huisgenoot, familielid of vriend waar zij op terug kunnen vallen mocht dat nodig zijn. Ook geeft 40% aan terecht te kunnen bij buren of een kennis. Toch zijn er ook ouderen in Waterwijk die volgens hen op niemand kunnen terugvallen bij noodgevallen; 6% van de respondenten geeft dit als antwoord. Dit antwoord wordt vaker gegeven door alleenstaanden dan door bewoners in andere huishoudensvormen. Mannen hebben vaker niemand om op terug te vallen dan vrouwen.
Heeft u iemand in uw directe omgeving w aar u op terug kunt vallen? 60%
Ja, een huisgenoot
58%
Ja, een familielid of vriend(in) 41%
Ja, buren of een kennis 6%
Nee
1%
Weet niet / geen mening
2.6 Activiteiten
0%
20%
40%
60%
Wat doen de 55-70 jarigen Waterwijkers in het dagelijks leven? Werk Bijna de helft van de 55-70 jarigen in Waterwijk heeft een betaalde baan; 43% werkt meer dan 12 uur per week en 5% minder dan 12 uur. Zoals men kan verwachten geldt hoe ouder, hoe minder vaak men een betaalde baan heeft. Ook hebben mannen aanzienlijk vaker een betaalde baan dan vrouwen. Ouderen met een baan hebben gemiddeld een hoger huishoudeninkomen dan die zonder betaald werk. Alleenstaanden hebben minder vaak betaald werk dan ouderen in de andere huishoudensvormen en senioren in een tweeoudergezin hebben het vaakst betaald werk. Hoe gezonder, hoe vaker men een betaalde baan heeft. Ouderen zonder baan voelen zich veel vaker eenzaam dan de werkende ouderen. Vrijwilligerswerk en mantelzorg Bijna een op de vier 55-70 jarigen doet vrijwilligerswerk. Zeventien procent doet dat zelfs vaker dan één keer per week. Bewoners die geen betaalde baan hebben doen vaker vrijwilligerswerk dan de andere bewoners. Hoe ouder men is, hoe minder vaak men vrijwilligerswerk doet. Ruim een kwart van de bewoners van 55 t/m 69 jaar verleent mantelzorg. Een op de vijf oudere bewoners van de wijk doet dat minstens één keer in de week. Vrouwen geven in verhouding tot mannen vaker mantelzorg. Zeven procent van de jongere senioren heeft desgevraagd interesse om vrijwilligerswerk te gaan doen in de wijk. Van deze groep is ongeveer een derde reeds vrijwilliger. Ruim een tiende van de bewoners van 55-70 jaar zou ook wel buiten de eigen wijk vrijwilligerswerk willen doen. Van hen is ongeveer 40% al vrijwilliger. Acht procent van de 55-70 jarigen in Waterwijk staat open voor het verlenen van mantelzorg, waarvan ongeveer evenveel bewoners bereid zijn dit in Waterwijk en daarbuiten te geven. Opvallend is dat zowel bij vrijwilligerswerk als mantelzorg bijna een op de vijf bewoners geen mening heeft over het wel of niet bereid zijn om vrijwilligerswerk te doen of mantelzorg te geven. Vrijetijdsbesteding Sport- en beweegactiviteiten zijn veruit de meest populaire vrijetijdsbestedingen onder jonge ouderen in de Waterwijk. Maar liefst 72% wandelt, fietst of doet andere beweegactiviteiten in de vrije tijd. Een op de vier ouderen doet wel eens culturele activiteiten zoals het bezoeken van voorstellingen
Doet u v rijwill ig erswerk ? G eeft u man tel z org ?
Vrijwilligerswerk 6% 17%
77%
Mantelzorg 8% 19%
0%
74%
20%
40%
60%
80%
100%
ja, minder dan 1x per week Ja, 1x per week of vaker Nee
Wel k e ( and ere) activ iteiten d oet u in uw v rije tijd ? Sport- en beweegactiviteiten
72% 27%
Culturele activiteiten 14%
Creatieve activiteiten Gezelligheidsactiviteiten
8%
Muzikale activiteiten
6%
Culinaire activiteiten
4%
Anders, namelijk
15%
Ik doe geen andere activiteiten
14% 0%
20%
40%
60%
80%
34
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
en het maken van andere culturele uitstapjes. Andersoortige activiteiten zijn minder populair. Ruim een op de tien ouderen geeft aan geen andere activiteiten, naast eventueel (vrijwilligers)werk en mantelzorg, te doen in de vrije tijd. Voldoening Twee derde van de jonge senioren in Waterwijk beleeft het meeste plezier in hun leven aan contact met kinderen en kleinkinderen. Ongeveer de helft geniet het meest van vakanties. Een op de drie respondenten haalt de meeste voldoening uit uitjes met partner, familie of vrienden, hobby’s en contact met vrienden. Ook geeft ongeveer een kwart van de 55-70 jarigen aan het meest te genieten van hun werk. Vrouwen hechten relatief veel waarde aan contact met kinderen, kleinkinderen, andere familie en vrienden, en mannen waarderen in verhouding juist vaker hobby’s en vakanties.
Waar beleeft u het meeste plezier aan in uw leven?* Contact met kinderen/kleinkinderen
64%
Vakanties
47%
Uitjes met partner en/of familie/vrienden
37%
Hobby
34%
Contact met vrienden
33%
Werk
24%
Contact met andere familie
23%
Iets voor anderen kunnen betekenen
18%
Anders
3%
* Men mocht hier maximaal twee antwoorden geven. Percentages tellen op tot meer dan 100%.
2.7 De toekomst Hoe kijken de 55-70 jarigen in Waterwijk naar de toekomst? D enkt u w el eens na over hoe uw toekomst eruit zal zien? 70%
59%
60% 50% 40% 30% 20%
19%
10%
19% 3%
0% Nee, daar ben Ja, daar denk ik nog niet mee ik soms over bezig. na.
Ja, daar denk Weet niet / ik vaak over na. Geen mening
De meeste bewoners van Waterwijk tussen de 55 en 70 jaar denken soms na over hoe hun toekomst eruit zal zien. Een vijfde denkt daar vaak over na en een even groot deel is nog niet met de toekomst bezig. Er is geen verband tussen de leeftijd van de ouderen en het nadenken over de toekomst. Bewoners van huurwoningen zijn minder met de toekomst bezig dan bewoners van koopwoning. Verder is er een verband met gevoelens van eenzaamheid: hoe vaker men zich eenzaam voelt, hoe meer men bezig is met de toekomst. Bewoners met een goede gezondheid en geen beperkingen denken minder over de toekomst na dan de andere groepen.
Aan de respondenten is gevraagd welke wijkvoorzieningen voor hen belangrijker worden naarmate men ouder wordt. Ruim een kwart van de ouderen heeft hier geen antwoord op gegeven, waarschijnlijk omdat men geen mening heeft over dit onderwerp. Velen gaven aan dit nog niet te weten, aangezien men niet in de toekomst kan kijken. De mensen die wel een antwoord hebben gegeven noemen het vaakst winkels, openbaar vervoer en zorg. Hieronder bevindt zich een beeld van de antwoorden.
35
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Welke voorzieningen in de wijk worden voor u belangrijker naarmate u ouder wordt? – Impressie van de antwoorden:
2.7.1 Verhuiswens
Uit het Woononderzoek Almere 2011 is gebleken dat de bewoners van Waterwijk over het algemeen een lage verhuiswens hebben. Van alle volwassen bewoners wil 23% binnen twee jaar verhuizen, tegenover 36% van alle Almeerders samen 3 . Van de 55-70 jarige bewoners van Waterwijk wil 60% in de toekomst verhuizen. Wanneer wordt doorgevraagd naar de termijn waarop zij dit willen doen wil slecht 6% van de respondenten binnen twee jaar verhuizen. De directe verhuisgeneigdheid onder de groep 55-70 jarigen is dus kleiner dan onder de bewoners van Waterwijk als geheel.
Wil t u in d e toek omst v erhuiz en? 50% 40%
40% 30%
21%
20% 20%
12% 6%
10% 0% Beslist wel
Misschien wel
Verwacht het niet
Beslist niet
Weet niet/ geen mening
De verhuisgeneigdheid is binnen de groep 5570 jarigen het sterkst bij de 55-60 jarigen. Van deze groep wil maar liefst driekwart verhuizen (26% beslist). Bij de oudere groepen is de verhuiswens minder sterk. Verschillen in verhuiswens zijn er ook tussen de bewoners van de verschillende woningtypen. Bewoners van etagewoningen en benedenwoningen zijn minder verhuisgeneigd dan bewoners van de andere woningtypes. De verhuiswens is ook kleiner bij mensen in een woning zonder tuin, bij bewoners van gelijkvloerse en rolstoelgeschikte woningen en bij mensen in huurwoningen dan bij de bewoners van andere woningen. Daarnaast is nog een verband gevonden tussen gezondheid (en fysieke beperkingen) en verhuiswens: bewoners die hun gezondheid matig of slecht beoordelen en meer beperkt zijn, zijn meer verhuisgeneigd dan anderen. Hoe eenzamer men is, hoe groter de verhuiswens. Van alle verhuisgeneigden wil 10% binnen nu en twee jaar verhuizen. De meest genoemde verhuistermijn is over vijf tot tien jaar en er is ook een substantieel deel van de verhuisgeneigden dat niet weet wanneer te willen verhuizen. De bewoners met een besliste verhuiswens willen aanzienlijk sneller verhuizen dan de bewoners die misschien willen verhuizen.
3
Gewenste verhuistermijn naar sterkte van de verhuiswens
Binnen nu en twee jaar
Over 2 tot 5 jaar
Over 5 tot 10 jaar
Over meer dan 10 jaar
Beslist verhuisgeneigd
27%
23%
35%
6%
9%
100%
Misschien verhuisgeneigd
1%
11%
22%
27%
39%
100%
Totaal (alle verhuisgeneigden)
10%
15%
27%
20%
28%
100%
Weet niet
Totaal
Bron: Fact sheet Waterwijk en Fact sheet Almere - Woononderzoek Almere 2011. O&S Gemeente Almere
36
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Voor 35% van de verhuisgeneigden zijn kenmerken van de huidige woning de belangrijkste reden om te willen verhuizen. De % verhuisgeneigde 55-70 jarigen gezondheid of de behoefte aan zorg is voor Kenmerken van de woning 35% ruim een kwart het belangrijkste motief. Gezondheid of behoefte aan zorg 27% Dichter bij familie, vrienden of kennissen gaan wonen en overlast van bewoners in de Overlast van bewoners in de huidige buurt 5% buurt worden beide door ongeveer 5% van Dichter bij familie, vrienden of kennissen wonen 5% de oudere verhuisgeneigden genoemd. ouderen met een besliste verhuiswens Voor Kenmerken van de woonomgeving 2% zijn de kenmerken van de woning een nog Nabijheid van voorzieningen 2% sterker motief dan voor respondenten die misschien willen verhuizen. Voor de laatste Werk 1% groep speelt gezondheid een grotere rol dan Andere reden 14% voor de besliste verhuisgeneigden. Een relatief groot deel van de bewoners met een Weet niet \ geen mening 10% besliste verhuiswens (10%) wil verhuizen vanwege overlast van andere bewoners. Als mensen de kenmerken van de woning als belangrijkste verhuismotief hebben opgegeven is doorgevraagd naar specifieke woonwensen. De voorkeur voor een gelijkvloerse woning wordt het meest genoemd. Daarnaast willen veel mensen een kleinere woning of een huurwoning. Belangrijkste reden verhuiswens
Welke verhuisw ensen (mbt kenmerken w oning) zijn het meest op u van toepassing? * Ik wil een gelijkvloerse woning
73%
Ik wil een kleinere woning
34%
Ik wil een huurwoning
26%
Ik wil geen tuin meer
16%
Ik wil een rolstoelgeschikte woning
14% 12%
Ik wil een energiezuinige woning Ik wil een (groter) balkon
10%
Ik wil een (grotere) tuin
8% 8%
Ik wil een goedkopere woning Ik wil een betere woonkwaliteit
7%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
% verhuisgeneigde 55-70 jarigen met kenmerken woning als belangrijkste verhuismotief
* Men mocht meerdere antwoorden geven. Percentages tellen daardoor op tot meer dan 100%.
Een derde van de 55-70 jarigen met een verhuiswens wil in Waterwijk blijven wonen en 16% wil vertrekken uit de wijk. Ruim een op de drie verhuisgeneigden heeft geen voorkeur en 13% weet niet of men in de wijk wil blijven wonen. Bewoners die in een huurwoning wonen willen vaker in Waterwijk blijven dan bewoners met een koopwoning. Woningeigenaren hebben juist vaker geen voorkeur. Bewoners die een goedkopere woning of een huurwoning willen gaan bewonen willen relatief vaak in Waterwijk blijven. Aan de bewoners die wel willen verhuizen, maar in Waterwijk willen blijven wonen, is gevraagd waarom ze in de wijk willen blijven. Het meest genoemde antwoord, door ongeveer eenderde, is dat men naar tevredenheid (vaak al vele jaren) woont. Men is gewend in de buurt en heeft geen reden om de wijk te verlaten. Ook wordt vaak genoemd dat ze de buurt een fijne of prettige omgeving vinden om te wonen en ongeveer even vaak dat ze de voorzieningen (veelal op loopafstand) waarderen. Daarnaast wordt meerdere keren genoemd de centrale ligging van de wijk in Almere, vlakbij het centrum en te midden van veel groen. Dat de wijk zo mooi groen en rustig is zijn ook redenen om te blijven. Ook het hebben van familie of kinderen in de buurt is een reden voor enkele ouderen om in Waterwijk te willen blijven wonen. Tweederde van de verhuisgeneigden die niet in Waterwijk willen blijven wonen wil ook niet in een andere wijk van Almere gaan wonen. Een op de vijf wil dit wel. Dertien procent heeft geen voorkeur of weet nog niet waar men naartoe wil.
37
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Overzicht verhuiswensen 55-70 jarige Waterwijkers
Wil verhuizen: 60%
55-70 jarigen in Waterwijk 100%
Wil in Waterwijk blijven: 32% (19% van totaal) Wil niet in Waterwijk blijven: 16% (10% van totaal)
Wil niet verhuizen: 33%
Geen voorkeur / Weet niet: 52% (31% van totaal)
Weet niet / geen mening: 6%
Wil in Almere blijven: 22% (2% van totaal)
Wil niet in Almere blijven: 65% (7% van totaal) Geen voorkeur / Weet niet: 13% (1% van totaal)
Het vinden van een geschikte woning is de meest genoemde voorwaarde waaronder mensen die uit de wijk willen verhuizen toch in Waterwijk zouden willen blijven. Deze wordt door twee op de vijf genoemd. Voor een vijfde is het kunnen ontvangen van de juiste zorg erg belangrijk om toch in Waterwijk te kunnen blijven. Elf procent van de mogelijke vertrekkers zouden in de Waterwijk willen blijven wonen als familie, vrienden of kennissen in de buurt zouden wonen. Onder welke voorwaarden zou u toch in Waterwijk willen blijven wonen? % verhuisgeneigde 55-70 jarigen die niet in Waterwijk willen blijven wonen Als ik een geschikte woning kan vinden
40%
Als ik de benodigde zorg kan krijgen
20%
Als familie, vrienden of kennissen in buurt zouden wonen
11%
Als ik dichterbij voorzieningen kan wonen
8%
Als er minder overlast in de buurt is
6%
Als ik ergens woon waar de bereikbaarheid beter is
3%
Als ik ergens woon waar de woonomgeving geschikter is.
2%
Andere voorwaarde
4%
2.7.2 De ideale woning om in oud te worden Voor 30% van de 55-70 jarigen in Waterwijk is een benedenwoning de ideale woning om in oud te worden. Een kwart kiest voor een etagewoning of appartement en een op de vijf respondenten zou het liefst oud worden in een rijwoning.
Hoe ziet uw ideale w oning om in oud te w or den er uit? Benedenwoning Etagewoning / appartement
30% 25%
Rijwoning 19% Bij elkaar zou dus minimaal 55% van de ouderen een gelijkvloerse woning willen om in oud te Vrijstaande woning 9% worden (benedenwoning of etagewoning). Als ze 2-onder-1 kap / gesch woning 3% rechtstreeks wordt gevraagd of hun ideale woning Geen voorkeur 9% geschikt moet zijn voor mensen met een lichamelijke beperking antwoordt 73% met ja. Voor 43% Weet niet 5% van de 55-70 jarigen in Waterwijk moet de wo0% 10% 20% 30% 40% ning wel geschikt zijn voor mensen in een rolstoel en voor 30% hoeft dat niet persé. Voor bijna de helft van de respondenten geldt dat hun ideale ouderenwoning ook in een woonzorgcomplex zou kunnen zijn. Men woont hier zelfstandig in een complex, met de mogelijkheid hulp op afroep te ontvangen. Voor 29% van de 55-70 jarigen in Waterwijk is dit geen optie en 27% heeft geen voorkeur of weet het nog niet.
38
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie M oet uw id eal e wonin g om in oud te word en toeg ank el ijk z ijn v oor mensen met een l ich amel ijk e b ep erk ing ? Ja, de woning moet geschikt zijn voor mensen in een rolstoel
Z ou uw id eale woning om in oud te word en in een woonz org comp lex k unnen z ijn?
Ja
43%
Ja, de hele woning moet gelijkvloers zijn, maar hoeft niet
30%
Nee
45%
Nee
29%
6%
Geen voorkeur Geen voorkeur
16%
13%
Weet niet
Weet niet
10% 0%
20%
40%
11%
0%
60%
20%
40%
60%
Hoewel een tuin voor sommigen een reden is om te willen verhuizen naar een woning zonder tuin, heeft drie vijfde van de oudere bewoners van 55-70 jaar een voorkeur voor een woning met tuin. Een op de drie jonge ouderen wil geen tuin en 6% heeft geen voorkeur. Ruim een derde van de bewoners van Waterwijk wil oud worden in een huurwoning. Ook ongeveer een derde wil het liefst een koopwoning. De overige Waterwijkse ouderen heeft geen voorkeur of weet het niet. Heeft uw ideale woning om in oud te worden een tuin?
Is uw ideale woning om in oud te worden een huur- of een koopwoning?
Ja
59%
Huurwoning
36%
Nee
32%
Koopwoning
32%
Geen voorkeur
6%
Geen voorkeur
25%
Weet niet
3%
Weet niet
7%
Onder respondenten die hebben aangegeven in de toekomst te willen verhuizen is de voorkeur voor gelijkvloerse woningen als etagewoningen en benedenwoningen groter dan onder mensen die niet willen verhuizen. De voorkeur voor een tuin is kleiner onder de verhuisgeneigden. Verder willen 55-70 jarigen met een verhuiswens vaker dan de anderen een woning huren en hebben ze vaker interesse in een woonzorgcomplex.
2.7.3 Aanpassingen aan de woning
Voor een op de tien 55-70 jarige Waterwijkers is de huidige woning de ideale woning om in oud te worden en voor 30% is dit in sterke mate het geval. In ruim de helft van de woningen van de 55-70 jarigen zouden lichte verbouwingen of aanpassingen nodig zijn zodat de huidige bewoners er oud zouden kunnen worden. Bij 14% zijn geen aanpassingen nodig en bij 19% zijn ingrijpende verbouwingen vereist. Logischerwijs zijn in de woningen die het meest voldoen aan het ideaalbeeld de minste aanpassingen nodig en vice versa. Ouderen die aangeven in de toekomst te willen verhuizen wonen vaker in woningen waar ingrijpende verbouwingen nodig zouden zijn. In de woningen van mensen die niet verhuisgeneigd zijn zijn vooral lichte verbouwingen of aanpassingen noodzakelijk. Bewoners van gelijkvloerse woningen (etagewoningen en benedenwoningen) geven veel minder vaak aan dat er (ingrijpende) aanpassingen of verbouwingen nodig zijn om hun woning aan het ideaalbeeld te laten voldoen dan bewoners in rijwoningen of hoekwoningen. In vrijstaande of geschakelde woningen zijn het vaakst (ingrijpende) verbouwingen nodig. Toch geven de bewoners van het laatste woningtype het vaakst aan dat hun woning helemaal aan hun ideale woning om in oud te worden voldoet. Dit geldt voor maar liefst 19% van hen. Daarna voldoen etagewoningen en benedenwoningen het meest. Voor respondenten in rijwoningen geldt dat het grootste deel (44%) deze enigszins vindt passen bij hun ideale ouderenwoning. Bij woningeigenaren zou vaker een verbouwing nodig zijn dan bij huurders om de huidige woning aan te laten sluiten bij de ideale woning om in oud te worden. Bewoners van koopwoningen geven echter vaker aan dat hun woning helemaal bij hun ideale ouderenwoning past dan huurders, maar woningeigenaren geven óók vaker aan dat hun woning helemaal niet bij hun ideaalbeeld past. Bij rolstoelgeschikte woningen zijn volgens de bewoners minder vaak (ingrijpende) verbouwingen nodig.
39
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Welk e aanp assin g en z ijn er nod ig aan uw won in g z od at u er ou d z ou k unn en word en?
I n hoev erre v ol d oet u w h uid ig e won ing aan uw id eal e won in g om in oud te word en ? 10%
Helemaal Geen aanpassingen
14%
30%
In sterke mate Lichte verbouwing / aanpassing
54%
39%
Enigszins Ingrijpende verbouwing
Weet niet / geen mening 0%
19%
Helemaal niet
14% 20%
17%
Weet niet / geen mening 40%
60%
3%
0%
20%
40%
60%
2.8 Conclusie In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen, zoals die zijn verwoord in de inleiding beantwoord.
1. Hoe gaat het met de 55-70 jarigen? Met de meeste 55-70 jarigen in Waterwijk gaat het goed. De meeste van deze ouderen vinden hun gezondheid goed tot zeer goed en ervaren geen fysieke beperkingen. Veel bewoners hebben een midden-hoog tot hoog inkomen. De respondenten zijn druk met onder andere werk, sporten, vrijwilligerswerk en mantelzorg, culturele activiteiten en andere hobby’s. Daarnaast genieten velen van hun sociale contacten. De grote meerderheid is hier tevreden over en slechts een kleine groep voelt zich eenzaam. Getob over de toekomst komt niet zoveel voor; 19% denkt vaak over de toekomst na. Natuurlijk is er ook een groep waarmee het minder goed gaat. Het zijn vooral mensen met een minder goede gezondheid die op de meeste gebieden minder tevreden zijn. Ze worden meer beperkt dan anderen, zijn minder mobiel, hebben minder vaak betaald werk, hebben een lager inkomen, vinden vaker dat ze te weinig sociale contacten hebben en voelen zich vaker eenzaam. Ook zijn ze meer met de toekomst bezig dan hun gezondere wijkgenoten. Gemiddeld genomen gaat het ook minder goed met alleenstaanden dan met ouderen die samenwonen met een partner. Daarnaast gaat het in veel opzichten minder goed met bewoners van etagewoningen en benedenwoningen en ouderen die hun woning huren ten opzichte van de bewoners in andere woningtypen. Binnen de leeftijdsgroep 55-70 jarigen is het de oudste groep (65-70 jaar) die op sommige aspecten meer klaagt dan de anderen. Bovenstaande groepen waar het minder goed mee gaat overlappen deels.
2. Wil men in de wijk blijven wonen? Eenderde van de 55-70 jarigen in Waterwijk wil in de huidige woning blijven wonen en ook in de toekomst niet verhuizen. Drie vijfde wil dit wel. Van deze groep weet de helft nog niet waar men wil gaan wonen maar een derde wil zeker in Waterwijk blijven. In totaal wil ruim de helft (52%) van de 55-70 jarigen in de wijk blijven wonen. Het gaat hier om de 33% die niet wil verhuizen plus de 19% die wel wil verhuizen, maar binnen de eigen wijk een andere woning wil betrekken. Van de andere helft is niet gezegd dat iedereen Waterwijk zal verlaten. Van de ouderen die willen verhuizen weet namelijk de helft nog niet waar men naartoe wil of heeft geen voorkeur voor een wijk.
3. Wat heeft men nodig om in Waterwijk te kunnen/willen blijven wonen? De gewenste verhuistermijn ligt voor de meeste ouderen die willen verhuizen niet in de nabije toekomst: de meest genoemde termijn is over vijf tot tien jaar. Kenmerken van de woning en de gezondheidssituatie of behoefte aan zorg zijn de meest genoemde redenen om te willen verhuizen. Wat men nodig heeft om in Waterwijk te kunnen blijven wonen is dus allereerst een geschikte woning en ten tweede de benodigde zorgvoorzieningen. Dit zijn dan ook de meest genoemde voorwaarden waaronder de ouderen die aangeven uit de wijk te willen verhuizen toch in Waterwijk zouden willen blijven. De ideale woning om in oud te worden is voor de meerderheid van de Waterwijkse jongere senioren een gelijkvloerse woning, vaak met tuin. Voor veel mensen is dit in de vorm van een benedenwoning, maar ook eta-
40
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
gewoningen zijn populair. Bijna de helft van de ouderen is van mening dat hun ideale ouderenwoning in een woonzorgcomplex kan zijn. Ter illustratie enkele quotes: “Een woongemeenschap van 55+ is mijn ideaal: met huurwoningen.” “Er moeten in de Waterwijk meer woningen komen voor ouderen en meer gelijkvloerse woningen, voor mensen met een handicap. Want de mensen worden steeds ouder! En willen dan graag toch in hun eigen buurt blijven wonen!” “Er worden te weinig goedkope seniorenwoningen gebouwd in Almere. Sociale woningbouw voor ouderen zijn meestal in vervallen buurten, waar de ouderen niet rustig/veilig wonen bijvoorbeeld van Eesterenplein.” “Waterwijk is de juiste keus geweest om te wonen. We wonen prachtig! En hoop een gelijkvloerse woning te krijgen.”
41
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
42
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
3. Verschillen de ouderen in Waterwijk van andere Almeerse ouderen? Dat er in Waterwijk relatief weinig woningen zijn die gelijkvloers en/of rolstoelgeschikt zijn, terwijl er relatief veel (jonge) ouderen in de wijk wonen is deels de aanleiding voor het project om Waterwijk meer seniorenproof te maken. De ouderen wonen relatief minder vaak in een woning die geschikt is als typische ‘ouderenwoning’. Waarop de ouderen verder van de andere Almeerse ouderen verschillen wordt hieronder uiteengezet.
Leeftijd
De 55-plussers in Waterwijk zijn gemiddeld jonger dan de 55-plussers in Almere als geheel. Aangezien er in Waterwijk relatief veel 55-65 jarigen wonen, maar naar verhouding iets minder 70-plussers, is de gemiddelde leeftijd van de Waterwijkse senioren lager dan in Almere als geheel 4 .
Wonen
De ouderen in Waterwijk wonen gemiddeld relatief lang in de huidige woning (18 jaar), vergeleken met de 55-plussers in Almere als geheel (13 jaar). De Waterwijkse 55-plussers wonen vaker dan de gemiddelde oudere in een rijwoning en ook vaker in een koopwoning dan gemiddeld. Daarnaast zijn de woningen van de Waterwijkse ouderen gemiddeld goedkoper dan die van de ouderen in Almere als geheel 5 . De bewoners van Waterwijk hebben minder vaak een concrete verhuiswens dan gemiddeld in Almere. Dit geldt ook voor de ouderen. Van de Waterwijkse 55-plussers wil 17% binnen nu en twee jaar verhuizen (beslist of misschien), tegenover 26% van alle Almeerse 55-plussers samen 6 .
Gezondheid
De meeste geïnterviewde ouderen en ook de meerderheid van de respondenten van de enquête beoordelen hun gezondheid goed. Dit wijkt niet af van het gezondheidsbeeld van de gemiddelde Almeerse oudere. Uit de meest recente seniorenenquête van de GGD uit 2008 blijkt dat bijna twee derde (64%) van de Almeerse 65plussers de eigen gezondheid goed tot uitstekend noemt. Slechts 5% vindt de eigen gezondheid slecht en 30% noemt deze matig 7 . De meerderheid van de 70-plussers in de interviews geven wel aan in enige mate beperkt te zijn, en daarnaast zegt een derde van de 55-70 jarigen in de enquête in enige mate beperkt te zijn door ziekte, handicap of aandoening. Uit de GGD-enquête blijkt dat van de 65-plussers in heel Almere een meerderheid van twee derde in enige mate belemmerd wordt door een chronische ziekte of aandoening (43% licht belemmerd en 23% sterk) 8 . Uit de fact sheet Ouderen in Waterwijk anno 2011 komen qua consumptie van reguliere zorg geen grote verschillen naar voren tussen Waterwijkse ouderen en het gemiddelde beeld in Almere. Zij gaan ongeveer even vaak naar de huisarts en maken ongeveer evenveel gebruik van thuiszorg. Waterwijkse ouderen lijken wel iets minder medicijnen te gebruiken dan gemiddeld 9 . Uit de interviews in Waterwijk bleek ook dat veel ouderen kunnen terugvallen op familieleden, en soms ook op anderen in hun omgeving, voor hulp met huishoudelijke of andere klusjes en voor medische zorg. Er is ook een groep ouderen die deze zorg juist verleent. Van de 65-plussers in Almere ontvangt volgens de GGDseniorenquête 10% mantelzorg en geeft 7% deze zorg. Bij het grootste deel (68%) van de ouderen die mantelzorg krijgen wordt deze gegeven door hun kinderen en/of de partner(s) van hun kinderen. Twee vijfde krijgt mantelzorg van hun eigen partner en een kwart van buren, vrienden of kennissen. Een klein deel (6%) ontvangt mantelzorg van overige familieleden. Het grootste deel van de mantelzorg bestaat uit huishoudelijke hulp; bij 83% van de ouderen die mantelzorg krijgen is dit voor huishoudelijke klusjes. Ruim een kwart (27%) krijgt hulp bij persoonlijke verzorging en bij 23% van de ouderen die mantelzorg ontvangen heeft deze een medisch karakter. Een substantiële groep ouderen ontvangt meerdere vormen van mantelzorg 10 . Uit bovenstaande is niet gebleken dat de gezondheidsituatie van de ouderen in Waterwijk in sterke mate afwijkt van het Almeerse gemiddelde. 4
GBA Almere 1-1-2011 GBA Almere 1-1-2011 O&S Gemeente Almere: Woononderzoek Almere 2011. Databestand 7 GGD Flevoland: Seniorenenquête 2008 Flevoland. Tabellenboek 8 GGD Flevoland: Seniorenenquête 2008 Flevoland. Tabellenboek 9 O&S Gemeente Almere: Fact sheet Ouderen in Waterwijk anno 2011 10 GGD Flevoland: Seniorenenquête 2008 Flevoland. Tabellenboek 5 6
43
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Sociaal
Een grote groep van de geïnterviewde ouderen in Waterwijk maakt de indruk eenzaam te zijn. Van de Waterwijkse 55-70 jarigen die meededen aan de enquête, is een kwart af en toe, en 3% vaak eenzaam. Voor de gehele Almeerse bevolking van 65 jaar en ouder geldt dat 41% zegt ‘matig eenzaam’ te zijn en 11% ‘ernstig eenzaam’. Net als uit het onderzoek Waterwijk Seniorenproof blijkt ook uit de GGD-enquête dat vrouwen vaker eenzaam zijn dan mannen en dat de eenzaamheid toeneemt naarmate de leeftijd hoger is 11 . In de stadsenquête Almere in de Peiling 2010 is, net als in de enquête in Waterwijk, gevraagd of men tevreden is met de sociale contacten. De tevredenheid met de sociale contacten van de gemiddelde 55-70 jarige in Almere komt overeen met die in Waterwijk 12 . Eén op de tien ouderen die meededen aan de interviews in Waterwijk is actief als vrijwilliger. Daarnaast is 23% van de rsepondenten van de enquête actief als vrijwilliger. Uit de seniorenenquête van de GGD komt naar voren dat van alle Almeerse 65-plussers 17% vrijwilligerswerk doet 13 . Dit cijfer zit tussen de twee cijfers uit het Waterwijk-onderzoek in: het is hoger dan bij de interviews, die vooral onder 70-plussers zijn gehouden, en het is lager dan bij de enquête, waarbij de gemiddelde leeftijd aanzienlijk lager ligt dan in het GGDonderzoek. Aangezien het actief zijn als vrijwilliger afneemt naarmate de leeftijd hoger is, komen uit bovenstaande cijfers geen aanwijzingen naar voren dat de ouderen in Waterwijk, wat vrijwilligerswerk betreft, afwijken van de gemiddelde Almeerse oudere.
Financieel
De 55-70 jarigen in Waterwijk hebben naar verhouding iets minder te besteden dan gemiddeld is voor deze leeftijdsgroep in Almere. Er zijn meer huishoudens met een inkomen in de laagste inkomensgroep en minder in de hoogste inkomensgroep 14 . Uit inkomensgegevens van het CBS blijkt dat 65+huishoudens in Waterwijk gemiddeld een lager besteedbaar jaarinkomen (€ 21.500) hebben dan het gemiddelde 65+huishouden in Almere (€ 25.300) 15 . Van de geïnterviewde ouderen in Waterwijk kan een ruime helft met weinig of geen moeite rondkomen. Uit de enquête onder de 55-70 jarige Waterwijkers blijkt dat iets minder dan de helft van deze groep hier nauwelijks moeite mee heeft. De vraag met betrekking tot de moeite die mensen hebben om rond te komen is ook gesteld in de stadsenquête Almere in de Peiling 2010. Hieruit blijkt dat de 55-70 jarigen in Almere als geheel minder moeite hebben met rondkomen dan in Waterwijk. In deze wijk zijn er aanzienlijk meer mensen in deze leeftijdsgroep die (zeer) moeilijk rondkomen met het maandelijkse huishoudeninkomen of die het maar net lukt 16 . Bijna de helft van de Waterwijkers van 55-70 jaar heeft een betaalde baan. Dit is niet veel minder dan deze leeftijdsgroep in Almere als geheel. Gemiddeld heeft in 2009 51% van de 55-70 jarigen in Almere een betaalde baan. Net als in Waterwijk heeft 5% van de mensen in deze leeftijdsgroep in heel Almere een betaalde baan voor minder dan 12 uur per week 17 .
Veiligheid
De ouderen die zijn geïnterviewd in Waterwijk lijken zich niet in sterke mate onveilig te voelen, maar ze zijn wel voorzichting en alert. Men sluit alles goed af en doet vaak als het donker is de deur niet meer open. Uit de GGD-seniorenenquête blijkt dat het overgrote deel van de 65-plussers in Almere zich overdag (85%) en ook ’s nachts (66%) veilig voelt. Ook blijkt dat slechts 4% zich overdag vaak onveilig voelt en dat 8% zich ’s nachts vaak onveilig voelt 18 .
Conclusie
De 55-plussers in Waterwijk bestaan voor een groter deel dan gemiddeld in Almere uit jonge ouderen (55-65 jarigen) en er zijn naar verhouding minder oudere senioren. De ouderen in Waterwijk wonen minder vaak in een gelijkvloerse of rolstoelgeschikte woning, vaker dan gemiddeld in een rijwoning en relatief vaak in een koopwoning. Daarnaast zijn ze minder verhuisgeneigd dan gemiddeld. De ouderen in Waterwijk hebben minder te besteden dan gemiddeld en hebben dan ook meer moeite met rondkomen. Op sociaal en gezondheidsgebied zijn geen aanwijzingen gevonden voor grote verschillen tussen de Waterwijkse ouderen en andere ouderen in Almere. Dit geldt ook voor veiligheidsgevoelens.
11
GGD Flevoland: Seniorenenquête 2008 Flevoland. Tabellenboek O&S Gemeente Almere: Almere in de Peiling 2010. Databestand 13 GGD Flevoland: Seniorenenquête 2008 Flevoland. Tabellenboek 14 O&S Gemeente Almere: Woononderzoek Almere 2011. Databestand 15 CBS: Regionale inkomensverdeling 2009 16 O&S Gemeente Almere: Almere in de Peiling 2010. Databestand 17 O&S Gemeente Almere: Veiligheidsmonitor – Wijkpeiling 2009. Databestand 18 GGD Flevoland: Seniorenenquête 2008 Flevoland. Tabellenboek 12
44
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Onderzoeksverantwoording Deel I - Interviews Op donderdag 6 oktober 2011 hebben ongeveer 70 ambtenaren van de Gemeente Almere en vrijwilligers van Ymere, De Schoor en de Ouderenbond ANBO gesprekken gevoerd met ouderen in de Waterwijk. Selectie geïnterviewden Nagenoeg alle 262 huishoudens met een bewoner ouder dan 70 jaar in Waterwijk hebben een brief ontvangen waarin zij uitgenodigd werden om mee te werken aan een interview. Ook zijn 100 huishoudens met bewoners tussen 55 t/m 69 jaar benaderd met dezelfde brief. Voor huishoudens met zowel een bewoner tussen 55 t/m 69 jaar als een bewoner ouder dan 69 jaar is een aselecte verdeling gemaakt; sommigen ontvingen een uitnodiging voor een interview, anderen kregen het verzoek een schriftelijke enquête in te vullen. In totaal zijn er 339 ouderen per brief benaderd. In de brief stond vermeld dat er op 6 oktober mogelijk bij de bewoners aangebeld zou worden om een interview af te nemen. Het was ook mogelijk om een afspraak voor een interview in te plannen in buurtcentrum De Draaikolk of de gemeenschappelijke ruimte van het wooncomplex van Ymere aan het Haaiplein. Hiervan hebben enkele senioren uit Waterwijk gebruik gemaakt. Afname interviews Het doel van de interviews was het verhaal van de bewoners te horen over hoe zij het ervaren om als oudere te wonen in de Waterwijk. Om de, voornamelijk onervaren, interviewers een leidraad te geven voor de gesprekken is een onderwerpenlijst opgesteld. Hierin zijn de onderwerpen achtergrondkenmerken, gezondheid en zorg, mobiliteit, sociaal, woning en woonomgeving opgenomen. De interviewers hebben de onderwerpenlijst ongeveer een week voor de interviewdag ontvangen. Na een instructiebijeenkomst op de dag zelf zijn de ambtenaren en vrijwilligers in koppels op pad gegaan met de adressen van de senioren. De meeste koppels hebben twee of drie interviews afgenomen. Respons In totaal zijn er 104 ouderen in Waterwijk geïnterviewd op 6 oktober 2011. De meerderheid (82%) van hen is 70 jaar of ouder. Twee derde van de respondenten is vrouw en een derde man. De spreiding van de geïnterviewden over Waterwijk is goed. Er kan geen responspercentage gegeven worden aangezien niet geregistreerd is bij hoeveel adressen daadwerkelijk is aangebeld, hoeveel mensen geweigerd hebben en hoeveel mensen niet thuis waren.
Onderzoeksverantwoording Deel II – Enquête 55-70 jarigen Naast de interviews, is een groot deel van de 55-70 jarigen in Waterwijk benaderd om deel te nemen aan een schriftelijke vragenlijst voor het project ‘Waterwijk Seniorenproof’. Steekproef, veldwerk en respons Alle huishoudens in Waterwijk met een bewoner in de leeftijdsgroep 55 t/m 69 jaar zijn opgenomen in de steekproef met uitzondering van de bewoners in deze leeftijdsgroep die voor een interview benaderd zijn. Per huishouden is één persoon aangeschreven. In totaal zijn 932 brieven verstuurd. De bewoners in de steekproef ontvingen een brief waarin zij uitgenodigd werden door middel van het invullen van een vragenlijst (schriftelijk of via internet) deel te nemen aan het onderzoek ‘Waterwijk Seniorenproof’. Bij de brief zijn ook de schriftelijke vragenlijst en een antwoordenvelop gevoegd. In totaal hebben 391 senioren de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 42%. Het grootste deel van de respondenten heeft via de schriftelijke vragenlijst gerespondeerd (84%), 16% heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de vragenlijst via internet in te vullen. Als in de rapportage van de enquête (Deel II) wordt geschreven over verschillen of afwijkingen, zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen met een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Bij het lezen van de resultaten moet een betrouwbaarheidsmarge van 4% in acht genomen worden. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek in 95% van de gevallen tussen de 46% en 54% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert.
45
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Overzicht respons Omvang steekproef
Respons
Respons %
Betrouwbaarheidsmarge
932
391
42%
4%
De samenstelling van de respons komt op achtergrondkenmerken goed overeen met die van de werkelijke samenstelling in de bevolking. Daarom is het niet nodig de resultaten te wegen. Vragenlijst:
De onderwerpen die in de vragenlijst aan bod komen zijn: wonen, gezondheid, financiële situatie, sociale contacten, activiteiten en ideeën over de toekomst.
46
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Factsheet: ouderen in Waterwijk anno 2011
Bijna een kwart van de bewoners is ouder dan 55 jaar, dit is meer dan gemiddeld in Almere. Gemiddeld inkomen van ouderen in Waterwijk lager dan dat van alle Almeerse ouderen. Woningen van ouderen in Waterwijk zijn goedkoper dan die van de gemiddelde oudere in de stad. Ouderen in de wijk hebben minder vaak een verhuiswens dan gemiddeld. Veel minder woningen geschikt voor mensen met een lichamelijke beperking dan gemiddeld. Net als in Almere geldt: hoe ouder, hoe minder onveilig zich men voelt. Aantal Ouderen, oftewel 55-plussers, zijn in Waterwijk iets jonger dan de senioren in Almere als geheel. De groep ouderen tussen de 55 en 65 jaar is hier groter dan gemiddeld en de 65-plussers zijn ten opzichte van het stadsgemiddelde ondervertegenwoordigd (figuur 1). De gemiddelde leeftijd van de 55-plussers is met 63,2 jaar in Waterwijk dan ook lager dan in Almere als geheel (65,4 jaar). Figuur 1. Bevolkingspiramide Almere 55+
Bevolkingspiramide Waterwijk 55+
100+
100+
95- 99
95- 99
90- 94
90- 94
85- 89
85- 89
80- 84
80- 84
75- 79
75- 79
70- 74
70- 74
65- 69
65- 69
60- 64
60- 64
55- 59
55- 59
25%
15%
5%
5%
15%
25%
25%
% 55- plussers
15%
5%
5%
15%
25%
% 55- plussers
Vrouwen
Mannen
Tabel 1. Leeftijdscategorieën Totaal 55+ Totaal 55+ 70+ 70+ 55 t/m 69 jaar 55 t/m 69 jaar
absoluut relatief (% inwoners) absoluut relatief (% inwoners) absoluut relatief (% inwoners)
Waterwijk
Almere
1.761 23% 325 4% 1.436 19%
36.099 19% 10.070 5% 26.029 14%
In Waterwijk is bijna een kwart (23%) van de bewoners ouder dan 55 jaar (tabel 1). Dit is meer dan gemiddeld in Almere, waar dit percentage op 19% ligt. Er wonen in Waterwijk op 1 juli 2011 1.761 personen die 55 jaar of ouder zijn. Hiervan is 18% (325 personen) ouder dan 69. De verhouding man-vrouw is niet helemaal gelijk: 51% van de senioren is man en 49% is vrouw. Bij de 70-plussers zijn de vrouwen echter in de meerderheid (59%). Prognose Figuur 2. In de toekomst zal tot ongeveer 2030 het Ontwikkeling aandeel 55- plussers 2011- 2040 totale percentage 55-plussers blijven toenemen 40% in zowel Waterwijk als Almere (figuur 2). Daarna blijft het aandeel in Waterwijk op een 30% 12% 14% 7% derde steken, terwijl het in Almere als geheel 10% 13% 7% nog doorstijgt naar 28%. Het aandeel 55 t/m 4% 20% 5% 69-jarigen blijft niet stijgen, maar laat in Waterwijk na 2020 een daling zien. Het aandeel 10% 19% 23% 21% 19% 18% 18% 16% 14% 70-plussers blijft wel toenemen. De ouderen 0% groeien dus niet alleen in aantal, ze worden ook 2011 2020 2030 2040 2011 2020 2030 2040 steeds ouder. Het aandeel ouderen in Waterwijk blijft groter dan gemiddeld in Waterwijk Almere Almere.
47
70+ 55 t/m 69 jaar
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Huishoudens Er zijn in 2011 910 huishoudens in Waterwijk waarvan het hoofd tussen 55 en 70 jaar is en 258 huishoudens waarvan het hoofd 70 jaar of ouder is. In totaal betreft het 36% van de huishoudens. Huishoudens waarvan het hoofd 55-70 jaar is, zijn in Waterwijk voor het grootste deel paren zonder kinderen, en voor bijna een derde huishoudens met kinderen (figuur 3). Dit laatste aandeel is groter dan gemiddeld in Almere. Het overgrote deel van de 70+huishoudens bestaat uit alleenstaanden. In Waterwijk zijn er naar verhouding meer alleenstaanden bij deze huishoudens dan gemiddeld. Figuur 3. Almere Waterwijk
Huishoudentypes 55 t/m 69 jr 70+
26%
44%
29%
70+ 20%
3%
40%
56% 10%
3%
35%
62%
55 t/m 69 jr
0%
31%
43%
25%
30% Alleenstaand
40%
50%
Paar zonder kind
60%
70%
80%
90%
100%
Gezin met kind(eren)
Etniciteit De ouderen in Waterwijk zijn voor het overgrote deel, en vaker dan gemiddeld, autochtone Nederlanders. Niet-westerse allochtonen zijn er naar verhouding iets minder dan gemiddeld. Tabel 2. Etniciteit 55-plussers
Waterwijk
Almere
Nederlands
80%
76%
Surinaams & Antilliaans
6%
8%
Overig westers
11%
11%
Overig niet-westers
4%
5%
Inkomen Net als in Almere als geheel hebben ouderen (in dit geval 65-plussers) in Waterwijk een aanzienlijk lager inkomen dan gemiddeld. In Waterwijk is het gemiddeld inkomen van ouderen bovendien lager dan dat van alle ouderen in Almere. Tabel 3. Gemiddeld besteedbaar jaarinkomen 2008
Waterwijk
Almere
Alle huishoudens
€ 33.200
€ 34.600
65+ huishoudens
€ 22.100
€ 24.600
Gezondheid De gezondheidssituatie van 55-plussers in Waterwijk lijkt niet erg af te wijken van die van de gemiddelde 55plusser in Almere. Men gaat ongeveer even vaak naar de huisarts en er wordt in de wijk ongeveer even veel gebruik gemaakt van thuiszorg. Wel worden er minder medicijnen gebruikt door ouderen in Waterwijk. Tabel 4. Gezondheid 2010
Waterwijk
Almere
Gemiddeld aantal huisartsbezoeken per 55-plusser
4,8
4,7
Gemiddeld aantal apotheekregels per 55-plusser
22,6
28,6
Gebruik thuiszorg (% inwoners)
1,3%
1,4%
48
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
Woningtypes Almere Waterwijk
De meeste huishoudens met een bewoner van 55 jaar en ouder in Waterwijk wonen in een rijwoning (figuur 4). Dit is niet verwonderlijk aangezien de meeste woningen in Waterwijk rijwoningen zijn. Zeventig-plussers wonen vaker dan de jongere groep in een etagewoning, maar minder vaak dan het gemiddelde 70+huishouden in Almere. Van de jongste groep ouderen woont de overgrote meerderheid in een koopwoning, terwijl voor de 70+huishoudens geldt dat de overgrote meerderheid in een huurwoning woont (figuur 5). Wel wonen beide groepen vaker dan gemiddeld in Almere in een koopwoning.
Figuur 4.
55 t/m 69 jr 7% 70+
81% 25%
55 t/m 69 jr
69%
19%
70+
6%
59% 41%
0%
12%
21% 46%
20%
40%
60%
11% 80%
100%
Etagewoning
Rij- hoofd /hoekwoning huishoudens waarvan > 55 jaar Vrijstaande/geschakelde woning Overig
Figuur 5. Eigendomssituatie woningen Almere Waterwijk
Wonen Ouderen in Waterwijk wonen vaak al lang in de huidige woning. Gemiddeld is dit voor zowel 55 t/m 69-jarigen, als 70-plussers 18 jaar. Dit is langer dan gemiddeld in Almere, aangezien beide groepen in Almere als geheel een gemiddelde woonduur hebben van 13 jaar.
55 t/m 69 jr 70+
80% 30%
19% 71%
67%
55 t/m 69 jr
32%
De woningen van de ouderen in Waterwijk zijn 27% 67% 70+ goedkoper dan die van de gemiddelde oudere in 0% 20% 40% 60% 80% Almere. Huishoudens waarvan de hoofdbewoner huishoudens waarvan hoofd > 55 jaar tussen de 55 en de 70 jaar is wonen in de duurste Koop Huur Onbekend huizen (tabel 5). Dit geldt zowel voor Waterwijk, als voor Almere als geheel. Huishoudens met een hoofdbewoner van 70 jaar of ouder wonen gemiddeld in de goedkoopste huizen, dus ook goedkoper dan die van huishoudens met een hoofdbewoner die jonger is dan 55 jaar.
6% 100%
Tabel 5. Gemiddelde WOZ-waarde 2010
Waterwijk
Almere
Woningen met hoofdbewoner van 55 t/m 69 jr
€ 178.994
€ 215.956
Woningen met hoofdbewoner > 70 jaar
€ 154.694
€ 178.876
Woningen met hoofdbewoner < 55 jaar
€ 166.176
€ 203.001
Ruim 90% van de ouderen in Waterwijk is tevreden met de huidige woning. Dit is gelijk aan het aandeel 55plussers in Almere als geheel dat tevreden is met de woning (figuur 6). Over de directe woonomgeving en de buurt zijn de 55-plussers in Waterwijk iets minder tevreden dan over de woning. Maar dit verschilt niet van de tevredenheid van 55-plussers in heel Almere. Wat opvalt is dat de ouderen in Waterwijk in verhouding minder vaak een verhuiswens hebben dan gemiddeld in Almere, terwijl zij toch ongeveer in dezelfde mate tevreden zijn met woning en woonomgeving dan de gemiddelde oudere in de stad. Figuur 6.
Tevredenheid woning en woonomgeving % (zeer) tevreden
91% 91%
Tevredenheid woning
55+ Almere Almere
64% 68%
Tevredenheid buurt 17%
Verhuisgeneigd 0%
49
55+ Waterwijk
70% 74%
Tevredenheid directe woonomgeving
20%
Waterwijk
26% 40%
60%
80%
100%
Waterwijk Seniorenproof – startnotitie
In Waterwijk zijn in verhouding weinig woningen toegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking. In Almere is 19% van de woningen gelijkvloers en/of toegankelijk met een rolstoel, in Waterwijk is dit slechts 9%. Van de 55-plussers in Waterwijk woont één op de tien ouderen in een woning toegankelijk voor mindervaliden, in Almere geldt dat voor één op de drie. Ouderen zien het belang van een woning toegankelijk voor mindervaliden wel in; twee derde van de verhuisgeneigde senioren in Almere wil verhuizen naar een dergelijke woning. Van de 55-plussers in Almere zou één op de vijf willen verhuizen naar een woonzorgcomplex. Onder bewoners van 70 jaar en ouder is dit zelfs de helft. Tabel 6. Toegankelijkheid (gewenste) woningen Huidige woning toegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking? (% alle inwoners) Moet uw gewenste woning toegankelijk zijn voor mensen met een lichamelijke beperking? (% verhuisgeneigde inwoners) Wilt u of gaat u in een woonzorgcomplex wonen? (% verhuisgeneigde inwoners)
Verhuiswens Almeerders die een verhuiswens hebben willen het liefst verhuizen naar een rustig stedelijke omgeving (figuur 7). In een dergelijke woonomgeving woont men in een woonbuurt vlakbij het centrum. Eén op de drie ouderen wil verhuizen naar een rustig stedelijke omgeving, dit is gelijk aan het gemiddelde percentage Almeerders. Maar in tegenstelling tot veel jongere stadsgenoten vinden ouderen de nabijheid van winkels van groot belang. Van de 55-plussers wil 38% het liefst in een appartement vlakbij een (winkel)centrum gaan wonen. Onder nóg oudere Almeerders, de 70-plussers, is dit percentage zelfs 58%.
Waterwijk
Waterwijk 55+
Almere
Almere 55+
Almere 70+
9%
11%
19%
33%
40%
27%
-
24%
64%
79%
9%
-
5%
22%
54%
Figuur 7. Ideale woonomgeving Rustig stedelijk Woonwijk Ruim wonen Wonen- winkels
70+ Almere
Landelijk
55+ Almere Almere
Grootstedelijk Recreatief Gevarieerd Wonen- werken 0%
20%
40%
60%
80%
verhuisgeneigden
Veiligheid In Almere geldt in het algemeen: hoe ouder, hoe minder onveilig men zich voelt. Ook in Waterwijk is het zo dat 55-plussers zich het minst onveilig voelen, zowel in het algemeen als in de eigen buurt (figuur 8). In de eigen buurt voelen de Waterwijkse ouderen zich bovendien minder vaak onveilig dan de gemiddelde Almeerse oudere. Ouderen in Waterwijk voelen zich aanzienlijk veiliger in het winkelgebied of winkelcentrum van de wijk dan jongere buurtgenoten (figuur 9). En ook op plekken waar groepen jongeren rondhangen voelen zij zich iets minder vaak onveilig, hoewel het aandeel 55-plussers dat aangeeft dat zij niet op plekken komen met groepen jongeren wel groter is dan bij de andere leeftijdsgroepen Toch vertonen ouderen minder vermijdingsgedrag dan jongere bewoners van Waterwijk. Ten opzichte van de gemiddelde oudere in Almere voelen de ouderen in Waterwijk zich vaker onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen en in het centrum van de gemeente, maar ze voelen zich veiliger dan andere ouderen in het winkelcentrum van de eigen wijk. Figuur 8.
Figuur 9.
Waterwijk
Almere
Veiligheidsbeleving % vaak of soms onveilig
Onveilige plekken % vaak of soms onveilig
32%
15 t/m 34 jaar 25%
35 t/m 54 jr
20%
55+
24% 11% %
10%
20%
40%
Veiligheidsbeleving algemeen
53%
40%
50%
Veiligheidsbeleving buurt
38% 27% 18%
20% 0%
41% 34%
30%
54% 44%
33%
15 t/m 34 jaar
55+
65% 60%
39%
40%
35 t/m 54 jr
80%
51%
60%
Plekken waar groepen jongeren rondhangen Waterwijk
In het centrum van de gemeente
Waterwijk 55+
Winkelgebied of winkelcentrum in de eigen buurt
Almere
Bronnen: GBA Almere 1-1-2011 (huishoudens), GBA Almere 1-7-2011 (personen), Wonenbestand Almere 2011, Sociale Atlas van Almere 2011, Bevolkingsprognose 2010 Voorkeursvariant 2010-2041, RIO (Regionaal Inkomensonderzoek) CBS 2008, databestand Woononderzoek Almere 2011, databestand Veiligheidsmonitor-Wijkpeiling 2009.
Almere 55+
50
Gemeente Almere SBZ, Team O&S Postbus 200 1300 AE Almere Telefoonnummer: 14036