HALLO! HOE GAAT HET MET JOU? Het is pauze. Studenten en professoren praten met elkaar.
Wat moet je doen? 1. 2. 3. 4.
Lees de dialogen op blad 2 en blad 3. Vul de ontbrekende woorden in. Controleer je antwoorden. Neem de correctie op blad 5. Lees de dialogen op blad 2 en blad 3 samen met een collega. Spreekoefening in groep. Lees de instructie op blad 4.
Wat heb je nodig? Professorkaarten en studentenkaarten.
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs
Taak – blad 2 Lees de dialogen. Vul de woorden uit het kader in de dialogen in. Werk samen met je collega’s. Woorden dialoog 1, 2en 3: Goeiemiddag – ziens - Met mij – jou – Alles – Goeiemorgen – Bedankt – u Dialoog 1 Kim:
Goeiemorgen, Kim.
Anna: ............................................ , Anna. Hoe gaat het met jou? Kim:
Niet zo goed. Ik heb een test vandaag. En met ............................................ ?
Anna: ............................................ gaat het goed. Veel succes met je test! Kim:
............................................ ! Tot later.
Dialoog 2 Thomas:
Dag, professor.
Professor Geens:
............................................ , Thomas. Hoe gaat het?
Thomas:
Goed, dank u. En met ............................................ ?
Professor Geens:
Prima.
Thomas:
Deze papieren zijn voor u.
Professor Geens:
Oh, bedankt en tot ziens.
Thomas:
Tot ............................................ , professor.
Dialoog 3 Aline: Hoi, Louis. ............................................ goed? Louis: Ja, dank je. En met jou? Aline: Prima. Daag. Louis: Tot Later.
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs
Taak – blad 3 Woorden dialoog 4 en 5: straks – nogal – u – heel – jou - later – is’t Dialoog 4 Professor Geens:
Dag collega, hoe gaat het met ............................................ ?
Professor Baerdt:
Zeer goed, dank u. En met u?
Professor Geens:
Prima. Hoe gaat het met de studenten?
Professor Baerdt:
............................................ . De examens waren niet zo goed.
Professor Geens:
Jammer. Excuseer, ik moet naar het secretariaat.
Professor Baerdt:
Geen probleem. Tot later.
Professor Geens:
Tot ............................................ .
Dialoog 5 Sandra:
Hallo, Jeroen. Hoe ............................................ ?
Jeroen:
Goed. En met ............................................ ?
Sandra:
............................................ goed! Ik heb 92% op mijn examen psychologie!
Jeroen:
Wauw, proficiat!
Sandra:
Ik heb nu les. Tot ............................................ .
Jeroen:
Ok, tot na de les.
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs
Taak – blad 4 Werk samen met de hele groep. Neem een ‘professorkaart’ of een ‘studentkaart’. Spreek met je collega’s. Maak een kleine dialoog: studenten met studenten, studenten met professoren, professoren met professoren. Je kan het woordenschatkader gebruiken. Je herhaalt deze oefening minimum 3 keer als professor en minimum 3 keer als student. Let op: tegen een professor zeg je ‘u’!
Woordenschat begroeten: INFORMEEL Hoi. Hallo. Dag. Goeiemorgen. / Goeiemiddag. / Goeienavond. Goeiedag.
FORMEEL Dag. Goeiemorgen. / Goeiemiddag. / Goeienavond. Goeiedag.
Hoe gaat het met jou? Hoe is ’t? Alles goed?
Hoe gaat het met u?
---± + ++ +++ Heel slecht > Slecht > Niet zo goed > Nogal > Ok > Goed > Heel goed / Prima Daag! Tot zo! (= vandaag, binnen een heel korte tijd) Tot straks! (= vandaag) Tot later! Tot ziens! (= ik weet nog niet wanneer) ...
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs
Correctie – blad 5 Correctie dialogen blad 2 en 3. Dialoog 1 Kim: Goeiemorgen, Kim. Anna: Goeiemorgen, Anna. Hoe gaat het met jou? Kim: Niet zo goed. Ik heb een test vandaag. En met jou? Anna: Met mij gaat het goed. Veel succes met je test! Kim: Bedankt! Tot later. Dialoog 2 Thomas: Professor Geens: Thomas: Professor Geens: Thomas:
Dag, professor. Goeiemiddag, Thomas. Hoe gaat het met u? Goed, dank u. Deze papieren zijn voor u. Bedankt en tot ziens. Tot ziens, professor.
Dialoog 3 Aline: Hoi, Louis. Alles goed? Louis: Ja, dank je. En met jou? Aline: Prima. Daag. Louis: Tot Later. Dialoog 4 Professor Geens: Professor Baerdt: Professor Geens: Professor Baerdt: Professor Geens: Professor Baerdt: Professor Geens: Dialoog 5 Sandra: Jeroen: Sandra: Jeroen: Sandra: Jeroen:
Dag collega, hoe gaat het met u? Zeer goed, dank u. En met u? Prima. Hoe gaat het met de studenten? Nogal. De examens waren niet zo goed. Jammer. Excuseer, ik moet naar het secretariaat. Geen probleem. Tot later. Tot later.
Hallo, Jeroen. Hoe is’t? Goed. En met jou? Heel goed! Ik heb 92% op mijn examen psychologie! Wauw, proficiat! Ik heb nu les. Tot straks. Ok, tot na de les.
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs
Materiaal – blad 6
student
professor
student
professor
student
professor
student
professor
www.nt2-beginnersdoelen.org/doos_op_rollen/
Hallo! Hoe gaat het met jou? – lezen / spreken 1.1, student hoger onderwijs