+Premie Technische handleiding voor de kandidaat-ondernemingen De +Premie is bedoeld : • •
voor de sociale-economiebedrijven, om hun productie- en beheersprocessen te versterken; voor de KMO's, om maatschappelijk verantwoord ondernemen verder ingang te laten vinden.
Inleiding De Staatssecretaris voor Sociale Economie stelt in het kader van de +Premie een (gelimiteerd) budget ter beschikking om projecten of acties te betoelagen die binnen de beleidsprioriteiten inzake sociale economie vallen. Deze beleidsprioriteiten zijn onder meer vervat in het samenwerkingsakkoord 2005-2008 en in de jaarlijkse beleidsnota. De voorkeur gaat uit naar concrete projecten, afgebakend in tijd en in aanpak met een duidelijke meerwaarde. Structurele toelagen aan ondernemingen kunnen niet worden toegekend. De via de +Premie toegekende subsidie past in het kader van de de minimis- steun zoals bepaald in de Verordening nr. 69/2001 van 12 januari 2001 van de Europese Commissie. Pro memorie : het totale bedrag van de de minimis-steun die is verleend aan een zelfde onderneming mag niet hoger zijn dan 100.000 EUR over een periode van drie jaar. Dit plafond is van toepassing ongeacht de vorm van de de minimis steun en ongeacht het daarmee beoogde doel.
Juni 2005
+Premie : technische handleiding
p. 2 / 10
Wie kan een aanvraag om een toelage indienen ? •
Enkel de sociale-economiebedrijven, ongeacht hun juridische vorm, en de KMO's mogen een toelageaanvraag indienen. Wat betreft de sociale-economiebedrijven
De onderneming kadert binnen de meerwaardeneconomie, zoals dit wordt gedefinieerd op basis van de pijlers van het samenwerkingsakkoord 2005-2008 tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie: Sociale economie - Maatschappelijk verantwoord ondernemen Sociale-economie-initiatieven en –bedrijven produceren goederen of leveren diensten die op de markt worden aangeboden, waarvoor een prijs wordt betaald en waarvoor een behoefte en cliënteel bestaat. Ze beogen continuïteit, rentabiliteit en duurzame ontwikkeling. Deze initiatieven en bedrijven eerbiedigen de volgende basisprincipes: • voorrang van arbeid op kapitaal; • beheersautonomie; • dienstverlening aan de leden, aan de gemeenschap en aan de stakeholders; • democratische besluitvorming; • duurzame ontwikkeling met respect voor het leefmilieu. De organisatie of het initiatief mag geen winstmaximalisatie nastreven. Wat betreft de Kleine of Middelgrote Ondernemingen Ze worden bepaald om grond van de volgende criteria : • Aantal werknemers < 250 personen • Jaaromzet <= 40 miljoen euro of jaarlijks balanstotaal <= 27 miljoen euro • Financiële autonomie, gedefinieerd in de zin dat de onderneming geen participatie van meer dan 25% heeft in een ander bedrijf en dat ze voor niet meer dan 25% beheerd wordt door een ander bedrijf of een andere openbare instelling of door verschillende verbonden bedrijven of openbare instellingen. Er is evenwel een uitzondering: zelfs al is de 25% participatie bereikt, kan een bedrijf als autonoom beschouwd wanneer we te maken hebben met een bepaalde categorie investeerders zoals overheidsbedrijven, risicokapitaalverschaffers of business angels (voor zover de investering geen 1.250.00 overschrijdt), universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk en institutionele investeerders. Deze investeerders mogen ook geen band hebben met de bedoelde onderneming. Het bedrijf heeft geen geconsolideerde rekeningen en ze is niet hernomen in de rekeningen van een ander bedrijf die geconsolideerde rekeningen heeft.
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 3 / 10
Voor beide soorten ondernemingen of initiatieven De (Belgische of Europese) onderneming moet haar maatschappelijk zetel en haar vestigingsplaats in België hebben. Geen enkele toelage wordt toegekend aan ondernemingen, initiatieven, organisaties of personen die deel hebben uitgemaakt of deel uitmaken van een criminele organisatie, die zich schuldig heeft gemaakt aan corruptie, fraude of witwassen van kapitaal. Hetzelfde geldt voor initiatieven, organisaties en personen die veroordeeld werden wegens overtreding van de milieuwetgeving.
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 4 / 10
Voor welk soort projecten ? Projecten “kwaliteitszorg”, “social audit” (inclusief de voorbereiding aan het Belgische Social Label) die momenteel worden gesubsidieerd door de staatssecretaris voor Sociale Economie kunnen in aanmerking komen voor de +Premie. Hiervoor worden dezelfde modaliteiten die voorzien zijn bij een verlenging van een nieuw project. De projecten die momenteel gesubsidieerd worden door in het kader van “Management ES-Change 2004-2005” komen niet in aanmerking voor verlening in het kader van de +Premie. Wat betreft de sociale-economiebedrijven Deze ondernemingen mogen projecten indienen voor het versterken van hun productie- en beheersprocessen. Volgende onderwerpen kunnen aan bod komen: ° Projectmanagement ° Key-Performance indicatoren ° Productontwikkeling ° Kwaliteitszorg Deze lijst is niet limitatief. Alternatieve voorstellen op het vlak van professionalisering die zich (deels) buiten de opgesomde onderwerpen situeren zullen door de stuurgroep op hun ontvankelijkheid worden beoordeeld. Hetzelfde geldt voor projecten die tussen sociale economieondernemingen en “klassieke” ondernemingen de methodiek “ES-Change” aanwenden Daarnaast komen ook projecten in aanmerking, die specifiek bedoeld zijn voor de KMO's in het kader bepaald bij onderhavige nota. Wat betreft de Kleine of Middelgrote Ondernemingen De door de KMO's ingediende projecten zijn strikt beperkt tot de volgende onderwerpen : • Beheer van de relaties met de stakeholders (stakeholder management) • Sociale audit (AA 1000) • Verslaggeving over de maatregelen inzake duurzame ontwikkeling • Beheer en controle van de productieketen vanuit een benadering duurzame ontwikkeling • Diversiteitsmanagement Voor beide soorten ondernemingen of initiatieven Er wordt uitdrukkelijk gevraagd om gebruik te maken van bestaande methoden en instrumenten, aangepast aan de sociale economie, die reeds werden uitgewerkt en hun waarde bewezen hebben. Samenwerking tussen ondernemingen en expliciete
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 5 / 10
wederzijdse uitwisseling tussen de sociale-economiebedrijven en de ondernemingen van de klassieke economie worden aangemoedigd.
Financiële aspecten van de toelage Opgepast : De via de +Premie toegekende subsidie past in het kader van de de minimis- steun zoals bepaald in de Verordening nr. 69/2001 van 12 januari 2001 van de Europese Commissie. Pro memorie : het totale bedrag van de de minimis-steun die is verleend aan een zelfde onderneming mag niet hoger zijn dan 100.000 EUR over een periode van drie jaar. Dit plafond is van toepassing ongeacht de vorm van de de minimis steun en ongeacht het daarmee beoogde doel. Bij het indienen van haar aanvraag, verbindt de onderneming zich ertoe volledige informatie te verschaffen over de andere de minimis-steun die zij de voorbije drie jaar heeft genoten. Enkel de externe kosten voor het versterken van de productie- en beheersprocessen in de onderneming komen in aanmerking in het kader van de +Premie. De toelage voor de in aanmerking genomen projecten bedraagt maximaal 50% van deze externe kosten, met een maximumterugbetaling van 400 euro per volledige dag prestaties. Externe kosten zijn, onder andere, kosten voor consultancy, audit, verificatie, enz. Er wordt met deze kosten rekening gehouden op basis van door deze derden behoorlijk opgemaakte facturen. Voor de terugbetaling moet een samenvattend document bij de facturen gevoegd worden, met vermelding, per dag of periode van interventie, van de namen van de deskundigen, het aantal prestatiedagen en de data ervan, de eenheidskostprijs (zonder BTW) van de expertise en een beschrijving van de interventie. De loon-, verplaastings-, afschrijvings- of werkingskosten, de belastingen, de BTW en de bankkosten worden niet in aanmerking genomen. Het maximumbedrag van de toelage mag de 10.000 euro per project niet overschrijden. In geval van 1ste verlenging (zie ook verder) mag het maximumbedrag dat aan de sociale-economiebedrijven wordt toegekend niet hoger liggen dan 80 % van de oorspronkelijke tegemoetkoming, en in geval van 2de verlenging mag het maximumbedrag niet hoger liggen dan 60 % van de oorspronkelijke tegemoetkoming Voor de KMO's is de tegemoetkoming voor projecten beperkt tot één jaar. Er is geen verlenging mogelijk.
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 6 / 10
De onderneming mag in geen geval dezelfde aanvragen om terugbetaling of dezelfde bewijsstukken meermaals indienen bij de Cel Sociale Economie of bij andere subsidiërende entiteiten of overheden. Met andere woorden, een dubbele betoelaging is verboden.
Selectie van de projecten De selectie van projecten zal worden voorbereid door een hiervoor aangestelde jury die haar advies overmaakt aan de Staatssecretaris. De uiteindelijke beslissing ligt in handen van de Staatssecretaris. Tevens wordt een stuurgroep opgericht , die voor een periode van 2 jaar wordt aangesteld en die mee moet instaan voor de opvolging van het programma en voor de evaluatie en valorisatie er van. De Stuurgroep brengt op zijn beurt advies uit aan de Staatssecretaris. De jury en de Stuurgroep zijn samengesteld uit leden van de Beleidscel van de Staatssecretaris voor Sociale Economie, leden van federale en gewestelijke administraties, deskundigen uit de sector van de sociale economie en van de « klassieke » economie en uit vertegenwoordigers van de academische wereld. Voor een zelfde sociale-economieonderneming kunnen maximum 3 projecten (3 verschillende onderwerpen, of 2 verschillende onderwerpen en 1 verlenging of 1 onderwerp met 2 verlengingen) worden gefinancierd over een periode van 3 jaar. De sociale-economiebedrijven worden verzocht, bij het indienen van de aanvraag om toelage, om mede te delen of het project over meerdere jaren kan lopen. Een positieve beoordeling voor het opstarten van het project betekent niet automatisch dat de financiering zal worden voortgezet. Een eventuele verlenging zal enkel worden toegekend in geval van positieve beoordeling door de Cel Sociale Economie, op het einde van het eerste jaar. Bij de selecte zal onder andere rekening worden gehouden met de volgende criteria: Wat betreft de onderneming • Heeft ze haar maatschappelijke zetel in België ? • Hoe beantwoordt ze aan voormelde criteria inzake sociale economie of KMO ? • Wat is de doelstelling/opdracht van de onderneming ? (zodat de relevantie van het project voor de onderneming beoordeeld kan worden) • Wat is de haalbaarheid van het project voor de onderneming: bewijzen dat de onderneming beschikt over personen bekwaam om het project intern te coördineren; wat zijn hun andere (huidige) functies in de onderneming ? bewijzen dat de financiële last voor het beheer van het project (onder andere de intern vrij te maken arbeidstijd en de kosten voor de consulent) redelijk is ten opzichte van de financiële inkomsten van de onderneming (namelijk, wat is de kostprijs van het project en wat is de omzet van de onderneming of haar jaarlijks budget ?) Wat betreft de consulent pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding •
•
p. 7 / 10
Beschikt hij of zij over relevante ervaring in verband met de inhoud van het project? (te beoordelen op basis van de referentielijst en/of een precieze methodologische beschrijving die aantoont dat de consulent de methodologie die gebruikt zal worden, beheerst). Beschikt hij of zij over relevante ervaring om te werken met socialeeconomiebedrijven en hoe denkt hij of zij rekening te houden met de specifieke eigenschappen van de te begeleiden onderneming ?
Wat betreft het project • Inhoud van het project : wat zal de uitvoering of de voortzetting ervan opleveren voor de onderneming of voor het vervullen van haar opdracht ? • Is het project coherent ten opzichte van de activiteiten van de onderneming? • Is de planning realistisch ten opzichte van de doelstellingen? • Beoogt het project een betere zichtbaarheid of transparantie van de onderneming voor haar betrokken partijen (ten minste en naar gelang van het geval: klanten, sociale partners, …), met name door middel van de publicatie van indicatoren of rapporten ? • Is het project gebaseerd op een beproefde methodologie (een gekend referentiesysteem of een originele methode die reeds door de consulent is gebruikt – in dit geval moet hij een precieze beschrijving geven)? • Omvat het project een aspect opleiding / bewustmaking / betrokkenheid van het personeel? (indien het de bedoeling is een geïntegreerd proces te creëren in het bedrijfsleven van de onderneming en niet iets artificieels dat enkel bestemd is om verslagen en tabellen te produceren). • Is het project opgevat : op dergelijke manier dat de onderneming, op het einde van het project, zich een methodologie of een proces eigen heeft gemaakt en autonoom is ten opzichte van externe bronnen (namelijk dat ze tijdens elke latere cyclus niet hoofdzakelijk van de consulent afhangt).
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 8 / 10
Indienen van de aanvraag Hoe ? De aanvragen moeten ingediend worden door middel van het aanvraagformulier betreffende de +Premie (het model is beschikbaar op de site www.socialeconomy.be). Wanneer ? De behoorlijk ingevulde aanvraagformulieren, samen met eventueel andere documenten om een beter inzicht te geven in de onderneming of in het project, mogen gans het jaar worden ingediend. 3 data voor de selectie van projecten zijn voorzien: 15 februari (voor de projecten die voor 1 februari zijn ingediend), 15 juni (voor de projecten die voor 1 juni zijn ingediend) en 15 oktober voor de projecten die voor 1 oktober zijn ingediend). Een ondertekende versie van het aanvraagformulier en van de eventuele begeleidende documenten moet per post worden verzonden. Daarenboven moet ook een elektronische versie per e-mail worden verzonden. Waar ? De aanvragen moeten gestuurd worden naar De Heer David De Roos
Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie Cel Sociale Economie Anspachlaan nr. 1, 14/19 1000 Brussel
e-mail :
[email protected], met als onderwerp van het bericht : “+Premie” Begin en einde van de betoelaging
De betoelaging begint en eindigt op de data vermeld in het ministerieel toelagebesluit betreffende elke toegekende toelage. Dit zijn ook de data waartussen de uitgaven in het kader van de toelage moeten gebeurd zijn. Het indienen van de bewijsstukken en de uitbetaling van het saldo van de toelage kunnen echter wel nog gebeuren na het einde van de betoelaging. De einddatum voor het indienen van de bewijsstukken bij de Cel Sociale Economie is eveneens in het toelagebesluit vermeld.
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 9 / 10
Uitbetaling en controle van de toelage, zoals voorzien in het toelagebesluit De uitbetaling van de toelage zal steeds geschieden op aanvraag van de toelagetrekker, vergezeld van een aangifte van schuldvordering (het model is beschikbaar op de site www.socialeconomy.be) waarin de gevorderde sommen ‘waar en oprecht’ verklaard worden, en van de nodige bewijsstukken en na akkoord van de opdrachtgever. Er moet tevens bij elke aanvraag om uitbetaling een financieel overzicht van de tot dan gemaakte kosten en het saldo van de toelage per categorie zoals vermeld in het toelagebesluit worden toegevoegd (het model is beschikbaar op de site www.socialeconomy.be). De bewijsstukken dienen om aan te tonen dat de gevorderde sommen betrekking hebben op de toegelaten kosten in het kader van het toelagebesluit. De bewijsstukken worden gedateerd, geordend en ondertekend door de toelagetrekker. De bewijsstukken en de schuldvordering moeten steeds in drie exemplaren ingediend worden. Indien het toelagebesluit daarin voorziet, zal ook een tussentijds verslag met de stand van zaken moeten worden ingediend. In elk geval zal na het einde van de periode van betoelaging een eindverslag moeten worden voorgelegd, waarin het project wordt geëvalueerd en waarin wordt aangetoond dat de beoogde doelstellingen werden bereikt. Een bedrag gelijk aan 10% van de toegekende toelage zal worden ingehouden en slechts aan de toelagetrekker worden uitgekeerd na ontvangst en goedkeuring van het eindverslag door de Cel Sociale Economie. Volgens de huidige wetgeving mag de Cel Sociale Economie of gelijk welke daartoe gemachtigde persoon de echtheid en de goede uitvoering van de betoelaagde projecten ter plaatse controleren. Na ontvangst van de aanvraag om uitbetaling (vergezeld van de aangifte van schuldvordering, de bewijsstukken, het financieel overzicht en, indien van toepassing, het tussentijds of het eindverslag) wordt ze door de administratie gecontroleerd. Ze maakt hierover een controleverslag op, dat samen met de bewijsstukken en de andere documenten wordt bezorgd aan de Dienst Begroting en Financiën van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie. Deze Overheidsdienst zendt het dossier door naar het Rekenhof dat een controle uitvoert alvorens het toelating geeft tot uitbetaling. Zodra het Rekenhof zijn visum voor uitbetaling geeft, wordt het aangevraagde bedrag effectief overgeschreven op de in het ministerieel toelagebesluit vermeld rekeningnummer van de organisatie.
pp_techni_manuel_200609_nl.doc
+Premie : technische handleiding
p. 10 / 10
Verdere inlichtingen Verdere inlichtingen kunnen worden bekomen bij: De Heer David De Roos Tel : 02.509.89.98
[email protected] of bij De Heer Sébastien Pereau Tel: 02.508.86.81
[email protected]
pp_techni_manuel_200609_nl.doc