Polarisatie en radicalisering in gemeenten Ministerie van Veiligheid en Justitie December 2010
Colofon Uitgave
I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. 0229-282555 Rapportnummer
2011-1742 Datum December 2010 Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20011 2500 EA Den Haag Auteurs Drs. Marion Holzmann Kim Franx, MSc. Drs. Jaap Bouwmeester Bestellingen
Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderzoek berust bij de auteurs. De inhoud vormt niet per definitie een weergave van het standpunt van de Minister van Veiligheid en Justitie. Sinds 1 oktober 2010 bestaat er in Nederland een nieuwe regeringscoalitie. Hierdoor ontstonden aanpassingen in de toewijzing van taken en verantwoordelijkheden aan ministers. Dit onderzoek is uitgevoerd tijdens de 'voormalige' coalitie en beschrijft daarom het ministerie in de vorige periode. De veiligheid en beveiligingstaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties vallen sinds 1 oktober 2010 onder het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Inhoudsopgave
pag.
Samenvatting
I
1 Inleiding
1
2 Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
5
3 Lokaal beleid
14
4 Ondersteuning vanuit het Rijk
20
5 Aanbevelingen
27
Bijlage 1: Vragenlijst
29
Bijlage 2: Resultaten naar provincie
35
Samenvatting
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Samenvatting
Samenvatting Het onderzoek Het Ministerie van Veiligheid en Justitie onderzoekt periodiek de stand van zaken rond polarisatie en radicalisering in de Nederlandse gemeenten. Hierbij wordt een beeld gegeven van de mate waarin gemeenten binnen hun grenzen polarisatie en radicalisering signaleren en in hoeverre zij beleid ontwikkelen en uitvoeren op deze thema’s. In 2009 heeft het ministerie de eerste meting naar dit onderwerp in eigen beheer uitgevoerd. De tweede meting is in het najaar van 2010 in opdracht van het ministerie uitgevoerd door I&O Research. Het onderzoek bestond uit een gecombineerde schriftelijke/online enquête onder alle gemeenten in Nederland. De gebruikte vragenlijst is in de twee metingen vrijwel identiek, zodat een aantal vergelijkingen tussen de situatie in 2010 met 2009 mogelijk is. Alle gemeenten (431) zijn benaderd voor het onderzoek. Uiteindelijk hebben er 260 meegedaan, een respons van 60%. Dit aantal is voldoende groot om betrouwbare uitspraken over te doen1. Hieronder zijn de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek samengevat. Net als in 2009 komt in één op de vijf gemeenten polarisatie en/of radicalisering voor Bijna één op de vijf (19%) gemeenten geeft aan te maken te hebben met polarisatie. Deze gemeenten signaleren steeds scherpere tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, toenemende spanningen tussen deze groepen en/of segregatie langs etnische of religieuze lijnen. Er zijn minder gemeenten die radicalisering signaleren (10% van de gemeenten). Dit zijn vrijwel allemaal gemeenten waar naar eigen zeggen ook polarisatie voorkomt. In totaal heeft 21% van de gemeenten met polarisatie of radicalisering, ofwel met beide verschijnselen te maken. Dit zijn met name de grotere gemeenten. In vergelijking met 2009 hebben zich geen verschuivingen voorgedaan. Deel gemeenten geen zicht op voorkómen verschijnselen Respectievelijk 15% en 19% van alle gemeenten zeggen geen zicht te hebben op het al dan niet voorkomen van polarisatie en radicalisering in hun gemeente. De gemeenten die hierop wel zicht hebben, krijgen de informatie hierover vooral via de politie en in mindere mate via maatschappelijke partners en burgers. Eén op de twintig gemeenten heeft gericht onderzoek uitgevoerd. Rechtsextremisme meest gerapporteerde vorm van extremisme Net als in 2009 is vastgesteld welke vormen van extremisme gemeenten binnen hun grenzen waarnemen. De meest genoemde vorm van extremisme is net als in 2009 rechtsextremisme. Linksextremisme, islamitisch extremisme en dierenrechtenextremisme worden minder vaak genoemd. In vergelijking met 2009 worden alle vormen van extremisme meer genoemd.
1
De nauwkeurigheidsmarge van de uitkomsten bedraagt 3,8%, bij een betrouwbaarheid van 95%. Zie hoofdstuk 1.
I
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Samenvatting
Vooral grotere gemeenten hebben beleid gericht op tegengaan polarisatie en radicalisering Bijna een derde van alle gemeenten (30%) heeft beleid ontwikkeld gericht op het voorkómen of tegengaan van polarisatie en/of radicalisering. In deze gemeenten worden de thema’s genoemd in het collegeprogramma en/of wordt er beleidsmatig aandacht geschonken in een specifiek plan van aanpak of andere beleidsstukken. Het zijn vooral grotere gemeenten die beleid ontwikkeld hebben. Er is een samenhang tussen het beleid en de mate waarin polarisatie en/of radicalisering voorkomen. Gemeenten die de verschijnselen niet signaleren hebben doorgaans ook geen beleid ontwikkeld op dit gebied. Vier op de tien grotere gemeenten ervaren knelpunten bij beleidsontwikkeling De mate waarin gemeenten knelpunten ervaren bij het ontwikkelen van beleid gericht op polarisatie en/of radicalisering, hangt sterk samen met de omvang van de gemeente. In kleine gemeenten waar de problematiek zich naar eigen zeggen niet voordoet, ervaart men doorgaans ook geen beleidsmatige knelpunten. Deze knelpunten doen zich wel voor bij de grotere gemeenten. Als voornaamste knelpunten bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid noemt men het ontbreken van draagvlak of politieke prioriteit, een gebrek aan een scherp inzicht in de problematiek en een tekort aan capaciteit en/of financiële middelen. Ondersteuningsaanbod is wel bekend, maar wordt slechts zelden gebruikt De rijksoverheid biedt op verschillende manieren ondersteuning bij het opstellen van lokaal beleid. De beschikbare tools ‘Zelfdiagnose’ en ‘Samenwerken met partners’ zijn wel bekend, maar worden in beperkte mate gebruikt (56% kent de tools en 4% gebruikt deze). Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid voor het aanvragen van cofinanciering en het kennis- en adviescentrum Nuansa. De bekendheid van Nuansa en de mogelijkheden van de cofinanciering zijn in 2010 niet veranderd in vergelijking met 2009.
II
Hoofdstuk Inleiding Inleiding
1
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Inleiding
1 Inleiding 1.1 Achtergrond In het kader van het Actieplan polarisatie en radicalisering 2007-2011 heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2009 een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken rond polarisatie en radicalisering in gemeenten. Het onderzoek gaf een algemeen beeld van de mate waarin gemeenten naar eigen zeggen geconfronteerd worden met polarisatie en radicalisering. Ook gaf het onderzoek inzicht in de vormen van polarisatie en radicalisering die in ons land voorkomen en op welke manier gemeenten zicht hebben gekregen op deze verschijnselen op lokaal niveau. Om te zien welke ontwikkelingen zich rond polarisatie en radicalisering in het afgelopen jaar hebben voorgedaan, is het onderzoek in 2010 herhaald. Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is het geven van inzicht in de mate waarin gemeenten in Nederland worden geconfronteerd met diverse vormen van polarisatie en radicalisering in hun gemeente en op welke manier zij daarmee omgaan. Ook worden ontwikkelingen in de tijd zichtbaar gemaakt. Uit de doelstelling van het onderzoek vloeien de volgende onderzoeksvragen voort: 1. Is er volgens gemeenten sprake van polarisatie en radicalisering binnen de gemeenten? 2. Zijn er veranderingen/verschuivingen opgetreden t.o.v. de stand van zaken van vorig jaar? 3. Hebben gemeenten behoefte aan ondersteuning vanuit het Rijk? 4. Wat is de aard van de ondersteuningsbehoefte en op welke wijze kan het Rijk daar op inspelen?
1.2 Methode van onderzoek. Gehanteerde definities en begrippen In het Actieplan polarisatie en radicalisering worden de volgende definities gebruikt: Polarisatie: 'de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die resulteert of kan resulteren in toenemende spanningen tussen deze groepen en in segregatie langs etnische of religieuze lijnen'. Radicalisering: 'het actief nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde'. Radicalisering volgt niet automatisch uit polarisatie. Maar polarisatie als een proces van (ervaren) verwijdering (discriminatie; stigmatisering) tussen (groepen) mensen kan individuen wel gevoelig maken voor radicalisering. Polarisatie en radicalisering zijn inhoudelijk niet persé aan elkaar gerelateerd, maar beleidsmatig gebeurt dit vaak wel.
1
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Inleiding
Uitvoering van het onderzoek. Begin september 2010 is een schriftelijke enquête uitgezet onder alle Nederlandse gemeenten. Tevens is de mogelijkheid geboden om de vragenlijst digitaal in te vullen. De vragenlijst is in overleg met de opdrachtgever opgesteld en komt in verband met de vergelijkbaarheid grotendeels overeen met de vragenlijst uit 20092. De begeleidende brief was gericht aan de burgemeester. Twee weken na het verzenden van de aankondigingsbrief is er een rappel verstuurd naar de gemeenten die nog niet gereageerd hadden. Vervolgens zijn gemeenten nagebeld die de vragenlijst nog niet hadden ingevuld, mede om inzicht te krijgen in de redenen van non-respons. Het veldwerk vond plaats van 3 tot en met 17 september. Zelfrapportage door gemeenten De vragen in de vragenlijst zijn gericht op het achterhalen van in hoeverre in de perceptie van de gemeenten polarisatie en radicalisering voorkomen, welke verschijningsvormen zij waarnemen en in hoeverre het lokaal bestuur een aanpak heeft ontwikkeld. De onderzoeksuitkomsten zijn daarmee gebaseerd op zelfrapportage van gemeenten. Dit geeft een indicatie van het voorkomen van polarisatie en radicalisering. Op basis van het onderzoek zijn geen conclusies te trekken over de werkelijke omvang en aard van de polarisatie en radicalisering in Nederland. Respons en representativiteit De vragenlijsten zijn uitgezet onder alle 431 gemeenten in Nederland. In totaal hebben 260 gemeenten de vragenlijst volledig ingevuld, dit betekent een respons van 60%. De samenstelling van de totale respons naar gemeentegrootte en de regionale spreiding is representatief voor alle gemeenten in Nederland. De respons onder de 362 kleine gemeenten bedraagt met 218 deelnemers 60%. Het responspercentage onder middelgrote gemeenten ligt een fractie onder het gemiddelde (23 van de 43 gemeenten, dat is 53%) en de respons onder grote gemeenten is juist iets bovengemiddeld (19 van de 26 gemeenten, 73%). Nauwkeurigheid van de uitkomsten Onderzoek gebaseerd op een steekproef zijn per definitie onderhevig aan onnauwkeurigheid doordat niet iedereen, maar een gedeelte van de totale populatie geënquêteerd wordt. Volledig nauwkeurige uitkomsten zijn alleen mogelijk wanneer alle eenheden (in dit geval gemeenten) in de populatie worden ondervraagd. De onnauwkeurigheidsmarge is in dat geval 0%. Op basis van de gerealiseerde respons van 260 gemeenten zijn uitspraken mogelijk met een onnauwkeurigheidsmarge van 3,8%, uitgaande van een betrouwbaarheid van 95%. Dit betekent dat de gepresenteerde uitkomsten met 95% zekerheid binnen een marge van 3,8% van de werkelijke uitkomsten liggen.3 In tabel 1.1 staan in de laatste kolom de betreffende onnauwkeurigheidsmarges weergegeven voor de gehele populatie (alle gemeenten) en de verschillende grootteklassen.
2 3
Zie de bijlage voor de vragenlijst. Voorbeeld: een uitkomst van 50% houdt in dat de werkelijke waarde vrijwel zeker (in 95% van de gevallen) binnen het interval 46,2% en 53,8% ligt.
2
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Inleiding
Tabel 1.1 Respons en nauwkeurigheidsmarge naar gemeentegrootte populatie (alle gemeenten) grootte gemeente
onnauwkeurigheidsmarge
respons
aantal
aantal
%
%
362
218
60%
4,2%
midden (50.00 tot 100.000 inwoners)
43
23
53%
14,0%
groot (100.000 inwoners of meer)
26
19
73%
11,9%
totaal
431
260
60%
3,8%
klein
(<50.000 inwoners)
Vergelijking respons 2010 met respons van 2009 De respons is wat betreft omvang en samenstelling vergelijkbaar met de meting van 2009. Het blijkt dat niet exact dezelfde gemeenten aan het onderzoek hebben meegedaan. Van de 286 gemeenten die in 2009 aan het onderzoek meewerkten, hebben er 166 ook de vragenlijst van 2010 ingevuld. Verder hebben 119 gemeenten die in 2009 nog wel meededen, in 2010 geen vragenlijst ingevuld. Tenslotte zijn er 93 gemeenten die in 2009 niet, maar in 2010 wel hebben gerespondeerd. Non-respons analyse De gemeenten die niet hebben gereageerd op de uitnodiging de vragenlijst online of schriftelijk in te vullen zijn telefonisch benaderd. Aan deze groep zijn alsnog telefonisch de twee hoofdvragen van het onderzoek voorgelegd ('Komt polarisatie voor in uw gemeente?' en 'Komt radicalisering voor in uw gemeente?'). Uit dit telefonische non-respons onderzoek bleek dat de non-respons en responsgemeenten nauwelijks van elkaar afwijken wat betreft het voorkomen van deze verschijnselen. De gerealiseerde respons is met andere woorden in hoge mate representatief voor alle gemeenten in Nederland. Uit de non-respons analyse blijkt dat vooral praktische redenen worden aangevoerd om niet aan de enquête deel te nemen. Veel genoemd zijn: ‘te weinig tijd’ en dat de vragenlijst niet of te laat bij de juiste persoon is terechtgekomen. Vergelijkingen Waar mogelijk worden de resultaten vergeleken met de eerdere meting. De vergelijkingen worden gemaakt om de ontwikkeling in de tijd te kunnen volgen. Eventuele verschillen in uitkomsten worden alleen in de tekst vermeld wanneer deze statistisch significant zijn. Statistisch significant wil zeggen dat de geconstateerde verschillen niet te wijten zijn aan toevallige afwijkingen die samenhangen met de steekproeftrekking. Toetsing op de significantie van de verschillen is uitgevoerd met behulp van een chi-kwadraat toets en een t-toets. Er is gebruik gemaakt van een significantieniveau van 0,05. Ook wordt op hoofdpunten het onderscheid gemaakt tussen kleine, middelgrote en grote gemeenten en provincies4.
4
Zie de bijlage voor de uitsplitsingen naar provincies.
3
2
Hoofdstuk Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
4
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
2 Ontwikkeling polarisatie en radicalisering In dit hoofdstuk staat de vraag centraal in hoeverre gemeenten naar eigen zeggen geconfronteerd worden met polarisatie en/of radicalisering. In het verlengde daarvan wordt ingegaan op de uitingsvormen die men waarneemt en hoe het beeld zich verhoudt tot de situatie in 2009. Hierbij wordt eerst ingegaan op polarisatie en daarna op radicalisering. Verder wordt gekeken naar de mate waarin beide verschijnselen zich in combinatie voordoen.
2.1 Polarisatie Bij polarisatie gaat het om verschillen tussen groepen mensen die kunnen resulteren in toenemende spanningen. In het Actieplan Polarisatie en Radicalisering wordt de volgende definitie gehanteerd5:
'de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die resulteert of kan resulteren in toenemende spanningen tussen deze groepen en in segregatie langs etnische of religieuze lijnen'. Bijna één op de vijf gemeenten zegt aan de hand van bovenstaande definitie dat polarisatie in de eigen gemeente voorkomt. In twee op de drie gemeenten komt het naar eigen zeggen niet voor en 15% van de gemeenten heeft er geen zicht op. De percentages zijn in vergelijking met 2009 iets veranderd, maar deze kleine verschuivingen zijn statistisch niet significant. Vooral in de grotere gemeenten is er sprake van polarisatie. Dit was ook in 2009 al het geval. Tabel 2.1 Voorkomen van polarisatie in eigen gemeente
Figuur 2.1 Percentage dat zegt dat polarisatie ‘voorkomt’, naar gemeentegrootte (2010: klein, n=217; midden, n=23, klein, n=19)
2009(n=286)
2010(n=260)
komt voor
16%
19%
Klein
komt niet voor
72%
67%
Midden
geen zicht op
12%
15%
8% 13% 22% 26% 65% 68%
Groot Totaal 0%
16% 19% 25%
50% 2009
5
Bron: actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011, Ministerie van Veiligheid en Justitie.
5
75% 2010
100%
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
Vergelijking tussen jaren (2009 en in 2010): voorkomen van polarisatie In totaal 166 gemeenten hebben zowel in 2009 als in 2010 aan het onderzoek deelgenomen. Bij deze gemeenten is bekeken in hoeverre er veranderingen zijn opgetreden. zowel in 2009 als in 2010 geen sprake van polarisatie: 123 gemeenten zowel in 2009 als in 2010 wel sprake van polarisatie: 17 gemeenten in 2009 geen, maar in 2010 wel sprake van polarisatie: 12 gemeenten in 2009 wel, maar in 2010 geen sprake van polarisatie: 14 gemeenten Uit deze vergelijking komt een stabiel beeld naar voren in het aantal gemeenten waar het verschijnsel voorkomt. Van grote verschuivingen is geen sprake. In de provincies Zuid-Holland, Gelderland en Noord-Brabant wordt er absoluut gezien het meest melding gedaan van polarisatie. Geen van de gemeenten in Friesland en Drenthe die aan het onderzoek hebben meegedaan constateren polarisatie binnen hun grenzen. Figuur 2.2 Aantal gemeenten dat polarisatie constateert/aantal responderende gemeenten, per provincie
Groningen 4/14
Friesland 0/18
Drenthe 0/10
NoordHolland 5/35
Overij ssel
Flevoland 1/5
ZuidHolland 13/47
Zeeland 2/9
3/13
Gelderland 7/29
Utrecht 3/16
Noord-Brabant 7/38 Limburg 3/25
< 10% 10% - 20% > 20%
6
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
Ontwikkeling binnen gemeenten: gemeenten: de de mate waarin polarisatie voorkomt Bijna de helft van de gemeenten waar polarisatie voorkomt, signaleert in het afgelopen jaar geen verandering in de mate waarin het verschijnsel zich voordoet. Een kwart van de gemeenten spreekt over een toenemende polarisatie, terwijl 8% een afname constateert. Tabel 2.2 Ontwikkeling in de gemeenten waar polarisatie voorkomt
(n=48) polarisatie toegenomen
25%
polarisatie gelijk gebleven
48%
polarisatie afgenomen
8%
geen zicht op ontwikkeling
19%
De gemeenten waar polarisatie zich voordoet hebben kort omschreven wat de aard en de uitingsvorm van het verschijnsel is.
Door gemeenten genoemde uitingsvormen van polarisatie: - "Aanvaringen/uitdagen/het conflict opzoeken tussen groepen afkomstig uit verschillende landen." - "Alleen zichtbaar via stemgedrag en uitingen op internet." - "Meer traditioneel kleden van bevolkingsgroepen." - "Discussies in de media en stemgedrag (grote PVV-aanhang)." - "Jongeren die rechtsradicale symbolen gebruiken." - "Verspreiding van anti-moskee en anti-moslim pamfletten in enkele wijken voorafgaand aan gemeenteraadsverkiezingen."
7
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
2.2 Radicalisering Radicalisering heeft betrekking op groepen mensen die de samenleving zó ingrijpend wil veranderen dat het een gevaar is voor de democratie. In het Actieplan Polarisatie en Radicalisering wordt de volgende definitie gehanteerd6:
'het actief nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde' Aan de hand van bovenstaande definitie geeft 10% van de gemeenten aan dat er in de eigen gemeente sprake is van radicalisering. In 2009 was dit nog 14% van de gemeenten, maar de afname is niet significant. Vooral in de grotere gemeenten komt radicalisering voor. Dit was ook in 2009 al het geval. Tabel 2.3 Voorkomen van radicalisering binnen Nederlandse gemeenten
Figuur 2.3 Sprake van radicalisering naar gemeentegrootte (2010: klein, n=217; midden, n=23, klein, n=19) 8% 6%
Klein
2009(n=286)
2010(n=260)
komt voor
14%
10%
komt niet voor
70%
72%
Groot
geen zicht op
17%
19%
Totaal
Midden
4%
17% 41%
0%
14% 10% 25%
50% 2009
6
Bron: actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011, Ministerie van Veiligheid en Justitie.
8
63%
75% 2010
100%
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
Vergelijking tussen jaren jaren (2009 en in 2010): voorkomen van radicalisering In totaal 166 gemeenten hebben zowel in 2009 als in 2010 aan het onderzoek deelgenomen. Bij deze gemeenten is bekeken in hoeverre er veranderingen zijn opgetreden. zowel in 2009 als in 2010 geen sprake van radicalisering: 134 gemeenten zowel in 2009 als in 2010 wel sprake van radicalisering: 6 gemeenten in 2009 geen, maar in 2010 wel sprake van radicalisering: 11 gemeenten in 2009 wel, maar in 2010 geen sprake van radicalisering: 15 gemeenten Deze vergelijking duidt op een lichte afname van het aantal gemeenten waar radicalisering voorkomt. In de provincies Zuid-Holland (5 gemeenten) en Noord-Brabant (3 gemeenten) wordt het meest melding gedaan van radicalisering. Figuur 2.4 Aantal gemeenten dat radicalisering constateert/aantal responderende gemeenten, per provincie
Groningen 2/14
Friesland 1/18
Drenthe NoordHolland
2/10
2/35 Overij ssel
Flevoland 2/5
ZuidHolland 5/47
Zeeland 1/9
2/13
Gelderland
Utrecht 1/16
2/29
Noord-Brabant 3/38
Limburg 2/25
9
< 10% 10% - 20% > 20%
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
Ontwikkeling binnen gemeenten: gemeenten: de de mate waarin radicalisering voorkomt Bijna de helft van de gemeenten waar radicalisering voorkomt, signaleert in het afgelopen jaar geen verandering in de mate waarin het verschijnsel zich voordoet. De groep die spreekt van een toename is even groot als die een afname constateert. Tabel 2.4 Ontwikkeling in de gemeenten waar radicalisering voorkomt
(n=25) radicalisering toegenomen
16%
radicalisering gelijk gebleven
44%
radicalisering afgenomen
16%
geen zicht op ontwikkeling
24%
Door gemeenten genoemde uitingsvormen van radicalisering: - "Strengere korancursussen in één van de moskeeën." - "Er hebben zich in de afgelopen jaren enkele gevallen van dierenrechten-activisme voorgedaan." - "Hakenkruizen, graffiti en verbaal geweld van autochtonen." - "Vernieling percelen met genetisch gemodificeerde gewassen." - "We krijgen signalen via meldingen en buurthuizen." - "Er komen jaarlijks ongeveer 30 meldingen binnen over gevallen van mogelijke radicalisering. bij een deel daarvan is daadwerkelijk sprake van radicalisering."
2.3 Samenhang polarisatie en radicalisering Radicalisering blijkt in de meeste gevallen in combinatie met polarisatie voor te komen. Slechts 2% van de gemeenten constateert radicalisering zonder dat er ook van polarisatie sprake is. 8% rapporteert radicalisering in combinatie met polarisatie. Polarisatie komt meer voor dan radicalisering en wordt ook meer als zelfstandig verschijnsel waargenomen. Dit was ook in 2009 het geval.
10
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
Tabel 2.5 Mate waarin polarisatie en radicalisering tezamen worden waargenomen door Nederlandse gemeenten
2009(n=286)
2010(n=260)
constateert alleen polarisatie
8%
11%
constateert zowel polarisatie als radicalisering
9%
8%
constateert alleen radicalisering
5%
2%
constateert geen polarisatie/radicalisering of heeft daar geen zicht op
79%
80%
2.4 Verkrijgen van informatie over polarisatie en/of radicalisering De gemeenten die wel zicht hebben op verschijnselen van polarisatie en/of radicalisering in hun eigen gemeente, noemen de politie als belangrijkste informatiebron. Verder krijgt men ook informatie van maatschappelijke partners en burgers. Eén op de vijf gemeenten voert gericht onderzoek uit. Figuur 2.5 Manieren om inzicht te krijgen in polarisatie en/of radicalisering (n=197) (meerdere antwoorden mogelijk)
Informatie van de politie (92%)
1 2
Informatie van maatschappelijke partners (76%) Informatie van burgers (51%)
3 4
Informatie vanuit onderzoek (19%)
2.5 Extremisme Aan gemeenten waar polarisatie en/of radicalisering voorkomt, is gevraagd in hoeverre bepaalde vormen van extremisme binnen de gemeente bestaan. De meest genoemde vorm van extremisme is rechtsextremisme, net als in 2009. Dertig gemeenten (van de 53 gemeenten waar minstens één van deze verschijnselen voorkomt), rapporteren rechtsextremisme. Dierenrechtenextremisme, linksextremisme en islamitisch extremisme komen even veel voor. Er is een toename zichtbaar van dierenrechtenextremisme. Het aantal gemeenten dat te maken heeft met islamitisch extremisme is gedaald.
11
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ontwikkeling polarisatie en radicalisering
Tabel 2.6 Vorm van extremisme naar gemeentegrootte, in aantallen (meerdere antwoorden mogelijk) klein
midden
groot
totaal 2010
totaal 2009
rechtsextremisme
18
3
9
30
44
dierenrechtenextremisme
7
2
10
19
4
9
1
9
19
-
islamitisch extremisme
8
-
11
19
24
andere vorm van extremisme8
3
-
-
3
-
linksextremisme
7
2.6 Spanningen tussen bevolkingsgroepen Op dit moment bestaan bij 10% van alle Nederlandse gemeenten spanningen tussen bepaalde bevolkingsgroepen. De onrust manifesteert zich met name tussen autochtonen en allochtonen. Verder worden in dit verband woonwagenbewoners en arbeidsmigranten uit Oost-Europa genoemd. Tabel 2.7 Bestaan van spanningen, naar gemeentegrootte klein (n=210)
midden (n=23)
groot (n=18)
totaal (n=251)
wel spanningen
9%
22%
17%
10%
geen spanningen
88%
74%
72%
86%
3%
4%
11%
4%
geen zicht op
- “Kampbewoners geven veel spanning onderling.” - “Woonwagenbewoners versus overige burgers.” - “Autochtone conservatieve inwoners versus nieuwkomers die soms een andere etniciteit hebben. Dit toont zich in enkele wijken.” - “In lichte mate tussen Marokkaanse jongeren en autochtone groepen.” - “Molukse versus Marokkaanse jongeren, dankzij goede contacten met politie en gemeente situatie goed onder controle; wel kwetsbaar.” - “Poolse arbeiders en bewoners uit het dorp zorgen voor spanningen.”
7
8
Deze resultaten zijn weergegeven in aantallen en niet in percentages, omdat anders vergelijking met 2009 niet mogelijk is. Deze antwoordcategorie is in 2009 niet voorgelegd. Verder worden andere vormen van xenofobie genoemd, zoals homodiscriminatie en discriminatie op basis van geloofsovertuiging.
12
3
Hoofdstuk Lokaal beleid
13
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Lokaal beleid
3 Lokaal beleid In het vorige hoofdstuk bleek dat één op de vijf gemeenten te maken heeft met polarisatie en/of radicalisering. In het verlengde van deze constatering ligt de vraag of gemeenten beleid hebben ontwikkeld om dit tegen te gaan of te voorkomen.
3.1 Polarisatie en radicalisering op de agenda In 7% van de gemeenten staat het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering naar eigen zeggen hoog op de agenda. In grote gemeenten is dit meer het geval dan in de kleinere gemeenten. In bijna drie op de tien grote gemeenten zegt men dat het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering 'hoog op de agenda' staat. In kleine gemeenten is dit percentage aanzienlijk lager (5%). Tabel 3.1 Stelling: 'Het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering staat in onze gemeente hoog op de agenda' naar gemeentegrootte klein (n=201)
midden (n=23)
groot (n=18)
totaal (n=242)
5%
17%
28%
7%
neutraal
31%
44%
22%
32%
(zeer) mee oneens
64%
39%
50%
61%
(zeer) mee eens
In gemeenten waar polarisatie en/of radicalisering voorkomt, staat het onderwerp verhoudingsgewijs hoger op de agenda dan in plaatsen waar het verschijnsel niet wordt gerapporteerd of waar hier geen zicht op is. Toch blijkt dat in 40% van de gemeenten waar polarisatie en/of radicalisering voorkomt, het tegengaan er van niet hoog op de agenda staat. Tabel 3.2 Stelling: 'Het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering staat in onze gemeente hoog op de agenda', naar groepen gemeenten die polarisatie en/of radicalisering wel/niet constateren gemeenten die polarisatie en/of radicalisering constateren (n=52) 15%
gemeenten die geen polarisatie en/of radicalisering constateren (n=151) 6%
gemeenten die geen zicht hebben op polarisatie en radicalisering (n=39) 3%
neutraal
44%
31%
21%
32%
(zeer) mee oneens
40%
64%
77%
61%
(zeer) mee eens
14
totaal (n=242) 7%
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Lokaal beleid
Polarisatie en/of radicalisering in het collegeprogramma Een indicatie voor de mate waarin polarisatie en radicalisering op de politieke agenda staat is of het tegengaan ervan wordt genoemd in het collegeprogramma of coalitieakkoord. Dit blijkt in 6% van de gemeenten het geval. In grotere gemeenten komt dat meer voor dan in de middelgrote en kleinere gemeenten. Tabel 3.3 Polarisatie en/of radicalisering in het collegeprogramma, naar gemeentegrootte klein (n=197)
midden (n=20)
groot (n=18)
totaal (n=235)
alleen polarisatie
1%
alleen radicalisering
1%
0%
6%
1%
0%
11%
1%
polarisatie en radicalisering
4%
0%
11%
4%
niet in collegeprogramma
95%
100%
72%
94%
In de gemeenten waar polarisatie en/of radicalisering voorkomt, heeft 20% dit opgenomen in het collegeprogramma. Gemeenten die zeggen dat polarisatie of radicalisering niet voorkomt besteden daaraan nauwelijks beleidsmatige aandacht. Tabel 3.4 Polarisatie en/of radicalisering genoemd in het collegeprogramma/coalitieakkoord, naar gemeenten die polarisatie en/of radicalisering wel/niet constateren
alleen polarisatie alleen radicalisering
gemeenten die polarisatie en/of radicalisering constateren (n=48) 6%
gemeenten die geen polarisatie en/of radicalisering constateren (n=151) 0%
gemeenten die geen zicht hebben op polarisatie en radicalisering (n=36) 0%
4%
0%
3%
totaal (n=235) 1% 1%
polarisatie en radicalisering
10%
2%
3%
4%
niet in collegeprogramma
79%
98%
94%
94%
15
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Lokaal beleid
3.2 Plan van aanpak Eén op de tien gemeenten in Nederland heeft een plan van aanpak opgesteld specifiek gericht op het tegengaan van polarisatie en radicalisering. Daarnaast behandelt iets minder dan een kwart van alle gemeenten deze thema’s in een andere beleidsnota. In de meeste gevallen gaat het om nota’s op de beleidsvelden veiligheid, intergratie & inburgering en jongeren. Het merendeel (61%) van de grote gemeenten heeft een plan van aanpak. Tabel 3.5 Beschikking over plan van aanpak, naar gemeentegrootte klein (n=210)
midden (n=23)
groot (n=18)
totaal (n=251)
beschikt over plan van aanpak
4%
22%
61%
10%
plan van aanpak in voorbereiding
2%
4%
0%
2%
denkt na over plan van aanpak
15%
9%
0%
14%
geen plan van aanpak
79%
65%
39%
75%
Verhoudingsgewijs hebben veel gemeenten waar polarisatie en/of radicalisering voorkomt een plan van aanpak. Toch blijkt in 38 van de 53 gemeenten waar naar eigen zeggen wel sprake is van polarisatie en/of radicalisering, (nog) geen plan van aanpak opgesteld. Een klein aantal van deze gemeenten is van plan om dit in de toekomst te ontwikkelen. Tabel 3.6 Beschikking over plan van aanpak, naar gemeenten die wel of geen polarisatie en/of radicalisering constateren
beschikt over plan van aanpak
gemeenten die polarisatie en/of radicalisering constateren (n=53) 28%
gemeenten die geen polarisatie en/of radicalisering constateren (n=157) 5%
gemeenten die geen zicht hebben op polarisatie en radicalisering (n=41) 2%
totaal (n=251) 10%
plan van aanpak in voorbereiding
2%
1%
5%
2%
denkt na over plan van aanpak
28%
10%
10%
14%
geen plan van aanpak
42%
84%
83%
75%
16
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Lokaal beleid
Inhoud van de plannen De plannen van aanpak hebben in de meeste gevallen betrekking op zowel polarisatie als radicalisering (83%)9. De overige plannen hebben in de meeste gevallen uitsluitend betrekking op polarisatie en vrijwel geen enkel plan alleen op radicalisering. Het merendeel van de bestaande plannen zet in op preventie (92%) of proactieve maatregelen (75%) gericht op het verkleinen van de kans op problemen en ingrijpen voordat er problemen zijn. Repressieve plannen (optreden als problemen zich daadwerkelijk voordoen) en curatieve plannen (verbeteren van de ontstane situatie) komen minder voor (respectievelijk 54% en 29%). De meeste plannen richten zich op een brede doelgroep (71%). Van de meer specifieke doelgroepen worden rechtsextremisme (33%) en islamitisch extremisme (33%) het meest genoemd. Tien gemeenten geven aan dat andere gemeenten wellicht kunnen leren van de wijze waarop zij met polarisatie en/of radicalisering omgaan. Het betreft zowel grote, middelgrote als kleine gemeenten. Ook betreft het gemeenten waar sprake is van polarisatie en/of radicalisering en waar dit niet voorkomt. - "We hebben in de afgelopen vijf jaar veel ervaring opgedaan zowel qua interventies bij gevallen van radicalisering als bij beleid gericht op voorkoming en versterking weerbaarheid." - "We hebben een multidisciplinaire aanpak voor meerdere doeleinden." - "Het is een aanpak die bestaat uit praktische en concrete activiteiten en maatregelen. De aanpak is laagdrempelig en met name preventief gericht." - "De wijze waarop de allochtone zelforganisaties de eigen jeugd trainen over weerbaarheid tegen rechtsextremistische tendensen. Contacten tussen allochtone en autochtone jongeren middels het gezamenlijk maken van een film." Beleidsmatige aandacht voor polarisatie en/of radicalisering Hierboven zijn verschillende manieren behandeld waarop gemeenten beleidsmatige aandacht kunnen geven aan polarisatie en/of radicalisering. Deze zijn: 1. het benoemen in het collegeprogramma; 2. opstellen van een specifiek plan van aanpak; 3. behandelen van de thema's in andere beleidsnota's.
9
Door het kleine aantal geënquêteerde gemeenten met een plan van aanpak (24) zijn de gepresenteerde percentages bij de uitsplitsingen indicatief.
17
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Lokaal beleid
Bijna een derde van alle gemeenten (30%) geeft op minstens één van deze manieren beleidsmatige aandacht aan polarisatie en/of radicalisering. Dit zijn met name grote gemeenten. Tabel 3.7 Beleid gericht op tegengaan van polarisatie en/of radicalisering, naar gemeentegrootte klein (n=217)
midden (n=23)
groot (n=19)
totaal (n=259)
wel beleid
24%
48%
68%
30%
geen beleid
76%
52%
32%
70%
Zes op de tien gemeenten die te maken hebben met polarisatie en/of radicalisering hebben hier op een of andere manier beleidsmatige aandacht voor. In gemeenten waar dit niet speelt of waar men er geen zicht op heeft, is dit 22%. Tabel 3.8 Beleid gericht op tegengaan polarisatie en/of radicalisering, naar gemeenten die wel of geen polarisatie en/of radicalisering constateren gemeenten die polarisatie en/of radicalisering constateren (n=53)
gemeenten die geen polarisatie en/of radicalisering constateren (n=165)
gemeenten die geen zicht hebben op polarisatie en radicalisering (n=41)
totaal (n=259)
wel beleid
60%
21%
24%
30%
geen beleid
40%
79%
76%
70%
18
4
Hoofdstuk Ondersteuning vanuit het Rijk Rijk
19
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ondersteuning vanuit het Rijk
4 Ondersteuning vanuit het Rijk De rijksoverheid biedt verschillende handvatten aan bij het opstellen van beleid. Hoe bekend zijn deze ondersteuningsmogelijkheden op lokaal niveau, worden ze gebruikt en welke problemen worden er ervaren?
4.1 Knelpunten bij ontwikkelen van beleid Zeven procent van alle gemeenten ondervindt knelpunten bij het ontwikkelen van beleid gericht op polarisatie en/of radicalisering. De mate waarin gemeenten knelpunten ondervinden, hangt sterk samen met de omvang van de gemeente. Kleinere gemeenten ervaren zelden knelpunten. Van de grote gemeenten ervaren vier op de tien knelpunten. Tabel 4.1 Knelpunten naar gemeentegrootte klein (n=217)
midden (n=23)
groot (n=19)
totaal (n=259)
wel knelpunten
4%
4%
39%
7%
geen knelpunten
71%
83%
44%
70%
weet niet
25%
13%
17%
23%
Een kwart van de gemeenten waar polarisatie en/of radicalisering voorkomt, ondervindt knelpunten in het ontwikkelen van beleid gericht op deze thema's. Twee procent van de gemeenten waar de problematiek zich niet voordoet, ervaart knelpunten. Tabel 4.2 Ervaren knelpunten, naar gemeenten die wel of geen polarisatie en/of radicalisering constateren wel polarisatie en/of radicalisering (n=53)
geen polarisatie en radicalisering (n=157)
geen zicht op polarisatie en radicalisering (n=41)
totaal (n=251)
wel knelpunten
25%
0%
10%
7%
geen knelpunten
57%
78%
59%
70%
weet niet
19%
22%
32%
23%
20
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ondersteuning vanuit het Rijk
Eerder bleek dat 30% van alle gemeenten het tegengaan of voorkomen van polarisatie en/of radicalisering noemen in het collegeprogramma en/of door aandacht te schenken aan een gericht plan van aanpak of andere beleidsstukken. Van deze gemeenten heeft 13% knelpunten ondervonden bij het ontwikkelen of formuleren van beleid. De gemeenten die (nog) geen beleid hebben ontwikkeld c.q. daar mee bezig zijn, ervaart 4% knelpunten. Tabel 4.3 Knelpunten naar wel/geen beleid beleid ontwikkeld (n=77)
(nog) geen beleid ontwikkeld (n=174)
totaal (n=251)
wel knelpunten
13%
4%
7%
geen knelpunten
77%
67%
70%
weet niet
10%
29%
23%
Deze knelpunten liggen met name op het vlak van te weinig draagvlak of politieke prioriteit, gebrek aan een scherp inzicht in de problematiek en een tekort aan capaciteit of financiële middelen. - “Polarisatie en radicalisering kunnen lang slechts sluimerend en voor de meeste mensen onzichtbaar aanwezig zijn maar ineens ontvlammen en leiden tot lokale en zelfs (inter)nationale spanningen. Hierdoor is niet altijd iedereen er even overtuigd van dat het noodzakelijk is om preventieve activiteiten te ontwikkelen en in te zetten.” - “In het vorig college was er weinig draagvlak voor het onderwerp. Een ander knelpunt is ambtelijke capaciteit voor de ontwikkeling van het beleid.” - “Sense of urgency ontbreekt binnen de ambtelijke organisatie en daarbij ook in de onderlinge contacten met BZK.” - “Met de beperkte middelen lukt het ons niet om structureel programma's aan te bieden m.b.t. deze problematiek.” - “Kennis over radicalisering en polarisatie is matig, wij zijn een fusiegemeente.” - “Ik heb geen feitelijke informatie anders dan van plaatselijke politie.”
21
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ondersteuning vanuit het Rijk
4.2 Bekendheid ondersteuningsaanbod De tools ‘Zelfdiagnose’ en ‘Samenwerken met partners’ zijn redelijk bekend onder de gemeenten, maar worden in mindere mate gebruikt. Meer dan de helft (56%) van de gemeenten kent de tools en 4% maakt er ook gebruik van. De bekendheid en het gebruik is onder grotere gemeenten beduidend hoger dan onder kleinere gemeenten. Tabel 4.4 Bekendheid en gebruik tools, naar gemeente grootte klein (n=198)
midden (n=20)
groot (n=15)
totaal (n=233)
2%
5%
33%
4%
bekend, niet gebruikt
50%
70%
60%
52%
onbekend
49%
25%
7%
44%
bekend en gebruikt
Meer gemeenten die zelf te maken hebben met polarisatie en/of radicalisering maken gebruik van het ondersteuningsaanbod dan gemeenten waar dit niet speelt. Tabel 4.5 Bekendheid en gebruik tools, naar gemeenten die wel of geen polarisatie en/of radicalisering constateren wel polarisatie en/of radicalisering (n=48)
geen polarisatie en radicalisering (n=147)
geen zicht op polarisatie en radicalisering (n=38)
totaal (n=233)
bekend en gebruikt
10%
3%
0%
4%
bekend, niet gebruikt
48%
56%
45%
52%
onbekend
42%
42%
55%
44%
Aan gemeenten die wel bekend zijn met de tools, maar hier geen gebruik van maken is gevraagd waarom men dit niet heeft ingezet. Het blijkt dat sommige gemeenten van andere methodieken gebruik maken of geen noodzaak zien in het gebruik ervan. De volgende reacties lichten dit toe: - “Wij hebben onvoldoende zicht of de aard van spanningen in relatie staan tot polarisatie en radicalisering. Dit najaar starten wij daarvoor een onderzoek.” - “Wij hadden in samenwerking met Radar al een eigen aanpak voor de signalering van radicalisering ontwikkeld.” - “Wij hadden een eigen inventarisatiemethodiek ontwikkeld voordat de tools beschikbaar kwamen.” - “Het thema is voor ons geen prioriteit.” - “Omdat deze problematiek niet of nauwelijks opkomt, is deze tool niet gebruikt.”
22
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ondersteuning vanuit het Rijk
Mogelijkheden cofinanciering De mogelijkheid om een cofinanciering aan te vragen voor initiatieven op het terrein van polarisatie en radicalisering is onder 37% van de gemeenten bekend. In 2009 kende 43% de zogenoemde cofinanciering. Dit lijkt een afname van de bekendheid, maar het verschil is niet significant.
37% 37% Van de gemeenten kent de mogelijkheid voor cofinanciering.
Wel valt op dat driekwart van de grote gemeenten gebruik heeft gemaakt van een cofinanciering. Onder kleine gemeenten is dit 8%. Tabel 4.6 Bekendheid en gebruik cofinanciering, naar gemeentegrootte
bekend en gebruikt
klein (n=199)
midden (n=23)
groot (n=18)
totaal (n=240) 14%
8%
17%
72%
bekend, niet gebruikt
23%
30%
17%
23%
onbekend
69%
52%
11%
63%
In gemeenten die polarisatie en/of radicalisering rapporteren, is zowel de bekendheid als het gebruik groter dan in gemeenten waar dit niet speelt. Tabel 4.7 Bekendheid en gebruik cofinanciering, naar gemeenten die wel of geen polarisatie en/of radicalisering constateren wel polarisatie en/of radicalisering (n=52)
geen polarisatie en radicalisering (n=147)
geen zicht op polarisatie en radicalisering (n=41)
totaal (n=240)
bekend en gebruikt
33%
6%
17%
14%
bekend, niet gebruikt
21%
25%
22%
23%
onbekend
46%
69%
61%
63%
Aan gemeenten die wel bekend zijn met de mogelijkheden van cofinanciering, maar dit niet hebben gebruikt is gevraagd om welke reden dat is. De reden om geen gebruik te maken van de ondersteuning heeft in de meeste gevallen te maken met ontbreken van de urgentie om beleid te ontwikkelen. Onder meer de volgende toelichtingen worden gegeven: - “Problematiek van polarisatie en radicalisering overeenkomstig met de definities komt in deze gemeente niet voor.” - “Er zijn geen specifieke acties nodig waarvoor financiering nuttig zou zijn.” - “Dit wordt al op regionaal niveau opgepakt.”
23
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ondersteuning vanuit het Rijk
Kennis- en adviescentrum Nuansa Bijna vier op de tien gemeenten kennen Nuansa, het kennis- en adviescentrum Polarisatie en Radicalisering van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De bekendheid is vrijwel gelijk aan 2009. De bekendheid en het gebruik is onder grote gemeenten hoger dan onder kleine gemeenten. Een klein deel (7%) van de gemeenten heeft wel eens vragen gesteld aan Nuansa over polarisatie en radicalisering. Dit deden zij gemiddeld 3,6 keer. Vrijwel iedereen voelt zich voldoende geholpen door Nuansa. De website van Nuansa is door 64% van de gemeenten wel eens bezocht. Tabel 4.8 Bekendheid en contact Nuansa, naar gemeentegrootte klein (n=204)
midden (n=23)
groot (n=18)
totaal (n=245)
bekend en contact gehad
3%
4%
56%
7%
bekend, geen contact
26%
65%
39%
31%
onbekend
72%
30%
6%
63%
De bekendheid en de mate waarin contact is geweest met Nuansa is hoger onder gemeenten waar sprake is van polarisatie en/ of radicalisering dan onder gemeenten waar dit niet speelt.
de gemeenten 38% 38% Van is bekend met Nuansa
Tabel 4.9 Bekendheid en contact Nuansa, naar gemeenten die wel of geen polarisatie en/of radicalisering constateren wel polarisatie en/of radicalisering (n=53) 19%
geen polarisatie en radicalisering (n=151) 3%
geen zicht op polarisatie en radicalisering (n=41) 2%
bekend, geen contact
42%
24%
42%
31%
onbekend
40%
73%
56%
63%
bekend en contact gehad
24
totaal (n=245) 7%
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Ondersteuning vanuit het Rijk
4.3 Behoefte aan aanvullende ondersteuning vanuit het Rijk De meeste gemeenten beoordelen de huidige ondersteuning bij de lokale aanpak van polarisatie en radicalisering als adequaat en zien geen manco's in het ondersteuningsaanbod. Dit geldt logischerwijs voor gemeenten die zelf geen polarisatie en radicalisering binnen hun grenzen constateren, maar ook voor gemeenten waar de problematiek zich wel voordoet c.q. op de agenda staat. - “Lokale problemen moeten vooral lokaal opgelost worden, bij voorkeur gebruik makend van lokale mogelijkheden en middelen.” - “De gemeente is wel alert op signalen, maar hoeft dit nog niet om te zetten in een lokale aanpak.”
Enkele gemeenten noemen één of meerdere onderwerpen die ter ondersteuning door het Rijk kunnen worden aangeboden. Deze hebben met name betrekking op financiële steun, inzicht geven in good practices en het organiseren van informatieve bijeenkomsten (expertsessies). -
“Een snelle informatiebron en alertheid vanuit de AIVD.” “Informatie ter voorkoming van en inzicht in risico's.” “Meer zicht op eventuele ondersteuning van derden, naast de ondersteuning van de politie.” “Praktische aanpak ook voor kleine gemeenten.” “De landelijke overheid kan de ondersteuning van de gemeente verbeteren op de volgende terreinen: o behoefte aan een landelijk adviespunt Roma; o financiële ondersteuning voor het ontwikkelen/uitvoeren van de integrale aanpak; o faciliteren intergemeentelijke samenwerking.”
25
5
Hoofdstuk Aanbevelingen
26
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Aanbevelingen
5 Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gepresenteerd, die voortkomen uit de eerder beschreven resultaten van het onderzoek. •
•
•
•
•
Een mogelijk punt van aandacht voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie, wordt gevormd door de gemeenten die zeggen geen goed zicht te hebben of polarisatie en/of radicalisering in hun gemeente voorkomt. Respectievelijk 15% en 19% van de gemeenten heeft geen zicht op polarisatie en radicalisering. Waarom deze gemeenten geen actie hebben ondernomen om hier wel inzicht in te krijgen, is in dit onderzoek niet meegenomen. Wanneer duidelijk wordt waarom gemeenten geen zicht hebben op de verschijnselen kan hierop worden ingespeeld. Een volgende meting van dit onderzoek kan hier wellicht gericht op ingaan. Een beperkt deel van de gemeenten zegt dat polarisatie en/of radicalisering wel voorkomt, maar schenkt er geen beleidsmatige aandacht aan. Het is mogelijk dat de aard, omvang of prioriteit van het probleem geen aanleiding gaf om actie te ondernemen. Dit is echter geen onderwerp van onderzoek geweest. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie kan in de ondersteuning van gemeenten op het gebied van polarisatie en/of radicalisering in principe een rol spelen op uitvoerend (cofinanciering) of op overstijgend niveau (kennisontwikkeling bij gemeenten door middel van de tools ‘Zelfdiagnose’ en ‘Samenwerken met partners’ of via Nuansa). Het bestaande ondersteuningsaanbod is redelijk bekend, maar wordt weinig gebruikt. Dit geldt met name voor de tools ‘Zelfdiagnose’ en ‘Samenwerken met partners’ en het gebruik van de diensten van Nuansa. De mogelijkheden van cofinanciering worden nog het meest gebruikt. De meeste gemeenten constateren geen lacunes in de huidige ondersteuning bij de lokale aanpak van polarisatie en radicalisering. Dit geldt zowel voor gemeenten die zelf geen polarisatie en/of radicalisering rapporteren als gemeenten waar deze verschijnselen wel voorkomen. Uit de inventarisatie komt dan ook geen eenduidige ondersteuningsbehoefte in de richting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar voren. Toch bestaan er mogelijkheden voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie om gemeenten verder te ondersteunen. Er bestaat bijvoorbeeld behoefte aan kennisuitwisseling en de bereidheid om eigen kennis (good practice) met anderen te delen. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie kan daarbij een rol spelen door het bij elkaar brengen en uitwisselen van kennis en expertise. Verder lijkt er een latente ondersteuningsbehoefte bij gemeenten te bestaan. Op dit moment is er in de grotere gemeenten al relatief veel aandacht voor polarisatie en radicalisering. In kleinere gemeenten is dat minder het geval, vooral omdat de verschijnselen daar naar eigen zeggen minder vaak voorkomen of omdat men er weinig zicht op heeft. Dit zijn ook de meest genoemde redenen om het ondersteuningsaanbod niet te gebruiken. In deze situaties is proactief beleid denkbaar om eventuele problemen in een vroegtijdig stadium te onderkennen en voor te zijn. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie kan deze gemeenten kennis laten maken met (succesvolle) voorbeelden van een dergelijke aanpak op andere plaatsen in het land.
27
bijlagen
28
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Bijlage 1: Vragenlijst
Onderzoek naar polarisatie en radicalisering in gemeenten Augustus/september 2010
29
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Wie vult deze vragenlijst in? Naam: Functie: Functie: Gemeente: Polarisatie In het Actieplan polarisatie en radicalisering is polarisatie als volgt gedefinieerd: Polarisatie: 'de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die resulteert of kan resulteren in toenemende spanningen tussen deze groepen en in segregatie langs etnische of religieuze lijnen'. 1
Komt polarisatie voor in uw gemeente?
2
3
Ja Nee Geen zicht op
ga naar vraag 4 ga naar vraag 4
Hoe uit deze polarisatie zich in uw gemeente? Kunt u wellicht voorbeelden noemen?
Is de mate waarin polarisatie in uw gemeente voorkomt het afgelopen jaar toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven? Toegenomen Gelijk gebleven Afgenomen Geen zicht op
Radicalisering In het Actieplan polarisatie en radicalisering is radicalisering als volgt gedefinieerd: Radicalisering: 'het actief nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde'. 4
Komt radicalisering voor in uw gemeente?
5
6
Ja Nee Geen zicht op
ga naar vraag 7a ga naar vraag 7a
Hoe uit deze radicalisering zich in uw gemeente? Kunt u wellicht voorbeelden noemen?
Is de mate waarin radicalisering in uw gemeente voorkomt het afgelopen jaar toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven? Toegenomen Gelijk gebleven Afgenomen Geen zicht op
30
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
7a
7b
In hoeverre komen onderstaande vormen van extremisme voor in uw gemeente? Niet Nauwelijks Rechtsextremisme Linksextremisme Moslimextremisme Dierenrechtenextremisme Andere vorm van extremisme, namelijk………………
Onbekend
Is er in uw gemeente op dit moment sprake van spanningen tussen bepaalde bevolkingsgroepen?
7c
Relatief veel
Ja Nee Geen zicht op
ga naar vraag 8 ga naar vraag 8
Tussen welke bevolkingsgroepen bestaan deze spanningen?
Zicht op radicalisering en polarisatie Indien uw gemeente geen zicht heeft in de mate van radicalisering en polarisering, ga naar vraag 9 8
Hoe heeft uw gemeente inzicht verkregen in polarisatie en/of radicalisering in uw gemeente?
Door middel van een in eigen beheer uitgevoerd onderzoek Door middel van een onderzoek door een extern bureau Informatie van de politie Informatie van maatschappelijke partners Informatie van burgers Door middel van de VNG-tool ’Zelfdiagnose en samenwerken met partners” Anders, namelijk
Lokaal Beleid 9 Komt het tegengaan of voorkomen van polarisatie en/of radicalisering aan bod in uw collegeprogramma? Meerdere antwoorden mogelijk. Ja, polarisatie Ja, radicalisering Ja, beide Nee Weet niet/geen antwoord 10
Heeft uw gemeente een plan van aanpak voor het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering?
Ja Nee, maar er is wel een plan van aanpak in voorbereiding Nee, maar daar wordt wel over nagedacht ga naar vraag 11 Nee ga naar vraag 11
31
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
10b Waar heeft dit plan van aanpak betrekking op? 11
Worden de thema’s polarisatie of radicalisering behandeld in andere beleidsstukken?
12
Alleen polarisatie Alleen radicalisering Zowel polarisatie als radicalisering Weet niet/geen antwoord
Ja Nee Weet niet/geen antwoord
ga naar vraag 13 ga naar vraag 13
Binnen welke beleidsthema’s is er beleidsmatige aandacht voor polarisatie of radicalisering? Meerdere antwoorden mogelijk Integratie en inburgering Actief burgerschap Onderwijs Jongeren Werk Veiligheid Wonen Zorg Sociale integratie Anders, namelijk
13
In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering staat in onze gemeente hoog op de agenda Zeer mee eens Mee eens Neutraal Oneens Zeer mee oneens Weet niet/geen antwoord Indien uw gemeente (nog ) geen plan van aanpak heeft, ga dan verder met vraag 18.
Plan van aanpak 14
15
Waar richt het plan van aanpak zich op? Meerdere antwoorden mogelijk
Pro-actief: verkleinen van de kans op problemen Preventief: ingrijpen voordat er problemen zijn Repressief: optreden als problemen zich daadwerkelijk voordoen Curatief: verbeteren van de ontstane situatie Anders, namelijk
Weet niet/geen antwoord
Op welke doelgroepen is deze aanpak gericht? Meerdere antwoorden mogelijk
Brede doelgroep Rechtsextremisme Linksextremisme Moslimextremisme Dierenrechtenextremisme Anders, namelijk
32
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
16
Denkt u dat andere gemeenten van deze aanpak kunnen leren?
17
Ja Nee Weet niet/geen antwoord
Ga naar vraag 18 Ga naar vraag 18
Wat zouden andere gemeenten van deze aanpak kunnen leren?
Ondersteuning vanuit het rijk 18
Ondervindt uw gemeente knelpunten bij het ontwikkelen of uitvoeren van beleid gericht op polarisatie en/of radicalisering? Ja Nee Ga naar vraag 20 Weet niet/geen antwoord Ga naar vraag 20
19
Welke knelpunten ondervindt uw gemeente bij het ontwikkelen van beleid voor de aanpak van polarisatie en/of radicalisering?
20
Bent u bekend met de tools voor gemeenten: "Zelfdiagnose en samenwerken met partners, deel 1: tegengaan polarisatie en deel 2: tegengaan van radicalisering"? Bekend en gebruikt ga naar vraag 22 Bekend, maar niet gebruikt Onbekend ga naar vraag 22 Weet niet/geen antwoord ga naar vraag 22
21
Waarom heeft u de tools niet gebruikt?
22
Kende u de mogelijkheid voor gemeenten om een cofinanciering aan te vragen voor initiatieven op het terrein van polarisatie en radicalisering? Ja, en al gebruik van gemaakt Ja, maar geen gebruik van gemaakt Nee Weet niet/geen antwoord
23
Kent u het Kennis- en adviescentrum polarisatie en radicalisering, Nuansa?
24
Ja Nee Weet niet/geen antwoord
Ga naar vraag 28
Heeft uw gemeente wel eens contact gehad met Nuansa in verband met vragen die u had over polarisatie en radicalisering? Nee, geen contact gehad Aantal keer
Weet niet/geen antwoord
33
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
25
Heeft u wel eens de website van Nuansa bezocht?
26
27
28
Ja Nee Weet niet/geen antwoord
Kan Nuansa u voldoende helpen met de door u opgevraagde informatie en/of kennis over polarisatie en radicalisering? Ja Ga naar vraag 28 Nee Weet niet/geen antwoord Wat voor informatie mist u?
Wat mist u bij de huidige ondersteuning van gemeenten m.b.t. de lokale aanpak van polarisatie en radicalisering?
29
Heeft u verder nog reacties naar aanleiding van dit onderzoek?
30
Tot slot vragen wij u de contactgegevens te vermelden van: uw medewerker op het terrein van polarisatie en radicalisering: Naam: Afdeling: Telefoonnummer: Email-adres: En uw medewerker op het terrein van OOV: Naam: Afdeling: Telefoonnummer: Email-adres:
Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor uw medewerking aan dit onderzoek.
34
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Bijlage 2: Resultaten naar provincie Komt polarisatie voor in uw gemeente? Groningen
ja
nee
geen zicht op
totaal
4
8
2
14
Friesland
0
14
4
18
Drenthe Overijssel
0 3
10 9
0 1
10 13
Gelderland Flevoland
7 1
17 4
5 0
29 5
Utrecht Noord-Holland
3 5
9 24
4 6
16 35
Zuid-Holland Zeeland
13 2
27 6
7 1
47 9
Noord-Brabant Limburg
7 3
25 20
6 2
38 25
48
173
38
259
ja
nee
geen zicht op
totaal
2 1 2 2 2 2 1 2 5 1 3 2 25
10 14 8 11 20 3 11 25 33 6 26 19 186
2 3 0 0 7 0 4 8 9 2 9 4 48
14 18 10 13 29 5 16 35 47 9 38 25 259
totaal Komt radicalisering voor in uw gemeente? Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg totaal
35
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Komt polarisatie en/of radicalisering voor in uw gemeente? Gemeente
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
totaal
pol en rad
alleen pol
alleen rad
geen
totaal
2 0 0 2 2 1 1 2 5 1 3 1 20
2 0 0 1 5 0 2 3 8 1 4 2 28
0 1 2 0 0 1 0 0 0 0 0 1 5
10 17 8 10 22 3 13 30 34 7 31 21 206
14 18 10 13 29 5 16 35 47 9 38 25 259
Heeft uw gemeente inzicht in polarisatie/en of radicalisering? Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg totaal
wel inzicht
geen inzicht
totaal
11 14 10 12 22 5 11 26 37 7 29 21 205
3 4 0 1 7 0 5 9 10 2 9 4 54
14 18 10 13 29 5 16 35 47 9 38 25 259
36
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Rechtsextremisme: In hoeverre komen onderstaande vormen van extremisme voor in uw gemeente? Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg totaal
niet
nauwelijks
relatief veel
totaal
7 7 9 5 7 2 6 20 16 5 20 13 117
5 8 1 5 17 2 6 6 18 3 12 6 89
1 0 0 0 0 0 0 3 3 1 0 0 8
13 15 10 10 24 4 12 29 37 9 32 19 214
Linksextremisme: In hoeverre komen onderstaande vormen van extremisme voor in uw gemeente? Gemeente
niet
nauwelijks
relatief veel
totaal
Groningen
10
Friesland Drenthe
10 9
3
0
13
5 1
0 0
15 10
Overijssel Gelderland
5 13
5 10
0 0
10 23
Flevoland Utrecht
2 9
2 0
0 0
4 9
Noord-Holland Zuid-Holland
24 22
3 12
2 0
29 34
Zeeland Noord-Brabant
5 27
3 5
0 0
8 32
13
4
0
17
149
53
2
204
Limburg totaal
37
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Islamitisch extremisme: In hoeverre komen onderstaande vormen van extremisme voor in uw gemeente? niet
nauwelijks
relatief veel
totaal
Groningen
11
2
0
13
Friesland Drenthe
13 8
1 2
0 0
14 10
Overijssel Gelderland
6 16
4 7
0 0
10 23
Flevoland Utrecht
2 8
2 2
0 0
4 10
Noord-Holland Zuid-Holland
22 23
6 11
1 1
29 35
Zeeland Noord-Brabant
5 28
3 3
1 1
9 32
Limburg
16
2
0
18
158
45
4
207
totaal
Dierenrechtenextremisme: In hoeverre komen onderstaande vormen van extremisme voor in uw gemeente?
totaal
niet
nauwelijks
relatief veel
totaal
Groningen
10
1
0
11
Friesland
12
3
0
15
Drenthe Overijssel
4 6
4 5
1 0
9 11
Gelderland Flevoland
11 1
11 3
1 0
23 4
Utrecht Noord-Holland
5 23
4 5
1 1
10 29
Zuid-Holland Zeeland
21 3
14 5
1 0
36 8
Noord-Brabant Limburg
26 14
6 4
1 0
33 18
136
65
6
207
38
Polarisatie en radicalisering in gemeenten • Bijlagen
Heeft uw gemeente een plan van aanpak voor het tegengaan van polarisatie en/of radicalisering? ja Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg totaal
1 0 0 0 4 0 3 1 8 0 5 2 24
nee, maar er is wel een plan van aanpak in voorbereiding 1 0 0 0 0 0 0 2 1 1 0 0 5
39
nee, maar daar wordt wel over nagedacht 3 1 0 4 3 0 3 4 8 1 4 3 34
nee
totaal
9 16 10 7 20 4 10 27 29 7 29 20 188
14 17 10 11 27 4 16 34 46 9 38 25 251