B&W-nr.: 05.0590 d.d. 24-05-2005 Onderwerp
Plan van Aanpak Pilot Persoonsgebonden Reïntegratiebudget.
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie SWMG
1. het Plan van Aanpak Pilot Persoonsgebonden Reïntegratiebudget Gemeente Leiden vast te stellen, en daarmee in te stemmen met de volgende uitgangspunten voor deze proef met een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget (PRB): a. De PRB-pilot wordt gericht op WWB-klanten in fase 2 en 3. b. Een PRB-traject dient gericht te zijn op uitstroom naar werk en heeft een maximale duur van één jaar. c. Voor een PRB-traject zal een maximumbedrag van € 6000 worden gehanteerd, waarvan maximaal € 1000 aan oriëntatie en nazorg mag worden besteed. d. Klanten voor een PRB worden, indien zij dat wensen, ondersteund bij hun opstart. e. Een PRB-traject wordt bij voorkeur uitgevoerd door een opdrachtnemer, die de klant ondersteunt, coacht en begeleidt. Het inhuren van een dergelijke coach is echter niet verplicht. f. Opdrachtnemers dienen hun kwaliteit aan te tonen door het (op verzoek van de gemeente) kunnen overleggen van een vorm van certificering en/of minimaal twee referenties. g. De klant wordt niet belast met de financiële en contractuele zaken behorend bij het PRB. De klant krijgt alleen fictief het budget toegekend. h. Bij deze pilot zal geen resultaatfinanciering worden gehanteerd richting opdrachtnemers van het traject. i. De uitvoering van de pilot wordt deels intern bij SOZA belegd bij twee speciale PRBcasemanagers en deels uitbesteed door het inkopen van focusgesprekken/cursus. j. De PRB-pilot zal vooralsnog lopen van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005, gericht op maximaal 20 klanten. De directeur SOZA wordt gemandateerd om eind 2005 op basis van de eerste ervaringen een besluit te nemen over een eventuele verlenging van de proef met nog eens zes maanden. 2. dit besluit over het Plan van Aanpak Pilot Persoonsgebonden Reïntegratiebudget Gemeente Leiden ter kennis te brengen van de raadscommissie Sociale Infrastructuur. Samenvatting In de Leidse reïntegratieverordening, die vanaf september 2004 van kracht is, staat de mogelijkheid opgenomen dat bijstandgerechtigden bij hun reïntegratie richting de arbeidsmarkt gebruik kunnen maken van een persoonsgebonden reïntegratiebudget. Vanaf 1 juli 2005 zal in Leiden een proef gestart worden met deze nieuwe manier van reïntegreren. De proef met een persoonsgebonden reïntegratiebudget zal in eerste instantie een half jaar lopen. Het project richt zich op circa 20 mensen met een WWB-uitkering met overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt (fase 2 en 3). De bijstandsgerechtigde komt zelf met een plan voor diens reïntegratie met als doel uitstroom naar betaald werk. Hij of zij krijgt daarvoor de beschikking over een persoonsgebonden reïntegratiebudget van maximaal € 6000. De klant kan ervoor kiezen om een externe coach in de arm te nemen die hem daarbij begeleidt en ondersteunt, maar kan het ook helemaal zelf doen. Met een persoonsgebonden reïntegratiebudget heeft de klant zijn of haar reïntegratie nog meer in eigen hand.
RAADSAANBIEDINGSFORMULIER Comissie voor Sociale Infrastructuur REG.NR: 05.0590 Voorstel van : Remco Peijs
B&W
Telefoon
: 071-5167228
Email
:
[email protected]
Portefeuillehouder(s : Wim de Boer (SWMG) ) Datum B&W : 24-5-2005
Titel: Plan van Aanpak Pilot Persoonsgebonden Reïntegratiebudget Voorstel: 1. Kennis te nemen van het Plan van Aanpak Pilot Persoonsgebonden Reïntegratiebudget Gemeente Leiden en van de daarin opgenomen uitgangspunten voor deze proef met een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget (PRB), te weten; k. De PRB-pilot wordt gericht op WWB-klanten in fase 2 en 3. l. Een PRB-traject dient gericht te zijn op uitstroom naar werk en heeft een maximale duur van één jaar. m. Voor een PRB-traject zal een maximumbedrag van € 6000 worden gehanteerd, waarvan maximaal € 1000 aan oriëntatie en nazorg mag worden besteed. n. Klanten voor een PRB worden, indien zij dat wensen, ondersteund bij hun opstart. o. Een PRB-traject wordt bij voorkeur uitgevoerd door een opdrachtnemer, die de klant ondersteunt, coacht en begeleidt. Het inhuren van een degelijke coach is echter niet verplicht. p. Opdrachtnemers dienen hun kwaliteit aan te tonen door het (op verzoek van de gemeente) kunnen overleggen van een vorm van certificering en/of minimaal twee referenties. q. De klant wordt niet belast met de financiële en contractuele zaken behorend bij het PRB. De klant krijgt alleen fictief het budget toegekend. r. Bij deze pilot zal geen resultaatfinanciering worden gehanteerd richting opdrachtnemers van het traject. s. De uitvoering van de pilot wordt deels intern bij SOZA belegd bij twee speciale PRB-casemanagers en deels uitbesteed door het inkopen van focusgesprekken/cursus. t. De PRB-pilot zal vooralsnog lopen van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005, gericht op maximaal 20 klanten. De directeur SOZA wordt gemandateerd om eind 2005 op basis van de eerste ervaringen een besluit te nemen over een eventuele verlenging van de proef met nog eens zes maanden. Korte inhoud document: In het Arbeidsmarktplan 2003-2004 (B&W nr 03/1221) is een proef aangekondigd met een persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) om individueel maatwerk aan klanten op een andere manier voor te geven. De mogelijkheid van een persoonsgebonden reïntegratiebudget is tevens opgenomen in de reïntegratieverordening (artikel 7). Dit Plan van Aanpak dient te worden gelezen als een nadere uitwerking van het eerdere voornemen om tot een proef met een PRB over te gaan. In paragraaf 5 van het Plan van Aanpak zijn een aantal uitgangspunten ten aanzien van de Leidse vorm van een PRB opgenomen. De gemeenschappelijke noemer van deze punten is dat het een regelluwe en klantvriendelijke regeling moet zijn. Het Plan van Aanpak beschrijft de inhoud van de regeling en voor welke klanten deze regeling van toepassing kan zijn. De PRB-pilot zal vooralsnog lopen van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005, gericht op de instroom van maximaal 20 klanten. De dienst SOZA zal eind 2005 op basis van de eerste ervaringen een besluit nemen over een eventuele verlenging van de proef met nog eens zes maanden in de eerste helft van 2006. Definitieve inbedding van het instrument PRB is vervolgens onderwerp van besluitvorming in de tweede helft van 2006. Soort onderwerp: (I/M/B)
Ter kennisname
Deadline behandeling raad N.v.t. Financiële consequenties Geen; de kosten voor de trajecten zullen ten laste van het Werkdeel komen en bedragen naar schatting € 120.000. De kosten van de in te kopen focusgesprekken/focuscursus kunnen tevens ten laste worden gebracht van het Werkdeel. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van de aanbestedingsvrije ruimte van 30%. Commissie: (naam commissie) Griffie: par.
d.d.
d.d. (datum commissie)
Gemeenteraad
Naam:
Tst 516
d.d. (datum raad) Emailadres:
Plan van Aanpak
Pilot Persoonsgebonden Reïntegratiebudget
Gemeente Leiden
Versie 25/4/2005
1. Inleiding.................................................................................................................................................................7 2. Visie van Leiden op reïntegratie.............................................................................................................................7 3. De filosofie van een PRB.......................................................................................................................................7 4. Verschillende vormen van PRB's in den lande.......................................................................................................8 5. hoofdpunten Leids model Persoonsgebonden Reïntegratiebudget........................................................................10 6. nadere uitwerking van Leids model Persoonsgebonden Reïntegratiebudget........................................................14 Bijlage......................................................................................................................................................................18
1. Inleiding
In het arbeidsmarktplan 20032004 is een proefproject aangekondigd met een persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) voor een beperkt aantal deelnemers. Na evaluatie van een dergelijke pilot zou er dan vervolgens besluitvorming moeten plaatsvinden over een mogelijke definitieve invoering van dit additionele op maat gesneden reïntegratieinstrument. Op basis van de ervaringen uit eerdere proeven met PRB's voor arbeidsgehandicapten in drie proefregio's en de vorm van de Individuele Reïntegratie Overeenkomst (IRO) van het UWV zijn een aantal contouren voor een Leidse vorm van PRB benoemd. Het DMT SOZA heeft augustus 2004 daarmee ingestemd. Dit plan van aanpak is een nadere uitwerking van deze eerste contouren. Daarbij is naast het reeds genoemde IRO van het UWV ook gekeken naar de opzet van het project Persoonsgebonden ReïntegratieBudget van de gemeente Eindhoven.1
2. Visie van Leiden op reïntegratie De basis voor het Leidse reïntegratiebeleid ligt vast in de reïntegratieverordening en het bijbehorende raadsvoorstel en toelichting (nr.04.0085). Daarin zijn een aantal belangrijke uitgangspunten al benoemd, zoals: • eigen verantwoordelijkheid van de klant voor reïntegratie;2 • mogelijkheid tot ondersteuning door gemeente in de vorm van reïntegratievoorzieningen; • stimuleren en individueel maatwerk; • keuzemogelijkheid voor klanten; • het oplossen van geschillen over reïntegratie door bemiddeling in plaats van het doorlopen van de (gehele) bezwaar en beroepsprocedure; • het snel oppakken van de reïntegratie van nieuwe instromers door snelle bemiddeling of een reïntegratietraject (met bijvoorkeur een werkervaringscompoment); • een nieuwe vorm van gesubsidieerde werk: de opstapbaan; • een sluitende aanpak voor jongeren; • een weging van arbeid en zorg voor alleenstaande ouders; • een weging van leeftijd en kansen op de arbeidsmarkt bij klanten ouder dan 57,5 jaar; • een inkomensgrens voor nuggers om aanspraak te kunnen maken op het inzetten van reïntegratievoorzieningen; • duale trajecten voor nieuw en oudkomers; • stimulerings deeltijdwerk en uitstroompremies; • ondersteuning bij kinderopvang; • aandacht voor nazorg. Op basis van deze visie wordt ook het beleid en de uitvoering op het gebied van arbeidstoeleiding verder vorm gegeven. Het periodieke Reïntegratieplan borduurt voort op deze uitgangspunten en legt nadere accenten. Geheel in de lijn van keuzemogelijkheid voor de klant en maatwerk ligt het instrument van een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget.
3. De filosofie van een PRB
Het Persoonsgebonden Reïntegratie Budget is een geldbedrag waarmee mensen zelf hun terugkeer naar de arbeidsmarkt kunnen organiseren en financieren. De gemeente Leiden hanteert al het principe van "de klant centraal" en het PRB is een nieuwe en specifieke benadering om dit te bereiken en wel door zogeheten ‘vraagsturing’. Vraagsturing kan in het algemeen opgevat worden als het verschuiven van bevoegdheden en/of verantwoordelijkheden voor het reïntegratietraject van de Bij het opstellen van dit plan van aanpak is dankbaar gebruik gemaakt van het "Werkplan PRBproject (maart 2004)" van de gemeente Eindhoven. 2 In dit stuk wordt voor de leesbaarheid gesproken over hij en zijn als we het hebben over de klant, maar er moet hij/zij en zijn/haar worden gelezen. 1
uitvoerende instellingen naar de klant. De achterliggende visie is dat er op het vlak van reïntegratie veel meer mogelijk is dan gedacht wordt en dat de basis voor succesvolle arbeidsintegratie gelegen is in het aansluiten bij de individuele vraag van de klant, waarbij de wensen en het initiatief van de werkzoekende zelf voorop staat. Veel klanten zijn in het verleden op diverse fronten de regie over hun leven kwijtgeraakt. Erkenning van het primaat van de eigen wensen is derhalve voor klanten de eerste en misschien wel de belangrijkste verandering die PRB met zich meebrengt.
4. Verschillende vormen van PRB's in den lande
Alvorens de eerder vastgesteld uitgangspunten nader uit te werken in een concreet uitvoeringsmodel is het raadzaam eerst te bezien hoe andere PRB's waren en zijn vorm gegeven. Hiervoor is gekeken naar drie vormen. SOZA Leiden kan hieruit haar eigen model kiezen. 4.1 Proef PRB's voor arbeidsgehandicapten in drie regio's inhoud/vorm • doelgroep met name arbeidsongeschikten • klant stelt plan op • klant koopt zelf diensten in • maximale duur van traject is 2 jaar • maximaal budget is € 4537,80 (f. 10.000,) organisatie • per regio verschillend • klant vraagt PRB aan bij uitkerende instantie • klant moet zelf weg zoeken naar RIB • uitkerende instantie toetst het plan marginaal • ene regio casemanager, andere regio onafh. adviseur • klant stuurt rekening in, uitkerende instantie betaalt aan uitvoerder van traject aanbevelingen • zorg voor een informatiepunt voor PRBklanten • besteed aandacht aan de hulp bij opstellen van plan en de zoektocht naar een uitvoerder van het traject • stel een oriëntatiebudget in • denk na over resultaatfinanciering 4.2 Individuele Reïntegratie Overeenkomst (IRO) van het UWV inhoud/vorm • klant heeft geen regulier UWVreïntegratietraject • PRB is een vorm van een traject, de klant krijgt geen echt budget • klant stelt plan op, eventueel ondersteund door een RIB • klant dient binnen 35 kalenderdagen plan in te dienen bij het UWV • maximale duur van traject is 2 jaar • maximaal budget is € 5000 (op individuele basis uitzonderingen mogelijk) organisatie • klant vraagt IRO aan bij UWV • klant moet zelf weg zoeken naar RIB • UWV heeft kwaliteitseisen voor RIB's • UWV toetst het plan • UWV sluit overeenkomst met RIB • UWV heeft financiële relatie met RIB (en niet met de klant) • Klant rapporteert samen met klant aan UWV • resultaatfinanciering (50%/50%) enkele resultaten en aanbevelingen uit eerste voortgangsrapportage IRO (december 2004) • De prijs van een IROtraject bedraagt gemiddeld € 4.180 (exclusief BTW).
• • • •
• • • • •
33% van de reïntegratieplannen van IROaanvragers voorziet in een loopbaanoriëntatie of assessment. Ongeveer 25% van de reïntegratieplannen voorziet in scholing. Volgens reïntegratiebedrijven, UWV medewerkers en cliënten verschillen IROtrajecten inhoudelijk op twee punten van reguliere trajecten: er is meer ruimte voor maatwerk en er wordt vaker scholing ingezet. IROcliënten waarderen de begeleiding door het UWV gemiddeld iets hoger dan cliënten op reguliere trajecten. De gemiddelde waardering van arbeidsgehandicapte IROcliënten is 5,5 tegen 5,3 bij een regulier traject. WW’ers op een IROtraject waarderen de UWVbegeleiding met 5,9. Bij een regulier traject is dat 5,3. IROcliënten waarderen de begeleiding door het reïntegratiebedrijf met gemiddeld 7,5. Dit is 1,5 punt hoger dan de waardering van reguliere cliënten voor de begeleiding door het reïntegratiebedrijf. De reïntegratiemarkt is voor cliënten op dit moment nog onvoldoende transparant. Dit gaat ten koste van het voordeel van de keuzevrijheid. De IROcliënten zelf zijn overigens heel positief over de keuzevrijheid. Volgens de reïntegratiebedrijven zijn de acquisitiekosten van IROtrajecten hoger dan van reguliere trajecten. Dit geldt in het bijzonder wanneer cliënten meer dan één reïntegratiebedrijf benaderen. De constructie waarbij de IROcliënt via een hoofdaannemer diensten betrekt van andere aanbieders, komt in de praktijk bijna alleen voor bij de inzet van scholing. Reïntegratiebedrijven die veel reguliere trajecten uitvoeren, wijzen erop dat de interne werkprocessen voor de IRO moeten worden aangepast. Deze aanpassing leidt tot extra administratieve lasten.
4.3. Proef PRB van de gemeente Eindhoven inhoud/vorm • proef gericht op 60 klanten (trajecten uit werkdeel, organisatiekosten uit Agenda voor de Toekomst o.a extern PRBbureau ad. € 210.000, d.w.z. € 3500 per klant) • klant geeft voorkeur PRB boven regulier reïntegratietraject aan richting casemanager • klant moet voldoen aan profiel (motivatie/zelfredzaamheid) • alleen bedoeld als traject naar werk • klant krijgt formeel het budget, budget wordt wel beheerd door extern bureau (klant krijgt afschriften van stand van het budget) • een extern bureau toetst geschiktheid van de klant voor PRB en geeft een advies aan gemeente over toelating tot PRB, ondersteunt de klant bij inzicht op reïntegratiemarkt, bewaakt het gehele proces en voert financiële administratie • klant stelt plan op, eventueel ondersteund door een RIB • klant dient binnen 3 maanden plan in te dienen • maximale duur van traject is 1 jaar (voor fase 1,2,3) en 1 ½ jaar voor fase 4 (excl. ½ jaar nazorg) • er is een oriëntatiebudget van maximaal € 500 (voor fase 1) en € 1000 (fase 2,3,4) • maximaal PRBbudget is € 2500 (fase 1) en € 5000 (voor fase 2,3,4) (exclusief nazorg) organisatie • klant vraagt PRB bij casemanager (per unit is één casemanager op de hoogte van alle ins & outs) • klant wordt aangemeld voor intake bij extern PRBbureau • extern PRBbureau toetst geschiktheid van de klant voor PRB, ondersteunt de klant bij inzicht op reïntegratiemarkt, bewaakt het gehele proces en voert financiële administratie. • De klant ontvangt virtueel het budget, PRBbureau beheert het geld • Klant stelt plan op, dient plan via PRBbureau in en casemanager sluit overeenkomst met de klant • RIB/uitvoerders trajectonderdelen rapporteert aan PRBbureau • PRBbureau volgt het traject en rapporteert aan SOZA • PRBbureau checkt de rekeningen van RIB aan de hand van het PRBplan en stuurt de factuur naar SOZA voor betaling
5. hoofdpunten Leids model Persoonsgebonden Reïntegratiebudget 5.1 Doelstellingen en uitgangspunten van het experiment De centrale doelstellingen van een pilot met een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget in Leiden kunnen als volgt worden geformuleerd: 1. het opdoen van kennis en ervaring met de inzet van het instrument ‘Persoonsgebonden Reïntegratiebudget (PRB)’ ten behoeve van bijstandsgerechtigden; 2. de verdere ontwikkeling van een methodiek van reïntegratie waarin de eigen rol van de klant een centrale plaats inneemt. Het uitgangspunt van de gemeente Leiden, individueel maatwerk, wordt hierbij op een andere wijze vormgegeven; 3. het behalen van een uitstroomresultaat dat zoveel mogelijk aansluit bij de afspraken zoals die in Leiden zijn gemaakt in het kader van de Agenda voor de toekomst, namelijk 40% uitstroom naar betaald werk; 5.2 Keuzes bij het vormgeven van een Leids model PRB Het één op één overnemen van het IROconcept van het UWV of het Eindhovense PRBmodel ligt niet voor de hand. De schaalgrootte van het UWV is immers een totaal andere als die van de gemeente Leiden. De gemeente Eindhoven heeft op basis van de beschikbaarheid van experimentgelden vanuit het Ministerie van SZW ervoor gekozen om een groot deel van de uitvoering uit te besteden aan een extern bureau die in feite de proef met het PRB uitvoert. Het ligt meer in de lijn om uit de verschillende modellen (en ervaringen daarmee) te leren en deze om te zetten in een eigen Leids model voor een PRB. Hierbij zullen een aantal keuzes gemaakt moeten worden: 1. Welke klanten komen in aanmerking voor een PRB ? Daar fase 1klanten in beginsel en in het begin onder het reïntegratieregime van het CWI vallen en de dienst SOZA klanten die nieuw instromen en uitstroompotentieel hebben, ondersteunt via snelle bemiddelingstrajecten, ligt het in de reden om de PRBpilot te richten op fase 2 en 3 (en bij uitzondering fase 4). Voor het welslagen van een reïntegratietraject in het algemeen, maar zeker bij een PRBtraject is motivatie van groot belang. Vanwege de grotere rol van de klant is ook een redelijk zelfbeeld wenselijk. De selectiecriteria zullen nader worden uitgewerkt in paragraaf 6. Beslispunt: De PRB-pilot wordt gericht op WWB-klanten in fase 2 en 3 (en in uitzonderingsgevallen fase 4), die gemotiveerd zijn voor een PRB-traject en een redelijk realistisch zelfbeeld hebben. 2. Is een PRBtraject alleen voor trajecten naar werk ? Het uitgangspunt van de gemeente Leiden is werk boven inkomen. Het ligt dan ook in de rede om het PRB te beperken tot trajecten die gericht zijn op uitstroom naar werk. Als omschrijving van plaatsingsresultaat is het dan goed om aan te sluiten bij de aanbestede trajecten waarvoor geldt dat het moet gaan om uitstroom voor meer dan 6 maanden. Beslispunt: Het PRB-traject moet gericht zijn op uitstroom naar werk voor de periode van meer dan 6 maanden. Een PRB wordt dus niet verstrekt voor trajecten gericht op sociale activering of participatie. 3. Welk maximum budget is er verbonden aan een PRBtraject ? Kiest Leiden voor een additioneel oriëntatie en nazorgbudget ? De ervaringen leren dat het de klant tijd en moeite kost om zijn reïntegratiewens meer te trechteren, zich te oriënteren op de reïntegratiemarkt en zijn ideeën te concretiseren in een trajectplan. De klant blijkt naast tijd ook vaak een budget nodig te hebben om zich goed voor te bereiden op het PRB traject. Het instellen van een oriëntatiebudget wordt dan ook als wenselijk gezien. Voorgesteld wordt daarvoor een bedrag van € 500 te hanteren.
Het budget van IRO en PRB Eindhoven bedraagt € 5000 voor het daadwerkelijke traject en is gebaseerd op de prijs van aanbestede trajecten. In Leiden sluit dit bedrag ook goed aan bij de trajecten die zijn aanbesteed en het is reëel om ook als Leiden deze hoogte van € 5000 voor het daadwerkelijke traject te hanteren. De reïntegratie is pas echt geslaagd als het werken ook voortduurt. Soms komen er tijdens het beginnen met werken obstakels of hobbels voor, die lastig zijn en opgelost moeten worden om goed verder te kunnen. Vaak is het dan handig om daarbij externe begeleiding te hebben. Met andere woorden nazorg is van groot belang. Voorgesteld wordt daarvoor een bedrag van € 500 te hanteren. Er kan hierbij gekozen worden voor drie losse deelbudgetten, maar er kan ook besloten worden om een maximum bedrag voor het totaal in te stellen van € 6000, waarvan maximaal € 1000 besteed mag worden aan oriëntatie en nazorg. Deze laatste variant heeft als voordeel dat het klanten de vrijheid geeft om zijn budget naar eigen inzicht te verdelen en dat het eenvoudiger is in de communicatie naar klanten. Beslispunt: Voor het daadwerkelijke PRB-traject zal een maximum bedrag van € 6000 worden gehanteerd, met een maximum van € 1000 voor oriëntatie en nazorg. 4. Welke facilitering biedt de gemeente in de oriëntatiefase ? Uit eerdere ervaringen blijkt dat de klant die een PRBtraject wil gaan volgen, behoefte heeft aan ondersteuning bij het meer trechteren van zijn reïntegratiewens en het zich oriënteren op de reïntegratiemarkt. Daarbij doet zich het spanningsveld voor van eigen invul en keuzevrijheid voor de klant enerzijds en de behoefte om gefaciliteerd te worden bij het focussen van de reïntegratiewens tot een concreet en haalbaar reïntegratiedoel. Tussen het aanvragen van een PRB en het indienen van een PRBtrajactplan kan de klant zijn motivatie verliezen, omdat hij niet de weg kan vinden of omdat hij tevergeefs aanklopt bij een bedrijf of coach vanwege een nog te weinig concrete reïntegratiewens. Voor het welslagen van deze opstart is facilitering door de gemeente wenselijk. De gemeente kan dit bieden door ten eerste een algemene informatiebijeenkomst aan het begin en ten tweede door het bieden van een aantal focusgesprekken voor de klanten die voor een PRB kiezen. De keuze is aan de klant of hij wel of geen gebruik wenst te maken van deze door de gemeente geboden focusgesprekken. Beslispunt: De gemeente zal de klanten (indien gewenst) ondersteunen bij hun opstart, zodat ze hun reïntegratiewens verder kunnen focussen tot een concreet en haalbaar reïntegratiedoel. 5. Dient er altijd sprake te zijn van een opdrachtnemer van het PRBtraject of kan de klant ook zelf de uitvoerder zijn van het traject ? In de meeste gevallen zal de klant die een PRBtraject wil volgen, op zoek gaan naar een reïntegratiebedrijf of coach die hem daarbij kan begeleiden en hem helpt bij het maken van een reïntegratieplan en ondersteunt bij de achtereenvolgende te nemen stappen. In veel gevallen is het hebben van een coach als klankbord en stimulator een goede en verstandige oplossing. De klant kan evenwel ook met een voorstel komen voor een PRB, waarbij hij geen coach of begeleider aanzoekt, maar geheel zelf met een reïntegratieplan komt en zelf de opdrachtnemer is van zijn traject. Een voorbeeld van een zelf uitgevoerd PRBtraject uit een andere stad is een klant die graag een opleiding tot rijinstructeur wilde volgen. De klant had al helemaal uitgezocht welk opleidingsinstituut het beste slagingspercentage had, dat de opleiding snel kon worden gestart, binnen een jaar af te ronden was en dat er regionaal veel vacatures waren in die sector. Dit voorbeeld van PRBtraject laat zien dat bij trajecten die met name bestaan uit één of maar een paar elementen het ook goed mogelijk is dat een klant geen coach in de hand neemt. De casemanager zal dan periodiek met de klant overleggen over de stand van zaken van zijn traject en met betrokken derden (zoals in het voorbeeld de docent van rijinstructeuropleiding). Voorgesteld wordt dan ook het hebben van een opdrachtnemer voor het PRBtraject niet verplicht te stellen.
Beslispunt: Het PRB-traject wordt bij voorkeur uitgevoerd door een opdrachtnemer, die de klant ondersteunt, coacht en begeleidt. Het inhuren van een degelijke coach is echter niet verplicht. 6. Welke vereisten worden er gesteld aan de uitvoerder/opdrachtnemer van het PRBtraject ? Bij de aanbestede trajecten wordt als een belangrijk kwaliteitstoetsingselement het BOREA lidmaatschap verplicht gesteld aan reïntegratiebedrijven. De opdrachtnemer (indien de klant daarvoor kiest) van het PRBtraject kan een groot of klein reïntegratiebedrijf (rib) zijn, maar bijvoorbeeld ook andersoortig (eenmans)bedrijf, dat coaching en begeleiding biedt. Derhalve wordt in dit plan gesproken van "de opdrachtnemer" van het traject en niet over een rib. Het verplicht BOREA lidmaatschap is hier geen praktisch te hanteren minimale kwaliteitstoets. Voorgesteld wordt bij het PRB te werken met andere vormen van certificering of de mogelijke opvraag van minimaal twee referenties (de referenties kunnen vervolgens steekproefsgewijs/bij twijfel door de PRBcasemanagers van SOZA worden nagetrokken). Beslispunt: Voor opdrachtnemer van een PRB-traject is het BOREA-lidmaatschap niet verplicht. Opdrachtnemers dienen hun kwaliteit aan te tonen door het (op verzoek van de gemeente) kunnen overleggen van deze of andere vormen van certificering en/of minimaal twee referenties. 7. Wordt de klant ook belast met de daadwerkelijke contractering en betaling aan de uitvoerder/opdrachtnemer van het PRBtraject ? De ervaringen met persoongebonden budgetten is dat een deel van klanten moeite heeft met de formele aspecten, zoals het contactueel vastleggen van afspraken met de uitvoerder van het traject (en de eventuele onderaannemers) en het controleren van de formele vereisten aan offertes en rekeningen en het doen van de betalingen. Zowel het UWV als de gemeenten kiezen er voor de klant niet te belasten met de financiële en contractuele zaken. Voorgesteld wordt deze vorm ook in Leiden toe te passen, dat betekent dat SOZA een contract sluit met de opdrachtnemer (en indien de klant zelf opdrachtnemer is, de aanbieder van het reïntegratieinstrument), de facturen rechtstreeks aan SOZA kunnen worden gezonden, SOZA deze facturen controleert en betaalbaar stelt. In deze vorm wordt het budget wel fictief aan de individuele klant toegekend, maar wordt beheerd door de gemeente. Om het ‘financieel bewustzijn’ van de klant te versterken en hem bewust te laten zijn van de hoeveelheid geld die er in hem wordt geïnvesteerd, wordt er gewerkt met een soort fictieve ‘PRB –rekening’, waarbij de klant periodiek van de casemanager ‘afschrijvingen’ krijgt na betaling van facturen uit het PRBbudget. Beslispunt: De klant zal niet worden belast met de financiële en contractuele zaken behorend bij het PRB. De klant krijgt alleen fictief het budget toegekend en zal worden gewerkt met een soort fictieve ‘PRB – rekening’, waarbij de klant periodiek van ‘afschrijvingen’ krijgt na betaling van facturen uit het PRBbudget. 8. Wordt de uitvoerder van het traject ook afgerekend op resultaat door het hanteren van resultaatfinanciering ? Bij de evaluatie van de eerste proeven met persoonsgebonden reïntegratiebudgetten is geadviseerd om na te denken over (gedeeltelijke) resultaatfinanciering. Het UWV heeft in haar opzet van de IRO gekozen voor een mix van input en outputfinanciering. De gemeente Eindhoven heeft daarvoor juist niet gekozen. Hierboven is voorgesteld om het hebben van een opdrachtnemer van het traject, in de zin van een bedrijf of coach, niet verplicht te stellen. Hieruit vloeit voort dat resultaatfinanciering niet in alle gevallen aan de orde kan zijn, omdat in die gevallen de klant zelf de opdrachtnemer is. Voorgesteld wordt om ook in de gevallen waarbij er de klant het traject niet zelf doet en er wel een externe opdrachtnemer is, geen resultaatfinanciering te hanteren in deze pilot.
Beslispunt: Bij deze pilot zal geen resultaatfinanciering worden gehanteerd richting opdrachtnemers van het traject. 9. Kiezen we voor een interne uitvoering van het PRB of besteden we begeleiding, advies en administratieve aspecten uit ? In Eindhoven is er voor gekozen om een extern bureau in te huren die de klanten in met name de eerste fase van hun PRB (tot en met het indienen van een reïntegratieplan) begeleidt en vervolgens ook de hele administratieve en financiële afhandeling richting opdrachtnemers verzorgt. De gemeente Eindhoven heeft voor deze organisatiekosten van € 210.000 een beroep gedaan op experimentgelden in het kader van de Agenda voor de Toekomst. Leiden beschikt niet over dergelijke middelen en zal dus moeten kijken naar een andere uitvoeringsvorm. Daarbij moet gekeken worden naar wat de dienst SOZA zelf kan doen, welke taken uitbesteed kunnen worden en welke rol de onafhankelijke arbeidsadviseur kan spelen. Voorgesteld wordt om een paar (twee) casemanagers speciaal te belasten met de uitvoering van de PRBpilot. Dat wil zeggen dat de klant de mogelijkheid heeft om bij iedere casemanager (informatie over) het PRB aan te vragen, maar een uitgebreidere intake plaatsvindt door een PRBcasemanager die de klant van alle ins & outs van de regeling op de hoogte stelt, beoordeelt of een klant in aanmerking komt voor een PRB, de klant onder zijn hoede neemt, begeleidt en de regie/het beheer voert over het PRBtraject van de klant. Bij een PRB zal er vaker contact zijn tussen klant en casemanager om samen de stand van zaken door te nemen en zal de regievoering dus naar schatting intensiever zijn als bij reguliere trajecten. Door het inkopen en uitbesteden aan een gekwalificeerd bedrijf of coach van een aantal focusgesprekken (cursus), wordt de begeleiding van de klant in de beginfase en bij het concretiseren van zijn reïntegratiewens in een helder reïntegratiedoel uitbesteed, waarmee werk uit handen wordt genomen van de PRBcasemanager. Daarnaast kan de klant een beroep doen op de onafhankelijke arbeidsadviseur (gehuisvest bij het CWI) voor informatie over (de werking van) de reïntegratiemarkt en algemene hulp bij het zoeken van reïntegratiediensten, producten en – bedrijven die bij de klant passen (tips en vindplaatsen aanreiken). De arbeidsadviseur kan ook ondersteuning bieden bij het opstellen van een trajectplan. Niet door het helpen bij het schrijven van het plan, maar door het geven van algemene tips over de belangrijke bestanddelen van een plan of door algemene opmerkingen ten aanzien van een door de klant opgesteld conceptplan. De contractering van de opdrachtnemers/uitvoerders van de trajecten kan plaatsvinden door middel van een standaardcontract, maar zal tevens een extra belasting zijn voor de PRBcasemanagers. Het controleren en betaalbaar laten stellen van de facturen van bedrijven is een reguliere taak van de ondersteunende medewerker van de casemanagers, extra is het periodiek informeren van de klant over het saldo van zijn PRBbudget. De inschatting is dat de begeleiding van een PRBklant gemiddeld 1,5 tot 2 keer zoveel tijd van een casemanager vergt dan een klant met een regulier reïntegratietraject. Het gaat hier overigens over maximaal tien PRBklanten per PRBcasemanager.
Beslispunt: De uitvoering van de pilot zal deels intern bij SOZA worden belegd bij twee speciale PRBcasemanagers en deels worden uitbesteed door het inkopen van focusgesprekken/cursus. Deze interne uitvoering vraagt om een bescheiden afstemming van de caseload van de twee speciale PRBcasemanagers op deze specifieke taak. 10. Welke duur en omvang krijgt de pilot ? Deze PRBpilot dient gezien te worden als een experiment waarin werkenderwijs ervaring wordt opgedaan met dit instrument en bijbehorende methodiek, knelpunten worden geïdentificeerd en aan oplossingen wordt gewerkt. Omdat een proefproject betreft, is een afbakening in tijd en aantal klanten gewenst. Voorgesteld wordt dat de instroom van klanten in het project een beperkte looptijd zal hebben van vooralsnog zes maanden (1 juli 2005 – 31 december 2005) en dat het project zich in eerste instantie richt op maximaal 20 personen. Eind 2005 zal op basis van de bevindingen van tot op dat moment worden bezien of de proef ook nog in de eerste helft van 2006 wordt voortgezet. Beslispunt: De PRB pilot zal vooralsnog lopen van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005, gericht op maximaal 20 klanten. Eind 2005 zal op basis van de eerste ervaringen een besluit genomen worden over een eventuele verlenging van de proef met nog eens zes maanden.
6. nadere uitwerking van Leids model Persoonsgebonden Reïntegratiebudget 6.1 Stappen in het PRBproces
Leiden kiest voor een vorm van PRB met zo min mogelijk regels voor klanten en opdrachtnemers (geen deelbudgetten, contractering door SOZA en niet door de klant, geen resultaatfinanciering) en voor een eenvoudige uitvoering. Het proces kent de volgende fasen: fase 1: aanmelding en toelating fase 2: oriëntatiefase deel I: focussen van de reïntegratiewens tot een concreet reïntegratiedoel fase 3: oriëntatiefase deel II: zoeken van opdrachtnemer/uitvoerder van het traject fase 4: planfase: opstellen reïntegratieplan, goedkeuring plan, toekenning PRB fase 5: start van uitvoering PRBtraject fase 6: (eventueel door klant ingekochte) nazorgfase Dit ziet er grofweg als volgt uit: • de mogelijkheid om bij iedere casemanager (informatie over) het PRB aan te vragen; • (twee) speciaal met het PRB belaste casemanagers die na een uitgebreide intake beoordelen of een klant in aanmerking komt voor een PRB, de klant van alle ins & outs van de regeling op de hoogte stellen, de klant onder hun hoede nemen, begeleiden en de regie/het beheer voeren over het PRBtraject van de klant; • een gefaciliteerde of naar eigen inzicht door de klant in te richten focusgedeelte van de oriëntatiefase waarin de klant zijn wensen op het gebied van reïntegratie en een reïntegratietraject trechtert en komt tot een concreet reïntegratiedoel; • de klant oriënteert zich na het focussen verder op de mogelijkheden en zoekt een opdrachtnemer/uitvoerder voor zijn PRBtraject en stelt samen met dit bedrijf/deze persoon of instelling een trajectplan op, daarbij de klant een beroep kan doen op de onafhankelijke arbeidsadviseur voor algemene informatie en advies. • de klant stelt in samenwerking met de opdrachtnemer/uitvoerder het trajectplan op, inclusief een begroting (SOZA zal voor het trajectplan een standaard format aanleveren). • De casemanager beoordeelt en accordeert het plan en sluit een contract met de aannemer van het PRBtraject (via een standaardcontract);
• • •
Na het sluiten van het contract kan het traject van start gaan met de duur van maximaal 1 jaar; De opdrachtnemer/uitvoerder van het PRBtraject en de klant dienen samen periodiek een voortgangsrapportage in bij SOZA en stellen ook samen een eindrapportage op; De opdrachtnemer/uitvoerder van het PRBtraject verzendt de facturen rechtstreeks aan SOZA. De klant wordt periodiek op de hoogte gesteld over het (nog resterende) budget door de PRB casemanager.
6.2 selectie en toetsingscriteria Een formele afbakening van de doelgroep op basis van alleen maar objectieve kenmerken is niet te maken. Dit blijkt uit eerdere experimenten. Ook meer subjectievere criteria, zoals motivatie, bepaalde mate van zelfredzaamheid en initiatief, zijn belangrijke voorwaarden voor de kans van slagen van een PRBtraject. De casemanagers in het algemeen en de PRBcasemanager in het bijzonder dragen zorg voor een selectie van klanten die geschikt en gemotiveerd zijn voor het PRBproject. Selectiecriteria: • klant is woonachtig in de gemeente Leiden; • klant ontvangt uitkering in het kader van WWB, Ioaz, Ioaw. Het instrument staat niet open voor nietuitkeringsgerechtigden (Nuggers); • de faseindeling van de klant is in principe fase 2,3 of 4 (geen fase 1); • klant verricht bij aanvraag geen betaalde arbeid; • klant is beschikbaar voor reïntegratieactiviteiten; • klant verricht op het moment van aanmelding geen andere reïntegratieactiviteiten en kan binnen het aanbod van de reeds gecontracteerde RIB's geen geschikte producten vinden; • klant is geïnteresseerd in het PRBproject. Aanvaarding van een PRBtraject door de klant is op vrijwillige basis. Het ingezette PRBtraject is vervolgens niet vrijblijvend; • klant voelt noodzaak tot verandering (motivatie); • klant streeft naar betaald werk; • klant heeft een redelijk realistisch zelfbeeld en een duidelijk beeld van zijn eigen wensen en mogelijkheden of kan dit binnen korte termijn realiseren; • klant toont initiatief; • klant geeft er blijk van over enig doorzettingsvermogen te beschikken, ‘er iets voor over hebben’; • klant heeft redelijke sociale vaardigheden; • klant is in staat een sterk eigen inbreng te hebben bij het opstellen van een eigen reïntegratieplan, zelf een reïntegratiebedrijf te kiezen en mederegie te voeren over het traject. De PRBcasemanager zal bij het beoordelen van het trajectvoorstel van de klant naast de bovengenoemde selectiecriteria onder meer de volgende toetsingscriteria hanteren: • het traject moet gericht zijn op uitstroom naar werk voor de periode van meer dan 6 maanden; • De kosten van het PRBtraject dienen evenredig evenredig te zijn aan de mate waarin deze bijdragen aan de bevordering van de reïntegratie; • het traject moet gericht zijn op een baan of functie waarvan gezien de vraag van de markt het perspectief aantoonbaar is/kan worden gemaakt; • Het PRBtraject/budget is niet bedoeld voor het opstarten van een eigen bedrijf of het inkopen van kinderopvang.
6.3 Het budget en betaling Het budget voor het PRBtraject bedraagt zoals vermeld maximaal € 60003; waarvan maximaal € 1000 voor oriëntatie en nazorg. De PRBcasemanager van SOZA zal in veel gevallen de klant adviseren zeker een nazorgbegeleiding in te kopen. De klant kan het budget onder meer besteden aan: 1. oriënteren: focussen en zoeken; 2: intake en trajectplan; 3: diagnostiek (optioneel en mits niet reeds plaatsgevonden in oriëntatieperiode); 4: aanbodversterking (waaronder bijv. coaching, scholing of opleiding); 5: bemiddeling; 6: plaatsingsondersteuning en nazorg. Facturen dienen op klantniveau ingediend te worden. Op alle facturen dient vermeld te staan de naam van de betreffende (regio)gemeente vermeld. Op de factuur moet door de opdrachtnemer bovendien in ieder geval het volgende worden vermeld: sofinummer klant, achternaam klant, voorletters klant, naam reïntegratieproduct (behorende bij intake en bemiddelingsplan, diagnostiek, aanbodversterking, bemiddeling, plaatsingsondersteuning of nazorg), start en einddatum reïntegratieproduct. De BTW dient apart te worden gespecificeerd op de factuur. Het is mogelijk dat de uitvoering deels door onderaannemers plaatsvindt. De regie over de uitvoering blijft te allen tijde in handen van de opdrachtnemer. De regels omtrent de bekostiging van onderaannemers zijn voor het PRB anders dan bij reguliere trajecten. Facturen van onderaannemers worden in beginsel wel voorgefinancierd door de gemeente. De gemeente Leiden hanteert een betalingstermijn van 30 dagen. 6.4 communicatie Bij de ervaringen met eerdere PRBproeven is het belang van een heldere communicatie naar klanten en (potentiële) aannemer van groot belang gebleken. Ten behoeve van de communicatie naar klanten zal informatie over het PRB worden verstrekt in de vorm van een: • een korte folder; • informatie op de gemeentelijke website; • informatiebijeenkomst (of gesprekken) vanuit de gemeente; • voorbeeld van een trajectplan; • periodiek contact met de PRBcasemanager; • periodieke informatie vanuit de PRBcasemanager naar de klant in de vorm van "afschriften". Ten behoeve van de communicatie naar (potentiële) aannemers zal informatie over het PRB worden verstrekt in de vorm van een: • een samenvatting van dit plan van aanpak; • informatie op de gemeentelijke website; • voorbeeld van een trajectplan; • modelcontract en modelrapportages.
3
In individuele gevallen kunnen er zich meerkosten voor wat betreft trajectprijs. In bijzondere gevallen kan van de maximum prijs worden afgeweken, indien dit goed onderbouwd kan worden in het trajectplan.
6.5 projectsturing en personele consequenties • aansturing door het hoofd van de afdeling Toeleiding. • tijdelijke projectgroep voor de voorbereiding bestaande uit o.a. hoofd van de afdeling Toeleiding, beleidsmedewerker, een (beoogde PRB)casemanager. • tijdsinzet van communicatie en contractjurist bij ontwikkeling van producten (folder, website, informatiebijeenkomst, inkoop focuscursus, standaard trajectplan en modelcontract). • aanwijzen van twee casemanagers als PRBcasemanager, die beiden 10 PRBklanten begeleiden. De PRBklanten behoeven een intensievere vorm van casemanagement. De caseload van de PRBcasemanager zal op hun taak moeten worden afgestemd. • opstellen van evaluatie door afdeling Beleid op basis van gegevens vanuit toeleiding. 6.6 financiële paragraaf De proef behelst in eerste instantie periode van 6 maanden (juli 2005 – dec. 2005) met een maximale instroom van 20 personen. kosten PRBtrajecten voor 20 persoon: prijs Traject € 6000
aantal klanten 20
totaal € 120.000
De kosten voor de trajecten ten laste van het Werkdeel bedragen naar schatting € 120.000. De kosten van de in te kopen focusgesprekken/focuscursus kunnen tevens ten laste worden gebracht van het werkdeel. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van de aanbestedingsvrije ruimte van 30%. 6.7 Evaluatie Proef zal op tenminste twee momenten worden geëvalueerd: 1. een tussenevaluatie (ten aanzien van organisatievorm en eerste resultaten) in het laatste kwartaal van 2005 om te kunnen besluiten of de PRBproef (eventueel in aangepaste vorm op basis van aanbevelingen) ook in de eerste helft van 2006 zal voortbestaan. 2. een eindevaluatie in de tweede helft van 2006 om de resultaten over 2005 inzichtelijk te maken en tot nadere aanbevelingen over een mogelijke structurele inbedding van het instrument te komen. 6.8 Planning besluitvorming DMT/po wethouder voorbereiding uitvoering pilot start project met eerste klanten voor PRB tussenevaluatie besluit voortzetting proef 1ste helft 2006 eindevaluatie over 2005
5 april 2005 april, mei en juni 2005 1 juli 2005 november/december 2005 december 2005 2de helft 2006
Bijlage Werkproces en doorlooptijden • een klant die geïnteresseerd is in een PRB en op het eerste gezicht aan de criteria voldoet, zal binnen 5 werkdagen door de casemanager worden overgedragen aan de PRBcasemanager. • binnen 10 werkdagen roept de PRBcasemanager de klant op voor een uitvoerige intake (maximaal 2 gesprekken, binnen 15 werkdagen). • binnen 10 werkdagen na het laatste intakegesprek ontvangt de klant een brief of hij wel of niet is toegelaten tot het PRBproject. Indien de klant wordt toegelaten worden in de brief tevens de voorwaarden, waaronder de termijn van indiening van een plan vermeld. • de klant heeft maximaal 3 maanden de tijd (vanaf de datum van toelatingsbrief) om via de focus en oriëntatieperiode een reïntegratieplan op te stellen en in te dienen bij de PRBcasemanager. − de klant is in de eerste maand na toelating verplicht om deel te nemen aan een (eventueel) door de gemeente georganiseerde informatiedagdeel; − de klant kan gebruik maken van door de gemeente ingekochte focusgesprekken (of cursus) of kan kiezen voor eigen focus & oriëntatiebudget. Indien de klant kiest voor een eigen manier van focussen en oriënteren dan dient het budget te worden ingezet voor begeleiding. Deze begeleiding dient plaats te vinden door een deskundige op het gebied van loopbaanbegeleiding. De focusfase is gericht op het verkrijgen van een nader en realistisch inzicht in de eigen mogelijkheden in relatie tot werk in het algemeen, of het trechteren van wensen en bepaalde ideeën omtrent werk en de haalbaarheid daarvan, om op basis hiervan de juiste keuzen te kunnen maken ten aanzien van de uiteindelijke inhoud van het reïntegratieplan PRB. Eindproduct van de focusfase is een beknopte reïntegratievisie, waarin de klant zijn wensen op het gebied van reïntegratie weergeeft. De focuscursus of –fase kan er toe leiden dat klant en/of casemanager tot de conclusie komen dat het PRB niet het geschikte instrument is voor de klant. − de klant zal minimaal maandelijks met de PRBcasemanager een gesprek hebben over de voortgang met betrekking tot het zoeken en vinden van een opdrachtnemer van het PRBtraject en/of het opstellen van een trajectplan. − de klant kan omkleed met redenen verzoeken om verlenging van deze periode van 3 maanden, met maximaal één maand, mits de PRBcasemanager door de klant overtuigd kan worden dat door deze verlenging daadwerkelijk alsnog een plan wordt ingediend. − Indien een klant er niet in slaagt om binnen de (verlengde) termijn een reïntegratieplan op te stellen, zal de PRBcasemanager samen met de klant kijken of binnen het aanbod van de reguliere RIB's toch een reïntegratieweg gevonden kan worden. • Het in te dienen reïntegratieplan PRB bestaat naast een visie en algemene beschrijving van doel en traject ook uit een activiteitenbijlage en de offerte(s) van door de klant geselecteerde aanbieders van reïntegratieinstrumenten. • Binnen 10 werkdagen beoordeelt de PRBcasemanager het reïntegratieplan • Binnen 10 werkdagen vindt er ondertekening van plan door casemanager, klant en (eventuele) opdrachtnemer en klant plaatst. De klant ontvangt 10 werkdagen na ondertekening een beschikking dat plan is goedgekeurd, welke hoogte het budget heeft en dat de klant per kwartaal op de hoogte wordt gehouden over de uitputting van het budget. − Indien de casemanager het plan afkeurt, kan hij de klant de mogelijkheid geven om binnen 1 maand met nieuw aangepast plan te komen of de deelname aan het PRBproject direct stop te zetten en samen met de klant kijken of binnen het aanbod van de reguliere RIB's toch een reïntegratieweg kan worden gevonden. • Het geaccordeerde reïntegratieplanPRB dient binnen 15 werkdagen van start te gaan. De daadwerkelijke start van de eerste activiteit uit het geaccordeerde reïntegratieplan PRB is de startdatum van het PRBtraject. • De PRBcasemanager stuurt binnen 10 werkdagen een modelcontract ter tekening naar de opdrachtnemer of de aanbieder van het in te zetten reïntegratieinstrument. • De opdrachtnemer retourneert binnen 5 werkdagen een getekend exemplaar van het modelcontract. • De opdrachtnemer stelt samen met de klant per kwartaal een gezamenlijk ondertekende rapportage op over de voortgang van het traject. De dienst SOZA zal aangeven aan welke vereisten deze rapportages moeten voldoen.
• •
•
De gezamenlijke fasen van het traject hebben een maximale duur van 12 maanden (in uitzonderlijke gevallen kan daarvan worden afgeweken tot een maximale duur van 18 maanden). De klant dient in geval van aanvaarding van betaalde arbeid onmiddellijk de casemanager hiervan telefonisch op de hoogte te stellen en de schriftelijke bevestiging in de vorm van een afschrift van het arbeidscontract toe te zenden. Als succesvolle plaatsing geldt volledige uitstroom uit de bijstand voor meer dan 6 maanden. Binnen 15 werkdagen na beëindiging van het PRBtraject stelt de opdrachtnemer samen met de klant een eindrapportage op ten behoeve van de casemanager. Na beëindiging van het traject kan er eventueel een eindgesprek plaats waarbij de casemanager en de klant (en eventueel de opdrachtnemer van het traject). Dit gesprek kan ook plaatsvinden na een eventueel door de klant ingekochte nazorgperiode.