Pijler Nummer 3 - maart 2012
Topsporter Sedoc verwacht Spelen toch te halen Luitenant op missie naar 'vergeten' Kosovo
3
Colofon
Van de commandant
Inhoudsopgave
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia.
4 Kijkje in de Kromhout
Hoofdredactie
Bepakt en bezakt namen begin februari de eerste CDC’ers hun intrek in de Kromhoutkazerne. Een rondleiding voor nieuwkomers.
Dave Coenen
Durf mee te veranderen
Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag
10 Mijn werkplek Dr. Femke Noorman vervult een niet alledaagse functie bij de Militaire Bloedbank in Leiden. “Als het kan, wil ik hier tot mijn pensioen werken.”
Druk Deltahage, Den Haag Oplage: 13.000
12 Sedoc strijdt voor Olympische kwalificatie
Redactieadres:
Na afloop van zijn schorsing, in juni, hoopt defensietopsporter Gregory Sedoc zich op de valreep te kwalificeren voor de Olympische Spelen van Londen.
Dienstencentrum Defensiemedia Gebouw Binckhorsthof Binckhorstlaan 135 2516 BA Den Haag Telefoon 070.339.78.01/DSN *06-580-7801 Email:
[email protected] Redactieraad: Dave Coenen (afdeling Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Personeel & Gezondheidzorg), Floor van der Sluijs (Divisie Facilitair &
En verder: 3 Column waarnemend commandant CDC, schout-bij-nacht Erik Kopp 8 De rubriek Integer Geregeld over een melding van ongewenst gedrag in een opleiding 14 Op Uitzending: de ‘vergeten missie’ in Kosovo.
Logistiek), Petra Huijser (NLDA).
16 Verkiezing van de beste defensiefoto van 2011
Overname van artikelen en foto’s is
18 Kort Nieuws
toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van de Pijler weerspiegelt niet
20 Foto van de maand
Voorpagina
noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen.
Defensietopsporter Gregory Sedoc gelooft er heilig in dat hij zich na zijn schorsing toch nog kan kwalificeren voor de Olympische Zomerspelen van Londen.
Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
Foto Sjoerd Hilckmann, AVDD.
In de Defensiekrant van 22 maart leg ik uit dat sinds mijn komst bij CDC de reorganisatie ‘CDC Toekomstvast’ naadloos is overgegaan in de reorganisatie als gevolg van de beleidsbrief. We hebben ‘Toekomstvast’ vorig jaar bewust in een hogere versnelling gebracht. Acht bedrijfsgroepen zijn teruggebracht naar vier divisies plus de Nederlandse Defensie Academie. Zo’n 300 functies zijn gereduceerd, de top is verkleind. We borduren nu voort op de ontwikkeling die we hebben ingezet. Het CDC blijft voorlopig in de reorganisatiemodus. Het onderling op elkaar afstemmen van de 22 verschillende interne reorganisaties is de grootste uitdaging. Allemaal zijn ze verschillend in tijd, omvang en complexiteit. Gezondheidszorg en Personeel bijvoorbeeld zijn moeilijk, vergen veel denkwerk en afstemming. Kern van de zaak is dat we nog meer zaken defensiebreed gaan centraliseren. Een andere grote verandering waar het CDC nadrukkelijk mee te maken krijgt, is sourcing. Defensie zal in de ondersteunende diensten gaan samenwerken met andere overheden, en een deel van de diensten zal ook buiten Defensie komen te liggen. Sommigen onder ons zien sourcing als bedreigend. Maar een loopbaan voor het leven bij hetzelfde bedrijf vind je vandaag de dag nergens meer. Wij moeten daar als CDC heel zakelijk in staan. Het CDC wordt gevraagd een dienst te leveren. Dan is het mijn verantwoordelijkheid om die dienst te leveren. Met eigen middelen, maar misschien ook door zaken uit te besteden. Maar reorganisaties zijn niet de enige veranderingen waar CDC mee te maken heeft. Sinds een groot aantal van u werkt op de Kromhoutkazerne, hebben zij ook kennis gemaakt met Het Nieuwe Werken. Deze verandering is weliswaar ingrijpend voor iedereen, maar zal op den duur in ieders voordeel werken. U bepaalt, in overleg met uw leidinggevende, zelf uw werktijden en de plek waar u werkt. En uw leidinggevende ontvangt de output van u zoals die is afgesproken. Veranderen, reorganiseren, aanpassen hoort bij ons werk. En we blijven veranderen,
dus durf ook mee te gaan. Tot slot nog even dit. De krijgsmacht moet het maatkostuum in de komende jaren verwisselen voor een confectiepak. Dat geldt des te meer voor CDC. Natuurlijk streven wij nog steeds naar de allerbeste kwaliteit voor de beste prijs. Dit is, gegeven de randvoorwaarden, een lastige opgave. Ik weet dat u uw best doet. Ik heb al vaker gezegd dat de winkel tijdens de verbouwing open is en blijft. Daar ben ik supertrots op!
Erik Kopp Schout-bij-nacht Waarnemend commandant
4
5
Nieuw thuis Commando DienstenCentra in beeld
Rondje Kromhout Het Commando Dienstencentra is ‘geland’ op de Kromhoutkazerne. Begin februari verhuisden de eerste eenheden van het CDC naar de hypermoderne kantoorpanden van het nieuwe complex in Utrecht. De Pijler kreeg een rondleiding over de kazerne. Tekst: kapitein Roel van de Wiel Foto’s: Hans Lebbe, AVDD
Het is een kleine volksverhuizing geweest, logistiek maar ook gevoelsmatig. De overgang van de bedrijven van het Commando DienstenCentra naar de nieuwe Kromhoutkazerne heeft bij duizenden medewerkers voor een kleine cultuurshock gezorgd. De verhuizing naar de Kromhout, waar onder andere de staf van de landmacht en IVENT al een nieuw onderkomen hadden gevonden, is niet zomaar een kwestie geweest van dozen inpakken, naar Utrecht rijden en weer uitpakken. De Kromhout is gerealiseerd op een nieuwe wijze die wordt aangeduid als Publiek Private Samenwerking (PPS). Hiervoor is een zogenoemde ‘Design, Build, Finance, Maintain en Operate’-overeenkomst afgesloten met een private partij, het consortium Komfort. Defensie is gebruiker van de kazerne, maar niet de bouwer of beheerder van de panden en faciliteiten. Daardoor wordt op de lange termijn flink op
gebruikerskosten bespaard. Het grote verschil met alle andere kazernes is wel dat je er niet meer de Paresto-keuken of eigen huismeester tegenkomt. Alle facilitaire zaken zijn en blijven de komende 25 jaar in handen van het consortium Komfort.
Open ‘werkvlekken’ Het CDC huist sinds begin februari op de Kromhoutkazerne. Met de aankomst heeft dat zich meteen geconformeerd aan Het Nieuwe Werken, een populair ‘pakket’ richtlijnen om werken effectiever, efficiënter en plezieriger te maken voor de organisatie en haar medewerkers. Het Nieuwe Werken levert een boel voordelen op, maar aan de nieuwe werkmethode moet je wel wennen. Zo bestaan er geen vaste werkplekken op de Kromhoutkazerne. Wel hebben secties of afdelingen eigen, open ‘werkvlekken’, waar iedereen een plek moet vinden op één van de flexibele werkplekken. Is dan alles nieuw, modern en ‘flex’ op de Kromhoutkazerne? Niet helemaal. Dankzij de Brug met de twaalf gaten, de Bomvrije Wacht-
ruimte, de Tamboershut en het Fort Vossegat, ademt het hypermoderne kantorencomplex toch nog de historie van de oude kazerne voor genisten uit 1913. “Maar het is hier voor de meeste mensen wel even omschakelen”, beseft René Groenen, senior contractmanager voor het CDC en ‘bewoner’ van de Kromhoutkazerne. Groenen bewaakt de overeenkomst met Komfort en begeleidt de samenwerking tussen het CDC en de nieuwe partner Komfort. Hij begeleidt de Pijler in de rondleiding over de kazerne. “Defensiemedewerkers en -eenheden hebben de neiging een plek te bemachtigen en direct vol te stoppen met spullen om er hun eigen identiteit te laten zien. Dat is in deze panden nog maar beperkt op aangewezen plekken mogelijk. Het idee is namelijk dat het open en flexibel is: dát is Het Nieuwe Werken. Hoe meer mensen daarmee in aanraking komen, maar ook oog krijgen voor het idee, het terrein en zelfs de kunst en de monumenten op de kazerne, hoe méér het Kromhoutgevoel gaat leven. Dat heeft even tijd nodig. Aan de kazerne zelf en alle faciliteiten zal het echt niet liggen.”
Aankomst bij de Kromhoutkazerne aan de Herculeslaan. De toegangspoort is imposant. “Ook de kantoorpanden zien er van buiten hoogwaardig en strak uit”, vindt Groenen. “Als je in een pand binnenkomt, blijkt het ruim, transparant, maar sober.” De kazerne ligt dicht bij de afrit van de A28 en A12 en heeft een parkeergarage met twee verdiepingen. Maar de ruimte is schaars. Handiger is het om met het openbaar vervoer naar de kazerne te komen. Met de universiteits- en ziekenhuisbus 12(s) sta je vanaf station Utrecht Centraal in tien minuten aan de voor- of achterpoort van de kazerne. Lijn 41 kan ook. “En in de toekomst komt daar een tramverbinding bij”, weet Groenen vast te vertellen.
De beveiliging van de Kromhoutkazerne ligt primair in handen van een externe partner, maar er is ook militaire bewapende bewaking aanwezig op het terrein voor interventies. De kazerne heeft een eigen pasjessysteem dat werkt met de bekende Defensiepas. Daarmee kun je het kantoorterrein op. In diverse kantoorpanden is echter een extra autorisatie nodig die je regelt via je gastheer of -vrouw. Belangrijk: altijd inloggen, ook als je met iemand meeloopt. Anders kun je niet uitloggen en kom je niet meer buiten.
K2, headquarters van het Commando DienstenCentra. De negen kantoorpanden op de Kromhoutkazerne zijn volgens dezelfde gedachte gebouwd en ingericht, maar wel allemaal uniek. K2 is het grootste pand van de Kromhoutkazerne. Bonus: er is een nu al razend populaire coffeecorner in de lobby.
6
7
Geen kazerne zonder goede sportfaciliteiten. De Kromhoutkazerne heeft een NOC*NSF goedgekeurde sportzaal, een fitnessruimte met groepsleslokaal en een sportkantine. Buiten sporten kan ook: er zijn een vierhonderdmeterbaan en drie kunstgrasvelden. En natuurlijk is de wijde omgeving rondom de Kromme Rijn, uitermate geschikt voor een rondje hardlopen.
Het Nieuwe Werken in optima forma. Collega’s van verschillende afdelingen werken op een flexibele werkplek op één van de open werkvlekken van K2, het pand van het CDC. “Het loslaten van de oude werkplekgedachte is nog moeilijk voor de meesten”, zegt Groenen. “Het Nieuwe Werken werkt nog niet helemaal zoals het bedoeld is. Mensen zijn nog erg gehecht aan hun eigen plek en kleden die ook aan. Daar wordt nog wel wat aan gedaan, maar eerst moet iedereen maar eens goed ‘geland’ zijn in de nieuwe omgeving. We zitten namelijk nog niet helemaal vol.”
Het ontbijt, de lunch en het avondeten wordt niet aangeboden door Paresto, maar is wel prima voor elkaar. De eetzaal is in V4, recht tegenover K2. Er is dagelijks een basisaanbod (standaardprijzen Defensie) en een aantal luxe producten. Je kunt er met je chipkaart en cash betalen. De lunch is vanaf 11.30 tot 13.30 uur. Het is wel handig om een vaste lunchtijd te vinden en te handhaven, want ondanks de flinke ruimte (én het dakterras op de eerste verdieping) staat er dagelijks een file voor de zelfscan en bemande kassa’s.
De binnenslaper zit goed op de Kromhoutkazerne. Ook passanten maken veel gebruik van de legeringruimte. Er zijn drie legeringgebouwen met eenpersoonskamers, inclusief studeerhoek en badkamer. De legeringkamers voldoen aan de defensienormering, maar de nieuwe ‘huisbaas’ geeft er wel een iets andere invulling aan. Een gedeelde keuken is er niet, wel een eigen tv, een handdoek en een waterkoker.
Geen vaste ‘bewoner’ van de Kromhout, maar toch even snel je mail checken? Speciaal daarvoor heeft elk gebouw een aantal ‘aanlandplekken’. Een Mulan-computer en een telefoon in een kalme omgeving; alles wat je nodig hebt. Het staat allemaal in het teken van flexwerken.
Zo’n leenfiets, maar ook een dienstauto, legering of een grote vergaderruimte, regel je bij de front-office in V4. Het is de receptie voor de hele kazerne. Kortom: de dames van de front-office zijn het aanspreekpunt van de Kromhoutkazerne voor al uw wensen, klachten en informatieverzoeken.
Met alle open werkvlekken heb je weleens behoefte je even af te zonderen, bijvoorbeeld voor een informeel gesprek of een belangrijk telefoontje. Rondom de werkvlekken bevinden zich concentratie- en overlegruimten. Maar je kunt ook even in de loungehoek gaan zitten. Daar kun je een laptop aansluiten.
De Kromhoutkazerne ligt aan de rand van Utrecht, tegenover Stadion Galgenwaard. Maar het centrum is niet ver weg. Een (lunch)afspraak in de stad is daarom een prima alternatief voor overleg op de kazerne. Komfort heeft leenfietsen beschikbaar; in tien minuten zit je aan de Oudegracht.
8
9
Integer geregeld
Het omgaan met een melding van ongewenst gedrag Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en Functionaris Integriteitzorg (FIZ) Nynke Wygman, een onderwerp aan de kaak over integriteit. Dit keer een waargebeurd verhaal over een melding van ongewenst gedrag in een opleiding. Hoe ga je daar zorgvuldig mee om? Tekst: Liesbeth de Stoppelaar
Tijdens een eindoefening meldt cadet Astrid haar instructeur dat ze er niet meer tegen kan. ‘Buddy’ Bert doet vervelend, is kortaf en scheldt tegen haar omdat hij haar te langzaam vindt. Tot overmaat van ramp trekt hij
gezichten naar zijn maten wanneer hij Astrid moet helpen. De andere cadetten beginnen het gedrag van Bert te kopiëren. Astrid doet steeds haar best om goed te presteren, maar zo optimaal als Bert zal haar toch nooit lukken.
Ze voelt zich door het peloton buitengesloten. Volgens haar is er sprake van pesten. Ongewenst gedrag dus. Astrid is helemaal overstuur en vertelt haar instructeur dat ze niet meer terug kan naar de groep. Maar ook volgens hem functioneert Astrid nog niet zoals het zou moeten. Haalt ze de eindoefening wel? Kan ze de vervolgopleiding in? Waarom klaagt ze? Is dit een manier om onder haar onvoldoende beoordeling uit te komen of is er echt iets aan de hand? Bert is een goed presterende, hardwerkende militair met uitzendervaring. Astrid is aan hem gekoppeld om zo te leren van zijn ervaringen. De instructeur kan zich voorstellen dat Bert zich aan de trage Astrid ergert. Om escalatie te voorkomen realiseert de instructeur zich dat hij iets moet doen met de melding. De commandant heeft gezegd dat elk bericht moet worden gerapporteerd en onderzocht. De instructeur besluit bij hem een melding te doen en belt de Centrale Adviseur Integriteit. Met de adviezen daarvan in het achterhoofd gaat hij nogmaals in gesprek met Astrid.
Emotioneel Astrid vertelt de instructeur dat ze haar uiterste best doet om goed te presteren en zij Bert als voorbeeld ziet. Ze wil net zo goed zijn als hij en koestert groot respect voor hem. En Jong personeel dat in de toekomst een leidinggevende functie krijgt, wordt al in een vroeg stadium geleerd wat ze bij een melding van ongewenst gedrag moeten doen. Foto AVDD.
Al in de opleiding van beginnende militairen wordt aandacht geschonken aan het signaleren en voorkomen van ongewenst gedrag. Foto AVDD.
uitgerekend hij laat haar nu zakken! Astrid voelt zich alleen, omdat zowel Bert als de groep haar uitspugen. De instructeur besluit een gesprek met Bert aan te gaan. Hij legt uit dat Astrid behoorlijk overstuur is en zo niet terug kan naar de groep. Bert geeft toe dat hij het behoorlijk zat is dat hij haar steeds moet ondersteunen. In zijn ogen is zij ongeschikt voor het vak van militair, maar is van pesten volgens hem geen sprake. De instructeur stelt Bert en Astrid voor om onder zijn supervisie met elkaar te praten. Astrid doet emotioneel haar verhaal; Bert zegt zich niet bewust te zijn van de door haar beschreven situatie en schrikt daarvan. Het was zeker niet zijn intentie om haar het leven zuur te maken. Bert erkent zijn gedrag en had niet in de gaten hoezeer dat haar raakte. Evenmin was hij zich ervan bewust dat de overige leden van de groep zijn manier van doen kopieerden. Beide cadetten tonen zich na het gesprek opgelucht en willen weer met elkaar de oefening in. Astrid is blij met de hulp van Bert, maar maakt zich tegelijkertijd zorgen over haar plek in de groep. In een gesprek onder vier ogen met de instructeur zegt Astrid zich ervan bewust te zijn dat ze er slecht voorstaat en dat ze de
opleiding waarschijnlijk niet haalt. Toch wil ze daarvoor haar uiterste best doen. Op zijn beurt houdt de instructeur Bert voor dat hij aandacht moet besteden aan de competentie ‘mensgerichtheid’. Besproken wordt hoe hij daar in het resterende deel van de oefening aan kan werken.
Eerlijke kans De instructeur legt de groep uit dat Astrid geklaagd heeft over ongewenst gedrag. Heftige reacties als ‘matennaaierij’, ‘ze heeft zelf schuld’ en ‘niet geschikt’, etc. steken de kop op. De instructeur geeft aan dat Astrid en Bert de kwestie hebben uitgesproken en terug willen keren in de groep. Dat levert antwoorden op dat Astrid ‘niet meer welkom is’ en ‘eruit ligt’. De cadetten staan volledig achter Bert. De instructeur wijst erop dat Defensie elke werknemer een veilige en prettige werk(opleidings)omgeving en een eerlijke kans op succes moet bieden. Ook vertelt hij hoe de leden van de groep, stuk voor stuk toekomstige leidinggevenden, in geval van ongewenst gedrag horen te handelen. Verder bespreekt de instructeur met Astrid en Bert zijn zorgen over hun veiligheid binnen de
groep. De laatste zegt dat hij als ‘buddy’, maar ook als groepslid met invloed, voor de veiligheid van Astrid zal zorgen. En dat ze geen last meer zal hebben van het gedrag van de andere cadetten. Bert informeert hen persoonlijk over het positieve gesprek met Astrid, verklaart afstand te nemen van zijn eerder vertoonde gedrag en garant te staan voor de veiligheid van Astrid. Waarna de rust in de groep terugkeert. Astrid neemt haar plek weer in en voltooit de eindoefening, zonder verdere problemen met Bert en de overige cadetten. Toch haalt ze de eindstreep niet. De zaak wordt besproken met de kaderleden en komt, zonder namen te noemen, aan de orde in het overleg van ondercommandanten. Zo kan iedereen er wat van leren. En Astrid? Die heeft op eigen verzoek de dienst verlaten.
Om reden van privacy zijn de namen van de personen gefingeerd. De foto’s zijn willekeurig gekozen en houden geen enkel verband met de beschreven kwestie.
10
11 Als stafmedewerker Kwaliteit, Onderzoek en Ontwikkeling bewaakt Femke Noorman de kwaliteit van alle bloedproducten van de Militaire Bloedbank. Foto Wim Salis.
Mijn werkplek Elke maand komt in Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij of zij en waarom? Wat zijn de aantrekkelijke kanten van de baan? Hoe ziet de geïnterviewde de toekomst?
Tekst: Jack Oosthoek Foto's: Wim Salis.
Dr. Femke Noorman van de Militaire Bloedbank
“Ik kan me mijn leven zonder deze job nauwelijks nog voorstellen” Femke Noorman is gepromoveerd in bloedstolling en anti stolling. Als stafmedewerker Kwaliteit, Onderzoek en Ontwikkeling (“ik ben geen arts”), bewaakt ze de kwaliteit van alle bloedproducten van de Militaire Bloedbank, die als grondstof zijn gekocht bij de Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Het gaat om plasma, bloedplaatjes en rode bloedcellen die stuk voor stuk met elkaar ‘samenwerken’. De eerste twee zorgen er onder meer voor dat het bloed bij een verwonding stolt; de rode bloedcellen regelen het transport van zuurstof in het lichaam. De Militaire Bloedbank, een onderdeel van de Divisie Gezondheidszorg, vriest de gekochte producten na aankoop in bij een temperatuur van minus tachtig graden Celsius. Daardoor zijn de bloedplaatjes twee jaar houdbaar, de rode cellen tien en het plasma zeven jaar. De houdbaarheid van deze producten in vloeibare toestand is respectievelijk 7, 35 en opnieuw 7 dagen. Het invriezen gebeurt om de risico’s te vermijden die zich kunnen voordoen bij het vaak langdurige transport van de producten naar het buitenland en verspilling in tijden van weinig of geen verbruik zoveel mogelijk te beperken. De producten zijn namelijk bestemd voor de klant bij uitstek van de Militaire Bloedbank, de Nederlandse operationele eenheden in den vreemde. De bloedvoorziening voor burgers en militairen in Nederland komt voor rekening van Sanquin die dit als enige civiele organisatie in ons land mag doen.
De Militaire Bloedbank levert ook diepgevroren bloedproducten aan de schepen van het Commando Zeestrijdkrachten die in de wateren bij Somalië en in de Indische Oceaan meedoen aan de anti piraterijmissie van de NAVO. In het verleden gold dat voor de operationele eenheden in Bosnië, Eritrea, Turkije, Irak, Liberia, Irak, Pakistan en de zuid Afghaanse provincie Uruzgan. Vooral op de laatste missie, waarbij zevenduizend bloedproducten werden toegediend, kijkt Noorman tevreden terug. “Het gaf een prima gevoel om de patiënten daar te kunnen helpen. Elke keer weer was ik nieuwsgierig naar hoe het met ze was afgelopen.” Het omgaan met bloedproducten betekent voor Noorman: onderzoeken en analyseren, het verzamelen van vitale data, het regelen van de daaraan onvermijdelijk verbonden papierwinkel. Maar ook het intern opleiden van artsen/apothekers, verpleegkundigen, analisten en assistent-apothekers en het adviseren over bloedtransfusies. Bij alles wat ze doet, legt ze de lat op ‘Euromast’-hoogte. “Ik neem alleen genoegen met honderd procent, wat betekent dat er uiterst consciëntieus moet worden gewerkt”, stelt ze gedecideerd. “Niemand mag slachtoffer worden van een fout van de Militaire Bloedbank. Onze producten mogen nooit en te nimmer bijwerkingen veroorzaken door foute handelingen. Overigens is dat nog nooit gebeurd.”
Als stafmedewerker Kwaliteit, Onderzoek en Ontwikkeling bewaakt Femke Noorman de kwaliteit van alle bloedproducten van de Militaire Bloedbank.
Grote waarde Hoewel alle aspecten van de functie haar tot de verbeelding spreken, gaat de interesse van Noorman vooral uit naar de ontwikkeling c.q. verbetering van bloedproducten en de voordelen daarvan voor de ontvanger. Nieuwe manieren van werken mogen eveneens op haar warme belangstelling rekenen. Zo is de Militaire Bloedbank betrokken bij de introductie van een nieuw soort gevriesdroogd plasma dat al in de Tweede Wereldoorlog in zwang was en nieuw leven is ingeblazen. Een project met grote waarde voor de patiënt, stelt Noorman. “Gevriesdroogd plasma kan bij kamertemperatuur worden bewaard en eerder in de medische keten worden toegepast. Als je dit middel op tijd toedient, is de kans op bloedingen kleiner en de kans op overleven groter.” Ze wijst erop dat het werk van de Militaire Bloedbank veel belangstelling oogst uit onder meer de Verenigde Staten, Australië, Duitsland en Groot-Brittannië. Zij en haar collega’s geven daar les aan militaire artsen over de werkwijze van de Militaire Bloedbank en de geheimen van het ‘rode goedje’. “Een wetenschapper draagt nu eenmaal graag kennis over”, lacht Noorman. “Daarnaast doet de Militaire Bloedbank geen geheim werk en hoeft geen winst te maken, wat ik medisch-ethisch heel prettig vind. De kwaliteit van onze producten en het belang van de patiënt staan voorop. Als het kan, wil ik hier tot mijn pensioen werken. Ik kan me mijn leven zonder deze job nauwelijks nog voorstellen.”
Te gevaarlijk Op dit moment levert de Militaire Bloedbank onder meer diepgevroren bloedplaatjes aan het nauw met het Nederlands militair contingent in Afghanistan verbonden Duits militair hospitaal in Mazar-e-Sharif. “Ter plaatse via donaties bloed verzamelen is vanwege de kans op infectiegevaar te gevaarlijk”, weet Noorman. Klinisch chemisch analist sergeant Jorrit (voorgrond), chemisch analist sergeant Demis en dr. Femke Noorman (rechts) nemen voor onderzoek een monster van bloedplasma. Dit heet in jargon piepetteren.
Kijkje bij de ‘wastrommel’, die tijdens het wassen hard ronddraait waardoor de rode bloedcellen in de trommel blijven zitten en antivriesglycerol kan worden weggewassen.
De Militaire Bloedbank bewaart alle bloedproducten bij een temperatuur van minus tachtig graden Celsius.
12
13
Topsporter Gregory Sedoc hoopt zich na schorsing te kwalificeren voor Olympische Spelen
Gregory Sedoc (midden) in actie tijdens de Militaire Wereldspelen in 2007 in India. Foto Henry Westendorp, AVDD.
Het einde van een nachtmerrie Het wordt in elk geval voor atleet Gregory Sedoc van de Defensie Topsportselectie een ‘heet’ voorjaar. De hordeloper kan zich in juni kwalificeren voor de Olympische Zomerspelen van Londen. Een hele opgave, door een schorsing liep hij een jaar geen nationale en internationale wedstrijden en mist zodoende ritme. Aangezien hij de limiet al eens haalde, weet de sergeant van de landmacht echter zeker dat hij het redt. “Ik ben tot in mijn genen gemotiveerd.” Tekst: Jack Oosthoek
Gregory Sedoc liep door een schorsing een jaar geen nationale en internationale wedstrijden en mist zodoende ritme. Foto Sjoerd Hilckmann, AVDD
De nachtmerrie voor Sedoc begon vorig jaar, toen hij het dopingreglement overtrad. De 29-jarige atleet beging in een periode van achttien maanden een administratieve fout en miste twee keer een dopingtest. Één keer vulde hij zijn administratie onvolledig in, twee keer verzuimde hij een wijziging van locatie in te voeren. Op basis van deze drie zogenoemde ‘whereabouts’-overtredingen schorste de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak hem voor een jaar. Een minimale straf, opgelegd voor administratieve
nalatigheden, liet de commissie destijds weten. In een verklaring benadrukte dezelfde commissie ook ‘dat op geen enkele wijze het gebruik van een verboden middel of het onttrekken aan een dopingcontrole in het geding was’.
Veel ongeloof De oud Europees indoorkampioen (2007) Sedoc gaf na het bekend worden van de schorsing aan ‘het heel zwaar te hebben’. “Sinds 2002 ben ik op alle grote buitentoernooien geweest. Er is me iets afgenomen, terwijl ik nooit met doping te maken heb gehad. Er zit veel ongeloof bij me. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat het goed met me gaat.” Hoewel hij nog steeds baalt van de schorsing, is de ergste pijn negen maanden later weggezakt. Sedoc erkent misschien fouten te hebben begaan die de ‘mistests’ in de hand werkten. “Ik was op bepaalde momenten niet in staat om het systeem in te vullen, wat dus wel had gemoeten. De verantwoordelijkheid
“Mijn collega's steunden me altijd, ook in minder goede tijden” lag bij mij. Maar ik kon eenvoudigweg niets invullen omdat ik in een vliegtuig zat en in de auto reed. Misschien had ik een alternatief moeten bedenken, bijvoorbeeld de Dopingautoriteit zo snel mogelijk bellen. Aan de andere kant: mijn ‘whereabouts’’ had ik ingevuld, achteraf bezien echter verkeerd. Maar om daar nou een ‘mistest’ op te krijgen….” Met de mogelijke Olympische kwalificatie in het vooruitzicht, traint Sedoc keihard. “Qua vorm zit ik op circa tachtig procent van mijn kunnen”, maakt hij de balans op. “Door een
gebrek aan wedstrijdritme loop ik nog niet de tijden die ik wil. Over mijn trainingsprestaties ben ik wel tevreden. Het is een raar en verre van ideaal gevoel: hard trainen, maar geen wedstrijden lopen. Daardoor kan ik moeilijk nagaan hoe het met mijn techniek, snelheid en lenigheid staat. Hoewel ik nooit op uitzending ben geweest en daar zodoende moeilijk over kan oordelen, voel ik me als het ware een militair die zich mentaal en fysiek voorbereidt op een missie en te horen heeft gekregen dat hij voorlopig moet thuisblijven.”
Superhoog niveau Sinds medio maart belegt Sedoc op eigen kosten een trainingskamp in Orlando (Florida), waar hij ‘spart’ met de Amerikaanse recordhouder op de 110 meter horde David Oliver en diens landgenoot, de sprinter Justin Gatlin. De laatste was in 2004 Olympisch kampioen op de 100 meter en in 2005 wereldkampioen op de 100 en 200 meter. “David en Justin trainen op een superhoog niveau en geven mij de competitie die ik nodig heb”, lacht Sedoc. In mei keert Sedoc terug uit Florida. Op 24 juni, daags na het einde van zijn schorsing, hoopt hij in een wedstrijd op de 110 meter horden bij zijn vereniging AAC in Amsterdam vormbehoud te tonen en zich voor de Spelen te plaatsen. Hij gelooft heilig in een goede afloop. De limiet ligt op 13,60 sec., hij klokte al eens 13,43 sec. Dat het ook mis zou kunnen lopen, dáár denkt hij in de verste verten niet aan. “Maar gebeurt dit toch, dan moet ik de OS vanachter de televisie volgen, voor mij als Olympisch atleet waarschijnlijk een vreemde gewaarwording. Jammer hoe het allemaal is gegaan. Ik ben het nog steeds oneens met de Dopingautoriteit. Die had me voor mijn fouten kunnen behoeden door me telefonisch te waarschuwen. Teleurgesteld ben ik ook in de tuchtcommissie. Mijn ‘whereabouts’ heb ik tot in detail uitgelegd; kon alles prima verantwoorden en heb mijn excuses gemaakt. Bovendien ben ik Olympisch ambassadeur van
NOC*NSF en de Atletiekunie. Dat zegt veel. Waarom mij dan toch schorsen? Maar wat geweest is, is geweest. In de toekomst zal ik scherper op mijn ‘whereabouts’ letten.”
Graag blijven Of hij dan nog het militaire uniform draagt, weet Sedoc nu nog niet. In februari 2013 eindigt zijn contract met Defensie en daarnaast bestaat de kans dat de Topsportselectie (DTS) waarvan hij deel uitmaakt door de reorganisaties ophoudt te bestaan. De inwoner van Almere voelt zich echter verbonden met Defensie en zou graag willen blijven. Bijvoorbeeld in een public relations functie waarin hij de krijgsmacht bij evenementen kan presenteren. De kans bestaat echter dat hij het dan door het mogelijk verdwijnen van de DTS moet stellen zonder de speciale regeling die topsporters in staat stelt om in dienst van Defensie werk en sport te combineren. Terwijl hij in 2016 wil meedoen aan de Olympische Spelen van Rio de Janeiro en met het oog daarop op het hoogste niveau actief zal moeten blijven. Al met al krijgt Sedoc in de aanloop naar het einde van zijn contract met een min of meer dilemma te maken. Een afscheid zal hem zwaar vallen, omdat hij de krijgsmacht, waar hij al zeven jaar werkt, zoals gezegd een warm hart toedraagt. “Bij Defensie werk je niet onder commerciële druk en spelen bonussen zoals in het bedrijfsleven geen rol”, motiveert hij. “Goed voorbereid op uitzending gaan en met succes een oefening draaien, dát zijn de doelstellingen van de militair en die spreken me aan, ondanks dat ik nooit op missie ben geweest. Maar na zeven jaar Defensie kan ik me wel enigszins in de positie van de militair verplaatsen. Ook de kameraadschap binnen Defensie en de ‘afspraak is afspraak’-mentaliteit bevallen goed. Mijn collega’s hebben me altijd gesteund, ook in minder goede tijden. Verder heb ik me bij landmacht met opleidingen en cursussen als mens kunnen ontwikkelen. Ja, ik heb veel aan Defensie te danken.”
14
15 Zoals het er nu uitziet, wordt eerste luitenant Martin Koop vanaf medio juli in Kosovo belast met onder meer grensbewaking. Foto Hans Lebbe.
van het voorlichtingsmateriaal voor onze dienst. Ook beheren we de intranetwebsite. Hiermee voorziet het DCIOD alle vertrekkende en al in het buitenland geplaatste Defensiemedewerkers en aanhang van informatie. Bijvoorbeeld over belasting-, admini-
Op uitzending: In deze rubriek komt een militair of burger van het Commando DienstenCentra aan bod die is uitgezonden. Dit maal iemand die daarvoor op de nominatie staat, eerste luitenant Martin Koop (KMar) van het DienstenCentrum Internationale Ondersteuning Defensie.
“Gevechten zijn er niet meer, helemaal rustig is het evenmin” stratieve, financiële en medische zaken in het uitzendgebied. Mijn achtergrond van jaren werk binnen het vakgebied nationale en internationale migratiecriminaliteit (mensenhandel en mensensmokkel en de daarin opgebouwde expertise) sluit wel perfect aan bij de missie.”
Oude rot loopt zich warm voor ‘vergeten missie’ in Kosovo
“Het was wel even afzien” Met zijn 38 dienstjaren is eerste luitenant Martin Koop (56) met recht een oude rot in het vak. Op zijn lauweren rusten wil hij echter nog lang niet. Koop tekende in 2010 bij en vertrekt medio juli naar de ‘vergeten missie’ in Kosovo op de Balkan. Het wordt zijn derde en laatste. Tekst: tweede luitenant Wouter Helders
Wat ga je in Kosovo doen? “Kosovo heeft zich in 2008 onafhankelijk verklaard van Servië. Vervolgens kwam de ‘European Union Rule of Law Mission (EULEX) in het land, die het versterken van de rechtsstaat Kosovo als doelstelling heeft. De Nederlandse bijdrage daaraan (marechaussees, politie,
rechters en aanklagers) beoogt de Kosovaarse autoriteiten te ondersteunen bij het uitvoeren van politie- en douanetaken. De hoofdtaak van de marechaussees bestaat uit toezicht houden op de grensovergangen Gate 1 en 31 in het noordelijke deel van Kosovo.”
Sluit dat aan bij je dagelijkse werkzaamheden? “Niet echt. Ik heb een ‘paarse’ functie bij het DienstenCentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) op de Kromhoutkazerne in Utrecht. Samen met mijn collega’s zorg ik voor de opmaak en het up-to-date houden
Wat is jouw rol tijdens de uitzending? “Zoals het er nu uitziet, zal medio juli 2012 een tiental marechaussees naar Kosovo worden uitgezonden. Er bestaat helaas geen zekerheid of de Nederlandse bijdrage in deze grootte wordt gecontinueerd. Het mandaat voor de huidige missie loopt medio dit jaar af. Het zou zomaar kunnen dat er minder of zelfs geheel geen bijdrage meer zal worden geleverd. Het is dus afwachten wat komen gaat. Gaat de missie door, dan ben ik, tot dusver, de enige KMar-officier. De huidige collega is nu National Contingent Leader of the Netherlands. De precieze invulling van mijn rol zal pas ter plaatse duidelijk worden.”
onze werkzaamheden grotendeels verrichten, is het nog onrustig. De Servische minderheid is op z’n zachtst gezegd ‘ontevreden’ met de huidige situatie. Ik heb begrepen dat er vaak demonstraties zijn, waarbij opgeworpen roadblocks en barricades de vrije doorgang van EULEX- personeel weleens hinderen.” Hoe ben je je aan het voor-bereiden op de missie? “Door veel te lezen en contact te hebben met mijn collega’s in het missiegebied probeer ik een beeld te krijgen van wat er speelt en waarmee ik rekening moet houden. Ook heb ik in januari vijf weken lang de ‘Algemene Militaire Vaardigheden Buitenland’ (AMVB) doorlopen. Een leerzaam moment dat goed is voor het opfrissen van eerder geleerde skills & drills. De AMVB zet je weer even terug op opleidingsniveau en er komt een aantal referenties uit het verleden terug. Kaartlezen, schieten, ZHKH en andere belangrijke zaken passeerden de revue. Het was wel even afzien. Ik was de oudste deelnemer en moest af een toe een tandje bijzetten om de ‘jonge krijgers’ te kunnen bijhouden. Uiteindelijk is dat gelukt.”
Wat doet Nederland nog meer in Kosovo? “Buiten EULEX draagt Nederland zijn steentje bij aan de Kosovo Force (KFOR) missie. Daarin draait een handjevol Nederlandse militairen mee, die de politieke stabiliteit van het land moeten versterken. Hun inzet is voornamelijk gericht op bescherming van het personeel aan de eerder genoemde grensovergangen. Tegelijkertijd worden projecten van de VN en EU gesteund die moeten leiden tot een duurzame vrede in het gebied.”
Dit is je laatste missie. Wat wordt deze keer anders? “Over de dingen die ik in ’92 en ’94 tijdens de Angola-missie (UNAVEM, red.) heb meegemaakt, praat ik niet veel. De opdracht was het monitoren van de politie. Helaas was elk aangetroffen politie-uniform in mijn gebied gevuld met een vermoorde agent. Er zijn daar verschrikkelijke dingen gebeurd. De macht lag in handen van de militairen. Nu, jaren later, begrijp ik door mijn eigen ervaringen en die van collega’s goed wat het Post Traumatisch Stress Stoornis (PTSS) inhoudt. Om toch een tipje van de sluier op te lichten: we werden langdurig met militaire artillerie onder vuur genomen. Ik had samen met twee buitenlandse collega’s maar één keuze: midden in de nacht 150 kilometer door de rimboe vluchten. Dat soort taferelen denk ik deze keer niet mee te maken. Wel hoop ik mijn ervaringen met andere collega’s te kunnen delen.”
Hoe is de situatie in het land? “Moeilijk in te schatten. Gevechten zijn er niet meer, helemaal rustig is het evenmin. Vooral in het noorden, het gebied waar wij als KMar
Wat vindt je thuisfront van de uitzending? “Mijn echtgenote Tineke en mijn twee volwassen zoons steunen me altijd. Ook nu begrijpen ze de ‘kriebel’ en staan vierkant
achter me. Zonder steun van het thuisfront is een missie gevoelsmatig gedoemd tot een persoonlijke mislukking. Gelukkig heb je tegenwoordig met één druk op de knop vaak een live verbinding met het thuisfront. Dat was vroeger wel anders.”
Het Kosovaarse landschap ligt, net als een groot deel van de Balkan, nog steeds vol met slecht in kaart gebrachte mijnenvelden. Foto archief AVDD.
EULEX brengt duurzame vrede dichterbij
Erg veel hoor je er niet over. De Nederlandse deelname aan de missie in Kosovo haalt zelden de kranten. Toch verricht Defensie daar wel degelijk belangrijk werk. Door mee te doen met operaties als EULEX en KFOR komt een duurzame vrede in het gebied langzaam dichterbij. Kosovo scheidde zich in 2008 eenzijdig af van Servië dat samen met een aantal andere landen de onafhankelijkheid van haar voormalige provincie nog altijd niet erkent. Het kleine land (circa even groot als Vlaanderen) telt ruim twee miljoen inwoners, van wie de grote meerderheid (circa 91%) etnisch Albanees is. De drie noordelijke provincies zijn overwegend Servisch. Zij zijn het nog altijd niet eens met de afscheiding van Servië en verwierpen onlangs, in een niet erkend referendum, het gezag van de Kosovaarse regering. Een duurzame oplossing voor het conflict is er nog niet. De aanwezigheid van buitenlandse ‘vredestroepen’ moet de rust bewaren. Kijk voor meer informatie op http://www.defensie.nl/ missies/overige_missies, www.eulexkosovo.eu en www.nato.int/kfor.
16
17
De beste
Op deze pagina's de oogst van 2011. De foto’s zijn gemaakt door de sergeanten Henry Westendorp en Sjoerd Hilckmann, en sergeantmajoor Gerben van Es. Westendorp nam afgelopen najaar tijdens de bergtraining van het Korps Mariniers in de Schotse Hooglanden een marinier op de korrel. Hilckmann legde defensietopsporter Gregory Sedoc op de gevoelige plaat vast. De sergeant van de landmacht hoopt zich dit voorjaar, na afloop van zijn één jaar durende wedstrijdschorsing, alsnog te plaatsen voor de Olympische Zomerspelen van Londen. De foto van Van Es is genomen tijdens de driedaagse Praktische Officier Selectie Test (POST) van het Korps Mariniers op de Van Ghentkazerne in Rotterdam. Die is verplicht voor officieren in spé van dit keurkorps die toegelaten willen worden tot de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers (POTOM). Stemmen? Ga naar de portaalpagina van CDC op intranet.
Foto: Gerben van Es
Foto: Sjoerd Hilckmann
Ook dit jaar organiseert het Commando Diensten-Centra de verkiezing van de beste Defensiefoto van het jaar. De wedstrijd is bedoeld voor fotografen van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) die hun beste foto’s van 2011 konden insturen, waarna een jury ze beoordeelde op kwaliteit, zeggingskracht en originaliteit. De drie fraaiste exemplaren krijgen een plek in Pijler, waarna het woord aan de lezer is.
van het jaar
Foto: Henry Westendorp
defensiefoto
18
19
Kort & Krachtig
Defensie AEO gecertificeerd
Reünies
MRC Aardenburg en Sint Maartenskliniek slaan handen ineen Het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg (MRC) in Doorn en de civiele Sint Maartenskliniek gaan samenwerken op het gebied van revalidatiezorg. Beide partijen verwachten zo de kwaliteit daarvan te verbeteren.
UNTAC Er komen dit jaar reünies voor de militairen die in de jaren 1992-1993 bij United Nations Transitional Authority in Cambodia (UNTAC) hebben gediend. De feestelijkheden worden over drie data verdeeld: 2 juni (Cambo I), 9 juni (Cambo II) en 16 juni (Cambo III). Ze beginnen telkens rond 11.00 uur. Er is (beperkte) gelegenheid tot overnachten. De kosten voor deelname bedragen circa € 15.= p.p., inclusief lidmaatschap van de vereniging, diner en ontbijt, maar exclusief drankjes. Het definitieve programma wordt via de website www.untac.nl bekend gemaakt. Belangstellenden kunnen zich daar aanmelden. Stuur onder vermelding van ‘inschrijving’ een email naar
[email protected], als je automatisch bericht wilt krijgen wanneer de website gereed is voor aanmelden.
Na een voorbereiding van jaren en vele testen is de Defensie Fiscale Douane Eenheid erin geslaagd Defensie als Authorised Economic Operator (AEO) gecertificeerd te krijgen. Dit is voor internationaal opererende bedrijven van belang om nu en in de toekomst met gering oponthoud internationaal te kunnen opereren en te verwerven.
Lynx Na 35 jaar trouwe dienst neemt Defensie op 6 september afscheid van de Lynx maritieme helikopter. Om dat niet ongemerkt voorbij te laten gaan, wordt op 6 september een reünie gehouden op het Maritiem Vliegkamp de Kooy bij Den Helder. Bedoeld voor iedereen (actief en niet-actief ) die op, aan of met de Lynx heeft gewerkt. Ook personeel dat momenteel op het Vliegkamp De Kooy werkt, is welkom. Aanmelden voor de reünie via
[email protected] of eindelynx@hotmail. nl, onder vermelding van naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer en functie in relatie tot de Lynx. U kunt uw aanmelding ook sturen naar LTZ2OC F. Vermeer, MVK de Kooy, 860 Squadron, Rijksweg 20, 1786 PT Den Helder. Ter gelegenheid van het adieu van de Lynx wordt tevens gewerkt aan een blijvende herinnering. Daarvoor is de organisatie op zoek naar beeldmateriaal met bijbehorend verhaal. Beschikt u over spullen van of over de helikopter die niet verloren mogen gaan? Stuur ze dan via de genoemde adressen naar de organisatie. Alle ontwikkelingen rond de reünie zijn te volgen via Twitter: @reunieeindelynx.
Hulst nieuwe commandant MRC Doorn Luitenant-kolonel Jos van ’t Root (op de foto rechts) heeft het commando over het Militair Revalidatiecentrum Aardenburg in Doorn onlangs overgedragen aan ranggenoot Jeroen Hulst. Dat gebeurde symbolisch met de overhandiging van een beeld van de instelling aan de nieuwe commandant. Hulst gaf aan dat hij ‘het commando van de mooiste zorginstelling van Defensie overneemt’. Het is volgens hem ook een bijzonder bevel, omdat het MRC Aardenburg naast zijn primaire militaire taak een maatschappelijke meerwaarde in ons land heeft en in de regio Utrechtse Heuvelrug. Er revalideren namelijk ook burgers. Binnen het MRC Aardenburg verandert momenteel veel, zowel militair als civiel. Daarin spelen samenwerking en herkenbaarheid een belangrijke rol. Daarom luidt het motto van Hulst: ‘samen werken aan zichtbaar samenwerken’.
Uitgangspunt is dat de meeste bedrijven en overheidsinstellingen bonafide zijn en geen intenties hebben om frauduleuze activiteiten te plegen. Op die manier kan de douane zijn beperkte controlecapaciteit focussen op risicovolle goederenstromen en bedrijven. Gecertificeerde bedrijven hebben voordelen bij internationaal handelsverkeer. Zo worden ze minder streng gecontroleerd bij grensoverschrijdende handel, waardoor ze sneller over hun goederen kunnen beschikken. Controle concentreert zich juist op niet-gecertificeerde bedrijven, waarmee niet is gezegd dat deze bedrijven onbetrouwbaar zijn. Directeur douane Willy Rovers (zie foto) overhandigde onlangs op de Prinses Julianakazerne in Den Haag het certificaat getiteld Authorised Economic Operator aan Defensie, dat werd vertegenwoordigd door waarnemend commandant van het Commando DienstenCentra, schout-bij-nacht Erik Kopp. Volgens Rovers is Defensie een voorbeeld van ‘hoe het moet’ als het gaat om douanezaken en veiligheid. Defensie voldoet als eerste overheidsinstantie binnen de Europese Unie volledig aan de Europese douanewetgeving. Foto: John de Jong.
Commandeur arts Elmer van den Berghaage namens MRC Aardenburg en drs. Berte de Jong namens de Sint Maartenskliniek tekenden onlangs een intentieverklaring waarin de bereidheid tot samenwerking is vastgelegd. Daarin staat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg centraal. Beide instellingen willen dit bereiken door gezamenlijk behandelingen uit te voeren en/of door te verwijzen. Maar ook door samenwerking op het gebied van innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Het MRC Aardenburg en de Sint Maartenskliniek willen zich door hun samenwerking versterken in deze tijd waarin verdere concentratie en specialisatie in de medisch specialistische revalidatiezorg voorop staat. Zowel nu als in de toekomst willen ze de patiënten de best mogelijke zorg blijven bieden. Begin 2012 startten twee samenwerkingsprojecten op het gebied van orthopedische revalidatie en amputatie. Dit moet leiden tot producten die onder eenzelfde label worden aangeboden. Het MRC Aardenburg en de Sint Maartenskliniek willen ook intensief samenwerken op zowel zorginhoudelijke
gebieden (protocollering, onderzoek, opleiding), als op het strategische, organisatorische en bedrijfsmatig vlak. Het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg biedt medisch specialistische revalidatiezorg aan militairen en burgers. Daarbij zijn traumatologie en orthopedie met een sterke focus op arbeid belangrijke aandachtsgebieden, gezien de militaire taak van het MRC (www.mrc.nl). De Sint Maartenskliniek, gehuisvest in Nijmegen en Woerden, is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten kunnen er terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe orthopedische en reumatologische aandoeningen. De vestiging van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen herbergt ook een centrum voor revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel.
Vereniging ‘Ons Leger’ viert 100ste verjaardag De Koninklijke Nederlandse Vereniging Ons Leger (KNVOL) bestaat honderd jaar. De feestelijke viering van dit jubileum startte op 29 februari met een receptie, na afloop van de algemene ledenvergadering in de Prinses Julianakazerne in Den Haag. Ter gelegenheid van het jubileumjaar kunnen leden van de KNVOL tegen een aantrekkelijke prijs concerten van orkesten van de Koninklijke Landmacht bijwonen. De jarige zal ook op de open dagen van landmacht en marine en bij
de Taptoe in Ahoy in Rotterdam vertegenwoordigd zijn. Verder is er een symposium op de Nederlandse Defensie Academie in Breda. De KNVOL werd op 30 maart 1912 opgericht door Nederlanders die bezorgd waren over de verwaarlozing van de krijgsmacht. Ze wilden de samenleving ervan bewust maken dat voor vrede, veiligheid en vrijheid een deugdelijk leger noodzakelijk is. Meer informatie op www.onsleger.nl.
Foto van de maand Het heeft wat mystieks. Commandant Zeestrijdkrachten viceadmiraal Matthieu Borsboom (geheel rechts) en zijn gast de Russische admiraal Vysotskiy, laten in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam hun blik gaan over een interactief logboek uit een tentoonstelling van historische navigatieinstrumenten. Daarin wordt uitgelegd hoe in vervlogen tijden op de sterren werd genavigeerd. Geheel links tolk en
Ruslanddeskundige Hans Bax, met naast hem directeur van het Scheepvaartmuseum dr. Willem Bijleveld. Admiraal Vysotskiy, bevelhebber van de marine van de Russische Federatie, was onlangs in het museum als onderdeel van zijn bezoek aan de Koninklijke Marine. De foto is van korporaal Rob van Eerden van de Audiovisuele Dienst Defensie.