Pijler Nummer 3 - maart 2013
Vijf jaar Dienstencentrum Re-integratie Pijlerlezers kiezen foto van het jaar Onderzoek: leidinggevenden waarderen collega-coaching
3
Colofon
Inhoudsopgave
Van de commandant
4 Foto van het jaar
Schot in de zaak
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst
De lezers van de Pijler kunnen net als in 2012 de beste defensiefoto van het voorbije jaar kiezen. Het gaat om drie beelden, door een vakjury geselecteerd uit een serie van tien. Aan u de keus: welke is de beste van 2012?
6 Op Uitzending
Dit keer staat de schijnwerper gericht op kapitein-luitenant-ter-zee Hans Stuij, commandant van de Audiovisuele Dienst Defensie. Eind april vertrekt hij naar de NAVO Trainingsmisse in Afghanistan.
Defensie, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag
8 Wonen in Bronbeek
Hoe is het om in Bronbeek te wonen? Deze vraag legde de Pijler bij het 150 jarig jubileum voor aan twee bewoners van het militair verzorgingstehuis. Conclusie: ze willen nóóit meer weg.
Oplage: 10.500 Redactieadres: Dienstencentrum Defensiemedia
14 Nieuwe afdeling
Het CDC krijgt er per 1 april een afdeling bij, Centraal Wagenpark Beheer. Bij die klus komt heel wat kijken.
Kalvermarkt 38
Daar waar ik het vorige voorwoord de titel ´geduld´ meegaf, had ik toen al de stille hoop dat ik in dit nummer kon melden dat er weer wat schot in de reorganisatie komt. En gelukkig, dat kan ik! Defensie en de bonden zitten gelukkig weer aan de overlegtafel. We hebben het anker gelicht en er zit weer vaart in de reorganisaties. Een primeur hierbij is dat de eerste reorganisatie binnen Defensie bij het CDC van start gaat. Het gaat om het ExpertiseCentrum Leiderschap Defensie van de Nederlandse Defensie Academie. De nieuweling begint per 1 april. Het Financieel Administratie en Beheer Kantoor van de divisie Facilitair & Logistiek, de staf van de Defensie Gezondheidszorg Organisatie, de bedrijfsgroep Catering en het Mediacentrum Defensie van de divisie Facilitair & Logistiek, naderen ook de eindstreep. Zij zullen binnenkort hun reorganisatiedatum te horen krijgen.
2511 CB Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon: 070 318 70 42 / 06 22 41 28 91 email:
[email protected]
16 Succesvol onderzoek
Luitenant-kolonel Ger van Doorn onderzocht de kwaliteit van de interne coaching van leidinggevenden. De chefs waarderen de aanpak en vinden dat zij de leerstof goed toepassen in de praktijk van alledag.
Redactionele bijdragen van: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie),
18 Mijn werkplek
Er zijn van die functies bij Defensie waar nog nooit iemand van heeft gehoord, zoals senior adviseur Stralingshygiëne. Ing. Tjerk Kuipers van het CEAG in Doorn licht een tip van de sluier op.
Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie).
En verder: 3 Voorwoord commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp. 11 De rubriek Integer Geregeld over grof taalgebruik.
Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De
12 Kort Nieuws met een bericht over wat je moet doen bij een kapot toetsen bord of een niet functionerende muis en/of netwerkkabel. 20 Foto van de Maand.
Voorpagina
inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen:
Pijler Nummer 3 - maart 2013
Via intranet: P&O Selfservice
Vijf jaar Dienstencentrum Re-integratie Pijlerlezers kiezen foto van het jaar Onderzoek: leidinggevenden waarderen collega-coaching
Spiedend kijkje in een ruimte van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in Bilthoven. Stralingsdeskundigen, onder wie een vertegenwoordiger van Defensie, oefenden daar onlangs in het oplossen van problemen in een kerncentrale. Foto Jeroen Liebers (Bart Nijs Fotografie/ AVDD).
Na die datum bent u aan zet. Na de publicatie van de vacatures en afhankelijk van uw code, moet u solliciteren. Mijn advies: bereid u goed voor op die gesprekken. U kunt daarbij hulp inroepen van P&O en uw leidinggevende. En een leidinggevende heeft ook wel eens vragen. Daarvoor kan hij binnen CDC terecht bij een coach. Op pagina zestien leest u hierover een verhaal. In onrustige tijden is het belangrijk, zo niet het belangrijkste, om stil te staan bij de mooie momenten in onze organisatie. Zo mocht ik de afgelopen maand twee CDC legpenningen uitreiken. Dat gebeurt niet zo vaak, het zijn tot nu toe de enige legpenningen die ik als commandant gaf. Op 28 februari kreeg mevrouw Noordanus - van den Broek de CDC legpenning. Vanwege haar energieke, mensgerichte benadering en resultaatgerichtheid, is zij een voorbeeld voor de ondersteuning die het CDC wil leveren aan het uitvoeren van het veteranenbeleid. En dat werk doet Bronbeek al 150 jaar! U leest een verhaal over het jubileum van Bronbeek op pagina acht. En op 5 maart ontving kolonel b.d. Nico Spreij eveneens de legpenning. Dat vanwege zijn uitzonderlijke bijdrage als hoofd Bureau Internationale Militaire Sport aan de nationale en internationale militaire sport.
Ten slotte nog dit. Om goed voorbereid te zijn op het CDC ná de reorganisatie, hielden de leden van de CDCraad op 21 februari een heidag. Daarbij is de interne besluitvorming en het functioneren van de CDC-raad geëvalueerd. Daarnaast is nagedacht over het verhaal van het CDC. Wat is en doet dit? Waar staat het CDC voor en waar staan we over drie tot vier jaar? De resultaten van de heidag worden uitgewerkt en zal ik aan u bekend stellen. Het CDC ligt goed op koers. Maar als één ding blijkt uit de afgelopen periode, dan is het wel dat verandering altijd deel zal blijven uitmaken van de huidige wereld. Ook als we deze reorganisatie achter de rug hebben, kunnen we niet op onze lauweren rusten en moeten we voorbereid zijn op nieuwe koersveranderingen.
Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC
5
Foto 2
4
Pijlerlezers kiezen
beste defensiefoto van het jaar
De Pijler stelt de lezers ook in 2013 weer in de gelegenheid om de beste Defensiefoto van het voorbije jaar te kiezen. Er waren tien opnamen in de race, gemaakt door fotografen van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD). Elk exemplaar sierde vorig jaar, als Foto van de Maand, de achterzijde van een Pijler. Een vakjury koos uit de tien foto’s de drie beste. Het resultaat vindt u op deze pagina’s. Welke is de beste defensiefoto van 2012? U kunt stemmen via de portaalpagina van het CDC op intranet.
Foto 3
Foto 1
Tijdens een oefening op een hindernisbaan van het Franse Vreemdelingenlegioen in Frans Guyana, springt een Nederlandse marinier vanaf een balk in een rivier. De foto is gemaakt door sergeant Henry Westendorp.
Sergeant-majoor Gerben van Es fotografeerde vanuit een Canadese Sea King helikopter drie NAVO-marineschepen tijdens een bevoorradingsoperatie tussen Cyprus en Kreta in de Middellandse Zee.
Met vereende krachten klimmen een speurhond en zijn geleider tijdens het open defensiekampioenschap Hondenbiatlon uit een waterbak. De deelnemers aan de wedstrijd, op de vliegbasis Woensdrecht, moesten twintig hindernissen nemen. Daaronder de waterbak. Voor de foto tekent sergeant majoor Maartje Roos.
6
7
“Er is veel van deze functie te maken” Op uitzending In deze rubriek staat een militair of burger van het Commando DienstenCentra centraal die naar het buitenland is of was uitgezonden, of daarvoor op de nominatie staat. Dit keer kapitein-luitenant-ter-zee ing. Hans Stuij, sinds september 2011 commandant van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD). 26 april gaat de marineman voor het eerst op landmissie. Naar Afghanistan. “Ik ben geen doorgewinterd infanterist.”
Tekst: Jack Oosthoek Foto’s adjudant Eric Vorstenbosch (AVDD)
aandacht voor elkaar en voor anderen. Maar ook: collega’s aanspreken als prestaties beter kunnen en complimenten uitdelen wanneer iets goed gaat. “Ik voelde me soms net een sociaal werker”, grapt hij. Verder regelde Stuij voor AVDD’ers audiovisuele trainingen op de Media Academie en liet sommigen opleiden tot duiker en Airborne Photo Specialist voor operaties in defensiehelikopters. Het CDC voorzag hiermee in de operationele behoeften van de operationele commando’s. Immers, het CDC is er voor hen. “De kwaliteitsslag loopt nog steeds. Jammer dat ik die niet kan afmaken”, zegt Stuij. “Maar het was een geweldige tijd. Elke AVDD’er is een Paul Huf of een Jan de Bont die twee dingen wil: perfecte kwaliteit leveren en tevreden klanten scoren.”
Ervaren genoeg Stuij vertrekt voortijdig bij de AVDD, wat hem gemengde gevoelens bezorgt. “Mijn uitzending viel uit de lucht”, legt hij uit. “Maar een militair moet altijd en overal inzetbaar zijn. Dat is de werkelijkheid. Hoewel ik graag job hop, is een tussentijds vertrek echter allesbehalve mijn stijl. Je maakt niet af waar je aan begon.” In bijna twee jaar tijd bracht Stuij binnen de AVDD volgens eigen zeggen weer wat meer structuur aan, zonder daarbij de creativiteit van fotografen en cameramensen te beperken. “Elke commandant stelt eigen prioriteiten, wat niet betekent dat zijn voorganger het verkeerd deed. Maar ik vond dat de structuur bij de AVDD nog beter kon”, vertelt hij.
Sociaal werker Als belangrijkste verandering creëerde Stuij een balans tussen flexwerken en aanwezigheid van personeel op de werkplek. Ook legde hij nadruk op het ‘wij’-gevoel. Dat betekent volgens hem: samen een product maken,
De overste gaat in Afghanistan aan de slag bij de staf van de Deputy Commander Police van de NATO Training Mission (NTM-A) op het Amerikaanse Camp Eggers bij Kaboel. De eenheid leidt Afghanen op tot politieman of -vrouw. Aan Stuij de taak te analyseren of planning en uitvoering van de training overeenstemmen. Hij weet hoe de NAVO- procedures
“Elke AVDD’er is een Paul Huf of Jan de Bont”
Les kaartkezen tijdens opleiding bij het Landelijk Opleidingscentrum Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn. In het midden Stuij.
jaar van huis. Tijdens de Koude Oorlog nam ik deel aan missies vanaf IJsland. Met een Orion maritiem patrouillevliegtuig volgden we Russische onderzeeboten. Daarbij maakten we veel vlieguren. Ook opereerde ik tijdens het conflict in het voormalig Joegoslavië in Orions boven de Adriatische Zee. Elke reis beschouwde ik als een uitzending. Maar eerlijk is eerlijk, ze waren natuurlijk van een ander kaliber dan een plaatsing in Afghanistan.”
Geen zorgen werken omdat hij vier jaar op Headquarters Strike Force NATO in Napels was geplaatst. Van vredesmissies op het land weet de voormalig navigator van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) minder af. Hij gaat voor het eerst op dit type uitzending. Toch vindt hij zichzelf daarvoor ervaren genoeg. “In mijn zeventienjarige carrière bij de Marine Luchtvaartdienst was ik soms honderd tot honderdvijftig dagen per
< Stuij vindt het jammer dat zijn werk bij de Audiovisuele Dienst Defensie voortijdig stopt.
En van welke orde is zijn baan bij de NTM-A, denkt Stuij? “Één van regelmatig de poort uitgaan”, verwacht hij. Om na te gaan of planning en uitvoering van de opleidingen kloppen, moet hij kris kras door het land politieposten bezoeken. Veel gevaarlijker werk dan destijds bij de Marine Luchtvaartdienst. Immers, de Taliban ligt overal op de loer. “Je kunt op een bermbom rijden”, weet Stuij.
“Hoewel ik geen infanterist ben, maak ik me geen zorgen. Ik ben een marineman van de oude garde die op de zee georiënteerd is in plaats van op land, zoals een marinier of landmachtmilitair. Toch red ik het in Afghanistan best. Er is veel van de functie bij DCOM Police te maken. Ik ben nieuwsgierig naar het werk en won er via boeken en dvd’s al veel informatie over in. Destijds in Napels leerde ik omgaan met militairen van allerlei culturen en de ‘taal’ van de alliantie spreken. Dat komt nu goed van pas.”
Doe gewoon Stuij spreekt lovend over de opleiding voor de NTM-A (vijf weken) bij het Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn. “De instructeurs houden rekening met iedereen. Ze zeggen ‘doe gewoon, geniet en maak vooral fouten’. Maar vermijd die in Afghanistan, anders gebeuren er dodelijke ongelukken.”
8
9
Jubilerend Bronbeek symbool bij uitstek van veteranenzorg
“Het was een goede keus om hier te komen wonen” Frankevijle betrok zes jaar geleden een kamer in Bronbeek. Dat was nadat hij alleen was komen te staan door het overlijden van zijn echtgenote. Hij kijkt met plezier terug op zijn militaire loopbaan die in 1951 begon bij het Korps Mariniers. De zoon van een oud KNIL-
“Ik zou mijn militaire loopbaan zo weer over doen” militair belandde tot twee keer toe in Nederlands Nieuw-Guinea. Daar deed hij als infanterist vooral ‘veel loopwerk’. “Ik nam niet deel aan operaties. Wel greep ik samen met mijn maten infiltranten in de kraag en zette ze gevangen.”
Sneller carrière Na terugkomst in ons land (1957), stapte Frankevijle in 1960 over naar de landmacht. Daar dacht hij sneller carrière te maken dan bij het Korps Mariniers. Na een opleiding aan de Koninklijke Militaire School in Weert, de Infanterieschool in Harderwijk en plaatsingen als ‘Limburgse Jager’ in onder meer Duitsland, kwam die verwachting uit. In 1989 zwaaide sergeant 1 Frankevijle af met Functioneel Leeftijdsontslag. “Ik zou mijn militaire loopbaan zo weer over doen.” Of dat geldt voor de bijna 75-jarige Bronbeekbewoner en oud-huzaar Cornelis van der Meijden, valt te betwijfelen. Hij meldde zich in 1946
Verschillende karakters Eenmaal terug in Nederland (1950) keurde Defensie hem af. Een verblijf in het Militair Revalidatiecentrum in Doorn (MRC) zette geen zoden aan de dijk. Van der Meijden vond emplooi in de burgermaatschappij, bij de Nederlandsche Kabel Fabriek. Na zijn pensionering en het overlijden van zijn vrouw verhuisde Van der Meijden in 2012 naar Bronbeek.
“Ik ben blij in Bronbeek” Dat was flink omschakelen. “Ik was niet gewend om met vijftig verschillende karakters samen te leven. Maar wat moest ik? Thuis vereenzaamde ik. Bronbeek was mijn vangnet. Maar ik red me hier wel; heb vrienden gemaakt. Ik ben blij in Bronbeek. Het was een goede keus hier te komen wonen.”
De 75-jarige Cornelis van der Meijden ondervindt nog steeds hinder van zijn verwondingen, opgelopen in Indonesië. Foto Bronbeek.
Één van de hoogtepunten van de jubileumviering was het bezoek van Koningin Beatrix, op de foto in gesprek met bewoners van het militair verzorgingstehuis. Links naast de Koningin kolonel Gert Noordanus. Foto sergeant 1 Joyce Rutjes (AVDD).
“De verzorging is prima. Ik kom niets tekort en ben in goede conditie. Het leven in Bronbeek is best.” Oud-sergeant 1 van de Koninklijke Landmacht Henk Frankevijle verkeert in opperbeste stemming. De 79-jarige behoorde tot de gelukkige ‘Bronbekers’ die vorige maand bij de viering van de 150ste verjaardag van het militair verzorgingstehuis koningin Beatrix ontmoetten. Er is nog een reden voor zijn goede humeur. Frankevijle voelt zich simpelweg gelukkig in Bronbeek. “Ik wil hier tot mijn overlijden blijven wonen.” Tekst: tweede luitenant Rosalien van Damme & Jack Oosthoek
als oorlogsvrijwilliger bij de landmacht en nam als mijnenexpert deel aan de politionele acties in Nederlands Indië. “Dat viel allemaal niet mee”, herinnert hij zich. “Bruggen waren opgeblazen, dorpen in brand gestoken. Door toedoen van de Indonesiërs brandde de hele infrastructuur.” Op een dag ging het gruwelijk mis. Het pantservoertuig met daarin Van der Meijden stortte in een vierhonderd meter diep ravijn. De huzaar 1 van Boreel brak onder meer beide benen. “De botten staken er uit.” Het ongeval achtervolgt hem nog steeds. “Ik kwam er bovenop, maar door de herinneringen slaap ik soms slecht”, verzucht hij.
De 79-jarige Henk Frankevijle voelt zich thuis in Bronbeek. Foto Bronbeek.
10
11
Knalfeest De viering van het jubileum ging met vuurwerk gepaard. Zo leidde een schot met een historisch kanon van het Korps Rijdende Artillerie, alias de Gele Rijders, de opening in van een expositie over 150 jaar Bronbeek. Daarna openden leden van de Unit Interventie Mariniers (UIM) het museum voor het publiek. Dat gebeurde door de deur ‘op te blazen’. Daarvoor waren er de presentatie van het boek ‘150 jaar Koninklijk Bronbeek’ en de première van de film ‘Bronbeek, een t(e)huis voor veteranen’.
Leden van de Unit Interventie Mariniers openen op ludieke wijze het gebouw met de tentoonstelling ‘150 jaar Bronbeek’. Foto sergeant 1 Joyce Rutjes (AVDD).
“Bronbeek symbool nationale veteranenzorg” Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp stelde het tijdens de jubileumviering onomwonden. Bronbeek vormt het symbool bij uitstek van de nationale veteranenzorg. Met andere woorden: het instituut valt niet meer weg te denken uit de samenleving. Prominente gast ter gelegenheid van de jubileumviering was koningin Beatrix die op 27 februari met bewoners sprak. Frankevijle is er nog steeds van onder de indruk. “De Koningin bezoekt Bronbeek niet elke dag. Bovendien was het haar laatste keer.” Van der Meijden vond het een mooi feest. “Blij dat ik erbij was.”
Tijd stond in Bronbeek nooit stil Koning Willem III schonk het landgoed Bronbeek in 1859 aan de Staat der Nederlanden voor de bouw van een Koloniaal Militair Invalidenhuis. Sinds 1970 is Bronbeek een tehuis voor oud-militairen van alle onderdelen van de krijgsmacht en van alle missies. Behalve een tehuis voor veteranen, is het een museum waarin de vaderlandse koloniale geschiedenis te zien is. Dat gebeurt in beelden, verhalen en met objecten. Hoewel een oase van rust, stond de tijd in Bronbeek nooit stiI. De huisbewoners hadden in het verleden tot hun tachtigste arbeidsplicht en sliepen met twaalf tot zestien mannen op een slaapzaal. Behalve de manier van leven, veranderde de samenstelling van de populatie. Tegenwoordig staat de poort van Bronbeek open voor alle veteranen (mannen en vrouwen) beneden de rang van officier en van alle onderdelen van de krijgsmacht. Iedereen heeft een eigen kamer en werken is geen verplichting meer, maar een mogelijkheid.
DEN HAAG Als Defensie staan we klaar voor Nederland. Altijd en overal. Dat laten we op 30 april zien, met een bijzonder eerbetoon: Het Nationaal Saluut. Samen brengen we zo een eervolle afscheidsgroet voor Hare Majesteit de Koningin en een passende welkomstgroet voor Zijne Majesteit de Koning.
Salueer mee en upload uw foto op www.nationaalsaluut.nl of mail uw foto naar
[email protected] generaal Tom Middendorp, Commandant der Strijdkrachten
Saluut_oproep_adv_defensiekrant_205x190.indd 1
Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en de Functionaris Integriteitzorg (FIZ) mr. Nynke Wygman, een onderwerp over integriteit aan de kaak. Deze maand het gebruik van grove taal.
Moet een medewerker zelf zijn grenzen aangeven? De Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) vond een ludieke manier om integriteitkwesties bespreekbaar te maken. Met een set kaarten met op elke kaart één dilemma, vertelt zij wat er speelt. Om de kaarten te introduceren, belicht de COID op deze pagina één dilemma vanuit verschillende gezichtspunten. Een collega bezigt grove taal. Anderen storen zich eraan, maar durven niets te zeggen. Herkenbaar? In elke werkomgeving en elke groep ontstaat een beroepsjargon: taal en uitdrukkingen die vaak alleen het eigen gezelschap begrijpt. Defensie vormt op dat punt geen uitzondering. Ook daar bestaat een jargon vol afkortingen en ‘namen’. Vaak is er wat dat laatste betreft een lange traditie die vele jaren terug gaat. Zo kennen we Feeën, Gnomen, Blanco’s, Baroe’s, Bollen, Vissticks, en Pleunen. Om er maar een paar te noemen. Meestal zijn de namen tijd- en plaatsgebonden en nemen we er nauwelijks aanstoot aan. Maar wanneer we een vloek of scheldwoord gebruiken tegen elkaar of anderen, ontstaat een hellend vlak. Of beter gezegd: een ongewenste situatie. Een praktijkvoorbeeld.
Het saluut dat je samen brengt
We vragen u te salueren, een foto van uzelf te (laten) maken en deze in te sturen. Alle foto’s worden verzameld op een website en een selectie van 450 foto’s wordt geplaatst in een advertentie in de Telegraaf.
Integer geregeld
EEN NATIONAAL SALUUT BRENGEN Deel je saluutfoto via nationaalsaluut.nl of
[email protected]
12-03-13 09:51
Stumper In een bepaalde groep medewerkers ontstond een gewoonte elkaar stumper te noemen. Dit gebeurde alleen onder elkaar, en onder de ‘jonge’ mannen in de groep. Zij zagen het als een vorm van humor en een beetje plagen. Er waren oprecht geen kwade bedoelingen. Nu hadden de leden van deze groep een taak waarbij ze soms buiten het gebouw werkten. In een voorlichtingsbijeenkomst spraken we over dit onderwerp en vielen een paar zaken op. De groep zag het gebruik van het woord stumper niet als pesten of ongewenst gedrag. Één collega vond deze wijze van elkaar aanspreken echter onnodig en ongepast. Overigens spraken de anderen hem nooit zo aan, maar hij stoorde zich wel aan hun gedrag.
12 Een collega gebruikt grove taal.
Anderen storen zich eraan, maar durven niets te zeggen. Hoe reageer je?
Commando DienstenCentra
Grenzen Wat zou er gebeuren als er een nieuwe collega in deze de groep zou worden geplaatst? De groepsleden vonden dat, als deze persoon zich aan hun uitspraken zou storen, hij of zij dat kon zeggen. Dan zouden ze er zeker mee ophouden. Anders gezegd: het initiatief lag bij de nieuweling. Moet een medewerker zelf zijn grenzen aangeven? Of bewaakt de groep deze? Wat is de rol van de leidinggevende?
Wij zijn benieuwd naar uw mening Wat zou u doen? De COID is benieuwd naar uw mening. Laat het weten via het mailadres
[email protected]
12
13
Kort & Krachtig ‘Sleutelrol’ voor divisie Vastgoed & Beveiliging bij nieuwe KMar-kazerne Schiphol De nieuwe kazerne van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol begint vorm te krijgen (foto). Commodore Madelein Spit, commandant van de Divisie Vastgoed & Beveiliging, overhandigde de sleutel onlangs aan districtscommandant brigadegeneraal Harry van den Brink . De kazerne biedt onderdak aan de staf van het District Schiphol KMar, de Schiphol Meldkamer, de politie- en recherchebrigades en diverse ondersteunende diensten. Er
komen ook legerings- en sportfaciliteiten voor de circa 1.800 personeelsleden van de KMar op Schiphol. De marechaussee neemt de kazerne later dit jaar gefaseerd in gebruik. Dan volgt ook de officiële opening. Door de nieuwbouw neemt de Koninklijke Marechaussee een centrale plek in op de luchthaven. Zodoende is die snel ter plaatse bij mogelijke incidenten en calamiteiten. De Marechaussee is verantwoordelijk voor de veiligheid op de luchthaven.
VAM brengt vergaderbrochure uit De afdeling VAM/Dienstenmanagement van de divisie Facilitair & Logistiek bracht een brochure uit met representatieve vergaderen evenementenlocaties bij Defensie. De brochure vermeldt defensielocaties met een prachtige omgeving, met een historische achtergrond en met bijzondere voorzieningen en faciliteiten. Alles voorzien van foto’s. Ook informeert de folder over aanwezige voorzieningen en cateringmogelijkheden en hoe de defensiemedewerker een locatie reserveert.
Hij is in te zien bij de servicebalies van het CDC en bij cateringmanagers van Paresto. Een digitale versie staat op het bestelportaal van CDC Direct. Ga naar producten/diensten > evenementen ondersteuning > faciliteiten en zalen. De brochure staat rechts onder bij ‘links en documenten’. Hij kwam er omdat defensiemedewerkers soms moeilijk een bijzondere plek voor vergaderingen, workshops, recepties en andere bijeenkomsten vinden. Daardoor wijken ze onnodig uit naar commerciële locaties.
Servicebalies CDC open voor kleine reparaties
Prijzenregen op jaardag BIMS
Een verbouwereerde Bouman neemt de JCJ Maassenprijs in ontvangst. Rechts Van den Hoek. Foto BIMS.
Annelieke Dielis tijdens de prijsuitreiking door generaal Beukering. Foto BIMS.
“Wat een grote verrassing. Ik deel deze prijs met jullie.” Kolonel b.d. Nico Spreij kreeg op 5 maart op de jaardag van het Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS) de legpenning van het Commando DienstenCentra uit handen van de commandant van de divisie Faciliteit & Logistiek, brigadegeneraal Leanne van den Hoek. Spreij was tot zijn afzwaaien, in 2012, hoofd van het BIMS.
militaire sportorganisatie CISM (Conseil International du Sport Militaire) gaat naar militairen die ons land bij meer dan één wereldkampioenschap vertegenwoordigden. Bij Dielis, geplaatst op de vliegbasis Volkel, staat de teller op negen. Er was ook een Star of Sport Merit voor majoor Jan Maree. De golfende landmachtmilitair deed aan zes militaire wk’s mee.
De oud-landmachtmilitair ontving de onderscheiding voor zijn inzet voor de militaire sportorganisatie. In zijn dankwoord betrok hij het personeel van het BIMS. Ook dank zij hen draait de sportorganisatie soepel.
Als elk jaar reikte het BIMS op de jaardag de JCJ Maassenprijs uit. Die gaat naar een militaire (top)sporter, sportequipe of official met grote verdiensten voor de militaire sport. Dit jaar viel de keus op kapitein Johan Bouman. De secretaris van de SportcommisKapitein Annelieke Dielis, speelster van de sie Commando Landstrijdkrachten draagt al militaire volleybalequipe, kreeg tijdens de jaren zijn steentje bij aan de organisatie van jaardag van de oud-commandant van de divisie nationale militaire sportkampioenschappen Facilitair & Logistiek, brigadegeneraal Toine (NMK’s). Daarnaast is hij als chef d’ equipe Beukering, de prestigieuze Star of Sport Merit. al tien jaar een drijvende kracht achter de Deze onderscheiding van de internationale militaire vrouwenvolleybalploeg.
Defect toetsenbord, kapotte muis en/ of netwerkkabel? Dan kun je sinds kort voor vervanging of reparatie terecht bij de servicebalies van het CDC. Deze beschikken over een beperkte voorraad ‘klein’ ICTmateriaal. Hiermee stopt de (succesvolle) reparatieproef in de regio’s Breda en Oirschot en start de landelijke ‘uitrol’ van het systeem. Door aan te kloppen bij de servicebalies, vermindert de wachttijd voor de bezoeker. Tot nu toe was die voor kleine reparaties aangewezen op de Service Desk Defensie met het bekende telefoonnummer *06-733. En moest vervolgens vaak geduld hebben... Uiteraard kun je voor muizen, toetsenborden en/of netwerkkabels nog steeds bij de Service Desk Defensie terecht. Die blijft het vertrouwde aanspreekpunt voor technische ondersteuning. Voor een Service Balie CDC bij jou in de buurt, kijk op de intranetsite van het Facilitair Bedrijf Defensie. Portaal CDC >Divisie Facilitair & Logistiek >Directie Facilitair >Facilitair Bedrijf Defensie > Staf & Regiokantoren.
Is jouw toetsenbord, muis en/of netwerkkabel defect en wil je deze omruilen? Ook hiervoor kan je terecht bij de Service Balie CDC
Lentefolder Paresto is uit Het is lente bij Paresto. Tussen 21 maart en 22 juni kunt u de heerlijkste voorjaarsproducten en -gerechten bestellen bij dé defensiecateraar. Bijvoorbeeld een frisse Scandinavische lunch en een barbecue met vlees- en visspies. Of wat dacht u van een heerlijk lentediner met gebakken lamshaas? Ook treft u in de brochure diverse paaslekkernijen aan. Ideaal om weg te geven
aan collega’s of om uit te delen tijdens vergaderingen. De brochure is verkrijgbaar bij de cateringmanagers van Paresto of bij de Servicebalies van het CDC. ‘Digitaal’ is hij te vinden op het bestelportaal CDC Direct. Behoefte aan advies? Uw cateringmanager adviseert u bij het plannen en invullen van uw culinaire wensen.
14
15 Defensie schoeit beheer dienstwagenpark op nieuwe leest
Verbeteren, reduceren, poolen De nieuwe afdeling Centraal Wagenparkbeheer (CWB) neemt per 1 april alle civiele dienstauto’s van Defensie onder haar hoede. Het is het eerste wapenfeit van dit onderdeel van de directie Vraag & Aanbodmanagement van de divisie Facilitair & Logistiek. Bij CWB werken vier mensen. Luitenant-kolonel Robert Pastoor mag zich het eerste afdelingshoofd noemen. Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto’s: Jeroen Liebers, Bart Nijs Fotografie (AVDD)
“Ik ben zelf geen autofreak”, zegt Pastoor, zelf berijder van een Toyota Verso. “Ik gebruik een auto om van a naar b te rijden. Verder niets. De functie van hoofd CWB trok vooral de ‘logistiekeling’ en de dienstverlener in mij aan. Ik vind het leuk om dingen al puzzelend te optimaliseren. Dat is het mooie om het eerste hoofd van het CWB te zijn: de weg is niet geplaveid.” Hoofdtaak van de nieuweling is het verbeteren
Pastoor: “Negentig procent van de benodigde bezuinigingen eind dit jaar doorgevoerd.”
van het gebruik van de civiele dienstauto’s van Defensie. De afdeling fungeert als aanspreekpunt voor álle betrokken partijen. Daaronder de onderdelen voor Defensie en de voor onderhoud verantwoordelijke leasebedrijven. De oprichting van het Centraal Wagenparkbeheer betekent een stap richting het centraliseren van het administratief beheer van alle civiele dienstauto’s van het ministerie. Vanaf 1 april regelen de onderdelen het laatste niet langer, maar het CWB. Taken die daarbij komen
“Een wagen mag niet ongebruikt voor de deur staan” kijken: verwerving, instandhouding en afstoting. Mensen die de komende tijd een dienstauto nodig hebben, merken nog niets van de verandering. De wagens blijven voorlopig op hun huidige locatie staan.
Eenduidige lijst Als eerste stap inventariseert het CWB het wagenpark van Defensie. Pastoor: “De eenheden leverden ons onlangs een lijst met hun civiele dienstauto’s. Daar maken wij één overzicht van en schonen dat vervolgens op. Dubbele voertuigen en onregelmatigheden halen we eruit. Vervolgens maken we een eenduidige lijst van het complete wagenpark. Uiteindelijk dient die als input voor het nieuwe beheersysteem SAP.” Naast een inventarisatie komt er een versobering. Assistent projectleider Stefan Denton legt de betekenis hiervan uit: “Defensie bespaart veel geld door te kiezen
< Pastoor en Denton. "Alles draait om, zoals wij dat noemen, doelmatig en doeltreffend gebruik".
voor kleinere en goedkopere auto’s. Renaults Clio in plaats van Peugeots 308. Of een Volkswagen Passat voor VIP-vervoer. Voorheen gebruikte Defensie daarvoor onder andere Audi’s. Deze reductie en versobering leveren een besparing op van ruim acht miljoen euro.”
Poolvorming De fase na de versobering staat in het teken van poolvorming. Denton: “Het projectteam onderzoekt hoe je de auto’s het beste indeelt in pools. Sommige eenheden, zoals de commando’s Zeestrijdkrachten en Luchtstrijdkrachten, deden dat al door hun wagenpark geheel of gedeeltelijk te centraliseren. De komende tijd richten we ons op de vraag welke aanpak de beste is en hoe we de pools inrichten.” Denton krijgt er al advies over. “Er komen regelmatig vragen of opmerkingen bij ons binnen van mensen die bang zijn hun auto kwijt te raken. Of ze geven aan ‘niet met vier man, inclusief bagage, naar Duitsland te kunnen in een Clio’. We houden natuurlijk rekening met bestaande behoeftes. De mensen moeten ook straks, als dat nodig is, de beschikking hebben over grotere auto’s of busjes.”
Hondenauto’s Naast de reguliere dienstauto’s kent Defensie een grote groep civiele wagens, aangeschaft voor een specifieke taak of functie. Ze staan bekend als ‘functioneel/specifieke voertuigen’. Denk aan onder meer hondenauto’s of de marechausseevoertuigen met strepen en zwaailichten. Het CWB stelt ze permanent beschikbaar aan de gebruiker. Het administratieve beheer ervan (verwerving, instandhouding en afstoting) ligt ook bij deze afdeling.
Inhuren Minder auto’s betekent volgens Pastoor niet dat mensen die een dienstauto nodig hebben, in de toekomst tegen een teleurstelling aanlopen. “Alles draait om, zoals wij dat noemen, doelmatig en doeltreffend gebruik. Een wagen mag niet ongebruikt voor de deur staan, zoals in de praktijk nog steeds gebeurt. Die gedachte moet bij iedereen tussen de oren komen. Als een eenheid alle auto’s vergaf, vraag je de buren of zij een wagen beschikbaar hebben. Dat is beter dan voor veel geld een auto inhuren.” Pastoor snapt dat het voor mensen vervelend is om het eigen voertuig kwijt te raken. “Maar op deze manier zorgen we er wel voor dat zoveel mogelijk medewerkers van de dienstauto’s kunnen gebruikmaken. Defensie kan het zich niet veroorloven middelen niet optimaal te benutten.”
Van 6000 naar 4800 In de nieuwe opzet loopt het aantal dienstauto’s terug van 6000 naar 4800, een reductie die trouwens al in gang is gezet en grotendeels plaatsvond. De Defensieonderdelen kregen namelijk al de opdracht om een bepaald percentage van hun wagenpark af te stoten. “Negentig procent van de benodigde bezuinigingen zijn aan het eind van dit jaar doorgevoerd”, verwacht Pastoor.
16
17
HRM Academie blij verrast met uitkomsten onderzoeksrapport
Interne coaching maakt Defensie beter Goed leidinggeven is een vak apart. Het vraagt om specifieke vaardigheden: helder communiceren, omgaan met conflictsituaties, stellen van prioriteiten en het vinden van de juiste balans tussen daadkrachtig én sociaal vaardig optreden. Een collega-coach kan helpen die competenties verder te ontwikkelen. Op deze manier kan hij grote toegevoegde waarde hebben voor het functioneren van een leidinggevende. Maar hebben de collega-coaches die meerwaarde ook? Tekst: Leo de Rooij
Defensie vindt coaching steeds meer een normaal en gewaardeerd instrument. Op deze archieffoto worden DMO-medewerkers opgeleid tot collega-coach. Foto AVDD.
Onderzoeker luitenant-kolonel Ger van Doorn, van de HRM Academie in Breda, kiest zijn woorden zorgvuldig. Hij maakt daarbij een scherp onderscheid tussen de uitkomsten van zijn rapport en ‘losse observaties in het veld’. Hij onderbouwt dit met een stortvloed aan wetenschappelijke termen als transfer, self-efficacy, systeembenadering, convenience sample en digitale cross-sectionele survey...
Waardering kwaliteit Hoe zat het ook weer? In 2006 presenteerde de Commissie Staal haar eindrapport met de resultaten van een onderzoek naar ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht. In dat onderzoek keek de commissie ook naar de manier waarop leidinggevenden met dit ongewenste gedrag omgaan en naar de rol en het functioneren van vertrouwenspersonen en klachtencommissies. Tot slot liet zij haar licht schijnen over de cultuur en werkomstandigheden die van invloed zijn op ongewenst gedrag en seksuele intimidatie. Toenmalig commandant der Strijdkrachten generaal Dick Berlijn reageerde destijds: “Hoewel het rapport positief is over ons leiderschap in het algemeen, doen leidinggevenden klachtenzaken vaak procedureel af en benaderen klachten over ongewenst gedrag met te weinig gevoel of inlevingsvermogen. Die sociale kant van leidinggeven verdient verbetering. Het uitbannen van ongewenst gedrag heeft daarom mijn volle aandacht. We zullen de verbeteringen die nodig zijn, waaronder het versterken van sociaal leiderschap, voortvarend ter hand nemen.” Dat vertaalde zich in een traject van interne coaching. Verdeeld over de zeven onderdelen, leidde Defensie circa driehonderd leidinggevenden op tot intern coach. Doel: verbetering van het functioneren van leidinggevenden. In het onlangs verschenen rapport ‘Collegiale Coaching in Context’ onderzocht luitenant-kolonel Ger van Doorn de kwaliteit van deze interne leiderschapscoaching. Van Doorn benadrukt het belang ervan. “Leiderschapscoaching is al lang geen reactie meer op de bevindingen van de Commissie Staal. We zijn bezig deze aanpak te ‘borgen’ in de organisatie, als een proactief instrument van doelgerichte leiderschapsontwikkeling. Dát nu is het kader bij uitstek voor al onze coachinspanningen.”
In gewoon Nederlands vervolgt hij. “Ik ben blij verrast met de uitkomsten van dit onderzoek. Gecoachte leidinggevenden waarderen de kwaliteit van de coaching binnen Defensie met het cijfer 7.72 op een schaal van tien punten. Ook vinden ze in het algemeen dat zij het geleerde goed toepassen op de werkplek (cijfer 7.78) en voelen zij zich gesterkt
“Je laten coachen is al lang geen teken van zwakte meer” in hun zelfvertrouwen (8.01). Daarnaast blijken zij hun coachwinst (het geleerde) meer te benutten naarmate zij zich sterker gesteund weten door chefs en collega’s. Die sociale steun op de werkplek is wel meteen ook het belangrijkste zorgpunt (score: 5.13).” Van Doorn is echter, zoals hij het uitdrukt, ‘zonder voorbehoud opti-
mistisch’. “Coaching wordt binnen Defensie gelukkig steeds meer een normaal en gewaardeerd instrument gevonden. Je laten coachen is al lang geen teken van zwakte meer. Het geeft juist blijk van zelfinzicht en van lef om aan je persoonlijke ontwikkeling te werken. Wel is interne coaching voor grote organisaties een zaak van de lange adem. Dat blijkt uit de literatuur en uit steeds meer empirisch onderzoek (onderzoek, gebaseerd op waarneming). Defensie past dus in het beeld dat we ‘breed maatschappelijk’ zien.”
Opsteker Van Doorn toont zich verheugd om een onderzoeksrapport te presenteren met positieve cijfers. “In deze tijden van scepsis en soms nauwelijks verhuld cynisme, is het prettig met goed nieuws te komen. Let wel: op basis van onderzoek! Onze coaching scoort gemiddeld hoog en dat is voor Defensie een opsteker. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de aanbevelingen in dit rapport reëel uitvoerbaar zijn en uitzicht geven op verdere versteviging van het ‘instrument‘ Collega-Coaching. De werkzaamheid daarvan hoeft nu niet langer te worden betwijfeld. Als we over tien jaar terugkijken, constateren we waarschijnlijk dat we met CollegaCoaching een goed proces inzetten. Defensie wordt er beter van, elke dag weer en op steeds meer plaatsen in de organisatie. Daar kunnen we terecht heel tevreden over zijn!”
Hoe nu verder? De uitkomst van het onderzoek stimuleert om te blijven investeren in collega-coaching. Het initiatief daarvoor ligt bij het nieuwe Expertisecentrum Leiderschap Defensie (ECLD) in Breda. Dit heeft tot taak de effectiviteit van leidinggevenden en hun teams te vergroten. Belangrijke ‘instrumenten’ daarbij: individuele coaching en teamcoaching. Volgens het ECLD staat het vast dat een coachtraject helpt om een effectievere leidinggevende te worden. Het kan in de ogen van het centrum nooit kwaad om kritisch in de spiegel te kijken en je af te vragen: ‘wat wil ik bereiken? Waarom wil ik dit en doe ik dit op de beste manier voor mezelf, mijn team(leden) en mijn omgeving? “Jezelf deze en andere, soms kritische en confronterende, vragen stellen is lastig. Een gesprek met een collega-coach kan daarbij helpen”, vindt het ECLD. Meer informatie over collega-coaching op de intranetsite van het Expertisecentrum Leiderschap Defensie. Ga naar Portaal CDC > Nederlandse Defensie Academie > ►Expertisecentrum Leiderschap Defensie (ECLD) i.o. (rechts onder Eenheden/ Directies).
18
19
Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC-er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij? Wat maakt hij zoal mee? Wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan? Deze maand ing. Tjerk Kuipers. Hij is senior adviseur Stralingshygiëne bij het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG). Dat is een onderdeel van de Divisie Defensie Gezondheidsorganisatie (DGO). Kuipers werkt vanuit het Kenniscentrum in Doorn. Daar is ook het Cluster Stralingshygiëne gevestigd.
“Het omhulsel van Starfightermotoren bevatte de radioactieve stof thorium”
Kuipers (rechts) voelde zich in de oefening als een vis in het water. “Ik wil bij de kern van mijn werk blijven.”
“We zijn geen nerds” Pijler had Kuipers niet op een treffender moment kunnen interviewen. De stralingsdeskundige neemt in het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in Bilthoven deel aan een oefening. Volgens het scenario worstelt de kerncentrale Borssele met problemen. Tussen de situatierapporten en besprekingen door ventileert hij zijn enthousiasme voor het vak. “Ik wil bij de kern van mijn werk blijven.” Tekst: eerste luitenant Jaap Wolting Foto’s: Jeroen Liebers (Bart Nijs Fotografie/AVDD)
F 104 Starfighter Defensie wierp Kuipers meteen in het diepe. Drie maanden nadat hij in augustus 2010 binnenkwam, wilde (voormalig) onderhoudspersoneel van de luchtmacht weten hoe schadelijk blootstelling aan de motoren van de F104 Starfighter was geweest. Dit gevechts-
vliegtuig was van 1962 tot 1984 in dienst bij de Koninklijke Luchtmacht. Het omhulsel van de J79-motoren bevatte de radioactieve stof thorium. Samen met collega’s en de Stralingsbeschermingdienst dook Kuipers in de zaak. “Het onderzoek toonde aan dat er geen ‘blootstellingnormen’ waren overschreden.”
Zwitserland Eigenlijk is het een wonder dat Kuipers nog in Nederland woont. Het wereldberoemde CERN (een Europese organisatie die fundamenteel onderzoek doet naar elementaire deeltjes), wilde hem een paar jaar geleden binnenhalen. Kuipers, die al een traineeship had doorlopen bij Defensie, zou in Zwitserland een vorstelijk salaris verdienen. Als echtgenoot en jonge vader woog hij vele factoren af. Zijn kroost en de taalbarrière gaven de doorslag om voor Defensie te kiezen. Het ministerie had hem ook een baan aangeboden. “Ik voelde gewoon dat ik daarin de beste balans zou vinden”, vertelt Kuipers. “Defensie is zó divers. Collega’s in de burgermaatschappij vinden hun werk ongetwijfeld ook heel boeiend. Maar mijn werk is, denk ik, spannender en veel concreter. Militairen bijvoorbeeld willen absolute duidelijkheid als ze vragen: ‘krijg ik hier kanker van?’ Klinkt misschien cru, maar zo gaat het.”
Koortsachtig overleg tussen Kuipers en andere deelnemers aan de oefening. Een apart wereldje van rekenaars met een heel hoog ‘ons kent ons gehalte’.
Leukemie
Zeldzaam
Een dossier waar Kuipers zich momenteel mee bezighoudt, is de kwestie verarmd uranium. Het draait allemaal om het Balkanonderzoek, uitgevoerd vanwege een vermeend verband tussen uitzending naar voormalig Joegoslavië en het optreden van leukemie. Het eindrapport verscheen vorig
Diepgang in het werk. Kuipers vindt het prachtig. Hij ontkent een vreemde eend in de bijt te zijn. Maar het is duidelijk dat zijn expertise zeldzaam is. Het komt voor dat hij een vraag uitzet binnen de organisatie en die vervolgens zelf mag beantwoorden. Vanwege zijn unieke kennis schakelt ook de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Kuipers af en toe in. Dat maakt het lastig om met sappige voorbeelden te komen. Kuipers: “Er spelen inderdaad zaken waarover ik niets mag vertellen. Wel kan ik zeggen dat ik mijn steentje bijdraag aan een breed geheel, wat als een grote verantwoordelijkheid voelt. Niet dat ik er slecht van slaap, hoor. Daar zorgt mijn tweeling thuis wel voor.” En dan zijn er nog de vragen die de Tweede Kamer soms stelt over het vakgebied van Kuipers en zijn collega’s. Op een dergelijk moment veegt hij alles van tafel en wordt het nachtwerk om uit te zoeken hoe Defensie ze het beste kan beantwoorden. Kuipers: “Ik concentreer me vooral op hoofdzaken.”
“Er spelen inderdaad zaken waarover ik niets mag vertellen” jaar. Conclusie: er bestaat geen verband tussen de missie en het optreden van verschillende typen kanker bij militairen. “Maar goed ook, want als er één keer een verband wordt gesuggereerd, hebben we daar jarenlang last van”, weet Kuipers. “Het komt trouwens nog steeds voor dat mensen die ziek worden, bij ons aankloppen. Dan zijn we transparant in alles wat we doen.”
Apart wereldje Plotseling schakelt de ingenieur terug naar de oefening met de kerncentrale Borssele als ‘lijdend voorwerp’. “Dit vind ik prachtig. Er is zoveel deskundigheid aanwezig en we zijn hier onder elkaar. In een apart wereldje van rekenaars
met een heel hoog ‘ons kent ons gehalte’. Nee, we zijn geen nerds, al zien buitenstaanders dit misschien wel zo. Kennis hebben op technisch en medisch vlak en ook nog eens goed communiceren. Dát is de kracht van ons Cluster Stralingshygiëne”, weet Kuipers.
Uitzonderingspositie Over de toekomst is de stralingsdeskundige onzeker. Het valt hem op dat hij nu soms al niet meer weet waar hij met vragen moet aankloppen. Immers, de defensieorganisatie krimpt en krimpt. Toch laat Kuipers zich niet uit het veld slaan. Gelukkig maar, er is genoeg te doen. Zo geniet Defensie binnen Nederland een uitzonderingspositie voor wat betreft artikelen uit de Kernenergiewet. Zo kent de krijgsmacht een eigen vergunningenstelsel voor radioactieve bronnen. En aangezien er civiel zaken veranderen in de stralingswetgeving, moeten de gevolgen hiervan, ondanks die uitzonderingspositie, worden toegepast in de Defensieorganisatie. Kuipers houdt het vanuit Doorn in de peiling. Hij zit trouwens ook in werkgroepen van de NAVO en bekijkt de Europese regelgeving op stralingsgebied. Maar op de eerste plaats staat de expert toch vooral klaar voor Defensie. “Als ik kan helpen, doe ik dat graag. Mijn telefoonnummer is openbaar. Bellen kan altijd.”
Foto van de maand Manoeuvres van de krijgsmacht leveren soms bijna idyllische beelden op. Terwijl de avond valt, taxiet een F 16 van het Commando Luchtstrijdkrachten over de rolbaan van het Marine Corps Air Station Yuma in Arizona. Het toestel keert terug van een missie boven de woestijn van de Amerikaanse staat. Daaraan namen ook gevechtsvliegtuigen van het
Amerikaanse Korps Mariniers en van de luchtmacht van Canada deel. Het gezamenlijke doel: aanscherpen van de samenwerking. Aan de training, vorige maand, namen in totaal zes Nederlandse F 16’s en honderd technici van de vliegbases Leeuwarden en Volkel deel. Foto: sergeant Henry Westendorp (AVDD).