Pedagogisch werkplan voor de TussenSchoolse Opvang de Springplank van | VOORWOORD Voor u ligt het pedagogisch werkplan van de TussenSchoolse Opvang (TSO) van |, maatwerk in kinderopvang. Voor deze opvangvorm hebben wij één werkplan geschreven om de onderlinge samenhang en samenwerking te benadrukken en te bevorderen. Het werkplan is bedoeld voor (nieuwe) medewerkers en ouder(s)/verzorger(s) * van de geplaatste kinderen. Dit werkplan is geschreven door ons, coördinatoren van de TSO’s, in samenwerking met de hoofdcoördinator TSO, de praktijkbegeleider pedagogiek en de manager pedagogiek. In het werkplan staan afspraken, die voortkomen uit het pedagogisch beleid. Daarbij gebruiken wij als leidraad de vier opvoedingsdoelen zoals die zijn geformuleerd door professor Riksen Walraven in de Wet basisvoorziening kinderopvang. Het gaat daarbij om: 1. het bieden van (emotionele) veiligheid, 2. kinderen de gelegenheid geven tot het ontwikkelen van sociale competentie, 3. kinderen de gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie en 4. overdracht van waarden en normen. Kinderen stellen graag de “waarom-vraag” en dat is prima. Ze leren op die manier zelfstandig na te denken en eigen keuzes te maken. Die ruimte geven we ze graag. Voor ons zijn de pedagogische werkplannen bedoeld om de vraag te stellen: ”wat doen we?”, “hoe doen we het” en “waarom kiezen we hiervoor en waarom niet voor iets anders?” Wij stellen dus ook graag die “waarom-vraag”, omdat we ons bewust willen zijn van ons handelen naar de kinderen toe, naar elkaar toe en naar de ouders toe. Omdat het de bedoeling is zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij de huidige situatie en bij de teams van de TSO’s, wordt het werkplan jaarlijks geëvalueerd en herschreven. In 2011 is actief gewerkt aan verdieping van het pedagogisch handelen. Naast het pedagogisch werkplan wordt ook gewerkt met een werkboekje met opdrachten voor iedere TSO-medewerker. Wij hopen dat u het werkplan met belangstelling en plezier zult lezen! De coördinatoren van de TussenSchoolse Opvang | Januari 2013
* daar waar wij spreken van ouders bedoelen wij ouder(s)/verzorger(s).
INHOUDSOPGAVE PEDAGOGISCH WERKPLAN TUSSENSCHOOLSE OPVANG de Springplank van | VOORWOORD INHOUDSOPGAVE PEDAGOGISCH WERKPLAN TUSSENSCHOOLSE OPVANG 1. Algemene informatie Specifieke informatie TSO de Springplank 2. Normen, waarden en regels a. Het hoe en waarom van waarden, normen en regels b. Hoe doen we dat nu in de dagelijkse omgang met de kinderen? Door het goede voorbeeld te geven c. Hebben we ook regels op de TSO? d. Doelstellingen voor het komende jaar 3. We leren kinderen een aantal vaardigheden 4. Het maken van zelfstandige keuzen 5. Wat gaan we doen? 6. Hoe gaan we om met elkaar a. Vriendschappen, pesten en conflicten b. Stoeien heeft een functie Doelstellingen voor het komende jaar EN WAT VINDEN DE COORDINATOREN?
BIJLAGEN: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoe zetten we met elkaar een goede TSO neer? Protocol Vlietkinderen Tussenschoolse Opvang (TSO) Kinderparticipatie “Wij hebben een leuke TSO, want……” Stoeien heeft een functie Corrigeren van ongewenst gedrag + tips.
PEDAGOGISCH WERKPLAN TUSSENSCHOOLSE OPVANG DE SPRINGPLANK | 1. Algemene informatie: Sinds het schooljaar 2006/2007 is de TSO van de scholen in Leidschendam-Voorburg en den Haag (Leidschenveen), die vallen onder het schoolbestuur Panta Rhei, ondergebracht bij kinderopvangorganisatie |. Op dit moment wordt er op 11 basisscholen (en 12 locaties) TSO aangeboden. Op elke school is een coördinator in dienst van Vlietkinderen verantwoordelijk voor de begeleiding van de vrijwilligers. Zij is niet alleen aanspreekpunt bij inhoudelijke knelpunten, maar zorgt ook voor het onderhouden van de communicatie met de school. TSO medewerkers krijgen opleidingen (zoals een BHV-cursus) aangeboden om hun deskundigheid te bevorderen. Wij vinden het belangrijk om alle kinderen die geplaatst zijn op een TSO van | in een stabiele omgeving een gevoel van veiligheid en uitdaging te bieden. Dit geeft het kind een gevoel van (zelf)vertrouwen. Het kind krijgt zo de ruimte en gelegenheid om zich optimaal te ontwikkelen.
Specifieke informatie TSO de Springplank:
Dagelijkse gang van zaken De kinderen kunnen `s ochtends hun lunchpakket in de daarvoor bestemde krat doen, deze wordt uiterlijk 8.45u opgehaald door een van de TSO-medewerkers om in de koeling geplaatst te worden. De kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 komen om 12.00u zelfstandig naar de ruimten van de Naschoolse Opvang van de Zevensprong. Twee TSO-medewerkers halen de kinderen van groep 1 en 2 uit de klas en gezamenlijk lopen zij dan terug naar de ruimten van de Naschoolse Opvang. Het eten vind plaats in de lokalen van NSO de Zevensprong. In het ene lokaal eet groep 1 t/m groep 4, in het andere lokaal groep 5 t/m 8. Er staan altijd minimaal twee medewerkers op de groep. Dit zijn niet altijd dezelfde mensen, maar omdat ze verscheidene pedagogische cursussen hebben gevolgd, zullen ze allemaal hetzelfde met de kinderen omgaan. Dit is op een professionele en respectvolle manier. De snelle eter mag vanaf 12.15u naar buiten. Groep 1 / 2 gaat naar het kleuterplein en de kinderen vanaf groep 3 gaan naar het bovenplein. De kinderen die wat langer over hun lunch doen krijgen daarvoor gewoon de tijd. We proberen zo rond 12.30 iedereen lekker buiten te hebben, zodat ze nog voldoende tijd hebben om hun energie kwijt te kunnen. Ze hebben de keuze uit allerlei speelmateriaal, zoals fietsjes, skelters en steppen, springtouwen en bordspelen. Bij slecht weer blijven we lekker binnen. Alle kinderen blijven in het lokaal waar ze hebben gegeten, soms kunnen we naar de gymzaal. Er is voor binnen voldoende speelmateriaal, zoals diverse (computer-)spelletjes, kleurplaten of constructiemateriaal. Om 12.50u gaat de 1e schoolbel en de kinderen van groep 3 tot en met 8 gaan dan zelfstandig naar hun klas. De kleuters zetten om 12.50 al het speelmateriaal bij de schuur en gaan gezamenlijk met de TSO-medewerkers naar binnen.
Gekoelde Lunch: Bij TSO de Springplank is er de mogelijkheid om het lunchpakket van de kinderen gekoeld te bewaren tijdens de ochtend. Bij TSO de Springplank komen maximaal 50 kinderen per dag, dus dit is een relatief kleine TSO in vergelijking tot andere TSO`s. Hierdoor is zoiets goed te organiseren. Een koelkast is voldoende voor alle lunches en het uitdelen van de lunch gaat relatief snel. Deze koelkast staat in de ruimte van NSO de Zevensprong, daar waar de kinderen uiteindelijk ook eten. De TSO wil hiermee een bijdrage leveren aan een goede en gezonde lunch voor de kinderen die gebruikmaken van de TSO. Het signaal wat wordt afgegeven aan ouders is het belang van een goede en vooral gezonde voeding, die aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoet. Ouders kunnen nu kiezen uit een breder assortiment aan lunchproducten die buiten de koeling al gauw zouden bederven (denk aan zuivel en vleeswaren). Het is noodzakelijk dat de naam van het kind op de trommel en de beker/ het pakje drinken staat, om te zorgen dat iedereen om 12.00u netjes zijn lunch krijgt. Ook moeten ouders de lunch gescheiden van het 10-uurtje meegeven, anders eten kinderen alles al om 10 uur op en hebben ze niks meer tegen de tijd dat ze bij de TSO aan tafel gaan. Ook de rol van de leerkracht speelt een doorslaggevende rol, want in hun drukke agenda is het soms moeilijk om tijd vrij te maken om hier extra aandacht aan te besteden. De gekoelde lunch is een extra service van Vlietkinderen die bij TSO de Springplank prima werkt, we krijgen van veel ouders positieve signalen. Ook al blijft de kleffe boterham met lauwe limonade bij veel kinderen toch favoriet, ouders kunnen nu makkelijker kiezen voor gezonde groeten en fruit en een gevarieerd scala aan versproducten, kortom een lunch die past binnen het gezonde en verantwoorde voedingsbeleid van Vlietkinderen.
Regels en afspraken: De Springplank heeft gedragsregels opgesteld voor de TSO. Deze zijn in te zien op de locatie. Basisregel voor gedrag zijn: JE MAG ELKAAR NIET STOREN DOOR JE GEDRAG HOUDING OF TAALGEBRUIK EN VOOR GROOT EN KLEIN ZULLEN WE AARDIG ZIJN Ook heeft de Springplank pleinregels opgesteld voor het kleuterplein en voor de bovenbouw. Handhaving
1. Regels uitleggen We leggen aan het begin van het jaar duidelijk de regels uit. Er wordt ook uitgelegd wat er gebeurt als de kinderen zich niet aan de regels houden (zie beleid Oeps-blad)
2. Waarschuwen
Als TSO-kinderen zich niet aan de regels houden, waarschuwt de TSO-medewerker maximaal 3x per middagpauze.
3. Bijsturen
Dit kan door middel van praten met het kind/de kinderen, even apart zetten op een stoel of buiten op een bankje. Als het echt niet goed gaat wordt een kind apart gezet of in een andere groep gezet. Bijvoorbeeld een kleuter naar een veel hogere groep en vice versa.
4. Sancties
Als een kind herhaaldelijk de regels overtreedt ontvangt het een zogenaamd Oeps-blad.
2. WELKE REGELS KENNEN WE IN DE TSO EN HOE GAAN WE OM MET NORMEN EN WAARDEN? a. Het hoe en waarom van: waarden, normen en regels Als het gaat om het opstellen van regels, dan hebben deze altijd te maken met de waarden en normen die we binnen de TSO belangrijk vinden. Met elkaar hebben wij afspraken gemaakt over de manier waarop we met elkaar willen omgaan als collega’s en als medewerkers TSO. Het zijn tien regels onder de naam: “Hoe zetten we met elkaar een goede TSO neer”. (zie bijlage 1) Leidraad daarvoor was het protocol Vlietkinderen TSO, zoals iedere medewerker dat uitgereikt krijgt als hij/zij gaat werken op die opvangvorm. (zie bijlage 2). Respect zien we als een van de belangrijkste waarden uit het pedagogisch beleid van | en als de basis voor de omgang met elkaar en met de omgeving. In de praktijk van alledag, tijdens de heel normale dagelijkse dingen, proberen we kinderen ook iets te leren over normen en waarden. Waarden en normen worden vertaald in regels, deze geven houvast aan het kind. De kinderen weten wat er van hen verwacht wordt, ze geven duidelijkheid, veiligheid, structuur, maar ook stimulans (bijv. `fouten maken mag´) . En, regels zijn er ook om af en toe te verbreken. De TSO medewerkers zijn in staat om op te merken wanneer dit gebeurt en kinderen hierop te wijzen. Want we blijven onszelf en elkaar voortdurend de vraag stellen: “waarom doen we het zo en waarom doen we het niet anders?” Dat vraagt een open communicatie, het vraagt afstemming, met elkaar en met de kinderen. Kinderen worden waar mogelijk betrokken bij het opstellen van regels. (zie de bijlage over kinderparticipatie 3) Kinderen stellen graag de “waarom” vraag. En dat is terecht, want zij leren op die manier zelfstandig te denken, eigen keuzen te maken en die ruimte geven we ze graag. Bij de uitvoering van de regels wordt er altijd rekening gehouden met het feit dat elk kind anders is en de situatie van moment tot moment kan verschillen. b. Hoe doen we dat nu in de dagelijkse omgang met de kinderen?: 1. Door het goede voorbeeld te geven. We proberen waarden op kinderen over te brengen door in ieder geval zelf het goede voorbeeld te geven. Dat doen we bijvoorbeeld door het naleven van bepaalde gewoonten en gebruiken. Zo spreken we de kinderen zoveel mogelijk aan op hun eigen naam. Dat geeft aan dat je elkaar belangrijk vindt. Het geeft aan dat je deel uit maakt van een groep. Met elkaar op een vast moment om tafel geeft aan dat je het met elkaar gezellig hebt. Het groepsgevoel draagt bij aan het ontwikkelen van normen en waarden. Ook beleefdheidsvormen als dank je wel zeggen, of eet smakelijk zeggen, geeft de kinderen een voorbeeld van “hoe het hoort”. c. Hebben we ook regels op de TSO’s? Alle TSO’s hebben een aantal algemene regels opgesteld (waar mogelijk samen met de kinderen) over een aantal onderwerpen. De eetsituatie: Voor het eten gaan we handen wassen. De TSO’s vinden het belangrijk dat de kinderen de lunch ervaren als een rustmoment.
Er wordt niet onnodig gelopen en er is ruimte voor een gesprek. Rustmomenten ontstaan ook door af en toe eens voor te lezen tijdens of na het eten (ook de grote kinderen vinden voorlezen leuk!), door samen te zingen, door het opzetten van rustige muziek of door aan het begin en/of eind te bidden als dat gebruikelijk is. Als de kinderen iets willen vragen dan steken ze hun vinger op. Op die manier leren ze op hun beurt te wachten. Het geeft rust. Schreeuwen aan tafel staan we niet toe. Er wordt op een rustige manier met elkaar gepraat. Alle TSO’s vinden het belangrijk dat alle kinderen iets eten. Het brood dat overblijft gaat weer mee in de trommel naar huis. Er wordt geen brood of drinken weggegooid. Heeft een kind zijn brood vergeten, dat worden de ouders daarop aangesproken en zorgen de begeleiders voor een alternatief, zoals een boterham, rijstwafel en wat drinken. Vlietkinderen vindt het niet verstandig kinderen snoep of koek mee te geven als lunch. Dit wordt vermeld in de huisregels. Door het geven van informatie over gezonde voeding wil Vlietkinderen haar visie daarin vorm geven. Om de zorg voor de groepsruimte te laten zien, vinden wij het belangrijk dat de kinderen na het eten meehelpen met opruimen van de tafel en de plaats waar gegeten is. Tip: laat eerst een prullenbak rondgaan waar de kinderen hun afval in kunnen doen, voordat ze van tafel gaan. Voor jongere en oudere kinderen gelden vaak dezelfde basisregels. De oudere kinderen worden aangesproken op hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
d. Doelstellingen voor het komende jaar: Vlietkinderen wil een visie ontwikkelen op gezonde voeding op de TSO.
3. We leren kinderen een aantal vaardigheden. We leren ze rekening te houden met anderen: bijvoorbeeld door ze uit te leggen dat je niet iets bij een ander moet doen, als je niet wilt dat dat bij jou ook gebeurt; we laten hen zien hoe zich in kunnen leven in anderen; - waardoor hun zelfvertrouwen wordt vergroot; - en waarbij er aandacht is voor positief gedrag. Op de TSO bevinden de kinderen zich altijd in een groep. Dat maakt dat kinderen leren om met elkaar om te gaan. Ze leren in spelsituaties om met elkaar te overleggen, naar elkaar te luisteren, vragen te stellen en samen te delen. En het spelen van een spel verloopt meestal volgens bepaalde spelregels. Zo leren de kinderen dat ze op hun beurt moeten wachten, ze leren omgaan met winnen en verliezen, en ze leren dat ze invloed kunnen uitoefenen op anderen. We zorgen er voor dat de aangeboden spelmaterialen altijd heel zijn en compleet. We zorgen voor een verzorgde en sfeervolle overblijfruimte. Zorg voor de omgeving wordt door kinderen ook vaak uitgelegd als zorg voor hen zelf! 4. Het maken van zelfstandige keuzen; respect voor het kind als individu Kinderen willen erbij horen en geaccepteerd worden. Ze nemen dingen over als ze merken dat je daar als pedagogisch medewerker positief op reageert. En de gevolgen daarvan zijn prettig! Wie wil er nu niet een compliment of een aai over de bol. We zijn allemaal anders. In de benadering van de kinderen wordt zoveel mogelijk ingespeeld op de behoeften van het kind en wordt gebruik gemaakt van de kwaliteiten van de verschillende pedagogisch medewerkers.
We laten de kinderen regelmatig kiezen uit verschillende door ons aangegeven mogelijkheden. Bij TSO de Tandem kunnen kinderen bijvoorbeeld een keuze maken uit de aanwezige buitenspelmaterialen. Zij zijn zelf verantwoordelijke voor het terugbrengen ervan. Kinderen leren op die manier om te kiezen en ervaren dat hun keuze wordt gerespecteerd. We bieden kinderen ook niet teveel speelgoed aan. Zo krijgen zij een goed overzicht van de mogelijkheden en dat maakt dat zij beter hun keuze kunnen maken. Als je kinderen vraagt naar hun eigen mening, stimuleert ze dat om na te denken. Hun persoon en hun mening doet er iets toe. Op de TSO’s wordt gewerkt met kinderparticipatie (zij bijlage 3) Voorbeeld: - er wordt ingegaan op bewegings- en knutselactiviteiten die door kinderen zelf bedacht worden; - kinderen worden aangesproken op hun vaardigheden zoals het maken van een nieuwskrant of een speciaal boekje voor de TSO; - kinderen worden betrokken bij de aanschaf van speelgoed (binnen de grenzen die door de volwassene worden aangegeven); - kinderen krijgen meerdere activiteiten aangeboden, waaruit ze kunnen kiezen. (dat kun je regelen door te werken met een “binnenbeurt” voor één van de medewerkers). Soms is de tijd te beperkt om een bepaalde activiteit met de kinderen te ondernemen. Bij sommige scholen moeten de kinderen verplicht buiten spelen als het brood op is. 5. Wat gaan we doen? Kinderen in de TSO bepalen over het algemeen zelf welke activiteiten ze willen ondernemen. Na een drukke schoolochtend is het belangrijk de kinderen de gelegenheid te geven op hun eigen manier te ontspannen en vrij te kunnen spelen. Kinderen kunnen zichzelf goed vermaken en moeten daartoe de kans krijgen en gestimuleerd worden. Sommige kinderen vinden het prettig om na een drukke ochtend een tijdje met rust gelaten te worden, door zich af te zonderen van de groep op een stille plek. Als TSO medewerker kun je je op een natuurlijke manier mengen in het spel om kinderen (nieuwe) ideeën aan te reiken. Wij houden de kinderen en hun behoeften goed in de gaten. We genieten van het spel van het kind; het gaat tenslotte om het plezier in de activiteit en niet om het eindresultaat. We proberen alle mogelijkheden van het plein, van het gebouw en van de materialen te benutten. In het afgelopen jaar hebben we met de coördinatoren hard gewerkt aan de ontwikkeling van een activiteitenaanbod. We hebben inspiratie gezocht en gevonden bij elkaar en we proberen de kwaliteiten van de TSO-medewerkers daarbij zo veel mogelijk te benutten. Er zit veel creativiteit in de teams; dat leidde tot onverwachte en verrijkende activiteiten. 6. Hoe gaan we om met elkaar? Tijdens het verblijf op de TSO wordt aandacht besteed aan het aanleren van omgangsvormen, normen en waarden. Met elkaar hebben we 10 omgangsregels opgesteld voor de kinderen. Onder de naam “Wij hebben een leuke TSO, want……” (zie bijlage 4) Voor de kleuters is er een versie met plaatjes beschikbaar. a. Vriendschappen, pesten en conflicten: Kinderen uiten hun emoties regelmatig na schooltijd, tijdens de TSO. Een sluimerend ongenoegen of conflict komt dan nog wel eens naar buiten. Kinderen hebben regelmatig meningsverschillen en moeten leren om ruzies in alle redelijkheid op te lossen. Ze moeten leren opkomen voor zichzelf, maar ze moeten ook leren om grenzen te stellen. Een conflict hoeft niet gesust te worden. Als kinderen boos zijn mag dat best worden
uitgesproken. De TSO medewerker hoeft ook niet direct in te grijpen, kinderen kunnen dat meestal prima zelf. Een conflict gaat te ver als er fysiek geweld bij wordt gebruikt. Ook als er sprake is van verschillende leeftijden grijpt de medewerker in. Bespreek na een conflict , als de rust is weergekeerd, hoe je ruzies kunt voorkomen. Kinderen worden niet in het bijzijn van anderen tot de orde geroepen. Het corrigeren doen we met respect voor de identiteit van het kind. (Zie ook bijlage 6 Corrigeren van ongewenst gedrag). In 2012 is het gebruik van het zogenaamde Oeps-plan geïmplementeerd, om kinderen bewust te maken van ongewenst gedrag tijdens de TSO. b. Stoeien heeft een functie (zie bijlage 5) Stoeien is meer dan je uitleven en overtollige energie kwijt raken. Door te stoeien verbeteren kinderen hun motoriek, door het lichamelijk contact met anderen ontwikkelen ze hun sociale vermogen en bovendien krijgen ze er meer zelfvertrouwen door. Doelstelling voor het komende jaar:
In het schooljaar 2012 - 2013 diepen we het onderwerp “Kind met andere kinderen”verder uit.
En wat vinden de coördinatoren?
ALS IK ALS KIND OP DE TSO ZAT ZOU IK WILLEN: - DAT IK BINNEN MAG BLIJVEN ALS IK GEEN ZIN HEB OM NAAR BUITEN TE GAAN - DAT HET GEZELLIG IS OP DE TSO - DAT ER LEUK SPEELGOED IS VOOR IEDEREEN - DAT ER GEEN STRENGE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS ZIJN - DAT IK ZELF MAG KIEZEN IN WELKE KLAS IK OVERBLIJF - DAT IK ZELF MAG KIEZEN OP WELK SCHOOLPLEIN IK SPEEL - DAT IK OOK KAN KIEZEN VOOR THEE OF CHOCOMEL