Pedagogisch Beleid Tussenschoolse Opvang
Surplus Kinderopvang Juli 2010
03-01-2011
Versie 6
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...................................................................................................................... 2 Woord vooraf......................................................................................................................... 3 1. Pedagogisch beleid ........................................................................................................... 4 1.1 Doelstelling Tussenschoolse opvang ........................................................................... 4 1.2 Pedagogische visie ...................................................................................................... 4 1.3 Pedagogische uitgangspunten ..................................................................................... 4 2. Kinderen en de groep ........................................................................................................ 5 2.1 Groepsgrootte en groepsopbouw ................................................................................. 5 2.2 Individueel belang en groepsgevoel ............................................................................. 5 2.3 Ontwikkeling en signalering ......................................................................................... 5 2.4 Sociale relaties ............................................................................................................ 6 2.5 Pesten ......................................................................................................................... 6 2.6 Regels ......................................................................................................................... 6 2.7 Spelen ......................................................................................................................... 6 2.8 Veiligheid en hygiëne ................................................................................................... 7 2.9 Kinderziektes ............................................................................................................... 7 3. Activiteiten......................................................................................................................... 8 3.1 Gezamenlijke activiteiten ............................................................................................. 8 3.2 Kinderinspraak ............................................................................................................. 8 3.3 De 8+er........................................................................................................................ 8 4. Vrijwilligers ........................................................................................................................ 9 4.1 Pedagogische houding................................................................................................. 9 4.2 Kwaliteiten ................................................................................................................... 9 5. Ouders en informatie-uitwisseling.....................................................................................11 5.1 Informatie-uitwisseling.................................................................................................11
03-01-2011
Versie 6
2
Woord vooraf Voor u ligt het pedagogisch beleid van de tussenschoolse opvang (TSO) van Surplus Kinderopvang. Naast een huishoudelijk reglement en een informatieboekje met huisregels per school, is voor de TSO ook een pedagogisch beleid opgesteld waarin Surplus Kinderopvang toelicht welke visie zij heeft op tussenschoolse opvang. TSO valt niet onder de Wet Kinderopvang. Wij streven er echter naar met onze beroepskrachten en vrijwilligers ook in de TSO een professioneel pedagogisch klimaat te creëren. Dit doen we door te zorgen voor situaties waarin kinderen zich veilig voelen, vertrouwen hebben in hun eigen kunnen en voor zichzelf opkomen. Wij hebben de taak om voor die veiligheid en dat vertrouwen te zorgen. De manier waarop Surplus Kinderopvang dat wil doen, staat beschreven in het pedagogisch beleid. Het is geschreven voor iedereen die betrokken is bij de tussenschoolse opvang: •
Ouders / verzorgers en scholen Het beleid zal hen een beeld geven van de opvang die de TSO biedt. Een pedagogisch beleid is ook een middel om Surplus Kinderopvang te toetsen. Dit verhoogt de kwaliteit van de opvang.
•
Vrijwilligers Een pedagogisch beleid is een richtlijn voor vrijwilligers. Zij weten wat er van hen verwacht wordt. Daarnaast stimuleert het vrijwilligers om bij het dagelijks werk stil te staan.
Het is van belang om het pedagogisch beleid regelmatig te toetsen aan de veranderende maatschappij om ons heen, ons af te vragen of de gedachten met betrekking tot inhoudelijke zaken niet veranderd zijn. Het pedagogisch beleid is in onze ogen een flexibel plan dat zich, samen met de kinderopvang, verder ontwikkelt.
In dit pedagogisch beleidsplan wordt er gesproken over “vrijwilliger” en “zij” omdat we bij de tussenschoolse opvang voornamelijk met vrouwelijke werknemers te maken hebben. We doelen hiermee echter ook op mannelijke overblijfkrachten! Wanneer er in dit beleidsplan over een kind gesproken wordt gebeurt dit in “hij” vorm. Hiervoor is gekozen in verband met het leesgemak. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de afkorting TSO wanneer we het hebben over tussenschoolse opvang.
03-01-2011
Versie 6
3
1. Pedagogisch beleid Belangrijk in het werken met kinderen is het werken vanuit een inhoudelijke visie, een gezamenlijke kijk op de omgang van en met de kinderen. Deze is te gebruiken als handvat voor de uiteindelijke dagelijkse werkwijze binnen de TSO. Welke visie heeft de TSO ten aanzien van de opvoeding van kinderen, groepsopbouw, een veilige, vertrouwde omgeving en oudercontacten? Deze en andere vragen worden beantwoord in dit pedagogisch beleidsplan.
1.1 Doelstelling Tussenschoolse opvang Tussenschoolse opvang is opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar, die plaatsvindt tijdens de lunchpauze op school. Kinderen worden in de TSO begeleid door vrijwilligers, die ondersteunende cursussen (zoals EHBO, BHV) krijgen aangeboden. Tevens is er dagelijks een beroepskracht aanwezig, die als pedagogisch medewerker werkzaam is in één van onze kindercentra. Zij begeleidt de vrijwilligers bij hun werkzaamheden. Afhankelijk van het aantal kinderen zijn er meer pedagogisch medewerkers aanwezig. De centrale doelstelling van de TSO is kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar in hun lunchpauze verantwoorde opvang te bieden. Van de kinderen wordt tijdens de opvang geen prestatie verwacht.
1.2 Pedagogische visie De pedagogische visie van Surplus Kinderopvang is gebaseerd op één kernpunt; kinderen staan centraal. Bij de TSO wordt uitgegaan van de eigenheid van kinderen. Individuele verschillen spelen in de TSO een rol, zeker omdat opvang geboden wordt aan kinderen van verschillende leeftijden. Bij de TSO worden kinderen opgevangen in een groep, het accent ligt dan ook vooral op de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij kinderen. Men kan hierbij denken aan het opbouwen en behouden van sociale contacten met anderen, anderen respecteren, elkaar helpen, samen spelen en delen. Opvang vraagt om een relatie tussen degene die de opvang verzorgt en kinderen, maar ook om communicatie en interactie. Het is dus belangrijk dat tussen vrijwilligers en kinderen een goede, warme relatie bestaat waarin kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. Het belang van de kinderen gaat altijd voor.
1.3 Pedagogische uitgangspunten De pedagogische visie wordt ondersteund door bepaalde uitgangspunten waarop de opvang wordt gebaseerd. Zo is het mogelijk goede opvang aan te bieden. Door het pedagogisch beleid heen worden deze uitgangspunten verder besproken. 1.
Ontspanning en gezelligheid De tussenschoolse opvang is vooral gericht op ontspanning en gezelligheid. Er worden geen prestaties van de kinderen verwacht. De opvang is geen school en leren is niet verplicht.
2.
Veiligheid en geborgenheid De vrijwilligers scheppen een sfeer van veiligheid en vertrouwen. Vrijwilligers wegen het belang van het individuele kind steeds af tegen het groepsbelang. Elk kind mag en kan zichzelf zijn.
3.
Ontwikkeling en signalering In de TSO is er in beperkte mate aandacht voor de ontwikkeling van kinderen. De vrijwilliger is betrokken bij kinderen en stimuleert het kind bij activiteiten.
03-01-2011
Versie 6
4
4.
Respect voor elkaar We streven ernaar, iedereen bij de TSO zich geaccepteerd en gerespecteerd te laten voelen. Verschillen tussen kinderen onderling, maar ook tussen vrijwilligers en ouders worden gezien als verrijking. Vrijwilligers hebben een voorbeeldfunctie. We verwachten dat zowel vrijwilligers als kinderen en ouders elkaar met respect behandelen.
2. Kinderen en de groep Tijdens de TSO worden kinderen in een groep opgevangen. Vrijwilligers begeleiden de kinderen en hebben hierbij aandacht voor zowel het individuele kind in de groep, als de groep in zijn geheel. Ze stimuleren de kinderen door het aanbieden van diverse activiteiten en speelgoed.
2.1 Groepsgrootte en groepsopbouw Op een locatie waar veel kinderen gebruik maken van TSO wordt er gewerkt in leeftijdsgroepen; kinderen uit dezelfde klas eten met elkaar samen in een groep. De TSO van Surplus Kinderopvang werkt volgens de landelijke adviezen die gelden voor groepsgrootte en het aantal vrijwilligers. Dat betekent dat we ernaar streven per 15 kinderen een vrijwilliger in te zetten. Kinderen vinden het prettig om tijdens de TSO vertrouwde en bekende gezichten om zich heen te hebben. Om voldoende veiligheid en vertrouwen te waarborgen en de kinderen een prettig verblijf te bieden kiezen we ervoor om klasgenootjes in dezelfde groep te plaatsen. Om deze reden heeft elke groep ook zoveel mogelijk dezelfde vrijwilliger aan tafel staan.
2.2 Individueel belang en groepsgevoel Tijdens de TSO wordt dan wel opvang in groepsvorm geboden, elk kind krijgt ook individuele aandacht. Hoewel die in eerste instantie vooral gericht zal zijn op het eten en drinken, is het ook een taak van vrijwilligers om andere situaties te signaleren. Kinderen die verlegen zijn of moeilijk contact leggen met andere kinderen worden gestimuleerd door bijvoorbeeld samen te spelen. Kinderen staan centraal en mogen zichzelf zijn bij de TSO. Het groepsgevoel vinden wij bij de TSO belangrijk. Er wordt gestreefd naar vertrouwen en acceptatie tussen de kinderen onderling en tussen de vrijwilligers en de kinderen. Respect hebben voor elkaar hoort daar ook bij
2.3 Ontwikkeling en signalering Eén van de uitgangspunten van de TSO is, weliswaar zeer beperkt, “ontwikkeling en signalering”. Door het pedagogisch beleid heen is terug te lezen op welke manier de TSO aandacht probeert te besteden aan de ontwikkeling van kinderen. Door het aanbieden van diverse doe-activiteiten wordt de motorische ontwikkeling gestimuleerd. En de mogelijkheid tot vrij spelen, samen met anderen, stimuleert kinderen in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Soms komt het voor dat kinderen zich anders gedragen tijdens de TSO. Ouders worden dan, indien mogelijk altijd in overleg met de school, door de pedagogisch medewerker en coördinator ingelicht.
03-01-2011
Versie 6
5
2.4 Sociale relaties De TSO is een goede gelegenheid voor het stimuleren van de sociale vaardigheden van kinderen, ze zijn immers voortdurend bezig met anderen. Goede onderlinge relaties bevorderen de sfeer en hiermee ook het veiligheidsgevoel van de kinderen in de groep. In alle relaties komen conflicten voor, dus ook bij de relaties die de kinderen aangaan bij de TSO. Er zijn verschillende manieren waarop wij in de TSO omgaan met conflicten. Ons uitgangspunt is “respect hebben voor elkaar”. Dit geldt voor kinderen onderling, maar ook voor vrijwilligers en ouders onderling. Vrijwilligers hebben een voorbeeldfunctie. Indien mogelijk streven we ernaar kinderen te begeleiden bij het zelf oplossen van een conflict. Toch zal een vrijwilliger wel eens in moeten grijpen. Om de vertrouwensrelatie met kinderen niet aan te tasten en te voorkomen dat kinderen zich onveilig gaat voelen vinden we het belangrijk goed uit te spreken waar het om gaat. Niet de kinderen, maar het gedrag wordt afgekeurd. We vinden dat wij altijd respect voor kinderen en hun eigenheid moeten hebben.
2.5 Pesten Onder pesten wordt bij de TSO het regelmatig, gedurende langere tijd en bewust negatief benaderen van een kind door een ander(e) kind(eren) verstaan. Dit negatieve gedrag leidt tot lichamelijke en/ of psychische schade bij het gepeste kind. Dit is iets anders dan plagen. Plagen is onschuldig, vriendschappelijk vaak, en de plager heeft niet de bedoeling de ander te kwetsen. Hier is de TSO heel duidelijk in: pesten kan absoluut niet. Een kind dat tijdens de TSO gepest wordt voelt zich er niet meer veilig, en het bieden van een veilige omgeving is juist een belangrijk pedagogisch uitgangspunt voor geslaagde opvang. Pesten kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor een kind. Het is in onze ogen dan ook niet iets waar kinderen “groot en sterk” van worden. Bij de TSO wordt er ook niet van uit gegaan dat het “vanzelf” wel over gaat, dat een kind het uitlokt of maar van zich af moet bijten. Indien een vrijwilliger en pedagogisch medewerker signalen krijgt van pesten, zullen zij hier in samenspraak met de schoolleiding op reageren.
2.6 Regels Kinderen zijn voortdurend op zoek naar grenzen. Het hoort bij hun ontwikkeling. Wanneer kinderen weten waar de grenzen liggen weten ze waar ze aan toe zijn, en kunnen ze zich bezighouden met andere, leukere zaken zoals spelen. Wanneer de grenzen onduidelijk zijn, hebben de kinderen geen kader waaraan ze steun kunnen ontlenen. Het blijft een uitdaging om te kijken hoe ver ze kunnen gaan. Bepaalde regels zijn nodig, vanuit hygiënisch-, veiligheids- en pedagogisch oogpunt. Ook in de TSO heersen normen en waarden; we gaan netjes met elkaar om, respecteren en accepteren elkaar, houden rekening met elkaar en gaan zorgvuldig om met andermans eigendommen. Huisregels geven vorm aan deze normen en waarden. Ze maken de grenzen voor iedereen duidelijk. Vrijwilligers weten waar ze voor staan en kinderen ontdekken dat zelf door de grenzen af te tasten.
2.7 Spelen Onlosmakelijk verbonden met kinderen is spelen. Ook de tijd die een kind bij de TSO doorbrengt draait om spelen en het materiaal dat daarvoor nodig is. Om te zorgen dat het speelgoed voldoende aansluit bij de behoefte en fantasie van kinderen hebben zij een stem bij de aanschaf van nieuw speelgoed.
03-01-2011
Versie 6
6
In de TSO is het gangbaar om na het eten lekker naar buiten te gaan. Niets is lekkerder dan na het eten even te rennen, springen en spelen in de frisse lucht. In principe gaan alle kinderen met de hele groep naar buiten. Natuurlijk is het ook wel eens onmogelijk om buiten te spelen doordat het slecht weer is. Op dat moment kan er in de overblijfruimte gespeeld worden met andere materialen. De vrijwilligers en pedagogisch medewerker hebben aandacht voor het spelmateriaal. Het moet voldoen aan praktische eisen; er moet genoeg van zijn, het is veilig en makkelijk op te ruimen bijvoorbeeld. Maar daarnaast vinden we het ook belangrijk dat het speelgoed in een bepaalde mate ook mogelijkheid biedt tot stimulering van de ontwikkeling; motorisch(tekenmateriaal, sportmateriaal), verstandelijk (puzzels) en sociaalemotioneel(spelletjes). Wanneer kinderen gespeeld hebben ruimen zij dit op. Dit doen ze samen met andere kinderen en de vrijwilligers.
2.8 Veiligheid en hygiëne Voor een gezonde ontwikkeling van kinderen is verstandig omgaan met veiligheid en hygiëne van belang. Te denken valt dan aan veilige en hygiënische ruimtes en speelmateriaal. Dit is een zaak die alle medewerkers van de TSO aangaat. Voor een optimale hygiëne is het gebruik van schoonmaakmiddelen onvermijdelijk. In de TSO worden middelen gebruikt die zo min mogelijk schade opleveren aan het milieu. Het aantal middelen wordt zo beperkt mogelijk gebruikt: de kans op vergissingen en de kans dat middelen elkaar niet kunnen verdragen worden daardoor kleiner. De schoonmaakmiddelen staan in de TSO achter afgesloten deuren, zodat de kinderen er niet bij kunnen. TSO vindt plaats in schoolgebouwen. De school is verantwoordelijk voor de inrichting van het gebouw. Surplus Kinderopvang kan de school hierbij op verzoek adviseren. Voor optimale veiligheid wordt gestreefd naar gebruik van beveiligingsmiddelen voor deuren, kasten en stopcontacten. Tevens wordt er jaarlijks een brandoefening gehouden en is er een ontruimingsplan. Elke TSO-ruimte beschikt over blusapparatuur en een EHBO-koffer. Daarnaast is bij elke TSO minstens één vrijwilliger aanwezig die een EHBO-cursus heeft gevolgd en heeft de pedagogisch medewerker een diploma bedrijfshulpverlening.
2.9 Kinderziektes Waar met kinderen gewerkt wordt, krijg je ook te maken met kinderziektes. We vinden het de verantwoordelijkheid van de ouders ons hierover te informeren. Als tijdens de TSO geconstateerd wordt dat een kind ziek is wordt dit gemeld bij de leerkracht. In overleg met hem wordt gezocht naar de beste oplossing voor het kind. Wij volgen hierbij de richtlijnen van de school en indien mogelijk die van de GGD.
03-01-2011
Versie 6
7
3. Activiteiten Eén van de uitgangspunten van de TSO van Surplus Kinderopvang is het zorgen voor gezelligheid en ontspanning tijdens de opvang. De TSO is van en voor kinderen. Om lekker fris aan de tweede helft van de lesdag te beginnen is het gebruikelijk om na het eten met alle kinderen naar buiten te gaan. Kinderen die meer tijd nodig hebben om te eten krijgen de kans om langer binnen te blijven. Kinderen zijn vrij om te kiezen waar ze mee willen spelen, de TSO zorgt er voor dat er genoeg mogelijkheden zijn. Vrijwilligers houden bij het aanbieden van activiteiten rekening met de leeftijdsgroep en het ontwikkelingsniveau.
3.1 Gezamenlijke activiteiten De centrale activiteit gedurende de opvang is lunchen. Tijdens dit gezamenlijke moment wordt er een gezellige sfeer gecreëerd. Het is van belang dat alle kinderen de ruimte krijgen om iets te vertellen. De kinderen die wat stiller zijn worden door de vrijwilligers gestimuleerd. Ook tijdens het buitenspelen worden activiteiten aangeboden en gestimuleerd. Gezamenlijke activiteiten bieden hierbij een aantal voordelen: • Kinderen ervaren dat het leuk is om samen iets te doen. Het kan de sfeer in de groep bevorderen. • Wanneer er activiteiten aangeboden worden kunnen kinderen zich bezighouden met activiteiten waar zij uit zichzelf niet opkomen of normaal de gelegenheid niet toe hebben. • Sommige activiteiten zijn leuker wanneer ze met een hele groep gedaan worden. • Gezamenlijk iets doen nodigt uit tot meedoen en nadoen. Kinderen zijn niet verplicht om aan de activiteiten deel te nemen. Een belangrijke taak van vrijwilligers is echter wel om kinderen te motiveren om aan activiteiten mee te doen, zeker wanneer kinderen zelf niet veel ondernemen.
3.2 Kinderinspraak Kinderinspraak staat voor het serieus nemen van de mening en wensen van kinderen. Door gebruik te maken van kinderinspraak wordt het mogelijk beter in te spelen op de belevingswereld van kinderen. Ze leren voor zichzelf op te komen, ervaren dat hun mening ertoe doet. Maar ze leren ook dat niet alles kan en vanzelf gebeurt. Door de kinderen te observeren en met hen te praten maken vrijwilligers en pedagogisch medewerker op aan welk spelmateriaal kinderen behoefte hebben. Maar ook of regels en afspraken nog wel voldoen.
3.3 De 8+er Kinderen van 8 jaar en ouder nemen een iets andere plek in bij de TSO. Hun kijk op de wereld is anders dan die van jongere kinderen. Ze zijn zelfstandiger, kritischer en kunnen beter hun eigen keuze maken. Daarom wordt in de omgang met 8-plussers het woord ‘begeleiden’ ook meer benadrukt. De vrijwilliger zal een andere pedagogische houding hanteren. Ze brengt respect op voor de 8-plusser, maar dient tegelijkertijd wel de regels en grenzen te handhaven. Bovendien kunnen vrijwilligers ook wat leren van de ideeën die kinderen hebben, met name rond het aanbieden van activiteiten en bepaalde regels. Vaak hebben 8-plussers eigen wensen op dit gebied en door hiervoor open te staan, bijvoorbeeld door de kinderen te laten meepraten over aanschaf van spelmateriaal, kunnen vrijwilligers de opvang aangenamer maken.
03-01-2011
Versie 6
8
4. Vrijwilligers In de TSO worden de kinderen opgevangen door vrijwilligers. Elke TSO heeft een vast team, in geval van ziekte of vakantie van een vrijwilliger maakt de TSO gebruik van invalkrachten. De vrijwilligers worden ondersteund door een pedagogisch medewerker, werkzaam in een kindercentrum van Surplus Kinderopvang. Ook dit is een vast gezicht. Bij ziekte of vakantie wordt zij vervangen door een collega.
4.1 Pedagogische houding Om een goed pedagogisch klimaat te kunnen creëren moet de vrijwilliger aan een aantal voorwaarden voldoen. In dit hoofdstuk wordt besproken welke pedagogische houding verwacht wordt van een TSO-vrijwilliger. Dit is de basis waarmee binnen Surplus Kinderopvang in de TSO gewerkt wordt. Er wordt echter wel ruimte gelaten voor de eigenheid van de vrijwilligers. De houding die een vrijwilliger heeft zal deels gebaseerd zijn op haar eigen waarden en normen. Maar ook de regels, normen en waarden van de instelling dienen gehanteerd te worden. De houding zal dus een combinatie van beiden zijn. De vrijwilligers die in de TSO werkzaam zijn, krijgen jaarlijks een pedagogische training aangeboden. Enkelen van hen volgen ook een EHBO-cursus.
4.2 Kwaliteiten De dagelijkse gang van zaken bij de TSO ligt vast. Dit zorgt voor stabiliteit en rust op de groep. Af en toe zal het nodig zijn het ritme onder de loep te nemen en eventueel aan te passen. Belangrijker is het om regelmatig met elkaar op de wijze van pedagogisch handelen te reflecteren. Pedagogisch medewerkers en vrijwilligers spreken met elkaar over hun werkwijze. Dit verhoogt de professionaliteit van de opvang die de TSO biedt. Er wordt in de TSO aandacht besteed aan de relatie tussen vrijwilligers en kinderen en tussen kinderen onderling. Hiermee wordt geprobeerd een klimaat te scheppen waarin de kinderen zich thuis voelen. Tijdens onze TSO geldt dat de relatie tussen de vrijwilliger en kinderen gebaseerd is op wederzijds respect. Er is oog voor de eigenheid van elk kind. Daarom zijn onderstaande punten belangrijke kwaliteiten van een TSO-vrijwilliger. • Fysieke aandacht. Even een aai over de bol of een knuffel. Deze vorm van aandacht kan een belangrijke bijdrage leveren aan het creëren van een huiselijke sfeer. Het geeft kinderen een gevoel van geborgenheid, veiligheid en vertrouwen in de vrijwilligers. Aandachtspunten zijn: - Er dient rekening gehouden te worden met de behoeften en leeftijd van een kind. - Alle kinderen hebben recht op fysieke aandacht. • Helpen en stimuleren. Hoewel de vrijwilligers kinderen als zelfstandige personen behandelen is het ook nodig ze te helpen. Daarnaast hebben kinderen op weg naar die zelfstandigheid vanzelfsprekend begeleiding en stimulering nodig. Kinderen worden gestimuleerd door de vrijwilliger die hen complimentjes geeft. • Luisteren. In de TSO gaat het om het opbouwen van een goede relatie tussen kinderen en vrijwilligers. Vertrouwen staat hierin centraal. Door te luisteren naar kinderen kunnen zij vertellen over wat hen bezighoudt. Het kan gaan over leuke, maar ook minder leuke gebeurtenissen.
03-01-2011
Versie 6
9
Doordat kinderen deze dingen aan vrijwilligers vertellen worden zij betrokken bij het leven van de kinderen. Het spreekt voor zich dat hier met respect mee omgegaan moet worden. Met betrekking tot luisteren letten vrijwilligers op de volgende aspecten: - Alle kinderen krijgen de gelegenheid om te vertellen en hebben het gevoel dat er naar hen geluisterd wordt. - Tijdens de TSO leren kinderen te luisteren naar elkaar en worden kinderen er bewust van gemaakt dat wat een ander kind te vertellen heeft ook belangrijk is. - Het kan gebeuren dat de vrijwilliger even niet de gelegenheid heeft om te luisteren. In dit geval laat ze merken dat ze de kinderen gehoord heeft door naar een andere vrijwilliger te verwijzen of aan te geven dat ze straks even kan luisteren. • Praten. Luisteren en praten hangen heel nauw met elkaar samen. Door met kinderen te praten over een gebeurtenis laat je ook merken dat je naar hen luistert. Door met kinderen te praten stimuleer je de taalontwikkeling. Dit heeft weer tot gevolg dat ze de gebeurtenissen van de dag beter onder woorden kunnen brengen. Tevens is het van belang dat praten gebruikt wordt bij het uitleggen van regels en het hanteren van conflicten. Door aan kinderen uit te leggen waarom bepaalde regels gesteld zijn leren ze deze regels beter begrijpen en zullen ze zich er eerder aan houden. Bij het oplossen van conflicten is het van belang dat kinderen leren om deze op te lossen door te praten en niet door te vechten. • Hanteren van negatief gedrag Vrijwilligers kijken op een positieve manier naar kinderen en proberen positief gedrag zoveel mogelijk te belonen. Hiermee hopen zij kinderen te stimuleren tot positief gedrag. Negatief gedrag wordt in eerste instantie niet bestraft. Een kind moet een tweede kans krijgen. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet wordt duidelijk gemaakt dat het gedrag wordt afgekeurd. Dat bereikt een vrijwilliger door uit te spreken wat ze niet goed vindt aan het gedrag en waarom niet. Kinderen laten ook wel eens negatief gedrag zien om aandacht te vragen. Voor vrijwilligers is het van belang dat ze samen met de pedagogisch medewerker proberen in te schatten waar dat vandaan komt om hier het beste op te reageren. Respect en bejegening zijn ook hier sleutelwoorden. Het is een basishouding van vrijwilligers die zij aan de kinderen over dienen te brengen.
03-01-2011
Versie 6
10
5. Ouders en informatie-uitwisseling Omdat de kinderen een zeer korte tijd in de TSO verblijven en alleen tussen schooltijd worden opgevangen is er weinig persoonlijk contact met ouders mogelijk. Ouders brengen en halen hun kinderen immers niet zelf. Met diverse communicatiemiddelen wordt getracht zoveel mogelijk contact met ouders te onderhouden.
5.1 Informatie-uitwisseling Een eerste, belangrijk moment van informatie-uitwisseling vindt plaats wanneer de ouders het inschrijfformulier invullen en inzenden. Wanneer ouders dat wensen is het mogelijk om op school kennis te maken met de vrijwilligers en pedagogisch medewerkers. Tevens kunnen ouders telefonisch of per e-mail contact opnemen met de pedagogisch medewerkers met allerlei vragen en opmerkingen betreffende de TSO en hun kinderen. Verder maakt de TSO gebruik van nieuwsbrieven van de school om wetenswaardigheden en nieuwtjes over de TSO te publiceren. Daarnaast bestaat de mogelijkheid ouders middels een informatiebrief vanuit Surplus Kinderopvang te informeren. Tot slot neemt de TSO jaarlijks deel aan de informatieavonden op school.
03-01-2011
Versie 6
11