Pedagogisch beleid “Broodje Over”-Tussenschoolse opvang
Doetinchem, Maart 2005
O.b.s. de Huet Wolborgenmate 2 7006 DG Doetinchem Tel: 0314-391160 e-mail:
[email protected] site: www.broodjeover.nl
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
Inhoud:
Inleiding
Blz. 2
Pedagogische visie “Broodje Over”
Blz. 3
Hoofdstuk 1
- Hygiëne
Blz. 4
Hoofdstuk 2
- De middagpauze
Blz. 4
Hoofdstuk 3
- Eten en drinken
Blz. 5
Hoofdstuk 4
- Wennen
Blz. 6
Hoofdstuk 5
- Activiteiten
Blz. 6
Hoofdstuk 6
- Spel en speelgoed
Blz. 8
Hoofdstuk 7
- Communicatie
Blz. 8
Hoofdstuk 8
- De ruimte
Blz. 9
Hoofdstuk 9
- Tot slot
Blz. 9
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
1
Inleiding: Tijdens de TSO (tussenschoolse opvang) houden wij rekening met het beleid van de school. Om verwarring te voorkomen, vinden wij het belangrijk dat kinderen tijdens de TSO met dezelfde waarden en normen om moeten gaan als ze gewend zijn tijdens schooltijd, met dien verstande dat de TSO vrije tijd is. Ze blijven immers in hetzelfde gebouw en dan zijn duidelijke afspraken en samenwerking tussen school en TSO essentieel. * Wanneer in dit beleid gesproken wordt over ouders, dan dient hier ook verzorgers gelezen te worden. Overal waar gesproken wordt over leidster kan ook leider gelezen worden.
O.b.s. de Huet is een openbare school. Dit betekent, dat de school openstaat voor iedereen met respect voor ieders culturele en/of levensbeschouwelijke achtergrond. De school streeft naar een school die dient als ontmoetingsplaats voor ouders, kinderen en leerkrachten, een plek waar iedereen ongeacht kleur, ras, afkomst of geloof zich prettig kan voelen, zich gerespecteerd weet en zich geaccepteerd kan voelen. Een plek waar rekening wordt gehouden met ieders achtergrond en individuele kwaliteiten. Samen proberen wij een goed sociaal-pedagogisch klimaat te kweken, waarin iedereen zich thuis kan voelen en zich mede daardoor zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Daarom besteden we naast aandacht aan de verstandelijke en emotionele ontwikkeling, vooral aandacht aan de ontwikkeling van creatieve en sociale vaardigheden. Hierbij wordt zelfredzaamheid bevorderd. We laten kinderen zoveel mogelijk zelfstandig hun problemen op lossen (bevordering zelfstandige ontplooiing) of we laten ze hulp vragen bij hun medeleerlingen (bevordering sociaal aspect) Zelfstandig werken loopt in adaptief onderwijs als een rode draad door de school. Hierbij worden de volgende parapluregels gehanteerd: • • • •
Wij hebben respect voor elkaar We storen elkaar niet Wat we zelf kunnen doen we zelfstandig We zijn zuinig op onze materialen
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
2
Pedagogische visie van “Broodje Over” Uitgangspunt is: Dat ieder kind: • een uniek wezen is, met eigen mogelijkheden en een eigen wil • een natuurlijke drang heeft tot ontwikkeling, om zowel lichamelijk als geestelijk te groeien • in vrijheid zijn mogelijkheden zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen • de nodige vaardigheden wil verwerven om zich op zijn/haar gemak te kunnen voelen in de samenleving • gericht is op interactie met zijn/haar omgeving
Doelstellingen: Wij willen hieraan bijdragen door: • kinderen serieus te nemen • rekening te houden met en in te spelen op de behoeftes van ieder kind afzonderlijk • kinderen te stimuleren tot zelfstandigheid, zodat een kind zelfvertrouwen kan opbouwen • geduldig en begripvol om te gaan met gevoelens en reacties van kinderen • een vertrouwensband met de kinderen op te bouwen in een gezellige en veilige omgeving door te zorgen voor rust, orde, regelmaat, duidelijkheid en door zo consequent mogelijk te zijn • een pedagogisch klimaat te bieden waarin zij respect voor zichzelf, de anderen en de omgeving ervaren en eigen leren maken • kinderen te leren een eigen mening te vormen in wisselwerking met hun omgeving
Plaats van de TSO: Wij zijn ervan overtuigd dat groepsopvang tijdens de TSO kan dienen als verbreding en aanvulling op de opvoeding thuis en op school. Hoe Broodje Over deze uitgangspunten vertaalt naar de activiteiten van alle dag leest u in de volgende hoofdstukken.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
3
1. Hygiëne:
Zelfredzaamheid: Tijdens de TSO worden de kinderen gestimuleerd zoveel mogelijk zelf te doen. Kleuters worden voor het eten begeleid naar het toilet, maar ze beslissen uiteindelijk zelf of en wanneer ze gaan. De hulp en begeleiding van de leidsters bij de toiletten wordt afgestemd op de individuele behoefte van het kind. De oudere kinderen bepalen dat helemaal zelf. Onder het eten mogen ze echter niet van tafel, dus ook niet voor toiletbezoek. Bij een “ongelukje” wordt het kind door de leidster zonodig getroost en geholpen. Voor de kleuters is er altijd wat reservekleding op school. Eventuele negatieve reacties van andere kinderen worden niet getolereerd. De leidster leert kinderen begrip en respect te hebben voor elkaar.
Handen wassen: Goede lichamelijke verzorging en hygiëne zijn belangrijk voor de gezondheid van het kind. De kinderen wordt geleerd dat hygiëne hoort bij bepaalde activiteiten en op vaste momenten, zodat het een gewoonte wordt. Bijvoorbeeld handen wassen voor het eten en na gebruik van het toilet.
2. De middagpauze: De middagpauze duurt van 11.45 uur tot 13.00 uur. Bij binnenkomst in de hal melden de kinderen zich bij de leidster. Er wordt alert gereageerd indien een kind niet aanwezig is. Hierbij volgen we de richtlijnen zoals afgesproken in het protocol. Tijdens de TSO streven de leidsters ernaar een gezellige sfeer te scheppen waarin kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en waar kinderen zelf kunnen kiezen waarmee ze willen spelen, zowel binnen als buiten. Voor de kleuters is er extra aandacht. Zij hebben een vaste leidster voor die dag, die hen voor, tijdens en na het eten begeleidt en stimuleert. Omdat de groepen 1-4 als eerste gaan eten is er meer aandacht voor hen, waardoor er betere controle is op wat deze kinderen eten en drinken.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
4
De leidsters zijn er alert op, ieder kind voldoende aandacht te geven, door hun verhalen aan te horen en ze serieus te nemen. Ook extra aandacht is er voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie met kinderen en ouders uit andere culturen. De leidster moet goed in kunnen spelen op taalproblemen en cultuurverschillen. Vaak hebben kinderen andere gewoonten en normen en waarden. Bij drukke kinderen wordt getracht de aandacht niet al teveel op het negatieve gedrag te vestigen, maar ze te belonen als ze gewenst gedrag laten zien. We proberen hen te bereiken door positieve aandacht. Op deze manier hopen we dat ze geleidelijk aan minder ongewenst gedrag gaan vertonen. Wangedrag en pesten wordt absoluut niet getolereerd tijdens de TSO. Kinderen worden hierop altijd aangesproken en er wordt duidelijk gemaakt dat dit gedrag niet geaccepteerd wordt. Bij pesten wordt gehandeld volgens het pestprotocol. De coördinator zal altijd contact opnemen met de ouders en de leerkracht als dit gedrag gesignaleerd wordt. Ook zal de coördinator contact opnemen met de ouders en leerkracht van het slachtoffer. Bij een racistische en/of discriminerende houding in gedrag en taalgebruik zal ook op dezelfde manier worden opgetreden. Bij ernstig of herhaaldelijk wan- en/of pestgedrag kunnen wij in overleg besluiten een kind de toegang tot de TSO te weigeren.
3. Eten en drinken: Eten is een sociaal gebeuren waarbij een gezellige sfeer aan tafel stimulerend werkt. Kinderen mogen in alle rust en in hun eigen tempo eten. Op de TSO wordt de kinderen geleerd basale tafelmanieren in acht te nemen zoals: aan tafel blijven zitten tijdens het eten, niet met volle mond praten, niet boeren, geen tassen op de tafel, enz Sommige kinderen hebben moeite met eten. De leidster probeert het kind te stimuleren door het eten bijvoorbeeld in kleinere porties te verdelen. Soms is positieve aandacht voldoende, maar als het nodig is worden er ook eisen gesteld. Tijdens de TSO letten de leidsters erop dat kinderen drinken en minstens één boterham opeten, tenzij met de ouders anders is afgesproken. Het kan best een keer gebeuren dat een kind zich niet zo lekker voelt en daarom niet wil eten. In dat geval zal de leidster een briefje in de broodtrommel achterlaten voor de ouders.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
5
Is een kind echt ziek, dan zal de leidster contact zoeken met de ouders en de leerkracht. Het kind is dan vaak thuis beter af. Ouders wordt dan verzocht hun kind op te halen. Het is belangrijk dat we weten waar de ouders te bereiken zijn. Het invullen en actueel houden van het aanmeldingsformulier is daarom noodzakelijk. Om de zelfredzaamheid en de verantwoordelijkheid te stimuleren ruimen kinderen zoveel mogelijk zelf op als ze geknoeid hebben en zetten ze gebruikte bekers en schoteltjes zelf terug op de bar in de keuken. Ook ruimen ze zelf hun eigen spullen op en doen die in de tas die ze vervolgens aan de kapstok hangen.
4. Wennen: Om vooral de kleuters de mogelijkheid te bieden om te wennen, deelt de ouderraad tijdens het huisbezoek of de informatiedag bonnen uit die recht geven op 1x gratis overblijven. Voor de ouders is het een prettig en gerust idee te weten dat een kind het gebeuren rond de TSO al een keer heeft meegemaakt voor als het eens echt nodig is. De ouders kunnen hun kind al voorbereiden door samen het kleuterverhaal te lezen. Dit is te vinden in het kleuterboek in de hal van de school en tevens op de website van Broodje Over: www.broodjeover.nl Op de site staan ook enkele fotoalbums die een indruk geven van de sfeer tijdens de TSO. Ouders zijn met hun kinderen altijd welkom om kennis te komen maken. Nieuwe kinderen proberen we altijd aan een klasgenootje te koppelen, zodat ze een vertrouwd iemand bij zich hebben. Kinderen gaan zo heel sociaal met elkaar om en ze vinden het nog leuk ook. Voorwaarden voor een goede begeleiding bij het wenproces zijn verder: • zoveel mogelijk een vaste leidster • vertrouwde, gezellige en uitdagende omgeving • speelgoed dat aansluit bij de behoefte van het kind • extra aandacht van de leidster
5. Activiteiten: De tijd die kinderen op de TSO doorbrengen wordt door Broodje Over beschouwd als “vrije tijd” voor de kinderen. De kinderen bepalen in principe zelf wat ze willen gaan doen en met wie. Wel wordt gestimuleerd dat kinderen samen spelen en soms ook dingen moeten delen met elkaar.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
6
Als er activiteiten aangeboden worden door de leidsters (bijv. met Kerst of Pasen ) zijn de kinderen vrij in hun keuze of ze wel of niet mee willen doen. Het aanbieden gebeurt op een ongedwongen, niet schoolse manier, waarbij de nieuwsgierigheid en creativiteit van de kinderen wordt geprikkeld. Bij uitgebreide activiteiten is er altijd een leidster extra. Door goed naar de kinderen te luisteren en ze serieus te nemen is het mogelijk de activiteiten (zowel de individuele als de groepsgerichte) af te stemmen op de wensen en mogelijkheden van het kind. Activiteiten kunnen zich zowel binnen als buiten (bijv. picknicken) afspelen. Individuele activiteiten zijn er op gericht het kind met plezier te laten spelen en tegelijkertijd de creatieve ontwikkeling van het kind te stimuleren. Door het werken in een gemengde groep leren kinderen spelenderwijs om samen te werken met anderen, elkaar te helpen, zich aan de regels te houden en te wachten op hun beurt. Ook worden ze gestimuleerd in hun eigen zelfstandigheid door zoveel mogelijk zelf een oplossing te zoeken voor evt. conflicten. Dit vergroot hun zelfvertrouwen. Een belangrijk punt hierbij is het helpen verwoorden van gevoelens en emoties. De leidster stuurt, corrigeert of bemiddelt als dit nodig is en ziet er op toe dat er geen kinderen buitengesloten worden. Tijdens de TSO spelen we ook in op het SEO (Sociaal-Emotionele-Ontwikkeling) maandthema waarvan de lessen op school worden gegeven. Te denken valt dan aan: • aardig doen • omgaan met ruzie • een keuze maken • ervaringen delen • samen spelen en werken • een taak uitvoeren • opkomen voor jezelf • jezelf presenteren Het is belangrijk dat kinderen leren omgaan met materialen van anderen, in dit geval de TSO. Hierbij gaat het niet alleen om het gebruik ervan maar ook het opruimen en evt. schoonmaken. Zo deelt ieder kind mee in de verantwoordelijkheid voor de verzorging van de materialen. Kinderen worden ook aangesproken op hun verantwoordelijkheden. Aan de afspraak ”Eerst zelf je speelgoed opruimen wanneer je iets anders wilt gaan doen”, moet iedereen zich houden. Desnoods halen we de kinderen terug van het schoolplein als ze zonder op te ruimen naar buiten zijn gegaan.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
7
6. Spel en speelgoed: Kinderen kunnen door middel van spel spelenderwijs veel leren. Op de TSO is een grote diversiteit aan speelgoed aanwezig. Dat maakt de omgeving voor het kind aantrekkelijk en kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kinderen. Het is hierbij belangrijk dat: • een kind zich prettig en veilig voelt • er voldoende en gevarieerd speelgoed is voor alle leeftijden • het kind de vrijheid heeft om zelf te kiezen • het speelgoed veilig, compleet en kwalitatief goed is • het speelgoed overzichtelijk is opgeborgen • er een leidster is die goed kan inspelen op de behoefte van een kind, waarbij creativiteit, fantasie, kennis en geduld belangrijke vaardigheden zijn De kinderen die naar de TSO komen hebben vaak behoefte aan bewegen. Ze moeten kunnen rennen, klimmen en klauteren, waarmee de grove motoriek gestimuleerd wordt. Andere kinderen hebben juist behoefte aan rust. Voor hen zijn er activiteiten als plakken, kleuren (fijne motoriek) of gewoon lekker uitrusten op de grote kussens in de “snoezelhoek”. Broodje Over wil echt “vrije tijd” zijn voor de kinderen en streeft geen speciale leerdoelen na. De TSO geeft echter wel de mogelijkheid om door spel de ontwikkeling van kennis en inzicht op een speciale manier te stimuleren. Te denken valt hierbij aan puzzels, constructiemateriaal, boeken, e.d. De taalontwikkeling wordt naast verschillende spelletjes en boeken hoofdzakelijk gestimuleerd door dagelijkse contacten tussen kinderen onderling en tussen het kind en de leidster, waarbij de leidster een duidelijke voorbeeldfunctie heeft. Grof taalgebruik wordt niet getolereerd en zonder dit extra veel aandacht te geven gecorrigeerd.
7. Communicatie: Broodje Over hecht veel waarde aan een goede communicatie tussen leidster, kind, ouders, OR, MR en leerkrachten. Goede communicatie is sfeerbepalend. Door duidelijke grenzen en regels weten kinderen waar ze aan toe zijn. Voor de leidsters onderling en de leidsters met de leerkrachten is een goede overdracht van belang. Dit gebeurt dagelijks door overlegmomenten, mondeling en schriftelijk en tweemaandelijks door teamvergaderingen.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
8
Ook een goede communicatie tussen de leidsters en de ouders is essentieel voor een optimale opvang van het kind. Bij problemen neemt de coördinator contact op met de ouders. Ook is het erg belangrijk dat ouders contact opnemen met Broodje Over als er problemen of vragen van hun kant zijn. Ouders hebben altijd de mogelijkheid voor een persoonlijk gesprek, iedere maandagmorgen na de kaartverkoop of op afspraak. De leidsters dragen een gele badge in de vorm van een broodje met daarop hun naam en zijn zo makkelijk te herkennen. Zowel leidsters als ouders zijn verantwoordelijk voor het nakomen van afspraken. Te denken valt bijv. aan het tijdig afmelden van kinderen, het op tijd verstrekken van relevante informatie etc. Mochten zich problemen voordoen met de kinderen dan zal de leidster met haar collega’s en evt. de leerkracht overleggen en zal de coördinator daarna contact zoeken met de ouders om zo samen een oplossing te zoeken.
8. De ruimte: Tijdens de TSO wordt gebruik gemaakt van de grote hal en alleen tijdens het eten van groep 7 en 8 ook van de kleine hal. De ruimtes worden door de leidsters gezellig ingericht en aangepast aan het overblijven, zodat kinderen zich er prettig kunnen voelen. Er wordt zoveel mogelijk gelet op de ergonomie voor zowel de leidsters als voor de kinderen. Zo worden er voor de kleuters kleutertafels en stoeltjes klaargezet met daarop vrolijke placemats. Er staan leuke kinderopstapjes voor de wasbak zodat de kleuters er goed bij kunnen om hun handen te wassen. De hal is natuurlijk niet optimaal geschikt, maar de leidsters proberen er een gezellig en pedagogisch verantwoord geheel van te maken. Zo wordt vermeden dat er aan dezelfde tafel zowel gegeten als gespeeld wordt en dat rustige en drukke activiteiten elkaar zo min mogelijk storen. Spullen die voor de kinderen bedoeld zijn liggen zoveel mogelijk binnen handbereik en er wordt voortdurend gelet op de veiligheid binnen de ruimte.
9. Tot slot: De communicatie met ouders, leidsters, leerkrachten, OR, MR en de teamvergaderingen moet bijdragen aan zoveel mogelijk optimaliseren van de tussenschoolse opvang. Goed overleg is belangrijk en bevordert een prettig werkklimaat. © Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
9
Bijzonderheden over de kinderen worden bijgehouden in de werkmap. Voor een goede begeleiding van de kinderen is het belangrijk dat de leidsters zich daarvan op de hoogte stellen. De volgorde van handelen door de leidsters in bepaalde situaties staat beschreven in diverse protocollen. Te denken valt dan aan; ongevallen, pesten en vermissing van een kind. “Broodje Over” hecht veel waarde aan de privacy van ouders en hun kinderen. De leidsters gaan daarom zorgvuldig en vertrouwelijk om met gegevens. De leidsters doen alles aan deskundigheidsbevordering door het bijhouden van nieuwe ontwikkelingen, het volgen van scholingen en het verder professionaliseren zodat de TSO verantwoord en bij de tijd blijft.
© Broodje Over, o.b.s. de Huet te Doetinchem
10