Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. Inhoudsopgave 1. Afstemming thuis en het kindcentrum 1.1 Wennen 1.2 Interne contacten 1.3 Externe contacten 1.3.1 Samenwerking basisscholen en het belang van een goede overdracht 1.3.2 Samenwerking basisscholen en het belang van een doorgaande (leer)lijn 2. De groep 2.1 De groepssamenstelling 2.2 Inrichting van de ruimte 2.2.1 Vierogenprincipe 2.3 Dagindeling 2.4 De groepssfeer 2.5 De groepsregels 3. Feesten 3.1 Traditionele feesten 3.2 Verjaardagen en afscheid 3.3 Zomerfeest 4. Omgaan met verschillen 4.1 Culturele verschillen en identiteit 4.2 Jongens en meisjes 5. Het activiteitenaanbod en de stimulering van de ontwikkeling 5.1 De motorische en zintuiglijke ontwikkeling 5.2 De taal- en communicatieve ontwikkeling 5.3 De sociaal-emotionele ontwikkeling 5.4 De cognitieve ontwikkeling 5.5 De creatieve ontwikkeling 5.6 De ontwikkeling tot zelfstandigheid 6. Observeren en documenteren 6.1. Observeren 6.2 Documenteren 6.3 Kinderen die opvallen 7. Ouderbetrokkenheid 7.1 Het haal- en brengcontact 7.2 Oudergesprekken 7.3 Ouderavond 7.4 Aanvullende ouderbetrokkenheid op de VVE-groep (Zie werkinstructie VVE-beleid) 7.5 Opa en oma-ochtend 8. De doorgaande leerlijn: VVE-gerichte activiteiten 8.1 Inleiding VVE bij Baloe 8.2 De 3+groep Kinderopvang Baloe BV
Pagina 1 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 9. Groene Pedagogiek
1. Afstemming thuis en het kindcentrum 1.1 Wennen kinderen, als jij als pm bevinden zich in een wenperiode. Neem hier de tijd voor, een goede samenwerking met de ouders en een band met het kind opbouwen, start bij de eerste kennismaking. Bekijk de groep en alle daarbij komende informatie vanuit de ogen van de (nieuwe) ouder; stel jezelf
ouder de ruimte tot het stellen van vragen en neem ruim de tijd voor een overdracht. Toon interesse en belangstelling en zorg ervoor dat je tijdens de overdracht de ouder het gevoel geeft het kind echt ens de wenperiode observeer je het kind extra, zodat je snel bewust bent van de gewoonten en behoeften van het kind. Zorg ervoor dat je in contact met het kind veel praat, en veel aandacht hebt voor hetgeen het kind zelf te vertellen heeft. Zo bouwen jullie vertrouwen op. Kijk bewust naar het kind en benoem alles wat er op de groep gebeurt zo kan het kind zich veilig voelen. Je bent als pm een opvoeder, een vertrouwenspersoon, door zorgvuldig in de wenperiode aandacht te besteden aan het opbouwen van de vertrouwensrelatie tussen jou en het kind en jou en de ouders investeer je in deze relatie voor de toekomst.Voordat het kind aan de wenperiode begint heeft de manager een kind geplaatst wordt en er worden afspraken gemaakt voor de eerste ochtend. De eerste ochtend wordt het kind met de ouder(s) om 9.00uur verwacht in de groep. Één van de pedagogisch medewerkers ontvangt ouder en kind; heet hen welkom, stelt ouder en kind voor aan de andere medewerker, vertelt waar zij hun jas en tasje kunnen hangen. Een tasje met een knuffel en speen (voor eventuele troost) en reservekleding (sommige kinderen vinden het vervelend om kleding van ons aan te trekken bij een ongelukje). Je nodigt de ouder uit om aan tafel plaats te nemen en biedt de ouder iets te drinken aan. Je vertelt over de groep, dagritme en legt de groepsregels nogmaals aan de ouder uit. Je neemt met de ouder het formulier Kindgegevens door en je bespreekt eventuele andere bijzonderheden die je moet weten zoals bijv. allergie, wie het kind brengt en haalt, wensen t.a.v. de toiletgang, verschoning etc. Hiervoor gebruik je het formulier Aanvullende kindinformatie PO. ochtend veel nieuwe indrukken teweeg brengt bij het kind, vraag je de ouder het kind om 11.00uur weer op te halen. Het aantal groepsuren wordt in de loop van de week in samenspraak met de ouder opgevoerd. Bij het afscheid wil je graag dat de ouder meldt aan het kind dat zij even weggaan en dat zij zo terug komen. Als de ouder(s) aangeven dat zij bang zijn dat het kind dan verdrietig is, vertel je dat het beter voor het kind is om de ouder(s) te zien weggaan, dan opeens tot de ontdekking te moeten komen dat zij weg zijn. Je vertelt dat wij het verdriet van het kind serieus nemen en dat we er zorgvuldig mee omgaan. Tevens vertel je de ouders dat zij ons altijd mogen bellen om te informeren Kinderopvang Baloe BV
Pagina 2 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. hoe het gaat. Ook vertel je, dat wanneer jij vindt dat het verdriet te groot is, je hen belt om te vragen eerder te komen. Je zwaait samen met het kind de ouder(s) uit, daarna leidt je het kind af door een boekje te lezen, samen samen de knuffel uit de tas. De eerste ochtenden laat je het kind zelf de ruimte ontdekken, als het kind niet in de kring wil zitten laat je het lekker spelen. Je observeert het kind en zorgt dat het kind zich op zijn/haar gemak is, door veel contact te zoeken. Dat kan op een afstandje door lichaamstaal te gebruiken, bijv. even te knikken/lachen, of tijdens het spel door mee te spelen. Hiermee laat je het kind blijken dat je het fijn vindt dat hij/zij in de groep is. Als de ouders terug zijn, vertel je hoe het is gegaan, wat de kinderen gedaan hebben en of er nog bijzonderheden gebeurd zijn in de groep. Je zegt het kind gedag en vertelt het kind dat je het heel leuk vindt dat het kind in de groep is gekomen en dat je je verheugt op de volgende keer. 1.2 Interne contacten Indien een kind, binnen Baloe, naar een andere groep gaat, draag je het dossier over en geef je een Wanneer het kind zowel het KDV als de PO bezoekt, zal er tussen de verschillende groepen die het kind bezoekt overleg zijn over het welbevinden en de ontwikkeling van de peuter. De pm van de groep bij wie de peuter de meeste dagdelen aanwezig is, zal zorgdragen voor de oudergesprekken, de overdracht en de observaties. (zie Procedure Oudergesprekken) Tijdens het teamoverleg wordt het welbevinden en de ontwikkeling van de peuters van jouw groep besproken. De manager zal samen met jullie team bekijken welke stappen genomen moeten worden om iedere peuter optimaal te begeleiden. 1.3 Externe contacten Voor een goede afstemming tussen de thuissituatie en de peuteropvang kunnen bemoeienissen van externe organisaties, in het belang van de peuter, noodzakelijk zijn. Hierbij denken wij aan Centrum Jong (consultatiebureau), logopedist, fysiotherapeut, basisonderwijs etc.. Wanneer externe contacten noodzakelijk zijn, zal te allen tijde toestemming worden gevraagd aan de ouders van de peuter. Dit gaat altijd in overleg met de manager en/of het zorgteam van de organisatie. 1.3.1 Samenwerking basisscholen en het belang van een goede overdracht In de gemeente Wormerland heeft Kinderopvang Baloe zich als belangrijke partner gevestigd binnen de muren van de basisscholen. Met peuteropvang voor de jongste kinderen en voorschoolse, tussenschoolse en buitenschoolse opvang voor de schoolgaande kinderen. Tevens worden er bredeschoolactiviteiten aangeboden, deze zijn toegankelijk voor alle schoolgaande kinderen. Een goede samenwerking is van uiterst belang: een kind écht zien en hierdoor de mogelijkheid bieden zich optimaal te ontwikkelen, vraagt om een goede samenwerking, een doorgaande leerlijn. Naast het VVE-programma, dat de overstap naar het basisonderwijs voor een kind minder groot maakt, is een goede overdracht net zo belangrijk.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 3 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V.
stimuleren van de ontwikkeling van het jonge kind is een uiterst belangrijke taak van de pedagogisch medewerkers. Door iedere dag observerend te werken en de ontwikkeling van ieder kind op de voet te volgen, kunnen de medewerkers voor extra uitdaging zorgen en een eventuele achterstand wordt snel opgemerkt. Binnen dit zeer uitgebreide observatiesysteem komen alle ontwikkelingsgebieden aan bod, het kind wordt gevolgd gedurende de leeftijd van 5 maanden tot 4 jaar. Om met het observatiesysteem te kunnen werken, hebben alle pedagogisch medewerkers een training gevolgd. De observaties worden jaarlijks met de ouders besproken en wanneer een kind de leeftijd van 4 jaar bereikt, wordt er naar aanleiding van de observaties een overdrachtsformulier voor de basisschool ingevuld. Met toestemming van de ouders wordt dit formulier schriftelijk overgedragen aan de basisschool waar het kind naar toe zal gaan. Bij VVE-kinderen vindt er naast het invullen van het overdrachtsformulier, een warme overdracht plaats. Dit is een overdracht van informatie over de ontwikkeling van het kind welke wordt overgedragen door de pedagogisch medewerker van de groep aan de leerkracht van de kleuterklas en eventueel de pedagogisch medewerker van de BSO in het bijzijn van de ouder(s). De ouders kunnen aanvullende informatie geven en de leerkracht/pedagogisch medewerker kan vragen stellen. De warme overdracht maakt het kindbeeld compleet en zo kan het kind, met direct de juiste benadering, doorstromen naar de kleuterklas en de BSO. 1.3.2 Samenwerking basisscholen en het belang van een doorgaande (leer)lijn Naast het hebben van een warme overdracht, zijn er meerdere korte lijntjes tussen Baloe en de diverse basisscholen. Zo vindt er regelmatig een gebruikersoverleg plaats, wordt er samengewerkt tijdens gelegenheden en nemen de directie/management en de VVE-coördinator van Baloe deel aan de VVE-beleidsgroep Wormerland, waarin tevens Gemeente Wormerland, intern begeleiders, onderbouwcoördinatoren en directie van alle scholen van Wormerland zitting hebben. Omdat de peuteropvanggroepen gevestigd zijn in de basisscholen, kunnen we spreken van een doorgaande leerlijn: Naast het werken aan een doorgaande ontwikkelingslijn d.m.v. het aanbieden van VVE-activiteiten, zijn contacten en overleg snel te realiseren en zijn kinderen al bekend met het gebouw, de regels en gewoonten m.b.t. het gebouw en hebben er vriendjes en vriendinnetjes. Ook kan de pedagogisch medewerker een belangrijke rol spelen in het kennis maken met de basisschool en de leerkracht, door samen met het kind een keer binnen te lopen, de klas te laten zien waar het kind naar toe gaat of tijdens het buiten spelen alvast het kind voor te stellen aan de leerkracht. Er volgt uiteraard een wenperiode, daar worden i.o. goede afspraken over gemaakt en het kind zal hierdoor gemakkelijk overgaan naar de volgende stap, de kleuterklas en eventueel ook naar de BSO. Doordat de peuteropvanggroepen van Baloe zijn gevestigd in alle basisscholen van gemeente Wormerland, biedt dit ouders de vrijheid te kiezen naar welke basisschool een kind doorstroomt. Ook als het kind de peuteropvang van een bepaalde basisschool bezoekt, betekent dit niet dat het kind automatisch doorstroomt naar de betreffende basisschool, die keuze ligt te allen tijde bij de ouder(s) en omdat op iedere VVE-peuteropvanglocatie vanuit de visie van Baloe wordt gewerkt, is aansluiting op iedere basisschool daarom mogelijk. De doorgaande leerlijn stopt niet op het moment dat het kind naar de kleuterklas gaat, ook na schooltijd staat Baloe voor de kinderen van alle basisscholen klaar. De kinderen krijgen, ook buiten Kinderopvang Baloe BV
Pagina 4 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. schooltijd, te maken met vertrouwde gezichten, op de voorschoolse, tussenschoolse en buitenschoolse opvang. En ook de leerkrachten hebben bekende gezichten voor zich, waardoor de samenwerking voorspoedig verloopt. Het werken volgens het VVEoverdracht, de doorgaande leerlijn en de samenwerking met, c.q. betrokkenheid van, de basisscholen zijn van toegevoegde waarde op de kwaliteit die Baloe al 25 jaar biedt.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 5 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 2. De groep 2.1 De groepssamenstelling Elke peutergroep (stamgroep) bestaat uit max. 16 De drie plus groep (locatie de Spil) bestaat uit max. 16 2.2 Inrichting van de ruimte In alle speelruimtes zijn de benodigde basismaterialen aanwezig die aansluiten bij de ontwikkelingfases en het welbevinden van het kind en die het kind de mogelijkheid biedt om te ontdekken en te onderzoeken. Op elke locatie zijn, in de inrichting van de ruimtes, de hoeken van groot belang. Deze hoeken bieden aan de peuter veiligheid, duidelijkheid en geborgenheid. Dit samen vormt de basis voor kinderen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Veiligheid: doordat je de ruimte afbakent, kunnen kinderen ongestoord spelen. Duidelijkheid: doordat je de groepsruimte een duidelijke functie geeft, wordt de groep overzichtelijk, aantrekkelijk en kunnen kinderen gerichte keuzes maken. Geborgenheid: doordat je de peuter een veilige, vertrouwde omgeving biedt. De peuters hebben een eigen groepsruimte waar zoveel mogelijk vaste vertrouwde medewerkers werken. Deze groepsruimte is een herkenbare en vertrouwde plek. Het aanwezige spelmateriaal is afgestemd op hun leeftijd en uitdaging biedt om zich te ontwikkelen. Ook de eigen groepsgenootjes zijn voor hen bekend en groep. 2.2.1 Vierogenprincipe Het vier-openprincipe is sinds 1 juli 2013 verplicht in de Nederlandse kinderopvang. Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in de kinderopvang te vergroten en (seksueel) misbruik te voorkomen. Als pm binnen onze organisatie dien je het vier-ogenprincipe na te leven. Binnen Baloe hebben wij daarom de volgende basisafspraken: - Zorg dat de deuren gedurende de dag zo veel mogelijk open staan en loop regelmatig bij elkaar naar binnen. Bij gebruik van ruimtes zonder ramen (dus ook niet in de deuren), dienen de deuren altijd open te blijven. - Gebruik voor het ophangen van werkjes, documentatie, affiches e.d. zoveel mogelijk de daarvoor bestemde documentatie-/informatieborden. Het is niet toegestaan ramen af te schermen met werkjes, gordijnen, dekbedden, raamfolie e.d., waardoor het zicht door ramen en deuren optimaal aanwezig is. - Zorg ervoor dat de ruimte overzichtelijk is ingericht, zet bijvoorbeeld geen grote gesloten kast midden in de ruimte. Zorg wel dat er hoekjes blijven waarin kinderen zichzelf kunnen terugtrekken. - Blijf kritisch kijken naar alle ruimtes en situaties en denk na over verbetermogelijkheden. andere groepen. Stem het activiteitenaanbod op elkaar af. isch over de ruimte(s) binnen en buiten, zodat er optimaal toezicht op de kinderen is en meekijken mogelijk is.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 6 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. gemaakte afspraken betreffende het vier-ogenprincipe. Ook wanneer je opvallend gedrag van
2.3 Dagindeling Vanuit onze pedagogische visie (Reggio Emilia) is het van groot belang om de kinderen te observeren, zodat je kindvolgend kunt werken: rekening houdend met de interesses en behoeften van de kinderen kunnen de tijden in de dagindeling wat verschuiven. Stamgroepen ochtend 8.00-9.00uur: binnenkomst ouder en kind. Kinderen kunnen samen met papa of mama een puzzel maken, boekje lezen etc. Als het kind aangeeft dat hij/zij het fijn vindt om samen te zwaaien ga je met het kind mee om te zwaaien. 9.00-9.30uur: speelmoment, activiteitenaanbod. Je observeert en kijkt waar het spel gestimuleerd kan worden en speelt lekker mee. 9.30uur: kringmoment. (activiteiten in de kring worden beschreven onder het VVE -activiteitenaanbod) Duur van de kring is afhankelijk van de de concentratie van de kinderen. In de kring wordt tevens gedronken en fruit gegeten (soms wordt hiervoor later op de ochtend gekozen). 10.00-11.00uur: verschoonmoment, creativiteitenaanbod. 11.00uur: buitenspelen (bij slecht weer: bewegingspelletjes, kringspelletjes) 11.45-12.00uur: ophalen van de kinderen. Drie plus groep middag Alle kinderen binnen de peuteropvang, met leeftijd vanaf drie jaar, kunnen deelnemen aan de drieplusgroep. De samenstelling van de groep wordt bepaald door de pedagogisch medewerkers. De drie-plusgroep biedt een duidelijke meerwaarde aan alle peuters, maar kan daarnaast ook extra zorg bieden aan kinderen met een taal of ontwikkelingsachterstand. De leidster/kindratio van de drie-plusgroep is CAO bepaald en bestaat uit maximaal 8 peuters met één pedagogisch medewerker.
12.30-13.00uur: binnenkomst 13.15uur: kringactiviteit (duur van de kring is afhankelijk van de concentratie). In de kring wordt tevens gedronken en fruit gegeten (hiervoor kan ook later tijdstip gekozen worden) 14.00uur: buitenspelen (bij slecht weer: bewegingspelletjes) 15.00uur: binnenspel ( VVE-activiteitenaanbod) 16.00-16.30uur: ophalen van de kinderen. 2.4 De groepssfeer Kinderen voelen zich veilig in een groepssfeer waarin zij positief benaderd worden en waarin ruimte is voor de eigenheid van ieder kind. Alle kinderen willen ervaren dat zij erbij horen in de groep, dit doe je door het kind welkom te heten, aandacht te schenken aan het verhaal van het kind, het kind serieus te nemen en respectvol te behandelen. Je hebt ook een grote invloed op het creëren van een Kinderopvang Baloe BV
Pagina 7 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. goede groepssfeer. Dit doe je door positieve lichaamstaal te gebruiken, kinderen positief te benaderen, aangeven en uitleg geven aan kinderen wanneer een ander kind of hij/zijzelf niet zo lekker in zijn/haar vel steekt, betrokkenheid te tonen en inlevingsvermogen te hebben. 2.5 De groepsregels Jonge kinderen hebben duidelijke regels nodig, voor hun eigen veiligheid en voor de veiligheid van hun omgeving. Het stoppen van het eigen gedrag is voor jonge kinderen erg moeilijk. Het is als pm makkelijker om hun gedrag om te buigen, door het op iets anders te richten en zo weinig mogelijk nee-regels te gebruiken. Groepsregels die je hanteert op de peuteropvang zijn: - elkaar geen pijn doen - als je ergens mee gespeeld of gebruikt hebt, dan ruim je het ook weer op - materiaal is om mee te werken en te spelen en daar gaan wij netjes mee om - samen spelen, samen delen - wij luisteren naar elkaar - rennen doen wij buiten - wij eten ons fruit zittend op - om de beurt - we helpen elkaar - weer vrienden maken (na conflict). Je gebruikt zoveel mogelijk eenvoudige taal voor deze regels en ook telkens dezelfde formulering, zodat kinderen deze regels al spelend eigen maken. In onze omgang met de kinderen, handel en communiceer je volgens de principes van Thomas Gordon. Je gaat ervan uit, dat een kind geen ongewenst gedrag vertoont omdat hij dat wil, maar dat hij daarmee om hulp vraagt. (zoals behoefte aan aandacht, duidelijkheid of vriendschap). Wanneer een kind iets doet wat je niet goed vindt, dan keur je het gedrag (de handeling) van het kind af, maar nooit het kind zelf. Je geeft ik-boodschappen af en zegt wat je wel verwacht van een kind en niet alleen wat niet mag. e gedrag wel of niet goedkeur. Je mag een kind daarom ook nooit apart zetten of isoleren van de groep. Je geeft ik-boodschappen af en stelt je gelijkwaardig, eerlijk en begripvol op ten opzichte van het kind op. Bijvoorbeeld wanneer een kind verdrietig is bij het afscheid nemen van de ouder, toon je begrip voor het verdriet en benoem je dat je begrijpt dat het kindje verdrietig is. Je troost het kind als daar behoefte aan is en legt uit dat papa en/of mama aan het werk zijn en later op de dag het kind weer
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 8 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 3. Feesten In verband met de wet op de privacy heeft Baloe, in overleg met de oudercommissie, het Foto- en filmbeleid opgesteld. Dit beleid is onder andere van toepassing op het documenteren tijdens feesten. Wijs ouders hierop indien nodig. 3.1 Traditionele feesten De traditionele feesten, zoals Sinterklaas, Kerst en Pasen wordt op een eenvoudige manier gevierd. In het pedagogisch beleid van Baloe kun je lezen hoe je aan deze feesten inhoud wordt gegeven. 3.2 Verjaardagen en afscheid Als een peuter jarig is, wordt er door de peuter meestal getrakteerd. Je geeft aan de ouder het kindaantal door en je adviseert de ouder de traktatie zo gezond mogelijk te houden. Spreek met de ouder ook een tijdstip af, zodat zij aanwezig kunnen zijn wanneer het kind gaat trakteren. Je feliciteert kind en ouders bij binnenkomst.Je zorgt dat de verjaardagsvlaggen hangen. De kinderen ing, met de verjaardagsstoel centraal. Midden in de kring zet je de verjaardagstaart neer, met de hoeveelheid kaarsjes voor het aantal jaar van het kind. Er wordt gezongen, gedanst en met de muziekinstrumenten gespeeld voor de jarige job. Wanneer een kind de vierjarige leeftijd bereikt, wordt voorafgaande aan het feest de verjaardagshoed verstopt door een ander kind en mag de jarige job deze zoeken. Voordat er getrakteerd wordt, krijgt het kind zijn/haar PO-diploma en wens je het kind veel plezier op de basisschool. Als de peuter afscheid neemt vóór zijn vierde verjaardag, door bijv. verhuizing, kunnen de ouders er voor kiezen om de peuter de laatste ochtend/ middag te laten trakteren. De peuter staat centraal die ochtend of middag; je vertelt in het kring gesprek dat de peuter gaat verhuizen, leg het woord uit en vraag of de peuter een foto kan meenemen van zijn nieuwe huis of/en zijn nieuwe peuterspeelzaal. De peuters maken samen een afscheidscadeautje voor de peuter, bijv. een mooi plakwerk of tekening. V - en filmbeleid, daarnaast draag je als pedagogisch medewerker van de betreffende groep zorg voor een fotodagverslag van de verjaardag van het jarige kind, en geef je dit aan het eind van de ochtend/middag mee. 3.3 Zomerfeest Om het PO-seizoen af te sluiten organiseren wij vlak voor de zomervakantie een zomerfeest. Voor dit feest wordt een thema gekozen waarbij zoveel mogelijk gekeken wordt naar aansluiting bij de belevingswereld van de kinderen. Het zomerfeest vindt plaatst op de eigen PO-locatie en kan ingevuld worden naar eigen inzicht van de medewerkers. De organisatie van die dag ligt bij een commissie, die bestaat uit eigen medewerkers.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 9 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 4. Omgaan met verschillen 4.1 Culturele verschillen en identiteit Op de peuteropvang wordt rekening gehouden met de verschillende culturen en de diversiteit tussen de kinderen onderling. In de groep wordt veel aandacht besteed aan de verschillen onderling, doordat je deze regelmatig benoemt en bespreekbaar maakt. Daarnaast stimuleer je een respectvolle benadering van verschillen en verschillende culturen. Wanneer een kind uit een andere dan de Nederlandse cultuur op de groep komt, verdiep je je hierin en geef je dit een plek op de groep door hierover te praten met de kinderen. Ook het werken met de familiewand is hierbij een handvat. Daarnaast laat je de kinderen ook kennismaken met andere culturen, door intercultureel materiaal aan te bieden. Zoals: poppen, boeken, puzzels, muziekinstrumenten, muziek en verkleedkleren. Ook het aanbieden van voeding uit andere culturen kan hieraan bijdragen. 4.2 Jongens en meisjes Omdat jongens en meisjes een verschillende ontwikkeling doormaken, hebben zij ook behoefte aan verschillende pedagogische begeleiding. Met name op de peuterleeftijd begint het verschil in de ontwikkeling zichtbaar te worden. Jongens hebben doorgaans meer behoefte aan ruimte doordat zij meer gericht zijn op grove motorische activiteiten. Zij uiten zich fysiek en hebben meer behoefte aan grenzen. Meisjes ontwikkelen zich sneller en zijn in staat op jongere leeftijd fijne motorische activiteiten uit te voeren. Jongens hebben doorgaans een grotere onderzoeksdrang dan meisjes. Deze verschillen nemen met zich mee dat je ook het activiteiten aanbod hierop aansluit, door b.v. meer naar buiten te gaan met een groepje jongens en meisjes meer knutselmateriaal aan te bieden. Peuters zelf gaan rond het derde jaar onderscheid maken tussen jongens en meisjes. Jongens spelen meer en vaker met jongens en meisjes met meisjes.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 10 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 5. Het activiteitenaanbod en de stimulering van de ontwikkeling Op de peuteropvang worden verschillende activiteiten aangeboden om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Zo zijn er veel vrij-spelmomenten waarin het kind een eigen keuze kan maken. Je gebruikt dit moment om het kind te observeren, zodat je ziet wat de behoefte en het ontwikkelingsniveau van het kind is. Je lokt het kind uit door materialen/activiteiten aan te bieden, zoals een boekje voorlezen, bouwen, puzzel maken, meespelen in de huishoek, aanbieden van creatieve materialen etc. Ook zijn er momenten waar je gericht met een kind of een groepje kinderen bezig bent om een ontwikkelingsgebied extra te stimuleren, bijv. bewegingsspelletje gericht op de grove of fijne motoriek, gezelschapsspel om de sociaal-emotionele ontwikkeling te bevorderen, wepboek, vertelkast om taalstimulering te bevorderen, passen, meten, ordenen, tellen, voorbereidend rekenen, muziek maken, dansen voor het bevorderen van expressieve, beeldende, sociale en motorische vaardigheden. Veel activiteiten doe je samen met de kinderen, maar daarnaast is het ook van belang de kinderen genoeg tijd te geven voor vrij spel. Vooral wanneer kinderen samen spelen, ontwikkelen zij cognitieve en sociale vaardigheden. Voorwaarde hierbij is dat je je niet teveel met het kinderspel bemoeit, maar kijkt en luistert. Kinderen onderling zijn erg creatief, nemen verschillende rollen aan en doen allerlei leerervaringen op, zoals om de beurt iets doen, samenwerken, je aan regels houden, het ontwikkelen van zelfvertrouwen en motivatie en controle krijgen over impulsief gedrag. Problemen worden gezamenlijk opgelost, het mondelinge overleg draagt bij aan de taalontwikkeling, de visie van een ander wordt meegewogen in beslissingen die worden genomen en creativiteit wordt gestimuleerd. 5.1 De motorische en zintuiglijke ontwikkeling Bij de verwerving van de verschillende grove en fijne motorische vaardigheden, is het voor een kind van belang dat het de mogelijkheid krijgt om allerlei bewegingen uit te proberen. Je zorgt ervoor dat er voldoende en uitdagende bewegingsruimte is, zowel binnen als buiten. Daarnaast bied je gevarieerd spelmateriaal aan voor de ontwikkeling van zowel de grove als de fijne motoriek. Grove motoriek Buiten: schommelen, fietsen, klimmen, springen, spelen in het zand, scheppen, rennen, spelen met water, ballen, omgaan met hoogteverschillen, rollen over het gras etc. Binnen: Het aanbieden van kringactiviteiten (Jan Huigen in de ton, Schipper mag ik overvaren, Meisje huilend op een steentje etc.), bewegen op muziek. Peutergym uitzetten (parcours waarbij de kinderen kunnen klimmen, springen, balanceren, kruipen). Glijhuis/baan, podiumblokken, stapkeien (balanceren), bouwen met groot constructiemateriaal, houten blokken, planken. Fijne motoriek Buiten: spelen met schelpjes/steentjes, vullen van bekers/bakjes met zand. Wereldspeelmateriaal kleine dieren, autootjes, poppetjes etc. Binnen: puzzels (insteek, legpuzzels, ontwikkelingsmateriaal), creatieve materialen (verf, klei, lijm, Kinderopvang Baloe BV
Pagina 11 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. potloden, krijt, prikpennen, leren knippen etc.). Bouwen: klein constructiemateriaal, Lego, Nopper. Materiaal van de huishoek/winkelhoek (serviesje, pannen, poppen etc.), boeken lezen/hanteren, insteeknoppen etc. Zintuiglijke ontwikkeling Je zorgt ervoor dat de omgeving rijk is aan prikkels, maar ook weer niet zoveel dat de kinderen erdoor overspoeld worden. Je stimuleert de zintuiglijke ontwikkeling door interactief voorlezen en door de kinderen met diverse materialen te laten spelen, zoals zand, water, klei, verf en schmink. 5.2 De taal- en communicatieve ontwikkeling Door het gebruik van taal is communicatie mogelijk. Dit kan met behulp van verschillende soorten 100 talen. Door taal krijgt het kind contact met de anderen en wisselt hij informatie uit. De taalontwikkeling wordt sterk beïnvloed door de omgeving en is essentieel voor processen als denken, redeneren, socialiseren en interpreteren. Wij stimuleren de taalontwikkeling door veel te praten, door uit te leggen en te benoemen. De activiteiten die je hiervoor aanbiedt zijn: - Voorlezen: maak gebruik van prentenboeken, educatieve boeken, vertelboeken, tekstboeken. Waarbij je veel benoemt, herhaalt, woorden uitlicht voor de verduidelijking, en terugkoppelt van het verhaal (navertellen). - Vertelplaten/vertelkast: benoemen, herhalen, ontdekken, woordenschatuitbreiding. De peuter wordt uitgenodigd tot communicatie (wat zie je / wat gaat er gebeuren / waarom gebeurt dit?). - Wepboek: verrijking van de woordenschat, samen het verhaal beleven, opdrachtjes uitvoeren en over het verhaal praten met de peuters. - Poppenkast/handpop: bevorderen van de spraakontwikkeling (benoemen), uitlokken van communicatie (samen met de kinderen avonturen beleven). - Kringmoment/kringgesprek: het laten vertellen wat zij beleefd hebben, het leren luisteren naar elkaar, zingen/versjes opzeggen, geheugen spelletjes, spelletjes voor het aanleren van de voorzetsels/kleuren, samen een verhaal verzinnen. De opbouw van de kring is als volgt: - stoelen pakken - namen lezen (wie zijn er? wie missen wij? uitleg geven waarom het kind afwezig is voor de betrokkenheid) - kort kringgesprekje (waar ben je geweest? wat vond je leuk? en met wie?) Zoveel mogelijk korte duidelijke zinnen gebruiken en herhalen. te doen). Eventueel themaliedjes (versjes, spelletje) - gezamenlijk een boekje lezen (leren luisteren, ervaren van het verhaal, navertellen, woorden benoemen) - limonade drinken en evt. fruit eten (hangt af van de duur van de kring en concentratie) Kinderopvang Baloe BV
Pagina 12 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. - stoelen opruimen. - Fantasiespel: naspelen van een verhaal, vrij spelen in de hoeken met speelmateriaal zoals poppen, blokken, verkleedkleren (je gaat zoveel mogelijk mee in de fantasiewereld van het kind, door mee te spelen en het kind proberen te stimuleren om verder plannen te maken en hun emoties te beleven). - Puzzels en ontwikkelingsmateriaal: In de lokalen zijn veel materialen aanwezig die de taalontwikkeling stimuleren, zoals diverse puzzels, gezelschapsspelletjes, peuterontwikkelingskast etc.. Door dit materiaal worden de kinderen uitgelokt tot communicatie. Door goed naar het kind te kijken, zie je wat het kind beheerst en waar het uitdaging nodig heeft. Aan jou de taak om hierop goed in te spelen. Leg het spel duidelijk uit, doe het voor, wees enthousiast en positief, doe het spelenderwijs en doe niets dwangmatig. 5.3 De sociaal-emotionele ontwikkeling Spelen geeft kinderen voldoening en plezier. Voor kinderen is spelen een natuurlijke manier om dingen te leren en om te leren omgaan met emoties. Door zelf te doen, te ontdekken wat er allemaal inzicht in hoe de wereld in elkaar steekt en de mogelijkheid voor expressie van gedachten en gevoelens. Door het aanbieden van verkleedkleren, creatieve activiteiten, het naspelen van situaties, fantasiespel en het bekijken van de emotieboeken, stel je de kinderen in de gelegenheid zich hierin te ontwikkelen. Op sociaal-emotioneel gebied leert de peuter heel wat tussen zijn tweede en vierde verjaardag. Je zorgt ervoor dat alle kinderen zich veilig, geborgen en geaccepteerd voelen. De peuter wil zelfstandig zijn, maar heeft ook grenzen nodig en af en toe kan hij/zij ook verlegen zijn. In de groep leren de peuters omgaan met anderen en leren zij zichzelf beter kennen. samen vormt de basis voor de sociale/emotionele ontwikkeling. Je doet dit door het kind welkom te heten in de groep, het kind positief te benaderen en aan te moedigen. Je neemt het verdriet bij het afscheid serieus en luistert actief naar het kind. Je leert de kinderen dat zij een stem hebben in de groep en dat er naar hen geluisterd wordt. Je leert de peuters delen, door bijv. het fruit in de kring uit te laten delen. Je stimuleert samenspel door in het begin mee
spelregels zonder het spel over te nemen. Je geeft tekst en uitleg over het gedrag van een kind, bijv.
5.4 De cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling wordt spelenderwijs gestimuleerd. Door te spelen wordt de basis gelegd voor belangrijke cognitieve vaardigheden. De peuter leert door het spel de wereld om zich heen te ontdekken. De peuter leert relaties leggen tussen verschillende dingen die zij waarnemen; ze leren ordenen, vergelijken, verzamelen, meten en oorzakelijke verbanden leggen. - Boekjes lezen/bekijken: boekjes lenen zich om te praten over grootte, kleur, aantal etc. die Kinderopvang Baloe BV
Pagina 13 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V.
snappen zij de getallen nog niet. - Spelletjes: bijv geheugenspelletje: vier voorwerpen onder een doek, er wordt wat wegetoverd, aan de kinderen de vraag wat er weg is. Wie is er verstopt? Welk kind is niet meer in de kring. Dieren raden: ik ken een dier en die ziet er zo uit........... Opdrachtjes vervullen: deze auto wil eerst van de glijbaan en dan op de tafel. Kleurenspelletjes: bijv. pak een aantal gekleurde blokken en vraag of ze de gele kunnen verstoppen, of laat ze om zich heen kijken en vraag of zij de gele auto kunnen aanwijzen en of zij nog iets zien met de gele kleur. Tegenstellingen-spelletjes: wat is groot en wat is klein? Wat is dik en wat is dun? Wat is hoog en wat is laag? - Plaatsbepaling: zet de auto in de kast, of voor mijn voeten, of naast mijn stoel. Werk met een grote doos: laat de kinderen erin staan, ervoor staan, erachter staan, eronder verstoppen. - Puzzels aanbieden: met puzzels leer je de kinderen passen en meten, spelen met vormen, visualiseren, ordenen. - Samen bouwen: wij maken torens, welke toren is het hoogst, wat is de kleinste, welke is even groot? Wij leggen treinrails neer, zoeken samen naar oplossingen, beantwoorden veel vragen en leggen veel uit. - Creatieve materialen aanbieden: laat de kinderen experimenteren, imiteren, waarnemen, nuanceren, ordenen en vergelijken van kleuren, vormen, hoogte. Werk met verschillende materialen zoals lijm, verf, natuur- en synthetische klei, zand, water, kosteloos materiaal, (doosjes, rollen, lapjes, rietjes etc ) papier grof en fijn. Als gereedschap bied je kwasten (groot, dik), klei, scharen, prikpennen, stopnaalden (stomp), stiften, potloden, stokjes, kindergereedschap (hamer, zaag, nijptang, spijkers etc.) - Samen spelen: je speelt samen met de peuters in de huishoek, bouwhoek, leeshoek, winkel, waarbij zij ervaren wat groot, klein, dik, dun, zacht, hard is. Samen tel je, benoem je de kleuren, leer je nieuwe woorden, samen leer je passen en meten, ordenen, oplossingen te bedenken, samen werken, op je beurt wachten etc.. Kinderen leren met spelen zoveel dat het eigenlijk niet te benoemen valt. 5.5 De creatieve ontwikkeling Om de creativiteit van de peuters te verhogen, bied je hen elke dag verschillende materialen en verschillende gereedschappen aan. Je laat de kinderen zelf experimenteren met hetgeen er ligt en observeert wat ze ermee doen. Kinderen ervaren de materialen door te kijken, te voelen, te luisteren en te ruiken. Ze kunnen de materialen combineren en maken zo zelf composities. De fijne motoriek wordt hierbij ook geprikkeld, omdat ze alles met hun handen/vingers betasten. Jij bent hierin een structurerende factor en laat het kind zoveel mogelijk zelf ontdekken. Het resultaat is niet belangrijk, maar de ervaring die het kind opgedaan heeft, is van belang. 5.6 De ontwikkeling tot zelfstandigheid Kinderen willen van nature graag veel zelf doen, daarvoor wordt op de peuteropvang ruimschoots gelegenheid gegeven. De kinderen worden in hun zelfstandigheid gestimuleerd door b.v zelfstandig Kinderopvang Baloe BV
Pagina 14 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. de tafel te dekken, spullen te pakken en weer op te ruimen, handen te wassen, zelf aan en uitkleden en, niet onbelangrijk, elkaar te helpen. Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling tot zelfstandigheid is het zindelijk worden. Een kind begint hiermee rond het tweede levensjaar. In de peuteropvang van Baloe worden de kinderen gedaan op de wc en dit te benoemen. Hoe vaker je dit ziet en opmerkt, des te eerder is een kind zich bewust van zijn eigen lichaamsfunctie. Je beloont de kinderen niet voor het plassen in de pot of de wc. Het is voldoende om het te constateren en te benoemen. Onderlinge overdracht met de ouders kan dit proces versnellen. Op de groepen zijn meerdere leuke kinderboeken over zindelijkheid aanwezig die je kan gebruiken om de kinderen te helpen bij het zindelijk worden. Jij hebt hierbij de taak de grenzen aan te geven als het nodig is en ruimte en gelegenheid te geven voor het ontdekken van de mogelijkheden.Wees je ervan bewust dat een kind er aan toe moet zijn om zindelijk te worden en dat je het samen met de ouders moet doen.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 15 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 6. Observeren en documenteren 6.1 Observeren In onze organisatie werken wij conform de pedagogiek uit Reggio Emilia. Dit neemt met zich mee dat weet wat een kind bezighoudt en hoe hij/zij zich ontwikkelt, kan je de juiste begeleiding aanbieden. van wat de kinderen beweegt.
Observaties voor het bevorderen van een positief proces voor de hele groep Soms valt je een gedrag, situatie of verandering in de groep op. Wanneer je niet kan ontdekken waaraan dit ligt, kan er besloten worden (na het besproken te hebben in het team) om te gaan observeren. Zie het beleid zo doe , praat , beweeg ik.
Observaties individueel kind Het kan zijn dat een kind een bepaald gedrag vertoont, dat een negatieve lading/invloed heeft voor/op de groep. Na dit besproken te hebben in het team kun je besluiten te gaan observeren, om te kijken waar en wanneer het gedrag voorkomt. Je volgt het protocol van Baloe en vraagt de ouders voor akkoord. Het kind wordt gedurende vier weken geobserveerd bij binnenkomst, tijdens activiteit/spel en in de kring, om een goed beeld te krijgen. Dit wordt geëvalueerd met de ouders en, zo nodig, worden de handelingen/situatie aangepast.Zie beleid kinderen met opvallend gedrag. Zijn er signalen die duiden op kindermishandeling en of huiselijk geweld dan hanteer je de meldcode ( stappenplan ) huishoudelijk geweld en kindermishandeling. Zie beleid Alert 4 You. 6.2 Documenteren nieuwe documentatiebladen op de groepsborden hangen. Er wordt gestreefd om documentatiebladen zo te maken, dat deze bewaard kunnen worden in de groepsmappen. Iedere groep heeft voor elke dag van de week een eigen groepsmap. In de mappen bewaar je de week zien wat er op de groep gebeurd is. In de groepsruimte zichzelf. Door deze wand nodig je de kinderen uit met elkaar te communiceren. Je praat samen over e vertellen over wat zij aan het doen zijn op de foto. De wand kan ook een troost zijn, doordat de kinderen even kunnen kijken naar de foto van papa en/of mama, kunnen zij soms wat afgeleid zijn van het verdriet. In verband met de privacy heeft Baloe, in overleg met de oudercommissie, het foto-en filmbeleid opgesteld. Je werkt te allen tijde conform dit beleid. 6.3 Kinderen die opvallen Alle kinderen worden besproken in het teamoverleg. Wanneer je opvallend gedrag of Kinderopvang Baloe BV
Pagina 16 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. ontwikkelingsachterstanden signaleert, breng je dit in in het eerst komend teamoverleg. Vervolgens wordt gehandeld volgens de procedure:
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 17 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 7. Ouderbetrokkenheid Baloe hecht er veel belang aan ouders te betrekken bij hetgeen hun kind meemaakt op Baloe. Omdat ouders niet alles meemaken van wat er gebeurt op het kinderdagverblijf en zeker de eerste jaren de kinderen nog niet in staat zijn dit mondeling te delen, ben jij als pm de spil in het zorgdragen voor de ouderbetrokkenheid. Dat doe je op de volgende manieren: 7.1 Het haal- en brengcontact De overdracht van informatie over het welbevinden en de ontwikkeling van een peuter tussen de groeps- en de thuissituatie is belangrijk voor de juiste begeleiding van het kind. In de peuteropvang is daarom veel tijd voor de dagelijkse oudercontacten. Zorg ervoor dat je de tijd neemt voor een ouder en kind die binnenkomen en begroet hen. Het kind begroet je bij naam. Ben je druk met een ander
ouders .Uit veiligheids- overwegingen vragen wij aan de ouders de koffie en thee op te drinken bij de kast en niet aan de tafels. Je vraagt of er nog bijzonderheden zijn die jij zou moeten weten , je luistert en overlegt/bespreekt hoe er op de groep mee omgegaan wordt en/of aandacht aan besteed wordt. Je noteert dit op de daglijst en komt hier tijdens het ophalen op terug. Of er nu wel of geen bijzonderheden zijn, er is altijd met iedere ouder een overdracht tijdens het brengen en halen. Je neemt voor iedere ouder de tijd en tijdens het halen vertel je iets specifieks over wat het kind gedaan en beleeft heeft die ochtend/middag. Op deze manier kunnen beide partijen het kind zo optimaal mogelijk verzorgen/begeleiden. Je gebruikt bij de overdrachtmomenten ook de sprekende wanden als leidraad. 7.2 Oudergesprekken De pm waarbij het kind is ingedeeld bij de instroom in de peuteropvang is verantwoordelijk voor het het HKZ-systeem van de organisatie. Gedurende de periode op de peuteropvang worden de ouders drie keer uitgenodigd voor een oudergesprek.Tijdens de oudergesprekken bespreek je de ontwikkeling van het kind op de groep, en de afstemming met thuis. Als leidraad voor de oudergesprekken gebruik je de observa Het eerste oudergesprek vindt plaats als het kind wordt geplaatst in de peuteropvang. Het tweede oudergesprek is rond de derde verjaardag van het kind en het derde gesprek is het eindgesprek rond de vierde verjaardag als het kind uitstroomt. Voor het eindgesprek vul je een overdrachtsformulier in. Zie V.V.E beleid. Indien jij en/of de ouders, in het belang van het kind, meer dan één gesprek per jaar noodzakelijk vindt, is daar te allen tijde ruimte voor. Indien de ouders geen behoefte hebben aan een oudergesprek laat je de ouders voor weigering tekenen op de groene Registratieformulier oudergesprekken kaart.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 18 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 7.3 Ouderavond Twee keer per jaar worden de ouders van de peuteropvang uitgenodigd voor een ouderavond. Tijdens deze ouderavond wordt uitleg gegeven over de pedagogische uitgangspunten van de organisatie en hoe dat dagelijks in de praktijk wordt gebracht op de peuteropvang. Vaak gebeurt dat door middel van filmmateriaal, waarop de dagelijkse gang van zaken op de groepen inzichtelijk wordt gemaakt voor de ouders. Daarnaast krijgen de ouders de gelegenheid om op de groepen het documentatiemateriaal en de werkstukken van de kinderen te bekijken en zullen de pedagogisch medewerkers dit mondeling toelichten. Opvoedingsvragen die leven bij de ouders of nieuwe ontwikkelingen binnen de organisatie, kunnen ook aanleiding zijn voor het organiseren van een extra ouderavonden. Afhankelijk van het onderwerp ligt de de verantwoording voor de inhoud van de avond bij een externe organisatie, zoals ● - Info-avond 3+ Elk half jaar organiseren wij voor de ouders van de kinderen die ruim drie jaar zijn een informatieavond over hoe wij het kind voorbereiden voor het basisonderwijs en informeren wij de ouders over de BSO. Van jou als pedagogisch medewerker kan een invulling van en/of aanwezigheid op deze avond worden verwacht. 7.4 Aanvullende ouderbetrokkenheid op de VVE-groep (Zie werkinstructie VVE-beleid) ● - Spelinloop: Bij de start van de dag kun je ouders uitnodigen om samen met het kind even een boekje te lezen of een puzzeltje te maken. Je kunt observeren hoe de activiteit verloopt en evt de ouder adviseren. ● - Ouders betrekken bij de onderwerpen. Als er in de peutergroep een bepaald onderwerp de aandacht heeft kun je samen met de ouders daar vorm aan geven. Door de ouders te betrekken bij het onderwerp, door bijv. iets mee te laten brengen, over te laten vertellen, iets te eten laten maken, laten helpen bij een uitstapje etc. leeft het onderwerp niet alleen in de groep maar ook thuis. Het kind kan samen met de ouder op ontdekking gaan en met de ouder plannen maken. Je kunt ook sommige ouders uit hun isolement halen door ze te betrekken bij het onderwerp, hierdoor laat je zien dat zij ook een plaats hebben in de groep en kun je ze in contact brengen met andere ouders. ● - Koffie-inloopochtend. In samenwerking met Centrum Jong organiseren wij om de drie maanden een koffie-inloopochtend op onze locaties. De ouders worden dan uitgenodigd om van vanaf kwart voor negen tot kwart voor tien een kopje koffie te komen drinken . De ouders kunnen met elkaar communiceren over de opvoeding en evt. vragen stellen aan de medewerker van Centrum Jong, maatschappelijk werk, manager. Aan deze ochtenden verbinden wij ook een klein thema bijv. voorlezen, spel etc. ● - Activiteiten rondom thuis en peuteropvang Om ouders te betrekken bij de peuteropvang en tegelijk de taalontwikkeling van de kinderen te stimuleren Ook kun je denken aan voorleesochtenden: 1 keer per maand een andere ouder op de peuteropvang uitnodigen voor te komen lezen. Een vakantiedoosje voor de kinderen: kinderen maken een doosje, verzamelen gedurende de Kinderopvang Baloe BV
Pagina 19 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. vakantie materialen en herinneringen hierin, nemen na de vakantie het doosje mee en vertellen hierover aan de andere kinderen. 7.5 Opa en oma-ochtend kunnen samen met hun kleinkind op deze ochtend een kijkje nemen op de betreffende afdeling. Er worden voor de kinderen activiteiten aangeboden en er is documentatiemateriaal. Er zijn een aantal koekje. Ook voor de kinderen is er iets te eten en te drinken. Voorafgaand aan deze ochtend is er een van de baby-afdeling, peuterafdeling en peuteropvang, en zij stellen de inhoud van deze ochtend vast.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 20 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 8. De doorgaande leerlijn: VVE-gerichte activiteiten 8.1 Inleiding VVE bij Baloe VVE staat voor: Voor- en Vroegschoolse Educatie. VVE is een programma dat oorspronkelijk ontwikkeld is voor zeer jonge kinderen met een kans op (taal)achterstand. Om een slechte start op de basisschool te voorkomen, krijgen deze kinderen extra ondersteuning op die gebieden waar dat noodzakelijk is. VVE begint op de peuteropvang en loopt door tot in de eerste groepen van de basisschool. Er wordt gewerkt aan een doorgaande lijn tussen voorschoolse educatie en basisschool, worden in groep 1 en 2 van de basisschool. Kinderopvang Baloe vindt het belangrijk te werken vanuit de belevingswereld van het jonge kind en heeft daarom gekozen voor het erkende VVEuitgangspunten van Reggio Emilia en gaat uit van de kracht, de creativiteit, de intelligentie en de honderd talen van een kind. Door te kijken en te luisteren naar het kind, wordt duidelijk welke interesse het kind heeft en in welke fase van de ontwikkeling het kind zich bevindt. Zo kan de benadering zeer individueel en op concrete situaties worden afgestemd. Als voorbeeld: Een kind pakt sneller dingen op als het hem/haar interesseert, zo kan een kind heeft voor De aanpak vanuit Sporen heeft een goede aansluiting op alle basisscholen, daar er wordt gewerkt met de kennis die aansluit bij het kind. Het programma is opgenomen in de VVE-groepen werken, zijn allen VVE-gediplomeerd. Tevens heeft Baloe een (HBO) VVE-coördinator in dienst. Deze VVE-coördinator werkt, een langere achtereenvolgende periode, op de groep en zal tegelijkertijd actief zijn in de rol van coach. Zij ondersteunt de groepen met advies, begeleiding, feedback en reflectie. Daarnaast speelt zij een belangrijke rol in het vertalen en ontwikkelen van het VVE-scholingsaanbod en levert een bijdrage aan het VVE-beleid. Tevens is zij de schakel tussen de leerkrachten/onderbouwcoördinatoren voor de doorgaande leerlijn en de afstemming van het aanbod. Alle peuteropvanggroepen zijn VVE-groepen. Je bent als pm verantwoordelijk voor het uitvoeren van VVE-gerichte activiteiten en werkt conform het VVEorganisatie. 8.2 De 3+groep Op maandag- dinsdag- en donderdagmiddag hebben wij een 3+ groep. Deze groep wordt bezocht door peuters die ruim drie jaar zijn. Wij bieden in deze groep de peuters leeftijdsgerichte en uitdagende activiteiten aan en begeleiden de peuter naar het basisonderwijs. Het stimuleren van de taalontwikkeling speelt een grote rol; er wordt veel aandacht geschonken aan communicatieve vaardigheden. Wij besteden extra aandacht aan: voorlezen, benoemen, zingen, rijmen, luisteren naar elkaar. Wij maken kennis met cijfers en letters. Wij doen dit d.m.v. gezelschapsspelletjes met een Kinderopvang Baloe BV
Pagina 21 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. dobbelsteen, praten over leeftijden en maken kennis met de klok. Wij leren basisbegrippen en -vaardigheden aan zoals het herkennen van kleuren, benoemen van dagdelen en dagen, licht/donker, leeg/donker, hoog/laag, knippen en opruimen. Ook schenken wij extra aandacht aan de zelfredzaamheid, zoals zelf je jas aan leren doen, toiletgang, hulp durven vragen, leren je beker te herkennen en deze open maken.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 22 van 23
9-12-2014 versie 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang Kinderopvang Baloe B.V. 9. Groene pedagogiek In de Reggio Emilia pedagogiek is het experimenteren met én in de natuur een belangrijk uitgangspunt. De natuurlijk omgeving van de peuteropvang biedt de kinderen aanvullende ontdekkingskansen. Al is het niet de natuur zelf die een kind interesseert, misschien zijn het dan wel de kleuren, de vormen of geuren, de verwondering over hoe een regenboog nu eigenlijk ontstaat. De weersinvloeden en de dieren in de omgeving van ons kindercentrum zijn vaak een inspiratiebron voor het activiteitenaanbod op de peuteropvang. Natuurbeleving gaat eigenlijk voor een groot gedeelte vanzelf, als je kinderen daar de mogelijkheid toe biedt. Je zorgt voor genoeg uitdaging en variatie, zodat de peuters verschillende ervaringen met de natuur kunnen opdoen. Als het droog weer is, kun je kinderen op blote voeten laten lopen, dan voelen zij nog sterker het gras, steen of grond onder hun voeten. De natuur, in combinatie met je observaties van de kinderen, kunnen je inspireren tot het aanbieden van nieuwe, aanvullende en uitdagende activiteiten. Het accent ligt hierbij op het beleven en minder op het leren. Een actieve houding betekent dat je door de buitenruimte loopt en oog hebt voor de ontdekkingen en het spel van de kinderen. Jouw positieve houding stimuleert de kinderen om te gaan ontdekken in plaats van beestjes eng te vinden. Ook het werken met de moestuin is een onderdeel van je natuurlijke activiteitenaanbod. Je maakt gebruik van de materialen die de natuur oplevert om mee te spelen/werken. Ook binnen kun je inspringen op de natuur door natuurlijke materialen aan te bieden, zoals bijvoorbeeld kastanjes, dennenappels, takken, schelpen, veren e.d. Je bent als pm verantwoordelijk om kinderen kennis te laten maken met de verschillende weersomstandigheden. Dit betekent dat je niet alleen naar buiten gaat met mooi weer, maar juist ook met regen, wind, sneeuw enz., zodat kinderen kunnen ontdekken welke effect deze weersinvloeden hebben.
Kinderopvang Baloe BV
Pagina 23 van 23
9-12-2014 versie 4