Pedagogisch Beleidsplan Thuishuis Baloe Frans van Mierisstraat 42 8932 KV Leeuwarden tel:0652203509 e-mail:
[email protected] Jessica Jorna 11-02-2010
2
Inhoudsopgave
Blz 2
Voorwoord 1. Inleiding 2. Doel 3. Uitgangspunten 3.1 Veiligheid en hechting 3.2 Respect 3.3 Samenwerking 3.4 Ouderparticipatie 4. Praktijk 4.1 Omgang met kinderen 4.2 Gediplomeerd personeel 4.3 Communicatie met ouders 4.4 Veilige omgeving 4.5 Sociaal-emotionele ontwikkeling en respect 4.5.1 Zelfstandigheid en zelfvertrouwen 4.5.2 Emotionele ontwikkeling 4.5.3 Cognitieve en motorische ontwikkeling 4.5.4 Creativiteit en fantasie 4.5.5 Eten en hygiëne 4.5.6 Ziekte
Blz Blz. Blz Blz Blz Blz Blz Blz Blz Blz Blz Blz Blz Blz
3 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6
Blz Blz Blz Blz Blz Blz
7 7 8 8 9 9
3
Voorwoord Mijn naam is Jessica Jorna (1983). Ik woon samen met mijn vriend in Leeuwarden en ons gezamenlijk kind (2010). Ik droomde er altijd al van om een eigen kinderdagverblijf of gastouderopvang te beginnen en nu ik het concept van Stichting Thuishuis heb leren kennen, is dat allemaal mogelijk geworden. In de periode van september 2009 tot en met februari 2010 heb ik de door Stichting Thuishuis aangeboden basisopleiding gevolgd. Tijdens deze opleiding werd dit pedagogisch beleidsplan geschreven dat regelmatig bijgesteld kan worden. Dit pedagogisch beleidsplan beschrijft de visie en werkwijze van Thuishuis Baloe. Leeuwarden, februari 2010 Jessica Jorna
4 1. Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Thuishuis Baloe te Leeuwarden. Thuishuis Baloe heeft als doel: kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar kwalitatief goede en verantwoorde opvang te bieden, waarbij respect voor en de ontwikkeling van het kind centraal staan. Deze verantwoordelijkheid vraagt om een duidelijke visie ten aanzien van opvang, ontwikkeling en opvoeding van kinderen. In dit pedagogisch beleidsplan wordt de visie en werkwijze van beschreven. 2. Doel Als doel heeft Thuishuis Baloe: kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar kwalitatief goede en verantwoorde opvang te bieden, waarbij respect voor de ontwikkeling van het kind centraal staat. 3. Uitgangspunten Thuishuis Baloe heeft m.b.t tot de ontwikkeling en de opvoeding de volgende uitgangspunten: A. Veiligheid Kinderen moeten zich veilig voelen om zich goed te kunnen ontwikkelen. B. Respect Kinderen moeten met respect behandeld worden. Elk kind is uniek en dient zo bejegend te worden. C. Samenwerking Kinderen zijn sociale wezens en hebben behoefte om met elkaar samen te werken of te spelen. D. Ouderparticiaptie Ouders zijn belangrijke gespreksgenoten voor goede kinderopvang. 3.1 Veiligheid en hechting Veiligheid staat voorop. Als je wilt dat een kind zich maximaal kan ontplooien, zowel vanuit individueel als sociaal oogpunt,dan moet een kind helemaal zichzelf kunnen zijn. Hiervoor is een warme en veilige basis nodig. Een kind moet een goed vertrouwen hebben in de leidster en in zichzelf. Dat vertrouwen creëer je door een goede lichamelijke verzorging, maar ook door het kind volledig te accepteren zoals het is en het voor vol aan te zien. Kinderen dienen zich serieus genomen te voelen. Een zo duidelijk mogelijke communicatie naar de kinderen toe is daarbij heel belangrijk. Positieve aandacht en waardering is belangrijk. Hierdoor krijgt het kind vertrouwen in zichzelf en vertrouwt het erop dat de volwassene er echt voor hem of haar is. Daarin vindt het kind geborgenheid. Vanuit die veilige basis kan of durft een kind op onderzoek uit te gaan. 3.2 Respect Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze. Het gaat er niet om wat een kind nog niet is en nog niet kan, maar om wat het kind al wel is en kan!!! Thuishuis Baloe wil het kind in zijn waarde laten, het kind motiveren en leren respect voor zichzelf en elkaar te hebben. 3.3 Samenwerking De kinderen zijn elkaars pedagoog. Door te werken in kleine groepjes met kinderen die in dezelfde ontwikkelingsfase verkeren, leert het kind over zichzelf. In de groep wordt het kind geconfronteerd met wie het is, en wie het is in relatie tot anderen en tot diverse activiteiten. Zo leert het om te gaan met conflicten en vriendschap.
5
3.4 Ouderparticipatie Het is van groot belang dat de ouders van de kinderen betrokken worden bij het Thuishuis. De kinderen brengen hele dagen in Thuishuis Baloe door en een goede overdracht is uiterst belangrijk. De ouders dienen inzicht te hebben in hoe hun kind zich ontwikkelt in de kinderopvang, de interesses van het kind, waar het mee speelt en welke problemen er zich mogelijk voordoen. De leidster heeft de informatie van thuis en hoe het kind zich daar ontwikkelt,nodig om het kind beter te kunnen begrijpen en te begeleiden. 4. Praktijk Tijdens het brengen en halen van het kind vindt er overdracht plaats tussen ouders en de leidster of de achterwacht. Er wordt gesproken over het welzijn van het/de de kind(eren) en of er iets is voorgevallen wat zij moeten weten. Thuishuis Baloe hanteert een „heen-en-weer‟- schriftje. Hierin worden de bezigheden van de dag geschreven, informatie doorgegeven enz. Vanaf de leeftijd van 3 maanden tot 1 jaar wordt er elke keer als het de kind(eren) er zijn in het „heen-en-weer‟- schriftje geschreven. En vanaf 1 jaar tot 2 jaar wordt er 1 keer in de week geschreven. En van 3 jaar tot 4 jaar wordt er 1 keer per maand in geschreven. Verder is er onderlinge contact door middel van:
Overdracht binnenkomst.
Bij het ophalen van het kind.
Intake- en evaluatiegesprek.
Halfjaarlijkse oudergesprekken.
Kinderen zijn nieuwsgierig en willen de wereld om hen heen ontdekken. De omgeving moet dan zo zijn ingericht dat het kind wordt uitgedaagd tot verkenning en onderzoek. Hieraan wordt bij Thuishuis Baloe veel aandacht besteed. Thuishuis Baloe werkt met verschillende hoeken, zoals een poppenhoek, bouwhoek, leeshoek, rusthoek etc. waar kinderen kunnen ontdekken en kunnen opgaan in hun fantasiespel. 4.1 Omgang met kinderen Elk kind is verschillend en heeft een andere verzorging/begeleiding nodig. Aansluiten bij wat een kind aangeeft, is niet altijd toereikend. Soms moet een kind extra gestimuleerd worden om iets te gaan doen en soms moet het zijn tegenzin overwinnen. Het kan dan voorkomen dat er gezamenlijk met de ouders voor een aanpak wordt gekozen. Het Thuishuis gaat uit van de belevingswereld van kinderen, maar de structuur in de groep blijft gehandhaafd. Dit geeft rust en schept duidelijkheid. Er zijn bijvoorbeeld vaste tijdstippen waarop de kinderen gaan eten. 4.2 Gediplomeerd personeel De achterwacht heeft een vakgerichte opleiding en werkt volgens de uitgangspunten van Thuishuis Baloe.
6
4.3 Communicatie met ouders Een grote waarde wordt toegekend aan een goede communicatie. Dagelijks vindt de overdracht plaats en kunnen ouders vragen stellen. Wanneer ouders speciale wensen hebben of wanneer er knelpunten ontstaan ten aanzien van opvang of van de ontwikkeling van het kind, dan wordt dit met de ouders besproken. Daar waar nodig worden er persoonlijke afspraken gemaakt. Door middel van foto‟s, schriftjes en kunstwerken probeert Thuishuis Baloe ouders een goed beeld te geven van wat hun kind in doet. De ouders dienen inzicht te hebben in hoe hun kind zich ontwikkelt, de interesses van het kind, waar het mee speelt etc. 4.4 Veilige omgeving De accommodatie voldoet aan alle veiligheidseisen zodat de kinderen op een veilige manier de wereld om hen heen kunnen ontdekken. Al het speelgoed is veilig en van een goede kwaliteit. Wanneer er met de kinderen een uitstapje gemaakt gaat worden, zal er altijd vooraf aan de ouders toestemming worden gevraagd. 4.5 Sociaal-emotionele ontwikkeling en respect Sociaal-emotionele ontwikkeling houdt in: leren om te gaan met zichzelf en met de anderen. Voorbeelden hiervan zijn het aangaan en onderhouden van sociale relaties, ontwikkeling van de seksualiteit, rekening houden met anderen en het oplossen van sociale problemen. Het sociale aspect is een belangrijke functie van Thuishuis Baloe. In de belevingswereld van een kind, vooral in die van een peuter, draait de hele wereld nog vooral om hem of haarzelf. Dat is een heel natuurlijk gegeven. Als baby zijn kinderen nog helemaal afhankelijk van anderen, het eten wordt voor ze verzorgd, ze worden verschoond en vertroeteld. Maar hoe meer ze zelf kunnen en hoe minder afhankelijk ze worden van anderen, des te meer groeit het besef dat ze zelf iemand zijn; het zogenaamde “ik besef”. In Thuishuis Baloe leren kinderen,nog meer dan thuis, dat ze ook rekening moeten houden met anderen. Kinderen zijn elkaars pedagoog. Door dingen samen te doen, leren ze dat je sommige dingen moet delen met andere kinderen, dat je dingen om de beurt moet doen, of dat dingen soms helemaal niet kunnen op het moment dat zij het willen. Ze leren respect te hebben voor elkaar, het spelmateriaal maar ook voor planten en dieren. Deze zaken leren ze door alledaagse activiteiten. Bijvoorbeeld door allemaal aan tafel te blijven zitten tot iedereen klaar is met eten. Door stil zijn als iemand aan tafel iets vertelt, door op de beurt te wachten en elkaar niet onnodig pijn te doen. Er worden allerlei spelletjes en creatieve activiteiten ondernomen met de kinderen, zoals balspelletjes, muziek maken en knutselen. Kinderen leren in de groep naar elkaar te luisteren en rekening te houden met elkaar. Ook van conflicten met andere kinderen leren kinderen veel. De leidster heeft hierbij een coachende rol, maar zal de kinderen stimuleren de conflicten zoveel mogelijk zelf op te lossen. Hierbij valt te denken aan een “om de beurtregeling” zoeken of een ander compromis sluiten zoals “als jij deze neemt, mag ik dan die...” Het wordt de kinderen geleerd dat ze na afloop van een ruzie sorry zeggen tegen elkaar.
7
4.5.1 Zelfstandigheid en zelfvertrouwen Het stimuleren van zelfstandigheid is heel erg belangrijk. Zelf leren je boterham te smeren, zelf je tanden leren te poetsen, je zelf leren aan en uit te kleden. Daarbij is echter wel heel erg belangrijk dat bij ieder kind individueel gekeken wordt, waar het aan toe is. Thuishuis Baloe wil kinderen niet onderschatten of uit gemakzucht dingen uit handen nemen (het gaat nou eenmaal sneller wanneer jij het even voor ze doet). Aan de andere kant vindt Thuishuis Baloe het ook heel belangrijk dat ze niet overschat worden. Als kinderen namelijk teveel dingen moeten doen waar ze eigenlijk nog niet aan toe zijn, dan kan dat tot gevolg hebben dat ze onzeker worden. Het is dus een kwestie van zoveel mogelijk de gulden middenweg te zoeken. Op het moment dat de leidster denkt dat een kind eraan toe is, zal ze het prikkelen om bepaalde dingen zelfstandig te doen. Bijvoorbeeld: zelf je jas aantrekken (ondersteboven op de grond leggen, armen er in en dan over je hoofd). Als het lukt, complimenteert de leidster de kinderen, die dan hartstikke trots op zichzelf zijn. Lukt het nog even niet, dan zal de leidster ze helpen en laten zien hoe ze het misschien een volgende keer zelf kunnen doen. Van zelfstandigheid krijgen kinderen zelfvertrouwen. En dat zelfvertrouwen is de basis van waaruit ze op ontdekkingstocht durven gaan en zich op hun eigen manier en in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. 4.5.2 Emotionele ontwikkeling Het is belangrijk dat kinderen en daarmee ook hun emoties, hun angsten en kleine verdrietjes, serieus worden genomen. Een kind moet zich begrepen voelen. Als een kind bijvoorbeeld heel verdrietig is bij het afscheid nemen, neemt de leidster hem of haar op schoot en zegt: “Je vindt het naar hè, dat mama weggaat en daarom moet je nu zo huilen”. Op die manier voelt een kind zich begrepen door de leidster. Een andere emotie is boosheid. Als twee kinderen ruzie hebben, dan zal de leidster de ruzie niet meteen oplossen voor de kinderen, maar ze stimuleren om het zelf op te lossen. Ze zal vragen of ze aan elkaar willen uitleggen wat hen zo boos maakt en hoe ze het zouden kunnen oplossen. Is de boosheid gericht op de leidster, bijvoorbeeld omdat het kind iets moet of niet mag, dan toont de leidster begrip voor de emotie van het kind en legt daarna nog eens heel duidelijk uit waarom iets niet mag of juist moet. Bijvoorbeeld: “Ik snap dat je het niet leuk vindt dat je niet meer kan spelen met de trein, maar het is nu echt tijd om even te gaan slapen. Dus de trein moet nu in de kast blijven”. In plaats van “Hé, je haalt de hele boel weer overhoop!” Zo kan het kind veel beter accepteren dat iets niet mag. Als de boosheid gepaard gaat met een driftbui, dan laat de leidster de driftbui de driftbui zijn zolang het andere kinderen niet schaadt. Is het voor de rust in de groep beter als het kind ergens anders uitraast, dan neemt de leidster het kind mee naar een rustig plekje om het daar te kalmeren. Soms hebben kinderen de neiging om als ze boos zijn om zich heen te slaan of te schoppen. De leidster legt ze dan uit dat ze best heel boos mogen zijn, maar dat slaan en schoppen echt niet kan, omdat ze dan anderen pijn kunnen doen. Hard tegen een kussen slaan kan wel. Op die manier kun je je toch uiten. Maar niet alleen kinderen hebben emoties. Een leidster hoeft niet haar hele zielenleven uit te leggen aan een tweejarige peuter, maar een verzoek om begrip kan heel goed en is bijzonder nuttig voor de ontwikkeling van een kind. Bijvoorbeeld: “Ik heb heel erg veel hoofdpijn vandaag en daarom wil ik even niet voorlezen, vind je het goed als we het een ander keertje doen?”
8
4.5.3 Cognitieve en motorische ontwikkeling Onder cognitieve ontwikkeling wordt de ontwikkeling van het leren denken verstaan. Onder motorische ontwikkeling wordt de ontwikkeling van de lichaamsbeheersing verstaan. Kinderen zijn rijk en competent en willen de wereld om hen heen ontdekken. Kinderen willen graag alles zelf ontdekken en zelf dingen uitvoeren. Deze nieuwsgierigheid wordt in Thuishuis Baloe gestimuleerd door de ruimte zo in te richten dat het de kinderen uitdaagt om te ontdekken. Er zijn verschillende hoekjes en alles is op kindhoogte ingericht. Kinderen kunnen zelf bepalen waar en waarmee ze spelen. Dat wil niet zeggen dat de leidster niet zal proberen ze daar een handje bij te helpen. Van hele simpele dingen kunnen kinderen ook heel veel leren. Er is niet alleen kant-en-klaarspeelgoed, maar ook speelgoed waar de kinderen dingen mee kunnen maken of waar kinderen dingen mee kunnen ontdekken (maatbekers, vergrootglas etc.) Met het voorlezen van boeken stimuleer je de taalontwikkeling en met een bal komen kinderen in beweging. Ze rennen er achteraan of leren hoe ze hem moeten gooien, vangen of er tegenaan schoppen. Met behulp van een puzzel leren ze goed naar vormen en kleuren te kijken en wordt de fijne motoriek gestimuleerd als ze proberen de stukjes in elkaar te leggen. Een ander aspect van lichamelijke ontwikkeling is de lichamelijke verzorging en het zindelijk worden. Meestal wordt de interesse in zindelijkheid gewekt als kinderen naar de peutergroep gaan. Ze zien dan dat de grote kinderen al zelf naar de wc gaan en door het natuurlijke imitatiegedrag willen de meeste kinderen dat dan zelf ook. Als de leidster merkt dat kinderen er interesse in tonen, kan ze ze meenemen als er met één van de grotere kinderen naar de wc wordt gegaan. Gewoon om eens te kijken hoe dat gaat. Ook kan de leidster kinderen even op het potje of op de wc zetten om hen aan het idee te laten wennen. Als kinderen na hun derde nog geen zin hebben om zindelijk te worden en een luier wel lekker makkelijk lijken te vinden, dan zal de leidster in overleg met de ouders actief stimuleren. Bijvoorbeeld door middel van luierbroekjes, die ze vaak erg interessant vinden omdat ze die zelf aan en uit kunnen doen. En ook door ze erg toe te juichen wanneer ze wel een poging doen. 4.5.4 Creativiteit en fantasie Creatief bezig zijn is op heel veel manieren belangrijk voor kinderen. Het is een manier van plezier maken, een manier om te ontdekken, maar ook een manier om emoties kwijt te raken of een plek te geven. Mede daarom speelt creativiteit een belangrijke rol in de ontwikkelingsstimulering van kinderen. Kinderen kunnen de hele dag creatief bezig zijn. In Thuishuis Baloe wordt uitgegaan van wat het kind zelf wil. Kinderen hoeven nooit verplicht een „plakwerkje‟ te maken. De leidster zal activiteiten aanbieden en zij kunnen daaraan meedoen als ze daar zin in hebben. Al het creatief materiaal staat op kindhoogte, dus als ze zelf willen tekenen met potloden of krijtjes, schilderen of kleien, scheuren, knippen, plakken of gewoon lekker kliederen met lijm („het materiaal ontdekken‟), dan kunnen ze zelf aan de slag gaan. Ook muziek maken en dansen is voor de meeste kinderen een expressievorm. Er wordt ook aan de hand van thema‟s gewerkt. Een thema komt meestal voort uit een vraag of een beleving van een kind. De leidster speelt hierop in door vragen te stellen aan het kind. Samen met de andere kinderen ontstaat er een verhaal of idee. Kinderen kunnen dit idee dan gaan tekenen of bouwen. De leidster helpt de kinderen mee, maar zegt niet wat ze moeten doen. Zij documenteert en observeert. Het belangrijkste is dat kinderen plezier hebben in het uiten en ontwikkelen van hun creativiteit en het niet zien als iets wat moet.
9 4.5.5 Eten en hygiëne Voor de kinderen die vroeg komen, is er gelegenheid om te ontbijten. Wanneer de ouders naar het werk of naar huis zijn gegaan, dan wordt het ontbijt aangeboden. Voorafgaand aan de maaltijden en na het eten worden de handen van de kinderen gewassen. Wanneer het kind moet plassen en dat eventueel zelf kan, wast hij of zij de handjes na het plassen. Wanneer de kinderen lekker liggen te slapen, maakt de leidster alles goed schoon, zodat, wanneer de kinderen wakker worden ze op een schone vloer en tafel kunnen spelen. 4.5.6 Ziekte Wanneer het kind thuis ziek is, melden de ouders het kindje ziek bij Thuishuis Baloe. Wanneer het kindje ziek wordt in Thuishuis Baloe dan, wordt er naar de ouders gebeld. Een kind is echt ziek wanneer het 38,5 graden koorts heeft. Wanneer het kindje niet echt koorts heeft maar zich niet lekker voelt, overleggen ouders en leidster over wat te doen. Een echt ziek kind hoort lekker thuis bij vader of moeder te zijn.