Pedagogisch werkplan BSO Oosterpoort
Oosterpoort wijst de weg!
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Pedagogisch beleidsplan SKSG 3. Onze visie 4. Beleid in ons dagelijkse werk 5. Ons team 6. Samenwerking met ouders 7. Bijlage: Handige kaart / Praktische zaken
1.Inleiding Pedagogisch beleidsplan ‘Het mooiste wat je kunt worden is jezelf’ is de titel van ons pedagogisch beleidsplan. In dit beleidsplan staan de uitgangspunten voor onze dagelijkse omgang met de kinderen binnen onze kindercentra en onze gastouderopvang. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven wat wij doen en waarom we dat zo doen. Dit beleidsplan wordt aan u opgestuurd. Pedagogisch werkplan In dit pedagogisch werkplan vertellen we, met in ons achterhoofd de pedagogische uitgangspunten, wat onze specifieke visie is en hoe we werken. We beschrijven hoe we omgaan met kinderen in de dagelijkse praktijk. Dit werkplan biedt dus inzicht in onze werkwijze en is een praktische uitwerking van onze uitgangspunten. Bijwerken Dit pedagogisch werkplan is niet voor ‘eeuwig’ vastgelegd. Omdat ons werk in ontwikkeling is, de maatschappij verandert en inzichten in de loop van de tijd kunnen veranderen, houden wij ons werkplan regelmatig up- to- date. Een keer per drie jaar lopen we ons werkplan weer na en wordt de inhoud eventueel aangepast. Naast onze medewerkers hebben ook ouders, die zitting hebben in de oudercommissie, invloed op de inhoud van dit werkplan. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over onze werkwijze, ons pedagogisch beleidsplan of dit werkplan, dan horen we dat graag!
De locatiemanager en pedagogisch medewerkers van SKSG Oosterpoort.
September 2013
2. Pedagogisch beleidsplan SKSG In ons pedagogisch beleidsplan vertellen we wat wij doen en waarom we dat zo doen. We vatten kort onze pedagogische uitgangspunten samen. ’n Veilig en vertrouwd gevoel.’ Kinderen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen als zij zich veilig en vertrouwd voelen. Door o.a. herkenbaarheid in dagritme, inrichting van ruimten en duidelijke regels en vaste rituelen geven we kinderen houvast en continuïteit. ‘Dat kan ik zelf!’ Kinderen hebben uitdagingen nodig om te kunnen groeien en leren. Om zelfredzaam en zelfstandig te worden, leren we kinderen al vroeg op hun eigen niveau keuzes maken. Dat geeft een goede basis voor later. ‘Iedereen is welkom’ Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met verschillen in onze samenleving en we denken dat je daar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. ‘Samen spelen, samen delen’ Kinderen ontmoeten elkaar in het spel en de dagelijkse activiteiten. Op deze manier leren zij spelenderwijs met elkaar omgaan. In dit contact, met andere kinderen en pedagogische medewerkers, leren zijn zichzelf beter kennen en ook de ander. Dit vinden wij een belangrijke meerwaarde en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van. ‘Lekker spannend’ Uitdaging en spanning zijn belangrijk voor kinderen, mits binnen de grenzen van veiligheid en vertrouwen. Wij nodigen kinderen uit om zelf op verkenning te gaan, zodat zij op zichzelf leren te vertrouwen en zich daardoor verder kunnen ontwikkelen.
3. Onze visie Het kind Voor het formuleren van onze visie gaan wij uit van het onderliggende kindbeeld. Ieder kind is uniek, met zijn eigen kwaliteiten en talenten. Het kind heeft van nature de behoefte deze kwaliteiten en talenten te onderzoeken en te ontwikkelen. De ontwikkeling komt tot stand op basis van gelijkwaardigheid en veiligheid. Elk kind is een sociaal wezen en vanuit de behoefte van verbinding met anderen gaan ze relaties aan. Wij zien kinderen als onderzoekers, die op hun eigen manier en tempo de wereld verkennen en zich daar een beeld van vormen. Het kind en zijn ontwikkeling staat bij ons centraal. De behoeften van de volwassenen zijn ondergeschikt aan de behoeften van het kind. Het kind is zelf regisseur van zijn ontwikkeling. We volgen het kind en helpen door middel van gerichte interacties zijn gevoelens en emoties begrijpbaar te maken. In onze houding laten wij blijken dat het kind serieus genomen wordt en dat het er mag zijn. We gaan respectvol met kinderen om en benaderen kinderen op een positieve manier. Door te benoemen wat kinderen goed doen, zullen zij zich vrijer en veiliger voelen. Door het negeren van ongewenst gedrag en benoemen hoe het wel kan, zullen kinderen begrijpen dat er meer aandacht is voor positief gedrag en zullen zij zich zeker voelen over zichzelf. In onvoorziene situaties geven we de kinderen altijd de mogelijkheid om zelf een oplossing te bedenken en deze toe te passen. Op deze manier ontdekken ze hun eigen verantwoordelijkheid. De groep Het bijzondere van buitenschoolse opvang is dat de kinderen binnen een groep samen kunnen spelen en samen hun vrije tijd kunnen invullen. Bij vrije tijd denken we aan rust, ontspanning, initiatieven nemen en eigen interesses volgen. Hierin willen kinderen zelf bepalen wat zij gaan doen. En zelf kiezen wanneer ze ermee stoppen. Kiezen met wie ze spelen of liever alleen, dat zijn de belangrijkste aspecten van vrije tijd voor kinderen. Ontspanning en plezier hebben, daar ligt bij ons de nadruk op. In ons activiteitenaanbod houden we er rekening mee dat we kinderen de mogelijkheid bieden om iets nieuws te leren of hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Zij kunnen hierin zelf een keuze maken. Niks moet, veel mag. Vanuit de inrichting van de ruimte en het aanbod van activiteiten heeft het kind de mogelijkheid om zijn eigen weg te kiezen in het aanbod. Gezamenlijke activiteiten en verantwoordelijkheid zorgen ervoor dat er een groepsgevoel ontstaat. Denk hierbij aan samen eten, het vieren van feesten en het samen ondernemen van uitstapjes. Wij willen kinderen een warme en huiselijke plek bieden waar zij zich thuis voelen en zichzelf kunnen zijn. Waar zij kunnen doen wat zij het liefste doen en waar zij begeleid worden op weg naar de ontwikkeling tot het mens dat zij willen zijn.
4. Beleid in ons dagelijkse werk In een eerder hoofdstuk hebben we al de pedagogische uitgangspunten van SKSG beschreven. In dit onderdeel lees je hoe we deze uitgangspunten in de praktijk brengen. Dit doen we aan de hand van de vijf uitgangspunten:
‘n Veilig en vertrouwd gevoel’ Wij menen dat kinderen zich veilig en vertrouwd voelen, wanneer er sprake is van voorspelbaarheid. Het kind weet bij welke stamgroep het hoort, en wie zijn pedagogische medewerkers zijn en welke groepsafspraken er gelden. Het kind weet dat de pedagogische medewerker er op gericht is op het welbevinden van het kind en het indien nodig ondersteuning kan verwachten van de pedagogische medewerker. De pedagogisch medewerkers besteden veel zorg aan een positief klimaat in de groep Elk kind wordt geaccepteerd zoals het is en wordt betrokken bij het groepsgebeuren .De pedagogische medewerker benadert het kind met een open houding en toont interesse in de belevingswereld en gevoelens van het kind. Cluster Oosterpoort Cluster Oosterpoort is een cluster van verschillende BSO locaties, die nauw met elkaar samenwerken. In dit werkplan worden de groepen, die gevestigd zijn in de wijk De Oosterpoort beschreven. Dit zijn de groepen; SKSG Roezemoes en SKSG Decibel. SKSG Roezemoes SKSG Roezemoes is gevestigd in het schoolgebouw van de Borgmanschool en biedt opvang aan maximaal 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Er is een knusse groepsruimte met verschillende speelhoeken en spelmateriaal. In het atelier kan lekker geknutseld, getimmerd en gezaagd worden. Ook maken we vaak gebruik van het speellokaal van de Borgmanschool. Als buitenruimte biedt het schoolplein veel leuke uitdagingen. SKSG Decibel SKSG Decibel is gevestigd in het gebouw van speeltuinvereniging Oosterpoort aan de Meeuwerderweg en biedt opvang aan maximaal 27 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Er is een gezellige sfeer gecreëerd waar elk kind zich thuis kan voelen. Het buitenterrein beschikt over een voetbalveld, een tennisbaan, klimtoestellen en tafeltennistafels. Aan de overkant van het gebouw bevindt zich een basketbalkooi. Hier vinden zowel jonge kinderen als oudere kinderen genoeg uitdagingen.
De dagelijkse praktijk Stamgroepen Om de kinderen een betrouwbare en vaste omgeving te bieden, gaan zij naar een vaste stamgroep. Dat wil zeggen dat de kinderen activiteiten zoals eten, kringgesprekken en het vieren van verjaardagen binnen een vaste groep, samen doen. De pedagogisch medewerkers van de stamgroep zijn de personen, waar de ouders door geïnformeerd worden en die met hen overleggen over hun kind. Na een gezamenlijke start in de stamgroep kunnen de kinderen kiezen, welke activiteiten zij gaan ondernemen. Deze activiteiten hoeven niet binnen de stamgroep plaats te vinden. Mentorschap Elk kind heeft een mentor. Dit is één van de pedagogisch medewerkers van de stamgroep van het kind. Zaken die per kind door de mentor geregeld worden zijn:
Het bijhouden van de kindadministratie
Het uitvoeren van de jaarlijkse observaties welbevinden
Het maken en vastleggen van afspraken met de ouders en kinderen
Het voeren van oudergesprekken (jaarlijks en tussentijds op aanvraag)
Het volgen van de ontwikkeling van het kind op lange termijn
Bij de verdeling van de kinderen houden we met de volgende aspecten rekening:
De dagen, waarop een kind van de BSO gebruik maakt, moeten overeenkomen met de werkdagen van de mentor.
Kind en pedagogisch medewerker moeten een band met elkaar hebben
Het kind (vooral de ouderen) hebben een stem bij de toewijzing van hun mentor
Het aantal medewerkers dat op de groep werkt is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd. We werken volgens het wettelijk vastgestelde beroepskracht-kindratio, hetgeen betekent dat één pedagogisch medewerker aanwezig is voor:
10 kinderen van 4 t/m 12 jaar
De pedagogisch medewerkers werken volgens een vast rooster. Het team van vaste pedagogisch medewerkers is wanneer nodig uitgebreid met (vaste) inval pedagogisch medewerkers en stagiaires die bij voorkeur langere tijd op de groep meedraaien. Kindercentrumbreed werken Kinderen willen de wereld ontdekken en zijn op zoek naar nieuwe uitdagende activiteiten. Op die ontwikkelingsbehoefte willen we graag inspelen. Daarom bieden we op een aantal dagen uitdagende spel- en ontwikkelingsactiviteiten buiten de eigen basisgroep. Wanneer de activiteit ten einde is gaan de kinderen terug naar hun eigen basisgroep. Bij activiteiten waar meer dan dertig kinderen aanwezig zijn wordt de kinderen van te voren verteld bij welke pedagogische medewerker en kinderen zij tijdens de activiteit horen. Hierbij wordt de toegestane beroepskracht-kindratio in acht genomen. Extra dagdelen Wanneer een ouder structureel of incidenteel een extra dag(deel) opvang aanvraagt, kan het voorkomen dat er op dat moment op de vaste basisgroep van het kind geen plaats is . In dat geval
wordt het kind tijdelijk voor de betreffende dag (deel), in een andere stamgroep geplaatst. Dit met toestemming van de ouders, die geregeld wordt via het toestemmingformulier opvang in een 2 e basis groep . Samenvoegen van groepen Soms komt het voor dat we groepen samenvoegen, bijvoorbeeld aan het begin of eind van de dag, tijdens vakanties en op dagen dat de bezetting laag is. De basisgroep wordt dan in zijn geheel samengevoegd met een andere basisgroep. Achterwacht Er zijn altijd minimaal 2 volwassenen, waarvan één PM-er, in het gebouw aanwezig. Mocht een locatie zo klein zijn dat er gezien het kindaantal slechts een pedagogische medewerker noodzakelijk is dan is geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Bij cluster Oosterpoort werken wij met de verplichte meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Het kunnen signaleren van kindermishandeling is een belangrijke competentie waarover alle locatiemanagers en pedagogisch medewerkers beschikken . Alle medewerkers op de locaties zijn op de hoogte van de inhoud van de Meldcode. Deze Meldcode wordt jaarlijks met de medewerkers besproken. Dagritme De weg van school naar de BSO wordt lopend of fietsend afgelegd. En sommige BSO groepen bevinden zich al in de school zelf. De kinderen verzamelen bij het vooraf afgesproken verzamelpunt (vlak) bij hun scholen of in hun school, waar zij worden opgewacht door een pedagogisch medewerker van de BSO. Afhankelijk van de zelfstandigheid en leeftijd van het kind, gaat het kind samen met de groep of alleen naar de BSO. Training in verkeersveiligheid en gedrag in het verkeer is een vast onderdeel van het activiteitenaanbod. Als de kinderen hebben laten zien dat zij de weg van school naar de BSO zelfstandig kunnen afleggen, mogen zij dit doen. Uiteraard alleen met toestemming van de ouders. Als de kinderen op de BSO aankomen wordt er wat gegeten en gedronken. We streven naar gezonde en gevarieerde voeding met bijvoorbeeld weinig toegevoegde suikers en/of kunstmatige toevoegingen en zo min mogelijk vet. Tijdens het tafelmoment wordt besproken welke georganiseerde activiteit die dag op het programma staat en welke kinderen daaraan mee willen doen. Er is ook volop ruimte voor vrij spel. In de loop van de middag wordt er fruit gegeten en is er nogmaals tijd om wat te drinken. Vanaf half 16.30 uur worden de eerste kinderen opgehaald. Op margedagen en tijdens vakanties, wanneer wij de hele dag geopend zijn, is er een aangepast dagprogramma. Rituelen en gebruiken Rituelen en gebruiken dragen bij aan een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Met name het jonge kind hecht waarde aan de dagelijkse gang van zaken, maar ook oudere kinderen stellen het zeer op prijs een zeker ritme en regelmaat te hebben.
De jongste BSO kinderen worden aan het einde van de middag door hun ouders opgehaald van de BSO. De pedagogisch medewerker vertelt aan de ouder, hoe de middag verlopen is en neemt afscheid van het kind. Het overdrachtsgesprek is wederkerig. Wij horen graag hoe u als ouder en uw kind de opvang ervaart. Oudere BSO kinderen mogen vaak alleen naar huis. Hierover zijn duidelijke afspraken gemaakt met de ouders en het kind en deze afspraken zijn ook schriftelijk vastgelegd. Alle kinderen hebben een eigen vakje/ bakje, waar zij persoonlijke spullen in kwijt kunnen. Soms gebruiken wij deze bakjes als postvak voor belangrijke informatie of wij vragen de kinderen het in hun schooltas te doen zodat u het thuis kunt lezen. Feesten en traktaties Bijzondere gebeurtenissen van individuele kinderen worden in de groep gevierd. Bijvoorbeeld de verjaardag van een kind of de geboorte van een broertje of zusje. Stil staan bij het gebeuren en met elkaar de mooie momenten vieren, geven de kinderen het gevoel van saamhorigheid. Ook staat elk kind op die manier een keer in het middelpunt van de belangstelling. Ouders kunnen ervoor kiezen, om een traktatie voor de kinderen uit de groep mee te geven. Andere, minder leuke gebeurtenissen, bijvoorbeeld het overlijden van een familielid, kunnen voor een kind heel ingrijpend zijn. Vandaar dat we in nauw overleg met de ouders ook hieraan aandacht kunnen besteden binnen het groepsproces. Wennen op de groep Voorafgaand aan de plaatsing is er in overleg met de pedagogisch medewerkers mogelijkheid tot wennen op de groep. De pedagogisch medewerker biedt het kind extra aandacht en biedt ondersteuning bij het vinden van een eigen plekje in de groep. Een kind moet zich welkom voelen. Het kind wordt bekend gemaakt met de ruimtes, het dagritme en de regels. Waarden, normen en omgangsvormen Op de BSO komen kinderen veel met elkaar en met elkaars verschillen in contact. Wij vinden het belangrijk dat kinderen een respectvolle houding hebben naar elkaar en naar de pedagogisch medewerker en dat ze deze verschillen leren (h)erkennen. Ook willen we kinderen laten ervaren dat zij samen verantwoordelijk zijn voor de ruimte waarin zij opgevangen worden en dat zij hierin samen verantwoordelijk zijn voor het materiaal en meubilair, maar ook voor de sfeer in de groep. De pedagogisch medewerkers zijn zich ervan bewust dat zij hierin een voorbeeldfunctie hebben. Zij tonen respect voor elkaar en voor de kinderen. Zo gaan kinderen het vanzelfsprekend vinden dat:
Je eerlijk bent;
Je zuinig bent op elkaar en op elkaars spullen;
Je de BSO-ruimte en de spullen die je gebruikt schoon, opgeruimd en heel houdt;
Je niet pest, scheldt of discrimineert;
Je rekening houdt met elkaar;
Overgang naar de 8+ Groep
De overgang naar een volgende groep is voor een kind een belangrijke gebeurtenis. De overgang wordt met zorg gepland en het kind gaat stapsgewijs wennen. Hierbij wordt met de volgende zaken rekening gehouden. Is het kind qua ontwikkelingsniveau toe aan een oudere groep, heeft het behoefte aan een nieuwe uitdaging en kan het zich goed staande houden tussen wat oudere kinderen; Is er plaats in de volgende groep en is het mogelijk dat meerdere kinderen kunnen doorstromen, zodat het wenproces vergemakkelijkt. Individuele kindobservaties De ontwikkeling van elk kind wordt regelmatig in een groepsbespreking aan de orde gesteld. Eén keer per jaar wordt elk kind intensief geobserveerd aan de hand van een observatie-instrument (‘klein kapitaal’) dat speciaal voor de kinderopvang ontwikkeld is. Voor elke leeftijdsgroep wordt een aan de ontwikkeling van het kind aangepaste vragenlijst gebruikt. De pedagogisch medewerkers kijken naar de volgende aspecten om het welbevinden van het kind te kunnen onderzoeken:
Het kind zelf: staat het open voor nieuwe dingen, is het nieuwsgierig, levenslustig, tevreden en ontspannen, heeft het kind zelfvertrouwen, is het evenwichtig.
De relatie van het kind met de pedagogisch medewerker: staat het kind open voor de pedagogisch medewerker, kan de pedagogisch medewerker het kind gemakkelijk uitdagen om iets nieuws te proberen, durft het kind ondeugend te zijn en grapjes te maken, is het kind rustig en ontspannen in het contact, laat het kind emoties, zoals verdriet, pijn, vreugde of boosheid zien aan de pedagogisch medewerker.
De relatie van het kind met andere kinderen: staat het kind open voor contact, is het actief gericht op andere kinderen, geniet het kind van het samenzijn met andere kinderen, gaat het kind op in gezamenlijke bezigheden.
Het verslag van deze observatie wordt in het kinddossier bewaard. Resultaten worden uiteraard besproken en dit gebeurt vaak aan de hand van de jaarlijkse 10-minuten gesprekken. Groepsobservaties Eén van de meest bijzondere en waardevolle kenmerken van de BSO is de groepsopvang. Elk jaar observeren de pedagogische medewerkers van de Zeppelin het welbevinden van de groep als geheel. Ook deze observaties worden met het instrument `klein kapitaal` gedaan. De pedagogische medewerkers onderzoeken de sfeer in de groep, de activiteiten, het gebruik van de ruimte, de relaties van de kinderen onderling en de structuur en afspraken in de groep. De verslagen van deze observaties worden besproken in onze teamvergaderingen en hebben als doel om het welbevinden van de groep kinderen te optimaliseren. Zo nodig worden er eventuele verbeterpunten besroken en passen wij onze werkwijze aan. Vervolgobservatie Wanneer er tijdens de individuele observatie opvallendheden zijn geconstateerd, doen de pedagogisch medewerkers een vervolgobservatie waarin het kind in verschillende situaties geobserveerd zal worden. Hiervan worden de ouders altijd op de hoogte gesteld.
Indien nodig overleggen wij met de ouders en met elkaar en vragen we advies aan onze pedagogisch deskundige. Samen bespreken we een eventuele aanpak en zoeken we naar mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk in zijn ontwikkeling te ondersteunen.
‘Dat kan ik zelf!’ Ontwikkeling en stimuleren van zelfstandigheid Op de BSO komen kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Kinderen in deze leeftijdscategorie ontwikkelen zich snel op het gebied van zelfstandigheid en sociale vaardigheden. Zij kunnen en willen steeds meer zelfstandig en zonder volwassenen doen, maar hebben bij hun groei naar zelfstandigheid aanvankelijk nog wel hulp en begeleiding van volwassenen nodig. Ook wanneer het kind met tegenslag of problemen wordt geconfronteerd heeft het de hulp van een volwassene nodig en moet het op een volwassene terug kunnen vallen. Kinderen zoeken vaak de grenzen op van wat mag en wat ze kunnen. We geven ze hierin de ruimte, maar geven grenzen aan. We stimuleren de kinderen om zoveel mogelijk zelf materialen te pakken, een boodschap te doen of te helpen met opruimen.
Wij realiseren ons dat de wereld van een kind langzamerhand groter wordt. Wij kunnen kinderen niet altijd afschermen en ze binnen de veilige grenzen van de BSO houden, maar moeten ze juist erin begeleiden om zich zelfstandig in deze wereld te kunnen begeven, om zelf gevaren en risico’s te kunnen inschatten en om zelf problemen te kunnen oplossen. Wanneer kinderen in de gelegenheid worden gesteld zelf te ervaren hoe het is om zich in de samenleving te begeven en wij ze het vertrouwen geven dat zij dit kunnen, zal hun zelfvertrouwen en hun verantwoordelijkheidsbesef toenemen. Ons doel is het dat kinderen een positief zelfbeeld ontwikkelen en gaan handelen op basis van eigen keuzes. Zij leren de consequenties van hun eigen handelen te dragen door nieuwe uitdagingen aan te gaan, waarin zij aangesproken worden op hun zelfstandigheid. Het stimuleren van de zelfstandigheid van de kinderen is verweven in alle BSO-activiteiten. Hier volgen enkele voorbeelden:
Kinderen kunnen zelf kiezen, aan welke activiteiten zij deelnemen en wat zij doen met hun vrije tijd.
Aanbod van een gevarieerd cursusaanbod, om kinderen te laten ervaren, waar hun interesses liggen m.b.t. vrije tijdsbesteding
Sociale en levenspraktische vaardigheden worden getraind (verkeer, huishoudelijke taken, lichaamsverzorging en conflicthantering)
De bewegingsruimte van de kinderen wordt steeds groter, hoe meer het kind groeit in het dragen van verantwoordelijkheid.
De kinderen mogen mee beslissen. Zij worden actief betrokken bij de aanschaf van (speel)materiaal en het organiseren van activiteiten.
Afspraken die wij met het kind en de ouders maken worden serieus genomen. Daarom sluiten we met het kind en diens ouders zelfstandigheidcontracten af.
Omgaan met conflicten Natuurlijk leidt het groepsproces wel eens tot kleine conflicten onderling. De kinderen worden gestimuleerd hier zelf oplossingen voor te vinden. Kinderen leren spelenderwijs om te gaan met onderlinge verschillen. Zij worden weerbaarder, worden zelfstandiger en bouwen verantwoordelijkheidsbesef op. Wanneer wij vinden dat er een grens gesteld moet worden aan het gedrag van een kind dan krijgen zij een time-out en nadenktijd.
In het groepsproces leren kinderen niet alleen de ander, maar ook zichzelf kennen. Door kinderen emotionele ondersteuning te geven en ze te leren respect te hebben voor elkaars ‘eigenheid’ (binnen onze maatschappelijke grenzen) kunnen kinderen samen op zoek naar een oplossing. De pedagogisch medewerker biedt hulp die past bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Inrichten van de ruimtes De inrichting laat zien dat hier de hele dag kinderen spelen en elkaar ontmoeten. Wij willen een sfeer uitstralen die uitnodigt tot ontwikkeling en tot ontdekking van ruimte en materiaal. Daarnaast bieden we kinderen momenten van rust en de mogelijkheid zich terug te trekken. De inrichting van onze bso groepen ondersteunt onze pedagogische aanpak. Buitenruimte Ons beleid is erop gericht dat kinderen zo veel mogelijk buiten komen. Buitenspelen draagt bij aan persoonlijke en sociale competenties van kinderen. Anders dan bij binnenspelen zullen kinderen buiten meer ervaring opdoen in het zelfstandig zijn, een ander soort spel, meer motorische vaardigheid en meer zelfstandigheid in sociale contacten. Oudere kinderen hebben behoefte aan meer bewegingsvrijheid en uitdaging. We bieden deze kinderen, in overleg met ouders, de mogelijkheid om ook in de buurt te kunnen spelen. Regelmatig gaan pedagogisch medewerkers ook met de jongere kinderen op stap buiten de buitenruimte. Zo leren kinderen hun eigen buurt beter kennen.
TOP programma TOP staat voor Tijd voor Ontspanning en Plezier. Met name bij oudere kinderen neemt de behoefte aan vrijheid en zelfstandigheid toe. Door het TOP- programma wordt het ontwikkelingsklimaat voor kinderen vanaf 8 jaar verruimd. Hiermee wordt de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsbesef van de kinderen gestimuleerd. TOP is een manier van werken die juist voor oudere kinderen de BSO aantrekkelijker maakt. De kinderen hebben een stem en mogen meebeslissen. De behoefte aan vrijheid en de mate waarin ze dit aankunnen zal per kind verschillen. Ook ouders hebben hier verschillende meningen over. Afspraken over de vrijheid die kinderen hebben, worden in een contract met ouders en kind vastgelegd. Activiteiten zijn afwisselend en afgestemd op hun interesses en belevingswereld. Te denken valt aan deelname aan een cursus in een buurthuis of sportvereniging, eerst melden op de BSO en dan pas weggaan naar een vriendje, boodschappen doen bij een winkel in de buurt, zelf naar huis gaan op de tijd die je wilt of spelen in de buurt zonder direct toezicht van een volwassene. Voordat we zover zijn, legt een kind deze zelfstandigheidtraining af waarin het bewijst dat het bewegingsvrijheid aan kan. Goede afspraken tussen kind, ouders en pedagogisch medewerkers zijn onmisbaar en vooral vertrouwen tussen deze drie partijen is essentieel. Kinderparticipatie Om de oudste kinderen het goed naar de zin te maken op de BSO, werken we met kinderparticipatie. Kinderparticipatie heeft een positief effect op kinderen omdat het hun zelfvertrouwen verhoogt. Kinderen krijgen de mogelijkheid te laten zien wat ze kunnen en zullen zo merken dat het resultaat gewaardeerd wordt. Het vergroot ook de betrokkenheid van het kind bij de BSO. Jaarlijks wordt er een
8+ enquête gehouden en samen met de kinderen willen we kijken naar activiteiten die aansluiten bij hun belevingswereld. Op deze manier willen we, met name de oudste kinderen, betroken houden bij de BSO.
‘Iedereen is welkom’ Diversiteit binnen de BSO Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Respect hebben voor elkaar en elkaars eigenheid hoort erbij. Ons uitgangspunt is dat ieder kind, ouder en medewerker een bijdrage levert aan het kindercentrum door het inbrengen van eigenheid en cultuur. Om dit te bereiken zal er onderling gecommuniceerd worden. Er zal respect en ruimte zijn voor elkaars eigenheid, cultuur en elkaars opvattingen over opvoeding. Vanuit de medewerkers is er een actieve geïnteresseerde houding naar de (culturele) achtergrond van de kinderen en ouders. Dit vindt plaats tijdens de interactie met de kinderen en ouders gedurende de dag en bestaande overlegmomenten zoals oudergesprekken, ouderavonden e.d. Medewerkers zijn zich daarvan bewust en hebben een voorbeeldfunctie naar de kinderen toe wat betreft het hebben van belangstelling en respect voor mensen, die anders zijn dan zijzelf, in plaats van te (ver)oordelen. De verschillen tussen de kinderen in de groep worden niet verzwegen maar positief benoemd en gebruikt. Ieder kind komt de groep binnen met eigen waarden en normen, deze moeten op elkaar afgestemd worden en een plaats krijgen in het groepsgebeuren. We beseffen dat er binnen ons kindercentrum diversiteit bestaat en benadrukken dat diversiteit waardevol kan zijn. De verhalen van de belevenissen en ervaringen van de kinderen (over thuis) zijn een waardevolle aanvulling, om van elkaar te leren en om de identiteit en het gevoel van eigenwaarde van kinderen te ontwikkelen. Kinderen met een beperking Ook kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking of een chronische ziekte kunnen bij ons terecht. Dit gaat in overleg met de locatiemanager en de pedagogisch medewerkers. Kinderen met een special behoefte kunnen we in onze groepen opvangen zolang de groep als geheel kan blijven functioneren. Ziek zijn Zieke kinderen hebben meestal rust nodig. Zij voelen zich over het algemeen, thuis in hun eigen omgeving beter dan in een drukke groep. Wanneer wij gedurende de dag merken dat een kind verhoging krijgt of zelfs koorts, of wanneer het kind zich zichtbaar niet lekker voelt, dan nemen wij altijd contact op met de ouders. Afhankelijk hoe het kind zich voelt spreekt de pedagogisch medewerker met de ouder af hoe te handelen. Het kan zijn dat we de ouder vragen hun kind op te halen, maar het kan ook zijn dat we het kind lekker op de bank laten liggen. Dit is afhankelijk van de situatie. Ons protocol ‘Zieke kinderen en hygiëne’ geeft meer informatie (Zie bijlage).
‘Samen spelen, samen delen’ Spelbegeleiding Ieder kind heeft zijn eigen interesses. De pedagogische medewerkers begeleiden de kinderen bij hun spel(‘spelend leren’) en lokken hen tot spel uit door materialen en activiteiten aan te bieden die aansluiten bij de interesse en het ontwikkelingniveau van ieder kind. Aansluitend bij de interesse van een kind zoeken de pedagogische medewerkers steeds actief naar wat de kinderen een nieuwe uitdaging biedt. Meervoudige intelligentie Binnen de BSO’s van SKSG wordt gewerkt met meervoudige intelligentie. Maar wat is nu eigenlijk meervoudige intelligentie? In de 20e eeuw wordt het begrip intelligentie teruggebracht tot een IQ getal. Met dit getal word je geboren en dat houd je je hele leven. Howard Gardner zet zijn vraagtekens bij deze theorie. Veel intelligent gedrag is leerbaar, menselijke capaciteiten zijn veel breder dan alleen IQ. Hij gaat uit van acht intelligenties. Hieronder worden deze acht domeinen (KNAPS) beschreven. Woordknap, Verbaal-Linguïstische intelligentie Een kind dat sterk verbaal-linguïstisch intelligent is, richt zich primair op taal; op dat wat hij of zij hoort en op wat gezegd wordt. Dit kind geniet van lezen, schrijven, luisteren en spreken. Het is gevoelig en ontvankelijk voor talige informatie en heeft als het ware een 'radar' om nuances en niveaus in taaluitingen snel aan te voelen. Je doet deze kinderen een plezier met taallessen en het gebruiken van taal (mondeling en schriftelijk) als middel bij het uitvoeren van allerlei soorten leeractiviteiten. Deze intelligentie drukt zich onder meer uit in het vertellen van verhalen en grappen, discussiëren, gedichten schrijven en voordrachten houden. Rekenknap, Logisch-Mathematisch Een kind dat sterk logisch-mathematisch intelligent is, geniet van het oplossen van problemen en het vaststellen van verbanden. Typerend voor deze intelligentie is o.a. het creëren van, denken over en oplossen van problemen; het analyseren van objecten en situaties; het gebruik maken van abstracte symbolen; het ontdekken en gebruiken van algoritmes en het planmatig problemen aanpakken. Je doet deze kinderen een plezier door ze planmatig problemen op te laten lossen en ze objecten en situaties te laten analyseren. Zij voelen zich immers aangetrokken tot cijfers, verbanden en problemen. Beeldknap, Visueel-Ruimtelijke intelligentie Een kind dat sterk visueel-ruimtelijk intelligent is, geniet van ontwerpen, tekenen, kleuren, combineren, objecten ordenen, poppetjes en figuurtjes tekenen en heeft vaak een goed richtingsgevoel. Je doet deze kinderen een plezier als ze zich kunnen uitdrukken door collages te maken, decoreren, pagina's op te maken en landkaarten te maken. Zij voelen zich immers aangetrokken tot ruimtelijke relaties, vormen, kleuren, grootte en richting. Muziekknap, Muzikaal-Ritmische intelligentie Een kind dat sterk muzikaal-ritmisch is, geniet van het luisteren naar en/of het maken van muziek in velerlei vormen en waardeert muziek in het algemeen. Deze kinderen spelen graag met een muziekinstrument, zingen liedjes en componeren graag melodieën en teksten.
Beweegknap, Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie Een kind dat sterk lichamelijk-kinestetisch is, geniet van fysieke activiteiten, praktische 'doe'activiteiten, toneelspelen en het ontwikkelen van fysieke vaardigheden. Je doet deze kinderen een plezier door het leren te baseren op fysieke ervaringen. Lichamelijk-kinesteten voelen zich immers aangetrokken tot beweging, lichaamstaal, praktische handelingen en doe-activiteiten. Natuurknap, Naturalistische intelligentie Een kind dat sterk naturalistisch is, voelt zich sterk aangetrokken tot planten, dieren, landschappen en natuurlijke fenomenen zoals weer, klimaat, stenen e.d. Aan deze intelligentie is ook het vermogen verbonden snel overeenkomsten en verschillen waar te nemen en te classificeren. Je doet deze kinderen een plezier door ze activiteiten te laten doen met betrekking tot het verzamelen, analyseren, bestuderen en zorgen voor planten en dieren. Mensknap, Interpersoonlijke intelligentie Een kind dat sterk interpersoonlijk is, geniet van werken met, zorgen voor en leren met anderen. Ze hebben een natuurlijke radar voor behoeften, intenties, gevoelens en wensen van anderen en stemmen daar gemakkelijk op af. Je doet deze kinderen een plezier door ze te laten communiceren, contact te hebben en ervaringen uit te wisselen met derden. Zelfknap, Intrapersoonlijke intelligentie Een kind dat sterk intrapersoonlijk is, geniet van afzondering, stilte, contemplatie, reflectie en van de gelegenheid om innerlijke ervaringen en gedachten te kunnen verkennen. Je doet deze kinderen een plezier door bij het leren een beroep te doen op stemmingen, herinneringen, intuïties, waarden, gevoelens en fantasieën. We werken op de BSO’s met de acht bovengenoemde KNAPS. Dit doen we door activiteiten themagericht aan te bieden. Per periode van bijvoorbeeld vier weken, wordt er een bepaald thema gekozen door de medewerkers van de BSO’s. Aan dit thema worden allerlei activiteiten gekoppeld die betrekking hebben op het thema. Vanuit die verschillende activiteiten wordt gekeken of alle KNAPS aan bod komen, zodat kinderen gestimuleerd worden in het ontwikkelen van alle acht KNAPS. Activiteiten en spelmateriaal Vrij spel en georganiseerde activiteiten zijn beide belangrijke onderdelen van ons aanbod. Aan de ene kant willen we kinderen zoveel mogelijk keuzevrijheid bieden, aan de andere vinden we het belangrijk kinderen uit te dagen tot activiteiten die goed zijn voor hun ontwikkeling. Binnen vierwekelijkse thema’s worden allerlei activiteiten aangeboden. Soms zijn de activiteiten gericht op beweging of ontspanning, maar ze kunnen ook educatief gericht zijn. In de begeleiding van de kinderen en het aanbod aan activiteiten wordt steeds rekening gehouden met de ontwikkelingsfase en de behoefte van het individuele kind. De accommodaties van de BSO zijn zodanig ingericht, dat aan de spelbehoeften van de verschillende leeftijden tegemoet gekomen wordt. Wij beschikken op alle locaties over meerdere ruimten, waardoor de activiteiten gevarieerd en gericht aangeboden kunnen worden. De groepsruimten zijn onderverdeeld in activiteitenhoeken: de zithoek om te lezen en tv kijken, bouw- en poppenhoek, de computerhoek voor spelletjes en huiswerk. Tafels om in groepsverband spelletjes te doen, etc. Het creëren van een huiselijke sfeer vinden wij belangrijk.
In de schoolvakanties is de BSO hele dagen geopend. Om de kinderen een ontspannen en leuke vakantieperiode te bieden, breiden wij ons activiteitenprogramma dan uit met dagjes weg en kampdagen. De ouders worden vooraf altijd op de hoogte gebracht van deze ondernemingen. Ook werken we tijdens de vakanties samen met andere BSO vestigingen. NSA Dit staat voor naschoolse activiteiten, deze worden in het centrum en in de wijk Oosterpoort aangeboden. De kinderen kunnen zich via de activiteitenladder inschrijven voor deze activiteiten. De activiteitenladder wordt op school uitgedeeld en liggen op centrale plekken in het centrum en in de wijk Oosterpoort verspreid. Onze medewerkers stimuleren de BSO kinderen om aan deze activiteiten mee te doen. De kinderen kunnen op deze manier samen met hun klasgenoten en kinderen uit de wijk deel nemen aan activiteiten die hun aanspreken.
‘Lekker spannend’ Fysieke en emotionele veiligheid Een gevoel van veiligheid is de basis voor een voorspoedige ontwikkeling van kinderen. Op de BSO willen wij kinderen die veilige basis bieden, een “thuis” waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Bij veiligheid gaat het om fysieke en emotionele veiligheid. Kinderen voelen zich beschermd tegen gevaren waar zij zelf nog niet mee om kunnen gaan. Zij hebben steun nodig in situaties waarin ze de gevolgen zelf nog niet kunnen overzien. Wij zoeken voortdurend naar een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en leermomenten. Wanneer we alle veiligheidsrisico’s zouden uitsluiten kunnen kinderen niet spelen, kunnen zij zich niet vrij bewegen en leren zij niet om te gaan met de wereld om zich heen. Ons beleid is gericht op het reduceren van risico’s tot een aanvaardbaar minimum. Jaarlijks voeren we een zogenaamde risico-inventarisatie uit en brengen hiermee de veiligheid van het hele kindercentrum in kaart en treffen we adequate maatregelen als dat nodig is. De emotionele veiligheid wordt gewaarborgd door ons vaste dagritme en de rol die de pedagogisch medewerkers hierin spelen. Regels en routines, zoals eerst eten en drinken dan buiten spelen, zorgen voor een positieve groepssfeer. Het geeft houvast aan kinderen als ze kunnen voorspellen wat er gaat gebeuren. Ook vertrouwen tussen alle betrokken partijen speelt hierin een belangrijke rol. Pedagogisch medewerkers creëren een positieve sfeer in de groep, waarin kinderen vertrouwen kunnen hebben in de pedagogisch medewerker, in elkaar en in zichzelf. De pedagogisch medewerkers gaan op een passende en helpende manier in op de behoeften van het kind en de signalen die het daarover geeft. Voor het ontwikkelen van respectvolle positieve relaties met ouders vinden wij het informeel contact met ouders tijdens de breng- en haalmomenten van groot belang. Deskundigheid Onze medewerkers hebben vanuit hun opleiding kennis van de dagelijkse veiligheid en goede verzorging van kinderen. Daarnaast is een aantal pedagogisch medewerkers opgeleid voor het kinderEHBO diploma en is een wettelijk aantal pedagogisch medewerkers opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Intern wordt geoefend met het uitvoeren van calamiteitenplannen. En als er dan eens een ongeluk(je) gebeurt? Bij kleine ongelukken volstaat doorgaans de kennis en kunde van de EHBO’ers en de inhoud van onze EHBO doos. Maar we weten ook wanneer we een arts moeten inschakelen voor advies of medisch handelen. Afhankelijk van de ernst van de zaak bellen we eerst met de ouders of rijden we direct naar de dichtstbijzijnde Eerste Hulppost. Uiteraard bellen we direct 112 wanneer er sprake is van een levensbedreigende situatie en bieden we de noodzakelijke eerste hulp. Calamiteiten Met regelmaat oefenen wij het calamiteitenplan, dit calamiteitenplan is goedgekeurd door de brandweer. We hebben geleerd wat te doen als de plaatselijke sirenes hun alarm laten loeien en we oefenen jaarlijks voor het geval er brand uit breekt of een andere crisissituatie ontstaat. Dit calamiteitenplan ligt ook voor ouders ter inzage bij onze locatiemanager. Na een calamiteitenoefening
vindt er een evaluatie plaats en worden de resultaten schriftelijk vastgelegd. Knelpunten worden samengevat op een actielijst en worden onmiddellijk opgelost. 5. Ons team Pedagogisch medewerkers en locatiehulpen De groepen worden begeleid door pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerkers hebben de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de groep kinderen die aan hun zorg is toevertrouwd. Zij zorgen voor een goede sfeer, een heldere dagindeling en een leuk, spannend en uitnodigend activiteitenaanbod. Zij observeren en begeleiden de kinderen ieder op hun eigen niveau en verzorgen hen afhankelijk van de zorg die zij nodig hebben. Zij hebben aandacht voor zowel de groep als geheel, maar zien ook het individuele kind in de groep. De pedagogisch medewerker is een belangrijk dagelijkse aanspreekpunt voor de ouders. Samen met de ouders stemmen zij de zorg voor het kind af. Uiteraard binnen de mogelijkheden die ons kindercentrum te bieden heeft. Onze pedagogisch medewerkers hebben een kindgerichte opleiding afgerond op minimaal MBO niveau. De locatiehulpen zijn belangrijke ondersteuners van de pedagogisch medewerkers, zij zorgen voor de hygiëne en de voeding en hebben daarnaast nog een aantal andere verzorgende en huishoudelijke taken. Bij de deuren van de groepen kunt u dagelijks de foto’s van de medewerkers zien, die op die dag in de groep van uw kind werken. Locatiemanager De locatiemanager is de leidinggevende van het kindercentrum en heeft de dagelijkse leiding over ons kindercentrum. Zij blijft de vraagbaak voor ouders wanneer het gaat om algemene zaken die de kinderopvang van hun kind betreffen. De locatiemanager geeft leiding aan het team van pedagogisch medewerkers en locatieassistenten. De locatiemanager heeft de eindverantwoordelijkheid over de dagelijkse gang van zaken en zij begeleidt haar medewerkers in het uitoefenen van hun functies. Op onze ‘handige kaart van SKSG’ staan de tijden dat de locatiemanager doorgaans aanwezig is. Invalkrachten Tijdens vakantie, vrije dagen en ziekte van onze pedagogisch medewerkers werken invalkrachten in ons kindercentrum. Deze gekwalificeerde pedagogisch medewerkers zijn vast aan de locatie verbonden en dus bekend met de kinderen en de werkwijze op ons kindercentrum. Daarnaast is er nog een groepje invalkrachten die op verschillende locaties werkzaam zijn. Dat betekent veel kennis en ervaring! Veel van onze pedagogisch medewerkers zijn als invalkracht begonnen en hebben hierdoor bewust gekozen voor onze organisatie! Indien een invalkracht in de groep van uw kind werkzaam is, kunt u de foto van deze invalkracht vinden bij de deur van de groep. Stagiaires SKSG is een erkend leerbedrijf. Wij vinden het belangrijk om aankomende pedagogisch medewerkers bij ons ervaring te laten opdoen. Stagiaires werken onder begeleiding van de pedagogisch medewerker. In principe kunnen zij alle taken verrichten die bij de functie pedagogisch medewerker behoort. Echter, zij werken nooit alleen met een groep kinderen en staan altijd onder supervisie van een pedagogisch medewerker. Aan het begin van haar stageperiode zal een stagiaire zich altijd persoonlijk aan de ouders voorstellen. Ook zullen wij de ouders schriftelijk op de hoogte stellen van haar komst.
Pedagoog en orthopedagoog In sommige situaties wordt door de medewerkers een beroep gedaan op de pedagogen, die aan SKSG verbonden zijn. De pedagogen zijn geschoold in het opnemen en analyseren van interactie en communicatie tussen medewerkers en kinderen. Zij kunnen tijdens hun werkzaamheden gebruik maken van video- opnames. De beelden worden gebruikt om de pedagogisch medewerkers te ondersteunen bij hun werkontwikkeling. Daarnaast kan in voorkomende gevallen een beroep worden gedaan op een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen in en na overleg met ouders. 6. Samenwerking met ouders Visie op relatie met ouders Ouders zijn onze klanten en de ouders van de kinderen waarvoor wij gedurende de dag mogen zorgen. Ouders hebben enerzijds hun individuele belang bij de goede opvang van hun kind en aan de andere kant zien wij ouders ook als een groep belanghebbenden en gebruikers van onze dienstverlening. In beide situaties hebben ouders bij ons grote invloed op onze dienstverlening. Ouders zijn uiteraard altijd de eindverantwoordelijke waar het hun kind en zijn of haar opvoeding betreft, wij zien onszelf als medeopvoeder. Een goede afstemming, plezierig contact en veel overleg met elkaar is daarvoor een voorwaarde denken wij. Ouders geven aan welke aanpak zij voor hun kind willen, zij lichten ons in over de individuele behoeften en wensen en hun kind en van zich zelf. Binnen onze algemene kinderopvang kaders doen wij er alles aan om aan die wensen tegemoet te komen. Halen en brengen/ dagelijkse overdracht Dagelijks bij het halen en brengen nemen de pedagogisch medewerkers de tijd om de belangrijke zaken over te dragen aan de ouders, maar natuurlijk komen de gezellige en leuke gebeurtenissen ook aan bod. Het overdrachtsgesprek is wederkerig. Wij horen graag hoe u als ouder en uw kind de kinderopvang ervaart. Elk kind heeft een eigen vakje in de groep, waar u de persoonlijke spullen van uw kind kunt opbergen. Deze mandjes en bakjes gebruiken we ook als brievenbus voor schriftelijke informatie. Kijkt u deze dus regelmatig na. Op het moment dat ouders of de pedagogisch medewerker behoefte hebben aan een wat uitgebreider gesprek kan hier altijd een afspraak voor worden gemaakt. Gesprekken Er zijn diverse mogelijkheden om met ouders in gesprek te komen. We noemen er een aantal: -
kennismakingsgesprek in dit gesprek maken ouders kennis met het kindercentrum en de locatiemanager, daarna volgt een kennismaking met de groepsleiding
-
evaluatiegesprek drie maanden nadat het kind op de groep is gekomen krijgen ouders een vragenlijst opgestuurd waarin naar de mening over de opvang wordt gevraagd
-
overgangsgesprek
bij een nieuwe overgang van de ene groep naar de andere groep, van kindercentrum naar buitenschoolse opvang of van buitenschoolse opvang naar basisschool vindt een gesprek plaats tussen ouders en leiding -
gesprek n.a.v. observatie 1 x per jaar vindt er een individuele observatie plaats, de uitkomsten worden daarna met de ouders besproken
-
afsluitend gesprek als het kind het kindercentrum verlaat wordt in een exit- gesprek het verblijf van het kind geëvalueerd.
Nieuwsbrieven en kwartaalberichten Ouders ontvangen 4 maal per jaar een kwartaalbericht van SKSG waarin verschillende zaken aan bod komen. De kwartaalberichten worden uitgedeeld op de groep. Daarnaast zullen deze berichten ook op de website worden geplaatst. Eveneens verschijnt er vier maal per jaar een nieuwsbrief vanuit de eigen locatie, met alle belangrijke mededelingen. Oudercommissie Ons kindercentrum heeft een oudercommissie (OC) waar ouders plaats in kunnen nemen. Deze commissie behartigt de belangen van ouders op locatieniveau. Deze OC heeft een adviserende rol. Op de borden die op de groepen hangen wordt meer info gegeven over de OC en hangt een overzicht van ouders die deel uitmaken van de OC. Ouders die belangstelling hebben om lid te worden, kunnen contact opnemen met de voorzitter van de OC. De oudercommissie vergadert ongeveer een maal per 6 weken met de locatiemanager erbij. Ouderavonden Eén maal per jaar ontvangen we alle ouders voor een algemene ouderavond, de oudercommissie heeft een belangrijke rol bij het aangeven van de thema’s én bij de organisatie. Een tweede ouderavond is doorgaans op de (stam)groep gericht en hier komen thema’s aan de orde die belangrijk zijn voor deze (leeftijds)groep en meestal geven we een beeld van wat er binnen de groep op het moment gebeurt. Soms door middel van video, maar ook fotoreportages of kunsttentoonstellingen zijn een aardige manier om te laten zien aan ouders wat er speelt. Het bespreken van de observatie welbevinden aan de hand van tien minuten gesprekken kan ook een invulling voor de groepsouderavond zijn. Tijdig van tevoren ontvangt u een schriftelijke uitnodiging voor de ouderavonden. Klachtenregeling Het kan voorkomen dat ouders een klacht hebben. Wij vragen ouders om dit allereerst met de desbetreffende persoon of diens leidinggevende te bespreken. Dit laat onverlet dat u zich rechtstreeks kan wenden tot de SKK (Stichting Klachten Kinderopvang) Onze interne klachtenprocedure schrijft voor dat er altijd een klachtformulier ingevuld wordt en dat de klacht in behandeling wordt genomen. Mocht dit niet tot een bevredigende oplossing leiden dan staat de externe klachtenprocedure open. Beide procedures zijn na te lezen op onze website. Privacy reglement Informatie over het kind en zijn thuissituatie blijft binnen het kindercentrum en mag alleen worden uitgewisseld tussen medewerkers onderling als dat in het belang van het kind is. Regels en afspraken
rondom privacy gevoelige gegevens zijn vastgelegd in het privacy reglement. Dit reglement is op te vragen bij de locatiemanager. Publicatie van foto’s Tijdens het kennismakingsgesprek geeft u wel of geen toestemming voor het publiceren van foto’s van uw kind. We maken hierbij onderscheid tussen de toestemming voor het publiceren van foto’s binnen het kindercentrum (ophangen en uitdelen van foto’s van activiteiten of een feest) en de toestemming voor publicatie van foto’s voor extern gebruik (SKSG website en folders). Eén kind één plan Om de begeleiding van kinderen met een specifieke behoefte, tussen school en BSO, op elkaar af te stemmen werken we volgens het principe van “1 kind 1 plan”. Dit houdt in dat wij samen met school zorgen voor een eenduidige en op elkaar afgestemde aanpak. Hiervoor vragen wij toestemming aan de ouders en leggen dit schriftelijk vast.
Protocollen Onze protocollen liggen ter inzage op het kindercentrum. U kunt de locatiemanager te allen tijde om een exemplaar vragen.
7. Bijlage: Handige Kaart - Alle algemene informatie op een rijtje