Overdrachtsdossier Gebiedsontwikkeling De Ruit Provincie Noord-Brabant, juni 2014
Inleiding Met dit overdrachtsdossier wil de provincie Noord-Brabant alle wethouders van de betrokken gemeenten informeren over De Ruit. Dit jaar is immers een belangrijk jaar voor De Ruit. In 2014 ronden we namelijk de onderzoeksfase af met onder meer de nieuwe MKBA en de project-MER. In oktober nemen Gedeputeerde Staten vervolgens een beslissing over het voorkeursalternatief (VKA). Er worden dus enkele belangrijke stappen genomen dit najaar, dit na een lang traject van overleg, onderzoeken en plannen. Net daarom is het zinvol om nog even alles op een rijtje te zetten vooraleer we in het najaar een nieuwe fase ingaan. Als betrokken partijen bij dit project is het immers belangrijk dat we met elkaar blijven spreken en elkaar informeren, zodat we samen de volgende stap kunnen nemen. In dit dossier gaan we dieper in op de context, het traject dat we tot nu toe hebben afgelegd, de stand van zaken en de rol die de gemeentelijke partners spelen in de komende fasen.
Ruud Van Heugten Gedeputeerde Mobiliteit en Financiën Provincie Noord-Brabant
2
Gertjan Koolen Projectmanager Gebiedsontwikkeling Brainport Oost Provincie Noord-Brabant
Inhoud Waarom De Ruit? .................................................................................................................. 4 Wat is De Ruit? ..................................................................................................................... 7 1. De weginfrastructuur - Noordoostcorridor ...................................................................... 8 2. De natuur: Het Rijk van Dommel en Aa.......................................................................... 9 3. Versnellingsopgave...................................................................................................... 11 Kosten ............................................................................................................................. 11 Organisatie en overlegstructuur........................................................................................... 13 Besluitvorming ..................................................................................................................... 15 1. Het traject tot nu toe ..................................................................................................... 16 2. Stand van zaken .......................................................................................................... 22 3. Het vervolgtraject. ........................................................................................................ 23 4. Rol van de gemeenten ................................................................................................. 24
3
Waarom De Ruit? Omdat we nu moeten investeren in onze toekomst Het gebied rond Eindhoven en Helmond is een van de sterkste economische regio’s van Nederland. Meer dan 80% van de 750.000 inwoners vindt werk in eigen regio. Tegelijk is het een aangename omgeving om in te wonen en te verblijven. Al deze economische activiteit brengt heel wat verkeer met zich mee. Bovendien is het hoofdwegennet rond Eindhoven erg kwetsbaar, onder andere omdat er zes snelwegen aan de westzijde van de regio samenkomen op de A2. De grotere bedrijven zijn hier gesitueerd, wat maakt dat dit de etalage is van deze Brainportregio. Met De Ruit willen de provincie Noord-Brabant en de regio de kwetsbaarheid verminderen, het gebied beter ontsluiten en verzekeren dat het een leuke plek blijft om te wonen.
Brede aanpak voor bovenregionale en regionale uitdagingen De plannen voor de aanleg van een ruit om Eindhoven en Helmond dateren inmiddels uit begin jaren 2000. Rijk en regio maakten toen afspraken om Eindhoven en Helmond in de toekomst bereikbaar te houden. Het Rijk koos ervoor om snelwegen aan de westzijde van Eindhoven te verbreden. Met de regio werden afspraken gemaakt over een pakket aan maatregelen voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV), een nieuw treinstation, aanleg van snelfietspaden, mobiliteitsmanagement en de realisatie van nieuwe infrastructuur. De regio bedacht aanvankelijk een zogenaamde 'kleine Ruit' met een nieuwe verbinding vanaf de A67 tussen Eindhoven en Helmond door. Dit bleek de bereikbaarheid voor de hele regio onvoldoende te verbeteren. Bovendien sneed deze kleine Ruit over een grote lengte dwars door het Dommeldal en bosgebieden.
De Ruit als antwoord op de regionale uitdaging Na veel onderzoek kiest de regio in 2007 voor aanleg van de 'grote Ruit'. De grote Ruit zorgt voor een oplossing van het bereikbaarheidsprobleem en respecteert tegelijkertijd de waardevolle leefomgeving. Het Rijk steunt deze keuze en heeft een bijdrage gereserveerd van 268 miljoen euro.
4
De Ruit is een brede benadering die bestaat uit volgende onderdelen: 1. De weginfrastructuur (Noordoostcorridor): de N279 Veghel-Asten wordt opgewaardeerd naar 2x2-rijstroken. Er wordt ook een nieuwe verbinding tussen Ekkersrijt en de N279 aangelegd. 2. De natuur (Rijk van Dommel en Aa): de groei van Eindhoven en Helmond tot één stedelijk gebied wordt gestopt door het gebied ertussen te ontwikkelen als een groen, recreatief gebied. Nieuwe woon- en werkgebieden worden aan de westzijde van Eindhoven en de oostzijde van Helmond gepland. Verkeer dat hier niet hoeft te zijn wordt omgeleid via de grote Ruit, waardoor het doorgaand verkeer in het Rijk van Dommel en Aa verminderd. 3. De versnellingsopgave: in het kader van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening worden een aantal natuur- en waterprojecten versneld gerealiseerd. De eerste projecten starten in 2014.
De drie problemen die De Ruit oplost De komst van De Ruit voorkomt dat de regio langzaamaan dichtslibt en werkt drie grote knelpunten weg: 1. De Ruit houdt het sluipverkeer weg uit de omliggende dorpskernen. Nu rijden chauffeurs vaak door de omliggende steden en dorpen. En dit zal niet verbeteren, integendeel. Het verkeer blijft de komende jaren toenemen, waardoor het bestaande wegennet stilaan dichtslibt en de dorpskernen onder druk komen te staan. 2. Doorgaand verkeer rijdt om de grotere steden zoals Eindhoven, Helmond en Veghel in plaats van er dwars doorheen. 3. Het hoofdwegennet wordt minder kwetsbaar. Wanneer er zich een incident voordoet op één van de hoofdwegen ten noorden of ten zuiden van Eindhoven, ontstaan er meteen grote verkeersproblemen in de hele regio. En dit zowel op de snelweg, als in de stad en tussen de omliggende dorpen. De Ruit biedt in die gevallen een alternatief zonder dat alle dorpskernen volstromen met sluipverkeer.
Als we nu niet investeren, staan we morgen stil Met De Ruit lossen we deze problemen op en grijpen we nu onze kansen voor de toekomst. De regio heeft zich het afgelopen decennium als Brainport ontwikkeld tot één van de drie motoren van de Nederlandse economie, naast de mainports Rotterdam en Amsterdam. Maar dat is niet vanzelf gegaan. Een tiental jaren geleden trokken een aantal grote industriële spelers weg uit de regio, met groot banenverlies tot gevolg. Verschillende overheden en bedrijven sloegen de handen ineen en investeerden in innovatie en bedrijvigheid. En met resultaat. Willen we dat onze regio een topregio blijft om in te wonen én te werken, dan moeten we vandaag opnieuw investeren. Bedrijven kiezen nu voor de Brainportregio vanwege de ligging en om de dagelijkse files in de Randstad te vermijden.
5
De realisatie van De Ruit is de verzekering die Brabant nu moet afsluiten om die positie te behouden. Door nu te investeren blijft onze bereikbare regio de magneet voor ideeën, investeringen en werkgelegenheid. Een verzekering is nooit populair wanneer je haar afsluit, maar pas later wanneer je haar nodig hebt. Wij maken nu die keuze, zodat de mensen die in dit gebied wonen en werken dezelfde kansen hebben in de toekomst. Dichtbij de stad, goed bereikbaar en in een prettige omgeving.
6
Wat is De Ruit? Belangrijke schakel in bereikbaarheid van de hele Brainportregio. De Ruit is onderdeel van een reeks maatregelen die de provincie, het Rijk en de Regio nemen om de bereikbaarheid en leefbaarheid van Brainport te verbeteren. Hierbij werd zowel naar bovenregionale als regionale oplossingen gekeken. Zo heeft het Rijk aan de westzijde van Eindhoven de hoofdwegen verbreed. Dit komt de bovenregionale bereikbaarheid ten goede. Aan de oostzijde kiezen de provincie en de regio met De Ruit voor een regionale oplossing. Daarnaast komen er ook meer mogelijkheden voor alternatieve vervoerswijzen, zoals de aanleg van het fietspadennetwerk, de verbreding van de Zuid-Willemsvaart, het Wilhelminakanaal en het Beatrixkanaal, en nieuwe HOVassen. Fig 1: Overzichtskaart De Ruit
7
Totaalpakket van maatregelen Met De Ruit willen de provincie en de Regio investeren in de bereikbaarheid van de Brainportregio, maar ook in de leefomgeving van haar inwoners. Het project is dan ook op te delen in drie grote onderdelen: 1. De weginfrastructuur (de Noordoostcorridor) 2. De natuur (Het Rijk van Dommel en Aa) 3. Versnellingsopgave in het kader van de Structuurvisie Ruimtelijke Kwaliteit
1. De weginfrastructuur - Noordoostcorridor De Noordoostcorridor bestaat in de eerste plaats uit ingrepen aan de bestaande weginfrastructuur, namelijk de opwaardering van de N279 tussen Veghel en Asten. Omdat enkel een opwaardering niet volstaat, komt er een nieuwe weg langs het Wilhelminakanaal. Deze zogenaamde oost-westverbinding loopt tussen Ekkersrijt en Helmond. In oktober beslist Gedeputeerde Staten over het voorkeursalternatief. Fig 2: Overzichtskaart Noordoostcorridor
8
Inrichting van het tracé Over de gehele Noordoostcorridor komen er twee rijstroken in iedere rijrichting (2x2baansweg). Er geldt een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. Op verschillende plaatsen in het traject komen ongelijkvloerse kruisingen. In Dommeldal komt er een tunnel of een brug. Bij Aarle-Rixtel komt er ook een tunnel of een brug bij de kruising van de Zuid-Willemsvaart. Voor de precieze ligging van het tracé en het soort kruising is het wachten op de resultaten van de project-MER in september 2014. De start van de werkzaamheden staat gepland voor 2017. In 2020 zou de Noordoostcorridor klaar zijn.
2. De natuur: Het Rijk van Dommel en Aa Met De Ruit willen we niet enkel de bereikbaarheid verbeteren, maar ook een aangename woonomgeving creëren voor de 750.000 inwoners van onze regio. Dat doen we met een fundamentele investering van 75 miljoen euro in het Rijk van Dommel en Aa. Dit groene gebied bevindt zich tussen de steden Eindhoven, Helmond en de verkeersassen de A67 en het Wilhelminakanaal. De groei van Eindhoven en Helmond naar elkaar toe wordt gestopt, door het gebied ertussen te ontwikkelen als een groen, recreatief gebied, met extra wandel- en fietspaden. Nieuwe woon- en werkgebieden worden aan de westzijde van Eindhoven en de oostzijde van Helmond gepland. Verkeer dat hier niet hoeft te zijn wordt omgeleid via de grote Ruit. Op 12 september 2013 heeft de Stuurgroep Brainport Oost het startsein gegeven om het Rijk van Dommel en Aa verder te gaan ontwikkelen. 16 projecten worden uitgevoerd binnen het Rijk van Dommel en Aa om de natuur en recreatie in het gebied te versterken. Op de volgende pagina vindt u een overzichtskaart van de 16 projecten van het Rijk van Dommel en Aa.
9
Fig 3: De 16 projecten van Het Rijk van Dommel en Aa
3. Versnellingsopgave Enkele van de projecten rond water, natuur en recreatie worden versneld gerealiseerd vanaf 2014. Gemeenten en waterschappen kunnen vanaf 3 maart 2014 tot uiterlijk 31 juli 2014 projecten indienen om subsidie aan te vragen. Vanaf medio 2014 zullen de eerste projecten worden goedgekeurd. Een project in het kader van de versnellingsopgave dient een duidelijke bijdrage te leveren aan een of meerdere van de volgende punten: Versterken en leefbaar maken van de beekdalen Investeringen om de ruimtelijke kwaliteit van stads- en dorpsranden te versterken Het toegankelijk en leefbaar maken van de cultuurhistorische waarden in het landschap Het verbeteren van de bereikbaarheid van het gebied voor recreanten.
Kosten De provincie, het Rijk en de Regio investeren samen zo’n 970 miljoen euro in De Ruit. De weginfrastructuur (Noordoostcorridor): De natuur (Rijk van Dommel en Aa): De Versnellingsopgave:
875 miljoen euro 75 miljoen euro 20 miljoen euro*
* deels onderdeel van het Rijk van Dommel en Aa De Tweede Kamer en het SRE hebben een bijdrage gereserveerd van 268 miljoen euro voor de Noordoostcorridor. Meer informatie over de verdeling van de gereserveerde bijdragen voor de Noordoostcorridor en het Rijk van Dommel en Aa vindt u in figuur 4 en 5. Fig 4: Verdeling bijdragen Noordoostcorridor (in miljoen euro)
Fig 5: Verdeling bijdragen Rijk van Dommel en Aa (miljoen euro)
* De bijdrage van waterschappen (incl. btw) is in de praktijk hoger dan hier gepresenteerd (excl. btw). ** Gebaseerd op aannames; toekenning van middelen moet nog plaatsvinden. ***Zo’n 16,2 miljoen euro (of 21%) van de EHS-bijdragen komt van de Noordoostcorridor.
12
Organisatie en overlegstructuur Onderstaande figuur biedt een overzicht van de organisatie en overlegstructuur van De Ruit. Op de volgende pagina wordt deze verder in detail besproken. Fig 6: Besluitvormingsproces De Ruit
Overlegstructuur De plannen voor De Ruit worden opgesteld in nauwe samenwerking met de partijen uit het gebied. De plannen worden vooraf besproken in werkgroepen. Zo zijn er voor de Noordoostcorridor en het Rijk van Dommel en Aa twee werkgroepen ingericht, waarin gemeenten, waterschappen, Rijk en provincie zitten. Ook wordt er rondom specifieke punten overleg gevoerd met belangenpartijen, zoals de terreinbeherende organisaties (Brabants Landschap, Natuurmonumenten etc.), landbouworganisaties (ZLTO) en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (BZW, TLN, EVO). Bij alle stappen in het proces worden ook de mensen uit het gebied betrokken via informatieavonden, presentaties bij vergaderingen en werkateliers.
Besluitvorming De beslissingsbevoegdheid voor de Noordoostcorridor ligt bij de provincie, meer bepaald bij Provinciale Staten. Zij hebben de opdracht gegeven aan Gedeputeerde Staten om een voorstel te maken voor de Noordoostcorridor. Gedeputeerde Staten bereiden op hun beurt een conceptvoorstel voor en vragen hiervoor advies aan de regio. Eerst wordt de maatschappelijke partijen gevraagd een advies te geven via de Adviesgroep. Deze bestaat uit elf partijen, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Vervolgens brengt de Stuurgroep advies uit aan Gedeputeerde Staten. Leden van de stuurgroep zijn de betrokken overheden, gemeenten, waterschappen en het Rijk. Gedeputeerde Staten zijn dan aan zet om met deze adviezen een definitief voorstel voor Provinciale Staten te maken.
Rijk van Dommel en Aa Voor het Rijk van Dommel en Aa zijn 16 projecten geselecteerd. Deze worden door gemeenten, waterschappen, provincie en soms ook particulieren uitgevoerd. Gemeente Nuenen is bestuurlijk trekker, bewaakt de voortgang en verzorgt de afstemming. De betrokken gemeenten hebben samen een intergemeentelijke structuurvisie gemaakt (2011). Deze vormt het kader voor de gemeentelijke inzet.
Besluitvorming De Ruit en meer specifiek de Noordoostcorridor zoals ze vandaag ter beslissing liggen hebben al verschillende fasen doorlopen in de besluitvorming. Hieronder vindt u een overzicht van alle voorbijgaande processtappen, de stand van zaken en het vervolgtraject. Fig 7: Overzicht proces De Noordoostcorridor
1) Het traject tot nu toe (2000 – 2013) 2000-2005: afspraken Rijk en Regio over aanpak bereikbaarheid De verkeerssituatie in de regio Eindhoven-Helmond is kwetsbaar, onder meer omdat dat er verschillende snelwegen samenkomen op de A2 bij Eindhoven. Omwille van die kwetsbare bereikbaarheid wordt de verkeerssituatie al sinds begin 2000 bestudeerd door Rijk en Regio. Begin 2000 werden afspraken gemaakt om deze bereikbaarheid in de toekomst te behouden. Het Rijk koos ervoor om snelwegen aan de westzijde van Eindhoven te verbreden. Aan de oostzijde doet de Regio hetzelfde, met wat vandaag gekend staat als de Ruit.
2006: BOSE-Studie: ‘Kleine Ruit’ geen optie.
De BOSE-studie (2005) werd uitgevoerd door het SRE. Het onderzocht een verbinding vanaf Ekkersrijt langs Nuenen en Geldrop naar de A67, direct ten oosten van Eindhoven. Hieruit bleek dat deze zogenaamde ‘Kleine Ruit om Eindhoven’ niet robuust was.
16
2007: Met het Bereikbaarheidsakkoord kiest Regio voor investeringen om de bereikbaarheid van de regio te garanderen. Het ‘Bereikbaarheidsakkoord Zuidoostvleugel BrabantStad’ (2007) is een vastlegging van het Bereikbaarheidsprogramma, opgesteld door de provincie, SRE, Rijkswaterstaat, de betrokken 13 gemeenten in afstemming met NS, de BZW en de BMF. Verschillende maatregelen zoals fastlanes voor fietsers en HOVassen werden benoemd om de bereikbaarheid van de Zuidoostvleugel van Brabantstad te waarborgen en brachten zo de Noordoostcorridor voor het eerst op de bestuurlijke agenda.
2008: Regio maakt met het Rijk in de MIRT-verkenning afspraken over een gezamenlijk maatregelenpakket. Het Rijk draagt 257 miljoen euro bij. Op basis van het Bereikbaarheidsakkoord is in 2008 een verkenning in het kader van het ‘Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport’ (MIRT) uitgevoerd. De intenties uit het Bereikbaarheidsprogramma werden vertaald in een aantal concrete gebiedsopgaven voor de Zuidoostvleugel, waaronder de Noordoostcorridor. Hier horen ook afspraken bij over de verdeling van de financiële bijdragen.
17
De ladder van Verdaas toegepast op Noordoostcorridor De Noordoostcorridor zoals beschreven in de MIRT-verkenning is een uitwerking van de zeven stappen uit de zogenaamde ‘ladder van Verdaas’. Zeven aspecten die van invloed zijn op het verkeers- en vervoerssysteem worden tegen elkaar afgewogen. 1. Ruimtelijke ordening 2. Prijsbeleid 3. Openbaar vervoer 4. Mobiliteitsmanagement 5. Benutting 6. Aanpassing van bestaande infrastructuur 7. Aanleg van nieuwe infrastructuur. Hierbij probeert men eerst andere toepassingen alvorens men overgaat tot het aanleggen van nieuwe infrastructuur. De Ruit zoals vandaag gekend geeft invulling aan de stappen 6 en 7. De stappen 1 tot en met 5 van de ladder van Verdaas zijn ondergebracht in andere projecten die in het kader van de MIRT-verkenning door Rijk en regio verder zijn uitgewerkt en deels werden uitgevoerd. Het prijsbeleid is daarbij niet doorgezet.
2008-2011: In de Structuurvisie bakent de Regio de tracézone af. In de plan-MER wordt vervolgens de keuze gemaakt voor de T-structuur Noordoostcorridor. De provinciale ‘Structuurvisie Ruimtelijke Ordening’ (2011) voegt de opgaven uit de MIRTverkenning en de gekozen verstedelijkingslocaties rondom Helmond samen in het project ‘Gebiedsontwikkeling Brainport Oost’. Voor de uitwerking van deze gebiedsopgave is in 2011 de ‘Structuurvisie deel D, Brainport Oost’ vastgesteld. In deze structuurvisie is een zoekgebied vastgesteld waarbinnen het definitieve tracé van de Noordoostcorridor gerealiseerd wordt.
18
Dit zoekgebied werd bepaald aan de hand van het plan-MER Noordoostcorridor, waarin verschillende alternatieven bekeken werden. Uiteindelijk is gekozen voor de zogenaamde T-structuur. Bestuursakkoord Tien voor Brabant (2011-2015) In het bestuursakkoord “Tien voor Brabant” worden in 10 paragrafen de hoofdlijnen van het beleid beschreven. De provincie concentreert zich op haar kerntaken op het gebied van ruimte en economie en in lijn daarmee worden bezuinigingen doorgevoerd. Er wordt wel geïnvesteerd in infrastructuur. Naast de Noordoostcorridor krijgen de N279 en de N69 hiermee prioriteit. De provincie reserveert hiervoor jaarlijks 50 miljoen euro via het Infrafonds.
Intergemeentelijke Structuurvisie Rijk van Dommel en Aa (2011) De gemeenten Eindhoven, Nuenen, Geldrop-Mierlo, Son en Breugel, Helmond, Laarbaak en Someren hebben voor het Rijk van Dommel en Aa samen een intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Deze visie beschrijft het gewenste toekomstbeeld en bevat een uitvoeringsprogramma.
19
2012-2015: Provinciaal Inpassingsplan met project-MER In het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) (2012 – 2015) worden het uiteindelijke voorkeursalternatief voor de Noordoostcorridor en bijbehorende mitigerende en compenserende maatregelen vastgelegd. Het proces om te komen tot een PIP voor de Noordoostcorridor is globaal opgedeeld in drie fasen. Een aantal stappen richting PIP zijn inmiddels al ondernomen, zoals het Afwegingskader en de NRD. Fig 8: Overzicht proces Noordoostcorridor – detail 2012-2015
FASE 1A) Afwegingskader Notitie Reikwijdte & Detailniveau (2012) Het aantal alternatieven na het afronden van de Structuurvisie en het plan-MER Noordoostcorridor bleek dusdanig groot dat het niet zinvol was deze gedetailleerd te vergelijken in het project-MER. Om het proces richting voorkeursalternatief voor de Noordoostcorridor vorm te geven, is daarom eerst het Afwegingskader NRD opgesteld. FASE 1B) Notitie Reikwijdte en Detailniveau (2013) De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) bakent zowel de inhoud af als het aantal tracés dat in de project-MER onderzocht wordt. Op basis van het afwegingskader is in de NRD een uitgebreide verkenning gedaan naar een groot aantal tracéalternatieven. Deze zijn met elkaar vergeleken op doelbereik/verkeerseffecten, milieueffecten en kosten. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde NRD-onderzoek heeft de
20
Stuurgroep Brainport Oost (SG) op 12 september 2013 advies uitgebracht aan GS. Dit advies werd gedragen door de bestuurders uit de regio. GS hebben het advies van de Stuurgroep onverkort overgenomen. De gekozen alternatieven uit dit advies vormen het vertrekpunt voor het onderzoek voor de Noordoostcorridor in de komende PIP/projectMER-fase. Reactienota NRD Noordoostcorridor (april 2014) Van 4 november 2013 tot en met 16 december 2013 lag de NRD ter inzage voor het brede publiek. In deze periode zijn circa 1.900 inspraakreacties ingediend bij de provincie Noord-Brabant. Daarnaast is advies ontvangen van de commissie voor de Milieu Effecten Rapportage (CIE MER) en de Provinciale Omgevingscommissie (POC). De inspraakreactie en de adviezen zijn verwerkt in de Reactienota NRD Noordoostcorridor. In de Reactienota geven Gedeputeerde Staten een reactie op de binnengekomen zienswijzen op de NRD. Ook geven zij aan welke invloed de zienswijzen en adviezen hebben op het vervolgonderzoek voor het opstellen van het project-MER en het Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Voor de inhoudelijke informatie wordt verwezen naar deze Reactienota. Samenvattend resteren de volgende alternatieven voor verder onderzoek in het project-MER.
Fig. 2: Overzichtskaart Noordoostcorridor
21
Momenteel zijn fasen 1A en 1B afgerond. In 2014 wordt de project-MER afgerond, net als het parallel onderzoeksspoor van de MKBA en wordt er een definitieve keuze gemaakt over het Voorkeursalternatief. Over deze fase verneemt u meer in punt 2, Stand van zaken.
2) Stand van zaken 2014: Regio kiest Voorkeursalternatief voor de Noordoostcorridor en het Rijk stelt financiële middelen definitief beschikbaar Fig 9: Overzicht proces Noordoostcorridor – detail 2012-2015
22
FASE 2: Voorkeursalternatief met project-MER (april 2014 – oktober 2014) De Reactienota en de NRD vormen samen het uitgangspunt voor de project-MER. De overgebleven alternatieven worden hierin onderzocht op doelbereik/verkeer, milieueffecten en kosten. Het project-MER wordt gebruikt om het milieubelang een volwaardige plaats te geven bij de keuze voor het Voorkeursalternatief (VKA). In september 2014 kiezen Gedeputeerde Staten van de provincie het voorlopige voorkeursalternatief. Na advisering van de Adviesgroep en Stuurgroep en het verwerken van de wensen en bedenkingen vanuit Provinciale Staten, bepalen GS in oktober 2014 vervolgens het definitieve voorkeursalternatief. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) (april 2014 – november 2014) Naar aanleiding van een vraag uit de Tweede Kamer wordt parallel aan het projectMER in opdracht van de minister door het Rijk, provincie en SRE gewerkt aan een MKBA. In de MKBA worden de kosten van de Noordoostcorridor afgezet tegen de maatschappelijke baten. De minister zal de uitkomsten van de MKBA meenemen in haar afweging over de Rijksbijdrage. In het najaar wordt de MKBA besproken in het BO MIRT met de minister.
3) Het vervolgtraject Eind 2015: De Noordoostcorridor is planologisch verankerd in een vastgesteld Provinciaal inpassingsplan. FASE 3: Provinciaal Inpassingsplan (oktober 2014 – najaar 2015) Het definitieve VKA wordt vervolgens in detail uitgewerkt in het ontwerp-Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Begin 2015 wordt dit aan Provinciale Staten voorgelegd. Vervolgens geven de Staten het concept-PIP vrij voor de terinzagelegging en het indienen van zienswijzen. De betrokken gemeenten binnen het grondgebied van de Noordoostcorridor worden eveneens in die fase om advies gevraagd. GS verwerken vervolgens ook deze adviezen en zienswijzen in een reactienota en besluiten over het definitief PIP. In het najaar van 2015 besluiten de Provinciale Staten uiteindelijk over het Provinciaal Inpassingsplan. Op dit besluit is een bezwaar- en beroepsprocedure bij de Raad van State mogelijk. Op de volgende pagina vindt u een samenvatting van de planning voor het PIP. In 2017 wordt gestart met de werkzaamheden. Naar verwachting zal De Ruit in 2020 gereed zijn.
23
Fig 10: Planning PIP op hoofdlijnen
Voorkeursalternatief en Project MER NOC Besluit Gedeputeerde Staten over concept voorkeursalternatief w36
Ontwerp PIP NOC
Besluit Gedeputeerde Staten over VoorkeursalternatiefProjectMER w43
Besluit Gedeputeerde Staten ontwerp-PIP
Statencommissie Mobiliteit & Financiën: Vrijgeven inspraak
Statencommissie Mobiliteit & Financiën: bespreken voorkeursalternatief en opdracht, ontwerp-PIP w41
Besluit PIP Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten
BO MIRT Advies Stuurgroep aan Gedeputeerde Staten w41
Wettelijk vooroverleg gemeenten Inspraak van het ontwerp-PIP
Advies Adviesgroep Brainport Oost aan Stuurgroep w40
Augustus 2014
September
Oktober
Advies commissie MER
November
December
Januari 2015
Februari
...
Rol van de gemeenten bij het besluitvormingsproces Tot op heden Bij het ontwikkelen van de plannen voor De Ruit wordt nauw samengewerkt met de partijen uit het gebied. Sinds 2008 worden plannen op reguliere basis vooraf besproken in ambtelijke werkgroepen. Zo zijn er voor de Noordoostcorridor en het Rijk van Dommel en Aa twee ambtelijke werkgroepen ingericht, waarin gemeenten, waterschappen, Rijk en provincie zitten. Deze werkgroepen bereiden ook de bestuurlijke bijeenkomsten voor. Daarnaast is een gezamenlijke communicatiewerkgroep actief die communicatieboodschappen voorbereidt en uitvoert. De provincie kan bij communicatiemomenten (vergaderingen, bijeenkomsten etc.) op uitnodiging faciliteren en ondersteuning leveren. Daarnaast communiceert de provincie ook eigenstandig over de gebiedsontwikkeling. Elke betrokken partij in de stuurgroep is zelf verantwoordelijk voor de bestuurlijke en politieke inbedding (college van B&W, gemeenteraad, dagelijks en algemeen bestuur, college van GS en Provinciale Staten) van de adviezen van de Stuurgroep. De Stuurgroep stelt haar advies op na consultatie van de externe adviesgroep.
In het huidige traject 1. Bij de Noordoostcorridor De gemeenten hebben in de vervolgfase op verschillende momenten een rol in de besluitvorming. Daarnaast agenderen de drie gemeenten die financieel een bijdrage hebben gereserveerd aan De Ruit (Eindhoven, Helmond en Veghel) hun bijdrage in de begrotingsbespreking van hun gemeenteraad. Via de wethouder als lid van de Stuurgroep Voor het vervolgtraject wordt een soortgelijk proces doorlopen als bij de NRD. De Stuurgroep Brainport Oost brengt naar aanleiding van het conceptvoorstel VKA van GS een advies uit. De leden van de stuurgroep nemen daarbij kennis van het advies van de maatschappelijke partijen (Adviesgroep Brainport Oost), zodat een breed geconsulteerd advies van de bestuurders uit de regio verkregen wordt. Dit advies wordt voor verdere besluitvorming voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de provincie. Vooroverleg met gemeenten ten aanzien van het ontwerp-PIP GS geven het ontwerp-PIP vrij voor de terinzagelegging en het indienen van zienswijzen. In het kader van het wettelijke vooroverleg worden de betreffende gemeenten binnen het grondgebied van de Noordoostcorridor om een reactie
gevraagd. De gemeenteraad wordt uitgenodigd aan te geven wat zij van het PIP vindt en met het college vindt vooroverleg plaats.
2. Rijk van Dommel en Aa en Versnellingsopgave Voor het Rijk van Dommel en Aa hebben de gemeenten een gemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Hierin zijn 43 projecten opgenomen, waarvan er binnen de Stuurgroep 16 projecten met voorrang behandeld worden. Om de realisatie te verzekeren is voor deze 16 projecten een businesscase opgemaakt. Het Rijk van Dommel en Aa is inmiddels als project overgedragen van het SRE naar de samenwerkende gemeenten. Het uitvoeringsprogramma van de Intergemeentelijke Structuurvisie Rijk van Dommel en Aa wordt periodiek geactualiseerd, ook in 2014. Indien dit leidt tot aanpassingen wordt dit ter besluitvorming aan de gemeenteraden voorgelegd. In het kader van de Versnellingsopgave kunnen gemeenten projecten indienen, die versneld worden uitgevoerd vanaf 2015.
26
Met dit overdrachtsdossier hopen wij u voldoende geïnformeerd te hebben. Als partners in dit project is het belangrijk om elkaar te blijven betrekken en informeren. Mocht u verdere vragen hebben, kunt u terecht bij het projectsecretariaat van De Ruit via het nummer 073 680 8294.
27