Schoolgids 2012 | 2013 I n f o r m avoor t i leerlingen, e
v o o r l eouders e r l iennpersoneel gen,
ouders en personeel
schoolgids g 12-13
Amersfoort
|
Barneveld
|
Hoevel aken
|
Kesteren
hoofdstuktitel
schoolgids 12-13 voor leerlingen, ouders en personeel
Schoolgids
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
3 hoofdstuktitel
Schoolgids
Inhoud
Algemene gegevens
1
Ten geleide
2
Van Lodenstein
3
Bestuurlijke organisatie
4
Directie en management
5
Identiteit
6 7
12
Personeelsbeleid
8
13
ICT
9
14
Arbo en veiligheid
10
15
Klachtenregeling
13
16 Leermiddelen, boekengeld, financiën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
............................
.............................................................
Onderwijsbeleid
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bevordering en examens
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Resultaten
9
Leerlingenzorg en -begeleiding
..........................................................
10 Communicatie
.. . . . . . . . . . .
..............................................
11
5
.....................................................
Kwaliteitszorg
14 19 35 37
............................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
Medezeggenschapsraad
18
Belangrijke data
19
Lidmaatschap van de schoolvereniging (VVORG)
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...........................................
.................
voor leerlingen, ouders en personeel
50
.........................................................................
..........................................
2012 | 2013
51
52
54 57
64 66 69
39
46
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
47
Wijzigingen in deze gids zijn voorbehouden. Overal waar in deze schoolgids gesproken wordt over ouder(s) kan in voorkomende gevallen ook verzorger(s) worden gelezen.
Inhoud
4
Schoolgids
Algemene gegevens
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Reformatorische scholengemeenschap voor Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, Hoger algemeen voortgezet onderwijs en Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Postbus 180 - 3800 AD Amersfoort, e-mail:
[email protected], website: www.vanlodenstein.nl
Ziekmeldingen locatie Amersfoort : (033) 422 64 00 locatie Barneveld : (0342) 40 49 99 locatie Hoevelaken : (033) 254 15 41 locatie Kesteren : (0488) 48 12 06 Amersfoort (hoofdvestiging) • bezoekadres : Utrechtseweg 228
3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 180 3800 AD Amersfoort • telefoon : (033) 422 64 00 • e-mail :
[email protected] • onderwijsaanbod : onderwijsaanbod: vmbo leerjaar 1 en 2 (inclusief lwoo), havo leerjaar 1 t/m 5, vwo leerjaar 1 t/m 6
Barneveld • bezoekadres : Oldenbarnevelderweg 80 3772 GH Barneveld • postadres : Postbus 210 3770 AE Barneveld • telefoon : (0342) 40 49 99 • e-mail :
[email protected] • onderwijsaanbod : vmbo leerjaar 1 en 2 (inclu- sief lwoo), havo/vwo leer- jaar 1 t/m 3
Hoevelaken tevens adres Directieteam • bezoekadres : Zuiderinslag 1 3871 MR Hoevelaken • postadres : Postbus 126 3870 CC Hoevelaken • telefoon : (033) 254 15 41 • telefax : (033) 254 15 25 • e-mail :
[email protected] • onderwijsaanbod : vmbo gl/tl en bb/kb leer- jaar 3 en 4 Kesteren • bezoekadres : Kasteelstraat 2 4041 JB Kesteren • postadres : Postbus 6 4040 DA Kesteren • telefoon : (0488) 48 12 06 • telefax : (0488) 48 24 94 • e-mail :
[email protected] • onderwijsaanbod : vmbo leerjaar 1 en 2 (inclu- sief lwoo), vmbo gl/tl en bb/kb zorg en welzijn leer jaar 3 en 4, havo leerjaar 1 t/m 5, vwo leerjaar 1 t/m 3
Algemene gegevens
5
Schoolgids
College van Bestuur • bezoekadres : Utrechtseweg 226 3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 405 3800 AK Amersfoort • telefoon : (033) 468 08 82 of 468 08 83 • e-mail :
[email protected] Centrale diensten • bezoekadres : Utrechtseweg 226 3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 706 3800 AS Amersfoort • telefoon : (033) 468 08 08
Inspectie • contactmedewerker: mw. A. Bezooijen • postadres : Postbus 2730 3500 GS Utrecht • telefoon : (088) 669 60 00
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Vertrouwensinspectie • meldnummer : (0900) 111 3 111 Vragen over het onderwijs • telefoon : (0800) 8051 Website inspectie • www.onderwijsinspectie.nl
6 A l g ehmoeonfedgs et g u ek vt ei tnesl
Schoolgids
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
7
Schoolgids
1
Ten geleide
Opvoeden en onderwijzen De kerntaak van onze school is het geven van onderwijs vanuit Bijbels perspectief. De school bouwt daarbij verder op de basis die thuis is gelegd. De ouder(s) als opvoeder en de school als medeopvoeder. Opvoeden en onderwijzen zijn beide moeilijk. Grenzen stellen, normen en waarden overdragen is lastig in een wereld waarin de mens zelf steeds meer tot norm wordt. Dat vraagt van ouder(s) en school een goede samenwerking, met veel aandacht en liefde voor onze jongeren. Als in de omgang met onze jeugd iets mag doorklinken van de liefde tot God in Christus, dan is identiteit doorleefd en betekenisvol. Niet onze mogelijkheden zijn daarbij bepalend, maar wat God van ons vraagt, zie Deuteronomium 6 : 5 - 7: 5. Zo zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen. 6. En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn. 7. En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat. In het nieuwe cursusjaar 2012-2013 hopen we weer inhoud te geven aan ons onderwijs en onze (mede)opvoederstaak. Met docenten en ondersteunend personeel die een hart hebben voor jongeren. Mensen die voor het onderwijs gekozen hebben vanwege het grote belang: jongeren in een belangrijke levensfase toerusten voor een plaats in de maatschappij.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
De overheid vraagt anno 2012-2013 veel van de school. De nadruk op leerresultaten neemt sterk toe. Ook binnen het Van Lodenstein College hebben we veel aandacht voor leeropbrengsten, maar die staan niet los van de vorming. Juist in een tijd waarin jongeren (en ook ouderen!) worden aangetast door materialisme, amusement en leegheid zijn toerusting en vorming noodzakelijk. Ook ouder(s) vragen veel van de school. Hun kind wordt immers voor vele uren aan onze zorg toevertrouwd. Die zorg nemen we serieus. Ieder kind is uniek, met alle talenten, maar ook met de beperkingen die het heeft. Toerusten en vormen kunnen we niet zonder de ouder(s). De lijn die we graag willen voortzetten, moet thuis beginnen. De laatste jaren besteden we veel aandacht aan verdere scholing van het personeel. Van docenten en ondersteunend personeel wordt veel gevraagd, dus moeten zij ook voldoende bagage hebben om hun werk goed te kunnen doen. Anderzijds is een onderwijsmens ook ‘maar’ een mens, dus niet perfect. Cursussen en training kunnen voor het personeel veel betekenen, maar uw dagelijks gebed voor onze school en de mensen die daarin werken, is het meest belangrijk. Mogen we dat van u vragen? Namens College van Bestuur, Directieteam en Management,
8
W.J. de Potter, voorzitter College van Bestuur
ten geleide
Schoolgids
2
Van Lodenstein
De naam van een school zegt iets over de visie op het onderwijs. Waarom gaven de oprichters in 1974 onze school de naam Van Lodenstein? Wat wilden ze daarmee tot uitdrukking brengen? Aan die vraag besteden we op deze bladzijde aandacht.
Leer en leven Jodocus van Lodenstein was een predikant in de zeventiende eeuw. In zijn lange loopbaan diende hij de gemeenten Zoetermeer, Sluis en Utrecht. In de laatste stad stond hij van 1653, tot aan zijn overlijden op 57-jarige leeftijd in 1677. Samen met andere predikanten behoorde hij tot de beweging van de Nadere Reformatie. Dat was een stroming in het Nederlandse protestantisme die in de zeventiende en achttiende eeuw tot bloei kwam. Kenmerkend voor de opvattingen van de Nadere Reformatie was de verbinding tussen de gereformeerde leer en het dagelijkse leven. De benaming Nadere Reformatie geeft die verbinding weer. De Bijbelse leer, die door de reformatoren Luther, Calvijn en Zwingli opnieuw aan het licht was gebracht, was ook omschreven in de drie gereformeerde belijdenisgeschriften, de Heidelberger Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Van Lodenstein en zijn geestverwanten wilden een verdergaande reformatie. Niet alleen de leer, maar ook het leven moest in overeenstemming zijn met de Bijbel.
Leven voor Gods aangezicht De Bijbel heeft zeggingskracht over alle terreinen van het leven. Gezin, opvoeding, politiek,
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
economie, onderwijs en wetenschap: niets mag zich onttrekken aan de waarden en normen van de Bijbel, Gods Woord. Hierin staan richtlijnen voor het leven die waardevol zijn voor ieder mens. We belijden dat een mens niet voor zichzelf leeft. Ieder mens is een schepsel van God. Hij of zij moet met Zijn Woord rekening houden. Het leven van ieder mens is een leven Coram Deo, een leven voor Gods aangezicht, tot Zijn eer en verheerlijking van Zijn Naam. Jodocus van Lodenstein wist dat niemand dat uit eigen kracht kan. Om in beginsel, met vallen en opstaan, te leren leven tot eer van God, is bekering en vergeving van zonden nodig door het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon. Daarom werden de luisteraars tijdens de preken van de predikanten die behoorden tot de Nadere Reformatie opgeroepen tot bekering. Ook in de nagelaten boeken van deze predikanten kunnen we die indringende oproep lezen.
Goed voor nu en later Het Van Lodenstein College wil duidelijk staan in de traditie van dominee Van Lodenstein en zijn geestverwanten. Twee kernpunten in het onderwijs op onze school zijn: • het voorbereiden van leerlingen om op een Bijbels verantwoorde wijze te functioneren in de maatschappij; • en hen met nadruk wijzen op de noodzaak en de mogelijkheid van bekering tot God met het oog op hun geestelijk en eeuwig heil. Die twee kernpunten sluiten aan bij het motto van onze school: goed voor nu en later.
VAN LODEN S TEIN
9
Schoolgids
3 3.1
Bestuurlijke organisatie Hoe wordt de school bestuurd
Onze scholen zijn geworteld in de gemeenschap van ouder(s) en kerken die willen dat er onderwijs wordt gegeven, gegrond op Gods Woord en de belijdenisgeschriften. Op onze scholen geven we niet alleen onderwijs, maar leveren we ook een bijdrage aan de vorming van jonge mensen. Onderwijs en vorming moeten voldoen aan tal van overheidseisen, maar ook aan de voorwaarden die we zelf stellen, met name ten aanzien van de identiteit. De eindverantwoordelijkheid (bevoegd gezag) voor de school ligt bij het College van Bestuur. Dit college bestuurt twee scholen: het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College. Iedere school heeft een eigen directieteam. Om scheiding te maken tussen bestuur en toezicht is een Raad van Toezicht ingesteld. De identiteit van de scholen wordt mede gewaarborgd door een Identiteitsraad. De algemene ledenvergadering van de schoolvereniging (VVORG, Vereniging Voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag)
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
kiest deze Identiteitsraad. Ouder(s) van wie de kinderen een van de scholen bezoeken, kunnen lid worden van deze vereniging.
Juridische structuur Het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College zijn met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht ondergebracht in de Stichting voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag (SORG).
3.2 College van Bestuur Correspondentieadres: Postbus 405 3800 AK Amersfoort e-mail:
[email protected] Het College van Bestuur is het bevoegd gezag voor het Van Lodenstein College. Dit College van Bestuur bestaat uit twee leden: drs. W.J. de Potter, voorzitter portefeuillehouder identiteit (toelating en benoeming), strategie en innovatie, personeel en organisatie, financiën, huisvesting, facilitaire zaken, planning en control, ICT, communicatie, contacten met kerkenraden en bedrijven
n
drs. D. van Meeuwen, lid portefeuillehouder identiteit (onderwijs), onderwijs en examinering, leerlingenzorg, kwaliteitszorg, scholingsbeleid/opleidingsschool, medezeggenschap, internationalisering, arbo en veiligheid, public relations, contacten met ouders n
B E S TUURLI J KE ORGANI S ATIE
10
Schoolgids
3.3 Raad van Toezicht
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Correspondentieadres: Postbus 405 3800 AK Amersfoort e-mail:
[email protected] De Raad van Toezicht oefent toezicht uit op de scholen en het College van Bestuur en benoemt de leden van dit college. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: J.A. van de Velde (voorzitter), Kruiningen, accountant/bedrijfsadviseur n C.H. Achterberg R.A., Woudenberg, directeur/mede-eigenaar accountantskantoor n mr. D.J.H. van Dijk, Benthuizen, beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie SGP n ds. A. van Heteren, Urk, predikant n G.R.J. van Heukelom, Nieuwerkerk, lid Gedeputeerde Staten provincie Zeeland n N.W. Schreuder, Leusden, directeur/mede-eigenaar van bedrijf in winkelinterieurbouw n L. van der Tang, Rhenen, directeur/mede-eigenaar van bedrijf in ICTbranche n
3.4 Identiteitsraad
oprichting van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College. De schoolvereniging vormt een belangrijke verbinding tussen ouder(s) en kerkenraden enerzijds en de scholen anderzijds. Het College van Bestuur is als bevoegd gezag belast met het besturen van de scholen. Het bestuur van de VVORG is de Identiteitsraad. De Identiteitsraad heeft een beslissende zeggenschap ten aanzien van de borging van identiteit. Deze komt onder meer tot uiting in de directe betrokkenheid bij identiteitsgebonden aspecten zoals het toelatings- en benoemingsbeleid. Tevens vindt benoeming van leden van de Raad van Toezicht plaats door de algemene ledenvergadering van de schoolvereniging op voordracht van de Identiteitsraad. De Identiteitsraad bestaat uit de volgende personen:
Correspondentieadres: Postbus 405 3800 AK Amersfoort e-mail:
[email protected]
n
De Vereniging Voor Onderwijs op Reformatorische grondslag (VVORG) is opgericht door ouders en kerkenraden die op grond van de doopbelofte de noodzaak van reformatorisch onderwijs voelden. Hun activiteiten hebben geleid tot de
n
n n n
n n n n
ds. Tj. de Jong (voorzitter), Staphorst J. van Dam, Houten O.J. Dekker, Opheusden drs. L.M. van den Doel (penningmeester), Hoevelaken J.E. Everse, Yerseke C.J. van Harberden, Veenendaal ing. G. de Jong (secretaris), Barneveld ds. M.A. Kempeneers, Katwijk aan Zee W.J. Kole, Barneveld
B E S TUURLI J KE ORGANI S ATIE
11
Schoolgids
W.F. van der Kooij, Barendrecht G.P. Landwaart, Maartensdijk n N. van Manen, Barneveld n A. Midavaine, Middelburg
ds. M. Mondria, Waardenburg ds. G. Pater, Oud-Beijerland n ds. A.C. Rijken, Gameren n P.B. de Ruiter, Capelle a/d IJssel
n
n
n
n
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Het personeel van de Centrale Diensten staat vermeld in de (gedrukte) VLC Schoolgids 2012-2013 voor leerlingen en personeel. Ook informatie over schoolregels, belangrijke data en alle personeelsleden zijn in deze uitgave opgenomen.
12 B E S TUURLI J KE ORGANI S ATIE
Schoolgids
4
Directie en management
4.1 Directieteam De directie van de school wordt gevormd door het Directieteam (DT) en bestaat uit de volgende drie leden: H.P.W. Klaassen voorzitter Directieteam, directeur vmbo, kwaliteitszorg, communicatie n drs. H.J. van der Poel directeur havo/vwo, personeelsbeleid (inclusief formatie en rooster, nascholing en werving/ selectie), internationalisering, examens n drs. J. Schouten leerlingenzorg (o.a. Passend Onderwijs), docentenbegeleiding (incl. opleidingsschool), ICT, projecten (waaronder Engels en rekenen/taal), aanmeldingen, facilitaire zaken n
4.2 Locatiemanagement Naast het directieteam heeft iedere locatie zijn eigen management. Deze teams zijn als volgt samengesteld:
Amersfoort n A.F. van Grol, locatiemanager Teammanagers A.J. van der Blom, havo leerjaar 1-3 n H.K. van Dijk, vmbo leerjaar 1 en 2 n A.M. van Helden, havo leerjaar 3-5 n A. Karens, vwo/tto leerjaar 1-3 n drs. R. Meijer, vwo leerjaar 4-6
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Barneveld n ing. G.S. Schotanus, locatiemanager Teammanagers P. Copier, havo/vwo leerjaar 1-3 n G. Hoogstraten, vmbo gl/tl leerjaar 1 en 2 n vacature, vmbo bb/kb/lwoo leerjaar 1 en 2 n
Hoevelaken n L. Rebel, locatiemanager Teammanagers A.D. Bosman, gl/tl n mw. C.A. Grootendorst, groen n J. Lommers, zorg en welzijn n M. van Loon, economie n G. Middelkoop, techniek n
Kesteren n drs. J.D. Eerbeek, locatiemanager Teammanagers mw. G.N. van Leeuwen, zorg en welzijn, bb/kb leerjaar 3 en 4 n B. Paanstra, vmbo gl/tl leerjaar 3 en 4 n A.R. Pluimers, vmbo bb/lwoo leerjaar 1 en 2 n J. Sanders MSc, havo leerjaar 4 en 5 n L. Soeters, kb, gl/tl leerjaar 1 en 2 n drs. D. Trouwborst, havo/vwo leerjaar 1-3 n
n
13 Directie en management
Schoolgids
5 5.1
Identiteit
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Grondslag van de school
Het Van Lodenstein College dat uitgaat van de Stichting voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag (SORG), belijdt dat de Bijbel, de Heilige Schrift, het onfeilbare Woord van God is. De school voelt zich onvoorwaardelijk aan dit Woord verbonden. De Bijbel is de enige norm voor ons leven. Die norm geldt ook voor het onderwijs en voor de opvoeding van onze jongeren en voor het functioneren en besturen van het Van Lodenstein College. In de statuten van de stichting zijn de volgende artikelen opgenomen met betrekking tot de grondslag en het doel:
Artikel 2 1 De grondslag van de stichting is Gods Woord, zoals dit wordt beleden in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderdachttien/zestienhonderdnegentien, met handhaving van de Statenvertaling. 2 De stichting onderschrijft onvoorwaardelijk en geheel de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God alsmede de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid. 3 Zij handhaaft het gebruik van de Statenvertaling als de getrouwe overzetting van de Heilige Schrift uit de oorspronkelijke talen, zoals deze tot stand gekomen is volgens het besluit van de in lid 1 genoemde synode. 4 Alle handelingen en uitspraken van de stichting zullen in overeenstemming met de grondslag moeten zijn en het beoogde onderwijs zal met
inachtneming daarvan moeten worden gegeven.
Artikel 3 1 De stichting stelt zich ten doel het verstrekken van voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs overeenkomstig de in artikel 2 genoemde grondslag. De stichting stelt zich voorts ten doel het verstrekken van middelbaar beroepsonderwijs in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs, of andere vormen van onderwijs, overeenkomstig de in artikel 2 genoemde grondslag.
5.2 Grondslag en praktijk De grondslag van de stichting geeft concrete zaken aan voor het onderwijs. n We beginnen de dag in elke klas met het lezen van een gedeelte uit de Bijbel, gebed en het gezamenlijk – niet ritmisch – zingen van een psalmvers. De schooldag eindigen we met dankgebed. Op onze school gebruiken we de Statenvertaling van 1637 en de Psalmberijming van 1773.
Identiteit
14
Schoolgids n
Alle leerlingen ontvangen in principe twee lesuren per week godsdienstonderwijs. Zij worden tijdens deze lessen onderwezen in de Bijbel en in de Drie Formulieren van Enigheid.
5.3 Identiteit en levensstijl Het reformatorische onderwijs baseert zich op Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften. Onderwijs heeft als doel kennisoverdracht aan leerlingen en het bijbrengen van vaardigheden. Tijdens en rondom dit onderwijsleerproces heeft de school ook een taak om mee te werken aan de opvoeding en vorming van jongeren. De school doet dit in het besef dat vorming en opvoeding primair verantwoordelijkheden zijn van de ouder(s). Zij beloofden dit immers bij de doop van hun kind. De ouderlijke verantwoordelijkheid is voor wat betreft het ‘doen onderwijzen’ voor een deel aan de school opgedragen. Gods Woord schrijft voor dat we leven en werken ten dienste van God en onze naaste. Volgens deze opdracht moeten we niet alleen de leerlingen op deze dingen wijzen, maar hen ook helpen om hun gaven en talenten te leren gebruiken. Hierbij benadrukken we dat Gods genade nodig is om te leven naar Gods Woord. Bovendien is het een kerntaak van alle personeelsleden om leerlingen met ernst en liefde te wijzen op de noodzaak en mogelijkheid van waarachtige wedergeboorte en bekering die – gewerkt door de Heilige Geest – leiden tot persoonlijk geloof in Jezus Christus.
Gezamenlijke betrokkenheid Communicatie, zowel formeel als informeel, met ouders is van groot belang voor de instandhouding van de gezamenlijke betrokkenheid op identiteitsgebonden onderwijs. Gezin en school hebben hierbij een eigen verantwoordelijkheid. Een belangrijke voorwaarde voor de toelating tot
onze school is dat ouder(s) de doelstellingen en uitgangspunten van de school niet alleen respecteren, maar deze ook van harte onderschrijven. Dit betekent ook dat zij er, met de school, op toezien dat leerlingen zich houden aan de bepalingen in de identiteitsverklaring, deze schoolgids, het leerlingenstatuut en de overige regels van de school.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
5.4 Missie – goed voor nu en later Het Van Lodenstein College is een reformatorische school voor voortgezet onderwijs van vmbo (inclusief lwoo) tot en met vwo. Naast de algemene onderwijstaken geeft de school ruim aandacht aan de vorming en opvoeding van jonge mensen. Dit betekent dat de school zich richt op de brede ontwikkeling van jonge mensen in het perspectief van het grote gebod van Christus vanuit Markus 12 : 30 en 31: “En gij zult den Heere uw God liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod groter dan deze.” Vanuit deze basis wil het Van Lodenstein College een school zijn waar:
Identiteit
15
Schoolgids n
n
n
n
n
n
n
leerlingen uit de reformatorische gezindte op grond van de Bijbel en de drie Formulieren van Enigheid gewezen worden op de noodzaak en de mogelijkheid van wedergeboorte en bekering en van een leven overeenkomstig het grote gebod; leerlingen onderwijs krijgen dat is gericht op het ontdekken en ontwikkelen van de gaven en talenten die de Heere hun gegeven heeft; leerlingen kennis, vaardigheden en inzicht verwerven waarmee zij een diploma kunnen behalen dat aansluit bij hun gaven en talenten en waarmee zij een passende vervolgopleiding kunnen volgen; leerlingen een apologetische toerusting krijgen én zelfstandig, verantwoordelijk en sociaal gedrag leren waarmee zij – vanuit hun eigen identiteit – hun maatschappelijke opdracht kunnen vervullen; leerlingen een eenheid ervaren tussen school, gezin en kerkelijke gemeente, waarbij elk van deze levenskringen een primaire verantwoordelijkheid op het eigen terrein behoudt; medewerkers vanuit een doorleefde reformatorische identiteit, met de hun geschonken gaven en talenten, werken aan de ontwikkeling, vorming en opvoeding van leerlingen; medewerkers en leerlingen samen werken aan een veilige leer- en leefomgeving.
Zo wil het Van Lodenstein College zijn opdracht verstaan: werken aan onderwijs, vorming en toerusting van leerlingen op een wijze die goed is, voor nu en voor later.
5.5 Visie In 2011 is onder de naam ‘Richtinggever’ de nieuwe strategie van de school beschreven voor de jaren 2011-2015. Hierin staan de missie en visie van de school. De thema’s in deze strategie zijn:
1 Goed onderwijs Het doel van goed onderwijs is leerlingen vormen door opvoeding en kennisoverdracht. De Bijbel, Gods Woord, geeft daar duidelijk richting aan. Leerlingen komen ook op school om te leren. Iedere leerling dient op zijn/haar niveau te worden uitgedaagd en gestimuleerd om te leren. De onderwijskwaliteit dient daarbij zichtbaar te zijn in de resultaten van onderwijs en vorming.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
2 Onze leerlingen We rusten leerlingen toe om hun plaats in de maatschappij in te nemen. De ouder(s) zijn de eerstverantwoordelijken voor opvoeding. Als school helpen we hen waar mogelijk met deze taak. Binnen de school staat het welbevinden van de leerling voorop. De Bijbel als gemeenschappelijke basis is het belangrijkste uitgangspunt in ons onderwijs. 3 Professioneel personeel Een medewerker is een identificatiefiguur voor leerlingen. Aan hem moet merkbaar zijn dat God en Zijn Woord belangrijk zijn in zijn leven. Daarmee kan hij leerlingen voorleven als christen. Een leraar heeft hart voor zijn leerlingen, is betekenisdrager (of: identificatiefiguur) en geeft het goede voorbeeld en zorgt voor goed onderwijs. Hij voelt zich verbonden aan de missie en visie van de school en zet zich daar met toewijding voor in. De school is een lerende organisatie, ook voor leraren. 4 Staan in de maatschappij Onze school staat in de maatschappij. We zijn betrokken op de samenleving, bijvoorbeeld in contacten met bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties. De kern van ons werk is het beogen van Gods eer en de toeIdentiteit
16
Schoolgids
wijding aan onze naasten. Leraren begeleiden de kennismaking van leerlingen met de moderne cultuur en pluriforme samenleving. Zo kunnen ze vanuit een christelijke overtuiging hun maatschappelijke opdracht vervullen.
5 Duurzame voorzieningen Goed rentmeesterschap is een opdracht vanuit de Bijbel. Alle middelen die we hebben, krijgen we van onze Schepper in beheer. Met deze middelen willen we daarom verantwoord en doelmatig omgaan. We richten ons op duurzaamheid met een efficiënte inzet van personeel en middelen. Het welbevinden van personeel en leerlingen staat daarbij voorop. Deze schoolstrategie (het strategisch meerjarenplan) is op onze website te vinden: www.vanlodenstein.nl/de-school/missievisie.aspx.
5.6 Toelatingsbeleid De school is opgericht door en voor ouders die hun kind(eren) graag reformatorisch onderwijs laten volgen. Tot het Van Lodenstein College worden in principe – onder de in de identiteits-
verklaring genoemde voorwaarden – toegelaten de kinderen van ouder(s) die belijdend en kerkelijk meelevend lid zijn van een van de volgende kerkverbanden: n n n n n n
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Gereformeerde Gemeenten; Hersteld Hervormde Kerk; Hervormde Gemeenten (PKN)*; Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Christelijke Gereformeerde Kerken (Bewaar het Pand).
De Identiteitsraad stelt, op voordracht van het College van Bestuur, regels vast op grond waarvan we een kandidaat-leerling tot de school kunnen toelaten. De Identiteitsraad doet dat met inachtneming van de wet. Het toelatingsbeleid is erop gericht zoveel mogelijk leerlingen toe te laten die op onze school onderwijs willen ontvangen. Toelating vindt plaats onder de voorwaarde dat de leerling en zijn ouder(s) de doelstellingen en de identiteit van de school onderschrijven. Een toelatingscommissie verzorgt de toelating. De leden van deze commissie worden benoemd door de Identiteitsraad en het College van Bestuur. Als een toelatingsverzoek wordt afgewezen, kan de belanghebbende bezwaar aantekenen bij de commissie van beroep. Deze commissie bestaat uit predikanten die geen deel uitmaken van de toelatingscommissie, maar wel lid zijn van de Identiteitsraad. In de identiteitsverklaring die ouder(s) bij de aanmelding ondertekenen, is verdere informatie opgenomen over de identiteit van de school.
* Het betreft de gemeenten die zich blijkens hun beleidsplan bijzonder gebonden weten aan Gods Woord en de Drie Formulieren van Enigheid.
Identiteit
17
Schoolgids
5.7 Benoemingsbeleid Het College van Bestuur benoemt in principe personeelsleden die belijdend en kerkelijk meelevend lid zijn van een van de volgende kerkverbanden: n n n n n n
Gereformeerde Gemeenten; Hersteld Hervormde Kerk; Hervormde Gemeenten (PKN)*; Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Christelijke Gereformeerde Kerken (Bewaar het Pand).
het personeelsbeleid. Het welbevinden van het personeel bevorderen we door een laagdrempelige en heldere communicatiestructuur. Dit doen we vanuit de optiek van het gezamenlijk verantwoordelijk willen zijn voor het totale schoolgebeuren. Bijbelse normen en waarden zijn bepalend voor het onderlinge functioneren. Bijbelse gezagsverhoudingen vormen de basis
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Alle personeelsleden dienen de grondslag, zoals genoemd in artikel 2 van de statuten, te onderschrijven en in hun werk tot uiting te laten komen. Het optreden van personeelsleden in de school en in verband met de school dient in overeenstemming te zijn met de lijn die de school voorstaat. Dit geldt ook voor gedrag, kleding, haardracht en overige persoonlijke uitingen van personeelsleden. Televisiebezit is voor de Identiteitsraad onverenigbaar met de voorbeeldfunctie van het personeel. Het personeel neemt een centrale plaats in bij de realisering van de identiteitsgebonden opdracht. Het beleid bij de benoeming en toerusting van personeel is er dan ook op gericht dat het personeel bereid en bekwaam is om deze opdracht uit te voeren. Het betekent ook dat het welbevinden van het personeel een hoge prioriteit heeft. Begeleiding van beginnende en oudere personeelsleden en een evenwichtig taakbelastingsbeleid zijn belangrijke instrumenten in
voor alle samenlevingsverbanden. De besluitvorming binnen de school vindt plaats waar het gezag op Bijbelse gronden berust. Dit staat overlegvormen over het te voeren beleid niet in de weg. Het College van Bestuur hecht aan goed overleg met alle betrokkenen. Conform de Wet Medezeggenschap op Scholen vindt bij het Van Lodenstein College overleg plaats met de Medezeggenschapsraad (MR). In het licht van de verschillende gezagsverhoudingen binnen de MR en gezien de positie van het College van Bestuur als bevoegd gezag zijn de instemmingsrechten van de MR omgezet in adviesbevoegdheden.
18
* Het betreft de gemeenten die zich blijkens hun beleidsplan bijzonder gebonden weten aan Gods Woord en de Drie Formulieren van Enigheid.
Identiteit
Schoolgids
6
Onderwijsbeleid
6.1 Leerlingen Ouder(s) vertrouwen hun kind(eren) aan onze school toe. Het is de bedoeling dat iedere leerling de school verlaat met een diploma dat past bij zijn of haar gaven, kwaliteiten en ambities. Daarom besteden we veel aandacht aan de kwaliteit van het leerproces. Tegelijkertijd realiseren we ons dat er meer is dan leren. Onze leerlingen zijn bij ons op school in de periode van hun groei naar zelf-
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
guren spelen de docenten tevens een belangrijke rol in de vorming van de leerlingen. Die twee aspecten vergen veel van hun vaardigheden. Vandaar dat het personeelsbeleid zich nadrukkelijk richt op de drieslag bekwaam worden, bekwaam zijn en bekwaam blijven. Iedere medewerker houdt het eigen bekwaamheidsdossier actueel. De zeven docentencompetenties met de daarbij behorende indicatoren zijn daarbij uitgangspunt. Deze competenties zijn: interpersoonlijk competent, pedagogisch competent, vakdidactische competent, organisatorisch competent, samenwerking met de collega’s en met de omgeving, reflectie en ontwikkeling.
6.3 Leren van leerlingen
standigheid. Het is de taak van de school hen tijdens dat groeiproces te begeleiden, hen de specifieke zorg te bieden die zij nodig hebben en hen zo voor te bereiden op de samenleving. Daarin moeten zij met betrokkenheid en inzet vanuit de reformatorische identiteit kunnen participeren.
6.2 Leren van medewerkers De docenten zijn de eerstverantwoordelijken in de dagelijkse omgang met de leerlingen. Zij zijn, samen met de leerlingen, verantwoordelijk voor het leerproces en de resultaten. Als voorbeeldfi-
Leerlingen leren binnen en buiten de school. Binnen de school is het leren systematisch en doelgericht. Bovendien wil de school met haar onderwijs leren en vorming samen op laten gaan. Leren en vorming liggen dan dicht bij elkaar. Ze zijn gericht op de toekomst, zijn betekenisvol, vinden plaats in een context en hebben beide een diversiteit aan aspecten in zich die wordt weergegeven in de begrippen kennis, vaardigheden en attitude.
6.3.1 Voorbereiding op multiculturele samenleving Een van de kerndoelen van het Van Lodenstein College is de voorbereiding van leerlingen op hun functioneren in de multiculturele samenleving. Deze opdracht roept spanningen op. Een leven volgens de Bijbelse richtlijnen komt immers niet overeen met het plurale waarden- en normenpatroon van onze samenleving. Geworteld zijn in de
O n d e r w i jsb e l e i d
19
Schoolgids
eigen identiteit èn tegelijkertijd kennis nemen van die multiculturele samenleving zijn de twee onderdelen die bij de voorbereiding horen. Dat sluit aan bij de maatschappelijke opdracht van de school. Vanuit de reformatorische beginselen participeren onze leerlingen in de samenleving. Tevens zijn zij in staat om over hun identiteit te communiceren.
6.3.2 Doorlopende leerlijn Leren is een doorgaand proces. Vanuit die invalshoek is het belangrijk dat het leren op school geen, of zo weinig mogelijk, breuklijnen heeft. De overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs, en die van het voortgezet onderwijs naar een vervolgopleiding dienen zorgvuldig plaats te vinden via de ‘koude’ en ‘warme’ overdracht. Die overgangen moeten ingekaderd zijn in een context met oog voor de continuïteit van het leerproces. Om die reden is gestructureerd overleg nodig met het basisonderwijs en met vervolgopleidingen. Deze ‘rode draad’ krijgt een vertaalslag in de strategische doelen die voor de sectoren zijn opgesteld.
6.4 Toelating van leerling
6.3.3 Maatschappij stage Onderdeel van de schoolloopbaan van leerlingen is de maatschappelijke stage. Deze stage kent een wettelijk minimum van 30 uur. Om voor het examen te kunnen slagen, moet de maatschappelijke stage met een voldoende resultaat zijn afgerond. De bedoeling is dat leerlingen door middel van het uitvoeren van een maatschappelijke stage kennis maken met het doen van vrijwilligerswerk. Op die manier ontwikkelen ze vaardigheden, leveren ze een bijdrage aan de samenleving en leren ze het belang daarvan beter inzien. Voor de leerlingen is het verplicht om een portfolio bij te houden over deze maatschappelijke stage. Het Van Lodenstein College heeft er voor gekozen om de maatschappelijke stage een plaats te geven in de
Tot het eerste leerjaar van de onderbouw worden in principe leerlingen toegelaten, die minimaal acht jaar basisonderwijs hebben genoten. Als uit de aanmeldingsgegevens blijkt dat een leerling leerproblemen heeft, wordt een lwoo-test afgenomen. Voor alle leerlingen geldt dat de testuitslag en het advies van de basisschool richtinggevend zijn voor de plaatsing in een bepaalde klas. De toelating wordt verzorgd door een toelatingscommissie, bestaande uit leden van de Identiteitsraad, het College van Bestuur en de directie. Voor het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) bestaat een afzonderlijke toelatingscommissie, omdat voor toelating tot het lwoo officiële indicering nodig is. Leerlingen die van een andere school voor voortgezet onderwijs komen, worden in de schoolsoor-
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
onderbouw. De invulling van de maatschappelijke stage kan op verschillende manieren plaatsvinden. Daarover worden binnen de teams keuzes gemaakt. De maatschappelijke stage bevordert ook zoveel mogelijk de burgerschapsvorming van leerlingen. Aan het eind van het betreffende leerjaar heeft de leering het portfolio geactualiseerd. Meer informatie over maatschappelijke stages is te vinden op de website www.maatschappelijkestage.nl.
O n d e r w i jsb e l e i d
20
Schoolgids
niet lager is dan 6,5. In een aantal gevallen worden eisen gesteld aan het vakkenpakket. In ieder geval is een positief advies nodig van de school waar het examen werd afgelegd. Voor leerlingen die in de pre-examenklas doubleerden, geldt in het bovenstaande geval een gemiddelde van 7,0.
6.5
ten van het leerjaar geplaatst overeenkomstig het overgangsbewijs of advies van hun vorige school. Leerlingen die een vmbo-(gl of tl)diploma behaalden, kunnen worden toegelaten tot het vierde leerjaar van de havo als ze voldoen aan de vereisten, weergegeven in onderstaand schema. Leerlingen die het havodiploma behaalden zijn toelaatbaar tot het vijfde leerjaar vwo, indien het gemiddelde eindexamencijfer voor de CE-vakken
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Vmbo en havo/vwo
6.5.1 Organisatie Het vmbo bestaat uit de volgende leerwegen: 1 basisberoepsgerichte leerweg (bb) 2 kaderberoepsgerichte leerweg (kb) 3 gemengde leerweg (gl) 4 theoretische leerweg (tl) Iedere leerweg heeft zijn karakteristieke kenmerken: 1 De basisberoepsgerichte leerweg is bedoeld voor leerlingen die een zo praktisch mogelijke opleiding willen volgen. Dat blijkt ook uit het grote aantal praktijklessen dat de leerlingen in de bovenbouw volgen. Dit betekent overigens niet dat andere vakken niet belangrijk zouden
n to el atingseisen h avo leerj a a r 4
toelatingseisen het totaal aantal punten voor de 6 examenvakken (van het havo) moet minimaal 39 punten zijn voor Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één 5 als enige onvoldoende een positief advies van de meerderheid van devakdocenten en de decaan gemiddeld CE-cijfer 5.5 of hoger
gtl
tl+
■
■
■ ■
(bindend) ■
■ ■
(niet bindend) ■
O n d e r w i jsb e l e i d
21
Schoolgids
zijn. Daarnaast kennen wij ook het lwoo, waarover u in paragraaf 6.5.4 kunt lezen. 2 De kaderberoepsgerichte leerweg kent evenals de bb, in de bovenbouw een behoorlijk praktische invulling: de leerling die in de kb zit, leert – net als de bb-er – het liefst en het best ‘met zijn handen’. De kb-ers krijgen wel meer theorie. De kaderberoepsgerichte leerweg leidt op voor opleidingen in niveau 3 en 4 van het mbo. 3 De gemengde leerweg is bedoeld voor leerlingen die een meer theoretische aanleg hebben. Naast een grote hoeveelheid theoretische vakken volgen leerlingen in de bovenbouw ook een praktisch vak. 4 De theoretische leerweg kent alleen algemeen vormende vakken. Leerlingen die deze leerweg kiezen, kunnen hun beroepskeuze zo lang mogelijk uitstellen. De gl en de tl zijn, theoretisch gezien, allebei even moeilijk. In het eerste, tweede en derde leerjaar zitten deze leerlingen in dezelfde klas/groep. Naast toegang tot het mbo bieden beide leerwegen ook toegang tot het havo. De theoretische leerweg kent ook ‘een plus-variant’: de TL+. Leerlingen die deze leerweg volgen, krijgen meer vakken dan leerlingen die ‘de gewone TL’ volgen. (zie ook 6.5.3.) Naast deze leerwegen bieden wij ook het leerwegondersteunend onderwijs aan (zie paragraaf 6.5.4). Daarnaast biedt de school ook de gelegenheid tot het volgen van niveau-1 opleidingen en leerwerktrajecten. Specifieke informatie hierover kan worden ingewonnen bij mevrouw drs. G. de Jong, telefoonnummer (033) 254 15 41. De vmbo-opleiding is ‘opgesplitst’ in de onderbouw (leerjaar 1 en 2) en de bovenbouw (leerjaar 3 en 4).
6.5.2 Onderbouw vmbo De onderbouw vormt de basis voor de verdere
schoolloopbaan. Die bestaat uit: 1 Het verwerven van kennis en vaardigheden binnen de voorgeschreven vakken. 2 Het leren studeren. Op school worden de hoofdzaken besproken en geoefend. Thuis maakt de leerling zich de kennis en de vaardigheden verder eigen. 3 Het leren kiezen voor een studie in de bovenbouw. In dat kader organiseren decanen speciale activiteiten. Leerlingen binnen de beroepsgerichte leerwegen krijgen vanaf leerjaar 1 praktische sectororiëntatie (PSO).
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
In het eerste leerjaar worden de leerlingen ingedeeld in klassen voor de basisberoepsgerichte leerwegen, de kaderberoepsgerichte leerweg of de theoretische/gemengde leerweg. Voor plaatsing in één van deze klassen houden we rekening met zowel het advies van de basisschool als met de testuitslag. Aan het eind van leerjaar 1 bestaat op grond van de studieresultaten de mogelijkheid om overgeplaatst te worden naar een klas met een hoger niveau in leerjaar 2. Hierover wordt vroegtijdig contact opgenomen met de ouder(s). Deze overplaatsing is aan het eind van leerjaar 2 niet zonder meer mogelijk. Bij een overplaatsing is overleg nodig waarin we een op de leerling toegesneden oplossing zoeken. In het tweede leerjaar moet blijken of een leerling het niveau aan kan waarin hij of zij geplaatst is. Aan het eind van het tweede leerjaar brengt de school een advies uit, waarbij we in ieder geval aangeven welke studierichting bij een leerling past. Keuze De leerlingen van wie we verwachten dat ze het meest geschikt zijn voor de bb/kb, krijgen in leerjaar 1 lessen PSO. In die lessen is de leerling op praktische wijze bezig om kennis te maken met de inhoud van de sectoren in de bovenbouw van het vmbo. Aan het eind van leerjaar 1 maakt de
O n d e r w i jsb e l e i d
22
Schoolgids
leerling een voorlopige keuze voor twee afdelingen of combinaties van afdelingen. De PSO-lessen in leerjaar 2 zijn vooral op die keuze gericht. In leerjaar 2 maakt de leerling van de bb en de kb een definitieve keuze voor een vmbo-afdeling in de bovenbouw. In de onderbouw bieden we ook leerwegondersteunend onderwijs aan (zie paragraaf 6.5.4). De leerlingen van de gemengd/theoretische opleiding maken aan het eind van leerjaar 2 een keuze voor een sector (economie, zorg/ welzijn, groen of techniek). In het derde leerjaar volgen ze dan in die sector een aantal praktijk uren.
6.5.3 Bovenbouw vmbo Leerlingen die vanuit de onderbouw naar de bovenbouw van het vmbo gaan, kunnen dus kiezen uit de bb, de kb en de gl/tl. Leerlingen die naar de bb of kb gaan, maken daarnaast een keuze uit een van de acht afdelingen die onze school aanbiedt, namelijk: • administratie • bouwtechniek (timmeren, metselen, schilderen) • elektrotechniek • groen • metaaltechniek • verkoop • zorg en welzijn • voertuigentechniek*
Leerlingen die naar de gl/tl gaan, kunnen hun keuze uitstellen: aan het eind van het derde leerjaar kunnen zij kiezen voor de gl of de tl. Leerlingen die ook in het vierde leerjaar de gl volgen, houden hun beroepsgerichte vak in de sector die ze kozen (economie, groen, techniek, zorg en welzijn). De tl-ers krijgen in het vierde leerjaar geen * Op het Van Lodenstein College in Hoevelaken wordt door het Hoornbeeck College ook de opleiding voertuigentechniek niveau 2 en 3 aangeboden.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
beroepsgericht vak meer. TL+ Binnen de theoretische leerweg bieden wij ook de TL+ aan. Deze route is specifiek bedoeld voor leerlingen die na het vmbo alsnog willen doorstromen naar 4 havo. Leerlingen die goed gemotiveerd zijn en beschikken over voldoende capaciteiten kunnen via deze route op het hbo hun opleiding vervolgen. De TL+ route ziet er als volgt uit: na het 3e leerjaar volgen de leerlingen alleen algemeen vormend onderwijs. Ze doen daarbij examen in 7 vakken ( in plaats van 6) en worden ook extra voorbereid op de overstap naar 4 havo. De naam vmbo zegt al dat deze schoolsoort zich met name richt op de voorbereiding naar het middelbaar beroepsonderwijs. Onze school heeft die voorbereiding dan ook een nadrukkelijke plaats gegeven. Enkele voorbeelden daarvan: • Alle leerlingen in de bb en de kb lopen stage: in
het vierde leerjaar gaan alle leerlingen een dag per week op stage. Op deze dag ‘leren ze in de praktijk’: er worden onderdelen van de examenstof behandeld. Er zijn in het kader van de stage intensieve contacten met het bedrijfsleven en (zorg)instellingen. Leerlingen uit de tl en gl kunnen niet regelmatig stagelopen omdat de
O n d e r w i jsb e l e i d
23
Schoolgids
lessentabel daarvoor geen ruimte biedt. Wel bieden we hen in leerjaar 3 een stageperiode aan waarin zij een beeld krijgen van het beroep dat ze willen kiezen. • Binnen de beroepsgerichte vakken werken wij met werkplekkenstructuur (WPS). Kort gezegd: we halen de werkelijkheid van het toekomstige beroep zoveel mogelijk binnen de school. • Veel leerlingen uit de bb en uit de kb zijn over het algemeen meer te motiveren voor praktische vakken dan voor theoretische vakken. Door in de theorie zoveel mogelijk aan te sluiten bij de praktijkvakken proberen we de leerlingen er meer bij te betrekken. Op die wijze proberen we theorie en praktijk zoveel mogelijk te integreren. • Er zijn intensieve contacten met het mbo. Met name met het Hoornbeeck College zijn diverse afspraken gemaakt die een goede doorstroom van onze leerlingen naar de vervolgopleiding moeten bevorderen. Het mag overigens duidelijk zijn dat we, naast voorbereiding op het vervolgonderwijs, binnen het vmbo ook veel aandacht besteden aan de brede maatschappelijke vorming van onze jongelui. Het examen begint al in het derde leerjaar: som-
mige onderdelen van de lesstof worden dan al door middel van toetsen afgesloten. Die toetsen, zogenoemde schoolexamen (SE)-toetsen, vinden dus zowel in leerjaar 3 als 4 plaats. Ze worden beschreven in een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) dat leerlingen aan het begin van het schooljaar krijgen. Aan het eind van het vierde leerjaar vindt ook het landelijke examen plaats.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
6.5.4 Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) Indien een leerling op een of meer gebieden leerproblemen heeft, kan bij de aanmelding een test worden afgenomen. De uitslag van de test wordt voorgelegd aan een toelatingscommissie: de Commissie Leerlingenzorg (CLZ). Deze commissie kan een lwoo-indicatie verlenen. Het lwoo valt binnen de basis- en soms binnen de kaderberoepsgerichte leerweg. Het onderwijs vindt voor een aantal of voor alle vakken (afhankelijk van de omvang van het leerprobleem) in een kleine groep van ongeveer 13 leerlingen plaats. Bovendien houden we bij de keuze van de leermiddelen, bij de becijfering enzovoort, rekening met het niveau van de leerling. De meeste lwoo-leerlingen doen examen in de basisberoepsgerichte leerweg; voor een deel van de lwoo-leerlingen wordt een ander uitstroomtraject gezocht, bijvoorbeeld een leerwerktraject. Procedure lwoo Via landelijk vastgestelde indicatiecriteria bepalen we of een leerling in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs. De basisschool maakt in eerste instantie de afweging of een leerling wellicht in aanmerking komt voor extra zorg in het voortgezet onderwijs. De docent maakt die afweging op grond van zijn of haar ervaringen met de leerling in de klas en op basis van leervorderingen. Daarbij maakt hij gebruik van indicatiecriteria, die in de regelgeving zijn vastgelegd. Er
O n d e r w i jsb e l e i d
24
Schoolgids
zijn drie criteria: IQ, leerachterstand en sociaalemotionele problematiek. In veel gevallen is op basis van de concrete criteria vrij eenvoudig een keuze te maken. De leerlingengegevens worden vastgelegd in een onderwijskundig rapport. De basisschool stuurt dit rapport naar onze school. De leerlingen die zijn aangemeld voor lwoo nodigen we uit om de nog ontbrekende testen te komen maken op onze school. Ook nodigen we leerlingen uit van wie op grond van de gegevens van de basisschool twijfel bestaat of hij of zij zonder extra hulp het vmbo kan doorlopen. Het Van Lodenstein College hanteert de richtlijnen, die door het reformatorisch samenwerkingsverband zijn opgesteld voor het indiceren van leerlingen die extra zorg nodig hebben. De CLZ bespreekt de uitslagen van de test. Deze commissie geeft een advies over de plaatsing van de leerling. Als een leerling aan de criteria voldoet, vraagt de school voor voortgezet onderwijs in overleg met de ouder(s) een indicatiestelling lwoo aan. De CLZ is in de meeste gevallen bevoegd om een indicatie te verlenen. Onze school is aangesloten bij de CLZ Amersfoort (binnen het Reformatorisch samenwerkingsverband). De CLZ heeft een eigen reglement. Voorzitter van de CLZ is de heer M. Chr. Kroon (locatie Barneveld) en secretaris is mevrouw C.A. Grootendorst (locatie Hoevelaken). Tegen een besluit van de CLZ kunnen ouder(s) in beroep gaan. Het bezwaar wordt dan behandeld in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze landelijke commissie van het Reformatorisch samenwerkingsverband zal het indicatiebesluit heroverwegen. Het besluit van de PCL is definitief en bindend. Het adres van de PCL is: Permanente Commissie Leerlingenzorg, Ref. SWV Postbus 433 2980 AK Ridderkerk
Op grond van de gegevens ontvangt de leerling een (lwoo-)plaatsingsbesluit. Mogelijke plaatsingsbesluiten zijn:
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
• lwoo voor alle vakken – de leerling krijgt in
het lwoo een individuele benadering. Dit houdt in dat de leerling voor alle vakken een aangepast programma kan volgen. De leerling wordt geplaatst in een groep van 12 tot 14 leerlingen. • lwoo voor Nederlands, Engels, Duits en wiskunde – de leerling ontvangt voor een of meerdere vakken een aangepast programma. Als in de loop van het cursusjaar blijkt dat de leerling het aangepaste programma niet (meer) nodig heeft, is doorstromen naar het vmbo, zonder lwoo, mogelijk. Voor leerlingen die het lwoo volgen, is extra ondersteuning beschikbaar. De school geeft mentoren van lwoo-klassen meer tijd om leerlingen te kunnen begeleiden. Daarnaast streven we ernaar, dat elke lwoo-klas een kerndocent heeft. In de meeste gevallen is dat de mentor. Deze kerndocent geeft aan die klas minimaal 6 uur les in verschillende vakken. De extra begeleidingsbehoefte van de lwoo-leerlingen is vastgelegd in een individueel handelingsplan. Op die manier werkt de school op planmatige wijze aan de sociaal-emotionele en didactische ontwikkeling van de leerling. Dat handelingsplan bespreken we met de ouder(s) en de leerling. Voor lwoo-leerlingen die moeite hebben met de doorstroom naar het vervolgonderwijs en/of het werkveld, bestaat de mogelijkheid van begeleiding door bijvoorbeeld Talenta (www.talentawerkt.nl). Zoals hierboven al vermeld: onze school maakt deel uit van het Reformatorisch samenwerkingsverband. Het doel van dat samenwerkingsverband is het vergroten van de capaciteiten van de
O n d e r w i jsb e l e i d
25
Schoolgids
deelnemende scholen voor voortgezet onderwijs (VO) om leerlingen met onderwijsachterstanden op te vangen en te begeleiden. Het Van Lodenstein College maakt deel uit van een landelijk samenwerkingsverband van reformatorische scholen voor VO (www.refswv.nl). Voor leerlingen zonder lwoo-beschikking, maar die wel extra zorg nodig hebben, kan bij het samenwerkingsverband een zorgbudget worden aangevraagd. Het verstrekken van een zorgbudget is aan bepaalde voorwaarden gebonden.
6.6 Havo en vwo Net als bij de vmbo-opleiding zijn de opleidingen voor havo en vwo te verdelen in onder- en bovenbouw. De onderbouw bestaat uit de leerjaren 1, 2 en 3, en de bovenbouw voor de havo bestaat uit de leerjaren 4 en 5. Het vwo heeft een zesde leerjaar. Het is gebruikelijk om de bovenbouw van havo en vwo aan te duiden met de term ‘tweede fase’.
ning met het advies van de basisschool en met de testuitslag. Als er twijfel is, hechten we over het algemeen meer waarde aan het advies van de basisschool. Een voorbeeld: bij een testuitslag voor havo/vwo is het advies havo. We plaatsen de leerling dan in een havo-klas. Aan het eind van leerjaar 1 bepalen de schoolresultaten het verdere verloop van de studie in klas 2. In het tweede leerjaar moet blijken of een leerling het niveau aan kan waarin hij of zij geplaatst is. Aan het eind van dat leerjaar brengt de school een advies uit, waarbij we in ieder geval aangeven voor welke studierichting we een leerling geschikt vinden. Indien leerlingen uit leerjaar 2 havo naar leerjaar 3 gl/tl gaan, worden zij tijdig in de gelegenheid gesteld om zich te oriënteren op de voor hen geschikte afdeling. Het derde leerjaar is een schakeljaar. Dat is het laatste jaar waarin de leerlingen een gehele schoolweek in klasverband bij elkaar zitten. Zij volgen dan het volledige vakkenaanbod binnen havo/vwo. Voor leerlingen die de gymnasium-
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
6.6.1 De onderbouw Binnen de eerste drie leerjaren van de school zijn leerlingen bezig met de algemene basis voor hun verdere schoolloopbaan. Die basis bestaat uit:
1 Het verwerven van kennis en vaardigheden binnen de voorgeschreven vakken. 2 Het leren studeren. Op school bespreken en oefenen we de hoofdzaken en thuis maakt de leerling zich de kennis en de vaardigheden verder eigen. 3 Het leren kiezen voor een studie in de bovenbouw van de school. De decanen organiseren in dat kader activiteiten, waarbij de nadruk ligt op de derde klas. In het eerste leerjaar worden de leerlingen ingedeeld in klassen voor de havo of het vwo. Voor plaatsing in een van deze klassen houden we reke-
stream volgen, komt daar minimaal één klassieke taal bij. Kortom, een jaar waarin leerlingen meestal ervaren dat ze er hard voor moeten werken. In dat leerjaar moeten ze ook een belangrijke keuze maken: de profielkeuze. Een profiel is een samenhangend geheel van een aantal vakken. Dat profiel is de kern van het onderwijs dat leerlingen in
O n d e r w i jsb e l e i d
26
Schoolgids
de tweede fase gaan volgen. Is eenmaal een profiel gekozen, dan richten we de overgangsregels van klas 3 naar klas 4 op het gekozen profiel. Verreweg de meeste leerlingen die in klas 3 havo of 3 vwo zitten vervolgen het onderwijs in respectievelijk 4 havo of 4 vwo. Een klein deel van de leerlingen uit klas 3 vervolgt het onderwijs aan het middelbaar beroepsonderwijs. Een overgangsbewijs naar klas 4 havo of 4 vwo is dan wel een vereiste.
Enkele formele regels (vmbo en havo/vwo)
• In klas 3 is de overstap naar klas 3 vmbo
niet mogelijk. Mocht in klas 3 havo blijken dat een leerling tijdens het schooljaar het havoniveau niet aan kan dan wel moet doubleren, dan is het bij een positief advies van de docentenvergadering mogelijk dat we de leerling bij de cursusjaarwisseling in klas 4 vmbo (tl of tl+) plaatsen. De leerling moet dan wel een aansluitingsprogramma volgen om de gemiste SE-resultaten vanuit 3 vmbo alsnog te behalen.
• In klas 4 is wijziging van een vakkenpakket
mogelijk tot aan de herfstvakantie. Daarna niet meer.
• In klas 4 vwo is de overstap naar 4 havo alleen mogelijk als de school dat noodzakelijk acht. Die mogelijkheid bestaat uiterlijk tot en met november. Daarna kan de overstap naar klas 5 havo plaatsvinden aan het eind van het cursusjaar met een overgangsbewijs voor klas 5 vwo.
6.6.2 De tweede fase Havo en vwo zijn onderwijssoorten die voorbereiden op vervolgstudies. Een havodiploma geeft toegang tot het hoger beroepsonderwijs en een vwo-diploma geeft recht op toelating tot een wetenschappelijke studie. Beide vormen van vervolgonderwijs gaan ervan uit dat studenten een zelfstandige studiehouding hebben met allerlei vaardigheden die daarbij horen (bijvoorbeeld informatie zoeken en verwerken). Daarom moet het onderwijs in de tweede fase leerlingen daarop voorbereiden. Dat gebeurt door les te geven in een omgeving die wel eens wordt aangeduid als het studiehuis. Leerlingen krijgen les in een van de vier soorten profielen: • • • •
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
cultuur en maatschappij economie en maatschappij natuur en gezondheid natuur en techniek
Daarnaast krijgt elke leerling les in de algemene vakken als godsdienst, Nederlands, enzovoort. Voor leerlingen betekent het dat ze de veelheid aan keuzes in profielen en vakken terugzien in een heel ander soort rooster. Er is nog wel een basisklas met een mentor, maar een groot deel van de tijd zijn de roosters geclusterd. Meestal went dat heel snel. De lessen stuurt de docent grotendeels klassikaal aan, maar een deel van de leerstof verwerken de leerlingen in groepsverband of individueel. Het leren in de tweede fase is een serieuze voorbereiding op het definitieve examen. Zo serieus, dat in klas 4 al snel toetsen worden afgenomen die meetellen voor het schoolexamen. Alle vakken tellen mee voor het schoolexamen. Dat schoolexamen vormt samen met centraal examen (beter bekend als de landelijke examens in mei voor 5 havo en 6 vwo) het uiteindelijke eindcijfer voor de verschillende vakken. Sommige vakken hebben alleen een schoolexamen. Zoals dat in elk
O n d e r w i jsb e l e i d
27
Schoolgids
huis het geval is, zijn er ook in het studiehuis regels. Heel formele regels zelfs. Die regels zijn te vinden in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Daarin staan het examenreglement en alle toetsen en vaardigheden die bij de leerlingen worden getoetst. Dit PTA ontvangen leerlingen in de (pre-)examenklassen aan het begin van het schooljaar (uiterlijk 1 oktober). Alle toetsen, handelingsdelen, praktische opdrachten en het profielwerkstuk vormen samen het zogenaamde examendossier.
6.7 Tweetalig onderwijs (TTO) vwo 6.7.1 Waarom TTO? Kennis van de Engelse taal is in de huidige maatschappij onontbeerlijk. Bij studierichtingen aan de universiteit en de hogeschool wordt niet alleen gebruik gemaakt van Engelstalige vakliteratuur, maar steeds meer opleidingen worden geheel in het Engels aangeboden. Ook in de werkomgeving zal een goede beheersing van het Engels een eerste vereiste zijn. Dat is een reden om als school tweetalig vwo aan te bieden. Deze opleiding geeft begaafde en gemotiveerde leerlingen een extra uitdaging. Een derde reden voor tweetalig vwo komt door het feit dat leerlingen met een reformatorische achtergrond minder gewend zijn aan moderne media en daarom minder getraind zijn in het
luisteren naar en spreken van Engels. Door tweetalig onderwijs kunnen zij die achterstand wegwerken.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
6.7.2 Wat houdt TTO in? Het Van Lodenstein College is aangesloten bij het Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs, een instantie die TTO en internationalisering begeleidt, subsidieert en inspecteert. Op de locatie Amersfoort bieden we gecertificeerd TTO aan. De locatie heeft een zogenaamde juniorstatus en voldoet daarmee aan alle aspecten waaraan het TTO moet voldoen in de onderbouw. Dit houdt onder andere in dat leerlingen uit de klassen 1, 2 en 3 vwo minstens 50% van alle vakken in het Engels volgen. Dat doen we, bij voldoende bekwaam personeel, bij de vakken aardrijkskunde, (kerk)geschiedenis, wiskunde, natuurkunde, muziek, beeldende vorming en bewegingsonderwijs. Naast lessen in het Engels maken de leerlingen uitgebreid kennis met Europese en Internationale Oriëntatie (EIO). Zij krijgen lessen over de EU, Europese landen en landen in andere werelddelen. Zij voeren projecten uit in het kader van EIO, hebben e-mailcontacten met buitenlandse scholen en uitwisselingen met andere landen. Buitenlandse gastsprekers geven onze leerlingen les over het leven buiten Nederland. Leerlingen van de TTO-klassen nemen ook deel aan Engelstalige excursies en aan culturele activiteiten. U kunt op onze website door foto’s een indruk krijgen van TTO-activiteiten. 6.7.3 Niveau van het Engels Leerlingen doen in klas 3 mee aan het internationale Anglia-examen. Anglia is een door het Europees Platform ondersteunde organisatie die de examens Engels laat corrigeren in het Engelse Chichester. Leerlingen behoren het taalniveau B2 te behalen. Dat staat gelijk aan het Advanced niveau. Ook docenten scholen zich in didactiek
O n d e r w i jsb e l e i d
28
Schoolgids
en taal aan Nederlandse universiteiten en/of Britse hogescholen om in het Engels les te kunnen geven.
6.7.4 Toelating Een leerling met Citoscore 545 en een vwo-advies kan vragen om toelating tot de TTO-afdeling. In de maand mei nodigen we deze leerlingen uit voor een toelatingsgesprek, waaruit de motivatie en de geschiktheid moeten blijken. Leerlingen met de volgende eigenschappen: enthousiast, vasthoudend, nieuwsgierig en creatief, zijn qua mentaliteit geschikt voor TTO. 6.7.5 Kosten Het Van Lodenstein College vraagt voor de extra TTO-kosten een ouderbijdrage. De hoogte van de bijdrage is vermeld in paragraaf 16.1 van deze schoolgids. Daarnaast brengen we de kosten voor internationale excursies in rekening. Deelname aan TTO vwo is alleen mogelijk als de ouder(s) bereid zijn deze kosten te betalen. 6.7.6 Voorlichting In de loop van het cursusjaar worden voorlichtingsavonden voor de ouder(s) gehouden. 6.7.7 Contacten Als u vragen heeft, kunt u voor de locatie Amersfoort contact opnemen met de heer A. Karens (teammanager vwo/TTO leerjaar 1-3) en/of met mevrouw H.H. van der Welle-Vogelaar (coördinator TTO). 6.7.8 TTO locaties Barneveld en Kesteren De onderbouwteams vwo op de locaties Barneveld en Kesteren hebben, net als de locatie Amersfoort, de ambitie om TTO aan te bieden. Voor een deel lukt het om die ambitie te verwezenlijken. Er zijn echter beperkingen. Met name de personele component is daarbij een factor van beteke-
nis. De teammanagers van deze locaties kunnen u informeren over de meest actuele stand van zaken voor het cursusjaar 2012-2013. Voor de locatie Barneveld kunt u terecht bij de heer P. Copier (teammanager havo/vwo). Voor de locatie Kesteren is de contactpersoon de heer drs. D. Trouw-
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
borst (teammanager havo/vwo leerjaar 1-3). Zolang wij op deze locaties geen TTO aanbieden, spreken wij van VeTO (versterkt Engels taalonderwijs). In deze vorm van onderwijs geven we minimaal 3 vakken in het Engels.
6.8 Rekenen, taal en Engels (vwo, havo en vmbo) achterstands beleid In de samenleving merken we dat er steeds meer gevraagd wordt van de vaardigheden van mensen op het gebied van Nederlandse en Engelse taal en de rekenvaardigheden. Voor de overheid is dit een reden geweest om, naast eisen die gesteld worden aan examens en diplomering, aparte eisen te stellen voor Nederlands, Engels en rekenen. Dit gaat zelfs zover, dat er een aparte rekentoets komt aan het einde van de loopbaan in het voortgezet onderwijs. Het Van Lodenstein College bereidt leerlingen
O n d e r w i jsb e l e i d
29
Schoolgids
den volgen. Dit doen we met de CVVO-toetsen van het Cito. Als een leerling achterstand oploopt, zullen we deze leerling extra oefenstof geven om de vaardigheden bij te spijkeren. Elke locatie heeft in het rooster rekening gehouden met de mogelijkheid om dit vorm te kunnen geven.
voor op de zwaardere eisen die gesteld worden aan de examens Nederlands en Engels en op de rekentoets. We beginnen daar vroeg mee: direct nadat de leerlingen bij ons binnenkomen. We hebben beleid ontwikkeld waarmee we de vorderingen van leerlingen op de genoemde drie gebie-
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Voor Engels zien we dat nagenoeg alle leerlingen extra oefening nodig hebben. Daarom krijgen leerlingen zowel op school als voor thuis oefening in dit vak door het gebruik van de programma’s Rosetta Stone en Holmwood’s. Zij doen dit in hun vrije tijd of tijdens extra tijd op school.
6.9 Onderwijsaanbod In het onderstaande schema is het onderwijsaanbod op de vier locaties weergegeven.
n o nder w ijs a a nb o d per lo c atie
Amersfoort ■
■
leerjaar 1 en 2: alle onderwijssoorten leerjaar 3-6: havo en vwo
Barneveld ■
■
leerjaar 1 en 2: alle onderwijssoorten leerjaar 3: havo en vwo
Hoevelaken ■
■
leerjaar 3 en 4: basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde en theoretische leerweg (bb, kb, gl, tl) voertuigentechniek*: niveau 2 en 3 bbl
Kesteren ■
■
■
leerjaar 1 - 3: alle onderwijssoorten leerjaar 4: vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg zorg en welzijn, gemengde en theoretische leerweg, havo leerjaar 5: havo
* De opleiding wordt in samenwerking met het Hoornbeeck College in Hoevelaken aangeboden. Het is een mbo-opleiding. O n d e r w i jsb e l e i d
30
6.10 Lessentabellen
kb leerjaar 2
beeldende vorming engels duits bewegingsonderwijs (l.o.) mens en maatschappij 1, geschiedenis mens en maatschappij 2, aardrijkskunde mens en maatschappij mens en natuur 1, biologie / verzorging mens en natuur 2, natuurkunde (scheikunde) mens en natuur 3, techniek nederlands wiskunde muziek economie frans informatiekunde mentorlessen scheikunde praktische sectororiëntatie/loopbaanoriëntatie godsdienst grieks/latijn
kb leerjaar 1
kern kern kern kern kern kern kern kern kern kern kern kern kern en keuze differentieel differentieel differentieel differentieel differentieel differentieel keuze keuze totaal
lwoo / bb leerjaar 2
vakken lwoo / bb leerjaar 1
curriculum
vakcode
6.10.1 Onderbouw vmbo, havo en vwo
bv en du bo mm1/gs mm2/ak mm mn1/bi/vz mn2/na(sk) mn3/tk ne wi mu ec fa in sk pso/lob gd gr/la
4 3
2 3
4 3
3
3
3 2 1
2 3 2 3 1 1
2 2 1 2 3 3 1
4 2 2 2 3 3
1 1
1 1
1 1
1 1
4 2
4 2
2 2
4 2
32
32
32
32
Toelichting alle locaties tl/gl lwoo
locatie Barneveld tl/gl, havo, vwo lrj 1 lwoo/bb lrj 2 tl/gl, lrj 2
Muziek staat tegenover beeldende vorming Uitsplitsingen voor lwoo zijn er alleen in de heterogene lwoo/vmbo klassen en dan voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en natuur-/scheikunde.
1 uur muziek en 3 uur bewegingsonderwijs 3 uur M&M en 2 uur mentorbegeleiding 1 uur beeldende vorming of 1 uur muziek, 1 uur infor-
tl/gl, lrj 2 lwoo/bb lrj 1 locatie Kesteren
matiekunde 2 uur LOB/PSO in plaats van economie 3 uur beeldende vorming en 2 uur mentorbegeleiding Er is geen aparte TTO-groep. Ook de ‘klassieke leerlingen’ krijgen les volgens de vwo-lessentabel. In vwo leerjaar 2 komt Latijn/Grieks in plaats van andere vakken of krijgen deze leerlingen sommige vakken 1 uur minder. In vwo leerjaar 3 komt het ook in mindering op andere vakken en krijgen de klassiekers 1 uur extra.
2 2 3 4 2
2 2 2 3 3
tl / gl leerjaar 1
tl / gl leerjaar 2
havo leerjaar 1
havo leerjaar 2
havo leerjaar 3
vwo leerjaar 1
vwo leerjaar 1 TTO
vwo leerjaar 2
vwo leerjaar 2 klassieke talen/TTO
vwo leerjaar 3
vwo leerjaar 3 klassieke talen/TTO
Schoolgids
2 3 3 2 2 2
2 3 2 2 2 1
2 3 3 3 2 2
2 3 3 2 2 2
1 3 2 2 2 2
2 3 3 2 2 2
2 4 3 2 2 2
2 3 3 2 2 2
2 4 3 2 2 2
1 3 2 2 2 2
1 4 2 2 2 2
2
2 2 2 3 3 (2) 2 3
2
2 2 2 3 3 (2)
2 2
2
2
2 2
2 2
1 2
2 4 4 2
2 3 4 2
2 2 2 3 3 (2)
2 3 (2)
3
3
3 3 (1) 2 3
2 3 (1) 1 2
1 1
1 1
1
1
1 2
1 2
2 5 35
2
2 6 35
2 4 4 2
1 1
2 3 4 2
3
3 3 (1) 2 3
1
1 1
1
1 2
2
2
2
2
2
2
2
2
32
32
32
32
32
32
32
32
32
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
31 O n d e r w i jsb e l e i d
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
6.10.2 Vmbo, leerjaar 3 en 4
Noten 1 Bb keuzevak maatschappijleer 2 of wiskunde (indien lwoo: alleen keuze maat schappijleer 2); wiskundegroep 1 uur minder in de lessentabel. 2 Kb keuzevak wiskunde of Duits; wiskundegroep leerjaar heeft 1 extra beroepsgericht vak. 3 Keuzevak wiskunde of geschiedenis; leerjaar 4 heeft 1 uur minder tekstverwerken in een beroepsgericht vak. 4 Ckv in Hoevelaken wordt 40 uur gegeven in projecten en excursies geïntegreerd in de lessentabel van leerjaar 3. In de gemengde leerweg wordt 1 uur per week besteed aan ckv in de lessen beeldende vorming. 5 Minimum urenaantal bij gemengde en theoretische leerweg vakken, afhankelijk van stream-/pakketkeuze. 6 Uren beroepsgericht vak zijn inclusief stagedag (telt voor 4 lesuren in Kesteren, 2 uur in Hoevelaken).
kb leerjaar 3
kb leerjaar 4
bb leerjaar 3
bb leerjaar 4
kb leerjaar 3
kb leerjaar 4
bb leerjaar 3
6
landbo
bb leerjaar 4
4
techniek (Hoevelaken)
bb leerjaar 3
godsdienst maatschappijleer 1 maatschappijleer 2 1 bewegingsonderwijs (l.o.) nederlands engels duits frans geschiedenis aardijkskunde economie wiskunde natuurkunde/scheikunde 1 natuurkunde/scheikunde 2 biologie/verzorging beeldende vorming, incl. culturele kunstzinnige vorming mentorles totaal algemeen vormende vakken beroepsvoorbereidende en andere aanvullende vakken totaal totaal leerjaar 3 en 4 beroepsvoorbereidende vakken inclusief ict, toerusting en vorming
zorg en welzijn (Kesteren) vakcode
vakken
gd ma1 ma2 bo ne fa du en gs ak ec wi na/sk 1 na/sk 2 bi/vz bv pso
2 2
2
2 2
2
2 2
2
2 2
2
2 2
2 3 2
2 2 2
2 3 3
2 3 3
2 3 2
2 2 2
2 3 3
2 3 3
2 3 2
2
2
3
3
33
43
2 2
2 2
3 4
4 3
2
3 1 1 20 12 32
3
2 1 1 17 15 32
2 1 13 17 30 32
1 17 13 30 25
2 1 16 16 32
1 13 17 30 33
1 20 12 32
1 18 12 30 24
1 16 16 32
Schoolgids
bb leerjaar 4
kb leerjaar 3
kb leerjaar 4
bb leerjaar 3
bb leerjaar 4
kb leerjaar 3
kb leerjaar 4
gl / tl leerjaar 3
gl / tl leerjaar 4
gl / tl leerjaar 3
gl / tl leerjaar 4
2
2 2
2
2 2 21 2 3 2
2
2 2
2
2 2
2
2 2
2
2 1
2 1
2 1
2 1
2 2 2
2 3 3
2 3 3
2
3
4
2
3
3
1 13 17 30
1 19 13 32
1 18 12 30
33
25
3 21
31 2 2 2
3 21
2 3 3 42
2 3 3 42
2 3 2
2 2 2
2 3 3
2 3 3
2
3
3
3 3 3 2 3 2 2 2 3 2 3 2 2 1
3 4 4 4 5 4 4 4 4 4 4 4 4 0,5
3 3 3 2 3 2 2 2 3 2 3 2 2 1
3 4 4 4 5 4 4 4 4 4 4 4 0,5
3 30
5 32
3 30
5 32
3 32
3 42
3
2 1 1 17 15 32
1 15 15 30 30
1 20 12 32
1 18 12 30 24
16 16 32
3
4
2
3
3
1 13 17 30
1 19 13 32
1 17 13 30
33
3
voor leerlingen, ouders en personeel
Kesteren
bb leerjaar 3
Hoevelaken
kb leerjaar 4
zorg en welzijn (Hoevelaken)
kb leerjaar 3
economie (Hoevelaken)
bb leerjaar 4
ouw (Hoevelaken)
2012 | 2013
5
26
32 O n d e r w i jsb e l e i d
Schoolgids
6.10.3 Bovenbouw havo en vwo
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
havo leerjaar 4
havo leerjaar 5
vwo leerjaar 4
vwo leerjaar 5
vwo leerjaar 6
godsdienst maatschappijleer bewegingsonderwijs (l.o.) culturele en kunstzinnige vorming klassieke culturele vorming algemene natuurwetenschappen nederlands engels duits frans latijn grieks geschiedenis aardrijkskunde maatschappijwetenschappen wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D natuurkunde scheikunde biologie economie management en organisatie tekenen handvaardigheid muziek profielwerkstuk loopbaanoriëntatie/mentoraat verdiepingstijd/begeleidingstijd totaal
vakcode
vakken
gd ma bo ckv kcv anw ne en du fa la gr gs ak mw wa wb wc wd na sk bi ec m0 te hv mu -
2 2 2 1 0 0 4 3 4 4 0 0 3 3 3 3 3 0 3 3 3 4 3 3 3 3 3 0 1 1 67
2 0 2 0 0 0 3 4 3 4 0 0 3 3 3 3 4 0 3 4 3 3 4 3 4 4 3 1 0 1 67
2 2 2 1 1 2 3 3 2 3 3 3 2 2 3 3 3 3 3 2 3 3 2 2 2 2 2 0 0 0 64
2 0 2 1 1 0 2 3 3 3 4 4 3 3 3 3 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 0 0 3 74
2 0 2 0,5 0 0 3 2 3 3 4 4 3 3 2 3 4 2 2 3 2 2 3 3 4 4 3 1 0 3 70,5
33 O n d e r w i jsb e l e i d
Schoolgids
6.11 Lestijden per locatie eerste bel tweede bel / eerste les begint leswisseling / twee les begint gelegenheid voor leerlingen boterham eten leswisseling / derde les begint pauze eerste bel tweede bel / vierde les begint leswisseling / vijfde les begint eten pauze eerste bel tweede bel / zesde les begint leswisseling / zevende les begint leswisseling / achtste les begint einde lesdag
Amersfoort
Barneveld
Hoevelaken
Kesteren
8.25 uur 8.30 uur 9.25 uur
8.15 uur 8.20 uur 9.20 uur
8.20 uur 8.25 uur 9.25 uur
8.15 uur 8.20 uur 9.20 uur
10.20 uur 11.10 uur 11.20 uur 11.25 uur 12.15 uur 13.05 uur 13.20 uur 13.30 uur 13.35 uur 14.25 uur
10.10 uur 11.05 uur 11.20 uur 11.25 uur 12.15 uur 13.05 uur 13.20 uur 13.35 uur 13.40 uur 14.30 uur 15.20 uur 16.10 uur
10.15 uur 11.05 uur 11.15 uur 11.20 uur 12.10 uur 13.00 uur 13.15 uur 13.25 uur 13.30 uur 14.20 uur
10.15 uur 11.05 uur 11.20 uur 11.25 uur 12.15 uur 13.05 uur 13.20 uur 13.35 uur 13.40 uur 14.30 uur 15.20 uur 16.10 uur
15.20 uur
15.15 uur
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
34 O n d e r w i jsb e l e i d
Schoolgids
7
Bevordering en examens
7.1 Rapporten Leerlingen ontvangen een rapport in december, in maart/april en bij de overgang in juli. Ook geven we tussentijds overzichten van de studieresultaten. Bovendien hebben ouder(s) de mogelijk-
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
beoordelen en rapporteren is vastgelegd in het leerlingenstatuut. Gescheiden ouders worden beiden geïnformeerd over hun zoon of dochter zolang zij beiden de voogdij (zeggenschap) hebben over hun kind. Het is van belang dat de school over beide adressen beschikt of de contactinformatie heeft.
7.2 Bevorderingen
heid om via een eigen account in te loggen op de cijfer- en aanwezigheidsgegevens van hun zoon of dochter op het schoolnetwerk. Op deze manier willen we de ouder(s) en de leerlingen regelmatig inzicht geven in de resultaten zodat we, eventueel, tijdig maatregelen kunnen nemen. Als een leerling meerderjarig wordt tijdens de schoolloopbaan, gaan we ervan uit dat de ouder(s) volledig betrokken blijven en daarom mede aanspreekbaar zijn totdat het onderwijsleerproces is afgerond. Met het oog daarop worden de ouder(s) van de meerderjarig geworden leerling in principe geïnformeerd over alles wat zich op school voordoet, voor zover het hun zoon of dochter aangaat. De verdere uitwerking van de wijze van toetsen,
Aan het eind van het cursusjaar nemen de docenten in de leerlingenbespreking de beslissing over het al of niet bevorderen, mede op basis van de geldende overgangsnormen. In de loop van het tweede leerjaar brengen we in het kader van de onderbouw en/of de afdelingskeuze voor de beroepsgerichte leerwegen ook een schooladvies uit. Als het gaat om de overgang naar een hoger leerjaar en/of naar een andere afdeling van de school stellen we de ouder(s) zo mogelijk tijdig in de gelegenheid hun voorkeur kenbaar te maken. Daarmee houden we zoveel mogelijk rekening. Ouder(s) die het niet eens zijn met de tijdens de leerlingenbespreking genomen beslissing, kunnen binnen een week nadat die beslissing is bekendgemaakt schriftelijk reageren bij de betrokken teammanager. Een revisie kunnen we pas in behandeling nemen als duidelijk blijkt dat er nieuwe elementen in het belang van de leerling zijn aangevoerd. Een leerling die we niet in staat achten met goed gevolg het onderwijs in een hoger leerjaar van de gewenste afdeling te volgen, krijgt desgewenst de gelegenheid het laatst gevolgde leerjaar over te doen. Behalve door bijzondere omstandigheden kan een leerling eenzelfde leerjaar niet voor de derde keer volgen, ook al zou
bevordering en examens
35
Schoolgids
dat gebeuren in een andere afdeling of leerweg. Doubleren in twee opeenvolgende leerjaren is, afgezien van de examenklas, niet toegestaan.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
7.3 Examenregeling Voor examens is een examenreglement opgesteld. Dit reglement geven we samen met het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) aan alle leerlingen uit de bovenbouw van vwo, havo en vmbo.
36 bevordering en examens
Schoolgids
8
Resultaten
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
8.1 Doorstroming einde cursusjaar 2010-2011 bevorderd vmbo bb leerjaar 1 vmbo kb leerjaar 1 vmbo gt leerjaar 1 havo leerjaar 1 vwo leerjaar 1 vmbo bb leerjaar 2 vmbo kb leerjaar 2 vmbo gt leerjaar 2 havo leerjaar 2 vwo leerjaar 2 vmbo bb leerjaar 3 vmbo kb leerjaar vmbo gt leerjaar 3 vmbo tl leerjaar 3 havo leerjaar 3 vwo leerjaar 3 vmbo bb leerjaar 4 vmbo kb leerjaar 4 vmbo gt leerjaar 4 vmbo tl leerjaar 4 havo leerjaar 4 vwo leerjaar 4 havo leerjaar 5 vwo leerjaar 5 vwo leerjaar 6
86% 88% 91% 92% 94% 95% 96% 94% 88% 85% 100% 95% 98% 98% 92% 74%
gedoubleerd
95%
opgestroomd afgestroomd
geslaagd
14% 2% 1% 1%
4% 1% 5% 1%
1% 1% 2%
15% 5% 1% 5% 1%
10% 4% 7% 5% 2% 5% 10% 15% 3%
2% 2% 2% 2% 1% 1%
85% 79%
afgewezen
6% 25% 98% 93% 90% 95%
2% 6% 10% 5% 16% 9%
90%
7%
92%
37 R e s u ltat e n
Schoolgids
8.2 Examenresultaten per locatie en per sector (in procenten) studie
aantal kandidaten 2009 2010
2011
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
geslaagd 2009 geslaagd 2010 geslaagd 2011 VLC landelijk* VLC landelijk* VLC landelijk*
locatie Amersfoort vwo
77
79
104
99
91
91
89
93
89
havo
163
209
134
93
87
81
85
90
85
vmbo bb/kb
296
301
303
96
95
99
95
96
95
vmbo tl/gl
151
137
138
93
94
91
94
89
93
locatie Hoevelaken
locatie Kesteren havo
-
-
62
-
-
-
-
85
85
vmbo bb/kb
55
62
52
98
95
94
95
100
94
vmbo tl/gl
69
87
94
91
94
97
94
97
93
* O.b.v. inspectiecijfers die gepubliceerd zijn op het internet-schooldossier.
38 R e s u ltat e n
Schoolgids
9
Leerlingenzorg en -begeleiding
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
9.1 Algemeen In de zorg voor leerlingen wordt het volgende onderscheid gemaakt: algemene zorg deze richt zich op: ■ de resultaten van de leerling (voortgang) ■ de situaties waarin de resultaten tot stand komen (welzijn) ■ de betekenis van deze resultaten voor de toekomst (loopbaan)
geïndiceerde zorg intern ■ ■
leerwerktrajecten (LWT) niveau 1-onderwijs
geïndiceerde zorg extern ■ ■
lwoo LGF (w.o. de integratieklas, zie paragraaf 9.4)
specifieke zorg ■ ■ ■
counseling dyslexie sociale vaardigheidstraining en faalangstreductietraining
Voor deze vormen van leerlingenzorg heeft de school externe participanten. Hieronder worden deze benoemd. algemene zorg ■ ■ ■ ■
leerplicht GGD nascholingsinstanties (jeugd-)politie
geïndiceerde zorg intern ■ ■ ■
Johannes de Swaef te Ede leerbedrijven MBO
geïndiceerde zorg extern ■
■ ■
specifieke zorg ■ ■ ■
Bureau Jeugdzorg (SGJ) De Vluchtheuvel Eleos
■
■
REC (Regionaal Expertise Centrum) REC-school PCL/CLZ (PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg; CLZ = Commissie LeerlingenZorg) Ref. SWV (Reformatorisch Samenwerkingsverband) Cfi (Centrale financiële instellingen)
leerlingenzorg- en begeleiding
39
Schoolgids
9.2 Zorgstructuur 9.2.1 Verantwoordelijkheden De verantwoordelijke instanties bij deze indeling zijn: ■
algemene zorg onderwijskundige teams
■
specifieke zorg ZorgAdviesTeam (ZAT)
■
geïndiceerde zorg zowel onderwijskundige teams als ZorgAdviesTeam (Zat)
In het zorgplan is een uitvoerige uiteenzetting van onze zorg voor leerlingen te vinden. Vanwege het aflopen van het bestaande VO-samenwerkingsverband heeft het zorgplan een beperkte looptijd tot 1 mei 2013. Het nieuwe samenwerkingsverband start dan met een nieuw ondersteuningsplan, dat in de plaats komt van het huidige zorgplan. Daarin zal staan dat de school in samenwerking met het nieuwe samenwerkingsverband de zorgplicht voor alle leerlingen op zich neemt. Het Van Lodenstein College hanteert het principe van de geïntegreerde leerlingenzorg. Dat krijgt concreet gestalte in de aandacht voor de algemene zorg. Hoe beter de algemene zorg, hoe minder een beroep gedaan zal worden op de specifieke zorg. Geïndiceerde zorg kan soms geïntegreerd zijn in de normale schoolsituatie, soms is dat een vergaande vorm van (geïndiceerde en gesubsidieerde) zorg en onderwijs. Voorbeelden daarvan zijn de leerwerktrajecten (LWT) en de integratieklas (i-klas). Hoewel onze organisatie is gebaseerd op de teamgedachte (waarbij het uitgangspunt is dat een groep docenten voor een aantal leerlingen de verantwoordelijkheid draagt), is dat ontoereikend voor de specifieke zorg. Die vorm van zorg
is dermate specialistisch dat de kennis op dit terrein gebundeld is in een apart team per locatie, het zorgadviesteam (ZAT). De mentor blijft echter altijd het eerste aanspreekpunt voor zowel de leerling als de ouder(s).
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
9.2.2 Het zorgadviesteam Het ZAT is een multidisciplinair samengesteld team, waarbij naast de zorgcoördinator (tevens voorzitter) en de counselor(s) steeds minimaal drie extra disciplines zijn vertegenwoordigd. Die samenstelling kan per locatie en per vergadering verschillen. Dat is afhankelijk van wiens aanwezigheid bij de besprekingen nodig is. Bijvoorbeeld: de orthopedagoog, de schoolverpleegkundige, de leerplichtambtenaar, een medewerker SGJ (jeugdhulpverlening), een mentor i-klas, een ambulant begeleider (cluster 4), een (school) maatschappelijk werker en/of een politiefunctionaris. Ook kan een teammanager of mentor een deel van de vergadering van het ZAT bijwonen om informatie in te brengen.
Het ZAT heeft globaal vier functies: • een consultatieve (raadpleeg)functie – het
raadplegen van het ZAT om een probleem met een leerling goed op te kunnen lossen; • een verwijzingsfunctie – de expertise van het
leerlingenzorg- en begeleiding
40
Schoolgids
ZAT wordt benut om te weten waarnaar een leerling verwezen kan/moet worden; • de functie ‘interventie-in-samenwerking’ – te onderscheiden in crisisinterventie, kortdurende interventie of begeleiding. Het ZAT beslist over de benodigde zorg en draagt zorg voor de uitvoering ervan; • de functie ‘eindevaluatie/nazorg’ – terugblik op een afsluiting voor de geboden zorg (ook bijvoorbeeld zorgen voor een goede overdracht naar een andere locatie/vervolgonderwijs).
9.2.3 Huiselijk geweld Bij het vermoeden van huiselijk geweld (kindermishandeling) hanteert de school een protocol. Huiselijk geweld is dermate ingrijpend dat we hierin ook onze verantwoordelijkheid willen nemen. Soms zijn we genoodzaakt hiervan melding te doen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Het protocol geeft de route naar een melding bij het AMK aan. Deze melding doen we in principe nooit zonder de ouder(s). Alleen als de veiligheid van het kind dat vereist, zijn we genoodzaakt het zonder de ouder(s) te doen. Het ZAT speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van een melding. De directie draagt daarvoor de eindverantwoorde-
lijkheid. Het protocol is via de website van onze school te raadplegen.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
9.2.4 Mentor De mentor heeft een jaar lang de verantwoordelijkheid voor een klas. Hij/zij onderhoudt het contact met de leerling over schoolvorderingen en verzorgt mentoraatlessen. Hieronder vallen ook lessen die met het kiezen van school en beroep te maken hebben. Zijn er problemen met de studie of doet er zich een persoonlijk probleem voor, dan zal de mentor tijdens een gesprek een luisterend oor voor de leerling proberen te zijn. Daarnaast is de mentor degene die, indien nodig, het contact met de ouder(s) onderhoudt. 9.2.5 Decanen De decaan heeft een belangrijke taak in het begeleiden van leerlingen bij het maken van de juiste keuzes tijdens het verblijf op school. Voorbeelden daarvan zijn profielkeuze of sectorkeuze. Daarnaast helpen decanen leerlingen en ouder(s) bij school- en beroepskeuze. Zij informeren en adviseren, soms in klassenverband, maar meestal individueel. 9.2.6 Counselors Counselors zijn er voor leerlingen die een persoonlijk probleem willen bespreken in het geval dat de problematiek de capaciteit van een mentor te boven gaat. Het kan ook zijn dat leerlingen er zelf voor kiezen om rechtstreeks een counselor te benaderen. In principe doen de counselors hun werk nooit zonder toestemming van de ouder(s). Een counselor is lid van het zorgadviesteam (ZAT). In veel gevallen zal een counselor na een of meer gesprekken met de leerling bespreken of hij/zij de begeleiding zelf aankan of dat, uiteraard in overleg met de ouder(s), doorverwijzing noodzakelijk is naar een orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst (Driestar Educatief) of
leerlingenzorg- en begeleiding
41
Schoolgids
een schoolmaatschappelijk werker (De Vluchtheuvel) of een andere externe hulpverlener. In het laatste geval valt de begeleiding niet meer onder de verantwoordelijkheid van de school.
9.2.7 Christelijk onderwijs-zorg-loket regio Ede Binnen de regiotafel Ede werkt onze school mee aan het vormgeven van Passend onderwijs. Alle vier de locaties van onze school vallen in deze regio. De regiotafel Ede probeert een dekkend netwerk van onderwijs-zorgvoorzieningen te realiseren. Geen enkele leerling mag tussen ‘wal en schip’ raken. Een eerste gerealiseerde voorziening is het christelijk onderwijs-zorg-loket. Het loket helpt bij complexe onderwijszorgvragen. Als er sprake is van gedragsproblemen, leerproblemen of handicaps, of een combinatie hiervan, kan het loket gevraagd worden om advies. Dit initiatief gaat uit van alle (reformatorische) instellingen voor onderwijs en jeugdzorg. De specialisten achter dit loket beantwoorden de vragen snel. Soms is een vraag zo complex dat een speciaal deskundigenoverleg een advies formuleert. Maar ook dan volgt er een antwoord binnen veertien dagen na de vraag. Meestal bellen ouder(s) eerst met de school. Als we er niet uitkomen, zal de school uw vraag voorleggen aan het zorgloket. Ook dan volgt er dus altijd een antwoord. Het telefoonnummer van het Christelijk onderwijszorg-loket regio Ede is: (0900) 223 34 49. 9.2.8 Wat is de jeugdgezondheidszorg? Jongeren ontwikkelen zich voortdurend, zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal. Bij de meeste jongeren gaat dit zonder al te grote problemen. De jeugdgezondheidszorg (hierna afgekort als JGZ) ziet alle jongeren om zo tijdig te kunnen signaleren, begeleiden en eventueel te verwijzen als er zich problemen voordoen in de ontwikkeling van jongeren. U kunt bijvoorbeeld denken
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
aan een groeiachterstand, eetproblemen, problemen met het gehoor of psychische problemen. Tot vier jaar wordt deze zorg door de consultatiebureaus verzorgd. Vanaf vier jaar neemt de JGZ van GGD Gelderland-Midden (onderdeel van Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden) deze zorg over. Hier werken assistenten van de jeugdarts, jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen en een physician assistant samen aan de gezondheid van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Alle kinderen worden in klas 2 gezien voor een standaard screening op school. Naast de onderzoeken waar alle kinderen worden gezien, houden jeugdartsen, physician assistant en jeugdverpleegkundigen spreekuren. U kunt hiervoor ook zelf een afspraak maken als u vragen heeft over de ontwikkeling, gezondheid, welzijn of opvoeding van uw kind. Voor meer informatie over de onderzoeken en spreekuren kunt u onderstaande websites raadplegen. Informatie en contact • www.vggm.nl/ggd/jeugdgezondheidszorg: voor onder andere folders over opvoeden en opgroeien en over gezondheidsproblemen. Informatie over de werkwijze van de JGZ. • www.cjgregioarnhem.nl: het regionale cursus aanbod van de JGZ. • JGZ informatielijn via (088) 355 60 00 of per
leerlingenzorg- en begeleiding
42
Schoolgids
mail via
[email protected]: voor vragen of om een afspraak te verzetten U kunt uw vragen hier anoniem stellen, maar ook vragen om teruggebeld te worden door de jeugdarts of verpleegkundige.
ële dyslexieverklaring worden afgegeven. De leerling ontvangt dan een dyslexiepas die tot en met het examen recht geeft op bijvoorbeeld verlenging van examentijd. Per locatie kan een leerling met dyslexie terugvallen op een dyslexiecoach. Bij ernstige vormen van dyslexie is de coach beschikbaar voor begeleiding en wordt een individueel handelingsplan opgesteld.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
9.2.11 Coördinatie van zorg De zorgcoördinator heeft een coördinerende taak op het gebied van de specifieke en geïndiceerde leerlingenzorg op de locatie. Daarnaast is er een coördinator zorg die een beleidsondersteunende en coördinerende functie heeft met betrekking tot specifieke en geïndiceerde leerlingenzorg op locatie-overstijgend gebied. 9.2.9 Faalangstreductietraining en training sociale vaardigheden Tijdens het cursusjaar zorgen we in enkele leerjaren voor een gerichte training, voor een beperkt aantal leerlingen, om beter om te kunnen gaan met gevoelens van faalangst. Ook merken we dat sociale vaardigheid soms geen vanzelfsprekendheid is. Voor een kleine groep leerlingen die in het sociale verkeer extra begeleiding nodig hebben, biedt de school een training sociale vaardigheden aan.
9.2.12 Eindverantwoordelijkheid De eindverantwoordelijkheid voor de totale leerlingenzorg ligt altijd bij de teammanager. In de meeste gevallen wordt de teammanager daarin bijgestaan door een coördinator. Zij dragen samen zorg voor alle zaken die een mentor in de dagelijkse gang van zaken niet kan of mag. Daaronder valt bijvoorbeeld de bevoegdheid tot vrij geven. Tevens bekijken zij, samen met de mentor, of een van de hiervoor genoemde functionarissen zich over problemen van de leerling moet buigen.
9.2.10 Dyslexie In het eerste leerjaar gaan we na welke leerlingen te kampen hebben met kenmerken van dyslexie. Als uit signaleringstoetsen duidelijke kenmerken van dyslexie naar voren komen, is, na overleg met de ouder(s), een uitgebreide test door externe deskundigen nodig (dit gebeurt in Veenendaal, bij het Kersten Onderwijs Centrum (KOC). De ouder(s) betalen de helft van de kosten van die test (ongeveer € 200). Als uit de test blijkt dat een leerling inderdaad dyslectisch is, zal er een offici-
9.3 Leerlinggebonden financiering (LGF) De school krijgt van de overheid voor iedere leerling financiële middelen. Voor sommige leerlingen zijn extra middelen beschikbaar. Een voorbeeld daarvan is LGF. Deze financiering is bedoeld voor leerlingen met een beperking. In de wetgeving zijn deze beperkingen ingedeeld in clusters.
leerlingenzorg- en begeleiding
43
Schoolgids • Cluster 1 – beperkingen op visueel gebied
(blinden en slechtzienden). • Cluster 2 – beperkingen op auditief en communicatief gebied. • Cluster 3 – langdurig zieken en lichamelijk gehandicapten. • Cluster 4 – gedragsmoeilijkheden en psychiatrische stoornissen.
De extra financiën zetten we in voor extra begeleiding van de betreffende leerlingen. Ouder(s) dienen deze vorm van financiering zelf aan te vragen bij de Commissie van Indicatiestelling (CvI). De CvI is verbonden aan een Regionaal Expertise Centrum (REC). REC’s zijn regionaal georganiseerde verbanden van scholen, die zich richten op de problematiek van een van de bovengenoemde clusters. Voor meer informatie kunt u terecht bij de coördinator zorg van de school, de heer C. van den Bosch, bereikbaar onder telefoonnummer (033) 254 15 41 (locatie Hoevelaken). Bij aanmelding van een leerling met LGF volgt een toelatingsprocedure binnen de school. Een gesprek tussen de ouder(s) en de zorgcoördinator van de locatie is een eerste stap. In principe staat onze school open voor het begeleiden van leerlingen met LGF. Er zijn echter situaties denkbaar, waarin de school zich genoodzaakt ziet een dergelijke leerling niet toe te laten, op basis van de volgende reden(en): • de identiteit van de school is niet de identiteit
van de ouder(s);
• de begeleiding heeft meer het karakter van ver-
zorging c.q. behandeling dan van onderwijs.
9.4 Integratieklas voor cluster-4 leerlingen Het Van Lodenstein College kent integratieklas-
sen op alle locaties. Een integratieklas is er voor leerlingen die het niet redden in een reguliere klas. Die leerlingen hebben allen een rugzak cluster-4. Zij kunnen de hele week op dezelfde mentor terugvallen. Die mentor kent de problematiek van iedere afzonderlijke leerling. Een integratieklas heeft een eigen lokaal. Alle leerlingen beginnen het eerste uur en eindigen het laatste uur in de integratieklas. Daar eten ze ook tussen de middag. Afhankelijk van de situatie van de leerling volgt hij/zij één of meer lessen per dag in een reguliere klas. De rest van de lessen werkt hij/zij zelfstandig in de integratieklas. Vakdocenten zorgen voor de benodigde leerstof en eventuele uitleg, de mentor begeleidt het zelfstandig leren. Het streven is volledige integratie in een reguliere klas. De actuele situatie van de betreffende leerling bepaalt echter volledig de mate van integratie. Indien nodig, kunnen deze leerlingen hun hele schoolloopbaan in de integratieklas blijven.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Meer weten over de integratieklas? Neem contact op met de heer C. van den Bosch, coördinator zorg, telefoon (033) 254 15 41, e-mail
[email protected].
9.5 De reboundvoorziening De reboundvoorziening van het Van Lodenstein College is een voorziening waar leerlingen met moeilijk gedrag tijdelijk verblijven. Ze krijgen een tweede, en soms een laatste, kans om na het verblijf in de rebound alsnog het onderwijs aan onze school te vervolgen. De rebound is gevestigd in het gebouw van het Hoornbeeck College, Utrechtseweg 230, 3818 ET Amersfoort. Naast het wegwerken van leerachterstanden en het volgen van onderwijs is het verblijf in deze voorziening gericht op gedragsverandering, zoals het verbeteren van de werkhouding, een toename van sociale vaardigheden en het verminderen van pro-
leerlingenzorg- en begeleiding
44
Schoolgids
bleemgedrag. Leerlingen die naar de reboundvoorziening gaan, hebben bijvoorbeeld een niet te accepteren negatieve uitstraling op de groep, of gedragen zich voortdurend onacceptabel richting medeleerlingen en/of docenten. Leerlingen worden niet zomaar toegelaten. De leerling en zijn/ haar ouder(s) sluiten een contract met de school. In dat contract staan vooral zaken die de verantwoordelijkheid van leerling en ouder(s) benoemen in het verbeteren van de probleemsituatie. De bedoeling van de reboundperiode is een zodanige verbetering in de situatie dat de leerling na twaalf weken weer het gewone onderwijsprogramma in zijn/haar klas kan vervolgen. De reboundvoorziening staat open voor leerlingen van alle vier de locaties van onze school. In overleg met de teammanager kan alleen het ZAT van een locatie een leerling aanmelden voor de reboundvoorziening.
seerd leerlingvolgsysteem in gebruik, waarin vertrouwelijke informatie van de leerlingbegeleiding wordt verzameld en opgeslagen. Het doel van het systeem is het bevorderen van de afstemming van de verschillende activiteiten in de leerlingenzorg en het, waar mogelijk, voorkomen van informatieverlies. Als leerlingen van locatie wisselen, komt de informatie ook voor de ontvangende locatie beschikbaar. Dit komt de continuïteit in de leerlingbegeleiding ten goede. Ouder(s) kunnen via internet de resultaten van hun kind inzien. Zij krijgen per post of via e-mail de benodigde inloggegevens.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
9.7 Vertrouwensartsen In sommige situaties kan of wil een leerling met iemand buiten de school zijn of haar problemen bespreken. Daarbij kan het om zeer ernstige moeilijkheden gaan. Enkele artsen zijn bereid gevonden om in gesprek te gaan met de deze leerlingen, zodat zij ‘hun verhaal’ kwijt kunnen. Deze artsen fungeren voor de school als vertrouwensarts. Hun adresgegevens zijn opgenomen in de (gedrukte) schoolgids voor leerlingen en personeel, pagina 27. Ook kan de vertrouwensinspectie worden ingeschakeld. Deze gegevens vindt u op pagina 6.
Meer weten over de reboundvoorziening? Neem contact op met de heer C. van den Bosch, coördinator zorg, telefoon (033) 254 15 41, e-mail
[email protected].
9.6 Leerlingvolgsysteem
45
Het is van belang dat alle betrokkenen bij de leerlingbegeleiding op de hoogte zijn van elkaars activiteiten. Op alle locaties is een geautomati-
leerlingenzorg- en begeleiding
Schoolgids
10 Communicatie
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
10.1 Persoonlijke contacten tussen school en gezin Het cursusjaar openen we tijdens gezamenlijke bijeenkomsten in diverse kerken. Alle bij de school betrokkenen zijn daarbij aanwezig. Aan het begin van het cursusjaar zijn enkele ouderavonden gepland van een leerjaar of een afdeling voor de ouder(s). Die informatie- en kennismakingsavonden bieden ouder(s) de gelegenheid om in gesprek te gaan met de schoolleiding en docenten. Tijdens het cursusjaar organiseert het decanaat voor bepaalde leerjaren een aantal voorlichtingsbijeenkomsten met ouder(s) en leerlingen. Die avonden staan in het teken van voorbereiding op vervolgstudie en beroep. In de loop van een cursusjaar zijn er twee algemene ouderavonden, waar ouder(s) met docenten en managementleden individueel kunnen spreken over de vorderingen en het gedrag van hun kind. Indien nodig nemen we tussentijds contact op. Na de uitslag van de examens belegt de school bijeenkomsten met ouder(s) en geslaagde kandidaten, waarin de diploma’s worden uitgereikt. Via onze website delen we veel informatie met ouders en leerlingen.
10.2 Contactbladen Tijdens het cursusjaar worden ouder(s) regelmatig op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen op school. Dat gebeurt (naast deze schoolgids) door middel van de volgende periodieken: 1 Raakvlak – In deze schoolkrant staat het schoolleven centraal en geven we onder andere informatie over ontwikkelingen op het terrein van opvoeding en onderwijs.
2 Contactblad – Hierin publiceren we actuele zaken over de hele school en het onderwijs. Beide periodieken verschijnen twee keer per jaar.
10.3 Ouderenquêtes en -panels Regelmatig houden we een enquête onder ouder(s) over hun ervaringen met onze school. Verder organiseren we ouderpanels over onderwerpen die te maken hebben met de dagelijkse gang van zaken.
10.4 Kerkenraden De school hecht aan een goede relatie met de kerkenraden uit de achterban. De school organiseert in dat verband regelmatig klankbordbijeenkomsten met (afgevaardigden van) kerkenraden uit de regio. Er komen thema’s aan de orde zoals burgerschap, media-educatie, seksuele opvoeding en godsdienstige vorming. Er is een commissie samengesteld uit vertegenwoordigers van de zes kerkverbanden die samen met het College van Bestuur deze bijeenkomsten voorbereidt.
Co mm u ni c at i e
46
Schoolgids
11
Kwaliteitszorg
11.1 Doel
• het primaire proces, dat zich voornamelijk op
Het Van Lodenstein College werkt systematisch aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Dat is het belangrijkste doel van kwaliteitszorg binnen onze school. Om daarvoor een breed draagvlak te krijgen, betrekt de school bij het ontwikkelen van beleid zowel de ‘binnenkant’ (directie, stafleden, management, docenten, onderwijsondersteunend personeel) als de
• de ondersteunende of secundaire processen,
‘buitenkant’ van de school (leerlingen, ouder(s), vervolgonderwijs, inspectie). Zij zijn de belanghebbenden (of: stakeholders) van de school.
11.2 Kwaliteitszorgsysteem Het Van Lodenstein College werkt met het managementmodel van het INK (Instituut voor Nederlandse Kwaliteit). Met behulp van dat model is een systeem van kwaliteitszorg opgezet. Dat model is geschikt om alle processen binnen de school systematisch aan te sturen. We onderscheiden de volgende processen:
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
het onderwijs richt;
die voorzien in middelen en voorzieningen om het primaire proces zo goed en efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden.
11.2.1 Domein van kwaliteitszorg Kwaliteitszorg speelt een rol bij de vorm waarin processen verlopen. Daarbij zijn de volgende zaken van belang:
1 Doelen zijn resultaatgericht. Om doelen zo realiseerbaar mogelijk te verwoorden, moeten deze ‘SMART’ geformuleerd zijn. De S staat voor ‘specifiek’: de omschrijving van kwaliteit moet zoveel mogelijk zijn toegespitst. De M staat voor ‘meetbaar’: de kenmerken moeten zo geformuleerd zijn dat aan de hand van meetbare indicatoren nagegaan kan worden of het doel gehaald is. De A staat voor ‘acceptabel’: de gestelde doelen moeten acceptabel zijn voor de betrokkenen. De R staat voor ‘realistisch’: vooraf moet duidelijk gemaakt worden in hoeverre de gestelde doelen haalbaar zijn. De T staat voor ‘tijdgebonden’: er moet aangegeven worden op welk moment de verlangde kwaliteit gerealiseerd moet zijn. 2 Alle processen dienen in een cyclus plaats te vinden. Op het Van Lodenstein College wordt gewerkt volgens de PDCA-cyclus: plan - do - check - act. • Plan – doelen formuleren met bijbehorende indicatoren. • Do – plan uitvoeren volgens de gestelde doelen. K waliteitszorg
47
Schoolgids • Check – evalueren aan de hand van de indi-
3
4
catoren of de doelen zijn gehaald. • Act – borgen als doelen gehaald zijn, verbeteren als doelen niet zijn gehaald. De aansturing van de school benaderen we integraal. Dit wil zeggen dat de school, conform het INK-managementmodel, alle beleidsdomeinen in samenhang ziet en alle belanghebbenden erbij betrekt. We werken systematisch. We streven ernaar alle processen op school zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen. Efficiënt wil zeggen: volgens de meest geschikte werkwijze; effectief wil zeggen: doelgericht. Ook het begrip PDCA is hier van belang: het laat zich in alle geledingen toepassen op (bijna) alle processen die binnen de school plaatsvinden.
11.2.2 Verbeteren van het onderwijs Onze werkwijze van kwaliteitszorg doet recht aan alle medewerkers en draagt in belangrijke mate bij aan verbetering van de resultaten van de schoolorganisatie. Dat ligt ook volledig in lijn met wat verwoord is in de missie van onze school: medewerkers vanuit een doorleefde reformatorische identiteit, met de hun geschonken gaven en talenten, (laten mee-)werken aan de ontwikkeling, vorming en opvoeding van leerlingen. Zo kan een organisatie ontstaan die gericht is op het verbeteren van resultaten. Enerzijds doordat het management zijn mensen stimuleert zich verder te ontwikkelen en daar ook de werksituatie op inricht. Anderzijds doordat medewerkers de gelegenheid aangrijpen om verder te ontwikkelen en gebruik maken van de mogelijkheden die ze krijgen. Evalueren doen we op basis van de PDCA-cirkel.
11.2.3 Meten Een systeem van kwaliteitszorg vraagt om voortdurende evaluatie; we moeten dus meten. Bij sommige zaken, zoals slagingspercentages en aantallen doublanten, is dat gemakkelijk. Andere zaken zijn veel moeilijker te meten, bijvoorbeeld het schoolklimaat. Daar zijn goede instrumenten voor nodig. Als school willen we zorgvuldig omgaan met enquêtes: te veel en te grote onderzoeken hebben een averechts effect. Anderzijds is het een goed instrument om een goed beeld te krijgen van de werkelijkheid. Direct belanghebbenden betrekken we bij evaluaties. Meten en getallen verzamelen moeten echter geen doel op zich worden. Het gaat niet om de meting alleen, maar
vooral om het gesprek over de achterliggende oorzaken. We hebben een onderzoekscyclus vastgesteld als basis voor het meten. Zo kunnen we verschillende betrokken doelgroepen met vaste regelmaat bevragen. We werken met VO-spiegel, een enquêteerinstrument dat voor het voortgezet onderwijs is ontwikkeld. Daarmee is het mogelijk om enquêtes digitaal af te nemen. Ook de verwerking van de resultaten gebeurt digitaal. Het grote voordeel hiervan is dat we onderzoeksresultaten kunnen vergelijken met andere scholen.
K waliteitszorg
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
48
Schoolgids
11.3 Verantwoording
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Door de meervoudige publieke verantwoording is de school wettelijk verplicht om belanghebbenden te betrekken bij beleidsverandering en -verantwoording. Hierbij onderscheiden we een verticale en een horizontale verantwoording. De verticale verantwoording gaat over de jaarlijkse verantwoording van de gebruikte middelen en de bereikte resultaten aan de onderwijsinspectie en aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De horizontale verantwoording, ook wel horizontale dialoog genoemd, vindt plaats bij andere belanghebbenden. Daarom is onze school aangesloten bij het project ‘Vensters voor Verantwoording’. De website www.schoolvo.nl brengt voor alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland een aantal indicatoren in beeld. Als school doen we mee met alle indicatoren. Zo ontstaat een goed beeld van belangrijke schoolgegevens en resultaten.
49 K waliteitszorg
Schoolgids
12 Personeelsbeleid Binnen het personeelsbeleid krijgen onder meer de volgende aandachtsgebieden hoge prioriteit.
12.1 Begeleiding personeel Interne begeleiders verzorgen de begeleiding van onbevoegde en bevoegde docenten, duale studenten, onderwijsassistenten en instructeurs, zij-instromers en stagiaires. Deze begeleiders zijn professioneel opgeleid. De heer R.H. van Herksen stuurt als coördinator opleidingsschool de begeleiders aan. Ook seniordocenten die een hulpvraag hebben, kunnen gebruikmaken van deze begeleiders.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
vragen, zijn het functiebouwwerk, competentierentmeesterschap en het waarderingsbeleid. In het functiebouwwerk staan alle in de school voorkomende functies met de bijbehorende salarisschalen beschreven. Aan competentierentmeesterschap, een begrip dat op onze school de plaats inneemt van het competentiemanagement, is inmiddels een bredere uitwerking gegeven, mede door de ontwikkeling van een beoordelingsinstrument. Het doel daarvan is dat de bekwaamheden van personeelsleden vanuit een Bijbelse visie ontwikkeld en ingezet worden op plaatsen waar zij het meest tot hun recht komen of het meest nodig zijn. De reguliere gesprekscyclus van de medewerker met de leidinggevende en het bekwaamheidsdossier is aan het genoemde doel verbonden.
12.3 Opleiding van docenten
12.2 Integraal personeelsbeleid (IPB) We voeren in nauw overleg met de medezeggenschapsraad het integraal personeelsbeleid uit. De beleidsgroep Personeel initieert het beleid, voert overleg met de verschillende geledingen en legt de resultaten daarvan ter goedkeuring voor aan het Directieteam en het College van Bestuur. Deelaspecten van het IPB die de aandacht
Het Van Lodenstein College is naast een school voor leerlingen ook een opleidingsschool voor leraren in opleiding, duale studenten, onderwijsassistenten, deeltijdstudenten, zij-instromers, en stagiaires. Zij moeten, ieder persoonlijk, een eigen weg vinden in het geven van onderwijs. Om al deze personen te kunnen coachen, begeleiden of op te leiden, is op elke locatie een team van vakcoaches en docentopleiders aanwezig. In overleg met verschillende hogescholen en de op te leiden collega werkt dit team aan een opleiding op maat.
P e r s o n e e l sb e l e i d
50
Schoolgids
13
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
ICT
Onze school gebruikt internetfiltering zodat leerlingen alleen toegang hebben tot geselecteerde websites. ICT integreren we zoveel mogelijk in de opleidingen die de leerlingen volgen. Ook mediaethiek krijgt daarin een plaats. De school werkt met een elektronische leeromgeving (ELO): Magister. In die omgeving kunnen docenten en leerlingen communiceren over het onderwijs.
opleidingsvormen en nieuws over bijvoorbeeld de excursies naar het buitenland. Leerlingen kunnen er roosterwijzigingen vinden, belangstellenden kunnen onder meer kennis nemen van de vacatures. Ook de spelregels met betrekking tot internetgebruik zijn op deze site vermeld. De ouder(s) hebben de gelegenheid om via internet de cijfers van hun kind te bekijken.
Op de website van de school is informatie over onze school te vinden, onderverdeeld naar verschillende gebruikersgroepen. De ouder(s) kunnen er informatie vinden over de verschillende
51 ICT
Schoolgids
14 Arbo en veiligheid
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Het arbobeleid heeft op onze school twee onderdelen. Enerzijds gaat het over de arbeidsomstandigheden. Anderzijds gaat het echter ook over veiligheidsvoorzieningen zoals bedrijfshulpverlening. In het preventieteam wordt hier aandacht aan gegeven. De structuur van het preventieteam is in onderstaand schema weergegeven.
n A rb o - o rg anis atie
DT Preventieteam Arbocommissie op locatie ■ ■ ■
locatiemanager (vz) preventiemedewerker ploegleider BHV
■ ■ ■
Arbocoördinator (vz) veiligheidscoördinator personeelsfunctionaris
Het preventieteam is als volgt samengesteld: J.A. Smith, arbocoördinator L. Rebel, veiligheidscoördinator n mw. J.D. Duerink - Folmer, personeelsfunctionaris
n n
De samenstelling van de arbocommissies per locatie is in het volgende schema weergegeven.
52 Arbo en veiligheid
Schoolgids
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
n A rb o commissie s per lo c atie
locatie
locatiemanager (voorzitter)
preventiemedewerker
ploegleider BHV
Amersfoort Barneveld Hoevelaken Kesteren
A.F. van Grol ing. G.S. Schotanus L. Rebel J.D. Eerbeek
T. van den Brink A. Brand C. Diepeveen L.E. Verkamman
T. van den Brink A. Brand C. Diepeveen L.E. Verkamman
53 Arbo en veiligheid
Schoolgids
15
Klachtenregeling
15.1 Algemeen Ouder(s) kunnen met betrekking tot verschillende aspecten van het onderwijs bezwaren hebben. Zo kunnen zij moeite hebben met de manier waarop een docent hun kind behandelt, vragen hebben over de aangeboden lesstof, of bezwaren
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
ouder(s) zich beroepen op het Directieteam. Daarna is beroep op het College van Bestuur mogelijk. Tenzij bijzondere belangen, waaronder die van de leerling, worden geschaad, is de bovengenoemde werkwijze de aanbevolen regel. Er kunnen ook omstandigheden zijn die het volgen van de bovenstaande werkwijze in de weg staan. Ouder(s) hebben dan de mogelijkheid gebruik te maken van de klachtenregeling. Deze staat in de volgende paragrafen beschreven.
15.2 Klachtenregeling
hebben tegen de opvattingen die een docent huldigt of uitdraagt tijdens de les. In die gevallen is het van belang dat zij de juiste weg bewandelen. We willen daarbij de richtlijnen volgen zoals de Bijbel die ons bijvoorbeeld in Mattheüs 18 geeft. Als iemand meent dat een ander iets verkeerds doet, dient dat in eerste instantie met elkaar besproken te worden om tot een oplossing te komen. Ouder(s) kunnen hun bezwaar allereerst met de betreffende docent bespreken. Wellicht kan het probleem op die manier worden opgelost. Leidt dat echter niet tot het gewenste resultaat, dan kunnen ouder(s), afhankelijk van de situatie, hun probleem voorleggen aan de mentor, coördinator of teammanager. Leidt ook dit gesprek niet tot de gewenste oplossing, dan kunnen
Sinds 1998 is het een wettelijke verplichting dat scholen een klachtenregeling hebben waarvan ouders, leerlingen en personeelsleden gebruik kunnen maken. In deze regeling staat omschreven hoe de school omgaat met uiteenlopende klachten. Klachten kunnen betrekking hebben op alle facetten van het schoolleven, waaronder iedere vorm van gedrag van het College van Bestuur, de leden van het directieteam, het management, personeelsleden en leerlingen. Daaronder vallen ook klachten over discriminatie, ongewenste intimiteiten, agressie en geweld. Hoewel in veel gevallen de hiervoor beschreven werkwijze gevolgd zal worden om een klacht op te lossen, is er de mogelijkheid om daar van af te wijken. Er kunnen immers omstandigheden zijn waardoor de klager ervoor kiest om een andere route te volgen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de klager geen vertrouwen heeft in een gesprek met degene over wie hij een klacht heeft of geen kans ziet om tot een goed gesprek te komen. Ook kan het gebeuren dat het gesprek niet tot resultaat of overeenstemming leidt. In zulke gevallen kan
Klachtenregeling
54
Schoolgids
verder gehandeld worden zoals beschreven in de klachtenregeling. De volledige klachtenregeling is te raadplegen via de website van de school.
15.3 Vertrouwenspersonen en klachtencommissie In het kader van de klachtenregeling zijn de volgende vertrouwenspersonen aangewezen: Amersfoort M.A. Aarnoudse, mw. drs. D. de Bruin - Palland Barneveld mw. drs. J.L. Koelewijn - Mulder, M.Chr. Kroon Hoevelaken mw. drs. G. de Jong, ing. A.J.W. van der Vlies Kesteren mw. J. Akkerman, J. Evers Klachten kunnen met een van hen besproken worden, waarbij de inzet is om de klacht in samenspraak met de betrokkenen op te lossen. Zo nodig begeleidt de vertrouwenspersoon de klager bij het doorsturen van de betreffende klacht naar de klachtencommissie. Deze onafhankelijke commissie bestaat uit een drietal personen, namelijk: prof. dr. A. van Nieuw Amerongen (voorzitter) n mw. H.M.W. de Vries n mr. A. Weggeman n
De klachtencommissie onderzoekt de ingediende klacht. Daarbij kan de klager zich op eigen kosten laten bijstaan door een raadsman. De klachtencommissie heeft het recht bij leden van het College van Bestuur, leden van het Directieteam, het management, personeelsleden en leerlingen alle gewenste inlichtingen in te winnen. De klachtencommissie brengt een schriftelijk oordeel over de klacht uit aan het bevoegd gezag. De
vertrouwenspersonen hebben een brugfunctie tussen ouder(s)/leerlingen enerzijds en de school en, zo nodig, de klachtencommissie anderzijds. Leerlingen vinden in hun agenda meer informatie over het werk van de vertrouwenspersonen.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
15.4 Indienen van een klacht Als een klacht niet tijdens een gesprek met de betreffende persoon valt op te lossen, kan een klager zich wenden tot een van de vertrouwenspersonen van de locatie, of tot het Directieteam. In principe probeert degene bij wie de klacht wordt
ingediend door bemiddeling tot een oplossing te komen. Op deze regel zijn twee uitzonderingen: De klager kan direct (maar ook later in de procedure) de wens hebben dat de klacht wordt doorgestuurd naar de klachtencommissie. Ook als de klacht naar het oordeel van degene bij wie de klacht wordt gemeld betrekking heeft op het vermoeden van een strafbaar feit, wordt deze klacht doorgezonden naar de klachtencommissie of wordt hiervan door het bevoegd gezag bij justitie aangifte gedaan. n Als bemiddeling niet tot een oplossing leidt, kan eveneens het oordeel van de klachtencommissie worden gevraagd. n
Klachtenregeling
55
Schoolgids
Een dergelijke schriftelijke klacht kunt u indienen bij een van de vertrouwenspersonen, de voorzitter van het Directieteam of het College van Bestuur. De klacht kunt u eveneens bij de klachtencommissie indienen via de ambtelijk secretaris van de klachtencommissie (hiernaast is het adres vermeld). In dat geval dient ook een overzicht van de ondernomen handelingen en de daaraan gerelateerde documenten te worden meegezonden. Klachten dienen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie maanden nadat de betreffende zaak heeft plaatsgevonden, ingediend te worden. Alleen bij gevallen van seksuele intimidatie, agressie en geweld is indienen van een klacht niet aan een termijn gebonden. Als een klacht betrekking heeft op een zedenmisdrijf, dan heeft het College van Bestuur, op grond van een schriftelijk oordeel over de klacht door de klachtencommissie en in overleg met de vertrouwensinspecteur, de plicht daarvan aangifte te doen bij justitie. Aan de onder-
wijsinspecteur wordt gemeld dat aangifte is gedaan.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Adres ambtelijk secretariaat klachtencommissie: drs. W.L. Verweij Postbus 405 3800 AK Amersfoort telefoon (06) 20 24 94 65
56 Klachtenregeling
Schoolgids
16 Leermiddelen, boekengeld en financiën 16.1 Leermiddelen en boeken 16.1.1 Algemeen Het Van Lodenstein College verstrekt alle voor het onderwijs benodigde boeken gratis aan de leerlingen. Deze boeken worden in de eerste schoolweek uitgereikt. Voor sommige leermiddelen ontvangt de school geen vergoeding van de overheid. Het gaat om lesmateriaal dat langer dan een jaar meegaat of heel weinig op school wordt
gebruikt. De ouders dienen deze materialen zelf aan te schaffen. Het is ook mogelijk om deze materialen via school aan te schaffen. Hierna geven we aan welke leermiddelen de school verstrekt (16.1.2), welke leermiddelen de ouder(s)zelf dienen aan te schaffen (16.1.3) en voor welke kosten een keuze gemaakt kan worden (16.1.4). De toelating van uw zoon of dochter is niet afhankelijk van het feit of u wel of geen ouderbijdrage betaalt. Alle door de school gevraagde bijdragen zijn vrijwillig. De hoofdregel is dat de school de leermiddelen betaalt. De overheid maakt het wel mogelijk dat de school kosten van
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
een aantal zaken doorberekent. Het gaat om lesmaterialen of ondersteunende zaken waarvoor de school geen bijdrage van de overheid ontvangt. Alle onderdelen die in de ouderbijdrage zijn ondergebracht vindt u in dit hoofdstuk. Het kan gaan om voor de opleiding zeer belangrijke zaken. Over de vrijwillige ouderbijdrage ontvangen alle ouders rond de zomervakantie een informatiebrief van de school.
16.1.2 Boeken, door school verstrekt De benodigde boeken lenen we als school gratis aan de leerlingen uit. Deze leenboeken blijven eigendom van de school. De leerling dient de boeken na afloop van het schooljaar weer in te leveren. We verwachten van de leerlingen dat zij zeer zorgvuldig met de leenboeken omgaan. In de boeken mag niet worden geschreven of getekend, behalve op aanwijzing van de docent. Bij beschadiging of vermissing wordt aan het einde van het schooljaar een bedrag voor boekenschade in rekening gebracht. 16.1.3 Schoolkosten, door ouders aan te schaffen middelen De leerlingen hebben een aantal zaken nodig bij het onderwijs: • Nederlands: Prisma handwoordenboek. • Engels en Duits: Prisma woordenboek (niet
alle leerlingen krijgen Duits).
• Frans: Van Dale vertaalwoordenboek (niet al-
le leerlingen krijgen Frans).
• Bewegingsonderwijs: blauwe korte broek
(geen legging), wit shirt zonder opdruk, met hoge, gesloten hals, schoenen zonder zwarte
leermiddelen, boekengeld en financiën
57
Schoolgids
•
zolen (in Amersfoort: met transparante zolen omdat de gymzaal een houten vloer heeft). Het dragen van gymschoenen is verplicht. Bij een aantal activiteiten mogen meisjes een blauwe lange ruimzittende trainingsbroek dragen. De gymdocenten geven aan bij welke gelegenheden dat mag. Leerjaar 1: Voor de locatie Amersfoort geldt dat ouders zelf gymkleding (blauwe broek, wit shirt) aanschaffen. In Barneveld kan de gymkleding (blauwe broek, wit shirt) op school worden aangeschaft. We bevelen u dat van harte aan. Voor de locatie Kesteren kan de gymkleding (blauwe broek, wit shirt) worden aangeschaft bij de firma Arends, Kerklaan 14 te Opheusden. Als u daarvan geen gebruik wilt maken, dient u zelf een shirt en broek te kopen volgens de specificaties van de school. Algemeen: schrijfmateriaal, passer, kladblok, schriften, geodriehoek.
We vragen de ouder(s) deze zaken zelf te kopen.
16.1.4 Extra kosten onderwijs en voorzieningen Naast de gratis ter beschikking gestelde leermiddelen voor het standaard onderwijs maakt de school vanouds veel kosten voor extra onderwijs. Deze kosten worden niet vergoed door de overheid. De extra kosten hebben te maken met
1 de identiteit van de school: eigen methoden en agenda; 2 excursies; 3 beroepsgerichte vakken: bedrijfskleding en schoeisel, veiligheidsbril; 4 beroepsgerichte vakken: gereedschap; 5 tweetalig onderwijs vwo; 6 wiskunde: rekenmachine;
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
7 activiteiten laatste schooldag examenklassen; 8 kosten voor concertbezoek bovenbouw; 9 kluisjes; 10 caissière-examen; 11 trekkerrijbewijs; 12 headset met speaker; 13 gymkleding; 14 VCA-examen; 15 tekensetje. Toelichting op voorgaande 15 punten: Ad 1 De identiteit van de school: eigen methoden en agenda Hoewel het bijzonder onderwijs volgens dezelfde normen gesubsidieerd wordt als het openbaar onderwijs, zijn er kosten die niet voor subsidiëring in aanmerking komen, bijvoorbeeld bij de vakken godsdienst, maatschappijleer en Nederlands. Voor deze vakken ontwikkelen we (in samenwerking met andere reformatorische scholen) eigen methoden omdat bestaande methoden om principiële redenen niet passen bij onze school. Ook voorzien we de mediatheek van goede boeken. Verder geven we aan iedere leerling een agenda. Het uiterlijk en de inhoud van de agenda moeten altijd in overeenstemming zijn met het
leermiddelen, boekengeld en financiën
58
Schoolgids
karakter van de school. We hopen dat u voor deze extra kosten die met de identiteit te maken hebben, een betaling wilt doen in de lijn van wat ouders van het Van Lodenstein College al jaren doen. Ad 2 Excursies In vrijwel alle leerjaren of afdelingen organiseren we excursies. Ouder(s) informeren we tijdig over het programma. Deelname van de leerling is zeer gewenst, omdat de excursie deel uitmaakt van het onderwijs. De hoogte van de factuur is afhankelijk van de gemaakte kosten. Zonder ouderbijdrage kan de leerling niet mee. Op school is er
Ad 5
Ad 6
dan een vervangende opdracht. Ad 3 Beroepsgerichte vakken: bedrijfskleding en schoeisel, veiligheidsbril Tot de vrijwillige ouderbijdrage behoort ook bedrijfskleding voor vmbo bouwtechniek, metaaltechniek, voertuigentechniek en groen. Voor groen en metaaltechniek is ook een veiligheidsbril nodig. Ad 4 Beroepsgerichte vakken: gereedschap Voor enkele vmbo-afdelingen schaft de school gereedschap aan. Het gaat dan om de afdelingen bouwtechniek, elektrotechniek
Ad 7
Ad 8
en metaaltechniek. De leerlingen van elektrotechniek en metaaltechniek hebben in het derde leerjaar een volledige set gereedschap nodig. De leerlingen uit de afdeling bouwtechniek hebben in het derde leerjaar een basisset gereedschap nodig die in het vierde leerjaar verder wordt aangevuld. De leerlingen dragen tijdens de praktijklessen veiligheidsschoenen. De leerlingen van groen dragen tijdens de praktijklessen laarzen. Als u die niet via school aanschaft dient u zelf voor deze materialen te zorgen volgens de specificatie van de school. Tweetalig onderwijs vwo Dit betreft de kosten voor extra scholing en extra werk voor docenten. Lesgeven in een andere taal dan je moedertaal vergt veel studie en extra voorbereiding. Ook zijn er kosten verbonden aan het uitnodigen van gastsprekers. Deelname aan TTO vwo is alleen mogelijk als de ouder(s) bereid zijn deze kosten te betalen. Wiskunde: rekenmachine Voor wiskunde en natuurkunde is een rekenmachine nodig in leerjaar 1 (en hoger) en een grafische rekenmachine in de bovenbouw van havo en vwo. Als u de rekenmachine niet via school aanschaft, dient u zelf voor een exemplaar te zorgen. Het type rekenmachine wordt door de school aangegeven. Activiteiten laatste schooldag examenklassen Van de laatste schooldag voor de examenklassen maken we met veel zorg een feestelijke dag. Op die dag zijn er allerlei extra activiteiten. Kosten voor concertbezoek bovenbouw Als een leerling in de bovenbouw van havo/vwo muziek als examenvak heeft, zijn er extra kosten voor concertbezoek.
leermiddelen, boekengeld en financiën
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
59
Schoolgids
Ad 9 Kluisjes Het is mogelijk een kluisje te huren voor het opbergen van boeken, gymkleding, bromfietshelm, enzovoorts. De leerling krijgt hierover in de eerste schoolweek meer informatie. Ad 10 Caissière-examen Bij de opleiding vmbo economie is het mogelijk om een caissière-examen af te leggen. De leerling krijgt hierover tijdens het cursusjaar meer informatie. Ad 11 Trekkerrijbewijs Bij de opleiding vmbo groen is het mogelijk om het trekkerrijbewijs te halen. De leerling krijgt hierover tijdens het cursusjaar meer informatie. Ad 12 Headset met speaker Voor het gebruik van het programma Rosetta Stone (Engels) is een headset nodig. Deze is via school te koop. Ad 13 Gymkleding Bewegingsonderwijs: een korte blauwe broek (geen legging) en een wit shirt zonder opdruk en met hoog gesloten hals. Schoenen zonder zwarte zolen. (In Amersfoort: schoenen met transparante zolen in verband met houten vloeren in de gymzalen.) Het dragen van gymschoenen is verplicht. Het is meisjes toegestaan over deze gymkleding een tennisrokje te dragen. Ad 14 VCA-examen Dit veiligheidsexamen is vrijwillig af te leggen. Ad 15 Tekensetje Dit zijn benodigdheden voor het vak tekenen. Indien u de vrijwillige ouderbijdrage niet wilt betalen is dat uiteraard geheel uw keuze. Per punt maken we de gevolgen voor u inzichtelijk:
1 De school heeft minder mogelijkheden voor
het maken van eigen methodes. 2 Uw zoon of dochter kan niet mee met excursies, op school zorgen we voor een vervangende activiteit.
3 U dient zelf de materialen aan te schaffen. 4 U dient zelf de materialen aan te schaffen volgens de opgave van de school. 5 Uw zoon of dochter kan geen tweetalig onderwijs volgen. 6 U dient zelf een rekenmachine aan te schaffen volgens de opgave van de school. 7 We willen de laatste schooldag met de leerlingen tot een succes maken. Daarvoor maken we als school een programma met zinvolle activiteiten. We willen voorkomen dat er kolderdagen ontstaan met allerlei uitwassen. Uw extra bijdrage voor deze dag is onmisbaar. 8 Deelname aan concerten is alleen mogelijk als de bijdrage hiervoor is betaald. Concerten op eigen gelegenheid bezoeken is niet wenselijk en bovendien duurder. Via de school krijgt de leerling namelijk korting. 9 De leerling maakt geen gebruik van een kluisje. 10 De leerling volgt wel de caissièrecursus (geïntegreerd in de lesstof) maar doet geen caissièreexamen. verder naar pagina 62
leermiddelen, boekengeld en financiën
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
60
n Ov er zicht (le s)m ateria len / hulpmiddelen en fin a n ciële bijdr agen 2 012-2 013
soort
bedrag (€)
voor
Amers leerjaar 1
omschrijving
1 eigen methode en agenda 2 excursies 1 a onderbouw algemeen
A
20,00
alle leerlingen
A
15,00 - 20,00
b onderbouw TTO
B
200,00
A B A
25,00 - 40,00 225,00 - 270,00 15,00 - 20,00
onderbouw (klas 1 en 2 vmbo, klas 1-3 havo/vwo), afhankelijk van profiel maximaal 2 excursies per jaar 2 meerdaagse excursie onderbouw TTO (Amersfoort), éénmalig in gehele opleiding bovenbouw, afhankelijk van profiel maximaal 4 excursies per jaar 2 afhankelijk van profiel maximaal 2 excursies in de bovenbouw 2 onderbouw TTO/VeTO
A A A A
35,00 20,00 20,00 9,00
vmbo - groen en techniek (leerjaar 3) vmbo - groen (leerjaar 3) vmbo - techniek (leerjaar 3) en gtl techniek vmbo - metaal en voertuigentechniek (leerjaar 3)
B B B B B B B
140,00 160,00 145,00 75,00 125,00 85,00 150,00
vmbo (leerjaar 3) vmbo (leerjaar 3) vmbo (leerjaar 3) vmbo (leerjaar 4) vmbo (leerjaar 4) vmbo (leerjaar 4) vwo TTO (leerjaar 1-3) Amersfoort, per jaar
A A A A A A B A A A A
14,00 91,00 25,00 30,00 - 50,00 12,50 40,00 120,00 7,50 15,00 37,50 5,00
leerjaar 1 bovenbouw havo/vwo (leerjaar 4) examenklassen havo/vwo met muziek, (leerjaar 4-6) indien gewenst vmbo economie vmbo groen leerjaar 1 leerjaar 1 indien gewenst leerjaar 1
3
4
5 6
7 8 9 10 11 12 13 14 15
c bovenbouw d buitenland excursie bovenbouw e excursie TTO/VeTO bedrijfskleding en schoeisel, veiligheidsbril a kleding b laarzen c veiligheidsschoenen d veiligheidsbril gereedschap a bouwtechniek b elektrotechniek c metaaltechniek d timmeren e schilderen f metselen tweetalig onderwijs rekenmachine a leerjaar 1 b bovenbouw havo en vwo bijdrage onkosten laatste schooldag kosten concertbezoek kluisje caissière examen trekkerrijbewijs headset met speaker gymkleding VCA-examen tekensetjes
Noten 1 U ontvangt alleen een factuur bij deelname
2 Het genoemde bedrag is per excursie
■
■
■
■
■
■
■
Schoolgids
■
■
■
leerjaar 5
■
leerjaar 4
■
leerjaar 3
■
leerjaar 2
■
leerjaar 1
■
■
voor leerlingen, ouders en personeel
Kesteren
leerjaar 4
■
leerjaar 3
■
leerjaar 3
■
leerjaar 2
leerjaar 5
■
leerjaar 1
leerjaar 4
■
Hoevelaken
leerjaar 6
leerjaar 3
Barneveld
leerjaar 2
sfoort
2012 | 2013
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■ ■ ■
■ ■
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■ ■
■ ■
■ ■
■
■
leermiddelen, boekengeld en financiën
61
Schoolgids
11 De leerling haalt geen trekkerrijbewijs. 12 De leerling schaft zelf een headset met speaker aan. 13 De leerling schaft zelf de juiste gymkleding aan. 14 De leerling legt geen VCA-examen af. 15 De leerling dient zelf de spullen aan te schaffen conform de opgave van de school. Wij vragen u vriendelijk de benodigde vrijwillige bijdrage te leveren. U ontvangt twee verzoeken (per item in de hier volgende tabel is aangegeven of dit valt onder A of B): A
B
Voor kleinere zaken vragen we achteraf om uw vrijwillige bijdrage. We doen dat op basis van de uitgiftelijsten of deelnamelijsten. Door afname of door deelname besluit u een bijdrage te leveren.
Voor overige zaken vragen wij vooraf om uw vrijwillige bijdrage. Door te betalen geeft u aan dat u deze zaken afneemt of van deze dienst(-en) gebruik maakt.
16.2 Sponsoring Het onderwijs bereidt leerlingen voor op een plaats in de maatschappij. Daarvoor werken we ook samen met bedrijven en instellingen, bijvoorbeeld rond de maatschappelijke stage en de beroepsstage. In het contact tussen bedrijven en de school kan er sprake zijn van sponsoring. Als dat zo is, moet dat plaatsvinden binnen de afspraken in het convenant* dat de overheid daarover heeft afgesloten met de landelijke koepelorganisaties van scholen, werknemers, ouder(s), leerlingen en *
Zie voor de tekst van het convenant: www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/convenanten/ 2009/02/24/convenant-scholen-voor-primair-en-voortgezet-onderwijs-ensponsoring.html.
bedrijfsleven. In het convenant staat onder andere het volgende:
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
• Er moet sprake zijn van draagvlak voor spon-
soring binnen de school en onder de betrokkenen bij de school. • De sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. • De onafhankelijkheid van de school mag door sponsoring niet in gevaar komen. • Sponsoring mag niet van invloed zijn op de onderwijsinhoud (bijvoorbeeld reclameboodschappen). • De continuïteit van het onderwijs mag niet in gevaar komen in het geval de sponsoring zou wegvallen.
16.3 Tegmoetkoming in de reis- en studiekosten door de Identiteits- raad van de VVORG De Identiteitsraad van de VVORG heeft een tweetal regelingen getroffen om ouder(s) tegemoet te komen in de reis- en studiekosten van hun kind(eren):
1 Een basistegemoetkoming in de reis- en studiekosten voor gezinnen met een beperkt inkomen. Deze regeling kan, afhankelijk van gezinsinkomen (waarvan bewijsstukken worden gevraagd) en gezinssamenstelling, leiden tot een vergoeding van 25% tot 75% van de kosten. 2 Tegemoetkoming indien de reiskosten per kind onevenredig hoog zijn. Deze tegemoetkoming is bedoeld voor gezinnen van wie de reiskosten per kind hoger zijn dan € 1.750 per cursusjaar. Bij de uitvoering van deze regeling wordt niet gevraagd naar gezinsinkomen en gezinssamenstelling. leermiddelen, boekengeld en financiën
62
Schoolgids
Een tegemoetkoming kan schriftelijk worden aangevraagd bij:
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
De Identiteitsraad van de VVORG Postbus 405 3800 AK Amersfoort Na ontvangst van dit verzoek wordt u een aanvraagformulier toegezonden. De behandeling van het verzoek zal uiteraard vertrouwelijk plaats vinden.
63 leermiddelen, boekengeld en financiën
Schoolgids
17
Medezeggenschapsraad
Op het Van Lodenstein College functioneert vanaf 1 augustus 2010 een Medezeggenschapsraad (MR). Deze bestaat uit acht personeelsleden (twee van elke locatie), vier ouders en vier leerlingen. Elke drie jaar organiseren we verkiezingen waarbij de personeelsleden, ouders en leerlingen zich kandidaat kunnen stellen voor een plaats in de MR.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
• De MR adviseert het College van Bestuur op
tal van onderwerpen (van de besteding van het geld tot het rooster van de vakanties) waarvan de wet aangeeft dat daarover aan de MR advies of instemming gevraagd moet worden. Soms moeten deze adviezen gegeven worden door de gehele MR, soms moeten de adviezen gegeven worden door een van de geledingen van de MR.
Het College van Bestuur heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om instemmingsrechten, waar mogelijk, om te zetten in adviesrechten. Dit werd ondersteund door meer dan tweederde van elke geleding. De taken en bevoegdheden zijn beschreven in het Medezeggenschapsreglement, dat op elk van de locaties is in te zien.
17.2 Werkwijze van de MR
17.1 Taken en bevoegdheden van de MR De MR wil constructief meedenken over allerlei aspecten van het beleid op onze school. Op grond van de Wet Medezeggenschap op Scholen heeft deze de volgende taken: • De MR heeft de bevoegdheid om alle zaken die de school betreffen te bespreken, zijn standpunten bekend te maken en voorstellen te doen aan het College van Bestuur. • De MR bevordert openheid en onderling overleg in de school en waakt voor discriminatie.
Op de website van onze school publiceren we de data en de agenda’s van de MR-vergaderingen. De vergaderingen zijn openbaar. Er zijn vergaderingen van de gehele MR, er zijn ook vergaderingen van de verschillende geledingen mogelijk. In een deel van de vergaderingen is het College van Bestuur vertegenwoordigd om met de MR overleg te voeren over allerlei zaken.
17.3 Communicatie met de MR De MR is er voor het personeel, voor de ouders en voor de leerlingen van onze school. Samen willen we het goede zoeken voor iedereen die bij de school betrokken is. Een goede communicatie tussen de MR-leden en tussen de MR-leden en hun
Medezeggenschapsraad
64
Schoolgids
achterban is dan ook van groot belang. Als betrokkene bij de school kunt u met de MR contact opnemen via de secretaresse, mw. N. de Jong Kroon, Postbus 6, 4040 DA Kesteren of per mail:
[email protected]. Daarnaast kunt u elk van de MR-leden benaderen om zaken onder hun aandacht te brengen.
17.4 Samenstelling van de MR De Medezeggenschapsraad bestaat uit de volgende personen:
Namens het personeel n M.A. Aarnoudse
[email protected] n A. Brand
[email protected] n A.J. Don
[email protected] n P.M. van der Geer
[email protected] n G.M. den Haan
[email protected] n C.A.C.M. Kapteijns
[email protected] n mw. N. de Jong - Kroon
[email protected] n M.Chr. Schouten
[email protected]
Namens de leerlingen n Marit Bravenboer
[email protected] n Jannigje den Hartog
[email protected] n Johanan van der Poel
[email protected] n Frank Hullekes
[email protected]
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
De voorzitter is de heer M.A. Aarnoudse, de tweede voorzitter is heer J.P.M. Breugem en mw. N. de Jong - Kroon is secretaris van de MR.
Namens de ouders n J.P.M. Breugem
[email protected] n C.J. van den Brink
[email protected] n D.G. van Essen
[email protected] n G.C. van Haaren
[email protected]
65 Medezeggenschapsraad
Schoolgids
18 Belangrijke data
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
18.1 Schoolvakanties en speciale dagen Herfstvakantie maandag 15 t/m vrijdag 19 oktober 2012 n Dankdag woensdag 7 november 2012 n Kerstvakantie maandag 24 december 2012 t/m vrijdag 4 januari 2013 n Voorjaarsvakantie maandag 18 t/m vrijdag 22 februari 2013 n Biddag woensdag 13 maart 2013 n Goede vrijdag en Pasen vrijdag 29 maart t/m dinsdag 2 april 2013 n Meivakantie maandag 29 april t/m vrijdag 3 mei 2013 n Hemelvaartsdag donderdag 9 en vrijdag 10 mei 2013 n Pinksteren maandag 20 mei 2013 n Zomervakantie maandag 15 juli t/m donderdag 29 augustus 2013* n
18.2 Leerlingenbesprekingen**
en ander vrije (mid)dagen
Leerlingenbespreking Amersfoort, Barneveld, Hoevelaken, Kesteren: maandag 3 december 2012
Amersfoort, Barneveld, Hoevelaken, Kesteren: woensdag 20 maart 2013 Personeelsdag Amersfoort, Barneveld, Hoevelaken, Kesteren: vrijdag 24 juni 2013
n
18.3 Voorlichtingsavonden Kennismaking ouders leerjaar 1 Amersfoort, Barneveld, Kesteren: woensdag 3 oktober 2012
n
Kennismaking ouders leerjaar 2 Amersfoort, Barneveld, Kesteren: donderdag 11 oktober 2012
n
n
n
* Vrijdag is een werkdag voor collega’s; leerlingen zijn dan vrij. ** Tijdens een leerlingenbespreking zijn de leerlingen in principe vrij. Dit
geldt niet voor leerlingen die achterlopen met hun onderwijsprogramma of die sancties hebben gekregen.
Beroepenvoorlichting (pre-)examenkandidaten Amersfoort (4, 5 en 6 vwo, 4 en 5 havo): donderdag 6 november 2012 Hoevelaken (3 gl/tl en 4 bb/kb): donderdag 22 november 2012
B e l a n g r i j k e d ata
66
Schoolgids
Kesteren (3 en 4 gl/tl, 4 en 5 havo): zaterdag 3 november 2012 Voorlichting leerjaar 2 Barneveld: voorlichting ouders over LOB: donderdag 11 oktober 2012 Kesteren (kgt): dinsdag 5 februari 2013 Hoevelaken: voorlichting leerlingen leerjaar 2 voor ouders van Amersfoort, Barneveld en Kesteren: dinsdag 12 maart 2013 Praktijkdag 2 vmbo (Amersfoort, Barneveld en Kesteren) in Hoevelaken: vrijdag 8 februari 2013
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
n
n
Voorlichting leerjaar 3 vmbo Hoevelaken (techniek): dinsdag 25 september 2012 Hoevelaken (gl/tl, profielkeuze): dinsdag 2 oktober 2012 Hoevelaken (economie, zorg en welzijn, groen): dinsdag 2 oktober 2012 Kesteren (zorg en welzijn, gl/tl): donderdag 15 november 2012
Kick-off Engelandreis (Kesteren) 4 vmbo: dinsdag 2 oktober 2012
n
n
Voorlichting havo/vwo (Amersfoort) havo/vwo 4 (kennismaking en voorlichting tweede fase): woensdag 19 september 2012 havo/vwo 3 (profielkeuze): donderdag 1 november 2012
Voorlichting havo/vwo (Barneveld) havo/vwo 3 (profielkeuze): dinsdag 20 november 2012
n
Voorlichting havo/vwo (Kesteren) havo/vwo 3 (profielkeuze): dinsdag 13 november 2012
n
Voorlichting havo/vwo (Kesteren) havo 4 (tweede fase): woensdag 10 oktober 2012
n
Kick-off Engelandreis (Kesteren) havo 5: dinsdag 25 september 2012
n
Voorlichting ouders nieuwe leerlingen Barneveld en Kesteren: maandag 14 januari 2013 Amersfoort (tevens open avond nieuwe leerlingen): woensdag 23 januari 2013 Barneveld, VeTO voorlichting ouders en nieuwe brugklasleerlingen havo/vwo: donderdag 20 juni 2013
n
Open dag nieuwe brugklasleerlingen Kesteren (ochtend): zaterdag 19 januari 2013
n
Kennismaking nieuwe brugklasleerlingen Amersfoort, Barneveld en Kesteren: woensdag 3 juli 2013
n
* Onder voorbehoud. B e l a n g r i j k e d ata
67
Schoolgids
18.4 Ouderavonden
18.6 Diploma-uitreikingen
n
Kerstrapport Amersfoort, Barneveld, Hoevelaken, Kesteren: donderdag 13 december 2012 dinsdag 18 december 2012
n
Paasrapport Amersfoort, Barneveld, Hoevelaken, Kesteren: donderdag 4 april 2013 dinsdag 9 april 2013
n
n
18.5 Examendata n
Havo (Amersfoort en Kesteren), vwo (Amersfoort) 1e tijdvak: maandag 13 t/m woensdag 29 mei 2013 2e tijdvak: maandag 17 juni 2013
Vmbo bb/kb (Hoevelaken) en zorg en welzijn (Kesteren) 1e tijdvak: vanaf 1 april 2013, praktijk maandag 13 t/m woensdag 29 mei, theorie 2e tijdvak: start woensdag 5 juni 2013 in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde leerweg (beroepsgerichte programma’s) n
n
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Amersfoort havo: woensdag 3 juli 2013 vwo: dinsdag 2 juli 2013 herkansers: woensdag 3 juli 2013 Hoevelaken vmbo gl/tl: woensdag 3 juli 2013 techniek: donderdag 4 juli 2013 zorg en welzijn, economie, groen: maandag 1 juli 2013 herkansers zorg en welzijn, economie, groen: donderdag 4 juli 2013 Kesteren vmbo bb/kb (zorg en welzijn): dinsdag 2 juli 2013 vmbo gl/tl: donderdag 4 juli 2013 havo: woensdag 3 juli 2013
n
Vmbo gl/tl (Hoevelaken en Kesteren) 1e tijdvak: maandag 13 t/m dinsdag 28 mei 2013 2e tijdvak: maandag 17 juni 2013
68 B e l a n g r i j k e d ata
Schoolgids
19 Lidmaatschap van de schoolvereniging
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
(VVORG)
Dit cursusjaar volgt uw zoon of dochter onderwijs aan het Van Lodenstein College. Misschien is het niet het eerste kind uit uw gezin, maar is er al langer sprake van een ouder-schoolrelatie. We hopen van harte dat deze eerste of hernieuwde kennismaking voor u een bevestiging is dat het, zeker in deze tijd, een groot voorrecht is als onze jongeren reformatorisch voortgezet onderwijs of reformatorisch middelbaar beroepsonderwijs kunnen volgen. Helaas is dit onderwijs niet onbedreigd. Politieke en maatschappelijke ontwikkelingen laten zien dat de vrijheid van onderwijs steeds verder ingeperkt lijkt te worden. Daarnaast constateren we ook dat in eigen kring het urgentiebesef afneemt. We zijn ervan overtuigd dat het reformatorisch onderwijs in de driehoek gezin, school en kerk een onmisbare schakel is voor de vorming en toerusting van onze jongeren op weg naar de volwassenheid. Als school hebben we met u als ouder(s) een gezamenlijke taak en verantwoordelijkheid in de opvoeding en het onderwijzen van jongeren in een kwetsbare periode van hun leven. De Identiteitsraad vraagt uw aandacht voor het belang van uw lidmaatschap van de Vereniging Voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag (VVORG). Deze schoolvereniging is in 1968 opgericht door ouders uit diverse kerken die grote zorgen hadden over de identiteit van de scholen die hun kinderen bezochten. Samen mochten zij, onder biddend opzien tot de Heere, een middel zijn tot de oprichting van voortgezet onderwijs en later ook van middelbaar beroepsonderwijs. Het lidmaatschap van de VVORG stelt u in de
gelegenheid zo nauw mogelijk bij de identiteit van onze school betrokken te zijn. Als lid van de VVORG kunt u de ledenvergadering bijwonen en krijgt u van tijd tot tijd informatie over onze scholen. De schoolvereniging heeft momenteel ruim 1000 leden. Ten aanzien van het lidmaatschap zijn artikel 7 en 8 van de statuten van de VVORG van belang: Artikel 7 1 Leden der vereniging kunnen zijn alle mannelijke personen die zich daartoe schriftelijk bij de secretaris van het bestuur hebben aangemeld en als zodanig zijn toegelaten. 2 Tot het lidmaatschap kunnen alleen worden toegelaten die mannelijke personen die: a schriftelijk instemming betuigen met de grondslag en het doel der vereniging als omschreven in de artikelen 2, 3, 4 en 4a der statuten; b het in de artikelen 2 en 3 dezer statuten omschreven beginsel voorstaan in leer en leven alsmede belijdend en kerkelijk meelevend lid zijn van de Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Christelijke Gereformeerde Kerken of andere gemeenten, een en ander naar het oordeel van het bestuur; N.B.: Voor alle helderheid vermelden wij hier dat tot de participerende kerken die hierboven vermeld staan ook de Hervormde Gemeenten (PKN) behoren, in zoverre zij zich bijzonder gebonden weten aan Gods Woord en de Drie
l i d m a a t s c h a p VVORG
69
Schoolgids
Formulieren van Enigheid; c de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt, en d zich verbinden tot het betalen van een jaarlijkse contributie waarvan het minimum wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. 3 Leerlingen/studenten van een der scholen uitgaande van de in artikel 5 genoemde stich ting(en) en personen in dienst van de in artikel 5 genoemde stichting(en) kunnen geen lid zijn van de vereniging. Artikel 8 1 Buitengewone leden der vereniging kunnen zijn: a moeders van leerlingen/studenten van een van de in artikel 5 genoemde stichting(en) uitgaande school die als gezinshoofd de ver-
antwoordelijkheid dragen voor de opvoeding van hun kinderen; en b personen in dienst van de in artikel 5 genoemde stichting(en), die zich daartoe schriftelijk bij de secretaris van het bestuur hebben aangemeld en als zodanig zijn toegelaten, waarbij het in artikel 7 lid 2 bepaalde van overeenkomstige toepassing is. 2 Buitengewone leden hebben geen stemrecht en kunnen geen deel uitmaken van het bestuur.
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Als u lid wilt worden van de schoolvereniging kunt u een e-mail sturen naar:
[email protected]. U ontvangt dan een aanmeldingsformulier met een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement. De jaarlijkse minimumcontributie bedraagt momenteel € 5. Het staat ieder lid vrij zijn contributie te bepalen op een hoger bedrag.
70 l i d m a a t s c h a p VVORG
Schoolgids
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
71 hoofdstuktitel
Schoolgids
2012 | 2013
voor leerlingen, ouders en personeel
Amersfoort
Barneveld
Hoevelaken
Kesteren
(033) 422 64 00
(0342) 40 49 99
(033) 254 15 41
(0488) 48 12 06
w w w. vanl o d e ns t e in . nl
hoofdstuktitel