Opleiding Duurzaam Gebouw : Ontwerp en regeling van technische installaties Leefmilieu Brussel
Warmte-emissie systemen: principes en uitdagingen Raphaël Capart ICEDD asbl
Doelstelling(en) van de presentatie ●
Een overzicht geven van de verschillende emissiesystemen
●
Voor elk systeem stilstaan bij: ►
Het werkingsprincipe
►
De voor- en nadelen
►
De voorwaarden die een optimale werking garanderen
Het doel is bepaalde belangrijke werkingsprincipes en aandachtspunten van een warmte-emissiesysteem te begrijpen. Dit geeft een goede basis om de juiste keuzes te maken in de ontwerpfase
2
Plan van de uiteenzetting 1. 2.
3. 4.
Inleiding, uitdagingen en voorafgaande noties Radiatoren/convectoren Vloerverwarming Luchtverwarming
3
1. Inleiding, uitdaging en voorafgaande noties De centraleverwarmingsinstallatie PRODUCTIE
OPSLAG
DISTRIBUTIE
EMISSIE en
Warmte die de radiator afgeeft Verliezen naar omgeving
REGELING
Verliezen naar buitenmuren
Verliezen naar omgeving
Verliezen naar omgeving Minder grote verliezen
Warmtewisselaar
Verbrandingskamer
Brandstof Lucht
Verliezen bij productie
Verliezen bij opslag
Verliezen bij distributie
Verliezen bij emissie en regeling
+ verbruik van de hulpinrichtingen 4
1. Inleiding, uitdaging en voorafgaande noties Rendement van een verwarmingsinstallatie Rendementen in % (htotaall = hproductie x hdistributie x hemissie x hregeling)
Type van installatie hproductie
hdistributie
hemissie
hregeling
htotaal
Overgedimensioneerde oude ketel, lange distributielus
75 .. 80 %
80 .. 85 %
90 .. 95 %
85 .. 90 %
46 .. 58 %
Goed gedimensioneerde oude ketel, korte distributielus
80 .. 85 %
90 .. 95 %
95 %
90 %
62 .. 69 %
90 .. 93 %
95 %
95 .. 98 %
95 %
77 .. 82 %
Hoogrendementketel, korte distributielus, aan achterkant geïsoleerde radiatoren, regeling met buitenvoeler, thermostatische kranen, ...
Ook de emissiesystemen hebben een invloed op hproductie en hdistributie
5
1. Inleiding, uitdaging en voorafgaande noties
aerotherm
convector
radiator
vloerverwarming
stralingspaneel hoge temperatuur
De verschillende types van emissiesystemen
Straling
Convectie
Relatief aandeel van “straling” en “convectie” in het warmtetransmissiemechanisme voor verschillende emissiesystemen
6
1. Inleiding, uitdaging en voorafgaande noties Gelaagdheid
●
●
Fenomeen versterkt door: ►
Het convecterende karakter van de warmte-emissie
►
De hoogte van de vertrekken
Gevolgen: ►
Grotere verliezen
►
Comfortverlies
7
1. Inleiding, uitdaging en voorafgaande noties Inertie van de verschillende systemen Hoge inertie
Lage inertie
De verwarmingsbehoefte in energie-efficiënte gebouwen schommelt snel (grote invloed van lokale aanvoer: intern en door zon) ►
Hoe groter de thermische inertie van het emissie-systeem, hoe moeilijker de omgevingstemperatuur te regelen is verliezen bij regeling 8
Plan van de uiteenzetting 1. 2.
3. 4.
Inleiding, uitdagingen en voorafgaande noties Radiatoren/convectoren Vloerverwarming Luchtverwarming
9
2. Radiatoren en convectoren
Radiatoren Met ribben: convectie: 70%, straling: 30 % Enkele panelen: convectie: 50%, straling: 50%
Convectorsystemen (100% convectie)
10
2. Radiatoren en convectoren De warmteafgifte mag niet belemmerd worden
Omkasting van een radiator 11
2. Radiatoren en convectoren Dimensionering van de radiatoren
• Keuze van een radiator voor een bepaald lokaal: – De verliezen van het vertrek voor een basisbuitentemperatuur (-8°C in Brussel)
– Het temperatuurregime in/uit (bv. 70/90/20)
Verlies van het lokaal: 2000 W Temperatuurregime: 90/70/20 (gemiddelde temperatuur radiator = 80 °C) voor een bepaald type van radiator, keuze van radiatorafmetingen die voldoen aan deze specificaties (catalogus)
12
2. Radiatoren en convectoren Dimensionering van de radiatoren - oefening Woonkamer •
Verliezen (transmissie + ventilatie): 600 W
•
Temperatuurregime: 90/70/20
Welke breedte voor een radiator van type 11, hoogte 60 cm?
S = Gewenst vermogen [W] / Emissievermogen [W/m²] = 600 [W] / 1720
[W/m²]
= 0,35 [m²]
l = S [m²] / h [m] = 0,35 [m²] /0,6 [m²] = 0,58 [m] Voorbeeld van emissievermogen van staalplaatradiatoren [W/m² frontaal oppervlak] voor een T = 60 °C Hoogte
Type 10
Type 11
Type 20 Type 21 Type 22 Type 30
Type 32
300 mm
1 330
1 880
2 150
2 780
3 210
3 045
4 185
600 mm
1 200
1 720
1 950
2 510
2 900
2 765
3 800
800 mm
1 170
1 685
1 910
2 465
2 840
2 710
3 730
Bv. type 21 = radiator met 2 panelen en een rij ribben 13
2. Radiatoren en convectoren De watertemperatuur verlagen
Regime 90/70/20 °C tegenover 70/50/20 °C
(
T 1 T 2
)
1,3 =
( 60°C ) 40°C
1,3 = 0,59
Overdimensioneringsfactor 1,7 T = verschil tussen gemiddelde temperatuur van de radiator en temperatuur in het vertrek 14
2. Radiatoren en convectoren Oefening: radiator gevoed door een warmtepomp Woonkamer •
Verliezen (transmissie + ventilatie): 600 W
•
Temperatuurregime: 45/40/20
Welke breedte voor een radiator van type 11, hoogte 60 cm?
Regime 90/70/20 °C tegenover 45/40/20 °C
(
T 1 T 2
)
1,3 =
) (22,5°C 60°C
1,3 = 0,28
Overdimensionersingsfactor 3,6 !
Breedte van de radiator: 2,09 m !
Naar een type 22 van 0,8 m hoog => breedte 0,93 m 15
2. Radiatoren en convectoren Ventilatorconvectoren: geforceerde convectie
●
De convectie vereist een minimale T tussen het verwarmingswater en de lucht in het vertrek
●
Mogelijkheid van gebruik van ventilatoren om de convectie te forceren en dus het emissievermogen van de convector te verhogen Er bestaan zuinige en stille modellen die geschikt zijn voor woningen (zelfs voor slaapkamers) met geïntegreerde elektronische regeling Bron: Jaga
16
Plan van de uiteenzetting 1. 2.
3. 4.
Inleiding, uitdagingen en voorafgaande noties Radiatoren/convectoren Vloerverwarming Luchtverwarming
17
3. Vloerverwarming Voordelen: • werkt bij lage T° (straling)
• T° binnenlucht lager voor eenzelfde comfort (geen gelaagdheid van t°) Nadelen: • hoge inertie -> oververhitting -> moeilijk te regelen -> werking op halve kracht minder efficiënt (of zelfs onmogelijk) De emissie mag niet worden belemmerd door de vloerbekleding: Tegelvloer: ideaal Parket: mogelijk onder bepaalde voorwaarden Vast tapijt: af te raden 18
3. Vloerverwarming De emissieverliezen onder een verwarmingsvloer verminderen
Voor vloeren in contact met buiten, de grond, een niet-verwarmde ruimte De vloer moet aan de onderkant goed geïsoleerd zijn om emissieverliezen te vermijden
Bron: www.massiefpassief.be
19
3. Vloerverwarming De emissieverliezen onder een verwarmingsvloer verminderen Tool beschikbaar op énergie +
10 cm PUR
+ 10% verbruik
20
3. Vloerverwarming De emissieverliezen onder een verwarmingsvloer verminderen Tool beschikbaar op energie +
20 cm PUR
+ 5% verbruik
21
Vloerverwarming Dynamische vloerverwarming Afwerkingslaag
Lijm voor parket of cementlijm voor tegels
Rooster in gerekt aluminium
“Pex-a”-buis met zuurstofbarrière
Aluminium verspreider
Profielplanken in gerecycleerde MDF
22 Bron: opal systems
Plan van de uiteenzetting 1. 2.
3. 4.
Inleiding, uitdagingen en voorafgaande noties Radiatoren/convectoren Vloerverwarming Luchtverwarming
23
4. Luchtverwarming Verwarming door het hygiënisch ventilatiesysteem
●
Warmte afgegeven aan de lucht via een verwarmingsbatterij op de verseluchttoevoer (pulsie)
●
Pulsietemperatuur beperkt 30 … 40 °C
●
Lage temperatuur water (of koelvloeisof van een warmtepomp) mogelijk indien juiste dimensionering
●
Nadelen: ►
Beperkt vermogen
►
Geen gedifferentieerde regeling in verschillende lokalen
24
4. Luchtverwarming Beperkt vermogen
P [W] = 0,34
= 0,34 = 1530
[Wh/m³K]
x qv [m³/h] x (T pulsie – T omgevingslucht) [K]
[Wh/m³K] x
300 [m³/h] x (35° – 20°) [K]
[W]
In de praktijk is het beschikbare vermogen door hygiënische ventilatie vaak licht ontoereikend: ►
Aangevuld met radiatoren in de badkamer en eventueel woonkamer (mogelijk direct elektrisch)
►
Geen overtollig vermogen beschikbaar voor herinschakeling …
►
… en dus geen onderbrekingen mogelijk
25
Samenvatting van de voor- en nadelen Voordelen • •
Radiatoren/convectoren
•
Vloerverwarming
• • •
Luchtverwarming
Nadelen
gemakkelijke lokale regeling (thermostatische kranen) lage thermische inertie: gemakkelijke onderbrekingen geen verliezen door oververhitting
• • •
gelaagdheid plaatsverlies geluid (ventilatorconvectoren)
geen gelaagdheid of luchtstromen comfort (zeer) lage temperatuur verwarmingswater plaatswinst
•
hoge thermische inertie onderbrekingen vrijwel onmogelijk moeilijk te regelen risico’s van oververhitting verliezen indien boven grond of niet-verwarmde vertrekken
zuinig indien alleen door lucht hygiënische ventilatie (geen bijkomende eindunits)
•
•
beperkt beschikbaar vermogen beperkte mogelijkheden op het vlak van herinschakeling en onderbrekingen
26
Te onthouden uit de uiteenzetting ●
Het type van emissiesysteem beïnvloedt de prestaties van de generator
●
Alle types van emissiesysteem kunnen werken bij (zeer) lage temperatuur
●
De inertie van het emissiesysteem is zeer bepalend voor de regeling van de omgevingstemperatuur in energieefficiënte gebouwen waarvan de behoeften snel kunnen omslaan
●
Alleen gebouwen met een zeer lage verwarmingsbehoefte kunnen hun verwarmingsinstallatie vereenvoudigen door de warmte alleen via het systeem voor hygiënische ventilatie te verspreiden
●
Emissieverliezen kunnen worden beperkt, maar niet weggewerkt bij vloerverwarming 27
Interessante tools, internetsites, enz.: ●
www.energieplus-lesite.be
●
www.wtcb.be
●
www.leefmilieubrussel.be
●
http://energie.wallonie.be
Referenties Gids Duurzame gebouwen en andere bronnen: http://gidsduurzamegebouwen.leefmilieubrussel.be ●
Fiche G_ENE10: Verwarming, koeling en sanitair warm water: efficiënte installaties garanderen 28
Contact
Raphaël CAPART Energie-auditeur
ICEDD asbl
: 081 25 04 80
E-mail:
[email protected]
29