Operatieve verandering van de stand van het onderbeen Tibiakop osteotomie
2
Uw arts heeft u geadviseerd om een tiabiakop osteotomie operatie te ondergaan om zo de klachten te laten verdwijnen. Deze folder geeft u informatie over hetgeen de orthopeed in CWZ met u heeft besproken, zodat u na het gesprek alles nog eens rustig kunt lezen en zich voor kunt bereiden op de opname. We raden u aan om deze brochure goed te bewaren en bij elk bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen. Er staat informatie in waar u ook tijdens uw opname wat aan heeft. Bovendien bevat de brochure adviezen voor als u weer thuis bent. Het kniegewricht Een gezond gewricht Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee beenstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van beide botdelen(de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen, zodat ze gemakkelijk over elkaar glijden. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor de beweeglijkheid, de benige gedeelten van een gewricht zorgen voor de stevigheid.
3
Het kniegewricht Er bestaan verschillende soorten gewrichten. De knie is een scharniergewricht en vormt de verbinding tussen bovenbeen en onderbeen. In de gewrichtsspleet bevinden zich aan de binnen- en buitenzijden de meniscus. Aan de voorzijde zit de knieschijf die via de knieschijfpees vastzit aan het onderbeen.
Oorzaak van de klachten Uw klachten worden veroorzaakt door een slijtage van het kraakbeen in uw knie gewricht. Kraakbeen slijtage kan ontstaan als gevolg van een eerdere botbreuk of een verdraaiing van de knie. Wanneer in het verleden de meniscus is verwijderd, is er ook een verhoogde kans op slijtage. Soms is de kwaliteit van het kraakbeen zonder aanwijsbare oorzaak verminderd. Als er sprake is van slijtage aan één kant van de knie is een standsverandering van het onderbeen mogelijk. Hierdoor wordt de belasting op het aangedane gewrichtsvlak verminderd. Deze operatie heet tibiakop osteotomie. Klachten Bij een beschadigde of versleten knie treedt pijn op. Meestal bij (trap)lopen en lang staan. Ook startpijn komt voor. Fietsen levert doorgaans de minste pijnklachten op. In een vergevorderd stadium treedt verstijving op. Er ontstaat dan bewegingsbeperking waardoor volledige strekking van de knie onmogelijk wordt. Ook kan zich een X- of O beenstand ontwikkelen waarbij de knie in toenemende mate moe en instabiel aanvoelt. Verminderen van de klachten Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: • Met behulp van pijnstillers die de arts voorschrijft. • Met behulp van fysiotherapie. De fysiotherapeut zal door middel van oefeningen de pijn proberen te verlichten en uw kniegewricht zo beweeglijk mogelijk proberen te houden. • Door middel van een operatie. Als pijnstillers en fysiotherapie onvoldoende helpen, is een operatie vaak de enige oplossing. 4
Diagnose en onderzoek De arts stelt de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en eventueel een MRIscan. Besluit om te opereren Voordat u zich aan uw knie laat opereren, moet u goed weten waarom een operatie nodig is, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel na de operatie zal verlopen. De operatie is geen kleinigheid en vraagt veel wilskracht en inspanning van u en van uw familie/ directe naasten. Wanneer u deze brochure leest, heeft de orthopedisch chirurg met u besproken dat een operatie nodig is en hebt u zelf besloten om de operatie te laten plaatsvinden. Wat is een tibiakop osteotomie? De ‘tibiakop’ is het bovenste deel van het bot in het onderbeen en vormt de onderkant van het kniegewricht. ‘Osteotomie’ betekent doornemen van het bot’. Het doel van de tibiakoposteotomie is het veranderen van de beenstand. Het doornemen van het bot gebeurd vlak onder het kniegewricht. Afhankelijk van de voor u door de arts gekozen techniek, wordt er middels een ‘gesloten wig’ of ‘open wig’, gecorrigeerd. Door de stand van het been te veranderen verminderd de druk op de kraakbeenbeschadiging in uw knie. Door deze operatie kan het inbrengen van een kunst knie uitgesteld worden Open wig correctie Bij deze operatie techniek wordt er een inkeping in het bot van het scheenbeen gemaakt. De gecorrigeerde stand wordt middels een plaat en schroeven vastgezet. In enkele gevallen wordt kunstbot gebruikt om 5
de ontstane ruimte op te vullen. De ontstane ruimte vult zich na drie tot vier maanden op met bot en groeit dicht.
Gesloten wig correctie Bij deze operatie techniek wordt eerst het kuitbeen doorgenomen. Dit is noodzakelijk om de stand van het been te corrigeren. Uit het bot van het scheenbeen haalt men vervolgens een wig. De stand van het onderbeen kan nu gecorrigeerd worden. De gecorrigeerde stand wordt middels een plaat en schroeven vast gezet.
Complicaties Ook al wordt de operatie goed uitgevoerd, er kunnen toch complicaties ontstaan: Net als bij iedere andere operatie kunnen ook bij deze operatie complicaties optreden zoals wondinfectie, trombose of nabloeding. Bij de ‘gesloten wig’ operatie is het risico op een zenuwbeschadiging verhoogd. Dit kan leiden tot een klapvoet. Uw arts zal tijdens uw bezoek aan de polikliniek de risico’s met u bespreken.
6
Voorbereiding operatie De arbodienst U kunt met uw arts overleggen welke consequenties de tibiakop osteotomie operatie en de daarbij behorende klachten voor de uitoefening van uw werk heeft. De arts kan wanneer nodig informatie uitwisselen met uw bedrijfsarts. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Uiteindelijk zal de bedrijfsarts uw terugkeer naar het werk begeleiden. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van de operatie en nabehandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Bij de arbodienst kan men u vertellen hoe u dit spreekuur kunt bezoeken. Anesthesie (verdoving) Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ-folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Spreekuur anesthesioloog De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarom heeft de doktersassistente een afspraak voor u op het spreekuur van de anesthesioloog gemaakt.
7
Wat moet u meenemen: Tijdens uw opname heeft u nodig: • ondergoed en bedkleding • kamerjas, pantoffels • toiletartikelen (geen handdoek en washandjes) • lectuur en dergelijke • geldig legitimatie bewijs (paspoort/rijbewijs) • ingevuld opname formulier Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. De ervaring leert dat het gevaar van zoekraken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Medicijnen De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Dieet Als u een bepaald dieet volgt, vragen wij u dit aan de verpleegkundige mede te delen. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn. Bloedverdunners • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of bent u onder controle van de trombosedienst? Meld dit dan aan uw behandelend arts in het CWZ. • Denk bij bloedverdunnende medicijnen aan bijvoorbeeld acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine.
8
• Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. • Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met deze bloedverdunnende medicijnen. • Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen moet te stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen. • Als u medicijnen gebruikt of overgevoelig bent voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen meld dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van polikliniek. • Meld ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt. • Meld ook of u preventief antibiotica nodig heeft. Krukken en andere hulpmiddelen Na de operatie moet u met krukken lopen. U moet zelf deze krukken meenemen naar het ziekenhuis. U kunt de krukken lenen bij de Thuiszorgwinkel bij u in de buurt maar u kunt ze ook huren of kopen op de verpleegafdeling A22. Het is raadzaam een makkelijke stoel in uw huiskamer te zetten. Ook moet u af en toe met uw been omhoog kunnen zitten om zo de zwelling wat te doen afnemen. U kunt na de operatie traplopen dus een bed in de woonkamer is niet noodzakelijk. maar kan wel handig zijn. Zorg dat er in uw huis geen losse kleedjes en dergelijke liggen waarover u zou kunnen struikelen. Ook is het raadzaam om voldoende ruimte te creëren zodat u gemakkelijk met krukken door uw huis kunt lopen.
De dag van de operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling orthopedie (A22) waar u wordt opgenomen. Op de afdeling krijgt u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Hierin worden bijzonderheden met betrekking tot uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden besproken.
9
Ook vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. De verpleegkundige bespreekt tijdens het opnamegesprek met u en uw partner/contactpersoon of er aanvullende hulp nodig is als u naar huis kunt. Zonodig wordt het TransferpuntZorg CWZ ingeschakeld om aanvullende thuiszorg te regelen. Pijnstilling Voor de operatie start u met de pijnmedicatie. Dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Niet eten en drinken, nuchter Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voorbereiding operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat wordt krijgt u eerst op de afdeling de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u deze medicatie voor de ingreep inneemt. Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen en geen make-up. Mocht u een gebitsprothese dragen, lenzen of piercings, dan moet u deze uit doen. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling alvast aantrekt. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen.
10
Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer gebracht, hier worden u nog wat vragen gesteld en wordt alvast een infuus ingebracht. Via dit naaldje zal de narcose, vocht en eventuele medicijnen worden toegediend. Daarna wordt u naar de operatiekamer gereden. Daar moet u over stappen op een smalle operatietafel.
De operatie De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u afgesproken is. Ook zal er voordat de operatie begint, bewakingsapparatuur aangesloten worden, om belangrijke lichaamsfuncties zoals bloeddruk, hartslag en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren. Bij de operatie wordt een snede in het onderbeen gemaakt van ongeveer 8 centimeter. Tijdens de operatie zal de orthopeed middels een van de twee operatietechnieken uw beenstand corrigeren. Bij de ‘open wig’ techniek wordt er een zaagsnede aan de binnenzijde gemaakt, waarna de wig kan worden geopend. Vervolgens wordt er een plaatje met schroeven aan de buitenzijde van het bot geplaatst om de wig open te houden Bij de ‘gesloten wig’ techniek wordt er een wig verwijderd aan de buitenzijde van het onderbeen. Daarna wordt de opening gesloten en wordt er een plaat en schroeven aan de buitenzijde van het bot geplaatst Zonodig word er een drain achtergelaten in de wond. Deze drain zorgt ervoor dat het overtollige bloed wordt afgevoerd. De operatie duurt ongeveer 1 uur. Direct na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Hier zal men regelmatig uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en ademhaling controleren. U zult hier ongeveer één a twee uur verblijven. Als u weer goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige die voor u zorgt uw contactpersoon/begeleider.
11
Na de operatie kunt u pijn hebben en wat misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode (zie hoofdstuk pijnmeting in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’) wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie kunt herstellen. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Infuus, katheter, drain Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Verder krijgt u via het infuus een antibioticum en eventueel bloed toegediend. Het infuus wordt in de avond of de volgende dag verwijderd. Dit is afhankelijk van uw welzijn. Ook hebt u een wonddrain. Dit is een slangetje wat uit de wond komt met daarop aangesloten een opvangpot. Deze zuigt (door het vacuüm) continu het overtollige wondvocht en bloed af. De drain wordt de tweede dag na de operatie verwijderd. Medicijnen U krijgt via een injectie bloedverdunnende middelen. Het is de bedoeling dat u tijdens de opname aangeleerd wordt om u zelf de bloedverdunnende injecties te geven. Mocht u bekend zijn met het gebruik van bloedverdunnende middelen, dan is het mogelijk dat er voor u een ander beleid van toepassing is, dat hoort u bij uw bezoek aan de arts of via het medisch team. Liggen De eerste dag zal het het prettigst zijn om op de rug te liggen. Als de pijn het toelaat mag u ook op de zij liggen eventueel met een kussen tussen de knieën. Het is toegestaan om ook een kussen onder de knie te leggen. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u vrij snel beginnen met het drinken van water. Uitbreiden daarvan is afhankelijk van uw misselijkheidklachten.
12
De dagen na de operatie Het medisch team komt ‘s ochtends langs om te vragen hoe het met u gaat. De verpleegkundige verwijdert het wondverband en controleert de wond. De drain (dun slangetje om operatievocht af te laten lopen) en het infuus worden verwijderd. De verpleegkundige zal uw waar nodig helpen bij de lichamelijke verzorging. Revalideren De fysiotherapeut komt de dag na de operatie bij u langs. Hij leert u een aantal oefeningen waarmee u het herstel kunt bevorderen. Het is de bedoeling dat u in de weken na de operatie gaat lopen met hulp van krukken. Dit is noodzakelijk om de gemaakte breuk te laten herstellen en uw bot aanmaak te stimuleren. U mag daarom het geopereerde been niet volledig belasten tijdens het lopen wel mag u het aantippen op de grond. Wat dit precies inhoud zal de fysiotherapeut u uitleggen. Ook traplopen met krukken wordt geoefend. Röntgenfoto Na de operatie en bij uw bezoek aan de polikliniek wordt er een röntgenfoto gemaakt van uw been. Hechtingen De huid is meestal gesloten met oplosbare hechtingen. Deze hoeven niet te worden verwijderd en lossen vanzelf op in de huid. Mocht er gekozen zijn voor andere hechtingen, dan hoort u dit van de arts en/of verpleegkundige.
Naar huis Wanneer naar huis? Als u zelfstandig de oefeningen uit kunt voeren, de pijn onder controle is en eventueel zorg voor thuis geregeld is, mag u weer naar huis. Dit zal ongeveer 1 tot 2 dagen na de operatie zijn.
13
Voorbereiding De verpleegkundige heeft met u een zorggesprek. Besproken wordt of alles volgens verwachting verloopt en of alles voor het verder revalideren thuis is geregeld. Zonodig wordt het Transferpunt Zorg CWZ ingeschakeld om aanvullende zorg te regelen. U komt echter alleen in aanmerking voor extra zorg als u alleenstaand bent. Heeft u een partner thuis of kinderen die voor u kunnen zorgen dan komt u niet in aanmerking voor thuiszorg. Ontslag Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de verpleegkundige een voorlopige ontslagbrief voor de huisarts. Deze kunt u daar afgeven. Daarnaast krijgt u een controleafspraak op de polikliniek orthopedie mee, dit is ongeveer 6 weken na de operatie. Daarnaast neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door. En krijgt u een recept voor pijnmedicatie en de spuitjes om trombose te voorkomen. Mochten er vóór uw controleafspraak klachten of complicaties optreden, overlegt u dan met uw huisarts of belt u met het verpleegkundig spreekuur orthopedie. U kunt niet zelf met de auto of fiets naar huis rijden. Het is verstandig om af te spreken dat iemand u komt halen. Fysiotherapie De eerste 6 tot 8 weken heeft u nog geen fysiotherapie nodig. Uw been moet eerst herstellen van de operatie voordat u ermee mag gaan oefenen. U mag in deze periode het been 50% belasten met krukken, dit leert u van de fysiotherapeut in CWZ. Uw orthopeed zal nadat u op controle bent geweest fysiotherapie voor thuis voorschrijven.
14
Weer thuis Resultaat van de operatie De eerste tijd na de operatie zal het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder maar kan terugkomen door het oefenen met lopen. Ook hebt u mogelijk enkele bloeduitstortingen (blauwe plekken) bij de wond maar deze verdwijnen vanzelf. Meestal is gebruik van pijnstillers niet (meer) nodig. Mocht u toch nog pijn hebben dan kunt u paracetamol nemen. Maximaal 4 maal daags (om de zes uur) 2 tabletten van 500 mg. Controle afspraak 6 Tot 8 weken na de operatie heeft u een afspraak bij de orthopeed op de polikliniek. Voor uw afspraak heeft u een röntgenfoto laten maken. Aan de hand van de röntgenfoto en zijn bevindingen beoordeeld de orthopeed of het bot weer voldoende hersteld is. U krijgt dan ook te horen of u het been weer volledig mag belasten. Wanneer een arts waarschuwen? Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met het verpleegkundig spreekuur of uw huisarts: • Als de operatiewond gaat lekken; • Als de wond of de knie steeds dikker wordt; • Als de wond steeds meer pijn gaat doen ook al bent u minder gaan oefenen en bewegen; • Als u koorts gaat ontwikkelen hoger dan 38,5° Celsius; Vermeld bij contact met de huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is.
15
Leefregels na een tibiakop osteotomie Oefeningen met bewegen en lopen Voor de periode na de operatie krijgt u van de fysiotherapeut in het ziekenhuis oefeningen om uw beenspieren te versterken en om de bewegelijkheid van de knie te verbeteren. Het is belangrijk om deze oefeningen thuis regelmatig te herhalen. Het kan zijn dat uw wond op het oefenen reageert met zwelling of door warm aan te voelen. Het is dan raadzaam om de oefenactiviteiten iets te verminderen. De eerste 6 weken mag u alleen met uw geopereerde been aantippen op de grond. Zwelling van de wond of knie Na de operatie kan de wond zwelling vertonen. U kunt de wond zelf koelen met ijs. Bij de drogist of apotheek kunt u zogenaamde Coldpacks kopen die u thuis in de vriezer koelt. Een andere mogelijkheid is dat u een zak gedroogde erwten invriest en gebruikt om de wond te koelen. Pak deze wel in een doek om bevriezing van de huid te voorkomen en koel niet langer dan 15 minuten en maximaal drie maal daags. Traplopen Dit oefent u met de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Aandachtspunten bij het gebruik van elleboogkrukken Let er altijd op dat de krukken op de goede hoogte zijn afgesteld. De krukken staan op de goede hoogte afgesteld als u al staande de handgrepen van de elleboogkrukken kunt vasthouden met de ellebogen bijna gestrekt. In het ziekenhuis zal de fysiotherapeut uw krukken op de juiste hoogte afstellen. Gaan zitten Wanneer u wilt gaan zitten, loopt u naar achteren totdat u het bed of de stoel met de achterkant van uw benen voelt. Zet de krukken eerst aan de kant en steun met beide handen op de leuningen van de stoel of op het bed. Let erop dat u tijdens het gaan zitten, uw geopereerde been alleen op de grond laat aantippen. 16
Gaan staan Wanneer u wilt gaan staan vanuit een stoel, verplaatst u zich eerst naar de rand van de zitting, dus naar voren toe. Drukt u zich dan op met beide armen vanaf de armleuningen. Let ook hierbij op dat uw geopereerde been alleen de grond aantipt. Probeert u nooit op te staan door u op te drukken vanaf de krukken, dit is onstabiel waardoor u kunt vallen. Lopen Wanneer u met krukken loopt, doe dit in de goede houding. Houd uw hoofd rechtop en kijk recht vooruit. Wanneer u naar uw voeten kijkt, bestaat de mogelijkheid dat u struikelt en valt. Bovendien raakt u hiervan ook meer vermoeid. Loop rustig. Het is niet nodig dat u zich haast. Controleer of de doppen van de krukken nog voldoende profiel hebben. Kijk uit voor natte en/of gladde vloeren! Conclusie: doe het rustig aan en wees voorzichtig.
De meest gestelde vragen na een tibiakop osteotomie operatie Hoe lang zal mijn knie pijnlijk blijven? Na de operatie zult u merken dat de pijn geleidelijk minder wordt. Tot drie à vier maanden na de operatie treedt er nog steeds verbetering op. Hoe lang blijft mijn knie dik? De zwelling vermindert de eerste maanden na de operatie. De zwelling is meestal ’s avonds het grootst en neemt af als u blijft oefenen. De zwelling vermindert als u regelmatig uw been hoog legt (op een stoel). Hoe vaak moet ik oefenen? Drie maal per dag 10 minuten oefenen is voldoende. Voer de oefeningen serieus uit maar overdrijf niet.
17
Wanneer mag ik weer gaan autorijden? U mag weer gaan autorijden als u uw geopereerde been volledig kan belasten en u voldoende spierkracht heeft. Dit zal waarschijnlijk zes tot 12 weken na de operatie zijn. Wanneer mag ik weer gaan douchen/in bad? U kunt al snel weer onder de douche. Het is raadzaam om een krukje in de douche te plaatsen zodat u kunt gaan zitten tijdens het douchen. In principe mag u vanaf twee dagen na de operatie onder de douche. Zorg ervoor dat u onder de douche niet kunt uitglijden en u eventueel aan een stevige grijpstang kunt vasthouden. Het is raadzaam de eerste twee maanden niet in bad te gaan vanwege de moeilijke instap en het verweken van de wond. Wat voor soort schoenen kan ik het beste aantrekken? Het is verstandig om schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Hoge hakken en slippers moet u de eerste drie maanden vermijden. Hoe verzorg ik mijn wond? De wond moet schoon en droog blijven. De huid rondom de hechtingen kan er wat rood of geïrriteerd uit zien. Soms is deze iets gezwollen. Dit zal langzaam afnemen. Wanneer het wondgebied erg gezwollen is, rood wordt, warm aanvoelt of als er vocht uit komt, is het verstandig contact op te nemen met het telefonisch spreekuur of om met uw huisarts te overleggen wat u moet doen. U kunt de wond gewoon wassen. Het is wel beter om deze van boven naar beneden te wassen, in plaats van links naar rechts. Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt. Mag ik sporten? Zwemmen en fietsen mag u weer gaan doen als u het been ook weer volledig mag belasten. Dit zal ongeveer zes tot twaalf weken na de operatie zijn. (Beperkt) sporten kan en mag weer na drie tot vier maanden na de operatie.
18
Wanneer kan ik weer werken? Gemiddeld kunt u na drie maanden weer werken. Dit is afhankelijk van de zwaarte van uw werk en de genezing van de wond. De ARBO arts zal uw terugkeer naar het werk begeleiden.
Vragen en/of problemen Ontstaan er ondanks de goede voorbereidingen toch nog problemen of zijn er na het lezen van de folder nog vragen, neem dan contact op met het telefonisch spreekuur. Telefoonnummers vindt u achter in deze brochure. U kunt ook contact opnemen door een email te sturen naar
[email protected] Bij problemen - als u na de behandeling/operatie weer thuis bent kunt u buiten kantooruren en in het weekend contact op nemen met uw huisarts, die kan u zonodig verwijzen naar de Spoedeisende hulp van CWZ. Verhindering Mocht de geplande operatiedatum niet door kunnen gaan bijvoorbeeld omdat: • er meer voorbereiding nodig blijkt te zijn door longarts of cardioloog; • u ziek bent met koorts (griep); • u verhinderd bent door onverwachte privé-omstandigheden. Laat dit dan zo snel mogelijk weten. U belt naar de afdeling operatieplanning orthopedie, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 tot 12.00 uur, op telefoonnummer (024) 365 88 36. Als u tijdig belt, kan er nog een andere patiënt gepland worden en maken wij met u een nieuwe afspraak.
19
Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Voor het maken, annuleren of verzetten van afspraken op de polikliniek: Polikliniek orthopedie (B56) Iedere werkdag van 8.30 - 16.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 82 65 of online via www.orthopedie.cwz.nl Voor het verzetten van de operatiedatum Operatieplanning orthopedie Iedere werkdag tussen 8.30 - 12.00 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 88 36 Voor alle vragen over uw behandeling en/of operatie: Verpleegkundig spreekuur orthopedie Iedere werkdag van 8.30 - 9.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 81 19 Verpleegafdeling orthopedie (A22) Telefoon (024) 365 78 30
20
G324-O / 12-15
Website: www.orthopedie.cwz.nl