Open monumentendag 2002 Alle wegen leiden naar Haaksbergen
Alle wegen leiden naar Haaksbergen
Het thema van Open Monumentendag 2002 is geïnspireerd door het 400 jarig bestaan van de V.O.C. Nederland beschikte daardoor over een veilige en lucratieve handelsroute. Communicatie speelde ook toen al een belangrijke rol voor ontwikkeling en welvaart. Het is interessant te ontdekken, dat ook in Haaksbergen nog steeds restanten te ontdekken zijn van de belangrijke verbindingswegen uit het verleden. Zo blijkt één van de belangrijkste verbindingswegen van Deventer naar Munster via Haaksbergen te lopen (zie artikel Hessenwegen ) Ook de belangrijke route over water, waarbij het kostbare eikenhout via Deventer naar West-Nederland werd vervoerd, liep via Haaksbergen (zie artikel Houthandel) Toen aan het begin van de Industriële Revolutie 1880 er grote behoefte ontstond aan steenkool uit het Roergebied, kwam Haaksbergen aan een spoorverbinding te liggen, die deze aanvoer realiseerde ( zie artikel Lokaalspoor). De fietsroute laat resten zien van de wegen, die naar Haaksbergen leiden. Bovendien geeft de route de mogelijkheid aan den lijve te ervaren hoe het was om rond 1920 met de trein te reizen. De Museum Buurt Spoorweg heeft op het trajekt Haaksbergen-Boekelo een kostbaar stukje spoorweggeschiedenis vastgelegd. Op rijdagen kunt U de fiets op de trein zetten en naar Boekelo reizen, op de overige dagen is een alternatieve route beschreven. Tijdens het fietsen zult U de tracé's van eeuwenoude verbindingswegen in het landschap nog kunnen waarnemen. Ook zijn oude herbergen en overslagplaatsen nog te lokaliseren. De route op Open Monumentendag 14 sept. zal een bijzonder feestelijk karakter hebben doordat nog twee wegen naar Haaksbergen leiden: • De weg van 1450 km. die een groep atleten uit onze partnerstad Nagykörös in Hongarije aflegt, eindigt aan de vooravond 13 sept. in het centrum van Haakbergen. ( op deze wijze symboliseren de hardlopers de verbondenheid met Haaksbergen ) • De weg van 80 km . die honderden wandelaars afleggen tijdens de traditionele Kennedymars, eindigt eveneens in het centrum. Ook anno 2002 leiden nog vele wegen naar Haaksbergen. C. Wentink, Historische Kring Haaksbergen Open Monumentendag 2002
l
Hessenwegen Zo oud als de weg naar Deventer. Hoe oud is de weg naar Deventer? Volgens Jansma "2000 jaar Overijssel" is de weg van Deventer naar Holten een weg, die zijn oorsprong vindt in de Romeinse tijd. Deze oude weg is een deel van een route, die liep van Utrecht naar het huidige Duitsland. Volgen we de oude handelsweg vanuit Deventer naar Holten, dan splitste deze zich daar in meerdere wegen. Deze wegen werden in de loop van de tijd hessenwegen genoemd. Hessenwegen zijn de oude handelswegen vanuit Oost-Nederland richting Duitsland. Men gaat ervan uit, dat de Duitsers uit de staat Hessen deze bereden hebben, om met hun wagens handelsgoederen te vervoeren. Hoe oud is de weg naar Haaksbergen? Over de geschiedenis van de weg, die van Goor over Haaksbergen liep zijn er enkel aanwijzingen. We beginnen bij de bandijk in Goor. Dit was een door de bisschop(ban) aangelegde dijk uit het jaar 1050. Met deze dijken werden de natte veenachtige wegdelen drooggemaakt. Het tracé van de weg volgt dan grotendeels de huidige weg naar Goor. In het Haaksbergen liep de weg over de Spoorstraat, de Markt, over de Von Heydenstraat, de Brink en dan richting Buurse. Deze weg volgt hier het oude tracé en er zijn aanwijzingen, dat deze weg ouder is dan het dorp Haaksbergen. In de jaren twintig werd op 1.20m diepte onder de spoorstraat een knuppelweg gevonden, deze is nooit onderzocht, maar het is duidelijk, dat deze weg is aangelegd door een moerassig gebied en daarom waarschijnlijk ouder is dan het dorp. Dit sluit aan op archeologisch onderzoek op de es bij Buurse. Hier zijn de resten gevonden van een nederzetting uit de Romeinse tijd. Alhoewel de toenmalige bebouwing doorliep onder de huidige Alsteedse weg, vond men een weg in dezelfde richting , die beschouwd wordt als een doorgaande weg. Een aanwijzing hierbij is de vondst van Romeins aardewerk uit de tweede helft van de eerste eeuw. In het nabijgelegen Haaksberger veen zijn ook resten gevonden van knuppelwegen en hier gaat de datering terug tot de bronstijd. Haaksbergen moet gebouwd zijn aan een oude handelsweg, waarvan de oorsprong verdwijnt in de geschiedenis. We moeten ons niet teveel voorstellen van de oude Hessenwegen, het waren vaak niet meer dan karrensporen. De wegen lagen niet volgens een vast traject en ze werden gemakkelijk verplaatst, we kunnen dan beter spreken van routes, die langs bepaalde punten gingen. Wanneer een weg mul of modderig was reed een voerman er eenvoudig omheen als er een mogelijkheid voor was. De problemen van de wegen lagen vooral in het feit, dat de waterhuishouding in Twente problematisch was. Open Monumentendag 2002
2
De hessenweg liep in de zeventiende eeuw vanuit Haaksbergen langs de Harrevelder schans. Deze schans, een militair, object moest de hessenweg en de Buursebeek controleren. Bij deze plek is nog te bekijken hoe wij ons zo'n weg moeten voorstellen. Vanaf dit punt wordt het moeilijk het oude tracé van de weg te vinden door de verplaatsingen van deze weg. De hessenweg volgde de loop van de beek, die regelmatig veranderde. De oude beekloop is op enkele plaatsen nog te vinden in de glooiingen van het landschap. Duidelijk te zien is dit bij erve de Haarmolle en dan te volgen tot de koekoeksbrug bij de huidige loop. De hessenweg volgde veelal de noordkant van deze beekloop en had daarom verschillende tracé's. Vanuit Buurse loopt de weg naar Duitsland richting Munster. Belangrijk was 'De Braam' bij de Braambrug, hier splitste zich de weg. Een weg ging naar het Markslag en kwam uit op de Duitse Hessenweg. De andere weg volgde de huidige Alsteedseweg. Haaksbergen ligt dan ook aan de historisch belangrijke route Deventer-Munster. Het vervoer wordt belangrijk tijdens het Hanze-verbond. Omdat Deventer en Munster belangrijke steden waren in deze Hanze tijd, was ook de weg door Haaksbergen belangrijk, hemelsbreed was deze oude route de kortste weg tussen deze plaatsen. In die tijd werd er graan vervoerd richting Deventer en vanuit Deventer zeevis, stokvis en haring. Plaatsen en gebouwen. Langs de wegen en de beken zijn vooral de herbergen terug te vinden. Bij elke handelsactiviteit werd wel een herberg opgericht, al was het maar om de vrachtrijders logies te bieden, waar we ons niet te veel van voor moeten stellen. Vanuit Goor vinden we de eerste herberg in Hengevelde, 'De gebrande wateren'. In Haakbergen vinden we de herbergen aan de markt, waarbij opvalt dat iedere herberg zijn eigen bier brouwde. Een voorbeeld van een dergelijke herberg vinden we nu aan de Molenstraat, waar café Ottink zelfs nog een echte stal heeft voor de paarden. Richting Buurse is er nog het erve 'De Koekoek' in 1803 omschreven als 'de woning aan de brugge genaamd den Vogelzank'. Dit was een café met een uithangbord waarop stond: 'Nen koekoek röp nog steeds sinen aolden zaank, Van komt hier binnen en preuft minen draank.' Bij de Braambrug lag vroeger "den braam" .Hier was al een wachtpost tijdens de tachtigjarige oorlog. Later is hier nog een schippersherberg geweest en een overslagplaats voor goederen. In dezelfde tijd werd het een douanepost, waarvan nu nog het laatste huis te zien is. Bij het erve Haarmolen is ook nog een oude herberg aanwezig.. N.Spit, Historische Kring Haaksbergen
Open Monumentendag 2002 3
Houthandel In de gouden eeuw ontstond er ook in Haaksbergen een zekere welvaart, welke zijn basis vond in het hout, waar de bloeiende scheepvaart in het Westen van Nederland behoefte aan had. Eerst werd het hout geveld in de Haaksbergse buurtschappen, maar toen het daar al vrij gauw uitgeput raakte, ging men het hout uit het nabijgelegen Munsterland betrekken. Dit hout, meestal eikenhout, waarvan de 'kromhouten' extra in trek waren, werd in vlotten over de Buurserbeek, verderop overgaand in de Schipbeek, naar Deventer 'gevaren' en vandaar over de IJssel en de Zuiderzee naar Amsterdam en andere Zuiderzeesteden getransporteerd. Daar lagen de grote scheepswerven, die de toen zo bekende Hollandse oorlogs- en handelsschepen bouwden. De belangrijkste houthandelaren uit die tijd, die bijzonder goede zaken deden, waren met name de leden van enkele generaties Van der Sluijs, wier erfenis voor een groot deel, bij het overlijden van handelaar en richter Mr. Joan van Van der Sluijs in 1738, in het bezit kwam van de Nederlands Hervormde gemeente. Toen deze houthandel tegen het midden van de 18e eeuw achteruit begon te gaan- aan de ene kant door de malaise in de scheepsbouw, aan de andere kant door de achteruitgang in de houtstand (men had roofbouw gepleegd)zochten enkele Haaksbergse handelaren, waaronder Jan Jordaan, de grondlegger van de later zo bekende Haaksbergse textielfabriek, D. Jordaan & Zonen, een nieuw handelsartikel en dat was de handel in thuisgeweven linnen stukgoed. Jan Jordaan maakte deel uit van de Hervormde kerkeraad, en stichtte om de armoede te bestrijden, in een "werkhuis" een katoenspinnerij, later gevolgd door een handweverij in de schuur van zijn huis "Het witte paard"aan de Markt, waar dagloners op handgetouwen werkten. Hij leende in eerste instantie de financiële middelen van de Hervormde Diaconie, die deze beschikbaar had uit de erfenis van der Sluijs. Dit werd de basis van de Haaksbergse textielindustrie, die zich in de tweede helft van de 19e eeuw verder ontwikkelde en veel heeft bijgedragen tot de economische opbloei van het dorp Haaksbergen in de 20e eeuw. G.J. Leppink, Historische Kring Haaksbergen
Zie:
D.Jordaan JGHzn. Gedenkschrift 175 jaar D.Jordaan & Zonen's textielfabrieken N.V. 1956 Open Monumentendag 2002
4
Ontstaan van de Spoorlijnen De eerste spoorlijnen in Nederland werden veelal aangelegd op particulier initiatief. Fabrikanten zagen in het railvervoer een goedkope vervoerswijze voor hun grondstoffen en producten. De initiatieven werden niet gecoördineerd, waardoor een versnipperd spoorwegnet ontstond. Het spoorwegnet kreeg meer samenhang, nadat in 1860 door bemoeienis van koning Willem l de Wet op de Staatsspoorwegen werd aangenomen. Grote delen van Twente en de Achterhoek bleven echter verstoken van railvervoer. De geraamde opbrengsten waren te laag om de aanleg van dure spoorlijnen te rechtvaardigen. Toch was er behoefte aan betere transportmogelijkheden. Dit had allemaal te maken met de industriële revolutie, die hier rond 1860 begon. Ook ondanks de grotere transportbehoefte ten gevolge van de industriële revolutie bleef de aanleg van spoorlijnen in grote delen van Twente en de Achterhoek financieel niet mogelijk. Hierin kwam verandering toen op 9 augustus 1878 de lokaalspoorwegwet van kracht werd. Doordat aan lokaalspoorlijnen minder zware eisen gesteld werden met betrekking tot het gebruik, konden de aanleg- en exploitatiekosten aanmerkelijk worden verlaagd. Er was sprake van 'lokaalspoor' als de snelheid niet hoger was dan 30 km/uur en de asdruk niet hoger dan 10 ton. Tevens mocht de beveiliging eenvoudiger worden uitgevoerd. Was de snelheid lager dan 15 km/uur dan viel de spoorlijn onder de categorie 'tramweg'. De maximumsnelheden zijn in de loop der tijd gewijzigd, maar was na de laatste wijziging in 1917 voor het lokaalspoor slechts 60 km/uur. In Twente en de Achterhoek werden al snel na invoering van de lokaalspoorwegwet verscheidene lokaalspoorlijnen opgericht. Het totale net van normaalspoorlijnen in Twente en de Achterhoek bedroeg in 1910 circa 230 kilometer. Daarnaast was in Oost-Gelderland in de periode tussen 1881 en 1957 een dicht smalspoortramnet aanwezig. Exploitatie Het aantal treinen per dag was beperkt tot zo'n 5 a 7 reizigerstreinen. De reizigersstromen waren niet groot; in 1885 maakten gemiddeld 334 personen per dag gebruik van het lokaalspoorwegnet. Voor het goederenverkeer reden aparte goederentreinen. Op het traject tussen Haaksbergen en Boekelo bijvoorbeeld passeerde per richting 4 goederentreinen met verschillende bestemmingen.
Open Monumentendag 2002
5
Maatschappelijke invloed Door de komst van de lokaalspoorlijnen veranderde ook de ruimtelijke ordening. Om (betere) huisvesting dichter bij het werk te kunnen bieden, werden plaatselijk nieuwe woonbuurten voor het spoorpersoneel gebouwd. Dit leidde tot een uitbreiding van de dorpen en steden langs het spoor. De aanleg van een spoorlijn trok ook industrie aan. De fabrieken werden zo dicht mogelijk bij het stationsemplacement gebouwd. Een duidelijk voorbeeld hiervan is nog steeds te zien in Boekelo. Toen namelijk bekend werd dat Boekelo een station kreeg, bouwde textielfabrikant Van Heek hier voor zijn derde zoon een stoomblekerij in 1889 (zie het bouwjaar in de gevel). Van 1 Heek had overigens het motto: 'elke zoon, zijn eigen stoom (-fabriek) Jeroen Lieverdink, Museum Buurt Spoorweg Haaksbergen
Open Monumentendag 2002
6