Ontmoetingskerk - 16 februari 2014 Preek over Mattheus 5: 17- 26 Geloven is een ruiker. Als iemand jou een bos bloemen geeft, is de kans groot dat je niet alleen zegt: wat mooi, dank je wel, maar ook: dat had je niet moeten doen. Bloemen zijn niet verplicht. Maar juist zo kunnen ze iets uitdrukken van het belangrijkste van het leven. Ze kunnen uitdrukking zijn van liefde. Liefde moet niet, maar mag. Zo is het ook met geloven. Juist omdat het de verplichtingen te boven gaat, heeft geloven met het diepste wezen van het leven te maken. Vroeger hadden ze het bij geloven over vrije genade. Het zit in meer dan het gewone doen. Zo kwam de katholieke professor Schillebeeckx indertijd bij deze beeldspraak. Geloven is een bos bloemen. Of in zijn wat plechtige taal: geloven is een ruiker. In onze tijd geldt de stelregel: voor wat hoort wat. We houden graag maat. We houden van de weegschaal. Jij geeft mij iets en dan krijg je van mij iets terug. Bij cadeautjes het liefst evenveel. De reclameslogan van de Mediamarkt Ik ben toch niet gek! raakt een diep levensgevoel van af-gepastheid. Waarom zou je een cent te veel uitgeven dan strikt noodzakelijk is. Waarom zou je meer doen dan van je gevraagd wordt. Waarom zou jij weer de eerste moeten zijn die verantwoordelijkheid neemt. Waarom zou jij meer moeten doen dan een ander. Al te goed is buurmans gek, nietwaar! Toch? Ik zeg u: als uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die van Schriftgeleerden en farizeeërs, gij niet binnenkomt in het koninkrijk der hemelen. Deze woorden staan midden in de Bergrede. Die rede van bevat een verzameling belangrijke uitspraken van Jezus. Die uitspraken zijn heel 1
concreet. Hoe ga je om met een ander, met je man en je vrouw, je vriend en je vijand. Hoe ga je om met liefde en haten, met breken en binden, met trouwen en scheiden, met dood en leven. De Bergrede handelt over de essentie van het leven. Wat doet er toe en wat niet. Wanneer en hoe kan het leven goed worden. Midden in die Bergrede staat die zin over gerechtigheid die overvloedig moet zijn. Feitse Boerwinkel, die in de jaren zeventig een boekje over dit Bijbelgedeelte schreef, zegt: hierin zit het hart van de Bergrede. Die zit in dat meer dan het gewone. Zo is ook de titel van zijn boekje: Meer dan het gewone. Daar draait geloven om. Meer dan het gewone. Het gaat vaak nogal ver wat Jezus de mensen voorhoudt. Wat hij zegt druist nogal eens in tegen wat wij normaal vinden of tegen wat wij haalbaar en goed vinden. Als iemand je op de ene wang slaat, keer de andere wang toe. Heb niet alleen je vrienden lief, maar ook je vijanden. Verzoen je met degene met wie je ruzie hebt. Wees niet toornig op je broeder of zuster en bid voor wie je vervolgen. Zo gaat het maar door. Jezus radicaliseert de geboden uit het oude Testament en breidt ze uit. Niet doden betekent ook: maak het leven van de ander niet onmogelijk. Het is heel wat, wat Jezus van zijn mensen vraagt. Het gaat ver, heel ver, te ver? Uitleggers hebben de radicaliteit van Jezus woorden proberen aan te passen. Ze zeiden: wat Jezus zegt, dat is zoals het eigenlijk zou moeten. Dat woord eigenlijk spreekt boekdelen. Dat zegt: Jezus schetst een mooi ideaal, maar we weten allemaal dat het toch niet haalbaar is. De Bergrede is utopia. Letterlijk, een ideaal, dat nergens een concrete plaats heeft.
2
Anderen, zoals Luther, zeiden over de Bergrede: de woorden van Jezus, maar ook de geboden horen tot de wereld van geloven. Ze hebben geldigheid in de kerk. Maar daarbuiten schiet je er niet veel mee op. Dat moet je meedoen met het harde leven van alledag. En weer anderen zeiden: de woorden van de Bergrede schetsen de zondige staat van ons allen. Ze willen ons inpeperen: kijk, zo zou je moeten leven, maar je doet, je kunt het niet, armzalig mens, armzalige zondaar. Of ik veel opschiet met deze vormen van uitleg, of ik er gelukkiger van word? Ik geloof het niet. Als je gerechtigheid niet overvloedig is, kun je het koninkrijk van God niet binnenkomen. Wat betekenen die woorden in godsnaam? Cijfer je zelf weg, wees steeds de minste. Betekenen ze dan tegelijkertijd ook niet: het is nooit genoeg wat je doet. Zijn ze op deze manier niet de snelste route naar overspannenheid. Wat betekenen de woorden in godsnaam. Als je te weinig doet kom je niet in de hemel? Zo zijn de woorden soms wel uitgelegd en zo hebben ze soms ook mensen ter neer gedrukt en angstig gemaakt. We bereiken de hemel nooit, vreesden sommigen. Misschien zijn deze woorden soms zo uitgelegd, zo hoeven ze nog niet bedoeld te zijn. Geloven is er niet om je bang te maken. Het s er om je op de been te helpen, de weg te wijzen, te verblijden. Jezus geeft het over het binnengaan van het koninkrijk van de hemelen. Dat is een Bijbelse uitdrukking die naar God verwijst. Die betekent: Hoe ervaar je iets van God. Hoe komt God dichterbij, niet alleen na je dood, maar allereerst ook hier en nu. Daar gaat de Bergrede ook over.
3
Hoe kan dit leven openingen bieden in de richting van God, in de richting van het koninkrijk der hemelen. Jezus heeft het over overvloedige gerechtigheid. Dat kan een poort zijn om het koninkrijk van de hemel binnen te gaan. Maar wat is dat: overvloedige gerechtigheid. De theoloog Breukelman maakte eens duidelijk wat gerechtigheid inhoudt. Hij vergeleek het met een auto. Als het gevroren heeft, je hebt de ruiten schoongemaakt en je steekt de sleutel in het contact en de auto gaat lopen, dan doet de auto waarvoor hij bestemd en bedoeld is. Dat heet in de bijbel gerechtigheid: doen waarvoor je er bent, voorwaar je bestemd bent. Heb je het sleuteltje in het contact omgedraaid, maar de motor slaat niet aan, dan doet de auto niet waarvoor hij bestemd is. En dat is letterlijk en figuurlijk zonde: niet doen waarvoor je er bent. En zoals voor een auto, geldt het voor jou en voor mij: leef je naar je bestemming of je bedoeling of niet. . Dat heeft in de bijbel alles te maken met het naleven van de menselijke regels. Met de tien geboden bijvoorbeeld. Leven volgens die geboden heet in de bijbel: de gerechtigheid vervullen. Niet stelen, niet moorden, zijn tamelijk algemeen aanvaarde gedragsregels. Wie vindt eigenlijk niet, dat je zo hoort te leven. Dat vindt ook Jezus. hij zegt nadrukkelijk: ik ben niet gekomen om die regels en geboden af te schaffen. Ik ben gekomen om ze te vervullen. Dat vervullen betekent: de geboden gaan verder dan velen denken. Ze vertellen niet alleen hoe je een beetje fatsoenlijk met elkaar om moet gaan. Als je de strekking van de geboden volgt, ga je leven in het spoor van meer dan het gewone. Dat spoor opent de poort naar het koninkrijk van de hemel. Op dat spoor komt God dichterbij. Jezus geeft concrete voorbeelden van dat meer dan het gewone. 4
Hij verwijst naar wat gezegd is en legt dat, breidt dat. Er is gezegd: je zult niet moorden. De uitleg van Jezus gaat verder. Hij verbindt dat doden ook met boos blijven, met iemand uitschelden, met het wegzetten met woorden. Je kunt met woorden iemand verketteren en beschadigen. Je hoort om de haverklap hoeveel er via twitter getreiterd en gescholden wordt. Dreigbrieven, dreigmails, lijken gewoon te worden. We wennen aan onbeschoftheid, we wennen aan respectloosheid. Sommige politici gaan ons daarin op een kwalijke manier voor. Met woorden kun je iemand het leven benemen. Maar plaats je niet alleen anderen op afstand. Ook God raakt op afstand. Zo raakt het koninkrijk van God uit beeld. Want dat koninkrijk ontstaat waar woorden niet doden, maar heel maken. Iemand noemde dat koninkrijk de wijde ruimte waarin wij mensen ons zonder verlammende angst kunnen ontplooien en samenleven. In de geest van Jezus zullen woorden helen en verbinden. Dat begint bij zelfonderzoek, zelfinzicht. Hoe beschadigend ben ik in de richting van een ander. Doe ik mee met roddelen, lasteren, etiketteren, doe ik mee met al die taal die verwoesting zaait of volg ik een ander spoor. Het spoor dat het leven zoekt voor een ander en voor me zelf. Een tweede voorbeeld van Jezus: als je gaat offeren en je herinnert dat er iets is met je broer, laat je offer staan en ga terug. Probeer je je te verzoenen voordat je gaat offeren. Hoe vaak is het niet gebeurd dat de vroomheid los stond van de praktijk van het leven. Hoe vaak zie je dat niet in allerlei godsdiensten. Vroom zingen op zondag en door de week elkaar afmaken. Probeer je te verzoenen voordat je gaat offeren. Verzoenen lijkt soms onmogelijk. Er staat letterlijk een werkwoord dat ruilen, uitwisselen kan betekenen. De essentie is: laat je broer geen vijand worden, schrijf een mens niet af. Probeer te komen tot uitwisseling, proberen het gesprek. 5
Vroomheid zonder deze pogingen tot uitwisseling, ruil, verzoening is niet in de geest van Jezus. Die zet het koninkrijk op afstand. Een poging om tot dialoog te komen is een stap in de richting van de hemelpoort. Meer dan het gewone brengt God dichterbij. We kunnen afgepast leven. We kunnen volstaan met wat van ons geëist wordt. We kunnen steeds weer terugvallen in: voor wat hoort wat, ik geef opdat jij geeft en al te goed is buurmans gek en We zijn toch niet gek! Je kunt ook het spoor van meer dan het gewone volgen, het spoor van de overvloedige gerechtigheid. Dan denk je als zakenman na over; wat bevordert het leven. Wat bevordert de duurzaamheid. Hoe kan ik geld verdienen verbinden met alles wat het leven bevordert. Je kunt het spoor volgen van de overvloedige gerechtigheid. Dan koop je een bos bloemen en die geef je dan aan……. Ik hoef niet alles voor te zeggen. Jezus preekt de weg van het meer dan het gewone. Van overvloedige gerechtigheid. Jezus preekt het spoor waarop je zegt en hoort: dat had je niet moeten doen. Jezus preekt de weg van de vrije genade. En hoe hij daarbij komt? Het lijkt me simpel. Omdat zijn God een Bloemist is, die bij jou op de stoep staat met een bos bloemen, met een ruiker. Voor jou. En aan jou om te zeggen: wat mooi, dank je wel, dat had je….. Amen. J.G. de Bruijn
6