ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Christelijke Hogeschool Ede Croho-registratienummer: 34617 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 18 maart 2010 en 15 april 2010
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................5 Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding ..........................................................................5 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................32 Bijlage 2: Documenten............................................................................................................................36 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader............................................................................................38 Bijlage 4: Visitatieteam ...........................................................................................................................41 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................43
De verantwoordelijke teamleider: drs. R. de Lusenet namens deze,
M. Lathouwers Certiked-vbi juni 2010
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Identificatie Christelijke Hogeschool Ede Academie voor Sociale Studies Postbus 80, 6710 BB Ede Oude Kerkweg 100, Ede Telefoon 0318 69 63 00 E-mail
[email protected] Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: dr. C.P. Boele, voorzitter College van Bestuur Christelijke Hogeschool Ede Contactpersoon met betrekking tot de kwaliteit van de opleiding: ir. G. van der Heijden, directeur Academie voor Sociale Studies
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • • • • •
Christelijke Hogeschool Ede hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Bachelor of Social Work (graad) Voltijd, deeltijd en duaal Ede
Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat wordt afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: drs. R. de Lusenet Externe deskundigen: W.J. Foppen MSM en mr. J. de Hoog Studentlid: J.J. Michelsen Secretaris: drs. W.J.J.C. Vercouteren RC
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld over de gevisiteerde opleiding en deze op 18 februari 2010 gezonden aan het visitatieteam. De visitatiedagen zijn uitgevoerd op 18 maart 2010 en 15 april 2010. Het conceptrapport is op 10 mei 2010 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 8 juni 2010 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de opleiding. Deze bijeenkomst had een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 2 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Managementsamenvatting Op 18 maart 2010 en 15 april 2010 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de hbo bachelor opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van de Christelijke Hogeschool Ede. De doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het Beoordelingskader van NVAO.
Algemeen beeld De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is een zelfstandige instelling voor hoger onderwijs. De CHE stelt zich bij haar activiteiten onder het gezag van de Bijbel, die zij erkent als het betrouwbare en inspirerende Woord van God, zoals verwoord in het gereformeerd belijden. De missie van de CHE is dat de studenten en de medewerkers een leer- en werkgemeenschap vormen die zich richt op: • •
Het ontwikkelen en verzorgen van hoogwaardig hoger onderwijs waardoor de studenten en cursisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot (startende) professionals. Het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis, die zij op commerciële en niet-commerciële basis ter beschikking stelt aan de samenleving, die levensbeschouwelijk pluriform is.
Het streefprofiel van de gediplomeerde CHE-student ziet er als volgt uit: • • •
De student is in staat beroepsmatig gedrag te verantwoorden vanuit een christelijke beroepsvisie, in genuanceerde en respectvolle omgang met andere overtuigingen en standpunten. De student is gemotiveerd, deskundig, bij de tijd op zijn/haar vakgebied, internationaal georiënteerd, gewetensvol en verantwoordelijk in zijn/haar beroepsuitoefening. De student heeft een ontwikkeld gevoel voor de niet-materiële kant van het bestaan. De student heeft niet alleen een antwoord op de vraag Wat moet ik doen om geld te verdienen? maar ook op de vragen Wie ben ik en waartoe leef ik?.
In 2004 heeft de CHE in de strategie de stap gezet van een meer traditionele opleidingsschool naar een kenniscentrum. In het strategisch plan voor de periode 2008 – 2012, Met Vertrouwen Verder worden de lijnen die in 2004 zijn uiteengezet, verder getrokken en geconsolideerd. De CHE is verdeeld in 6 academies, zijnde achtervolgens de Academies voor Verpleegkunde, Educatie, Theologie, Mens & Organisatie, Journalistiek & Communicatie en Sociale Studies. Aan de CHE studeren meer dan 4.000 studenten en zijn ruim 400 medewerkers werkzaam. De CHE biedt in totaal tien hbobacheloropleidingen aan en één hbo masteropleiding. De CHE kent daarnaast 6 lectoraten. Binnen elk van de academies zijn de lectoraten, de opleidingen en de (commerciële) transferactiviteiten van de betreffende sector samengebracht. De Academie voor Sociale Studies bestaat naast de transferactiviteiten uit het lectoraat Jeugd & Gezin en een drietal opleidingen, te weten hbo master Contextuele Hulpverlening, hbo bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Het totaal aantal studenten van de laatstgenoemde opleiding bedroeg in totaal 560 in 2009/2010. De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening kent drie varianten (met tussen haakjes het gemiddeld aantal ingeschreven studenten): voltijd (433), deeltijd (103) en duaal (24).
Pagina 3 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Het visitatieteam heeft in de voorbereiding van de locatiebezoeken aan de opleiding de beschikking gekregen over alle relevante documenten. Waar dat nodig was, heeft de opleiding op verzoek van het visitatieteam zorggedragen voor aanvullende documenten. Het visitatieteam is in de gelegenheid geweest om met alle geledingen van de opleiding te spreken. De locatiebezoeken zijn afgelegd conform het vooraf overeengekomen programma. Het visitatieteam heeft om deze redenen de overtuiging de beoordeling te hebben kunnen baseren op voldoende informatie. De opleiding heeft in de ogen van het visitatieteam de afgelopen jaren veel bereikt. De verbeterpunten van de visitatie in 2004 zijn ter harte genomen. Het visitatieteam acht het nagestreefde en gerealiseerde niveau van de opleiding zeer hoog en de relatie met de beroepspraktijk in het programma, de beroepsgerichtheid van de docenten en de begeleiding van de studenten bijzonder goed uitgewerkt. Het streven van de Christelijke Hogeschool Ede om een voortrekkersrol te spelen in het hoger onderwijs is bij deze opleiding geslaagd. Het visitatieteam beoordeelt voor de opleiding alle facetten van het beoordelingskader van de NVAO tenminste als voldoende. Op een aantal van deze facetten heeft het visitatieteam een beoordeling op het niveau van goed gegeven. Een viertal facetten zijn zelfs als excellent beoordeeld. Dat is bij deze facetten aangegeven en onderbouwd. De beoordelingen van de voltijdvariant, deeltijdvariant en duale variant zijn gelijk, omdat het visitatieteam tussen deze varianten geen verschillen heeft opgemerkt die een verschil in beoordeling zouden rechtvaardigen. Ter onderscheiding van andere visitaties heeft de CHE het verzoek gedaan om een bijzonder kenmerk op te nemen in het rapport. Dat is in hoofdstuk 7 na de zes onderwerpen van het beoordelingskader van de NVAO gedaan. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de opleiding voldoet aan de eisen die daaraan op basis van het beoordelingskader van de NVAO gesteld moeten worden.
Pagina 4 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. In de blokken die bij de betreffende onderwerpen en facetten horen, staat de beschrijving van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van het betreffende facet gegeven.
Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding
Domeinspecifieke eisen Niveau Oriëntatie HBO/WO
Programma
Eisen HBO/WO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Voltijd/ Deeltijd/Duaal Positief goed goed goed Positief excellent goed goed goed goed voldoende goed voldoende
Inzet van personeel
Positief
excellent goed goed
Eisen HBO/WO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Bijzonder kenmerk: christelijke identiteit
Positief voldoende excellent Positief voldoende goed goed Positief excellent voldoende Positief
Pagina 5 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• •
• • •
De opleiding heeft de eindkwalificaties ontleend aan het landelijk opleidingsprofiel De creatieve professional – met afstand het meest nabij. Dit opleidingsprofiel is in 2009 opgesteld door het Landelijk Opleidingsoverleg Sociaal Pedagogische Hulpverlening waarin de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening in Nederland samenwerken. Het landelijk opleidingsprofiel is mede ontleend aan de publicatie van de HBO Raad Vele takken, één stam; kader voor het opleiden van sociaal-agogen uit 2008. Dit document beschrijft het kader van de hogere sociaal-agogische opleidingen in Nederland. Een belangrijk document waarop het landelijk opleidingsprofiel van de opleiding is geënt, is het rapport Toekomstverkenning ten behoeve van een beroepenstructuur in zorg en welzijn van het Verwey-Jonkerinstituut uit 2004 waarin de eisen die vanuit het werkveld worden gesteld aan afgestudeerden van onder meer deze opleiding, zijn opgenomen. Het Landelijk Opleidingsoverleg Sociaal Pedagogische Hulpverlening onderhoudt regelmatig contact met vertegenwoordigers uit het beroepenveld om het opleidingsprofiel te toetsen aan de ontwikkelingen in het werkveld. In het landelijk opleidingsprofiel zijn de eindkwalificaties van de afgestudeerden uitgeschreven. Het profiel kent 15 kwalificaties die het kader vormen voor de eisen die aan de afgestudeerden worden gesteld. De kwalificaties zijn verdeeld in drie segmenten, zijnde hulpverlening aan de cliënt, werken in de instelling en werken aan de eigen professionalisering. Voor een complete beschrijving van de kwalificaties zij verwezen naar bijlage 3 van dit rapport. De opleiding heeft aan deze 15 kwalificaties er drie toegevoegd. Deze drie competenties hebben betrekking op het werken vanuit de christelijke levensbeschouwing. Dit is als een vierde segment aan de bestaande drie segmenten toegevoegd. De opleiding heeft vervolgens de dan ontstane 18 kwalificaties om onderwijskundige redenen geclusterd tot zes samenvattende kerncompetenties. De opleiding biedt het programma in drie varianten (voltijd, deeltijd en duaal) aan. Alle varianten hebben hetzelfde CROHO-nummer en zijn gericht op dezelfde competenties als eindkwalificaties.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Naar het oordeel van het visitatieteam sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de landelijke eisen. De eindkwalificaties zijn zowel door het landelijke overleg van opleidingen als door het beroepenveld gelegitimeerd. Het beroepenveld is nauw betrokken bij het opstellen en actualiseren van het opleidingsprofiel. Het visitatieteam acht de profilering van de opleiding, juist ook in de eigen interpretatie van de eindkwalificaties, sterk. Dit voegt een extra dimensie aan het landelijke opleidingsprofiel toe weerspiegelt de aanvullende ambities van de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt dit facet om deze reden als goed.
Pagina 6 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor of een master. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
De opleiding heeft de eindkwalificaties afgezet tegen de internationaal geaccepteerde beschrijving van de bachelorkwalificaties, die in de Dublin descriptoren neergelegd zijn. Hieronder volgen de Dublin descriptoren en de wijze waarop deze zichtbaar zijn in de zes kerncompetenties, die voor de opleiding als eindkwalificaties gelden. De competenties zijn methodisch hulpverlenen, vaardig communiceren, theoretisch verantwoorden, levensbeschouwelijk verankeren, werken in een arbeidsorganisatie en ontwikkelen van persoonlijke professionaliteit. Deze zes competenties zijn onderverdeeld in deelcompetenties. De kennis en het inzicht van de afgestudeerden is zichtbaar in het methodisch hulpverlenen. De afgestudeerden beschikken over kennis van theorieën en modellen die de problematiek van cliënten kunnen verklaren, handvatten kunnen bieden voor hulpverlenend handelen en die bij verschillende vormen van hulpverlening kunnen worden aangewend. Het toepassen van kennis en inzicht is ook te zien in methodisch hulpverlenen. De afgestudeerden beschikken over vaardigheden in het toepassen van methoden en hulpmiddelen bij verschillende vormen van hulpverlening en over vaardigheden om weerstanden die worden opgeroepen in veranderingsprocessen, adequaat te hanteren. De oordeelsvorming van de afgestudeerden blijkt in theoretisch verantwoorden. De afgestudeerden zijn in staat het hulpverlenend handelen met behulp van theorieën en onderzoek te onderbouwen en ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke gebieden operationeel te maken voor het beroepshandelen. De oordeelsvorming komt ook naar voren in het levensbeschouwelijk verankeren. De afgestudeerden zijn in staat om in een professionele relatie constructief aan te sluiten bij en, waar wenselijk, een appèl te doen op de levensbeschouwing van anderen en daarin de eigen (christelijke) levensbeschouwing integraal deel te laten uitmaken van de beroepsrol, zodat deze kan inspireren en ondersteunen, ethisch kan legitimeren en begrenzen en op een constructieve wijze bespreekbaar gemaakt kan worden in eenzelfde dan wel multireligieuze en multiculturele context. De communicatieve vaardigheden van de afgestudeerden blijken in de competentie communicatieve vaardigheden. De afgestudeerden beschikken over die communicatieve vaardigheden, zowel schriftelijk als verbaal en non-verbaal die onder meer voorwaarde zijn om een hulpverleningsrelatie aan te gaan en de eigen rol te kunnen vervullen in het team en in allerlei vormen van interdisciplinaire samenwerking. Ook blijken de communicatieve vaardigheden in het werken in een organisatie. De afgestudeerden kunnen zich op een passende wijze verhouden tot de organisatie, kunnen constructief samenwerken met directe collega’s en met vertegenwoordigers van andere disciplines en kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan het functioneren van het team en de instelling waar zij werkzaam zijn.
Pagina 7 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
De leervaardigheden van de afgestudeerden komen met name tot uitdrukking in de persoonlijke professionaliteit. De afgestudeerden werken vanuit een attitude die onder meer gekenmerkt wordt door betrokkenheid en gerichtheid op de cliënt, vraag- en resultaatgerichtheid en maatschappelijke betrokkenheid. Zij reflecteren kritisch op hun beroepshandelen, onderkennen en hanteren spanningsvelden, onderhouden en bevorderen de eigen beroepsbekwaamheid en dragen bij aan de ontwikkeling en maatschappelijke profilering van hun beroep.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De eindkwalificaties van de opleiding gaan in de ogen van het visitatieteam in hun breedte en diepgang op enkele punten zelfs boven het hbo-bachelorniveau uit. Dat geldt met name de oordeelsvorming, de communicatieve vaardigheden en de leervaardigheden. Daarin gaan de eisen aan de afgestudeerden verder dan wat in de Dublin descriptoren wordt gesteld. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als goed.
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor in HBO: HBO: De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan het landelijke opleidingsprofiel. Dat profiel is opgesteld door het Landelijk Opleidingsoverleg Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Bij het opstellen van het profiel hebben vertegenwoordigers van het beroepenveld een belangrijke bijdrage geleverd. Het profiel blijft aangesloten op de ontwikkelingen in het beroepenveld, doordat het landelijk overleg regelmatig overlegt met het beroepenveld. De opleiding heeft een werkveldadviesraad, bestaande uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld. Deze geven vanuit ontwikkelingen in het werkveld commentaar op de eindkwalificaties van de opleiding. Aldus blijven ook de eigen eindkwalificaties van de opleiding afgestemd op de eisen van het beroepenveld. De beroepsmatige doelstelling van de afgestudeerden is om mensen (van jong tot oud) te helpen hun leven zo zelfstandig mogelijk in te richten. Het gaat daarbij om tijdelijke, langdurige of permanente hulp bij problemen in relaties, het gezin, de opvoeding of de eigen ontwikkeling maar ook bij handicaps, tijdelijke of structurele psycosociale beperkingen, psychische stoornissen of ziekte. De hulp bestaat uit begeleiding, ondersteuning en/of verzorging thuis of in een instelling. De afgestudeerden werken onder meer in gezinnen, de jeugdzorg en de jeugdhulpverlening, de geestelijke gezondheidszorg, de verstandelijk-gehandicaptenzorg, de verslavingszorg, de justitiële hulpverlening, het vluchtelingenwerk, de maatschappelijke opvang, de vrouwenopvang, de ouderenzorg, het jongerenwerk en de overheid.
Pagina 8 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
Getuige het opleidingsprofiel voeren de afgestudeerden deze werkzaamheden in deze omgevingen uit als beginnend regievoerend beroepsbeoefenaar met een perspectief als vakvolwassene op het werken op masterniveau.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De landelijke eindkwalificaties zijn door het beroepenveld gevalideerd en worden geregeld door input vanuit het beroepenveld geactualiseerd, zo heeft het visitatieteam gezien. De opleiding zelf heeft een werkveldadviesraad die de eigen competenties van de opleiding vanuit het werkveld legitimeert. De omgevingen waarin de afgestudeerde werkzaam zal zijn en de werkzaamheden die hij of zij daar zal uitvoeren, zijn uitgebreid beschreven. De afstemming van de eindkwalificaties met het werkveld acht het visitatieteam gedegen, intensief en waardevol. Het visitatieteam beoordeelt dit facet om deze redenen als goed.
Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen opleiding De facetten zijn alle als goed beoordeeld. Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Doelstellingen opleiding daarom als positief.
Pagina 9 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
2. Onderwerp: programma De opleiding biedt het programma in drie varianten aan. De varianten zijn de voltijd, deeltijd en duaal. Voor elk van deze varianten is de opleiding opgebouwd rond kernopgaven. Deze zijn te beschouwen als een kritische beroepssituatie. Kernopgaven vragen om een complex van kennis, begrip, inzicht en vaardigheden die voorbereiden op situaties die zich in het beroep van de toekomstige afgestudeerden voordoen. Het programma van de voltijdvariant en deeltijdvariant is identiek, behoudens de stages. Voor beide varianten staan parallel aan de kernopgaven vakken en trainingen, die de kennis en vaardigheden aandragen waarmee de studenten de kernopgaven kunnen uitvoeren. Voor de duale variant zijn de kennis en vaardigheden geïntegreerd in de kernopgaven. De deeltijdvariant en de duale variant kennen geen stages, omdat de studenten gedurende het gehele programma in de praktijk werkzaam zijn in een daarvoor relevante functie. Het programma voor de deeltijd- en voltijdvarianten luidt als volgt: •
• •
• • •
De studenten voeren in totaal 16 kernopgaven uit, die gewoonlijk tussen 5 ec en 8 ec tellen. Deze zijn verdeeld over de vier studiejaren. Voorbeelden van kernopgaven zijn Hulpverleningsplan (eerste jaar), Methodische Interventies Ontwerpen en Hulpverlenen in het Maatschappelijk Krachtenveld (tweede jaar), Werken in een Organisatie en Jezelf als Instrument (derde jaar) en Bieden van Werkbegeleiding, Zorgvernieuwing & Visieontwikkeling en Afstudeerproject (vierde jaar). In het kader van de kernopgaven volgen de studenten vakken voor het aanbrengen van kennis en vaardigheden. De vakken zijn onder meer Pedagogiek, Psychologie, Conflict- en Agressietraining, Beeldende Vorming, Recht, Organisatiekunde en Ethiek. Naast de kernopgaven en de vakken kiezen de studenten een verdiepingsminor (in totaal 30 ec) waarmee zij beginnen in het tweede jaar (10 ec), een vervolg aan geven in het derde jaar (10 ec) en in het kader van het Afstudeerproject afsluiten in het vierde jaar (10 ec). De studenten kunnen een keuze maken uit tien verdiepingsminoren. Dat zijn onder andere Creatieve Hulpverlening, Relatie & Gezin, Jeugdzorg, Samenlevingsopbouw en Ouderenzorg. In het vierde jaar volgen de studenten een tweetal verbredingsminoren van elk 7,5 ec. In het tweede jaar volgen de studenten een korte stage van 5 ec en in het derde jaar volgen zij een stage van tien maanden. Binnen deze stages werken zij ook aan kernopgaven. Deze stages gelden niet voor de deeltijdvariant. In elk van de jaren besteden de studenten tijd aan de studieloopbaanontwikkeling waarin zij op basis van een persoonlijk ontwikkelplan hun professionele ontwikkeling gestalte geven. Tijdens de jaarstage in de voltijdvariant wordt naast de studieloopbaanbegeleiding ook supervisie geboden. De studenten hebben per jaar enige ruimte (3 ec) om een keuzeprogramma te volgen.
Het programma voor de duale variant luidt als volgt: •
De duale variant kent alleen kernopgaven en geen ondersteunende vakken. De duale variant kent ook geen stage noch verdiepingsminoren of verbredingsminoren. De duale studenten voeren 18 kernopgaven uit, die elk 5 ec, 10 ec, 15 ec of 20 ec tellen.
Pagina 10 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
• •
De kernopgaven van de duale variant zijn onder meer Opstellen Methodisch Hulpverleningsplan, Verantwoord Coördineren Hulpverlening, Professioneel Samenwerken, Coachen collega’s, Uitvoeren Werkbegeleiding en Werken aan Maatschappelijke Profilering. Naast de kernopgaven hebben de duale studenten 15 ec vrije studieruimte, te bestemmen voor een keuzeonderwerp. Zij stellen hun persoonlijk ontwikkelingsplan op en verzamelen bewijzen in hun portfolio. Zij volgen supervisie (5 ec) en voeren het Afstudeerproject (12 ec) uit.
2.1 Eisen HBO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBO- of een WOopleiding: HBO: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• • •
• •
De opleiding besteedt veel aandacht aan de verwerving van kennis door de studenten. De opleiding heeft in dat verband de body of knowledge voor dit programma uitgewerkt in een reeks van inhoudelijke thema’s. De opleiding maakt gebruik van erkende literatuur op het vakgebied. De opleiding schrijft voor elk van de vakgebieden vakliteratuur voor. Het buitenschoolse deel van de voltijdvariant van de opleiding bedraagt 20 % van het programma in de eerste twee jaren, onder meer in de vorm van een ministage. Het derde jaar speelt zich in de vorm van de stage geheel in de beroepspraktijk af. In het vierde jaar werken de studenten in samenwerking met het werkveld aan hun afstudeerproject. Aldus is een belangrijk deel van het programma verbonden met de beroepspraktijk. In het geval van de deeltijdvariant en de duale variant zijn de studenten werkzaam in de relevante beroepspraktijk en voeren daar een deel van hun onderwijsactiviteiten uit. De kernopgaven die het dragende element van het programma zijn, zijn ontleend aan kritische beroepssituaties die zich in de praktijk voordoen en bereiden van daaruit nadrukkelijk op deze situaties voor. De opleiding betrekt de beroepspraktijk bij het onderwijs. Dat gebeurt in de vorm van aan het laten uitwerken van aan de beroepspraktijk ontleende cases, het betrekken van het beroepenveld bij het fiatteren en het beoordelen van kernopgaven en het afstudeerproject, de inzet van het beroepenveld bij het opzetten van de verdiepingsminoren en het collegegeven door gastdocenten uit het beroepenveld. De opleiding beschikt over een werkveldadviescommissie. Deze waarborgt de inbreng van het beroepenveld bij de inhoud en vormgeving van het programma. De samenstelling van de raad is een goede afspiegeling van het beroepenveld van de opleiding. In het programma is onderzoek opgenomen. Een drietal van de kernopgaven is gewijd aan het uitvoeren van onderzoek. Het lectoraat Jeugd & Gezin van de Academie voor Sociale Studies is daarbij nadrukkelijk betrokken. Studenten kunnen hun afstudeerproject ook als een onderzoek onder de hoede van het lectoraat uitvoeren.
Pagina 11 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
Een deel van de studenten doet het afstudeerproject in het buitenland of voert met buitenlandse studenten, die enige tijd aan de opleiding studeren, een kernopgave uit. Gastdocenten uit het buitenland geven colleges aan de opleiding
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam acht de verwerking van de kenniscomponent in de opleiding degelijk en afdoende. Dat blijkt ook uit het niveau en de actualiteit van de voorgeschreven literatuur, ook al is de literatuur vooral Nederlands. De opleiding is er naar het oordeel van het visitatieteam in geslaagd een buitengewone hechte relatie tussen de beroepspraktijk en het onderwijs aan te brengen. Op velerlei gebied is de invloed van het beroepenveld zichtbaar. De studenten komen gedurende hun gehele opleiding de beroepspraktijk in vele gedaanten tegen en leren daardoor de praktijk bijzonder goed kennen. Het visitatieteam raadt de opleiding aan actuele en wellicht controversiële thema’s niet uit de weg te gaan. De opleiding draagt zorg voor de inbreng van het onderzoek in het programma en laat de studenten een deel van de studie in het buitenland doen. Vooral als gevolg van de sterke verwevenheid met de beroepspraktijk beoordeelt het visitatieteam dit facet als excellent.
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
De opleiding heeft een stramien opgesteld aan de hand waarvan de verwerking van de eindkwalificaties in het programma is uitgevoerd. De eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan het opleidingsprofiel van het Landelijk Opleidingsoverleg Sociaal Pedagogische Hulpverlening. De opleiding heeft daaruit haar eigen zes competenties afgeleid. Deze zijn omgezet in leerlijnen. Deze leerlijnen beschrijven in welke jaren en in welke kernopgaven de eindkwalificaties aan bod komen en op welk niveau dat gebeurt. Tot slot sturen de kernopgaven de inhoud van het programma aan. De opleiding heeft zowel voor de voltijdvariant en deeltijdvariant als voor de duale variant een matrix opgesteld waarin de eindkwalificaties zijn afgezet tegen de inhoud van het programma. De matrix voor de voltijd- en deeltijdvariant is identiek, omdat deze programma’s hetzelfde zijn. Zowel uit de matrix voor de voltijd- en deeltijdvariant als uit die voor de duale variant blijkt een volledige en evenwichtige afdekking van de eindkwalificaties in het programma. De opleiding heeft in een compleet overzicht duidelijk gemaakt in welke semesters de competenties aan bod komen. Ook heeft de opleiding daarbij beschreven op welk niveau de beheersing van de competenties zich dient te bevinden.
Pagina 12 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
De opleiding heeft het programma per semester beschreven in semesterboeken waarin de competenties staan die in het semester aan de orde komen en de leeractiviteiten die daarmee samenhangen. Binnen de semesters hebben de kernopgaven hun plaats. Voor de kernopgaven zelf heeft de opleiding ook studiegidsen samengesteld waarin opnieuw de relatie tussen de competenties en de inhoud van de kernopgave wordt aangebracht.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft naar het oordeel van het visitatieteam het landelijke opleidingsprofiel op zorgvuldige wijze omgezet in leerlijnen en de leerlijnen vervolgens geconcretiseerd in kernopgaven. De kernopgaven vormen de inhoud van het programma, in combinatie met de onderdelen voor het opdoen van kennis- en vaardigheden. De semesterboeken en de beschrijvingen van de kernopgaven geven per periode en per kernopgave duidelijk de relatie tussen de eindkwalificaties en het betreffende deel van het programma aan. Voor elk van de opleidingsvarianten zijn de eindkwalificaties volledig en evenwichtig in het programma verwerkt. Het visitatieteam beoordeelt dit facet als goed.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
•
De eindkwalificaties van de opleiding in de vorm van de zes door de opleiding benoemde competenties zijn omgezet in leerlijnen die door het gehele programma heen de ontwikkeling van de studenten in de richting van het beheersen van de competenties vormgeven. Elk van de kernopgaven is binnen een leerlijn geplaatst. De volgorde van de kernopgaven binnen een leerlijn is bepaald door de complexiteit van de kernopgaven. Aldus geeft de opleiding de verticale samenhang van het programma vorm. De opleiding is gestructureerd volgens de kernopgaven. Elk van deze kernopgaven behandelt een kritische beroepssituatie of een voor de beroepsuitoefening belangrijk thema. Aan de hand van deze kernopgaven krijgen de studenten een volledig beeld van de beroepsuitoefening. De vakken waarin de kennis en vaardigheden worden aangereikt, hangen samen met de kernopgaven. Aldus geeft de opleiding de horizontale samenhang van het programma vorm. Het eerste jaar van de voltijd- en deeltijdvariant van de opleiding is gemeenschappelijk voor de opleidingen Maatschappelijk Werk & Dienstverlening en Sociaal Pedagogische Hulpverlening. In dit jaar kunnen de studenten nog een keuze maken voor één van de beide opleidingen. De voltijd- en deeltijdstudenten brengen samenhang in het programma aan door middel van de studieloopbaanontwikkeling. In de eerste twee jaar en in het vierde jaar volgen de studenten deze. In het derde jaar wordt naast de studieloopbaanbegeleiding ook supervisie geboden. In de studieloopbaanontwikkeling en supervisie krijgen de studenten inzicht in hun vorderingen, geven de studenten sturing aan hun eigen leerproces en werken aan het zich eigen maken van de competenties. De voltijd- en deeltijdstudenten maken een keuze voor een verdiepende minor, die in het tweede, derde en vierde studiejaar deel uitmaken van het programma. Deze minor is te beschouwen als de specialisatie van de studenten.
Pagina 13 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
De duale studenten kunnen vooraf zelf de volgorde bepalen waarin zij de kernopgaven uitvoeren. Door dit maatwerk brengen zij een logische samenhang in het programma aan. De duale studenten hebben in een deel van hun programma supervisie om te reflecteren op hun ontwikkeling.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft naar het oordeel van het visitatieteam de samenhang van het programma afdoende gewaarborgd. De studieloopbaanontwikkeling en supervisie verschaffen de studenten inzicht in hun professionele ontwikkeling door het programma heen. De leerlijnen en de kernopgaven bieden handvatten voor de verticale en de horizontale samenhang van het programma. Langs deze beide dimensies acht het visitatieteam het programma zeer goed gestructureerd en samenhangend. De verdiepende minor die door de laatste drie jaren van het programma loopt, is een versterkend element voor de samenhang. Voor de duale studenten biedt de opleiding maatwerk. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als goed.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• • •
•
In het programma is de spreiding van de studielast over de semesters met telkens 30 ec per semester evenwichtig. De studenten in de voltijdvariant en deeltijdvariant besteden, naar de evaluaties aangeven, ongeveer 29 uren per week aan hun studie. Dat is 3 uur meer dan het landelijk gemiddelde. Van deze 29 uren besteden de voltijdstudenten in de eerste twee jaren 17 uren per week aan contactonderwijs. Dat is ongeveer 6 uur meer dan het landelijk gemiddelde. De deeltijdstudenten besteden in de eerste twee jaar 10 uur per week aan contactonderwijs. Het aantal contacturen is in de eerste jaren groter dan in de latere jaren. De semesterboeken zijn inzichtelijk en geven veel informatie over de inhoud, de opbouw en de roostering van de semesters. In de semesterboeken staat ook duidelijk aangegeven hoe en wanneer de toetsing van de studieonderdelen plaatsvindt. De studenten krijgen van de zijde van de opleiding een stevige ondersteuning bij de keuze van hun minor. De studenten kunnen in uitzonderlijke situaties nog van minor veranderen. Ze krijgen deze dan niet op hun diplomabijlage vermeld. In het eerste jaar houdt de opleiding nauwgezet bij of de studenten voldoende voortgang in hun studie boeken. Viermaal in dat eerste jaar geeft de examencommissie op advies van de studieloopbaanbegeleider aan de studenten aan of hun studievoortgang voldoende is. Als dat niet zo is, dan kan na enkele waarschuwingen een bindend afwijzend studieadvies volgen. Voor sommige deeltijdstudenten is de studie in combinatie met het privéleven moeilijk te combineren.
Pagina 14 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
Het duale programma is een zeer veeleisend programma voor de studenten. De duale studenten hebben desgevraagd aangegeven ongeveer 16 uur thuis aan hun studie te besteden. Deze uren besteden zij aan de literatuurstudie en het zich eigen maken van de kennis die zij nodig hebben om hun kernopgaven uit te voeren. De duale studenten kunnen alleen hun studie met goed gevolg doorlopen, als zij beschikken over veel zelfdiscipline.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De studielast is evenwichtig over het programma gespreid. Het visitatieteam is zeer te spreken over het relatief hoge aantal contacturen en acht daardoor de studeerbaarheid bevorderd. Het bindend studieadvies in het eerste jaar is zeer degelijk onderbouwd, ook in de vorm van waarschuwingen. De deeltijdvariant en de duale variant zijn zware studies, die veel van de studenten vergen. Het visitatieteam beoordeelt dit facet als goed.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo bachelor: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
• •
Het aantal studenten dat de afgelopen jaren aan de opleiding is begonnen, bedraagt ongeveer 160 voor de voltijdvariant, ongeveer 35 voor de deeltijdvariant en ongeveer 15 voor de duale variant. De aankomende studenten voor de voltijdvariant zijn gewoonlijk afkomstig van VWO, HAVO of een relevante opleiding op mbo-niveau. De opleiding screent voltijdstudenten op bijzonderheden die een succesvol studieverloop kunnen beïnvloeden (handicaps, gezondheid, psychische belastbaarheid). In het geval van dergelijke bijzonderheden overweegt de opleiding individuele aanpassingen in de leerroute. Studenten die een afgeronde mbo-opleiding Zorg & Welzijn hebben, kunnen na het volgen van een doorstroomprogramma in het laatste voorjaar van hun mbo-opleiding en na een toelatingsgesprek instromen in het tweede jaar van de studie. Deze studenten volgen in de periode voorafgaand aan de start van de opleiding een specifiek programma dat de aansluiting tussen de mbo-opleiding Zorg & Welzijn en het tweede studiejaar realiseert. Dit programma wordt zonder kosten aangeboden en bestaat onder meer uit 20 uur ondersteunende colleges en, aan het begin van het studiejaar, een methodiektraining. De toetsing van het programma gebeurt door het maken van opdrachten, een kennistoets en het opstellen van een hulpverleningsplan. Dit programma is ook toegankelijk voor studenten met een verwant hbo-diploma. Zij volgen alleen de voor hen relevante onderdelen. Bij andere studenten die in aanmerking willen komen voor instroom in een hoger leerjaar, gaat de opleiding in een toelatingsgesprek na hoe deze instroom het beste kan plaatsvinden. Studenten die ouder dan 21 jaar zijn en niet voldoen aan de formele toelatingseisen, kunnen een toelatingsexamen afleggen en zo aan de opleiding beginnen.
Pagina 15 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
• •
•
•
De opleiding kan gebruik maken van de diensten van het geaccrediteerde EVC-centrum van de CHE om mogelijke eerder verworven competenties van individuele studenten te waarderen om op basis daarvan vrijstellingen te verlenen en een aangepast programma in te richten. In situaties van EVC’s gaat de opleiding ook na of de individuele duale variant passend is. De studenten die de deeltijdvariant wensen te volgen, dienen over een voor de opleiding relevante werkomgeving te beschikken om de kernopgaven op hun werk te kunnen uitvoeren. De duale studenten volgen een zeer uitgebreide screeningsprocedure alvorens zij aan de opleiding kunnen beginnen. Deze procedure omvat het zorgvuldig nagaan of de instelling waar de student werkzaam is, een kwalitatief goede en kwantitatief voldoende begeleiding beschikbaar kan stellen, of het werk- en leerklimaat in de instelling het uitvoeren van kernopgaven door de student mogelijk maakt en of de student zelf over de zelfdiscipline beschikt om de opleiding te kunnen voltooien. De opleiding heeft criteria opgesteld aan de hand waarvan zij nagaat of aan de voorwaarden is voldaan. Alleen dan kunnen de duale studenten aan de opleiding beginnen. Daarnaast gaat de opleiding na welke leerdoelen de duale studenten hebben en over welke eerder verworven competenties de studenten mogelijk al beschikken. De opleiding is terughoudend in het verlenen van vrijstellingen op deze grond, zo hebben duale studenten in gesprekken met het visitatieteam gezegd. Studenten kunnen bij instroom of later in de opleiding kiezen voor de zogenaamde VWO-route. In deze route kunnen de studenten de leerroute verkorten tot 3,5 jaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding stelt correcte toelatingseisen en hanteert verantwoorde toelatingsprocedures, in het licht van de verschillende varianten. Op basis van deze procedures komt de opleiding voor vele categorieën van studenten tot op maat gesneden leerroutes die aansluiten op de specifieke vooropleiding. Dat geldt onder meer voor het toelaten van de mbo-studenten in het tweede jaar van de opleiding. Het geldt ook voor het instromen in een hoger leerjaar voor andere studenten. Het geldt tot slot voor de duale studenten die aan een zware screeningsprocedure onderworpen worden. Het visitatieteam beoordeelt om deze redenen dit facet als goed.
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
Het programma van de opleiding telt het vereiste totaal van 240 studiepunten, berekend in termen van ec’s.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt dit facet als voldoende.
Pagina 16 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
• •
•
De opleiding heeft een didactisch concept opgesteld. Het didactisch concept is in lijn met het onderwijskundige model dat de hogeschool heeft opgesteld. Het didactisch concept is afgestemd op het competentiegerichte programma. In het eerste jaar oriënteren de voltijd- en deeltijdstudenten zich op het beroep en de eisen die dat beroep stelt. Dan volgen de kernopgaven die qua complexiteit op elkaar voortbouwen in binnen een leerlijn vallen. Tot slot verdiepen de voltijd- en deeltijdstudenten hun studie in de verdiepende minor. Een wezenlijk onderdeel van het didactisch concept is de intensieve relatie met de beroepspraktijk. De studenten leren beter, als zij gemotiveerd zijn. Deze motivatie wordt in de ogen van de opleiding versterkt door de beroepspraktijk een grote plaats in het programma te geven en het onderwijs aan de beroepspraktijk te verbinden. De voltijd- en deeltijdstudenten hebben afwisselende werkvormen. Het gaat onder andere om hoorcolleges, vaardigheidstrainingen, werken in groepen aan kernopgaven, studieloopbaangesprekken en supervisie-ontmoetingen. De werkvormen sluiten aan op de kennis, inzichten, vaardigheden en houdingsaspecten die de studenten zich eigen dienen te maken. Afwisseling is daarnaast van belang, omdat de studenten op een verschillende wijze leren. In veel van de werkvormen leren de studenten van de docenten en ook van elkaar. Het didactisch concept en de uitvoering daarvan is gericht op het bereiken van een toenemende mate van zelfsturing door de studenten. In het begin van het programma is de sturing door het programma overheersend. In de tweede helft van het programma verandert dit in zelfsturing door de studenten. Voor de duale studenten is het leerproces geconcentreerd rond de uitvoering van de kernopgaven. In het leerproces van de duale studenten is het leren en het werken sterk geïntegreerd, omdat de studenten de kernopgaven in de werksituatie uitvoeren. Het leereffect van de uitvoering van de kernopgaven nemen de studenten mee naar hun volgende kernopgave.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam acht zowel het didactisch concept als de uitwerking daarvan in de werkvormen geschikt voor de verwerving van de beoogde competenties door de studenten. De relatie met de beroepspraktijk geeft kleur aan de didactiek. De opleiding zet een veelheid van werkvormen in, die aansluiten bij de aard van de te verwerven competenties. Het visitatieteam acht de toenemende mate van zelfsturing door de studenten geslaagd. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam dit facet als goed.
Pagina 17 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
• • •
• •
Om de toetsing kwalitatief op een goed niveau te brengen en te houden, heeft de opleiding een toetsbeleid ontwikkeld. Dit toetsbeleid zet de lijnen uit op basis waarvan de opleiding kan komen tot een verantwoorde, valide en transparante toetsing. De toetsing is afgestemd op het competentiegerichte programma. De toetsing van de in de vakken opgedane kennis vindt plaats door middel van gedigitaliseerde meerkeuzetoetsen. De opleiding acht kennis een belangrijk deel van het competentiegerichte programma. Daarnaast worden de vaardigheden getoetst. De toetsing van de kernopgaven gebeurt aan de hand van individueel of door groepen studenten op te leveren beroepsproducten en aan de hand van door de studenten uit te voeren assessments. In het geval van een beroepsproduct dient de groep studenten die aan de kernopgave werkt, een rapport te schrijven dat ingaat op de opgave. Daaraan dient een theoretische verantwoording toegevoegd te zijn. Een assessment is een nagespeelde, aan de beroepspraktijk ontleende situatie met acteurs waarin de student zijn of haar kunnen toont in de betreffende situatie. De beoordeling van de kernopgaven vindt plaats aan de hand van een uitgebreide lijst met beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de boeken waarin de kernopgaven beschreven zijn. De beoordeling is doorgaans in handen van twee deskundige beoordelaars waarvan één dikwijls uit de praktijk afkomstig is. De beoordelingscriteria zijn afgeleid van de door de studenten te verwerven competenties. De toetsing gebeurt volgens een rooster en de toetsen worden, normaal gesproken, aan het einde van het semester afgenomen. De becijfering in het geval van groepen studenten biedt ruimte voor differentiatie, bijvoorbeeld door de leden van de groep het cijfer dat aan de groep als geheel is toegekend te laten verdelen over de afzonderlijke leden. Bij het afstudeerproject is de procedure van toetsing en beoordeling grotendeels gelijk aan die voor de kernopgaven. Het project moet aan de verdiepende minor gekoppeld zijn. De beoordeling is individueel, als het afstuderen door twee studenten gedaan zou zijn. Bij de beoordeling zijn altijd één of twee docenten en een beoordelaar uit de beroepspraktijk betrokken. Het cijfer is het totaal van deze beoordelingen gedeeld door drie. De toetsing van de studieloopbaanbegeleiding en supervisie gebeurt aan de hand van de door de studenten in te leveren reflectieverslagen en vindt plaats door een portfolio-assessment. De toetsing van de stage is mede gebaseerd op de drie kernopgaven die de studenten tijdens de stage uitwerken.
Pagina 18 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
De toetsing van de duale studenten concentreert zich in belangrijke mate op de kernopgaven die de studenten uitvoeren. In de individuele uitwerking van de kernopgaven dient de kennis die met de kernopgave samenhangt, verantwoord te zijn, omdat de duale studenten geen aparte kennistoetsen hebben. Elke drie maanden voert de trajectbegeleider vanuit de opleiding een gesprek met de student en met de werkbegeleider (dagelijkse begeleiding van de student) en de praktijkopleider (niveau en procesbewaking) vanuit de instelling waar de duale student werkzaam is. Voorafgaande aan dit gesprek levert de duale student de uitwerking van de kernopgave bij de trajectbegeleider in. In het gesprek toetsen de trajectbegeleider, de werkbegeleider en de praktijkopleider de competentieverwerving door de student. Daarin wordt streng doorgevraagd, ook op de theoretische onderbouwing, zo gaven de studenten tegenover het visitatieteam aan. Voorzover de competenties te maken hebben met gedrag, zal de trajectbegeleider navraag doen bij de personen vanuit de instelling.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De toetsvormen zijn afgestemd op de te toetsen competenties. De onderbouwing en beoordeling van de toetsen zijn gedegen. De kennistoetsen zouden nog wat verdieping kunnen gebruiken en meer op inzicht geënt kunnen zijn. De toetsing van de duale studenten is zeer regelmatig en omvat alle aspecten die in de toetsing aan de orde moeten komen. Het visitatieteam acht ook de kennistoetsing afdoende gewaarborgd. De beoordeling in de duale variant is mede als gevolg van drie betrokken begeleiders betrouwbaar. Het visitatieteam beoordeelt dit facet als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp Programma Twee facetten zijn als voldoende, vijf facetten zijn als goed en één facet is zelfs als excellent beoordeeld. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Programma als positief.
Pagina 19 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een HBO-opleiding: HBO: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• • • • •
In het benoemingsbeleid van de opleiding is de betrokkenheid met het beroepenveld een criterium om docenten aan te nemen. Veel van de part-timedocenten zijn naast hun baan als docent ook werkzaam in de beroepspraktijk. Op grond daarvan weten deze docenten rechtstreeks en op basis van hun eigen ervaringen in hun onderwijs de relatie met de actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk te leggen. De docenten die op full-timebasis werkzaam zijn, kennen de beroepspraktijk door de taltijke contacten die er vanuit de opleiding met het beroepenveld zijn. Deze docenten zijn onder meer betrokken bij stages, het opbouwen en beoordelen van kernopgaven in samenwerking met de beroepspraktijk en het afstudeerproject. Ook als trajectbegeleider in de duale variant houden de docenten intensief contact met de beroepspraktijk. De opleiding zet voor bepaalde colleges gastdocenten vanuit het beroepenveld in, betrekt personen vanuit het beroepenveld bij de opzet en beoordeling van kernopgaven en brengt ook op die wijze de beroepspraktijk binnen de muren. Een belangrijk deel van de professionaliseringsuren van de docenten (8 % van hun normjaartaak) besteden de docenten aan het bijhouden van de ontwikkelingen in het beroepenveld. De opleiding heeft met een viertal instellingen raamovereenkomsten voor samenwerking. De docenten spelen in de daarmee gepaard gaande kenniscirculatie een rol. De curricula vitae van de docenten bieden inzicht in de relaties van de verschillende docenten met de beroepspraktijk. Die relaties zijn intensief en talrijk.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam acht de kennis en ervaring van de docenten over de beroepspraktijk bijzonder krachtig en uitgebreid. De docenten weten in hun onderwijsactiviteiten op vele verschillende manieren het verband met de beroepspraktijk te leggen. De docenten zijn dikwijls ook zelf in de beroepspraktijk werkzaam, houden contact met de beroepspraktijk en ontplooien binnen het onderwijs veel activiteiten die hen opnieuw met het beroepenveld in aanraking brengen. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als excellent.
Pagina 20 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
Voor de opleidingen van de Academie voor Sociale Studies, zijnde Maatschappelijk Werk & Dienstverlening en Sociaal Pedagogische Hulpverlening, is de totale inzet aan onderwijsgevend personeel 48,8 fte. Dit aantal afgezet tegen een totale studentenpopulatie van 1.161 geeft een student-docentratio van 23,8 : 1. Dit is beter dan het landelijk gemiddelde van tussen 24,0 : 1 en 25,5 : 1. De docenten ervaren een nogal hoge werkdruk, dit mede als gevolg van een hoog ambitieniveau en de aanpassingen in het programma in de afgelopen jaren. Dat neemt niet weg dat de tevredenheid over hun werk en over hun werkomstandigheden onder de docenten zeer hoog is. In het geval van verzuim vervangt een docent de zieke collega. De opleiding beschikt over een pool van docenten die inzetbaar zijn. Een zeer groot deel van de lesuitval (80 %) is op die wijze voorkomen. Bij langdurige ziekte zoekt de opleiding naar een structurele oplossing. Er is binnen de opleiding sprake van een hecht docententeam dat gezamenlijk werkt aan het op peil houden en, waar mogelijk, verder verbeteren van het programma. Alle docenten werken binnen een team en nimmer als solist.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam acht de beschikbare docentencapaciteit voldoende voor het te verzorgen onderwijs. Het visitatieteam erkent de hoge werkdruk onder de docenten en moedigt de opleiding aan deze goed te bewaken. De samenhang in het docententeam is hecht. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als goed.
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
De opleiding stelt hoge eisen aan de docenten. Deze eisen zijn onder meer een relevante hbo- of academische opleiding, ervaring in de hulpverlening en in staat zijn mee te werken aan de ontwikkeling van het onderwijs en de begeleiding van studenten. De opleiding hecht veel belang aan de capaciteiten van de docenten. Getuige de curricula vitae van de docenten hebben allen een vooropleiding op minimaal hbo-plus en vaak op academisch niveau. De docenten van de opleiding hebben vaak publicaties op hun vakgebied op hun naam. Ze zijn ook vanuit dat perspectief goed op de hoogte van de ontwikkelingen op hun vakgebied, ook in relatie tot de situatie in de beroepspraktijk.
Pagina 21 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
• • •
•
•
Wanneer docenten op didactisch gebied iets zouden ontberen, dan stelt de opleiding hen in staat dit door middel van een training op het juiste niveau te brengen. De docenten voeren functionerings- en beoordelingsgesprekken met hun leidinggevende. In het kader van deze gesprekken houden de docenten een portfolio bij van hun resultaten en hun eigen reflectie daarop. De docenten kunnen 8 % van hun normjaartaak besteden aan scholing. Dat zijn 133 uren per jaar bij een voltijdse benoeming waarvan de docenten de helft zelf bestemmen en het opleidingsmanagement de andere helft. De opleiding zet verschillende instrumenten in om de gewenste competenties bij de docenten aan te trekken en verder te ontwikkelen. De praktijkopleiders en de werkbegeleiders die in de duale opleiding de begeleiding van de studenten op zich nemen, dienen aan eisen te voldoen, die te maken hebben met het kunnen begeleiden van studenten bij het verantwoord bekwaam worden (de werkbegeleider) en met het creëren van de randvoorwaarden voor de leeromgeving en de begeleiding (de praktijkopleider). De studenten vinden de docenten sterk in hun deskundigheid op hun vakgebied en in hun didactische capaciteiten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft een goed instrumentarium om de capaciteiten van de docenten te bewaken en te bevorderen. De docenten zijn hoog geschoold, zijn deskundig op hun vakgebied en zeer bekwaam op het didactisch gebied, vooral ook in de begeleiding van de studenten. Het visitatieteam beoordeelt dit facet daarom als goed.
Beoordeling van het onderwerp Inzet van personeel De facetten van het onderwerp Inzet van personeel zijn eenmaal als excellent en tweemaal als goed beoordeeld. Om deze redenen beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als positief.
Pagina 22 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleiding is gehuisvest in een ruim en goed geoutilleerd gebouw. Het gebouw beschikt over voldoende collegezalen, les- en praktijklokalen, leerruimtes en gesprekskamers. Daardoor kunnen alle onderwijsactiviteiten in het gebouw plaatsvinden. In het gebouw bevinden zich ook de mediatheek, de winkel, uitleenbalie, catering en bureau studentenzaken. Dat zijn reguliere voorzieningen die voor het onderwijs noodzakelijk zijn. De openingstijden van het gebouw en de voorzieningen sluiten ook aan bij de studietijden van de deeltijdstudenten. In het gebouw bevinden zich voldoende ICT-voorzieningen en ICT-werkplekken. Ook is er een uitleen van audiovisuele apparatuur. In alle lokalen is een beamer en/of videoapparatuur aanwezig. De opleiding maakt gebruik van het intranet van de hogeschool. Daarop kunnen de studenten informatie vinden over de studie waaronder ook de presentaties die tijdens de hoorcolleges zijn gegeven.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding beschikt over de benodigde voorzieningen. De huisvesting is geschikt voor de verschillende onderwijsactiviteiten. Het visitatieteam beoordeelt dit facet als voldoende.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De opleiding stelt opleidingsgidsen, semesterboeken, minorboeken en boeken met de kernopgaven ter beschikking van de studenten. Daarnaast krijgen de studenten informatie via het intranet van de hogeschool. De studieloopbaanontwikkeling speelt een belangrijke rol bij de begeleiding van de studenten. voor de voltijdstudenten biedt de studieloopbaanbegeleiding onder meer ondersteuning bij de eigen competentieontwikkeling van de studenten. De intensiteit van de gesprekken neemt af in de loop van het programma om inhoud te geven aan de toenemende zelfsturing van het leerproces door de studenten. Voor de deeltijdstudenten en de duale studenten gaat de begeleiding ook in op de integratie van theorie en praktijk.
Pagina 23 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
• •
Tijdens de stage in het derde jaar van de voltijdvariant, die tien maanden duurt, brengt de stagebegeleider driemaal een bezoek aan het stageadres. Daarnaast zijn er vijftien (15) supervisiebijeenkomsten waarin de studenten in een groep van drie studenten spreken over en reflecteren op hun persoonlijke ontwikkeling. In de deeltijdvariant vindt de supervisie ook in het derde studiejaar plaats. In de duale variant is deze tijdens een nader te bepalen periode. De begeleiding van de duale studenten is in handen van de praktijkopleider en de werkbegeleider namens de instelling waar de student werkzaam is. De werkbegeleider onderhoudt het dagelijkse contact met de student en volgt diens vorderingen, onder meer in maandelijkse gesprekken. De praktijkopleider heeft een coördinerende rol voor de studie binnen de instelling. Aan de kant van de opleiding houdt de trajectbegeleider zicht op de vorderingen van de student, onder meer in de vorm van driemaandelijkse gesprekken. Deze gesprekken richten zich op de wijze waarop de student de kernopgaven heeft uitgewerkt. Naast de trajectbegeleiders kent de opleiding een coördinator die het overzicht over de duale studenten houdt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft de informatievoorziening en de studiebegeleiding op een zeer verantwoorde wijze opgezet. De studieloopbaanbegeleiding en de supervisie zijn zeer intensief en geven de studenten houvast tijdens hun studie en hun eigen ontwikkeling. Het stelsel dat de opleiding heeft opgezet rond de duale studenten is zeer gedegen en creëert een vangnet voor deze studenten, zowel aan de kant van de instelling als aan de kant van de opleiding. Daarom beoordeelt het visitatieteam dit facet als excellent.
Beoordeling van het onderwerp Voorzieningen De facetten van het onderwerp zijn als voldoende en excellent beoordeeld. Daarom acht het visitatieteam het onderwerp Voorzieningen positief.
Pagina 24 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
• •
Op het niveau van de hogeschool als geheel zijn de minimumeisen voor het instrumentarium voor de kwaliteitszorg van opleidingen neergelegd. De hogeschool hanteert het INK-model als basis voor het kwaliteitszorgsysteem. De Academie voor Sociale Studies heeft een commissie kwaliteitszorg ingesteld die belast is met de kwaliteitsmeting en met de aansturing voor de kwaliteitsverbetering. De opleiding kent een examencommissie die de wettelijke taken uitvoert. Het aantal evaluaties is uitgebreid en omvat onder meer de schriftelijke evaluaties van het onderwijs onder studenten en docenten na afloop van elk semester, de screening vooraf van stageplaatsen voor voltijdstudenten en werkplekken van deeltijd- en duale studenten, gesprekken met de studenten door de opleiding, jaarlijkse evaluaties onder studenten (tweemaal per jaar), tweejaarlijkse werkervaringsonderzoeken onder medewerkers en interne audits van opleidingen door medewerkers van andere opleidingen. De punten waarop de evaluaties uitgevoerd worden, zijn relevante aspecten van de kwaliteit van de opleiding. De commissie kwaliteitszorg bespreekt de resultaten van de evaluaties en neemt, waar nodig en gewenst, actie om verbeteringen aan te brengen. Evaluatieresultaten die onder de norm van 2,7 blijven op een vierpuntsschaal zijn voor de commissie punten die voor verbetering in aanmerking komen. Verbeterpunten worden teruggekoppeld naar de docenten, als het verbeterpunt op hen betrekking zou hebben.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft een veelheid van evaluaties aan de hand waarvan de commissie kwaliteitszorg de kwaliteit volgt. De evaluaties zijn volledig en hebben betrekking op alle voor de opleiding relevante kwaliteitsaspecten. De opleiding heeft duidelijke streefwaarden geformuleerd. Om deze reden beoordeelt het visitatieteam dit facet als voldoende.
Pagina 25 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De opleiding heeft in de vorm van de commissie kwaliteitszorg een orgaan ingesteld dat belast is met het uitvoeren en de pdca-cyclus en daarbinnen met het aanzwengelen en realiseren van de noodzakelijk geachte verbetermaatregelen. De uitkomsten daarvan komen ook bij het team van de opleiding. Daarnaast heerst bij alle betrokkenen binnen de opleiding het streven naar voortdurende verbetering van het onderwijs. In 2004 heeft de visitatie van de opleiding plaatsgevonden. Bij deze visitatie zijn veel facetten als goed beoordeeld en de facetten Samenhang programma en Studiebegeleiding als excellent. Als aandachtspunten zijn benoemd het gevaar van overambitie, de verschuiving in het werkveld van de afgestudeerde SPH’er, de actualiteit van de voorgeschreven literatuur, de beheersing van de Nederlandse taal door de studenten en de professionalisering van de inspraak van de studenten. De opleiding heeft de afgelopen jaren deze aandachtspunten ter harte genomen. Dit heeft onder meer geleid tot een herijking van het beroepsprofiel en opleidingsprofiel, de actualisering van de boekenlijst en het inrichten van het talencentrum om de taalvaardigheid van de studenten te verbeteren. De opleiding heeft naar aanleiding van een in een eerder stadium geconstateerd relatief groot aantal uitvallers in de duale variant de eisen dienaangaande danig aangescherpt. Dit heeft onder meer tot een veel strengere intakeprocedure geleid.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft zowel formeel als ook in termen van beleving de verbetercyclus goed gestalte gegeven. Het visitatieteam acht de aandacht die de opleiding aan de aandachtspunten uit de vorige visitatie van 2004 heeft gegeven, een overtuigend bewijs van het vermogen van de opleiding om tot verbeteringen te komen. Het visitatieteam beoordeelt dit facet als goed.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De studenten hebben ruime mogelijkheden om hun stem laten horen in de evaluaties van de verschillende onderwijsactiviteiten en in een goed functionerende opleidingscommissie. Het beroepenveld kan zijn stem laten horen in de vergaderingen van de werkveldadviesraad die geregeld bijeenkomt. Daarnaast geven de talrijke betrokkenen vanuit het werkveld informeel input aan de opleiding over hun opvattingen.
Pagina 26 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
•
•
De docenten hebben een stem door de evaluaties onder hen aan het einde van de semesters. In de opleidingscommissie. Ook kunnen zij in de vergaderingen van de commissie kwaliteitszorg, via de opleidingscommissie en in het team van de opleiding meespreken over de kwaliteit van de opleiding, mede aan de hand van de uitkomsten van de evaluaties. Zij brengen verbetersuggesties naar voren. Ieder jaar voert de opleiding in het kader van de hogeschool een onderzoek onder afgestudeerden uit.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De studenten en de docenten zijn in de ogen van het visitatieteam op een afgewogen wijze betrokken bij de kwaliteit van de opleiding. Dat geldt ook de alumni en het beroepenveld. Het visitatieteam beoordeelt om deze reden dit facet als goed.
Beoordeling van het onderwerp Interne kwaliteitszorg De facetten van het onderwerp zijn eenmaal als voldoende en tweemaal als goed beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Interne kwaliteitszorg als positief.
Pagina 27 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
De afstudeeropdrachten die het visitatieteam heeft bestudeerd, bevinden zich op een zeer hoog niveau. De afgestudeerden van de opleiding vallen vooral op door het sterk ontwikkelde vermogen tot reflecteren en hun eveneens goed ontwikkelde kritische instelling. Het gerealiseerde niveau van de afgestudeerden van de opleiding sluit qua niveau aan bij het streefniveau en komt aldus boven het gebruikelijke hbo-bachelorniveau uit. De vertegenwoordigers van het beroepenveld beoordelen de capaciteiten van de afgestudeerden van deze opleiding als opvallend goed en als uitgaande boven die van de afgestudeerden van andere hogescholen. Dat geldt voor vertegenwoordigers van zowel christelijke als niet-christelijke instellingen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De door het visitatieteam bestudeerde afstudeeropdrachten bevinden zich op een zeer goed niveau. De afgestudeerden van de opleiding beschikken over kwaliteiten die hen zeer geschikt maken voor het functioneren in de beroepspraktijk. Het afnemende beroepenveld heeft ook bijzonder veel waardering voor de afgestudeerden van de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt dit facet om deze redenen als excellent.
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De hogeschool heeft streefcijfers voor het onderwijsrendement van de opleiding opgesteld. Deze cijfers zijn een diplomarendement van minimaal 65 % na vijf jaar, een gemiddelde studieduur van de gediplomeerden van 4,5 jaar en een gemiddelde studieduur van de uitvallers van 1,35 jaar. De opleiding heeft een diplomarendement van gemiddeld 63,6 % voor de voltijdvariant en 66,3 % voor de deeltijdvariant. De gemiddelde studieduur van de gediplomeerden is ongeveer 4 jaar voor de voltijdvariant en ongeveer 4,5 jaar voor de deeltijdvariant. De gemiddelde studieduur van de uitvallers is voor de voltijdvariant rond het streefcijfer van 1,35 jaar en voor de deeltijdvariant ongeveer 2,4 jaar.
Pagina 28 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
• •
De duale studenten doen tussen 3 en 4 jaar over hun studie. De cijfers moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, omdat het om kleine aantallen studenten gaat en omdat de duale opleiding nog maar kort bestaat. De cijfers van de opleiding verschillen niet wezenlijk van de cijfers van de andere opleidingen in Nederland.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding houdt het rendement bij en zet dat ook af tegen streefcijfers. Voor de meeste cijfers bevindt de opleiding zich op of onder de streefcijfers van de hogeschool. De cijfers van de opleiding zijn op hetzelfde niveau als het landelijk gemiddelde. Het visitatieteam beoordeelt dit facet om die reden als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp Resultaten De facetten van het onderwerp zijn achtereenvolgens als excellent en voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Resultaten als positief.
Pagina 29 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
7. Bijzonder kenmerk: Christelijke identiteit Het kenmerk Christelijke identiteit levert een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs. Het kenmerk Christelijke identiteit leidt tot een bijzondere kwaliteit van de opleiding. De gevolgen van het kenmerk Christelijke identiteit voor de kwaliteit van het onderwijs (instroom, onderwijsprogramma, onderwijsproces, output, voorzieningen, kwaliteit staf) zijn geoperationaliseerd. Het kenmerk Christelijke identiteit is onderscheidend voor de opleiding in relatie tot relevante opleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs. Bevindingen Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • • • • • • •
De opleiding sluit aan bij de missie van de CHE. Volgens deze missie is de CHE een hoger onderwijs- en kenniscentrum waar medewerkers en studenten een leer- en werkgemeenschap vormen die zich richt op het ontwikkelen en verzorgen van hoogwaardig hoger onderwijs waardoor de studenten en cursisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot (startende) professionals en op het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis, die zij op commerciële en niet-commerciële basis ter beschikking stelt aan de samenleving, die levensbeschouwelijk pluriform is. De CHE stelt zich bij haar activiteiten onder het gezag van de Bijbel, die zij erkent als het betrouwbare en geïnspireerde Woord van God, zoals verwoord in het gereformeerd belijden. De christelijke identiteit van de hogeschool en daarmee ook van de opleiding is sterk bepalend voor de manier waarop docenten, studenten en management met elkaar omgaan en ook voor de inhoud en de vormgeving van het onderwijs. Bij de CHE werken alleen mensen die een christelijke levensovertuiging hebben en die meelevend lid van een kerkelijke gemeente zijn. De christelijke cultuur van de hogeschool komt onder meer tot uitdrukking in dagopeningen, vieringen rond de christelijke feesten, de opening en de sluiting van het academisch jaar en bijeenkomsten zoals diplomeringen. De opleiding heeft het belang van de levensovertuiging tot uitdrukking gebracht in de kerncompetentie levensbeschouwelijk verankeren. Hiermee geeft de opleiding het belang van de eigen overtuigingen, waarden en normen van zowel christelijke als niet-christelijke studenten aan. Binnen het programma besteedt de opleiding in een aantal kernopgaven en ook in de minoren aandacht aan het belang van het geloof en de levensbeschouwing voor de beroepsuitoefening. In het beroepenveld zijn instellingen die vanuit een christelijke levensovertuiging werken. Zij betrekken voor een groot deel hun medewerkers van de CHE. Er is een maatschappelijke vraag naar duidelijk herkenbaar protestant-christelijke hoger onderwijs. Dat blijkt onder meer uit het grote aantal studenten dat van buiten de regio rond Ede komt. De CHE wil een open christelijk onderwijsinstituut zijn waar anders- en niet-gelovigen welkom zijn, als zij de christelijke identiteit van de opleiding willen respecteren.
Pagina 30 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam Met aandacht en belangstelling heeft het visitatieteam kennisgenomen van de wijze waarop de opleiding de christelijke identiteit verwerkt heeft in de doelstellingen, het programma, de inzet van de medewerkers, de kwaliteitszorg en de resultaten van de opleiding. Het visitatieteam vindt dat de opleiding dit overtuigend heeft gedaan. Daardoor draagt de christelijke identiteit bij aan de profilering van de opleiding. De christelijke identiteit draagt op verschillende punten bij aan de kwaliteit van de opleiding en is daarin geoperationaliseerd. In de eindkwalificaties van de opleiding komt deze nadrukkelijk naar voren en geeft een extra dimensie aan deze eindkwalificaties. In het programma is in navolging van de doelstellingen de christelijke identiteit zichtbaar en brengt daarin belangwekkende accenten aan, zeker ook met het oog op het toekomstige beroep. Ook in de betrokkenheid van de docenten en hun aandacht voor de studenten is de identiteit nadrukkelijk herkenbaar.
Beoordeling van het bijzondere kenmerk Op basis van de bevindingen en beoordeling acht het visitatieteam het bijzondere kenmerk Christelijke identiteit een positieve bijdrage te leveren.
Pagina 31 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Bijlage 1: Programma Eerste visitatiedag op 18 maart 2010 09.30 uur – 10.00 uur
Kennismaken, toelichting op visitatie, doornemen programma Dr. C.P. Boele, voorzitter CvB Ir. G. van der Heijden, academiedirecteur Drs. ing. A.H. Oosterloo, teamleider major SPH Drs. J.A. Verkerk, medewerker dienst O&K
10.00 uur – 12.00 uur
Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau, HBO-oriëntatie. Programma van de opleiding, didactisch concept, kwaliteitsmanagement, internationalisering, toetsing en examinering. Bijzonder kenmerk: protestants-christelijke identiteit A.C. Bos, teamleider major MWD C. van Harskamp, teamleider academiebureau Ir. G. van der Heijden, academiedirecteur Drs. ing. A.H. Oosterloo, teamleider major SPH Mr. M. Verhage, teamleider Transfer
12.00 uur – 12.30 uur
Rondleiding faciliteiten Ir. G. van der Heijden, academiedirecteur Drs.ing. A.H. Oosterloo, teamleider major SPH
12.30 uur – 14.00 uur
Documentenonderzoek, lunch
14.00 uur – 15.00 uur
Beroepsprofiel, domeinspecifieke eisen, HBO-oriëntatie, programma, eindniveau. (vertegenwoordigers werkveld) J. Kamstra, Zorggroep Noord-West Veluwe L. Pouls, Stichting Hera J. de Vries, Bartiméus H. Schreurs, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn
15.00 uur – 16.00 uur
Eindniveau en competenties, stage- en afstudeerbegeleiding, major- en minorstructuur, afstuderen in het buitenland (studieadviseurs, stage- en afstudeerbegeleiders, coördinator, (extern) praktijkbegeleiders. J. Boertjens, voorzitter examencommissie, studieadviseur W. van Ieperen, docentlid praktijkbureau, stagedocent Drs. F.M. van der Veer, afstudeerbegeleider buitenland Dhr. De Boer, De Hoop, stagebegeleider buitenland M. de Haan-Noorlander, De Wending, praktijkbegeleider
16.00 uur – 17.00 uur
Aanvullend documentenonderzoek
Pagina 32 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
17.00 uur – 17.30 uur
Terugkoppeling van de bevindingen van de visitatiedag A.C. Bos, teamleider major MWD C. van Harskamp, teamleider academiebureau Ir. G. van der Heijden, academiedirecteur Drs.ing. A.H. Oosterloo, teamleider major SPH Mr. M. Verhage, teamleider Transfer Drs. J. A. Verkerk, O&K
Tweede visitatiedag op 15 april 2010 9.30 uur – 11.00 uur
Docenten, verdeeld over voltijd en deeltijd en propedeuse en majorfase en duaal. Eindniveau en competenties, programma van de opleiding, lesmodulen/blokken, toetsing, HRM-beleving, bijzonder kenmerk, minors. C. Bakema, docent Drama J. Boertjens, docent Sociaal Relationele Vaardigheden Drs. A.G. Hordijk, docent Medische kennis, coördinator verdiepingsminoren Drs. J. Muurling, docent Psychologie, lid commissie Kwaliteitszorg Drs. R.R. Vermaat, docent Psychologie A. Vreugdenhil, docent Management en Methodiek Dr. M. Noordegraaf, lector Jeugd en Gezin H. van der Kooi, duale opleiding
11.00 uur –12.00 uur
Studenten Studielast, studiebegeleiding, kwaliteit opleiding, toetsen, informatie en communicatie, bijzonder kenmerk, cultuur en sfeer M. van de Heide (voltijd, jaar 2) A. Heikamp (voltijd, jaar 3) M. Witzier (voltijd, jaar 4) D. Welbie (deeltijd, jaar 2) J. Gerritsen (deeltijd, jaar 3) S. van der Ploeg (deeltijd, jaar 4) B. Jelier (duaal)
12.00 uur – 13.30 uur
Documentenonderzoek, lunch
Pagina 33 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
13.30 uur – 14.30 uur
Presentatie zorgvernieuwing en gesprek met duale studenten (parallelle sessies) Zorgvernieuwing: Drs. F.M. van der Veer W. van Ieperen L. Nijenhuis, extern deskundige Studenten VTO 4: B.J. Bijleveld A. Moggré L. van Immerzeel R. Sloof J. den Braven G. Doornebal A. Schuilenburg B. van Wezel Gesprek met duale studenten en begeleiders: H. van der Kooi A. Vreugdenhil A. Speksnijder, praktijkopleider De Hoop S. Schellekens, werkbegeleider De Hoop W. Bierling J. Brockhus
14.30 uur – 15.30 uur
Oud-studenten, afgestudeerd korter dan vijf jaar geleden verdeeld over voltijd, deeltijd en duaal Resultaten opleiding. Aansluiting bij de praktijk. Programma. H. Schouten, voltijd A. van de Pol, voltijd M. de Jong-van der Zouw, deeltijd T. Rubino, duaal H. Huizing, duaal
15.30 uur – 16.00 uur
Aanvullend onderzoek, intern beraad Visitatieteam
16.00 uur – 16.30 uur
Videoconferentie Bonaire H. van der Kooi A. Vreugdenhil Drs.ing. A.H. Oosterloo Bonaire: praktijkopleider, werkbegeleiders, studenten, directieleden van betrokken organisaties
16.30 uur – 17.00 uur
Aanvullend onderzoek, intern beraad Visitatieteam
Pagina 34 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
17.00 uur – 17.30 uur
Terugkoppeling van de bevindingen Drs. H.G.W. Bent, teamleider propedeuse A.C. Bos, teamleider major MWD C. van Harskamp, teamleider academiebureau Ir. G. van der Heijden, academiedirecteur Drs.ing. A.H. Oosterloo, teamleider major SPH Mr. M. Verhage, teamleider Transfer Drs. J. A. Verkerk, O&K
Pagina 35 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Bijlage 2: Documenten • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De creatieve professional, beroeps- en opleidingsprofiel Vele takken, één stam Verslag afstemmingsgesprek VGN december 2008 Verslag werkveldmeeting over opleidingsprofiel januari 2009 Sozio, verschillende afleveringen Keuzegids Hoger Onderwijs 2009 Beleidsplan Academie voor Sociale Studies 2008-2012 Beleidsplan Internationalisering ASS 2007-2009 CHE Jaarverslag 2008 Strategisch Instellingsplan 2008-2012: Met vertrouwen verder Duaal binnen de beleidsregels HO 2009 Inventarisatie internationalisering 2009 ASS Jaarplan Kengetallen per opleiding februari 2009 Onderwijsportaal Algemene informatiegids CHE 2009-2010 Opleidingsgidsen Studentenstatuut 2009-2010 Informatiefolders Kerncompetentiekaarten Korte omschrijving duaal Onderwijsverantwoording Relatie Dublin-descriptoren en kerncompetenties Visiedocument SPH Literatuurlijst Praktijk- en SLO-nota Stagenota Studentnota Internationalisering ASS 2009-2010 Supervisienota MWD en SPH 2009-2010 Leer-werkovereenkomst voor duale studenten 2006 Kernopgaven Landelijke studentenenquête opleidingen SPH Toelichting opleidingsrapportage 2009 CHOI 2007-2009 Competentiekaart praktijkopleiders 2004 Elsevier 2009 Evaluatiecycli propedeuse en major SPH Kwaliteitszorgkader CHE 2009-2012 Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2009 Nieuwsbrieven VTO-4 semester 1 2009-2010 Notulen teamvergadering major SPH september 2009 Ontwikkelthema’s duaal vanaf 2006 Projectplan en werkplan commissie Kwazo 2009-2010 Quick Scan leerklimaat Duaal Rapportage interne audit ASS Propedeuse Studentenoordelen SPH Toetsing vernieuwd curriculum aan onderwijsverantwoording 2009 VTO-2 Gespreksthema’s overleg groepsvertegenwoordigers 2008-2009
Pagina 36 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
VTO-4 Tussenevaluatie S4B, S4C, S4D Concept werkplan commissie Kwazo Projectpan en werkplan commissie Kwazo Evaluaties Analyse en conclusies exitgegevens Brochure CHE Studentenbegeleiding Format Studievoortgang Instromen met een MBO-diploma Zorg en Welzijn Protocol werkwijze examenadviesraden Overzicht alle ITB-studenten ASS-MWD-SPH met individuele toetsregeling 2009-2010 Vereiste vooropleiding voor toelating MWD-SPH 2010-2011 Definitief verzuim 2009 Factsheet Personeel HBO-raad Gegevens van flexmedewerkers 2009/2010 Personeelsadvertenties diverse vacatures Planning functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken Professionalisering kosten en baten Teamontwikkelingsplan Memo onderwijscommissie aan MT – evaluatie beoordelen en belonen nieuwsbrief studenten Transfer Sociale Studies Overzicht docenten Propedeuseteam en Major SPH-team Overzicht gastdocenten Scholingsaanbod voor medewerkers CHE 2009-2010 Ledenlijst werkveldadviesraad Overzicht gespreksonderwerpen werkveldadviesraad Notulen werkveldadviesraad Overzicht minoren met werkveldvertegenwoordiger Folder en onderzoeksplan lectoraat Jeugd en Gezin Beoordelingsformat Programmaboeken, semesterboeken, kernopgaven, programmaboeken en toetsproducten Portfolio & POP t.b.v. de screening van duale studenten 2009-2010 Screening leerwerkplekken Curricula vitae van enkele werkbegeleiders Inhoudelijk verantwoordingsdocument Assessorentraininghandboek 2009/2010 Catalogus Verbredingsminoren 2009/2010 Folder Verdiepingsminoren 2009/2010 Roostergegevens per leerjaar Afstudeernota’s voltijd, deeltijd en duaal Projectplan Sozio-kennistoetsen Exit-routes voltijd en deeltijd Individuele trajectbegeleiding ASS Leeftijdoverzicht docenten Curricula Vitae docenten Eindnotitie werkveldcommissie Diverse afstudeerproducten Premodule en projectplan duaal
Pagina 37 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader De creatieve professional: met afstand het meest nabij. Opleidingsprofiel en opleidingskwalificaties Sociaal Pedagogische Hulpverlening Landelijk Opleidingsoverleg SPH, Utrecht 2009 Om de opbouw van de kwalificaties te verduidelijken volgt een kort overzicht van de kwalificatie-indeling per segment. Per kwalificatie wordt hieronder een herkenningswoord of een begrip genoemd waar de kwalificatie naar verwijst. Het woord of begrip (en de korte beschrijving waar het naar verwijst) heeft niet het doel de hele lading van de kwalificatie te dekken. Het is bedoeld om een eerste oriëntatie te geven op de inhoud van de kwalificatie. Segment 1: “De competentie van de SPH’er in de hulpverlening aan en ten behoeve van cliënten”; de uitvoerende taken van de beginnende hulpverlener op microniveau:
methodisch hulpverlenen ontwerpen van programma’s versterken van de cliënt hanteren van de relatie benutten van de context verantwoorden van handelen
Segment 2: “De competentie van de SPH’er met betrekking tot het werken binnen en vanuit een zorginstelling of hulpverleningsorganisatie”; de taken van een beginnende SPH’er als medewerker op mesoniveau:
professioneel samenwerken signaleren en initiëren organiseren en beheren sturen innoveren
Segment 3: “De competentie van de SPH’er met betrekking tot het werken aan professionalisering”, de taken van een beginnend SPH’er als vertegenwoordiger van de beroepsgroep op meso- en macroniveau:
kritisch reflecteren profileren en legitimeren professionaliseren onderzoeken
Segment 1 Hulpverlening aan en ten behoeve van cliënten Methodisch hulpverlenen In dialoog met de cliënt, cliëntsysteem en eventueel met andere hulpverleners de leefsituatie verkennen en analyseren om zo te komen tot het (her)formuleren van de hulpvragen, het vaststellen van doelen en een daarbij aansluitend methodisch hulpverleningsaanbod realiseren.
Pagina 38 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Ontwerpen van programma’s Programma’s voor hulpverlening ontwerpen in situaties die gekenmerkt worden door complexiteit en diversiteit. Het present-zijn is hierbij uitgangspunt, desgewenst wordt een muzisch-agogisch, innovatieve en creatieve handelswijze gehanteerd. Versterken van de cliënt Vanuit visie op volwaardig burgerschap met een cliënt en cliëntsysteem werken aan het ontwikkelen en in stand houden van competenties. In de competentieontwikkeling wordt uitgegaan van de kracht van de cliënt, rekening houdend met de eisen die de omgeving stelt. Hierbij zijn de volgende aandachtsgebieden van belang: het functioneren in de leefsituatie zelfredzaamheid het ontwikkelen van perspectief en zingeving het vormgeven van sociale netwerken en het ontwikkelen en onderhouden van betekenisvolle relaties het voor de cliënt zo optimaal mogelijk participeren in de maatschappij het beïnvloeden van de omgeving en zonodig inschakelen van andere deskundigen Hanteren van de relatie Communicatieve vaardigheden hanteren in complexe situaties, waarbij de waarden, normen en belangen van de cliënt, het cliëntsysteem en de omgeving divers en strijdig kunnen zijn. Professionele nabijheid, durf en creativiteit worden ingezet om de relatie met de cliënt op te bouwen, te hanteren en te beëindigen. Benutten van de context Hulpverlenen binnen een context van diversiteit en deze zodanig hanteren dat recht gedaan wordt aan de eigenheid van de cliënt en zijn levensbeschouwelijke, culturele, maatschappelijke en sociale achtergrond. Dit kunnen situaties zijn die zich kenmerken door onvoorspelbaarheid en dwang en drang. Verantwoord handelen Het beroepshandelen rapporteren, verantwoorden en legitimeren met gebruikmaking van theoretische (evidencebased, best-practices en desgewenst onorthodoxe methoden), etische, maatschappelijk en juridische kaders.
Segment 2 Het werken binnen en vanuit een hulpverleningsorganisatie Professioneel samenwerken Aansluitend bij het instellingsbeleid en herkenbaar als sociaal pedagogisch hulpverlener samenwerken in het kader van hulpverlening met: collega’s vrijwilligers vertegeenwoordigers van andere disciplines en organisatie vertegenwoordigers van cliënten- en belangenorganisaties en zich daarbij positioneren als initiatiefrijk vertegenwoordiger van de eigen organisatie gericht op samenwerkingsmogelijkheden en ketenafspraken. Signaleren en initiëren Signaleren van kwetsbare groepen en (maatschappelijke) risicofactoren, deze bij relevante partijen met visie en vakmanschap onder de aandacht brengen en de daarbij passende preventieve activiteiten initiëren.
Pagina 39 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Organiseren en beheren Zelfstandig een op resultaat gerichte bijdrage leveren aan organisatie en beheer op het gebied van: planning van inzet van mensen en middelen projectmanagement kwaliteitszorg (systemen) financiën verantwoording en rapportage de inzet van ICT Sturen Leiding en begeleiding geven aan collega’s, andere beroepsbeoefenaren, vrijwilligers en mantelzorgers, verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de organisatie en bouwen aan het instellingsbeleid. Innoveren Vanuit een (internationaal) geïnspireerde visie op instellingsbeleid en methodiek een bijdrage leveren aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie van hulpverlening, die leidt tot een in de praktijk haalbare verbetering daarvan.
Segment 3 Het werken aan professionalisering Kritisch reflecteren Kritisch reflecteren op eigen beroepsmatig handelen en beroepshouding, gericht op de persoonlijke ontwikkeling als beroepsbeoefenar in relatie tot normatieve kaders. Profileren en legitimeren Het beroep van de SPH’er definiëren, profileren en legitimeren en daarmee een bijdrage leveren aan de identiteit en ontwikkeling van het beroep. Professionaliseren De eigen deskundigheid blijvend ontwikkelen en de eigen loopbaan bewust vormgeven Onderzoeken Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van beroep en beroepsmethodiek met gebruik van wetenschappelijk onderzoek en praktijkgericht onderzoek.
Pagina 40 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Bijlage 4: Visitatieteam Drs. R. de Lusenet, teamleider W.J. Foppen MSM, extern deskundige Mr. J. de Hoog, extern deskundige J.J. Michelsen, student Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC, secretaris
Pagina 41 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Drs. R. de Lusenet, teamleider De heer De Lusenet is sinds eind 2004 als teamleider actief betrokken bij Certiked. Hij heeft talrijke visitaties bij bachelor- en masteropleidingen zowel in het hoger beroepsonderwijs als in het wetenschappelijk onderwijs uitgevoerd. In zijn overige werkzaamheden als zelfstandig organisatieadviseur is hij gespecialiseerd in Humaan Resources Management, opleiding en training, kwaliteitsmanagement en professionalisering van het management binnen organisaties. De heer De Lusenet (Bedrijfskunde Nijenrode 1975 en Bedrijfskunde Delft 1976) is ruim twintig jaar actief geweest in leidinggevende functies bij enkele toonaangevende internationale organisatieadviesbureaus (waaronder KPMG Consulting en GITP International). Naast zijn werkzaamheden als adviseur op het gebied van human resource management en strategie en beleid, is hij in die hoedanigheid verantwoordelijk geweest voor het formuleren en (doen) uitvoeren van het bureaubeleid. W.J. Foppen MSM, extern deskundige De heer Foppen is lid van de Raad van Bestuur van IrisZorg. IrisZorg is een organisatie voor verslavingszorg en maatschappelijk opvang met 90 voorzieningen in Gelderland, Overijssel en Flevoland waar 1400 medewerkers werken. De heer Foppen is lid van het algemeen landelijk bestuur van de verslavingsreclassering en participeert in landelijke werkgroepen. Tevens is hij als assessor verbonden aan een hogeschool, niet zijnde de CHE en heeft een aantal jaren geleden als voorzitter van een Raad van Toezicht van PCBO scholen in Apeldoorn gefunctioneerd. Mr. J. de Hoog, extern deskundige De heer De Hoog heeft staats- en bestuursrecht gestudeerd. Ruim tien jaar heeft hij zelfstandig leiding gegeven aan de activiteiten van de Federatie Evangelische Zorg-Organisaties, een koepelorganisatie voor christelijke zorg- en welzijnsinstellingen. Hij heeft in die functie diverse kwaliteitsvisitaties afgelegd bij de aangesloten instellingen. Hij is betrokken geweest bij het ontwikkelen van diverse protocollen en reglementen voor de lidinstellingen van de federatie. Tevens is hij interim-kwaliteitsmedewerker geweest bij de Federatie Opvang (FO). Sinds 2005 is hij mede-eigenaar van adviesbureau Transmissie te Gorinchem, een middelgroot bureau (ca. 25 adviseurs) op het gebied van organisatie, communicatie en fundraising voor de non-profit (vooral zorg en welzijn). Vanuit zijn functie als directeur en adviseur is de heer De Hoog bij diverse kwaliteits- en organisatievraagstukken betrokken. Daarnaast is hij reeds jarenlang actief in verschillende klachtencommissies. J.J. Michelsen, student Mevrouw Michelsen is sinds 2006 studente aan de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle en volgt heden het vierde jaar van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Als vooropleiding heeft zij de havo afgerond op het Carolus Clusius College te Zwolle. Mevrouw Michelsen was naast haar opleiding onder meer activiteitenbegeleidster in een verzorgingstehuis, maatschappelijk begeleidster bij Vluchtelingenwerk Zwolle, stagiaire bij een centrum voor revalidatie en vrijwilligster bij de Stichting Oekraïne in Hattem. Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC, secretaris De heer Vercouteren heeft economie gestudeerd en nadien de postdoctorale controllersopleiding afgerond. Hij heeft een aantal jaren in managementfuncties gewerkt bij het uitgeefconcern Wolters Kluwer. Sedert 1989 werkt hij vanuit zijn eigen onderneming, zich enerzijds toeleggend op vraagstukken van strategisch human resource management en anderzijds op sturing en control in het onderwijs. Hij heeft onder meer werkzaamheden uitgevoerd voor ondernemingen in verschillende sectoren, het ministerie van Onderwijs, educatieve uitgeverijen, opleidingsorganisaties. Hij heeft aan een groot aantal visitaties in het wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs en middelbaar beroepsonderwijs deelgenomen. De heer Vercouteren geeft colleges management control aan Universiteit Nijenrode.
Pagina 42 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Christelijke Hogeschool Ede © Certiked-vbi
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 43 van 43 hbo bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening