ONDERWIJSMAGAZIJN VOOR LOB ACTIVITEITEN OEFENINGEN OPDRACHTEN
IN GESPREK MET Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo
NETWERKEN
In dit boekje vind je activiteiten, oefeningen en opdrachten die de ontwikkeling van de loopbaancompetentie ‘In gesprek met’ (netwerken) ondersteunen. In gesprek met betekent: contacten, gericht op je loopbaanontwikkeling, opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt. Je kunt netwerkcontacten gebruiken om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen en werkmogelijkheden en om feedback te krijgen op je eigen functioneren. De activiteiten, oefeningen en opdrachten zijn gerangschikt in de verschillende fases die een student in loopbaanontwikkeling kan doorlopen. Deze fasen zijn: de oriëntatiefase, de ontwikkelingsfase (eventueel in combinatie met de beroepspraktijkvorming (BPV) en de afrondings- en afstudeerfase. Dezelfde oefeningen kunnen in diverse fases terugkomen. Binnen ieder boekje kun je klikken op zowel de competenties, de activiteit als de oefening. Op dat moment scrolt het document zelf naar datgene wat je hebt aangeklikt.
COLOFON Samengesteld:
Claudine Hogenboom
Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo
Gebaseerd op:
Onderwijsmagazijn LOB van het Summa College, Eindhoven
Redactie:
Ravestein & Zwart
Vormgeving:
Atelier Chênevert, www.atelierchenevert.nl
Uitgebracht door: Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo
INLEIDING
IN GESPREK MET
INLEIDING
www.lob4mbo.nl www.loopbaanmagazijn.nl Januari 2015 Dit magazijn is voor iedereen vrij te gebruiken, met bronvermelding.
In deze fase gaat het erom dat de student een beeld van zichzelf, het beroep en de opleiding ontwikkelt. Aan het eind van deze fase is de student in staat een voor dat moment beargumenteerd antwoord te geven op de vragen: Zit ik op de goede plek? Heb ik de goede keuze gemaakt? NETWERKEN
IN GESPREK MET
ORIËNTATIEFASE
ACTIVITEIT 01. HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN
01. Hoe ziet jouw virtuele netwerk eruit?
ACTIVITEIT 02. NETWERKEN OEFENINGEN
01. Beroepskeuze 02. Wat heb je aan een netwerk? 03. Wat is een goede openingszin?
ACTIVITEIT 03. NETWERK INZETTEN OEFENINGEN
01. Stille wand discussie
ACTIVITEIT 04. HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? OEFENINGEN
01. Hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? 02. Ik als centrum van mijn eigen netwerk
ACTIVITEIT 05. EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
INHOUDSOPGAVE
oriëntatiefase
OEFENINGEN
01. Familiepraat 02. Evaluatieformulier
NETWERKEN
IN GESPREK MET
ONTWIKKELINGSFASE In deze fase gaat het erom dat de student zijn (loopbaan)ervaringen binnen de opleiding en binnen de beroepspraktijk gaat verdiepen. Hij doet tijdens deze fase ervaringen op die als basis gebruikt worden tijdens de loopbaanbegeleiding. In dialoog met zijn begeleider geeft de student betekenis aan en reflectie op zijn ervaringen. Door te generaliseren en te benoemen in welke andere situaties deze ervaringen naar voren komen, kan de student woorden geven aan zijn kwaliteiten en motieven. Door deze vervolgens bewust in te zetten in het werk(veld), doet de student nieuwe ervaringen op die hem steeds meer in staat stellen om de betekenis van het werk(veld) - en de opleiding - voor hemzelf te ontdekken.
ACTIVITEIT 01. NETWERK INZETTEN OEFENINGEN
01. Bevraag je talent 02. Hoe communiceer ik met anderen? 03. Van wie kan ik iets leren?
ACTIVITEIT 02. BEDANKEN VOOR EEN BEDRIJFSBEZOEK OEFENINGEN
01. De bedankbrief
ACTIVITEIT 03. ERVARINGEN DELEN OVER BEDRIJFSBEZOEK OEFENINGEN
01. Je leert altijd wel iets
ACTIVITEIT 04. COMPLIMENTEN GEVEN!
INHOUDSOPGAVE
ontwikkelingsfase
OEFENINGEN
01. De complimentenbon
ACTIVITEIT 05. EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE OEFENINGEN
01. Netwerkverlanglijstje maken
OEFENINGEN
NETWERKEN
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 06. HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? 01. Hoe divers is jouw netwerk? 02. Hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit?
ACTIVITEIT 07. NETWERKEN OEFENINGEN
01. Beroepskeuze 02. Netwerken, moeilijk of makkelijk? 03. Stille wand discussie 04. Wie zou jij aannemen als collega en waarom? 05. Wat is een goede openingszin? 06. Netwerkgesprek
ACTIVITEIT 08. HOE ZIET JOUW (VIRUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN
01. Ik als centrum van mijn eigen netwerk 02. Orden je netwerk
ACTIVITEIT 09. EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
INHOUDSOPGAVE
ontwikkelingsfase
OEFENINGEN
01. Familiepraat 02. Evaluatieformulier
De activiteiten die in dit onderdeel zijn opgenomen, zijn goed te gebruiken op de BPV-plek.
ACTIVITEIT 01. TERUGBLIK OP DE BPV-WEEK NETWERKEN
IN GESPREK MET
ONTWIKKELINGSFASE EN BPV
OEFENINGEN
01. Terugblik op de BPV-week: ben je tevreden?
ACTIVITEIT 02. HOE ZIEN ANDEREN JOU? OEFENINGEN
01. Bevraag je talent
ACTIVITEIT 03. COMPLIMENTEN GEVEN! OEFENINGEN
01. De complimentenbon
ACTIVITEIT 04. EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE OEFENINGEN
01. Netwerkverlanglijstje maken
ACTIVITEIT 05. HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? 01. Hoe divers is jouw netwerk?
ACTIVITEIT 06. HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT? INHOUDSOPGAVE
ontwikkelingsfase en bpv
OEFENINGEN
OEFENINGEN
01. Orden je netwerk
NETWERKEN
IN GESPREK MET
AFRONDINGS- EN VERVOLGFASE In deze fase heeft de student al het grootste gedeelte van zijn opleiding achter de rug en, als het goed is, voldoende praktijkervaringen opgedaan om te kiezen wat hij wil: verder studeren of de stap naar de arbeidsmarkt maken. De vragen die de student aan het einde van deze fase beantwoordt, zijn: Wil ik verder gaan studeren of wil ik de arbeidsmarkt op? Wat kan ik doen om erachter te komen welke studie ik wil gaan doen of welke baan ik zou willen? Zijn er nog andere mogelijkheden die ik wil onderzoeken, behalve verder studeren of werken? ACTIVITEIT 01. AFRONDENDE GESPREKKEN OEFENINGEN
01. Laatste gesprek met de loopbaanbegeleider
ACTIVITEIT 02. COMPLIMENTEN GEVEN! OEFENINGEN
01. De complimentenbon 02. The Voice: Netwerken
ACTIVITEIT 03. EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE OEFENINGEN
01. Netwerkverlanglijstje maken 02. Wie zou jij aannemen als collega en waarom? 03. Onderhandelen over jouw kwaliteiten
ACTIVITEIT 04. HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
INHOUDSOPGAVE
afrondings- en vervolgfase
OEFENINGEN
01. Hoe divers is jouw netwerk? 02. Hoe ziet jouw persoonlijk netwerk eruit? 03. Ik als centrum van mijn eigen netwerk
ACTIVITEIT 05. NETWERKEN OEFENINGEN
01. Netwerkgesprek
NETWERKEN
OEFENINGEN
INHOUDSOPGAVE
IN GESPREK MET afrondings- en vervolgfase
ACTIVITEIT 06. EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK) 01. Familiepraat 02. Evaluatieformulier
ACTIVITEIT 07. HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN
01. Orden je netwerk
ACTIVITEIT 02 NETWERKEN OEFENINGEN 01. Beroepskeuze
02. Wat heb je aan een netwerk? 03. Wat is een goede openingszin?
ACTIVITEIT 03 NETWERK INZETTEN OEFENINGEN 01. Stille wand discussie ACTIVITEIT 04 HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? OEFENINGEN 01. Hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit?
02. Ik als centrum van mijn eigen netwerk
ACTIVITEIT 05 EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK) OEFENINGEN 01. Familiepraat 02. Evaluatieformulier
In deze periode gaat het erom dat de student een beeld van zichzelf, het beroep en de opleiding ontwikkelt. Aan het eind van deze periode is de student in staat een voor dat moment beargumenteerd antwoord te geven op de volgende vragen: Zit ik op de goede plek? Heb ik de goede keuze gemaakt? Wil ik hier verder?
ORIËNTATIEFASE
INHOUDSOPGAVE
ACTIVITEIT 01 HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN 01. Hoe ziet jouw virtuele netwerk eruit?
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 01.
HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT?
OEFENING 01.
HOE ZIET JOUW VIRTUELE NETWERK ERUIT?
Bekijk je vrienden op Facebook (of een ander virtueel netwerk dat je gebruikt). Maak een lijst van dertig tot vijftig mensen met wie je gelinkt bent. Je kent iemand persoonlijk als je van die persoon bijvoorbeeld weet op welke school hij zit en hoe zijn ouders heten. Bij herkennen kun je denken aan personen die bijvoorbeeld beroemd zijn. Ook kunnen het vrienden van vrienden zijn die je wel hebt geaccepteerd, maar die je nooit hebt ontmoet of waarmee je nooit hebt gesproken of gechat. Geef nu met verschillende kleuren aan op welke manier je de dertig tot vijtig personen op je lijst kent: • Wie ken je persoonlijk? • Wie herken je? • Wie heb je geaccepteerd zonder ook maar iets van ze te weten? Heb je vooral sterke of zwakke contacten in je netwerk? ‘Sterke relaties’ onderhoud je met je naaste familieleden en goede vrienden. Zwakke of minder sterke relaties onderhouden we bijvoorbeeld met kennissen, de meeste collega’s, buren, clubleden, klanten en leveranciers.
01. ACTIVITEIT hoe ziet jouw (virtuele) netwerk eruit? 01. OEFENING hoe ziet jouw virtuele netwerk eruit? FASE oriëntatiefase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN lijst van 30-50 mensen met wie de student gelinked is via bijvoorbeeld facebook
Veel jonge mensen hebben een groot netwerk. Vaak hebben ze honderden contacten. Maar is een groot netwerk beter dan een kleiner netwerk? Ga eens terug in je geheugen. Iedereen netwerkt, alleen ben je je dat niet altijd bewust. Kun je een of meer situaties noemen waar je via je netwerk met iemand anders in contact bent gekomen? Je bent bijvoorbeeld via iemand uit je netwerk in contact kgekomen met de sportclub waar je nu op zit. Misschien ben je via via wel aan je bijbaantje gekomen. Kortom: waar heb je je netwerk met succes al eens ingezet? Stel, je zoekt nu een stage, bijbaan of een echte baan. Zitten er mensen in je netwerk die je daarbij kunnen helpen? Heb je een sterke of zwakkere relatie met deze personen?
CONCLUSIE Goede contacten vormen een sterk netwerk Je hebt nu een duidelijk overzicht van wie in jouw virtuele netwerk zitten. We noemen dit een virtueel netwerk, omdat het contacten zijn die je via internet onderhoudt. Je kunt bepaalde personen waarschijnlijk zelfs uit dat netwerk weghalen, omdat je ze al heel lang niet hebt gesproken. Ook kun je juist bij deze mensen even een berichtje achterlaten en het contact opfrissen. Daarnaast zijn er de contacten die je veel ziet en spreekt. Zij zullen bereid zijn om je te helpen bij jouw vragen en verzoeken. Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 02.
NETWERKEN
OEFENING 01.
BEROEPSKEUZE
Je interviewt een familielid over zijn beroepskeuze.
TIJD De opdracht duurt ongeveer 30 minuten. Voor sommige mensen is het al duidelijk vanaf dat ze klein zijn. Ze willen chauffeur worden of werken in een dierenasiel. Voor anderen is het lastiger om een beroep en een opleiding te kiezen. Weet jij eigenlijk waarom jouw familieleden voor hun beroep hebben gekozen? Met deze opdracht ga je dat ontdekken. Vraag een familielid of je hem kort mag inter viewen over zijn beroep en beroepskeuze. Bedenk welke vragen je wilt stellen.
02. ACTIVITEIT netwerken 01. OEFENING beroepskeuze FASE oriëntatiefase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
Denk hierbij ook aan de volgende vragen: • Wat doe je voor werk? • Wat vind je leuk aan je beroep? • Sinds wanneer wilde je dit beroep beoefenen? • Hoe wist je dat je dit beroep wilde doen? • Wat heb jij gedaan om je op het beroep voor te bereiden of te oriënteren? • Welke opleiding heb je gedaan? • Heeft die opleiding iets te maken met het beroep dat je nu hebt? • Welke beroepen heb je nog meer gehad? • Wat vond je daar leuk aan? • Hoe kan ik de juiste keuze maken voor een beroep? Noteer na het interview de twee dingen die je het leukste vond aan het gesprek en de twee dingen die je hebt geleerd door het voeren van dit gesprek. Of: Maak een video van jezelf, waarin je vertelt welke twee dingen je het leukste vond aan het gesprek en welke twee dingen je hebt geleerd door het voeren van dit gesprek.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 02.
NETWERKEN
OEFENING 02.
WAT HEB JE AAN EEN NETWERK?
TIJD 30 minuten
DOEL Inzien waarom netwerken nodig is.
OPDRACHT • • •
Laat de tweetallen zoeken naar voorbeelden waarbij iemand door zijn netwerk aan werk is gekomen of een ander voorbeeld waarbinnen het principe netwerken geldt. Verzamel zoveel mogelijk voorbeelden en stel de vraag waardoor/waarom iemand uiteindelijk de baan kreeg. Inventariseer de voorbeelden gezamenlijk.
02. ACTIVITEIT netwerken 02. OEFENING wat heb je aan een netwerk? FASE oriëntatiefase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN geen
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 02. ACTIVITEIT netwerken 03. OEFENING wat is een goede openingszin? FASE oriëntatiefase
ACTIVITEIT 02.
NETWERKEN
OEFENING 03.
WAT IS EEN GOEDE OPENINGSZIN?
TIJD 10 minuten
DOEL Communicatievaardigheden ontwikkelen; de meest sublieme openingszin ontdekken.
VOORBEREIDING Schrijf onderstaande situaties op of laat studenten zelf een situatie bedenken en opschrijven. Deze gebruik je voor het oefenen in het voorbereiden van een praatje. • Je vader, goede vriend of familie neemt afscheid van het werk. Je bent uitgenodigd en kent niemand. Je besluit af te stappen op die een collega die ook alleen staat. • Je zit tijdens je werk te lunchen tegenover een collega die je eigenlijk niet goed kent. • Je gaat stage lopen en drinkt voor het eerst koffie in de kantine. • Je zit in een bijeenkomst naast iemand.
OPDRACHT • • • •
Kies een situatie en laat iedereen een openingszin schrijven op een velletje papier. Laat hen het papiertje opvouwen, zodat de studenten elkaars openingszinnen niet lezen. Verzamel deze briefjes. Vouw de papiertjes afzonderlijk open en lees de zin voor. Bij iedere zin mogen 3 studenten feedback geven waarom dit een goede openingszin is. Alle zinnen worden onder elkaar opgeschreven. Aan het eind van de bijeenkomst wordt de lijst met openingszinnen gemaild naar de studenten.
TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN geen
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 03.
NETWERKEN INZETTEN
OEFENING 01.
STILLE WAND DISCUSSIE
TIJD 15 minuten
DOEL Bewust worden van het begrip netwerken.
OPDRACHT • •
Iedereen schrijft zijn/haar associaties bij netwerken op het bord. Degene die iets heeft opgeschreven, geeft de stift door aan een ander. Als iedereen wat heeft opgeschreven, kijkt de groep samen naar wat er op het bord staat en wat daaraan opvalt.
STAP II Orden de begrippen op het bord naar thema’s. 03. ACTIVITEIT netwerken inzetten 01. OEFENING stille wand discussie
STAP III Stel groepjes samen en laat elk groepje met behulp van de woorden die verzameld zijn tijdens de ‘stille wand’ discussie een definitie formuleren voor netwerken. Suggestie voor dynamiek: geef een tijdslimiet aan. Daardoor blijft de vaart erin. Laat de groep samen de definities bespreken en kom uiteindelijk tot één gezamenlijke definitie.
FASE oriëntatiefase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN flip-over of een bord stiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 04.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 01.
HOE ZIET JOUW PERSOONLIJKE NETWERK ERUIT?
TIJD 30 minuten
DOEL Inzicht geven in eigen sociale relaties.
OPDRACHT • • •
Schrijf de namen van de mensen op die jij kent, doe dit eerst eens uit je hoofd. Verdeel bekenden in groepen waartoe zij behoren. Bijvoorbeeld: familie, vrienden, collega’s, teamgenoten enzovoort. Schrijf deze groepen op een vel papier en vul daaronder de namen in. Vul vervolgens de netwerkkaart in. Schrijf binnen elk kwadrant de groep mensen die jij kent. Ga daarbij voor jezelf na wie binnen deze groep dichtbij staat en wie verder weg.
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk? 01. OEFENING hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? FASE oriëntatiefase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN de sociale netwerkcirkel, zie volgende pagina
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk?
01. OEFENING hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? NETWERKEN
IN GESPREK MET
De sociale netwerkcirkel
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 04.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 02.
IK ALS CENTRUM VAN MIJN EIGEN NETWERK
TIJD 45 minuten
DOEL Inzicht in je eigen netwerk.
OPDRACHT Laat studenten een overzicht maken van hun eigen netwerk. Ze zetten zichzelf in het midden van een blaadje, en maken dan een mindmap van hun netwerk waarbij ze zelf dus de cirkel van hun eigen web zijn. Hang daarna de blaadjes op en laat zien hoe krachtig al die netwerken zijn. Dit is ook een goede tool om te laten zien hoeveel mensen iemand kent, die weer mensen kennen die weer mensen kennen.
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk? 02. OEFENING ik als centrum van mijn eigen netwerk FASE oriëntatiefase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN papier kleurstiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 05.
EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
OEFENING 01.
FAMILIEPRAAT
Je deelt je er varingen van het bedrijfsbezoek met je familie.
TIJD De opdracht duurt ongeveer 30 minuten. Vertel thuis aan je familie hoe het bedrijfsbezoek was. Vertel waar je bent geweest, wat je hebt gezien en wat je hebt gedaan. Vertel wat je te weten bent gekomen over het bedrijf en over het beroep. Vertel ook wat je leuk vond en wat je niet zo leuk vond aan het bedrijfsbezoek en aan het beroep. Vraag je familie of ze het beroep, de sector of het bedrijf bij je vinden passen, en waarom wel of niet.
05. ACTIVITEIT evalueren (bedrijfsbezoek) 01. OEFENING familiepraat FASE oriëntatiefase
Vraag ze ook om jou te adviseren over je toekomst. Welk(e) beroep(en) vinden zij bij jou passen? In welke sector zien ze je werken? Waar ben jij goed in en waar zou je dat volgens hen kunnen gebruiken? Welke tips kunnen ze je geven voor je loopbaanoriëntatie? Wat is bij hen doorslaggevend geweest om voor een bepaalde opleiding of een bepaald beroep te kiezen? Maak een kort verslag (op papier of op video) van het familiegesprek dat je hebt gevoerd en wissel het verslag uit met een klasgenoot. Bespreek met elkaar hoe het gesprek verliep en welke tips jullie hebben gehad. Bespreek ook samen wat je nu kunt doen om je verder te oriënteren op dit beroep of op een ander beroep.
TYPE individueel, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 05.
EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
OEFENING 02.
EVALUATIEFORMULIER
De studenten moeten dit formulier na afloop van een bedrijfsbezoek invullen. Het is bedoeld om de ervaringen van de studenten met het bedrijfsbezoek te delen met de begeleider van het bedrijf. De begeleider kan daar immers van leren. Indien nodig kan hij ook zijn programma aanpassen voor volgende leerlingen. Stuur de ingevulde formulieren, samen met een bedankbriefje, binnen twee weken na het bezoek, toe aan het bedrijf. Datum van het bezoek: Naam van de begeleider: Dit vond ik het beste onderdeel van het bezoek:
Dit heeft het bezoek mij opgeleverd:
omdat:
Dit zal ik mij altijd blijven herinneren van het bezoek:
Dit onderdeel van het bezoek vond ik minder goed:
Dit wil ik nog zeggen tegen de begeleider van het bedrijf:
omdat:
Verdere opmerkingen:
05. ACTIVITEIT evalueren (bedrijfsbezoek) 02. OEFENING evaluatieformulier FASE oriëntatiefase TYPE individueel, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
02. Hoe communiceer ik met anderen? 03. Van wie kan ik iets leren?
ACTIVITEIT 02 BEDANKEN VOOR EEN BEDRIJFSBEZOEK OEFENINGEN 01. De bedankbrief ACTIVITEIT 03 ERVARINGEN DELEN OVER EEN BEDRIJFSBEZOEK OEFENINGEN 01. Je leert altijd wel iets ACTIVITEIT 04 COMPLIMENTEN GEVEN! OEFENINGEN 01. De complimentenbon ACTIVITEIT 05 EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE OEFENINGEN 01. Netwerkverlanglijstje maken ACTIVITEIT 06 HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? OEFENINGEN 01. Hoe divers is jouw netwerk?
02. Hoe ziet jouw persoonlijke netwerk uit?
ACTIVITEIT 07 NETWERKEN OEFENINGEN 01. Beroepskeuze 02. Netwerken, moeilijk of makkelijk? 03. Stille wand discussie 04. Wie zou jij aannemen als collega en waarom? 05. Wat is een goede openingszin? 06. Netwerkgesprek
ACTIVITIET 08 HOE ZIET JOUW (VITUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN 01. Ik als centrum van mijn eigen netwerk
02. Orden je netwerk
ACTIVITEIT 09 EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK) OEFENINGEN 01. Familiepraat 02. Evaluatieformulier
In deze fase gaat het erom dat de student zijn (loopbaan)ervaringen binnen de opleiding en binnen de beroepspraktijk gaat verdiepen. Hij doet tijdens deze fase ervaringen op die als basis gebruikt worden tijdens de les. In dialoog met zijn begeleider geeft de student betekenis aan en reflectie op zijn ervaringen. Door te generaliseren en te benoemen in welke andere situaties deze ervaringen naar voren komen, kan de student woorden geven aan zijn kwaliteiten en motieven. Door deze vervolgens bewust in te zetten in het werk(veld), doet de student weer nieuwe ervaringen op die hem steeds meer in staat stellen om de betekenis van het werk(veld) - en de opleiding - voor hemzelf te ontdekken.
ONTWIKKELINGSFASE
INHOUDSOPGAVE
ACTIVITEIT 01 NETWERK INZETTEN OEFENINGEN 01. Bevraag je talent
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 01.
NETWERK INZETTEN
OEFENING 01.
BEVRAAG JE TALENT
WAT IS HET? Een manier om zicht te krijgen op wat anderen van jouw talent vinden. Je omgeving ziet je vaak bezig. Zij hebben dus ook een visie op jouw talent.
WANNEER GEBRUIK JE DEZE WERKVORM? Om je talenten kenbaar te maken en te delen met elkaar. De werkvorm is toe te passen binnen een team, maar ook als zelfonderzoek binnen andere contexten.
HOE WERKT HET? Vraag aan anderen wat zij zien als jouw talent. Vragen die hierbij kunnen helpen: welke taak geef je het liefst aan mij? Welke talenten zie je me dan inzetten? Waar ben ik vooral goed in? Stel dat ik ga emigreren en je spreekt een afscheidswoord, wat zou je vooral over mij zeggen? 01. ACTIVITEIT netwerk inzetten
WAT LEVERT HET OP? Verdieping, erkenning, veel relatievorming.
01. OEFENING bevraag je talent FASE ontwikkelingsfase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN geen
Bron: Vlaamse overheid
© 2011 Talententoolbox
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 01. ACTIVITEIT netwerk inzetten
ACTIVITEIT 01.
NETWERK INZETTEN
OEFENING 02.
HOE COMMUNICEER IK MET ANDEREN?
INLEIDING Communicatie is een belangrijk, zo niet het belangrijkste onderdeel van je toekomstige beroep.
OPDRACHT Je eigen communicatiegedrag Heb je wel eens serieus nagedacht over je eigen communicatiegedrag? De onderstaande vragen nodigen je uit dat te doen: • Op welke manier draag jij bij aan een goede, duidelijke communicatie? • Ontstaan er als gevolg van jouw gedrag wel eens problemen in de communicatie? Wat vind je moeilijk in de communicatie met anderen? • Wat is voor jou belangrijk als je met anderen communiceert? Maakt het verschil met wie je communiceert, waarom? • Wat zou je willen leren met betrekking tot communiceren? De onderstaande stellingen kunnen je helpen om meer zicht te krijgen op je eigen communicatiegedrag.
02. OEFENING hoe communiceer ik met anderen? FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN uitgeprinte lijst voor ieder groepslid
IN GESPREK MET
SOMS
VAAK
NOOIT
1. Ik praat met sommige mensen gemakkelijker dan met andere. NETWERKEN
IN GESPREK MET
STELLINGEN
2. Als iets mij niet lekker zit, is dat aan mijn gedrag te merken. 3. Ik praat liever niet over persoonlijke onderwerpen als ik met onsympathieke mensen samen ben. 4. Ik blijf doorgaan met het vertellen van mijn verhaal ook al luistert er niemand meer. 5. Ik laat anderen uitpraten voordat ik wat zeg. 6. Ik kan goed onder woorden brengen wat ik denk en voel. 7. Ik kijk een ander aan als ik met hem aan het praten ben.
netwerk inzetten hoe communiceer ik met anderen?
02. OEFENING
01. ACTIVITEIT
8. Als ik iets niet begrijp, vraag ik om herhaling of uitleg. 9. Als ik iets vertel, let ik goed op of de ander mij begrijpt. 10. Ik durf overal vrij gemakkelijk het woord te nemen. 11. Ik luister goed als een ander iets aan het vertellen is. 12. Ik laat door mijn non-verbale gedrag merken dat ik luister. 13. Ik let op de non-verbale signalen van de ander als we in gesprek zijn. 14. Ik begrijp een ander ook zonder woorden. 15. Als iemand me iets vertelt, zeg ik wat ik heb meegemaakt. 16. Ik ben de oorzaak van miscommunicatie
Ga nu nog eens terug naar de vragen aan het begin van de opdracht en bekijk of je antwoorden hetzelfde blijven. Bespreek de ingevulde lijstjes met elkaar. Je kunt dan aangeven of jullie elkaars antwoorden herkennen in het gedrag van de ander. Misschien kunnen de medestudenten de lijst aanvullen met gedrag wat zij waargenomen hebben bij jou.
IN GESPREK MET 01. ACTIVITEIT netwerk inzetten
ACTIVITEIT 01.
NETWERK INZETTEN
OEFENING 03.
VAN WIE KAN IK IETS LEREN?
Soms kom je mensen tegen die op de een of andere manier indruk op je maken, omdat ze goed kunnen communiceren. Ook krijg je te maken met mensen die minder goed of zelfs niet goed communiceren. Stel jezelf de vragen: • Wat doen ze dan zo goed of minder goed? • Wat doen ze anders dan ik? • Welke invloed hebben ze op het verloop van een gesprek? • Welke invloed hebben ze op het verlenen van zorg? • Welke invloed hebben ze op de samenwerking met anderen? • Wat herken ik bij mezelf wat ik goed/minder goed vind bij de ander? • Wat wil ik veranderen in mijn manier van communiceren? • Van wie zou ik wat willen leren?
Bespreek deze opdracht met je begeleider in de praktijk en geef aan wat je aan ondersteuning zou willen hebben.
03. OEFENING van wie kan ik iets leren? FASE ontwikkelingsfase TYPE individueel, in dialoog met de begeleider BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 02. ACTIVITEIT bedanken voor een bedrijfsbezoek 01. OEFENING de bedankbrief FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
ACTIVITEIT 02.
BEDANKEN VOOR EEN BEDRIJFSBEZOEK
OEFENING 01.
DE BEDANKBRIEF
Je maakt een bedankbrief voor het bedrijf dat je hebt bezocht, waarin je beschrijft wat je van het bezoek vond.
TIJD 2 uur Het bedrijfsbezoek zit erop. Het bedrijf en de medewerkers hebben veel tijd en energie gestopt in het maken van een leuk programma voor jou. Dat is wel een bedankje waard! Daarom schrijf je een bedankbrief voor het bedrijf. Schrijf eerst in steekwoorden op wat je: • leuk vond aan het bezoek; • heeft verrast tijdens het bezoek; • het meest is bijgebleven van het bezoek; • toekomstplannen zijn (als je die concreet hebt) of op welk beroep je je de volgende keer wilt oriënteren. Stel nu een brief op. Denk eraan om in elk geval de volgende onderdelen op te nemen: • Aanhef, waarin je degene aanspreekt die jou tijdens het bezoek heeft begeleid. • Inleiding, waarin je vertelt wie je bent, wanneer je het bedrijfsbezoek gedaan hebt en waarom je de brief schrijft. • Kern, waarin je vertelt hoe je het bedrijfsbezoek hebt ervaren. Gebruik hierbij de steekwoorden die je net hebt genoteerd. • Afsluiting, waarin je het bedrijf en de begeleider bedankt dat je op bezoek mocht komen. Als het je leuk lijkt om er nog eens te komen of contact te houden, zet je dat er ook in. Herlees je brief op fouten en laat de brief vervolgens lezen door je docent. Stuur de brief op, nadat je docent de brief heeft goedgekeurd.
IN GESPREK MET
NETWERKEN
IN GESPREK MET
VARIATIE Maak geen brief, maar een videoboodschap voor de begeleider van het bedrijf. Zorg ervoor dat in je videoboodschap dezelfde onderdelen aan bod komen als in de brief, dus: • Wie ben je, wanneer heb je het bedrijf bezocht en waarom maak je deze videoboodschap? • Wat vond je leuk aan het bezoek? • Wat heeft je verrast tijdens het bezoek? • Wat is je het meest bijgebleven van het bezoek? • Wat zijn je toekomstplannen (als je die concreet hebt) of op welk beroep wil je je de volgende keer oriënteren? • Bedank de begeleider en vraag eventueel of je contact mag houden Laat de videoboodschap zien aan je docent. Nadat je docent de boodschap heeft goedgekeurd, mail je de videoboodschap door naar het bedrijf.
TIP VOOR DE DOCENT
02. ACTIVITEIT
bedanken voor een bezoek
01. OEFENING
de bedankbrief
Deze opdracht kun je onderbrengen bij een taalvak: Nederlands, Engels, Duits of Frans.
IN GESPREK MET 03. ACTIVITEIT ervaringen delen over bedrijfsbezoek 01. OEFENING je leert altijd wel iets FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
ACTIVITEIT 03.
ERVARINGEN DELEN OVER BEDRIJFSBEZOEK
OEFENING 01.
JE LEERT ALTIJD WEL IETS
Je laat studenten gewenst en ongewenst gedrag uitbeelden. De opdracht duurt ongeveer 30 minuten. Maak een tabel met drie kolommen, zoals hieronder: Onderdeel van het bedrijfsbezoek
Wat deed ik? Wat gebeurde er?
Wat heb ik daaraan gehad?
Vul de linkerkolom en de middelste kolom van de tabel in. Ga in gedachten terug naar het bedrijfsbezoek. Beschrijf zo precies mogelijk wat er gebeurde en wat jij deed. Vul dan de rechterkolom in. Bedenk bij elk onderdeel wat dit onderdeel je heeft opgeleverd aan inzicht in of kennis over het beroep, het bedrijf of jezelf. Dat kan lastig zijn, dus neem hier even rustig de tijd voor.
VOORBEELD Onderdeel van het bedrijfsbezoek
Wat deed ik? Wat gebeurde er?
Wat heb ik daaraan gehad?
Uitleg over de werkzaamheden van Ik luisterde en stelde vragen over hoe zijn Voor meneer X is iedere dag meneer X gedrag eruit ziet. anders. Zijn werk is daardoor afwisselend. Dat vind ik wel leuk. Meneer X werkt veel vanachter zijn bureau. Dat vind ik saai.
IN GESPREK MET
03. ACTIVITEIT
ervaringen delen over bedrijfsbezoek je leert altijd wel iets
NETWERKEN
Bespreek de ingevulde cirkel met je ouders, een klasgenoot of de docent.
01. OEFENING
IN GESPREK MET
Teken een cirkel op een vel papier en deel deze door tweeën. Op de ene helft schrijf je: beroep past wel bij mij. En op de andere helft: beroep past niet bij mij. Schrijf zo veel mogelijk dingen op waarom jij vindt dat het beroep wel bij je zou passen en waarom het beroep niet bij je zou passen.
VARIATIE Doe niet de opdracht zoals hierboven beschreven staat, maar leg de gevraagde informatie vast in een videoboodschap of in beelden. Je moet er dan wel voor zorgen dat dezelfde onderdelen aan bod komen, dus: •
Hoe verliep het bezoek?
•
Welke onderdelen heb je gedaan?
•
Wat deed je in die onderdelen en wat gebeurde er?
•
Wat heb je aan die onderdelen gehad?
•
Waarom past dit beroep wel bij je?
•
Waarom past dit beroep niet bij je?
Laat je video of beeldpresentatie zien je ouders, een klasgenoot of de docent.
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 04.
COMPLIMENTEN GEVEN!
OEFENING 01.
DE COMLIMENTENBON
04. ACTIVITEIT complimenten geven 01. OEFENING de complimentenbon FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN uitgeprinte complimentenbon
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 05. ACTIVITEIT een netwerkverlanglijstje
ACTIVITEIT 05.
EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE
OEFENING 01.
NETWERKVERLANGLIJSTJE MAKEN
Hieronder staat een voorbeeld hoe je in kaart kunt brengen welke mensen je kunt benaderen binnen jouw netwerk.
WIE Wie ken ik die een horecaopleiding doet of gedaan heeft?
DOEL Bijvoorbeeld: op zoek naar informatie over een horecaopleiding
01. OEFENING netwerkverlanglijstje maken FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
WIE Wie ken ik die iemand kent die in de horeca werkt of er verstand van heeft? WIE Wie ken ik die een baan heeft in de horeca?
CONCLUSIE Een netwerklijstje maakt je doelen concreet Nu heb je helder in kaart gebracht wat je doel is en welke mensen je uit je netwerk kunt benaderen om dichter bij de je doel te komen. Als je dit eenmaal hebt gedaan, kun je gaan nadenken over welke vraag je iemand wilt stellen. Deze vragen komen dan op je netwerkverlanglijst terecht.
Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
Gericht vragen Maak voor jezelf een lijst met vragen die je kunt stellen aan de mensen die je wilt benaderen. Maak de vraag zo helder mogelijk. NETWERKEN
IN GESPREK MET
OEFENING
Bijvoorbeeld een algemene vraag: Ik ben op zoek naar informatie over een horecaopleiding. Je kunt de vraag specifieker maken door bijvoorbeeld te vragen: ‘Graag ontvang ik meer informatie over de horecaopleiding in Rotterdam’.
05. ACTIVITEIT
maak een netwerkverlanglijstje
01. OEFENING
netwerkverlanglijstje maken
Een ander voorbeeld: Doel: ik wil meer informatie over een horecaopleiding. Wie zou ik dat kunnen vragen? Ganesh zit op een horecaopleiding. Vraag aan hem: ‘Hoe kan ik me inschrijven voor de open dag van de horecaopleiding in Rotterdam?’
CONCLUSIE Heb je netwerklijstje altijd in je hoofd Maak de mensen die je wilt leren kennen + reden + doel concreet. Schrijf ze op. Je hebt nu een duidelijk overzicht en een netwerkverlanglijstje. De vragen van je netwerkverlanglijstje kun je aan iedereen stellen. Als iemand aanbiedt om je te helpen, weet jij meteen waarmee. Zo kun je jouw vraag gemakkelijk stellen en gaat je netwerk voor je werken, zonder dat het jou iets kost.
Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 06.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 01.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
Schrijf de namen op van vijf mensen die je echt goed kent. Schrijf nu bij elke persoon op wat jullie gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld de voetbalclub en je woonplaats. Schrijf daarnaast op wat jullie niet gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld: Daniek zit op ballet, ik niet. Wat heb je nog meer verschillend of hetzelfde? Denk aan de volgende eigenschappen om in je overzicht op te nemen: leeftijd, geslacht, nationaliteit, uiterlijke kenmerken (lengte, ras, kleding), opleiding, verliefd, verloofd, single, gehuwd, gezinssituatie, beroep, religieuze voorkeur, politieke voorkeur, auto, fiets, scooter, voorkeur voor muziekstijl of artiesten. Ook deze eigenschappen spelen een rol bij het starten en volhouden in een relatie.
CONCLUSIE
06. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk?
Hoe diverser, hoe beter Je hebt nu een overzicht van de diversiteit van je netwerk. Heb je veel gemeenschappelijk met de personen op je lijstje, dan is er waarschijnlijk een grote mate van onderling vertrouwen en kun je elkaar altijd om hulp vragen. Heb je weinig gemeenschappelijks met deze mensen, dan bieden ze je waarschijnlijk nieuwe ideeën en mogelijkheden en helpen ze je misschien ook bij het vinden van een stageplaats, een baan of klanten. Probeer altijd minstens een persoon in je omgeving te hebben die je wél heel erg goed kent, maar die niet te veel op je lijkt. Zorg voor diversiteit binnen je netwerk.
01. OEFENING hoe divers is jouw netwerk? FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 06.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 02.
HOE ZIET JOUW PERSOONLIJKE NETWERK ERUIT?
TIJD 30 minuten
DOEL Inzicht geven in eigen sociale relaties.
OPDRACHT • • •
Schrijf de namen van de mensen op die jij kent, doe dit eerst eens uit je hoofd. Verdeel bekenden in groepen waartoe zij behoren. Bijvoorbeeld: familie, vrienden, collega’s, teamgenoten enzovoort. Schrijf deze groepen op een vel papier en vul daaronder de namen in. Vul vervolgens de netwerkkaart in. Schrijf binnen elk kwadrant de groep mensen die jij kent. Ga daarbij voor jezelf na wie binnen deze groep dichtbij staat en wie verder weg.
06. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk? 02. OEFENING hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? FASE oriëntatiefase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN de sociale netwerkcirkel, zie volgende pagina
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
06. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk?
02. OEFENING hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? NETWERKEN
IN GESPREK MET
De sociale netwerkcirkel
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 07.
NETWERKEN
OEFENING 01.
BEROEPSKEUZE
Je interviewt een familielid over zijn beroepskeuze.
TIJD De opdracht duurt ongeveer 30 minuten. Voor sommige mensen is het al duidelijk vanaf dat ze klein zijn. Ze willen chauffeur worden of werken in een dierenasiel. Voor anderen is het lastiger om een beroep en een opleiding te kiezen. Weet jij eigenlijk waarom jouw familieleden voor hun beroep hebben gekozen? Met deze opdracht ga je dat ontdekken. Vraag een familielid of je hem kort mag inter viewen over zijn beroep en beroepskeuze. Bedenk welke vragen je wilt stellen.
07. ACTIVITEIT netwerken 01. OEFENING beroepskeuze FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
Denk hierbij ook aan de volgende vragen: • Wat doe je voor werk? • Wat vind je leuk aan je beroep? • Sinds wanneer wilde je dit beroep beoefenen? • Hoe wist je dat je dit beroep wilde doen? • Wat heb jij gedaan om je op het beroep voor te bereiden of te oriënteren? • Welke opleiding heb je gedaan? • Heeft die opleiding iets te maken met het beroep dat je nu hebt? • Welke beroepen heb je nog meer gehad? • Wat vond je daar leuk aan? • Hoe kan ik de juiste keuze maken voor een beroep? Noteer na het inter view de twee dingen die je het leukste vond aan het gesprek en de twee dingen die je hebt geleerd door het voeren van dit gesprek. Of: Maak een video van jezelf, waarin je vertelt welke twee dingen je het leukste vond aan het gesprek en welke twee dingen je hebt geleerd door het voeren van dit gesprek.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 07.
NETWERKEN
OEFENING 02.
NETWERKEN, MOEILIJK OF MAKKELIJK?
TIJD 30 minuten
DOEL Inventariseren van thema’s die leven over netwerken.
OPDRACHT • • • •
Studenten gaan in groepjes zoveel mogelijk opschrijven wat ze leuk en niet leuk vinden aan netwerken en wat ze er makkelijk of moeilijk aan vinden. Laat de studenten alles afzonderlijk op een post-it blaadje schrijven. Plak deze blaadjes bij elkaar op een bord of groot vel papier. Inventariseer en bespreek de resultaten. Orden deze vervolgens naar thema. Deze thema’s worden leidraad van de te behandelen onderwerpen.
07. ACTIVITEIT netwerken 02. OEFENING netwerken, moeilijk of makkelijk? FASE ontwikkelingsfase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN pennen post-it’s
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 07.
NETWERKEN
OEFENING 03.
STILLE WAND DISCUSSIE
TIJD 15 minuten
DOEL Bewust worden van het begrip netwerken.
OPDRACHT • •
Iedereen schrijft zijn/haar associaties bij netwerken op het bord. Degene die iets heeft opgeschreven, geeft de stift door aan een ander. Als iedereen wat heeft opgeschreven, kijkt de groep samen naar wat er op het bord staat en wat daaraan opvalt.
STAP II Orden de begrippen op het bord naar thema’s. 07. ACTIVITEIT netwerken 03. OEFENING stille wand discussie
STAP III Stel groepjes samen en laat elk groepje met behulp van de woorden die verzameld zijn tijdens de ‘stille wand’ discussie een definitie formuleren voor netwerken. Suggestie voor dynamiek: geef een tijdslimiet aan. Daardoor blijft de vaart erin. Laat de groep samen de definities bespreken en kom uiteindelijk tot één gezamenlijke definitie.
FASE ontwikkelingsfase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN flip-over of een bord stiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 07. ACTIVITEIT netwerken
ACTIVITEIT 07.
NETWERKEN
OEFENING 04.
WIE ZOU JIJ AANNEMEN ALS COLLEGA EN WAAROM?
TIJD 45 minuten
DOEL Met elkaar bespreken waar je op let als je een collega wil aannemen.
OPDRACHT Individueel: Iedere student leest de sollicitatiebrief en schrijft de volgende zaken op: • welke zaken vind ik positief in de brief? • welke zaken mis ik in de brief/ vallen mij negatief op? Als groep: • Deze worden nabesproken. • Studenten beargumenteren vervolgens of ze de schrijver van de brief wel of niet zouden uitnodigen voor een gesprek en op basis waarvan.
04. OEFENING wie zou jij aannemen als collega en waarom? FASE ontwikkelingsfase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN een vacature een aantal sollicitatiebrieven op deze functie
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 07. ACTIVITEIT netwerken 05. OEFENING wat is een goede openingszin? FASE ontwikkelingsfase
ACTIVITEIT 07.
NETWERKEN
OEFENING 05.
WAT IS EEN GOEDE OPENINGSZIN?
TIJD 10 minuten
DOEL Communicatievaardigheden ontwikkelen; de meest sublieme openingszin ontdekken.
VOORBEREIDING Schrijf onderstaande situaties op of laat studenten zelf een situatie bedenken en opschrijven. Deze gebruik je voor het oefenen in het voorbereiden van een praatje. • Je vader, goede vriend of familie neemt afscheid van het werk. Je bent uitgenodigd en kent niemand. Je besluit af te stappen op die een collega die ook alleen staat. • Je zit tijdens je werk te lunchen tegenover een collega die je eigenlijk niet goed kent. • Je gaat stage lopen en drinkt voor het eerst koffie in de kantine. • Je zit in een bijeenkomst naast iemand.
OPDRACHT • • • •
Kies een situatie en laat iedereen een openingszin schrijven op een velletje papier. Laat hen het papiertje opvouwen, zodat de studenten elkaars openingszinnen niet lezen. Verzamel deze briefjes. Vouw de papiertjes afzonderlijk open en lees de zin voor. Bij iedere zin mogen 3 studenten feedback geven waarom dit een goede openingszin is. Alle zinnen worden onder elkaar opgeschreven. Aan het eind van de bijeenkomst wordt de lijst met openingszinnen gemaild naar de studenten.
TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN geen
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 07.
NETWERKEN
OEFENING 06.
NETWERKGESPREK
TIJD een week of langer
DOEL Gesprek voeren.
OPDRACHT Laat studenten binnen een periode van een maand een gesprek voeren met iemand die ze niet kennen. Deze persoon werkt volgens hen bij een interessant bedrijf of heeft een interessant beroep. Het hoeft niet het beroep te zijn dat de student zelf wil gaan doen. Stimuleer hen om hun eigen netwerk in te zetten om met zo iemand in contact te komen. Doel is niet het vinden van een baan, maar leren dat een leuk gesprek voeren de basis is van netwerken: het flirten. Maak een planning voor over een maand waarin alle studenten hun ervaringen met elkaar kunnen delen.
07. ACTIVITEIT netwerken 06. OEFENING netwerkgesprek FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN stel eventueel een database van contacten samen
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 08.
HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT?
OEFENING 01.
IK ALS CENTRUM VAN MIJN EIGEN NETWERK
TIJD 45 minuten
DOEL Inzicht in je eigen netwerk.
OPDRACHT Laat studenten een overzicht maken van hun eigen netwerk. Ze zetten zichzelf in het midden van een blaadje, en maken dan een mindmap van hun netwerk waarbij ze zelf dus de cirkel van hun eigen web zijn. Hang daarna de blaadjes op en laat zien hoe krachtig al die netwerken zijn. Dit is ook een goede tool om te laten zien hoeveel mensen iemand kent, die weer mensen kennen die weer mensen kennen.
08. ACTIVITEIT hoe ziet jouw (virtuele) netwerk eruit? 01. OEFENING ik als centrum van mijn eigen netwerk FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN papier kleurstiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 08.
HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT?
OEFENING 02.
ORDEN JE NETWERK
TIJD 1,5 uur
DOEL Inzicht krijgen in verschillende soorten relaties.
OPDRACHT Om een netwerk in beeld te krijgen is een aantal vragen van belang (Zaalmink, 2005): Geef de student de volgende opdracht:
08. ACTIVITEIT hoe ziet je (virtuele) netwerk eruit? 02. OEFENING orden je netwerk
1. Teken op het uitgereikte papier een cirkel. Schrijf in het midden van deze cirkel een doel dat je wil bereiken. 2. Ga vervolgens na wie van de mensen uit jouw netwerk van belang kunnen zijn voor hetbehalen van jouw doel. 3. Teken deze mensen in de cirkel. Mensen die je echt nodig kunt hebben bij het behalen van jouw doel teken je dichtbij anderen die je wat minder nodig hebt verder weg. 4. Kijk naar waar je deze mensen getekend hebt. Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat zij iets voor jou gaan doen? Bijvoorbeeld: bellen. langsgaan, iemand anders vragen of hij contact kan leggen.... 5. Strategisch gebruik maken van je netwerk? • Wat zijn de posities van deze mensen, met wie hebben zij contact? • Hoe zou je hun betrokkenheid kunnen versterken en op welke manier doe je dat?
FASE ontwikkelingsfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN A3 of A4 vellen, potloden, stiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 09.
EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
OEFENING 01.
FAMILIEPRAAT
Je deelt je er varingen van het bedrijfsbezoek met je familie.
TIJD De opdracht duurt ongeveer 30 minuten Vertel thuis aan je familie hoe het bedrijfsbezoek was. Vertel waar je bent geweest, wat je hebt gezien en wat je hebt gedaan. Vertel wat je te weten bent gekomen over het bedrijf en over het beroep. Vertel ook wat je leuk vond en wat je niet zo leuk vond aan het bedrijfsbezoek en aan het beroep. Vraag je familie of ze het beroep, de sector of het bedrijf bij je vinden passen, en waarom wel of niet.
09 ACTIVITEIT evalueren (bedrijfsbezoek) 01. OEFENING familiepraat FASE ontwikkelingsfase
Vraag ze ook om jou te adviseren over je toekomst. Welk(e) beroep(en) vinden zij bij jou passen? In welke sector zien ze je werken? Waar ben jij goed in en waar zou je dat volgens hen kunnen gebruiken? Welke tips kunnen ze je geven voor je loopbaanoriëntatie? Wat is bij hen doorslaggevend geweest om voor een bepaalde opleiding of een bepaald beroep te kiezen? Maak een kort verslag (op papier of op video) van het familiegesprek dat je hebt gevoerd en wissel het verslag uit met een klasgenoot. Bespreek met elkaar hoe het gesprek verliep en welke tips jullie hebben gehad. Bespreek ook samen wat je nu kunt doen om je verder te oriënteren op dit beroep of op een ander beroep.
TYPE individueel, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 09.
EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
OEFENING 02.
EVALUATIEFORMULIER
De studenten moeten dit formulier na afloop van een bedrijfsbezoek invullen. Het is bedoeld om de ervaringen van de studenten met het bedrijfsbezoek te delen met de begeleider van het bedrijf. De begeleider kan daar immers van leren. Indien nodig kan hij ook zijn programma aanpassen voor volgende leerlingen. Stuur de ingevulde formulieren, samen met een bedankbriefje, binnen twee weken na het bezoek, toe aan het bedrijf. Datum van het bezoek: Naam van de begeleider: Dit vond ik het beste onderdeel van het bezoek:
Dit heeft het bezoek mij opgeleverd:
omdat:
Dit zal ik mij altijd blijven herinneren van het bezoek:
Dit onderdeel van het bezoek vond ik minder goed:
Dit wil ik nog zeggen tegen de begeleider van het bedrijf:
omdat:
Verdere opmerkingen:
09. ACTIVITEIT evalueren (bedrijfsbezoek) 02. OEFENING evaluatieformulier FASE ontwikkelingsfase TYPE individueel, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 02 HOE ZIEN ANDEREN JOU? OEFENINGEN 01. Bevraag je talent ACTIVITEIT 03 COMPLIMENTEN GEVEN! OEFENINGEN 01. De complimentenbon ACTIVITEIT 04 EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE OEFENINGEN 01. Netwerkverlanglijstje maken ACTIVITEIT 05 HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? OEFENINGEN 01. Hoe divers is jouw netwerk? ACTIVITEIT 06 HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN 01. Orden je netwerk
De oefeningen die in de ontwikkelingsfase en BPV beschreven staan, zijn oefeningen die de student aanzetten om na te (gaan) denken over ervaringen die hij in de BPV opdoet. BPV-ervaringen zijn natuurlijk bij uitstek die ervaringen die de student nodig heeft om vanuit een praktisch beroepskader over zijn eigen loopbaanontwikkeling te kunnen nadenken. Oefeningen die in dit boekje opgenomen zijn, zijn daarom bedoeld om op BPV-ervaringen te reflecteren, in gesprek met de loopbaanbegeleider, de praktijkbegeleider en het liefst allebei.
ONTWIKKELINGSFASE EN BPV
INHOUDSOPGAVE
ACTIVITEIT 01 TERUGBLIK OP DE BPV-WEEK OEFENINGEN 01. Terugblik op de BPV-week: ben je tevreden?
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 01.
TERUGBLIK OP DE BPV-WEEK
OEFENING 01.
TERUGBLIK OP DE BPV-WEEK: BEN JE TEVREDEN?
Beschrijf hoe de BPV deze week is verlopen. •
Ben je tevreden over de werkzaamheden die je deze week hebt uitgevoerd?
•
Waarover ben je wel tevreden en waarover ben je minder tevreden?
•
Wat heb je deze week geleerd?
•
Welke interessante dingen heb je deze week meegemaakt? Beschrijf ze kort.
01. ACTIVITEIT terugblik op de BPV-week
•
Welke vervelende of moeilijke dingen heb je deze week meegemaakt? Beschrijf ze kort.
01. OEFENING ben je tevreden?
•
Wat wil je met de praktijkbegeleider of loopbaanbegeleider bespreken en wat wil je vragen naar aanleiding van deze week?
•
Welke complimenten of opmerkingen heb je deze week gekregen van je praktijkbegeleidster?
•
Aan welke opdrachten heb je deze week gewerkt? Welke opdrachten heb je besproken met je stagebegeleider?
FASE ontwikkelingsfase en BPV TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 02.
HOE ZIEN ANDEREN JOU?
OEFENING 01.
BEVRAAG JE TALENT
WAT IS HET? Een manier om zicht te krijgen op wat anderen van jouw talent vinden. Je omgeving ziet je vaak bezig. Zij hebben dus ook een visie op jouw talent.
WANNEER GEBRUIK JE DEZE WERKVORM? Om je talenten kenbaar te maken en te delen met elkaar. De werkvorm is toe te passen binnen een team, maar ook als zelfonderzoek binnen andere contexten.
HOE WERKT HET? Vraag aan anderen wat zij zien als jouw talent. Vragen die hierbij kunnen helpen: welke taak geef je het liefst aan mij? Welke talenten zie je me dan inzetten? Waar ben ik vooral goed in? Stel dat ik ga emigreren en je spreekt een afscheidswoord, wat zou je vooral over mij zeggen? 02. ACTIVITEIT hoe zien anderen jou?
WAT LEVERT HET OP? Verdieping, erkenning, veel relatievorming.
01. OEFENING bevraag je talent FASE ontwikkelingsfase en BPV TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
Bron: Vlaamse overheid
© 2011 Talententoolbox
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 03.
COMPLIMENTEN GEVEN!
OEFENING 01.
DE COMPLIMENTENBON
03. ACTIVITEIT complimenten geven 01. OEFENING de complimentenbon FASE ontwikkelingsfase en BPV TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN uitgeprinte complimentenbon
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 04. ACTIVITEIT een netwerkverlanglijstje
ACTIVITEIT 04.
EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE
OEFENING 01.
NETWERKVERLANGLIJSTJE MAKEN
Hieronder staat een voorbeeld hoe je in kaart kunt brengen welke mensen je kunt benaderen voor het door jou gestelde doel.
WIE Wie ken ik die een horecaopleiding doet of gedaan heeft?
DOEL Bijvoorbeeld: op zoek naar informatie over een horecaopleiding
01. OEFENING netwerkverlanglijstje maken
WIE Wie ken ik die iemand kent die in de horeca werkt of er verstand van heeft? WIE Wie ken ik die een baan heeft in de horeca?
FASE ontwikkelingsfase en BPV TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
CONCLUSIE Een netwerklijstje maakt je doelen concreet Nu heb je helder in kaart gebracht wat je doel is en welke mensen je uit je netwerk kunt benaderen om dichter bij de je doel te komen. Als je dit eenmaal hebt gedaan, kun je gaan nadenken over welke vraag je iemand wilt stellen. Deze vragen komen dan op je netwerkverlanglijst terecht. Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
Gericht vragen Maak voor jezelf een lijst met vragen die je kunt stellen aan de mensen die je wilt benaderen. Maak de vraag zo helder mogelijk. NETWERKEN
IN GESPREK MET
OEFENING
Bijvoorbeeld een algemene vraag: Ik ben op zoek naar informatie over een horecaopleiding. Je kunt de vraag specifieker maken door bijvoorbeeld te vragen: ‘Graag ontvang ik meer informatie over de horecaopleiding in Rotterdam’.
04. ACTIVITEIT
maak een netwerkverlanglijstje
01. OEFENING
netwerkverlanglijstje maken
Een ander voorbeeld: Doel: ik wil meer informatie over een horecaopleiding. Wie zou ik dat kunnen vragen? Ganesh zit op een horecaopleiding. Vraag aan hem: ‘Hoe kan ik me inschrijven voor de open dag van de horecaopleiding in Rotterdam?’
CONCLUSIE Heb je netwerklijstje altijd in je hoofd Maak de mensen die je wilt leren kennen + reden + doel concreet. Schrijf ze op. Je hebt nu een duidelijk overzicht en een netwerkverlanglijstje. De vragen van je netwerkverlanglijstje kun je aan iedereen stellen. Als iemand aanbiedt om je te helpen, weet jij meteen waarmee. Zo kun je jouw vraag gemakkelijk stellen en gaat je netwerk voor je werken, zonder dat het jou iets kost.
Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 05.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 01.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
Schrijf de namen op van vijf mensen die je echt goed kent. Schrijf nu bij elke persoon op wat jullie gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld de voetbalclub en je woonplaats. Schrijf daarnaast op wat jullie niet gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld: Daniek zit op ballet, ik niet. Wat heb je nog meer verschillend of hetzelfde? Denk aan de volgende eigenschappen om in je overzicht op te nemen: leeftijd, geslacht, nationaliteit, uiterlijke kenmerken (lengte, ras, kleding), opleiding, verliefd, verloofd, single, gehuwd, gezinssituatie, beroep, religieuze voorkeur, politieke voorkeur, auto, fiets, scooter, voorkeur voor muziekstijl of artiesten. Ook deze eigenschappen spelen een rol bij het starten en volhouden in een relatie.
CONCLUSIE
05. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk?
Hoe diverser, hoe beter Je hebt nu een overzicht van de diversiteit van je netwerk. Heb je veel gemeenschappelijk met de personen op je lijstje, dan is er waarschijnlijk een grote mate van onderling vertrouwen en kun je elkaar altijd om hulp vragen. Heb je weinig gemeenschappelijks met deze mensen, dan bieden ze je waarschijnlijk nieuwe ideeën en mogelijkheden en helpen ze je misschien ook bij het vinden van een stageplaats, een baan of klanten. Probeer altijd minstens een persoon in je omgeving te hebben die je wél heel erg goed kent, maar die niet te veel op je lijkt. Zorg voor diversiteit binnen je netwerk.
01. OEFENING hoe divers is jouw netwerk? FASE ontwikkelingsfase en BPV TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 06.
HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT?
OEFENING 01.
ORDEN JE NETWERK
TIJD 1,5 uur
DOEL Inzicht krijgen in verschillende soorten relaties.
OPDRACHT Om een netwerk in beeld te krijgen is een aantal vragen van belang (Zaalmink, 2005): Geef de student de volgende opdracht:
06. ACTIVITEIT hoe ziet je (virtuele) netwerk eruit? 01. OEFENING orden je netwerk
1. Teken op het uitgereikte papier een cirkel. Schrijf in het midden van deze cirkel een doel dat je wil bereiken. 2. Ga vervolgens na wie van de mensen uit jouw netwerk van belang kunnen zijn voor hetbehalen van jouw doel. 3. Teken deze mensen in de cirkel. Mensen die je echt nodig kunt hebben bij het behalen van jouw doel teken je dichtbij anderen die je wat minder nodig hebt verder weg. 4. Kijk naar waar je deze mensen getekend hebt. Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat zij iets voor jou gaan doen? Bijvoorbeeld: bellen. langsgaan, iemand anders vragen of hij contact kan leggen.... 5. Strategisch gebruik maken van je netwerk? • Wat zijn de posities van deze mensen, met wie hebben zij contact? • Hoe zou je hun betrokkenheid kunnen versterken en op welke manier doe je dat?
FASE ontwikkelingsfase en BPV TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN A3 of A4 vellen, potloden, stiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
INHOUDSOPGAVE
ACTIVITEIT 02 COMPLIMENTEN GEVEN! OEFENINGEN 01. De complimentenbon 02. The Voice: Netwerken
ACTIVITEIT 03 EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE OEFENINGEN 01. Netwerkverlanglijstje maken
02. Wie zou jij aannemen als collega en waarom?
ACTIVITEIT 04 HOE DIVERS IS JOUW NETWERK? OEFENINGEN 01. Hoe divers is jouw netwerk?
02. Hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? 03. Ik als centrum van mijn eigen netwerk
ACTIVITEIT 05 NETWERKEN OEFENINGEN 01. Netwerkgesprek ACTIVITEIT 06 EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK) OEFENINGEN 01. Familiepraat 02. Evaluatieformulier
ACTIVITEIT 07 HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT? OEFENINGEN 01. Orden je netwerk
In deze fase heeft de student, als het goed is, zijn loopbaancompetenties zodanig ontwikkeld dat hij in staat zal zijn om uiteindelijk een, voor dit moment, gefundeerde keuze te maken voor een vervolgstudie of de stap naar de arbeidsmarkt. Tijdens deze fase is de student in feite bezig de volgende gemarkeerde stap in zijn loopbaan te maken.
AFRONDINGSEN VERVOLGFASE
ACTIVITEIT 01 AFRONDENDE GESPREKKEN OEFENINGEN 01. Laatste gesprek met de loopbaanbegeleider
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 01.
LAATSTE GESPREK MET JE LOOPBAANBEGELEIDER
OEFENING 01.
LAATSTE GESPREK MET DE LOOPBAANBEGELEIDER
1. Wat heb je, terugkijkend op je opleiding, gemist (niet alleen qua inhoud, maar ook op het gebied van huisvesting, sfeer, aandacht, etc.)? 2. Hoe ziet jouw ideale opleiding eruit? 3. Geef ons tips over wat we aan de opleiding kunnen verbeteren. 4. Zijn er ook dingen die je goed vond en die je speciaal wil benoemen? 5. Ben je aan het werk, en zo ja, waar?
01. ACTIVITEIT laatste gesprek met loopbaanbegeleider 01. OEFENING laatste gesprek met loopbaanbegeleider FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individueel, in dialoog met de begeleider BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 02.
COMPLIMENTEN GEVEN!
OEFENING 01.
DE COMPLIMENTENBON
02. ACTIVITEIT complimenten geven 01. OEFENING de complimentenbon FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN uitgeprinte complimentenbon
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 02.
COMPLIMENTEN GEVEN!
OEFENING 02.
THE VOICE: NETWERKEN
TIJD Afhankelijk van groepsgrootte.
DOEL Leren presenteren.
OPDRACHT •
• • 02. ACTIVITEIT complimenten geven!
•
Studenten presenteren zichzelf. Zij pitchen zichzelf persoonlijk en geven daarbij aan waarom iemand als zij onmisbaar zijn binnen een bedrijf of binnen het beroep dat ze willen uitoefenen. De jury bestaat uit externen. Dit zijn deskundigen op het gebied van presenteren. De jury-leden zitten met de rug naar de pitcher toe en draaien om als zij geraakt of nieuwsgierig worden. De pitcher spreekt niet langer dan één minuut over zichzelf. De overige groepsleden letten op de non-verbale houding. Het is belangrijk dat er geen oordeel over de student wordt geveld: hij krijgt terug wat de observant ervaren, gehoord en gezien heeft. Na de pitch is er een nabespreking. De student schrijft de ervaring op.
02. OEFENING the voice: netwerken FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN Personen die een gefundeerd positief oordeel kunnen geven over de presentatie van studenten. Deze personen zijn geen eigen docenten van de studenten.
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET 03. ACTIVITEIT een netwerkverlanglijstje
ACTIVITEIT 03.
EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE
OEFENING 01.
NETWERKVERLANGLIJSTJE MAKEN
Hieronder staat een voorbeeld hoe je in kaart kunt brengen welke mensen je kunt benaderen voor het door jou gestelde doel.
WIE Wie ken ik die een horecaopleiding doet of gedaan heeft?
DOEL Bijvoorbeeld: op zoek naar informatie over een horecaopleiding
01. OEFENING netwerkverlanglijstje maken
WIE Wie ken ik die iemand kent die in de horeca werkt of er verstand van heeft? WIE Wie ken ik die een baan heeft in de horeca?
FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
CONCLUSIE Een netwerklijstje maakt je doelen concreet Nu heb je helder in kaart gebracht wat je doel is en welke mensen je uit je netwerk kunt benaderen om dichter bij de je doel te komen. Als je dit eenmaal hebt gedaan, kun je gaan nadenken over welke vraag je iemand wilt stellen. Deze vragen komen dan op je netwerkverlanglijst terecht. Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
Gericht vragen Maak voor jezelf een lijst met vragen die je kunt stellen aan de mensen die je wilt benaderen. Maak de vraag zo helder mogelijk. NETWERKEN
IN GESPREK MET
OEFENING
Bijvoorbeeld een algemene vraag: Ik ben op zoek naar informatie over een horecaopleiding. Je kunt de vraag specifieker maken door bijvoorbeeld te vragen: ‘Graag ontvang ik meer informatie over de horecaopleiding in Rotterdam’. Een ander voorbeeld: Doel: ik wil meer informatie over een horecaopleiding. Wie zou ik dat kunnen vragen? Ganesh zit op een horecaopleiding. Vraag aan hem: ‘Hoe kan ik me inschrijven voor de open dag van de horecaopleiding in Rotterdam?’
03. ACTIVITEIT
een netwerkverlanglijstje
01. OEFENING
netwerkverlanglijstje maken
CONCLUSIE Heb je netwerklijstje altijd in je hoofd Maak de mensen die je wilt leren kennen + reden + doel concreet. Schrijf ze op. Je hebt nu een duidelijk overzicht en een netwerkverlanglijstje. De vragen van je netwerkverlanglijstje kun je aan iedereen stellen. Als iemand aanbiedt om je te helpen, weet jij meteen waarmee. Zo kun je jouw vraag gemakkelijk stellen en gaat je netwerk voor je werken, zonder dat het jou iets kost.
Oefening overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET 03. ACTIVITEIT een netwerkverlanglijstje
ACTIVITEIT 03.
EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE
OEFENING 02.
WIE ZOU JIJ AANNEMEN ALS COLLEGA EN WAAROM?
TIJD 45 minuten
DOEL Met elkaar bespreken waar je op let als je een collega wil aannemen.
OPDRACHT Individueel: Iedere student leest de sollicitatiebrief en schrijft de volgende zaken op: • welke zaken vind ik positief in de brief? • welke zaken mis ik in de brief/ vallen mij negatief op? Als groep: • Deze worden nabesproken. • Studenten beargumenteren vervolgens of ze de schrijver van de brief wel of niet zouden uitnodigen voor een gesprek en op basis waarvan.
02. OEFENING wie zou jij aannemen als collega en waarom? FASE afrondings- en vervolgfase TYPE groepsopdracht BENODIGDHEDEN een vacature een aantal sollicitatiebrieven op deze functie
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 03.
EEN NETWERKVERLANGLIJSTJE
OEFENING 03.
ONDERHANDELEN OVER JOUW KWALITEITEN
TIJD 15 minuten
DOEL Reflecteren op kwaliteiten.
OPDRACHT • •
• • 03. ACTIVITEIT een netwerkverlanglijstje
Twee personen gaan aan een tafel zitten, allebei met vijf euro op tafel. Samen komen ze tot een deal waarbij de een iets voor de ander gaat doen en de ander bereid is daarvoor te betalen. (‘Ik kom jou een keer helpen met het op orde brengen van je administratie.’, ‘Jij krijgt mijn cursusmap projectmanagement.’, ‘Ik breng jou in contact met Pietje.’) Zorg voor een vaste tijd per deal, dus bijvoorbeeld maximaal 15 minuten. Schenkingen aan het goede doel zijn niet toegestaan, het geld moet uiteindelijk echt bij óf persoon 1 óf persoon 2 terechtkomen.
03. OEFENING onderhandelen over jouw kwaliteiten FASE afrondings- en vervolgfase TYPE groepsopdracht, tweetallen BENODIGDHEDEN 5 euro ter onderhandeling.
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 04.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 01.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
Schrijf de namen op van vijf mensen die je echt goed kent. Schrijf nu bij elke persoon op wat jullie gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld de voetbalclub en je woonplaats. Schrijf daarnaast op wat jullie niet gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld: Daniek zit op ballet, ik niet. Wat heb je nog meer verschillend of hetzelfde? Denk aan de volgende eigenschappen om in je overzicht op te nemen: leeftijd, geslacht, nationaliteit, uiterlijke kenmerken (lengte, ras, kleding), opleiding, verliefd, verloofd, single, gehuwd, gezinssituatie, beroep, religieuze voorkeur, politieke voorkeur, auto, fiets, scooter, voorkeur voor muziekstijl of artiesten. Ook deze eigenschappen spelen een rol bij het starten en volhouden in een relatie.
CONCLUSIE
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk?
Hoe diverser, hoe beter Je hebt nu een overzicht van de diversiteit van je netwerk. Heb je veel gemeenschappelijk met de personen op je lijstje, dan is er waarschijnlijk een grote mate van onderling vertrouwen en kun je elkaar altijd om hulp vragen. Heb je weinig gemeenschappelijks met deze mensen, dan bieden ze je waarschijnlijk nieuwe ideeën en mogelijkheden en helpen ze je misschien ook bij het vinden van een stageplaats, een baan of klanten. Probeer altijd minstens een persoon in je omgeving te hebben die je wél heel erg goed kent, maar die niet te veel op je lijkt. Zorg voor diversiteit binnen je netwerk.
01. OEFENING hoe divers is jouw netwerk? FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN geen
Oefening is overgenomen uit de reader Laat netwerken voor je werken uit de toolbox van het landelijk stimuleringsproject LOB in het mbo, ontwikkeld door consultancybureau La Red.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 04.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 02.
HOE ZIET JOUW PERSOONLIJKE NETWERK ERUIT?
TIJD 30 minuten
DOEL Inzicht geven in eigen sociale relaties.
OPDRACHT • • •
Schrijf de namen van de mensen op die jij kent, doe dit eerst eens uit je hoofd. Verdeel bekenden in groepen waartoe zij behoren. Bijvoorbeeld: familie, vrienden, collega’s, teamgenoten enzovoort. Schrijf deze groepen op een vel papier en vul daaronder de namen in. Vul vervolgens de netwerkkaart in. Schrijf binnen elk kwadrant de groep mensen die jij kent. Ga daarbij voor jezelf na wie binnen deze groep dichtbij staat en wie verder weg.
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk? 02. OEFENING hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN de sociale netwerkcirkel, zie volgende pagina
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk?
02. OEFENING hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? NETWERKEN
IN GESPREK MET
De sociale netwerkcirkel
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 04.
HOE DIVERS IS JOUW NETWERK?
OEFENING 03.
IK ALS CENTRUM VAN MIJN EIGEN NETWERK
TIJD 45 minuten
DOEL Inzicht in je eigen netwerk.
OPDRACHT Laat studenten een overzicht maken van hun eigen netwerk. Ze zetten zichzelf in het midden van een blaadje, en maken dan een mindmap van hun netwerk waarbij ze zelf dus de cirkel van hun eigen web zijn. Hang daarna de blaadjes op en laat zien hoe krachtig al die netwerken zijn. Dit is ook een goede tool om te laten zien hoeveel mensen iemand kent, die weer mensen kennen die weer mensen kennen.
04. ACTIVITEIT hoe divers is jouw netwerk? 03. OEFENING ik als centrum van mijn eigen netwerk FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN papier kleurstiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 05.
NETWERKEN
OEFENING 01.
NETWERKGESPREK
TIJD een week of langer
DOEL Gesprek (leren) voeren met iemand die je niet kent.
OPDRACHT Laat studenten binnen een periode van een maand een gesprek voeren met iemand die ze niet kennen. Deze persoon werkt volgens hen bij een interessant bedrijf of heeft een interessant beroep. Het hoeft niet het beroep te zijn dat de student zelf wil gaan doen. Stimuleer hen om hun eigen netwerk in te zetten om met zo iemand in contact te komen. Doel is niet het vinden van een baan, maar leren dat een leuk gesprek voeren de basis is van netwerken: het flirten. Maak een planning voor over een maand waarin alle studenten hun ervaringen met elkaar kunnen delen.
05. ACTIVITEIT netwerken 01. OEFENING netwerkgesprek FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN stel eventueel een database van contacten samen
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 06.
EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
OEFENING 01.
FAMILIEPRAAT
Je deelt je er varingen van het bedrijfsbezoek met je familie.
TIJD De opdracht duurt ongeveer 30 minuten. Vertel thuis aan je familie hoe het bedrijfsbezoek was. Vertel waar je bent geweest, wat je hebt gezien en wat je hebt gedaan. Vertel wat je te weten bent gekomen over het bedrijf en over het beroep. Vertel ook wat je leuk vond en wat je niet zo leuk vond aan het bedrijfsbezoek en aan het beroep. Vraag je familie of ze het beroep, de sector of het bedrijf bij je vinden passen, en waarom wel of niet.
06. ACTIVITEIT evalueren (bedrijfsbezoek) 01. OEFENING familiepraat FASE afrondings- en vervolgfase
Vraag ze ook om jou te adviseren over je toekomst. Welk(e) beroep(en) vinden zij bij jou passen? In welke sector zien ze je werken? Waar ben jij goed in en waar zou je dat volgens hen kunnen gebruiken? Welke tips kunnen ze je geven voor je loopbaanoriëntatie? Wat is bij hen doorslaggevend geweest om voor een bepaalde opleiding of een bepaald beroep te kiezen? Maak een kort verslag (op papier of op video) van het familiegesprek dat je hebt gevoerd en wissel het verslag uit met een klasgenoot. Bespreek met elkaar hoe het gesprek verliep en welke tips jullie hebben gehad. Bespreek ook samen wat je nu kunt doen om je verder te oriënteren op dit beroep of op een ander beroep.
TYPE individueel, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 06.
EVALUEREN (BEDRIJFSBEZOEK)
OEFENING 02.
EVALUATIEFORMULIER
De studenten moeten dit formulier na afloop van een bedrijfsbezoek invullen. Het is bedoeld om de ervaringen van de studenten met het bedrijfsbezoek te delen met de begeleider van het bedrijf. De begeleider kan daar immers van leren. Indien nodig kan hij ook zijn programma aanpassen voor volgende leerlingen. Stuur de ingevulde formulieren, samen met een bedankbriefje, binnen twee weken na het bezoek, toe aan het bedrijf. Datum van het bezoek: Naam van de begeleider: Dit vond ik het beste onderdeel van het bezoek:
Dit heeft het bezoek mij opgeleverd:
omdat:
Dit zal ik mij altijd blijven herinneren van het bezoek:
Dit onderdeel van het bezoek vond ik minder goed:
Dit wil ik nog zeggen tegen de begeleider van het bedrijf:
omdat:
Verdere opmerkingen:
06. ACTIVITEIT evalueren (bedrijfsbezoek) 02. OEFENING evaluatieformulier FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individueel, daarna bespreking in de groep BENODIGDHEDEN geen
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET
ACTIVITEIT 07.
HOE ZIET JOUW (VIRTUELE) NETWERK ERUIT?
OEFENING 01.
ORDEN JE NETWERK
TIJD 1,5 uur
DOEL Inzicht krijgen in verschillende soorten relaties.
OPDRACHT Om een netwerk in beeld te krijgen is een aantal vragen van belang (Zaalmink, 2005): Geef de student de volgende opdracht:
07. ACTIVITEIT hoe ziet je (virtuele) netwerk eruit? 01. OEFENING orden je netwerk
1. Teken op het uitgereikte papier een cirkel. Schrijf in het midden van deze cirkel een doel dat je wil bereiken. 2. Ga vervolgens na wie van de mensen uit jouw netwerk van belang kunnen zijn voor hetbehalen van jouw doel. 3. Teken deze mensen in de cirkel. Mensen die je echt nodig kunt hebben bij het behalen van jouw doel teken je dichtbij anderen die je wat minder nodig hebt verder weg. 4. Kijk naar waar je deze mensen getekend hebt. Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat zij iets voor jou gaan doen? Bijvoorbeeld: bellen. langsgaan, iemand anders vragen of hij contact kan leggen.... 5. Strategisch gebruik maken van je netwerk? • Wat zijn de posities van deze mensen, met wie hebben zij contact? • Hoe zou je hun betrokkenheid kunnen versterken en op welke manier doe je dat?
FASE afrondings- en vervolgfase TYPE individuele opdracht BENODIGDHEDEN A3 of A4 vellen, potloden, stiften
Oefening is overgenomen uit de ‘Lessenserie Netwerken’, ontwikkeld door het Stimuleringsproject LOB in het mbo.
IN GESPREK MET