Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs
Rapportage Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs
Utrecht, november 2014
In opdracht van OSB drs. Vincent van Grinsven drs. Aart van Grootheest dr. Eric Elphick
Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon:
030 263 1080
fax:
030 261 6944
e-mail:
[email protected]
website:
www.onderwijsonderzoek.com
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING .......................................................................................................................................... 2
2
OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK ................................................................... 3
3
2.1
Methode van onderzoek ......................................................................................................... 3
2.2
Vragenlijst ................................................................................................................................. 3
2.3
Netto-respons ........................................................................................................................... 4
RESULTATEN ..................................................................................................................................... 6 3.1
Budget voor schoonmaakwerkzaamheden .......................................................................... 6
3.2
Grootste irritatie over schoonmaak ....................................................................................... 7
BIJLAGE – Antwoorden op open antwoordcategorieën
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
1
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs 1
INLEIDING
DUO Onderwijsonderzoek, specialist op het gebied van onderwijsonderzoek, heeft een omnibusonderzoek verricht onder directeuren basisonderwijs. Het omnibusonderzoek1 dat in oktober 2014 is uitgevoerd omvatte diverse onderwerpen voor verschillende opdrachtgevers. In totaal is een netto-respons gerealiseerd van n=400 directeuren van basisscholen in Nederland. Dit rapport bevat de resultaten van de vragen die wij de directeuren voor OSB hebben voorgelegd.
1
Methode van onderzoek waarbij wij de vragen van de deelnemende organisaties/de opdrachtgevers bundelen tot één
vragenlijst die wij vervolgens voorleggen aan directeuren in het basisonderwijs.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
2
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs 2
OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK
2.1
Methode van onderzoek
Het onderzoek is online uitgevoerd. Het onderzoek onder de directeuren uit het basisonderwijs heeft als volgt plaatsgevonden: −
We hebben de leden van ons Online Panel Directeuren Basisonderwijs een e-mail gezonden met een korte uitnodiging met het verzoek tot deelname aan het onderzoek. In deze e-mail hebben we een persoonlijke link verwerkt waarmee de directeur de vragenlijst kon activeren.
−
De vragenlijst werd door de directeuren vervolgens online ingevuld.
De technische realisatie van het onderzoek is door ons in eigen beheer uitgevoerd en gemanaged. Er zijn voorzieningen getroffen dat elke directeur slechts één vragenlijst kon invullen. Tevens was het mogelijk om, indien de invulling van de vragenlijst moest worden afgebroken, verder te gaan met het invullen van de vragenlijst op het punt waar men gebleven was, door opnieuw op de link te klikken. Het veldwerk van het onderzoek is uitgevoerd in de periode van 28 oktober tot en met 3 november 2014.
2.2
Vragenlijst
De vragenlijst hebben we opgesteld aan de hand van vragen die de in het onderzoek participerende partijen hebben aangeleverd. Deze vragen hebben we zo nodig – in overleg met de participerende partijen – bewerkt.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
3
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs 2.3
Netto-respons
Ten behoeve van het onderzoek werd gebruik gemaakt van het DUO Online Panel Directeuren Basisonderwijs. Het panel telt circa 800 directeuren van basisscholen. Deze directeuren benaderen we periodiek voor deelname aan online onderzoek. Afspraak met de panelleden is dat we ze uitsluitend benaderen voor onderwijsrelevant onderzoek. De gerealiseerde netto-respons is vergeleken met de populatie voor de variabelen denominatie, regio en schoolgrootte. Verschillen van de netto-respons ten opzichte van de populatie werden door middel van een herweging geëlimineerd. De respons op de variabelen denominatie, regio en schoolgrootte ziet er als volgt uit:
Variabele
Verdeling in de netto-respons
Werkelijke verdeling van de
n=400 (na herweging)
basisscholen in Nederland
Denominatie Openbaar
33%
33%
Protestants
29%
30%
Rooms Katholiek
31%
30%
Anders
7%
7%
Noord
40%
40%
Midden
29%
29%
Zuid
31%
31%
200 leerlingen of minder
52%
52%
201 leerlingen of meer
48%
48%
100%
100%
Regio
Aantal leerlingen
Totaal
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
4
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs Om inzicht te geven in de nauwkeurigheidsmarges die op elk steekproefonderzoek van toepassing zijn, is een tabel opgenomen waarin bij verschillende netto-respons-aantallen de bijbehorende nauwkeurigheidsmarges zijn vermeld. Hierbij is uitgegaan van een betrouwbaarheid van de resultaten van 95% (betrouwbaarheid = de mate waarin bij herhaalde meting, dezelfde resultaten worden verkregen).
Netto-respons
Uitkomst
Uitkomst
Uitkomst
50%-50%
75%-25%
90%-10%
50
13,9%
12,0%
8,3%
100
9,8%
8,5%
5,9%
400
4,9%
4,3%
2,9%
600
4,0%
3,5%
2,4%
Toelichting op de tabel
Bij een netto-respons van n=400 dient er bij een uitkomst van bijvoorbeeld ‘50% van de directeuren basisonderwijs is het wel eens met stelling X en 50% van de directeuren basisonderwijs is het niet eens met stelling X’ rekening te worden gehouden dat de werkelijke percentages zullen liggen tussen 45,1% (50% -/- 4,9%) en 54,9% (50% + 4,9%). Bij het analyseren van de resultaten hebben wij gekeken in hoeverre de resultaten verschillen naar schoolgrootte, vakantieregio en denominatie. Daar waar sprake is van relevante significante verschillen is dit in de rapportage aangegeven.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
5
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs 3 3.1
RESULTATEN Budget voor schoonmaakwerkzaamheden
We hebben directeuren als eerste gevraagd welk percentage van het budget/de begroting gereserveerd is voor schoonmaakwerkzaamheden. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat een meerderheid (61%) van de directeuren dit niet weet. Het gemiddelde percentage komt uit op 7% van de begroting.
Welke percentage van het totale budget/begroting is voor uw school gereserveerd voor schoonmaakwerkzaamheden?
10,5 procent of meer
8%
5,5 procent - 10 procent
6%
2,5 procent - 5 procent
17%
2 procent of minder
8%
Weet niet
61%
0%
10%
20%
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
6
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs 3.2
Grootste irritatie over schoonmaak
We hebben de directeuren die volgende vraag voorgelegd: Wat is uw allergrootste irritatie als het gaat over de schoonmaak op school? Bijna een kwart (24%) geeft aan dat het niet schoon is (na de schoonmaak). Een iets lager percentage (23%) geeft aan dat er te weinig tijd is voor schoonmaak. Een zevende (14%) van de scholen geeft aan dat er geen irritaties zijn als het gaat om de schoonmaak.
Wat is uw allergrootste irritatie als het gaat over de schoonmaak op school? (één antwoord mogelijk) Niet schoon
24%
Te weinig tijd voor schoonmaak
23%
Budget krap/beperkt
14%
Toiletten
9%
Overig
10%
Geen irritatie
14%
Geen antwoord
6% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Het volledige overzicht met antwoorden is opgenomen in de bijlage.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
7
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs BIJLAGE - Antwoorden op open antwoordcategorieën. Antwoorden bij de vraag: Wat is uw allergrootste irritatie als het gaat over de schoonmaak op school? Overzicht alle antwoorden: •
Alles is niet goed schoon
•
Als de vaste schoonmaakster ziek is dat de vervangers slecht ingewerkt worden.
•
Als er 's morgens nog een vieze lucht in de nabijheid van de toiletten hangt.
•
Als onze vast schoonmaakster ziek is, is het erg lastig om een goede invaller gevonden te krijgen.
•
Beperkt budget, nooit goed genoeg
•
Beperkte tijd om lokalen goed schoon te houden. Schoonmaakmedewerkers hebben een beperkt budget / tijd om alles te kunnen doen. Ze houden zich bij de hoofdzaak, zoals toiletten, keuken en de lokalen 1 maal per week.
•
Beschikbare financiën zijn structureel te laag
•
Beschikbare tijd
•
Besturen bezuinigen en bezuinigen. Het gaat ten koste van mensen. Schoonmaak is een sluitpost
•
Bij de zomerschoonmaak verwacht ik wat meer poetswerk dan dat ik krijg. Dat zou grondiger kunnen. Het voldoet echter wel aan de afgesproken richtlijnen, waarbij kostenbesparing een rol heeft gespeeld.
•
Bij ons zijn we tevreden over de schoonmaak op school
•
Blijft veel stof in de hoeken, achter kasten etc. Liggen. Toiletten lijken nooit echt schoon te worden.
•
Budget is krap
•
Budget is niet toereikend voor het werk dat moet gebeuren.
•
Budget is ontoereikend om lokalen, wc's en algemene ruimtes goed schoon te houden.
•
Controle op de werktijden. Geen goed zicht op, omdat de schoonmaak geregeld in de avonduren plaatsvindt en ook wel of niet in de vakanties. Tevens onvoldoende in beeld wat er op welke dag of in periode wel of niet schoongemaakt moet worden. Ramen, vloeren e.d. Dat de wc's elke dag gedaan worden is duidelijk.
•
Dat alleen de 'grote dingen' dagelijks worden gedaan; prullenbakken legen en zuigen. De randjes, boekenplanken, etc worden vergeten.
•
Dat budget niet toereikend is; schoonmaakpersoneel krijgt te weinig uren....contract bovenschools is helemaal uitgewrongen
•
Dat collega's blijven klagen dat het niet schoon is en dat ze veel zelf moeten doen.
•
Dat de dingen maar half schoon gemaakt worden en dat de wc's niet fris zijn
•
Dat de randen en onder de kasten niet meegenomen worden. Als er iets is wat niet op het programma staat en het is smerig dat er dan niks aan gedaan wordt.
•
Dat de school niet echt schoon is. Te weinig tijd om goed schoon te maken.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
8
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Dat de school niet grondig wordt schoongemaakt. De tijd voor de schoonmakers is erg krap en dus wordt er niet met de volle aandacht schoon gemaakt.
•
Dat de school nooit echt schoon is. Er wordt iedere dag schoongemaakt, maar er blijven altijd dingen die niet schoon zijn. De toiletten zijn ook een dagelijkse ergenis, ze worden iedere dag schoongemaakt, maar het blijft ruiken.
•
Dat de schoolschoonmaakster structureel te weinig tijd heeft/
•
Dat de schoonmaaksters te weinig tijd hebben om grondig schoon te maken.
•
Dat de werksters te weinig tijd hebben om alles goed te kunnen schoonmaken.
•
Dat dit gebeurt, direct na schooltijd. Jengelende stofzuigers, schoonmaaksters in de klas, terwijl je druk bent met administratie, gesprekken enz.
•
Dat een keer per jaar echt schoon is verder is het bijhouden
•
Dat er altijd te weinig geld is om grondig schoon te maken.
•
Dat er door schoonmaakbedrijven niet goed gecalculeerd wordt(zeker met een Europese aanbesteding)en de werkzaamheden ver onder de maat zijn.
•
Dat er in te weinig tijd teveel moet worden gedaan
•
Dat er kwalitatief niet geen goed werk wordt geleverd.
•
Dat er met (te) beperkte budgeten hard gewerkt wordt om de school schoon te houden en er toch altijd ontevredenheid is over de schoonmaak (denk b.v. Aan e stinkende toiletten).
•
Dat er niet goed wordt schoongemaakt
•
Dat er steeds minder tijd en geld is voor de schoonmaak.
•
Dit terwijl het schoolgebouw steeds intensiever gebruikt moet worden Denk aan voor-tussen en naschoolse opvang
•
Dat er te weinig geld voor beschikbaar is om de schoonmaak grondig te laten uitvoeren. De toiletten en de tafels zijn elke dag goed schoon, maar de rest is minder schoon.
•
Dat er te weinig tijd (=geld) is om grondig schoon te maken. Blijft oppervlakkig werken.
•
Dat er te weinig uren beschikbaar zijn, zodat er nooit eens 'goed' schoongemaakt wordt.
•
Dat er veel niet schoon is. Zoals stof op moeilijke plekken
•
Dat er veel te weinig tijd is om schoonmaakwerkzaamheden zo uit te voeren dat het effect positief is.
•
Dat er weinig budget is en dat alles te snel moet.
•
Dat er weinig geld voor is.
•
Dat heet niet altijd schoon is. Heet zou een combifunctie moeten zijn: concierge en schoonmaker. Gewoon de hele dag beschikbaar voor ondersteuning, en opruim- en schoonmaakwerkzaaamheden.
•
Dat het bedrijf slecht zorgt voor haar personeel. Zij betalen niet de uren uit waar de schoonmakers recht op hebben.
•
Dat het blad blijft vallen als het pas is opgeruimd.
•
Dat het geld wat we krijgen niet genoeg is om echt de school schoon te houden
•
Dat het heel oppervlakkig gedaan wordt
•
Dat het net niet helemaal schoon is!
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
9
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Dat het niet fris is
•
Dat het niet schoongemaakt wordt en dat we iedere keer hetzelfde aan moeten geven: Vegen, dweilen en de wc's goed schoonmaken
•
Dat het nooit goed is.
•
Dat het nooit schoon genoeg lijkt. Met name op toiletten.
•
Dat het soms niet schoon is
•
Dat het te vaak niet echt schoon is! Eén brinnummer twee locaties (7 km van elkaar verwijderd) bekostiging als zijnde 1 school!!!!!!
•
Dat het vaak niet schoon genoeg is.
•
Dat het werk niet goed gedaan wordt.
•
Dat het zo kort schoon blijft. Kinderen moeten hierin ook beter opgevoed worden ( en ouders!).
•
Dat leerkrachten ook 2 keer per jaar mee moeten doen aan een schoonmaakavond, naast de dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden.
•
Dat niet alle ruimtes elke dag schoongemaakt kunnen worden
•
Dat niet alles wordt schoongemaakt
•
Dat nooit aan de verwachting voldaan wordt. Bovendien wordt het contract regelmatig niet nageleefd. En de grootste frustratie is dat iedereen weet dat in de gegeven tijd NOOIT een school schoon gemaakt kan worden, maar dat we dat alleen maar blijven noemen en er nooit wat structureels aan verandert.
•
Dat schoonmaakpersoneel zo slecht betaald wordt en het werk moet doen in te weinig uren
•
Dat schoonmakers standaard op te weinig uren worden ingezet door hun schoonmaakbedrijf. Zij kunnen de klus gewoon niet klaren in de beschikbare tijd: gevolg is sluipende vervuiling van het gebouw.
•
Dat vanuit de ARBO de schoonmaker weinig mag. Hierdoor de leerkracht het wel mag/moet doen.
•
Dat we als personeel steeds meer zelf moeten doen, bezuinigingen zijn tegenwoordig leidend
•
De beperkte tijd die schoonmakers krijgen om de school schoon te maken.
•
De beperkte tijd, die we kunnen/mogen inkopen.
•
De deuren en ramen
•
De randjes en hoekjes
•
De finishing tuch
•
De grootste irritatie is het niet goed uitvoeren van de schoonmaakwerkzaamheden. Er zijn duidelijke afspraken, helaas wordt er veel niet gedaan of het is erg slordig.
•
De hygiëne.
•
De kosten
•
De kwaliteit van de betreffende schoonmaker. Ook de hoeveelheid tijd die beschikbaar is [te weinig]
•
De kwaliteit van de schoonmaak
•
De niet voldoende zijnde vergoedingen
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
10
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
De onzin van Europese aanbesteding. Dit kost onevenredig veel tijd van alle betrokkenen van de Stichting. De loze beloften van de bedrijven. Slechte begeleiding van de schoonmakers. De grote bedrijven hebben slechte communicatie en zijn star vanwege de logheid en grootte.
•
De rijksvergoeding voor de schoonmaak is beslist onvoldoende.
•
De school is nooit schoon en met de Europese aanbesteding is dat alleen maar erger geworden.
•
De schoolschoonmaakster moet in weining tijd de school kunnen schoonmaken. Veel zaken worden daardoor vluchtig schoongemaakt. Er zou veel meer tijd voor het stofzuigen van de lokalen moeten zijn.
•
De schoonmaak in d.m.v. Een aanbesteding uitbesteed aan een schoonmaakbedrijf dat het voor het minste geld kon doen. Nu we een half jaar verder zijn blijken ze het niet voor dat bedrag te kunnen doen en stijgen de kosten met 50% als ik een schone school wil hebben. Dan was ons vorige schoonmaakbedrijf goedkoper en hebben de mensen daar onnodig hun baan verloren.
•
Aanbesteding geeft een verkeerde prikkel aan marktpartijen om de klus binnen te halen, wetend dat het niet kan voor dat bedrag en dan later met hogere kosten te komen. De directeur van het schoonmaakbedrijf geeft zelf toe dat het zo gaat!
•
De schoonmaak rondom de school. De rommel die er altijd ligt ( weekend en van 's avonds). Je hebt geen beschikking over een concierge . Wie ruimt het dan op?
•
De schoonmaaksters werken keihard, maar hebben niet genoeg tijd om goed schoon te maken.
•
De schoonmaker heeft te weinig uren.
•
De schoonmakers hebben te weinig tijd om het goed te doen
•
De schoonmakers komen niet aan alle werkzaamheden toe.
•
De slechte wijze van schoonmaak. Communicatie met de externe medewerkers.
•
De speelzaal wordt bij ons minder vaak schoongemaakt, maar wel zeer intensief gebruikt. Dat zou ik graag anders zien.
•
De te korte tijd voor de schoonmaakster om alles goed te kunnen doen!
•
De tijd die de schoonmakers krijgen is te beperkt waardoor alleen de grote doorloop goed schoongehouden wordt, maar en geen aandacht is voor details.
•
De tijd die de werksters hebben, is te weinig. Volgens het schoonmaakbedrijf moeten ze het kunnen halen. Het bedrijf houdt geen rekening met overvolle klassen.
•
De tijd is altijd beperkt
•
De toiletten
•
De toiletten die niet schoon te houden zijn en de stank die er altijd maar weer hangt.
•
De toiletten en de klassen die niet goed schoon zijn
•
De toiletten worden niet goed schoongemaakt.
•
De tussenpersonen
•
De uitvoering laat te wensen over (niet schoon dus)
•
De werktijden van het schoonmaakpersoneel
•
Details altijd overgeslagen.
•
Een dag niet gedaan..
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
11
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Een te lage VELO norm ten opzichte van daadwerkelijke kosten. CAO wijzigingen worden niet doorberekend in de VELO.
•
Er is een contract afgeslopten op kwaliteit i.p.v. Op uren.
•
ER is hierdoor "extra bewaking"nodig om te zorgen dat de schoonmakers hier niet de dupe van worden.
•
Er is geen ruimte/ tijd om eens extra schoon te maken zoals o.a. Extra ramen zemen, (hoge)randjes afstoffen, boven de 1.80 cm wordt er nauwelijks schoongemaakt, e.d. Daarvoor is het budget niet toereikend.
•
Er is geen tijd om tafeltjes opzij te schuiven
•
Er is te weinig budget beschikbaar, woordoor er niet optimaal schoongemaakt kan worden. Er wordt van de leerkrachten teveel verwacht, dat ze het er nog wel eventjes tussendoor bij doen. Schoonmaak mag b.v. Van de ARBO geen tafels opstapelen, leerkrachten en/of kinderen mogen dat blijkbaar wel doen. Zij zijn niet beschermd. Elke grote vakantie start ik met behoorlijke spierpijn in de rug, vanwege dit tillen. GRRRRRRR!!!
•
Er is te weinig tijd beschikbaar vanuit schoonmaakbureau waardoor niet alles gedaan kan worden.
•
Er is te weinig tijd om alles goed schoon te maken
•
Er is te weinig tijd om het werk goed te doen
•
Er worden te weinig uren ingezet.
•
Er wordt slecht schoongemaakt. Dit is niet te wijten aan de kwaliteit van de schoonmakers. Het ligt volledig aan de middelen die hier voor zijn. Niet toereikend.
•
Er wordt te weinig geld voor uitgetrokken op bovenschools niveau. Het is een sluitpost
•
Er zijn te weinig uren/geld om GOED schoon te kunnen maken. Jaarlijks moeten ouders ingeschakeld worden om dit te compenseren. Daarnaast worden toiletten niet secuur genoeg; niet vaak genoeg schoongemaakt. Een keer per dag is eigenlijk veel te weinig.
•
Er zou meer tijd en geld moeten zijn om fatsoenlijk schoon te maken.
•
Feitelijk te weinig tijd voor schoonmakers.
•
Gebrek aan tijd om alles grondig schoon te houden
•
Gebrek aan tijd om de hele school grondig schoon te houden
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
•
Geen
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
12
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Geen
•
Geen, goed geregeld
•
Geen. Ik ben erg tevreden over de wijze waarop de school wordt schoongemaakt.
•
Geen controle, dan vermindert de kwaliteit meteen
•
Geen irritatie
•
Geen irritatie
•
Geen irritatie
•
Geen irritatie, bij ons op school goed geregeld. Het kost alleen veel geld.
•
Geen irritatie, wij hebben een schone school
•
Geen irritatie. We hebben gelukkig een eigen schoonmaakster in dienst.
•
Geen irritaties, maar tevredenheid
•
Geen irritaties, of het moet al zijn dat er te weinig geld wordt verstrekt door het ministerie OCW
•
Geen schone toiletten en stof
•
Geen, de school wordt goed schoongemaakt
•
Geen, eigen schoonmakers in dienst
•
Geen, gaat prima.
•
Geen, ik ben zeer tevreden
•
Geen, particulier
•
Geen, we hebben super schoonmaaksters!!!
•
Geen.
•
Geen. We hebben een eigen schoonmaakster in dienst. Het loopt prima!
•
Geen. We hebben een top-schoonmaakster
•
Geen. We zijn prima tevreden. Als er een irritatie is is het probleem eerder dat de leerkrachten van de school zelf hun rommel niet opruimen. V.w.b. De schoonmakers geen enkel probleem.
•
Geen; hebben nu een goed schoonmaakbedrijf
•
Geur blijft in gebouw zitten, is oud gebouw. Ook na goede reiniging blijft het ruiken.
•
Goed schoonmaken kan niet in de uren die ervoor staan.
•
Grote kostenpost en tijdsinvestering.
•
Hahah leuke vraagstelling!! Geen!
•
Half werk, geen grondige aanpak (mogelijk)
•
Heb ik niet
•
Heb ik niet
•
Heb ik niet.
•
Hebben we niet, is goed geregeld.
•
Het "uitgeklede"schoonmaakprogramma
•
Het aanspreekpunt bij een klacht
•
Het aantal minuten beschikbaar voor schoonmaak is ontoereikend. Reden: een ontoereikend budget.
•
Het afpassen in minuten en seconden voor een bepaalde ruimte....!
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
13
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Het bedrag dat wordt uitgekeerd vanuit ocenw in verhouding tot de te maken kosten
•
Het beperkte budget geeft beperkte mogelijkheden, maar door prioriteiten te stellen is het wel schoon (hygiënisch) , maar bv de ramen zouden wel wat vaker mogen.
•
Het beperkte budget waarmee alles gedaan moet worden.
•
Het feit dat de toiletten slechts 1 x per dag schoongemaakt (kunnen) worden terwijkl dat met zoveel kinderen vaker nodig is
•
Het gedrag van leerlingen en leerkrachten m.b.t. Het weggooien van hun afval. Dit zorgt voor veel extra werk van de schoonmaker waar wij overigens heel tevreden over zijn
•
Het is een enorme kostenpost op de begroting dus er is geen geld voor een jaarlijkse grote schoonmaak e.d. Er moet naast het schoonmaakbedrijf veel opgelost worden met behulp van ouders
•
Het is niet schoon genoeg. Overleg en afspraken controleren kosten veel tijd
•
Het is nooit echt school door te weinig tijd.
•
Het is nooit helemaal schoon
•
Het niet fatsoenlijk iedere dag schoon kunnen maken van de school, vanwege het feit, dat het bestuur te weinig geld ter beschikking stelt.
•
Het onvoldoende schoon kunnen maken in de gestelde tijd, het niet grondig schoonmaken, het achterstallige onderhoud van het gebouw.
•
Het regelen dat ze samen komen tot een goed rooster waarbij dagelijks bepaalde dingen gepoetst worden
•
Het te kort aan financiën om goede schoonmaak haalbaar te houden.
•
Het te krappe budget dat beschikbaar is.
•
Het wordt niet schoon. Schoonmaaksters die veel tijd met andere zaken doorbrengen en dus te weinig werk doen.
•
Het wordt per keer niet geheel schoon gemaakt en dus lijkt het altijd of de school niet schoon is
•
Hier geen irritaties. We hebben eigen schoonmaaksters in dienst. Gaat prima. Gaarne zo houden !!!!
•
Hoekjes ed worden niet meegenomen, bezuiningingen gaan over de rug van de werknemers
•
Hoeveelheid stof op meubilair
•
Hoge kosten voor basis schoonmaak, geen budget voor regelmatig bredere schoonmaak (ramen wassen, plinten meenemen etc.
•
Iedere keer de wisseling van schoonmaker
•
Iets vies blijft
•
Ik ben wel tevreden
•
Ik heb een superschone school.
•
Ik kan niets met deze (en soms andere suggestieve vragen)
•
Ik heb geen grote irritatie. Als iets niet goed gaat, lossen we dat in goed overleg op.
•
Ik ken geen irritatie v.w.b het schoonmaken van de school.
•
Er is bij ons goed en betrouwbaar personeel, goede materialen en middelen om schoon te maken,
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
14
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Ik ken het percentage niet. Schoonmaakaanbesteding wordt door de onze stichting geregeld, daarom heb ik er geen zicht op. Wel wet ik dat er te weinig tijd en geld beschikbaar is om grondig schoon te maken. Het is bijhouden en niet schoonmaken.
•
Het huidige schoonmaakbedrijf beloofde veel bij de intake, maar komt de beloftes niet altijd na.
•
Ik vind vaak de schoonmaker niet verantwoordelijk maar het gebrek aan tijd/geld/gezond contract. Schoonmaaktechnisch: de wc's
•
Inloop en stof
•
Is er gelukkig niet
•
Jaarlijkse kostenstijging. Veel overhead. Niet altijd adequaat. Te veel geld voor te weinig uren.
•
Kinderen de de toiletten misbruiken
•
Kosten
•
Kosten versus kwaliteit
•
Krappe budget, niveau van de schoonmaaksters/schoonmaakbedrijf, beleid om geen eigen schoonmaaksters in dienst te nemen i.v.m. Verplichtingen en arbeidswetgeving
•
Kwaliteit
•
Kwaliteit
•
Kwaliteit is wisselend en erg afhankelijk van de persoon die schoonmaakt
•
Kwaliteit laat altijd te wensen over
•
Kwaliteit van het schoonmaakbedrijf en de eigen controle op de werkzaamheden.
•
Beperkte tijd en dus alleen wat je ziet.
•
Kwaliteit versus budget
•
Kwaliteiten poetsdames
•
Meningsverschillen over hoe en wat er gepoetst moet worden tussen school en bovenschoolsmanagement!
•
Met het huidige budget kan alleen het meest noodzakelijke worden gedaan. Binnenkanten van kasten, bovenkanten van lamparmaturen, speelmateriaal bij de kleuters enz. Moet de leerkracht zelf regelen.
•
N.v.t.
•
Niet alles is schoon
•
Niet alles is tip top schoon.
•
Niet geheel schoon en wc
•
Niet iedereen zich eigenaar voelt. Het schoonhouden van het gebouw en zijn omgeving is een taak van ons allemaal (kinderen, leerkrachten en schoonmakers). Maark je er daarom ook eigenaar van.
•
Niet nagekomen afspraken met schoonmaakbedrijf. Schoonmaak slecht! (zeker voor kinderen en collega's met allergie)
•
Niet nagekomen schoonmaakafspraken
•
Niet schoon
•
Niet schoon genoeg door te weinig tijd
•
Niet schoongemaakte hoeken en stinkende toiletten
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
15
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Niet volledig, randen en richels blijven vuil
•
Nieuwe schoonmaakmiddelen geuren niet zo goed als vroeger!' Weinig tot geen irritaties
•
Nooit. Voldoende middelen om schoonmaak perfect te laten zijn.
•
Nvt
•
Ondanks contract met schoonmaakbedrijf blijft het vies in de klas.
•
Ondanks de zorgvuldigheid toch gemopper van ouders.
•
Onderhoud en renovatie(termijnen) toiletten.
•
Onterecht gemopper van ouders
•
Onvoldoende geld beschikbaar om de school goed schoon te maken. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven.
•
Op dit moment : geen
•
Op dit moment heb ik geen irritaties. De laatste was die van het niet nakomen van de planning.
•
Oud gebouw
•
Oud gebouw, achterstallig onderhoud en daardoor slecht schoongemaakt. Daarnaast is hygiëne voor ons een hot item. Er wordt slecht schoongemaakt. Daarom GGD ingeschakeld.
•
Oud gebouw, geurtjes bij toiletten
•
Oud gebouw, moeilijk schoon te maken.
•
Ouders blijven klagen over hygiëne terwijl dagelijks wordt gepoetst.
•
Ramen maar 1 keer per jaar
•
Kosten
•
Rand-vergoring in de hallen; stof in de vensterbanken
•
Reguliere schoonmaakbedrijven hebben geen affiniteit met de school
•
Relatie personeel en toezicht van het bedrikf
•
Schoonmaak is matig. FTE van poetseersgaat van mijn NJT af.
•
Schoonmaak speellokaal onvoldoende
•
Schoonmaak toiletten
•
Schoonmaakbedrijf kan te weinig tijd inzetten voor het bedrag wat beschikbaar is. Lumpsum is niet meegegroeid.
•
Schoonmaakbedrijven belasten hun schoonmakers met te veel werkzaamheden in te weinig uren.
•
Te weinig schoonmaakuren zijn er budgetair mogelijk binnen schoolbudget. Ouders en ook leerkrachten zouden daarom ook moeten schoonmaken ?! Is niet waar ze voor aangenomen zijn. Het moeten regelen van extra schoonmaak. Schoolleider zou dit 100% moeten kunnen uitbesteden. Zand in de school.
•
Schoonmaker krijgt te weinig tijd om zijn werk naar behoren te doen
•
Schoonmakers werken keihard en doen het voor de beschikbaar gestelde tijd prima. Er is echter een veel grotere investering nodig om de school echt schoon te krijgen en te houden. Ik ben er van overtuigd dat een schone school het ziekteverzuim drastisch terug zal dringen.
•
Slecht wordt vanuit bestuur op bezuinigd. Geen voldoende kwaliteit. Leerkrachten ism met ouders organiseren twee keer per jaar een schoonmaakavond om achterstallig werk te doen.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
16
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Slechte kwaliteit, slecht personeel, moeilijk aanspreekbaar, leidinggevenden werken nagenoeg niet mee met de school, hoge kosten
•
Slechte schoonmaak
•
Slechte schoonmaak door niet opgeleide/gemotiveerde mensen
•
Slechte schoonmaak en onvoldoende controle daarop
•
Stank
•
Steeds dezelfde klachten nadat het een tijdje goed gaat
•
Stinkende kindertoiletjes
•
Stinkende toiletgroepen, een vieze entree en het buitenglaswerk en houtwerk
•
Stinkende toiletten
•
Stinkende toiletten.
•
Stinkende wc's
•
Stinkende wc's
•
Stof
•
Stof en vuil in de lokalen; geen goede schoonmaak
•
Stof in de lokalen
•
Stof op lastig schoon te maken plekken
•
Stofwolken achter computers, hoeken van lokalen e.d.
•
Tafels en kasten worden niet van hun plaats gehaald om goed schoon te maken. Al het vuil verzamelt zich onder de kasten, die nota bene op wielen staan.
•
Te hoge kosten.
•
Te krap, er moet steeds meer gebeuren in minder tijd.
•
Te veel doen in te weinig tijd! School is dus niet schoon....
•
Te veel werk (mooi, maar onpraktisch gebouw)voor te weinig geld
•
Te veel werk dat in te weinig tijd gedaan moet worden waardoor het ook niet mogelijk is om goed schoon te maken.
•
Te verrichten voorwerk door leerkrachten
•
Te weinig budget, waardoor het niet goed schoon te krijgen is.
•
Te weinig budget
•
Te weinig budget om de school elke dag goed schoon te maken!
•
Te weinig budget om echt ALLES goed schoon te maken
•
Te weinig budget om het echt goed schoon te laten maken
•
Te weinig budget voor extra schoonmaakwerkzaamheden. Komt nu tlv team/ouders
•
Te weinig budget waardoor de kwaliteit in het geding is.
•
Te weinig budget, duur
•
Te weinig effectieve tijd, klein budget waardoor de hoogst nodige werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd
•
Te weinig financiële mogelijkheden om het echt goed schoon en fris te krijgen.
•
Te weinig geld beschikbaar voor een goede schone school
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
17
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Te weinig geld en kwaliteit
•
Te weinig geld om gedegen te laten schoonmaken. Randjes, toiletten
•
Te weinig geld om het goed te laten doen en steeds minder ouders die kunnen meehelpen
•
Te weinig geld om voldoende inzet te plegen.
•
Te weinig geld voor een grondige schoonmaak.
•
Te weinig geld; schoonmaakbedrijven willen met minder uren meer laten doen. Het wordt een oppervlakkige schoonmaak.
•
Schoonmakers die ik heb zijn betrokken en maken vrijwillig overuren. Ben daar erg blij mee
•
Te weinig inzet arbeidsuren
•
Te weinig kan worden schoongemaakt voor het geld dat er voor beschikbaar is.
•
Te weinig tijd
•
Te weinig tijd
•
Te weinig tijd ( niet de schuld van de schoonmaakster - wel de schuld van het budget )
•
Te weinig tijd (=geld) voor goede schoonmaak. Zet nu twee keer per jaar een groep ouders in voor schoonmaakwerkzaamheden die het schoonmaakbedrijf niet uit kan voeren omdat daar veel te veel tijd in gaat zitten.
•
Te weinig tijd beschikbaar voor de schoonmaker
•
Te weinig tijd en bij tijd en wijle slecht personeel. 14 jaar directeur en al het 5e schoonmaakbedrijf (wat nu goed werkt).
•
Te weinig tijd en dus geen schone school
•
Te weinig tijd om alles goed bij te houden.
•
Te weinig tijd om de klaslokalen/gangen en andere verkeersruimten schoon te maken. Ik wil dat er extra aandacht aan de toiletten wordt besteed.
•
Te weinig tijd om de toiletten goed schoon te maken
•
Te weinig tijd om echt goed schoon te maken/ geen grote beurten meer.
•
Te weinig tijd om goed schoon te maken
•
Te weinig tijd voor de schoolschoonmaaksters. Er ligt veel stof, achter de verwarming, onder de
•
Toiletten zijn verouderd/stinken
•
Te weinig tijd voor de schoonmaker om alles goed schoon te maken.
•
Te weinig tijd voor de schoonmakers
•
Te weinig tijd voor een goede schoonmaak.
•
Te weinig tijd voor heel veel werk
•
Te weinig tijd waardoor er slechter wordt schoongemaakt.
•
Te weinig tijd. Hardnekkige urinelucht jongenswc
•
Te weinig tijd. Niet voldoende schoonmaakmiddelen. Vaak materiaal van slechte kwaliteit.
kasten waar niet dagelijks wordt geveegd/schoongemaakt.
Bv. Stofzuiger vaak kapot. •
Te weinig tijd/budget
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
18
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Te weinig tijd/geld om alles goed schoon te houden. Ouders moeten ingeschakeld worden voor sommige werkzaamheden.
•
Te weinig tjd te weinig geld
•
Te weinig uren
•
Te weinig uren
•
Te weinig uren om een schoolgebouw goed schoon te houden!
•
Te weinig uren om het 'goed' schoon te maken, te laag budget
•
Te weinig uren voor schoonmaak
•
Te weinig uren voor schoonmaak
•
Te weinig uren, waardoor het regelmatig in lokalen vies is. Leerkrachten moeten tijd besteden aan bijv. Het zelf verschonen van de prullenbak, vensterbanken schoonmaken, randen van borden en schilderijen. Hun tijd moet gaan naar onderwijs gerelateerde zaken i.p.v. Deze klussen.
•
Teveel doen in te weinig tijd. Grote klussen blijven liggen
•
Te weinig budget
•
Tijd, toiletten,
•
Tijdgebrek dat er is om alles grondig schoon te maken.
•
Tijdgebrek om iets grondig schoon te maken
•
Tijdsgebrek ivm kosten
•
Toiletgebruik leerlingen
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten
•
Toiletten blijven stinken
•
Toiletten die snel onfris ruiken
•
Toiletten en de (te) weinige financiële middelen.
•
Toiletten en de druk op het schoonmaak personeel. (wij huren het pand van de gemeente en schoonmaak is inclusief)
•
Toiletten moeten beter worden schoongemaakt
•
Toiletten niet goed schoon te maken/houden na 30 jaar gebruik.
•
Toiletten niet goed schoon, randjes ed worden nauwelijks schoongemaakt.
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
19
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Toiletten niet schoon
•
Toiletten ruiken. Boven de 1,50 meter wordt vrijwel niet schoongemaakt. Er zijn te weinig schoonmaakuren
•
Toiletten schoonhouden
•
Toiletten
•
Te weinig tijd voor de schoonmakers
•
Uitvallen van schoonmakers door ziekte
•
Veel wisseling in het schoonmaakpersoneel.
•
Verloopt goed
•
Vieze ramen
•
Vieze toiletten
•
Vieze toiletten
•
Vieze toiletten
•
Vieze toiletten gedurende de dag, terwijl deze 's ochtends schoon zijn
•
Vieze voegen op toiletten die niet meer goed schoon te maken zijn.
•
Vieze wc's. Slechte schoonmaak
•
Vingers op de ramen
•
Vlekken in tapijt
•
Voor grondig schoonmaken is weinig budget, dus tijd
•
Vuil in hoeken en kasten en onder kasten
•
Wanneer er bij het schoonmaakbedrijf van schoonmaakster gewisseld wordt en diegene in het begin ingewerkt moet worden.
•
Wanneer toiletten niet goed bijgehouden worden
•
Wc's na het schoonmaken ruiken ze nog vies
•
Wc
•
Wc blijven stinken, stof op liggende delen en stofnesten in de hoeken
•
We hebben een eigen huishoudelijke dienst en daar ben ik erg blij mee. Zeker als ik hoor van mijn collega directeuren hoe veel werk zij hebben aan de contacten met schoonmaakbedrijven. Ik raad alle directeuren aan om hier eens goed over na te denken.
•
We hebben eigen schoonmaaksters in dienst en hebben dus geen problemen.
•
We hebben geen irritaties, doordat we eigen personeel in dienst hebben die hun taken perfect doen.
•
Weinig irritatie. We hebben wekelijks contact met de schoonmakers.
•
Weinig tijd in een onderhoudsgevoelig gebouw.
•
Wij hebben een goed schoonmaakbedrijf. Heldere verwachtingen zijn belangrijk.
•
Wij hebben fantastische schoonmaak dames zelf in dienst. Geen irritaties dus
•
Wij zijn op het moment heel tevreden over de schoonmaak...geen irritatie!
•
Wisseling van schoonmaakster die vervolgens het programma niet kennen, afspraken niet hanteren (lichten uit, deuren op slot etc.)
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
20
Omnibusonderzoek Directeuren Basisonderwijs •
Wisseling van schoonmakers, niet zorgvuldig ( deel vloer niet meenemen ed), te vaak rustpauzes nemen / bellen tijdens werk, werkzaamheden overslaan ( volle prullebakken)
•
Wisselingen binnen de organisatie van het bedrijf
Rapportage OSB – november 2014 - DUO Onderwijsonderzoek
21