Communicatie en Juridische Zaken
Vervolg Omnibusonderzoek 2007
Gemeente Nieuwegein
Datum Februari 2008 Auteur Statistiek en Onderzoek
Vervolg Omnibusonderzoek 2007 Verschijnt eens per twee jaar Kosten: € 2,50 Tekst:
Statistiek & Onderzoek, afdeling CJZ
Vragen of opmerkingen:
Statistiek & Onderzoek, afdeling CJZ Gemeente Nieuwegein Postbus 1 3430 AA Nieuwegein 030- 607 1399 030- 607 1532 030- 7524008
Drukwerk:
Copyshop gemeente Nieuwegein
Overname van gegevens met duidelijke bronvermelding is toegestaan 2
Voorwoord
De gemeente wil beleid maken dat past bij haar inwoners. Daarom doen wij regelmatig onderzoek om te weten wat er onder Nieuwegeiners leeft. De onderzoeksresultaten gebruiken wij voor het evalueren van het beleid en voor het formuleren van nieuw beleid. In oktober 2007 verscheen het Omnibusonderzoek 2007. In deze publicatie kunt u lezen wat wij met de uitkomsten van dat onderzoek doen.
Gemeente Nieuwegein
Drs. C.M. de Vos Burgemeester gemeente Nieuwegein
3
4
Inhoudsopgave 1
Leeswijzer
7
2
Betrokkenheid bij de gemeente en gemeentelijk beleid
8
Betrokkenheid bij Nieuwegein
3
4
8
Klachtenregeling
9
Internet
10
Toegang tot het internet en de website van de gemeente
10
Zaken regelen met de gemeente
10
Sport
13
Sportende Nieuwegeiners en manieren van sportbeoefening 5
6
8
Plannen voor de binnenstad
Jeugd
13 14
Hulp bij opvoeden
14
Activiteiten en voorzieningen voor kinderen
14
Zorg
16 Zorgbehoevende Nieuwegeiners
16
Gewenste en verleende hulp en zorg en bekendheid met zorginstellingen 7
Mantelzorg
17 18
Verleende mantelzorg, redenen om mantelzorg te verlenen en problemen bij het verrichten van mantelzorg Bekendheid met zorginstellingen 8
9
Vrijwilligerswerk
11
19
Vrijwilligerswerk verricht door Nieuwegeiners
19
Interesse in vrijwilligerswerk
19
Milieu Papier- en glasafval
10
18 18
21 21
Het aanbiedstation
21
Het Milieu Educatie Centrum
22
Rampen en brandpreventie
23
Brandpreventie
23
Rampen
23
Openbaar vervoer
25
Bus
25
Fietsvoorzieningen bij de tramhaltes
25 5
6
1
Leeswijzer
Deze notitie volgt de indeling van het Omnibusonderzoek 2007. Per hoofdstuk staan de relevante resultaten samengevat. Onder iedere samenvatting staat het antwoord van het college van Burgemeester en Wethouders. Het Omnibusonderzoek 2007 is te vinden op de gemeentelijke website www.nieuwegein.nl/omnibus2007, Voor € 6.75 is het ook te koop bij het gemeentelijk informatiecentrum in het gemeentehuis.
7
2
Betrokkenheid bij de gemeente en gemeentelijk beleid
Betrokkenheid bij Nieuwegein Samenvatting Nieuwegeiners zijn betrokken bij hun stad. Driekwart is geïnteresseerd in actuele ontwikkelingen in Nieuwegein en meer dan de helft voelt zich betrokken bij de gemeente. De meerderheid van de Nieuwegeiners kent de stad goed en wil er graag blijven wonen. De helft voelt zich Nieuwegeiner en vertelt dat ze er graag woont. Echt trots op de stad is een derde. Reactie van het college De gemeente is eind november 2007gestart met een campagne ´het Geheim van Nieuwegein´, om het ´Nieuwegeingevoel´ te stimuleren. De campagne verzamelt de geheimen van Nieuwegein en draagt deze weer uit. Trots op de stad begint met kennis over de leuke kanten van de stad. Het Omnibusonderzoek is begin 2007 uitgevoerd, voor de start van de campagne. De resultaten zijn voor ons de nulmeting. Over twee jaar stellen wij de vragen opnieuw om te zien of de betrokkenheid van de inwoners en de trots op de stad toeneemt. Mogelijk voegen we nog vragen toe om het effect van de campagne te meten. Plannen voor de binnenstad Samenvatting Ruim driekwart van de Nieuwegeiners weet van de gemeentelijk plannen om de binnenstad te veranderen. Inwoners halen de informatie uit verschillende bronnen. De belangrijkste is de gemeentepagina in de huis aan huiskrant. Meer dan de helft van de Nieuwegeiners die informatie zochten over de binnenstadplannen konden die informatie niet of met moeite vinden. Reactie van het college Wij willen zoveel mogelijk bewoners, belanghebbenden en belangstellenden informeren over en enthousiast maken voor de plannen voor de nieuwe Binnenstad. Samenwerking, participatie en dialoog zijn daarin belangrijke kenmerken. Wij hebben in december de raad een communicatieplan met begroting voorgelegd. Het voorstel is om meerdere communicatiekanalen te gebruiken om inwoners te informeren over
8
de plannen in de binnenstad. Centraal in het voorstel staan de projectwebsite, het informatiecentrum en themabijeenkomsten. Maar we gebruiken ook gebruikelijke communicatiemiddelen zoals de gemeentepagina, het bulletin Binnenstad, de nieuwsbrief ´Werk in uitvoering´ en de voortgangsrapportage aan de gemeenteraad/de pers. We onderzoeken de mogelijkheid om op de gemeentepagina een vaste rubriek Binnenstad te maken. Het is jammer dat niet iedereen de aangeboden informatie over de plannen voor de binnenstad makkelijk kan vinden. Om dat te verbeteren willen wij, als het communicatieplan is goedgekeurd en de budgetten beschikbaar zijn, in alle berichten over de plannen in de binnenstad verwijzen naar de centrale communicatiemiddelen: de website en het informatiecentrum. Hier is altijd alle informatie te vinden. Klachtenregeling Samenvatting De gemeente heeft een klachtenregeling, die bekend is bij iets meer dan de helft van de inwoners. In 2005 was dat 60%. De meeste mensen kennen de regeling door de berichten op de gemeentepagina in het huis aan huisblad. In veel mindere mate is de regeling bekend door de gemeentelijke website en de folder. Reactie van het college Het aantal klachten is in de afgelopen twee jaar enorm gestegen van 46 in 2005 naar (naar verwachting) 140 klachten in 2007. Het exacte cijfer over het aantal klachten komt in het Jaarverslag 2007 te staan. De daling van de bekendheid met de klachtenregeling in de afgelopen twee jaar kunnen wij niet verklaren. Het lijkt erop dat minder mensen de regeling kennen, maar de mensen die hem kennen maker er vaker gebruik van. Sinds het Omnibusonderzoek 2005 streven wij ernaar dat vier op de vijf Nieuwegeiners de gemeentelijke klachtenregeling kent. Om dat te realiseren zijn in de afgelopen twee jaar verschillende acties ondernomen:
•
Iedere week stond een kort stukje op de gemeentepagina in de huis aan huiskrant met een verwijzing naar de klachtencoördinator.
•
Drie á vier keer per jaar stond een groter artikel op de gemeentepagina met uitleg over de klachtenregeling.
• •
Drie á vier keer per jaar een artikel op de kabelkrant over de klachtenregeling. Het verspreiden van folders via bibliotheken en buurthuizen.
In de komende periode worden deze acties gecontinueerd. Ook wordt gekeken of klachten digitaal ingediend kunnen worden.
9
3
Internet
Toegang tot het internet en de website van de gemeente Samenvatting Van de inwoners heeft 87% toegang tot internet en die weten bijna allemaal dat de gemeente een site heeft. De toegang tot internet is echter niet gelijkverdeeld. Leeftijd, inkomen en opleidingsniveau hebben invloed op de toegang tot internet. Voor mensen met een gezinsinkomen lager dan 1750 euro of een lagere beroepsopleiding of minder is gebruik van internet niet vanzelfsprekend. De gemeente bereikt veel van haar inwoners met haar site maar niet iedereen. Reactie van het college. De omnibusenquête viel begin 2007 bij de bewoners in de bus. Bijna tegelijkertijd met de lancering van de nieuwe website. Of de nieuwe website aanslaat is daarom niet af te lezen uit deze enquête. Het is verheugend om te zien dat het aantal mensen dat weet dat de gemeente een website heeft enorm is toegenomen. Dat betekent dat er een vruchtbare bodem is voor meer internetverkeer tussen gemeente en samenleving. Het blijkt ook uit het aantal mensen dat digitaal een formulier heeft ingevuld. In april 2007, vier maanden na de lancering van de nieuwe website, hadden al 226 mensen van die mogelijkheid gebruik gemaakt. We zijn benieuwd naar de cijfers van de volgende enquête. Nog niet iedereen beschikt over internet. Dit is een extra argument voor de al eerder ingezette opvatting, dat ook de andere communicatiemiddelen intensief benut moeten worden. Zaken regelen met de gemeente Samenvatting Steeds meer mensen gebruiken internet voor het krijgen van informatie, kopen van producten of betalen van rekeningen. De gemeente Nieuwegein gaat mee in deze maatschappelijke ontwikkeling en wil in 2010 alle producten en diensten, die zich lenen voor digitaliseren, via de site aanbieden. Inwoners vinden het prettig om via de website zaken met de gemeente te regelen, maar oude vormen van communicatie zijn niet helemaal verdrongen. Nieuwegeiners gebruiken de telefoon als ze een melding of een afspraak willen maken. Voor het aanvragen van
10
persoonlijke zaken, zoals bijzondere bijstand of identiteitsbewijzen, komen inwoners het liefst naar het gemeentehuis. Reactie van het college Opmerkelijk vinden we het hoge aantal respondenten (tussen de 25 en 54 %) dat digitaal zaken wil doen met de gemeente. Een extra stimulans om door te gaan op de weg die EDDIE heeft ingeslagen. Van de in het onderzoek genoemde producten kunnen mensen de volgende acht producten al digitaal bestellen: •
Aanvragen uittreksel GBA
•
Aanvragen kapvergunning
•
Aanvragen in-/uitritvergunning
•
Aanvragen evenementenvergunning
•
Melden klachten (is één formulier waarmee men meer zaken kan melden) •
hinder, overlast
•
Melden schade openbaar groen
•
Klachten over ophalen huisvuil
•
Aanvragen kwijtschelding belastingheffing. Het aanvraagformulier staat als PDFdocument op de site, maar het zal niet veel moeite kosten om dit om te zetten tot een volledig digitaal formulier .
Er zijn nog meer producten die men digitaal kan afnemen, maar die waren niet in het onderzoek opgenomen. Voor een uitputtende lijst verwijzen we u naar het loket direct zaken doen op www.nieuwegein.nl In 2008 willen we de volgende zeven producten digitaal aanbieden. We verwijzen u naar het werkprogramma 2008 dat begin 2008 aan u is voorgelegd. •
Melden verhuizing binnen de Gemeente Nieuwegein
•
Indienen bezwaarschrift
•
Maken van een afspraak.
•
Aanvragen gehandicaptenvoorziening (WMO-producten)
•
Aanvragen bijzondere bijstand: de afdeling SZA gaat vergaande digitaliseren
•
Aanvragen parkeervergunning
•
Afspraak maken over ophalen grof vuil
De laatste twee gebeuren in overleg met en als het nodig is met ondersteuning van onze partners. Wat nooit volledig digitaal kan, is het regelen van een paspoort of rijbewijs. Maar op korte termijn is het wel mogelijk om digitaal afspraken te maken en dat zal voor veel mensen een uitkomst zijn. Dat neemt niet weg dat we in 2008 gaan onderzoeken of het proces toch voor deel gedigitaliseerd kan worden. Verder is het interessant om de mogelijkheden te onderzoeken om gemeentelijke belastingen (afvalstoffenheffing, rioolrechten, overige rekeningen) digitaal te betalen. Een derde van de Nieuwegeiners wil dat graag.
11
Voor persoonlijke zaken, zoals het aanvragen van bijzondere bijstand komen mensen het liefst naar het stadhuis. Bij de inrichting van het nieuwe stadshuis houden we daar rekening mee.
12
4
Sport
Sportende Nieuwegeiners en manieren van sportbeoefening Samenvatting Tweederde van de Nieuwegeiners sport. Maar ook hier geldt dat inkomen en leeftijd het cijfer beïnvloedt. Mensen met een gezinsinkomen lager dan 1750 euro sporten beduidend minder dan mensen met een hoger inkomen. Ook zijn zij minder vaak lid van gesubsidieerde sportverenigingen en clubs dan mensen met een hoger inkomen. Reactie van het college In vergelijking met 2005 is het percentage sportende Nieuwegeiners gestegen met 5%. Daar zijn wij blij mee want wij willen dat zoveel mogelijk inwoners van Nieuwegein sporten. Daarom moderniseren wij het sportbeleid ‘Nieuwegein beweegt’. Kwetsbare groepen zijn: mensen met een laag inkomen, jeugd en jongeren, ouderen en mensen met een beperking. Met de U-pas, waarmee sporten voor mensen met de laagste inkomens goedkoper wordt, willen we de mensen stimuleren meer te gaan sporten. Uit het onderzoek blijkt verder dat de sportdeelname van 45 jaar gestaag afneemt. Wij zien het als een uitdaging om de sportdeelname vanaf 45 jaar te vergroten. Van de Nieuwegeinse sporters, sport 24% bij een Nieuwegeinse sportvereniging. Het maakt ze niet veel uit of ze bij een gesubsidieerde of een niet gesubsidieerde sportverenigingen sporten, 11% doet dat bij een vereniging met subsidie en 13% bij een sportvereniging zonder subsidie. Ook zonder subsidie zijn er verenigingen die financieel rond komen. Het is teken van levensvatbaarheid dat tenminste een even groot percentage sport bij of lid is van een niet gesubsidieerde sportvereniging als van een vereniging met subsidie. Bij de formulering van nieuwe subsidieregels kijken wij naar dit zeer kleine verschil.
13
5
Jeugd
Hulp bij opvoeden Samenvatting In de afgelopen twee jaar vroeg 15% van de Nieuwegeiners met kinderen tot 23 jaar hulp bij de opvoeding van hun minderjarige kinderen. Verder blijkt dat ouders die hulp vragen bij de opvoeding van minderjarigen, die hulp vaak krijgen en de hulp vaak helpt. Het meest wordt hulp gevraagd aan huisartsen, bekenden of bij het consultatiebureau. Reactie van het college Het college is blij om te lezen dat het overgrote deel van de ouders die hulp vragen bij de opvoeding, de hulp krijgen die ze nodig hebben. Uit het Omnibusonderzoek komt naar voren dat geen enkele deelnemer gebruik heeft gemaakt van de opvoedtelefoon en het opvoedspreekuur, een mogelijke verklaring hiervoor is dat de opvoedtelefoon en het opvoedspreekuur nog maar sinds 2007 bestaan en net waren ingesteld toen de vragenlijst bij de respondenten op de deurmat viel. In ieder geval zal er tijd en energie gestoken worden in het bekendmaken van de opvoedtelefoon en spreekuren. Samen met de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin is er een duidelijke plek waar opvoedhulp beschikbaar is. We gaan ervan uit dat Nieuwegeiners hierdoor nog makkelijker contact leggen met deze organisaties. Uit het onderzoek blijkt verder dat ouders van de huisarts het vaakste hulp krijgen die niet helpt. In absolute getallen gaat het om zes personen. Het aantal is te klein om daar vergaande conclusies aan te verbinden. Maar wij willen deze cijfers wel bij de huisartsen onder de aandacht brengen en kijken of de huisartsen op de hoogte zijn van het gemeentelijke aanbod van opvoedondersteuning. Als huisartsen goed geïnformeerd zijn over het aanbod is een goede doorverwijzing en begeleiding van ouders te realiseren. Als de centra Jeugd en Gezin in Nieuwegein van start gaan wordt het voor huisartsen nog gemakkelijker om door te verwijzen. Activiteiten en voorzieningen voor kinderen Samenvatting Meer dan de helft van de inwoners van Nieuwegein vindt dat er te weinig activiteiten of voorzieningen zijn voor kinderen en jongeren tot 23 jaar. Jongeren van 18 jaar en ouder willen graag activiteiten die hun betrekt bij hun eigen wijk en uitgaansmogelijkheden in hun
14
eigen wijk. Ouders met thuiswonende kinderen hebben vooral behoefte aan speeltoestellen in de wijk. Reactie van het college Voor jongeren tot 18 jaar organiseert het jongerenwerk een aantal activiteiten in bijvoorbeeld de buurthuizen. Voor de groep jongeren tot 23 jaar is niets voorhanden. Het ligt voor de hand om voor deze groep een aanbod te ontwikkelen waar jong volwassenen hun talenten kunnen gebruiken of waar talentontwikkeling wordt gestimuleerd en ondersteund. Het huidige speelruimtebeleidsplan wordt, zoals vastgesteld door de gemeenteraad, volgens het minimummodel gehanteerd. Hierbij is rekening gehouden met de gemiddelde leeftijdsopbouw van de kinderen in de wijk. Vooralsnog wordt aan dit model vastgehouden. Incidenteel wordt een speeltoestel aangeschaft uit het wijkbudget, voorwaarde is echter dat het op een bestaande speelplek wordt neergezet.
15
6
Zorg
Zorgbehoevende Nieuwegeiners Samenvatting Van alle Nieuwegeiners van 18 jaar en ouder heeft 6% hulp of zorg nodig. Hoe ouder de mensen zijn hoe meer mensen hulp nodig hebben. Ouderdom komt vaak met gebreken. Van de mensen tussen de 25 en de 65 jaar heeft 4% hulp of zorg nodig. Dit percentage stijgt tot 12% bij Nieuwegeiners tussen de 65 en 80 jaar. Boven de 80 jaar stijgt de behoefte sterk tot 63%. Reactie van het college Zes procent van de Nieuwegeiners van 18 jaar en ouder heeft hulp of zorg nodig dat zijn absoluut 3000 mensen. Dit is fors lager dan het aantal van 14.928 dat in de Wmo-visie nota is genoemd. Omdat er toen geen gegevens beschikbaar waren zijn verschillende gegevens uit verschillende bronnen gecombineerd wat de kans op dubbel tellen groot maakt. Voor het Wmo- beleid heeft het lagere aantal geen consequenties omdat de berekening in de visienota nooit de grondslag is geweest voor beleid. Welzijn en gezondheid zijn belangrijke maatschappelijke waarden voor iedereen. Daarom letten wij op de voorwaarden voor een zelfstandig bestaan, zoals de toegankelijkheid voor de openbare ruimte en de bereikbaarheid van dagelijkse voorzieningen. Als mensen ondanks die algemene voorzieningen zichzelf niet kunnen redden bieden wij een helpende hand. Als de leeftijd stijgt, neemt de zorgbehoefte toe. Met de toenemende vergrijzing zullen er meer 80 plussers een beroep doen op de zorg. Uit de prognose 2007 blijkt dat er in 2020, 1923 mensen ouder zijn dan 80, nu in 2007 zijn dat 1451 mensen, een stijging van bijna 500 mensen. Om aan die zorgbehoefte tegemoet te komen richten wij ons op het versterken van onderlinge netwerken door het aanbod van buurtgerichte welzijnsactiviteiten te vergroten. Ook de combinatie van woonservicezones met vrijwillige inzet op wijkniveau kan een bijdrage leveren aan het zorgaanbod voor ouderen. Vrijwilligers in de wijken kunnen problemen signaleren en hulp en zorg bieden en waar nodig zijn er professionals die integraal samenwerken in de woonservicezones. Met het project Vrijwillige Inzet Nieuwegein (VIN) verbeteren we de kwaliteit van het vrijwillige aanbod. Door de kwaliteit van de vrijwillige hulp en zorg te vergroten wordt het een aantrekkelijk alternatief voor zorg door familie en vrienden en professionele zorg. Het project VIN willen we dan ook voortzetten.
16
Ook al neemt de zorgbehoefte toe als mensen ouder worden het zijn niet alleen ouderen die hulp en zorg nodig hebben. Zes procent van alle Nieuwegeiners van achttien jaar en ouder heeft hulp of zorg nodig. Van die groep is 12% tachtig jaar of ouder en 30% is tussen de vijfenzestig en de tachtig. Bijna 60% is tussen de vijfentwintig en de vijfenzestig jaar en behoort tot de leeftijdsgroep van maatschappelijk actieven. In ons Wmo-beleid houden we daar rekening mee. Gewenste en verleende hulp en zorg en bekendheid met zorginstellingen Samenvatting In Nieuwegein geven veel verschillende organisaties, instellingen en mensen hulp en zorg, zowel betaald als onbetaald. De meeste hulp krijgen mensen van thuiszorginstelling of van familie. Als mensen hulp hebben zijn ze er ook tevreden over. Opvallend is dat lang niet iedereen alle hulp- en zorginstellingen kent. Zeven procent van mensen die zorg nodig heeft en 7% van alle Nieuwegeiners kennen geen van de 25 instellingen die in het onderzoek zijn genoemd. De Wegwijzer, de gids die instellingen onder de aandacht van inwoners moet brengen, kent slechts 14% van de inwoners. Onder mensen die zorg of hulp nodig hebben is dat percentage nauwelijks hoger, namelijk 16%. Reactie van het college We vinden het zorgelijk dat 7% van de mensen die zorg nodig hebben geen enkel instelling of organisatie kent die die zorg of hulp kan geven. Ook de bekendheid van de Wegwijzer met 16%, het Wmo-loket (45%) en de mogelijkheid van een PGB (38%) is laag. Bij de evaluatie van het eerste jaar van de Wmo zullen voorstellen worden gedaan hoe de bekendheid kan worden vergroot.
17
7
Mantelzorg
Verleende mantelzorg, redenen om mantelzorg te verlenen en problemen bij het verrichten van mantelzorg Samenvatting Twaalf procent van de Nieuwegeiners zorgt voor familieleden, kennissen, ouderen of anderen zonder dat ze daarvoor worden betaald. Het zijn vooral vrouwen, parttimers en mensen van 45 jaar en ouder die mantelzorg geven. Ruim een derde doet dat meer dan 15 uur per maand. Mantelzorgers geven vooral hulp omdat de ander de hulp of zorg nodig heeft. Bijna een kwart loopt tegen problemen aan. Het grootste probleem is de tijd die het geven van mantelzorg kost. Gezondheidsproblemen, de kosten en de reisafstand zijn andere knelpunten. Reactie van het college In 2008 maken we een plan van aanpak voor de Mantelzorg. Mantelzorg is een speerpunt in ons Wmo- beleid (Wet maatschappelijke opvang). Bij het schrijven van het plan van aanpak maken we gebruik van de resultaten van het Omnibusonderzoek. Het steunpunt mantelzorg in Nieuwegein bereikt ongeveer 1 a 2 % van de mantelzorgers. Dat percentage kan omhoog. Het steunpunt kan de 23% van de mantelzorgers die problemen hebben bij het verrichten van mantelzorg helpen bij het zoeken van een oplossing. Maar het steunpunt moet ook zorgen dat dat percentage niet stijgt. In het plan van aanpak dat we dit jaar schrijven geven we aan op welke manier wij dit willen realiseren. Bekendheid met zorginstellingen Samenvatting Ook mantelzorgers kennen niet alle instellingen en organisaties die hulp of zorg geven maar de kennis is groter dan bij mensen die zorg nodig hebben. Toch kent 4% van de mensen die meer dan een keer per maand mantelzorg geven geen enkele instelling of organisatie uit de genoemde lijst. Iets meer dan een vijfde van hen kent de wegwijzer. Reactie van het college Bij mantelzorgers vinden wij het ook zorgelijk dat hun kennis van instellingen en organisaties laag is. De instellingen kunnen de zorgtaak van mantelzorgers lichter maken. Bij de voorstellen om de bekendheid van de instellingen te vergroten moet de doelgroep van mantelzorgers nadrukkelijk worden betrokken.
18
8
Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk verricht door Nieuwegeiners Samenvatting Vier van de tien Nieuwegeiners van 18 jaar en ouder werken gemiddeld 12,5 uur per maand als vrijwilliger. Het meest populair is helpen bij een sportvereniging, actief zijn als bestuurslid, schoonhouden van de straat of helpen op een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of school. Mannen en vrouwen verrichten evenveel vrijwilligerswerk maar er is wel verschil in wat ze doen. Mannen doen vaker vrijwilligerswerk bij een sportvereniging of als onbetaald bestuurslid, vrouwen helpen vaker op een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of school. Reactie van het college Wij waarderen het zeer dat zoveel mensen in Nieuwegein als vrijwilliger werken en willen daar graag wat tegenover stellen. De 13% van de vrijwilligers die problemen met hun vrijwilligerswerk moet worden ondersteund. Ook willen we voorkomen dat dat percentage stijgt. Het kader van vrijwilligersorganisaties moet meer aandacht besteden aan hun vrijwilligers. De steunpunten vrijwilligerswerk krijgen de mogelijkheid om trainingen en cursussen te organiseren voor dat kader. De bekendheid van het steunpunt willen we vergroten. Via ondermeer onze website en de gemeentepagina in de huis aan huiskrant willen we zorgen dat het huidige percentage van 42% over twee jaar hoger is. Voor de toekomst denken wij aan de mogelijkheid de verschillende steunpunten vrijwilligerswerk in Nieuwegein, het Steunpunt mantelzorg, het Steunpunt Netwerk vrijwilligers in de zorg, de Sportraad, en het Steunpunt vrijwilligers Nieuwegein, meer met elkaar te laten samenwerken Interesse in vrijwilligerswerk Samenvatting Twintig procent van de mensen die geen vrijwilliger is, heeft daar wel belangstelling voor. De meesten willen helpen met het schoonhouden van hun straat, helpen bij een sportvereniging of op een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of school. Jongeren tussen de 18 en 24 jaar willen het liefst aan de slag bij een sportvereniging. 35 tot 44 jarigen willen vooral zorg dragen voor hun sociale omgeving. Zij willen hun straat schoonhouden of
19
activiteiten organiseren als een buurtfeest, ruilbeurs en dergelijke. Helpen op een peuterspeelzaal, crèche of school is vrijwilligerswerk dat 18 tot 34 jarige aanspreekt. Mensen willen graag geïnformeerd worden over de mogelijkheden van vrijwilligerswerk. Een kwart van de Nieuwegeiners heeft daar belangstelling voor. Van de mensen die geen vrijwilligerswerk verrichten is dat bijna 40%. Het liefst krijgen de mensen de informatie via de huis aan huis bladen, folders of via de website van de gemeente. Reactie van het college In de wijken Vreeswijk en Galecop is Bijspinger gestart. Bijspringer is een onderdeel van het project Vrijwillige Inzet Nieuwegein en heeft als doel om meer en vooral nieuwe mensen te stimuleren tot vrijwillige inzet. De resultaten zijn zo positief dat het project in 2008 wordt voortgezet in Vreeswijk en Galecop en in een derde wijk.
20
9
Milieu
Papier– en glasaval Samenvatting Het merendeel van de Nieuwegeiners houdt het papier en glasafval apart. Tachtig procent van de inwoners gooit al het glas in de ondergrondse afvalcontainer en 6% doet dat nooit. Van de mensen die hun glas niet of niet altijd in de glascontainer gooien zorgt bijna de helft ervoor dat het glas op een ander manier wordt hergebruikt. Ze brengen het glas naar het aanbiedstation of gebruiken het voor andere dingen. Papier wordt voor het grootste deel gescheiden van de rest van het afval. Dat gebeurt via de ondergrondse papiercontainer en via de scholen. Van de 42% van de Nieuwegeiners die zijn papier nooit in de papiercontainer gooit, gooit 23% zijn papier in de grijze of groen container. De anderen brengen het vooral naar scholen, naar het afvalstation of gebruiken het voor andere dingen. Reactie van het college De sorteerproeven die jaarlijks door de AVU (Afvalverwijdering Utrecht) worden uitgevoerd geven een ander beeld van het scheidingsgedrag dan het Omnibusonderzoek. Nieuwegeiners scheiden hun afval minder goed dan ze zelf zeggen. Wat de oorzaak van dat verschil is, is niet duidelijk. Misschien weten mensen minder over het scheiden van afval dan ze zelf denken. Mensen denken bijvoorbeeld bij papier wel aan de kranten en de folders maar niet aan verpakkingsmateriaal en het lege wc-rolletje. In het volgende Omnibusonderzoek proberen we met een andere vraagstelling de oorzaak van de meetverschillen te achterhalen. Voor zowel glas als papier blijft het belangrijk te communiceren over het nut van het scheiden, zowel uit financieel oogpunt als voor het milieu. Vanwege de overgang van de afvalinzameling naar Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN) vanaf 1 januari 2008 is goede afstemming tussen gemeente Nieuwegein en RMN over communicatie een extra aandachtspunt. Net als in voorgaande jaren wordt ook in 2008 nagegaan hoe de afvalscheidingcijfers (uit sorteerproeven van de AVU) verlopen. Al naar gelang de resultaten worden verder acties genomen. Het aanbiedstation Samenvatting Driekwart van de respondenten heeft de laatste jaren een of meerdere keren afval naar het aanbiedstation gebracht. Dit is iets meer dan in 2003. Het aanbiedstation krijgt als
21
rapportcijfer gemiddeld een 7,7, in 2003 was dat 7,5. Slechts 4% van de bezoekers van het aanbiedstation beoordeelt het aanbiedstation met een onvoldoende (met een cijfer lager dan 6). Reactie van het college Begin 2008 wordt het vernieuwde aanbiedstation in gebruik genomen. Hierdoor zou het aantal respondenten dat het aanbiedstation een onvoldoende geeft verder moeten dalen. Bij de volgende enquête in 2009 is er in twee opzichten een nieuwe situatie, een verbeterd aanbiedstation en een overgang van de afvalinzameling van de gemeente naar de RMN. Om de effecten van die nieuwe situatie te meten blijft de vraag in de volgende enquête gehandhaafd. Het Milieu Educatie Centrum Samenvatting Veel Nieuwegeiners hebben belangstelling voor het Natuurkwartier. Tweederde is geïnteresseerd in activiteiten en voorzieningen van het Natuurkwartier. De belangstelling is nog groter onder mensen die zelf of van wie gezinsleden in de afgelopen twee jaar bij het Milieu Educatie Centrum (MEC) zijn geweest. Reactie van het college De bekendheid van het MEC is in vergelijking met 2005 gelijk gebleven, een kleine 60% kent het MEC. Het is positief dat zoveel Nieuwegeiners interesse tonen voor het Natuurkwartier. Nieuwegeiners zijn vooral geïnteresseerd in wandelroutes (35%), een winkel voor natuurlijke producten (28%), excursies en rondleidingen (24%) en jeugdactiviteiten in de vakantie (24%). Uiteraard nemen wij deze resultaten mee in de verdere ontwikkeling en herinrichting van het Natuurkwartier.
22
10
Rampen en brandpreventie
Brandpreventie Samenvatting Nieuwegeiners vinden brandpreventie belangrijk, zowel thuis als in openbare gebouwen. Tweederde van de Nieuwegeiners heeft thuis werkende rookmelders opgehangen en tweevijfde laat ieder jaar zijn verwarmingsinstallaties nakijken. Bijna alle Nieuwegeiners vinden het belangrijk dat de brandweer gebouwen waar veel mensen komen controleert op brandveiligheid. Negentig procent vindt het prettig dat ze kunnen zien of de brandweer een pand heeft goedgekeurd, bijvoorbeeld door een sticker op de deur. Reactie van het college We zijn blij verrast met de uitkomst dat een groot deel van de inwoners maatregelen heeft getroffen om de brandveiligheid in het huis te vergroten. Vorig jaar is aan ouderen extra aandacht geschonken. Toch blijkt dat nog steeds de groep te zijn die de minste maatregelen heeft getroffen. We gaan kijken of we daar in de brandpreventieweek opnieuw aandacht aan kunnen schenken. Verder gaan wij proberen om in de komende jaren op regionaal niveau een brandveiligheidscontrolesticker te ontwikkelen. Rampen Samenvatting Het merendeel van de Nieuwegeiners voelt zich veilig in Nieuwegein en zijn niet bang dat er een ramp zal gebeuren. Maar ze hebben geen groot vertrouwen in de rampbestrijding. Een kwart denkt dan de gemeente en de hulpverleningsdiensten dat goed kunnen. Tweederde van de inwoners weet het niet en 10% denkt dat de gemeente en de hulpverleningsdiensten dat niet kunnen. Reactie van het college Het is goed dat Nieuwegeiners zich veilig voelen in Nieuwegein en niet bang zijn voor een ramp. Tegelijkertijd ligt Nieuwegein temidden van snelwegen en druk bevaren rivieren en hebben we een chemisch bedrijf binnen onze gemeentegrenzen. Daarmee zijn risicofactoren voor een ramp aanwezig. Wij willen het gevoel van veilig niet verminderen maar wel het risicobewustzijn vergroten. Het resultaat van dit onderzoek maakt daarin geen onderscheid.
23
Daarom willen we via het digipanel dit onderwerp nader onderzoeken. Verder gaan we de website van de gemeente gebruiken om mensen te informeren over mogelijke risico´s. Opvallend is de kennis van de risicokaart, 35% zegt dat die digitale databank de informatiebron is voor de kennis over risico´s op een ramp in Nieuwegein. De campagne ´Denk vooruit`en de website www.crisis.nl kennen veel minder mensen, respectievelijk 12% en 17% bekend is. We vragen ons af of dit klopt, misschien verwarren mensen de risicokaart met de bewaarkaart rampenbestrijding die ieder huishouden heeft ontvangen Onderzoek via het digipanel moet dat duidelijk maken. We willen de bekendheid van burgers met crisisorganisatie vergroten door meer informatie op de website te geven. Het hoge percentage mensen, dat niet weet of hulpverleningsdiensten een ramp goed kunnen bestrijden, moet lager. In het volgende Omnibusonderzoek van 2009 nemen we het onderwerp rampen en crisisbeheersing weer op. We willen zien of het veiligheidsgevoel van mensen in ieder geval niet is gedaald en het risicobewustzijn en de kennis van de crisisorganisatie is vergroot.
24
11
Openbaar vervoer
Bus Samenvatting Meer dan de helft van de Nieuwegeiners reisde in het afgelopen jaar met de bus en 81% reisde met de sneltram. Mensen die in de regio of in de stad Utrecht werken maken meer gebruik van de bus of de tram dan mensen die in Nieuwegein of buiten de regio Utrecht werken. Reactie van het college De inspanningen van Nieuwegein in de afgelopen jaren om de kwaliteit van het busvervoer te verbeteren hebben duidelijke vruchten afgeworpen. De waardering voor het busvervoer is met 7,2 ruim voldoende, slechts 5% van de busreizigers geeft een onvoldoende. De verbeteringen vertalen zich ook in de groei van het aantal reizigers. In het totale BRUgebied (de gemeenten Utrecht, Nieuwegein, IJsselstein, Houten, Vianen, Bunnik, Zeist, De Bilt en Maarssen) is het aantal busreizigers in de periode 2004-2007 met ruim 11% gestegen. In het gebied Nieuwegein en omgeving bedraagt de groei maar liefst 23%. Landelijk gezien is er slechts sprake van een groei met enkele procenten. Verdere optimalisatie van het lijnennet is nog maar zeer beperkt mogelijk. Nu moeten we de groei vast te houden door met name kwalitatieve verbeteringen. Hierbij denken we aan: toegankelijke en comfortabele halteplaatsen, dynamische reizigersinformatie op de haltes en in de bus. Aan dergelijke verbeteringen wordt in BRU verband momenteel hard gewerkt Fietsvoorzieningen bij de tramhaltes Samenvatting De mensen die op de fiets naar de tramhalte komen zijn niet tevreden over de fietsvoorzieningen. Gemiddeld scoort de fietsvoorziening een 5.7. Mensen zijn wel tevreden over de plek waar de fietsklemmen staan maar ze vinden dat er niet genoeg staan. Reactie van het college Inmiddels zijn de capaciteitsproblemen over de fietsklemmen onderzocht. Vooral bij de tramhalte Zuilenstein staan te weinig fietsklemmen. Deze tramhalte wordt veel gebruikt door inwoners van Galecop. Vanwege de relatief grote afstand gebruiken mensen vooral de
25
fiets om bij de tramhalte te komen. Daarnaast zijn er, in mindere mate, capaciteitsproblemen bij de tramhaltes Fokkesteeg en Batau Noord. In samenspraak met het BRU worden plannen uitgewerkt voor verbetering van de stallingen, zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht. Uitvoering vindt plaats in de periode 2008-2009.
26