Amsterdam, september 2006 In opdracht van Cedris
Beloningsniveau directeuren Cedris-lidbedrijven 2005
drs. M.R. van den Berg
“De wetenschap dat het goed is” SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast onderzoek in opdracht van overheid en bedrijfsleven. Ons onderzoek helpt onze opdrachtgevers bij het nemen van beslissingen. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. Dat geeft ons zicht op de nieuwste wetenschappelijke methoden. We hebben geen winstoogmerk en investeren continu in het intellectueel kapitaal van de medewerkers via promotietrajecten, het uitbrengen van wetenschappelijke publicaties, kennisnetwerken en congresbezoek.
SEO-rapport nr. 910 ISBN 10: 90-6733-361-1 ISBN 13: 978-90-6733-361-0
Copyright © 2006 SEO Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.
Inhoudsopgave Samenvatting................................................................................................................................................... i 1
Inleiding ...................................................................................................................................1
2
Onderzoeksresultaten............................................................................................................3 2.1
Jaarsalaris en overige beloningen.........................................................................................3
2.2
Jaarsalarissen naar bedrijfs- en persoonskenmerken ........................................................5
2.3
Directeuren met een interim-dienstverband....................................................................10
Bijlage A
Onderzoeksverantwoording...............................................................................................11
Bijlage B
Statistische termen ...............................................................................................................13
Bijlage C
Resultaten statistische analyse ............................................................................................15
Bijlage D
Tabellen..................................................................................................................................17
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
i
Samenvatting Het gemiddelde bruto jaarsalaris1 van directeuren van Cedris-leden bedraagt in 2005 € 96.213. De gemiddelde totale beloning2 per jaar komt net boven de euroton uit met € 100.138. Ten opzichte van 2004 bedroeg de gemiddelde salarisstijging 3,15%. De spreiding rond het gemiddelde is daarbij beperkt. Ruim 70% van de directeuren verdient een brutosalaris dat tussen de € 80.000 en € 110.000 per jaar ligt. Slechts vijf directeuren verdienen meer dan € 120.000 per jaar. Met het oog op de behoefte aan transparantie rondom de salarissen van het topkader van (semi-) publieke organisaties schetsen deze cijfers derhalve een geruststellend beeld. Het salarisniveau in de SW-sector loopt in de pas met het niveau dat als wenselijk wordt beschouwd door de commissie-Dijkstal. De meest voorkomende beloningsvorm naast het bruto salaris is de auto van de zaak. De helft van de directeuren heeft een auto van de zaak, met een gemiddelde cataloguswaarde van ruim € 39.000. Regelmatig voorkomende vergoedingen zijn een tegemoetkoming in de ziektekosten, een vergoeding voor representatiekosten, een vergoeding voor telefoonkosten en een kilometervergoeding voor gemaakte reiskosten. Een variabele (veelal prestatieafhankelijke) beloning komt in ongeveer 15% van de gevallen voor, de gemiddelde omvang van een dergelijke beloning bedraagt dan € 10.000. Bedrijfsomvang (in termen van het aantal Wsw-geïndiceerden) is significant van invloed op de hoogte van de beloning. In het bijzonder blijken directeuren van de kleinste bedrijven minder en directeuren van de grootste bedrijven meer te verdienen dan gemiddeld. Daarnaast blijkt het directeurschap van een gemengd publiek / privaat bedrijf een hoger salaris met zich mee te brengen. Persoonskenmerken zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en aantal dienstjaren in dezelfde functie lijken niet van invloed te zijn op het niveau van de beloning. Ook het type dienstverband (bepaalde of onbepaalde tijd) heeft geen effect op het salarisniveau. Wel blijken interim-managers een fors hogere management fee te ontvangen dan de gemiddelde directeur aan salaris ontvangt.
1 2
Exclusief bonussen, toeslagen, onkostenvergoedingen etc. Bruto jaarsalaris inclusief variabele beloningen, arbeidsmarkttoeslagen en buitengewone bijdragen aan de pensioenopbouw. SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
1
1
Inleiding
De afgelopen tijd zijn de inkomens van bestuurders van publieke en semi-publieke bedrijven en instellingen flink in de schijnwerpers komen te staan. Verscheidene onderzoeken hebben de beloningen van topbestuurders in kaart gebracht. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken voert jaarlijks het onderzoek “Topinkomens in de (semi-)publieke sector”3 uit, dat inzicht verschaft in de niveaus en ontwikkeling van beloningen van topbestuurders. Doel van deze onderzoeken is het vergroten van de transparantie aangaande de beloning van topbestuurders en het zichtbaar maken van eventuele excessen in de ontwikkeling van de beloning. Sinds 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van kracht. Deze wet regelt dat elke instelling die overwegend uit publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks het belastbaar jaarloon per individuele functionaris met wie zij een arbeidsrelatie heeft op functienaam zal publiceren, indien dit belastbaar jaarloon uitgaat boven dat van de minister-president. De totale bruto jaarbeloning van de minister-president bedroeg in 2005 ongeveer € 164.000. Hierdoor zullen ook instellingen die uit publieke middelen worden gefinancierd, maar die niet of zeer beperkt onderworpen zijn aan een regime van openbare verantwoording openheid van zaken moeten geven. Nu de WOPT van kracht is, is het vrijwillige karakter van deelname aan het eerdergenoemde periodieke onderzoek van het Ministerie veranderd in een wettelijke verplichting tot openbaarmaking van het beloningsniveau indien de beloning dat van de minister-president overstijgt. In aanvulling op de WOPT heeft de Eerste Kamer in april 2006 de zogeheten Wet Harrewijn aangenomen, nadat de Tweede Kamer dat in 2005 al had gedaan. Deze wet behelst een informatieplicht aan ondernemingsraden over beloningsstructuren van het topkader, bestuurders en toezichthouders. Waar de WOPT uitgaat van openbaarmaking op functienaam zal het uitgangspunt van de Wet Harrewijn niet alleen bekendmaking op functienaam zijn, maar ook bekendmaking op persoonsnaam. Het doel van deze uitbreiding van de wet op de ondernemingsraden is meer openheid en inzicht. Onlangs was er opnieuw brede media-aandacht voor de beloning van topbestuurders na een publicatie van Intermediair.4 Uit onderzoek van Intermediair bleek dat inkomens van topbestuurders in 2005 flink gestegen waren. Beloningsniveaus van tweemaal het salaris van de ministerpresident zijn geen uitzondering blijkt uit dit onderzoek. De resultaten van dit onderzoek hebben D66-kamerlid Bert Bakker er mede toe aangezet om een initiatiefwet te formuleren die moet leiden tot een norm waarbij een bestuurder slechts in uitzonderlijke gevallen meer kan verdienen dan de minister-president. Analoog aan de grotere behoefte aan transparantie en het voorkomen van excessieve beloningen bestaat bij Cedris, brancheorganisatie van sociale werkgelegenheids- en reïntegratiebedrijven, de 3
4
Niveau en ontwikkeling van de lonen van topfunctionarissen in de (semi)-publieke sector en bij woningcorporaties 2003-2004, Topinkomens in de (semi-)publieke sector, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, september 2005 Topinkomens weer fors gestegen, www.intermediair.nl, 29 mei 2006 SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
2
HOOFDSTUK 1
behoefte aan inzicht in het beloningsniveau van directeuren van bij Cedris aangesloten (SW)bedrijven.5 Een deel van de SW-bedrijven is opgenomen in het jaarlijkse onderzoek “Topinkomens in de (semi-)publieke sector” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Niet alle bedrijven in deze sector zijn echter (semi-)publieke organisaties. Alleen SW-bedrijven die gevoerd worden als (verzelfstandigde) gemeentelijke dienst of gemeenschappelijke regeling vallen binnen de reikwijdte van het onderzoek van het Ministerie. Andere constructies, zoals het SW-bedrijf dat als privaatrechtelijke onderneming wordt gevoerd, vallen buiten dit onderzoek. Er bestaat bij Cedris dus geen eenduidig inzicht in het niveau van de beloning van directeuren van de lidbedrijven. Om een helder, sectorbreed inzicht te krijgen in de niveaus en ontwikkeling van beloningen van directeuren van bij Cedris aangesloten (SW-)bedrijven is aanvullend onderzoek daarom noodzakelijk. Het voorliggende onderzoeksrapport beoogt invulling te geven aan deze behoefte.
5
Niet alle bij Cedris aangesloten bedrijven zijn SW-bedrijven. Indien in dit rapport de term SW-bedrijven wordt gehanteerd worden ook de niet SW-bedrijven die aangesloten zijn bij Cedris bedoeld.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
3
2
Onderzoeksresultaten
2.1
Jaarsalaris en overige beloningen
In Figuur 1 en Figuur 2 zijn de belangrijkste resultaten van dit onderzoek weergegeven. Figuur 1 laat zien dat het gemiddelde salaris van de directeur van een SW-bedrijf € 96.213 bedraagt. Dit gemiddelde is gebaseerd op 75 deelnemers aan het onderzoek. Vijf bedrijven zijn buiten beschouwing gebleven, omdat de directeur via een interim-dienstverband in dienst was. Deze groep wordt vanwege de afwijkende karakteristieken apart gepresenteerd (zie paragraaf 2.3). De spreiding van de salarissen rond het gemiddelde is relatief klein. Dit is te zien aan de vrij smalle kwartielrange van € 22.000 in Figuur 1, 50% van de directeuren van bedrijven die hebben deelgenomen aan dit onderzoek verdienen een jaarsalaris tussen de € 82.750 en € 105.000. Het gemiddelde jaarsalaris en het mediane jaarsalaris zijn vrijwel identiek.
€ 110.000 € 105.000 bovenkwartiel
€ 100.000
mediaan
€ 95.000
onderkwartiel
€ 90.000
gemiddelde
€ 85.000 € 80.000 bruto jaarsalaris
Figuur 1 Gemiddeld bruto jaarsalaris in 2005
De indeling naar salarisklassen in Figuur 2 laat een vrij smalle en hoge verdeling zien, wat er eveneens op duidt dat de spreiding in het beloningsniveau van directeuren van SW-bedrijven beperkt is. Duidelijk te zien in Figuur 2 is dat de grote meerderheid valt in de drie salarisklassen direct rond het gemiddelde. Daarbij bevindt zich nog een substantieel deel in de linker ‘staart’; een kleine 15% van de directeuren verdient een bruto jaarsalaris lager dan € 80.000. Aan de rechterzijde wordt de staart snel dun. Slechts vijf directeuren (zeven procent) verdienen een jaarsalaris boven de € 120.000. Met het oog op de behoefte aan transparantie rond de salarissen van het topkader van (semi-) publieke organisaties schetsen deze cijfers derhalve een geruststellend beeld. Ook aangaande een eventuele wet die topbestuurders slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toestaat meer te verdienen dan de minister-president is er geen reden voor onrust. Het salarisniveau in de SW-sector loopt in de pas met het niveau dat als wenselijk wordt beschouwd door de commissie-Dijkstal.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
4
HOOFDSTUK 2
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0% <€70.000
€70.000 €80.000
€80.000 €90.000
€90.000 - €100.000 - €110.000 - €120.000 - >€130.000 €100.000 €110.000 €120.000 €130.000 salarisklasse
Figuur 2 Verdeling jaarsalarissen naar salarisklasse
In Figuur 3 is de stijging van het jaarsalaris in 2005 ten opzichte van 2004 weergegeven. Van het totaal van 75 respondenten bleken 51 deelnemers in staat deze vraag te beantwoorden. De gemiddelde salarisstijging in 2005 bedroeg 3,15%. Dit gemiddelde wordt relatief sterk beïnvloed door een klein aantal grotere stijgingspercentages, gezien de mediaan van 1,60%. De spreiding van salarismutaties rond het gemiddelde is dus wat groter dan van salarisniveaus. Dit is ook te zien aan de wat ruimere kwartielrange van 2,56%.
4,00% 3,00%
bovenkwartiel
2,00%
mediaan
1,00%
gemiddelde
onderkwartiel
0,00% stijging jaarsalaris t.o.v. 2004
Figuur 3 Gemiddelde stijging jaarsalaris t.o.v. 2004
Naast het bruto jaarsalaris is er nog een aantal componenten te onderscheiden dat in een analyse van het beloningsniveau beschouwd dient te worden. In Figuur 4 zijn deze componenten weergegeven. De figuur laat zien welk percentage van de respondenten aangeeft dat de directeur van het bedrijf de betreffende beloningscomponent ontvangt en wat de gemiddelde hoogte van die belo-
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
ONDERZOEKSRESULTATEN
5
ning is.6 De meest voorkomende vorm is de auto van de zaak. Bijna de helft van de directeuren in de sector rijdt een auto van de zaak. De gemiddelde cataloguswaarde van de auto van de zaak bedraagt ruim € 39.000. In totaal betaalt 13% van de directeuren een eigen bijdrage voor de auto van de zaak, deze moet in mindering op de totale beloning van de directeur gebracht worden. De gemiddelde hoogte van deze bijdrage is € 1600. fractie directeuren die de betreffende beloning ontvangt (linkeras) gemiddelde omvang van de betreffende beloning (rechteras)
50%
15.000
45%
13.500
40%
12.000
35%
10.500
30%
9.000
25%
7.500
20%
6.000
15%
4.500
10%
3.000
5%
1.500
0%
auto van de zaak
tegemoetkoming ziektekosten
representatievergoedingen
overige belaste onkostenvergoedingen
variabele beloningen
af: eigen bijdrage auto van de zaak
arbeidsmarkttoeslagen
buitengewone bijdrage aan pensioenopbouw
0
Figuur 4 Kenmerken overige beloningscomponenten
Een substantieel deel van de respondenten, tussen de 25% en 30%, geeft verder aan dat de directeur een tegemoetkoming in de ziektekosten, een vergoeding voor representatiekosten of overige belaste onkostenvergoedingen ontvangt. In het laatste geval betreft het vrijwel uitsluitend een telefoonkostenvergoeding of een kilometervergoeding voor gemaakte reiskosten. De gemiddelde hoogte van deze vergoedingen ligt op hetzelfde niveau; rond de € 1600. Ruim 15% van de bedrijven geeft aan dat de directeur een variabele beloning ontvangt, zoals een bonus of prestatiebeloning. De gemiddelde hoogte van dit type, veelal prestatiegebonden, beloning bedraagt ruim € 10.000. De minst voorkomende beloningscomponenten zijn de arbeidsmarkttoeslagen (12%) en de buitengewone bijdrage aan de pensioenopbouw (7%). De gemiddelde hoogte van deze beloningscomponenten is substantieel; € 11.000 aan arbeidsmarkttoeslagen en € 13.000 aan buitengewone bijdragen aan de pensioenopbouw.
2.2
Jaarsalarissen naar bedrijfs- en persoonskenmerken
Het gemiddelde jaarsalaris zoals dat in Figuur 1 is weergegeven kan beter in perspectief geplaatst worden als het wordt afgezet naar bedrijfs- en persoonskenmerken. Te denken valt hier aan het type bedrijf, de bedrijfsomvang, de leeftijd van de directeur, het opleidingsniveau van de directeur enzovoorts. Via statistische analyse is bepaald of het gemiddelde jaarsalaris van een specifieke subgroep significant afwijkt van het gemiddelde van de andere. In dit rapport wordt deze analyse op
6
De getoonde gemiddelden beloningen zijn voorwaardelijke gemiddelden, zie de onderzoeksverantwoording voor een toelichting (Bijlage A). SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
6
HOOFDSTUK 2
twee manieren gedaan, via de Tukey test en via regressie-analyse.7 De samengevatte resultaten van deze statistische tests zijn te vinden in bijlage C. In Figuur 5 is het gemiddelde jaarsalaris naar type bedrijf weergegeven. Te zien is dat het gemiddelde jaarsalaris van de directeur van een SW-bedrijf gevoerd als gemeentelijke dienst het laagste is. Het hoogste gemiddelde jaarsalaris ontvangen directeuren van gemengd publiek / privaat gevoerde SW-bedrijven. Het gemiddelde salaris van deze groep bedraagt € 109.000. Het mediane salaris is echter met € 100.000 minder afwijkend van de andere groepen. Dit komt voort uit een relatief klein aantal bedrijven in deze groep, zeven bedrijven vallen in de categorie gemengd publiek / privaat. Met als gevolg een relatief groot effect van enkele wat hogere jaarsalarissen op het gemiddelde in deze groep.
gemiddeld bruto jaarsalaris
€ 125.000 € 120.000
bovenkwartiel
mediaan
€ 115.000
onderkwartiel
gemiddelde
€ 110.000 € 105.000 € 100.000 € 95.000 € 90.000 € 85.000 € 80.000 totaal
gemeentelijke privaatrechtelijk GR en gemengd dienst bedrijf verzelfstandigde publiek / privaat gemeentelijke dienst type bedrijf
Figuur 5 Gemiddeld jaarsalaris naar type bedrijf
De resultaten van de Tukey test geven eveneens aan dat directeuren van gemengd publieke / privaat opgezette SW-bedrijven een significant hogere jaarsalaris ontvangen. Ook regressie-analyse geeft aan dat deze groep een significant hoger jaarsalaris ontvangt dan directeuren van de andere subgroepen. Uit de resultaten blijkt dat de geschatte omvang van het verschil een substantiële € 13.585 per jaar is. Dit betekent dat directeuren van gemengd publiek / private SW-bedrijven gemiddeld ruim € 1.000 per maand meer verdienen dan directeuren van andere SW-bedrijven. Het gemiddelde jaarsalaris naar bedrijfsomvang laat een wat sterker wisselend beeld zien. In de enquête zijn drie maatstaven voor bedrijfsomvang gevraagd; het aantal Wsw-geïndiceerden, het aantal overige doelgroepmedewerkers en het aantal niet-gesubsidieerden (faciliterend, ondersteunend, management, administratie, enzovoorts) werkzaam binnen of via het bedrijf. De drie maatstaven hangen statistisch sterk met elkaar samen, daarom is ervoor gekozen om het aantal Wswgeïndiceerden als maatstaf voor bedrijfsomvang te hanteren.
7
Zie Bijlage A voor een toelichting op de werking van deze methoden.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
ONDERZOEKSRESULTATEN
7
In Figuur 6 is te zien dat het gemiddelde jaarsalaris van directeuren van SW-bedrijven met minder dan 500 Wsw-geïndiceerden met € 80.000 ruim onder het gemiddelde van de hele populatie ligt. De middelste twee grootteklassen lopen meer in de pas met het populatiegemiddelden blijkt uit de mediane en gemiddelde jaarsalarissen van deze subgroepen. Het gemiddelde (€ 109.000) en mediane (€ 107.000) jaarsalaris van directeuren van de grootste bedrijven ligt daarentegen flink boven het gemiddelde jaarsalaris van de andere grootteklassen.
gemiddeld bruto jaarsalaris
€ 120.000 € 115.000
bovenkwartiel
mediaan
€ 110.000
onderkwartiel
gemiddelde
€ 105.000 € 100.000 € 95.000 € 90.000 € 85.000 € 80.000 € 75.000 totaal
minder dan 500
500 - 1000
1000 - 1500
meer dan 1500
aantal Wsw-geïndiceerden
Figuur 6 Gemiddeld jaarsalaris naar bedrijfsomvang
De Tukey test en regressie-analyse bevestigen beide het beeld dat Figuur 6 schetst. Directeuren van SW-bedrijven met minder dan 500 Wsw-geïndiceerden verdienen significant minder dan directeuren van grotere bedrijven. Regressie laat zien dat de omvang van dit verschil op ongeveer € 11.500 per jaar ligt. Directeuren van SW-bedrijven met meer dan 1500 Wsw-geïndiceerden verdienen naar schatting € 15.500 per jaar meer dan directeuren bij kleinere bedrijven. Ook dit resultaat is statistisch significant. In de enquête is ook naar het geslacht van de directeur gevraagd. Omwille van de herkenbaarheid van individuen is besloten niet te rapporteren over deze gegevens vanwege het zeer kleine aantal vrouwen dat als directeur verbonden is aan een SW-bedrijf. De cijfers geven echter geen reden te vermoeden dat vrouwen significant meer of minder verdienen dan mannen. In Figuur 7 is het gemiddelde jaarsalaris weergegeven naar leeftijd van de directeur. Zoals te verwachten is blijkt het gemiddelde salaris van oudere directeuren met € 97.000 zo’n € 2.700 hoger te liggen dan dat van jongere directeuren. Het verschil tussen de mediane jaarsalarissen van de twee onderscheiden leeftijdscategorieën is met € 1.500 aanzienlijk kleiner. Het verschil in gemiddeld jaarsalaris tussen de onderscheiden leeftijdsgroepen is statistisch niet significant.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
HOOFDSTUK 2
gemiddeld bruto jaarsalaris
8
€ 110.000 € 105.000 € 100.000
bovenkwartiel mediaan
€ 95.000
onderkwartiel
€ 90.000
gemiddelde
€ 85.000 € 80.000 totaal
onder de 50
boven de 50
leeftijd
Figuur 7 Gemiddeld jaarsalaris naar leeftijd
gemiddeld bruto jaarsalaris
De opleiding van de directeur is een factor die van invloed kan zijn op de hoogte van de beloning. In dit onderzoek worden twee categorieën onderscheiden: HBO-niveau of lager en wetenschappelijk onderwijs. In Figuur 8 zijn de gemiddelde jaarsalarissen van de onderscheiden groepen weergegeven. Zoals te verwachten valt ligt het gemiddelde jaarsalaris van de hoger opgeleide groep wat hoger dan dat van de andere groep. Het verschil tussen de beide gemiddelden bedraagt € 10.000 per jaar. Ook de mediane jaarsalarissen laten een flink verschil zien, van ruim € 11.000.
€ 110.000 € 105.000 € 100.000
bovenkwartiel mediaan
€ 95.000
onderkwartiel
€ 90.000
gemiddelde
€ 85.000 € 80.000 totaal
HBO en lager
WO
opleidingsniveau
Figuur 8 Gemiddeld jaarsalaris naar opleidingsniveau
De Tukey test geeft aan dat het verschil in gemiddeld jaarsalaris tussen beide groepen significant is. Deze conclusie wordt echter niet bevestigd door de regressieresultaten, die geven aan dat er geen significant verschil zit tussen de jaarsalarissen van beide groepen. Dit betekent dat het effect van opleidingsniveau als verklarende factor niet zuiver is, maar dat in werkelijkheid wellicht het type bedrijf of bedrijfsomvang hier van invloed zijn. In dat geval zou dat kunnen betekenen dat wetenschappelijk opgeleide directeuren vaker werkzaam zijn bij grotere SW-bedrijven of bij gemengd publiek / private SW-bedrijven. In Figuur 9 is het gemiddeld jaarsalaris weergegeven naar het aantal jaren dat de directeur in deze functie in dienst is van het bedrijf. Het is duidelijk dat de gemiddelde en mediane jaarsalarissen van de verschillende groepen elkaar weinig ontlopen. Ook uit de statische tests blijkt dat er geen reden is aan te nemen dat het aantal dienstjaren in dezelfde functie van invloed is op de hoogte van het jaarsalaris. SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
gemiddeld bruto jaarsalaris
ONDERZOEKSRESULTATEN
9
€ 110.000 € 105.000 € 100.000 € 95.000 € 90.000 € 85.000 € 80.000 € 75.000
bovenkwartiel mediaan onderkwartiel gemiddelde
totaal
minder dan 5 jaar
5 - 10 jaar
meer dan 10 jaar
aantal dienstjaren
Figuur 9 Gemiddeld jaarsalaris naar aantal dienstjaren
In het onderzoek zijn drie verschillende typen dienstverband onderscheiden: dienstverband voor bepaalde tijd, dienstverband voor onbepaalde tijd en tijdelijk dienstverband samenhangend met bijvoorbeeld reorganisaties of interim-opdrachten. In het laatste geval is er dan nog onderscheid gemaakt tussen de interim-manager die vanuit een meeromvattend extern bureau gedetacheerd is bij het SW-bedrijf (deze situatie had betrekking op vier bedrijven en deze zijn buiten het onderzoek gelaten) en de interim-manager die zichzelf vanuit een eigen onderneming verhuurt aan het SW-bedrijf (deze groep is wel meegenomen). De laatste groep bleek echter dusdanig klein in omvang te zijn (in totaal vijf gevallen) en een relatief hoge beloning te ontvangen dat is besloten om over deze groep apart te rapporteren (zie paragraaf 2.3).
gemiddeld bruto jaarsalaris
In Figuur 10 is het gemiddeld jaarsalaris naar type dienstverband weergegeven. Te zien is dat het gemiddelde salaris van directeuren met een dienstverband voor bepaalde tijd (€ 82.817) flink lager is dan van directeuren met een dienstverband voor onbepaalde tijd (€ 96.968). Er zijn slechts vier directeuren met een dergelijk dienstverband.8 De statistische tests wijzen uit dat het type dienstverband niet significant van invloed is op de hoogte van het salaris.
€ 110.000 € 105.000 € 100.000 € 95.000 € 90.000 € 85.000 € 80.000 € 75.000 € 70.000 € 65.000
bovenkwartiel mediaan onderkwartiel gemiddelde
totaal
onbepaalde tijd
bepaalde tijd
type dienstverband
Figuur 10 Gemiddeld jaarsalaris naar type dienstverband
8
Ter voorkoming van herkenbaarheid van individuen is besloten om gezien het lage aantal van vier waarnemingen alleen het gemiddelde jaarsalaris van directeuren met een dienstverband voor bepaalde tijd weer te geven. SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
10
HOOFDSTUK 2
2.3 Directeuren met een interim-dienstverband In het geval de directeur gedetacheerd was vanuit een extern bureau is het bedrijf buiten het onderzoek gebleven, deze situatie was van toepassing op vier bedrijven. In het geval de directeur zichzelf via een eigen onderneming verhuurde is het bedrijf wel opgenomen in het onderzoek. Dit betrof in totaal vijf bedrijven. Zoals eerder aangegeven zijn directeuren met een interimdienstverband vanwege de afwijkende karakteristieken niet meegenomen in de gemiddelden. Om toch inzicht te geven in de beloning van deze groep zijn de resultaten weergegeven in Tabel 1. De vijf gevallen die in Tabel 1 zijn opgenomen betreffen interim-managers die zichzelf via een eigen onderneming aan het SW-bedrijf verhuren. Het gaat hierbij dus niet zozeer om jaarsalarissen maar meer om management fees die de betreffende managers op tariefbasis ontvangen. Deze liggen aanmerkelijk hoger dan het gemiddelde salarisniveau van directeuren van SW-bedrijven, zoals te zien is aan het gemiddelde bedrag van ruim € 196.000. Tabel 1
Gemiddelde beloning interim-dienstverband interim-dienstverband aantal
5
gemiddelde
196.829
minimum
108.000
maximum
331.743
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
11
Bijlage A Onderzoeksverantwoording Voor dit onderzoek zijn alle 97 bij Cedris aangesloten bedrijven benaderd met een uitnodiging tot deelname aan een webenquête. De vragen die in deze enquête aan bod komen zijn verdeeld in twee blokken: o Een gedeelte waarin de totale beloning van de directeur uiteenvallend in verschillende onderdelen wordt gevraagd. o Een gedeelte waarin de beloning in context wordt geplaatst aan de hand van een aantal karakteristieken van het bedrijf en de directeur die van invloed zijn op de hoogte van de beloning. Na het verstrijken van de uiterste responsdatum is alle bedrijven die nog niet hadden deelgenomen met een rappelbericht verzocht alsnog deel te nemen aan het onderzoek. Niet-deelnemers zijn telefonisch benaderd door Cedris, met het dringende verzoek alsnog deel te nemen aan het onderzoek. In totaal zijn de resultaten van dit onderzoek gebaseerd op de gegevens van 80 bedrijven. Vijf daarvan zijn buiten de analyse gelaten vanwege een afwijkend type dienstverband. De analyse van de gemiddelde beloning van directeuren van SW-bedrijven is derhalve gebaseerd op 75 deelnemers. Daarnaast hebben vier bedrijven aangegeven buiten de reikwijdte van het onderzoek te vallen vanwege het feit dat de directeur door een extern bureau bij het SW-bedrijf gedetacheerd was. Ten slotte bleken drie bedrijven niet meer als zelfstandige onderneming te bestaan ten tijde van het onderzoek. Dit betekent dat in totaal 84 van de 94 bedrijven hebben gerespondeerd, wat neerkomt op 89%. Bij tien non-respondenten was er in vier gevallen sprake van een directiewisseling ten tijde van het onderzoek. Deze discontinuïteit heeft zich vertaald in niet-deelname. Twee non-respondenten bleken qua activiteiten buiten het bereik van het onderzoek te vallen, en hebben derhalve aangegeven niet deel te zullen nemen. Van de overige vier niet-deelnemers is niet bekend waarom niet aan het onderzoek is deelgenomen. Op de door deelnemers verstrekte gegevens is geen controle uitgevoerd die het karakter draagt van een accountantscontrole. Wel zijn alle gegevens grondig tegen het licht gehouden ten aanzien van consistentie en plausibiliteit.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
13
Bijlage B Statistische termen Gemiddelde Het gemiddelde is de meest gebruikte maatstaf bij het weergeven van het ‘doorsneeniveau’ van een bepaald gegeven. Toch is het vaak niet de beste maatstaf. Doordat het gemiddelde sterk beïnvloed kan worden door extreme waarden, kan het een vertekend beeld van de werkelijkheid geven. Voorwaardelijk gemiddelde In sommige figuren zijn de ‘voorwaardelijke gemiddelden’ afgedrukt. Dit zijn gemiddelden die niet gebaseerd zijn op de hele groep, maar slechts op die bedrijven voor welke het betrokken getal van toepassing is. Zogenaamde nulwaarnemingen worden dus niet meegenomen in de berekening. Spreiding Het gemiddelde is een indicatie op welk niveau een aantal getallen ligt. Naast deze indicatie is het vaak belangrijk te weten, in welke mate deze cijfers van het gemiddelde afwijken. Deze mate van afwijking noemen we spreiding. Als de meeste individuele cijfers dicht bij het gemiddelde liggen, is de spreiding klein en is er sprake van een homogene populatie. Het gemiddelde geeft dan een goed beeld. Als individuele cijfers echter verder van het gemiddelde liggen, is de spreiding groter, en de populatie heterogener. Een goede manier om de spreiding in beeld te brengen is door gebruik te maken van mediaan en kwartielen. Mediaan De middelste waarneming van een reeks getallen: de helft van de waarnemingen valt lager uit dan deze waarde en de andere helft hoger. Als het aantal observaties laag is, of de verdeling scheef, dan is de mediaan in de regel een betere indicatie voor de groepsstandaard dan het gemiddelde. Kwartiel De grens tussen twee kwarten van een aantal getallen. De eerste kwartielgrens (het onderkwartiel) geeft de waarde waaronder een kwart van het totaal aantal waarnemingen valt. De derde kwartielgrens (het bovenkwartiel) is de grens waarboven een kwart van de waarnemingen uitkomt. De mediaan is het tweede kwartiel. Per definitie zit de helft van het aantal waarnemingen tussen het eerste en het derde kwartiel. Kwartielrange Het interval tussen onder- en bovenkwartiel (zie boven) waar de ‘middelste helft’ van de waarnemingen zich bevindt, geeft een goed beeld van het interval waar het betrokken gegeven zich in de regel bevindt. Tukey test Een statistische test waarmee aangetoond wordt of het gemiddelde van een bepaalde subgroep significant afwijkt van het gemiddelde van alle andere waarnemingen. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of het gemiddelde jaarsalaris van kleine SW-bedrijven met minder dan 500 Wswgeïndiceerden significant afwijkt van het gemiddelde van de andere drie omvangklassen. Deze methode is niet geheel zuiver omdat de invloed van andere variabelen niet geïsoleerd wordt. Zo zou het kunnen zijn dat uit de Tukey test blijkt dat directeuren van kleine SW-bedrijven significant minder verdienen, terwijl in werkelijkheid directeuren van SW-bedrijven die als gemeentelijke dienst gevoerd worden significant minder verdienen en dat deze bedrijven over het algemeen tot de kleinere behoren. Dit effect is via een Tukey test niet te isoleren, wel geeft het een goede indicatie. Regressie-analyse Via regressie waarbij het bruto jaarsalaris als afhankelijke variabele wordt geregresseerd op een dummysysteem wordt het mogelijk om te analyseren welke subgroepen een significant hoger of SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
14
BIJLAGE B
lager gemiddeld jaarsalaris ontvangen dan de rest. Via deze methode, waarbij met behulp van een dummysysteem alle subgroepen onderscheiden worden in de analyse, kunnen de verschillende effecten wel geïsoleerd worden. P-waarde De p-waarde of probability-waarde geeft dekans weer dat een gevonden verschil tussen twee waarden op toeval berust of dat er sprake is van een systematisch verschil. In de regel gaat men uit dat bij een p-waarde kleiner dan 10% (0,1) er sprake is van een systematisch verschil. Voorbeeld: de Tukey test in dit onderzoek heeft als nulhypothese dat mannen en vrouwen gemiddeld hetzelfde bruto jaarsalaris verdienen. De Tukey test geeft aan de hand van de data een pwaarde van 0,97 (zie Bijlage C). Dit betekent dat bij een gehanteerd significantieniveau van 10% (0,1) de nulhypothese bij een p-waarde die veel groter is dan het gebruikte significantieniveau niet wordt verworpen. Er mag dus verondersteld worden dat mannen en vrouwen gemiddeld hetzelfde verdienen.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
15
Bijlage C Resultaten statistische analyse
basiswaarde (α)
Tukey test overige groepen
regressie-analyse
aantal
gemiddelde
sign
p-waarde
75
€ 96.213
10 20 38 7
€ 92.071 € 97.209 € 94.359 € 109.350
€ 96.850 € 95.851 € 98.117 € 94.861
**
0,409 0,761 0,339 0,030
17 27 11 19
€ 80.392 € 95.728 € 103.029 € 109.202
€ 100.850 € 96.486 € 95.014 € 91.806
*** ***
<0,001 0,854 0,149 <0,001
-
0,970
70 5
€ 96.193 € 96.487
25 50
€ 94.413 € 97.113
39 36
€ 91.111 € 101.740
35 23 17
€ 95.150 € 97.469 € 96.701
71 4
€ 96.968 € 82.817
effect
sign
€ 89.565
p-waarde <0,001
type bedrijf gemeentelijke dienst privaatrechtelijk bedrijf GR en verzelfst. gem. dienst gemengd publiek / privaat
-
0,129 0,277
+€ 13.585
**
0,020
-€ 11.611
***
0,009
+€ 15.597
***
0,188 <0,001
-
0,385
-
0,791
-
0,235
-
0,289 0,593
-
0,375
aantal Wsw-geïndiceerden minder dan 500 500 - 1000 1000 - 1500 meer dan 1500
geslacht man vrouw
leeftijd onder de 50 boven de 50
-
opleidingsniveau HBO of lager wetenschappelijk onderwijs
***
0,518
0,006
aantal dienstjaren minder dan 5 5 - 10 jaar meer dan 10 jaar
type dienstverband onbepaalde tijd bepaalde tijd
€ 97.143 € 95.657 € 96.070
-
0,614 0,672 0,893
-
0,104
Toelichting: 1. De kans dat het gemiddelde jaarsalaris van een bepaalde groep afwijkt van het gemiddelde van de rest wordt aangeduid met significantie. Verklaring van de symbolen: -: het gemiddelde van de groep wijkt niet significant af van het gemiddelde van de andere groepen. *, **, ***: het gemiddelde van de groep wijkt significant af van het gemiddelde van de andere groepen bij een gehanteerd significantieniveau van resp. 10%, 5% en 1%. SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
16
2.
BIJLAGE C
in de regressie-analyse is de volgende vergelijking geschat: jaarsalaris = α + β1 * dummy gem. dienst + β2 * dummy privaatrechtelijk bedrijf + β3 * dummy gemengd publiek / privaat + β4 * dummy minder dan 500 + β5 * dummy 1000 - 1500 + β6 * dummy meer dan 1500 + β7 * dummy vrouw + β8 * dummy wetenschappelijk onderwijs + β9 * dummy onder de 50 + β10 * dummy 5 - 10 jaar in functie + β11 * dummy meer dan 10 jaar in functie + β12 * dummy onbepaalde tijd + ε In iedere categorie is voor de meest voorkomende klasse geen dummy meegenomen, voor de andere klassen is er steeds wel een dummy opgenomen. Dit betekent dat de geschatte basiswaarde (α) het gemiddelde salaris van de grootste gemene deler van de populatie weergeeft. Hier is dat de directeur van een GR of verzelfstandigde gemeentelijke dienst met 500 - 1000 Wswgeïndiceerden. De directeur is man, boven de 50, HBO of lager opgeleid, minder dan 5 jaar in functie en heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
BELONINGSNIVEAU DIRECTEUREN CEDRIS-LIDBEDRIJVEN 2005
17
Bijlage D Tabellen Navolgende tabellen geven de resultaten van het onderzoek naar het beloningsniveau van directeuren van Cedris-lidbedrijven zo volledig mogelijk weer. Het eerste gedeelte omvat totaalgemiddelden van het bruto jaarsalaris en overige componenten van de totale beloning. In het tweede deel is het bruto jaarsalaris weergegeven uitgesplitst naar diverse bedrijfs- en persoonskenmerken. Tabel 1.1 Totalen (voorwaardelijke gemiddelden) 2 bruto jaarsalaris
stijging t.o.v. 2004
totale beloning9
arbeidsmarkttoeslagen10
variabele beloningen
bijdrage aan pensioenopbouw
75
51
75
9
13
5
gemiddelde
96.213
3,15%
100.138
10.752
10.290
12.774
minimum
56.490
-1,50%
56.490
300
2.362
3.086
eerste kwartiel
82.750
0,84%
84.186
5.782
7.881
3.770
mediaan
97.500
1,60%
98.000
8.052
10.420
13.858
derde kwartiel
105.000
3,40%
113.000
13.600
11.118
20.663
maximum
162.900
20,00%
162.900
30.164
17.500
22.495
kwartielrange
22.250
2,56%
28.814
7.818
3.237
16.893
standaarddeviatie
16.903
4,38%
20.499
8.859
4.513
9.122
Beloningscomponenten aantal
Onkostenvergoedingen en secundaire arbeidsvoorwaarden
representatie vergoeding
tegemoetkoming ziektekosten
overige belaste onkostenvergoedingen
cataloguswaarde auto van de zaak
eigen bijdrage auto van de zaak
21
22
20
37
10
1.722
1.539
1.657
39.242
1.590
150
156
168
16.000
295
eerste kwartiel
1.356
1.114
453
31.000
705
mediaan
1.632
1.200
1.343
37.197
1.140
derde kwartiel
2.250
1.962
1.868
45.000
2.400
maximum
3.600
3.573
8.962
65.000
3.852
kwartielrange
894
848
1.415
14.000
1.695
standaarddeviatie
850
890
1.991
11.112
1.264
aantal gemiddelde minimum
9 10
Bruto jaarsalaris inclusief variabele beloningen, arbeidsmarkttoeslagen en buitengewone bijdragen aan de pensioenopbouw. Een zeer klein aantal respondenten gaf aan dat er een ambtstoelage werd uitgekeerd, omwille van de herkenning is de respons op deze vraag daarom opgenomen onder arbeidsmarkttoeslagen. SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
18
BIJLAGE D
Tabel 1.2 Frequentieverdeling jaarsalarissen Frequentieverdeling jaarsalarissen
< 70.000
70.000 - 80.000
80.000 - 90.000
90.000 100.000
5
6
17
18
6,67%
8,00%
22,67%
24,00%
5
11
28
46
6,67%
14,67%
37,33%
61,33%
120.000 130.000
> 130.000
aantal percentage cumulatief aantal cumulatief percentage Frequentieverdeling jaarsalarissen
100.000 110.000
aantal percentage
19
5
3
2
25,33%
6,67%
4,00%
2,67%
65
70
73
75
86,67%
93,33%
97,33%
100,00%
cumulatief aantal cumulatief percentage
26 27 110.000 120.000
Tabel 1.3 Gemiddelden per groep
2 2
totaal
gemeentelijke dienst
privaatrechtelijk bedrijf
GR en verzelfstandigde gemeentelijke dienst
gemengd publiek / privaat
75
10
20
38
7
percentage
100%
13,33%
26,67%
50,67%
9,33%
gemiddelde
96.213
92.071
97.209
94.359
109.350
minimum
56.490
69.000
56.490
62.000
81.000
eerste kwartiel
82.750
81.000
87.925
82.500
89.000
mediaan
97.500
95.368
97.145
96.934
99.900
derde kwartiel
105.000
105.000
106.250
103.022
124.658
maximum
162.900
107.697
135.000
120.074
162.900
kwartielrange
22.250
24.000
18.325
20.522
35.658
standaarddeviatie
16.903
14.727
17.729
13.902
27.502
-
***
-
-
Naar type bedrijf
aantal
significantie11
11
De kans dat het gemiddelde jaarsalaris van een bepaalde groep afwijkt van het gemiddelde van de rest wordt aangeduid met de significantie. Verklaring van de symbolen: -: het gemiddelde van de groep wijkt niet significant af van het gemiddelde van de andere groepen. *, **, ***: het gemiddelde van de groep wijkt significant af van het gemiddelde van de andere groepen bij een gehanteerd significantieniveau van resp. 10%, 5% en 1%.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
TABELLEN
Naar aantal Wsw-geïndiceerden12
19
totaal
minder dan 500
74
percentage
2 3 500 - 1000
1000 - 1500
meer dan 1500
17
27
11
19
100%
22,97%
36,49%
14,86%
25,68%
gemiddelde
96.750
80.392
95.728
103.029
109.202
minimum
62.000
62.000
69.000
89.000
97.089
eerste kwartiel
83.759
78.644
88.085
96.227
102.000
mediaan
97.558
81.000
97.868
97.615
107.000
derde kwartiel
105.000
82.500
105.000
100.986
118.142
maximum
162.900
95.000
124.658
162.900
135.000
kwartielrange
21.241
3.856
16.915
4.759
16.142
standaarddeviatie
16.362
7.911
13.417
20.478
9.754
***
-
-
**
aantal
significantie
2 3 Naar geslacht
totaal
man
vrouw
75
70
5
percentage
100%
93,33%
6,67%
gemiddelde
96.213
96.193
96.487
minimum
56.490
56.490
78.644
eerste kwartiel
82.750
82.750
99.018
mediaan
97.500
97.145
99.900
derde kwartiel
105.000
107.000
101.850
maximum
162.900
162.900
103.022
kwartielrange
22.250
24.250
2.832
standaarddeviatie
16.903
17.335
10.098
-
-
aantal
significantie
12
Omwille van de inzichtelijkheid is ervoor gekozen om slechts één categorie te gebruiken als indicatie van de omvang van het bedrijf. Uit analyse van de cijfers bleek dat er een grote correlatie bestaat tussen het aantal professionals, het aantal SW-geïndiceerden en het aantal overige doelgroepmedewerkers. Daarom is ervoor gekozen om het aantal SW-geïndiceerden als maatstaf voor bedrijfsomvang te gebruiken. SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
20
BIJLAGE D
2 3 Naar leeftijd13
totaal
onder de 50
boven de 50
75
25
50
percentage
100%
33,33%
66,67%
gemiddelde
96.213
94.413
97.113
minimum
56.490
62.000
56.490
eerste kwartiel
82.750
82.500
83.759
mediaan
97.500
96.368
97.742
derde kwartiel
105.000
102.000
107.000
maximum
162.900
135.000
162.900
kwartielrange
22.250
19.500
23.241
standaarddeviatie
16.903
17.016
16.947
-
-
totaal
HBO en lager
wetenschappelijk onderwijs
75
39
36
percentage
100%
52,00%
48,00%
gemiddelde
96.213
91.111
101.740
minimum
56.490
56.490
69.000
eerste kwartiel
82.750
80.300
96.298
mediaan
97.500
88.847
100.056
derde kwartiel
105.000
100.000
107.000
maximum
162.900
120.819
162.900
kwartielrange
22.250
19.700
10.703
standaarddeviatie
16.903
15.924
16.381
***
***
aantal
significantie 2 3 Naar opleidingsniveau aantal
significantie
2 3 13
Omwille van de inzichtelijkheid en de structuur van de respons is het aantal leeftijdscategorieën teruggebracht tot twee.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
TABELLEN
Naar aantal dienstjaren
21
totaal
minder dan 5 jaar
5 - 10 jaar
meer dan 10 jaar
75
35
23
17
percentage
100%
46,67%
30,67%
22,67%
gemiddelde
96.213
95.150
97.469
96.701
minimum
56.490
56.490
80.300
69.000
eerste kwartiel
82.750
82.500
84.186
78.761
mediaan
97.500
97.500
98.000
95.000
derde kwartiel
105.000
105.000
107.270
102.821
maximum
162.900
135.000
124.658
162.900
kwartielrange
22.250
22.500
23.084
24.060
standaarddeviatie
16.903
16.635
12.454
22.698
-
-
-
totaal
onbepaalde tijd
bepaalde tijd
75
71
4
percentage
100%
94,67%
5,33%
gemiddelde
96.213
96.968
82.817
minimum
56.490
56.490
62.000
eerste kwartiel
82.750
83.759
67.500
mediaan
97.500
97.615
84.684
derde kwartiel
105.000
107.000
98.134
maximum
162.900
162.900
99.900
kwartielrange
22.250
23.241
30.634
standaarddeviatie
16.903
16.639
18.305
-
-
aantal
significantie Naar soort dienstverband aantal
significantie
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
22
BIJLAGE D
Tabel 1.4 Gemiddelden kortlopend tijdelijk dienstverband14 Naar soort dienstverband
5 kortlopend tijdelijk dienstverband 5
aantal gemiddelde
196.829
minimum
108.000
maximum
331.743
14
Vanwege het zeer kleine aantal respondenten dat aangaf dat er sprake was van een kortlopend tijdelijk dienstverband en de relatief behoorlijk afwijkende gemiddelden van deze groep is deze categorie helemaal buiten de tabellen gelaten.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK