Special Milieudienst Zuid-Holland Zuid
Omgeving
1
okt 08
in beeld
Samenwerking Brzo
Hoeksche Waard
Afvalcentrale Dordrecht
Ontwikkelingen rond omgevingsbeheer in Zuid-Holland Zuid Omgeving in beeld 1.indd 1
1
24-09-2008 16:46:37
Voorwoord Omgevingsbeheer is de toekomst
Voor u ligt een eerste exemplaar van ‘Omgeving in beeld’. Aan het woord zijn organisaties, die op één of andere manier te maken hebben met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Wij laten hen aan het woord. Dat past bij onze missie.
De overheid streeft naar meer transparantie, efficiency en effectiviteit waarbij de klant centraal staat. Een handvol adviescommissies hebben de afgelopen maanden ‘vingers op zere plekken’ gelegd als het gaat om de organisatie en werkwijze van de overheid als geheel. Verkokering, versnippering en daardoor grote bestuurlijke en ambtelijke drukte vermoeit bedrijven en burgers. Er zijn ook oplossingen aangedragen en die raken het taakveld van de milieudienst. Omgevingsbeheer is de toekomst, sterk gedereguleerd. Verantwoordelijkheden moeten scherper worden afgebakend.
Co
Dit geeft een enorme impuls aan de milieudienst om die ambities goed vorm te geven en daarbij kwaliteit te blijven leveren aan klant en opdrachtgevers. Want de veranderingen geven meer vrijheid aan burgers en bedrijven. Wij zetten ons ervoor in om een goede balans te vinden, tussen kwaliteit van de leefom- geving en economische vitaliteit in de regio Zuid-Holland Zuid. Leo de Jong De communicatie naar de burger en bedrijf bepaalt uiteindelijk hoe zij de ontstane voordelen herkennen en benutten. Dit jaar hebben we de tevredenheid van onze klanten, over de diensten en producten die wij leveren, tegen het licht gehouden. En de resultaten van dat onderzoek bevestigen onze vermoedens! Communicatie is belangrijk. Laten zien wat je doet en waarom. Daarom ligt nu voor u de eerste uitgave van ‘Omgeving in beeld’. Een magazine dat we tweemaal per jaar uitbrengen en waarin we graag inzoomen op uiteenlopende ontwikkelingen, waaraan wij als milieudienst namens de negentien regiogemeenten ons steentje bijdragen. Veel leesplezier! Leo de Jong Directeur Milieudienst Zuid-Holland Zuid
Omgeving in beeld 1.indd 2
24-09-2008 16:46:44
Inhoudsopgave 4 Klanttevredenheidsonderzoek: de klant is tevreden, maar…
6 Samenwerking zorgt voor optimale borging kwaliteit veiligheidstoezicht
Colofon Omgeving in beeld is een uitgave van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid en wordt twee maal per jaar toegestuurd aan de zakelijke relaties van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid.
8 Gevelisolatie, dubbel glas en suskasten…
Contact
Noordendijk 250 Postbus 550 3300 AN Dordrecht T (078)648 05 00 F (078)648 05 01 www.mzhz.nl
[email protected]
10 Hoeksche Waard toont duurzaam karakter
Productie
Milieudienst Zuid-Holland Zuid, afdeling Communicatie
13
Teksten en eindredactie
Nieuwbouw Dordtse afvalcentrale vordert gestaag
Tekstbureau Andrea van der Marel, Dordrecht
Fotografie
Rob Niemantsverdriet, Rotterdam
Vormgeving en druk Controlmedia, Breda
Milieu, leefomgeving en veiligheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Milieu bepaalt mede en in steeds grotere mate welke mogelijkheden de beschikbare ruimte op het land, het water en in de lucht heeft, en is een factor van belang in het behoud van de kwaliteit van de regio Zuid-Holland Zuid. Feitenkennis van en toezicht op milieu en de gebouwde leefomgeving is het vertrekpunt voor effectief regionaal en gemeentelijk beleid. De Milieudienst Zuid-Holland Zuid wil met haar kennis en kunde de gemeenten hierin ondersteunen en doeltreffend en integraal uitvoering geven aan haar taken op het gebied van actieve preventie, toezicht en handhaving.
Omgeving in beeld 1.indd 3
24-09-2008 16:46:54
Klanttevredenheidsonderzoek:
De Milieudienst Zuid-Holland Zuid wil een zo optimaal mogelijke ondersteuning bieden van de (inter)gemeentelijke uitvoering van taken. De missie is dan ook om ‘gemeenten te ondersteunen bij het waarborgen van een gezonde, veilige, leefbare en vitale regio met doel(-groep) gericht maatwerk.
de klant is
t
ervaart de klant dat ook zo? En zo ja, over welke aspecten is de klant dan misschien minder tevreden, welke punten zijn voor verbetering vatbaar? Om antwoord op die vragen te krijgen schakelde de Milieudienst Zuid-Holland Zuid het Onderzoekcentrum Drechtsteden in om een klanttevredenheidsonderzoek (KTO) uit te voeren. Drs. I.A.C. Soffers, onderzoeker bij het Onderzoekcentrum Drechtsteden legt uit hoe het onderzoek werd opgezet: ‘Omdat de Milieudienst Zuid-Holland Zuid veel verschillende producten en diensten aanbiedt, hebben we voor het KTO een selectie moeten maken.’
o k a v m g g o b d
t z
Ook als er even niets te melden valt, willen klanten graag horen wat de stand van zaken is
Ingrid Soffers
De Milieudienst Zuid-Holland Zuid wil een zo optimaal mogelijke ondersteuning bieden van de (inter)gemeentelijke uitvoering van taken. De missie is dan ook om ‘gemeenten te ondersteunen bij het waarborgen van een gezonde, veilige, leefbare en vitale regio met doel(-groep) gericht maatwerk. Om de gewenste kwaliteit op een hoger niveau te brengen is in 2007 gestart met de implementatie van een nieuw kwaliteitmanagementsysteem, als aanloop naar de gewenste ISO-certificering. De klant staat dus centraal en kwaliteit staat hoog in het vaandel. Maar
In samenspraak met de milieudienst is gekozen om in het KTO van 2008 de volgende vier onderdelen op te nemen: • Wachtdienst, waar burgers en bedrijven meldingen of klachten over milieuzaken kunnen doorgeven. • Vergunningen, waar bedrijven een milieuvergunning aanvragen en die milieuvergunningen verleent namens alle gemeenten in Zuid-Holland Zuid. • Inspectie, die bij bedrijven milieucontroles uitvoert in het kader van het basiscontroleprogramma of naar aanleiding van een klacht door derden. • Milieu & Ruimte, die gemeenten bijstaat en adviseert over milieuzaken met betrekking tot de bestemming, de inrichting en het beheren van ruimte. Ingrid Soffers: ‘We hebben per afdeling eerst het hele dienstverleningsproces bekeken. Je ziet dan ook dat de verschillende onderdelen ieder een eigen aanpak vergen. De inhoud van de vragenlijst is maatwerk, vanwege het verschil in klantengroepen en producten en diensten. Je kunt dan eigenlijk ook beter spreken over vier aparte deelonderzoeken met elk een aparte opzet en vragenlijst.’ De respons op de vragenlijsten van de verschillende onderdelen varieerde van 41 tot 52 procent: voldoende
Omgeving in beeld 1.indd 4
h
24-09-2008 16:47:01
T
T h n s v B
r
v l s m d B
s
-
-
d d , ’
n e
-
f
-
e
k , n n e
e e
tevreden, maar… om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de klanttevredenheid. Bij de bestaande verscheidenheid aan producten en diensten verschilt uiteraard de tevredenheid op onderdelen. Maar er valt ook een algemene conclusie te trekken. De klanten zijn over het geheel genomen best tevreden. ‘De rapportcijfers liggen over het algemeen rond de 7 en 7,5. Maar er zijn ook verbeterpunten. Naast punten die specifiek voor bepaalde afdelingen gelden, is een algemeen aandachtspunt, dat de communicatie met de klant beter kan. Ingrid Soffers: ‘Klanten willen op de hoogte gehouden worden. Ze willen horen dat een probleem is opgepakt, hoe het ervoor staat en ook als er even niets te melden valt, willen ze graag horen wat de stand van zaken is. De tijdigheid van communicatie is daarbij ook belangrijk, dus laat het weten als iets uitloopt.’
beoordeeld of het gebouw aan alle eisen voldeed. Barten blijkt zeer tevreden over de werkwijze van de milieudienst: ‘De afwerking van de vloer was niet helemaal goed, maar daar gaf men ook aan hoe we dit konden aanpassen. Ik heb dan verder ook geen op- of aanmerkingen. Ik had er van tevoren een heel zwaar hoofd in, maar ik kreeg gewoon goede adviezen, recht door zee, kort maar krachtig daar hou ik wel van.’ Theo Barten
Een vervolgonderzoek zal uitsluitsel moeten geven of de klanttevredenheid als gevolg van die maatregelen verder toeneemt.
Theo Barten
Theo Barten was één van de klanten die deelnam aan het klanttevredenheidsonderzoek. Barten is eigenaar van Barten Meerkerk Holding B.V., een regionaal slachthuis dat aan de slagerijen in de wijde omgeving levert. Barten was aanvankelijk sceptisch toen de Milieu-
‘Ik kreeg gewoon goede adviezen’ dienst Zuid-Holland Zuid contact met hem opnam om zijn bedrijf te keuren: ‘Ik heb een hele nieuwe slachterij gebouwd en had -laat ik het maar gewoon op z’n Hollands zeggen- nooit zo’n hoge pet op gehad van die milieuzaken. Maar dat is mij dus vreselijk meegevallen. Ik heb met verschillende personen van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid te maken gehad en dat is steeds heel goed bevallen. Men wist op een zakelijke manier precies te vertellen wat ik op het gebied van de gestelde eisen wel en niet mocht.’ Bij de integrale controle van de nieuwe slachterij werd
Omgeving in beeld 1.indd 5
24-09-2008 16:47:05
Optimale b orging
kwaliteit veiligheidstoezicht
R
w
Een samenwerkingsovereenkomst voor de Brzo-inspecties werd in juni afgesloten tussen DCMR Milieudienst Rijnmond, de provincie ZuidHolland en de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. De directievertegenwoordigingen van deze partijen, Martin de Bruin, Jan van den Heuvel en Leo de Jong ondertekenden deze overeenkomst tijdens een goedbezochte bijeenkomst op de Euromast. Hiermee zijn alle Brzo-activiteiten van alle Wet Milieubeheer bevoegde gezagen in de provincie ZuidHolland ondergebracht in één uitvoeringsorganisatie: de Westpool-zuid.
Robert Mout, werkzaam bij de DCMR Milieudienst Rijnmond is aangesteld als Manager van deze Westpool-zuid. Hij legt uit welke voordelen de vernieuwde samenwerking biedt. Robert Mout
‘Het Brzo-toezicht is in handen van drie partijen die op basis van gelijkwaardigheid opereren: de arbeidsinspectie, de regionale brandweer en het bevoegd gezag Wet milieubeheer (Wm). Onderzoek in 2004 toonde aan, dat die samenwerking op een aantal punten voor verbetering vatbaar was. Er is een conferentie georganiseerd die resulteerde in een programma om de Brzo-uitvoering te verbeteren. Dit BeteRZO- programma kent de volgende verbeterslagen: - de medewerkers moeten beter gekwalificeerd zijn - de samenwerking tussen de drie toezichthoudende partijen moet worden verbeterd - de uitvoerenden moeten meer instrumenten krijgen als richtlijnen, inspectiemethodieken, ondersteunende softwarepakketten.’ Het resultaat van het BeteRZO-programma werd voorgelegd aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de betrokken ministeries, waarna besloten werd dat aan dit programma uit-
voering moest worden gegeven. Robert Mout: ‘Hoe we deze uitvoering gestalte zouden geven is vrijgelaten. Wij hebben gekozen voor deze samenwerkingsvorm waarin we niet tornen aan de bestaande verantwoordelijkheden, maar ons puur richten op de bundeling van kennis en expertise in deze uitvoeringsorganisatie.’ Met de nieuwe samenwerking ontstond er een robuuste organisatie waarmee de kwaliteit van het toezicht op veiligheid beter geborgd is.
Inspectieteam
Het inspectieteam bestaande uit vertegenwoordigers van de arbeidsinspectie, brandweer en bevoegd gezag (milieudienst, provincie of DCMR) komt tot één gezamenlijke eindrapportage. ‘Het gaat er om de juiste expertise voor risicovolle bedrijven te borgen middels een uniforme werkwijze. De kwaliteit moet hoog zijn. Dat moet ook merkbaar zijn voor de bedrijven die op een deskundige wijze worden benaderd’, aldus Robert Mout. Het stelt ook eisen aan de 28 inspecteurs die werkzaam blijven binnen hun eigen organisatie en 50% van de tijd aan Brzo-werk besteden. Zij hebben allen een HBO- of universitaire studie genoten op chemisch of procestechnologisch gebied, een aantal jaren werkervaring en praktijkgerichte vervolgopleidingen.
Brzo
De milieuramp die zich, als gevolg van de ontsnapping van dioxine, voordeed in 1976 in het Italiaanse plaatsje Seveso was de aanleiding voor Europese wetgeving. Deze Seveso-richtlijnen zijn in Nederland opgevolgd door het Besluit Risico Zware Ongevallen (Brzo). Het Brzo richt zich op bedrijven die op hun terrein activiteiten ontplooien op het gebied van de productie, behandeling, gebruik of opslag van gevaarlijke stoffen. In Nederland vallen 350 bedrijven onder de Brzo-inspecties. Daarvan zijn er 140 gevestigd in de provincie Zuid-Holland.
Omgeving in beeld 1.indd 6
24-09-2008 16:47:08
s e s t
d
E a
h e
d t a i ‘ h d
B
E
v
n R
r W
k d E r v
. m n
n
s g -
s . p
e n n -
.
Annemarie van der Rest: Robert Mout: ‘We willen op het niveau zitten waarop een bedrijf gecertificeerd is, daarvoor moeten de medewerkers voldoende bagage hebben.’ Voor de inspecties worden planningen gemaakt, gebaseerd op de specifieke risico’s bij het betrokken bedrijf en de (veiligheids)prestaties van dat bedrijf. ‘Als ze het slecht doen, gaan we dus vaker langs’. Bij deze inspecties staat de manier waarop zij in hun bedrijfsinterne processen de veiligheid borgen centraal, bijvoorbeeld in een Veiligheidsbeheersysteem. De uitvoering van deze bedrijfsinterne processen wordt getoetst middels interviews met medewerkers en inspectie van de
Er zijn bedrijven die grote moeite hebben aan de gestelde eisen te voldoen situatie ter plaatse: zijn de richtlijnen daadwerkelijk geïmplementeerd en de processen gedocumenteerd? Veel bedrijven nemen hun eigen verantwoordelijkheid. Robert Mout: ‘Zeker de bedrijven die bijvoorbeeld een Amerikaans moederbedrijf hebben en gewend zijn verantwoording af te leggen.’ Maar er zijn ook bedrijven die grote moeite hebben aan de gestelde eisen te voldoen. De maatregelen die erop volgen (brieven, aanmaningen, dwangsommen) kunnen uitmonden in het stilleggen van de activiteiten van het bedrijf. ‘Soms moet je alles uit de kast halen om een bedrijf op het goede spoor te krijgen. Maar over het algemeen is de handhaving in Zuid-Holland adequaat.’
Bovenregionaal en Europees
Er is ook bovenregionale samenwerking die zich richt op inhoudelijke afstemming. Robert Mout: ‘Alle bedrijven moeten op dezelfde wijze worden benaderd. Er wordt gestreefd naar vier regio’s: de drie Noordelijke provincies, Noord- en Zuid-Holland, Gelderland en Overijssel, Flevoland en Utrecht. De Westpool-zuid is de eerste gerealiseerde samenwerkingsovereenkomst waarbij alle Brzo-activiteiten in één uitvoeringsorganisatie zijn gebracht. Robert Mout: ‘Daarnaast boden we vanuit de DCMR al sinds 2000 in opdracht van VROM ondersteuning aan een groot aantal gemeenten. Gezien de karakteristiek van ons gebied waren we al landelijk specialist. We hebben in dit Landelijke Steunpunt 33 contracten door heel Nederland die we nu ook in de samenwerkingspool hebben ingebracht. Ook worden we benaderd om mee te draaien in landelijke projecten en in Europese trajecten voor verbeteringen in de Europese regelgeving.’ Robert Mout concludeert: ’Bundeling van kennis zorgt dat je gezien wordt.’
‘Voor het bedrijfsleven is het belangrijk dat de overheid kundig is’ Annemarie van der Rest, Manager Health, Safety and Environmental Affairs Shell Nederland B.V. was één van de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en gastspreker bij de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Annemarie van der Rest licht toe welk belang zij hecht aan die samenwerking: ‘De Brzo-wet is bedoeld om bedrijven veiliger te laten werken, zodat er minder ongevallen met gevaarlijke stoffen voorkomen. Nu hoef je dat aan de meeste grote bedrijven niet duidelijk te maken, veilig werken staat voorop, en elk ongeval kost veel geld. Maar de wet vraagt ook dat er een veiligheidsrapport wordt gemaakt, waarin het bedrijf moet aantonen dat er inderdaad veilig wordt gewerkt. Als nu de eisen aan zo’n veiligheidsrapport teveel of te ingewikkeld worden is dat lastig voor bedrijven; ze moeten er veel tijd in steken en de veiligheid gaat er niet perse op vooruit. Voor het bedrijfsleven is het daarom belangrijk dat de overheid kundig is en dat ze een bedrijf af en toe de spiegel kan voorhouden. Een overheid die een hint kan geven hoe zaken eenvoudiger kunnen of andere bedrijven kennen die met soortgelijke problemen zitten en waar we eens mee kunnen gaan praten, dat wordt enorm gewaardeerd. Verder zien bedrijven de overheid als één overheid en maken geen onderscheid tussen arbeidsinspectie, bevoegd gezag of brandweer. Maar als ze nu ieder apart langskomen voor inspecties, dan kost dat veel tijd voor vrijwel hetzelfde onderwerp. Met deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst willen de overheden nadrukkelijk werken aan de expertise van de medewerkers en effectievere samenwerking. Dat juichen wij toe.’ Annemarie van der Rest
Omgeving in beeld 1.indd 7
24-09-2008 16:47:13
Gevelisolatie, dubbel glas en
s
Het is altijd druk op de Oost-Kinderdijk in Alblasserdam. Het vele verkeer op de doorgaande route veroorzaakt dan ook behoorlijk wat geluidhinder voor de dijkwoningen die dicht langs de weg staan. Het is een situatie die op basis van de Wet Geluidhinder moet worden aangepakt. De bewoners van de Oost-Kinderdijk werden in 2002 door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid – in opdracht van de gemeente Alblasserdam - benaderd om deel te nemen aan een bouwkundig geluidsonderzoek.
Het onderzoek moest uitsluitsel geven of hun woning inderdaad in aanmerking kwam voor gevelmaatregelen. Dit was inderdaad het geval indien de geluidsnorm van 45 dB(A) werd overschreden. De ervaring van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid is, dat –afhankelijk van de opbouw van de gevel - de overschrijding van de geluidsnorm kan variëren van 1 tot 15 dB(A).
mevrouw Borsje
De woning van Miranda Timmermans was één van de eerste in deze fase van het project die werd aangepast. Miranda Timmermans kijkt er tevreden op terug: ‘De kozijnen en het glas zijn vervangen en er is een suskast geplaatst. Dat is allemaal vlot verlopen. Het is niet zo dat je niets meer hoort, maar je woont nu eenmaal aan een dijk met veel verkeer.’ In de woning van Klariska Stout werden eveneens de ramen vervangen. ‘Door de betere afsluiting is er zeker minder geluid’, concludeert zij. Klariska Stout zag af van de suskasten die zij niet vond passen bij haar kamer en van de dakisolatie: ‘Daardoor zou mijn slaapkamer die al klein is
‘Door de betere afsluiting is er zeker minder geluid’ Doorslaggevend voor hun beslissing mee te doen was dat het aanbod eenmalig was
g
m
h
M
D t s
d a
nog smaller worden.’ Patty en Henk Stout hebben wel getwijfeld of ze aan het project mee zouden doen. Henk Stout vreesde dat het vervangen van de bestaande schuiframen ten koste van het authentieke karakter van de woning zou gaan: ‘Maar dat is eigenlijk het enige. De maatregelen zoals het dubbel glas en de suskasten hebben goed uitgepakt.’
Omgeving in beeld 1.indd 8
D r t
24-09-2008 16:47:18
s h a d
n
g n k e
e : n s -
. , n -
n e n g n
suskasten . . . Wat is een suskast?
Een suskast is een geluiddempende isolatievoorziening die wel lucht doorlaat, maar zo weinig mogelijk geluid. Het geluid wordt namelijk geabsorbeerd door materialen in deze suskast. De suskasten kunnen worden geplaatst in een kozijn, de muur of het dak.
De woning van familie Borsje zit nog in de uitvoeringsfase. Margriet Borsje: ‘We hebben ook wel getwijfeld of we mee zouden doen. Het verkeer is in de 17 jaar dat wij hier wonen sterk toegenomen, maar met de voorzetramen die er al in zaten toen wij het huis kochten, viel het geluid wel mee. Ook hebben we een tussendeur geplaatst, waardoor het in de woonkamer wat rustiger is. En het geluid went ook wel.’ Doorslaggevend voor hun beslissing mee te doen was dat het aanbod eenmalig was. Indien men afziet van deelname en later toch geluidsisolatie wenst komt dit voor eigen rekening. ‘Het is natuurlijk toch belangrijk als je het huis ooit verkoopt’, aldus Margriet Borsje.
Monumentale status
De voorkant van de woning die naar schatting dateert uit 1850 heeft een monumentale status als beschermd dijkgezicht. Dit had tot gevolg dat voor het isolatievoorstel een monumentenvergunning en een bouwvergunning moest worden aangevraagd. Het bleek een zeer langdurige kwestie te worden.
Het project Sanering verkeerslawaai ging in 2002 van start en omvat in totaal circa 160 woningen die in drie deelprojecten worden gesaneerd. Het eerste deelproject is afgerond, het tweede deelproject bevindt zich in de afrondingsfade en de voorbereidingen voor de derde fase zijn in een vergevorderd stadium. Naar verwachting zal het project begin 2010 gereed zijn.
Voor deze huizen staan de laatste werkzaamheden op stapel
Margriet Borsje: ‘Monumentenzorg wilde bijvoorbeeld dat de 3 millimeter dikke originele ramen gehandhaafd werden en er zwaardere voorzetramen geplaatst zouden worden. Maar de bestaande voorzetramen zijn al loeizwaar, dus daar gingen we niet mee akkoord.’ Uiteindelijk werd gekozen voor de toepassing van Ruysdaalglas: isolerend glas dat wordt gebruikt voor monumentale panden vanwege de authentieke uitstraling. De familie Bosje hoopt dat deze werkzaamheden nu snel worden uitgevoerd. Over het werk dat al gedaan is (de isolatie van het dak, de aanbouw en de plaatsing van vier suskasten), is zij tevreden: ‘De aannemer heeft zijn best gedaan het echt netjes te doen. Het is zeker mooi geworden.’
Omgeving in beeld 1.indd 9
24-09-2008 16:47:23
Hoeksche Waard toont
duurzaam
k
De Hoeksche Waard wil een duurzame regio zijn. Dat lijkt logisch voor een gebied dat de titel Nationaal Landschap draagt. Toch maakt dat de keuze voor duurzame energie niet direct eenvoudig, want iedere mogelijkheid om duurzaam energie op te wekken leidt ook tot een zeker spanningsveld gezien het ruimtebeslag: want wat zijn de gevolgen voor het landschap dat juist zo typerend is voor de Hoeksche Waard?
Tijdens een Conferentie in december 2007 onder het motto “Wat is duurzame energie in de Hoeksche Waard u waard?” discussieerden bestuurders, ambtenaren en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties met specialisten op het gebied van duurzame energie over de mogelijkheden voor de opwekking van duurzame energie in de Hoeksche waard. Deze discussie resulteerde in een aantal voorstellen die zijn opgenomen in het ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard(zie kader). Dit ontwerp is vervolgens op 8 juli aangenomen in de Commissie Hoeksche Waard; een belangrijke mijlpaal in het proces van de ontwikkeling van de Structuur visie Hoeksche Waard.
k l i g h w
k l t d e
Randvoorwaarden en kaders
Remco Ottervanger (l) en Pieter Veen
Het leveren van maatwerk bij inpassing van nieuwe ontwikkelingen is een voorwaarde
Tijdens de Conferentie Duurzame Energie, die werd georganiseerd door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid in opdracht van de Commissie Hoeksche Waard, werden de mogelijkheden geïnventariseerd: welke vormen van duurzame energie passen het best in de Hoeksche Waard? Men was daarbij uiteraard gebonden aan bepaalde randvoorwaarden. Er zijn immers afspraken op mondiaal, nationaal en provinciaal niveau gemaakt over duurzame energie. Zo is - volgens het Bestuurlijk Manifest dat in het kader van de Structuurvisie werd opgesteld - de ambitie om in de Hoeksche Waard in 2020 20% duurzame energie te hebben met een verdere groei naar 2030. Daarnaast gelden de door de regio gekozen kwaliteitskaders die passen bij de kernkwaliteiten van de regio: de openheid en het bijzondere patroon van polders, dijken en kreken. Het leveren van maatwerk bij inpassing van nieuwe ontwikkelingen is daarbij ook een voorwaarde.
Wordt het biomassa of windenergie?
In de conferentie zijn alle vormen onder de loep genomen: biomassa, wind, zonenergie, warmtekracht-
10 Omgeving in beeld 1.indd 10
24-09-2008 16:47:28
S
D 2 S s e g r w u r g d t b v d
e . n n
e l
n n n
-
n e n -
-
karakter
koppeling, geothermie. Remco Ottervanger, Projectleider Structuurvisie Hoeksche Waard, stelt: ‘Er wordt in de Hoeksche Waard bijvoorbeeld veel biomassa geproduceerd: organisch afval, afval vanuit groenbeheer, riet. Daar zou je een installatie voor kunnen bouwen, maar voor een rendabele verwerking heb je een installatie met een industriële omvang nodig. Voor zonne-energie heb je weer een forse oppervlakte nodig, er zijn elders in het land plannen om hele dijken met zonnepanelen te bekleden.’ Pieter Veen, als landschapsarchitect van Vista, nauw betrokken bij de toekomstvisie op de regio, voegt er aan toe: ‘Het is tijdens de Conferentie duidelijk geworden welke keuzes er zijn en welke impact die hebben. De discussie heeft bouwstenen opgeleverd voor de ruimtelijke keuzes die in de structuurvisie gemaakt moeten worden. Je kijkt daarbij naar wat nodig is om de doelstelling
Structuurvisie
De Commissie Hoeksche Waard startte in 2006 met het opstellen van een Regionale Structuurvisie in samenspraak met maatschappelijke organisaties, ondernemers en burgers. In de Structuurvisie wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot 2030 beschreven. Ook staat hierin welke onderdelen op korte termijn concreet uitgevoerd moeten worden om de visie te realiseren en welke investeringen daarmee gemoeid zijn. Belangrijke onderwerpen zijn de plannen voor een regionaal bedrijventerrein, het wegennet, woningbouw, landbouw, natuur en recreatie. Uitgangspunt voor de Structuurvisie is de versterking van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en
Windmolens als poortwachter van de Hoeksche Waard
Je kunt met 6 tot 8 grote windmolens de doelstelling in een keer bereiken
de economische vitaliteit van Nationaal Landschap Hoeksche Waard. In september 2007 is in het kader van de Structuurvisie het Bestuurlijk Manifest opgesteld met de bestuurlijke uitgangpunten voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. In dit Manifest hebben de bestuurders zich uitgesproken voor een duurzame ontwikkeling als één van de kwaliteitskaders voor de toekomst van de Hoeksche Waard. Duurzame energie(opwekking) is daarbij één van de thema’s. Het ontwerp Ruimtelijk Plan dat op 8 juli door de commissie Hoeksche Waard werd vastgesteld, wordt momenteel getoetst door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid
in opdracht van de Commissie Hoeksche waard. Het doel van deze Quickscan of globale toets is om al in het stadium van bestemmen inzicht te geven in mogelijke kansen of knelpunten die er zijn in een gebied bezien vanuit diverse milieuthema’s: op het gebied van geluid, lucht, externe veiligheid, bodem, natuurbeschermingsgebieden en Natura 2000 gebieden (voorheen de vogelen habitatrichtlijn gebieden). Het ontwerp Ruimtelijk Plan wordt thans bestudeerd door de gemeenteraden en maatschappelijke organisaties en komt naar verwachting dit najaar -als het is vrijgegeven voor inspraak door de raden- ter inzage.
11 Omgeving in beeld 1.indd 11
24-09-2008 16:47:29
te bereiken. Zes grote windmolens van 3 Megawatt (80 meter hoog met een schoeplengte van 40 meter) hebben dezelfde opbrengst als 1000 kleintjes (‘turbies’). Je kunt met 6 tot 8 grote windmolens de doelstelling in één keer bereiken. Het is ook nog eens
De toepassing van een mix van inpasbare kleinschalige initiatieven ligt voor de hand bekende technologie die je in één jaar kunt bouwen. Bij andere opties zoals energieneutraal bouwen zijn de kosten veel hoger en is het veel onzekerder of je die doelstelling wel haalt.’
Praktische voordelen van windmolens
De praktische voordelen van windmolens werden tijdens de conferentie duidelijk, wat natuurlijk de vraag opriep waar deze geplaatst zouden moeten worden. In het ontwerp Ruimtelijk Plan zijn verschillende zoeklocaties aangewezen. De voorkeur van de landschapsarchitect gaat uit naar zes molens die in één lijn -drie aan drie- aan weerszijden van de Heinenoordtunnel komen: ‘Als een soort poortwachter van
de Hoeksche Waard: als je die passeert ga je vanuit de Hoeksche waard het stedelijk gebied in.’ De windmolens zullen bij bewoners kritische vragen opwerpen. Pieter Veen stelt daartegenover: ‘De Hoeksche Waard is een cultuurlandschap bij uitstek, het is echt door de mensen gemaakt, ingepolderd op de natuur. Als je het gebied bekijkt, kun je zien hoe het constant door mensen is veranderd. Dat wordt niet stopgezet met het besluit het gebied tot Nationaal Landschap uit te roepen. Daarbij verandert ook de tijdgeest. De oude windmolens werden vroeger als lelijk beschouwd, maar hebben nu een beschermde status.’ Het voordeel dat de grote windmolens bieden sluit andere opties niet uit. De toepassing van een mix van inpasbare kleinschalige initiatieven ligt voor de hand.
Hoe ziet de Hoeksche waard er in 2030 uit?
Remco Ottervanger: ‘De landbouw zal uiteraard drager van het landschap blijven, maar er zal meer ruimte zijn voor water. De ontsluiting die nu nog heel kwetsbaar is, zal worden gewijzigd in een verkeersafwikkeling die aansluit op de A29 en waarschijnlijk is de A4 in aanbouw. De Hoeksche Waard zal op het gebied van toerisme en recreatie een voorname rol innemen. ‘Want de Hoeksche waard is toch de GroenBlauwe Long in de Zuidflank van de Randstad’, besluit Remco Ottervanger.
De landbouw blijft drager van het landschap
12 Omgeving in beeld 1.indd 12
24-09-2008 16:47:36
Maarten Bruggeman
Het is een drukte van belang op het terrein van HVCafvalcentrale Dordrecht. Er wordt dan ook met man en macht gewerkt aan de bouw van een vijfde verbrandingslijn die cruciaal is voor de gewenste modernisering van de afvalcentrale. De eerste paal van de nieuwbouw, werd op 29 mei door burgemeester R.G.J. Bandell geslagen en het hoogste punt (47 meter!) wordt eind dit jaar bereikt. De installatie moet eind 2009 gereed zijn voor de eerste testen, waarna begin 2010 het vuur in de ketel gaat. Echt operationeel wordt de installatie volgens de strakke planning in april 2010.
-
e
l k ’
Nieuwbouw Dordtse afvalcentrale
vordert gestaag
n
Dagelijks Projectleider 5e lijn HVC Maarten Bruggeman legt de achtergronden van de modernisering uit: ‘We hebben nu vier verbrandingslijnen: verbrandingsovens met rookgasreiniging. Bij twee van deze lijnen (de lijnen 2 en 3)vindt geen warmteterugwinning plaats, een situatie die in deze tijd niet wenselijk is. Al bij de overname van Gevudo wisten we dan ook, dat we de installatie wilden moderniseren om energie-efficiënter te kunnen werken. We hebben studies
d r l k
l -
verricht hoe we dit het beste konden realiseren en kwamen tot de conclusie dat om ook steeds aan de contractuele verplichtingen te kunnen blijven voldoen er een vijfde verbrandingslijn moest worden gebouwd, voordat de lijnen 2 en 3 kunnen worden gesloten.’
Ontwerp
Het ontwerp van de vierde lijn die in de Alkmaarse afvalcentrale in 2004 werd gerealiseerd, werd de basis
‘Hier kan straks het afval uit de wijde omgeving worden verwerkt én er wordt meer energie uit afval terug- gewonnen’
13 Omgeving in beeld 1.indd 13
24-09-2008 16:47:45
Samenwerking
Met de naburige bedrijven wordt samengewerkt. Zo gaat HVCafvalcentrale Dordrecht stoom aan Du Pont leveren (als de 5de lijn klaar is) en wordt al samengewerkt met ZAVIN en DRSH. Plannen voor warmtelevering aan diverse partijen in Dordrecht zijn in de maak.
Er worden bouwkundige hoogstandjes verricht
voor de uitbreiding in Dordrecht, die gecoördineerd wordt door een 15 man sterk projectteam van HVC. Maarten Bruggeman: ‘De vraag was hoe je een installatie zoals die in Alkmaar waar we alle ruimte hebben, konden plaatsen op zo’n postzegeltje als in Dordrecht.’ De installatie werd component voor component doorgenomen door het HVC projectteam waardoor de moderniseringsslag in heel korte tijd gerealiseerd kan worden. Dit ondanks het feit dat HVC – inmiddels Europees aanbestedingsplichtig - met nieuwe partijen te maken kreeg. Bij de gunning bleek het consortium VMI voor HVC de beste partij op basis van de ‘total cost of ownership’ (bouwkosten, doorlooptijd en kosten van bedrijfsvoering en onderhoud).
Voorbereidingen om ruimte te creëren
In de voorbereidingsfase werden tal van ingrijpende wijzigingen doorgevoerd om de benodigde ruimte te
creëren: silo’s werden verplaatst evenals de koeltoren, leidingen verlegd, de slakkenbunker en het magazijn werden verwijderd en er kwam een nieuwe slakkentransportband van maar liefst 236 meter lengte. Ook werd een deel van de voormalige stortplaats Crayestein-West aangekocht om te kunnen gebruiken als opslagplaats voor de bouw. Met de aankoop van dit stuk grond zorgt HVC er ook voor, dat de stortplaats
‘Opvallend is dat de MER-procedure geen enkele bezwaar heeft opgeleverd’ wordt afgewerkt en een groenbestemming krijgt. Er worden bouwkundige hoogstandjes verricht. Zo komt de bodem van de bunker 14 meter diep te liggen. Om stijging van het grondwater te voorkomen is er
14 Omgeving in beeld 1.indd 14
24-09-2008 16:47:51
water in deze bouwput gebracht en werden de heipalen vanaf een ponton geboord. De logistiek is volgens de projectleider een uitdaging want ‘het dagelijkse werk gaat natuurlijk wel door terwijl je zo’n kolos aan het bouwen bent’. Het vereist dan ook heel veel afstemming tussen alle partijen. ‘De Milieudienst ZuidHolland Zuid gaf bijvoorbeeld aan dat de bodemgesteldheid per 15 meter kan verschillen. Daar bleek men zeker gelijk in te hebben’, lacht Maarten Bruggeman.
Lage rookgasemissie
Hoewel de installatie in de nieuwe situatie bijna twee keer zo groot is als in de oude, blijft als gevolg van de modernisering de totale rookgasemissie gelijk (de laagste van Europa!). Daarnaast worden diverse maatregelen genomen om mogelijke overlast voor de omgeving te beperken. Door een ander koelsysteem toe te passen is er in de nieuwe situatie geen koeltoren meer nodig, waardoor er minder geluid is en er minder water nodig is. Er komt een gesloten loshal en door diverse logistieke aanpassingen neemt het aantal transporten over de weg niet toe. En ook is het ontwerp van Bonnema architecten erop gericht de installatie zoveel mogelijk te laten passen in de omgeving: de kleurstelling (zilvergrijs) is wel kenmerkend voor de industriële omgeving, maar valt ook weg tegen de lucht.
Heel veel communicatie
Er was en is veel overleg. Bruggeman:‘Het is natuurlijk best wel een groot project dat veel afstemming vraagt. We hebben veel contact met de gemeente en de Milieudienst Zuid-Holland Zuid en je merkt dat iedereen er heel erg bij betrokken is.’ Het project was feitelijk een aaneenschakeling van diverse disciplines. De gemeente Dordrecht was verantwoordelijk voor een ruimtelijke ordeningsprocedure: er diende ontheffing te worden verleend, omdat de bouw niet paste in het vigerende bestemmingsplan.
‘Het dagelijkse werk gaat natuurlijk wel door terwijl je zo’n kolos aan het bouwen bent’
HVC is een samenwerkingsverband tussen 55 gemeenten in Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en één in Friesland. De kerntaken zijn afvalinzameling, compostering en recycling, en verbranding en energieopwekking. HVC nam in 2005 Gevudo in Dordrecht over. HVC Afvalcentrale Dordrecht verbrandt per jaar ongeveer 210.000 ton afval, waarmee 9,5 MW elektriciteit wordt opgewekt. Na modernisering kan er 365.000 ton worden verbrand wat goed is voor de opwekking van 30 MW elektriciteit. De totale investeringssom van de nieuwbouw is 155 miljoen euro.
De milieuvergunning werd verleend door de provincie Zuid-Holland en de technische beoordeling van de bouwwerkzaamheden werd uitgevoerd door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, terwijl de brandweer de brandveiligheid beoordeelde. Daarnaast was er veel communicatie met de omgeving waaronder -naast de omwonenden- ook de Werkgroep Derde Merwedehaven. Maarten Bruggeman: ‘Opvallend is dat bijvoorbeeld de MER-procedure geen enkele bezwaar heeft opgeleverd.’ Het tekent de brede consensus voor het grote project dat uiteindelijk voor de hele regio winst oplevert: door de vergroting van de verbrandingscapaciteit kan straks het afval uit de wijde omgeving hier worden verwerkt én er wordt meer energie uit afval teruggewonnen. Bruggeman besluit: ’Op deze manier kunnen we de tarieven ook laag houden.’ Na de inbedrijfname van de 5e verbrandingslijn in 2010 geldt een garantieperiode van 2,5 jaar. Na deze periode zullen de lijnen 2 en 3 worden gesloopt.
De kleurstelling (zilvergrijs) is kenmerkend voor de industriële omgeving maar valt ook weg tegen de lucht.
15 Omgeving in beeld 1.indd 15
24-09-2008 16:47:54
Noordendijk 250 Postbus 550 3300 AN Dordrecht T [078] 648 05 00 F [078] 648 05 01 www.mzhz.nl
Omgeving in beeld 1.indd 16
24-09-2008 16:47:58