BEGELEIDING IN BEELD: INVENTARISATIE ONDER DE ZUID- LIMBURGSE ZORGAANBIEDERS
Rapportage
Opdrachtgever:
Druk: Datum:
Auteur: Pieter Honig – Van den Bighelaar & Honig Onderzoeksbureau i.o.v. Gemeente Maastricht - Onderzoek & Statistiek Mosae Forum 10 Postbus 1992 6201 BZ Maastricht Telefoon : 06 50614727 E-mail :
[email protected] Regionaal Projectteam ’Begeleiding van AWBZ naar Wmo’ Deelprojectleider: Joke ten Thije. Gemeente Heerlen DPC, gemeente Maastricht Maart 2012
2
3
1
INHOUD
2
Inleiding ........................................................................................................................................................... 5
3
4
2.1
Achtergrond ........................................................................................................................................... 5
2.2
Onderzoeksvraag ................................................................................................................................... 5
2.3
Vragenlijst .............................................................................................................................................. 5
Resultaten ....................................................................................................................................................... 6 3.1
Respons en representatviteit ................................................................................................................ 6
3.2
Algemeen ............................................................................................................................................... 6
3.3
De cliënten ........................................................................................................................................... 14
3.4
Het vervoer .......................................................................................................................................... 23
3.5
Situatie na de decentralisatie .............................................................................................................. 25
Bijlagen .......................................................................................................................................................... 30 4.1
Vragenlijst ............................................................................................................................................ 30
4.2
Zorgaanbieders .................................................................................................................................... 44
4.3
Voorzieningen kortdurend verblijf ...................................................................................................... 45
4.4
Productievolume ................................................................................................................................. 49
4
2 2.1
INLEIDING ACHTERGROND
In het regeerakkoord is afgesproken dat de extramurale begeleiding en het kortdurend verblijf uit de AWBZ worden overgeheveld naar de Wmo. De gedachte is dat deze functies het best dicht bij de cliënt en dus door de gemeenten kunnen worden geregeld. In het bestuursakkoord 2011 – 2015 hebben het ministerie van VWS en de VNG afgesproken dat de overheveling van de begeleiding gebeurt vanaf 2013 (voor nieuwe en te herindiceren) cliënten en vanaf 2014 voor bestaande cliënten.
2.2
ONDERZOEKSVRAAG
Ter voorbereiding op deze voor de gemeente nieuwe situatie heeft het regionale projectteam ‘decentralisatie Zuid-Limburg’ aan de Gemeente Maastricht, afdeling Onderzoek & Statistiek, gevraagd om te ondersteunen bij het verzamelen van informatie bij ongeveer aanbieders van extramurale begeleiding en dagbesteding. De aard van de te verzamelen informatie is globaal beschreven in de notitie “Project decentralisatie begeleiding van AWBZ naar Wmo” d.d. 18.11.2011. De notitie bevat kwantitatieve elementen en kwalitatieve elementen. Niet alle genoemde elementen lenen zich voor een gestructureerde wijze van gegevens verzamelen op korte termijn. Het onderzoeksobject is in dit onderzoek de zorgverlenende zorgaanbieder.
2.3
VRAGENLIJST
Zorgaanbieders in Zuid-Limburg die te maken krijgen met de verschuiving van de AWBZ naar Wmo zijn op 13 december 2011 per e-mail benaderd om een digitale vragenlijst in te vullen. Voor de adressen is gebruik gemaakt van de CZ Zorgatlas en de sociale kaart van stichting MEE. De vragenlijst is in samenwerking met de opdrachtgever en diverse gemeentes in Zuid-Limburg opgesteld. De benaderde zorgzorgaanbieders hadden tot 1 februari 2012 de tijd om deze vragenlijst in te vullen. De vragenlijst is toegevoegd aan dit rapport in bijlage 1.
5
3
RESULTATEN
3.1
RESPONS EN REPRESENTATVITEIT
Er zijn in totaal 191 zorgaanbieders benaderd om mee te werken aan het onderzoek naar de decentralisatie van AWBZ naar Wmo. Deze zorgaanbieders zijn per e-mail uitgenodigd om een digitale vragenlijst in te vullen. Van de 191 benaderde zorgzorgaanbieders zijn er 121 begonnen aan het invullen van de vragenlijst, wat uitkomt op een percentage van 63%. Van de 191 zorgzorgaanbieders hebben 107 de vragenlijst volledig ingevuld, dit komt uit op een netto respons van 56%. Bijlage 1 bevat een overzicht van de zorgzorgaanbieders die hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Per zorgaanbieder is een rapportage gemaakt van de verstrekte gegevens. Deze rapportages zijn gebruikt als input bij de gesprekken die in de periode januari - maart gevoerd zijn met een groot aantal zorgaanbieder en voor een werkconferentie. In dit rapport worden overzichten gegeven van de door alle zorgaanbieders verstrekte gegevens. 1
Niet alle zorgaanbieders zijn benaderd . Daarom zijn totaal tellingen van het aantal cliënten in onze regio op basis van deze rapportage niet te maken. Gezien het grote aantal, dat de vragenlijst wel heeft ingevuld en de spreiding daarbinnen naar omvang, doelgroep en dergelijke ontstaat toch een representatief beeld van de huidige invulling van begeleiding in Zuid-Limburg.
3.2
ALGEMEEN
3.2.1 DOELGROEP De doelgroepen die door de zorgaanbieders het meest genoemd zijn, zijn mensen met een verstandelijke beperking (61%) en volwassenen met psychiatrische problematiek (58%). Verder zijn ook de doelgroep kinderen (tot 18 jaar) en de doelgroep jongeren (vanaf 18 jaar) met psychiatrische problematiek vaak genoemd als doelgroep door de zorgaanbieders, met respectievelijk 53% en 49%. De categorie ‘overige’ bestaat vooral 2 uit cliënten die een verslaving hebben en cliënten met niet aangeboren hersenletsel (NAH) . Figuur 1: Doelgroep 70% 58%
60%
53% 49%
50%
mensen met een verstandelijke beperking
40%
35%
32% 30% 20% 20% 10% 0%
ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek volwassenen met psychiatrische problematiek
61%
35%
mensen met een zintuiglijke beperking mensen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte jongeren (vanaf 18 jaar) met psychiatrische problematiek kinderen (tot 18 jaar) Overige
1
zorgaanbieders met het hoofdkantoor buiten de regio zijn meestal niet benaderd. Een onbekend aantal kleine zorgaanbieders, waaronder veel ZZP-ers zijn niet opgenomen in de Zorgatlas en evenmin in de sociale kaart van MEE. Zij zijn dus niet benaderd. 2 Dit wil niet zeggen dat de doelgroepen die door de meeste zorgaanbieders genoemd zijn ook de grootste doelgroepen zijn. De rapportage van HHM geeft inzicht in de aantallen cliënten naar grondslag. 6
3.2.2 SOORT BEGELEIDING De cliënten van de zorgaanbieders kunnen verdeeld worden over 2 categorieën, begeleiding individueel (BI) en begeleiding groep (BG). BG wordt bij 83% van de zorgaanbieders aangeboden, met een gemiddeld aantal cliënten per zorgaanbieder van 81. BI wordt bij 79% van de zorgaanbieders aangeboden, met een gemiddeld aantal cliënten per zorgaanbieder van 79. Tabel 1 Verdeling begeleiding
Soort begeleiding Begeleiding Groep Begeleiding Individueel
Percentage 83% 79%
Gemiddeld aantal cliënten 81 79
De zorgaanbieders kunnen zowel zorg in natura (ZIN) aanbieden als zorg via een persoonsgebonden budget (PGB). Van de zorgaanbieders biedt gemiddeld 14% alleen ZIN aan en 37% van de zorgaanbieders levert zorg alleen via een PGB. Als de zorgaanbieders zowel ZIN als zorg via een PGB leveren is de verhouding gemiddeld genomen ZIN 68% tegen PGB 32%. De grootte van de zorgaanbieder is bepaald aan de hand van het totale aantal cliënten. Zorgaanbieders die tot 40 cliënten hebben vallen onder de categorie ‘klein’, zorgaanbieders die tussen de 41 en de 200 cliënten hebben vallen onder de categorie ‘middel’, zorgaanbieders met meer dan 200 cliënten vallen onder de categorie ‘groot’. Naar verhouding bieden de kleine zorgaanbieders vaker alleen zorg op basis van een persoonsgebonden budget aan. Grotere zorgaanbieders bieden vaker beide vormen van zorg aan. Tabel 2 Verdeling ZIN / PGB
Verhouding ZIN / PGB Klein Middel Groot Gemiddeld
Alleen Zin 9% 13% 19% 14%
Alleen PGB 61% 37% 13% 37%
Beide 30% 50% 69% 50%
ZIN 55% 63% 86% 68%
PGB 45% 37% 14% 32%
Naast de individuele- en groepsbegeleiding van cliënten worden ook andere AWBZ-functies aangeboden door de zorgaanbieders. Figuur 2 laat zien dat persoonlijke verzorging (44%) en kortdurend verblijf (40%) de activiteiten zijn die het meest worden aangeboden. Voor 26% van alle zorgaanbieders is begeleiding individueel en/of begeleiding groep de enige AWBZ-functie die zij uitvoeren. Figuur 2 overige aangeboden AWBZ-functies 50%
44%
Geen andere functies
40% 40%
35%
Persoonlijke verzorging 31%
30%
26%
28%
Verpleging 23%
Verblijf
20% Kortdurend Verblijf 10% 0%
Behandeling Anders
7
3.2.3 JAAROMZET Figuur 3 laat een overzicht zien van de verdeling van de jaaromzet voor de zorgaanbieders die begeleiding individueel aanbieden. Het gros van de zorgaanbieders heeft een jaaromzet op het gebied van begeleiding individueel die lager is dan € 500.000. Van de zorgaanbieders heeft 6% een omzet groter dan € 2.500.000, deze categorie varieert van € 2.600.000 tot € 5.900.000. In totaal heeft 19% van de zorgaanbieders een jaaromzet BI die hoger is dan €500.000. Figuur 3 Jaaromzet BI 80% 69%
70%
Geen BI aangeboden
60%
Minder dan € 500.000
50%
€ 500.000 – € 1.000.000
40%
€ 1.000.001 - € 1.500.000
30% 20%
€ 1.500.001 - € 2.000.000
19%
€ 2.000.001 - € 2.500.000 6%
10%
3%
3%
6% 1%
Meer dan € 2.500.000
0%
Figuur 4 laat een overzicht zien van de verdeling van de jaaromzet voor de zorgaanbieders die begeleiding groep aanbieden. Van de zorgaanbieders heeft 64% een jaaromzet met BG lager dan € 500.000 en 11% heeft een jaaromzet tussen de € 500.000 en € 1.000.000. Van de zorgaanbieders waar de jaaromzet hoger is dan € 2.500.000 (6%) varieert deze van € 4.000.000 tot € 8.900.000. In totaal heeft 22% van de zorgaanbieders een jaaromzet BG die hoger is dan €500.000. Figuur 4 Jaaromzet BG 80% 70%
64% Geen BG aangeboden
60% Minder dan € 500.000 50% € 500.000 – € 1.000.000 40% € 1.000.001 - € 1.500.000 30% 22%
€ 1.500.001 - € 2.000.000
20% 11%
€ 2.000.001 - € 2.500.000
10%
6% 2%
2%
1%
Meer dan € 2.500.000
0%
8
3.2.4 MARKTAANDEEL Figuur 5 laat de verdeling zien tussen het aantal cliënten van grote zorgaanbieders en het aantal cliënten van kleine zorgaanbieders. Bij het berekenen van het marktaandeel voor de grote en kleine zorgaanbieders is een verdeling gemaakt over de grootte van de zorgaanbieders. Grote zorgaanbieders hebben hierbij een omzet in begeleiding individueel en/of begeleiding groep die groter is dan € 1.000.000, - , kleine zorgaanbieders hebben hierbij een omzet in begeleiding individueel en/of begeleiding groep die kleiner is dan € 1.000.000, - . Na de verdeling tussen grote en kleine zorgaanbieders is het totaal aantal cliënten van alle zorgaanbieders berekend. Hieruit is gebleken dat 64% van alle cliënten behandeld wordt door een van de grote zorgaanbieders. Dit komt neer op een totaal marktaandeel van 64% voor de grote zorginstellingen en een marktaandeel van 36% voor de kleine zorginstellingen.
Figuur 5 marktaandeel
36% Percentage cliënten grote aanbieders Percentage cliënten kleine aanbieders 64%
9
VERDELING CLIËNTEN BEGELEIDING INDIVIDUEEL De omvang van de functie Begeleiding wordt vastgesteld in verschillende klassen, met daarin een bandbreedte in uren. De klassen zijn als volgt bepaald:
klasse 1: 0 – 1,9 uur per week klasse 2: 2 – 3,9 uur per week klasse 3: 4 – 6,9 uur per week klasse 4: 7 – 9,9 uur per week klasse 5: 10 – 12,9 uur per week klasse 6: 13 – 15,9 uur per week klasse 7: 16 – 19,9 uur per week Klasse 8: 20 – 24,9 uur per week
Figuur 6 laat zien hoe het cliëntenbestand van de zorgaanbieders voor begeleiding individueel is opgebouwd. Klasse 2 is met 41% de klasse waar de meeste cliënten van de zorgaanbieders onder vallen. Klasse 3 en klasse 1 zijn daarna met respectievelijk 22% en 18% de grootste klassen.
Figuur 6 Verdeling cliënten begeleiding individueel
klasse 8; 5% klasse 7; 1% klasse 6; 3% klasse 5; 4%
klasse 1; 18%
klasse 4; 6%
klasse 3; 22%
klasse 2; 41%
10
3.2.5 VERDELING CLIËNTEN BEGELEIDING GROEP Voor begeleiding groep zijn de klassen vastgesteld in termen van dagdelen (één dagdeel staat gelijk aan maximaal 4 aaneengesloten uren). De klassen zijn als volgt bepaald:
klasse 1: 1 dagdeel per week klasse 2: 2 dagdelen per week klasse 3: 3 dagdelen per week klasse 4: 4 dagdelen per week klasse 5: 5 dagdelen per week klasse 6: 6 dagdelen per week klasse 7: 7 dagdelen per week klasse 8: 8 dagdelen per week klasse 9: 9 dagdelen per week
Figuur 6 laat zien hoe het cliëntenbestand van de zorgaanbieders voor begeleiding groep is opgebouwd. Klasse 4 is met 22% de klasse waar de meeste cliënten van de zorgaanbieders onder vallen. Klasse 2 en klasse 9 zijn daarna met respectievelijk 18% en 16% de grootste klassen.
Figuur 7 Verdeling cliënten begeleiding groep
klasse 9 16%
klasse 1 9%
klasse 2 18%
klasse 8 6% klasse 7 1%
klasse 6 13% klasse 3 10%
klasse 5 5% klasse 4 22%
11
3.2.6 VOORZIENINGEN KORTDUREND VERBLIJF Van alle zorgaanbieders die mee hebben gewerkt aan dit onderzoek heeft 35% aangegeven één of meerdere voorzieningen voor kortdurend verblijf te hebben. Hieronder worden veel verschillende voorzieningen genoemd: van logeeropvang tot kortdurend verblijf voor herstel na een ziekenhuisopname. Niet duidelijk is of deze laatste vorm van kortdurend verblijf ook ‘overkomt’ naar de Wmo. Verdere details over deze voorzieningen zijn te vinden in bijlage 3.
3.2.7 AWBZ-ERKENNING / CERTIFICERING Van de geënquêteerde zorgaanbieders geeft 51% aan een AWBZ-erkenning te hebben. In totaal geeft 38% van de zorgaanbieders aan geen certificering te hebben. Verder heeft 37% een HKZ-certificering (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector). Onder de categorie ‘anders’ zijn voornamelijk verschillende diploma’s, certificaten en keurmerken genoemd, hierbij komen kwaliteitssysteem zorgboerderijen en WTZI het vaakst voor. In totaal heeft 6% van de zorgaanbieders aangegeven meerdere certificeringen te hebben. Figuur 8 AWBZ-erkenning / certificeringen 60% 51% 50% AWBZ-Erkenning 40%
38%
37% Geen certificering
30%
26%
HKZ −certificering
20%
ISO
10%
anders
3% 0%
3.2.8 PRODUCTIEVOLUME Het productievolume van de zorgaanbieders is voor zowel begeleiding individueel als voor begeleiding groep toegenomen. Begeleiding individueel kende de grootste stijging in 2011 vergeleken met 2010, de stijging was toen 36%. Een verklaring van waarom deze percentages zo hoog zijn kan zijn dat ook startende organisaties mee zijn genomen in het berekenen van de gemiddeldes, en deze vaak sneller groeien dan organisaties die al langer bestaan. Bijlage 4 bevat een tabel met een overzicht van alle door de zorgaanbieders ingevulde percentages die mee zijn genomen voor deze berekening. Tabel 3 Productievolume
2010 tegenover 2009 2011 tegenover 2010
BI
BG
34% 36%
30% 28%
12
3.2.9 ONDERSCHEIDENDE EIGENSCHAPPEN De zorgaanbieders hebben door middel van een open vraag aangegeven waarin zij zich onderscheiden van andere zorgaanbieders. Deze antwoorden zijn achteraf gecategoriseerd in 4 categorieën. Van de zorgaanbieders onderscheidt 40% zich door middel van het kleinschalig uitvoeren van hun werkzaamheden. Een deel van ( 29%) de zorgaanbieders richt zich op een specifieke doelgroep, zoals jongeren met sociaal emotionele problematiek. Verder biedt 19% van de zorgaanbieders een compleet pakket van zorgverlening aan, hier wordt mee bedoeld dat zij meerdere diensten aanbieden om de cliënten volledig te kunnen begeleiden. Verder geeft 17% van de zorgaanbieders aan zich te onderscheiden door individueel maatwerk en de cliënt centraal te stellen. De categorie ‘overige’ bestaat uit zorgaanbieders die zich onderscheiden door bijvoorbeeld hun unieke locatie of hun preventieve aanpak.
Figuur 9 Onderscheidende eigenschappen 50% 40% 40%
Compleet aanbod 29%
30%
20%
10%
19%
Specifieke doelgroep Kleinschalig
17%
7%
Client centraal / individueel maatwerk Overige
0%
13
3.3
DE CLIËNTEN
3.3.1 WOONPLAATS CLIËNTEN IN RELATIE TOT LOCATIE ZORGAANBIEDERS Gemiddeld hebben de zorgaanbieders 3 locaties tot hun beschikking om groepsactiviteiten aan te bieden. Deze locaties worden bezocht door cliënten die woonachtig zijn in verschillende gemeentes verspreid over ZuidLimburg. 10 laat een overzicht van het percentage zorgaanbieders (BG en BI samen) dat in één. twee, of drie subregio’s zorg levert. Uit Figuur 1010 is op te maken dat 46% van de zorgaanbieders zorg aanbiedt aan cliënten afkomstig uit alle 3 de regio’s in Zuid-Limburg. In totaal levert 28% van de zorgaanbieders hun diensten alleen aan cliënten uit hun eigen regio. Figuur 10 Verdeling zorgaanbieders over 3 regio's in Zuid-Limburg
50%
46%
Onbekend Parkstad
40%
Westelijk Mijnstreek
30%
Maastricht Heuvelland
20% 14%
10% 0%
9%
10%
9% 5%
4%
3%
Parkstad & Westelijke Mijnstreek Parkstad & Maastricht Heuvelland Westelijke Mijnstreek & Maastricht Heuvelland Alle drie de regio's'
14
3.3.2 GEGEVENS CLIËNTEN Onderstaande figuren laten een weergave zien van de problematiek van de cliënten. De zorgaanbieders hebben een aantal stellingen voorgelegd gekregen waar zij op konden aangeven hoeveel van hun cliënten tot welke categorie behoren. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende antwoordcategorieën die gebruikt zijn om de stellingen mee te beantwoorden:
Het overgrote deel (meer dan 60%) Een aanzienlijk deel (30-59%) Een minderheid (10–29%) Enkele (minder dan 10%)
De eerste stelling was dat een deel van de cliënten van de zorgaanbieders zich kenmerkt door een complexe meervoudige problematiek. Figuur 11 laat zien dat bij 56% van de zorgaanbieders het overgrote deel van de cliënten (meer dan 60%) een complexe meervoudige problematiek heeft. Verder heeft bij 25% van de zorgaanbieders een aanzienlijk deel van de cliënten een complexere meervoudige problematiek. Figuur 11 Geschat aantal cliënten met een complexe meervoudige problematiek 60%
56%
50%
Het overgrote deel
40%
Een aanzienlijk deel
30%
25%
Een minderheid
20% 9%
10%
Enkele cliënten 8% 2%
Geen van onze cliënten
0%
De cliënten van de zorgaanbieders in Zuid-Limburg hebben over het algemeen geen groot sociaal netwerk waar ze op terug kunnen vallen. Van de zorgaanbieders geeft 26% aan dat geen van hun cliënten een sociaal netwerk heeft waar op terug gevallen kan worden, verder heeft 30% van de zorgaanbieders aangegeven dat enkele cliënten een sociaal netwerk hebben waar men op kan terugvallen.
Figuur 12 Geschat aantal cliënten met sociaal netwerk waar men op kan terugvallen 40% Het overgrote deel
30% 30%
26%
Een aanzienlijk deel
22% Een minderheid
20%
Enkele cliënten
12% 10%
9%
Geen van onze cliënten 1%
onbekend
0%
15
Van de zorgaanbieders die mee hebben gewerkt aan dit onderzoek heeft 18% aangegeven enkele cliënten te hebben met financiële problemen. Verder heeft 11% van de zorgaanbieders aangegeven dat het overgrote deel van de cliënten financiële problemen heeft, en bij 16% van de zorgaanbieders betreft het een aanzienlijk gedeelte van de cliënten. Figuur 13 Geschat aantal cliënten met financiële problemen (schulden) 30% Het overgrote deel 21% 20% 16%
17%
18%
Een aanzienlijk deel 17% Een minderheid
11%
Enkele cliënten
10%
Geen van onze cliënten onbekend 0%
Van de ondervraagde zorgaanbieders geeft 70% aan dat het overnemen van zorg van de cliënten door naaste familie voor geen van de cliënten mogelijk is. Van de zorgaanbieders geeft 1% aan dat het overnemen van zorg door de naaste familie een optie zou zijn voor het overgrote deel van hun cliënten. Figuur 14 Geschat aantal cliënten waarvan de zorg over genomen zou kunnen worden door de naaste familie 80%
70%
70%
Het overgrote deel
60%
Een aanzienlijk deel
50%
Een minderheid
40% 30%
Enkele cliënten 15%
20% 10%
1%
1%
7%
6%
Geen van onze cliënten onbekend
0%
Geen van de zorgaanbieders heeft aangegeven dat een groter deel van de cliënten meer zelf zouden kunnen doen om zichzelf te helpen. Van de zorgaanbieders geeft 12% aan dat een minderheid van de cliënten zelf meer zou kunnen doen om zichzelf te helpen. Daarentegen geeft 63% van de zorgaanbieders aan dat geen van hun cliënten meer zou kunnen doen om zichzelf te helpen. Figuur 15 Geschat aantal cliënten die zelf meer zouden kunnen doen om zichzelf te helpen 70%
63%
60%
Het overgrote deel
50%
Een aanzienlijk deel
40%
Een minderheid
30%
22%
20% 10% 0%
Enkele cliënten
12% 0%
0%
Geen van onze cliënten 4%
onbekend
16
3.3.3 LEEFTIJDSCATEGORIEËN Aan de zorgaanbieders is gevraagd op welke leeftijdscategorieën ze zicht richten. Uit de antwoorden blijkt dat de helft van de instellingen kinderen (31 %) en/of jongeren (19 %) tot haar doelgroep beschouwd. Een minderheid van de instellingen richt zich op ouderen. Figuur 16 verdeling van de leeftijdscategorieën van de doelgroepen waar zorgaanbieders zich op richten Figuur 16 Verdeling van de leeftijdscategorieën van de doelgroepen waar zorgaanbieders zich op richten
71 jaar of ouder; 13%
18 jaar of jonger; 31% 56 t/m 70 jaar; 9%
28 t/m 55 jaar; 27% 19 t/m 27 jaar; 19%
3.3.4 OVERIGE VOORZIENINGEN Naast begeleiding groep en begeleiding individueel maken de cliënten soms ook gebruik van andere AWBZfuncties en/of WMO-voorzieningen. Naar schatting van de zorgaanbieders gaat het om de volgende percentages. Tabel 4 Overige voorzieningen
Soort voorzieningen Hulpmiddelen (op basis van Wmo)
Schatting van het percentage cliënten dat van de voorziening gebruik maakt 11%
Hulp bij het huishouden in de Wmo
13%
Persoonlijke verzorging
22%
Behandeling
12%
Verpleging in de AWBZ
9%
Regiotaxi
10%
Woningaanpassingen
10%
17
3.3.5 TOEGANG TOT ZORG De cliënten komen via verschillende wegen bij de zorgaanbieders terecht. Het grootste gedeelte van die cliënten komt via MEE bij de zorgaanbieders terecht (69%). Ook worden er veel cliënten (52%) doorverwezen door andere zorgaanbieders zoals Mondriaan en Riagg. Van de cliënten komt 13% uit eigen initiatief bij de zorgaanbieders terecht, daarbij dient wel opgemerkt te worden dat deze manier van begeleiding zoeken genoemd werd in de categorie ‘overige’ samen met mond tot mond reclame en verwijzing door andere zorgaanbieders. Deze 3 categorieën waren dus geen vaste antwoordcategorieën in de vraagstelling. Het totale percentage van alle antwoordcategorieën is hoger dan 100%, aangezien de vraagstelling zo is ingedeeld dat het mogelijk was om meerdere antwoorden te selecteren. Bij het onderwerp herindicatie heeft 77% van de zorgaanbieders aangegeven dat bij herindicatie het advies van de zorgaanbieders op wordt gevolgd. Figuur 17 toegang tot zorg 80% Verwijzing huisarts
69%
70%
Verwijzing psycholoog 60% 51% 50%
49%
52%
51%
Maatschappelijk werk
43%
Bureau Jeugdzorg
40% MEE 30% 21% 20%
Mond tot mond reclame 13%
Verwijzing andere zorgaanbieders
10% Eigen initiatief 0%
18
3.3.6 VRIJWILLIGERS Van de zorgaanbieders geeft 48% aan gebruik te maken van vrijwilligers. Deze vrijwilligers worden op verschillende manieren ingezet: helpen bij de dagbesteding, helpen bij maaltijden etc. Figuur 18 laat de verdeling zien van de vrijwilligers over de zorgaanbieders. Van de zorgaanbieders die gebruik maken van vrijwilligers maakt 59% gebruik van minder dan 10 vrijwilligers. Meer dan 500 vrijwilligers heeft 13% van de zorgaanbieders, met een maximum van 1167 vrijwilligers.
Figuur 18 Verdeling vrijwilligers over zorgaanbieders
Meer dan 500 13%
100 t/m 500 15%
1 t/m 10 59% 11 tm 99 13%
Bij dit beeld kan worden opgemerkt dat vrijwilligers lang niet altijd bij de begeleiding van cliënten worden ingezet. Van de zorgaanbieders geeft 50% aan hulp te kunnen gebruiken van de gemeente bij het vinden van vrijwilligers.
19
3.3.7 EISEN ACCOMMODATIES DAGBESTEDING Van de zorgaanbieders met accommodaties voor dagbesteding geeft 44% aan niet te hoeven te voldoen aan een specifieke eis. Van de zorgaanbieders die wel aan een specifieke eis dienen te voldoen dient 41% rolstoeltoegankelijk te zijn. De categorieën aangepast toilet / verzorgingsruimte zijn de twee categorieën die het vaakst genoemd zijn in de categorie ‘anders’. Verder werden er in de categorie ‘anders’ antwoorden gegeven die varieerden van een kookruimte tot een rookruimte. Figuur 19 Specifieke eisen accommodaties dagbesteding 50% 44%
Geen specifieke eisen
41% 40%
Rolstoeltoegankelijk 30%
20%
26%
Aparte ruimte voor verpleegkundige handelingen
19% Aangepast toilet / verzorgingsruimte
8%
10%
Rustruimte
4% Anders
0%
3.3.8 DOEL BEGELEIDING Tabel 6 laat een overzicht zien van de doelen die de zorgaanbieders nastreven bij begeleiding, in volgorde van belangrijkheid. Het belangrijkste doel dat nagestreefd wordt is: ‘Het oefenen van de mantelzorger/gebruikelijke zorger in de omgang met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de cliënt.’ Tabel 5 Doel begeleiding Positie
Doel
1
Het compenseren en actief herstellen van het beperkte of afwezige regelvermogen van de cliënt. Het gaat om zaken als het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag.
2
Praktische hulp en ondersteuning bij het uitvoeren dan wel handelingen/vaardigheden die zelfredzaamheid tot doel hebben.
3
Het bieden van een dagprogramma ter vervanging van onderwijs, arbeid of andersoortige dagstructurering.
4
Het overnemen van toezicht.
5
Het oefenen van de mantelzorger/gebruikelijke zorger in de omgang met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de cliënt.
het eventueel ondersteunen bij/oefenen van
20
3.3.9 DUUR BEGELEIDING CLIËNT Gemiddeld duurt de begeleiding bij 32% van de zorgaanbieders in de categorie begeleiding individueel (BI) langer dan 4 jaar. Opgeteld is bij 23% van de zorgaanbieders het zo dat de cliënten gemiddeld binnen een jaar niet meer in begeleiding zijn. Figuur 20 Gemiddelde duur begeleiding BI < 3 maanden; 5% 3 – 6 maanden; 6%
> 4 jaar; 32%
7 maanden – 1 jaar; 12%
1 - 2 jaar; 19%
2 - 4 jaar; 26%
Bij begeleiding groep duurt de gemiddelde begeleiding bij de zorgaanbieders langer dan bij de begeleiding individueel. Hier is de gemiddelde begeleiding bij 39% van de zorgaanbieders langer dan 4 jaar. Bij 19% van de zorgaanbieders is de begeleiding korter dan een jaar. Figuur 21 Gemiddelde duur begeleiding BG < 3 maanden; 4% 3 – 6 maanden; 5% 7 maanden – 1 jaar; 10% > 4 jaar; 39%
1 - 2 jaar; 17%
2 - 4 jaar; 24%
21
Figuur 22 laat zien dat na afloop van de behandeling de meeste cliënten doorstromen naar andere organisaties (29%). De categorie ‘anders’ bestaat vooral uit antwoorden die aangeven dat per cliënt in overleg met de cliënt en familie bepaald wordt wat er dient te gebeuren na de begeleiding. De categorie ‘de cliënt zal altijd in begeleiding blijven’ is opgemaakt uit de categorie ‘anders’. Met altijd in behandeling wordt bedoeld dat de cliënt in behandeling zal blijven tot zijn / haar overlijden.
Figuur 22 Na afloop behandeling 40%
30%
Doorstroom naar andere organisaties
29% 26% 24%
20%
19%
Cliënt dient zelfstanding verder te gaan
Client zal altijd in behandeling blijven 10% Anders 0%
3.3.10 SAMENWERKING MET ANDERE ORGANISATIES Van de zorgaanbieders die hebben meegewerkt aan dit onderzoek werkt 93% samen met andere organisaties. De organisaties waar mee samengewerkt wordt variëren van scholen tot ziekenhuizen, maatschappelijk werk en MEE tot en andere zorgaanbieders zoals Mondriaan. Van de zorgaanbieders maakt 47% gebruik van faciliteiten en/of accommodaties van derden. Genoemd zijn onder meer accommodaties van andere zorgaanbieders, vakantiehuisjes, gymzalen, scholen.
22
3.4
HET VERVOER
3.4.1 HET VERVOER VAN EN NAAR ACCOMMODATIES Voor 67% van de zorgaanbieders geldt dat de cliënt op eigen gelegenheid naar de accommodatie gaat. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat de cliënt door familie / kennissen gebracht wordt. Van de zorgaanbieders maakt 39% gebruik van vervoersmaatschappijen zoals (regio)taxi’s. De categorie ‘anders’ bestaat uit zorgaanbieders die zelf naar de cliënten toegaan en uit zorgaanbieders die hiervoor gebruik maken van vrijwilligers. Van de cliënten van de zorgaanbieders maakt 69% gebruik van het vervoer dat is gespecificeerd in figuur 23, 26% van de cliënten maakt gebruik van individueel vervoer. Figuur 23 Vervoer naar accommodaties 80% 70%
67% De cliënt komt op eigen gelegenheid
60% 50% 40% 30% 20% 10%
Vervoersmaatschappij(en)
39%
25% 17%
Instelling heeft eigen vervoersdienst
Anders
0%
23
3.4.2 BUSSEN Van de zorgaanbieders maakt 42% geen dagelijks gebruik van bussen bij het vervoeren van hun cliënten. Het merendeel (28%) van de zorgaanbieders die wel gebruik maakt van bussen zet 2 tot 3 bussen per dag in. Van deze zorgaanbieders maakt 93% gebruik van bussen waar gemiddeld 5 tot 8 personen in kunnen. In 73% van deze bussen zit naast de chauffeur geen extra begeleider. In de bussen waar wel een begeleider zit (27%) heeft de begeleider andere kwalificaties, zoals een afgeronde HBO opleiding. In andere gevallen is de buschauffeur ook een gekwalificeerd begeleider. Figuur 24 Aantal bussen
6 of meer bussen; 13%
4-6 bussen; 8% Geen bussen; 42%
2-3 bussen; 28%
1 bus; 10%
3.4.3 VERVOERSKOSTEN Van de zorgaanbieders denkt 72% dat het vervoeren niet op een efficiëntere manier kan worden uitgevoerd. Door de 28% van de zorgaanbieders die denkt dat dit wel mogelijk is worden diverse opties gegeven om dit te doen. Van deze groep stelt 40% dat meer samenwerking met andere organisaties kan leiden tot een besparing op deze kostenpost. Van de zorgaanbieders kon 45% daadwerkelijk aangeven wat de gemiddelde vervoerskosten zijn per cliënt. Gemiddeld komt dit bedrag uit op €13,01 per cliënt die gebruik maakt van vervoer.
24
3.5
SITUATIE NA DE DECENTRALISATIE
In de vragenlijst die naar de zorgaanbieders is verstuurd is ook aandacht besteed aan de meningen en verwachtingen van deze organisaties. Door middel van open vragen is gepoogd de verwachtingen te peilen. Omdat een overzicht met alle antwoorden zeer onoverzichtelijk zou zijn, zijn de antwoorden die gegeven zijn zoveel mogelijk gecategoriseerd. Onderstaande hoofdstukken behandelen deze verschillende open vragen.
3.5.1 VERANDERING VOLGENS ZORGAANBIEDERS Door de verschuiving van AWBZ naar Wmo gaat er van alles veranderen voor de zorgaanbieders. De zorgaanbieders hebben aangegeven wat er volgens hen zal gaan veranderen. De meeste aanbieders (26%) verwachten dat de verschuiving een negatief effect zal hebben op hun cliënten. De meest gehoorde klacht hierbij is dat ze verwachten dat veel cliënten die nu nog de zorg krijgen die ze nodig hebben deze in de toekomst niet meer zullen krijgen. Voor veel zorgaanbieders (25%) is het nog onduidelijk wat de gevolgen van de verschuiving zullen zijn, dit komt vooral omdat de gemeentes volgens hen nog niet hebben gecommuniceerd wat de veranderingen zullen gaan inhouden. De verwachting van 14% van de zorgaanbieders is dat de aanspraak op zorg onder andere condities aangevraagd zal moeten worden, dit kan dan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben. De verhouding positieve (14%) / negatieve (12%) verwachtingen voor de zorgaanbieder liggen ongeveer gelijk. Deze zorgaanbieders verwachten dat deze verschuiving een positieve danwel negatieve invloed heeft op hun toekomst. Figuur 25 Verandering AWBZ volgens zorgaanbieders 30% 26%
Aanspraak maken op zorg onder andere condities
25%
Positief voor zorgaanbieder 20%
negatieve uitkomst cliënten 14%
14%
Onduidelijk 12% Negatief voor zorgaanbieder
10% 5%
0%
5%
niets
Overige
25
3.5.2 BEDREIGINGEN VOLGENS ZORGAANBIEDERS Volgens de zorgaanbieders is de grootste bedreiging van de overheveling van AWBZ naar Wmo de achteruitgang van de kwaliteit van de zorg voor hun cliënten (28%). Een veel genoemde opmerking bij deze bedreiging is dat de zorgaanbieders verwachten dat de gespecialiseerde organisaties zullen verdwijnen. Ook verwacht een deel (18%) van de zorgaanbieders dat er een afname zal zijn van cliënten en dat dit kan leiden tot een faillissement van hun organisatie. Verder is voor 14% van de zorgaanbieders nog onduidelijk wat de gevolgen zullen zijn van deze overheveling. Onder deze zorgaanbieders heerst grote onzekerheid. Een aantal van de zorgaanbieders (9%) verwacht dat de kosten om zorg aan te kunnen bieden zullen stijgen, 8% van de zorgaanbieders verwacht dat de overheveling een negatief effect zal hebben op kleinere organisaties en een positief effect op grotere organisaties. Verder ziet 8% geen bedreiging voor hun organisatie. Sommige zorgaanbieders (4%) zijn bang dat hun cliënten tussen wal en schip zullen raken, en hierdoor de zorg mislopen die ze nodig hebben. Verder denkt 3% van de zorgaanbieders dat de cliënten een hogere bijdrage zullen moeten betalen voor de juiste zorg, en 2% van de zorgaanbieders verwacht problemen omdat ze met meerdere gemeenten moeten gaan samenwerken.
Figuur 26 Bedreigingen volgens zorgaanbieders Negatief voor de kwaliteit van de zorg voor de cliënten
30% 28%
Negatief vanwege de extra kosten voor zorg voor de cliënten (Sommige) Cliënten zullen geen zorg meer ontvangen Verwachte problemen vanwege samenwerking met meerdere gemeenten
20% 18%
Verwachte hogere kosten voor de zorgaanbieders 14% Afname van cliënten met eventueel een failissement tot gevolg 10%
9%
8%
8%
Negatief voor de kleine aanbieder / positief voor de grote aanbieder 7% Onzekerheid / onduidelijkheid
3%
0%
4%
Geen bedreigingen 2% Overige
26
3.5.3 KANSEN VOLGENS ZORGAANBIEDERS De zorgaanbieders zien de integrale samenwerking tussen verschillende gemeenten en zorgverleners als een kans om de situatie van de cliënt te verbeteren. Van de zorgaanbieders geeft 24% aan dat deze kans kan ontstaan uit de verschuiving van AWBZ naar Wmo. Een andere kans volgens 21% van de zorgaanbieders is dat de cliënten effectievere / passendere zorg verleend kan worden. Ook hoopt 19% van de zorgaanbieders dat ze de huidige manier van werken kunnen voortzetten. Verder ziet 15% van de zorgaanbieders de overheveling van AWBZ naar Wmo als kans om cliëntgerichter te worden, en zich meer te kunnen richten op de wensen en behoeften van de cliënt. Een kleiner gedeelte van de zorgaanbieders (6%) verwacht dat zorg aanvragen toegankelijker zal gaan worden voor de zorgbehoevende. Een groep zorgaanbieders van 5% ziet helemaal geen kansen in het overhevelen van AWBZ naar Wmo. Tot slot denkt 3% van de zorgaanbieders dat de overheveling ervoor zal zorgen dat er meer expertise zal komen in het zorgaanbod. Figuur 27 Kansen volgens zorgaanbieders 30%
Integrale samenwerking 24%
Effectievere/passendere zorg door samenwerking met gemeente
21%
Klantgerichter
19%
20%
Huidige lijn blijven vervolgen 15% Meer expertise Toegankelijkere zorg voor zorgbehoevende
10% 7% 6%
5%
Geen kansen
3% Overig 0%
27
3.5.4 MOGELIJKHEDEN TOT HET VERVULLEN VAN BEHOEFTEN NA DE OVERHEVELING VAN AWBZ NAAR WMO In de huidige situatie kunnen er behoeften zijn bij de cliënten die momenteel onvoldoende gehonoreerd kunnen worden door de zorgaanbieders. Onder andere omstandigheden kan het zo zijn dat deze behoeften wel gehonoreerd kunnen worden. De zorgaanbieders hebben aangegeven welke behoeften dat zijn. Een deel van de zorgaanbieders (23%) heeft aangegeven geen behoefte hierin te herkennen. Een gedeelte van 10% van de zorgaanbieders hoopt dezelfde begeleiding die momenteel wordt geboden te kunnen blijven geven in de toekomst, en ook 10% van de zorgaanbieders hoopt dat hun cliënten in de toekomst zelfstandig verder zullen kunnen leven. Verder hoopt 9% van de zorgaanbieders meer begeleiding te kunnen aanbieden, en een ander gedeelte van 9% wil dat hun cliënten meer aansluiting vinden in de samenleving. Daarnaast ziet 7% van de zorgaanbieders een behoefte aan een lokaal vangnet / initiatief om de hulpbehoevenden op te vangen. Ook hoopt 5% van de zorgaanbieders op een betere samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders, en 5% wil een duidelijker / eenvoudiger beleid, en 5% wenst flexibeler vervoer. Tot slot is de kleinste categorie met 4% de categorie zorgaanbieders die een behoefte zien in schuldhulpverlening. Figuur 28 Vervullen van de behoeften na de overheveling van AWBZ naar Wmo 30% Zelfstandig leven Meer begeleiding
23%
Aansluiting samenlving 20%
Schuldhulpverlening Samenwerking zorgaanbieders 12% 10%
10%
9%
Lokaal vangnet / initiatief
10%
9% 4%
5%
Continuering begeleiding
7%
Duideliker / eenvoudiger beleid 5%
5%
Flexibel vervoer Geen
0%
Overig
28
3.5.5 PRIORITEITEN BIJ BEZUINIGINGEN De verwachting is dat er in de toekomst 7% á 8% minder middelen beschikbaar zullen zijn voor de zorgaanbieders. Om hier op voorbereid te zijn hebben de zorgaanbieders aangegeven op welke onderwerpen zij denken dat er wijzigingen in aangebracht kunnen worden. Deze wijzigingen kunnen inhouden dat er of meer middelen voor beschikbaar zouden moeten komen, het kan zijn dat dit kan blijven zoals het nu ook gaat, bepaalde onderwerpen zouden anders geregeld kunnen worden, voor onderwerpen zouden minder middelen ter beschikking gesteld kunnen worden en sommige onderwerpen zouden helemaal geschrapt kunnen worden. Figuur 28 laat een overzicht van deze onderwerpen zien. Zo vindt 6% van de zorgaanbieders dat er meer middelen beschikbaar zouden moeten komen voor vervoer. Een andere groep zorgaanbieders van 47% vindt dat vervoer moet blijven gaan zoals het gaat. Verder vindt 35% van de zorgaanbieders dat vervoer ook anders geregeld zou kunnen worden en 13% vindt dat voor vervoer ook minder middelen ter beschikking gesteld zouden kunnen worden. Kansen worden gezien in het meer gebruik maken van elkaars accommodaties (59 %), aansluiting bij het welzijnswerk in de wijk (48 %) en meer inzet van vrijwilligers (41 %). In de categorie ‘kan anders’ springt het indiceren er uit: 54 % van de instellingen denkt dat er bezuinigd kan worden door het indicatieproces te vereenvoudigen.
Figuur 29 Prioriteiten bij bezuinigingen 100% 13%
2% 13%
4% 14%
15%
6%
2% 29%
80% 25%
35%
24%
37%
43%
60%
4%
2% 17% 22%
19%
10%
4%
31% 54%
50%
47%
Kan anders 35% 48%
18% 0%
36%
41%
20% 6%
10%
20%
Kan minder
25%
64% 40%
kan beëindigd worden
59%
50% 35%
13%
8%
Moet zo blijven Kan meer
5%
29
4
4.1
BIJLAGEN
VRAGENLIJST
30
Hoofdsectie Toelichting: Deze vragenlijst is zowel voor aanbieders van zorg en natura als voor pgb−gefinancierde zorgaanbieders. Het is een uitgebreide vragenlijst en misschien zijn niet alle vragen voor u van toepassing of door u gemakkelijk te beantwoorden. Wij verzoeken u toch zoveel mogelijk alle vragen te beantwoorden, en vooral ook de vrije schrijfruimte te benutten. Zo krijgen de gemeenten een compleet beeld van de begeleiding in Zuid−Limburg en kunnen we beter beleid formuleren. U kunt deze vragenlijst tussendoor afsluiten, en weer openen door opnieuw de link in de email aan te klikken. De antwoorden die u al ingevuld had, worden automatisch opgeslagen.
1. Wat is de naam van uw instelling?
2. Wat is het postadres van uw instelling?
3. Wat is de vestigingsplaats van uw instelling?
4. Deze vragenlijst wordt ingevuld door: (naam, functie, telefoonnummer en e−mailadres)
5. Op welke doelgroepen richt uw instelling zich als het gaat om het bieden van begeleiding? (meerdere antwoorden mogelijk) ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek volwassenen met psychiatrische problematiek mensen met een verstandelijke beperking mensen met een zintuiglijke beperking mensen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte jongeren (vanaf 18 jaar) met psychiatrische problematiek in combinatie met opvoed− en opgroeiproblemen kinderen (tot 18 jaar) Anders, namelijk
6. Hoeveel cliënten begeleidt uw instelling, verdeeld over begeleiding individueel (BI) en begeleiding groep (BG)? Het gaat daarbij om de cliënten die vanwege de decentralisatie van de AWBZ naar de gemeenten over gaan, dus niet de overbruggingszorg, cliënten met een Volledig Pakket Thuis (VPT) of de cliënten met een Zorgzwaarte pakket (ZZP).
1. BG 2. BI
7. Levert u zorg in natura (ZIN), zorg via een persoonsgebonden budget (PGB), of beide? Als u zowel Zorg in Natura als pgb−gefinancierde begeleiding aanbiedt, graag de verhouding in procenten aangeven. Opgeteld dient dit getal op 100 % uit te komen.
31
30
ZIN. Zo ja, hoeveel procent: PGB. Zo ja, hoeveel procent:
8. Welke andere AWBZ−functies voert u naast begeleiding uit? (meerdere antwoorden mogelijk) Geen Persoonlijke verzorging Verpleging Verblijf Kortdurend Verblijf Behandeling Anders, namelijk:
9. Hoe groot is de jaaromzet voor begeleiding individueel (BI)? (peiljaar: 2010) Geen omzet, wij bieden geen BI aan. Minder dan € 500.000 € 500.000 ? € 1.000.000 € 1.000.001 − € 1.500.000 € 1.500.001 − € 2.000.000 € 2.000.001 − € 2.500.000 Meer dan € 2.500.000, namelijk :
10. Hoe groot is de jaaromzet voor begeleiding groep (BG)? (peiljaar: 2010) Geen omzet, wij bieden geen BG aan Minder dan € 500.000 € 500.000 ? € 1.000.000 € 1.000.001 − € 1.500.000 € 1.500.001 − € 2.000.000 € 2.000.001 − € 2.500.000 Meer dan € 2.500.000, namelijk:
11. Kunt u een procentuele verdeling van uw klanten (BI) over de verschillende klassen aangeven? Opgeteld dient dit getal op 100% uit te komen. klasse 1: 0−1,9 uur: klasse 2: 2−3,9 uur: klasse 3: 4−6,9 uur: klasse 4: 7−9,9 uur: klasse 5: 10−12,9 uur: klasse 6: 13−15,9 uur: klasse 7: 16−19.9 uur: klasse 8: 20−24,9 uur:
12. Kunt u een procentuele verdeling van uw klanten (BG) over de verschillende klassen aangeven? Opgeteld dient dit getal op 100% uit te komen.
32
31
klasse 1: 1 dagdeel (%): klasse 2: 2 dagdelen (%): klasse 3: 3 dagdelen (%): klasse 4: 4 dagdelen (%): klasse 5: 5 dagdelen (%): klasse 6: 6 dagdelen (%): klasse 7: 7 dagdelen (%): klasse 8: 8 dagdelen (%): klasse 9: 9 dagdelen (%):
13. Heeft u één of meerdere voorzieningen voor kortdurend verblijf? ja nee
Ga verder met vraag 15.
14. Welke voorzieningen voor kortdurend verblijf heeft u? In welke plaats? Graag hieronder een opsomming, met bij elke voorziening: Naam en adres Voor welke doelgroep Hoeveel verschillende cliënten per jaar Met welke frequentie gebruiken de cliënten de voorziening
15. Heeft uw instelling een AWBZ−erkenning voor de functie begeleiding? ja nee
Ga verder met vraag 16.
16. Heeft uw instelling een certificering? Nee Ja, HKZ −certificering (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) ja, ISO ja, anders, namelijk
17. Als u uw productievolume vergelijkt (2009, 2010, 2011), met hoeveel procent is uw productie dan toe− of afgenomen? Als het productievolume is afgenomen, dan graag een − teken voor het getal zetten. BI: 2010 ten opzichte van 2009 in% BI: 2011 ten opzichte van 2010 in % BG: 2010 ten opzichte van 2009 in % BG: 2011 ten opzichte van 2010 in %
33 18. Als u uw instelling vergelijkt met andere instellingen, waarin onderscheidt u zich dan?
32
19. Hoeveel locaties voor groepsactiviteiten heeft uw instelling ter beschikking?
Hieronder kunt u van uw 4 drukst bezochte locaties de naam, het adres en de aard (activiteiten) noteren. Daarnaast zouden wij graag de herkomst van de cliënten die gebruik maken van deze locatie willen weten. Het aantal cliënten kunt u naast de plaatsnaam invullen. Naast de gemeente staat de postcode vermeld.
Indien uw instelling minder dan 4 locaties heeft dan graag alleen deze locaties noteren en de overige antwoordmogelijkheden open laten. 20. Locatie 1 1. Naam, adres en aard (activiteiten) van de locatie:
2. Beek (6176, 6190−6199) 3. Brunssum (6440 ? 6446) 4. Eijsden−Margraten (6245, 6247, 6251−6252, 6255, 6260−6262, 6265, 6267−6269,6307) 5. Gulpen−Wittem (6270−6289, 6320−6321) 6. Heerlen (6400−6433) 7. Kerkrade (6460−6471) 8. Landgraaf (6370−6374) 9. Maastricht (6200−6229) 10. Meerssen 6230−6231, 6235, 6237, 6240−6241, 6243) 11. Nuth (6333, 6336, 6360, 6361, 6363) 12. Onderbanken (6447, 6450, 6451, 6454, 6456) 13. Schinnen (6155, 6174, 6365, 6436−6439) 14. Sittard − Geleen (6120−6167) 15. Simpelveld (6350−6351, 6353, 6369) 16. Stein (6129, 6170−6171, 6180−6181) 17. Vaals (6290−6295) 18. Valkenburg aan de Geul (6300−6305, 6325, 6341, 6342) 19. Voerendaal (6310−6312, 6343, 6367)
34 21. Locatie 2
33
1. Naam, adres en aard (activiteiten) van de locatie:
2. Beek (6176, 6190−6199) 3. Brunssum (6440 ? 6446) 4. Eijsden−Margraten (6245, 6247, 6251−6252, 6255, 6260−6262, 6265, 6267−6269,6307) 5. Gulpen−Wittem (6270−6289, 6320−6321) 6. Heerlen (6400−6433) 7. Kerkrade (6460−6471) 8. Landgraaf (6370−6374) 9. Maastricht (6200−6229) 10. Meerssen 6230−6231, 6235, 6237, 6240−6241, 6243) 11. Nuth (6333, 6336, 6360, 6361, 6363) 12. Onderbanken (6447, 6450, 6451, 6454, 6456) 13. Schinnen (6155, 6174, 6365, 6436−6439) 14. Sittard − Geleen (6120−6167) 15. Simpelveld (6350−6351, 6353, 6369) 16. Stein (6129, 6170−6171, 6180−6181) 17. Vaals (6290−6295) 18. Valkenburg aan de Geul (6300−6305, 6325, 6341, 6342) 19. Voerendaal (6310−6312, 6343, 6367)
22. Locatie 3 1. Naam, adres en aard (activiteiten) van de locatie:
2. Beek (6176, 6190−6199) 3. Brunssum (6440 ? 6446) 4. Eijsden−Margraten (6245, 6247, 6251−6252, 6255, 6260−6262, 6265, 6267−6269,6307) 5. Gulpen−Wittem (6270−6289, 6320−6321) 6. Heerlen (6400−6433) 7. Kerkrade (6460−6471) 8. Landgraaf (6370−6374)
35
34
9. Maastricht (6200−6229) 10. Meerssen 6230−6231, 6235, 6237, 6240−6241, 6243) 11. Nuth (6333, 6336, 6360, 6361, 6363) 12. Onderbanken (6447, 6450, 6451, 6454, 6456) 13. Schinnen (6155, 6174, 6365, 6436−6439) 14. Sittard − Geleen (6120−6167) 15. Simpelveld (6350−6351, 6353, 6369) 16. Stein (6129, 6170−6171, 6180−6181) 17. Vaals (6290−6295) 18. Valkenburg aan de Geul (6300−6305, 6325, 6341, 6342) 19. Voerendaal (6310−6312, 6343, 6367)
23. Locatie 4 1. Naam, adres en aard (activiteiten) van de locatie:
2. Beek (6176, 6190−6199) 3. Brunssum (6440 ? 6446) 4. Eijsden−Margraten (6245, 6247, 6251−6252, 6255, 6260−6262, 6265, 6267−6269,6307) 5. Gulpen−Wittem (6270−6289, 6320−6321) 6. Heerlen (6400−6433) 7. Kerkrade (6460−6471) 8. Landgraaf (6370−6374) 9. Maastricht (6200−6229) 10. Meerssen 6230−6231, 6235, 6237, 6240−6241, 6243) 11. Nuth (6333, 6336, 6360, 6361, 6363) 12. Onderbanken (6447, 6450, 6451, 6454, 6456) 13. Schinnen (6155, 6174, 6365, 6436−6439) 14. Sittard − Geleen (6120−6167) 15. Simpelveld (6350−6351, 6353, 6369) 16. Stein (6129, 6170−6171, 6180−6181) 17. Vaals (6290−6295)
36
35
18. Valkenburg aan de Geul (6300−6305, 6325, 6341, 6342) 19. Voerendaal (6310−6312, 6343, 6367)
24. In welke gemeente zijn uw cliënten die individuele begeleiding krijgen woonachtig? Vermeld achter de gemeente het aantal cliënten dat in deze gemeente woonachtig is. 1. Naam, adres en aard (activiteiten) van de locatie:
2. Beek (6176, 6190−6199) 3. Brunssum (6440 ? 6446) 4. Eijsden−Margraten (6245, 6247, 6251−6252, 6255, 6260−6262, 6265, 6267−6269,6307) 5. Gulpen−Wittem (6270−6289, 6320−6321) 6. Heerlen (6400−6433) 7. Kerkrade (6460−6471) 8. Landgraaf (6370−6374) 9. Maastricht (6200−6229) 10. Meerssen 6230−6231, 6235, 6237, 6240−6241, 6243) 11. Nuth (6333, 6336, 6360, 6361, 6363) 12. Onderbanken (6447, 6450, 6451, 6454, 6456) 13. Schinnen (6155, 6174, 6365, 6436−6439) 14. Sittard − Geleen (6120−6167) 15. Simpelveld (6350−6351, 6353, 6369) 16. Stein (6129, 6170−6171, 6180−6181) 17. Vaals (6290−6295) 18. Valkenburg aan de Geul (6300−6305, 6325, 6341, 6342) 19. Voerendaal (6310−6312, 6343, 6367)
25. Hieronder volgt een aantal stellingen, hier kunt u aangeven in welke mate deze stellingen van toepassing zijn op uw organisatie.
onbekend
37
36
Een deel van onze cliënten heeft een sociaal netwerk waarop men kan terugvallen
Een deel van onze cliënten heeft grote financiële problemen De naaste familie (schulden e.d.)> (ouders, partners, volwassen kinderen) zou redelijkerwijs Sommige meer zorgcliënten op zich zouden kunnen meer nemenzelf dan kunnen nu vaak doen. het geval is. 26. Kunt u aangeven uit welke leeftijdscategorie uw cliëntenbestand in verhouding bestaat? In totaal dient het getal uit te komen op 100%. 0 tot en met 18 jaar (%) 19 tot en met 27 jaar (%) 28 tot en met 55 jaar (%) 56 tot en met 70 jaar (%) 71 jaar of ouder (%)
27. Van welke andere voorzieningen dan begeleiding groep of begeleiding individueel maken uw cliënten gebruik? (Het gaat hierbij om veel voorkomende combinaties, meerdere antwoorden mogelijk) Hulpmiddelen (op basis van WMO) , voor circa % van de cliënten: Hulp bij het huishouden in de WMO, voor circa % van de cliënten: Persoonlijke verzorging, voor circa % van de cliënten: Behandeling, voor circa % van de cliënten: Verpleging in de AWBZ, voor circa % van de cliënten: Regiotaxi, voor circa % van de cliënten: Woningaanpassingen, voor circa % van de cliënten: Anders, namelijk voor % van de cliënten: Onbekend
28. Hoe zijn uw cliënten bij uw organisatie terechtgekomen, m.a.w. hoe verloopt de toegang tot uw instelling in de praktijk? (meerdere antwoorden mogelijk)?
38
37
Verwijzing huisarts Verwijzing psycholoog Maatschappelijk werk Bureau Jeugdzorg MEE Anders, namelijk:
29. Wordt bij herindicatie uw advies gevolgd? Ja, altijd Ja, meestal Soms wel / soms niet Meestal niet Weet niet Niet van toepassing
30. Maakt u gebruik van vrijwilligers? Zo ja, hoeveel vrijwilligers zijn actief binnen uw instelling? Ja, aantal: Nee
31. Maakt u bij de dagbesteding gebruik van vrijwilligers? ja nee
Ga verder met vraag 35.
32. Wat is bij de dagbesteding de verhouding tussen professionals en vrijwilligers? 1 professional op vrijwilligers
33. Wordt de uitvoering van de individuele begeleiding uitsluitend gebruik gemaakt van professionals, of wordt er ook gebruik gemaakt van vrijwilligers? Uitsluitend professionals Zowel professionals als vrijwilligers
34. Wat is bij de individuele begeleiding de verhouding tussen professionals en vrijwilligers?
1 professional op vrijwilligers
35. Lukt het voor uw instelling om voldoende vrijwilligers te vinden, of zou de gemeente hierbij iets voor u kunnen betekenen? Het lukt ons zelf om voldoende vrijwilligers te vinden Wij zouden hulp van de gemeente kunnen gebruiken bij het vinden van vrijwilligers Niet van toepassing
36. Zijn er specifieke eisen waaraan uw accommodaties voor dagbesteding moeten voldoen? (meerdere antwoorden mogelijk)
39
38
Nee Rolstoeltoegankelijk Aparte ruimte voor verpleegkundige handelingen Anders, namelijk
37. Voor sommige cliënten is de behoefte aan begeleiding stabiel, voor anderen varieert dit. Kunt u aangeven hoe dat bij uw cliënten is? % van de cliënten stabiel (situatie veranderd nauwelijks) % verslechtert in de loop van de tijd % verbetert in de loop van de tijd (meer uren dagbesteding, dus BG nodig) % verbetert in de loop van de tijd (minder uren begeleiding, nodig) % fluctueert al naar gelang omstandigheden % na verloop van tijd geen begeleiding meer nodig onbekend
38. Welke doelen worden vooral nagestreefd bij de begeleiding? Geef aan welke doel het meest voorkomt (1), welke op de tweede plaats (2) etc.
a. Het gaat om zaken als het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag. b. Praktische hulp en ondersteuning bij het uitvoeren dan wel het eventueel ondersteunen bij/oefenen van handelingen/vaardigheden die zelfredzaamheid tot doel hebben. c. Het overnemen van toezicht. d. Het oefenen van de mantelzorger/gebruikelijke zorger hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de cliënt. e. Het bieden van een dagprogramma ter vervanging van onderwijs, arbeid of andersoortige dagstructurering. f. Anders, namelijk
39. Hoe lang worden cliënten bij begeleiding individueel (BI) doorgaans door uw organisatie begeleid? Svp verdeling in procenten aangeven. Opgeteld dient dit getal op 100 % uit te komen. < 3 maanden 3 tot en met 6 maanden 7 maanden tot en met 1 jaar 1 tot en met 2 jaar 2 tot en met 4 jaar > 4 jaar
40. Hoe lang worden cliënten bij begeleiding groep (BG) doorgaans door uw organisatie begeleid? Svp verdeling in procenten aangeven. Opgeteld dient dit getal op 100 % uit te komen.
40
39
< 3 maanden 3 tot en met 6 maanden 7 maanden tot en met 1 jaar 1 tot en met 2 jaar 2 tot en met 4 jaar > 4 jaar
41. Wat gebeurt er doorgaans na afloop van de begeleiding? Doorstroom naar andere organisaties, namelijk: Cliënt dient zelfstanding verder te gaan Anders, namelijk:
42. Met welke andere organisaties werkt u samen op het vlak van begeleiding, hoe en met welk doel gebeurt dit? Svp naam en vestigingsplaats van instelling noemen.
43. Maakt u weleens gebruik van faciliteiten en/of accomodaties van derden? Zo ja, welke zijn dit en waar bevinden deze zich?
44. Hoe is het vervoer van en naar uw accommodatie(s) georganiseerd? De cliënt komt op eigen gelegenheid Vervoersmaatschappij(en), namelijk: Instelling heeft eigen vervoersdienst Anders, namelijk:
45. Hoeveel procent van uw cliënten maakt gebruik van dit vervoer?
46. Hoeveel procent van uw cliënten maakt gebruik van individueel vervoer?
47. Hoeveel bussen worden dagelijks bij het vervoer ingezet?
41
40
0 1 2−3 4−6 6 of meer
48. Van welke omvang zijn deze bussen gemiddeld? 5 tot en met 8 personen 9 tot en met 14 personen 15 tot en met 22 personen 22 personen of meer
49. Zit er behalve de chauffeur ook een begeleider in de bus? Zo ja, welke kwalificaties zijn vereist voor deze begeleider? Nee Ja, de volgende kwalificaties zijn vereist
50. Denkt u dat het vervoeren op een efficiëntere manier kan worden uitgevoerd? Nee Ja, namelijk:
51. Kunt u aangeven wat de gemiddelde vervoerskosten per dag zijn per cliënt die gebruik maakt van vervoer? 1. Nee 2. Ja, € per cliënt Vanaf 2013/2014 valt begeleiding onder de WMO. Binnen de WMO zijn veel gemeenten ?aan het kantelen?: niet de beperking van burgers en het recht op bepaalde voorzieningen staat centraal, maar de mogelijkheid van alle burgers om te participeren. Als zij daarbij hulp nodig hebben, is ondersteuning door het eigen netwerk aan de orde. Als dat eigen netwerk niet volstaat, kan een beroep gedaan worden op vrijwilligers of op algemeen toegankelijke voorzieningen. Pas als die algemene voorzieningen geen oplossing bieden, kan aanspraak gemaakt worden op individuele voorzieningen. Met die bril kijken gemeenten ook naar de begeleiding, en onderzoeken de mogelijkheden voor meer algemeen toegankelijke begeleiding en minder geïndiceerde specialistische begeleiding. Er wordt daarbij ook gekeken naar verbindingen met de twee andere grote wijzigingen waar gemeenten mee geconfronteerd worden: de Wet Werken naar Vermogen en de Wet op de Jeugdzorg.
52. Wat gaat er naar uw mening voor uw organisatie en voor de cliënten veranderen door de decentralisatie van de functie begeleiding naar de gemeenten?
53. Welke bedreiging voor uw organisatie en voor de cliënten vormt de decentralisatie van de begeleiding?
54. Welke kansen biedt de decentralisatie van de begeleiding. Wat is het 'droomscenario', wat zou u willen bereiken voor uw instelling en uw cliënten?
42
41
55. Zijn er vragen of behoeften bij uw cliënten die in de huidige situatie onvoldoende gehonoreerd (kunnen) worden, maar die in andere omstandigheden wellicht wel mogelijk zijn?
56. Het Rijk past bij de decentralisatie van de begeleiding (overheveling naar de WMO) een korting van vijf procent toe. Naar verwachting is straks 7 a 8% minder middelen beschikbaar. Wat moet naar uw mening in ieder geval blijven bestaan, wat kan op verantwoorde wijze minder, kan anders of kan beëindigd worden? Moet zo blijven
Kan minder
Kan anders
Vervoer
kan beëindigd worden
Kan meer
Inzet vrijwilligers Aantal uren begeleiding Groepsgrootte Combinatie van doelgroepen Aansluiting bij aanbod welzijswerk in de wijk Schaalvergroting Gebruik van elkaars accommodaties Tarieven Indiceren Overige, namelijk
57. Graag hier de antwoorden van de vorige vraag hier toelichten:
58. Heeft u iets gemist in deze vragenlijst? Of heeft u overige opmerkingen of ideeën? Laat het ons hieronder weten! U kunt ook contact opnemen met de projectleider van dit deeltraject, Joke ten Thije. E−mail:
[email protected]
LET OP: ALS U OP VERSTUUR KLIKT KUNT U HIERNA GEEN WIJZIGINGEN MEER AANBRENGEN
43
42
4.2
ZORGAANBIEDERS
Active4you ActiviteitenHoeve Wijlre Adelante AltraCura Ambulante Thuiszorg AmiZorg AnaCare en PrivaZorg Noord- en Midden Limburg AXnaga BegeleidingOpMaat Care4kidz Centrum WenG Cessio Cicero Zorggroep Coach-Ster (voor iedereen een lichtpunt) Coachpraktijk Balans Confini Jeugdbegeleiding Daelzicht De Speelplaats Ezelstal Hans en Grietje Gewoon Plus GGMD voor doven en slechthorenden Hai-5 Hoeve Ijzerenbosch Hulp@Home, Zorg & Maatschappelijke Dienstverlening Joy2Kidz Klankwijs Kloosterverzorgingshuis Zusters Onder de Bogen Koninklijke Kentalis Leren & Meer, praktijk voor begeleiden en ontzorgen. Lerenthou Logeergezin Pinokkio Maasveld Maatman Zorggroep Maatwerk "zorg & begeleiding" (voorheen Maatschap Hoeve Orbons) Maidman Zelfstandig Zorgverlener Mondriaan Mosae zorggroep N-Joy 4 kidz
Op de Bies, onderdeel van de Koraal Groep Orbis Medisch en Zorgconcern Parkstad thuiszorg B.V. Porta da Vida (samenwerk.verband met Stg. Gezinscoach de Rode Baret en zorgprofessional) Praktijk Opale Praktische Hulp & Advies bij Autisme PrivaZorg Limburg Puur & Buitengewoon Radar Revita RIBW Heuvelland & Maasvallei RIMO Scivias Zorg Sevagram Somnium Begeleiding B.V. Stg. Boerderij Ophovenerhof Stichting "De Spiegel" Stichting Artidé Zorg Stichting Bejaardenzorg De Keerderberg Stichting Buitengewoon Stichting Gastenhof ov. koraalgroep Stichting Gehandicaptenzorg Stichting GroenekruisDomicura Stichting Het Robertshuis Stichting Leger des Heils Welzijns en Gezondheidszorg Stichting MeanderGroep ZuidLimburg Stichting Mensen Met Mogelijkheden Stichting Moveoo Stichting NOVIzorg Stichting Oase Stichting Pergamijn Stichting Philadelphia Zorg, regio Zuidoost Stichting Relim Stichting Schoon GMS Stichting Sterk in Werk (onderdeel van De Koraalgroep)
Stichting Talentenwerk. Stichting WonenPlus Studieplus, Intensoplus en Activiteitenplus Suzanne Slenter, Begeleiding Autisme T Losjeerhoes Talent Ut Boerderieke Ut Zunneke Vacare (maten in pedagogische zorg) VillaKeizersKroon-Wonen Vivantes Zorggroep Vivre Wat !k creatief op maat Weer op weg, Buro voor het kind Werkaandewinkel Sittard Woonzorgcentrum De Beyart Xonar Ziezo Orthopedagogische praktijk Zorgboerderij " an de Kloesterstroat" Zorgboerderij "Ravensbosch" Zorgboerderij der Bösch Zorgboerderij Genzon Zorgboerderij Nuje Caris Zorgboerderij Op de Brant dagbesteding en begeleiding voor kinderen met een hulpvraag Zorgboerderij Ransdalerveld Zorgboerderij Regihoeve Zorgboerderij Spetses Zorgboerderij Swier Zorgboerderij Trintelen Zorgboerderij Wiegelraderhof Zorgboerderij Zwaantjeshof Zorgbureau Coach Mijn Kind Zorggroep Triade Zorgkwekerij atelier Heemels Zorgproject Boerderij- en Heemkundemuseum Schimmert Zorgtuin Bingelrade Zorgverlening-PGZ Zuiderlinde begeleiding bij autisme
4.3
VOORZIENINGEN KORTDUREND VERBLIJF
Zorgaanbieder Active4you
Adelante
Care4kidz
Cessio
Cicero Zorggroep
Coach-Ster (voor iedereen een lichtpunt)
Daelzicht
Gewoon Plus
Logeergezin Pinokkio
Maasveld
Voorzieningen Active4you maakt gebruik van een vakantiepark als locatie voor kortdurend verblijf. 1x per maand kortdurend verblijf voor de doelgroep kind en jeugd 1x per maand kortdurend verblijf voor de doelgroep volwassenen. De meeste cliënten maken 1x per maand gebruik van de functie kortdurend verblijf. Gemiddeld nemen 35 cliënten per maand de functie kortdurend verblijf af. Logeerhuis de Herberg, Onderstestraat 29, 6301 KA Valkenburg a/d geul; Doelgroep: kinderen en jongeren met een lichamelijke en of meervoudige beperking tot 20 jaar. 7 dagen per week geopend. 100 verschillende kinderen en jongeren per jaar. Een deel van deze kinderen is rolstoelafhankelijk. Gebouw is hier volledig op aangepast. huidige locatie. 4 kinderen per keer Een keer per twee weken. verder maken we gebruik van vakantieparken van Landall Vaals Logeerhuis Cessio Doelgroep: voor kinderen in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar. Voor kinderen met een (vermoedelijke) hechtingsstoornis/ hechtingsproblemen, autisme en/of verstandelijke beperking. Cliënten per jaar: 10 cliënten Frequentie: min 1 en max 2 keer per maand Schuttershof, Kochstraat 10 6442BE Brunssum. Ave Maria, Hussenbergstraat 21 6243AG Geulle. t Brook, Wachtendonkstraat 75 6367VG Voerendaal. Elvira, De Gijselaar 10 6436AX Amstenrade. Emmastaete, Akerstraat Noord 63 hs03 6446XC Brunssum. Op den Toren, Valkenburgerweg 67 6361EB Nuth. Pius, Mettenstraat 2 6431NW Hoensbroek. Vroenhof, Putweg 1 6301KL Valkenburg aan de geulle. Huize Louise, Vijverlaan 5 6443BA Brunssum. Leontine, De Gijselaar 10a 6436AX Amstenrade. Binnen alle bovenstaande zorgcentra's kan gebruik gemaakt worden van kortdurend verblijf. (indicatie met de functie verblijf tydelijk). De doelgroep is voor alle huizen Som/ Psychogeriatrisch. Gemiddeld gaat het om 5 cliënten per jaar. Vaak betreft het een eenmalig tijdelijk verblijf. Sterrenhuis Heerlen Elfershof 22 6412 BT Heerlen Voor voornamelijk kinderen met psychiatrische problematiek (GGZ en verstandelijke beperking) Ca. 70 verschillende cliënten per jaar Gebruik is ca. 1 keer per maand Logeerhuis Heel, Heerbaan 52, Heel Logeerhuis Belfeld, Industriestraat 33, Belfeld Doelgroep met name leeftijd tot 18 jaar. Gewoon plus logeren Lemiers Rijksweg 40 6295 AN Lemiers Kinderen met ASS en psychiatrische problematiek NAO Wij zijn een logeergezin voor kinderen met een beperking, wij wonen en zijn een logeergezin in Kerkrade en bieden op dit moment voor 12 kinderen een logeerplek binnen ons gezin. Er is ruimte voor max. 4 kinderen per weekend, verdeeld over 3 a 4 weekenden per maand. Verder maken de kinderen ook gebruik van het logeren in de vakantie periodes en een enkeling ook wekelijks een a 2 nachten. Meestal komen de kinderen 1 a 2 weekenden per maand logeren van vrijdag tot zondag avond, een enkeling blijft tot maandag ochtend. Maasveld, maasvelderweg 1 Maastricht. het betreft 2 logeerplekken, gekoppeld aan een woonafdeling. het betreft ongeveer 5 cliënten, varierend van 1 dag per twee weken tot enkele dagen per jaar
Mondriaan Mosae zorggroep
N-Joy 4 kidz
Op de Bies, onderdeel van de Koraal Groep Orbis Medisch en Zorgconcern
Puur & Buitengewoon
Radar
RIBW Heuvelland & Maasvallei Scivias Zorg
Sevagram
NB Kortdurend verblijf wordt in de GGZ gefinancierd vanuit de zorgverzekeringswet niet AWBZ. Campagne Medoclaan 66, 6213 EC Licht en Liefde Prins Bisschopsingel 20 6211 JK Scharwyerveld Daaldersruwe 93, 6218 EN Sint Gerlachus Bieslanderweg 60, 6213 AL Maastricht In Beek, Hoolstraat 77, 6191 TW, hebben wij een logeerhuis. Dit wordt gebruikt voor de kinderen van 5-21 jaar. Hier logeren elk weekend max 10 kinderen en 3 of 4 begeleiders. In alle schoolvakanties wordt hier ook gebruik van gemaakt, door bijvoorbeeld een midweek of volledige week te logeren. Per maand zullen er ongeveer tussen de 20-30 kinderen logeren. De afname is wisselend; pgb afhankelijk, niet elk kind heeft de mogelijkheid elke maand te logeren. Wel merken we per 1-12012 een sterke terugloop in het logeren. Logeren binnen een aantal woonlocaties van Op de Bies (Kekrade, Waubach, Simpelveld) Orbis De Baenje, Schuttestraat 2,6131 JR Sittard, Orbis De Egthe, De Egthe 1, 6101 EX Echt, Orbis Hoogstaete, Smithlaan 151, 6135 JL Sittard, Orbis St. Jansgeleen, Lienaertsstraat 159, 6164 GH Geleen, Orbis Lemborgh, Bradleystraat 23, 6135 CV Sittard, Orbis St.Odilia, Lienaertsstraat 159, 6164 GH Geleen, Orbis St. Maarten, Putstraat 99, 6121 LH Born, Orbis Vastrada, Kloosterstraat 47, 6114 HG Susteren, Orbis Revalidatie, Dr. H. van der Hoffplein 1,6162 BG Sittard 90 bedden. Doelgroep: Deze zorg is voor ouderen in de vorm van respijtzorg, overbruggingszorg of crisisopname. Het is ook voor cliënten die revalideren na een CVA, operatie of medische behandeling. 3 crisisbedden in verpleeghuizen, 2 op locatie St. Odilia/ St. Jansgeleen en 1 op locatie Lemborgh. KDO-plaatsen in verzorgingshuizen: 9 in de Baenje, 3 St. Maarten, 3 Vastrada, 3 De Egthe. Deze plaatsen zijn vrijwel altijd bezet. Een gemiddeld verblijf heeft de duur van 6 tot 12 weken. Scoutinggebouw Bunde Heiveld 2 6241 Bunde De Buitenjan Turfweg 9 5504 RL Veldhoven Doelgroep: kinderen, jeugdigen, jong volwassenen +/- 20 per jaar 1 x per 3 maanden Logeerhuis Ravensbos Ravensbos 1a 6301 PR Valkenburg Doelgroep; kinderen en volwassenen, die permanent toezicht nodig hebben Voor kortdurend verblijf heeft Radar een bestand van 121 individuele cliënten. Ze logeren met een frequentie van gemiddeld 2 etmalen per 14 dagen De RIBW is bezig met de overname van stichting Impuls. Daarnaast wordt samen met Mondriaan gewerkt aan de realisatie van een respijthuis Scivias beschikt over zo'n 20 zorgwoningen. Ze zijn verdeeld over de gemeentes Kerkrade Heerlen Geleen Landgraaf Nyswiller Wijlre Maastricht Reymerstok Meerssen en Gulpen. Alle zorgwoningen worden bewoond door verslaafde zwerfjongeren veelal met een strafblad. Het zijn particuliere kleinschalige woningen. Gemiddelde zorgperiode is 3 jaar.Daarna zijn ze gereintegreerd in de maatschappij, hebben werk of volgen opnieuw een opleiding. Gedurende die periode komen er ook jongeren bij waarvan we zien dat ze nooit meer zelfredzaam zullen worden. Het zijn de jongeren met een LVG status. Zij worden na verloop van tijd overgedragen aan Philadelphia Zorg. Scivias werkt nauw samen met (jeugd)reclassering en Justitie/veiligheidshuizen en politie. Diverse Sevagramlocaties hebben een of twee kamers die gebruikt worden als voorziening voor kortdurend verblijf. Cliënten komen op grond van diverse redenen in aanmerking voor kort durend 46
Stichting Bejaardenzorg De Keerderberg
Stichting Gehandicaptenzorg
Stichting Het Robertshuis
Stichting Leger des Heils Welzijns en Gezondheidszorg
Stichting MeanderGroep Zuid-Limburg
Stichting Pergamijn T Losjeerhoes
verblijf, bijvoorbeeld: • Na ziekenhuisopname • Cliënten willen tijdelijk ‘logeren’ bv. gedurende vakantie • Er is sprake van een crisis opname (bv. omdat de partner is opgenomen in het ziekenhuis) In tabel 7 uit de bijlage treft u de gespecificeerde gegevens aan. Stichting Bejaardenzorg De Keerderberg Rijksweg 15 6267AC Cadier en Keer 15 6 tot 3mnd tijdelijk verblijf Woonbegeleidingscentrum de Baandert. Sportcentrumlaan 70, 6136 KX, Sittard. Aantal cliënten in 2011:12 cliënten Woonbegeleidingscentrum Schaesberg. Melchersstraat 60, 6372 KZ, Landgraaf. Aantal cliënten in 2011: 11 cliënten Woonbegeleidingscentrum Aan de Pas. Pasweg 9, 6241 CT, Bunde. Aantal cliënten 13. Doelgroep geldt voor alle locaties: vooral mensen met een LG of somatische grondslag, maar ook mensen met een LG of somatische grondslag in combinatie met een andere grondslag (zie vraag 5). Aan de Pas is gespecialiseerd in beademing. Frequentie van verblijf varieert van 1 - 7 dagen. Het merendeel van de cliënten komt meerdere keren per jaar. Het Robertshuis Noorbeek Bergenhuizen13a 6255 NJ Noorbeek. Mensen met een stoornis binnen het autismespectrum (niet leeftijdsgebonden) 22 verschillende cliënten per jaar met een frequentie van 2 maal per maand. Heerlen; de Klomp, Klompstraat 11, 6411 KR Doelgroep; dak- en thuislozen Ongeveer 35-40 cliënten per jaar Dagelijks Maastricht: Statensingel 11, 6211 PL (ook Mariastraat 13, 6211 EP) Doelgroep: dak- en thuislozen Ongeveer: 25-50 cliënten per jaar Dagelijks Maastricht; Herstart, Boschstraat 69-71, 6211 AV Doelgroep: dak-en thuislozen, psychiatrische problematiek 14 plaatsen Dagelijks Beschikbare kamers voor kordurende opnames in verzorgingshuizen: Vroenhof: 2 kamers Firenschat : 3 kamers Hoog Anstel: 1 kamer Bocholtz: 2 kamers en 4 aanleunwoningen Heereveld: 3 kamers Totaal 15 kamers Doelgroep/Zorgarrangementen tbv bovenstaande kordurende opnames: * Kortdurend verblijf in zorgcentrum; licht herstel * Kortdurend verblijf in zorgcentrum: ondersteuning thuissituatie Opnameperiodes varieren tussen 1 en 8 weken. Meerendeels zijn opnames van 2-3 weken. ZZP’s: Aantal gerealiseerde dagen t/m november 2011: 4.280, hiervan is bijna de helft ZZP 3; ruimt 20% zzp 4; ca 15% zzp 1 en 2 en ca 15% hoger dan ZZP 4. Molenweg 61 Sittard Doelgroep VG 50 Wekelijks T Losjeerhoes Pr Margrietstraat 23 6271 CJ Gulpen Voor kinderen met ontwikkelingsstoornissen,en/of verstandelijke beperking. Meeste kids komen 1 weekend per maand. 47
Talent
ut Boerderieke
Ut Zunneke
VillaKeizersKroonWonen
Vivantes Zorggroep
Vivre
Woonzorgcentrum De Beyart Zorgboerderij der Bösch
Zorgboerderij Nuje Caris
ZorgverleningPGZ
12 a 14 kinderen per maand. 't Klumpke Klompenstraat 12 6251 NE Eckelrade Doelgroep: Kinderen en jong volwassenen met psychiatrische en/of gedragproblemen en/of licht verstandelijke beperking gemiddeld 10 cliënten per weekend. Groep varieert per week Cliënten komen gemiddeld 1x per twee weken een weekend logeren Logeeropvang/kortdurend verblijf tijdens weekeinden en vakantieperiodes doelgroep; kinderen van 6 tm 14 jaar pubergroep kinderen 15 tm 18/19 jaar Ut Zunneke dagbesteding en Logeren BV Mensen met een verstandelijke beperking +/- 45 Cliënten komen logeren Gemiddeld 1 keer per maand Logeerappartement Locatie Amby, Severenstraat 110, 6225 AR Maastricht ± 15 verschillende gasten / jaar ± 3 x / maand Wij beschikken over plekken voor kortdurend verblijf binnen onze woonzorgcentra. Het gaat daarbij om de volgende woonzorgcentra: Bunderhof Geleen: 1 plaats; 6 cliënten in 2011 Lindenheuvel Geleen: 1 plaats; 7 cliënten in 2011 Olympiastaete Geleen: 1 plaats; 6 cliënten in 2011 Moutheuvel Stein: 3 plaatsen; 16 cliënten in 2011 Franciscus Beek: 3 plaatsen, 11 cliënten in 2011 Doelgroep zijn ouderen die tijdelijk zijn aangewezen op verblijf, bv. ter ontlasting van de mantelzorg, of na een ziekenhuisopname. Michel: kun jij aantal cliënten 2010 aangeven? VZH Beukeloord, Gasthuisplantsoen 1, 6231 JZ Meerssen Verzorgingshuis, 2-4 kamers voor kortdurend verblijf VZH Koepelhof, Koepelstraat 84, 6224 LW Maastricht Verzorgingshuis, 1 kamer voor kortdurend verblijf VZH Croonenhoff, Veldstraat 18A, 6227 SZ Maastricht Verzorgingshuis, 1 kamer voor kortdurend verblijf Totaal 25 verschillende opnames op jaarbasis 1325 'ligdagen' Gemiddeld: 53 dagen per opname Brusselsestraat 38, somatisch, 5 bedden totaal 1825 dagen, ongeveer 30 cliënten per jaar zorgboerderij der Bösch Reeweg 66 6374 BX Landgraaf doelgroep: jeugdigen met beperkingen maximaal 4 kinderen per weekend maximaal 2 weekenden per maand in de maanden april t/m oktober logeerhuis Nuje Caris Karstraat 40 6367 PH Voerendaal Kinderen met een beperking 3 cliënten 1x per maand We bieden 2x per maand logeren aan op een Center Parcs in Noord Limburg voor kinderen met een psychiatrisch probleem. Per weekend logeren 50 kinderen. Het betreft ongeveer 100 verschillende cliënten per jaar.
48
4.4
PRODUCTIEVOLUME
2010 tegenover 2009 BI -50% -25% -25% -20% -19% -16% -12% -12% -8% -3% 0% 2% 3% 4% 5% 8% 10% 11% 12% 14% 15% 20% 25% 26% 30% 34% 40% 50% 55% 65% 70% 75% 80% 90% 95% 100% 118% 300% 500% 34%
aantal 1 1 1 1 2 2 2 1 1 2 7 1 2 1 1 1 5 1 1 1 1 1 4 1 2 1 3 6 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 67
2010 tegenover 2011
BG -35% -33% -30% -25% -20% -18% -14% -7% -4% -3% -1% 0% 5% 7% 8% 10% 12% 13% 15% 16% 17% 20% 25% 30% 35% 40% 50% 57% 60% 65% 70% 90% 100% 200% 844%
Aantal 2 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 9 3 1 1 10 1 1 1 1 1 5 4 1 1 1 3 1 1 1 1 3 1 1 1
BI -88% -42% -35% -27% -25% -14% -9% -8% -6% -5% 0% 1% 5% 6% 7% 8% 10% 12% 14% 15% 18% 20% 21% 25% 26% 29% 30% 50% 60% 70% 71% 97% 100% 115% 123% 200% 350% 600%
aantal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 9 1 2 1 1 1 4 1 1 4 2 6 1 3 1 1 4 6 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1
BG -60% -38% -20% -10% -9% -6% -5% -3% -2% -1% 0% 0% 1% 3% 5% 6% 8% 10% 11% 12% 15% 16% 19% 20% 23% 25% 30% 50% 100% 125% 150% 250% 332%
aantal 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 8 1 2 5 1 2 4 1 1 2 1 1 8 2 5 4 2 4 1 3 1 1
30%
68
36%
71
28%
73
49
50