de PAROLIEBOL nummer 9, oktober 2013
digitaal orgaan voor hen die bij Het Parool hebben gewerkt
‘Ouwe Taaie Yippie yippie yee hee hee’
O
nder begeleiding van de band van Jan Robijns zong het hele Concertgebouw uit volle borst Ouw Taaie mee, één van de jarenvijftighits van Eddy Christiani . Wat heet ouwe taaie. De 95-jarige zanger was eregast bij het Amsterdams lijflied, het jaarlijkse meezingfestijn van Het Parool, dat
deze keer werd gepresenteerd door Bert Kuizenga, hoofdredacteur van RTV Amstelveen. Het was de derde keer dat het muziekfestijn werd gehouden en de tweede keer dat het in het Concergebouw plaatsvond. Thema dit keer was de crisis, waardoor er meer sentimentele dan typisch Amsterdamse liedjes werden gezongen.
Hoogtepunt was Ome Thijs heeft een prijs in de voetbalpool, schitterend vertolkt door Kees Prins. Ook de présence van Dolly Bellefleur mocht er zijn. Het uitverkocht Concertgebouw zong alle liedjes vol overgave mee, waarna aan het eind nog even de polonaise werd ingezet.
De 95-jarige eddy Christiani krijgt van simone toppers van Het Parool een prachtig boeket bloemen.
Paul Westink
FOtO Jan Van BReDa
IN DIT NUMMER IN DIT NUMMER IN DIT NUMMER IN DIT Aldus: de IN terugkeer van Albert Lange | Wachten NUMMER DIT NUMMER IN DITde NUMMER IN DIT NUMmet IN AbDIT Piet | Schaakoorlog op de Proolredactie | IN MER NUMMER IN DIT NUMMER IN DIT NUMMER DIT IN van DITden NUMMER DIT NUMMER IN DIT Ten NUMMER slotte: Dick PolderIN | Lijstjes met pulsen NUMMER IN DIT NUMMER IN DIT NUMMER IN DIT NUMen plenteren | Mijn Amsterdam van Hanneke de Wit MER IN DIT NUMMER IN DIT NUMMER IN DIT NUMMER
oktober 2013 / 2
Honderdvijftig boeken gelezen, van Moby Dick tot Hannah Arendt
Je hijgt nog van het fietsen, waar kom je vandaan?
“ik ben net bij een boot geweest die tijdens de storm is gezonken. niemand wil praten.” Ben je weer volledig in touw?
“Grotendeels. ik merkte in het begin dat ik nog niet zo fors kan werken als ik zou willen, dus soms neem ik een dag of doe ik het een middagje rustiger aan. Maar dat zal niet lang meer duren. Wil je overigens wel even vermelden dat ik deze rubriek ooit ben begonnen. ik heb het zeker twee jaar gedaan.”
Jouw Aldus had toch een iets ander karakter?
“Hij was natuurlijk veel beter, haha! Maar de pesterige vragen waren er toen ook al. ik heb zelfs Pieter van Vollenhoven gehad!”
Wanneer ben je weer bij de krant begonnen?
“Op 1 oktober. ik zag er na anderhalf jaar ook wel naar uit. Heerlijk om weer tussen de collega’s te zitten. en donderjagen met nieuws is natuurlijk altijd leuk.”
Voor de enkeling die het nog niet weet, wat had je?
“Darmkanker. Het is goed afgelopen.” Wat heeft dat met je gedaan?
“Minder dan je zou denken. ik heb er geen
ander beeld op het leven of de mensen door gekregen. ik heb ook nooit in een dip of in angst gezeten. Het overkomt je en je moet ermee dealen. ik had best veel tegenslag maar het sint lucas andreas Ziekenhuis was buitengewoon goed. na afloop heb ik thuis voor de verpleegkundigen dan ook een borrel gegeven.” Zijn het je vrienden geworden?
“Dat niet, want je hoopt ze natuurlijk
aldus
Paroolverslaggever en oud-adjuncthoofdredacteur Albert de Lange (56) is terug van weggeweest. Zijn eerste primeurs heeft hij al weer binnen.
nooit meer terug te zien. Maar het is indrukwekkend hoe die mensen zichzelf er helemaal in hebben gegooid.” Jij was toch nooit zo van de zorgsector?
“klopt. als journalist kom je vaak alleen maar in aanraking met voorlichters en woordvoerders. en juist in deze branche zijn die van de ergste soort. nu had ik – 24 maal zeven – verpleegkundigen aan mijn bed. Ze waren bij mijn meest deplorabele maar ook bij mijn meest vrolijke momenten. Dat maakte het intiem.”
Heb je buiten het medische circuit nog wat meer gedaan in die anderhalf jaar?
“Honderdvijftig boeken gelezen.Van Moby Dick tot Hannah arendt. Het was kan ik je zeggen, een blessing in disguise.” Een soort sabbatical?
“Ja, want je moet je tijd wel door zien te komen. ik kon veel lezen, dat was perfect.” Had je in je leven niet een universitaire studie willen doen?
“als veertiger heb ik weleens aan de advocatuur gedacht. ik kom graag op de rechtbank. Bijvoorbeeld voor die zaak van de van corruptie verdachte marktmeesters. Je krijgt alles op een presenteerblad geserveerd.” Fijn toch?
“Zeker maar het is nog leuker als je het nieuws zelf moet halen. Dat stuk over Pampus in de zaterdagkrant heeft me twee dagen duwen en trekken gekost. iedereen werkte tegen. Wat is het dan leuk om je eigen naam weer in de krant te zien staan! Want dat gevoel van vroeger heb ik nog steeds.” Vind je de krant er goed uitzien?
“ik ben vrij enthousiast over de nieuwe Ps. ik ken genoeg lezers die anderhalf uur per dag met de krant bezig zijn. Ja, we staan er goed voor.”
Denk je dat onze eigen abonnees ook nog wat van je te zien krijgen?
“Zeker, bij leentje op de eerstvolgende Parolieborrel.” FRans BOsMan
want het zal je maar gebeuren als er echt iets aan de hand is en je bent er niet bij. Dus ook de Telegraafjongens verlieten hollend het pand.
Wachten
N
a het zien van De Wereld Draait Door, waarin aan een journalist werd gevraagd naar aanleiding het wachten bij de onderhandelingen van het kabinet wat hij zoal doet tijdens het dagen en nachten wachten, moest ik aan mijn eigen ervaringen denken. Tijdens de Molukse trein- en schoolkaping was het wachten langdurig en uiteraard slaat de verveling en meligheid toe. En ondanks dat elke tip of aanwijzing moest worden uitgezocht, stond je op een gegeven moment toch weer met elkaar bij die trein of die school. Alle mediavertegenwoordigers probeerden ook informatie in te winnen bij hun concurrerende collega’s.
In Assen, waar op de Brink een uitstekend restaurant zat, gingen we – als de situatie het toeliet – een hapje eten (heerlijk). Uiteraard waren wij niet de enigen, want het restaurant kreeg snel een goede naam en werd ook door de andere verslaggevers frequent bezocht. Een ideaal moment om een geintje uit te halen. Wij van Het Parool hadden net de laatste hap van weer zo’n heerlijk toetje op, toen de verslaggevers van De Telegraaf binnenkwamen. De heren waren nog maar net begonnen aan het voorgerecht, toen wij op afspraak zo’n beetje alle semafoons af lieten gaan om de indruk te wekken dat er iets aan de hand was. We verlieten hollend het restaurant en zagen de vertwijfeling toeslaan,
O
ok bij de ontvoering van Toos van der Valk was het eindeloos wachten. Dus tijd voor grappen. Robert Lantos, fotograaf van het Algemeen Dagblad, was wel eens vervelend en hem moest een lesje worden geleerd, vonden wij. Er werd met drie collega’s afgesproken dat we zo snel mogelijk in de auto stapten en hard zouden wegrijden, allen in een andere richting. Lantos zag het gebeuren, sprong in de auto en nam contact op met het AD. Aangezien wij in onze redactieauto een scanner hadden, konden wij precies horen wat Lantos in paniek aan de redactie meldde en dat hij bij god niet wist welke kant hij op moest. Bij terugkomst op het parkeerterrein van het Van der Valkhotel zag Lantos ons met een grijns hoog en breed staan wachten waar hij toch bleef. Het is een beetje flauw, maar ook wel een beetje leuke doorbreking van soms erg lange wachttijden. aB Piet
oktober 2013 / 3 anekdotes bij Het Parool door Gerrit Overdijkink – deel 7
Schaakoorlog op de redactie
E
r zijn natuurlijk duizenden dingen die me bijblijven van de jaren die ik heb doorgebracht op de redactie van Het Parool. Het driftige getik van schrijfmachines, het geratel van telexen, het geschreeuw van nerveuze, boze of wanhopige redacteuren en, gelukkig ook heel vaak, het bulderende gelach van collega’s. Wat ik ook niet vergeet, is het geluid van schaakklokken, die in rap tempo door kerels met verhitte koppen werden geteisterd. Want schaken was in mijn tijd op de redactie een meeslepend journalistiek nevenbedrijf, waarbij emoties vaak hoog opliepen. Het kringetje schaakfanaten op de redactie was betrekkelijk klein en varieerde weinig van samenstelling. Een enkele keer meldde zich wel eens iemand van een heel andere tak van het bedrijf aan, maar dat contact duurde meestal niet lang. Ik kan me niet herinneren dat dit kringetje vrouwen telde, hoewel er ook in die tijd toch heel wat vrouwelijke collega’s op de redactie van Het Parool zaten. Het waren louter mannen die elkaar achter het schaakbord uitdaagden. Met vaste rituelen, die zich afspeelden zodra de eerste editie van de krant was afgesloten. De druk en de spanning van het grote redactielokaal verlegden zich dan naar de kleine spreeken werkkamertjes, waar onzicht-
bare handen de stukken op de borden leken te hebben klaargezet. Tijd voor een consumptie was er niet. Hooguit voor een paar nerveuze trekken aan een sigaret. Het was af en toe oorlog.
Gespannen koppen
I
k zie de gespannen koppen nog voor me. Klaas Peereboom, vermaard sportverslaggever, later redactiechef en vervolgens de man van de grote reportage. Bob Steinmetz, opmaakredacteur, algemeen redactiechef, de motor achter de technische omwenteling op de krant. Pol Kleijn, zwaargewicht-verslaggever in dubbele betekenis, overleden aan een mysterieuze ziekte na een reportage in Afrika. Bert van Ree, bedachtzame, pijp rokende buitenlandredacteur en in latere jaren adjunct-redactiechef. Cees Doolaard, filmcriticus, een tikkeltje mysterieus, wijd en zijd gevreesd om zijn vlijmscherpe pen. Erik Visser, historicus en buitenlandredacteur, medeoprichter van D’66 en voor die partij gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Erik was veruit de jongste van dit gezelschap en misschien ook wel de meest fanatieke schaker. Hij veranderde achter het schaakbord van een flegmatieke, humorvolle collega in een niet te temmen tijger die verwensingen siste en met
schaakstukken en deuren gooide.
Revanche
H
oogtepunt van de schaakoorlog was de botsing op het schaakbord tussen de altijd rumoerige Pol Kleijn en de immer wat teruggetrokken Cees Doolaard. De laatste stond als schaker aanzienlijk hoger aangeschreven bij de kenners dan de eerste. Maar op een goede dag moest Doolaard toch het loodje leggen tegen Kleijn. Dat ging gepaard met veel verbaal geweld. De twee liepen daarna met een boog om elkaar heen. Maar op een dag werd Kleijn uitgenodigd voor een revanchepartij – op een avond bij Doolaard thuis. Ik zie Pol de volgende dag nog met de borst vooruit de redactie opstappen. Breed lachend vertelde hij zijn verhaal. Toen hij aanbelde bij Doolaard had diens vrouw open gedaan en hem onmiddellijk naar een klein kamertje geloodst, waar de schaakstukken al op het bord stonden. Pol dacht dat er een kop koffie zou komen, maar dat gebeurde niet. Doolaard kwam na een minuut binnen en commandeerde dat er meteen moest worden begonnen. Zo gebeurde. Na een paar zetten en minder dan vijf minuten was het voorbij, met Doolaard wéér als verliezer. Een kwestie van zogeheten herdersmat, de benaming voor een supersnel verlies. “En nou eruit,” had Doolaard geroepen. En zo stond winnaar Kleijn even later op de stoep. Einde van een slag.
Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgteen de ParolieWe zijn het aan onze naam verplicht oude bollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de traditie in ere te krijgt herstellen. Wie verdient volgens Paroliebollen? Wie de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie dit krijgt de Wie ‘abonnees’ jaar de Paroliebollen? Paroliebollen? krijgtonze de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de Parolieboljouw kandidaat aan op
[email protected] len?Meld Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de Paroliebollen? Wie krijgt de
oktober 2013 / 4
‘Heren, heren, er is al ellende genoeg in de wereld’
V
oetbal was voor Dick van den Polder hetzelfde als een heilig boek voor een gelovige: een serieuze zaak, waar niet mee te spotten valt. In 1970 was ik eindredacteur van de Rijnmondpagina in Het Rotterdamsch Parool en moest van sportchef Dick van den Polder op maandag het voetbalverslag van Fortuna Vlaardingen mét foto meenemen, want de voetbalprestaties van Fortuna Vl kwamen niet in aanmerking voor de algemene sportpagina’s. Dat verslag kwam op zondagavond altijd laat binnen en Dick leverde het persklaar bij me in. “En denk er om dat je er niks aan verandert,” riep hij nog eens en nog eens, want hij twijfelde zeer aan mijn voetbalkennis. Op zo’n zondagavond moest de Grote Meester vroeger weg en moest ik het Fortunaverslag met foto nu zelf persklaar maken. Hij gaf me wel een kwartier lang college over het maken van een kop (‘moet duidelijk zijn’) en het schrijven van een foto-
ten slotte
Dick van den Polder 1934-2013 bijschrift (‘beeldend beschrijven van wat je op de foto ziet’). Hij vertrok aarzelend – maar ja: hij moest nu eenmaal weg. Uit het voetbalverslag begreep ik dat Fortuna had gewonnen. Dus ik kopte over vier kolommen Bodoni vet, 72
punten: ‘Fortuna Vl wint met 1-0 van SVV.’ Duidelijker kon niet, vond ik. Het fotobijschrift gaf wat meer problemen. Op de foto zag ik een aantal spelers met verhitte koppen en gebalde vuisten tegenover elkaar staan. De scheidsrechter stond er met een vermanende rechterwijsvinger bij. Met de instructies van Dick in mijn achterhoofd schreef ik als fotobijschrift: ‘Heren, heren, schijnt deze scheidsrechter te zeggen, wees toch verstandig, er is al ellende genoeg in de wereld.’ Tevreden ging ik naar huis. ’s Maandags had ik vrij. Dinsdag ging ik wat vroeger naar de redactie, persklaar voor een waarderend schouderklopje, maar toen Dick de redactie opkwam, zag hij er wat afgetobd uit. Hij zei niks. Zelfs geen goeiemorgen, wat hij anders wel deed, want het was een beminnelijke collega. Eerlijk gezegd heeft hij over die journalistieke voetbalprestatie van mij nooit meer iets gezegd. Hij is ook nooit meer vroeger weggegaan op zondagavond. Jan VROeGinDeWeiJ
Plenteren en pulsen Henk Plenter ruimde meer dan veertig jaar woningen op voor de GGD Amsterdam. Allemaal vastgelegd in het onlangs verschenen boek Let niet op de rommel. In het digitale woordenboek ANW kreeg het werkwoord plenteren (bos verjongen) een nieuwe betekenis: een vervuild huis ontruimen. Meer namen van Amsterdammers werden woorden of uitdrukkingen, niet altijd nog heel bekend: Aanappelen, Breggetjes, Dokter Beffie, Dolle Mina, Poppesnor, Schakellijm, Sinckstoestel. Een kleine keuze uit Amsterdamse eponiemen. foto niOD
lijstjes Flikje – klein rond chocolaatje Caspar Flick begon in 1745 een chocoladefabriekje in de nes. leverde het eponiem flikje op: ‘klein rond chocolaatje met een platte en bolle zijde’. Praten als Brugman - veel en met overtuigingskracht praten Vernoemd naar franciscaanse redenaar Jo-
hannes Brugman, die in de vijftiende eeuw in amsterdam een klooster stichtte, waar hij predikte. Pulsen – huizen leeghalen abraham Puls haalde tijdens WO ii met zijn verhuisonderneming duizenden huizen leeg van gedeporteerde joden in amsterdam en ’t Gooi. Volgens Bartjens – zo nauwkeurig mogelijk berekend
Zegswijze vernoemd naar het amsterdamse schoolhoofd Willem Bartjens, auteur in de zeventiende eeuw van het vele malen herdrukt rekenboek Cyfferinghe. Winkel van Sinkel – allegaartje uitdrukking die stamt van de eerste winkel van Michael anton sinkel, in 1822 geopend op de nieuwendijk. Hans HOekstRa bron: eponiemenwoordenboeken van Ewoud Sanders
oktober 2013 / 5
mijn amsterdam Hanneke de Wit begon als journalist in 1975 bij het
1
Amstelveens Weekblad, in 1978 stapte ze over naar Het Parool, waar ze heeft gewerkt tot ze in 2004 zestig werd. Ze was binnen-, daarna buitenlandredacteur en vervolgens verslaggeefster. ‘ik ga stug door met schrijven en verder doe ik van alles en nog wat, dat het leven veraangenaamt.’
Restaurant As in een voormalig klooster op de Zuidas (Prinses Irenestraat). Heerlijk buiten, ook fijn binnen.
Café 1 Hannekes Boom. Eindelijk is een café naar mij genoemd!
2
3
Beste broodjeszaak Ex-kiosk op de Nieuwezijds Voorburgwal tegenover het Betty Asfalt Complex. Dagelijkse boodschappen 2 De kleine winkels in mijn dorp Broek in Waterland, Ekoplaza in de stad en ’s zaterdags de biomarkt op het Buikslotermeerplein. Kaas, kruidenierswaren, wijn, honing, vlees, groente, brood: alles! Museum 3 Het Rembrandthuis, omdat onze grootste schilder er woonde, werkte, liefhad en ruzie maakte met zijn buren. Plein 4 Het Museumplein zoals het was en nooit meer zijn zal.
4
5
6
Mooiste gevel Bewonder de gevels, fietsend over de grachten, uitgebreid. Een top tien, dat gaat nog wel, maar de allermooiste...?
Mijn Buurt In Amsterdam woonde ik in de Staatsliedenbuurt, die nu helemaal hip is. Favoriete winkel De Hema, maar niet zijn worst. Markt De biomarkt op het Buikslotermeerplein. Kapper Marijke bij mij in de straat. Ga weleens vreemd, maar dan duurt het een half jaar voordat mijn haar weer op niveau is. Een avondje stappen met Rembrandt, die er vast wel even uit wil tijdens het schilderen van het Joodse bruidje. Grootste gemis in de stad 6 Meer pittige bouwvakkers en stratenmakers, zodat aan al die verbouwingen en opbrekingen een einde komt. Dieren in Amsterdam Artis, al weten we dat het aan de andere kant van de hekken misschien niet zo leuk leven is. Geboren In 1944 in Nijmegen, in het ziekenhuis vanwege de oorlog.
Mooiste lied van Amsterdam Maakt niet uit, als die bekende zanger, die in een bootje door de grachten vaart, het maar zingt. Na gedane arbeid gaat het geldbakje omhoog, richting toehoorders.
Verliefd in Amsterdam Heb hier Piet ontmoet, met wie ik nu 36 jaar samenwoon.
Met pek en veren de stad uit 5 Riksja (is dat niet iets van India?), paard en wagen (was dat niet iets uit de verre vorige eeuw?) en fietsende toeristen die niet kunnen fietsen. (Als u niet kunt fietsen, doe het dan maar hier!)
Mooiste herinnering De geboorte van de kleindochters van Piet, die ik als de mijne heb ingelijfd.
Begraafplaats Ja, dan kom ik toch terecht (hoop ik) onder een boom op de mooie begraafplaats in Broek in Waterland, waar ik woon.
Wil nog altijd Gids worden op een rondvaartboot.
Beste hoofdredacteur Denk met genoegen terug aan Sytze van der Zee en Erik van Gruijthuijsen. De redactie van Het Parool zit geweldig goed op de Jacob Bontiusplaats bij de Czaar Peterstraat.