CONGRES KINESITHERAPIE EN ERGOTHERAPIE IN DE GERIATRIE
OMGAAN MET VERMOEIDHEID EN A-DYNAMIEK
29 MEI 2010 Vrije Universiteit Brussel, Medische Campus Laarbeeklaan 103, B-1090 Jette
Een organisatie van de Opleiding Kinesitherapie van de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met de opleiding Gerontologie van de Vrije Universiteit Brussel de opleidingen Kinesitherapie en Ergotherapie van het Departement Gezondheidszorg van de Artesis Hogeschool Antwerpen
PROGRAMMA voormiddag
8h00
Ontvangst en inschrijvingen
8h50
Introductie Prof. Dr. I Bautmans (Vrije Universiteit Brussel, B)
9h00
Self-perceived fatigue and its impact on functional decline and mortality. Prof. dr. K Avlund (University of Copenhagen, DK)
9h30
Fysieke vermoeidheid in relatie tot klinische context. Prof. Dr. I Bautmans (Vrije Universiteit Brussel, B)
10h00
Discussie
10h15
Pauze + Posterbezoek
10h45
Impact van slaapproblemen in de Geriatrische revalidatie. Prof. dr.M Petrovic (Universiteit Gent, B)
11h15
Hoe ouderen blijvend te motiveren voor beweeggedrag Prof. dr. M Hopman-Rock (Vrije Universiteit Amsterdam ,NL)
11h45
Discussie
12h00
Lunch+ Posterbezoek
PROGRAMMA namiddag
Learnshops Sessie 13h30
Evalueren van fysieke & zelfervaren vermoeidheid bij ouderen. Dra. Y Punie (Vrije Universiteit Brussel, B) Energiemanagement vanuit ergotherapeutisch perspectief. Mevr. L Bouckaert (Artevelde Hogeschool Gent, B)
14h30
Wandelpauze
14h45
Praktijkvoorbeelden van bewegingsprogramma’s voor ouderen. -Senioren Project Intensief Trainen Dra E Eelbode (Vrije Universiteit Brussel, B) -Wii-spelcomputer in de geriatrische revalidatie Dhr. S Vets (Universiteit Gent & ZNA, B) -Tachtig maar Krachtig Dhr. J Moortgat (S-Sport, B)
15h45
Receptie
Met dank aan de sponsors: − − −
De Standaard Uitgeverij Fysiomed Gymna
Introductie Prof. Dr. Ivan Bautmans (Congresvoorzitter) De vierde editie van het congres voor kinesitherapie en ergotherapie in de geriatrie is gewijd aan het thema "vermoeidheid en a-dynamiek". De gebruikelijke formule van wetenschappelijk hoogstaande lezingen in de voormiddag, aangevuld met implementatie naar de dagelijks praktijk toe werd behouden. Het namiddagprogramma bevat naast de gebruikelijke learnshops een sessie volledig ingevuld met praktijkvoorbeelden van bewegingsprogramma's voor ouderen. Vermoeidheid is een van de meest voorkomende klachten op hogere leeftijd. De eerste voormiddagsessie is ingericht met de bedoeling de onderliggende mechanismen van het ontstaan van het vermoeidheidsgevoel bij ouderen toe te lichten. Vermoeidheid is niet zomaar een banale klacht, maar is een basiskenmerk van fragiliteit, een van de belangrijkste geriatrische syndromen. Er zal ook specifiek ingegaan worden op de interactie tussen zelfervaren vermoeidheid en fysieke vermoeidheid. Gekoppeld aan vermoeidheid is het passieve bewegingsgedrag bij ouderen, hier benoemd onder de noemer adynamiek. Wellicht is een van de grootste uitdagingen in de ouderensector het motiveren van ouderen om aan lichaamsbeweging te doen. Gerichte evaluatie van het vermoeidheidsprobleem moet toelaten om therapeutische strategieën te ontwikkelen. Met dit congres wensen wij de wetenschappelijke onderbouwing en de complementaire rol van beide disciplines in deze klinische oefening toelichten en benadrukken.
Self-perceived fatigue and its impact on functional decline and mortality.. Prof. Dr. Kirsten Avlund University of Copenhagen, Denmark Self-perceived fatigue is a common complaint among older adults and one of the most frequent reasons for encounter in general practice. It is often a symptom of underlying illness and also prevalent in certain medical treatments. However, for many older persons, it is not possible to identify a physiological or psychological cause. With no known specific biological marker or other possible causes, fatigue in older adults is a complaint which is not fully understood. The aim of this presentation is to give an overview of research on self-perceived fatigue in older adults, with a focus on the impact of fatigue on functional decline and mortality. Fatigue is a strong predictor of functional limitations, disability, mortality, and other adverse outcomes in young-old and old-old populations, between men and women, and in different geographic localities. Several biological, physiological and social explanations are proposed: fatigue may be seen not only as a self-reported indicator of frailty, defined as a physiologic state of increased vulnerability to stressors, which results from decreased physiologic reserves and even dysregulation of multiple physiologic systems, but also that this state may be accelerated because of the cumulative impact of social, mental and biological factors throughout life.
Fysieke vermoeidheid in relatie tot klinische context. Prof. Dr. Ivan Bautmans Vrije Universiteit Brussel, België Het ouder worden gaat gepaard met een belangrijke afname in spiermassa en spierkracht, een verschijnsel dat gedefinieerd wordt als "sarcopenie". Onder de oorzakelijke mechanismen spelen inflammatiore (of ontsteking) processen - die toenemen met ouder worden - een dominante rol. Daarenboven kunnen acute klinische situaties die gepaard gaan met een belangrijke toename aan inflammatiore factoren in de bloedbaan (zoals luchtweginfecties, valpartijen, chirurgische ingrepen) een snelle bijkomende spierverzwakking veroorzaken, waardoor de zelfredzaamheid van geriatrische patiënten in het gedrang komt. Typisch leiden dergelijke situaties tot een staat van kwetsbaarheid of fragiliteit. Hoewel vermoeidheid een basissymptoom is van fragiliteit, waren tot voor kort betrouwbare meetinstrumenten om de weerstand tegen fysieke vermoeidheid bij dergelijke geriatrische patiënten te evalueren onbestaande. Recent hebben wij een nieuwe methode ontwikkeld om de spiervermoeibaarheid bij geriatrische patiënten te evalueren. De test is gebaseerd is op de tijd waarbinnen de handknijpkracht bij aanhoudende contractie afneemt tot 50% van de maximale kracht, en is zeer betrouwbaar bij verschillende types fragiele oudere personen; inclusief ernstig zieke, gehospitaliseerde en fysiek verzwakte geriatrische patiënten. Met deze methode hebben wij de evolutie van de spierfunctie bij gehospitaliseerde geriatrische patiënten onderzocht en aangetoond dat de ernst van de inflammatiore activiteit een dominante negatieve invloed heeft op de fysieke recuperatie tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Ook toonden wij aan dat een gerichte anti-inflammatiore behandeling bij gehospitaliseerde geriatrische patiënten met acute infecties de spiervermoeibaarheid met >60% verbeterde in vergelijking tot een normale behandeling. In een volgende reeks onderzoeken werd deze meetmethode verder verfijnd, welke toelaat om de verrichte arbeid tijdens de spiervermoeibaarheidstest te evalueren. Deze nieuwe benadering werd "handknijparbeid" genoemd en gevalideerd op 291 personen. Met deze nieuwe methode werd de interactie tussen spiervermoeibaarheid, zelf-ervaren vermoeidheid en het gehalte aan inflammatiore factoren in de bloedbaan nagegaan bij thuiswonende ouderen alsook bij rusthuisbewoners. Uit deze studies blijkt dat ouderen die klagen van vermoeidheid eveneens minder weerstand hebben tegen fysieke belasting. Inflammatoire processen (die toenemen met het ouder worden, ook bij ouderen in goede gezondheid) zijn nauw gerelateerd aan deze spierzwakte en vermoeidheidverschijnselen. Wij hebben eveneens electieve abdominale chirurgiepatiënten voor en na hun operatie onderzocht. De reactie van het organisme op de chirurgische ingreep wordt gekenmerkt door een aanzienlijke toename van inflammatoire factoren in de bloedbaan. Deze inflammatiore respons is sterk gerelateerd aan een belangrijk verlies in spiervermoeibaarheid en een uitgesproken vermoeidheidgevoel. De oudere patiënten zijn het meest getroffen en recupereren minder snel na de operatie. Wij concluderen dat patiënten die klagen over vermoeidheid ernstig moeten opgevolgd worden, vermits dit vermoeidheidsgevoel gekoppeld is een spierzwakte en verminderde fysieke capaciteiten. Voornamelijk bij oudere personen verdient de spierfunctie (kracht, vermoeibaarheid) een aandachtige evaluatie en opvolging; in het bijzonder tijdens klinische situaties die bedreigend zijn voor hun zelfredzaamheid. Op 29 april 2010 werd de prijs De Cooman 2009 uitgereikt aan prof. Ivan Bautmans van de onderzoeksgroep Frailty in Ageing (FRIA, Vrije Universiteit Brussel) ter bekroning van deze onderzoekslijn.
Impact van slaapproblemen in de geriatrische revalidatie. Prof. Dr. Mirko Petrovic Universiteit Gent, België Het slaapprobleem bij ouderen is dikwijls de resultante van veroudering van de slaapfunctie enerzijds en van de toegenomen incidentie van een aantal specifieke slaapstoornissen anderzijds. De totale slaaptijd vermindert gradueel met het ouder worden. Al vanaf de adolescentie is er een tendens om meer tijd in bed te spenderen, terwijl de nachtelijke slaap gereduceerd wordt tot een gemiddelde van zes en een half uur op hoge leeftijd. De slaapefficiëntie vermindert van 90% op jeugdige tot 60-70% op oudere leeftijd. De relatieve hoeveelheid REM-slaap (droomslaap) van 20 à 25% bij de jongvolwassene blijft doorgaans gehandhaafd bij de oudere persoon. Diepe non-REM-slaap vermindert gestadig en kan zo goed als afwezig zijn bij de oudere. Oppervlakkige NREM slaap daarentegen neemt toe met de leeftijd. Ook is er een vermeerdering van het aantal ontwaakepisodes in de loop van de nacht. Kenmerkend voor de derde leeftijd is niet alleen een vermindering van de slaapkwaliteit, maar tevens een hogere prevalentie van slaapstoornissen en slaapverstorende aandoeningen. Specifieke slaapstoornissen komen vaker voor bij ouderen. Men zal steeds bedacht zijn op de aanwezigheid ervan en de anamnese erop afstemmen. Door heteroanamnese van de bedpartner kan men waardevolle informatie verkrijgen omtrent de aard en de ernst van de aandoening. Bij evidentie voor een betekenisvolle slaapstoornis dient objectivering van het probleem aan de hand van een polysomnografische studie overwogen te worden. De meest voorkomende kwalen die de slaap van de oudere ondermijnen zijn slaapapneu, periodieke beenbewegingen, vervroegde slaapfase syndroom, REM slaap gedragstoornis, dementie, medische aandoeningen en psychiatrische aandoeningen.
Hoe ouderen blijvend te motiveren voor beweeggedrag Prof. Dr. Marijke Hopman-Rock Vrije Universiteit Amsterdam, Nederland Dat bewegen ook voor ouderen goed is mag nu wel als bekend worden verondersteld. Maar hoe goed is goed? Hoeveel ouderen bewegen genoeg en wat is genoeg eigenlijk? Wat maakt dat men blijft bewegen? Wat zijn de gezondheidsopbrengsten van meer bewegen op het gebied van voorkómen van ziekten, voorkómen van verergering, voorkomen van functiebeperkingen en van participatieproblemen? Welke bewezen effectieve aanpakken voor beweegbehoud zijn er? Wat kan de rol van medici en fysiotherapeuten zijn? De vragen worden behandeld aan de hand van een overzicht van de laatste stand van wetenschappelijke inzichten, reviews en richtlijnen zoals neergelegd in diverse ‘position statement’ artikelen van internationale vakverenigingen op het gebied van sport en bewegen (ACSM, ECSS). Tevens wordt een overzicht gepresenteerd van gedragstheorieën en kennis opgedaan binnen Europese projecten op het gebied (European Network for Action on Ageing and Physical activity , www.eunaapa.org) en Policy Capacities for Health Promotion through Physical Activity among SEdentary Older People, www.PASEOnet.org). Gereflecteerd wordt op wat deze bevindingen voor de praktijk kunnen betekenen.
Evaluation of physical and self-perceived fatigue in older adults. Dra. Ynes Punie Vrije Universiteit Brussel, België With aging, muscle strength reduces. This can lead to self-perceived fatigue in activities of daily life. A common symptom and independent predictor of disability and mortality in older people. Although, a large number of instruments have been developed to measure fatigue it is not clear if they can be used among older people aged 60 and over. This review aims to identify reliable measurements tools to accurately evaluate physical or self-perceived fatigue in elderly persons. A systematic search of the literature on the Medline database was undertaken without limits on year of publication until April 2010. Different keywords were used in different combinations to make a thorough search. The words 'fatigue', 'tiredness', 'exhaustion' and 'weariness' were used to identify all articles about fatigue. The words 'aged', 'elderly', 'aging' and 'geriatric' were used to identify the older population. And to identify the measurement instruments 'tools', 'assessment', 'geriatric assessment' and 'weights and measures' were used. Inclusion criteria were: population aged above 60 year were discussed, description of psychometric properties from physical or self-perceived fatigue measures. Studies focused on the 'chronic fatigue syndrome' and published in other languages than English, Dutch, French or German were excluded. This literature search identified only nine papers focusing on the psychometric properties of, in total, fourteen fatigue scales. Of those only one paper focused on physical fatigue by introducing a new fatigue resistance test for elderly persons. All the other papers used a self-measure tool to investigate self-perceived fatigue. Eight one-dimensional scales were used. Respectively, six comprehensive scales (BFI, FAS, MFSI-general, Mob-T, Lower-Limb-T, Upper-Limb-T) and two quality-of-life subscales (POMS-F, SF-36v2-V). The other five scales were multidimensional (FAQ,FQ, MCFS, Frail Elder Fatigue Assessment Tool). After a brief discussion of the main differences between the scales mentioned before, the most promising tools are discussed. At this moment, only one, promising measure, was withheld to examine physical fatigue. The selection of the most usable tool to detect self-perceived fatigue, at the other hand, is not that obvious and the intended use should be taken into account. Although fatigue is a substantial problem among older adults, psychometric properties and usability of physical and self-perceived fatigue measurement tools have been poorly tested in this age group (≥ 60 year old). However, at this moment, the fatigue resistance test seems to be a promising and simple tool to measure physical fatigue. The choice for the best self-perceived measure the intended use should be taken into account.
Energiemanagement vanuit ergotherapeutisch perspectief. Dra. Leen Boeckaert Artevelde Hogeschool Gent, België De ergotherapeut vertrekt vanuit de handelende persoon waarbij de zinvolle activiteiten en participatie voor die persoon in zijn omgeving centraal staan. Bij personen met vermoeidheid zullen deze activiteiten en participatie vaak in het gedrang komen. Ook ergotherapeutisch advies kan hierbij een meerwaarde betekenen. Een overzicht van recente literatuur omtrent ergotherapie en vermoeidheid wordt gegeven. Daarnaast wordt vanuit de literatuur en de praktijk geduid wat de taak van een ergotherapeut bij personen met vermoeidheid kan zijn.
Senioren Project Intensief Trainen Dra. Elke Eelbode Vrije Universiteit Brussel, België Ouderen vormen een steeds groter wordend segment in onze maatschappij. Naarmate het verouderingsproces vordert degenereren verschillende stelsels in het lichaam. Onderzoek toont aan dat fysieke activiteit de algemene gezondheid kan verbeteren, de levenskwaliteit vergroot en de onafhankelijkheid kan garanderen. Deelnemen aan een bewegingsprogramma is een efficiënte interventie wanneer we functionele verlies willen verminderen en/ of voorkomen. Krachttraining zal hierin een belangrijke rol spelen. Ouder worden gaat samen met een ingrijpende afname van spiermassa en spierkracht, een fenomeen dat omschreven wordt als “sarcopenie””. Krachttraining kan dit proces van sarcopenie opvangen, mits een goed opgebouwd trainingsschema. Hierbij zal de combinatie van intensiteit, frequentie en duur van de inspanning bepalend zijn voor het trainingseffect. Recente onderzoeken wijzen op mogelijks gunstige effecten van spierkrachttraining op het afweersysteem (verdediging van het lichaam tegen vb. infectie). Het doel van het SPRINT onderzoek is na te gaan of het afweersysteem verbetert na aangehouden spierkrachttraining bij senioren. De mate van spierzwakte bij ouderen is sterk gerelateerd aan een verhoging van het basaal inflammatoir profiel. Aangezien ouderen die regelmatig deelnemen aan fysieke activiteiten over een lager basaal inflammatoir profiel beschikken zal men veronderstellen dat door middel van fysieke activiteit het verhoogde basaal inflammatoir profiel kan verlagen, waardoor de omvang van sarcopenie kan afnemen. Deze hypothese wordt in het SPRINT onderzoek onderzocht.
Wii-spelcomputer in de geriatrische revalidatie Dhr. Stefan Vets Universiteit Gent & Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, België Sinds begin 2009 wordt de Wii spelconsole gebruikt als aanvulling op het revalidatieprogramma in ZNA Hoge Beuken, een ziekenhuis gespecialiseerd in de revalidatie van de geriatrische patiënt. Na een positieve evaluatie op de diensten geriatrie wordt dit jaar een tweede console geplaatst op de afdelingen neurologie. De meest gebruikte toepassingen komen uit Wii fit met balance board. Indien de patiënt evenwichtsproblemen vertoont, gebruiken we hoofdzakelijk de spelvormen penguin slide, table tilt, balance buble en heading. Voor de patiënten met schouderproblematiek wordt uit Wii sports vooral het bowlingspel gebruikt. Momenteel organiseren we naast individuele sessies ook 2 groepssessies van 1 uur per week, meestal begeleid door een ergotherapeute. Positieve effecten die wij constateren zijn langere oefentijden, doordat de patiënten opgaan in het spel, spelplezier en sociale interactie. Ook stellen we vast dat door het spelelement en zelfs competitie-element er minder fixatie is op pijn. Om een uitspraak te kunnen doen over de invloed op evenwicht, uithouding, kracht, lenigheid en mobiliteit zijn er echter RCT’s noodzakelijk. Wel leggen we bij het gebruik van de Wii accenten om deze verschillende fysieke aspecten aan bod te laten komen en dit aangepast aan de problematiek van de patiënt. Ook bij de keuze van de spelvorm houden we rekening met onze revalidatiedoelstellingen. We moeten echter ook vaststellen dat niet iedere geriatrische patiënt geïnteresseerd is in deelname aan deze sessies. We bevragen dan ook de patiënt en peilen naar zijn interesse. Uiteraard kan hij op ieder moment stoppen met deze sessies. Het blijft een uitdaging om de sessies zo dynamisch mogelijk te organiseren. Hiervoor is het zinvol de patiënt te stimuleren om de bewegingen zo waarheidsgetrouw mogelijk uit te voeren bijvoorbeeld bij het bowlingspel om zo de amplitudo en de intensiteit van oefenen te verhogen. Het gebruik van de Wii kreeg een vrij grote aandacht, ook in de pers. Als snel werd de Wii een alternatief genoemd voor de klassieke revalidatie. In de literatuur die we rond het gebruik en de effecten van de Wii terugvinden vinden we eerder beperkte studies met kleine proefgroepen. Hier worden wel significante verbeteringen vastgesteld op het vlak van evenwicht en kracht van de onderste ledematen. Hierop hebben we het initiatief genomen om in samenwerking met de opleiding revaki van de universiteit Gent, in het kader van een masterproef, de effecten van het gebruik van de Wii te objectiveren. Hierbij zullen we de aandacht vooral richten op de invloed op het evenwicht. Wij zien op dit moment binnen ons revalidatieaanbod van ZNA Hoge Beuken het gebruik van de Wii eerder als een aangename aanvulling met bovengenoemde voordelen maar gaan zeker niet zo ver om het als een alternatief te zien voor de klassieke revalidatie
Tachtig maar Krachtig Dhr. Jan Moortgat S-Sport, België S-Sport wil een cultuur van beweging in het rusthuis introduceren ! We willen eenzame en geïsoleerde bewoners de kans geven terug actief te participeren aan bewegingsactiviteiten teneinde een betere levenskwaliteit, een langere zelfstandigheid en een adequatere gezondheid te bereiken. Enerzijds willen we animatoren, kinesisten en vrijwilligers een opleiding bieden met vernieuwende bewegingsactiviteiten, aangepast zowel aan de valide, als aan de minder valide bejaarden. Anderzijds zullen we het op maat gemaakt beweegprogramma ook effectief realiseren. Met behulp van een video, affiches, bewegingskaarten en een knijpbal (stressbal in de vorm van een hartje) worden ouderen aangezet om dagelijks meer te bewegen. Vrijwilligers, animatoren en ergotherapeuten kunnen dankzij de korte opleiding het bewegingsprogramma, gedemonstreerd op de video, zelf aanbieden in het dienstencentrum of rusthuis. De bewegingsoefeningen worden eerst aangeleerd in groep en kunnen later individueel op de kamer ingeoefend worden. Doelgroep van het project − Alle senioren uit de verschillende RVT’s, ROB’s en dienstencentra in Vlaanderen − Vrijwilligers: vrijwilligers die bewegingsactiviteiten zullen organiseren − Animatoren en ergotherapeuten die een kaderopleiding krijgen omtrent vernieuwende bewegingsactiviteiten op maat van de bewoners. − Kinesisten en verplegend personeel: dienen geïnformeerd en gestimuleerd te worden om het project mee te ondersteunen in de residentiële voorzieningen. − Lesgevers S-Sport, vrijwilligers leescontacten en andere vrijwilligers: zij worden mee betrokken door hun jarenlange expertise/ervaring Doelstellingen Naar de senioren toe: − Een bewegingsprogramma op maat aanbieden dat zowel in groep als later individueel kan geoefend worden. Via een video, bewegingskaart/affiche en een stressbal (knijpbal) in de vorm van een hart − Het bevordert de sociale participatie en vermindert de sociale isolatie. − Materiaal aanbieden waarmee hij/zij dagelijks kan oefenen − Het eenvoudig bewegingsprogramma met modeloefeningen moet zowel de valide als de minder valide bejaarde in het rusthuis of dienstencentrum kunnen aanspreken. Naar de dienstencentra en rusthuizen toe: − Een nieuwe cultuur van bewegen introduceren in de rusthuizen en dienstencentra: We willen een hechte samenwerking met dienstencentra en rusthuizen uitbouwen. − Stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen de verschillende actoren (gemeentelijke sportdiensten, sportclubs, rusthuis, dienstencentrum,…) om het bewegingsaanbod in de residentiële voorzieningen te verbeteren. Er moet ook een doorstroming gebeuren naar het reguliere bewegings- en sportaanbod buiten het rusthuis of dienstencentrum. − Animatoren, ergotherapeuten, vrijwilligers en kinesisten van de rusthuizen en dienstencentra in Vlaanderen krijgen een opleiding, tevens met behulp van een video, met een professioneel uitgewerkt bewegingsprogramma op maat van de bewoners. − De residenten krijgen tevens materiaal ter beschikking waarmee de animatoren, kinesisten, ergotherapeuten (en zelfs verpleegkundigen) hen kunnen stimuleren om meer te bewegen.