Notulen uit de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW van Herentals dinsdag 27 januari 2015
Aanwezig :
Michiels Alfons - voorzitter De Wijze Marie Hélène, Ryken Tom, Van den Eynden Hans, Van Meerbergen Leo, Olyslaegers Tom, Laureys Pieter, Diels Marleen, Lathouwers Robert, De Ceuster Annelie, Mannaert Bart - leden Bertels Jan - schepen Soentjens Dirk - secretaris OCMW
Afwezig en verontschuldigd :
01.01 OCMW/ALGEMEEN: GOEDKEURING VERSLAG OPENBARE ZITTING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN D.D. 17.12.2014 DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Verleent goedkeuring aan het verslag van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 17.12.2014. 01.02 OCMW/ALGEMEEN: MEDEDELINGEN OPENBARE ZITTING DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Neemt kennis van: de kennisname door de gemeenteraad van Herentals d.d. 04.11.2014 van budgetwijziging 2014/2 van het OCMW; de melding van de Dienst Welzijn en Gezondheid van de provincie Antwerpen dat op 03.02.2015 de film ‘Vergeet Me Niet’ wordt gedraaid in CC ‘t Schaliken te Herentals. 01.03 OCMW/ALGEMEEN: STUURKAART DECEMBER 2014 DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Neemt kennis van de operationele stuurkaart van december 2014. 01.04 BIJ HOOGDRINGENDHEID OP DE AGENDA GEPLAATST OCMW/ALGEMEEN: AANPASSING ERKENNINGSKALENDER VOOR BIJKOMENDE WOONGELEGENHEDEN EN VOOR KORTVERBLIJF IN HET WOONZORGCENTRUM
DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2014 om goedkeuring te verlenen aan de voorgestelde indiening bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van de erkenningskalender voor de ingebruikname van 20 bijkomende bedden in het woonzorgcentrum en 9 bedden in het nieuw centrum voor kortverblijf in het derde kwartaal 2015; Overwegende de brief d.d. 02.04.2014 van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid betreffende het invoeren van de erkenningskalender voor bijkomende woongelegenheden in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf;
2 Overwegende dat in het vermeld besluit was voorzien dat de nieuwbouw voor het woonzorgcentrum St.-Anna vanaf 1 juni 2015 in gebruik zou kunnen worden genomen waardoor de 20 bijkomende woongelegenheden woonzorgcentrum en 9 nieuwe woongelegenheden centrum voor kortverblijf zouden kunnen worden geëxploiteerd; Overwegende dat de voorgestelde planning als volgt was voorzien; Mei 2015: opnamestop om twee verhuizen kort na elkaar voor nieuwe bewoners te vermijden; Juni 2015: verhuis van 91 bewoners naar het nieuwe woonzorgcentrum; Juli 2015: bijkomende opname van 7 personen in het woonzorgcentrum en 3 in het centrum voor kortverblijf; Augustus 2015: bijkomende opname van 7 personen in het woonzorgcentrum en 3 in het centrum voor kortverblijf; September 2015: bijkomende opname van 6 personen in het woonzorgcentrum en 3 in het centrum voor kortverblijf; Overwegende dat hierdoor de volledige bezetting zou kunnen worden gerealiseerd in het derde kwartaal 2015 en indien mogelijk zou worden vervroegd binnen dit kwartaal; Overwegende de interne afstemmingsvergadering d.d. 20.01.2015 waaruit blijkt dat de voorgestelde planning niet haalbaar is om reden dat de aanbesteding van het los meubilair in eigen beheer niet tijdig kan worden gerealiseerd; Overwegende dat wordt voorgesteld om de afgesproken planning met drie maanden te verdagen waardoor de ingebruikname van 20 bijkomende bedden in het woonzorgcentrum en 9 bedden in het nieuw centrum voor kortverblijf wordt verschoven naar het vierde kwartaal 2015; Overwegende dat de verhuis van de afdeling voor dementerenden evenwel zal behouden blijven in juni 2015 om de aannemers toe te laten naadloos verder te werken aan de verbouwing van de afdeling logistiek die deels op de huidige locatie van de afdeling van dementerenden is gepland; Overwegende het voorafgaand telefonisch advies d.d. 21.01.2015 van het Agentschap Zorg en Gezondheid met de melding dat een wijziging van de erkenningskalender alsnog mogelijk is; BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen: het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2014 om goedkeuring te verlenen aan de voorgestelde indiening bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van de erkenningskalender voor de ingebruikname van 20 bijkomende bedden in het woonzorgcentrum en 9 bedden in het nieuw centrum voor kortverblijf in het derde kwartaal 2015 te wijzigen als voorgesteld en de ingebruikname te verschuiven naar het vierde kwartaal 2015; het Agentschap Zorg en Gezondheid in kennis te stellen van deze beslissing. 01.05 BIJ HOOGDRINGENDHEID OP DE AGENDA GEPLAATST WZC/ALGEMEEN: DELEGATIE BESLISSINGSBEVOEGDHEID DOSSIERS NIEUWBOUW WZC NAAR VAST BUREAU DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 51 en 52, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de investeringen voor de nieuwbouw van het WZC voor wat betreft projectfase 4 (los meubilair) voor een bedrag van 701.720,25 euro excl. btw in eigen beheer zullen worden uitgevoerd om op die manier de kosten te drukken; Overwegende dat de voorbereidende fase meer tijd in beslag heeft genomen dan initieel verwacht; Overwegende in één aanbestedingsdossier driemaal een goedkeuring nodig is van de raad voor maatschappelijk welzijn, met name de goedkeuring lastvoorwaarden, goedkeuring selectie kandidaten en goedkeuring gunning Overwegende dat de delegatie van deze beslissingen naar het vast bureau de doorlooptijd van de dossiers aanzienlijk kan bespoedigen daar deze vergaderingen tweemaal per maand worden gehouden;
3 Overwegende dat een raadsbesluit nodig is om deze delegatie te verlenen daar ons huishoudelijk reglement de bevoegdheden van het vast bureau inzake overheidsopdrachten beperkt tot 25.000,- euro, excl. btw; Overwegende dat het absoluut noodzakelijk is om de ingebruikname van het woonzorgcentrum zo spoedig mogelijk te realiseren; Overwegende de openbare stemming waarbij raadslid Tom Ryken zich onthoudt; BESLUIT: met 10 stemmen voor en 1 onthouding de beslissingsbevoegdheid over te dragen aan het vast bureau voor alle investeringen van de nieuwbouw van het WZC voor wat betreft projectfase 4, los meubilair. 02.01 WZC/PERSONEEL: WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING VOOR WOONZORGCENTRUM DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op het OCMW-decreet van 19.12.2008; Gelet op het besluit Vlaamse Regering d.d. 23.11.2012 houdende de wijziging van een aantal artikelen over de minimale voorwaarden voor de RPR, inzonderheid deze betreffende de evaluatie van de decretale graden; Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 03.03.2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor het stadspersoneel; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 24.09.2013 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling voor personeel van het woonzorgcentrum; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2013 houdende uitvoering van het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; Gelet op het Koninklijk Besluit van 29 juni 2014 tot wijziging van artikel 19bis van het Koninklijk Besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; Overwegende het overleg ad hoc met het stadbestuur over deze dossiers; Gelet op het gunstig advies van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2014 voor de wijziging van de rechtspositieregeling van stad Herentals; Overwegende het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 08.12.2014; Overwegende het protocol van akkoord van het onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties d.d.19.01.2015; Overwegende dat de volgende items in de rechtspositieregeling moeten worden gewijzigd: (Wettelijk verplichte) wijzigingen Taalkennis Op 30.05.2013 verscheen in het Belgisch Staatsblad het uitvoeringsbesluit bij het decreet van 18/11/2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18/7/1966. Het decreet en het uitvoeringsbesluit traden in werking op 1 juli 2013. De lokale rechtspositieregeling moet hieraan aangepast worden. Werken na 65 Op 01.03.2014 trad het besluit van de Vlaamse Regering van 6/9/2013 in werking dat voor de gemeenten, provincies en OCMW’s bepaalt volgens welke regels werken na 65 jaar voor de vast aangestelde statutaire werknemer mogelijk wordt. De gemeenten, provincies en OCMW’s moeten hun plaatselijke rechtspositieregeling in overeenstemming brengen met dit wijzigingsbesluit. Elektronische maaltijdcheques Het besluit van 29 juni 2014 verplicht de werkgever om vanaf 01.01.2015 enkel nog maaltijdcheques op elektronische wijze te voorzien. Edenred, onze leverancier van maaltijdcheques, verzorgde steeds het vervoer van de papieren maaltijdcheques inclusief de vervoerskosten. Omwille van een nieuwe regelgeving mogen de papieren maaltijdcheques enkel nog vervoerd worden door middel van een beveiligd transport. Edenred stuurde bericht aan zijn afnemers dat de kosten voor dit vervoer vanaf 01.01.2015 voor rekening van de afnemer zullen zijn. Een vroegtijdige invoer van elektronische maaltijdcheques voorkomt deze meerkost.
4
Scheiding van loopbanen In de voorbereidingen van de bevorderingsoperatie van E naar D bij het stadsbestuur is het noodzakelijk dat ze een scheiding van loopbanen opnemen in hun rechtspositieregeling. De scheiding van loopbanen regelt dat alle personen die bevorderen in hetzelfde statuut tewerkgesteld blijven als voor de bevorderingsoperatie. Het OCMW neemt deze regeling over. De evaluatie, de verlenging en de beëindiging van het mandaat De aanstelling van de mandaathouder die een gunstig evaluatieresultaat kreeg voor de eindevaluatie van de afgelopen mandaatperiode, wordt verlengd. BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen de rechtspositieregeling woonzorgcentrum te wijzigen als volgt: Taalkennis Artikel 6 §1.1. wordt gewijzigd als volgt: voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, het decreet en het uitvoeringsbesluit bij het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. De taalvereisten dienen strikt nageleefd te worden. Werken na 65 jaar Artikel 147 wordt gewijzigd als volgt: De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van de statutaire werknemer: 1° het vrijwillige ontslag; 2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van een evaluatie met het evaluatieresultaat ongunstig; 3° de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving; 4° het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. In afwijking van het eerste lid, 4°, kan de aanstellende overheid de vast aangestelde statutaire werknemer na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek van de aanstellende overheid of op verzoek van de werknemer. In het eerste geval is de uitdrukkelijke instemming van de werknemer vereist. In het tweede geval is de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. De betrokken werknemer behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast aangestelde statutaire werknemer. Maaltijdcheques Hoofdstuk VI – sociale voordelen, Afdeling 1. De maaltijdcheques - Artikel 207 § 7 wordt gewijzigd als volgt: §7. De werknemer ontvangt vanaf 1 januari 2015 de maaltijdcheques enkel op elektronische wijze. De elektronische maaltijdcheques voldoen aan de wettelijke bepalingen vastgelegd in artikel 19bis van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. De personeelsdienst stelt een chipkaart ter beschikking aan de werknemer. De werknemer meldt eventuele schade aan de kaart of het verlies ervan onmiddellijk aan de personeelsdienst. Vanaf het tweede verlies betaalt de werknemer de nieuwe kaart tegen de prijs van 1 maaltijdcheque (5 euro). De werknemer levert een onbruikbare kaart terug in bij de personeelsdienst. Vervangkaarten voor kaarten die al langer dan 3 jaar in gebruik zijn, zijn gratis. Mandaatstelsel Afdeling IV. De evaluatie, de verlenging en de beëindiging van het mandaat Artikel 128 § 1. Zes maanden vóór de afloop van een mandaatperiode, krijgt de mandaathouder een eindevaluatie over de afgelopen mandaatperiode, waarbij rekening wordt gehouden met de evaluaties tijdens het mandaat. De aanstelling van de mandaathouder die een gunstig evaluatieresultaat kreeg voor de eindevaluatie van de afgelopen mandaatperiode, wordt verlengd. Bij de verlenging zijn de procedures voor bekendmaking en selectie niet van toepassing. De beslissing tot verlenging wordt genomen voor de afloop van de mandaatperiode. De verlenging gaat in op de dag
5 volgend op de datum van afloop van de vorige mandaatperiode. § 2. De mandaathouder die het evaluatieresultaat ongunstig krijgt bij een periodieke evaluatie na een periode van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop de functiehouder functioneert, of bij de eindevaluatie van de mandaatperiode, wordt van zijn mandaat ontheven. Scheiding van de loopbanen Hoofdstuk XII Afdeling 1 Artikel 101 wordt gewijzigd als volgt: § 1. Een bevordering is alleen mogelijk voor statutaire werknemers in een vacante statutaire betrekking van de personeelsformatie en voor contractuele werknemers in een vacante contractuele betrekking van de personeelsformatie. § 2. Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende werknemers in aanmerking: 1. Voor een statutaire betrekking: de statutaire werknemers die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand. 2. Voor een contractuele betrekking: de contractuele werknemers die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden: a) ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II; b) ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. Deze wijzigingen treden in werking op 01.01.2015. Een eensluidend uittreksel van dit besluit wordt binnen twintig dagen verzonden naar de provinciegouverneur van Antwerpen en naar het college van burgemeester en schepenen van Herentals. 03.01 ZIEKENHUIS/PERSONEEL: AANPASSING ARBEIDSVOORWAARDEN VOLGENS NIEUWE CAO VOOR UITDOVEND STATUTAIR ZIEKENHUISPERSONEEL GEDETACHEERD NAAR AZ ST.-ELISABETH HERENTALS VZW DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de raadsbeslissing van 20.10.2009 betreffende de oprichting van en deelname aan vzw AZ St.-Elisabeth Herentals vzw, vereniging in toepassing van titel VIII hoofdstuk II van het decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de raadsbeslissing van 22.12.2009 waarin de namen zijn vastgesteld van de statutaire personeelsleden van het A.Z. St.-Elisabeth Herentals vzw die vanaf 01.01.2010 zijn gedetacheerd naar de AZ St.-Elisabeth Herentals vzw; Overwegende dat op deze personeelsleden het huidig administratief statuut van het ziekenhuispersoneel van toepassing blijft, met de wijzigingen zoals opgenomen in het protocol van akkoord over de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het personeel van het AZ St.-Elisabeth Herentals vzw na verzelfstandiging, zoals deze in de raad voor maatschappelijk welzijn van 22.12.2009 zijn vastgesteld in verband met: jaarlijkse vakantie feestdagen kermisdagen verlof wegens overmacht; Gelet op de raadsbeslissing d.d. 23.10.2010 houdende wijzigingen administratief en geldelijk statuut voor uitdovend statutair ziekenhuispersoneel gedetacheerd naar AZ St.-Elisabeth Herentals vzw, laatst gewijzigd; Overwegende het feit dat er op 29.07.2014 een nieuwe CAO loon- en arbeidsvoorwaarden tussen de betrokken partijen werd getekend, enerzijds het AZ St.-Elisabeth Herentals vzw en anderzijds de representatieve werknemersorganisatie LBC-NVK en dat deze op volgende wijze is ter kennis gegeven op de raad van bestuur van het AZ d.d. 12.08.2014: “RAAD VAN BESTUUR VAN 12.08.2014 Agendapunt 4.1.1 AANVRAAGDOSSIER RAAD VAN BESTUUR INLICHTINGEN AANVRAAGDOSSIER datum: 1 augustus 2014 naam aanvrager: Rudy Van Ballaer titel: Goedkeuring nieuwe CAO
6 OMSCHRIJVING AANVRAAGDOSSIER Op dinsdag 29 juli 2014 werd een nieuwe CAO loon- en arbeidsvoorwaarden tussen de betrokken partijen ondertekend, enerzijds het AZ Sint-Elisabeth Herentals vzw (vertegenwoordigd door voorzitter Raad van Bestuur Fons Michiels en algemeen directeur Rudy Van Ballaer) en anderzijds de representatieve werknemersorganisatie, namelijk Landelijke Bedienden Centrale Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel LBC-NVK (vertegenwoordigd door Dominic Van Oosterwyck). Deze nieuw onderhandelde CAO was nodig in het kader van het eind vorig jaar gelanceerde Relanceplan. Na maandenlange onderhandeling met de syndicale delegatie werd finaal een akkoord bereikt over de door directie voorgestelde maatregelen. In navolging hiervan heeft de directie op 27.03.2014 de vorige CAO loon- en arbeidsvoorwaarden (met datum 27.07.2009 onder registratienummer 101925) eenzijdig opgezegd, waarbij een opzegtermijn van 6 maanden dient te worden gerespecteerd (m.a.w. geldig tot 30.09.2014). De belangrijkste aanpassing betreft de afschaffing van de betaalde pauzes (uitgezonderd nachtshiften) en (gedeeltelijk) compensatiedagen (artikel 15). In het kader van de vroegere OCMW-regeling werd aan het verpleegkundig en verzorgend personeel dat in continue uurroosters werkt (24/7) een betaalde pauze toegekend in vroege, late en nachtdienst. Er wordt eveneens een 40-uren week gepresteerd waarvoor maandelijks een compensatiedag wordt toegekend. Artikel 15 uit de vorige CAO betrof “compensatiedagen voor 40u week: alle verpleegkundigen die in continudiensten werken hebben recht op 12 compensatiedagen. Voor het personeelslid dat deeltijds werkt, wordt een pro-rata regeling toegepast.” RvB 12.08.2014 – bijlage 4.1.1 Wat is het concept? Door het afschaffen van betaalde pauzes tijdens bepaalde shiften (V-dienst, L-dienst) en het afschaffen van de C-dagen van de 40u-week komt heel wat arbeidstijd vrij. De voorgestelde shiften worden teruggebracht tot shiften van 7u36 wat een weektotaal geeft van 38u zoals contractueel vastgelegd. De pauze van 30 minuten is niet meer betaalbaar wat netto een shift oplevert die 6 minuten langer duurt. Er werd een oefening gemaakt voor de afdelingen waar deze regeling (betaalde pauzes en C-dagen) geldig is. Na herberekening, waarbij rekening gehouden werd met overuren, alternatieve shiften, nachtshiften (wel nog met betaalde pauze) wordt een besparing mogelijk van 4 FTE minder inzet op de betrokken diensten. Na onderhandeling met de syndicale delegatie (en overleg met haar achterban) kon finaal een akkoord worden bereikt om over te gaan tot de afschaf van 8 compensatiedagen, of anders gezegd een behoud van 4 compensatiedagen. In tegenstelling tot de huidige 12 dagen compensatie worden – vanaf de invoering op 1.10.2014 – maximaal 4 dagen compensatie gegeven, 1 per kwartaal, en dit onder specifieke voorwaarden (zie artikel 15).
Omdat deze afzwakking van het voorstel potentieel de afbouw van FTE’s, achterstallig verlof en overuren kan vertragen, worden tevens extra omkaderende maatregelen (zie verder) gesteld: • •
De ‘baaldagen’ worden verminderd van 3 dagen naar maximum 1 dag. De recuperatie na bloedgifte wordt afgeschaft (reeds voorzien in relanceplan).
Belangrijkste andere aanpassingen in de nieuwe CAO : - In artikel 7 § 3 werd onderstaande regel geschrapt : Artikel 7 § 3. Gemeenschappelijke bepalingen: van toepassing op alle personeelsleden die vanaf 1 januari 2010 in dienst zijn van het AZ St.Elisabeth vzw - Maaltijdcheques a rato van 4 euro per cheque (cfr. CAO Maaltijdcheques) - Functiecomplement voor diensthoofden conform de bepalingen van het PC 330; - Een hospitalisatieverzekering. Het personeelslid dat met pensioen gaat, kan aangesloten blijven mits een tussenkomst van 15% in de premie. - de vergoeding van het woon-werkverkeer volgens de bepalingen van het PC 330 en bijkomend, volledige terugbetaling van het NMBS- en Lijnabonnement - de vakbondspremie conform de bepalingen van het PC 330 aangevuld met een tussenkomst van de werkgever van 21,5 euro per personeelslid in dienst op …... - Artikel 19 (verlof voor het geven van bloed of bloedplasma) uit de vorige CAO werd geschrapt. Alle personeelsleden hadden recht op een halve dag verlof voor elke bloedgifte (maximaal 4 halve of 2 volledige dagen op jaarbasis). - Artikel 23 (afwezigheid wegens ziekte – medisch attest) werd aangepast : Alle personeelsleden in dienst van het AZ St.-Elisabeth Herentals vzw kunnen maximum 1 in plaats van 3 keer afwezig zijn zonder medisch attest wegens ééndagsziekte. - Artikels 29 en 30 werden geschrapt uit de vorige CAO : RvB 12.08.2014 – bijlage 4.1.1 Naast de CAO zelf werd nog een bijlage 1 toegevoegd met daarin enkele principes aangaande het relanceplan. Deze principes maken deel uit van de CAO en werden tijdens de onderhandeling concreet gemaakt. Het betreft hier vooral praktische afspraken als gevolg van de afschaffing van 8 compensatiedagen.
De andere bestaande bijlagen werden zonder aanpassing overgenomen. OMSCHRIJVING VOORGESTELDE BESLISSING De Raad van Bestuur neemt kennis van de nieuwe CAO loon- en arbeidsvoorwaarden. BIJLAGEN (documenten te vermelden en bij te voegen) Bijlage 4.1.2 - getekende nieuwe CAO loon- en arbeidsvoorwaarden.”
7 Overwegende de voorliggende CAO; Overwegende dat deze CAO ook van toepassing is op het aan het ziekenhuis gedetacheerd statutair personeel van het OCMW; Overwegende de voorliggende aangepaste lijst van loon- en arbeidsvoorwaarden van het aan het ziekenhuis gedetacheerd statutair personeel van het OCMW; Overwegende dat deze aanpassingen gunstig geadviseerd dienen te worden door respectievelijk het vast bureau, het college van burgemeester en schepenen, het onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties en uiteindelijk vastgelegd dienen te worden door de OCMW-raad; Gelet op het gunstig advies van het vast bureau d.d. 26.08.2014; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 22.09.2014; Gelet op het protocol van niet akkoord van het onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties d.d. 20.10.2014; BESLUIT: Met éénparigheid van stemmen de CAO voor het aan het ziekenhuis AZ St.-Elisabeth gedetacheerd statutair personeel van het OCMW goed te keuren zoals voorgesteld evenals de aangepaste lijst van loon- en arbeidsvoorwaarden zoals integraal toegevoegd aan de bijlage van dit besluit. Een eensluidend uittreksel van dit besluit wordt binnen twintig dagen verzonden naar de provinciegouverneur van Antwerpen en naar het college van burgemeester en schepenen van Herentals. 04.01 OCMW/PERSONEEL: WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING VOOR OCMW, THUISZORGDIENSTEN EN DIENSTENCENTRUM DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op het OCMW-decreet van 19.12.2008; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 07.12.2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit Vlaamse Regering d.d. 23.11.2012 houdende de wijziging van een aantal artikelen over de minimale voorwaarden voor de RPR, inzonderheid deze betreffende de evaluatie van de decretale graden; Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 03.03.2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor het stadspersoneel; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn d.d. 24.09.2013 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van de OCMW-diensten, inclusief afdeling ouderenzorg dienstencentrum en thuiszorgdiensten, exclusief woonzorgcentrum; Besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2013 houdende uitvoering van het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. Koninklijk Besluit van 29 juni 2014 tot wijziging van artikel 19bis van het Koninklijk Besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Overwegende het overleg ad hoc met het stadbestuur over deze dossiers; Overwegende het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 08.12.2014; Overwegende het protocol van akkoord van het onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties d.d. 19.01.2015; Gelet op het gunstig advies van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2014 voor de wijziging van de rechtspositieregeling van stad Herentals; Gelet op het gunstig advies van het vast bureau d.d. 28.10.2014 om de maaltijdcheques voor de tewerkgestelden art. 60§7 van de organieke wet op de OCMW m.i.v. 01.01.2015 af te schaffen; Overwegende dat de volgende items in de rechtspositieregeling moeten worden gewijzigd: (Wettelijk verplichte) wijzigingen Taalkennis (artikel 6) Op 30.05.2013 verscheen in het Belgisch Staatsblad het uitvoeringsbesluit bij het decreet van 18/11/2011 tot regeling
8 van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18/7/1966. Het decreet en het uitvoeringsbesluit traden in werking op 1 juli 2013. De lokale rechtspositieregeling moet hieraan aangepast worden. Werken na 65 (artikel 167) Op 01.03.2014 trad het besluit van de Vlaamse Regering van 6/9/2013 in werking dat voor de gemeenten, provincies en OCMW’s bepaalt volgens welke regels werken na 65 jaar voor de vast aangestelde statutaire werknemer mogelijk wordt. De gemeenten, provincies en OCMW’s moeten hun plaatselijke rechtspositieregeling in overeenstemming brengen met dit wijzigingsbesluit. Maaltijdcheques (artikel 225) Het besluit van 29 juni 2014 verplicht de werkgever om vanaf 01.01.2015 enkel nog maaltijdcheques op elektronische wijze te voorzien. Edenred, onze leverancier van maaltijdcheques, verzorgde steeds het vervoer van de papieren maaltijdcheques inclusief de vervoerskosten. Omwille van een nieuwe regelgeving mogen de papieren maaltijdcheques enkel nog vervoerd worden door middel van een beveiligd transport. Edenred stuurde bericht aan zijn afnemers dat de kosten voor dit vervoer vanaf 01.01.2015 voor rekening van de afnemer zullen zijn. Een vroegtijdige invoer van elektronische maaltijdcheques voorkomt deze meerkost voor het bestuur. Het Vast Bureau heeft op 28.10.2014 gunstig advies gegeven voor het afschaffen van maaltijdcheques voor de tewerkgestelden artikel 60 § 7 met ingang van 01.01.2015 om volgende redenen: tewerkstelling art. 60 is geen reguliere tewerkstelling maar kadert in sociale dienstverlening én een trajectbegeleiding waar vorming, persoonlijke ontwikkeling, werkervaring en doorstroming een centrale plaats krijgen. Hierdoor wordt er in deze vorm van tewerkstelling reeds aanzienlijk (financieel) geïnvesteerd. Er is geen loonspanning met regulier personeel van hetzelfde niveau. De lonen liggen hoger dan deze van de sociale economie, waar een aanzienlijk deel van onze tewerkgestelden terecht komen. De loonspanning met de sectorlonen is erg beperkt en veelal onbestaande als we de extra voordelen in rekening brengen. De beleidsgroep ISOM heeft eenparig gunstig advies gegeven om de maaltijdcheques voor de tewerkgestelden art. 60 af te schaffen m.i.v. 01.01.2015 en dit van toepassing te stellen op alle tewerkgestelden die in dienst komen m.i.v. 01.01.2015, individuele verworven rechten worden gerespecteerd. Scheiding van loopbanen (artikel 121): In de voorbereidingen van de bevorderingsoperatie van het stadsbestuur van E naar D is het noodzakelijk dat ze een scheiding van loopbanen opnemen in hun rechtspositieregeling. De scheiding van loopbanen regelt dat alle personen die bevorderen in hetzelfde statuut tewerkgesteld blijven als voor de bevorderingoperatie. Het OCMW neemt deze bepalingen over. Evaluatie van de decretale graden (artikel 77 tot en met artikel 90) De secretaris en financieel beheerder worden niet meer geëvalueerd door de raad voor maatschappelijk welzijn, maar door een evaluatiecomité bestaande uit het Vast Bureau. De evaluatie moet nog altijd gebeuren op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen, maar er is nu aan toegevoegd dat dit voorbereidend rapport moet worden opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de externe deskundigen en de functiehouder en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij het Vast Bureau en de leden van het managementteam betrokken worden. Het evaluatiecomité stemt over het evaluatieresultaat gunstig of ongunstig. Bij staking van stemmen is het evaluatieresultaat gunstig. De evaluatie, de verlenging en de beëindiging van het mandaat (artikel 147) De aanstelling van de mandaathouder die een gunstig evaluatieresultaat kreeg voor de eindevaluatie van de afgelopen mandaatperiode, wordt verlengd. BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen de rechtspositieregeling voor het OCMW, de thuiszorgdiensten en het dienstencentrum te wijzigen als volgt: Taalkennis Artikel 6 §1.1. wordt gewijzigd als volgt: voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, het decreet en het uitvoeringsbesluit bij het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. De taalvereisten dienen strikt nageleefd te worden.
9 Werken na 65 jaar Artikel 167 wordt gewijzigd als volgt: De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van de statutaire werknemer: 1° het vrijwillige ontslag; 2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van een evaluatie met het evaluatieresultaat ongunstig; 3° de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving; 4° het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. In afwijking van het eerste lid, 4°, kan de aanstellende overheid de vast aangestelde statutaire werknemer na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek van de aanstellende overheid of op verzoek van de werknemer. In het eerste geval is de uitdrukkelijke instemming van de werknemer vereist. In het tweede geval is de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. De betrokken werknemer behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast aangestelde statutaire werknemer. Maaltijdcheques Hoofdstuk VI – sociale voordelen, Afdeling 1. De maaltijdcheques - Artikel 225 § 1 wordt gewijzigd als volgt: De werknemer, met uitzondering van de sociaal tewerkgestelden conform artikel 60 § 7 van de organieke wet op de OCMW’s van 08.07.1976, heeft recht op maaltijdcheques. De waarde van één maaltijdcheque bedraagt 6 euro. De werkgeversbijdrage bedraagt 4,91 euro; Overwegende het voorstel om artikel 225 § 7 te wijzigen als volgt: §7. De werknemer ontvangt vanaf 1 januari 2015 de maaltijdcheques enkel op elektronische wijze. De elektronische maaltijdcheques voldoen aan de wettelijke bepalingen vastgelegd in artikel 19bis van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. De personeelsdienst stelt een chipkaart ter beschikking aan de werknemer. De werknemer meldt eventuele schade aan de kaart of het verlies ervan onmiddellijk aan de personeelsdienst. Vanaf het tweede verlies betaalt de werknemer de nieuwe kaart tegen de prijs van 1 maaltijdcheque (6 euro). De werknemer levert een onbruikbare kaart terug in bij de personeelsdienst. Vervangkaarten voor kaarten die al langer dan 3 jaar in gebruik zijn, zijn gratis. Evaluatie decretale graden Hoofdstuk VIII, Afdeling VI wordt gewijzigd als volgt: Afdeling VI. Specifieke bepalingen voor de evaluatie van de secretaris en de financieel beheerder Onderafdeling I. De evaluatie tijdens de proeftijd Artikel 77 Met toepassing van artikel 114, tweede lid, OD, worden de secretaris en de financieel beheerder op proef geëvalueerd door een evaluatiecomité, bestaande uit het Vast Bureau. De evaluatie heeft plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het HR-beleid. Dit voorbereidend rapport moet worden opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de externe deskundigen en de functiehouder en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij het Vast Bureau en de leden van het Managementteam betrokken worden. De regels voor de opmaak van het verslag van het Vast Bureau voor het voorbereidend rapport van de externe deskundigen die van toepassing zijn op de evaluatie tijdens de loopbaan, zijn ook van toepassing op de evaluatie van de proeftijd. Het evaluatiecomité stemt over het evaluatieresultaat gunstig of ongunstig. Bij staking van stemmen wordt de betrokken werknemer geacht te voldoen. Artikel 78 De secretaris en de financieel beheerder krijgen tussentijds terugkoppeling over hun manier van functioneren, zoals bepaald in artikel 88. Artikel 79 Als de proeftijd van de secretaris en van de financieel beheerder voor de helft verstreken is, wordt een tussentijds evaluatiegesprek gevoerd: 1. tussen de secretaris en het Vast Bureau; 2. tussen de financieel beheerder en het vast bureau enerzijds en tussen de financieel beheerder en de secretaris anderzijds; In het tussentijdse evaluatiegesprek wordt een stand van zaken opgemaakt over de mate waarin de inwerking van de
10 functiehouder in zijn functie vordert en hij voldoet aan de functievereisten. Zo nodig worden schriftelijke bijsturingen afgesproken. Het tussentijdse evaluatiegesprek heeft de waarde van een formeel communicatiemoment en komt niet in de plaats van de eindevaluatie van de proeftijd. Artikel 80 Ten laatste een maand voor het einde van de proeftijd vindt de eindevaluatie van de proeftijd plaats door het evaluatiecomité vermeld in artikel 77. De deskundigen leveren het voorbereidend rapport over de proeftijd, vermeld in artikel 77, en het Vast Bureau levert het verslag vermeld in artikel 77, in bij de voorzitter van het evaluatiecomité dat de eindevaluatie uitspreekt binnen de termijn vastgesteld in het huishoudelijke reglement van het evaluatiecomité. Artikel 81 Het resultaat van de eindevaluatie van de proeftijd is gunstig of ongunstig. De secretaris en de financieel beheerder op proef die na het verstrijken van de proeftijd op grond van het ongunstige eindresultaat van de eindevaluatie niet in aanmerking komt voor de aanstelling in een mandaatfunctie – zoals bepaald in Titel III. Hoofdstuk 1. Het mandaatstelsel – wordt door de OCMW-raad ontslagen. Artikel 82 Na afloop van de proeftijd behouden de secretaris en de financieel beheerder op proef hun hoedanigheid van op proef aangestelde werknemer, tot de OCMW-raad beslist over de aanstelling in een mandaatfunctie in contractueel of statutair verband of het ontslag. De OCMW-raad neemt zijn beslissing tot ontslag uiterlijk binnen twee maanden na de eindevaluatie van het evaluatiecomité. Het ontslag wordt gegeven conform de bepalingen in Titel III. Hoofdstuk I betreffende het mandaatstelsel. Onderafdeling II. De evaluatie tijdens de loopbaan Artikel 83 De secretaris en de financieel beheerder worden geëvalueerd door een evaluatiecomité, samengesteld overeenkomstig artikel 77. Dit evaluatiecomité wordt voorgezeten door de OCMW-voorzitter. De evaluatie heeft plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het HR-beleid. Dit voorbereidend rapport moet worden opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de externe deskundigen en de functiehouder en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij het Vast Bureau en de leden van het Managementteam betrokken worden. Artikel 84 De secretaris en de financieel beheerder worden tweejaarlijks geëvalueerd. Artikel 60, tweede en derde lid, over de minimale prestatietermijn is van toepassing op de secretaris en de financieel beheerder. De evaluatie heeft betrekking op de periode die volgt op de vorige evaluatieperiode. Artikel 85 § 1. De evaluatie wordt uitgevoerd op basis van vooraf vastgestelde evaluatiecriteria. De evaluatiecriteria worden vastgesteld voor: 1. de secretaris: na overleg van de functiehouder met het Vast Bureau; 2. de financieel beheerder van het OCMW: na overleg van de functiehouder met de secretaris en het Vast Bureau. Na het overleg bespreekt het vast bureau de voorgestelde evaluatiecriteria met de externe deskundigen in het HRbeleid die verantwoordelijk zijn voor het voorbereidend rapport voor de evaluatie en stuurt het die zo nodig bij. § 2. De evaluatiecriteria worden in een apart raadsbesluit bepaald. Artikel 86 De onafhankelijkheid waarmee de secretaris de taken vermeld in artikel 85 en 164 van het OCMW-decreet uitvoert, mag niet het voorwerp zijn van evaluatie. De mate waarin hij zich inzet voor de uitvoering van die taken is wel een aandachtspunt in de evaluatie. De onafhankelijkheid waarmee de financieel beheerder de taken vermeld in artikel 92 van het OCMW-decreet uitvoert, mag niet het voorwerp zijn van evaluatie. De mate waarin hij zich inzet voor de uitvoering van die taken is wel een aandachtspunt in de evaluatie. Artikel 87 Het voorbereidend rapport van de externe deskundigen bevat per evaluatiecriterium de relevante informatie, die ingewonnen wordt met behulp van: 1° een vragenlijst gericht aan enkele of de rechtstreekse medewerkers van de functiehouder, de leden van het managementteam en de leden van de OCMW-raad over de wijze van functioneren van de functiehouder; 2° een vragenlijst gericht aan de leden van het Vast Bureau waarin hun feedback gevraagd wordt over de wijze van functioneren van de functiehouder; 3° een evaluatiegesprek met de functiehouder, gebaseerd op de evaluatiecriteria, op het resultaat van de feedbackvragenlijst en op de bestaande resultaatverbintenissen of afspraken met het vast bureau.
11 De vragenlijst vermeld in punt 1° en 2° heeft betrekking op de vastgestelde evaluatiecriteria en wordt anoniem ingevuld. De resultaten worden verwerkt tot conclusies over de evaluatiecriteria. De ingevulde vragenlijsten maken geen deel uit van het evaluatiedossier. De conclusies van de vragenlijst in 1° en van het evaluatiegesprek worden per evaluatiecriterium verwerkt in het voorbereidend rapport. De conclusies van de vragenlijst in 2° en van het evaluatiegesprek worden per evaluatiecriterium verwerkt in het verslag van het vast bureau. Het evaluatiecomité stemt over het evaluatieresultaat (gunstig of ongunstig). Het evaluatiecomité ondertekent het evaluatieverslag en in geval van een ongunstige evaluatie, een voorstel van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop de functiehouder functioneert voor een periode van minstens een half jaar. Na de periode van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop de functiehouder functioneert, stelt het evaluatiecomité vast of er verbetering is of niet. Artikel 88 De secretaris en de financieel beheerder krijgen tussentijds feedback over hun manier van functioneren. De feedback neemt de vorm aan van een functioneringsgesprek met de functiehouder. Voor de werknemer waarvoor een negatieve evaluatie dreigt, moet er minstens één functioneringsgesprek gevoerd worden. 1. voor de secretaris: na overleg van de functiehouder met het Vast Bureau; 2. voor de financieel beheerder van het OCMW: na overleg van de functiehouder met de secretaris en het Vast Bureau. Onder functioneringsgesprek wordt verstaan: een gesprek tussen het vast bureau en de functiehouder met het oog op het optimaal functioneren van de werknemer en de optimale kwaliteit van de dienstverlening. Zowel de functiehouder als het vast bureau brengen te bespreken punten aan. Het gesprek vindt plaats als de helft van de evaluatieperiode verstreken is. Bijkomende functioneringsgesprekken kunnen plaats vinden op vraag van de functiehouder of van het vast bureau. Als feiten of gedragingen van de functiehouder die een negatieve weerslag kunnen hebben op de evaluatie daar aanleiding toe geven, nodigt het vast bureau de functiehouder in elk geval uit voor een functioneringsgesprek Het functioneringsgesprek resulteert in schriftelijke afspraken over bepaalde aandachtspunten. De functiehouder en het vast bureau ondertekenen de afspraken en krijgen er een exemplaar van. Als de functiehouder weigert te ondertekenen, worden de afspraken aangetekend opgestuurd. Onderafdeling III. De evaluatieresultaten en de gevolgen van de evaluatie Artikel 89 Het evaluatieresultaat is gunstig of ongunstig Artikel 90 De secretaris of de financieel beheerder met een evaluatieresultaat dat ongunstig is, wordt ontslagen wegens beroepsongeschiktheid. Het ontslag is alleen mogelijk als het evaluatiecomité op basis van een tussentijdse evaluatie na een periode van ten minste een half jaar van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop de functiehouder functioneert en die volgt op de kennisgeving van het ongunstige evaluatieresultaat aan de functiehouder, manifest vaststelt dat hij nog steeds niet voldoet. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist over het ontslag wegens beroepsongeschiktheid. Hij hoort de betrokkene vooraf. Het ontslag van de statutaire functiehouder verloopt volgens de regels, vermeld in artikel 169. Het ontslag van de mandaatfuncties verloopt volgens de regels vermeld in 147. Mandaatstelsel Titel III, Hoofdstuk 1, Afdeling IV wordt gewijzigd als volgt: Afdeling IV. De evaluatie, de verlenging en de beëindiging van het mandaat Artikel 147 § 1. Zes maanden vóór de afloop van een mandaatperiode, krijgt de mandaathouder een eindevaluatie over de afgelopen mandaatperiode, waarbij rekening wordt gehouden met de evaluaties tijdens het mandaat. De aanstelling van de mandaathouder die een gunstig evaluatieresultaat kreeg voor de eindevaluatie van de afgelopen mandaatperiode, wordt verlengd. Bij de verlenging zijn de procedures voor bekendmaking en selectie niet van toepassing. De beslissing tot verlenging wordt genomen voor de afloop van de mandaatperiode. De verlenging gaat in op de dag volgend op de datum van afloop van de vorige mandaatperiode. § 2. De mandaathouder die het evaluatieresultaat ongunstig krijgt bij een periodieke evaluatie na een periode van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop de functiehouder functioneert, of bij de eindevaluatie van de mandaatperiode, wordt van zijn mandaat ontheven. Scheiding van de loopbanen Artikel 121 wordt gewijzigd als volgt:
12 § 1. Een bevordering is alleen mogelijk voor statutaire werknemers in een vacante statutaire betrekking van de personeelsformatie en voor contractuele werknemers in een vacante contractuele betrekking van de personeelsformatie. § 2. Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende werknemers in aanmerking: 1. Voor een statutaire betrekking: de statutaire werknemers die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand. 2. Voor een contractuele betrekking: de contractuele werknemers die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden: a) ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II; b) ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. Deze wijzigingen treden in werking op 01.01.2015. Een eensluidend uittreksel van dit besluit wordt binnen twintig dagen verzonden naar de provinciegouverneur van Antwerpen en naar het college van burgemeester en schepenen van Herentals. 04.02 OCMW/PERSONEEL: VASTSTELLING FUNCTIEBESCHRIJVINGEN EN AANWERVINGSVOORWAARDEN DECRETALE GRADEN DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het OCMW-decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de OCMW’s; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 12.11.2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de OCMW’s en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de OCMW’s; Gelet op het besluit Vlaamse Regering d.d. 23.11.2012 houdende de wijziging van een aantal artikelen over de minimale voorwaarden voor de RPR, inzonderheid deze betreffende de evaluatie van de decretale graden; Overwegende dat het OCMW niet enkel deze wijzigingen moet doorvoeren in haar rechtspositieregeling, maar ook de functiebeschrijvingen en wervingsvoorwaarden van de decretale graden – secretaris en financieel beheerder - opnieuw moeten vaststellen, temeer daar deze inhoudelijk verouderd en nog niet conform de nieuwe rechtspositieregeling zijn; Overwegende dat deze functiebeschrijvingen en wervingsvoorwaarden gelijk zijn aan deze van de stad en enkel afwijken wat betreft de specifieke elementen in de OCMW-werking en -organisatie; Overwegende de voorliggende ontwerpteksten; Gelet op het besluit van het vast bureau d.d. 23.09.2014 om gunstig advies te geven aan de ontwerpteksten van de functiebeschrijvingen + wervingsvoorwaarden van de decretale graden; Overwegende dat er nog een aanpassing werd gedaan aan de functiebeschrijvingen wat betreft de werving in mandaat voor nieuwe titularissen, conform de rechtspositieregeling; Gelet op het gunstig advies van het vast bureau d.d. 25.11.2014; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 08.12.2014; Overwegende het protocol van akkoord van het onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties d.d. 19.01.2015; BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen de functiebeschrijvingen en wervingsvoorwaarden van de decretale graden vast te stellen zoals integraal opgenomen in de bijlagen van dit besluit. 05.01 OCMW/DIENSTENCENTRUM: SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET DIENSTENCHEQUEBEDRIJF ’T GERIEF I.V.M. POETSHULP DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Overwegende dat in de meerjarenplanning 2014-2019 van het OCMW van Herentals de afbouw van de eigen poetsdienst in het kader van de thuiszorg is opgenomen evenals de overheveling van deze poetsactiviteit naar dienstenchequebedrijf ’t Gerief; Overwegende dat het OCMW van Herentals aandeelhouder is in dienstenchequebedrijf ’t Gerief cvba-vso en het mee heeft opgericht; Overwegende het voorliggend ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met dienstenchequebedrijf ’t Gerief; Overwegende dat in toekomstige samenwerking met het dienstenchequebedrijf volgende uitgangspunten zullen
13 worden gehanteerd: de dienstverlening van het dienstenchequebedrijf voor onze doelgroep wordt ingebed in een zorgtraject van het OCMW van Herentals indien hieraan nood is, minvermogenden die poetshulp genieten van ’t Gerief krijgen onder bepaalde voorwaarden een poetstoelage van het OCMW, er worden overgangsmaatregelen voorzien voor personen en gezinnen die van poetsdienst moeten overschakelen: onder bepaalde voorwaarden mogelijkheid tot préfinanciering van de aankoop van dienstencheques en afwijking op de eigendomsvoorwaarde voor het bekomen van een poetstoelage; Overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst is tot stand gekomen in uitgebreid overleg met ’t Gerief; Overwegende de goedkeuring van deze samenwerkingsovereenkomst door de raad van bestuur van dienstenchequebedrijf ’t Gerief d.d. 14.12.2014; Overwegende dat eveneens een aanpassing van het reglement voor de poetsdienst noodzakelijk is om reden van reorganisatie van deze dienstverlening enerzijds en actualisatie van de doelgroep en de bijdrageschalen en invoering van een poetstoelage anderzijds; Overwegende het ontwerp van reglement dat in een volgend besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn zal worden behandeld; Gelet op het gunstig advies van het vast bureau d.d. 09.12.2014; Overwegende dat de startdatum van de samenwerking was voorzien op 01.02.2015, maar dat wordt voorgesteld deze te verdagen naar 01.04.2015 om volgende redenen: nodige voorbereidingstijd voor de praktische uitwerking van de samenwerking, nodige tijd voor communicatie aan de gebruikers; Gelet op het decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd; BESLUIT: met eenparigheid van stemmen goedkeuring te verlenen aan de voorliggende samenwerkingsovereenkomst met dienstenchequebedrijf ’t Gerief zoals integraal opgenomen in de bijlage van dit verslag en de ingangsdatum vast te stellen op 01.04.2015. 05.02 OCMW/DIENSTENCENTRUM: GOEDKEURING AANPASSING REGLEMENT POETSDIENST DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Overwegende dat een aanpassing van het reglement voor de poetsdienst noodzakelijk is om reden van reorganisatie van deze dienstverlening enerzijds en actualisatie van de doelgroep en de bijdrageschalen en invoering van een poetstoelage anderzijds; Overwegende dat in de meerjarenplanning 2014-2019 van het OCMW van Herentals de afbouw van de eigen poetsdienst in het kader van de thuiszorg is opgenomen evenals de overheveling van deze poetsactiviteit naar dienstenchequebedrijf ’t Gerief; Overwegende het besluit van heden houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW en dienstenchequebedrijf; Overwegende dat in toekomstige samenwerking met het dienstenchequebedrijf volgende uitgangspunten zullen worden gehanteerd: De dienstverlening van het dienstenchequebedrijf voor onze doelgroep wordt ingebed in een zorgtraject van het OCMW van Herentals indien hieraan nood is, Minvermogenden die poetshulp genieten van ’t Gerief krijgen onder bepaalde voorwaarden een poetstoelage van het OCMW, Er worden overgangsmaatregelen voorzien voor personen en gezinnen die van poetsdienst moeten overschakelen: onder bepaalde voorwaarden mogelijkheid tot préfinanciering van de aankoop van dienstencheques en afwijking op de eigendomsvoorwaarde voor het bekomen van een poetstoelage; Overwegende het voorliggend aangepast reglement Poetsdienst; Overwegende dat in de toekenningsvoorwaarden de leeftijd opgetrokken wordt naar 65 jaar naar analogie met het woonzorgdecreet; Overwegende om naar analogie met andere thuisdiensten te komen tot een vereenvoudiging van het huidige reglement door het aanpassen van de barema’s en te komen tot minder categorieën in de bijdrageschalen;
14 Overwegende de wijziging van het in aanmerking nemen van onroerende goederen en het niet langer rekening te houden met de personenbelasting; Overwegende dat de netto loonkost van een poetshulp 21.543 euro bedraagt voor maximaal 1.400 uren prestaties of een gemiddelde loonkost van ongeveer 15,38 euro per uur, excl. andere werkingskosten; Overwegende dat de maximum uurprijs wordt opgetrokken naar 11,30 euro per uur om zo onze dienst nog minder aantrekkelijk te maken voor de hogere inkomens en zo de doelgroep te bewaken; Overwegende dat de startdatum van de samenwerking was voorzien op 01.02.2015, maar dat wordt voorgesteld deze te verdagen naar 01.04.2015 om volgende redenen: nodige voorbereidingstijd voor de praktische uitwerking van de samenwerking, nodige tijd voor communicatie aan de gebruikers; Gelet op het decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd; Overwegende het gunstig advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst d.d. 05.01.2015; BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen goedkeuring te verlenen aan het aangepaste reglement van de Poetsdienst zoals integraal opgenomen in de bijlage van dit verslag en de ingangsdatum vast te stellen op 01.04.2015 06.01 OCMW/FACILITAIRE DIENST: UITVOERING FASE 2 VERBOUWING SOCIALE DIENST ROODSTENEN ZIEKENHUIS (ONTHAAL) DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 28.05.2013 als volgt: de locatie van de sociale dienst in het roodstenen ziekenhuis G1 uit te breiden conform het voorliggend plan; deze werken te laten uitvoeren door het AZ tegen een geraamde kostprijs van 31.827,88 euro, excl. btw; dit voorstel verder te overleggen met AZ St.-Elisabeth Herentals vzw; principieel goedkeuring te verlenen om de voorgestelde bijkomende werken aan het onthaal annex werkplek administratie op eenzelfde wijze te laten uitvoeren mits deze kunnen worden gerealiseerd binnen het budget (50.000 euro, eventueel aan te vullen met bijkomende ruimte op het budget grote onderhoudswerken) en mits het vast bureau dit goedkeurt; Overwegende dat inmiddels de eerste fase werd uitgevoerd en de uiteindelijke kosten 51.008,24 euro bedragen, inclusief btw; Overwegende dat inmiddels het personeel dat vroeger gehuisvest was in Nederrij 115 is verhuisd naar het roodstenen ziekenhuis, dit tot algemene tevredenheid van het personeel; Overwegende het voorliggend ontwerp voor uitvoering van fase 2 voor de noodzakelijke verbouwing van het onthaal; Overwegende dat deze kosten worden geraamd op 25.628,25 euro excl. btw en excl. meubilair; Overwegende dat deze werken in de maanden februari en maart 2015 door het ziekenhuis als eigenaar van het gebouw kunnen worden uitgevoerd; Overwegende dat de huidige locatie voor het onthaal en de administratie van de sociale dienst niet langer werkbaar is; Overwegende dat er nog geen concreet perspectief is voor een nieuwe locatie voor de sociale dienst; Overwegende dat de totale werken kunnen worden gefinancierd met het overschot op het investeringsproject 2014 grote onderhoudswerken (ruim 60.000,00 euro), het saldo via het investeringsproject 2015 grote onderhoudswerken; Overwegende dat de vervanging van het vast door los meubilair kan worden gefinancierd met het voorziene investeringsbudget 2015 voor meubilair en kantooruitrusting; Overwegende de principebeslissing genomen in de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 28.05.2013; Overwegende het visum van de financieel beheerder d.d. 22.01.2015; BESLUIT: met eenparigheid van stemmen: goedkeuring te verlenen aan de betaalbaarstelling van een bedrag van 51.008,24 euro incl. btw aan AZ St.Elisabeth Herentals voor uitvoering van de uitbreidingswerken t.b.v. de sociale dienst in het roodstenen ziekenhuis; goedkeuring te verlenen aan de uitvoering van de werken fase 2 aan het onthaal en de administratie van de sociale dienst in het roodstenen ziekenhuis G1 door AZ St.-Elisabeth Herentals conform het voorliggend plan en
15 tegen een raming van 25.628,25 euro excl. btw. 07.01 OCMW/ISOM: GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST COÖRDINATOR TUSSEN OCMW HERENTALS EN OCMW KASTERLEE DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van Kasterlee d.d. 28.11.2013 om goedkeuring te verlenen aan de samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de dienst tewerkstelling ISOM tussen Herentals en Kasterlee; Overwegende dat de toetreding tot de dienst tewerkstelling met zich meebrengt dat OCMW Kasterlee ook de samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de coördinator ISOM goedkeurt; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2008 betreffende de vaststelling van de samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de coördinator ISOM met de OCMW’s van Lille, Olen, Herenthout, Vorselaar, Herentals en Grobbendonk; Overwegende de opgemaakte samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de coördinator ISOM (identiek aan de samenwerkingsovereenkomst met de andere OCMW’s); Overwegende het gunstig advies van het vast bureau d.d. 13.01.2015; BESLUIT: met eenparigheid van stemmen goedkeuring te verlenen aan de samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de coördinator ISOM tussen OCMW Herentals en OCMW Kasterlee als volgt: “
Samenwerkingsovereenkomst Coördinator
Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de stad Herentals, vertegenwoordigd door Dhr. Alfons Michiels, voorzitter, en Dhr. Dirk Soentjens, secretaris En Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de gemeente Kasterlee, vertegenwoordigd door dhr. Walter van Baelen, voorzitter, en dhr. Rob Baeyens, secretaris Wordt het volgende overeengekomen: Artikel 1 Huidige overeenkomst vervangt de voorgaande overeenkomst aangaande ‘deelname ISOM-diensten’ van 1 april 2008. Artikel 2 Het OCMW van Kasterlee verbindt er zich toe haar aandeel te betalen in de kosten van de coördinator. Dit aandeel wordt bepaald via volgende verdeelsleutel. De helft van de kosten wordt verdeeld op basis van het aantal inwoners van alle participerende gemeentes per 1 januari van het jaar van facturatie. De andere helft van de kosten wordt gedeeld door 7 d.i. het aantal participerende OCMW’s. De participerende OCMW’s bestaan uit: Kasterlee, Lille, Olen, Grobbendonk, Vorselaar, Herentals en Herenthout. Artikel 3 De kosten bestaan uit: loonkosten en werkingskosten De loonkosten houden in : het loon, op A niveau in de barema’s A1a-A2a-A3a van de lokale besturen en de bepalingen inzake van het administratief en geldelijk statuut van het OCMW Herentals en, bijkomend, eventuele nieuwe sectorale akkoorden. Met loonkost wordt bijgevolg o.a. bedoeld : - loon, patronale bijdragen, bijhorende loonkosten - ….. De werkingskosten houden onder meer in : - informaticabenodigdheden - kosten voor de aansluiting op de databank - kosten voor het bijwonen van studiedagen en vorming - vakliteratuur - kilometervergoeding - overheadkosten(met een korting van 50% op inform.,boekh, techn dienst, adm).
16 Artikel 4 Jaarlijks maakt het OCMW Van Herentals een kostenstaat op van de in art 3 bedoelde kosten. Bij het opvragen van de financiële tussenkomsten van de deelnemende OCMW ’ s zal het OCMW Herentals een gedetailleerde afrekening toevoegen. Het OCMW van Kasterlee verbindt zich ertoe om op vraag van het OCMW van Herentals een voorschot over te maken ten belope van 90% van de begrote kosten van het desbetreffende werkingsjaar. Artikel 5 Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur Gezien een partij zich niet voor onbepaalde tijd kan verbinden, wordt er voorzien in een opzegmogelijkheid. Indien een partner uit het samenwerkingsverband wenst te stappen, dan kan deze een opzeg geven tijdens het eerste jaar van elke nieuwe legislatuur. De te respecteren opzegtermijn wordt bepaald op 3 jaren. Artikel 7 De huidige overeenkomst neemt een aanvang op 01 juni 2014. Opgemaakt in twee exemplaren te Herentals op 07 oktober 2014 Namens OCMW Kasterlee In opdracht:
De Secretaris, R. Baeyens
De Voorzitter, W. Van Baelen
Namens OCMW Herentals In opdracht:
De Secretaris, D. Soentjens
De Voorzitter, F. Michiels”
08.01 OCMW/PATRIMONIUM: GOEDKEURING PRINCIPE AANVULLEND WERK VERBOUWINGSWERKEN VOOR HET DAGVERZORGINGSCENTRUM EN THUISZORG WZC ST.-ANNA DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 2° a (aanvullende werken of diensten); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op de raadsbeslissing van 25 juli 1994 waarbij bvba Architektenburo De Vloed werd aangesteld voor het uitwerken van het masterplan RVT St.-Anna en waarbij tevens de overeenkomst tussen de opdrachtgever en ontwerper van 6 juli 1994 werd goedgekeurd; Gelet op de raadsbeslissing van 22 oktober 2002 houdende de bevestiging van de aanstelling van bvba Architectenburo De Vloed evenals de bevestiging van de bijhorende overeenkomst; Gelet op de raadsbeslissing van 19 december 2007 om de aanstelling van 25 juli 1994 en 22 oktober 2002 van bvba Architektenburo De Vloed uit te breiden voor de bouwwerken ter realisatie van de renovatie van de vaatwaskeuken aan dezelfde voorwaarden opgenomen in de goedgekeurde ereloonovereenkomst; Gelet op de raadsbeslissing van 20 oktober 2009 houdende de goedkeuring van het addendum bij de overeenkomst tussen OCMW Herentals en ontwerper bvba Architectenburo De Vloed; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 januari 2013 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “Nieuwbouw WZC St.-Anna en 38 serviceflats - perceel 1 (ruwbouw, afwerking en infrastructuur - Pilootaannemer)” aan Van Roey nv, St. Lenaartsesteenweg 7 te 2310 Rijkevorsel tegen het
17 nagerekende inschrijvingsbedrag van 13.897.144,23 euro excl. btw; Overwegende dat in het masterplan voor de woonzorgcampus St.-Anna de verbouwingswerken voor een dagverzorgingscentrum met 15 bedden en extra ruimtes voor de thuiszorgdiensten (kapper, pedicure, vergaderruimte) zijn voorzien; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2014 houdende de goedkeuring aan het nieuw ontwerp van financieel plan voor de bouw van een nieuw dagverzorgingscentrum met 15 bedden waarin de prefinanciering van de VIPA-middelen is opgenomen; Overwegende dat het aangewezen is een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Dagcentrum/thuiszorg WZC St.Anna” voor aanvullende werken aan nv Groep Van Roey, St. Lenaartsesteenweg 7 te 2310 Rijkevorsel, de pilootaannemer van het nieuwbouwproject WZC, daar de opdracht economisch niet van de hoofdopdracht kan worden gescheiden en deze aanvullende werken, alhoewel scheidbaar van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de vervolmaking ervan; Overwegende dat de initiële raming van de opdracht voor het deel dagverzorgingscentrum bij benadering 782.992,00 euro incl. btw bedraagt en verder gespecifieerd zal moeten worden in een bestek; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 2451000/B40/0954 (meubilair), 2291200/B40/0954 (gebouw) en 2140000/B40/0954 (studies en plannen) en dat de financiering gebeurt met leningen en eigen middelen als prefinanciering op de VIPA gebruikstoelage; Overwegende dat de initiële raming van de opdracht voor het deel thuiszorg bij benadering 340.000,00 euro incl. btw bedraagt en verder gespecifieerd zal moeten worden in een bestek; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 2291107/B40/0952 nieuwbouw WZC en dat de financiering gebeurt met eigen middelen, bestaande uit het overschot van het budget van de nieuwbouw WZC door de gerealiseerde besparingen op de nieuwbouw (voorlopige raming besparingen nieuwbouw d.d. 27.11.2014: -652.220,51 euro incl. btw, exclusief ereloon architect, exclusief prijsherzieningen in min); Overwegende dat in het kader van deze opdracht een samenwerkingsovereenkomst tussen nv Groep Van Roey, Architectenburo De Vloed en het OCMW zal opgemaakt worden en het verder verloop hierop zal afgestemd worden; BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen: principieel akkoord te gaan met de verbouwingswerken dagverzorgingscentrum en thuiszorg WZC St.-Anna voor een bedrag indicatief geraamd op 1.122.992,00 euro incl. btw; principieel akkoord te gaan met de uitbreiding van de aanstelling van 25 juli 1994 en 22 oktober 2002 van bvba Architektenburo De Vloed voor de verbouwingswerken van het dagverzorgingcentrum en thuiszorg WZC St.-Anna aan dezelfde voorwaarden opgenomen in de goedgekeurde ereloonovereenkomst; principieel akkoord te gaan met de uitbreiding van de opdracht van 29 januari 2013 aan nv Groep Van Roey, St. Lenaartsesteenweg 7 te 2310 Rijkevorsel voor de verbouwingswerken van het dagverzorgingcentrum en thuiszorg WZC St.-Anna; opdracht te geven aan Architektenburo De Vloed en nv Groep Van Roey om in overleg met het bestuur een lastenboek op te maken voor deze opdracht; de uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015. 08.02 OCMW/PATRIMONIUM : EERSTE AANVRAAG GEBRUIKSTOELAGE 2015 BIJ VIPA VOOR VERBOUWING VAN EEN GEDEELTE VAN HET OUDE MOEDERHUIS SANCTA MARIA TOT LOKAAL DIENSTENCENTRUM DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op de goedkeuring van het technisch-financieel plan LDC ’t Convent te Herentals en de toekenning van een principieel akkoord in het kader van de alternatieve investeringssubsidies voor verbouwing van een gedeelte van het oude moederhuis tot lokaal dienstencentrum door Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin d.d. 23.07.2012; Gelet op de stedenbouwkundige vergunning d.d. 09.10.2012; Gelet op de brief van VIPA d.d. 29.07.2014 waarin ons wordt bevestigd dat we ten vroegste vanaf 01.01.2015 een eerste aanvraag tot verstrekking van een gebruikstoelage kunnen indienen; Overwegende dat de beslissing tot toekenning van een gebruikstoelage gedurende twintig opeenvolgende jaren kan worden genomen; Overwegende dat de jaarlijkse gebruikstoelage is bepaald op 28.895,89 euro; Overwegende dat elk jaar een formele aanvraag tot verstrekking van de gebruikstoelage moet ingediend worden en
18 dit best in het begin van het jaar gedaan wordt zodat de administratie van VIPA voor een vlotte opvolging van ons dossier kan zorgen; Overwegende het voorliggend aanvraagdossier; BESLUIT: met eenparigheid van stemmen de eerste aanvraag van de gebruikstoelage voor het jaar 2015 betreffende dossier BZ507-A-VS-MV, Lokaal Dienstencentrum ‘t Convent t.b.v. 28.895,89 euro officieel in te dienen bij het VIPA. 08.03 OCMW/PATRIMONIUM : AANVRAAG GEBRUIKSTOELAGE 2015 BIJ VIPA VOOR NIEUWBOUW WZC DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op de goedkeuring van het zorgstrategisch plan RVT St.-Anna door Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen d.d. 22.08.2002; Gelet op de goedkeuring van het technisch financieel plan WZC St.-Anna en het principieel akkoord in het kader van de alternatieve investeringssubsidies voor een nieuwbouwproject met 111 woongelegenheden en 9 woongelegenheden voor kortverblijf door Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin d.d. 02.03.2011; Overwegende dat de jaarlijkse gebruikstoelage is bepaald op 662.968,09 euro; Gelet op de gebruikstoelage 2013 ontvangen op 20.12.2013 (eerste gebruikstoelage); Gelet op de gebruikstoelage 2014 ontvangen op 24.03.2014; Overwegende dat de beslissing tot aanvraag van de gebruikstoelage gedurende 20 opeenvolgende jaren moet worden genomen in het desbetreffend jaar; Overwegende het voorliggend aanvraagdossier; BESLUIT: met eenparigheid van stemmen de aanvraag van de gebruikstoelage voor het jaar 2015 betreffende dossier BZ461-ALC-VS, WZC St.-Anna t.b.v. 662.968,09 euro officieel in te dienen bij het VIPA. 09.01 OCMW/FINANCIËN: UITGIFTE NIEUW INFORMATIEMEMORANDUM VERKOOP OBLIGATIES MET WOONRECHT ASSISTENTIEWONINGEN WZC DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 27.05.2014 om goedkeuring te verlenen aan het informatiememorandum “Groep Assistentiewoningen St.-Anna”, de bewonersovereenkomst voor de certificaathouders en de interne afsprakennota; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 17.12.2014 betreffende de bevestiging van de loting voor de verkoop van 13 wooncertificaten; Overwegende het voorstel om een nieuwe informatiememorandum uit te geven betreffende de verkoop van obligaties met woonrecht voor het restant van de assistentiewoningen WZC na verloop van de eerste verkoopperiode; Overwegende volgende voorstellen zoals besproken op het vast bureau d.d. 23.09.2014: 1. afzien van loting en verkoop toewijzen aan de snelste kopers; hierdoor vervalt wel het voorrangsrecht voor inwoners van Herentals; 2. langere verkoopperiode voorzien; 3. beter inspelen op beleggers door voor hen uitstapmogelijkheden te voorzien. Nadeel is wel dat we dan nog meer afstand nemen van de huidige lage rentevoeten; 4. wat de flats zelf betreft, ging het beperkt aantal klachten over de afwezigheid van een terras en van een overdekte parking; 5. een nog hogere niet geïndexeerde rente bieden aan beleggers die afzien van het recht op bewoning; Overwegende dat het aangewezen is niet af te stappen van de afgesproken rentevoeten, omdat dan het financieel plan te zeer in onevenwicht komt en gezien het alternatief om te financieren met een klassieke lening tegen de huidige lage rentevoeten; Overwegende het besluit van het vast bureau d.d. 28.10.2014 om voorstel 3 en 5 niet te weerhouden; Overwegende dat voorstel 4 enkel ter kennisgeving is geformuleerd; Overwegende dat Belfius heeft laten weten in beginsel geen nieuwe uitgiften meer te organiseren, maar dat zij zich
19 bereid hebben verklaard om ons nog te begeleiden in een tweede uitgifteronde onder de hier navolgende voorwaarden : - er wijzigt aan de bestaande tekst enkel de aantallen per categorie en het wegvallen van de lotingprocedure en de gevolgen hiervan; - de uitgiftedatum loopt tot maximaal 31.12.2015 en er is geen verdere begeleiding mogelijk, ook niet met betrekking tot heruitgifte van teruggekochte obligaties; - financieel zijn ze bereid te werken binnen de perken van de oorspronkelijke offerte; Overwegende het voorstel om af te zien van het organiseren van een loting onder de kandidaten en om onmiddellijk toe te wijzen aan een kandidaat nadat nazicht is verricht op de zelfredzaamheid van een kandidaat die onmiddellijk wil bewonen en na goedkeuring van deze kandidaat door de raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het voorliggend ontwerp van informatiememorandum; Overwegende dat 27 wooncertificaten te koop zullen worden aangeboden als volgt: 1. Type A: 12 wooncertificaten met een nominale waarde van 180.000 euro 2. Type B: 13 wooncertificaten met een nominale waarde van 215.000 euro 3. Type C: 2 wooncertificaten met een nominale waarde van 245.000 euro; Overwegende dat de totale uitgifte 5.445.000 euro bedraagt; Overwegende de offerte van Belfius, zoals toegewezen in de raad voor maatschappelijk welzijn van 24.04.2012 waarbij voor het totaal van de dienstverlening een maximumprijs werd aangeboden van 35.000 euro inclusief btw en de verklaring van Belfius om de tweede uitgifteronde te organiseren binnen deze maximumprijs; Overwegende het voorstel om de uitgiftetermijn aan te laten vangen op 01.02.2015 om 09.00 uur en te laten eindigen op 31.12.2015 om 12.00 uur; Overwegende het advies van het vast bureau d.d. 27.01.2015; met de mogelijkheid om vervroegd af te sluiten; BESLUIT: Met eenparigheid van stemmen: het aangepaste informatiememorandum goed te keuren voor de uitgifte van 27 wooncertificaten voor een totale waarde van 5.445.000,00 euro en dit conform hogervermelde bepalingen en zoals integraal opgenomen in de bijlage van dit besluit; de tweede uitgifteronde eveneens te organiseren via Belfius; de termijn van de uitgifte aan te laten vangen op 01.02.2015 om 09.00 uur en te laten eindigen op 31.12.2015 om 12.00 uur. 09.02 OCMW/ALGEMEEN: VASTSTELLING MODALITEITEN BANKWAARBORG BELFIUS BANK OVAM VOOR SANERING PERCEEL SPIEGELFABRIEK DE RAAD: “IN OPENBARE ZITTING” Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.11.2014 waarin definitief werd beslist om het perceel “Spiegelfabriek” Lierseweg Herentals aan te kopen van de Kringwinkel Zuiderkempen vzw; Overwegende dat hierbij eveneens werd beslist om de saneringsplicht op het perceel over te nemen en een borg te stellen ten bedrage van 154.535,76 euro ten voordele van OVAM; Gelet op het besluit van het vast bureau d.d. 09.12.2014 om de borgstellingsverplichting ten overstaan van OVAM aan te gaan met onmiddellijke ingang voor het maximale bedrag van 154.535,76 euro door middel van een bankwaarborg opgenomen bij Belfius aan een rentevoet van 0,75% per jaar (met een semestriële afrekening); Gelet op de brief d.d. 22.12.2014 waarbij Belfius Bank haar akkoord verleent met de uitgifte van hogervermelde bankwaarborg; Gelet op de bepalingen van de bankwaarborg als volgt: “Artikel 1 Bankwaarborg verklaring De zekerheidsteller stelt jegens de bevoegde overheid een financiële zekerheid tot bankwaarborg van de uitvoering van de verplichtingen omschreven in het referentiedocument met referentienummer. De kredietinstelling verbindt zich in die context in opdracht en voor rekening van de zekerheidsteller onherroepelijk de betaling op eerste verzoek te bankwaarborg en tegenover en ten voordele van de bevoegde overheid ten belope van maximum het bedrag; Elke betaling gedaan in het kader van deze bankwaarborg vermindert automatisch het bedrag van de bankwaarborg met het betaalde bedrag. Artikel 2 Looptijd van de bankwaarborg De bankwaarborg treedt in werking op de datum van ondertekening ervan en geldt minstens tot het verstrijken van de minimale looptijd.
20 De kredietinstelling kan de bankwaarborg na het verstrijken van de Minimale Looptijd op elk ogenblik beëindigen met een opzegtermijn van 6 maanden. De kennisgeving van de beëindiging gebeurt bij aangetekende brief met ontvangstbewijs aan de Bevoegde Overheid. De opzegtermijn gaat in op datum van ontvangst van de kennisgeving. Tijdens deze opzegtermijn kan de Bevoegde Overheid een beroep doen op de bankwaarborg ten belope van het nog resterende bedrag. Behoudens opzegging van de bankwaarborg door de Kredietinstelling blijft de bankwaarborg gelden na het verstrijken van de Minimale Looptijd. Artikel 3 Aanpassing en vrijgaven van de bankwaarborg Het bedrag van de bankwaarborg kan worden afgebouwd na ontvangst of voorlegging van een brief van de Bevoegde Overheid met de mededeling dat de verplichtingen omschreven in het Referentiedocument met Referentienummer naar behoren worden uitgevoerd. In deze brief vermeldt de Bevoegde Overheid het nieuwe Bedrag van de bankwaarborg. Voor zover de bankwaarborg niet beëindigd is zoals omschreven in artikel 2 kan de bankwaarborg worden vrijgegeven na ontvangst of voorlegging van een brief van de Bevoegde Overheid met de mededeling dat de bankwaarborg mag worden vrijgegeven. Artikel 4 Modaliteiten van het verzoek tot betaling De Bevoegde Overheid kan enkel een beroep doen op de bankwaarborg ten belope van het nog resterende bedrag middels een verzoek tot betaling bij aangetekende brief met ontvangstbewijs aan de Kredietinstelling. Indien de Kredietinstelling de bankwaarborg overeenkomstig artikel 2 heeft opgezegd, dient het verzoek tot betaling de Kredietinstelling uiterlijk de laatste dag van de opzegtermijn te bereiken. Het verzoek tot betaling dient: De mededeling te bevatten dat de verplichtingen omschreven in het Referentiedocument met Referentienummer niet of niet volledig zijn nagekomen en; Vergezeld te zijn van een kopie van de brief van de Bevoegde Overheid aan de Zekerheidsteller houdende de beslissing van de Bevoegde Overheid om de verplichting uit het Referentiedocument met Referentienummer zelf uit te voeren. De voorwaarden uit Artikel 4, alinea 2 zijn niet van toepassing in geval de Bevoegde Overheid beroep doet op de bankwaarborg tijdens de opzegtermijn zoals bepaald in Artikel 2, alinea 2. De betaling dient te gebeuren binnen de 60 dagen na ontvangst van het verzoek tot betaling. Artikel 5 Slotbepalingen In geval van betwisting is het Belgisch recht van toepassing en zijn de rechtbanken van Mechelen en Brussel bevoegd. Voor de uitvoering van deze bankwaarborg en van al haar gevolgen doet de kredietinstelling keuze van woonplaats te Brussel. Opgemaakt te Brussel, op 22 december 2014”. Overwegende de voorwaarden voor de bankwaarborg opgemaakt door Belfius als volgt: “De uitgifte van de bankwaarborg door Belfius Bank gebeurt onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van het OCMW. Deze verantwoordelijkheid blijft bestaan zolang Belfius Bank niet uitdrukkelijk is ontslagen van haar verbintenissen onder de uitgegeven bankwaarborg. Belfius Bank zal de verplichtingen zoals zij voortvloeien uit de door de raad hierboven goedgekeurde tekst van bankwaarborg naleven zonder voorafgaande kennisgeving noch akkoord van het OCMW. Het OCMW is een commissieloon van 0,75% per jaar verschuldigd op het bedrag van de bankwaarborg en dit vanaf de datum van uitgifte tot wanneer Belfius Bank uitdrukkelijk ontslagen is van haar verbintenissen onder de uitgegeven bankwaarborg. Het commissieloon zal niet minder dan 100 EUR per jaar bedragen en zal automatisch, semestrieel, telkens op 1 juli en 31 december afgenomen worden van de rekening-courant van het OCMW. Indien op de verleende bankwaarborg een beroep wordt gedaan is Belfius Bank onherroepelijk gemachtigd de uit die hoofde betaalde bedragen automatisch af te nemen van de rekening-courant van het OCMW. Indien het beschikbaar op rekening-courant onvoldoende zou zijn voor de betaling van het commissieloon en/of voor de aan de begunstigde van de waarborg verschuldigd bedrag ingevolge een beroep op de waarborg, gaat het OCMW de verbintenis aan, bij Belfius Bank onmiddellijk het nodige bedrag te storten om het verschuldigde te betalen. Bij gehele of gedeeltelijke laattijdige betaling van de verschuldigde bedragen, zijn – ingevolge artikel 6 juncto 9 §3 van het K.B. van 14 januari 2013 - de interesten voor laattijdige betaling en de vergoeding voor invorderingskosten van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd, berekend zoals voorzien in artikel 69 van datzelfde K.B.”; BESLUIT:
21 Met eenparigheid van stemmen: goedkeuring te verlenen aan de bankwaarborg van 154.535,76 euro ten voordele van databeheer bodem – financiële zekerheden – Stationsstraat 110 te 2800 Mechelen met referentienummer 2014.12.12/16123 zijnde een verbintenis tot bodemsanering en eventuele nazorg voor het perceel Spiegelfabriek aan te gaan bij Belfius Bank onder de bepalingen en voorwaarden zoals hierboven opgesomd; de voorzitter Alfons Michiels en de secretaris Dirk Soentjens te machtigen de verbintenis te ondertekenen.
GESLOTEN ZITTING