nieuwsbrief pensioenen UITGAVE VAN HET BESTUUR STICHTING PENSIOENFONDS HASKONING
STICHTING PE N SI O E N FO N DS HA SKO N ING HASKONING
oktober 2013
Deze nieuwsbrief In deze nieuwsbrief komen de volgende onderwerpen aan de orde:
• Jaarverslag 2012 • Wat brengt de toekomst? • Bestuursaangelegenheden • Resultaten pensioen-enquête • Een kijkje achter de schermen bij AZL • Meerjarenoverzicht
Jaarverslag 2012 Zoals wettelijk voorgeschreven is afgelopen juni het jaarverslag 2012 van ons pensioenfonds naar De Nederlandsche Bank opgestuurd. Het jaarverslag bestaat uit twee delen: het verslag van het bestuur en de jaarrekening. De jaarrekening is voor het eerst – onder verantwoordelijkheid van het bestuur – opgesteld door AZL. In het verslag van het bestuur is het (jaarlijkse) oordeel van het Verantwoordingsorgaan opgenomen met de reactie van het bestuur. Alle belangrijke gegevens van het jaarverslag tref je aan in het “Meerjarenoverzicht”. Het jaarverslag is integraal terug te vinden op onze pensioensite www.royalhaskoningpensioenfonds.nl onder “Documenten”. De financiële positie van ons fonds wordt voornamelijk bepaald door de opbrengst van de beleggingen en de besteding van de pensioenpremie. Gesepareerd depot In voorgaande nieuwsbrief voorspelden we voor het beleggingsjaar 2012 geen goede resultaten. Maar gelukkig hebben we dat te somber ingezien. Financieel gezien is 2012 een goed beleggingsjaar geweest. De obligatieportefeuille presteerde goed als gevolg van de daling van de rente. De aandelenportefeuille presteerde zeer goed. De waardedaling van het vastgoed is beperkt gebleven, de huuropbrengsten blijven daarentegen op peil. Dit onderdeel van de beleggingsportefeuille heeft alle aandacht. Het uiteindelijke beleggingsresultaat voor ons fonds over 2012 was 14,2%, dit is vergelijkbaar met de benchmark. Van dit resultaat is 4% nodig voor de aangroei van de reeds aangegane pensioenverplichtingen (de zogenoemde rekenrente). De nog uitstaande negatieve overrente uit 2011 van € 1,8 mln is geheel gecompenseerd. De resterende overrente van € 8,3 mln is door Nationale-Nederlanden aan ons fonds uitgekeerd en toegevoegd aan ons eigen vermogen. Een mooi resultaat. Besteding van de pensioenpremie Ons pensioenfonds ontvangt jaarlijks een vaste premie van de onderneming (in 2012 nog Haskoning Nederland B.V.). Deze pensioenpremie bedroeg in 2012 conform de pensioenregeling 25,9% van het totaal aan pensioengrondslagen van de deelnemers, waarvan 8,2% is bijgedragen door de deelnemers. Het totale bedrag dat het fonds in 2012 aan pensioenpremie heeft ontvangen bedroeg circa € 17,7 mln. Met dit bedrag is de pensioenregeling uitgevoerd. Er is voor
nieuwsbrief pensioenen € 9,6 mln aan nieuwe aanspraken ingekocht. De uitvoerings- en administratiekosten bedroegen in totaal circa € 2,8 mln. Deze zijn besteed aan de kosten van de herverzekering bij Nationale-Nederlanden (€ 1,8 mln), de kosten van administratie en secretariaat (€ 0,5 mln) en de kosten van bestuur en adviseurs (€ 0,5 mln). Het zogenaamde premieoverschot kwam hierdoor uit op circa € 5,3 mln.
Eigen vermogen Het eigen vermogen is gestegen van circa € 31 mln (eind 2011) naar circa € 46 mln (eind 2012). Oorzaak van deze stijging is met name de overrente (€ 8,3 mln) en het premieoverschot (€ 5,3 mln). Het eigen vermogen is voor ruim de helft ondergebracht in deposito’s (met een rente van 5,4% welke vrijvallen op 31 december 2014) en in vermogensbeheerrekeningen bij diverse gerenommeerde Nederlandse banken. Voor dit deel is het financiële risico tot een minimum beperkt. De rendementen zijn echter relatief laag. Het overige deel is binnen het gesepareerd depot van Nationale-Nederlanden belegd in vastrentende waarden, aandelen en vastgoed, en profiteert momenteel van de redelijke beleggingsrendementen. In plaats van zoveel mogelijk risicomijdend te beleggen overweegt het bestuur een actiever vermogensbeheer. Dit doen wij in overleg met een externe (onafhankelijke) beleggingsadviseur. Dekkingsgraad Ten gevolge van de verder dalende rente stegen onze pensioenverplichtingen van circa € 310 mln (eind 2011) naar circa € 345 mln (eind 2012). Deze stijging van de verplichtingen is gelukkig gecompenseerd door de stijging van de waarde van de beleggingen. Hierdoor is de dekkingsgraad op basis van beleggingen (voorheen de ‘werkelijke dekkingsgraad’) gestegen van 96,3% (eind 2011) naar 96,5% (eind 2012). Dit is tegen de trend in . Bij veel pensioenfondsen is door de verder dalende rente de dekkingsgraad gedaald. Dat ons fonds toch een lichte stijging heeft is mede het gevolg van de versoberde pensioenregeling in 2011. De Nederlandsche Bank bekijkt de financiële situatie van ons fonds tegen het licht dat de pensioenverplichtingen volledig zijn herverzekerd. Op deze basis is de dekkingsgraad (voorheen ‘boekhoudkundige dekkingsgraad’) gestegen van 110% (eind 2011) naar 113,4% (eind 2012). En dat is aanzienlijk hoger dan de door De Nederlandsche Bank vereiste dekkingsgraad van 101%. Dekkingsgraad op basis van garantiecontract en beleggingen per maand (2013) 119,00 117,00 115,00 113,00
114,00 113,80
113,80 114,00
114,30
114,70 115,00
113,40
111,00 109,00 Dekkingsgraad
107,00 105,00 103,00
101,40
101,20
101,00
99,80 98,80
99,00 97,00
98,70
97,60 96,50
96,10
95,00 dec-12 jan-13 feb-13 mrt-13 apr-13 mei-13 jun-13 Op basis van garantiecontract Op basis van beleggingen
Maanden
jul-13
aug-13 sep-13 okt-13 nov-13 dec-13
nieuwsbrief pensioenen Toeslag 2012 en 2013 In het verslagjaar 2012 is de dekkingsgraad op basis van beleggingen van 112% niet bereikt. Het ligt ook niet in de verwachting dat dit niveau voor eind 2014 zal worden bereikt. Daarom heeft het bestuur besloten per 1 april 2012 en per 1 april 2013 geen toeslag te verlenen. In onderstaande tabel zetten we de gegevens voor je op een rij: de verleende toeslagen door SPH, de algemene indexatie van het salaris en de inflatie volgens CBS over de jaren 2006 t/m 2013. Jaar
Toeslag SPH
Indexatie salaris RH-RHDHV
Inflatie per jaar*)
1-4-2006
3,0 %
1,6 %
1,10%
1-4-2007
3,0 %
2,0 %
1,60%
1-4-2008
3,0 %
1,0 %
2,50%
1-4-2009
0,0 %
1,0 %
1,20%
1-4-2010
0,8 %
0,8 %
1,30%
1-4-2011
1,7 %
0,0 %
2,30%
1-4-2012
0,0 %
0,0 %
2,50%
1-4-2013
0,0 %
0,0 %
Nog niet bekend
*) jaarlijkse inflatie berekend door CBS op basis van ‘cpi alle huishoudens’.
Wat brengt de toekomst? In de nabije toekomst zullen zich enkele belangrijke ontwikkelingen voltrekken: de gevolgen van de fusie met DHV voor het pensioenfonds; de beëindiging van het garantiecontract; landelijke ontwikkelingen in de pensioenwereld.
• • •
Fusie met DHV Als gevolg van de fusie van Royal Haskoning met DHV zal in 2014 het arbeidsvoorwaardenpakket worden geharmoniseerd. Daarbij hoort ook een geharmoniseerde pensioenregeling. Het opstellen van een nieuwe pensioenregeling is allereerst een zaak van de sociale partners. Eind 2012 heeft Royal HaskoningDHV een stuurgroep opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van de directie, de ondernemingsraad, HRM, Finance, de voorzitters van de beide pensioenfondsen en een externe deskundige. Opdracht van deze stuurgroep is om een nieuwe pensioenregeling te ontwerpen voor HaskoningDHV Nederland B.V.. De bedoeling is om de nieuwe regeling operationeel te hebben per 1 januari 2015. Daarvoor is een planning voorzien in vier fasen. Eerst wordt gezocht naar een gemeenschappelijk premieniveau en een nieuwe pensioenregeling. Daarna zal deze regeling worden vertaald in een pensioenreglement. In de derde fase zal er een structuur moeten worden opgezet waarin het nieuwe reglement wordt ondergebracht. Daarnaast moet ook worden bekeken wat te doen met de tot eind 2014 opgebouwde pensioenrechten. Uitgangspunt voor SPH is dat de deelnemers van SPH geen nadeel ondervinden van een samenwerking met Stichting Pensioenfonds DHV (SPDHV). Als laatste zal de nieuwe regeling moeten worden gecommuniceerd met alle deelnemers.
nieuwsbrief pensioenen Einde garantiecontract met Nationale-Nederlanden Op 31 december 2014 loopt ook het garantiecontract met Nationale-Nederlanden af. Het ziet er niet naar uit dat het contract tegen dezelfde voorwaarden kan worden voortgezet. In 2011 is vanwege deze situatie besloten tot het aanleggen van een reserve, die nodig is om vanuit een sterkere positie de beste keuze voor een vervolg te kunnen maken. Het streven is om te komen tot een dekkingsgraad op basis van beleggingen van 112%. Deze dekkingsgraad wordt zoals het zich nu laat aanzien niet voor eind 2014 bereikt. SPH onderzoekt momenteel met welke exit-bepalingen het garantiecontract beëindigd kan worden. Een mogelijke optie is het premievrij achterlaten van de per eind 2014 opgebouwde rechten bij Nationale-Nederlanden. Aandachtspunt daarbij is het op koopkracht houden van deze premievrij gemaakte pensioenrechten.
Landelijke ontwikkelingen in de pensioenwereld De levensverwachting stijgt en Nederland vergrijst. Dit betekent dat pensioenfondsen veel meer verplichtingen (opgebouwde pensioenaanspraken) hebben dan vroeger, terwijl de inkomsten in de vorm van pensioenpremies niet toenemen. De crisis heeft aangetoond dat veel pensioenfondsen te optimistisch zijn geweest. De dekkingsgraad van die fondsen is gezakt tot onder het vereiste minimum. SPH voldoet lopende het Garantiecontract aan de vereiste minimale dekkingsgraad van 101%. De overheid heeft het voornemen om het Financieel ToetsingsKader per 1 januari 2015 strenger te maken. In het FTK zijn de wettelijke eisen aan de financiële positie van pensioenfondsen vastgelegd. Om de belastinginkomsten te verhogen, wil de overheid graag dat de onbelaste pensioenpremies omlaag gaan. Daarom wordt de fiscaal toegelaten pensioenopbouw (het ‘Witteveenkader’) vanaf 2014 beperkt en in 2015 mogelijk nog verder beperkt. Ook gaat de pensioenrichtleeftijd omhoog van 65 naar 67 jaar. Door al deze ontwikkelingen is de verwachting dat in de toekomst minder ruimte is voor pensioenopbouw. Dit betekent dat het pensioen ten opzichte van het laatst verdiende loon voor de jongere deelnemers lager zal zijn dan voor de oudere deelnemers.
•
• •
Naast al deze financiële wijzigingen heeft het parlement ook de nieuwe Wet versterking bestuur pensioenfondsen aangenomen. Het bestuur, het interne toezicht en de verantwoording van het bestuur moeten professioneler zijn en voorzien van meer deskundigheid. Dit heeft ook betrekking op het bestuur van SPH. Wat betekent dit voor mij? De sociale partners (onderneming en ondernemingsraad) bepalen de inhoud van de gezamenlijke arbeidsvoorwaarden, dus ook de inhoud van de nieuwe pensioenregeling. Heb je daarover vragen of opmerkingen, dan kun je het beste met hen contact opnemen. Door de blijvende versoberingen van de pensioenopbouw is de kans groter dat je later een lager pensioen ontvangt. Dit geldt vooral voor jongere deelnemers. Er zijn verschillende mogelijkheden om daar mee om te gaan: o.a. bijsparen. Houd verder je jaarlijkse UPO goed in te gaten, in hoeverre je pensioen blijft aansluiten bij jouw persoonlijke situatie. Door de versobering van het fiscale kader zal de spaarruimte van de Aanvullende Vrijwillige Pensioenregeling of andere bijspaarmogelijkheden (zoals banksparen) volgend jaar worden beperkt. Er blijft wel ruimte over om extra te sparen, maar dit is minder dan dat tot nu toe gebruikelijk was. Vanaf 2015 zal de spaarruimte verder worden beperkt.
• • •
nieuwsbrief pensioenen • Toeslagen (indexatie) zijn bij SPH niet gegarandeerd. SPH heeft wel de ambitie om de loon- en prijsindex te volgen met toeslagen op de pensioenaanspraken. De afgelopen jaren is het echter niet gelukt om de index te volgen door onvoldoende financiële middelen. Het is onzeker in hoeverre dit de komende jaren wel lukt. Dat betekent dat de koopkracht van gepensioneerden verder kan afnemen.
Bestuursaangelegenheden Wijziging bestuurssamenstelling Het bestuur heeft een aantal zware opgaven: adviseren in nieuwe geharmoniseerde pensioenregeling, zorgen voor optimale uitvoering van de nieuwe regeling, beheren van de huidige pensioenrechten (ook na afloop garantiecontract), doorvoeren nieuw bestuursmodel, etc. Per 1 januari 2012 is het aantal bestuursleden in het kader van ‘Fit for Future’ ondanks dit takenpakket op verzoek van de onderneming van acht naar zes personen teruggebracht: drie namens de werkgever, twee namens de werknemers en één namens de gepensioneerden. Eind 2013 lopen de bestuurstermijnen van Madeleine Inckel (namens werknemers) en Henk Haas (namens gepensioneerden) af. Beiden zijn niet meer verkiesbaar. Gelet op het aanzienlijke takenpakket draaien sinds halverwege 2013 twee aspirant-bestuursleden mee. Op deze manier worden de bestuursfuncties zo soepel mogelijk overgedragen. Per 1 januari 2014 nemen respectievelijk Erik Liefting en Wim Janssen officieel het stokje over. Hierover zijn jullie al in het voorjaar van 2013 op de hoogte gebracht.
Madeleine Inckel
Erik Liefting
Henk Haas
Wim Janssen
Overgang naar AZL afgerond SPH heeft ervoor gekozen om de pensioenadministratie bij AZL onder te brengen. Deze overgang was eind 2012 gereed. AZL heeft alle van Nationale-Nederlanden ontvangen bestanden grondig gecontroleerd. De gevonden onduidelijkheden en/of kleine onjuistheden zijn gecorrigeerd, zodat de pensioenadministratie nu op orde is. Hierdoor krijgt het bestuur de gewenste ruimte voor de andere pensioendossiers die nadrukkelijk aandacht vereisen. De jaarrekening 2012 is voor het eerst opgesteld door AZL. Alle daarbij betrokken partijen (bestuur, AZL, accountant, adviserend actuaris en certificerend actuaris) kijken terug op een professioneel en soepel verlopen samenwerking. Aangezien 2012 in het teken heeft gestaan van overgang en implementatie zal het bestuur in 2013 de veronderstelling toetsen dat AZL een betere administratieve performance zal leveren dan Nationale-Nederlanden. Doorvoeren nieuwe pensioenregeling Tegelijk met de overgang naar AZL is de nieuwe (versoberde) pensioenregeling doorgevoerd met de wijziging in pensioenleeftijd van 62 naar 65 jaar. Door AZL zijn per 1 januari 2012 herberekeningen van de pensioenrechten uitgevoerd en zijn de nieuwe aanspraken per deelnemer vastgesteld. De reeds opgebouwde pensioenaanspraken van alle deelnemers zijn begin 2012 op collectief actuarieel gelijkwaardige wijze omgezet naar de nieuwe pensioenleeftijd op 65 jaar. Een dergelijke collectief gelijkwaardige omzetting kan op verschillende manieren worden ingevuld. Het bestuur heeft samen met AZL overlegd en besloten om de pensioenaanspraken zo om te zetten, dat voor en na omzetting de verhouding tussen ouderdoms- en partnerpensioen hetzelfde is gebleven omdat het reglement dit voorschrijft. Na de omzettting kunnen deelnemers indien gewenst de datum waarop ze daadwerkelijk met pensioen gaan vervroegen ten opzichte van hun 65e verjaardag. Voor het pensioenfonds als geheel is de voorziening pensioenverplichtingen voor en na de omzetting gelijk gebleven.
nieuwsbrief pensioenen Resultaten pensioen-enquête Eind 2012 heeft SPH een enquête gehouden onder de actieve deelnemers en gepensioneerden om te weten te komen hoe er tegen de pensioenregeling en ons fonds wordt aangekeken. SPH heeft gebruik gemaakt van de Benchmark Onderzoeksplatform voor Pensioenfondsen van TNS-NIPO. Behalve informatie van onze eigen deelnemers hebben we daardoor ook een vergelijking met landelijke uitkomsten. In onderstaande tabel staat hoeveel actieve deelnemers en gepensioneerden de vragenlijst hebben ingevuld. Uit de grote respons blijkt de betrokkenheid van de actieve deelnemers van SPH. Groep Actieve deelnemers: 21 - 40 jaar 41 - 54 jaar 55+ Gepensioneerden
Uitgenodigd 1654 860 594 200 515
Gereageerd (%) 615 (37%) 315 (37%) 201 (34%) 99 (50%) 78 (15%)
Tevredenheid De deelnemers van SPH zijn redelijk tevreden met hun pensioenfonds. Op een schaal van 1-10 geven de actieve deelnemers een 6,5 (landelijk 6,6). De tevredenheid van oudere actieve deelnemers is groter dan van jongeren. Gepensioneerden geven gemiddeld een 7,5. In de waardering van SPH heeft een goede pensioenregeling de meeste prioriteit van actieven en gepensioneerden, meer prioriteit nog dan goede financiële resultaten of de informatievoorziening en dienstverlening van het fonds. Bij de actieve deelnemers is een groot draagvlak (driekwart) voor een verplichte pensioenregeling. Als randvoorwaarde wordt wel gesteld dat de lusten en lasten tussen ouderen en jongeren gelijk worden verdeeld. Een meerderheid wil graag zelf beslissen waar zij hun verplichte pensioen onderbrengen. Minder dan een vijfde zou liever helemaal zelf zijn pensioenzaken regelen. Dit komt overeen met landelijke gemiddelden. Vertrouwen Tussen actieven en gepensioneerden zijn er grote verschillen in vertrouwen. Van de gepensioneerden heeft 63% (heel) veel vertrouwen in het Nederlandse pensioenstelsel en 76% heeft (heel) veel vertrouwen in SPH. Driekwart van de gepensioneerden voelt zich thuis bij SPH. Van de actieve deelnemers heeft maar 31% (heel) veel vertrouwen in het Nederlandse pensioenstelsel en 39% in SPH; 19% van hen heeft (heel) weinig vertrouwen in SPH. Van de actieve deelnemers voelt een derde zich thuis bij SPH. Van de actieve deelnemers verwacht 27% niet dat ze ten minste de totaal betaalde premie terugkrijgen in de vorm van toekomstige pensioenuitkeringen. Ook hier geldt dat oudere deelnemers meer vertrouwen hebben dan jongeren. Informatie en communicatie Van de actieve deelnemers voelt 70% zich verantwoordelijk voor zijn eigen pensioen. Toch verdiept een minderheid (37%) zich regelmatig in pensioeninformatie. Er is een significante correlatie tussen de mate waarin deelnemers informatie tot zich nemen en de tevredenheid met het pensioenfonds. SPH wordt gezien als de belangrijkste informatiebron, maar de tevredenheid met de communicatie van SPH (score 6,7) blijft achter bij het landelijk gemiddelde (6,9). Relatief veel deelnemers (16%) weten niet waar zij informatie kunnen vinden over hun eigen pensioen. De begrijpelijkheid van de informatie van SPH scoort laag.
nieuwsbrief pensioenen Er blijkt ook behoefte aan communicatie met andere middelen: een meerderheid (56%) van de deelnemers wil graag een jaarlijkse check van zijn/haar eigen pensioensituatie; 40% zou graag een minicursus pensioenen willen volgen; 32% wil graag een pensioenspecialist bij de werkgever.
• • •
Van de gepensioneerden verdiept 70% zich wel in pensioeninformatie. Gepensioneerden zijn ook tevredener met de geboden informatie (score 7,6). Maar ook volgens de gepensioneerden zijn nog verbeteringen in de communicatie van SPH mogelijk, zoals het gebruik van e-mail alerts voor updates over de financiële positie van het fonds, publicaties en relevante ontwikkelingen (37%) of meer digitale informatie in het algemeen (25%). Conclusies uit de TNS-NIPO pensioen-enquête Uit de enquêteresultaten leiden we als SPH af dat er voldoende draagvlak is voor een verplichte pensioenregeling bij een pensioenfonds. Wel scoort de tevredenheid over SPH, specifiek over de informatievoorziening, relatief laag. Er is een significante correlatie tussen de mate waarin deelnemers informatie tot zich nemen enerzijds en anderzijds de tevredenheid met SPH en het imago van het fonds wat betreft betrouwbaarheid, deskundigheid en zorgvuldigheid. SPH gaat na of de meest genoemde suggesties voor nieuwe communicatiemiddelen haalbaar zijn. En we gaan proberen om de informatie zo begrijpelijk mogelijk te maken. Aankondiging nieuwe enquête risicobeleid We staan aan de vooravond van een nieuwe gezamenlijke pensioenregeling voor alle medewerkers van Royal HaskoningDHV. Het fonds dat deze regeling gaat uitvoeren gaat beleggen met jouw pensioenpremie. Elk pensioenfonds zit in de spagaat:
• weinig risico lopen waardoor het uiteindelijke pensioen redelijk is te voorspellen; • veel risico lopen met grote onzekerheid over het uiteindelijk pensioen, maar met de kans op wellicht een hoger pensioen. De onderneming en de besturen van pensioenfondsen SPH en SPDHV zijn benieuwd naar de risicobereidheid van de individuele deelnemers. Daarnaar zal de onderneming over enkele maanden een onderzoek doen. Wij willen je alvast vragen om hierover na te denken en je mening te geven in het onderzoek.
nieuwsbrief pensioenen Een kijkje achter de schermen bij AZL Sinds 2012 verzorgt AZL (AZL-Advies en Management Pensioenfondsen) je pensioen bij SPH. In dat jaar verhuisde de uitvoering van het pensioen van Nationale-Nederlanden in Rotterdam naar AZL in Heerlen. Wat kwam daar bij kijken en hoe is dat verlopen? Een terugblik door AZL. Je pensioen komt voortaan uit Heerlen Het pensioen voor de 3.585 (oud)medewerkers van Royal HaskoningDHV komt tegenwoordig uit het Limburgse Heerlen. Daar zetelt AZL, de pensioenuitvoerder die de administratie overnam van Nationale-Nederlanden. Dat is in een zin opgeschreven maar de uitvoering van die verhuizing bracht veel werk met zich mee. Lenny van Winssen van AZL was betrokken bij de opstart: “Nationale-Nederlanden heeft ons de bestanden van alle deelnemers aangeleverd met de situatie per 31 december 2011. Die bestanden hebben wij vervolgens ingelezen in ons computerprogramma. Dat is een hele stap want Nationale-Nederlanden administreert per polis, wij doen dat per deelnemer. Daarna hebben we alle deelnemers aangemeld bij de Gemeentelijke Basisadministratie zodat wij veranderingen automatisch ontvangen. Ook is voor SPH de complete set met brieven ingeregeld die de administratie aanmaakt bij een wijziging.” Flinke klus AZL heeft alle informatie over de pensioenopbouw die het kreeg, uitvoerig gecontroleerd op juistheid. ‘Waar nodig hebben wij ook de gegevens aangevuld en de deelnemer daarover geïnformeerd, aldus Lenny van Winssen. Bij de overstap werd bekend dat het pensioenfonds zijn regeling veranderde. Lenny van Winssen: “De pensioenleeftijd ging bijvoorbeeld van 62 naar 65 jaar. Dat hebben wij meteen meegenomen in de rekenregels voor onze software die wij voor de pensioenregeling van Haskoning moesten schrijven. Dat was een flinke klus.” Pensioenoverzicht De overstap naar AZL heeft ook gevolgen gehad voor de informatie naar jou als deelnemer. In het verleden stuurde Nationale-Nederlanden overzichten per polis. AZL levert daarentegen één pensioenoverzicht gekoppeld aan de status van de deelnemer: bouwt die nog pensioen op, is er sprake van oude pensioenaanspraken die niet meer groeien of is een deelnemer met pensioen. Paspoort van AZL AZL voert de pensioenen uit voor meer dan 60 pensioenfondsen met bijna één miljoen deelnemers. De hoofdvestiging van AZL staat in Heerlen en er is een kantoor in Utrecht. In totaal werken er 400 mensen direct of indirect aan het pensioen. Dat betekent elke maand het binnenhalen en administreren van de pensioengegevens en het uitbetalen van 150.000 pensioenen. Ook heeft AZL juristen, actuarissen en communicatiespecialisten in dienst die de besturen van de fondsen ondersteunen. Dat doet AZL met adviezen, rapportages met cijfers en prognoses en door de communicatie met de deelnemers te verzorgen. AZL is opgericht in 1967 en vindt zijn oorsprong in de pensioenfondsen voor de particuliere steenkoolmijnen. Sindsdien is het bedrijf uitgegroeid tot een van de grotere pensioenuitvoerders in Nederland. In 2007 werd AZL volledige dochter van Nationale-Nederlanden, op zijn beurt onderdeel van de ING Groep. Sinds twee jaar verzorgt AZL ook de pensioenadministratie van nieuwe pensioencontracten die Nationale-Nederlanden sluit met werkgevers.
nieuwsbrief pensioenen Meer informatie Wil je meer informatie over je oudedagsvoorziening? Kijk dan op onze site: www.royalhaskoningpensioenfonds.nl of neem contact op met onze administrateur Gerard Fellinger (e-mail:
[email protected], telefoon: 024- 3284420). Gerard houdt elke woensdag spreekuur van 14.00-16.00 uur in kantoor Nijmegen 1 of naar behoefte op een ander kantoor. Ook kan je rechtstreeks je vragen stellen aan ons Dagelijks Bestuur bestaande uit Anton Driesse en Henk Liekens. Daarnaast is het nu ook mogelijk om vragen over je pensioen te stellen aan de medewerkers van AZL die voor SPH werken. Zij zijn elke werkdag bereikbaar van 8.30 uur tot 17.00 uur via telefoon 045 – 5763684. Mailen kan ook:
[email protected].
Disclamer In deze nieuwsbrief proberen wij je zo goed mogelijk te informeren over ontwikkelingen en onderwerpen die onze pensioenregeling aangaan. Aan deze tekst kunnen echter geen rechten worden ontleend. De tekst van wettelijke regelingen en de tekst van statuten en reglementen van het pensioenfonds zijn maatgevend.
nieuwsbrief pensioenen MEERJARENOVERZICHT (Financiële gegevens in duizenden euro’s) 2012
2011
2010
2009
Aantallen deelnemers Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Totaal
1.634 1.387 564 3.585
1.790 1.244 534 3.568
1.888 1.171 515 3.574
1.999 1.057 478 3.534
Toeslagverlening1)
0,0%
1,7%
0,8%
0,0%
25.138 1.580
28.226 1.390
22.609 1.730
18.197 2.141
1.012
748
679
711
46.085
31.040
24.358
-360
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen o.b.v. RTS Voorziening toeslagen
345.028 0
309.599 0
255.001
214.680
Totaal technische voorzieningen
345.028
309.599
3.626 258.627
5.014 219.694
1.580 17.754 8.450 15.045 718
1.390 19.433 7.854 6.682 185
1.730 18.599 7.145 24.718 711
2.141 18.491 6.526 -13.703 727
101,0% 101,0%
101,0% 101,0%
101,0% n.v.t.
101,0% n.v.t.
113,4% 96,5%
110,0% 96,3%
109,4% 100,0%
99,8% 97,8%
237.209 305.768
228.154 267.183
213.620 237.747
199.689 208.068
Beleggingen: Belegd vermogen risico pensioenfonds 2) Belegd vermogen risico deelnemers Beleggingsopbrengsten risico fonds Reserves
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Pensioenuitkeringen Saldo van baten en lasten Aandeel technisch resultaat Dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Minimaal vereiste dekkingsgraad Dekkingsgraad 4) Dekkingsgraad op basis van beleggingen 5) Garantiecontract Nationale-Nederlanden Voorziening pensioenverplichtingen o.b.v. 4% rekenrente Belegd vermogen gesepareerd depot
3)
1) Een eventuele toeslag wordt toegekend per 1 april van elk jaar. De toeslag is voorwaardelijk. 2) Bedragen zijn exclusief lopende intrest. 3) Inclusief premie ANW hiaat. 4) Voorheen “boekhoudkundige dekkingsgraad”. De berekening is als volgt: Totaal activa (exclusief beleggingen voor rekening en risico deelnemers) minus kortlopende schulden gedeeld door technische voorzieningen (exclusief voorziening voor rekening en risico deelnemers, inclusief voorziening toeslagen). 5) Voorheen “werkelijke dekkingsgraad”. Hier wordt verondersteld dat het fonds geen garantiecontract heeft afgesloten met Nationale-Nederlanden, maar dat de balansposities van het beleggingsdepot voor rekening en risico zijn van het Pensioenfonds.