nieuwsbrief pensioenen
STICHTING PE N SI O E N FO N DS HA SKO N ING
UITGAVE VAN HET BESTUUR STICHTING PENSIOENFONDS HASKONING
september 2012
Deze nieuwsbrief In deze nieuwsbrief komen de volgende onderwerpen aan de orde:
• Hoe staan we er voor? • Jaarverslag 2011 • Wat brengt de toekomst? • Bestuursaangelegenheden • Communicatie rondom ons pensioenfonds • Interview met oud-voorzitter SPH: Marcel Brussee • Kengetallen ultimo 2011 JAARVERSLAG 2011
Stichting Pensioenfonds Haskoning 21 juni 2012
Hoe staan we er voor?
73108.03
Korting pensioenaanspraken niet aan de orde Wij verkeren in de gelukkige situatie dat onze pensioenverplichtingen volledig zijn herverzekerd. Daarnaast is het garantiecontract in 2005 afgesloten onder, vergeleken met de huidige marktomstandigheden, gunstige voorwaarden. Door deze herverzekering hoeft ons fonds gedurende de looptijd van het garantiecontract geen herstelplan op te stellen. Korting van de al opgebouwde pensioenaanspraken is daarom niet aan de orde. Dit in tegenstelling tot vele andere pensioenfondsen. Ook als we besluiten de opgebouwde pensioenaanspraken onder het NN garantiecontract achter te laten (ná 2014), is korting van deze nominale rechten levenslang voor de deelnemers over hun volledige bijdrage tot ultimo 2014 niet aan de orde. Resultaat van de doorgevoerde versobering De versoberde pensioenregeling is door de onderneming ingevoerd om bij afloop van het garantiecontract (ultimo 2014) een zo goed mogelijke onderhandelingspositie te hebben. Al het geld dat na inkoop van de afgesproken pensioenrechten overblijft, wordt gebruikt om het eigen vermogen te vergroten. Het doel was om een dekkingsgraad van 112% te bereiken. Een dekkingsgraad van 112% is de minimale dekkingsgraad, die De Nederlandsche Bank bij onze beleggingsmix eist indien ons pensioenfonds weer tot eigen beheer (in plaats van herverzekering) wil overgaan. Alle mogelijkheden voor toekomstige uitvoeringsvormen wilden we op deze manier openhouden. Onze pensioenverplichtingen worden berekend (verdisconteerd) op basis van de rente. Aangezien de rente aanhoudend laag is, zijn de pensioenverplichtingen aanzienlijk gestegen. De (werkelijke) dekkingsgraad is gezakt van 100% (ultimo 2010) naar 96,3% (ultimo 2011). De algemene verwachting is dat als gevolg van te grote overheidstekorten en de zwakke economie de rente de komende tijd niet zal stijgen tot historisch gezien, meer normale renteniveaus. Het is daarom niet meer reëel om te veronderstellen dat
nieuwsbrief pensioenen het doel van 112% voor de afloop van het garantiecontract (eind 2014) wordt gehaald. Het eigen vermogen is wél flink gegroeid. En dit gezamenlijk ‘gespaarde geld’ komt, in welke vorm dan ook, weer ten goede aan alle deelnemers. Om een robuuster pensioenfonds te creëren is het bestuur van mening dat het eigen vermogen op deze manier moet blijven groeien. Naar verwachting heeft ons eigen vermogen eind 2014 een omvang van circa € 50 mln. Indexatie Het feit dat we de (werkelijke) dekkingsgraad van 112% niet gaan halen heeft niet alleen gevolgen voor de toekomstige uitvoeringsvorm van de pensioenregeling maar ook voor de indexatie. In onze huidige pensioenregeling is afgesproken dat indexatie van de pensioenaanspraken pas kan plaatsvinden als de (werkelijke) dekkingsgraad meer dan 112% is. Daarom is indexatie tot eind 2014, volgens de huidige regeling, niet te verwachten. Wel heeft het bestuur per 1 april 2011 nog een toeslag toegekend van 1,7% (zie jaarverslag). De middelen voor deze toeslag stammen uit de periode 2005 tot 2010. Door de fiscale limiet van maximaal 3% toeslag per jaar, is het uit die periode resterende geld opzij gezet in een ‘voorziening toeslagen’. Al het beschikbare geld in deze voorziening is nu uitgekeerd als toeslag van 1,7% voor alle deelnemers: dat zijn de actieven (werknemers), slapers (vertrokken werknemers) en gepensioneerden. Het uitkeren van deze voorziening beïnvloedt niet onze dekkingsgraad. Doorkijk na 2014 Het idee om de reeds opgebouwde pensioenaanspraken onder het huidige garantiecontract bij Nationale-Nederlanden ook na 2014 te behouden wordt steeds serieuzer. Deze pensioenaanspraken zijn levenslang nominaal gegarandeerd. Wel is er het risico dat de dan premievrij gemaakte pensioenrechten niet op koopkracht blijven. Een mogelijkheid is om het opgebouwde eigen vermogen op eind 2014, geheel of gedeeltelijk in te zetten om zodoende de mogelijke koopkrachtdaling te compenseren. Of dit bedrag voldoende is om de koopkracht levenslang op niveau te houden, is op dit moment niet duidelijk. Het fonds wil in 2013 deze vraag samen met externe experts beantwoorden. Dekkingsgraden: werkelijk en boekhoudkundig De term ‘dekkingsgraad’ wordt regelmatig gebruikt en is een belangrijke graadmeter voor ons pensioenfonds. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het aanwezige vermogen en de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds. Dit is de verhouding (in %) die aangeeft in hoeverre het pensioenfonds voldoende geld heeft om de pensioenen (later) te kunnen uitbetalen. Binnen ons pensioenfonds onderscheiden we twee typen dekkingsgraden: de werkelijke dekkingsgraad en de boekhoudkundige dekkingsgraad (zie ook de bijgevoegde kengetallen). Bij de werkelijke dekkingsgraad wordt de verhouding bepaald op basis van de actuele beurskoersen en de actuele rentestand. Of ons fonds volgens de huidige pensioenregeling indexatie kan verlenen is afhankelijk van de werkelijke dekkingsgraad. De werkelijke dekkingsgraad bedroeg 96,3% (ultimo 2011). Bij de boekhoudkundige dekkingsgraad wordt deze verhouding bepaald op basis van de afspraken binnen het garantiecontract met een volledige afdekking van de pensioenverplichtingen. Op deze dekkingsgraad heeft de rentedaling nauwelijks invloed. Aan de hand van de boekhoudkundige dekkingsgraad kijkt De Nederlandsche Bank of ons fonds voldoet aan de vereiste dekkingsgraad van 101%. Nu we ons eigen vermogen verder opbouwen blijft ons fonds tijdens de looptijd van het garantiecontract voldoen aan deze eis. De boekhoudkundige dekkingsgraad bedroeg 110,0 % (ultimo 2011). De waarde van het garantiecontract, zijnde de nominale afdekking van de ingekochte rechten, is ultimo 2011 circa € 43 mln. (310-267) meer waard dan de werkelijke waarde van de beleggingen (het gesepareerde depot). Deze € 43 mln. is de
nieuwsbrief pensioenen kapitalisatie van het verschil tussen werkelijke en boekhoudkundige dekkingsgraad. Hieruit blijkt dat in tijde van crisis een garantiecontract voor een pensioenfonds zeer waardevol kan zijn.
Jaarverslag 2011 Eind juni 2012 is het jaarverslag 2011 afgerond en goedgekeurd door de accountant en de certificerend actuaris. Het jaarverslag bestaat uit twee delen: het verslag van het bestuur en de jaarrekening. In het jaarverslag is het oordeel van het Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie opgenomen. Op beide oordelen heeft het bestuur haar reactie gegeven. In deze nieuwsbrief tref je de “Kengetallen ultimo 2011” aan. Hierin zijn de belangrijkste gegevens van het jaarverslag samengevat. Het jaarverslag is integraal terug te vinden op onze pensioensite www.royalhaskoningpensioenfonds. nl, onder documenten. Wij raden je aan het jaarverslag door te lezen. Bij Stichting Pensioenfonds Haskoning is sprake van een (gesepareerd) beleggingsdepot bij ING Investment Management voor de bij Nationale-Nederlanden ondergebrachte pensioenrechten (zgn. herverzekerde pensioenverplichtingen). Daarnaast heeft het pensioenfonds een eigen vermogen, waarin de noodzakelijke reserves zijn ondergebracht. Positie gesepareerd depot en rentestanden Het jaar 2011 was een bijzonder zwaar jaar voor pensioenfondsen in Nederland. De rente daalde verder, terwijl de economische groei in Europa verder afvlakte. Op dit moment is er in Nederland zelfs sprake van een recessie als gevolg van de Eurocrisis en de daarmee samenhangende bezuinigingen van de overheid. Als gevolg van de gedaalde rente stegen onze pensioenverplichtingen van circa € 255 mln. (ultimo 2010) naar circa € 310 mln. (ultimo 2011). De stijging van de waarde van het gesepareerd depot, aangevuld met het eigen vermogen van circa (238+24) = € 262 mln. (ultimo 2010) naar circa (267+31) = € 298 mln. (ultimo 2011), bleef daarbij achter. (zie Kengetallen) Positie eigen vermogen Het eigen vermogen van ons pensioenfonds is gestegen van circa € 24 mln. (ultimo 2010) naar circa € 31 mln. (ultimo 2011). Door de per 1 april 2011 versoberde pensioenregeling zijn er in 2011 minder pensioenaanspraken bij NationaleNederlanden ingekocht dan in 2010. Tevens is per 1 april 2011 de pensioenpremie verhoogd van 24,4% naar 25,9%. Beide aspecten leveren een fors overschot uit de pensioenpremie op, die ten goede komt aan de groei van het eigen vermogen. Het eigen vermogen van het fonds is volledig ondergebracht in deposito’s (welke vrijvallen op 31 december 2014) en vermogensbeheerrekeningen bij diverse gerenommeerde Nederlandse banken. Het financiële risico is daarmee tot een minimum beperkt. Beleggingsresultaat eind 2011 Voor het gesepareerde depot is 2011 financieel gezien een lastig beleggingsjaar geweest. Daarbinnen heeft de renteafdekking naar behoren gefunctioneerd. In het garantiecontract is de strategische asset mix vastgesteld op 70% obligatiefondsen, 20% aandelenfondsen en 10% direct vastgoedfondsen. Deze percentages hebben een geringe bandbreedte van 5-7,5%. De obligatie portefeuille presteerde goed (+16,9%), waarvan 5% rente en 11,9% waardestijging als gevolg van de daling van de rente. De aandelen portefeuille presteerde slecht (-4,1%). De vastgoed portefeuille leverde nauwelijks rendement op (+1,1%). Daarmee presteerde onze beleggingsportefeuille net iets boven de benchmark. Het uiteindelijke rendement bedroeg circa 10,7%. Dit rendement is grotendeels veroorzaakt door de obligatie portefeuille, die zorgt voor de renteafdekking. De waardestijging van de obligatie portefeuille is conform het garantiecontract toegevoegd aan de herwaarderingsreserve en draagt niet bij aan de overrente. Dit is een gangbare methode om de volatiliteit (= mate van variatie) van de overrente van jaar tot jaar te beperken. Het resultaat is dat per saldo in het verslagjaar 2011 een negatieve overrente is behaald van circa € 1,8 mln.
nieuwsbrief pensioenen Franchise 2011 De franchise per 1 april 2011 is vastgesteld op € 12.898. De franchise betreft het deel van het jaarinkomen waarover geen pensioen wordt opgebouwd in verband met het te zijner tijd ontvangen van een AOW uitkering. Het bestuur hanteert bij het vaststellen van de franchise de zogenaamde Witteveen-franchise. Dit is de laagste franchise die fiscaal is toegestaan. Hoe lager de franchise, des te gunstiger het is voor de deelnemers. Besteding van de pensioenpremie Ons pensioenfonds ontvangt jaarlijks een vaste premie van Haskoning Nederland B.V. Deze pensioenpremie bedroeg 25,9% van het totaal aan pensioengrondslagen van alle medewerkers vanaf 1 april 2011 (tegen 24,4% daarvoor). De eigen bijdrage van de medewerkers daarvan is 8,2% (tegen 7,7 % daarvoor). De pensioenpremie die het fonds over 2011 heeft ontvangen bedroeg circa € 18,9 mln. Met dit bedrag is de pensioenregeling uitgevoerd. De uitgaven van het Pensioenfonds zijn hieronder in tabelvorm gespecificeerd (zie ook Jaarverslag, hoofdstuk 2). Overzicht besteding pensioenpremie 2011 €
Ontvangen premies, incl. het werknemersaandeel
1.
Kosten Nationale-Nederlanden
Uitvoeringskosten, garantiekosten, kosten beleggingen etc. 2. Bestuurskosten
€ 18.918.794
1.949.157 689.517
Personeelskosten, adviseurs, accountant 3.
Bijdrage reserves
946.079
Herverzekeringskosten, beheerkosten 4. Actuariële verschillen
229.872
Verschillen tgv binnenkomende en uitgaande waardeoverdrachten 5.
Rentekosten Nationale-Nederlanden
6. Risicopremie
51.476 136.819
Aanvullend nabestaandenpensioen. 7.
Inkoop pensioenen actieve deelnemers
Totaal uitgaven
Overschot uit de premie
10.632.554 14.635.474 4.283.320
Het overschot van de pensioenpremie is door het bestuur ondergebracht in de beleidsreserve met als doel het eigen vermogen van het Pensioenfonds te laten groeien. Bestuurskosten Op de post “bestuurskosten” kunnen we zelf enigszins invloed uitoefenen. Deze post is circa € 130.000 hoger dan over het jaar 2010. Deze extra kosten zijn grotendeels incidenteel en zijn veroorzaakt door het implementeren van de nieuwe basisregeling, de aanvullende vrijwillige pensioenregeling en de bestuurswisselingen. De verwachting van het bestuur is dat de bestuurskosten vanaf 2013 ten opzichte van 2011 zullen dalen. Het effect van de transitie van de administratie van Nationale-Nederlanden naar AZL moet dan zijn beslag krijgen. Aan de andere kant staat het bestuur voor nieuwe uitdagingen, zoals beslissingen over de periode na afloop van het garantiecontract, de veranderende wetgeving en de fusie met DHV. De hoogte van bestuurskosten van pensioenfondsen staat de laatste tijd in zijn algemeen in de belangstelling. Minimalisatie van de bestuurskosten heeft natuurlijk de permanente aandacht van het bestuur.
nieuwsbrief pensioenen Wat brengt de toekomst? Vooruitzicht beleggingsresultaat Binnen het huidige economische klimaat is het lastig voorspellingen te doen over de verwachte opbrengsten van onze beleggingen. Naar het zich laat aanzien zal 2012 geen goed beleggingsjaar worden. In dit licht is het aannemelijk dat in 2012 de in 2011 behaalde negatieve overrente niet kan worden gecompenseerd en mogelijkerwijs nog verder oploopt. De werkelijke dekkingsgraad van het pensioenfonds zal zich waarschijnlijk door de verwachte aanhoudende lage rente in de loop van 2012 niet verbeteren. Sterfteverwachting We worden in Nederland gelukkig steeds ouder, maar dat brengt ook lasten met zich mee. Het is dan ook aannemelijk dat de (sterfte)prognosetafels in 2012 weer worden bijgesteld. Hierdoor worden de pensioenverplichtingen hoger. Dit zal waarschijnlijk een daling van de (werkelijke) dekkingsgraad in 2012 gaan veroorzaken van 1-3%. Situatie integratie met DHV Tussen het bestuur van het Pensioenfonds Haskoning vindt op bestuurlijk niveau overleg plaats met het Pensioenfonds DHV over de gevolgen van de fusie met DHV. Prioriteit van het bestuur is om naast de onderhandeling over de arbeidsvoorwaarden ook de pensioenen op de agenda te zetten. De huidige verwachting is dat er voor onze deelnemers geen verandering in de pensioenregeling zal optreden tot het einde van het garantiecontract (ultimo 2014). Situatie na garantiecontract In het kader van de afloop van het garantiecontract per ultimo 2014 heeft het bestuur het afgelopen jaar een studie naar ‘Alternatieve Uitvoeringsvormen’ gedaan, welke medio dit jaar is aangeboden aan de onderneming en de ondernemingsraad. In deze studie is informatie verzameld over pensioenregelingen en uitvoeringsvormen. Vlak voor het voltooien van deze studie werd de voorgenomen fusie tussen Royal Haskoning en DHV bekendgemaakt en is een hoofdstuk toegevoegd over deze nieuwe situatie. Het rapport biedt een aantal duidelijke uitgangspunten ten behoeve van het ontwikkelen van een nieuwe regeling door de nieuwe onderneming en de keuzes voor wat betreft de toekomstige uitvoeringsvorm. Wet versterking bestuur pensioenfondsen Het kabinet wil de wettelijke regels voor het bestuur van pensioenfondsen en de medezeggenschap in de fondsen herzien. Dit met het oog op de steeds complexere omgeving waarin pensioenfondsen hun werk moeten doen. Het gaat hier niet alleen om de instabiliteit van de financiële markten, maar ook om de vergrijzing en de gevolgen van de financiële crisis voor de positie (dekkingsgraden) van de pensioenfondsen. Het ingediende wetsvoorstel is gericht op versterking van deskundigheid van de pensioenfondsbesturen door inzet van externe beroepsbestuurders en versterking van de positie van deelnemers en pensioengerechtigden. Het bestuur is zich van de noodzaak van professionalisering bewust en laat zich al ondersteunen door externe deskundigen. Mede op basis van de bevindingen van de Visitatiecommissie zal het bestuur deze externe deskundigheid versterken.
Bestuursaangelegenheden Wijziging bestuurssamenstelling Royal Haskoning heeft in het kader van ‘Fit for Future’ ook aan het bestuur van het Pensioenfonds gevraagd om het aantal bestuursleden te verminderen. Vanuit wet- en regelgeving en de statuten bepaalt het bestuur zelf het aantal bestuursleden en de samenstelling van haar bestuur. Na overleg met de ondernemingsraad is het bestuur op dit verzoek
nieuwsbrief pensioenen van de onderneming ingegaan. Daarbij is de huidige en toekomstige werkdruk en samenstelling van de het bestuur nadrukkelijk in de overwegingen meegenomen. Deze beslissing is echter wel genomen voordat de fusie met DHV bekend was bij het bestuur. Door de verminderde capaciteit zal het bestuur (meer dan nu het geval is) externe capaciteit inhuren. Het veelvuldiger inzetten van (externe) professionele pensioenadviseurs is ook in lijn met de wensen van De Nederlandsche Bank. Het aantal bestuursleden is per 1 januari 2012 van acht naar zes personen teruggebracht: 3 namens de werkgever (Wg), 2 namens de werknemers (Wn) en 1 namens de gepensioneerden (Gp). Foto galerij
Anton Driesse Voorzitter
Maarten Faber
Henk Liekens Secretaris
Henk Haas
Madeleine Inckel
Marloes Koenders
Wijziging maximale zittingsperiode De bestuursleden namens de werknemers en de gepensioneerden worden gekozen voor een periode van 3 jaar en kunnen tweemaal worden herkozen. Daarmee hebben deze bestuursleden een maximale zittingstijd van 9 jaar. De bestuursleden namens de werkgever werden door de Onderneming voor onbepaalde tijd aangesteld. Deze benoeming kon door de Onderneming op elk moment worden ingetrokken, hetgeen aanleiding kon geven tot scheefgroei in expertise en onzekerheid over continuïteit. In overleg met de werkgever zijn de benoemingsperiode en de maximale zittingstijd in de statuten nu geharmoniseerd met die van de overige bestuursleden. Taakverdeling binnen bestuur Het bestuur werkt met diverse commissies waardoor taken en bevoegdheden verdeeld worden over de bestuursleden. Zo wordt ook de benodigde deskundigheid gespreid, zonder dat dit ten koste gaat van de gezamenlijke eindverantwoordelijkheid van het bestuur. De commissies laten tevens de huidige belangrijkste aandachtspunten van het bestuur zien. Commissies Bestuursleden
Beleggingen
Risicobeheersing
Alternatieve uitvoeringsvormen
Communicatie
Anton Driesse
DB
Wg
X
X
X
X
Henk Liekens
DB
Wn
X
X
X
X
Maarten Faber
AB
Wg
X
X
Henk Haas
AB
Gp
X
X
Madeleine Inckel
AB
Wn
Marloes Koenders *)
AB
Wg
*) Nieuwe bestuursleden werken zich het eerste jaar in en volgen de nodige cursussen, alvorens in een commissie zitting te nemen.
X
nieuwsbrief pensioenen Reactie toetsingsorganen over 2011 Ons pensioenfonds heeft twee toetsingsorganen: de Visitatiecommissie (extern) en het Verantwoordingsorgaan (intern). Een samenvatting van de bevindingen van de Visitatiecommissie is opgenomen in hoofdstuk 12 van het Jaarverslag en van het Verantwoordingsorgaan in hoofdstuk 11. De Visitatiecommissie beoordeelt de wijze van besturen en de doorlopen processen. De commissie bestaat uit drie (externe) onafhankelijke deskundigen en komt éénmaal per drie jaar bij elkaar. De belangrijkste bevindingen zijn dat het bestuur ‘in controle’ is, dat een duidelijk stappenplan nodig is voor de voorbereiding op de situatie na de afloop van het huidige garantiecontract na 2014 en dat het noodzakelijk is om blijvend te communiceren over de achteruitgang van de werkelijke dekkingsgraad en de potentiële toekomstige samenwerking met Stichting Pensioenfonds DHV. Het Verantwoordingsorgaan geeft jaarlijks haar mening over beleidskeuzes en het uitgevoerde beleid en bestaat uit vertegenwoordigers van de onderneming, de deelnemers en de pensioengerechtigden. Hun belangrijkste bevindingen zijn, dat juist de komende jaren (extra) bestuurscapaciteit gewenst is en dat door de vermindering van het aantal bestuursleden nu externe (beleggings)capaciteit moet worden overwogen. Transitie naar AZL Uit evaluatie van de performance van Nationale-Nederlanden bleek dat met name de administratieve uitvoering op onderdelen verbetering behoefde. Hierdoor was de tijdsbesteding van het bestuur hoog en daardoor kostbaar. De huidige overeenkomst bevat echter geen mogelijkheden om deze financiële consequenties te verhalen op Nationale-Nederlanden. Wel heeft het bestuur op basis van deze performance in overleg met Nationale-Nederlanden besloten de administratie van de pensioenrechten, de financiële administratie en de uitkeringsadministratie onder te brengen bij AZL-Advies en Management Pensioenfondsen in Heerlen. AZL is een dochteronderneming van Nationale-Nederlanden en is een gerenommeerde uitvoerder van pensioenregelingen in Nederland. Deze onderneming verzorgt de administratie (in ruime zin) en biedt ondersteuning aan meer dan 60 pensioenfondsen. Aan de overgang naar AZL verbonden kosten worden geheel gedragen door Nationale-Nederlanden. De verschuiving van taken leidt vanaf medio 2012 tot een afname van het takenpakket van het huidige pensioenbureau van het fonds. Daarom zal de overgang naar AZL vanaf 2013 op dit punt tot een kostendaling leiden van ons pensioenfonds. De implementatie van de overgang naar AZL heeft grotendeels in de eerste helft van 2012 plaatsgevonden en zal naar verwachting eind september gereed zijn. AZL heeft de stofkam door alle bestanden gehaald. Bij dit opschonen van de bestanden zijn kleine fouten aan het licht gekomen, die inmiddels zijn hersteld. Tevens is tegelijk met de overgang naar AZL de nieuwe (versoberde) pensioenregeling doorgevoerd met de wijziging in pensioenleeftijd naar 65 jaar.
nieuwsbrief pensioenen Communicatie rondom ons pensioenfonds Nieuwe Pensioenbrochure/Startbrief
Pensioenregeling
Stichting Pensioenfonds Haskoning
In 2011 is veel aandacht besteed aan communicatie met betrekking tot de gewijzigde pensioenregeling en de introductie van de aanvullende vrijwillige pensioenregeling. Naast het meer juridisch opgestelde reglement is de pensioenregeling op meer toegankelijke wijze beschreven in de Pensioenbrochure. Iedere deelnemer heeft de Pensioenbrochure in juli 2012 thuis gestuurd gekregen. Hierin kan iedereen de (versoberde) pensioenregeling nog eens nalezen. Nieuwe deelnemers van het pensioenfonds ontvangen de Pensioenbrochure tegelijk met de zogenaamde Startbrief. Vernieuwde website Natuurlijk is de nieuwe pensioenregeling ook op onze website te vinden: www.royalhaskoningpensioenfonds.nl. Tegelijk met de aanpassingen van alle websites van Royal Haskoning is ook onze pensioenwebsite vernieuwd.
Samenwonen laten vastleggen Bij de overdracht van de administratie naar AZL is gebleken, dat niet iedereen die zijn/haar (niet gehuwde of geregistreerde) partner heeft aangemeld bij het pensioenfonds, ook daadwerkelijk een samenlevingsovereenkomst heeft opgemaakt dan wel heeft toegestuurd aan het pensioenfonds. Alle betrokken deelnemers zijn hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Het bestand is nu bijna op orde. Vroeger was het namelijk mogelijk om je partner zonder “bewijs” te laten inschrijven. Onder de huidige Pensioenwet (2007) is het noodzakelijk om een samenlevingsovereenkomst toe te sturen aan het pensioenfonds, zoals ook vermeld in ons pensioenreglement. april 2011
Twee pensioenoverzichten over 2011 Door de wijziging van de pensioenleeftijd van 62 naar 65 jaar, heeft het bestuur besloten om dit jaar twee UPO’s (Uniform Pensioen Overzicht) aan de deelnemers te verstrekken: - vanuit Nationale-Nederlanden ontvang je eind september een overzicht van je opgebouwde pensioenrechten per 31 december 2011 met een pensioenleeftijd van 62 jaar; - vanuit AZL ontvang je in oktober een overzicht van je opgebouwde pensioenrechten per 1 januari 2012 met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Hierdoor wordt inzichtelijk gemaakt hoe je pensioenrechten op jouw pensioendatum veranderen door de wijziging in de pensioenleeftijd van 62 jaar naar 65 jaar.
nieuwsbrief pensioenen Vertrek van een boegbeeld Marcel Brussee, boegbeeld van onze pensioenvoorzieningen, gaat nu zelf van zijn ‘oude dag’ genieten. Reden om hem eens in de schijnwerpers te zetten en wat vragen te stellen. Er ontstaat een beeld van een expert met veel inhoudelijke kennis. Een expert, die in staat is om oplossingen in overleg te implementeren en vooral om daarover helder te communiceren. Marcel kijkt met tevredenheid terug op zijn loopbaan.
Even voor de context: hoe ziet jouw loopbaan er op hoofdlijnen uit? Ik ben op 1 maart 1992 als hoofd Personeelszaken (PZ) in dienst gekomen bij Haskoning. Als jurist heb ik altijd sterke affiniteit gehad met arbeidsvoorwaarden. Het aspect pensioenvoorzieningen is één van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden. Dus is het niet vreemd dat ik in januari 1994 toetrad tot het bestuur van het pensioenfonds. Half 1995 ben ik ingegaan op het verzoek van Hans de Haan, toenmalige directeur van Haskoning, om de voorzittershamer over te nemen. Na een periode van meer dan vijftien – woelige – jaren heb ik in september 2011 die hamer overgedragen. Tot aan mijn pensionering ben ik ‘gewoon’ bestuurslid geweest. Pensioenen zijn voor veel mensen taaie, saaie kost. Waar zit jouw affiniteit met het onderwerp? Wat motiveert je? Tja, dat is toch een mix van factoren geweest. Pensioen is een complexe materie, dat geef ik toe. Maar qua geld is het ook één van de meest belangrijke arbeidsvoorwaarden. Ik heb mij altijd gedreven gevoeld vanuit de vraag wat de onderneming en de deelnemers rond pensioenen nodig hebben. En of wij een robuuste regeling hadden, dus dat gaat over haalbaarheid en betaalbaarheid. Sinds 1995 is de dynamiek in de pensioenwereld ongekend hoog geweest, we hebben veel veranderingen meegemaakt. De maatschappij, de politiek stelt steeds andere eisen. Voor mij is het dan erg aantrekkelijk om met een groep mensen te onderzoeken hoe je die veranderingen gestalte geeft. Ik heb mij altijd als een vis in het water gevoeld in het managen van het overlegcircuit tussen bestuur, directie en de OR om te bespreken hoe we veranderingen konden implementeren. Maar ik heb ook veel plezier beleefd aan het begrijpelijk uitleggen van veranderingen aan deelnemers van het pensioenfonds. Je zegt ‘veel dynamiek’. Wat waren markante veranderingen tijdens je bestuursperiode? In de tweede helft van de jaren negentig hebben we een studie laten uitvoeren, gericht op de vraag of onze pensioenregeling op langere termijn haalbaar en betaalbaar was. Veranderingen rond het levensjarenbeginsel waren daartoe de aanleiding. In diezelfde periode was er ook een roep om pensioenregelingen flexibeler te maken. VUT-regelingen moesten worden geïntegreerd. Deze kwesties hebben geleid tot een nieuwe pensioenregeling in 2000.
nieuwsbrief pensioenen In 2002 constateerden we dat de regeling toch te luxe was: er moest te veel backservice worden betaald aan deelnemers vanwege de eindloonregeling die we toen kenden. We moesten veel pensioen extra inkopen. Daar kwam nog eens bij dat ‘Brussel’ voorschreef de verplichtingen van het pensioenfonds toe te rekenen aan de onderneming. De onderneming zou aansprakelijk zijn voor eventuele tekorten. Daar voelde de directie weinig voor. We hebben toen het pensioenfonds volledig gescheiden van de onderneming en een CDC-regeling (Collectieve Defined Contribution) in het leven geroepen. Daarmee waren we samen met Arcadis voorloper. Sindsdien zijn alle grote bureaus op deze regeling overgegaan. Een volgende markante verandering die ik wil noemen is het besluit van het Kabinet Balkenende om – vanwege ontgroening en vergrijzing – mensen langer te laten doorwerken. De pensioenleeftijd ging dus omhoog en VUT-achtige regelingen verdwenen. Onder druk van de politiek moesten we dus weer dingen ombouwen. Tot slot speelt nu de problematiek van de lage dekkingsgraden. Dit leidt bij verschillende fondsen tot afstempelingen, zeg maar minder pensioen en pensioenopbouw. Gelukkig is ons fonds herverzekerd, dus bij ons doet zich deze omstandigheid niet voor. Wel is door de aanhoudend lage rente, de hoge levensverwachting en volatiele beleggingsresultaten pensioen veel duurder geworden. Daardoor zie je dat pensioenregelingen versoberd worden en dat de pensioenleeftijd naar boven gaat. Dat is ook bij ons het geval. Dit versoberde pensioen is wellicht niet voor een ieder voldoende en daarom is bij ons pensioenfonds de mogelijkheid geschapen om zelf extra pensioen te sparen. Je ondervindt nu aan den lijve hoe het is om ‘met pensioen’ te zijn. Hoe bevalt je dat? Ja, wel goed. Ik kijk met voldoening terug op mijn loopbaan bij Royal Haskoning. De nauwe samenwerking met vele collegae is me zeer goed bevallen. Samen dingen doen, samen dingen voor elkaar krijgen voelt goed. Altijd in een goede sfeer met fijne mensen gewerkt. En verder: iedere levensfase heeft voor- en nadelen. Je moet je niet vasthouden aan vroegere levensfasen. Als je ouder wordt is het beter om wat minder stress te ervaren en wat meer tijd voor jezelf te nemen. Je bent gewoon minder flexibel en minder snel. Als ik nog 5 jaar had moeten doorwerken had ik wel een stapje terug gedaan. Welke dingen ga je ondernemen die je altijd al van plan was op te pakken als je gepensioneerd zou zijn? Mijn uitgangspunt is om zo veel mogelijk van het leven genieten. Maar wel vanuit de gedachte dat je dan lichamelijk en geestelijk actief moet blijven. Dan blijf je ook gezond! Ik probeer die filosofie in de praktijk te brengen door veel lezen, wandelen (stukken van het Pieterpad), fietsen (het liefst met mijn vrouw) en studeren (moderne geschiedenis aan de HOVO/Radboud Universiteit). Heb je de mensen van SPH nog langs de lijn geassisteerd? Ik heb ons pensioenfonds nog tot 1 september 2012 bijgestaan. Nu ben ik echt gestopt en hebben andere mensen het stokje overgenomen. Welke adviezen geef je aan ‘actieven’ als het gaat om hun pensioen? De zekerheid rond pensioenen is aan het veranderen. Kijk goed naar wat je wilt en wat je krijgt. Stuur tijdig bij. Je kunt via Royal Haskoning gebruik maken van de aanvullende vrijwillige pensioenregeling. Privé is er de mogelijkheid van het fiscaal aantrekkelijke banksparen. Of je kunt ‘geld voor later’ in je huis stoppen. Belangrijk is dat je je bewust bent van de mogelijkheden en hoe je er op kunt anticiperen. Heb je zelf nog dingen die je graag kwijt wilt? Alleen dat ik bijzonder van mijn afscheid heb genoten. Ik ben blij met de cadeaus, vooral het boek met een persoonlijke bijdrage van vele collegae. Het was een geslaagde receptie. Ook daar kijk ik met een voldaan gevoel op terug!
nieuwsbrief pensioenen KENGETALLEN ULTIMO 2011 (bedragen in duizenden euro’s) 2011
2010
2009
- deelnemers
1.790
1.888
1.999
- gewezen deelnemers
1.244
1.171
1.057
- pensioengerechtigden
534
515
478
19.256
18.599
18.491
Aantal deelnemers per einde jaar:
Premiebijdragen werkgevers en deelnemers
Actuariële kostendekkende premie
13.660
15.100
14.508
Gedempte premie
11.911
14.593
12.451
Uitkeringen
7.854
7.145
6.526
Toeslagverlening*
1,7%
0,8%
0%
Voorziening pensioenverplichtingen (RTS)
309.599
255.001
214.680
Aandeel technisch resultaat
185
711
727
Overschot (saldo baten en lasten)
6.682
24.718
Totaal Reserves
31.040
24.358
-360
Boekhoudkundige dekkingsgraad**
110,0%
109,4%
99,8%
Vereiste dekkingsgraad
101,0%
101,0%
101,0%
Werkelijke dekkingsgraad***
96,3%
100,0%
97,8%
30.187
24.015
19.005
30.187
24.015
19.005
228.154
213.620
199.689
- vastrentende waarden
188.934
159.375
141.510
- zakelijke waarden
62.371
62.553
49.916
- direct vastgoed
15.400
15.229
15.945
- overige
478
590
697
267.183
237.747
208.068
-13.703
Marktwaarde beleggingen voor risico Pensioenfonds - vastrentende waarden Totaal
Voorziening pensioenverplichtingen (4% rekenrente) Marktwaarde beleggingen gesepareerd depot
Totaal
*
De toeslag wordt toegekend per 1 april van elk jaar. De toeslag is voorwaardelijk.
**
Totaal activa (exclusief beleggingen voor rekening en risico deelnemers) minus kortlopende schulden gedeeld door technische voorzieningen (exclusief voorziening voor rekening en risico deelnemers, inclusief voorziening toeslagen).
***
Idem als boekhoudkundige dekkingsgraad waarbij de vordering op de herverzekeraar wordt gewaardeerd tegen de marktwaarde van de beleggingen in het gesepareerd depot.
nieuwsbrief pensioenen Meer informatie Wil je meer informatie over je oudedagsvoorziening? Kijk dan op onze site: www.royalhaskoningpensioenfonds.nl of neem contact op met onze administrateur Gerard Fellinger (e-mail:
[email protected], telefoon: 0243284420). Gerard houdt elke woensdag spreekuur van 14.00-16.00 uur in kantoor Nijmegen 1 of naar behoefte op een ander kantoor. Ook kan je rechtstreeks je vragen stellen aan ons Dagelijks Bestuur bestaande uit Anton Driesse en Henk Liekens.
Disclaimer In deze nieuwsbrief proberen wij je zo goed mogelijk te informeren over ontwikkelingen en onderwerpen die onze pensioenregeling aangaan. Aan deze tekst kunnen echter geen rechten worden ontleend. De tekst van wettelijke regelingen en de tekst van statuten en reglementen van het pensioenfonds zijn maatgevend.